NOTULEN VAN DE ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 26.02.2015 Aanwezig: Werner Baudewijn, voorzitter van de gemeenteraad Karen De Colfmacker, burgemeester Jozef Van den Bulcke, Johan De Bleecker, Eric De Vriendt, Guido De Temmerman, schepenen Pascale Adriaens, voorzitter OCMW/schepen Marleen Vanwildemeersch, Luc Kellens, Bruno Tuybens, Hilde Eeckhout, Patrick Moreels, Emmy Herregodts, Mario Baert, Dries Goedertier, Francia Neirinck, Louis Ide (vanaf dagordepunt 2), Karen Pien, Gerda Van Den Bulcke, raadsleden Tineke Van Nieuwenhuyze, gemeentesecretaris. Dagorde Openbare zitting 01. Goedkeuring notulen vorige zitting Algemene financiering
02. Verkoop van de vroegere pastorij van Roborst – vaststelling verkavelingsakte, verkoopsvoorwaarden openbare verkoop en akte onderhandse verkoop
Algemeen bestuur
03. Principiële beslissing om beroep te doen op de Vlaamse Gemeenschap als opdrachtencentrale voor afname van de raamovereenkomst “ Aankoop diverse ICTProducten ten behoeve van de Vlaamse overheid en lokale/provinciale besturen” Bestek nr. e-IB-2013-086 (ICT contract 2015) 04. Aanpassing en hercoördinatie beheersovereenkomst gemeente-OCMW
Mobiliteit, wegen en infrastructuur
05. Wegenis- en rioleringswerken in de Zwalmlaan – aanneming eindafrekening en meerwerken
Vrije tijd en welzijn
06. Hervaststellen van de statuten en het organiek reglement gemeentelijke cultuurraad intrekken besluiten van 19.01.2010 en vaststelling van de gewijzigde statuten en het organiek reglement 07. Goedkeuring subsidiereglement cultuureducatie - vorming voor socio-culturele verenigingen
Wonen en duurzame leefomgeving
08. Aanpassing tussenkomst afkoppelingsstudie door de afkoppelingsmanager en tussenkomst afkoppelingswerken
Bijkomende dagorde
09. Voorstel elektrische oplaadpalen (voorstel namens de voorZwalm-fractie) 10. Voorstel burgemeesterconvenant (voorstel namens de voorZwalm-fractie) 11. Voorstel tot bijkomende, andere proefopstelling parkeerverbod Dikkele (voorstel namens de N-VA-fractie)
Dagorde 01
Goedkeuring notulen vorige zitting
BBC
Algemeen bestuur - secretariaat
Inleiding
Werner Baudewijn, voorzitter van de gemeenteraad
Voorwerp en motivering
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 29.01.2015 worden aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd.
Verwijzingen
Ontwerpnotulen van de zitting van de gemeenteraad van 29.01.2015
Regelgeving
Art. 33 van het gemeentedecreet
Tussenkomsten
Geen
Besluit
Enig artikel - De notulen van de gemeenteraad van 29.01.2015 worden goedgekeurd.
Dagorde 02
Verkoop van de vroegere pastorij van Roborst – vaststelling verkavelingsakte, verkoopsvoorwaarden openbare verkoop en akte onderhandse verkoop
BBC
Algemene financiering – patrimonium zonder maatschappelijk doel – AP 1
Ontwerpnotulen GR 20150226
Inleiding
Werner Baudewijn, voorzitter van de gemeenteraad, meldt dat artikel 6 van de ontwerpnotulen administratief wordt verbeterd als volgt: De burgemeester en de secretaris worden gemachtigd om de aktes vermeld dit besluit te ondertekenen namens de gemeente. Johan De Bleecker, schepen
Voorwerp en motivering
Met de gemeenteraadsbeslissing van 19.12.2013 werd de meerjarenbegroting 2014-2019 goedgekeurd en werd het college ook gemachtigd tot de verkoop en alle bijhorende handelingen inzake 4 gemeentelijke woningen/pastorijen. In de beleidsnota 2015 is opgenomen de voormalige pastorij van Roborst, Machelgemstraat 4 en kadastraal gekend afdeling 8 sectie B, nr. 143b, te koop aan te bieden. Aangezien de tuin van deze woning gelegen is in woongebied met landelijk karakter werd er een verkavelingsaanvraag ingediend voor het vormen van 2 loten voor half-open bebouwing. De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar heeft op 23.06.2014 de vergunning afgeleverd voor deze verkavelingsaanvraag. Op 12.11.2014 heeft landmeter Jan Francois, Gentse Steenweg 138 te Zottegem een definitief opmetingsplan opgemaakt waarbij het perceel 143b werd opgesplitst in verschillende loten: de loten 1 en 2 betreft de loten bouwgrond, het lot 3 is de bestaande pastorijwoning met deel tuin, het lot 4 en het lot 5 blijven in eigendom van de gemeente ter verwezenlijking van de rooilijn en het lot 6 is een strook grond die nu in gebruik is door Huize Roborst vzw. Bij collegebesluit van 25.11.2014 werd bvba Sobrie, De Smet & Willems, geassocieerde notarissen, Noordlaan 50 te 9630 Zwalm aangesteld voor de openbare verkoop van de loten 1,2 en 3. Door bvba Sobrie, De Smet en Willems werden de verkoopsvoorwaarden opgemaakt die bij de openbare verkoop zullen worden voorgelegd aan de hoogst biedende kopers voor de loten 1, 2 en 3. De instelwaarde wordt vastgesteld op basis van de waarde blijkende uit het schattingsverslag - koop 1 (lot 3 op het opmetingsplan): € 290.000 - koop 2 (lot 2 op het opmetingsplan): € 80.000 - koop 3 (lot 1 op het opmetingsplan): € 70.000 De openbare verkoop zal plaatsvinden op 8 mei 2015 om 16 u. in de gemeenteraadszaal Zuidlaan 36. De opbrengst van de verkoop kan worden aangewend voor herinvestering in het gemeentelijk patrimonium. Bij gemeenteraadsbesluit van 17.12.2014 heeft de gemeenteraad beslist om het lot 6, na het organiseren van een openbaar onderzoek, onderhands te verkopen aan Huize Roborst vzw, Aangezien er tijdens het openbaar onderzoek geen opmerkingen of bezwaren werden ontvangen, heeft het college in zitting van 10.02.2015 definitief beslist om dit lot onderhands te verkopen en de opdracht voor het opmaken van de notariële akte ook toevertrouwd aan bvba Sobrie, De Smet & Willems, geassocieerde notarissen, Noordlaan 50 te 9630 Zwalm. Door bvba Sobrie, De Smet & Willems werd ons de ontwerpakte voor de verkoop van lot 6 overgemaakt.
Verwijzingen
Gemeenteraadsbeslissing van 19.12.2013 betreffende meerjarenplan 2014-2019 – budget 2014- vaststelling; Verkavelingsvergunning afgeleverd op 23.06.2014; Opmetingsplan van 12.11.2014 opgemaakt door landmeter Jan Francois; Schattingsverslag van 01.09.2014 opgemaakt dor landmeter Jan Francois; Collegebesluit van 25.11.2014 tot aanstellen van notaris voor de openbare verkoop van de voormalige pastorijen van Roborst en Sint-Denijs-Boekel; Gemeenteraadsbesluit van 17.12.2014 tot principieel akkoord om een deel van het ste kadastraal perceel Zwalm, 8 afdeling (Roborst), sectie B, 143/b, zijnde een oppervlakte van 40m², zijnde het lot 6, onderhands te verkopen aan Huize Roborst vzw; Collegebesluit van 03.02.2015 tot aanstellen van notaris voor de onderhandse verkoop van ste een deel van het kadastraal perceel Zwalm, 8 afdeling (Roborst), sectie B, 143/b, zijnde een oppervlakte van 40m², zijnde het lot 6; Ontwerp van verkoopsvoorwaarden opgemaakt door bvba Sobrie, De Smet en Willems; Verkavelingsakte opgemaakt door bvba Sobrie, De Smet en Willems; ste Ontwerpakte voor de verkoop een deel van het kadastraal perceel Zwalm, 8 afdeling (Roborst), sectie B, 143/b, zijnde een oppervlakte van 40m², zijnde het lot 6, aan Huize Roborst vzw opgemaakt door Sobrie, De Smet en Willems
Regelgeving
Art. 42 & 43 van het gemeentedecreet
Tussenkomsten
Bruno Tuybens, raadslid (het Agentschap Onroerend Erfgoed gaf op 14.04.2014 ongunstig advies m.b.t. de aanvraag voor verkavelingsvergunning)
Ontwerpnotulen GR 20150226
Johan De Bleecker, schepen (advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed is niet bindend en werd weerlegd in motivering) Stemming
Stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen ja: Karen De Colfmacker, Jozef Van den Bulcke, Johan De Bleecker, Eric De Vriendt, Guido De Temmerman, Pascale Adriaens, Mario Baert, Werner Baudewijn, Luc Kellens, Karen Pien 1 stem neen: Hilde Eeckhout 8 onthoudingen: Dries Goedertier, Emmy Herregodts Patrick Moreels, Francia Neirinck, Bruno Tuybens, Marleen Vanwildemeersch, Gerda Van Den Bulcke, Louis Ide
Besluit
Art. 1 – De verkavelingsakte betreffende de voormalige pastorij van Roborst, Machelgemstraat 4 en kadastraal gekend afdeling 8 sectie B, nr 143/b, zoals opgemaakt door bvba Sobrie, De Smet en Willems, geassocieerde notarissen, wordt aangenomen. Art. 2 - De verkoopsvoorwaarden voor de openbare verkoop van de voormalige pastorij van Roborst, Machelgemstraat 4 en kadastraal gekend afdeling 8 sectie B, nr 143/b, zoals opgemaakt door bvba Sobrie, De Smet en Willems, geassocieerde notarissen, wordt aangenomen. Art. 3 – De instelprijs voor de openbare verkoop wordt als volgt vastgesteld: - koop 1: € 290.000 - koop 2: € 80.000 - koop 3: € 70.000 Art. 4 – De openbare verkoop zal doorgaan op 8 mei 2015 om 16u00 in de gemeenteraadszaal, Zuidlaan 36 te Zwalm. Art. 5 – De ontwerpakte voor de onderhandse verkoop van een deel van het kadastraal ste perceel Zwalm, 8 afdeling (Roborst), sectie B, 143/b, zijnde het lot 6, aan Huize Roborst vzw opgemaakt door bvba Sobrie, De Smet & Willems, wordt aangenomen. Art.6 – De burgemeester en de secretaris worden gemachtigd om de aktes vermeld dit besluit te ondertekenen namens de gemeente. Art. 7 – De opbrengst van de verkoop van de eigendom Machelgemstraat 4 zal worden aangewend voor herinvestering in het gemeentelijk patrimonium.
Dagorde 03
Principiële beslissing om beroep te doen op de Vlaamse Gemeenschap als opdrachtencentrale voor afname van de raamovereenkomst “Aankoop diverse ICT-Producten ten behoeve van de Vlaamse overheid en lokale/provinciale besturen” - Bestek nr. e-IB-2013-086 (ICT contract 2015)
Beleidsdomein
Algemeen bestuur – Overige algemene diensten – AP-12 en AP-25
Inleiding
Karen De Colfmacker, burgemeester
Voorwerp en motivering
De gemeente heeft geregeld behoefte aan aankoop/vernieuwing van ICT-materiaal zoals PC’s, laptops, printers en dergelijke. De Vlaamse Regering besliste op 14.12.2012 tot gunning via een beperkte offerteaanvraag van een overheidsopdracht waarvan het voorwerp bestaat uit “Aankoop diverse ICTProducten ten behoeve van de Vlaamse overheid en de lokale/provinciale besturen”. De Vlaamse Gemeenschap treedt daarbij op voor zichzelf maar ook als opdrachtencentrale voor o.a. de lokale besturen. De gemeente (of OCMW) kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de opdrachtencentrale gebruik maken waardoor zij krachtens artikel 15 van de wet van 15.06.2006 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren. Het is aangewezen dat de gemeente gebruik maakt van de opdrachtencentrale om volgende redenen:
Ontwerpnotulen GR 20150226
•
de in de opdrachtencentrale voorziene ICT-producten voldoen aan de behoefte van het bestuur;
•
het bestuur moet zelf geen gunningsprocedure voeren wat een besparing aan tijd en geld betekent;
•
de Vlaamse overheid beschikt over know-how of technische expertise inzake de aankoop van diverse ICT-Producten door aanbestedende overheden
•
de prijsvraag creëerde door haar schaalgrootte ongetwijfeld ook prijsvoordelen
Het raamcontract IT van de provincie Oost-Vlaanderen waarop we tot op heden op basis van gemeenteraadsbesluit van 06.11.2012 beroep deden, biedt momenteel ook minder mogelijkheden en is aflopend. De raamovereenkomst van de Vlaamse Overheid loopt voor een periode van vier jaar, zijnde van 1.02.2015 tot 31.01.2019. De Vlaamse Regering besliste op 21.02.2014 op basis van het gemotiveerd evaluatieverslag om de raamovereenkomst “Aankoop diverse ICT-producten ten behoeve van de Vlaamse overheid en de lokale/provinciale besturen” (bestek nr. e-IB-2013-0086), waarvan de duur dus 4 jaar is, te gunnen aan: RealDolmen NV met maatschappelijke zetel te 1654 Huizingen, A. Vaucampslaan 4. Verwijzingen
Gemeenteraadsbesluit van 6.11.2012 tot het gebruik maken van het raamcontract van de provincie Oost-Vlaanderen voor de aankoop van servers, computers, laptops, beeldschermen en printers De bestekvoorwaarden/basiscontract Vlaamse Overheid “Aankoop van diverse ICTprodukten” Procedureverloop, documentatie aangaande de opdracht : http://www.bestuurszaken.be/aankoop-van-diverse-ict-producten
Regelgeving
Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingenArt. 57 van het gemeentedecreet
Tussenkomsten
Geen
Stemming
Bij unanimiteit van stemmen van de aanwezige raadsleden over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Besluit
Art. 1 – De gemeente zal beroep doen op de opdrachtencentrale van de Vlaamse Gemeenschap voor aankoop van diverse ICT-Producten aangeboden via de raamovereenkomst “Aankoop van diverse ICT-Producten ten behoeve van de Vlaamse overheid en lokale/provinciale besturen” (Bestek nr. e-IB-2013-086). Art. 2 - Het college van burgemeester en schepenen wordt – in kader van dit raamcontract en in functie van behoefte - gemachtigd de nodige gunningen/afnames te doen van ICTmateriaal gedurende de looptijd van het contract en binnen de perken van de kredieten voorzien in het budget.
Dagorde 04
Aanpassing en hercoördinatie beheersovereenkomst gemeente-OCMW
Beleidsdomein
Algemeen bestuur – Overige algemene diensten – AP-18
Inleiding
Karen De Colfmacker, burgemeester
Voorwerp en motivering
Tussen gemeente en OCMW bestaat een beheersovereenkomst die laatst werd goedgekeurd op gemeenteraad van 02.07.2013. In het Vlaams en federaal regeerakkoord (2014) wordt voorzien in de inkanteling van het OCMW in de gemeente tegen 01.01.2019. Op 16.01.2015 keurde de Vlaamse Regering de conceptnota dienaangaande goed. Dit bestuur heeft in haar beleid van de samenwerking gemeente-OCMW, de gezamenlijke huisvesting en alsook de betere gebundelde dienstverlening één van haar speerpunten gemaakt en is hierin ook een voorloper. Het draagt ook bij aan een sterker lokaal bestuur wat tevens een toekomstgerichte keuze is. Ze komt ook de dienstverlening naar de burger sterk ten goede. De gemeente en het OCMW streven immers naar een geïntegreerde, toegankelijke en klantvriendelijke sociale dienstverlening. Gezien ook de geplande verhuis van de OCMW-diensten naar het gemeentehuis met ingang van 01.03.2015 alsook de wens om tot een beter en optimaler beheer van het onroerend patrimonium te komen en de wenselijkheid om een paar praktische afspraken hieromtrent te maken dient de beheersovereenkomst op een aantal punten best te worden aangepast : -afspraak dat (vol)stortingen van werkingstoelagen maar dienen te gebeuren voor het deel dat werkelijk benodigd is om te voldoen aan de evenwichtsvereisten in kader van de BBCregelgeving.
Ontwerpnotulen GR 20150226
- Sociale dienst: de gemeente en het OCMW werken samen aan een geïntegreerde, toegankelijke en klantvriendelijke sociale dienstverlening. Hiertoe kunnen gemeente en OCMW voor taken beroep doen op elkaars personeelsleden. Voor onder meer pensioenaanvragen, aanvragen hulp aan bejaarden, aanvragen inkomensgarantie voor ouderen, aanvragen inkomensvervangende tegemoetkoming voor andervaliden, aanvragen parkeerkaarten, aanvragen mantelzorgtoelage, … (niet limitatieve opsomming), zal de gemeente beroep doen op personeelsleden van het OCMW. - De huisvestingskosten en kosten van algemene ondersteunende dienstverlening (MAR 61x op beleidsvelden 0112-00 en 0119-00 ) van het OCMW kunnen door de gemeente worden gedragen vanaf 01.03.2015 . -Vanaf 01.03.2015 kunnen facility-kosten met betrekking tot gebouwen eigendom of in erfpacht van het OCMW ( MAR 61x op beleidsvelden 0050-00, 0119-00, 0900-00 ) door de gemeente ten laste worden genomen. Investeringen en opbrengsten met betrekking tot deze gebouwen blijven voor het OCMW. Verwijzingen
Besluit van de OCMW-raad van 19.06.2013 houdende de goedkeuring van de beheersovereenkomst tussen OCMW en gemeente Zwalm Gemeenteraadsbesluit van 02.07.2013 houdende aanneming beheersovereenkomst met het OCMW Collegebesluit dd 06.02.2015 houdende evaluatie van de samenwerkingsovereenkomst Besluit van de OCMW-raad van 18.02.2015 houdende de aanpassing en hercoördinatie van de beheersovereenkomst tussen OCMW en gemeente Zwalm
Regelgeving
Art. 271 Gemeentedecreet
Tussenkomsten
Geen
Stemming
Bij unanimiteit van stemmen van de aanwezige raadsleden over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Besluit
Enig artikel – De gemeente keurt de aangepaste en gehercoördineerde beheersovereenkomst met het OCMW zoals opgenomen in bijlage goed.
Bijlage
BIJLAGE: Beheersovereenkomst tussen OCMW en gemeente Zwalm betreffende onderlinge samenwerking - uitoefening van het ambt van gemeentesecretaris door de secretaris van het OCMW (hercoördinatie februari 2015) Tussen: De gemeente Zwalm Zuidlaan 36, 9630 Zwalm vertegenwoordigd door Karen De Colfmacker, burgemeester en Tineke Van Nieuwenhuyze, gemeentesecretaris handelend namens de gemeente Zwalm, in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van DATUM, hierna genoemd de gemeente, en OCMW Zwalm Zuidlaan 16, 9630 Zwalm vertegenwoordigd door Pascale Adriaens, voorzitter en Tineke Van Nieuwenhuyze, OCMW_ secretaris handelend namens het OCMW Zwalm, in uitvoering van het besluit van de OCMW-raad van 18.02.2015, hierna genoemd het OCMW, wordt op basis van artikel 271 van het Gemeentedecreet en artikel 271 van het OCMWdecreet volgende beheersovereenkomst afgesloten: BEHEERSOVEREENKOMST GEMEENTE-OCMW BETREFFENDE ONDERLINGE SAMENWERKING VOORAFGAAND De artikelen 271 van het Gemeentedecreet en van het OCMW-decreet bepalen dat de
Ontwerpnotulen GR 20150226
gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) onderling beheersovereenkomsten kunnen afsluiten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten. In de beheersovereenkomst kan tevens opgenomen worden dat de gemeente en het OCMW voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. Er kan hierbij in eerste instantie worden gedacht aan een gemeenschappelijke organisatie van de ondersteunende diensten, zoals het personeelsmanagement, de logistieke diensten, het financieel beheer, de informatisering en het gemeenschappelijk gebruik van infrastructuur (Zie J. DUJARDIN, W. SOMERS, L. VAN SUMMEREN en J. DEBYSER, Praktisch handboek voor Gemeenterecht, Die Keure, 2006, p. 486). Er is in Zwalm reeds sprake van een goede samenwerking tussen gemeente en OCMW. De administratie van beide besturen werkt reeds goed samen. De functie van financieel beheerder wordt in de twee besturen al verschillende jaren uitgeoefend door één persoon. In uitvoering van het decreet lokaal sociaal beleid werkten beide besturen en administraties samen om na een omgevingsanalyse een eerste beleidsplan lokaal sociaal beleid op te maken. Er wordt ook nauw samengewerkt ter invoering van de beheers- en beleidscyclus vanaf 2014 en de opmaak van een nieuw meerjarenplan 2014-2019. Er worden ook gezamenlijke aankopen gedaan op vlak van kantoorbenodigdheden, informatica en levering van elektriciteit/gas. De opname van de Voorzitter van het OCMW in het College van Burgemeester en Schepenen heeft de band tussen beide besturen nog versterkt. Het gemeentebestuur en het OCMW wensen hun krachten te bundelen door intensere samenwerking en een gefaseerde integratie van ondersteunende diensten, waarbij kennisbundeling, efficiëntie en beheersing van recurrente kosten worden beoogd. Een nog verder doorgedreven samenwerking tussen beide besturen kan immers leiden tot schaalvoordelen inzake personeel en financiën om zo een zuinig, efficiënt en effectief beleid te realiseren ten voordele van de bevolking. Om de samenwerking te formaliseren is het aangewezen een beheersovereenkomst zoals mogelijk gemaakt door artikel 271 van het Gemeentedecreet en van het OCMW-decreet uit te werken tussen gemeente en OCMW. Eind 2013 ging de gemeentesecretaris op pensioen. Het Gemeentedecreet en OCMWdecreet werden in 2012 aangepast waardoor het ambt van gemeentesecretaris uitgeoefend kan worden door de titularis van het ambt van OCMW-secretaris (artikel 76 §3 van het gemeentedecreet). Gemeente en OCMW Zwalm maken van deze mogelijkheid gebruik. De samenwerking tussen beide besturen, zoals omschreven in deze beheersovereenkomst, werd uitvoerig overlegd met de betrokken personeelsleden. Vanaf 01.03.2015 is er gezamenlijke huisvesting. HOOFDSTUK I – Algemene bepalingen Artikel 1 - Doel van de overeenkomst De gemeente en het OCMW werken samen om de administratieve ondersteuning van beide besturen zo veel als mogelijk op elkaar af te stemmen. De beheersovereenkomst is een kaderovereenkomst met algemene afspraken omtrent samenwerking. Indien dit nodig wordt geacht kunnen verdere uitvoeringsmodaliteiten en concrete afspraken worden afgesproken tussen beide besturen en als addendum aan deze overeenkomst worden gevoegd. Artikel 2 - Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst §1 Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van deze beheersovereenkomst, wordt zij afgesloten voor bepaalde tijd, met name tot en met 30.06.2019 met als maximum het eventuele en waarschijnlijke juridisch einde van het OCMW per 31.12.2018. De beheersovereenkomst kan, na positieve evaluatie, zoals beschreven in artikel 14 van deze beheersovereenkomst, worden verlengd voor onbepaalde duur. §2 Als één van de partijen de overeenkomst voortijdig wil beëindigen, moet dit worden geformaliseerd in een gemeenteraadsbeslissing of OCMW-raadsbeslissing welke minstens 8 maanden op voorhand wordt bezorgd aan het ander bestuur. §3 Indien alle partijen in onderling overleg deze overeenkomst verbreken, worden alle afspraken in onderling overleg geregeld. HOOFDSTUK II – Algemeen kader Artikel 3 - Juridisch kader Deze overeenkomst is gebaseerd op een aantal wetgevende documenten: Ontwerpnotulen GR 20150226
•
Artikel 271 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn: “Tussen de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen beheersovereenkomsten worden gesloten over het gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten. In de beheersovereenkomst kan tevens opgenomen worden dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor bepaalde functies een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden.”
•
Artikel 76 van het gemeentedecreet: “…met toepassing van artikel 271, en op voorwaarde van een beslissing met volstrekte meerderheid van de stemmen van de raad voor maatschappelijk welzijn van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, kan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van dezelfde gemeente, tegelijkertijd ook het ambt van gemeentesecretaris uitoefenen…”.
•
Art. 144bis van de nieuwe gemeentewet: “In afwijking van artikel 31 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, kunnen gemeentebesturen, ter behartiging van gemeentelijke belangen, werknemers die met hen met een arbeidsovereenkomst zijn verbonden ter beschikking stellen van een O.C.M.W., een sociale huisvestingsmaatschappij of een vereniging zonder winstoogmerk. Om de in het eerste lid bedoelde mogelijkheid te genieten moet het bestuursorgaan van de sociale huisvestingsmaatschappij of van de vereniging zonder winstoogmerk ten minste één lid tellen dat door de gemeenteraad is aangewezen. De terbeschikkingstelling van werknemers ten behoeve van gebruikers, toegelaten bij het eerste lid, is onderworpen aan volgende voorwaarden : 1° de terbeschikkingstelling moet een beperkte tijd hebben en betrekking hebben op een opdracht die rechtstreeks verband houdt met een gemeentelijk belang; 2° de arbeidsvoorwaarden en het loon, met inbegrip van de vergoedingen en voordelen, van de terbeschikkinggestelde werknemer mogen niet lager liggen dan deze die hij zou genieten mocht hij bij zijn werkgever zijn tewerkgesteld; gedurende de periode waarin de werknemer ter beschikking van de gebruiker wordt gesteld is de gebruiker verantwoordelijk voor de toepassing van de bepalingen van de wetgeving inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid, die gelden op de plaats van het werk zoals bedoeld bij artikel 19 van voornoemde wet van 24 juli 1987; 3° de voorwaarden en de duur van de terbeschikkingstelling evenals de aard van de opdracht moeten worden vastgesteld in een geschrift, goedgekeurd door de gemeenteraad en ondertekend door de werkgever, de gebruiker en de werknemer nog voor het begin van de terbeschikkingstelling; 4° de terbeschikkingstelling van werknemers ten behoeve van een gebruiker, toegelaten bij het eerste lid, is maar mogelijk voorzover de gebruiker-zelf de werknemer had kunnen aanwerven onder de voorwaarden waaronder hij is aangeworven door het gemeentebestuur.”
•
Art. 61 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn: “Het centrum kan een beroep doen op de medewerking van personen, van inrichtingen of diensten, die, opgericht hetzij door openbare besturen, hetzij op privé-initiatief, in staat zijn de middelen aan te wenden tot verwezenlijking van de verschillende oplossingen die zich opdringen, met eerbiediging van de vrije keuze van de betrokkene. Het centrum kan de eventuele kosten van deze samenwerking dragen wanneer deze niet in uitvoering van een andere wet, een reglement, een overeenkomst of een rechterlijke beslissing worden gedekt. Met hetzelfde doel kan het centrum overeenkomsten sluiten, hetzij met een ander openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, een ander openbaar bestuur of instelling van openbaar nut, hetzij met een privé-persoon of een privé-instelling. In afwijking van de bepalingen van artikel 31 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, kunnen de werknemers verbonden krachtens een arbeidsovereenkomst met de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met toepassing van dit lid, door deze centra ter beschikking worden gesteld aan de partners die met het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een overeenkomst hebben gesloten op basis van onderhavige organieke wet.”
•
Art. 219 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 7.12.2007 houdende de
Ontwerpnotulen GR 20150226
minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd; •
Besluit van de Vlaamse Regering van 12.11.2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
•
Besluit van de Vlaamse Regering van 23.11.2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7.12.2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijke welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12.11.2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
•
De wet van 15.01.1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.
•
Het KB van 12.08.1993 houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.
Artikel 4 – Financieel kader Gemeente- en OCMW zullen prestaties voor elkaar leveren op diverse vlakken. Gezien het aangewezen is om administratieve vereenvoudiging na te streven en uitgebreide wederzijdse facturaties te vermijden, zullen de kosten voor deze wederzijdse prestaties in principe niet worden aangerekend. De wederzijdse prestaties worden in de mate van het mogelijke wel geïnventariseerd. Er gebeurt derhalve geen interne facturatie van personeelsprestaties tussen beide besturen met uitzondering van de loonkost van de secretaris. De gemeente en het OCMW voeren – waar mogelijk en indien de kost niet door de gemeente wordt gedragen – een gezamenlijk aankoopbeleid Bij gezamenlijke aankopen kan de gemeente optreden als aanbestedende overheid en opdrachtencentrale mits het bekomen akkoord van het bevoegde bestuursorgaan van het OCMW-bestuur en vice versa. Huisvestingskosten en kosten van algemene ondersteunende dienstverlening (MAR 61x op beleidsvelden 0112-00 en 0119-00) van het OCMW kunnen door de gemeente worden gedragen vanaf 01.03.2015 . Vanaf 01.03.2015 kunnen facility-kosten met betrekking tot gebouwen eigendom of in erfpacht van het OCMW ( MAR 61x op beleidsvelden 0050-00, 0119-00, 0900-00) door de gemeente ten laste worden genomen. Investeringen en opbrengsten met betrekking tot deze gebouwen blijven voor het OCMW. Er wordt afgesproken dat (vol)stortingen van werkingstoelagen zoals opgenomen in budget en meerjarenplan ook maar gebeuren voor het deel dat werkelijk benodigd is om te voldoen aan de evenwichtsvereisten in kader van de BBC-regelgeving. Artikel 5 – Organisatorisch kader De samenwerking tussen beide besturen wordt uitgewerkt met respect voor de werking van beide organisaties. De interne (verlofaanvragen, aankopen, ziektemeldingen,…) en externe (klachtenmanagement, communicatie,…) processen van beide organisaties zullen op elkaar worden afgestemd teneinde een goede werking en zoveel mogelijk synergie te garanderen. Bij documenten die beide besturen verplicht moeten opmaken (deontologische codes, bepaling begrip dagelijks bestuur, klachtenreglement, interne controle, …) wordt gestreefd naar eenvormigheid. De managementteams van beide besturen vergaderen gezamenlijk in het kader van de bespreking van de samenwerking gemeente en OCMW en in het kader van gemeenschappelijke raakvlakken en gemeenschappelijke ondersteuning en coördinatie (bijv. aanpassing rechtspositieregeling, personeelsformatie,…). Deze vergaderingen vormen een trefpunt teneinde het beleid van beide besturen op gemeenschappelijke punten op Ontwerpnotulen GR 20150226
elkaar af te stemmen en synergie te bevorderen. Zij staan in voor de jaarlijkse evaluatie van de beheersovereenkomst. Naar aanleiding van verdere samenwerking van gemeente en OCMW worden diensten en personeelsleden gehuisvest in het gemeentehuis. Artikel 6 – Beleidsmatig kader Gemeente en OCMW behouden hun autonomie inzake het opmaken van de beleidslijnen eigen aan de werking en de organisatie van het eigen bestuur. Gelet echter op de nauwe samenwerking tussen beide besturen zijn er raakvlakken waarop het noodzakelijk is gezamenlijk éénzelfde beleid te voeren. Dit beleid moet door beide besturen samen worden opgesteld en beslist. Hiertoe dragen de gemeenschappelijke vergaderingen van beide managementteams bij, evenals de opname van de OCMW-Voorzitter in het College van Burgemeester en Schepenen. HOOFDSTUK III – Domeinen van samenwerking Artikel 7 – Secretaris - algemeen §1 Het OCMW duidt de secretaris van het OCMW aan om het ambt van gemeentesecretaris uit te oefenen met ingang van 01.09.2013. Vanaf 01.01.2014 neemt de secretaris van het OCMW het ambt van gemeentesecretaris volledig op en krijgt hij/zij tevens de vergoeding vermeld in artikel 9, §3. §2 De concrete arbeidstijd en arbeidsplaats van de secretaris wordt in onderling overleg tussen gemeente en OCMW geregeld en geconcretiseerd in afsprakennota’s enerzijds tussen het aangeduide personeelslid en de gemeente en anderzijds tussen het aangeduide personeelslid en het OCMW. §3 De prestaties worden verricht in afspraak tussen het OCMW en de gemeente rekening houdende met omvang van beide organisaties en de daarbij horende verantwoordelijkheden. Artikel 8 – Secretaris – rechtspositie en evaluatie §1 Het OCMW blijft de juridische werkgever van het aangeduide personeelslid. Gemeente en OCMW oefenen samen werkgeversgezag over betrokkene uit. De rechtspositieregeling van het OCMW blijft van toepassing op het genoemde personeelslid. Dit houdt onder meer in dat de rechten en plichten, de arbeidsvoorwaarden en het salaris met inbegrip van de bijhorende elementen van het personeelslid dezelfde blijven. §2 De verlofafspraken van het aangeduide personeelslid worden in overleg tussen de gemeente en het OCMW vastgelegd, rekening houdend met het verzekeren van de goede werking van OCMW en gemeente. §3 Inzake evaluatie van de secretaris geldt als algemene regel dat deze steeds door het eigen OCMW-bestuur geëvalueerd wordt conform de evaluatieregeling opgenomen in de rechtspositieregeling van het OCMW. Het voorbereidend rapport opgesteld door de externe deskundigen in het personeelsbeleid wordt in dat geval opgemaakt op basis van een evaluatiegesprek en op basis van een onderzoek over de wijze van functioneren van de secretaris, waarbij de leden van het managementteam van de gemeente en het OCMW, het college van burgemeester en schepenen en de voorzitter van de OCMW-raad betrokken worden. §4 De gemeente is niet aansprakelijk voor schade die het personeelslid mocht veroorzaken aan derden bij de uitoefening van de werkzaamheden voor de gemeente. Het OCMW zal zijn verzekering tevens van toepassing laten zijn op de hiervoor bedoelde schade. Artikel 9 – Secretaris – jaarsalaris en vergoedingen. §1 Het OCMW is verplicht aan bedoelde personeelslid maandelijks het loon met inbegrip van de bijhorende elementen te betalen waarop deze krachtens zijn rechtspositieregeling recht heeft. Tevens vergoedt het OCMW aan het bedoelde personeelslid de gemaakte kosten in verband met het uitvoeren van de werkzaamheden in de gemeente conform de door het OCMW vastgestelde regels in de rechtspositieregeling. Het personeelslid heeft terzake geen vordering op de gemeente. §2 Voor de uitvoering van deze overeenkomst betaalt de gemeente een vergoeding aan het OCMW. De vergoeding is gelijk aan ¾ van de volledige loonkost van de secretaris inclusief de vergoeding bepaald in §3. Bijkomende kosten gemaakt uit hoofde van de uitvoering van deze overeenkomst bij de Ontwerpnotulen GR 20150226
gemeente (zoals meubilair, informatica, bureelbenodigdheden,…) vallen volledig ten laste van de gemeente. §3 Het betrokken personeelslid ontvangt een salariscomplement van 30% van het jaarsalaris. De rechtspositieregeling zal in die zin worden aangepast. Artikel 10 – Personeelszaken. §1 De rechtspositieregeling van beide besturen voor personeel met gemeenschappelijke functies is op elkaar afgestemd. De interpretatie en toepassing ervan wordt eveneens op elkaar afgestemd. §2 Personeelsbehoeftenplan en organogram zullen steeds vanuit een synergiestandpunt worden bekeken. §3 De gemeente en het OCMW kunnen voor bepaalde opdrachten een beroep kunnen doen op elkaars personeelsleden. De gemeente en het OCMW blijven de juridische werkgever van hun respectievelijk personeel, oefenen er het werkgeversgezag op uit en dragen er de verantwoordelijkheid voor. Ieder personeelslid blijft bijgevolg uitsluitend werken onder het gezag van het eigen bestuur dat optreedt in hoedanigheid van werkgever, ongeacht of de opdracht wordt uitgevoerd voor het eigen bestuur of het andere bestuur. De personeelsleden worden geëvalueerd door hun hiërarchisch meerderen binnen het organogram van hun tewerkstellend bestuur. De betrokken leidinggevende van het niettewerkstellende bestuur zal als functioneel leidinggevende worden betrokken bij de evaluatie van het personeelslid van het andere tewerkstellende bestuur. Artikel 11 – Ondersteunende diensten Voor de ondersteunende diensten (personeelszaken, ICT, secretariaat, financiële diensten, onderhoudsdiensten,verzekeringen… ) zal eveneens daar waar mogelijk is naar synergie gezocht worden teneinde de integratie en eenheid van ondersteuning te bekomen en kan beroep worden gedaan op elkaars personeelsleden. Vanaf 01.03.2015 zal het facility-management van alle gebouwen van het OCMW gebeuren door de gemeente. Artikel 12 – Sociale dienst De gemeente en het OCMW werken samen aan een geïntegreerde, toegankelijke en klantvriendelijke sociale dienstverlening. Hiertoe kunnen gemeente en OCMW voor taken beroep doen op elkaars personeelsleden. Voor onder meer pensioenaanvragen, aanvragen hulp aan bejaarden, aanvragen inkomensgarantie voor ouderen, aanvragen inkomensvervangende tegemoetkoming voor andersvaliden, aanvragen parkeerkaarten, aanvragen mantelzorgtoelage, … (niet limitatieve opsomming), zal de gemeente beroep doen op personeelsleden van het OCMW. HOOFDSTUK IV – Informatieveiligheid Artikel 13 De gemeente en het OCMW streven naar een maximale informatieveiligheid, zonder dat dit de samenwerking op het inhoudelijk vlak in het gedrang brengt. Alle nodige maatregelen zullen genomen worden om de informatieveiligheid te verzekeren. Informatieveiligheid heeft in de context van de werking van een lokaal bestuur betrekking op de beveiliging van de gegevens van persoonlijke aard, van geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen. Deze gegevens kunnen zowel software zijn als digitale bestanden, documenten, enz…. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de correcte toepassing van alle wetgeving die verband houdt met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, en in het bijzonder de wetgeving inzake het Rijksregister der natuurlijke personen en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Hierbij wordt uitgegaan van de nota “ISMS – Informatieveiligheid bij de integratieoefening OCMW – gemeente” van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 21 december 2011. HOOFDSTUK V – EVALUATIE Artikel 14 - Evaluatie Ontwerpnotulen GR 20150226
Tijdens een jaarlijkse gezamenlijk overlegmoment bespreken de managementteams van beide besturen gezamenlijk de voortgang van de beheersovereenkomst. In uitvoering van artikel 1 van deze beheersovereenkomst gebeurt een evaluatie voor het einde van deze overeenkomst. Het college en de voorzitter van het OCMW maken daartoe een evaluatieverslag op betreffende de uitvoering van de beheersovereenkomst en van de beheersovereenkomst zelf. Dit wordt voorgelegd aan de OCMW-raad en gemeenteraad en indien nodig wordt de beheersovereenkomst aangepast. Deze evaluatie handelt minimaal over de voortgang en de uitvoering van de beheersovereenkomst, eventuele correctieve maatregelen en de aangepastheid van de beheersovereenkomst aan de evoluties in het veld, en eventuele noodzakelijke bijsturingen. Indien de gemeenteraad of de OCMW-raad correctieve maatregelen en/of noodzakelijke bijsturingen formuleert, dan dienen deze steeds ook goedgekeurd te worden door de andere betrokkene partij. Slechts indien er in beide besturen overeenstemming is met betrekking tot de correctieve maatregelen en bijsturingen, zal er uitvoering worden aan gegeven. Artikel 15 - Geschillen Wanneer de in deze overeenkomst voorziene verplichtingen door een partij niet worden nageleefd, plegen de partijen overleg over de te nemen bijsturingsmaatregelen. Gemeente- en OCMW engageren zich om enig geschil dat zou ontstaan omtrent de uitvoering van onderhavige beheersovereenkomst in onderling overleg op te lossen. Opgemaakt in twee originele exemplaren te …, waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben. Op ……………………. Voor het OCMW
[naam]
[naam]
De OCMW-voorzitter
De OCMW-secretaris
Voor de gemeente
[naam]
[naam]
De burgemeester
De gemeentesecretaris
Dagorde 05
Wegenis- en rioleringswerken in de Zwalmlaan – aanneming eindafrekening en meerwerken
BBC
Mobiliteit, wegen en infrastructuur - AP-723
Inleiding
Johan De Bleecker, schepen
Voorwerp en motivering
Met het collegebesluit van 05.07.2011 werd de opdracht tot het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken in de Zwalmlaan gegund aan Alonco NV uit Verrebroek voor een bedrag van € 525.407,38 (vrij van BTW) ten laste van T.M.V.W. (nu FARYS) en € 532.351,50 (incl. BTW) ten laste van de gemeente. Op de zittingen van het college van burgemeester en schepenen dd. 12.02.2013 en 21.05.2013 werden 3 verrekeningen voor het gemeentelijke aandeel goedgekeurd met betrekking tot de heraanleg van de parking ter hoogte van de Zwalmlaan, het plaatsten van verlaagde borduren en het aanpassen van de aanvulmaterialen in de parkeerzone. Op de zitting van het college van burgemeester en schepenen dd. 12.02.2013 werd T.M.V.W. (nu FARYS) aangesteld om de gracht tussen de Zwalmlaan en de Zwalmbeek te herkalibreren en plaatselijk aan te passen. De werken hiervan werden ten laste genomen van
Ontwerpnotulen GR 20150226
de T.MV.W.-Aquario enveloppe. Op 03.02.2015 werd er overgegaan tot de voorlopige vaststelling van de werken. Hierbij werd ook de eindafrekening nagekeken. De eindafrekening volgens overzicht in bijlage. Verwijzingen
College beslissing van 12.02.2013 betreffende de wegenis- en rioleringswerken in de Zwalmlaan - aanneming vorderingsstaat 7 en verrekening 2 en 3 College beslissing van 21.05.2013 betreffende de wegenis- en rioleringswerken in de Zwalmlaan - aanneming vorderingsstaat 10 Collegebeslissing van 12.02.2013 betreffende het herkalibreren van de grachten en plaatselijk aanpassen van de duikers en de riolering ten behoeve van een goede afwatering in functie van de wegenis- en rioleringswerken van de Zwalmlaan - aanstellen T.M.V.W.-AquaRio
Regelgeving
Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen K.B. van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen K.B. van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen Art. 42 & 43 van het gemeentedecreet
Tussenkomsten
Geen
Stemming
Bij unanimiteit van stemmen van de aanwezige raadsleden over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Besluit
Art. 1 – De eindafrekening en postinterventiedossier voor de wegenis- en rioleringswerken voor de Zwalmlaan, inclusief de meerwerken en de verrekeningen worden aangenomen volgens overzicht in bijlage. Art. 2 – Het proces-verbaal van voorlopige oplevering van 03.02.2015 met vermelding, voor nacontrole van de rioolvakken D5-D6 en D6-D12 wordt aangenomen.
Bijlage
Omschrijving
bedrag in euro
Bedrag van de gunning Deel gemeente (incl. BTW)
€ 532.351,50
Deel FARYS
€ 525.407,38
Deel FARYS afkoppelingen
Bedrag eindstaat (incl. BTW en herzieningen) Deel gemeente
€ 687.743,99
•
Werken volgens vorderingsstaat (vermoedelijke hoeveelheden)
€ 510.286,74
•
verrekeningen
€ 33.161,76
•
herzieningen
€ 24.934,96
•
BTW
€ 119.360,53
Deel FARYS
€ 761.325,98
•
Werken volgens vorderingsstaat (vermoedelijke hoeveelheden)
€ 578.709,75
•
Verrekeningen (deel parking en herkalibreren waterloop)
€ 150.241,8
•
herzieningen
€ 32.374,42
Deel FARYS afkoppelingen
€ 89.101,53
Dagorde 06
Hervaststellen van de statuten en het organiek reglement gemeentelijke cultuurraad intrekken besluiten van 19.01.2010 en vaststelling van de gewijzigde statuten en het organiek reglement
BBC
Vrije Tijd en Welzijn - Cultuur
Ontwerpnotulen GR 20150226
Inleiding
Jozef Van den Bulcke, schepen
Voorwerp en motivering
In de zitting van 19.01.2010 werden door de gemeenteraad de statuten en het organiek reglement van de gemeentelijke cultuurraad vastgesteld. De bestuursvergadering van de cultuurraad evalueerde de statuten en het organiek reglement. Er werd vastgesteld dat het nodig was om deze reglementen te actualiseren en wijzigingen door te voeren die de wisselwerking tussen gemeentebestuur en cultuurraad efficiënter zullen laten verlopen. Het voorstel tot wijziging van de statuten en het organiek reglement werden voorgelegd aan de algemene vergadering van de cultuurraad van 20.01.2015 en unaniem goedgekeurd.
Verwijzingen
Gemeenteraadsbesluit van 19.01.2010 houdende vaststelling van de statuten van de gemeentelijke cultuurraad Gemeenteraadsbesluit van 22.04.2008 houdende vaststelling van het organiek reglement van de gemeentelijke cultuurraad Advies van 23.01.2015 van de cultuurraad Ontwerp van aangepaste statuten van de gemeentelijke cultuurraad Ontwerp van het aangepast organiek reglement van de gemeentelijke cultuurraad
Regelgeving
Art. 42 en 43 van het gemeentedecreet
Tussenkomsten
Geen
Stemming
Bij unanimiteit van stemmen van de aanwezige raadsleden over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Besluit
Art. 1 – Het gemeenteraadsbesluit van 19.01.2010 houdende vaststelling van de statuten van de gemeentelijke cultuurraad, wordt opgeheven. Art. 2 – Het gemeenteraadsbesluit van 22.04.2008 houdende vaststelling van het organiek reglement van de gemeentelijke cultuurraad, wordt opgeheven. Art. 3 - De statuten van de gemeentelijke cultuurraad worden hervastgesteld zoals in bijlage 1. Art. 4 – Het organiek reglement van de gemeentelijke cultuurraad worden hervastgesteld zoals in bijlage 2.
Bijlage 1
Statuten van de gemeentelijke cultuurraad. Definitie en karakter van de gemeentelijke cultuurraad Art. 1 - De gemeentelijke cultuurraad is het inspraak-, overleg- en adviesorgaan voor de voorbereiding en uitvoering van het cultuurbeleid van de gemeente zoals voorzien in het decreet ‘Lokaal cultuurbeleid’ van 6 juli 2012. Het is een adviserend orgaan dat de brug vormt tussen de culturele verenigingen/organisaties/personen uit de leefgemeenschap en de bestuurlijke overheid. Doelstelling en taak Art. 2 - De gemeentelijke cultuurraad heeft als doel het bevorderen van een integraal cultuurbeleid in het belang van alle inwoners van de gemeente. Om deze doelstelling te bereiken zal hij: 1. op eigen initiatief ofwel op vraag van het gemeentebestuur adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende het cultuurbeleid, uitgezonderd jeugd–, sport- en onderwijsbeleid 2. de activiteiten in de culturele sector coördineren, overleg en samenwerking tot stand brengen tussen verenigingen, organisaties en andere diensten die actief zijn in de culturele sector in de strikte zin van het woord 3. zoveel mogelijk zich informeren en documenteren over het strikte culturele leven en de culturele behoeften in de gemeentelijke samenleving 4. rekening houdend met de realiteit en noodzaak van deze behoeften, initiatieven nemen en steun verlenen binnen het beheer van de gemeentelijke culturele infrastructuur, via de afgevaardigde van de cultuurraad in de Raad van Beheer van Gemeentelijke gebouwen, en voor zover de terzake geldende regelgeving dit toelaat Lidmaatschap
Art. 3 - Politieke mandatarissen komen niet in aanmerking voor lidmaatschap. Kunnen evenmin deel uitmaken van de cultuurraad: - verenigingen met uitsluitend lucratieve activiteiten of alleen tot doel hebben hun niet culturele patrimonium te handhaven of uit te bouwen - beroepsfederaties die zich uitsluitend concentreren op de verdediging, de organisatie en de belangen van een beroep en welzijns- en syndicale organisaties zoals mutualiteiten en vakbonden. - jeugdverenigingen die een onderkomen moeten vinden in een daartoe opgerichte jeugdraad Ontwerpnotulen GR 20150226
- idem voor sportverenigingen - organisaties voor dierenbescherming, de verenigingen die het dier als nutsdier willen promoten (bvb veeteeltorganisaties, veeteeltprijskampen) - niet-culturele verenigingen zoals privéclubs, hobbyverenigingen of serviceclubs in zoverre ze niet zelf of hun koepelvereniging via het decreet van 4 april 2003 door de Vlaamse overheid worden gesubsidieerd - politieke partijen Art. 4 - Op hun verzoek als antwoord op de oproep van de gemeentelijke overheid, kunnen volgende actoren deel uitmaken van de cultuurraad: 1. culturele verenigingen en organisaties die werken met vrijwilligers en hun werking op het grondgebied Zwalm ontplooien, op voorwaarde dat ze in hun programma ten minste één en liefst meerdere activiteiten met Nederlands als voertaal per kalenderjaar organiseren, die binnen de gemeente verlopen, waartoe elke inwoner van Zwalm toegang krijgt, waarvan hij bij middel van een aankondiging in de lokale pers of een uitnodiging huis aan huis op de hoogte gebracht wordt; culturele verenigingen zoals een kunstenaarsvereniging, toneelvereniging, muziekvereniging (zoals harmonie, fanfare, koor) en verbroederingscomité die ook optreden buiten het grondgebied van de gemeente Zwalm en die de uitstraling van de gemeente ten goede komen zijn zo nodig vrijgesteld van activiteiten binnen de gemeente; hierover oordeelt de algemene vergadering van de cultuurraad 2. professionele culturele organisaties/instellingen die hun werking op het grondgebied van Zwalm ontplooien 3. deskundigen in de culturele materie woonachtig te Zwalm; deze dienen te beantwoorden aan het volgend profiel: - actief werkzaam zijn in de culturele sector hetzij vrijwillig hetzij professioneel - een ruime visie hebben op cultuur - minimum achttien jaar oud zijn - bereid zijn zich te engageren in de stimulatie van de culturele activiteiten in de gemeente Zwalm - opgave van hun specifieke motivatie voor de kandidaatstelling - bewezen hebben zich ingezet te hebben voor de organisatie of ontwikkeling van cultuur. Samenstelling Art. 5 - De cultuurraad is samengesteld uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden (adviserende). 1. Stemgerechtigde leden: - één afgevaardigde of zijn plaatsvervanger van elke organisatie/vereniging, die voldoet aan de eisen zoals gesteld in de artikelen 4.1 of 4.2 - geïnteresseerde individuele burgers (wonende in Zwalm), die zich bij het college van burgemeester en schepenen kandidaat stellen als lid van de gemeentelijke culturele raad als antwoord op de oproep van het schepencollege en aangenomen worden omdat ze beantwoorden aan de voorwaarden gesteld onder artikel 4.3. 2. Niet-stemgerechtigde leden (waarnemende – adviserende): - de gemeentelijke ambtenaar belast met het waarnemen van het secretariaat, met de functie van secretaris - de cultuurbeleidscoördinator - de schepen van cultuur, die uitgenodigd wordt - waarnemende leden die in specifieke gevallen en slechts sporadisch door de cultuurraad met raadgevende stem kunnen uitgenodigd worden op basis van hun culturele deskundigheid. Art. 6 - De stemgerechtigde vertegenwoordiger/plaatsvervanger van de culturele verenigingen/organisaties/instellingen worden in volle vrijheid aangeduid door de betrokken verenigingen/organisaties/ instellingen en moeten aan volgende voorwaarden voldoen: - minimum achttien jaar oud zijn - niet meer dan één vereniging/organisatie/instelling vertegenwoordigen - actief betrokken zijn bij de werking van de vereniging/organisatie/instelling waardoor ze werden aangeduid Ontwerpnotulen GR 20150226
- zich actief inzetten voor het culturele leven in de gemeente Elk stemgerechtigd lid: - heeft spreekrecht op alle vergaderingen van de cultuurraad - stemrecht in de algemene vergadering - inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt van de gemeentelijke culturele raad. Ook niet-stemgerechtigde leden hebben het recht van inzage van de documenten en dossiers waarover advies gevraagd/verstrekt wordt en hebben spreekrecht op alle vergaderingen van de culturele raad. Ze hebben enkel geen stemrecht. Einde mandaat Art. 7 - Een mandaat kan beëindigd worden: - door het intrekken van hun opdracht door de vereniging/ organisatie/instelling welke zij vertegenwoordigen; deze intrekking moet schriftelijk aan de voorzitter van de cultuurraad worden gestuurd - door het ontslag van de betrokkene zelf; dit ontslag moet schriftelijk medegedeeld worden door de betrokkene zelf of via de organisatie - na 2 opeenvolgende onwettige afwezigheden zonder schriftelijke (digitale) verwittiging aan de secretaris en zonder de plaatsvervanger te hebben verwittigd. Een verontschuldiging geldt niet als een aanwezigheid. Bij de beëindiging van het mandaat van een vertegenwoordiger moeten 2 nieuwe (1 effectieve en 1 plaatsvervangende) vertegenwoordigers aangeduid worden. Er komt automatisch een einde aan een mandaat bij het opnemen van een politiek mandaat, bij overlijden. Voor deskundigen komt ook automatisch een einde aan een mandaat bij verhuis buiten de gemeente. Bij het einde van het mandaat van de voorzitter wordt de procedure tot verkiezing van een voorzitter binnen de 3 maanden opnieuw opgestart. In de tussentijd worden zijn/haar taken door de ondervoorzitter waargenomen. Dezelfde procedure wordt gevolgd bij de vervanging van de ondervoorzitter. De procedure voor de verkiezing van de voorzitter verloopt zoals vermeld in artikel 10 en 11 van het huishoudelijk reglement van de cultuurraad, goedgekeurd op de algemene vergadering van de cultuurraad van 20.01.2015 Structuur, werking en toetreding Art. 8 - De organen van de gemeentelijke cultuurraad: de algemene vergadering en de voorzitter, de ondervoorzitter en de bestuursvergadering. De algemene vergadering heeft de “volheid van bevoegdheid” in alle aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de cultuurraad behoren. De voorzitter wordt gekozen door de algemene vergadering in de installatievergadering. De ondervoorzitter neemt de bevoegdheden over van de voorzitter bij diens afwezigheid. De bestuursvergadering is het uitvoerende orgaan van de algemene vergadering en bereidt de zittingen voor van de algemene vergadering. De bestuursvergadering bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris, en de cultuurbeleidcoördinator, en de schepen van cultuur als raadgevende stem. Met uitzondering van de installatievergadering wordt de algemene vergadering samengeroepen door de voorzitter en de secretaris ten minste acht dagen vóór de zitting (zie interpretatie gemeentedecreet). Art. 9 - Zo snel als mogelijk gaat de cultuurraad over tot het vastleggen van een huishoudelijk reglement van inwendige orde. Werkgroepen kunnen door en in de schoot van de algemene vergadering worden opgericht en belast worden met voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de algemene vergadering. De werking van de werkgroepen zal in het huishoudelijk reglement worden bepaald. De gemeenteraad gaat zo snel als mogelijk over tot het aannemen van een organiek reglement. Art. 10 - Om de zes jaar, binnen de 6 maanden na de installatievergadering van de gemeenteraad wordt de algemene vergadering van de cultuurraad opnieuw samengesteld door het gemeentebestuur. Om alle actoren de kans te geven toe te treden tot de her op te richten algemene vergadering van de cultuurraad neemt het college van burgemeester en schepenen volgende maatregelen: 1) een algemene oproep aan de bevolking om alle geïnteresseerde deskundigen, verenigingen, organisaties en instellingen in het culturele veld te bereiken 2) een schrijven aan alle in de uittredende algemene vergadering Ontwerpnotulen GR 20150226
vertegenwoordigde culturele organisaties, verenigingen en instellingen met de vraag om hun afgevaardigde en plaatsvervanger opnieuw voor te dragen. De actoren die wensen toe te treden tot de algemene vergadering van de cultuurraad dragen hun afgevaardigde en plaatsvervanger voor en maken hun kandidatuur over aan het college van burgemeester en schepenen dat omtrent de vragen tot toetreding een beslissing neemt. Dezelfde kandidatuurstelling geldt voor de deskundigen. De voorgedragen afgevaardigden en plaatsvervangers moeten voldoen aan de voorwaarden vervat in artikel 3, 4, 5 en 6. In bevestigend geval worden zij toegelaten tot de algemene vergadering van de nieuwe cultuurraad. De actieve werking moet worden aangetoond door het indienen van statuten, reglementen, samenstelling van het bestuur, opgave van het aantal leden of aangeslotenen en door het indienen van een werkingsverslag over het voorbije jaar. Het college van burgemeester en schepenen brengt alle verenigingen/organisaties/instellingen die een aanvraag tot toetreding hebben ingediend zo vlug als mogelijk op de hoogte van de genomen beslissing, onverminderd de toepassing van artikel 13 van dit besluit. Na afloop van de volledige toetredingsprocedure roept het college van burgemeester en schepenen de algemene vergadering van de cultuurraad onverwijld op voor de installatievergadering. Art. 11 - Een vereniging/organisatie/instelling/deskundige die nà de installatie van de cultuurraad lid van de cultuurraad wenst te worden, dient een schriftelijke aanvraag te richten naar de algemene vergadering van de cultuurraad De algemene vergadering van de cultuurraad beslist over de aanvraag. Indien de vereniging/organisatie/instelling/deskundige volgens de algemene vergadering van de cultuurraad beantwoordt aan de gestelde normen voor lidmaatschap (art. 3, 4, 5 en 6) kan ze toetreden tot de algemene vergadering. De actieve culturele werking (behalve voor deskundigen) moet worden aangetoond door het indienen van statuten, reglementen, samenstelling van het bestuur, opgave van het aantal leden of aangeslotenen en door het indienen van een werkingsverslag over het voorbije jaar. De algemene vergadering van de cultuurraad brengt de vereniging/organisatie/instelling zo vlug als mogelijk op de hoogte van de genomen beslissing, onverminderd de toepassing van artikel 13 van dit besluit. Art. 12 - De algemene vergadering komt tenminste één maal per jaar samen. De algemene vergaderingen zijn openbaar. Alle beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden. Bezwaarmogelijkheid voor uitgesloten verenigingen bij de samenstelling van de cultuurraad Art. 13 – Verenigingen/organisaties/instellingen die bij de samenstelling van de cultuurraad worden uitgesloten, zowel bij de installatie als bij latere vraag om toetreding, kunnen hiertegen bij aangetekend schrijven in beroep gaan bij het college van burgemeester en schepenen binnen de 30 kalenderdagen nadat zij per aangetekend schrijven door de algemene vergadering van de cultuurraad werden in kennis gesteld van de terzake genomen beslissing van de algemene vergadering. Deze kennisgeving gebeurt binnen de 15 kalenderdagen na de door de algemene vergadering genomen beslissing. Het beroep bij het college van burgemeester en schepenen dient gemotiveerd te zijn en vergezeld van een kopie van de brief waarbij de bestreden beslissing van de algemene vergadering werd ter kennis gebracht aan de vereniging. Het college van burgemeester en schepenen neemt een gemotiveerde beslissing binnen de 40 kalenderdagen die volgen op de ontvangst van het beroepschrift. Deze beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt binnen een termijn van 15 kalenderdagen nadat ze werd genomen, aan de betrokken vereniging/organisatie/instelling meegedeeld per aangetekend schrijven. Bijlage 2
Organiek reglement van de gemeentelijke cultuurraad Artikel 1 De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen de gemeentelijke cultuurraad betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijke cultuurbeleid. Dit houdt in dat de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen de gemeentelijke cultuurraad om advies zullen vragen voor de definitieve besluitvorming in deze organen, over alle aangelegenheden betreffende het cultuurbeleid uitgezonderd jeugd-, sport- en onderwijsbeleid. Daarnaast heeft de gemeentelijke cultuurraad de mogelijkheid om over alle andere beleidsdossiers, met uitzondering van jeugd, sport en onderwijs, waarvan zij vindt dat er culturele belangen in het geding zijn, op eigen initiatief een advies uit te brengen aan de
Ontwerpnotulen GR 20150226
gemeenteraad of het schepencollege. Artikel 2 Wanneer het gemeentebestuur de gemeentelijke cultuurraad om advies vraagt, zal zij bij de adviesvraag alle nodige informatie voegen. Tevens heeft de gemeentelijke cultuurraad het recht om inzage te nemen in alle noodzakelijke documenten en dossiers die betrekking hebben op het dossier, tenzij er wettelijke bezwaren zijn. Dit inzagerecht wordt uitgeoefend via de bibliothecaris, zijnde de secretaris van de gemeentelijke cultuurraad, of de cultuurbeleidscoördinator. Wanneer de gemeentelijke cultuurraad op eigen initiatief een advies wenst uit te brengen, kan zij steeds informatie opvragen aan het college van burgemeester en schepenen, die deze informatie zal ter beschikking stellen, tenzij er wettelijke bezwaren zijn. De schriftelijke verzoeken om informatie vanwege de gemeentelijke cultuurraad zullen binnen de maand beantwoord worden, door de gevraagde informatie ter beschikking te stellen, ofwel door de bezwaren tegen de informatieverstrekking mee te delen. Zowel het gemeentebestuur dat advies vraagt, of de cultuurraad die advies geeft, kan dit digitaal doen. Artikel 3 Het gemeentebestuur zal de adviesaanvragen steeds schriftelijk stellen met: a) een duidelijke omschrijving van de vraag b) opgave van de wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de gemeentelijke cultuurraad moet rekening houden c) opgave van de uiterste datum van inlevering van het advies bij het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur zal de gemeentelijke cultuurraad voor het uitbrengen van zijn advies ten minste een termijn van 1 maand geven, te rekenen vanaf de datum van het insturen van de adviesaanvraag. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoogdringendheid kan het gemeentebestuur deze termijn gemotiveerd inkorten. In onderlinge afspraak tussen de adviesraad en het gemeentebestuur kan de termijn ook verlengd worden. Artikel 4 De gemeentelijke cultuurraad zal de adviezen die ze uitbrengt steeds schriftelijk (digitaal) bezorgen aan het gemeentebestuur. Bij hoogdringendheid en voor advies over activiteiten die voorzien zijn in het jaarlijks actieplan en opgenomen in het budget van het meerjarenplan, neemt de bestuursvergadering de verantwoordelijkheid om het advies uit te brengen en hoeft de algemene vergadering niet samen te komen. De bestuursvergadering kan ook de algemene vergadering oproepen om via e-mail advies uit te brengen. In de adviezen wordt steeds melding gemaakt van: a) de argumentatie die geleid heeft tot de standpuntbepaling; b) een duidelijke weergave van het standpunt van de gemeentelijke cultuurraad met vermelding van afwijkende meningen of minderheidsstandpunten. De tekst van de adviezen maakt steeds deel uit van het desbetreffende dossier dat wordt voorgelegd aan het college of de gemeenteraad. Artikel 5 De gemeente organiseert administratieve en logistieke steun voor de werking van de cultuurraad, zoals het ter beschikking stellen van vergaderlokalen, een ambtenaar als secretaris (de bibliothecaris) en afdrukken van de nodige documenten. De gemeente staat in voor een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid, lichamelijke ongevallen en rechtsbijstand voor de leden en vrijwilligers van de cultuurraad op activiteiten en samenkomsten in functie van de cultuurraad. Artikel 6 Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van 60 dagen te rekenen vanaf de datum dat het advies bij het gemeentebestuur toekwam een gemotiveerd antwoord op het advies bezorgen aan de gemeentelijke cultuurraad. Als de behandeling van het dossier langere tijd vergt, zal het gemeentebestuur binnen de voornoemde termijn van 60 dagen een antwoord bezorgen met melding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de opgave van de Ontwerpnotulen GR 20150226
uiterste datum waarop een definitief antwoord aan de gemeentelijke cultuurraad zal bezorgd worden. Dagorde 07
Goedkeuring subsidiereglement cultuureducatie - vorming voor socio-culturele verenigingen
BBC
Vrije Tijd en Welzijn - Cultuur – AP-418
Inleiding
Jozef Van den Bulcke, schepen
Voorwerp en motivering
In het meerjarenplan werd vanaf 2015 budget voorzien voor vorming van de socio-culturele verenigingen (AP-418). De cultuurraad adviseerde de aanmaak van deze actie gunstig. Om deze actie verder vorm te geven, werden concrete vormingsthema’s voorgelegd aan de cultuurraad. Na overleg met de verenigingen bleek dat de thematische interesses en noden te verschillend waren om voor iedereen gezamenlijk de meest toepasselijke vormingen te organiseren. Daarom stelt de cultuurraad zelf ter advies voor om het budget te besteden aan de hand van een subsidiereglement, waardoor ofwel gekozen wordt voor een collectieve vorming ofwel voor een toelage. Bij keuze voor een toelage verwerven de socio-culturele verenigingen autonomie om te beslissen welke vorming het beste aan hun noden voldoet. Op de algemene vergadering van de cultuurraad van 20.01.2015 werd het ontwerpreglement besproken en unaniem goedgekeurd.
Verwijzingen
Advies van de cultuurraad, dd. 23.01.2015 Ontwerp van het subsidiereglement voor cultuureducatie – vorming voor socio-culturele verenigingen
Regelgeving
Art 42 & 43 en art. 186 & 187 van het gemeentedecreet Gemeenteraadsbesluit van 26.02.2015 houdende vaststelling van de statuten van de gemeentelijke cultuurraad
Tussenkomsten
Bruno Tuybens (vraag of niet beter de term krediet i.p.v. toelage wordt gebruikt)
Stemming
Bij unanimiteit van stemmen van de aanwezige raadsleden over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Besluit
Art. 1 – Het subsidiereglement in bijlage wordt goedgekeurd. Art. 2 – Het reglement treedt in werking met ingang van 01.02.2015. Art. 3 - Dit reglement zal worden bekendgemaakt krachtens de bepalingen in het gemeentedecreet.
Bijlage 1
Subsidiereglement cultuureducatie - vorming voor socio-culturele verenigingen Artikel 1: Voorwaarden en algemeen De gemeente voorziet jaarlijks, in een daartoe bestemd actieplan, een budget voor vormingen voor de socio-culturele verenigingen. Dit budget kan op 2 manieren worden besteed: •
De cultuurraad kiest voor een collectieve vorming in Zwalm waar alle leden van de cultuurraad aan kunnen deelnemen.
•
Indien de cultuurraad geen collectieve vorming organiseert, of niet het volledige bedrag benut, kunnen de verenigingen die lid zijn van de cultuurraad een toelage aanvragen, onder de voorwaarden die hieronder worden vastgelegd.
Enkel vormingen die kaderen in de versterking van de administratieve en inhoudelijke werking van de socio-culturele verenigingen kunnen in aanmerking komen, zoals: •
Relevante wetgeving (wetgeving en structuur van een vereniging, aansprakelijkheid, opstellen statuten, huishoudelijk reglement, taakverdeling bestuursleden)
•
Administratieve organisatie van de vereniging (elementaire boekhouding, verzekeringen, financieel beheer, bestandsbeheer)
•
Inhoudelijke werking van de vereniging (organisatie van evenementen, inrichten tentoonstelling, fondsen werven, sponsoring)
•
Communicatie en promotie (maken van een publicatie, presentatie of promotiemateriaal, websitebeheer)
De relevantie van deze cursussen moeten worden aangetoond bij de aanvraag van de subsidie. Ontwerpnotulen GR 20150226
Artikel 2: Begunstigden Enkel de bestuursleden van de socio-culturele verenigingen die erkend lid zijn van de cultuurraad van Zwalm komen in aanmerking voor de toelage. Artikel 3: Toelage De toelage tot het volgen van cursussen bedraagt 100% van de inschrijvingskosten met een maximum van 30 € per cursus (ongeacht uit hoeveel lesmomenten deze cursus bestaat). Verplaatsingskosten worden niet terugbetaald. Elke vereniging kan per jaar maximum 2 aanvragen indienen, zijnde twee verschillende opleidingen die door één persoon wordt gevolgd, of één opleiding gevolgd door twee personen. Indien blijkt, in oktober van elk jaar, dat het voorziene budget niet zal worden opgebruikt, wordt dit gecommuniceerd en vervalt, voor de laatste 3 maanden van het jaar, het maximum van 2 aanvragen per vereniging. Indien de totaalsom van de aangevraagde toelagen groter is dan het krediet voorzien op de begroting hiervoor, worden ze behandeld in volgorde van indienen. Artikel 4: Aanvraag Er wordt, voor de startdatum van de vorming, melding gemaakt via het door de gemeentelijke cultuurdienst ter beschikking gestelde meldingsformulier. Bij deze aanvraag zit een kopie van het programma en een motivatie met betrekking tot de relevantie van de vorming voor de vereniging. Het formulier wordt ondertekend door de cursist, de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende vereniging. Na afloop wordt een attest van deelname binnengebracht op de cultuurdienst. Artikel 5: Uitbetaling De verschillende aanvragen worden twee keer per jaar gebundeld en ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Uitbetaling van de subsidies gebeurt bijgevolg twee keer per jaar, ten laatste in de maand juni en ten laatste in de maand december, door storting van het volledig toegekend bedrag op rekeningnummer van de betreffende vereniging of het bestuurslid. Dagorde 08
Aanpassing tussenkomst afkoppelingsstudie door de afkoppelingsmanager en tussenkomst afkoppelingswerken
BBC
Wonen en duurzame leefomgeving – Beheer van regen- en afvalwater
Inleiding
Eric De Vriendt, schepen
Voorwerp en motivering
Met het gemeenteraadsbesluit van 19.01.2010 werd het voorstel van de toenmalige TMVW om de afkoppeling op perceelsniveau collectief aan te bieden goedgekeurd. Dit betreft zowel de afkoppelingsstudies door de afkoppelingsdeskundige, als de afkoppelingswerken, als de nazorg. FARYS stelt eveneens afkoppelingsmanagers ter beschikking om de werken te begeleiden. De afkoppelingsmanager staat in voor de begeleiding en controle. De kost van de afkoppelingsmanager wordt ten laste genomen van de gemeentelijke FARYS-enveloppe en dit bedraagt gemiddeld 500 euro per dossier. De afkoppelingswerken zelf zijn ten laste van de betrokken inwoners. Ter ondersteuning wordt een tussenkomst van maximaal 750 euro aangeboden, de kost ervan is ten laste van het gemeentelijk FARYS-budget. De subsidie kan nooit meer bedragen dan het bedrag op de voorgelegde factuur. De ondersteuningen gelden voor die inwoners die bouwden of verbouwingswerken uitvoerden waarbij waterhuishouding bij betrokken was en dit voor het in werking treden van Vlarem II (sinds 1 juni 1995). Sinds 1995 moet er bij (ver)bouwingswerken voldaan worden aan de bepalingen van Hoofdstuk 6.2 Beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging van Vlarem II. Zo is onder meer de afkoppeling van hemelwater en afvalwater verplicht en geldt de aansluitingsplicht wanneer de openbare weg voorzien is van riolering. Bijkomend dient te worden opgenomen dat de afkoppelingssubsidie en de afkoppelingsmanager gelden voor die inwoners die geconfronteerd worden met de aanleg van een gescheiden rioleringsstel in hun straat. Dit sluit volledig aan bij de zienswijze van het bestuur, zoals voorzien in de meerjarenplanning.
Ontwerpnotulen GR 20150226
Verwijzingen
Besluit van de gemeenteraad van 21.12.2004 betreffende de toetreding van de gemeente tot de TMVW als zuiveringsvennoot Besluit ven de gemeenteraad van 22.01.2008 betreffende de aanneming van het ontwerp van het zoneringsplan van Zwalm Besluit van de gemeenteraad van 19.01.2010 betreffende de aanneming van het voorstel van TMVW/Aquario inzake de afkoppeling van regenwater en afvalwater Besluit van de gemeenteraad van 28.08.2014 betreffende het vaststellen van een belastingsreglement op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater en afvalwater en op het niet plaatsen van een IBA
Regelgeving
Gemeentedecreet Besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen VLAREM II
Tussenkomsten
Geen
Stemming
Stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 18 stemmen ja: Karen De Colfmacker, Jozef Van den Bulcke, Johan De Bleecker, Eric De Vriendt, Guido De Temmerman, Pascale Adriaens, Mario Baert, Werner Baudewijn, Luc Kellens, Karen Pien, Dries Goedertier, Emmy Herregodts Patrick Moreels, Francia Neirinck, Bruno Tuybens, Marleen Vanwildemeersch, Gerda Van Den Bulcke, Louis Ide 0 stemmen neen 1 onthoudingen: Hilde Eeckhout
Besluit
Art. 1 – Het gemeenteraadsbesluit van 19.01.2010 wordt opgeheven op 28.02.2015 en de wijziging in bijlage wordt aangenomen met ingang van 01.03.2015
Bijlage
Art. 1 – FARYS biedt de afkoppeling op perceelsniveau collectief aan, zowel wat betreft de afkoppelingsstudie door de afkoppelingsdeskundige, de afkoppelingswerken als de nazorg. Art. 2 – FARYS stelt vrijblijvend afkoppelingsmanagers ter beschikking, de kost per dossier wordt geraamd op € 500,00 per dossier en wordt ten laste genomen van de gemeentelijke FARYS-enveloppe. De tussenkomsten voor de afkoppelingsstudie door de manager en de afkoppelingswerken gelden enkel voor die inwoners die geconfronteerd worden met de aanleg van een gescheiden rioleringsstel in hun straat. Art. 3 – De afkoppelingswerken op het private terrein vallen ten laste van de betrokken inwoners. Er wordt een tussenkomst van € 750,00 aangeboden, ten laste van de gemeentelijke FARYS-enveloppe. De tussenkomst kan nooit meer bedragen dan het bedrag op de voorgelegde factuur. Art. 4 – De tussenkomsten voor de afkoppelingsstudie door de manager en de afkoppelingswerken gelden voor die inwoners die bouwden of verbouwden en waarvan de stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd voor 1 juni 1995. (Ver)bouwingen na het inwerken treden van de Vlarem II dienen te voldoen aan Hoofdstuk 6.2 beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging. Art. 5 – Een afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan FARYS.
Dagorde 09
Voorstel elektrische oplaadpalen (voorstel namens de voorZwalm-fractie)
BBC
Niet van toepassing
Inleiding
Francia Neirinck, raadslid
Voorwerp en motivering
De verkoop van elektrische fietsen zit de afgelopen jaren enorm in de lift. De vakhandelaars spreken van een echte doorbraak in 2014. 2014 was voor België ook een zeer goed jaar voor de verkoop van elektrische voertuigen; de verkoop steeg in 2014 met 155% ten opzichte van 2013. Er wordt voorzien dat de verkoop in de komende jaren spectaculair zal stijgen. Op het vlak van laadinfrastructuur moeten er dringend initiatieven genomen worden om aan de toegenomen vraag te kunnen voorzien. Zo moeten er dringend meer oplaadeilanden met laadpalen voor zowel auto’s als elektrische fietsen en scooters voorzien worden. Een aantal steden en gemeenten gaven al het goede voorbeeld, zoals onlangs nog in Lummen en Diest. Ook Zwalm kan behoren tot één van de eerste gemeenten in Vlaanderen die het initiatief
Ontwerpnotulen GR 20150226
neemt om op openbaar terrein gratis een laadpaal ter beschikking te stellen. Bovendien zou dit ook getuigen van een pro-actief milieubeleid. Rijden met een elektrische wagen impliceert uitstootloos rijden, zowel fijnstof als broeikasgassen worden vermeden. Gecombineerd met elektriciteit gewonnen uit hernieuwbare energiebronnen krijgen we een 100% CO²-vrij verhaal. Voorstel
Enig artikel - Het College van Burgemeester en Schepenen verbindt zich er toe om in de komende 3 maanden na te gaan of ze bereid zijn om een oplaadeiland/oplaadpaal voor EVvoertuigen te plaatsen en verbindt zich er toe om binnen deze termijn hierover aan de gemeenteraad te rapporteren.
Regelgeving
Art. 22 van het gemeentedecreet Art. 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Tussenkomsten
Eric De Vriendt, schepen (mogelijkheid om oplaadpalen te plaatsen werd reeds in 2014 besproken met de netbeheerder; kostprijs is hoog en de relatief lange oplaadtijd mag niet uit het oog verloren worden); Francia Neirinck, raadslid (er is nood aan actualisatie: er zijn nu nieuwe initiatieven, kostprijs is lager en er is een beperktere oplaadtijd); Louis Ide, raadslid (voorstel om dit voorstel aan de milieuraad voor te leggen);
Stemming
Stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 9 stemmen ja: Dries Goedertier, Emmy Herregodts, Patrick Moreels, Francia Neirinck, Bruno Tuybens, Marleen Vanwildemeersch, Hilde Eeckhout, Gerda Van Den Bulcke, Louis Ide 10 stemmen neen: Karen De Colfmacker, Jozef Van den Bulcke, Johan De Bleecker, Eric De Vriendt, Guido De Temmerman, Pascale Adriaens, Mario Baert, Werner Baudewijn, Luc Kellens, Karen Pien 0 onthoudingen
Besluit
Enig artikel – Het voorstel van de voorZwalm-fractie om een onderzoek te voeren naar het plaatsen van een oplaadeiland/oplaadpaal voor EV-voertuigen wordt verworpen.
Dagorde 10
Voorstel burgemeesterconvenant (voorstel namens de voorZwalm-fractie)
BBC
Niet van toepassing
Inleiding
Francia Neirinck, raadslid
Voorwerp en motivering
Het Burgemeestersconvenant is de algemene Europese beweging met deelname van lokale en regionale overheden die vrijwillig toezeggen de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen op hun grondgebied te verhogen. Door hun verbintenis beogen de ondertekenaars van het Convenant om de 20% CO2 reductiedoelstelling van de Europese Unie tegen 2020 te behalen en te overtreffen. Ondertekenaars van het Burgemeestersconvenant hebben meerdere redenen om zich bij de beweging aan te sluiten, waaronder: -
Extra inzet voor CO2-reductie openbaar maken; De aandacht voor CO2-reductie op hun grondgebied creëren of versterken; Profiteren van de aanmoediging en het voorbeeld van andere pioniers; De op hun eigen grondgebied ontwikkelde expertise met anderen delen; Hun grondgebied als pionier bekendmaken; Profiteren van goedkeuring en steun van de EU; In aanmerking komen voor financiering beschikbaar voor ondertekenaars van het Convenant; Hun prestaties op de Convenantwebsite publiceren.
Om hun politieke betrokkenheid in concrete maatregelen en projecten te vertalen leggen ondertekenaars van het Convenant zich met name toe op het opstellen van een Inventarisatie Uitgangswaarden Emissies, binnen een jaar na hun ondertekening, en op het indienen van een Actieplan voor Duurzame Energie, waarin hun belangrijkste voorgenomen acties worden aangegeven. Terwijl een toenemend aantal gemeenten de politieke wil om aan te sluiten bij het convenant laten zien, beschikken zij niet altijd over de financiële en technische middelen om hun toezeggingen na te komen. Om deze reden is er binnen het Convenant een speciale status Ontwerpnotulen GR 20150226
toegekend aan overheidsdiensten en netwerken die ondertekenaars Voorstel
Enig artikel - het College van Burgemeester en Schepenen verbindt zich er toe om in de komende zes maanden na te gaan of het bereid is het Burgemeestersconvenant te ondertekenen en op de eerste gemeenteraad na de zomervakantie hierover aan de gemeenteraad te rapporteren.
Regelgeving
Art. 22 van het gemeentedecreet Art. 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Tussenkomsten
Eric De Vriendt, schepen (wijst op administratieve en budgettaire kost welke niet voorzien is)
Stemming
Stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 9 stemmen ja: Dries Goedertier, Emmy Herregodts, Patrick Moreels, Francia Neirinck, Bruno Tuybens, Marleen Vanwildemeersch, Hilde Eeckhout, Gerda Van Den Bulcke, Louis Ide 10 stemmen neen: Karen De Colfmacker, Jozef Van den Bulcke, Johan De Bleecker, Eric De Vriendt, Guido De Temmerman, Pascale Adriaens, Mario Baert, Werner Baudewijn, Luc Kellens, Karen Pien 0 onthoudingen:
Besluit
Enig artikel – Het voorstel van de voorZwalm-fractie om een onderzoek te voeren naar het ondertekenen van het Burgemeesterconvenant wordt verworpen.
Dagorde 11
Voorstel tot bijkomende, andere proefopstelling parkeerverbod Dikkele (voorstel namens de N-VA-fractie)
BBC
Niet van toepassing
Inleiding
Louis Ide, raadslid
Voorwerp en motivering
Alle Dikkelenaren kregen op 18.2.2015 een brief in de bus die nog eens verduidelijkt hoe er kan geparkeerd worden en hoe niet. Ook worden borden gefixeerd zodat ze niet meer verplaatst kunnen worden. De proefopstelling wordt verlengd tot eind mei. Bij de bewoners worden wel wat vragen gesteld bij deze opstelling. In de bewonersvergadering was immers aan gegeven om eenzijdig te parkeren, verder ook om te bekijken hoe er gecirculeerd kon worden in de Brouwerijstraat, Dikkelsebaan, Kuiperstraat (eenrichting met uitzondering van voor de landbouwers). De mensen begrijpen het dus niet zo goed. De huidige proefopstelling is dus niet wat zij naar voor brachten in de bewonersvergadering.
Voorstel
Enig artikel - Nadat de eerste proefopstelling is afgelopen, zorgen voor sensibilisering, opvolging en overleg om deze te evalueren. In de mate dat de wet dit toelaat, een tweede proefopstelling starten in de geest van wat er gezegd en gesuggereerd is in de bewonersvergadering, met als grote principes: eenzijdig parkeren, snelheidslimiet verlagen, eenrichtingsverkeer Brouwerijstraat, Dikkelsebaan, Kuiperstraat met uitzondering van de landbouwers.
Regelgeving
Art. 22 van het gemeentedecreet Art. 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Tussenkomsten
Guido De Temmerman, schepen verduidelijkt de proefopstelling in Dikkele. Op 19.05.2014 werd een bewonersbijeenkomst georganiseerd om de parkeerproblematiek in Dikkele te bespreken. Uit deze bewonersbijeenkomst kwamen een aantal opties naar boven, waarbij door handopsteking niet gekozen werd voor een centrale parking, waarbij een kleine minderheid koos voor éénrichtingsverkeer en waarbij de keuze langs 1 kant parkeren de grote meerderheid kreeg. Ook het invoeren van de snelheid zone 30 in het centrum kreeg met een meerderheid de voorkeur.
Er werd een proefopstelling ingevoerd (beslissing College van 25.11.2014) waarbij enkel eenzijdig parkeren in de ganse Brouwerijstraat toegelaten werd, gedurende 4 maanden vanaf 1 december 2014. Dit werd verduidelijkt aan de bewoners in de Zwalmse Post (editie december 2014). Gedurende meer dan 3 maanden kregen wij geen reacties. Er werd echter meermaals vastgesteld dat onbekenden de verkeersborden verplaatsten. Er werd om te parkeren de kant gekozen van de horeca zodat de passeerruimte voor het verkeer zeker 30 cm meer bedraagt (de wegcode zegt immers dat er 3 m rijbaan moet vrij blijven naast de geparkeerde voertuigen). In een besluit van het College op 17.02.2015 werd beslist om de proefopstelling met 2 maand te verlengen én de verkeersborden vast te zetten tot eind mei. Om te komen tot een goede evaluatie met bewoners achteraf, zullen vooral vanaf nu in de weekends controles gedaan, indien nodig zullen overtreders geverbaliseerd worden en data en uur van controle met eventuele boetes zullen bijgehouden worden. De snelheidslimiet Ontwerpnotulen GR 20150226
verlagen, met het instellen van een zone 30 behoort tot de mogelijkheden. Dit kan omdat de woonfunctie primeert. Ten einde de zone 30 te doen naleven, kunnen niet alleen de nodige verkeersborden geplaatst worden, doch ook een aantal structurele maatregelen genomen worden (snelheidremmers, verkeersdrempels of kussens). Eenrichtingsverkeer kan om praktische redenen niet ingesteld worden. Het landbouwverkeer zou problemen ondervinden ter hoogte van het Oud Klooster. Bovendien is het in de dorpskern van Dikkele niet mogelijk om plaatselijk verkeer van zwaar vervoer naar zijn bestemming te leiden via éénrichtingsstraten. Het gaat hier niet enkel om landbouwwerktuigen, ook om vrachtwagens en / of opleggers die de oogst komen ophalen. Wettelijk is enkel een uitzondering voorzien voor fietsers die een eenrichtingsstraat mogen / kunnen inrijden, iets wat dan ook aan de hand van verkeersborden moet aangeduid worden. Een circulatieplan (eenrichtingsverkeer) uitwerken behoort niet tot de mogelijkheden, daarvoor zijn de andere Dikkelse straten te smal en zou het probleem verlegd worden. Tot slot moet er nagedacht worden over de proportie van de te nemen maatregelen. Indien alle door de bewoners voorgestelde maatregelen zouden ingevoerd worden, zou men bij het binnenrijden misschien meer verkeersborden zien staan dan bomen, die dan ook nog midden in de ‘kouters’ zouden moeten geplaatst worden om de wettelijke afstanden tussen de borden na te leven. Raadslid Louis Ide is tevreden dat er controles zullen komen; de parkeerverboden zullen zorgen voor snelheidsremmend effect op autoverkeer; hij vraagt overleg na proefopstelling. Hij verklaart genoegen te nemen met deze uitleg en zijn dagordepunt terug te trekken, zodat hierover niet dient gestemd te worden. Mondelinge vragen: Bruno Tuybens, raadslid, meldt dat er enkele weken geleden op verschillende plaatsen langs de Boekelbaan en de Zuidlaan richtingaanwijzers werden geplaatst naar Agri Pauwels. De pijltjes, ter hoogte van het voetbalplein WIK Boekel en ter hoogte van Boekelbaan 18, leiden de bestuurders van zware ladingen door de nauwe woonstraat. Nochtans is er een verbodsteken 3.5 ton, en een aanduiding van ’spelende kinderen’. Het leidt tot scheuren in de gevels van de huizen. Vanuit het voetbalplein leidt de aanrijrichting naar het T-kruispunt waar grote vrachten moeilijk een bocht van 90 graden kunnen maken. Tijdens een bewonersbijeenkomst die de vorige bestuursploeg organiseerde (met schepen De Vriendt), werd afgesproken dat aan de toegang tot Kouteren (zowel aan het voetbalterrein van WK Boekel als aan de toegang ter hoogte van Boekelbaan 18) best wegwijzers zouden geplaatst worden die de grote vrachten zouden omleiden tot aan de toegang via de Zuidlaan. Er zou bij AWV afgetoetst worden of hiertoe de nodige wegwijzers langs de gewestwegen (Boekelbaan en Zuidlaan) kunnen geplaatst worden, hierover hebben we verder niets meer vernomen. Bovendien is nu vastgesteld dat op het grote kruispunt ‘Den Os’, dat in het midden staat van de aanrijstraten vanuit Boekelbaan en Zuidlaan, de verkeerswijzer aangeeft dat men zich een toegang tot Agri Pauwels kan verschaffen via de Boekelbaan en niet via de Zuidlaan. Hij heeft volgende vragen: Was de gemeente op de hoogte van de plaatsing van de pijltjes? Wie heeft de plaatsing uitgevoerd? Heeft de gewestwegbeheerder/Agri Pauwels zelf hierover advies of toestemming gevraagd aan het gemeentebestuur om de pijltjes op de gemeentewegen te mogen plaatsen? Zal het college de gewestwegbeheerder aanspreken over deze plaatsing? Francia Neirinck, raadslid, meldt dat de gemeente Maarkedal beslist heeft om op bepaalde tijdstippen de openbare verlichting te doven. De gemeente Zwalm zou opdracht hebben gegeven aan Eandis om dit ook te onderzoeken. Zij vraagt of hier al nieuws over is. Francia Neirinck, raadslid, vraagt wat de stand van zaken is van het dossier over de nabestemming van de kerken. Aldus gedaan in vermelde zitting De gemeentesecretaris Tineke Van Nieuwenhuyze
Ontwerpnotulen GR 20150226
De voorzitter van de gemeenteraad Werner Baudewijn