Dr. E. SUYS Dr. K. SMET Dr. E. BAUWMANS Dr. M. BONNY Dermatologie Handelskaai 1 G 8500 Kortrijk 056/25.26.50
ATOPISCH ECZEEM Wat is het? Eczeem is een huidziekte die wordt gekenmerkt door een ontstekingsreactie. Een combinatie van factoren speelt een rol bij het ontstaan hiervan. Deze factoren kunnen zowel van buiten af op de huid inwerken als van binnen uit de huid beïnvloeden. De verschijnselen van een ontsteking zijn roodheid, zwelling en warm aanvoelen van de huid. Daarnaast zijn andere typische kenmerken van eczeem: vochtblaasjes, vochtafscheiding (“natten”), schilfers en krabeffect. Aangezien eczeem altijd in meer of mindere mate jeukt, krabt de patiënt hieraan. Door het wrijven en krabben wordt het eczeem mede in stand gehouden. Een kenmerk van eczeem is verder dat vele van de hierbovengenoemde verschijnselen naast en na elkaar aanwezig kunnen zijn. Eczeem kan grofweg in twee stadia worden onderverdeeld: acuut en chronisch. Acuut eczeem kenmerkt zich door roodheid, zwelling, vochtblaasjes, natten en krabeffecten. Daarna drogen de blaasjes in tot korstjes, gaat de huid schilferen en neemt de roodheid af. Bij een chronisch eczeem neemt de roodheid af, de schilfering toe en is de huid wat dikker. De huidlijnen worden grover dan normaal. In de stugge en/of droge huid kunnen kloven ontstaan. Atopisch eczeem is een bijzondere vorm van eczeem. Er is een aangeboren probleem waardoor de huidbarriere verzwakt is (ontbreken van eiwitten die de opperste cellagen aan elkaar verbinden (=filaggrinen). Tevens is er van nature uit een verminderde aanmaak van hydraterende stoffen in de huid. In eerste instantie ontstaat er hierdoor dus een droge huid; dit kan ook reeds jeuk veroorzaken. Het is net door deze brozere huidbarriere dat men via de huid zich kan gaan sensibiliseren (allergisch worden) aan allerlei stoffen uit de leefomgeving. Deze aanleg is erfelijk en kan al snel na de geboorte tot uiting komen. De stoffen uit de omgeving worden allergenen genoemd, omdat ze een allergische reactie uitlokken. Zij kunnen worden onderverdeeld in inhalatie-allergenen (d.w.z. stoffen die worden ingeademd) en voedselallergenen. Het eczeem komt vaak tezamen met andere allergische ziekteverschijnselen zoals hooikoorts, tranende ogen en astma voor. Men kan vandaag dus een onderscheid maken tussen mensen die een atopisch eczeem hebben waarbij er enkel een huidbarriere problematiek is en anderzijds mensen waarbij de atopische eczeemproblematiek deel uitmaakt van een veel bredere atopische ziekte met ook luchtwegproblemen wegens ontstaan van allergieën. Vooral de eerste groep zal met intensieve lokale zorg beduidend verbeteren, maar na genezing blijft nazorg met hydrateren van de huid van het allergrootste belang. Net om de kans tot allergisatie te verminderen is een correcte spoedige en blijvende aanpak van de zieke huidfilm van groot belang, ook bij de tweede groep van patiënten.
Hoe ontstaat het? De precieze oorzaak van atopisch eczeem is onbekend. Verondersteld wordt dat het eczeem ontstaat door een samenspel van diverse factoren. Enerzijds is er de erfelijke aanleg, anderzijds zijn er talloze allergenen en niet allergene stoffen en invloeden uit de omgeving. Van de niet-allergene prikkels kunnen de volgende belangrijk zijn: Prikkels: warmte afkomstig van een warmtebron (zon etc.) of veroorzaakt door lichamelijke inspanning, afsluitende kledij (nylon) en dergelijke. Ook droge lucht (vorst) kan het eczeem bevorderen. Chemische prikkels: zeep en andere ontvettende middelen. De huid van de patiënt met atopisch eczeem is al droog; door frequent wassen met zeep wordt deze nog droger en neemt de jeuk toe. Wollen kledij: wol veroorzaakt bij atopisch eczeem extra jeuk, soms zelfs pijnprikkels. De algehele conditie van de patiënt met atopisch eczeem speelt een belangrijke rol. Vermindering van de weerstand, door lichamelijke invloeden (ziekten, vermoeidheid) of door psychische invloeden (emoties, stress) verlaagt de prikkeldrempel van de huid. Jeuk zal eerder gevoeld worden en het eczeem kan verergeren. Allergene stoffen, die bij het ontstaan en onderhouden van atopisch eczeem een rol kunnen spelen, zijn: inhalatie-allergenen, zoals huisstof (mijtenproducten), dierproducten (huidschilfers en speeksel) en voorts stuifmeel van bloeiende planten zoals: grassen en bomen, vooral berken. Voedselallergenen zijn: kippenei (vooral het eiwit), melk (vooral bij jonge kinderen), pinda’s, vis en schaaldieren. Voorts kan een allergie ontstaan voor de minder allergene plantaardige voedingsmiddelen zoals peulvruchten, noten, zaden, fruit, groentes en granen. Wat zijn de verschijnselen? Zowel de plaats waar atopisch eczeem op het lichaam voorkomt, als de verschijningsvorm zijn afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en het stadium waarin het eczeem verkeert, nl.: de acute of chronische fase. Atopisch eczeem ontstaat meestal in de eerste 6 levensmaanden, maar kan in principe op iedere leeftijd beginnen. Ongeveer 95% van de patiënten is jonger dan 20 jaar. Het eczeem kan gedurende een betrekkelijk korte tijd aanwezig zijn, maar ook chronisch blijven bestaan. Bij sommige patiënten verdwijnt het om vervolgens veel later weer terug te keren. Als atopisch eczeem bij een baby ontstaat, wordt het soms dauwworm genoemd. Dauwworm is een acute vorm van het eczeem dat zich voornamelijk bevindt in het gelaat (wangen en achter de oren), de behaarde hoofdhuid en de lichaamsplooien in de hals, nek, ellebogen en knieën. Het ontstaat vaak bij de overgang van borstvoeding naar flesvoeding of de introductie van vast voedsel als fruit en andere babyhapjes. Een rechtstreekse voedingsrelatie is echter steeds te bewijzen (zo nodig) alvorens diëten voor te stellen. Op de peuterleeftijd bevindt het atopisch eczeem zich vooral in de huidplooien bij de gewrichten zoals ellebogen, polsen en enkels. In het gelaat, de hals en de nek blijft het eczeem vaak bestaan. Acuut opvlammen van het eczeem blijft mogelijk. Hoe ouder de patiënt wordt, hoe meer het eczeem neigt naar de chronische vorm. Het eczeem toont dan minder roodheid, de huid wordt dikker en schilfert meer. Ook de niet-aangedane huid van een patiënt met atopisch eczeem is opvallend droog en schilferend en werkt het ontstaan van jeuk in de hand.
2
Op volwassen leeftijd kunnen nog twee vormen van eczeem voorkomen. De eerste hiervan is een type waarbij de patiënt voornamelijk op de ledematen, hevig jeukende pukkels krijgt, die hij voortdurend stuk krabt. De tweede is een vorm die in het hoofd-, hals- en nekgebied is gelokaliseerd. Bacteriën, huidschimmels en gisten spelen hierbij een rol. Behalve de genoemde kenmerken van atopisch eczeem zijn er nog enkele andere afwijkingen van de huid. De droge huid jeukt vooral bij transpireren en bij het dragen van wol. Bij gebruik van zeep nemen de klachten toe. De huid rond de ogen is donker van kleur en de huidplooien onder het ooglid zijn gezwollen en verdubbeld. De wenkbrauwen zijn aan de buitenzijde vaak uitgevallen. Er kan een kloofje tussen de onderzijde van de oorlellen en de hoofdhuid aanwezig zijn. Op de wangen en de bovenarmen komt een afwijking van de huid voor met een typisch ruw (schuurpapier-achtig) oppervlak. De huid van patiënten met atopisch eczeem is extra gevoelig voor infecties. Zo kunnen puistjes ontstaan en schimmelinfecties optreden. Ook wratten en waterwratten (mollusca) komen veel voor bij patiënten met atopisch eczeem. Op jonge leeftijd is er naast de meestal rode wangen, in het gebied rond de neus en de mond juist een opvallend bleke huidskleur.
Hoe wordt de diagnose gesteld? De diagnose wordt meestal klinisch gesteld na ondervraging en huidonderzoek. Bijkomend onderzoek naar de rol van allergenen is soms nodig. Alvorens tot dit onderzoek over te gaan, vindt eerst een gesprek plaats opdat zoveel mogelijk gegevens verzameld worden. Hierbij wordt gevraagd hoelang de aandoening bestaat, welke verschijnselen er bij optreden, met welke stoffen men in contact komt, wat de eetgewoonten zijn, of de aandoening in de familie voorkomt, etc. Het allergie-onderzoek kan op twee manieren plaatsvinden. De meest gebruikelijke en nauwkeurige methode is de huidtest. Bij de huidtest kan gekozen worden uit meerdere methoden (intracutane test, priktest). Indien de huidtest onmogelijk is, bv. doordat het eczeem te uitgebreid is of door medicijngebruik, kan een bloedonderzoek worden verricht. Hierbij worden de in het bloed aanwezige antistoffen tegen diverse allergenen opgespoord. Wat is de beste behandeling? De behandeling van atopische dermatitis kan grosso modo worden ingedeeld in twee fazen. Bij opstoot of actieve eczeemletsels is een medicamenteuze therapie aangewezen. Deze bestaat voornamelijk uit adequate lokale toepassing van corticosteroiden waarvan de sterkte afhankelijk is van de leeftijd van de patiënt en de lokalisatie van de letsels. Vanaf november 2002 is ook in België tacrolimus in crème beschikbaar. Het gaat over een eerste molecule behorende tot de groep van lokaal immunomodulerende middelen waarbij er zoals corticoïden een immuunverlagend effect optreedt. Dit lijkt een efficiënte en veilige aanpak voor atopisch eczeem en zal dan ook vooral een plaats vinden bij patiënten met uitgebreid eczeem of patiënten met snel herval van eczeem na eerdere therapie op de klassieke manier met lokale steroïden. Soms is er een pro-actieve therapie met lokale steroïden nodig op de moeilijke plaatsen om opstoten te voorkomen of te spreiden in de tijd. Dit gebeurt dan volgens een schema van 2x per week. Na de opstootbehandeling blijft het van groot belang de huid constant goed te hydrateren door het aanbrengen van vette zalven en/of hydraterende crèmes, dit uiteraard in combinatie de klassieke huidvriendelijke maatregelen zoals gebruik van vette zepen, badoliën en vermijden van irriterende prikkels.
3
Hoeveel crème dient er gesmeerd te worden? Tijdens opstoten is het van het grootste belang dat er voldoende hoeveelheid crème gesmeerd wordt. De te smeren hoeveelheid crème wordt aangeduid met een ‘fingertip unit (FTU)’. Dit is de hoeveelheid crème die uit een tube met een opening van 5 mm komt en gaat van groef van het laatste vingerkootje tot de top van de vinger. 2 fingertip units is ongeveer 1 gram.
Hoofd en hals 1 arm en hand 1 been en voet Romp voorzijde Romp achterzijde inclusief billen
3-6 maanden 1 FTU 1 1,5 1 1,5
1-2 jaar
3-5 jaar
6-10 jaar
1,5 1,5 2 2 3
1,5 2 3 3 3,5
2 2,5 4,5 3,5 5
volwassene 4 6 8 7 7
Bij milde ziekte kan een behandeling met een corticoid crème 2à3x/week volstaan: - 15g/maand voor kleine kinderen - 30g/maand voor kinderen - 60-90g/maand voor adolescenten en volwassenen Tijdens de onderhoudsfase dient voldoende hydraterende crème gesmeerd te worden en dit best 2/d. Dit komt neer op 150-200g/w bij kinderen, 500g bij volwassenen. Aangezien jeuk een belangrijke klacht uitmaakt van eczeempatiënten is het in de eerste plaats belangrijk de huid goed te behandelen zoals eerder vermeld. Bijkomende anti-jeukmiddelen systemisch kunnen eventueel zinvol zijn, maar gekende nevenwerkingen van deze medicaties zijn slaperigheid. Bij snel hervallen na elke opstootbehandeling kan, vooral bij volwassen mensen, bijkomend gedacht worden aan ultraviolet belichtingen waarbij heden meer en meer UVB (smal spectrum ultraviolet B licht) wordt gebruikt. Tot slot kunnen ernstige patiënten ook periodisch worden behandeld met cyclosporine, een immuunverlagend medicament dat reeds langere tijd gebruikt werd bij transplantatie patiënten. Nauwkeurige opvolging en blijvende aandacht voor de lokale therapie blijven zeer belangrijk en dit gedurende geheel het verloop van de behandeling. Zoals reeds vermeld is soms het blijvend gebruik van een lokaal corticoid crème 2x/week nodig.
4
Wat kan men zelf nog doen? Jeuk is een belangrijk verschijnsel bij atopisch eczeem. Wrijven en krabben doen de jeuk toenemen; krabben veroorzaakt pijn. Bij genezing van de stukgekrabde jeuk ontstaat weer jeuk. Deze vicieuze cirkel moet doorbroken worden. Er moet niet overdadig met zeep en vooral niet met bad- of doucheschuim gewassen worden. Daarentegen is het verstandig badolie aan het water toe te voegen of eventueel de huid na te behandelen met een vette crème, zalf of hydrofiele crème. Ontvettende chemicaliën als wasbenzine, aceton, terpentijn, petroleum etc. moeten strikt vermeden worden. Wollen kleding geeft snel jeuk; katoen wordt goed verdragen. Bij inspanning en transpiratie ontstaat ook snel jeuk. Afsluitende nylon kleding wordt daarom afgeraden. Tijdens en na het transpireren, vooral als het zweet opdroogt, ontstaat vaak hevige jeuk. Na inspanning, bv. bij sport, is direct en kortstondig douchen dus aan te bevelen. Te hoge temperatuur binnenshuis, of buitenshuis in de zon, veroorzaakt eveneens jeuk. Zonnebaden hoeft op zich niet nadelig te werken, als er maar afkoeling (wind) bij aanwezig is. Tegen de jeuk kunnen anti-jeukmiddelen worden ingenomen. Het stuk krabben van de huid vindt vooral ’s nachts plaats. Dit kan worden beperkt door de nagels goed kort te houden en eventueel verband-handschoenen te dragen. Jeuk ontstaat niet alleen in bovengenoemde omstandigheden, maar ook als gevolg van allergische reacties. Het is van groot belang dat men die allergenen, waarvoor men blijkens de test allergisch is geworden, zoveel mogelijk vermijdt. Desgewenst kunnen folders worden verstrekt met adviezen ten aanzien van bijvoorbeeld hooikoorts, het vermijden van stof en dierlijke allergenen. Bij een aangetoonde voedselallergie is het belangrijk deze voedingsmiddelen te vermijden. Wanneer iemand een huidziekte zoals atopisch eczeem heeft, zal men deze zoveel mogelijk verborgen willen houden. De gedachte een besmettelijke ziekte te hebben, komt snel op. Atopisch eczeem is behalve bij een infectie met bacteriën niet besmettelijk. Er bestaat geen bezwaar tegen zwemmen in openbare gelegenheden; de hoge chloorconcentratie van het zwemwater kan de huid echter wel nadelig beïnvloeden. Na het zwemmen doet men er goed aan te douchen en een basiscrème (vet) te smeren. Een vakantie aan zee doet soms wonderen. De combinatie van zon, zee en onbedekte huid (minder schuren en transpiratie) kan een gunstig effect hebben. Het is bekend dat stress-factoren het eczeem nadelig kunnen beïnvloeden. Ergernis en emotionele gebeurtenissen zijn belangrijke factoren, waardoor de jeuk en later het eczeem verergeren. Het is verstandig Uw arts hulp te vragen indien er psychische problemen zijn. In sommige gevallen is de hulp van een psycholoog aangewezen. Wat zijn de vooruitzichten? Als het eczeem na het tweede jaar nog niet over is, of als het opnieuw ontstaat, komt het vaak ook op andere plaatsen dan het gezicht voor: aan de binnenzijde van de ellebogen, in de knieholten, bij de polsen, op de wreven en in de nek. Op langere termijn (40-50ste levensjaar) is te verwachten dat de ernst van het eczeem zal afnemen. Laatste aanpassing: september 2012
----------------------------------------------------5