Plenaire lezing van Prof. Dr. Ferre Laevers
De toekomst is maakbaar! Het menselijk potentieel ontsluiten, is wat het E.G.O. drijft. Met de begrippen ‘welbevinden’ en ‘betrokkenheid’ heeft het E.G.O. vele inzichten opgeleverd op het gebied van ‘aanpak’ en ‘proces’. Maar de meest fascinerende kern van de expertise heeft eigenlijk betrekking op wat onderwijs teweeg moet brengen, op de output. We krijgen een steeds scherper zicht op het onderscheid tussen oppervlakkig leren en fundamenteel leren. We beginnen klaar te zien in de basiscompetenties en -disposities die het verschil maken in levenskwaliteit: exploratiedrang, expressievermogen en communicatieve competentie, inzicht in de fysische en sociale realiteit, praktische vaardigheden, sociale competentie, zelfsturing, creativiteit en ondernemingszin, verbondenheid. We krijgen een steviger greep op de ongekende mogelijkheden van de menselijke geest met het ankerbegrip ‘intuïtie’ als een vorm van begrijpen die in elk gebied van professioneel handelen essentieel is. Het menselijk potentieel ontsluiten en ontwikkelen is wat het E.G.O. drijft. We staan nog maar aan het begin. De toekomst wenkt.
3
P R O G R A M M A Plenair gedeelte in de Stadsschouwburg Antwerpen 9.00
9.00-11.15
Onthaal en registratie in Stadsschouwburg Antwerpen Animatie: Hot en Haar Presentatie: Ronny Mosuse
9.30
Introductie en welkom door Maxime Trippas 25 jaar ErvaringsGericht Onderwijs
9.40
Centrale Lezing door Prof. Dr. Ferre Laevers De toekomst is maakbaar! Het menselijk potentieel ontsluiten, is wat het E.G.O. drijft.
10.30
Videofragmenten internationalisering van E.G.O.
10.40
Muziek:
11.00
Vrijdag: Zaterdag:
11.15
Toespraak door de Heer Louis Van Beneden, Voorzitter van de Vlaamse Onderwijsraad Toespraak door de Heer Monard, Secretaris-generaal departement onderwijs
afsluiting plenair gedeelte
Parallelle sessies én leeromgeving in de Plantijn-Hogeschool van de Provincie Antwerpen 11.15-17.30 11.45 – 12.45 Eerste reeks van parallelle sessies en leeromgeving (*) 12.45 – 13.45 Lunchpauze 13.45 – 14.45 Tweede reeks van parallelle sessies en leeromgeving 15.15 – 16.15 Derde reeks van parallelle sessies en leeromgeving 16.15
Feestelijke afsluiting met receptie
(*) Iedere deelnemer tekent in voor 2 sessies (lezingen/workshops) en gaat gedurende de tijd van één sessie naar de leeromgeving.
4
Overzicht van aanbod lezingen/workshops In de loop van de dag kunt u deelnemen aan twee van de volgende 31 sessies.
Nr.
Sessie
Kleuter onderwijs
Lager onderwijs
✔
✔
Aandacht voor het sociaal-emotionele 1
Werken vanuit gevoelens met de Axenroos Een nieuwe speel-leerset voor de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling bij 5 tot 8 jarigen Julia Moons, Mia De Vleeschhouwer en Tina Depoorter
2
Van moeilijke kinderen en leerkrachten naar kinderen en leerkrachten die het moeilijk hebben Begeleiden van leerlingen met sociaal-emotionele problemen Trees Vanhoutte
✔
3
Begeleiden van kleuters met sociaal-emotionele problemen Claudine Derycke, Lieve Raeymaekers en Lucia Dandois
✔
4
Omgaan met verlies en verdriet op school leerkrachten gevoelig maken voor emoties en relaties op school Patrik Somers
5
Sociale vaardigheden gesteund op de concepten Axenroos en Bejegeningsmethode Hilde Josephy
6
Ontwikkelen van sociale vaardigheden via dans en beweging Deze workshop geeft je nieuwe dansideeën en plaatst die dingen rond dans die je al deed binnen het kader van sociale vaardigheden. Goele Van Dijck max. 25 pers.
✔
7
Een boekenkist vol gevoelens Werken met gevoelsgeladen kinderliteratuur Luk Depondt
✔
✔
✔
✔
✔
Innovaties met het hele team 8
School in actie. Systematisch werken aan verandering in de klas, in het team en in de school Bert Vermeersch
✔
✔
9
Leiding geven in een ErvaringsGerichte school Praktische informatie voor schoolleiders, opleiders en leerkrachten waar zij de volgende dag al gebruik van kunnen maken Paul Bouw
✔
✔
5
Nr.
Sessie
10
Verbondenheid : een positief klas- en schoolklimaat als fundament voor waardenopvoeding van binnenuit Verduidelijking hoe er binnen de school aan Verbondenheid kan gewerkt worden. De deelnemers enthousiast maken om op klas- en / of schoolniveau te werken aan Verbondenheid Gie Deboutte en Anouk Depuydt
Kleuter onderwijs
Lager onderwijs
✔
✔
Luisteren naar kinderen 11
De leerling als steunbron voor zijn leraar Leraren die het perspectief van hun leerlingen nemen Prof. Dr. L. M. Stevens
✔
✔
12
Inspraak en participatie en het E.G.O. Jan Laurijssen Max. 30 pers.
✔
✔
13
Kinderinspraak en –participatie bij speelplaatsinrichting Het belang van inspraak en participatie bij beslissingen die kinderen direct aanbelangen, m.n. de inrichting van ‘hun’ speelplaats, laten aanvoelen en bespreken Peter Dekeyser
14
Kinderrechten in het basisonderwijs Ankie Vandekerckhove
✔
✔
15
Filosoferen met kinderen Richard Anthone Max. 15 pers. De workshop duurt 2 uren
✔
✔
✔
Kijken hoe het met de kinderen gaat ✔
16
Werken met en procesgericht kindvolgsysteem voor lagere school Sabine Biebauw
17
Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters (herwerkte editie) Griet De Bruyckere
✔
18
Meer meten, beter onderwijs ? De geëigende plaats van proces- en productgerichte metingen in het onderwijs Prof. Dr. F. Laevers De lezing wordt enkel aangeboden op zaterdag
✔
✔
Doelgericht werken met e.g.o. 19
6
Effectieve instructie (op zoek naar de zone van de naaste ontwikkeling) Concreet inzicht in ‘de zone van de naaste ontwikkeling’ en een nieuwe mogelijkheid tot effectiever instrueren Marcel van Herpen
✔
Nr.
Sessie
20
Doelgericht én ervaringsgericht werken in de kleuterklas Laten aanvoelen dat het doelgericht werken in het E.G.O. betekent : groei en ontwikkeling van kinderen stimuleren. Hierbij de ontwikkelingsdoelen en leerplandoelen situeren als middel om hieraan te werken Anita Coenen
Kleuter onderwijs
Lager onderwijs
✔
Werkelijkheidsnabij onderwijs 21
Projectwerk : Thematisch en vakoverschrijdend werken Erik Bakkers
22
Natuurlijk lezen…natuurlijk!!! Inzicht geven in onze werkwijze m.b.t. natuurlijk leren lezen en bovenal, prikkelen en enthousiast maken van collega’s en schoolbegeleiders Trudy Biemans en Wilma de Ruijter
23
Vaardig leren oplossen van realistische wiskundige toepassingsproblemen in de bovenbouw van de basisschool. Prof. L. Verschaffel
✔ ✔
✔
✔
Creativiteit en exploreren 24
Hoe creatief zijn mijn kleuters? Observeren en meten van creativiteit in het licht van een meer doelgerichte praktijk Rina Vandormael
✔
25
Kunst in zicht – projecten muzische vorming in de klas Prikkelen tot zelf muzisch werken in de klas Leen Thielemans
✔
✔
26
Cultuur ontsluiten voor het onderwijs Erne Schelstraete Deze workshop wordt enkel aangeboden op vrijdag
✔
✔
27
Muzikale impressies Muziek als krachtig medium om gevoelens écht te beleven, te verkennen en te verwoorden Dominique Temmerman
✔
✔
28
Dans- en bewegingsmomenten als tussendoortjes in de klas Goele Van Dijck
✔
E.G.O. in begeleidingswerk 29
Kwaliteitsgericht begeleidingswerk buiten de school. Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoer Filip Van Keer
✔
✔
7
Nr.
Sessie
Kleuter onderwijs
Lager onderwijs
✔
✔
✔
✔
E.G.O. en het buitengewoon onderwijs 30
Ervaringsgericht buitengewoon onderwijs? Buitengewoon ervaringsgericht onderwijs!! Ilse Aerden
En hoe gaat het met de leerkracht? 31
Leerkracht – Veerkracht Vera Delbeke
Toelichting bij de lezingen/workshops
LO 1
Eerste graad Lager Onderwijs (groep 3-4)
KO
Kleuter onderwijs (groep 1-2)
BaO
Basisonderwijs ( groep 1-8)
Lager Onderwijs (groep 3-8) LO
8
Aandacht voor het sociaal-emotionele 1 Werken vanuit gevoelens met de Axenroos KO
Een nieuwe speel-leerset voor de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling bij 5 tot 8 jarigen Julia Moons, Mia De Vleeschhouwer en Tina Depoorter
LO 1
Na de succesvolle introductie van de ‘Doos vol Gevoelens’ - voortaan heet ze “Koffer vol gevoelens” - is een nieuwe materialenset ontwikkeld in samenwerking met de Relatiestudio. Het is een extensie van de basisdoos naar 5- tot 8-jarigen. Aan de ene kant bouwt de set verder op de 4 basisgevoelens die nu worden uitgebreid tot 21 gevoelens (met onder meer: zich eenzaam voelen, verlegen zijn, trots zijn, jaloers zijn, zich machteloos voelen, onrustig zijn, zich schuldig voelen, zich veilig voelen, razend zijn...). Maar helemaal nieuw is dat in deze set de klemtoon ligt op de actieve pool van sociale competentie: hoe kunnen we kinderen helpen om hun gedragsrepertorium uit te breiden en een beter zicht te krijgen op relatiewijzen? Voor dit aspect levert de “Axenroos”, ontwikkeld door Nand Cuvelier, het grondstramien. Kinderen worden hier via allerlei activiteiten en spellen in een waaier van relatiewijzen geïntroduceerd. Het gebruik van dierensymbolen maakt een complexe wereld van interacties toegankelijker voor kinderen. In de sessie beschrijven we niet alleen hoe we in de praktijk met de materialen aan het werk kunnen, maar zoemen we vooral in op de betekenis van sociale competentie. Ter ondersteuning putten we uit klasobservaties verzameld bij de try-out van de nieuwe set.
2 Van moeilijke kinderen en leerkrachten, naar kinderen en leerkrachten die het moeilijk hebben LO
Begeleiden van leerlingen met sociaal-emotionele problemen Trees Vanhoutte In elke klas zitten leerlingen die het moeilijk hebben omdat ze niet goed in hun vel zitten … Ze hebben het sociaal-emotioneel niet gemakkelijk. In het kader van de zorgverbreding zijn het zeker dié leerlingen die ons als leerkracht bijzonder raken! Ze vallen op omdat ze in onze ogen vaak ‘moeilijk zijn’, agressief reageren, zich bizar gedragen of zich stilletjes terugtrekken. Als we proberen door te dringen naar het waarom van dit gedrag komen we vaak bij negatief geladen belevingen. Pas als we doordringen tot dié kern van het probleem kunnen we leerlingen ondersteuning bieden waar ze die het meest nodig hebben. Aan de hand van concrete gevalstudies en praktijkverhalen staan we stil bij: het observeren en het interpreteren van gedrag van leerlingen, én het plannen, realiseren, evalueren en bijsturen van interventies. Op die manier krijgt men als leerkracht meer grond onder de voeten om op een positieve manier om te gaan met leerlingen ‘die het moeilijk hebben’.
9
3
Begeleiden van kleuters met sociaal-emotionele problemen Claudine Derycke, Lieve Raeymaekers en Lucia Dandois KO
Kinderen met sociaal-emotionele problemen vragen om tussenkomsten die aansluiten op de krachten die in hen aanwezig zijn. Richtsnoer daarbij is het herstel van welbevinden en betrokken activiteit op de terreinen waarin die is stilgevallen. In deze workshop beschrijft een kleuterleidster vanuit haar praktijk situaties waarbinnen kinderen gedragingen vertoonden die wijzen op sociaal-emotionele problemen. Deze concrete situaties worden samen besproken waarbij geïllustreerd wordt hoe men bij kinderen die het moeilijk hebben stap voor stap kan doordringen tot de kern van hun probleem.
4 Omgaan met verlies en verdriet op school BaO
Leerkrachten gevoelig maken voor emoties en relaties op school Patrik Somers Voor de eerste keer naar school gaan betekent voor veel kinderen een eerste drastische confrontatie met ‘loslaten’ en afscheid nemen van een bekende en vertrouwde wereld. Ook op vele andere momenten ervaren kinderen verdriet, pijn en angst als ze een verlies te verwerken krijgen: verdriet bij de dood van een dier of iemand uit de onmiddellijke omgeving, pijn en angst bij een scheiding, … Volgens de Griekse staatsman Pericles wordt de beschaving van een volk bepaald door de wijze waarop ze met haar doden omgaat. Misschien wordt ook de kwaliteit van (zorgbreed) onderwijs mee bepaald door de wijze waarop we in de ervaringsstroom omgaan met leven en dood op school… De hamvraag wordt dan: hoe maken wij het met verlies en verdriet op school? Vanuit het videoverhaal Sterrenkind worden de deelnemers uitgenodigd om stil te staan bij eigen verlieservaringen en krijgen inzicht in de rouwopgaven en het rouwverloop bij volwassenen en kinderen. We stellen concrete lesimpulsen en haalbare projecten voor. Met dit aanbod willen we leerkrachten helpen en stimuleren om gevoelig te zijn voor de beleving en de kwaliteit van aanwezigheid. Let op! Van deze workshop ga je niet dood. Integendeel, het komt je leven ten goede…
5 Sociale vaardigheden gesteund op de concepten Axenroos en bejegeningsmethode LO
10
Hilde Josephy Kinderen spelen, babbelen, vechten, ze zoeken contact, ze trekken zich terug, ze werken samen... De Axenroos, ontworpen door N. Cuvelier, biedt een kader aan om de grote verscheidenheid van sociale interacties van mensen te structureren en maakt u vertrouwd met de diepere achtergronden van de eindtermen sociale vaardigheden. Dit werkinstrument wordt reeds in vele scholen gebruikt bij het ondersteunen en verfijnen van relationele vaardigheden en inzichten. In een eerste deel geven we uitleg over de structuur van de Axenroos en de toepassingsmogelijkheden ervan in klasverband. Aan de hand van getuigenissen laten we zien hoe leerkrachten de Axenroos gebruiken in hun eigen klas en welk het effect ervan is op het gedrag van kinderen. In een tweede deel willen we aantonen hoe de Axenroos en de bejegeningsmethode (een ander concept van N. Cuvelier) ertoe kunnen bijdragen om meer inzicht te verwerven in het relationeel gedrag van een kind dat laag scoort op het vlak van welbevinden. Praktijkvoorbeelden illustreren hoe beide instrumenten kunnen aangewend worden bij het zoeken naar geschikte interventies voor relationeel probleemgedrag.
6 Ontwikkelen van sociale vaardigheden via dans en beweging KO
Deze workshop geeft je nieuwe dansideeën en plaatst de dingen rond dans die je al deed binnen het kader van sociale vaardigheden. Goele Van Dijck Als kleuterleidster raakte Goele Van Dijck via de kleuterklaspraktijk geïnteresseerd in dans. Ze merkte dat, als ze met haar klas in de zaal ging dansen, sommige kleuters helemaal openbloeiden terwijl die in de klas weinig of geen initiatief namen. Andere kleuters die in de klas soms verbaal heel agressief uit de hoek kwamen kregen met dit gedrag in de grote zaal weinig bijval en liepen er wat verloren bij… Deze eerste danservaring met kleuters maakte haar nieuwsgierig naar de rol die dans kan hebben bij de ontwikkeling van sociale vaardigheden. In deze workshop gaan we zelf dansen zodat we het dansplezier aan de lijve kunnen ervaren. Aan de hand van deze concrete opdrachten (die je onmiddellijk kan toepassen in je kleuterklaspraktijk) wordt het duidelijk hoe dans kan bijdragen tot het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Tussendoor krijg je tips voor aanpak, materiaalkeuze,…en wordt er regelmatig verwezen naar het kindvolgsysteem.
7 Een boekenkist vol gevoelens BaO
Werken met gevoelsgeladen kinderliteratuur Luk Depondt Kinderliteratuur biedt veel mogelijkheden om kinderen te helpen stilstaan bij gevoelens of emotioneel geladen situaties. • Wat is het belang van dergelijke ‘gevoelsgeladen’ literatuur voor kinderen? • Op welke manieren kan men dergelijke boeken, verhalen en gedichten aanbieden en voorlezen? • Mag men ze alleen aanbieden als kinderen een probleem hebben? • Of helpen ze kinderen ook om zich beter voor te bereiden op moeilijke situaties? • Welke zijn mogelijke activiteiten vóór en na het (voor)lezen? • Wat is de rol van de illustraties? Op deze en nog meer vragen geeft deze workshop een antwoord. Verder komt o.m. nog het volgende aan bod: • verschillende soorten en genres gevoelsgeladen kinderliteratuur (realistische verhalen, dierenverhalen, sprookjes, poëzie, enz.); • goede en minder goede voorbeelden van hoe gevoelens in verhalen en poëzie gepresenteerd worden. Werkvorm Luk Depondt leest fragmenten voor uit eigen werk en dat van andere auteurs voor kinderen tussen 2,5 en 12 jaar. Illustraties worden geprojecteerd. Bij elk fragment wordt - o.m. aan de hand van praktijkervaringen - duiding gegeven i.v.m. het waarom en het hoe. De sessie eindigt met het aanbieden van een praktijkmodel met concrete tips (geschikte literatuur – doemogelijkheden).
11
Innovaties met het hele team 8 School in actie. BaO
Systematisch werken aan verandering in de klas, in het team en in de school Bert Vermeersch Tot de meest recente ontwikkelingen binnen het project ErvaringsGericht Onderwijs hoort het Draaiboek Kwaliteitszorg Basisonderwijs. Het laat basisschoolteams toe om op een doeltreffende wijze de kwaliteit van het geboden onderwijs te analyseren en te verhogen. De procesgerichte benadering reduceert immers de tijd die nodig is voor het in kaart brengen van de situatie en maakt een snelle overstap naar ontwerp en uitvoering van initiatieven mogelijk. We werken op drie niveaus gewerkt: (1) het kind en de aanpak in de klas, (2) het team en (3) de relaties met derden (ouders, begeleidingsdiensten, …). Het vertrekpunt vormt de meting van welbevinden en betrokkenheid op het klasniveau én op het niveau van het team. In de globale analyse van deze gegevens neemt men in overweging: de accommodatie, de sfeer in de klas, de inhoud en de aanpak (op klasniveau) en de werkplaatscondities, collegialiteit, communicatie, organisatie, doelgerichtheid … (op teamniveau). Het Draaiboek beschrijft een traject dat uitmondt in het bepalen van prioriteiten, het ontwerpen van actieplannen op klas- en teamniveau, het nemen van initiatieven en het reflecteren hierop. Het vormt op deze manier de spil van een school(werk)plan dat tot zijn doel leidt: effectiever onderwijs.
9 Leiding geven in een ErvaringsGerichte school BaO
Praktische informatie voor schoolleiders, opleiders en leerkrachten waar zij de volgende dag al gebruik van kunnen maken Paul Bouw Basisschool Uilenspiegel was 10 jaar geleden de eerste school in Nederland die volledig ging werken overeenkomstig de ideeën en uitgangspunten van het ErvaringsGericht Onderwijs. Tijdens deze workshop krijgt u een indruk hoe de Uilenspiegel het ervaringsgericht werken in de praktijk vorm krijgt en welke rol de schoolleiding daarbij heeft. Binnen de school zijn de drie aspecten: visie, planning en leren van belang gebleken voor het succesvol verloop van het ontwikkelingsproces. Tijdens de workshop gaan we heel praktisch in op deze drie aspecten en op eventuele vragen hieromtrent. • Binnen de kaders van de wet op het basisonderwijs heeft basisschool Uilenspiegel haar visie omtrent het ErvaringsGericht Onderwijs duidelijk geformuleerd. Deze visie is het uitgangspunt voor het handelen en inrichten van de organisatie. Tijdens de workshop gaan we in op wat dat voor schoolorganisatie betekent. • Ook een goede planning binnen een organisatie is van belang. Heel praktisch gaan we in op de wijze waarop ervaringsgericht werken vorm krijgt. • Leerkrachten in een zich ontwikkelende school zijn zich ervan bewust dat zij zelf ook in ontwikkeling zijn. De groeiende vaardigheden en inzichten leveren nieuwe initiatieven op en dit stimuleert de voortgang van het proces. U maakt kennis met de wijze waarop vormgegeven wordt aan het vergroten van de leerkrachtcompetenties.
12
10 Verbondenheid : een positief klas- en schoolklimaat als fundament voor waardenopvoeding van binnenuit BaO
Verduidelijken hoe er binnen de school aan Verbondenheid kan worden gewerkt De deelnemers enthousiast maken om op klas- en / of schoolniveau te werken aan Verbondenheid Gie Deboutte en Anouk Depuydt Individueel en als team willen we kinderen aanspreken in hun belevings- of ervaringswereld. Via een rijk en open school- en klasklimaat nodigen we hen uit tot meer verbondenheid met zichzelf, anderen, hun materiële omgeving, de groep en de samenleving, het levensgeheel. Wanneer we hierin – ook als school – slagen dan stellen we vast dat kinderen niet alleen een breder en dieper in het leven gaan staan; we zien ook dat ze dan van binnenuit kunnen komen tot een fundamenteel respectvolle houding. Waarom dit zo is en hoe dit gebeurt, willen we in deze workshop belichten.
Luisteren naar kinderen 11 De leerling als steunbron voor zijn leraar BaO
Leraren die het perspectief van hun leerlingen nemen Prof. Dr. L. M. Stevens – Universiteit Utrecht Leerlingen blijken competente medespelers van hun leraar, kritisch en inventief. Leerlingen denken mee. De verhoudingen in de school maken het echter niet vanzelfsprekend dat leraren hiervan ook gebruik maken. Hiermee ontgaat hen de belangrijkste bron van informatie en hulp voor het onderwijs in hun groep. Hoe ontwikkelen deze beiden, leraar en leerling, een full partnership? De ontwikkeling van beider autonomie vormt hierbij de belangrijkste(?) bemiddelaar.
12 Inspraak en participatie in het E.G.O. BaO
Jan Laurijssen Ervaringsgerichte basishouding, fundamenteel respect, emancipatie…: naar grondslag en doel hebben E.G.O. en kinderrechten hetzelfde streven. De grondslag van het E.G.O. ligt in de ervaringsgerichte houding van de leerkracht. Hij of zij neemt de ervaringen van het kind als referentiepunt. Ervaring wordt dan niet beschouwd als vergaarde kennis en vaardigheden, maar als wat zich in iemand afspeelt als hij met iets of iemand in contact is. Het onderwijs laten aansluiten bij wat zich in een kind afspeelt, bij zijn ontwikkeling, zijn behoeften: dat vormt de kern van het recht van elk kind, in en door onderwijs. Een kind is een zingever, een betekenisverlener. Elk kind gaat op zoek naar prikkels, naar gevoelens, naar woorden en hun betekenis. Elk kind ervaart. Het is aan opvoeders om aan te sluiten bij deze ervaringstroom en daaraan tegemoet te komen op een wijze die verenigbaar is met de zich ontwikkelende vermogens van het kind.
13
13 Kinderinspraak en –participatie bij speelplaatsinrichting LO
Het belang van inspraak en participatie bij beslissingen die kinderen direct aanbelangen, m.n. de inrichting van ‘hun’ speelplaats, laten aanvoelen en bespreken Peter Dekeyser Weinig speelplaatsen zijn echt afgestemd op de gebruiksnoden van kinderen. Want vaak zijn ze niet meer dan een betegelde vlakte en komen ze daarmee onvoldoende tegemoet aan de reële speelnoden van kinderen. In vele scholen wil men daar iets aan doen en zet men een project op voor een betere, een meer kindvriendelijke schoolspeelplaats. Voor er echter kan worden ontworpen moet het ‘programma’ gekend zijn. Zo moet de ontwerper o.a. een zicht hebben op de noden en de behoeften, op de concrete wensen van de gebruikers. Uiteraard zijn er de noden en de verzuchtingen van leerkrachten en ouders, maar minstens zo belangrijk zijn de speelnoden van de kinderen zelf. Zij zijn immers de belangrijkste gebruikersgroep. Veel betrokken volwassenen slagen er evenwel vrij goed in om zich in te leven in de ‘eigenheid’ van “hun” kinderen. En toch heeft het steeds iets gebrekkigs, omdat er een bepaalde know-how ontbreekt. Op vragen als “Wat vinden kinderen van de huidige speelplaats?” en “Welke spelvormen verkiezen kinderen zelf?” kunnen alleen kinderen een correct antwoord geven. Daarom is voor aanleg van schoolplaatsen kinderinspraak evident en noodzakelijk. Peter Dekeyser vertrekt in deze workshop van zijn ervaring rond speelplaatsinrichting in verscheidene scholen. Hij gaat onder meer in op de voordelen van deze ‘inspraakgerichte’ strategie, de moeilijkheden onderweg, de beleving van kinderen en leerkrachten,…
14 Kinderrechten en onderwijs BaO
Ankie Vandekerckhove, kinderrechtencommissaris Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) is van aanzienlijke betekenis voor het onderwijs. De rechten van kinderen inzake onderwijs worden wel eens onderverdeeld in drie groepen: recht op onderwijs, rechten in het onderwijs en rechten door het onderwijs. In deze bijdrage gaan we na hoe het gesteld is met de rechten van kinderen in, op en door onderwijs. Kinderrechtencommissaris Ankie Vandekerckhove gaat in op de impact van het IVRK op onderwijs vanuit de ervaringen met praktijk en beleid op het kinderrechtencommissariaat.
15 Filosoferen met kinderen BaO
14
Richard Anthone Interesseert filosoferen kinderen wel? En als dat het geval is, waarom zou men dat soort denken dan moeten stimuleren? Wat is dat trouwens “filosoferen”? Voor de medewerkers van Zeno, Centrum voor praktische filosofie, is filosoferen in de eerste plaats een activiteit die in groep plaats vindt. Filosofie wordt niet gezien als een vak dat illustere wijsgeren bestuderen. Filosoferen is veeleer een methode om bepaalde thema’s en vragen te bespreken die in verschillende vakken kunnen voorkomen. Richard Anthone gaat ervaringsgericht aan de slag met een groep volwassenen om te tonen wat filosoferen is en hoe en waarom we op deze wijze met kinderen werken. Deze workshop duurt twee uren.
Kijken hoe het met de kinderen gaat 16 Werken met een procesgericht kindvolgsysteem voor lagere school LO
Sabine Biebauw Zich vertrouwd maken met het “procesgericht kindvolgsysteem” begint met het leren inschatten van welbevinden en betrokkenheid via de klasscreening. Die brengt op een directe manier aan het licht hoe het met elk van de kinderen gaat, of ze in de klas gedijen en van het aanbod profiteren. Het kindvolgsysteem helpt ons om te komen tot actie: het bedenken van haalbare interventies. Aan de hand van het kindvolgsysteem leren we observeren, analyseren, interveniëren en evalueren.
17 Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters (herwerkte editie) KO
Griet De Bruyckere Werk maken van zorgverbreding veronderstelt dat men er tijdig weet achter te komen welke kinderen uit de boot (dreigen te) vallen. Het procesgericht kindvolgsysteem begint met het inschatten van welbevinden, betrokkenheid en competenties via de klasscreening. Die brengt op directe manier aan het licht hoe het elk van de kinderen gaat, of ze in de klas gedijen en van het aanbod profiteren. Men leert daarbij gebruik maken van de vele indrukken die men omtrent de kinderen heeft opgedaan. Na een grondige analyse wordt de brug gemaakt naar het bedenken van haalbare interventies. In deze sessie wordt aan de hand van een concrete gevalstudie geïllustreerd en geoefend hoe men de kinderen die het moeilijk hebben, stap voor stap kan opvolgen met het kindvolgsysteem. We doorlopen de hele cyclus van screening tot interventies aan de hand van de verschillende formulieren en dat met videobeelden.
18 Meer meten, beter onderwijs? BaO
De geëigende plaats van proces- en productgerichte metingen in het onderwijs. Prof. Dr. F. Laevers, Katholieke Universiteit Leuven “Weighing the pig doesn’t make him any fatter”, is een uitdrukking die in het onderwijs ook goed op zijn plaats is: het is niet het veelvuldig testen dat een kind wijzer maakt. Toch kunnen we met z’n allen de evolutie van de jaren negentig omtrent de invoering van leerlingvolgsystemen als zinvol bestempelen: één of andere vorm van systematische opvolging van kinderen maakt evident deel uit van ‘goede onderwijspraktijk’. Dankzij de projecten zorgverbreding wordt daar in heel wat scholen werk van gemaakt. Het E.G.O. heeft zich in die beweging actief ingeschakeld, maar heeft van in het begin een procesgerichte invalshoek gekozen. Voor de detectie van risicokinderen is een screening van de procesindicatoren ‘welbevinden’ en ‘betrokkenheid’ sluitender dan een productgerichte aanpak waarbij men kinderen gaat testen. Dat belet niet dat ook op nog andere manieren zinvol kan gewerkt worden aan het ‘doelgerichter’ maken van het onderwijs. Hier is één en ander in beweging. De Vlaamse inspectie bekijkt nu hoe ze na aandacht voor ‘input’ en ‘proces’ nu ook de ‘output’ kan beoordelen bij het maken van schooldoorlichtingen. 15
Er is de ontwikkeling van leerlijnen als een middel om ontwikkelingsdoelen en eindtermen (in Vlaanderen) en kerndoelen (in Nederland) te concretiseren. In Nederland overweegt men ‘standaarden’ en daaraan verbonden toetsen aan scholen ter beschikking te stellen om hun rendement aan het einde van de basisschool in kaart te brengen. Sommigen gaan daar nog verder en dromen van ‘entree-toetsen’ bij vierjarigen (het begin van de basisschool) om op termijn een beter zicht te krijgen op de output van onderwijs. We zijn daarmee niet ver meer af van de ‘Engelse ziekte’, waar een soort van ‘blaming and shaming’ politiek heerst met jaarlijkse publicatie in kranten van hoe goed of slecht elke school het op de landelijke toetsen heeft gedaan. Hoe kijken we vanuit het ervaringsgericht onderwijs naar deze ontwikkeling? Het antwoord wordt in de lezing uitgewerkt en is genuanceerd. Want doelgericht moet het onderwijs wel zijn. Het gaat erom wat dan de doelen zijn en hoe je de school als organisatie daarin kan helpen. Het gaat er ook om te zien hoe dat kan sporen met de legitieme vraag van beleid en gemeenschap, om op één of andere manier een zicht te krijgen op de mate waarin het onderwijs erin slaagt mee te ontwikkelen. Niet alleen op het niveau van de methodes en inhouden, maar ook op dat van het resultaat. Een kluwen dus dat we graag ontrafelen. Deze sessie wordt enkel aangeboden op zaterdag.
Doelgericht werken met E.G.O. 19 Effectieve instructie (op zoek naar de zone van de naaste ontwikkeling) LO
Concreet inzicht in ‘de zone van de naaste ontwikkeling’ en een nieuwe mogelijkheid tot effectiever instrueren Marcel van Herpen Middels een informatieoverdracht, een demonstratie en een spelvorm wordt ‘de effectieve instructie’ behandeld. Effectiviteit vertaald in termen van het E.G.O. en gelinkt aan ‘de zone van de naaste ontwikkeling’. Om snel en efficiënt op zoek te gaan naar dat (individuele) ‘niveau’ zijn bijzondere inzichten vereist. Zowel vanuit het E.G.O. als bijvoorbeeld vanuit Feuerstein zijn daar boeiende antwoorden op. In deze workshop zal betrokkenheid weer het criterium zijn en aan den lijve ervaren kunnen worden.
20 Doelgericht én ervaringsgericht werken in de kleuterklas KO
16
Laten aanvoelen dat het doelgericht werken in het E.G.O. betekent: groei en ontwikkeling van kinderen stimuleren. Hierbij de ontwikkelingsdoelen en leerplandoelen situeren als middel om hieraan te werken Anita Coenen Door de verspreiding van de ontwikkelingsdoelen – geconcretiseerd in de leerplandoelen - is er in schoolteams en bij leidsters/leiders een proces van reflectie op gang gebracht rond hun manier van werken. Ze vragen zich af: ben ik goed bezig? Wat is doelgericht werken? Wat wil ik bereiken naar de kinderen toe? Welke ruimte is er om mijn eigen weg te gaan? Ook leerkrachten die ervaringsgericht werken ervaren dit spanningsveld tussen ‘doel’ centraal stellen en ‘kinderen’ centraal stellen. Hun bekommernis is: mag ik welbevinden en betrokkenheid van kinderen als criteria voor goed onderwijs blijven aanhouden? We verkennen vragen en knelpunten en bieden kapstokken aan om greep te krijgen op de problematiek. Door praktijkvoorbeelden kunnen we de concrete werking in de klas ondersteunen.
Werkelijkheidsnabij onderwijs 2 1 Projectwerk: thematisch en vakoverschrijdend werken LO
Erik Bakkers In deze workshop leggen we de nadruk op enerzijds de werkvorm projectwerk en anderzijds het vakoverschrijdend werken. Aan de hand van dia’s illustreren we hoe we – samen met en door de kinderen – stap voor stap projectwerk kunnen opbouwen. De aandacht gaat naar het stimuleren van het vakoverschrijdend werken en de rol die de leerkracht hierin speelt. Uitgangspunten zijn de volgende vragen: Wat kan en mag ik als leerkracht in mijn klas en met mijn kinderen? Welke impulsen kunnen een project verrijken? Hoe kaderen de vijf actieterreinen van zorgverbreding in projectwerk? Wat doen we met het nieuwe leerplan W.O. ? Hoe zit dat met die bestaansdimensies? In één samenhangend praktijkverhaal met achtergrondinformatie worden de deelnemers uitgedaagd om ook zelf initiatieven te ontplooien. Naar gelang de interesse en of tijd is er een vragenronde of een kort werkmoment voorzien.
22 Natuurlijk lezen…. natuurlijk!! KO
Een inzicht geven in onze werkwijze m.b.t. natuurlijk leren lezen en bovenal, prikkelen en enthousiast maken van collega’s en schoolbegeleiders Trudy Biemans en Wilma de Ruijter
LO 1
De wereld zit boordevol taal. Jonge kinderen stappen daar nieuwsgierig in rond. Vragen zich op een gegeven moment af wat toch die symbolen zijn. Gaan eigen tekens krabbelen en verzinnen daar hun verhaal bij. Ze gaan hun eigen letter herkennen of die van Mc Donalds. In onze groepen 1 en 2 (2e en 3e kleuterklassen) haken we hierop in. Er is een rijk ingerichte leesschrijfhoek waardoor kinderen uitgedaagd kunnen worden. De leerkracht observeert en stimuleert. Wanneer een kind zich goed voelt en betrokken bezig is, is er onherroepelijk sprake van ontwikkeling. En dan.. de overstap naar groep 3 (eerste leerjaar). De methodes met aanbod liggen overvloedig klaar. Het is prettig de lijn vanuit de kleutergroepen voort te zetten. Maar hoe? In deze workshop vertellen wij u hoe wij op basisschool de Uilenspiegel gestalte geven aan het natuurlijk leesproces van kinderen. Een vooral praktisch verhaal vol bruikbare tips waar u de volgende dag al mee aan de slag kan. En we hopen dat u met ons kunt genieten van de ontdekkingstocht die we telkens weer samen met kinderen mogen maken in de wereld van de geschreven taal.
17
2 3 Vaardig leren oplossen van realistische wiskundige toepassingsproblemen in de bovenbouw van de basisschool LO
Prof. L. Verschaffel, Katholieke Universiteit Leuven Vertrekpunt van deze lezing vormt een analyse van een aantal typische moeilijkheden waarmee leerlingen uit de bovenbouw van de basisschool te kampen hebben bij het oplossen van wiskundige toepassingsopgaven, en van een aantal tekorten in de vigerende (wiskunde)didactiek die mede verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor deze moeilijkheden bij leerlingen. De kern van de lezing bestaat uit de voorstelling van een lessenreeks die speciaal gericht is op de ontwikkeling van de beoogde kennis, vaardigheden en houdingen bij de leerlingen. Daarbij komen o.a. aan bod: de doelstellingen van het programma, de pijlers waarop de uitwerking ervan gebaseerd is, de organisatie en inhoud van de lessen, de algemene aandachtspunten voor de leerkracht, illustraties van opgaven, werkbladen, toetsmateriaal, e.d. . We sluiten de lezing af met een beknopte en eenvoudige rapportering van de opzet en de resultaten van een systematisch onderwijsonderzoek waarin de implementatie en het effect van deze lessenreeks op systematische wijze bestudeerd zijn.
Creativiteit en expressievermogen 24 Hoe creatief zijn mijn kleuters? Observeren en meten van creativiteit in het licht van een meer doelgerichte praktijk Rina Vandormael KO
Spontaan associeert men creativiteit met ‘fantasie’. We zien dan kinderen voor ons die in rollenspel zijn verdiept, ‘live’ of met miniatuurmateriaal een hele wereld weten op te bouwen, een verhaal vertellend waarop ze eindeloos verder borduren. In deze en andere situaties komt de essentie van creativiteit naar voren: de werkelijkheid of gegevenheid van de situatie wordt overstegen; er wordt iets nieuws voortgebracht. Creativiteit is gebouwd op verbeeldingskracht. In definities van creativiteit stoot men onvermijdelijk op het begrip ‘ideational fluency’. Letterlijk: de dispositie om op een vloeiende manier beelden of ideeën voort te kunnen brengen. Die ‘fluency’ maakt dat een creatief iemand gewoon niet bij één gegeven kàn blijven: een waarneming volstaat om de trein op gang te zetten; het ene beeld roept meteen een volgend op. Dat gebeurt vaak ‘aan’ de persoon. Toch speelt creativiteit zich niet in het luchtledige af: het is geen ‘freewheelen’, waarbij men maar lukraak zijn fantasie laat werken. Wie een beroep doet op zijn of haar creativiteit, wil ergens naartoe, wil iets voortbrengen dat aan bepaalde voorwaarden voldoet en zal blijven zoeken tot het gewenste is bereikt. Deze definitie van creativiteit vormt de basis voor het ontwikkelen van een observatie-instrument en een test waarmee we de creativiteit als dispositie of competentie bij kleuters willen inschatten. In de workshop beschrijven we welke inzichten dat oplevert, niet alleen voor het ‘meten’ van creativiteit, maar ook voor het bevorderen ervan.
18
25 ‘Kunst in Zicht’ - Projecten muzische vorming in de klas BaO
Prikkelen tot zelf muzisch werken in de klas Leen Thielemans Met de klas naar het theater gaan is nog iets anders dan zelf theater spelen. De eindtermen drama hebben het over leren kijken, eigen expressie ontplooien, leren omgaan met gevoelens via woord, stem en taal. Theaterspel begint bij het zich inleven in een personage, bij het durven uit jezelf treden, bij het improviseren en fantaseren. Dansen lijkt gemakkelijker. Dat doen kinderen en jongeren voortdurend en overal. Ze zetten muziek op en bewegen er spontaan op. Maar binnen het onderwijs zijn ook hier een aantal doelen te realiseren. Hierover zeggen de eindtermen onder andere dat leerlingen leren genieten van lichaamstaal, beweging en dans. Een danser begint eveneens bij het zich inleven, bij het durven bewegen, bij het fantaseren. Kunst in Zicht werpt zich op als steunpunt kunsteducatie voor scholen. Muzische projecten worden op maat van de school en de betreffende leeftijdsgroep geconcipieerd. Professionele kunstdocenten begeleiden kinderen, jongeren, studenten lerarenopleiding en leerkrachten in de klas bij de integratie van de muzische attitude in het leerplan. De centrale doelstelling is dat de deelnemers zelf tot een muzischer attitude komen. Actieve deelname tijdens de workshops staat daarbij voorop. Een korte workshop wil op de studiedag de deelnemers laten proeven van een muzisch moment om van daaruit deelgenoot te worden in de gehanteerde muzische methode die Kunst in Zicht in scholen aanbrengt. Een kleine tentoonstelling van uitleenbare kunstkoffers begeleidt de workshop. Kunst in Zicht is een samenwerkingsverband tussen de Warande Turnhout en het Provinciaal Vormingscentrum Malle, financieel gesteund door het Provinciebestuur van Antwerpen en de CANON Cultuurcel van het Departement Onderwijs.
26 Cultuur ontsluiten voor het onderwijs BaO
Erne Schelstraete Het opsporen en bekendmaken van ‘examples of good practice’, niet als éénduidige succesverhalen, maar als modellen voor de eigen praktijk, is één van de basisprincipes waarop het werk van Canon berust. Culturele vorming is immers niet het werk van één bevlogen leraar of kan niet beperkt blijven tot één vak: het is verweven in het hele leerproces. Canon vervult een brugfunctie: ze tracht het immense aanbod van de wereld van cultuur te ontsluiten voor onderwijs, maar ook de complexe onderwijswereld doorzichtiger en opener te maken voor de cultuursector. Beide bewegingen zijn nodig om actief en op basis van gelijkwaardigheid te kunnen samenwerken. Canon bestaat sedert 1995. Cultuur een volwaardige en actieve plaats geven in alle onderwijsniveaus is haar hoofddoel. Dit probeert ze te bereiken op twee manieren: door het ondersteunen, zowel financieel als inhoudelijk, van creatieve projecten die in de scholen zelf ontstaan. Dit gebeurt vooral via DynaMo?; door het opzetten van eigen Canon-projecten (Muzische Werkdagen voor onderwijzers, Canon Cultuurdagen, Verwendagen voor leerkrachten, ...) met als doel creatieve impulsen te geven aan wie met kunst en cultuur in onderwijs bezig is of wil zijn. Deze sessie wordt enkel aangeboden op vrijdag. 19
27 Muzikale impressies BaO
Muziek als krachtig medium om gevoelens écht te beleven, te verkennen en te verwoorden Dominique Temmerman We verkennen een tweetal niet voor de hand liggende muziekfragmenten aan de hand van verschillende expressievormen (beeldend, beweging, drama). Met fantasiebeelden die uit deze expressiemomenten voortvloeien, werken we in groepjes aan een impressiemoment met beelden op de muziek. Op het einde van de sessie tonen we de verschillende impressiemomenten aan elkaar en bespreken we die. Het doel is niet een kant-en-klare activiteit voor kinderen samenstellen, wel een werkvorm aanreiken waarmee we nadien zelf aan de slag kunnen gaan om te werken rond gevoelens en muziekbeleving met kinderen vanaf 4 jaar.
28 Dans- en bewegingsmomenten als tussendoortjes in de klas LO
Goele Van Dijck Spel, dans en beweging zijn voor kinderen voorwaarden om te kunnen ontwikkelen. Spijtig genoeg worden er nog maar weinig kinderen in hun leefomgeving echt gestimuleerd tot dit alles. Een gebrek aan voldoende beweging, de televisie of de computer houden de kinderen in de zetel of op de stoel. Er zijn genoeg factoren die ervoor zorgen dat er steeds minder wordt bewogen. Als volwassene is het eigenlijk onze verplichting om kinderen die kansen te bieden…ook in de klas. Voor vele kinderen is het lange stilzitten in de klas een hele opgave. Tijdens deze twee namiddagen maken we kennis met een aantal korte bewegingsmomenten die geschikt zijn om in ons klaslokaal uit te voeren. We kunnen deze spelvormen gebruiken tussen twee lessen of tijdens een “verloren moment”. Op deze manier wordt de lange spanningsboog tussen twee speeltijden even onderbroken en is het een dankbare verpozing voor de kinderen voor wie het lange stilzitten een hele opgave is. We zullen merken dat de 5 min. die we ervoor uittrekken onmiddellijk renderen: de volgende les zitten de leerlingen weer met een fris hoofd achter hun bank en kunnen ze weer met volle aandacht de les volgen. In deze workshop maken we op een actieve manier kennis met enkele eenvoudige werkvormen die bij de meeste klasinrichtingen werken.
E.G.O. in begeleidingswerk 29 Kwaliteitsgericht begeleidingswerk buiten de school. Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoer BaO
Filip Van Keer Ervaringsgericht werken is ruimer dan binnen de klas- en schoolcontext kinderen zo kwalitatief mogelijk begeleiden bij hun leer- en ontwikkelingsprocessen. Dezelfde uitgangspunten zijn transfereerbaar naar leefgroepen, voor-, na- en buitenschoolse opvang, jeugdwerkingen en (vakantie)speelpleinen. Ook hier kan de kwaliteit van het begeleidingswerk worden afgelezen van de mate waarin kinderen zich thuis voelen, zich gelukkig voelen, … (welbevinden) en de mate waarin kinderen worden opgeslorpt door het activiteitenaanbod en er zichtbaar plezier aan beleven (betrokkenheid).
20
Een bepalende factor hierin is de graad van initiatiefruimte die kinderen krijgen (vrij kindinitiatief). Werken we met vaste leeftijdsgroepen of leeftijdsdoorbrekend ? Moeten kinderen deelnemen aan op voorhand vastliggende activiteiten of is er een keuze-aanbod ? Hebben kinderen een eigen inbreng in de activiteiten ? Zetten we stappen naar een rijk spe(e)lmilieu ? Durven we zelf ook kritisch te kijken naar de eigen begeleidersstijl ? Hoe staan we zelf t.o.v. de kinderen en hoe staan de kinderen t.o.v. ons ? Laat het duidelijk zijn dat kwaliteitsgericht begeleidingswerk ook buiten de school een voortdurend bevragen, evalueren en bijsturen is van de eigen aanpak op basis van het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen.
E.G.O. en het buitengewoon onderwijs 30 Ervaringsgericht buitengewoon onderwijs? Buitengewoon ervaringsgericht onderwijs!! BaO
Ilse Aerden Ervaringsgericht onderwijs is een feit, maar hoe zit het met ‘ervaringsgericht buitengewoon onderwijs’? Zijn de principes van het ervaringsgericht onderwijs wel geldig in het buitengewoon onderwijs? En vooral, welke vorm krijgen ze daar? Dat betrokkenheid en welbevinden voor deze kinderen ook zin hebben, spreekt wel voor zich. Maar minder vanzelfsprekend lijkt op het eerste zicht de realisatie hiervan als we het bekijken vanuit ‘vrij initiatief’, kinderen ‘autonomie geven’, ‘fundamenteel leren’… Anderzijds is individualisering van het programma, afstemming op niveau, structuur en duidelijkheid bieden… in deze context reeds ten top gedreven. Deze workshop vertrekt van een diamontage (en enkele videobeelden) over het realiseren van de 10 actiepunten in enkele klassen van het buitengewoon onderwijs. Hierop aansluitend zal een panelgesprek plaatsvinden waarin ervaringen worden uitgewisseld en enkele ‘hete hangijzers’ ter discussie worden gesteld (eventueel a.d.h.v. stellingen).
En hoe gaat het met de leerkracht? 31 Leerkracht – Veerkracht BaO
Vera Delbeke De veerkracht van de leerkracht wordt door de veeleisendheid van de opdracht vaak op de proef gesteld. Er is na verloop van tijd slijtage op de positieve en dynamische energie die men had toen men begon met lesgeven. Hierbij spelen verschillende factoren een rol. In deze interactieve workshop starten wij met een korte zelfreflectie. De deelnemers onderzoeken welke factoren een rol gespeeld hebben of welke factoren een rol spelen in het aanhouden, het toenemen of verminderen van hun veerkracht. Met die elementen bouwen we het inhoudelijk gedeelte. We maken een onderscheid tussen factoren in onszelf en buiten onszelf; dit brengen we in schema. Er volgen een aantal vaststellingen, die de vormingswerker aangeeft. Het positieve integreren is een noodzaak. Hieruit kunnen we kracht putten om ons gelukkig te voelen in wat we doen en hebben we energie om de hindernissen aan te pakken. Doorheen deze uiteenzetting wordt het belang van zelfkennis heel duidelijk. We reiken een aantal houdingen aan die doeltreffend zijn voor dit groeiproces. We leggen de nadruk op het feit dat het hier gaat om een leerproces.
21
Toelichting bij de leeromgeving De leeromgeving is een interactieve ruimte waarin we impressies kunnen opdoen met de bedoeling inspiratie te vinden voor de eigen klaspraktijk. Het is een ‘beleef-wereld’, waar we van alles zullen meemaken. We kunnen er kunst beleven, meevoelen met muziek, discussiëren, ons laten verwennen, met taaldrukken bezig zijn, aan contractwerk doen, in materialen snuffelen, computerprogramma’s uittesten, ons inleven in situaties van kansarmoede, en nog veel meer.
In de leeromgeving vinden we : postersessies activiteitenruimtes met beleefmomenten of uittestmogelijkheden van nieuwe materialen discussieruimtes praktijkvoorbeelden en een materialententoonstelling videopresentaties met E.G.O. aan het werk informatiestands
Je bepaalt zelf het tempo waarmee je de leeromgeving doorloopt. Laat je eigen betrokkenheid je gids zijn! In het programma krijgt iedereen één uur om de leeromgeving te bezoeken. Tijdens de pauzes of na de laatste reeks sessies zal de leeromgeving ook toegankelijk blijven. 22
Volgende thema’s komen aanbod :
verbondenheid in de praktijk ontdekdozen
hoekenwerk
contractwerk
hoeken muzische vorming
projectwerk
leerproblemen kinderparticipatie
zorgverbreding
klasinrichting
organisatievormen
leren leren
leerkrachtstijl ouderwerking
sociale vaardigheden
Volgende personen of organisaties zullen o.a. meewerken : Vereniging ErvaringsGericht Onderwijs Nederland Steunpunt taal en migratie Steunpunt Intercultureel Onderwijs Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur Cacao Blue Danskant
Muhka Katelijne Vlassak (taaldrukken) Relatiestudio Canon …
23
Praktische informatie Plaats en tijd Locatie :
Stadsschouwburg Antwerpen en Plantijn-Hogeschool van de Provincie Antwerpen (zie beschrijving reisweg)
Datum:
Vrijdag 27 april 2001 of Zaterdag 28 april 2001 Het congres duurt één dag en je komt of vrijdag of zaterdag.
Inschrijvingsprijs 1.600 Bef. of 87 gulden 1.300 Bef. of 71 gulden (Studenten) Wanneer studenten als groep vanuit een hogeschool worden ingeschreven, kan één student op tien het congres gratis bijwonen. In deze prijs is inbegrepen: deelname aan het congres met toegang tot sessies en leeromgeving, de congresmap, 2X koffie, broodjesmaaltijd en receptie. Je kan ook een maaltijd gebruiken mits inschrijving.
Zo schrijf je in Je schrijft in door het bijgevoegd inschrijvingsformulier ingevuld terug te faxen, te emailen of op te sturen én het genoemde bedrag te storten op het vermelde rekeningnummer, beide voor 27 januari 2001. Enkel na storting van het inschrijvingsgeld is je inschrijving definitief. Je ontvangt een bevestiging. Wij vragen je om per formulier slechts één persoon in te schrijven. Wil je meer personen opgeven, dan kan je het inschrijvingsformulier kopiëren (of het op de website http://www.kuleuven.ac.be/cego halen) voordat je het invult.
Kies je sessies Op je inschrijvingsformulier teken je in voor twee voorkeursessies (lezingen/workshops) en geef je nog drie reservesessies op. We houden zoveel mogelijk rekening met ieders voorkeur. Indien dit niet mogelijk blijkt, zal rekening gehouden worden met de volgorde van inschrijving en betaling. Om te vermijden dat je vergeet voor welke sessie je hebt ingeschreven, raden we aan om je ingevuld inschrijvingsformulier voor jezelf te kopiëren.
Inschrijvingsadres Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs Vesaliusstraat 2 3000 Leuven TEL 016/32 57 90 FAX: 016/32 57 91
[email protected]
24
INSCHRIJVINGSFORMULIER “Hoe maken we het?” – 25 jaar Ervaringsgericht Onderwijs Per formulier slechts één persoon aanmelden
❏
IN BLOKLETTERS A.U.B.
Ondergetekende wenst deel te nemen aan het Congres “Hoe maken we het” op ❏ vrijdag 27 april 2001 ❏ zaterdag 28 april 2001
SCHOOL / INSTELLING: ADRES: POSTCODE EN PLAATS:
LAND:
TELEFOONNUMMER:
FAXNUMMER:
E-MAIL: DHR./MEVR.: NAAM: ❏ LEERKRACHT
VOORNAAM :
❏ DOCENT
❏ DIRECTIE
❏ ANDERE:
DATUM : HANDTEKENING
wil de volgende sessies volgen : Nr.
Titel
Twee
1.
voorkeursessies
2.
Drie
1.
reservesessies
2. 3.
De som van 1.600 BF /87 fl. of 1.300 BF/71 fl. (studenten) kunt u storten (voor België) op rekeningnr. 001-0994138-61 (voor Nederland) op rekeningnr. 49.89.08.860 (ABN-ARMO Bank te Breda) van C.E.G.O. v.z.w., Vesaliusstraat 2, 3000 Leuven met de vermelding “Congres + naam en/of aantal van de deelnemer(s)” Ondergetekende verklaart zich akkoord met de annuleringsregeling. Bij schriftelijke annulering tot vier weken voor de bijeenkomst worden deelnamekosten terugbetaald met inhouding van 300 BF, resp. 10 fl. . Bij annulering op kortere termijn wordt niet tot terugbetaling overgegaan.
Inschrijven kan uiterlijk t/m 27 januari 2001. Gelieve per inschrijving een apart inschrijvingsformulier te gebruiken. U kunt daarvoor dit formulier kopiëren.
✄
DIT DOCUMENT VOOR 27 JANUARI 2001 FAXEN NAAR: Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs FAX: 016/32 57 91
Verantwoordelijke uitgever: Maxime Trippas, p/a Vesaliusstraat 2, 3000 Leuven - Vrij van zegel, Art. 198 van het Wetboek - Illustratie: Peter Van Elderen - vormgeving: à la florentine
Stadsschouwburg
Hoe maken we het? 25 jaar ErvaringsGericht Onderwijs CONGRES V r i j d a g 2 7 o f z a t e rd a g 2 8 a p r i l 2 0 0 1 A n t w e rp e n
Voor meer inlichtingen en inschrijvingen: CEGO vzw, Vesaliusstraat 2, 3000 Leuven tel. 016 32 57 90 -
[email protected]
Het ‘ErvaringsGericht Onderwijs’ bestaat 25 jaar! 1976 – 2001 In 1976 reflecteerden twaalf kleuterleidsters, onder de leiding van Ferre Laevers en Luk Depondt, over hun praktijk. Ze bouwden aan een nieuwe kleuterschool. 25 jaar later geven duizenden leerkrachten, in Vlaanderen en elders, vorm aan kwaliteitsvol onderwijs vanuit een ervaringsgerichte basishouding en dit niet enkel in de kleuterschool. Het theoretisch kader inspireert tot vernieuwing in het kleuter-, lager en secundair onderwijs. Ze trachten welbevinden, betrokkenheid en verbondenheid te realiseren, omdat ze weten dat kinderen zich ontwikkelen als het hen goed gaat.
ErvaringsGericht Onderwijs Onder impuls van het ‘Onderzoekscentrum voor Kleuter- en Lager Onderwijs’ (O.C.K.L.O.) van de Katholieke Universiteit Leuven en het ‘Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs’ (C.E.G.O.), blijft het project ‘ErvaringsGericht Onderwijs’ (E.G.O.) groeien vanuit een vruchtbaar en op elkaar betrokken proces van onderzoek, ontwikkeling en verspreiding. Van een innovatieproject op kleine schaal is het uitgegroeid tot een internationale beweging die uitdeint van Engeland over Nieuw-Zeeland tot in Nicaragua.
Kritisch blijven 25 jaar E.G.O. moet gevierd worden. Het betekent voor ons dankbaar en kritisch terugblikken op de afgelegde weg. Maar ook open naar de toekomst kijken. En we doen dit vanuit de procesgerichte visie die ons eigen is: ‘Hoe maken we het?’ ‘Hoe maken we het?’ verwijst enerzijds naar de belevingskant van ons project. Hoe gaat het er nu mee? Hoe voelen we ons? Maar tegelijkertijd verwijzen we met deze titel naar de maakbaarheid van de onderwijspraktijk. Hoe realiseren we E.G.O. in het veld?
Feest Daarom dit congres, waarop jullie van harte zijn uitgenodigd. Want jullie, die het kind en het onderwijs in het hart dragen, hebben we nodig. Om samen te bouwen aan een school waar jongeren, van kleuter tot adolescent, én onderwijsgevenden het goed maken.
We verwachten jullie! Maxime Trippas voorzitter
2
Routebeschrijving Stadsschouwburg Vanuit Nederland U neemt de autosnelweg Breda – Antwerpen E19; in Antwerpen komt u dan vanzelf op de Ring rond Antwerpen. U blijft de Ring volgen richting Gent. Voor de Kennedytunnel neemt u de afrit Antwerpen Centrum. Vervolgens rijdt u onder een brug, waar u het middelste rijvak aanhoudt. U bevindt zich nu op de Amerikalei. U blijft deze lei aanhouden. Voorbij het Justitiepaleis (groot gebouw op uw rechterkant) gaat de Amerikalei over in de Britselei. Op uw linkerkant passeert u de Nationale Bank (groot klassiek wit gebouw). Aan de volgende lichten moet u naar links (Stoopstraat). Nu rijdt u recht op de Stadsschouwburg. Rechts van de Schouwburg bevindt zich de ondergrondse parking. Deze parking is open tot 1 u. ‘s nachts. Vanuit Hasselt U neemt de autosnelweg Luik - Antwerpen E313. In Antwerpen neemt u de Ring richting Gent. U blijft de Ring volgen richting Gent. Voor de Kennedytunnel neemt u de afrit Antwerpen Centrum. Vervolgens rijdt u onder een brug, waar u het middelste rijvak aanhoudt. U bevindt zich nu op de Amerikalei. U blijft deze lei aanhouden. Voorbij het Justitiepaleis (groot gebouw op uw rechterkant) gaat de Amerikalei over in de Britselei. Op uw linkerkant passeert u de Nationale Bank (groot klassiek wit gebouw). Aan de volgende lichten moet u naar links (Stoopstraat). Nu rijdt u recht op de Stadsschouwburg. Rechts van de Schouwburg bevindt zich de ondergrondse parking. Deze parking is open tot 1 u. ‘s nachts. Vanuit Gent U neemt de autosnelweg Gent – Antwerpen E17. De eerste afrit na de Kennedytunnel volgt u richting Antwerpen Centrum. Vervolgens rijdt u onder een brug, waar u het midden rijvak aanhoudt. U bevindt zich nu op de Amerikalei. U blijft deze lei aanhouden. Voorbij het Justitiepaleis (groot gebouw op uw rechterkant) gaat de Amerikalei over in de Britselei. Op uw linkerkant passeert u de nationale Bank (groot klassiek wit gebouw). Aan de volgende lichten moet u naar links (Stoopstraat). Nu rijdt u recht op de Stadsschouwburg. Rechts van de Schouwburg bevindt zich de ondergrondse parking. Deze parking is open tot 1 u. ‘s nachts.
Vanuit Brussel U neemt de autosnelweg Brussel – Antwerpen E19. Voorbij de Craeybeckxtunnel neemt u de afrit Antwerpen Centrum (links houden in de tunnel). Na de tunnel rijdt u rechtdoor de stad in. U blijft altijd de weg volgen (door parkje, langs tramsporen, langs plein met fonteinen) tot u op de kruising komt met de Britselei (groot kruispunt en vóór de Nationale Bank). Hier neemt u rechts. Aan de volgende lichten gaat u linksaf (Stoopstraat). Nu rijdt u recht op de Stadsschouwburg. Rechts van de Schouwburg bevindt zich de ondergrondse parking. Deze parking is open tot 1 u. ’s nachts. Met de trein U verlaat Antwerpen Centraal langs de uitgang Keyserlei. U loopt de Keyserlei helemaal af tot aan de leien (kleine ring). Hier steekt u over en loopt rechtdoor de Leysstraat in. De Leysstraat loopt over in de Meir. U blijft deze volgen tot u links een pleintje met fontein (De Wapper) tegenkomt. Hier slaat u links af en loopt u het plein teneinde. Dan steekt u een kleine straat over. U wandelt nu links van een groot gebouw. Dit is de Stadsschouwburg . U blijft rechtdoor lopen tot op het Theaterplein; daar zal u de ingang vinden.
Plantijn-Hogeschool De Plantijn-Hogeschool bevindt zich rechts naast de Stadsschouwburg (als u van op het Theaterplein naar de Stadschouwburg kijkt) in de Meistraat. Ter plaatse zullen pijlen naar het Congres wijzen. 27