Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave 1.
TIP: klik direct op de hoofdstukken om gelijk daarheen te springen
Voorwoord............................................................................................................ 3
Jaarverslag 2013 2. Samen sterker voor het beste onderwijs voor elk kind............................. 5 3. De bestuurlijke organisatie.............................................................................. 5 4. Onderwijs............................................................................................................. 8 5. Personeel............................................................................................................. 1 1 6. Huisvesting..........................................................................................................15 7. Financiën............................................................................................................. 17 8. Continuïteitsparagraaf.....................................................................................18 Jaarrekening 2013 9.1 Grondslagen.......................................................................................................24 9.2 Financiële kengetallen.................................................................................... 27 9.3 Balans per 31 december 2013........................................................................28 9.4 Staat van baten en lasten per 31 december 2013.....................................29 9.5 Kasstroomoverzicht.........................................................................................30 9.6 Toelichting op de Balans.................................................................................3 1 9.7 Toelichting op de Staat van baten en lasten..............................................36 9.8 Voorstel voor de resultaatbestemming...................................................... 40 9.9 Treasuryverslag............................................................................................... 40 9.10 Verantwoording bruidsschat 2013 . .............................................................4 1 9.11 Vermelding van bezoldiging van topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen....................................................................42 9.12 Vermelding gegevens van een ieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat....................................................43 9.13 Kosten accountantscontrole..........................................................................43 9.14 Overzicht verbonden partijen........................................................................43 9.15 Gebeurtenissen na balansdatum..................................................................43 Controleverklaring....................................................................................................43 Overige gegevens.....................................................................................................45 Bijlagen 1. Overzicht geledingen OPSO...........................................................................47 2. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad..........................................49 3. Personeel en Financiën OPSO.......................................................................5 1 4. Overzicht Prestatiebox middelen OPSO.....................................................52 5. Financiële uitgangspunten voor de Meerjarenbegroting 2014-2017 . .52 6. De 1 oktobertelling en een gecorrigeerde prognose voor de jaren 2014-2017................................................................................. 54
1. Voorwoord Samen Sterker voor Beter Onderwijs voor Elk Kind. Dit jaarverslag 2013 laat zien dat we als samenwerkende stichtingen steeds meer verbinding met elkaar zoeken en dat we steeds dichter naar elkaar toe groeien. Het laat zien dat dit niet zomaar van zelf gaat, maar dat het werk is van mensen met een grote verantwoordelijkheid, betrokkenheid en passie voor hun dagelijks onderwijs aan de aan hen toevertrouwde kinderen. Dit jaarverslag gaat over ons onderwijs op onze scholen in onze kernen en onze regio. Het gaat over de wijze waarop we dat met elkaar trachten te realiseren. Het laat zien dat we iedere dag weer bezig zijn binnen onze stichtingen, onze scholen en in de groepen om met elkaar het beste onderwijs te verzorgen en daar waar nodig te verbeteren. Dit jaarverslag laat ook zien dat we dat niet alleen kunnen, maar elkaar en onze partners nodig hebben; anders redden we het niet. Anderen willen laten leren, betekent zelf met en van elkaar leren. Van elkaar leren als collega’s binnen elke geleding van onze samenwerkende organisaties voor het Openbaar Onderwijs in onze regio. Dat doen we als leerkrachten tijdens een gezamenlijke cursus NLP, hoogbegaafdheid of bewegings onderwijs. Dat doen we als team tijdens bijeenkomsten rond bijvoorbeeld werken met het digi-bord of het samen bekijken van de resultaten van de rekentoets. Dat doen we als directeuren op de gezamenlijke Directiedagen over teamleren en systeemontwikkeling of het monitoren van de onderwijsopbrengsten op de scholen. Dat doen we als gezamenlijke GMR’en over financiën of de gevolgen van de Krimp. Dat doen we als samenwerkende Colleges van Bestuur in onze zoektocht naar wat de samenwerking ons kan bieden aan nieuwe inzichten, werkwijzen en visies om het onderwijs zo goed mogelijk te besturen. Dat doen we als gezamenlijke Raden van Toezicht door onze (leer)ervaringen op toezicht te bundelen en te klankborden over de vraagstukken, waar onze stichtingen voor staan. De doelstellingen, die in dit jaarverslag vermeld staan, komen voort uit het vierjaren beleidsplan 2009-2012 van respectievelijk OPSO en SPOOR. ln het verslag hebben we per hoofdstuk de behaalde resultaten beschreven. En waar nodig aangevuld met een korte beschrijving van de achtergrond van een specifieke doelstelling. Daarnaast hebben we aandacht besteed aan ondernomen activiteiten en onze antwoorden op landelijke en lokale ontwikkelingen. Voor de komende vier jaar hebben we een Koersdocument opgesteld. ln het jaarverslag vindt u in de Continuïteitsparagraaf een overzicht van de beleidsvoornemens voor het lopende jaar.
3
Het jaarverslag 2013 laat zien dat we “op weg zijn”; het is een jaar met aanzetten tot een verdere ontwikkeling geweest. Verschillende zaken zijn opgepakt en leiden tot verbetering in de klas, de school en in de hele organisatie. Komende jaren werken we daar stap voor stap aan verder. Dat doen we op basis van een stabiel funda ment. De bedrijfsvoering is steeds beter op orde. Een compliment waard zeker in deze roerige tijden. De extra financiële middelen die wij in december 2013 mochten ontvangen, zullen wij dankbaar inzetten voor onze beide stichtingen, onze leerlingen en leerkrachten. We hebben ervoor gekozen het jaarverslag 2013 alleen digitaal uit te brengen. Een deel van de informatie is in de bijlagen opgenomen. Op deze manier verwachten we dat we de snelle lezer en degene die meer achtergrondinformatie zoekt beide te bedienen. Vooruit kijken en vooruit komen kan alleen met kennis van en respect voor de geschiedenis. Het Jaarverslag 2013 levert een bescheiden bijdrage aan dié geschiedenis: van OPSO en … van SPOOR. Met trots presenteren wij dit jaarverslag als resultaat van een bewogen en historisch jaar, waarin het fundament voor vertrouwen en verbinding is gelegd. Vol verwachting kijken we uit naar het voort bouwen aan ons gezamenlijk meesterschap voor het beste onderwijs voor elk kind in 2014. De samenwerkende Colleges van Bestuur van stichting OPSO en SPOOR Jelte de Graaf en Alina Kuiper
4
terug naar inhoudsopgave
2. Samen sterker voor het beste onderwijs aan ieder kind In het Koersdocument 2013-2016 hebben we onze visie als volgt omschreven: Onze openbare scholen nemen actief deel aan allerlei ontwikkelingen door initiatieven te ontplooien en verbeteringen in gang te zetten om het beste onderwijs aan ieder kind te realiseren. Wij zijn er op gericht om samen met het kind en de ouders alle creatieve, cognitieve, sociaal-emotionele en fysieke talenten te ontplooien. OPSO werkt vanuit deze missie intensief samen met SPOOR om kennis en inzichten te delen. Daarnaast gaan we efficiënter met de middelen om en vullen wij onze ondersteuningsplicht beter in. Onze inspiratie is het verschil te maken door samen het beste onderwijs te bieden aan uw kind. Dit doen we vanuit onze kernwaarden:
Vertrouwen Wij gaan uit van de mogelijkheden van ieder mens en stimuleren iedere betrokkene zichzelf verder te ontwikkelen, zijn van nature nieuwsgierig naar de ander en heten iedereen welkom.
Verbinden Iedereen binnen en buiten de organisatie: kind, medewerkers en andere betrokkenen weten zich erkend en geaccepteerd ongeacht geloof, ras, huidskleur, geslacht, taal en afkomst. Iedereen is in staat is om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan en op een constructieve wijze samen te werken. Verschillen in visie en geloofsovertuigingen zien we en ervaren we als een bron van inspiratie. Samen komen we verder.
Meesterschap
• elke medewerker is op zijn/haar vakgebied een professional die kritisch naar zichzelf kijkt, zich openstelt voor anderen en nieuwe opvattingen op waarde weet te schatten. • elke medewerker is eigenaar van het vak dat hij uitoefent en laat iedereen profiteren van eigen ervaringen en nieuwe inzichten. • elke medewerker is in staat de verschillen te overbruggen, betrokkenen te verbinden en echt vertrouwen te geven aan kinderen, ouders en collega’s. Elke medewerker ontwikkelt zich permanent om het vakmanschap te onderhouden en te verbeteren.
Van onze medewerkers verwachten wij dat zij handelen vanuit deze drie kernwaarden en elkaar daarop aanspreken. Wij zetten het gedachtengoed gebaseerd op ‘de lerende organisatie’ in als voertuig voor verandering.
3. De bestuurlijke organisatie De stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend is sinds 2011 een zelfstandige stichting, die 15 scholen in Purmerend bestuurt. De stichting kent een eenhoofdig CvB1. In het toezicht is voorzien in de vorm van een Raad van Toezicht, bestaande uit drie personen. De GMR 2 bestaat uit een Personeels- en Oudergeleding. Ten behoeve van de ondersteuning van het CvB en de directies van de scholen is, het Servicebureau, ingericht. Per 1 januari 2012 werkt OPSO samen met SPOOR, die eenzelfde doelstelling, een vergelijkbare organisatie-inrichting kent en openbaar primair onderwijs verzorgt in het werkgebied dat loopt van Landsmeer/Oostzaan tot in Zeevang. De samenwerkingsovereenkomst tussen beide besturen maakt het mogelijk om op bestuurlijk niveau als het ware als één organisatie te functioneren. Dit betreft dan de twee samenwerkende Raden van Toezicht, de twee samenwerkende Colleges van Bestuur en de samengestelde GMR. De medewerkers van het Servicebureau voeren werkzaamheden uit voor zowel OPSO als SPOOR.
1 2
CvB: College van Bestuur GMR: Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
5
De doelstellingen, zoals deze opgenomen in het jaarverslag 2012 zijn:
1. opstellen van een strategisch meerjarenbeleidsplan samen met SPOOR; 2. verdere intensivering van de samenwerking met SPOOR op bestuurlijk, toezicht en medezeggenschapsterrein; 3. verdere profilering van de scholen; 4. aanpassing van de klachtenregeling aan actuele inzichten.
De resultaten:
1. het strategisch meerjarenbeleidsplan is in het afgelopen jaar opgesteld en voorgelegd aan de directies, de GMR en de Raad van Toezicht; 2. de samenwerking met SPOOR is geïntensiveerd. De wijze waarop dat is gebeurd staat in het vervolg van het jaarverslag vermeld; 3. nog niet gerealiseerd; 4. nog niet gerealiseerd.
De versterking van de bestuurlijke samenwerking De samenwerking tussen de Colleges van Bestuur van OPSO en SPOOR is intensiever geworden en sinds de zomer van 2013 werken zij op basis van een interne portefeuilleverdeling. De bestuurder van OPSO is voorzitter van de samen werkende Colleges van Bestuur en beheert de portefeuilles Onderwijs, Personeel en Communicatie. De bestuurder van SPOOR heeft de portefeuilles Huisvesting, Financiën en het Servicebureau. Deze basis van besturen is versterkt door een vast wekelijks overleg en een besluitenlijst welke wordt gepubliceerd in De Newz, het tweewekelijks bulletin voor directeuren. Daarnaast stellen we deze ter beschikking aan De Raad van Toezicht en de GMR. In september 2013 is een voorlopig Strategisch Beleidsplan 2013- 2016 en gezamenlijk Jaarplan 2014 vastgesteld dat inzicht geeft in de voorgenomen concrete activiteiten en beoogde resultaten voor dat jaar. In dat kader zijn de samenwerkende Colleges begonnen met de voorbereiding van een antwoord op drie belangrijke strategische vraagstukken: • de daling van het aantal leerlingen; • het monitoren van de onderwijsopbrengsten en de kwaliteit daarvan en • een exactere onderbouwing van het financieel meerjarenperspectief van beide stichtingen. Het voorlopig vastgestelde Strategisch Beleidsplan is voor advies voorgelegd aan de directies, de Raad van Toezicht en de GMR. Het beleidsplan is kritisch beschouwd wat ertoe geleid heeft dat begin 2014 het Strategisch Beleidsplan omgezet zal worden in een Koersdocument 2013- 2016. Het Jaarplan 2014 is vastgesteld. De samenwerkende Raden van Toezicht kijken vooruit In het verslagjaar 2013 zijn de beide Raden van Toezicht van OPSO en SPOOR nog intensiever gaan samenwerken. Na een gezamenlijke evaluatie hebben de toezichthouders hun drie taken onder de loep genomen. Het betreft het houden van toezicht op, het (on)gevraagd adviseren aan en het vervullen van de werkgeversrol van de Colleges van Bestuur. Naar aanleiding van deze bijeenkomst hebben de Raden van Toezicht hun ontwikkelpunten benoemd: 1. Bij de doorontwikkeling van de bestuurlijke samenwerking zal, rekening houdend met de politiek bestuurlijke omgeving van SPOOR en OPSO naar een optimaal en tegelijkertijd haalbaar model toe worden gewerkt. 2. Er wordt gezocht naar een vervolgstap in de relatie met de stakeholders van onze onderwijsorganisaties. De GMR is als vertegenwoordiger van personeel en ouders het eerste aanspreekpunt. De Raden van Toezicht en de samen werkende GMR-en ontmoeten elkaar twee keer per jaar. De thema’s van de twee gezamenlijke bijeenkomsten betroffen de onderwijskwaliteit in relatie tot de daling in het totaal aantal leerlingen en de, al dan niet, geconstateerde samenhang hierin. De Raden van Toezicht hebben zich er in verdiept hoe ouders meer bij het toezicht betrokken kunnen worden.
6
3. De huidige Raden van Toezicht zijn samengesteld uit de voormalige bestuursleden van beide stichtingen. Er is een rooster van aftreden vastgesteld en een termijn, waarbinnen de samenwerkende Raden vernieuwd moeten zijn. 4. Ten behoeve van de invulling van het werkgeverschap is een renumeratiecommissie samengesteld. 5. De Auditcommissie is ingesteld om de financiële huishouding van OPSO en SPOOR te volgen.
In de Auditcommissie is in 2013 het volgende aan de orde geweest: • de interim-rapportage, opgesteld door de accountant; • de jaarrekening 2012; • het accountantsrapport behorend bij de jaarrekeningen; • de managementrapportages 2013; • de meerjarenbegrotingen 2014-2017; • de eerste opzet voor het Risicomanagement voor OPSO.
Bijeenkomsten SPOOR-raad en gemeente Purmerend Vanuit de verticale verantwoordingsplicht zijn er in 2013 twee bijeenkomsten geweest met de SPOOR-raad en de gemeente Purmerend. Daarin zijn de volgende zaken aan de orde geweest:
1. 2. 3. 4.
de meerjarenbegrotingen 2013-2016; het lopende Sociaal Plan; de verwachte leerlingaantallen; de jaarrekeningen van beide stichtingen.
Samenwerkingspartners anno 2013 De invoering van Passend Onderwijs heeft in 2013, naast de voorbereiding op inhoud, vooral aandacht voor de inrichting van een nieuwe bestuurlijke structuur en organisatie gevraagd. De samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs in de Zaanstreek en in Waterland zijn beide vergroot met meerdere nieuwe bestuurlijke partners, waaronder de deelnemende besturen voor speciaal onderwijs. De bestuurlijke veranderingen hebben er toe geleid dat OPSO deelneemt in de volgende samenwerkingsverbanden: 1. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Waterland (27-06); 2. Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Waterland (27-07). Bestuurlijke contacten en samenwerking met kinderopvang en peuterspeelzaalorganisaties zijn in ons werkgebied afgelopen jaar zeer divers en intensief (SKOP, PSZ Pinkeltje), geweest. Er is een nauwe samenwerking geweest met CPOW3 binnen het kader van Passend Onderwijs en op het terrein van huisvesting. Een voorbeeld hiervan is de “scholenschuif” in Purmerend-Noord en de samenwerking in de twee brede scholen ‘De Kraal’ en ‘De Weide’ Tevens is er een samenwerking gerealiseerd met het Ortho-Pedagogisch-Dagcentrum (ODC), De Prinsenstichting en de Martin Luther Kingschool voor (V)SO door genoemde organisaties in één gebouw te huisvesten. Hiermee is een verregaande samenwerking tussen een zorginstelling en een onderwijsinstelling tot stand gekomen. Gemeenschappelijk adviseren en instemmen De samenwerkende GMR SPOOR-OPSO heeft consciëntieus advies gegeven betreffende het Sociaal Plan. Hierbij heeft de personeelsgeleding haar instemmingsrecht bewaakt en ingevuld. De jaarrekening, het bestuursformatieplan en de begroting is aan de GMR voorgelegd. De GMR brengt een eigen jaarverslag uit. Informatie over de activiteiten van de GMR is te vinden op de website www.opspoor.nl
3
CPOW = Stichting Confessioneel Onderwijs Waterland.
7
terug naar inhoudsopgave Een stevige positie van het Directieberaad In 2012 hebben de samenwerkende Colleges van Bestuur en de directeuren een model voor de inrichting van het directieberaad ontwikkeld. Bij de evaluatie in het voorjaar 2013 is geconstateerd dat de inrichting van het directieberaad, met projectgroepen en clusters, niet het gewenste resultaat gaf. Met ingang van het nieuwe schooljaar is er een agenda commissie, bestaande uit een vertegenwoordiging van directeuren, beleidsmedewerkers en bestuurders samengesteld. De nieuwe invulling van de directiebijeenkomsten kenmerkt zich nu door: • meer ruimte voor uitwisseling van ervaringen en • inspraak op voorstellen van de samenwerkende Colleges; • er zijn nieuwe projectgroepen gevormd; • de opdracht en aanpak van de projectgroep wordt in het directieberaad geagendeerd, zo ook het concept advies, voordat het naar het CvB gaat. Het Servicebureau Het Servicebureau kent vier afdelingen, Financiën, Personeelszaken, Huisvesting en Onderwijs en een bestuurs secretariaat. Het Servicebureau wordt aangestuurd door de portefeuillehouder Servicebureau. Een plan van aanpak en een concept functieboek dragen bij aan een structuur en werkwijze, waarbinnen medewerkers de verantwoordelijkheid voor hun taken kunnen nemen. Een goede onderlinge samenwerking is daarvoor een vereiste, waaraan het afgelopen jaar door het vormen van afdelingen met zowel SPOOR- als OPSO-medewerkers is gewerkt. Medewerkers van het Servicebureau zijn leverancier van informatie, adviseur en ondersteuner van de samenwerkende Colleges, de samenwerkende toezichthouders en de directeuren. Complementair daaraan worden directeuren nadrukkelijk gestimuleerd hun verantwoordelijkheid voor hun school binnen bestuurlijke kaders- te nemen. De interim-rapportage van de accountant en het externe adviesrapport ‘In Balans” maken duidelijk dat de onderliggende werkprocessen en de Planning- en Control cyclus om stapsgewijze stevig ingezette verbetering vragen. Naast regelmatige gezamenlijke overleggen zorgt de verschijning van een digitale nieuwsbrief ervoor dat alle medewerkers op de hoogte blijven van de ontwikkelingen binnen SPOOR en OPSO.
4. Onderwijs De doelstellingen, zoals deze opgenomen in het jaarverslag 2012 zijn: 1. ontwikkelen en opstellen van schoolgebonden zorgprofielen; 2. afronding van de invoering HGPD4; 3. borging van de zelfevaluatie binnen de interne kwaliteitscyclus; 4. opstellen van een bestuurlijke monitor; 5. verdere uitvoering van het excellentieproject; 6. verdere ontwikkeling opbrengstgericht werken in de school.
Resultaten:
1. a lle scholen van OPSO hebben een schoolondersteuningsprofiel, waarin staat welke mogelijkheden de school heeft voor de ondersteuning van leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften; 2. de implementatie van HGPD is afgerond. De borging vraagt nog aandacht en wordt bewerkstelligd door de inzet van onderwijsondersteuners vanuit de Schoolbegeleiding in 2014; 3. de zelfevaluatie is voorbereid en wordt in het voorjaar van 2014 uitgevoerd; 4. sinds het voorjaar van 2013 wordt binnen OPSO voor alle scholen gewerkt met de module Bovenschoolse rapportage bij het Computerprogramma LOVS van CITO. De ‘webbased’ applicatie geeft het bestuur en de scholen een goed inzicht in de ontwikkeling van de opbrengsten op korte en langere termijn; 5. de bovenschoolse projectonderdelen van het excellentieproject zijn gecontinueerd en ook ingezet voor de overige scholen van OPSO en voor SPOOR;
4
HGPD: Handelingsgerichte Procesdiagnostiek
8
6. per school is er een plan van aanpak voor het verhogen van de opbrengsten gemaakt. De scholen zijn daarbij direct of indirect ondersteund door de schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek-Waterland.
Beeld onderwijskwaliteit vanuit de inspectie 1. Scholen met een basisarrangement De Inspectie van het Onderwijs heeft voor onderstaande scholen op 9 september 2013 het basisarrangement vastgesteld. Dit betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. Schoolnaam OBS Willem Eggert
OBS Wheermolen
OBS ’t Carrousel
OBS De Ranonkel
SBO Het Tangram
OBS De Delta
OBS Weidevogels
SO M.L. Kingschool
2. Scholen met een basisarrangement met attendering De opbrengsten van de onderstaande scholen liggen het laatste jaar onder de ondergrens die de inspectie hanteert. De inspectie adviseert om maatregelen te nemen om deze scholen weer boven de ondergrens te brengen. Schoolnaam OBS De Dijk
OBS De Koempoelan
3. Scholen met een basisarrangement met waarschuwing De opbrengsten van onderstaande scholen liggen voor het tweede opeenvolgende jaar onder de ondergrens die de inspectie hanteert. De inspectie adviseert een plan van aanpak op te stellen op basis waarvan de opbrengsten volgend schooljaar weer boven de ondergrens komen. Schoolnaam OBS De Akker
OBS ’t Pierement
OBS De Nieuwe Wereld 4. Scholen met het predicaat “ zwak ” Schoolnaam OBS De Boemerang
OBS Oeboentoe
Bovenstaande resultaten hebben geleid tot de volgende acties:
• In het directieberaad zijn de opbrengsten van alle scholen besproken en heeft er een uitwisseling plaatsgevonden t.a.v. “good practices” en het monitoren van de opbrengsten gekoppeld aan opbrengstgericht werken. • De scholen met een attendering of waarschuwing hebben een plan van aanpak gemaakt waarin zij aangeven hoe de resultaten verbeterd kunnen worden. • De scholen met het predicaat “zwak” staan onder verscherpt toezicht. Ze dienen te voldoen aan de eisen die daaraan gesteld worden en krijgen tussentijds bezoek van de inspectie. Deze trajecten verlopen op dit moment naar wens en liggen op schema.
1
CvB: College van Bestuur
9
• De werkwijze met betrekking tot monitoring van de ontwikkeling van de scholen is afgestemd. Vanaf augustus 2013 worden drie schoolbezoeken per jaar door de beleidsmedewerkers op scholen afgelegd. Dit zijn een planningsgesprek (begin van het jaar), een voortgangsgesprek (midden in het jaar) en een “vooruit evaluatie” (aan het einde van het jaar).
Overige activiteiten: Schakelklas De Schakelklas is bedoeld voor leerlingen tussen (bijna) zes en twaalf jaar die minder dan een jaar in Nederland wonen. Tijdens hun eerste schooljaar in Purmerend leren ze in de Schakelklas goed Nederlands spreken en schrijven. De schakelklas is tot stand gekomen door samenwerking van de gemeente Purmerend en de twee grootste schoolbesturen in Purmerend, CPOW en OPSO. De afspraken die daarbij zijn gemaakt zijn vastgelegd in het ‘Convenant Schakelklas Purmerend’. Er zijn in 2013 zes leerlingen vanuit OPSO/SPOOR in de schakelklas geplaatst en negen leerlingen rechtstreeks vanuit de begeleiding door Vluchtelingenwerk ingestroomd. Samenwerkingsverband Waterland Door het SWV Waterland zijn de volgende activiteiten ondersteund. - H et Schoolondersteuningsplan5 Resultaat: alle scholen hebben een SOP - Cursus handelingsgericht leidinggeven aan een ondersteuningsteam Resultaat: de volgende scholen hebben deze cursus afgerond: De Boemerang, Oeboentoe, Willem Eggert, De Nieuwe Wereld en sbo Het Tangram. - Handelingsgerichte Procesdiagnostiek Resultaat: alle scholen werken aan de hand van het format en denkwijze van HGW6 - Implementatie ondersteuningsteam Resultaat: alle scholen hebben een ondersteuningsteam (zorgteam). Vertegenwoordigers van de scholen nemen actief deel binnen advies en netwerkgroepen georganiseerd vanuit het samenwerkingsverband Netwerk intern begeleiders Er zijn drie OPSO/SPOOR netwerkbijeenkomsten geweest waaronder een studiedag over oplossingsgericht denken en doen. ICT In 2013 zijn op alle scholen digi-borden in gebruik genomen en zijn de bestaande gezamenlijk overleggen van de ICTcoördinatoren van SPOOR en stichting OPSO samengevoegd. Het, op experimentele basis, gestarte werken met tablets in de groep, vooral op SPOOR-scholen, werd met de OPSO-scholen gedeeld. Verder is er gestart met de implementatie van Office 365 (mailen en delen in de Cloud). Cultuureducatie Onder penvoering van Wherelant doen scholen van OPSO mee aan het project ‘Cultuur met Kwaliteit’, gesubsidieerd door de provincie met als doel cultuur in de scholen te promoten en te verbinden met het bestaande curriculum. Er zijn proefstages georganiseerd waarbij een kunstenaar voor 20 uur aan de school verbonden werd.
5 6
SOP; schoolontwikkelingsprofiel HGW: Handelingsgericht werken
10
terug naar inhoudsopgave BSO Door het ministerie van Onderwijs is bepaald dat scholen verantwoordelijk zijn voor de aansluiting met Buitenschoolse Opvang. OPSO heeft daartoe een overeenkomst gesloten met de stichting Kinder Opvang Purmerend waarin is afgesproken dat deze organisatie kinderopvang biedt voor de kinderen van alle reguliere basisscholen van OPSO.
Klachten: Ingediend bij de vertrouwenspersoon In het kader van de klachtenregeling onderwijs is de externe vertrouwenspersoon in 2013 bij één kwestie betrokken geweest. Deze kwestie is met een positief resultaat afgehandeld. Ter professionalisering van de werkpraktijk is in november 2013 een netwerkbijeenkomst georganiseerd en begeleid, met als thema de nieuwe regelgeving rondom pesten. Door leden van de schoolorganisatie en ouders is gedurende het jaar 2013 acht keer gebruik gemaakt van de helpdesk voor advies en informatie. Er zijn in 2013 geen klachten ingediend bij het bestuur.
Communicatie De Newz, de nieuwsbrief bestemd voor directeuren heeft een nieuwe opzet en verschijnt iedere twee weken. Het Onderwijsvel(t), bestemd voor alle medewerkers, verschijnt drie keer per jaar.
5. Personeel De doelstellingen, zoals deze opgenomen waren in het jaarverslag 2012: 1. invoering van de tweede fase functiemix; 2. verdere uitwerking van de gesprekkencyclus inclusief de verwerking van de competenties die samenhangen met Opbrengstgericht werken; 3. opstellen klokkenluidersregeling. De resultaten: Deze drie doelstellingen zijn in het afgelopen jaar niet gerealiseerd en worden in het komend jaar verder uitgewerkt. Binnen OPSO wordt 81,42% van de middelen besteed aan personele kosten. Onder personele kosten wordt niet alleen verstaan de salariskosten maar ook alle, aan personeel gerelateerde, kosten zoals nascholing, contractkosten arbodienst en arbozorg, schoolbegeleidingsactiviteiten etc. Goed personeel en geeft uitvoering aan kwalitatief onderwijs, werkt mee aan de schoolvisie, doet nieuwe kennis op, analyseert de opbrengsten van het onderwijs, inspireert kinderen en heeft nauwe contacten met de ouders. Werken in het onderwijs is een uitdaging. Door goed werkgever-, leiderschap- en afgestemde HRM-instrumenten zorgt OPSO er voor dat de medewerkers hun werk optimaal kunnen uitvoeren. OPSO hanteert voor alle werknemers in vaste dienst het principe van werkgelegenheidsbeleid. En wil zich op de arbeidsmarkt profileren als een aantrekkelijke werkgever die het personeel kansen biedt, stimuleert in een prettige werkomgeving te werken aan de eigen ontwikkeling en die van de organisatie. Dit principe staat onder druk als gevolg van de demografische ontwikkeling en de daaruit voortvloeiende daling van het leerlingenaantal.
11
Onderstaand een opsomming van belangrijke ontwikkelingen in 2013 op het gebied van personeel:
Ziekteverzuim: In 2013 is wederom gebruik gemaakt van Tredin als arbodienst. Bij Tredin ligt het accent op de benadering van ziekte verzuim vanuit de arbeidsdeskundige. Tredin gaat uit van “verzuim is een keuze”. In 2013 is het gemiddeld percentage ziekteverzuim 5,96%. Naar verwachting bedraagt het landelijk gemiddelde 6,5%. Overzicht ziekteverzuim OPSO: Jaar
Percentage
Landelijk
2011
5,79%
6,70%
2012
4,96%
6,00%
2013
5,96%
6,5%
Ten opzichte van 2012 is er sprake van een daling van het percentage. Het verzuimpercentage is voor een groot deel te verklaren door langdurig verzuim vanuit medische factoren waar we als werkgever geen invloed op hebben. Slechts een klein gedeelte is werk gerelateerd. De meldingsfrequentie bedraagt 1,15. In 2012 bedroeg deze 1,01.
Vervangingsfonds: Binnen OPSO is de mogelijkheid “eigen risicodrager voor vervanging” onderzocht. Vooralsnog is niet besloten om over te gaan tot een eigen risicodragerschap vanwege de hoge financiële risico’s. Tegelijkertijd realiseren wij ons dat het kansen biedt om zelf keuzes te maken in de wijze van vervangen in geval van verzuim.
Personele Ontwikkelingen: Het aantal leerlingen op een school is de basis voor de formatieve ruimte. Ook in 2013 is er sprake van een daling van het aantal leerlingen op de scholen van OPSO. Op de reguliere teldatum (1 oktober 2013) daalde het aantal leerlingen op de basisscholen met 130 naar 3.593 leerlingen (-3,49%). Het speciaal basisonderwijs steeg met 2 naar 176 leerlingen (+ 1,15%). Het speciaal onderwijs daalde in 2013 ten opzichte van 2012 met 7 naar 52 leerlingen (-11,86%). Het voortgezet speciaal onderwijs is in leerlingenaantal met 15 gestegen (+ 20%). Het aantal gewichtenleerlingen is daarentegen licht gestegen. Op 1 oktober 2013 bedroeg het totaal van het schoolgewicht 74. Op 1 oktober 2012 was dit aantal 72(+ 2,78%). Dit heeft geleid tot een forse daling van de inkomsten. Op 1 augustus 2013 waren er 387 personeelsleden in dienst met een totale omvang in fte’s van 291,70. Ten opzichte van 1 augustus 2012 is er een daling van 37 personeelsleden en een daling in fte’s van 31,53 (- 9,75%). Deze uitstroom is tot stand gekomen door het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen, WAO-afkeuringen, ontslag op eigen verzoek en ontslag i.v.m. FPU7 of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Deze uitstroom is zowel absoluut als relatief hoger dan in het verslagjaar 2012. (18,12 fte’s respectievelijk 5,61%). In de bijlage zijn verschillende overzichten ten aanzien van de personele ontwikkelingen terug te vinden. Hieronder zijn enkele grafieken opgenomen: VERHOUDING MAN/VROUW
VERDELING PERSONEELSCATEGORIE 6%
15%
18% 85%
MAN
DIRECTEUREN
76%
OOP (onderwijs ondersteunend personeel)
VROUW
7
FPU; (Flexibel Pensioen en Uittreden)
OP (onderwijzend personeel)
12
VERHOUDING VOLTIJD/PARTTIME:
LEEFTIJDSCATEGORIE 1% 16% 29% 19% 35%
15-24 jaar
32%
25-34 jaar 35-45 jaar 45-54 jaar
68%
voltijd parttime
55-65 jaar
Het terugbrengen van de personeelsomvang is noodzakelijk. De terugloop van het aantal fte’s wordt onder andere ingegeven door demografische ontwikkelingen, stille bezuinigingen (verhoging van de werkgeverslasten). Als gevolg hiervan heeft het CvB zich genoodzaakt gezien om, na overleg met de vakcentrales, een Sociaal Plan 2012-2014 vast te stellen om financiële tekorten in de toekomst te voorkomen. Het CvB richt zich met het Sociaal Plan voornamelijk op activiteiten en maatregelen die vrijwillig ontslag en/of mobiliteit stimuleren om medewerkers naar ander werk te begeleiden. Dit kan zowel binnen als buiten OPSO zijn. Het CvB wil hiermee gedwongen ontslag aan het eind van de planperiode (november 2014) voorkomen. Zij kan hiervoor geen garantie gegeven. In het verslagjaar zijn activiteiten gestart om medewerkers direct van werk en naar werk te begeleiden. Op basis van een stand van zaken op 1 augustus 2013 moet nog 8,3106 fte van de totale taakstelling van (afgerond) 13,7 fte worden gereduceerd. Deze reductie heeft betrekking op het onderwijs ondersteunend personeel. De geplande reductie voor de categorieën onderwijzend personeel en directies is gehaald.
Functiemix Op basis van de cao-PO is elk schoolbestuur verplicht functies uit te reiken aan personeelsleden gekoppeld aan een LB-schaal en voor het personeel in het basisonderwijs aan een LC-schaal voor personeel werkzaam in speciaal basis onderwijs respectievelijk (voortgezet) speciaal onderwijs. Op 1 augustus 2013 diende op bestuursniveau het percentage LB-functies, 35% te zijn en het percentage LC-functies, 11% van het totale personeelsbestand. Met betrekking tot de LC-functies voldoen we als bestuur aan de norm; wat de LB-functies betreft komen we niet verder dan een derde (ruim 13% van het totale personeelsbestand) van de gestelde opgave. De redenen voor het achterblijven van deze ontwikkeling zijn: 1. de functiemix krijgt zijn invulling in een krimpende markt of rekening houdend met een daling van het aantal fte’s is het streven om op het gewenste percentage uit te komen; 2. de functiemix moet ondersteunend zijn voor de schoolorganisatie en passend in de onderwijsontwikkeling. De ontwikkeling van de gewenste functies binnen de school organisatie houdt geen gelijke trend met de invoering van de functiemix. In vier jaar tijd moet gegroeid worden van 0% naar 46% LB-functies in het basisonderwijs. Tevens moeten scholen samen met hun medewerkers vormgeven aan de onderwijsontwikkeling en die laten aansluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen.
Individuele scholing
• het bovenschoolse scholingsaanbod is gericht op de competenties van een leerkracht; vakinhoud, didactiek en samenwerking staan centraal; • het thema voor het bovenschoolse aanbod is “kennis is macht, kennis delen is kracht”. Door het scholingsaanbod aan te sluiten aan de competenties van een leraar wordt een link gelegd met de Gesprekkencyclus8, waardoor een verdere implementatie kan plaatsvinden. • het cursusaanbod bestond uit 17 cursussen en thema-avonden, die door in totaal 508 personeelsleden van OPSO en SPOOR zijn bezocht. Naast bovenschools is er ook op schoolniveau een scholingsaanbod. Dit richt zich op de gezamenlijke ontwikkeling van een team als geheel, dan wel de begeleiding van het team bij bijvoorbeeld de invoering van een nieuwe methode.
Gesprekkencyclus: schema van functionerings- en beoordelingsgesprekken.
8
13
Bedrijfshulpverlening Op elke school zijn er minimaal twee medewerkers opgeleid tot BHV-er. Op de meeste scholen zijn er meer dan twee BHV’ers, mede afhankelijk van de aard, grootte en ligging van de school. Er wordt op de scholen twee keer per jaar een ontruimingsoefening gehouden. In 2013 hebben de “oude” BHV-ers voor de eerste keer deelgenomen aan de herhalingsopleiding BHV nieuwe stijl. Dit hield in dat zij één woensdagmiddag per jaar de gecombineerde en geïntegreerde training voor levensreddende eerste hulp én brandbestrijding volgden. De training is op maat gemaakt voor het primair onderwijs en wordt verzorgd door V.A.K. Bedrijfshulpverlening in Purmerend. De training is door de deelnemende BHV-ers als positief beoordeeld. Er zijn elk jaar ook weer “nieuwe” BHV-ers nodig. De nieuwe BHV-ers hebben de basisopleiding BHV gevolgd. Alle preventiemedewerkers hebben in de afgelopen anderhalf jaar op hun eigen school met behulp Arbomeester de RI&E9 uitgevoerd (inclusief de Quickscan Welzijn Personeel). In juni 2013 zijn de RI&E’s van alle scholen met de bijbehorende Plannen van Aanpak, conform de wettelijke verplichting, ter toetsing voorgelegd aan ArboRapport in Purmerend en inclusief de Plannen van Aanpak goedgekeurd. De actiepunten worden door de scholen uitgevoerd. Uit een aantal RI&E’s is naar voren gekomen dat omgaan met agressie op de scholen een punt van aandacht is. OPSO en SPOOR hebben drie maal een training “Omgaan met tegenwerkend gedrag en agressie in het PO” georganiseerd waaraan 47 medewerkers hebben deelgenomen.
Overige zaken: Klokkenluidersregeling: Het streven was om een regeling op te stellen zodat bescherming geboden kan worden voor medewerkers die vermoedens van misstanden willen melden. Deze regeling is nog niet tot stand gekomen. Administratie: In 2013 is een onderzoek opgestart voor verdere ontwikkeling van de administraties binnen de afdeling Financiën en Personeelszaken in eigen beheer. Inmiddels zijn op de markt diverse softwaresystemen voorhanden die het perspectief bieden van meer efficiëntie binnen de werkzaamheden van de medewerkers van het Servicebureau. Dit onderzoek zal in 2014 worden afgerond. Samenwerking SPOOR-OPSO: Binnen de afdeling PZ zijn eind 2013, voor zowel OPSO als SPOOR, formulieren opgesteld ten einde de werkprocessen betreffende aanvragen van diverse verloven maar ook van diverse vergoedingen, beter te stroomlijnen maar ook om voor beide stichtingen uniformiteit te hanteren. De samenwerking tussen SPOOR en OPSO heeft ook verder vorm gekregen door uitwisseling van personeel én instand houding van basisscholen op basis van de gemiddelde schoolgrootte voor beide organisaties waarbij deze als één eenheid moet worden beschouwd. 9
RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie
14
terug naar inhoudsopgave
6. Huisvesting De doelstellingen, zoals deze opgenomen waren in het jaarverslag 2012: 1. uitvoering planmatig meerjarenonderhoud; 2. insourcen dagelijks onderhoud; 3. afronding nieuwbouw Martin Luther Kingschool; 4. bestuurlijk en uitvoeringspartner in diverse renovatieprojecten t.w. De Dijk, De Boemerang en De Akker. De resultaten: Alle doelstellingen zijn gerealiseerd met uitzondering van de verhuizing van De Akker en de bijbehorende bouwkundige maatregelen. Een goede huisvesting is belangrijk voor kwalitatief goed onderwijs en het goed laten functioneren van leerlingen en personeel. Het is een uitdaging om de kwaliteit te handhaven en naar een hoger niveau te tillen. Het bestuur heeft, samen met directies, de verantwoordelijkheid te zorgen voor een adequate onderhoudsstaat van de gebouwen. Het onderhoud van de gebouwen speelt zich op verschillende niveaus af. De scholen hebben in 2013 mandaat gekregen om kleine zaken in het dagelijks onderhoud zelf op te lossen. Hiervoor hebben zij een contactenlijst gekregen met gegevens van diverse partijen van verschillende disciplines waarmee door het bestuur contractafspraken zijn gemaakt. Daarnaast is er budget vrijgemaakt voor het planmatig onder houd. In dit overzicht kunnen we monitoren welke grotere onderhoudswerkzaamheden per schoolgebouw noodzakelijk zijn. Dit zijn grotere uitgaven met een preventief karakter (zoals schilderwerk). De bewaking van deze planning en het beschikbare budget wordt bovenschools gecoördineerd en bewaakt. Voor een gedeelte van het onderhoud krijgt de gemeente geld van het Rijk, dit budget dient te worden aangevraagd door middel van een huisvestingsaanvraag. Het gaat hier vooral om onderhoud aan de buitenkant van een schoolgebouw en het schoolplein. Op basis van de Huisvestingsverordening wordt de aanvraag al dan niet gehonoreerd. 2014 is het laatste jaar dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het buitenonderhoud aan schoolgebouwen. Om de drie niveaus goed uit te kunnen voeren wordt er gewerkt met een MOP10. Klein onderhoud wordt ingeschat op basis van het verleden en groot onderhoud wordt verdeeld in kosten voor rekening van het bestuur en kosten voor rekening van gemeente. Deze MOP is ondertussen opgesteld voor beide stichtingen waarbij tevens een belangrijke voorwaarde is vervuld voor een intensievere samenwerking binnen de afdeling huisvesting van het Servicebureau. Alle kosten die gemaakt worden om van een pand gebruik te maken (onderhoud, energie, schoonmaak etc.) zijn de zogenaamde exploitatiekosten. Door de krimp van het aantal leerlingen worden er minder inkomsten gegenereerd terwijl de exploitatiekosten nagenoeg gelijk blijven. Er komen lokalen leeg te staan (zie figuur 1) die we alleen weloverwogen kunnen afstoten. In de tussentijd blijven ze gewoon meetellen in de exploitatie. In het kader van de notitie “Vitale en Duurzame scholen” zullen we richting geven aan de inrichting van ons onderwijs in een situatie van leerlingendaling. Besluiten betreffende het afstoten van lokalen passen in dit traject. LEEGSTAND LOKALEN SCHOOLJAAR 2012/2013
20
153
Aantal lokalen in gebruik 153 (173) Aantal lokalen leeg 20 (173)
Het vergt steeds meer creativiteit om de inkomsten en uitgaven in balans te houden. Een voornemen is om meer te sturen op het efficiënt gebruiken van energie om zo een deel van de exploitatie beter in balans te krijgen.
10
MOP; Meerjarenonderhoudsplan
15
Verhuizing kantoor servicebureau Begin 2013 is ons kantoor verhuisd naar een pand in het centrum van Purmerend. De jaarlijkse besparing beloopt ca. € 105.000 aan huur op jaarbasis.
Schoolbezoeken afdeling huisvesting In 2013 zijn de medewerkers van de afdeling Huisvesting op schoolbezoek geweest bij alle scholen van OPSO en SPOOR voor een overleg met de directeur. De basis van dit overleg was een standaard vragenlijst met, aan huisvesting gerelateerde, zaken. De OPSO-medewerkers hebben hierbij SPOOR-scholen bezocht en vice versa. De uitkomst van de bezoeken zullen begin 2014 worden verwerkt en resulteren in een actielijst.
Huisvestingsprojecten Nieuwbouw Martin Luther Kingschool Op 19 augustus 2013 is de Martin Luther Kingschool officieel opgeleverd en de opening heeft plaatsgevonden op 1 november 2013. Scholenschuif Purmer-Noord In februari 2013 zijn de vertegenwoordigers van de Purmerendse schoolbesturen voor primair onderwijs door de gemeente Purmerend uitgenodigd om te praten over onderwijshuisvesting in relatie tot de te verwachten krimp. Na een aantal overleggen is afgesproken om in de Purmer-Noord een zogenaamde scholenschuif te realiseren. OBS De Dijk en OBS De Ploegschaar wisselden van locatie. Hierdoor werd op de Hoefsmidhof een CPOW-cluster en op de Zichthof een OPSO-cluster gecreëerd. OBS De Boemerang is verhuisd naar de Jachtwagenstraat 64 en OBS De Akker verhuist zomer 2014 naar Zichthof 11. De scholen zijn opgefrist met behulp van soms ingrijpende bouwkundige maatregelen. Planmatig onderhoud In 2013 zijn de navolgende werkzaamheden uitgevoerd: binnen- en buitenschilderwerk bij diverse scholen, alarminstal latie bij de M.L. Kingschool en De Ranonkel, brandmeldinstallatie De Ranonkel en verbouwing van de directiekamer op ‘t Carrousel.
Contracten Per 1 juli 2013 is - met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013- het nieuwe, voordeligere, afvalcontract met Van Gansewinkel in werking gegaan. Aan het ophalen van papierafval zijn geen kosten verbonden.
16
terug naar inhoudsopgave
7. Financiën De doelstellingen, zoals deze opgenomen waren in het jaarverslag 2012: 1. uitvoering van de taakstelling op de begroting; 2. terugdringen van de tekorten op de personele lasten; 3. digitaliseren van de facturen van de administratie. De resultaten: 1. de taakstelling op de begroting 2013 is gerealiseerd; 2. het terugdringen van de tekorten op de personele lasten is met behulp van de gelden uit de Nationale akkoorden gerealiseerd; 3. de pilot digitalisering van de facturenadministratie bij SPOOR is vanwege disfunctioneren van het systeem, stopgezet en daarom niet bij stichting OPSO opgestart. Het verslagjaar 2013 was het laatste jaar van de meerjarenbegroting 2010-2013. De in 2009 vastgestelde meerjaren begroting 2010-2013 was een cijfermatige meerjarenbegroting, met als basis het Strategisch Beleidsplan 2013-2016. In 2013 is de meerjarenbegroting 2014-2017 opgesteld en vastgesteld. Naast de cijfermatige opstelling zijn in 2013, bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2014-2017, de eerste stappen gezet op weg naar een combinatie van een inhoudelijk jaarplan en een toelichting op de uitgangspunten, zoals gehanteerd bij de opstelling van de meerjarenbegroting. Bij de verschillende beleidsvoornemens 2014 zijn de te bereiken resultaten beschreven. De verwachting is dat bij de opstelling van de begroting 2015 en de volgende meerjarenbegroting de relatie tussen inhoudelijke en financiële ontwikkeling wordt doorgezet. In 2013 zijn er twee managementrapportages gemaakt, in mei en september. Door achterstand in de financiële administratie, opgelopen tijdens de pilot digitaal scannen, is er in de eerste verslaglegging niet gerapporteerd over de financiën. De tweede verslagleggingsperiode, januari t/m juli 2013 was een rapportage op basis van het format, dat gebruikt werd in 2012. In overleg met het CvB en de Auditcommissie is bij de tweede managementrapportage een aantal verbeteringen aangebracht: betere financiële analyse en meer samenhang in de inhoudelijke rapportages. In dit kader is in de tweede rapportage, met betrekking tot de financiën, een gecomprimeerde versie over het resultaat met een forecast opgenomen. In 2014 zal, aan de hand van het Jaarplan CvB, jaartaken voor medewerkers en de toelichting op de begroting 2014, de managementrapportages verder worden ontwikkeld. In 2013 is de, in 2012 opnieuw opgestarte, pilot digitaal scannen definitief stopgezet. De complexe wet- en regelgeving, evenals het niet goed automatiseren van de autorisaties, zorgden ervoor dat het traject langer duurde dan voorzien en verwachtingen niet werden waargemaakt. In het voorjaar van 2013 is daarom besloten te stoppen met de pilot. In 2014 zal gezocht worden naar alternatieven. In de loop van 2013 is gestart om een nadere invulling te geven aan risicomanagement binnen OPSO. Met behulp van het, door de PO-raad, aangeboden vernieuwde instrument “risico’s in beeld” zal in het voorjaar 2014 een nadere uitwerking plaatsvinden. De jaarrekening 2013 geeft een positief resultaat van € 1.262.400. De aanvullende rijksvergoeding, die op grond van het Herfstakkoord in 2013 is toegewezen,: + € 741.117 en voor vijf maanden van 1 augustus 2013 t/m 31 december 2013 een bijzondere en aanvullende bekostiging voor jonge leerkrachten: + € 88.743 zijn in december 2013 uitbetaald door het ministerie. In de begroting 2013 is geen rekening gehouden met deze aanvullende rijksvergoeding. De extra middelen zijn, via het resultaat, in 2013 toegevoegd aan de Algemene reserve. Zonder deze extra middelen is er een positief resultaat behaald van € 432.540, een begroot negatief resultaat € 37.711.
17
terug naar inhoudsopgave De analyse van het jaarresultaat laat een overschot, ten opzichte van de begroting, zien van € 1.300.111. In absolute zin € 1.262.400. Het positieve resultaat in de Baten € 1.671.409 wordt veroorzaakt door hogere rijksvergoedingen dan geraamd, + € 1.215.085 niet-geraamde subsidie systeembegeleiding via de gemeente € 144.004 en hogere overige baten + € 312.320. De aanvullende rijksvergoeding die op grond van het Herfstakkoord in 2013 zijn toegewezen: + € 741.117 en voor vijf maanden van 1augustus 2013 t/m 31-december 2013 bijzondere en aanvullende bekostiging voor jonge leerkrachten: + € 88.743 zijn in december 2013 uitbetaald door het ministerie. In de begroting 2013 is geen rekening gehouden met deze aanvullende rijksvergoeding. Het negatieve resultaat in de Lasten - € 355.992 wordt veroorzaakt door hogere personele lasten - € 568.977 lagere afschrijvingen + € 124.962 lagere huisvestingslasten + € 1.664 lagere overige lasten + €86.359. Aan Rente is € 15.306 minder ontvangen dan geraamd. Specifieke toelichting verdient de besteding van de Prestatieboxgelden. Een bedrag van in totaal € 220.785 is besteed aan professionaliseringsactiviteiten voor directies en leerkrachten. In het bijzonder het opbrengstgericht werken heeft in 2013 daarbij centraal gestaan. Een deel van het budget is besteed aan cultuureducatie. Ondanks het resultaat van 2013 blijft het een taak om de bezuinigingsdoelstellingen te realiseren, zoals deze in de meerjarenbegroting zijn vastgesteld. Zeker met de wetenschap dat de komende jaren de leerlingaantallen in Purmerend structureel blijven dalen en er in 2015 geen recht meer bestaat op bruidsschatgelden.
8. Continuïteitsparagraaf Een meerjarige stabiele financiële positie van OPSO is noodzakelijk om het openbaar primair onderwijs in Purmerend te garanderen. We streven er naar om de reserve- en voorzieningenpositie te verbeteren. Beleidsrijk begroten en een financieel beleidskader voor de begroting zijn belangrijk om de sturing hierin te vergroten. De komende jaren wordt onderzocht wat de beste manieren zijn om externe geldstromen te benutten. Het Servicebureau voert voor de hele organisatie een aantal basisadministraties uit. Daarnaast adviseert het Servicebureau het CvB en zorgt dat bestuursbesluiten uitgevoerd worden. Naast de administratieve taak informeert en adviseert het Servicebureau directeuren in hun rol als integraal schoolleider. Een heldere rolinvulling, taakverdeling en werkproces beschrijvingen zijn nodig om de effectiviteit van de ondersteuning van het Servicebureau te vergroten. Daartoe is een plan van aanpak “Doorontwikkeling van het Servicebureau” opgesteld. Tegelijkertijd hebben we het voornemen de omvang van het Servicebureau in 2016 te verminderen, wat consequenties kan hebben voor de inhoud en de omvang van de ondersteuning van bestuur en schooldirecties.
De meerjarenbegroting 2014-2017 In de meerjarenbegroting hebben we voor 2014 de volgende doelstellingen geformuleerd: Onderwijs: 1. elke school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel (augustus 2014); 2. elke medewerker heeft minimaal een studiedag gevolgd met betrekking tot de lerende organisatie. Op scholen wordt gewerkt aan de hand van bovenstaand stappenschema (van analyse t/m evaluatie); 3. deelname aan het Excellentieproject is gestegen naar 85% van de OPSO-scholen; 4. de meetbare doelen voor de ICT-pilots staan beschreven in de projectaanvraag van de school. Bij een positieve uitkomst worden de projecten over minimaal 5 scholen verbreed. De verkregen informatie is gedeeld met alle scholen; 5. 33% van de scholen heeft deelgenomen aan de “ Train- de- trainer” cursus over het didactisch gebruik van het digitale schoolbord. De trainer heeft de verkregen kennis overgedragen aan het schoolteam.
18
6. er is een conceptvisie voor een andere aanpak in het gebruik van ICT in het onderwijs. 7. er is een SharePoint-omgeving voor het Servicebureau en schooldirecties ingericht.
Personeel en organisatie: 1. er is een (ver)nieuw(d) personeelsbeleid geformuleerd en de gesprekkencyclus “Functioneren en Beoordelen” is, waar nodig, aangepast; 2. de klachtenregeling en de klokkenluidersregeling zijn beide vastgesteld; 3. het Sociaal Plan 2012 – 2014 werd geëvalueerd en er is een besluit genomen over een vervolg Sociaal Plan; 4. op basis van de RI& E’s op schoolniveau is er een Arbobeleidsplan op bestuursniveau opgesteld; 5. de resultaten van het project Preventie ziekteverzuim zijn zodanig dat het ziekteverzuimcijfer gelijk of lager is aan het landelijk gemiddelde; 6. er is een eerste leeromgeving voor leerkrachten gevormd. Huisvesting: 1. de werkprocedure rondom het dagelijks en calamiteitenonderhoud is per augustus 2013 gestart. Evaluatie zal eind 2014 plaatsvinden; 2. er wordt een overzicht gemaakt waarin het energiegebruik van de scholen, dat op basis van m2 met elkaar vergeleken wordt. 3. er wordt één verbouwproject in het komende jaar gerealiseerd, de verhuizing van obs De Akker naar de Zichthof. De financiering hiervan komt deels uit het eigen meerjarenonderhoudsplan en deels in de vorm van gemeentelijke subsidie. 4. er wordt een meerjarenonderhoudsplan voor 2014 opgesteld en uitgevoerd; 5. e r wordt een eigen integraal huisvestingsplan gemaakt, inclusief de hiervoor benodigde interne en externe afstemming. Financiën: 1. er ligt een beleidsrijke meerjarenbegroting 2014-2017; 2. er is een eerste versie van een beleidskader financiën opgesteld; 3. directeuren kennen hun eigen schoolbegroting en maken, binnen de bestuurlijke kaders, keuzes en blijven bij het leiden van hun school binnen de begroting; 4. de projectgroep “Bovenschoolse middelen prestatiebox” heeft een advies opgesteld ten aanzien van de inzet van deze middelen in de meerjarenbegroting 2015 -2018; 5. er zijn op de verschillende terreinen werkprocessen en procedures opgesteld. Balans OPSO
2013
2014
2015
2016
2017
totaal
totaal
totaal
totaal
totaal
materiële vaste activa
2.221.676
2.288.793
2.181.895
2.005.965
1.893.000
Totaal Vaste Activa
2.221.676
2.288.793
2.181.895
2.005.965
1.893.000
vorderingen
1.312.956
1.266.286
1.224.988
1.222.614
1.213.485
liquide middelen
3.267.588
2.944.090
2.698.893
2.519.374
2.871.309
Totaal Vlottende Activa
4.580.544
4.210.376
3.923.881
3.741.988
4.084.794
Totaal Activa
6.802.220
6.499.169
6.105.776
5.747.953
5.977.794
4.253.306
4.319.095
4.223.144
4.327.875
4.872.500
0
0
0
0
0
512.484
413.274
258.762
319.419
258.762
kortlopende schulden
2.036.430
1.766.800
1.623.871
1.100.659
846.532
Totaal Passiva
6.802.220
6.499.169
6.105.777
5.747.953
5.977.794
Activa
Passiva eigen vermogen bestemmingsreserve voorzieningen
19
Exploitatie OPSO rijksbijdragen overige overheidsbijdragen overige baten Totaal baten personeel
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Rekening
Begroot
totaal
totaal
totaal
totaal
-20.655.631
-19.405.163
21.045.820
20.281.214
-19.578.222
-19.258.764
-813.000
-784.000
-467.541
-124.685
-120.944
-117.316
-1.121.802
-818.336
-132.470
-58.570
9.606
23.837
-22.590.433
-21.007.499
21.645.831
20.464.469
-19.689.560
-19.352.243
19.369.104
17.842.093
18.886.986
17.935.437
17.028.256
16.316.729
huisvesting
1.343.942
1.263.010
1.225.224
1.191.242
1.157.261
1.123.279
afschrijving
467.358
578.230
421.380
410.656
399.523
391.051
instellingslasten
1.366.997
1.364.770
1.046.452
1.023.085
999.789
976.559
Totaal uitgaven
22.547.401
21.048.103
21.580.042
20.560.419
19.584.828
18.807.618
-43.032
40.604
-65.789
95.950
-104.731
-544.625
Resultaat
Bij de opstelling van de meerjarenraming 2014-2017 zijn we uitgegaan van een negatieve ontwikkeling van het aantal leerlingen van 3.834 in 2014 naar 3.551 leerlingen in 2017, een gemiddelde daling van 2,51%. Daarnaast houden we rekening met een natuurlijk verloop aan personeel van bijna zes fte. Dit betekent dat in 2014, 256 fte en in 2017, 235 fte de basis vormt voor de opgestelde begrotingscijfers. De gedetailleerde overzichten vindt u in de bijlagen evenals een aantal meer ‘technische‘ uitgangspunten, die we gehanteerd hebben bij de opstelling daarvan.
Risicoanalyse In de loop van 2013 zijn we gestart om een nadere invulling te geven aan risicomanagement binnen OPSO. Met behulp van het, door de PO-raad aangeboden, vernieuwde instrument “risico’s in beeld” zal komend voorjaar een nadere uitwerking plaatsvinden. Een eerste vingeroefening levert het volgende risico-overzicht op:
Krimp Als gevolg van de demografische ontwikkeling worden beide organisaties geconfronteerd met een daling van het aantal leerlingen. Op dit moment worden verschillende inhoudelijke scenario’s ontwikkeld om deze daling op te vangen. Daarnaast is, om de financiële risico’s te kunnen beheersen, een preciezere leerlingprognose gebruikt als basis voor deze meerjarenbegroting.
Onderwijskwaliteit Het toezicht van de Onderwijsinspectie richt zich sterk op de leeropbrengsten in de vorm van getoetste kennis van lezen en rekenen. Dit verdraagt zich niet altijd even goed met de invoering van Passend Onderwijs en het op brede ontwikkeling (sociaal emotioneel, cultuur en wereldoriëntatie) gericht onderwijs dat op onze scholen wordt gegeven. Dit betekent dat we een extra inzet moeten plegen om enerzijds te voldoen aan de inspectienormen en anderzijds het brede karakter van het onderwijs dat we geven, te behouden. De versterking van de handelingsbekwaamheid van onze medewerkers geeft daar een antwoord op.
Digitaal leren en ICT De ondersteuning van ICT in het onderwijsproces is nog niet uitgekristalliseerd en de technische ontwikkelingen gaan snel. Dat maakt het bepalen van een koers voor de komende jaren een ingewikkelde. Te meer daar de financiële middelen, die met een dergelijke keuze gemoeid zijn, een forse omvang kennen. Wij willen inhoudelijk een keuze maken die daadwerkelijk de handelingsbekwaamheid van leerkrachten en de leeropbrengsten vergroot. Een heroriëntatie en de tijd hiervoor nemen zal noodzakelijk zijn om tot een verantwoorde inzet van middelen te komen.
20
Communicatie, profilering en contact stakeholders Een samenhangend communicatiebeleid op bestuurs- en schoolniveau is nog niet voldoende gerealiseerd. De interne communicatie kan nog verder doorontwikkeld worden. Behoud van het marktaandeel in Purmerend en de benodigde profilering hiervoor vraagt om meer dan communicatie alleen. Er is een aanzet gegeven op advies van de Raad van Toezicht om ouders en gemeenten meer en op een intensievere manier te betrekken bij vernieuwing.
Ontwikkeling werkgeverslasten De werkgeverslasten blijft stijgen. Voor 2014 is uitgegaan van een werkgeverspercentage van 62%, voor de jaren daarna wordt een verdere verhoging verwacht. Dit werkgeverspercentage wordt, niet altijd, geheel door de overheid, achteraf, gecompenseerd.
Ziekteverzuim en de lasten daarvan Het ziekteverzuimpercentage is dalende, echter de borging daarvan is nog niet op orde. De kosten van het Vervangings fonds lopen op en de administratieve last ook, naar schatting minimaal een halve formatieplaats op het Servicebureau. In 2014 moet echt doorgepakt worden met het project “Eigen Risicodragerschap” om tot een besluit te komen. Tegelijkertijd zal preventie op schoolniveau onontbeerlijk zijn om dit risico beheersbaar te houden.
Huisvesting Het is nog niet bekend welke gelden en onderhoudslasten gemoeid zijn met de doordecentralisatie buitenonderhoud. Met de opstelling van een eigen huisvestingsplan schatten wij dit in als een beheersbaar risico. Door een actieve inzet om de beheerconstructie van de Brede scholen De Weide en De Kraal anders vorm te geven, beginnen de kosten daarvan meer beheersbaar te worden. Het blijft echter een financieel risicovolle constructie.
De naleving van de uitvoeringsvoorschriften Verschillende organisaties oefenen controle uit op de naleving van de uitvoeringsvoorschriften. Het betreft het ministerie op de naleving van de toekenning van de gewichten aan leerlingen, het Vervangingsfonds op de vervanging en de inzet van poolers in het bijzonder en het Participatiefonds op de werkloosheidsuitkeringen. Bij niet-naleving worden de, ten onrechte, gedeclareerde kosten verhaald.
21
Jaarrekening 2013
terug naar inhoudsopgave
Inleiding De jaarrekening 2013 geeft een positief resultaat van € 1.262.400. De aanvullende rijksvergoedingen die op grond van het Herfstakkoord in 2013 zijn toegewezen: + € 741.117 en over vijf maanden van 1-8-2013 t/m 31-12- 2013 de bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten: + € 88.743 zijn in december 2013 uitbetaald door het ministerie. In de begroting 2013 is geen rekening gehouden met deze aanvullende rijksvergoeding.
De extra middelen zijn, via het resultaat, in 2013 toegevoegd aan
Positief resultaat van € 1.262.400
de Algemene reserve.
Zonder deze extra middelen is er een positief resultaat behaald van € 432.540, begroot negatief resultaat € 37.711.
23
9.1 Grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Richtlijn Jaarverslaggeving Onderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van Boek 2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen.
Waardering van de activa en de passiva De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen aanschafprijs verminderd met de afschrijvingen. Op de materiële vaste activa wordt afgeschreven in gelijke percentages van de aanschafwaarde met als restwaarde € 0. De eerste afschrijving vindt plaats in het jaar van aanschaf. Als ondergrens van de te activeren zaken wordt € 500 gehanteerd.
De indeling in activagroepen en afschrijvingstermijnen is als volgt: - Meubilair
20 jaar
- Inventaris, speeltoestellen, TFT schermen
10 jaar
- Onderwijsleerpakketten
9 jaar
- ICT werkstations, printers, beamers
5 jaar
- Vervoersmiddelen
5 jaar
- ICT hard- en software, servers, laptops, Ipad
4 jaar
- ICT Digiborden
9 jaar
Algemene reserve De Algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van OPSO en is opgebouwd uit reserves. De Algemene reserve wordt tevens gevuld met de resultaatbestemming van overschotten in het boekjaar. Bij een tekort wordt er onttrokken aan de Algemene reserve. Op basis van de jaarcijfers 2013 bedraagt het weerstandsvermogen 9,22% en valt hiermee binnen de door de PO-raad geadviseerde brandbreedtes. In de meerjarenbegroting OPSO 2014-2017 wordt door OPSO een weerstandsvermogen gehanteerd van 5% (was 10%). Om een goed zicht op de risico’s te hebben herijkt OPSO in 2014 de risicoanalyse. De nieuwe hulpmiddelen die door de PO-raad zijn ontwikkeld worden daarbij gehanteerd. Uit bestaande onderzoeken blijkt tot nu toe dat er geen risico’s zijn die meer dan laag en gemiddeld genoemd kunnen worden. Indien de standaardnormen van de PO-raad worden gehanteerd, voldoet OPSO aan de vereiste kapitaalseisen en is het, gezien de nu bekende risico’s, niet noodzakelijk om te streven naar groei van het weerstandsvermogen. Het is echter wel zaak om aan de hand van de nieuwe risicoanalyse te bepalen wat een gezond vermogenspeil is.
Bestemmingsreserve 1e waardering Deze bestemmingsreserve is gevormd door de activering van het op 1 augustus 2006 aanwezige meubilair. Jaarlijks wordt deze bestemmingsreserve 1e waardering verminderd met de afschrijvingslast van de startactiva en gemuteerd in de Algemene Reserve.
24
Voorzieningen Onderhoudsvoorziening De onderhoudsvoorziening dient ter egalisatie van de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan onroerende zaken die door de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op de meerjarenonder houdsplanning die een periode kent van 10 jaar. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. In 2013 is een schouw afgerond waarbij de hele 10 jaar onderhoudscyclus opnieuw werd onder zocht. Het beleid is dat elke 3 jaar een dergelijke schouw wordt uitgevoerd. De voorziening is, rekening houdend met geplande jaarlijkse dotaties, toereikend voor het uit te voeren onderhoud in de periode waarvoor de meerjarenonderhoudsbegroting strekt.
Voorziening spaarverlof De voorziening spaarverlof is opgebouwd om de kosten van vervangers te betalen wanneer de personeels leden, die voor verlof gespaard hebben, het verlof ook daadwerkelijk opnemen. Vanaf 2006 wordt er alleen nog opgenomen en niet meer gespaard. Onttrekkingen aan deze voorziening vinden plaats ten laste van de exploitatie. De omvang van de voorziening is her berekend op basis van het aantal gespaarde uren per 31 december 2013.
Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die, op grond van de cao, dienen te worden betaald. In 2008 heeft de werkgeversorganisatie PO-raad berekend dat voor besturen met meer dan 50 fte aan medewerkers, een voorziening van € 550 per fte toereikend is. Deze berekeningssystematiek vormt de grondslag voor de voorziening voor jubilea.
Overige activa en passiva De overige activa en passiva betreffen: - vorderingen; - liquide middelen en - kortlopende schulden. De overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Resultaatbepaling - V oor de baten en lasten is het baten- en lastenstelsel (ook wel matchingsbeginsel) van toepassing. De kenmerken van dit stelsel zijn dat baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. - Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. - Verplichtingen en mogelijke verliezen, die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. - De ouderbijdragen zijn, voor het deel van het schooljaar waarop ze betrekking hebben, ten gunste van de rekening gebracht. Hier tegenover is een verplichting ter grootte van de inkomsten opgenomen omdat dit gelden zijn die buiten het bevoegd gezag om uitgegeven worden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen worden in hele euro’s weergegeven.
Vergelijkende cijfers Voor zover van toepassing zijn, ter vergelijking, de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar.
25
Wet Normering Topinkomens De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is met ingang van 1-1-2013 in werking getreden. Op grond van deze wet zijn de bezoldigingen van het College van Bestuur en de vergoedingen aan de leden van de Raad van Toezicht opgenomen in de jaarrekening.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Ontvangen interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.
26
9.2 Financiële kengetallen Aantal leerlingen 1 oktober
3.911
4.031
4.114
2013
2012
2011
Omschrijving
Omschrijving
Formule
Norm OPSO
1
Solvabiliteit
Geeft de mogelijkheid aan om alle schulden op lange termijn te voldoen
Eigen vermogen gedeeld door balanstotaal
50,00%
62,62%
47,61%
45,33%
2
Liquiditeit
Geeft de mogelijkheid aan om alle schulden op korte termijn te voldoen
Vlottende activa gedeeld door kort lopende schulden
2,00
2,26
1,52
1,57
3
Rentabiliteit
Geeft aan hoe de bedrijfsuitvoering is verlopen
Exploitatieresultaat gedeeld door alle baten
0% tot 5%
5,57%
0,19%
-1,77%
4
Weerstandsvermogen
De hoogte van de reserves, onder aftrek van de vaste activa, in relatie tot de totale exploitatie
Eigen vermogen verminderd met de vaste activa gedeeld door de totale baten
5%
9,22%
4,04%
4,85%
5
Rijksbijdrage per leerling
Gemiddelde rijksbijdrage per leerling
Baten gedeeld door het aantal leerlingen per 1 oktober
5.794
5.124
5.112
6
Personele last per leerling
Gemiddelde personeelslast per leerling
Personeelslasten gedeeld door het aantal leerlingen per 1 oktober
4.707
4.805
4.892
7
Verhouding lasten
Aandeel van de personeels kosten t.o.v. de baten
Personeelskosten gedeeld door totale baten
85,00%
81,24%
85,81%
87,71%
Aandeel van de huisvestingskosten t.o.v. de baten
Huisvestingskosten gedeeld door totale baten
5,00%
5,57%
5,95%
6,74%
Aandeel van de overige kosten t.o.v. de baten
Overige kosten gedeeld door totale baten
10,00%
5,64%
8,05%
5,87%
Deel van het vermogen dat niet (efficiënt) wordt gebruikt
Balanstotaal (exclusief gebouwen en terreinen) gedeeld door totale baten
<35%
30,31%
28,28%
28,82%
8
Kapitalisatiefactor
27
9.3 Balans per 31-12-2013 (na resultaatbestemming)
31-12 2013 €
31-12-2012 €
1 Activa Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa: - gebouwen en terreinen 18.167 19.146 - leermiddelen 713.864 709.582 - ICT 747.360 791.103 - meubilair 638.332 513.364 - overige inventaris en apparatuur 68.800 58.001 - speeltoestellen 9.731 11.144 - vervoersmiddelen 25.422 35.941 Totale vaste activa 2.221.676 2.138.281 Vlottende activa 1.5 Vorderingen: - debiteuren 92.551 0 - kortlopende vorderingen 1.126.295 1.066.973 - overige vorderingen 207.810 264.710 - overlopende activa -30.526 -9.827 1.396.130 1.321.856 1.7 Liquide middelen 3.267.588 2.944.435 Totale vlottende activa 4.663.718 4.266.291 Totale Activa 6.885.394 6.404.572
28
31-12-2013 31-12-2012 € €
2 Passiva 2.1 Eigen vermogen: - algemene reserve 4.311.624 2.922.160 - bestemmingsreserve 1e waardering 0 127.064 4.311.624 3.049.224 2.2 Voorzieningen: - personeelsvoorzieningen 215.921 265.753 - overige voorzieningen 296.563 275.287 512.484 541.040 2.4 Kortlopende schulden: - crediteuren 248.426 793.596 - kortlopende schulden OCW 40.238 30.643 - belastingen en premies SV 687.949 811.504 - schulden ter zake pensioenen 258.339 263.207 - overige kortlopende schulden 309.163 222.965 - overlopende passiva 517.171 692.393 2.061.286 2.814.308 Totale Passiva
6.885.394
6.404.572
9.4 Staat van baten en lasten over 2013
Rekening Begroting Rekening 2013 2013 2012 € € € 3 Baten 3.1 Rijksbijdragen 20.994.273 19.779.188 20.655.631 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 554.004 410.000 813.000 3.5 Overige baten 1.110.668 798.348 1.104.417 Totaal baten 22.658.945 20.987.536 22.573.048 4 Lasten 4.1 Personeelslasten 18.408.124 17.839.147 19.369.104 4.2 Afschrijvingen 453.310 578.272 467.358 4.3 Huisvestingslasten 1.261.376 1.263.040 1.343.94 4.4 Overige lasten 1.278.429 1.364.788 1.366.997 Totale lasten 21.401.239 21.045.247 22.547.401 Saldo baten en lasten 1.257.706 -57.711 25.647 5 Financiële baten en lasten 4.694 20.000 17.385 6 Resultaat 1.262.400 -37.711 43.032
Resultaat analyse OPSO De analyse van het jaarresultaat laat een overschot, ten opzichte van de begroting zien van + € 1.300.111. In absolute zin + € 1.262.400. Het positieve resultaat in de Baten + € 1.671.409 wordt veroorzaakt door hogere rijksvergoedingen dan geraamd + € 1.215.085, niet geraamde subsidie systeembegeleiding via de gemeente + € 144.004 en hogere overige baten + € 312.320. De aanvullende rijksvergoeding die op grond van het Herfstakkoord in 2013 zijn toegewezen: + € 741.117 en over vijf maanden van 1-8-2013 t/m 31-12-2013 bijzondere en aanvullende bekostiging voor jonge leerkrachten: + € 88.743 zijn in december 2013 uitbetaald door het ministerie. In de begroting 2013 is geen rekening gehouden met deze aanvullende rijksvergoeding . Het negatieve resultaat in de Lasten - € 355.992 wordt veroorzaakt door hogere personele lasten - € 568.977, lagere afschrijvingen + € 124.962, lagere huisvestingslasten + € 1.664 en lagere overige lasten + € 86.359. Aan Rente is € 15.306 minder ontvangen dan geraamd.
29
Ondanks het resultaat van 2013 blijft het een taak om de bezuinigingsdoelstellingen te realiseren, zoals deze in de meerjarenbegroting zijn vastgesteld. Zeker met de wetenschap dat de komende jaren de leerlingaantallen in Purmerend structureel blijven dalen en er in 2015 geen recht meer bestaat op bruidsschatgelden. Voor verdere toelichting en uitwerking van dit resultaat zie paragraaf 9.7 toelichting op de staat van baten en lasten.
9.5 Kasstroomoverzicht 2013 2013 2012 € € Saldo Baten en Lasten 1.257.706 25.647 Aanpassing voor: Afschrijvingen 453.310 467.357 Mutaties voorzieningen -28.556 -62.827 Mutaties in vlottende middelen: - vorderingen -74.274 224.349 - schulden -753.022 -207.542 Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties 855.164 446.984 Mutaties in interest en 4.694 buitengewoon resultaat
17.385
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 859.858 464.369 mutaties in investeringsactiviteiten: Investeringen in materiële vaste activa -536.705 -711.035 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -536.705 -711.035 Mutaties liquide middelen 323.153 -246.666 Beginstand liquide middelen 2.944.435 3.191.100 Mutaties liquide middelen 323.153 -246.666 Eindstand liquide middelen 3.267.588 2.944.435
30
9.6 Toelichting op de balans Activa Aanschafprijs 1-1-2013
Aanschafprijs Cumulatief 1-1-2013
Boekwaarde 1-1-2013
Investeringen 2013
Afschrijvingen 1-1-2013
Aanschafprijs Cumulatief 31-12-2013
Afschrijvingen cumulatief 31-12-2013
Boekwaarde 31-12-2013
24.472
5.326
19.146
0
979
24.472
6.305
18.167
Leermiddelen
2.167.577
1.457.994
709.583
138.889
134.608
2.306.466
1.592.603
713.863
Ict
1.834.523
1.043.420
791.103
145.181
188.924
1.979.704
1.232.344
747.360
Meubilair
2.266.087
1.752.723
513.364
222.721
97.755
2.488.808
1.850.478
638.330
243.174
174.031
69.143
29.912
20.525
273.086
194.555
78.531
52.597
16.655
3.5942
0
10.519
52.597
27.175
25.422
1.2
Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen: Verbouwingen
1.2.2 Inventaris en apparatuur:
verige O inventaris en apparatuur 1.2.3 Andere vaste bedrijfsmiddelen: ervoer V middelen
Bij de start van OPSO zijn de aanwezige activa in de scholen op 1-8-2006 gewaardeerd. Tegenover deze activering is een bestemmingsreserve 1e waardering gevormd. De boekwaarde van de bestemmingsreserve startactiva bedraagt per 1-1-2013 € 72.395. Dit betreft alleen nog meubilair. Het saldo per 31-12-2013 € 72.395 is ten laste gebracht van het resultaat 2013. Saldo bestemmingsreserve 1e waardering per 31-12-2013 is € 0.
31
31-12-2013 31-12-2012 € € 1.5 Vorderingen 1.5.1 Debiteuren 92.551 0 1.5.2 OCW/LNV 1.050.159 1.066.973 1.5.6 Overige overheden 76.136 97.356 1.5.7 Overige vorderingen 207.810 167.354 1.5.8 Overlopende activa -30.526 -9.827 Totaal vorderingen 1.396.130 1.321.856 Uitsplitsing: 1.5.7 Overige vorderingen 1.5.7.2 Overige vorderingen 207.810 167.354 207.810 167.354 1.5.8 Overlopende activa 1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 1.5.8.3 Overige overlopende activa
-30.526 0 -30.526
-10.467 640 -9.827
OCW/LNV: Deze kortlopende vordering betreft de nog te ontvangen bedragen van het ministerie die betrekking hebben op 2013.
Vordering overige overheden: Deze post heeft betrekking op wederzijdse declaraties van kosten gemaakt in het boekjaar 2013 welke nog niet zijn afgerekend met de gemeente Purmerend.
Overige vorderingen: Begin 2014 zijn diverse kosten doorbelast die nog betrekking hadden op 2013, deze posten zijn opgenomen onder de overige vorderingen per 31-12-2013.
1.7 Liquide middelen 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bank Totaal liquide middelen
31-12-2013 €
31-12-2012 €
5.477 3.262.111
1.677 2.942.758
3.267.588
2.944.435
32
Banken: Het saldo bestaat uit het totaal van de gelden die het bestuur in een rekening-courant verhouding aanhoudt bij de banken alsmede de gelden die scholen op ‘schoolbankrekeningen’ aanhouden ter dekking van kleine, lopende uitgaven. Voor een verdere toelichting zie het treasuryverslag (hoofdstuk 9.9).
Spaarrekeningen: Zie voor een toelichting het treasuryverslag (hoofdstuk 9.9).
Passiva
Stand Resultaat 1-1-2013 € €
Overige mutaties €
2.1 Eigen vermogen 2.1.1 Algemene reserve 2.976.829 1.334.795 0 2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek) 72.395 -72.395 0 Totaal eigen vermogen 3.049.224 1.262.400 0
Stand 31-12-2013 € 4.311.624 0 4.311.624
Bestemmingsreserve 1e waardering: Deze bestemmingsreserve is gevormd door de activering van de aanwezige activa op 1-8-2006. Jaarlijks vermindert deze bestemmingsreserve middels resultaatbepaling met de afschrijvingslast over deze activa. Saldo 1-1-2013 € 2.2
Dotaties Onttrekkin2013 gen 2013 € €
Vrijval Saldo Kortlopend Langlopend 2013 31-12-2013 deel < 1 jaar deel > 1 jaar € € € €
Voorzieningen
2.2.1 Personeelsvoorzieningen: Jubilea
165.537
Spaarverlof
100.216
Totaal
265.753
Onderhoud Totaal voorzieningen
7.223
12.326
0
160.434
25.000
135.434
18.579
26.150
55.487
18.584
36.903
7.223
30.905
26.150
215.921
43.584
172.337
275.287
225.028
203.752
0
296.563
-21.787
318.350
541.040
232.251
234.667
26.150
512.484
21.797
490.687
2.2.3 Overige voorzieningen:
Onderhoud: De onderhoudsvoorziening beoogt kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan scholen die over de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De planning voor het groot planmatig onderhoud loopt tot 2020 en wordt jaarlijks geactualiseerd en met een jaar verlengd. Het kortlopend deel is het saldo van dotatie en begroting planmatig onderhoud 2014. Dotatie 2014 € 262.350 en begroting planmatig onderhoud 2014 € 240.563. De voorziening is, rekening houdend met geplande jaarlijkse dotaties, toereikend voor het uit te voeren onderhoud in de periode waarvoor de meerjarenonderhoudsbegroting strekt.
33
Jubilea: De hoogte van de voorziening is in 2011 op een andere manier, € 550 per FTE => PO-model , berekend dan in voorgaande jaren (schattingswijziging). Het kortlopend deel is gelijk aan de begroting 2014.
Spaarverlof: De voorziening spaarverlof dient ter dekking van de kosten voor vervanging van personeelsleden die hun aanspraken op spaarverlof opnemen. Deze voorziening is afgenomen door opname van spaarverlof door de deelnemers. Vanaf 2006 wordt er niet meer gespaard. Het kortlopenddeel is gelijk gehouden aan de onttrekking in 2013.
31-12-2013 31-12-2012 € € 2.4 Kortlopende schulden: 2.4.3 Crediteuren 248.426 793.596 2.4.4 OCW 40.238 30.643 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 687.949 811.504 2.4.8 Schulden ter zake pensioenen 258.339 263.207 2.4.9 Overige kortlopende schulden 309.163 222.965 2.4.10 Overlopende passiva 517.171 692.392 Totaal kortlopende schulden 2.061.286 2.814.307 Uitsplitsing: 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.7.1 Loonheffing 687.949 811.504 2.4.10 Overlopende passiva 2.4.10.4 Vooruit ontvangen termijnen -107.594 45.913 2.4.10.5 Vakantiegeld 591.928 626.503 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 13.548 14.108 2.4.10.8 Overige 19.289 5.868 517.171 692.392
Kortlopende schulden In 2013 zijn de in 2012 ontvangen nota’s 8e , 9e en 10e termijn nieuwbouw (V)SO M.L. King betaald (€ 544.500).
Vooruit ontvangen termijnen: Extra gelden Jonge leerkrachten + € 124.242 en diverse projecten huisvesting (obs De Boemerang, (V)SO M.L. King en obs De Dijk , - € 303.832. Overige subsidies en opbrengsten (o.a. leraren beurs en bestemmingsbox) € 71.996.
34
Geoormerkt en aflopend Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Investering Saldo t/m 2013 31-12-2013 toewijzing 1-1-2013 € € € € € € Scholing overblijf 2010-2011 Diversen Totaal geoormerkt en aflopend
42.000
30.643
0
30.643
0
0
42.000
30.643
0
30.643
0
0
Geoormerkte subsidies Subsidies die aan het doel besteed moeten worden waarvoor ze verstrekt worden. Het gaat hier om gelden bestemd voor de opleiding van de medewerkers tussenschoolse opvang. In 2013 zijn de niet-besteedde geoormerkte subsidies verre kend met de Rijksbijdrage OCW.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huur - De huurovereenkomst voor de kantoorruimte aan de Stationsweg 22 in Purmerend op de 1e etage waar het Servicebureau is gehuisvest. Deze overeenkomst is per 1-8-2006 aangegaan voor de duur van 5 jaar. - De huurovereenkomst voor de kantoorruimte aan de Stationsweg 26 te Purmerend op de 5e etage, gezamenlijk met SPOOR. Deze overeenkomst is per 1-9-2007 aangegaan voor de duur van 3 jaar en 6 maanden. De huurprijs voor beide contracten samen bedroeg € 101.655 per jaar inclusief servicekosten. OPSO heeft beide contracten opengebroken en per 1-3- 2010 een nieuwe overeenkomst voor 5 jaar afgesloten waarbij zonder kosten jaarlijks kan worden ontbonden. OPSO heeft de huurovereenkomst per 1-7- 2013 opgezegd.
Bankgarantie Als garantie voor de huurbetalingen heeft OPSO een bankgarantie afgegeven aan Coren Vastgoed B.V. ter waarde van € 19.888. Deze is per 1-7- 2013 vervallen.
Kopieercontract Met Rex Rotary is een overeenkomst afgesloten betreffende de huur van kopieermachines op diverse locaties. Het betreft een overeenkomst voor een periode van 78 maanden vanaf 1 oktober 2007.
Personele verplichtingen De rechten op uitkeringen voor de personeelsleden na afloop van het dienstverband zijn ondergebracht bij het pensioen fonds ABP. Ten behoeve van deze uitkeringen worden door OPSO maandelijks premieafdrachten ten behoeve van de personeelsleden gedaan.
Overzicht verbonden partijen Geen verbonden partijen.
35
9.7 Toelichting op de staat van baten en lasten Baten
Rekening Begroting Rekening 2013 2013 2012 € € € 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdragen OCW/LNV 20.302.781 19.171.496 19.851.779 3.1.2 Overige subsidies OCW/LNV 691.491 607.692 803.852 20.994.272 19.779.188 20.655.631 Uitsplitsing: 3.1.2 Overige subsidies OCW/LNV 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 0 0 52.727 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 691.491 607.692 751.125 691.491 607.692 803.85 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 554.004 410.000 813.000 Uitsplitsing: 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies: - Bruidsschat 410.000 410.000 800.000 - Overige 144.004 0 13.000 554.004 410.000 813.000
Rijksbijdrage De rijksbijdrage bestaat voor het grootste deel uit een vergoeding voor salarissen. Het verschil tussen de werkelijke vergoeding en de begroting bestaat uit loonontwikkelingen en wijzigingen premies. Een deel van deze verhogingen wordt niet vergoed door het Rijk. De aanvullende rijksvergoeding die, op grond van het Herfstakkoord, in 2013 zijn toegewezen: + € 741.117 en voor vijf maanden van 1-8-2013 t/m 31-12-2013 bijzondere en aanvullende bekostiging voor jonge leerkrachten: + € 88.743 zijn in december 2013 uitbetaald door het ministerie. In de begroting 2013 is geen rekening gehouden met deze aanvullende rijksvergoeding.
Overige overheidsbijdragen en subsidies Bij de verzelfstandiging van OPSO is met de gemeente Purmerend een bruidsschatregeling overeengekomen. In 2013 is de betaling van de subsidie systeembegeleiding gewijzigd. Deze subsidie wordt met ingang van 2013 rechtstreeks betaald aan OPSO in plaats van aan het Samenwerkingsverband. Niet-geraamde subsidie systeembegeleiding via de gemeente Purmerend € 144.004. Aan Rente is € 15.306 minder ontvangen dan geraamd.
36
Rekening Begroting Rekening 2013 2013 2012 € € € 3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur 43.308 11.600 114.131 3.5.2 Detachering personeel 32.630 59.788 49.299 3.5.5 Ouderbijdragen 0 0 0 3.5.6 Overige 1.034.730 726.960 940.987 Totaal overige baten 1.110.668 798.348 1.104.417 Uitsplitsing: 3.5.6 Overige vorige jaren 121.719 0 18.754 Zorgmiddelen via SWV 505.966 542.560 608.829 Zorgmiddelen via ouders 82.593 84.400 82.400 Overige personele vergoedingen 292.974 100.000 190.25 Overige vergoedingen 31.478 0 40.749 1.034.730 726.960 940.987
Lasten
Rekening Begroting Rekening 2013 2013 2012 € € € 4.1 Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen 18.493.453 18.143.071 19.930.066 4.1.2 Overige personele lasten 1.068.639 1.055.176 1.078.454 19.562.092 19.198.247 21.008.520 4.1.3 Af: uitkeringen 1.153.968 1.359.100 1.639.416 18.408.124 17.839.147 19.369.104 Uitsplitsing: 4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 14.805.411 18.143.071 16.235.032 4.1.1.2 Sociale lasten 1.706.693 0 1.833.566 4.1.1.3 Pensioenpremies 1.981.349 0 1.861.468 18.493.453 18.143.071 19.930.066 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen -18.926 25.000 22.101 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 582.762 545.108 465.594 4.1.2.3 Overig 504.803 485.068 590.759 1.068.639 1.055.176 1.078.454
37
Lonen en salarissen Het verschil tussen de werkelijke uitgaven lonen en salarissen en de begroting wordt veroorzaakt door de loonontwikkelingen en stijging van de diverse premies en een aantal toekenningen aan scholen om personele knelpunten op te lossen. De cao loonstijging en de premies worden gedeeltelijk gecompenseerd in een verhoging van de inkomsten.
Uitkeringen De post uitkeringen betreft de loonkosten die via het Vervangingsfonds terugkomen en de vergoedingen UWV zwangerschapsverlof.
Overige personele lasten De overige personeelslasten betreffen o.a. de kosten arbodienst, nascholing, diverse lasten Sociaal Plan en kosten Tredindeling januari-juli 2013.
Rekening Begroting Rekening 2013 2013 2012 € € € 4.2 Afschrijvingen 4.2.2. Materiële vaste activa 453.310 578.272 467.358 Uitsplitsing: 4.2.2 Verbouwingen 979 1.000 979 4.2.2 Leermiddelen 134.608 166.040 114.515 4.2.2 ICT 188.924 234.988 174.686 4.2.2 Meubilair 97.755 130.980 142.62 4.2.2 Overige inventaris en apparatuur 20.525 34.744 24.037 4.2.2 Vervoermiddelen 10.519 10.520 10.519 453.310 578.272 467.358 4.3 Huisvestingslasten 4.3.3 Onderhoud 117.721 140.020 155.542 4.3.4 Energie en water 283.780 301.656 310.334 4.3.5 Schoonmaakkosten 474.276 431.152 476.029 4.3.6 Heffingen 66.414 55.600 51.936 4.3.7 Overige huisvestingslasten 94.157 109.584 125.088 4.3.8 Dotatie onderhoudsvoorziening 225.028 225.028 225.013 1.261.376 1.263.040 1.343.942
38
Rekening Begroting Rekening 2013 2013 2012 € € € 4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheerslasten 487.083 489.908 510.421 4.4.2 Inventaris apparatuur en leermiddelen 791.346 874.880 856.576 4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 0 0 0 1.278.429 1.364.788 1.366.997 Uitsplitsing: 4.4.1 Administratie- en beheerslasten: - administratie en beheer 62.790 55.000 57.948 - accountantskosten 16.003 15.000 26.069 - kantoorkosten BMO 96.318 62.500 90.187 - huisvestingskosten BMO 75.070 110.000 101.851 - bestuurskosten 31.015 16.800 18.086 - advieskosten 51.707 100.000 89.242 - overige 154.180 130.608 127.038 487.083 489.908 510.421 Accountantslasten 4.4.1.1 Honorarium Onderzoek jaarrekening 15.000 15.000 20.000 4.4.1.4 Andere niet- controledienst 1.003 0 6.069 accountantslasten 16.003 15.000 26.069 4.4.2 Inventaris apparatuur en leermiddelen: - leermiddelen 303.331 270.184 318.352 - apparatuur 163.356 142.456 137.381 - reproductie 162.042 139.800 155.516 - overig 162.617 322.440 245.326 791.346 874.880 856.575 5 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten 4.694 20.000 17.385 Saldo financiële baten & lasten 4.694 20.000 17.385
39
9.8 Voorstel resultaatbestemming Het exploitatiesaldo wordt, naar gelang het resultaat, toegevoegd of onttrokken aan het eigen vermogen. Voor 2013 betekende het dat wordt voorgesteld om het resultaat ten laste van het eigen vermogen te brengen. Het exploitatieresultaat volgens de exploitatierekening over 2013 bedroeg € 1.262.400. Hiervan is te bestemmen voor: Eigen vermogen 1.334.795 Bestemmingsreserve 1e waardering -72.395 1.262.400 Op basis van het Koersdocument en de daaruit voortvloeiende beleidsnotities en de bijbehorende begrotingen zullen voor stellen voor bestemmingsreserve worden opgenomen in de meerjarenbegroting 2015-2018. De lasten die, op basis van deze beleidsnotities en begrotingen in 2014 naar voren komen worden in de jaarrekening 2014 verwerkt.
9.9 Treasuryverslag Treasury ontwikkelingen over de periode 1-1-2013 tot en met 31-12-2013.
Algemeen Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de Wet financiering decentrale overheden (FIDO d.d. 1-7- 2009) en de bijbehorende uitvoeringsregeling Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO). Conform deze regeling en richtlijnen heeft OPSO een treasurystatuut opgesteld (bestuursbesluit d.d. maart 2011). In dit statuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie. Op 1 maart 2012 is OPSO overgegaan op schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën.
Ontwikkelingen tot en met 31-12-2013 (spaar)rekeningen Zakelijk Rekening Courant Zakelijk Spaarrekening Schatkistbankieren
rekeningnummer
Saldo 31-12-2012 Saldo 31-12-2013
ING 67.32.26.638 € 1.713,28 ING 68.22.58.849 € - 16953 € 2.810.088,57
€
2.811.801,85
€ € €
2.143,38 2.819,73 3.183.715,33
€
3 .188.678,44
De opgebouwde rente over 2013 bedraagt € 4.694. In de begroting 2013 is een bedrag van € 20.000 begroot.
40
9.10 Verantwoording bruidsschat 2013 De bruidsschat vanuit de gemeente (een in 5 jaar aflopende bijdrage) bedraagt over 2013 € 410.000.
OPSO gebruikt deze gelden voor een efficiënt en betaalbaar Servicebureau. 2013 € Baten Aantal leerlingen (peildatum 1 oktober): 3.831 Rijksbijdragen ABB Administratie 137.435 Onderhoudsbeheer 22.702 Beheer/bestuur overig 110.794 270.931 Totaal Baten Lasten Servicebureau Personeelskosten Servicebureau 772.062 Afschrijvingskosten 38.334 Administratie 62.790 Adviseurskosten 4.009 Accountantskosten 16.003 Bestuursvergoedingen 31.016 Huisvestingskosten Servicebureau 75.070 Kantoorkosten Servicebureau 96.318 Contributies 17.758 Overige kosten Servicebureau 13.757 1.127.117 - 856.186 Gemeentelijke bijdrage bruidsschat Gemeente Purmerend 410.000 Totaal 410.000 Te bekostigen uit eigen inkomsten/reserves 446.186
41
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
9.11 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Functie of functies
Voorzitters clausule
Naam
Ingangsdatum Einddatum Omvang Beloning dienstverband dienstverband dienstverband fte
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
College van Bestuur
N
Dhr. J. de Graaf
1-1-2012
€ 3.000
28-8-2017
1
€ 113.032
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
Vermelding alle interim-bestuurders Functie of functies
Voorzitters clausule
Naam
Ingangsdatum Einddatum Omvang Beloning dienstverband dienstverband dienstverband fte
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
Vermelding alle toezichthouders Functie of functies
Voorzitters clausule
Naam
Ingangsdatum Einddatum dienstverband dienstverband
Voorzitter RvT
J
Dhr. P.C. Tange
1-1-2012
31-12-2014
€ 8.712
Lid RvT
N
Dhr. D.J. van 't Veer
1-1-2012
31-12-2012
€ 4.800
Lid RvT
N
Dhr. E. du Bois
1-1-2012
31-12-2017
€ 4.800
42
Beloning
9.12 Vermelding gegevens van een ieder van wie de bezoldiging de WNT-norm te boven gaat Er zijn geen personen die in 2013 de WNT-norm (primair onderwijs € 164.551 en voortgezet onderwijs € 182.948) te boven gaan.
9.13 Kosten accountantscontrole
Kosten accountantscontrole Rekening Begroting Rekening 2013 2013 2012 € € € Controle van de jaarrekening 15.000 15.000 18.002 Andere controlewerkzaamheden 0 0 3.209 Andere niet-controlediensten 1.003 0 4.858 Totaal
16.003 15.000 26.069
9.14 Overzicht verbonden partijen Er zijn geen verbonden partijen.
9.15 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum te vermelden.
43
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting openbaar en speciaal onderwijs Purmerend
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2013 van Stichting openbaar en speciaal onderwijs Purmerend te Purmerend gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balans mutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, lid 4 van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toege paste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaak te schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing van ons oordeel te bieden.
44
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting openbaar en speciaal onderwijs Purmerend per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Alphen aan den Rijn, 2 juni 2014 Van Ree Accountants BV Was getekend: drs. J. Bergman RA
Overige gegevens 10.1 Gegevens over de rechtspersoon Bestuursnummer 42558 Naam instelling Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend Postadres Gedempte Singelgracht 18-20 Postcode/Plaats 1441 AP Purmerend Telefoon 0299 - 820 900 E-mail
[email protected] Internetsite www.opspoor.nl Contactpersoon De heer R. Zweet Telefoon 0299 - 820 900 E-mail r.a.j.
[email protected]
45
Bijlagen OPSO
terug naar inhoudsopgave
1. Overzicht geledingen OPSO De leden van het samenwerkend College van Bestuur De heer J. de Graaf, voorzitter (Onderwijs, Personeel en Communicatie) OPSO De heer J. Hus, lid (tot 1 april 2013) SPOOR Mevrouw A. Kuiper, lid (vanaf 1 april 2013) (Financiën, Huisvesting en Service Bureau) SPOOR
De volgende beleidsstukken zijn door het samenwerkend College van Bestuur vastgesteld Begroting 2013
22 januari 2013
Procedure dagelijks / klachten onderhoud
11 februari 2013
Overplaatsingsbeleid
19 maart 2013
Cao-PO 2013
19 maart 2013
Faciliteitenregeling GMR
19 maart 2013
Bestuursformatieplan OPSO - SPOOR
15 april 2013
Beleidsnota Dagelijks en Calamiteitenonderhoud
15 april 2013
Mobiliteitsregeling
22 april 2013
Bestuursreglement OPSO – SPOOR 2013-2014
13 mei 2013
Bestuursformatieplan OPSO - SPOOR
14 mei 2013
Zorgplan – Ondersteuningsplan 2013 – 2014 SWV Waterland
14 mei 2013
Procedure oprichting SWV Waterland
14 mei 2013
Jaarrekening 2012/jaarverslag 2012
17 mei 2013
Strategisch Beleidsplan 2013-2016
9 september 2013
Outplacement facilitering Sociaal Plan
9 september 2013
Jaarplan CvB OPSO en SPOOR
9 september 2013
Financiële Taakstelling
23 september 2013
Overplaatsingsbeleid m.b.t. interne mobiliteit
30 september 2013
Functieboek Servicebureau
7 oktober 2013
Procesbeschrijving Nieuwbouw Huisvesting
4 november 2013
Zorgplan SWV Zaanstreek
19 november 2013
Lief & Leed Regeling
18 november 2013
Begroting 2014
9 december 2013
De Raad van Toezicht OPSO De heer P. Tange, voorzitter De heer E. Dubois, lid De heer D.J. van ’t Veer, lid
47
De volgende beleidsstukken zijn door de Raad van Toezicht goedgekeurd Benoeming lid CvB
12 februari 2013
Jaarrekening 2012 / Jaarverslag 2012
27 mei 2013
Bestuursreglement
27 mei 2013
Strategisch Beleidsplan
23 september 2013
Begroting 2014
9 december 2013
Begroting 2014
9 december 2013
De volgende themapunten zijn behandeld Omgang met stakeholders
1 juli 2013
Kwaliteit van de scholen
23 september 2013
Toekomst Openbaar Onderwijs Waterland
28 oktober 2013
Vormgeving en inrichting van een nieuwe RvT OPSO/SPOOR
9 december 2013
Wet Passend Onderwijs
9 december 2013
Begroting 2014
9 december 2013
Aan het eind van het verslagjaar waren de volgende personeelsleden werkzaam op het Servicebureau Naam Functie Mevrouw L. Koek Managementassistent Mevrouw B. Lindner Mevrouw M. de Graaf Mevrouw B. van Teeffelen
Controller/Senior medewerker personeelszaken Medewerker personeelszaken Medewerker personeelszaken
De heer R. Zweet Mevrouw J. Timmerman Mevrouw P. van Hulsen
Beleidsmedewerker financiën Medewerker Financiën Medewerker financiën
Mevrouw M. Hubelmeijer Mevrouw A. van Vliet
Beleidsmedewerker huisvesting Medewerker gebouwenbeheer
De heer H. Plaatsman De heer E. Abbink
Beleidsmedewerker ICT / Onderwijs Beleidsmedewerker Onderwijs/Kwaliteit
48
Aan het eind van het verslagjaar vielen de volgende scholen met de volgende directeuren onder OPSO School
Brin
Naam directeur
Adres
Postcode
Plaats
OBS De Akker
16MC
Mevrouw F. Serné
Graanstraat 30
1446 CX
Purmerend
OBS De Boemerang
16UC
Mevrouw M. Grin tot 1 augustus 2013 De heer D. v. Alfen vanaf 1 augustus 2013
Zichthof 11
1445 HC
Purmerend
OBS ‘t Carrousel
16BZ
De heer J. Scholte
Flevostraat 2
1442 PZ
Purmerend
OBS De Delta
21NH
De heer M. Tiepel
Delfland 2
1447 AV
Purmerend
OBS De Dijk
16LA
Mevrouw F. Serné
Hoefsmidhof 14
1445 KD
Purmerend
OBS De Koempoelan
26AP
Mevrouw N. Mantel
Gangeslaan 59
1448 BV
Purmerend
(V)SO Martin Luther Kingschool
15DZ
De heer W. Harting (im) tot 1augustus 2013 (SO) De heer P. Klein (im) tot 1april 2013 (VSO) De heer W. Mensinga vanaf 1augustus 2013
Dr.J. den Uyllaan 11
1442 VS
Purmerend
OBS De Nieuwe Wereld 27CJ
De heer W. Roos
Yellowstone 11
1448 XW
Purmerend
OBS Oeboentoe
27NZ
De heer C. van den Berg
Zambezilaan 278
1448 PN
Purmerend
OBS ‘t Pierement
24BL
De heer J. Scholte
Beethovenstraat 62-64
1447 RS
Purmerend
OBS De Ranonkel
16HK
De heer W. Mensinga tot 1 augustus 2013 Mevrouw D. Ayi vanaf 1 augustus 2013
Boterbloem 7
1441 TT
Purmerend
SBO Het Tangram
19UM
De heer R. Narold
Slenkstraat 50
1441 MS
Purmerend
OBS Weidevogels
23EA
Mevrouw C. Spaan
Loirestraat 7
1448 JJ
Purmerend
OBS Wheermolen
16AJ
De heer A. Peet
Dr. A. Schweitzerlaan 32a
1443 WT
Purmerend
OBS Willem Eggert
15WJ
Mevrouw J. Sibie
Jan van Egmondstraat 14
1441 HM
Purmerend
2. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Dagelijks bestuur De heer N. Bonenkamp Mevrouw A. Laverman De heer W. Wesseling
ouder voorzitter ouder (plv. voorzitter) ouder penningmeester
De Stap Willem Eggertschool ‘t Pierement
Overzicht GMR leden per 31 december 2013
49
SPOOR OPSO OPSO
Mevrouw E. Dinkla Mevrouw M. de Herder Mevrouw M. Huitema Mevrouw L. Wessels Mevrouw A. Laverman Mevrouw E. Offringa Mevrouw M. Peroti De heer W. Wesseling Mevrouw A. Laverman De heer P. van Vuure De heer N. Bonenkamp De heer P. ten Bruggencate Mevrouw M. Cornelissen Mevrouw C. Kohlmeijer Mevrouw M. Lansink Mevrouw J. de Ruijter De heer M. Spruijt Mevrouw A. van de Weijenberg Mevrouw I. Wilharm
ouder personeel ouder personeel ouder (plv. voorzitter) personeel ouder ouder ouder personeel ouder ouder personeel personeel personeel ouder personeel ouder personeel
De Boemerang De Dijk M.L. Kingschool M.L. Kingschool Willem Eggertschool Wheermolen Weidevogels ‘t Pierement Willem Eggertschool De Akker De Stap De Blauwe Morgenster De Eendragt De Rietkraag ’t Tilletje De Bloeiende Perelaar De Botter De Gouwzee De Fuut
OPSO OPSO OPSO OPSO OPSO OPSO OPSO OPSO OPSO OPSO SPOOR SPOOR SPOOR SPOOR SPOOR SPOOR SPOOR SPOOR SPOOR
Ambtelijk secretaris: de heer R. de Groot
In 2013 zijn de volgende beleidsstukken voor instemming, advies of ter informatie aan de GMR aangeboden. Huishoudelijk Reglement GMR
22 januari
Medezeggenschapsreglement
22 januari
Medezeggenschapsstatuut
22 januari
Begroting 2013
22 januari
Strategisch beleidsplan 2012-2016
22 januari
Faciliteitenregeling GMR
19 maart
Bestuursreglement OPSO – SPOOR 2013-2014
13 mei (PGMR)
Bestuursformatieplan OPSO - SPOOR
14 mei
Zorgplan – Ondersteuningsplan 2013 – 2014 SWV Waterland
14 mei
Procedure oprichting SWV Waterland
14 mei
Addendum PGMR OPSO m.b.t. Sociaal Plan 2012-2014
24 september
Erratum SPOOR betreffende volgorde van afvloeiing
24 september
Bezwarencommissie OPSO
24 september
Bezwarencommissie SPOOR
24 september
Zorgplan SWV Zaanstreek
19 november
Lief & Leed Regeling
19 november
50
3. Personeel en Financiën OPSO Aantal fte OPSO
2014
2015
2016
2017
Directie
22,66
22,66
20,86
17,98
192,36
191,37
188,96
187,12
46,31
39,76
36,76
35,84
261,34
253,79
246,57
240,95
5,70
5,70
5,70
5,70
255,64
248,09
240,87
235,25
Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel Totaal Natuurlijk verloop Aantal fte
OPSO
Bezetting
Reductie in fte
gereduceerd in fte
nog te reduceren in fte
Administratief medewerker
1,9255
1,0834
0,8834
0,2000
Conciërge
6,2689
2,2425
0,5425
1,7000
Klassenassistent
7,9536
-
-
-
17,2048
6,2680
2,4666
3,8014
Psychologisch assistent
0,2323
-
-
-
Junior ICT netwerkbeheerder
1,0000
1,0000
-
1,0000
Lerarenondersteuner
6,0675
1,0000
1,0000
0,0000
Logopedist/akoepedist
1,0592
1,0592
-
1,0592
Management Assistent
2,5566
1,0100
0,4600
0,5500
5,3525
8,3106
Onderwijsondersteunend personeel
Onderwijsassistent
Functiemix OPSO wtf op 1-8-2013
te realiseren wtf LB 1-8-2013
Gerealiseerd 1-8-2013
Percentage
170,4965
59,6738
22,7834
13,36%
wtf op 1-8-2013
te realiseren wtf LB 1-8-2013
Gerealiseerd 1-8-2013
Percentage
M.L. Kingschool
16,0985
1,7708
1,8535
11,51%
Het Tangram
16,5961
1,8256
1,0000
6,03%
Totaal
32,6946
3,5964
2,8535
8,73%
Basisonderwijs
Totaal Basisonderwijs
51
4. Overzicht Prestatiebox middelen OPSO 15DZ 15WJ 16AJ 16BZ 16HK 16LA 16MC 16UC 19UM 21NH 23EA 24BL 26AP 27CJ 27NZ
-
professionalisering schoolleiders januari-juli 2013 bekostiging voor opbrengstgericht werken januari-juli 2013 bekostiging voor professionalisering leraren januari-juli 2013 bekostiging voor cultuureducatie activiteiten januari-juli 2013
O.S.V.O. Martin Luther Kingschool Openbare Basisschool Willem Eggert Openbare Basisschool Wheermolen Openbare Basisschool ‘t Carrousel Openbare Basisschool De Ranonkel Openbare Basisschool De Dijk Openbare Basisschool De Akker Openbare Basisschool De Boemerang School voor Speciaal Basisonderwijs Het Tangram Openbare Basisschool De Delta Openbare Basisschool Weidevogels Openbare Basisschool ‘t Pierement Openbare Basisschool De Koempoelan Openbare Basisschool De Nieuwe Wereld Openbare Basisschool Oeboentoe Totaal
11.261 14.097 18.187 12.295 16.969 10.055 10.445 11.175 9.130 10.688 9.422 16.190 22.909 27.389 20.572 220.785
5. Financiële uitgangspunten voor de Meerjarenbegroting 2014-2017 1. Algemene uitgangspunten De begroting is jaarlijks sluitend en geeft, in aanzet, helderheid over op welke wijze risico’s door of financiële maatregelen of andere beheermaatregelen worden afgedekt. De financiële kengetallen vallen binnen de door de PO-raad geadviseerde bandbreedtes. In het bijzonder het weerstandsvermogen dient te worden vergroot naar 5%.
2. Leerlingtelling De leerlingtelling per 1 oktober 2013 en met betrekking tot het meerjarenperspectief gecorrigeerd per school over een vierjarige periode voor de stijging of daling van het aantal leerlingen ten opzichte van de prognosecijfers.
3. Rugzakgelden Rugzakgelden op basis van 100% aantal beschikkingen najaar 2013 op te nemen in jaarschijf 2014 en 2015, waarna het in de daaropvolgende jaarschijven af loopt naar 50%, in 2016 en 25% in de jaren daarna.
4. Zorgbekostiging SBO en gelden samenwerkingsverbanden voor basisonderwijs Zorgbekostiging (de bekostiging boven de 2%) vanuit de samenwerkingsverbanden voor de SBO-scholen is voor het schooljaar 2014-2015 opgenomen in de betreffende jaarschijven 2014 en 2015. Daarna wordt deze op nul gezet. Hetzelfde geldt voor de door de basisscholen te ontvangen gelden vanuit de samenwerkingsverbanden.
52
5. Aandeel Loonsom en met name Werkgeverpercentage Het aandeel van de loonkosten in de totale lasten was in de jaarrekening 2012, afgerond, 85,5 %. Dit is 2,5% hoger dan het landelijk gemiddelde, volgens het “In Balans” onderzoek. Onze opgave is om het aandeel loonkosten in de totale begroting elk jaar met 1% te verlagen. In het strategisch beleidsplan is opgenomen dat het aandeel van de personeelskosten in 2016, 84% of lager is. Uitgaande van dit uitgangspunt in 2015, 84,5%. We hebben besloten het werkgeverspercentage van de loonsom te bepalen op 62% in 2014, waarna het in de ramingen voor de jaren daarna een half punt per jaarschijf verhoogd wordt.
6. Kosten afdekken risico’s ontslag en ziektevervanging personeel Het bestuur van het Participatiefonds, waarbij we aangesloten zijn voor het afdekken van de kosten van een werkloosheidsuitkering van ontslagen personeel, berichtte ons dat de premie per 1 januari 2014 verhoogd wordt van 3 naar 4 %. Het Participatiefonds kondigde aan dat per 1 augustus 2014 de premie opnieuw met 0,33% verhoogd kan worden. Het bestuur van het Vervangingsfonds, waarbij we aangesloten zijn voor het afdekken van de kosten van ziektevervan ging van personeel, berichtte ons dat de premie per 1 januari 2014 verhoogd wordt van 7,7 naar 8,2 %. Per 1 augustus 2014 kan daar opnieuw een stijging met 0,2% op volgen.
7. De verwerking natuurlijk verloop ontstaan door pensionering en overig natuurlijk verloop In deze meerjarenbegroting is uitgegaan van het natuurlijk verloop en een voortzetting van de huidige vacaturestop, of tewel het natuurlijk verloop moet de daling van de inkomsten als gevolg van de daling van het leerlingenaantal kunnen opvangen. In het natuurlijk verloop, niet zijnde pensionering, is uitgegaan van 60% van dit verloop zoals deze gemiddeld in de afgelopen 2 jaar (gemiddeld jaarlijks 9.5 fte) heeft plaatsgevonden. Het natuurlijk verloop ten gevolge van pensione ring is één op één in de meerjarenbegroting verwerkt.
8. Het budget voor het Servicebureau Het aandeel van de middelen ten behoeve van de instandhouding van het Servicebureau, zowel in de opgetelde persone le als materiële inkomsten, blijft in 2014 gehandhaafd op 6% voor beide stichtingen. We hebben besloten tot een taakstel ling, waarbij in 2015 het aandeel 5,5% en in 2016, 5% zal bedragen.
9. Het bovenschools budget In het aandeel van de middelen ten behoeve van de bovenschools uitgevoerde en bekostigde activiteiten handhaven we voor OPSO een percentage van 4,68% van de totale inkomsten over de volledige meerjarenperiode 2014-2017. Deze percentages handhaven we vooralsnog, omdat we eerst inzetten op inhoudelijke keuzes, te maken in overleg met de directies en de GMR. Dit vraagt een gedegen voorbereiding, waarvoor we een projectgroep vanuit de directies hebben ingericht. Daarnaast is het van belang om, met name dit deel van de bestuursbegroting duidelijker te verbinden met het bestuurlijke jaarplan 2014. Deze twee stappen zijn er op gericht om ruim voor de meerjarenbegroting 2015-2018 helder heid te hebben over de inzet van budgetten, waar veel vragen over zijn en dan met name de Prestatieboxgelden.
53
6. De 1 oktobertelling en een gecorrigeerde prognose voor de jaren 2014-2017 Scholen
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
15DZ - M.L. Kingschool (SO/vso)
141
122
155
155
145
140
135
15WJ - Willem Eggert
266
275
280
275
269
260
260
16AJ - De Wheermolen
350
378
402
400
370
360
350
16BZ - ’t Carrousel
229
198
183
175
175
175
175
16HK - De Ranonkel
325
310
297
293
285
279
272
16LA - De Dijk
182
175
167
167
169
166
164
16MC - De Akker
191
198
211
200
190
180
175
16UC - De Boemerang
206
203
194
193
190
187
183
19UM - Het Tangram (SBO)
164
174
174
174
174
174
174
21NH - De Delta
196
192
172
162
162
162
162
23EA - Weidevogels
170
217
256
272
270
262
259
24B L- ’t Pierement
309
268
248
238
235
235
235
26AP - De Koempoelan
447
404
345
330
320
310
300
27CJ - De Nieuwe Wereld
539
515
483
470
460
450
415
27NZ - Oeboentoe
399
390
356
330
320
312
292
4.114
4.019
3.911
3.834
3.734
3.652
3.551
2,36%
2,76%
2,01%
2,68%
2,25%
2,84%
OPSO Daling
Gemiddeld 2,51% De prognoses zijn afkomstig van het PVG 1, december 2011. Voor ‘t Carrousel, De Dijk, De Delta, ‘t Pierement, De Koempoelan en Oeboentoe zijn ze handmatig aangepast. (op grond waarvan, zijn die aanpassingen ook opgenomen in de formatie(BFP) berekeningen).
PVG; Planningsverband Groningen
1
54