Inhoudsopgave JAARREKENING 2014
2
Overige gegevens 2014
36
I Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
36
II Voorstel voor resultaatbestemming
36
1
Jaarrekening 2014 Toelichting op de jaarrekening Algemene toelichting De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (Titel 9 Boek 2 BW) en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op de grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en Passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de historische kosten. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de nominale waarde. Een actief komt op de balans als de toekomstige economische voordelen waarschijnlijk naar de organisatie toevloeien en als we de waarde daarvan betrouwbaar kunnen vaststellen. Een verplichting komt op de balans als de afwikkeling daarvan waarschijnlijk gepaard gaat met een uitstroom van middelen, en als we de omvang van het bedrag betrouwbaar kunnen vaststellen. Verbonden partijen ROC TOP had in 2014 geen verbonden partijen. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen, wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost. Voor de renteswap, die is afgesloten ter dekking van het renterisico op de langlopende lening, wordt kostprijshedge accounting toegepast. Het effectieve deel van het financiële derivaat is toegewezen voor kostprijshedge-accounting en wordt tegen kostprijs gewaardeerd. Het ineffectieve deel wordt tegen reële waarde gewaardeerd. Per ultimo 2014 is geen sprake van ineffectiviteit. Het kredietrisico ten aanzien van de overige vorderingen van ROC TOP is beperkt aangezien de grootste vorderingen debiteuren met een hoge betrouwbaarheid betreffen zoals de gemeente Amsterdam. Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Euro Alle bedragen worden in hele euro’s weergegeven.
2
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn niet gewijzigd ten opzichte van de grondslagen zoals die gehanteerd werden in 2013.
Grondslagen voor de waardering van de balans Materiële vaste activa Materiële vaste activa (roerende en onroerende goederen) zijn gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs en verminderd met (cumulatieve) afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire methode op basis van de geraamde economische levensduur. Groot onderhoud wordt als materieel vast actief behandeld voor zover deze levensduur verlengend is. De afschrijvingstermijnen bedragen voor: Terreinen Gebouwen Verbouwingen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen In uitvoering en vooruitbetalingen Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa * **
: : : : : : :
geen 30 jaar 10 jaar* 4/5/10 jaar 3 jaar geen** n.v.t.
Bij verbouwingen van huurpanden wordt afgeschreven over de economische levensduur, maar niet langer dan de resterende huurperiode. Op investeringen in uitvoering en vooruitbetalingen wordt niet afgeschreven zolang het project niet in gebruik genomen is.
Vorderingen De vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Alle vorderingen > €1.000 zijn individueel beoordeeld op inbaarheid. De vorderingen < €1.000 worden als volgt voorzien: ouder dan 6 maanden: 50% ouder dan 12 maanden: 100% Liquide middelen De liquide middelen omvatten direct opeisbare tegoeden op bankrekeningen en kasmiddelen. Omdat de waarde van de vaste activa gebouwen niet volledig de langlopende lening dekt, is een bedrag ter grootte van circa €5.000.000 geblokkeerd. Rekening courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit een algemene reserve. Er zijn geen bestemmingsreserves aangemerkt. Mutaties op het eigen vermogen vinden plaats via resultaatsbestemming tenzij zich stelselwijzigingen voordoen. ROC TOP kent geen privaat vermogen.
3
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare verplichtingen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. Voorzieningen worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen en gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om aan de verplichtingen te voldoen. Voorziening gratificatie ambtsjubileum De voorziening gratificatie ambtsjubileum is gevormd op basis van Richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaggeving voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de blijf kans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet van 4,83%. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht. Voorziening Wachtgelden De voorziening wachtgelden is gevormd op basis van Richtlijn 252 van de Raad voor de Jaarverslaggeving voor feitelijke verplichtingen en in rechte afdwingbaar. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen met de maximale looptijd (2015-2023), een disconteringsvoet van 4,83% en is bepaald op basis van de volgende indicatoren: Opleidingsniveau Leeftijd (Onderwijs) dienstjaren (aan te leveren door derden) De werkelijke wachtgeldlasten worden met ingang van 2015 ten laste van deze voorziening gebracht. Pensioenen ROC TOP heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij ROC TOP (en haar rechtsvoorgangers). De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. ROC TOP betaalt hiervoor premies waarvan twee derde deel door de werkgever wordt betaald en een derde deel door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 101,1% (bron: website www.abp.nl, dd. 24 april 2015). Het vermogen van het ABP bedroeg eind maart 2015 circa €373 miljard. De verplichtingen van ABP bedroegen eind maart 2015 circa €387 miljard. Dekkingsgraad per 31 maart 2015 102,6% (bron: website www.abp.nl, d.d. 24 april 2015). Omdat de financiële situatie onvoldoende blijft, moet ABP voor 1-7-2015 een nieuw herstelplan indienen bij de toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB). Het oude herstelplan vervalt namelijk, door de nieuwe regels die vanaf 2015 gelden. Wat dit gaat betekenen, is pas bekend als het herstelplan is goedgekeurd door DNB (bron: website www.abp.nl, d.d. 24 april 2015). ROC TOP heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. ROC TOP heeft
4
daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Langlopende schulden Dit betreffen schulden met een verwachte resterende looptijd op balansdatum van ten minste één jaar. De aflossingsverplichtingen voor het komende jaar worden opgenomen onder de kortlopende schulden. Opgenomen rentedragende leningen en schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Op de afdekking van de renterisico’s van de langlopende schulden is kostprijshedge-accounting toegepast. Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een verwachte resterende looptijd op balansdatum van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld.
Grondslagen voor de waardering van de staat van baten en lasten Baten en lasten De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. De geoormerkte rijksbijdragen en meerjarige doelsubsidies worden in de staat van baten en lasten verantwoord voor zover zij gerealiseerd zijn. Baten uit tweede geldstroomactiviteiten en werken voor derden worden bepaald naar rato van de uitvoering van de betreffende overeenkomsten. Overige baten De overige baten bestaan uit detachering, baten uit verhuur en overige baten. Personeelskosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Vaste activa wordt vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Bij een schattingswijziging van de economische levensduur worden toekomstige afschrijvingen aangepast.
5
Balans per 31 december 2014 (na resultaat bestemming) 1. ACTIVA
31-12-2014
31-12-2013
1.2 Materiële vaste activa
4.594.317
5.773.457
Totaal vaste activa
4.594.317
5.773.457
2.347.746
2.622.717
1.7 Liquide middelen
21.055.439
15.681.914
Totaal vlottende activa
23.403.185
18.304.631
27.997.503
24.078.088
2. PASSIVA
31-12-2014
31-12-2013
2.1 Eigen vermogen
11.127.877
9.351.592
2.2 Voorzieningen
1.014.636
197.528
2.3 Langlopende schulden
6.079.436
7.379.812
2.4 Kortlopende schulden
9.775.554
7.149.156
27.997.503
24.078.088
Vaste activa
Vlottende activa 1.5 Vorderingen
Totaal activa
Totaal passiva
Solvabiliteit I = EV/TV
39,75%
38,84%
Solvabiliteit II = (EV+VZ)/Balanstotaal
43%
40%
Liquiditeit (Current ratio) = LM/KS
2,15
2,19
6
Staat van Baten en Lasten 2014
Begroting
2013
3. BATEN 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.3 College, cursus- en lesgelden 3.4 Baten werk in opdracht van derden 3.5 Overige baten Totaal baten
41.757.367
40.323.833
43.408.904
2.404.201
2.026.667
2.089.349
324.302
274.432
283.245
164.901
50.000
198.166
1.166.089
338.561
2.023.381
45.816.860
43.013.493
48.003.045
4. LASTEN 4.1 Personeelslasten
31.030.600
30.241.370
27.514.061
4.2 Afschrijvingen
2.038.983
2.344.093
2.690.097
4.3 Huisvestingslasten
5.010.678
6.000.705
5.388.943
4.4 Overige lasten
5.393.579
3.435.575
5.003.571
43.473.840
42.021.743
40.596.672
2.343.020
991.750
7.406.373
-566.735
-315.438
-325.197
1.776.285
676.312
7.081.176
Totaal lasten Saldo baten en lasten
5. Financiële baten en lasten Resultaat
7
Kasstroomoverzicht 2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
2.343.020
7.406.373
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen
2.038.983 817.108
2.690.097 161.171
Cashflow
5.199.111
10.257.641
Veranderingen in werkkapitaal - Vorderingen - Kortlopende schulden (excl. bankkrediet)
274.971 2.626.398
5.277.227 2.801.342
2.901.369
8.078.569
-566.735
-325.197
7.533.435
18.011.013
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa (Des)investeringen financiële vaste activa
-859.843
-1.744.409 4.446
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-859.843
-1.739.963
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing/opname langlopende leningen
-1.300.376
-870.188
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-1.300.376
-870.188
5.373.526
15.400.862
Stand per 1 januari Mutatie boekjaar
15.681.914 5.373.526
281.052 15.400.862
Stand per 31 december
21.055.440
15.681.914
Financiële baten en lasten Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Mutatie liquide middelen
8
Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 1.2.1 GEBOUWEN EN
1.2.2 INVENTARIS EN
1.2.4 IN UITVOERING EN
TERREINEN
APPARATUUR
VOORUITBETALINGEN
Cumulatieve aanschafprijs
11.698.600
7.333.894
73.841
19.106.335
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
-8.405.998
-4.926.880
0
-13.332.878
3.292.602
2.407.014
73.841
5.773.457
476.082
457.602
Desinvesteringen
-2.844.542
-690.823
Afschrijvingen
-1.198.619
-840.364
-2.038.983
2.844.542
690.823
3.535.365
-722.537
-382.762
9.330.140
7.100.674
16.430.814
-6.760.075
-5.076.421
-11.836.497
2.570.065
2.024.252
1.2 Materiële vaste activa
TOTAAL
Stand per 1 januari 2014
Boekwaarde per 1 januari 2014 Mutaties Investeringen
Afschrijvingen desinvesteringen Saldo
933.684 -73.841
-73.841
-3.609.206
-1.179.140
Stand per 31 december 2014 Cumulatieve aanschafprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde per 31 december 2014
Huur/Eigendom
Boekwaarde gebouwen ultimo 2014
Eigendom Huur
604.886 1.965.179
0
4.594.317
9
Afschrijvingspercentages materiële vaste activa Gebouwen ‒ 30 jaar Verbouwingen ‒ maximaal 10 jaar Inventaris en apparatuur ‒ 4/5/10 jaar In uitvoering en vooruitbetalingen ‒ 0%
De verzekerde waarde bedroeg per 31-12-2014 voor gebouwen en terreinen €20.406.196 en voor inventaris, apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen en huurdersbelang €17.197.000. De OZB-waarde van de gebouwen in eigendom bedroeg per 01-01-2014 €5.690.000. Investeringen in gebouwen en terreinen > €50.000 betreffen met name: De Klencke 4 € 329.291 Dongestraat 8 € 52.686 Oslofjordweg 701 € 94.105 De investeringen in inventaris en apparatuur bestaan voor een bedrag van €157.128 aan meubilair, installaties etc. en voor €300.474 aan investeringen in hardware. De desinvesteringen en afschrijvingen desinvesteringen op gebouwen en inventaris/apparatuur betreffen reeds in 2013 volledig afgeschreven investeringen met een boekwaarde nihil. Met ingang van 1 augustus 2014 is de volgende locatie betrokken: - Laarderhoogtweg 51, Amsterdam In 2014 zijn de volgende locaties verlaten*): Rode Kruisstraat 14, Amsterdam Sloterweg 1045, Amsterdam Eind 2014 is de locatie Vlaardingenlaan 25, Amsterdam in de verkoop gekomen (vraagprijs €3.950.000). Resterende boekwaarde ultimo 2014 €605.000 *) Het verlaten van deze locaties heeft niet geleid tot desinvesteringen.
10
Vorderingen 31-12-2014
31-12-2013
1.5.1
Debiteuren
752.356
638.772
1.5.6
Overige overheden
716.565
910.266
1.5.5
Deelnemers/cursisten
1.5.7
Overige vorderingen
1.5.8
Overlopende activa
1.5.9
Af: Voorziening wegens oninbaarheid
0 734.378
848.524
245.968
479.599
-101.521
-254.444
2.347.746
2.622.717
4.803
17.591
33.925
33.925
695.651
797.008
734.378
848.524
200.273
479.599
Uitsplitsing 1.5.7.1 Personeel 1.5.7.2 Tvv Waarborgsommen 1.5.7.2 Overige Overige vorderingen 1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 1.5.8.3 Overige overlopende activa
45.695
Overlopende activa
245.968
479.599
-254.444
-167.700
Verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: 1.5.9.1 Stand per 1 januari 1.5.9.2 Onttrekking
31.018
1.5.9.3 Dotatie/vrijval Stand per 31 december
121.906
-86.744
-101.521
-254.444
752.356
638.772
-101.521
-254.444
650.835
384.328
716.565
910.266
716.565
910.266
Debiteuren 1.5.1
Debiteuren
1.5.9
Af: voorziening dubieuze debiteuren
Overige overheden 1.5.6
Gemeente Amsterdam
De overige vorderingen worden als volgt voorzien: - ouder dan 6 maanden:
50%
- ouder dan 12 maanden:
100%
- Posten >€1.000,- zijn individueel beoordeeld op inbaarheid: Er zijn geen vorderingen met een looptijd langer dan 1 jaar
11
1.7 Liquide middelen 31-12-2014
31-12-2013
De post liquide middelen in het kasstroomoverzicht is als volgt samengesteld: 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bankrekeningen
4.146 21.051.293
4.836 15.677.078
Totaal Liquide Middelen
21.055.439
15.681.914
De liquide middelen staan niet volledig ter vrije besteding van ROC TOP. Omdat de waarde van de vaste activa gebouwen niet volledig de langlopende lening dekt, is een bedrag ter grootte van circa €5.000.000 geblokkeerd. ROC TOP heeft een rekening courant faciliteit van €4.000.000. Hiervan is in 2014 geen gebruik gemaakt.
BESTEMMING
OVERIGE
RESULTAAT
MUTATIES
1-1-2014
2014
2014
2.1.1 Algemene reserve
9.351.592
1.776.285
Totaal eigen vermogen
9.351.592
1.776.285
PASSIVA 2.1 Eigen Vermogen
SALDO
SALDO 31-12-2014 11.127.877
0
11.127.877
Het resultaat 2014 is toegevoegd aan de algemene reserve.
12
MUTATIES
2.2 Voorzieningen
2.2.1 Voorziening gratificatie ambtsjubilea
Saldo
Dotaties
1-1-2014
2014
197.528
2.2.1 Voorziening Wachtgelden
Totaal voorzieningen
ONDERVERDELING SALDO 31-12-2014 Onttrekkingen Vrijval 2014
15.922
2014
11.629
844.659
197.528
844.659
15.922
11.629
Saldo
< 1 jaar
> 1 jaar
31-12-2014
169.977
20.000
149.977
844.659
264.414
580.245
1.014.636
284.414
730.222
De voorziening gratificatie ambtsjubilea betreft de contant gemaakte waarde van de toekomstige jubilea verplichtingen voor het personeel dat op 31 december 2014 in dienst was. In de berekening is rekening gehouden met een kans dat de uitkering in het kader van jubilea zich daadwerkelijk voor gaat doen. Daarnaast is bij de berekening van de hoogte van deze voorziening rekening gehouden met een disconteringsvoet van 4,83% conform de rente op de langlopende lening. Voorziening Wachtgelden De voorziening wachtgelden is gevormd op basis van Richtlijn 252 van de Raad voor de Jaarverslaggeving voor feitelijke verplichtingen en in rechte afdwingbaar en heeft betrekking op het wettelijke en bovenwettelijke deel. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen met de maximale looptijd (2015-2023), met een disconteringsvoet van 4,83% conform de rente op de langlopende lening, en is bepaald op basis van de volgende indicatoren: Opleidingsniveau Leeftijd (Onderwijs) dienstjaren (aan te leveren door derden) De werkelijke wachtgeldlasten worden met ingang van 2015 ten laste van deze voorziening gebracht. De wachtgeldlasten 2014 bedroegen €312.000
13
2.3 Langlopende schulden BEDRAG BOEKWAARDE
AANGEGANE LENINGEN O/G
AFLOSSINGS
BEDRAG
LOOPTIJD
RENTE
RESTERENDE
VERPLICHTING
BOEKWAARDE
LANGER DAN 5
PERCENTAGE
LOOPTIJD IN
JAAR
01-01-2014
2014
2014
JAREN
31-12-2014
2.3.3 Kredietinstellingen
Rabobank
Totaal langlopende leningen
7.379.812
0
1.300.376
6.079.436
3.879.436
7.379.812
0
1.300.376
6.079.436
3.879.436
7.379.812
0
1.300.376
6.079.436
3.879.436
Variabel euribor 3 mnds + opslagen (1,71%)
15
De langlopende schuld aan de kredietinstelling (lening) is afgesloten tegen een variabele rente en is afgedekt met een swap tegen een vaste rentevoet. De aflossing op de langlopende verplichting welke binnen één jaar na balansdatum vervalt is opgenomen onder de kortlopende schulden en overlopende passiva. In 2014 heeft naast de reguliere aflossing een extra aflossing van 10% van de hoofdsom plaatsgevonden. Op grond van de leningovereenkomst heeft de bank een eenzijdig recht om bij gewijzigde omstandigheden naar eigen inzicht: de renteberekeningswijze, de opslagen en de aflossingstermijnen aan te passen (dus rentecondities en payback te wijzigen). Ook ROC TOP heeft het recht om 5% van de hoofdsom jaarlijks versneld af te lossen zonder boete en een hoger percentage tegen betaling van een boete. Tot heden heeft de bank niet te kennen gegeven van haar recht gebruik te maken. ROC TOP heeft in 2014 van dit recht gebruik gemaakt en heeft in overeenstemming met de bank 10% versneld afgelost. De leningovereenkomst is opgesteld ten tijde van de defusie. Er hebben zich tot heden in de lening(voorwaarden), behoudens de periodieke aflossingen, geen wijzigingen voorgedaan. Indien ROC TOP op enig moment niet voldoet of kan voldoen aan een van de criteria gesteld in de overeenkomst, heeft de bank het recht te eisen dat de lening volledig vervroegd wordt afgelost. Zoals uit de huidige financiële positie en de geprognosticeerde toekomstige positie blijkt, is er geen aanleiding om te verwachten dat het voorgaande zich zal voordoen.
14
Op het gebouw Vlaardingenlaan 25 in Amsterdam rust een hypothecaire inschrijving (€4.000.000) ten gunste van het Waarborgfonds bve (eerste in rang) en van de Rabobank (tweede in rang).
LOOPTIJD
NOMINALE WAARDE
MARKTWAARDE SWAP
RENTEPERCENTAGE
RENTEPERCENTAGE VAST TE
VARIABEL TE
BETALEN
DEKKING SWAP
SIGNALERINGSWAARDE = 80%
€2.000.000
€1.600.000
ONTVANGEN
30-12-2029
€8.603.767
- €1.482.991
3 mnds euribor
3,12%
Er is sprake van kostprijshedge accounting tegen de kostprijs van 0 euro: het neerwaartse renterisico is naar 0 gebracht.
15
Kortlopende schulden 31-12-2014
31-12-2013
2.4.1
Kredietinstellingen
440.000
440.000
2.4.3
Crediteuren
1.124.948
1.092.489
2.4.4
OC&W
1.794.181
250.923
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
1.268.793
1.172.337
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
366.697
388.230
2.4.9
Overige kortlopende schulden
100
184.096
2.4.10
Overlopende passiva
4.780.835
3.621.081
Kortlopende schulden
9.775.554
7.149.156
1.268.793
1.172.337
1.268.793
1.172.337
Uitsplitsing 2.4.7.1
Loonheffing
2.4.7.3
Premies sociale verzekeringen
2.4.7.4
Overige belastingen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.9.1
Werk door derden
2.4.9.2
Overige
100
184.096
Overige kortlopende schulden
100
184.096
2.4.10.1 Vooruitontvangen college- en lesgelden
177.699
175.925
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OC&W
135.558
366.838
2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen
740.798
73.425
2.4.10.5 Vakantie-uitkering en bindingstoelage
1.245.629
1.154.849
2.4.10.8 Overige
1.727.471
1.365.308
753.681
484.736
4.780.835
3.621.081
Vooruitontvangen bedragen Overlopende passiva
De kortlopende schulden hebben alle een resterende looptijd van minder dan één jaar. De schuld aan OCW en de vooruit ontvangen subsidies OCW zijn gespecificeerd in Model G2 ‘Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW (RJ 660, model G)’. De schuld aan OCW bestaat uit de volgende posten: - Gespecificeerd in model G2a € 151.218 - LGF 2012-2013 € 3.640 - LGF 2013-2014 € 1.825 - Salarismix gelden 2015 €1.607.896 - SchoolEx 2014 € 29.602 _________ Totaal € 1.794.181
16
Ten onrechte heeft OC&W eind december de salarismixgelden 2015 betaald. In januari 2015 wordt dit verrekend met de rijksbijdrage. De toename van de kortlopende schulden wordt veroorzaakt door de toename van de post ‘OC&W’ met circa €1,5 miljoen, toename van de post “Vooruitontvangen termijnen en bedragen” met circa €1,0 miljoen alsmede een toename van de post “Te betalen bedragen” met circa €0,4 miljoen en een afname van de post “Vooruitontvangen subsidies OCW” met circa €0,2 miljoen. De overige overlopende passiva hebben met name betrekking op de nog te ontvangen facturen die betrekking hebben op 2014. Op de volgende pagina’s zijn twee verantwoordingstabellen opgenomen m.b.t. subsidies:
Model G1 betreft de Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Model G2 betreft de Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule, te weten: G2a: Aflopend per ultimo verslagjaar G2b: Doorlopend tot in een volgend verslagjaar.
17
Model G1. Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a)
OMSCHRIJVING
TOEWIJZING
BEDRAG TOEWIJZING
ONTVANGEN IN VERSLAGJAAR
Bekwaamheid en Professionalisering Bekwaamheid en Professionalisering
Kenmerk
Datum
590569-1 493178-1
6-12-2013 18--2012
411.851 428.932
411.851
840.783
411.851
DE PRESTATIE IS ULTIMO VERSLAGJAAR CONFORM DE SUBSIDIEBESCHIKKING
Geheel uitgevoerd en afgerond v v
Nog niet geheel afgerond
18
Model G2. Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub b)
G2a. Aflopend per ultimo verslagjaar OMSCHRIJVING
TOEWIJZING
SALDO 1/1/14
BEDRAG TOEWIJZING
ONTVANGEN T/M VERSLAGJAAR
TOTALE KOSTEN
TE VERREKENEN ULTIMO VERSLAGJAAR (9.3)
Kenmerk
Datum
Schoolmaatschappelijk werk 2014
602403-1
18-12-2013
0
137.978
137.978
137.978
0
Nederlandse taal en rekenen 2014
591995-2
5-12-2013
0
876.587
876.587
876.587
0
Lerarenbeurs 2011
Diversen
6.194
Lerarenbeurs 2012
Diversen
12.051
Lerarenbeurs 2013
Diversen
19.395
Lerarenbeurs 2014
Diversen
Zij-instromers 2011
Diversen
19.000
19.000
Zij-instromers 2012
Diversen
34.278
34.278
Zij-instromers 2013
Diversen
60.000
60.000
150.918
1.100.455
Totaal
6.194 12.051 19.395 6.494
19.395 6.494
6.494
60.000
1.021.060
1.020.759
151.218
19
G2b. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar SALDO NOG TE OMSCHRIJVING
BEDRAG
TOEWIJZING
TOEWIJZING
SALDO 01/01/14
ONTVANGEN IN
KOSTEN IN
VERSLAGJAAR
VERSLAGJAAR
TOTALE KOSTEN 31/12/14
BESTEDEN ULTIMO VERSLAGJAAR
(9.9) Kenmerk
Datum
Zij-instromers 2012
Diversen
38.937
30.624
-12.666
17.958
17.958
0
Zij-instromers 2013
543009-1
86.666
73.000
13.666
33.333
33.333
53.333
Zij-instromers 2014
602224-1
20.000
Lerarenbeurs 2012
Diversen
25.985
19.960
- 3.766
16.194
16.194
0
Lerarenbeurs 2013
550335-1
42.636
49.242
- 6.607
42.636
42.636
0
Lerarenbeurs 2014
602089-1
80.467
90.840
28.616
28.616
62.224
101.467
138.737
138.737
135.557
Totaal
294.691
20.000
172.826
20.000
In 2014 heeft een extra controle/inspanning er toe geleid dat een wijziging heeft plaatsgevonden ten opzichte van de jaarrekening 2013. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de beginbalans 1-1-2014 waardoor er geen directe aansluiting is met de jaarrekening 2013. Als gevolg hiervan sluiten ultimo 2014 de schulden en nog te besteden bedragen aan het de individuele beschikkingen Lerarenbeurs en Zij-instromers.
20
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen ROC TOP heeft een lening portefeuille die geborgd is door de Stichting Waarborgfonds BVE. In dat kader stelt ROC TOP zich, samen met andere betrokken onderwijsinstellingen, garant jegens de Stichting Waarborgfonds BVE voor maximaal 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage MBO indien laatstgenoemde niet aan haar borgstellingverplichtingen kan voldoen. Bankgaranties Er zijn bankgaranties afgegeven voor een bedrag van €319.645 in verband met de lopende huurcontracten. Langlopende huurcontracten ROC TOP heeft langlopende huurcontracten met een termijn tussen de 1 en 7 jaar voor 13 gebouwen met een totaal jaarlijks huurbedrag van: - maximaal 1 jaar: €1.245.166 - meer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar: €1.074.129 - langer dan 5 jaar: € 84.391 Renteswap De waarde van de renteswap per 31 december 2014 bedraagt €1.482.991 negatief. Begin 2015 is met een afkoop van €295.750 de onderliggende waarde van de renteswap weer in lijn gebracht met het verloop van de langlopende schuld. Deze verplichting is per 31-12-2014 in de balans verwerkt ten laste van het resultaat 2014. Het ineffectieve deel van de swap is daarmee in het resultaat verwerkt. Het restant van de swap is daarmee weer een effectieve hedge op de langlopende lening. Gestelde zekerheden 2e bankhypotheek groot €4.000.000 op het recht van erfpacht op het bedrijfspand Vlaardingenlaan 25 te Amsterdam Verpanding van inventaris Verpanding vorderingen op derden Verpanding spaarrekening i.v.m. (afgegeven) bankgaranties Vaste borgtocht oorspronkelijk groot €8.603.767 afgegeven door Waarborgfonds bve Cross default verklaring; Pari_Passu verklaring; Non-disposal verklaring; Positieve pledge verklaring; Material-adverse-change verklaring; Niet-financieringsverklaring met een drempelbedrag van €100.000; Solvabiliteitsratio verklaring 25%. Eind 2014 is de locatie Vlaardingenlaan 25 te Amsterdam in de verkoop gekomen (vraagprijs €3.950.000). De resterende boekwaarde van deze locatie is ultimo 2014 €605.000
21
Toelichting op de staat van baten en lasten BATEN 2014
Begroting
2013
3.1.1 (Normatieve) rijksbijdragen OCW BVE
37.241.832
37.055.491
38.398.332
Rijksbijdragen OCW
37.241.832
37.055.491
38.398.332
1.721.162
1.079.976
1.713.475
2.794.373
2.188.366
3.297.097
4.515.535
3.268.342
5.010.572
41.757.367
40.323.833
43.408.904
2.404.201
2.026.667
2.089.349
2.404.201
2.026.667
2.089.349
310.782
274.432
276.021
3.1 Rijksbijdragen
3.1.2.1 Geoormerkte OCW subsidies 3.1.2.2 Niet geoormerkte OCW subsidies 3.1.2 Overige subsidies OCW Totaal rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en –subsidies 3.2.2 Overige gemeentelijke bijdrage Totaal overige overheidsbijdragen en – subsidies 3.3 College-, cursus- en lesgelden 3.3.2 Cursusgelden BVE 3.3.5 Examengelden Totaal college-, cursus- en lesgelden
13.520
7.224
324.302
274.432
283.245
164.901
50.000
198.166
164.901
50.000
198.166
3.4 Baten werk in opdracht van derden 3.4.3 Overige baten in opdracht van derden Totaal baten werk in opdracht van derden 3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur
62.888
32.695
3.5.2 Detacheringen
538.056
230.046
309.125
3.5.5 Ouderbijdragen
278.325
101.500
328.685
286.821
7.015
1.352.877
1.166.089
338.561
2.023.382
3.5.6 Overige Totaal overige baten
22
Rijksbijdragen De hogere rijksbijdragen zijn veroorzaakt door een aantal factoren: De normatieve rijksbijdrage viel €165.000 hoger uit dan begroot als gevolg van aanpassingen “compensatie sociale lasten”. Daarnaast viel de wachtgeldvergoeding €22.000 hoger uit dan begroot. De totaal geoormerkte en niet- geoormerkte subsidies vielen circa €1,2 miljoen hoger uit dan begroot. 3.1.2.1 Geoormerkte subsidies Innovatiebox Schoolmaatschappelijk Werk Taal & Rekenen Lerarenbeurs/zij-instroom Bekwaamheid&Professionalisering Prestatiebox
Realisatie
Begroot
Afwijking
0 137.978 876.587 145.090 561.507 0
80.000 125.000 839.976 0 0 35.000
80.000 12.978 36.611 145.090 561.507 35.000
1.721.161
1.079.976
641.185
De geoormerkte subsidies vielen circa €640.000 hoger uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de gereserveerde gelden uit 2013 voor bekwaamheid en professionalisering te laten vrijvallen ter dekking van de gemaakte kosten en de dekking ten behoeve van de lerarenbeurs en zij-instromers. De post “Bekwaamheid & Professionalisering circa €425.000 was ten onrechte begroot onder de “niet-geoormerkte subsidies”. Deze post had onder de geoormerkte subsidies moeten worden opgenomen. In de realisatie is deze wel opgenomen onder de geoormerkte subsidies Daarnaast was het vaste deel van de prestatiebox ten onrechte begroot onder de niet-geoormerkte subsidies. De niet-geoormerkte subsidies vielen circa €606.000 hoger uit dan begroot. 3.1.2.2 Niet geoormerkte subsidies LGF Prestatie subsidie VSV Salarismix Bekwaamheid&Professionalisering VSV (1 op 16) SchoolEx
Realisatie
Begroot
Afwijking
321.907 485.000 898.617 0 979.022 109.825
48.366 0 825.000 425.000 890.000 0
273.541 485.000 73.617 - 425.000 89.022 109.825
2.794.371
2.188.366
606.005
Dit wordt grotendeels veroorzaakt door: Een niet begrote baat “prestatie subsidie VSV”; De baat bestaat voor €450.000 uit een flexibel deel en €35.000 uit een vast deel. Het vaste deel was ten onrechte begroot onder “geoormerkte subsidies” In de jaarrekening 2013 was een bedrag gereserveerd €77.000 in het kader van de LGF financiering waarvan de terugbetaling onduidelijk was. In de loop van 2014 bleek, na overleg met OCW, dat sprake was van een onterechte terugbetaling. Het bedrag is ten gunste van het resultaat 2014 gebracht;
23
In het kader van de salarismix gelden zijn meer docenten bevorderd dan waar rekening mee is gehouden in de begroting maar minder dan op basis van de subsidietoekenning gerealiseerd is; Gerealiseerde LGF gelden 2012 t/m 2014 hoger dan begroot; VSV middelen hoger dan begroot; Een niet begrote baat inzake “SchoolEx”.
Overige overheidsbijdragen en -subsidies De hogere realisatie circa €380.000 van de post gemeentelijke bijdrage ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door een hogere realisatie van verschillende (niet begrote) subsidies zoals: 3.2.Overige overheidsbijdragen en -subsidies Projecten: Aanval op de Uitval Oud voor Jong Inrichting Arbeidsmarktteam School2Work 1 op 12 “Nieuw West” Onderwijsimpuls Almere
€ 96.000 20.000 21.000 161.000 68.000 10.000
Totaal hogere overige overheidsbijdragen en -subsidies
376.000
Aanval op de Uitval; hogere realisatie dan begroot. Begroot was tot en met juli 2014; Oud voor Jong; deze baat was niet begroot; De totale lasten van dit project bedroegen €101.818. Hier tegenover stond een subsidie van €21.300; Inrichting arbeidsmarkt; deze baat was niet begroot; School2Work; de opbrengst voor dit project viel hoger uit dan begroot. Dit werd veroorzaakt door de einddeclaratie 2013. Daarnaast werd in de begroting uitgegaan van 3,5 fte in de realisatie is dit uiteindelijk 4,5 fte geworden; 1 op 12; een baat voor het project “Nieuw-West” over de periode januari tot en met juli 2014 was niet begroot.
College-, cursus- en lesgelden De cursusgelden betreffen de wettelijke bijdrage die BBL studenten voor hun opleiding betalen. In tegenstelling tot BOL studenten betalen zij deze niet aan DUO-Groningen, maar aan de instelling waar zij de lessen volgen. DUO-Zoetermeer houdt deze gelden weer in bij de instelling. De realisatie viel €36.000 hoger uit dan begroot. De examengelden betreffen bijdragen van examendeelnemers voor het afleggen van individuele examens. Baten werk in opdracht van derden In 2014 is een actiever beleid gevoerd inzake opdrachten van derden. Dit heeft er mede toe geresulteerd in een hogere opbrengst dan begroot €115.000. Overige baten De hogere “overige baten” circa €827.000 wordt veroorzaakt door de volgende factoren:
24
3.5 Overige baten Opbrengst verhuur Detacheringen Ouderbijdragen Overige
€ 63.000 308.000 177.000 279.000
Totaal hogere overige baten
827.000
Opbrengsten verhuur; Een deel van de locatie Boelelaan werd over de periode januari t/m juli verhuurd aan derden; Detachering; realisatie hoger uit dan begroot; Ouderbijdragen; realisatie hoger dan begroot. Hier tegenover staan ook hogere lasten dan begroot; Overige opbrengsten; realisatie hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een “vrijval” van gereserveerde bedragen 2012 en 2013 €230.000. Daarnaast werd in de loop van 2014 nog een aantal subsidiebedragen ontvangen ter grootte van circa €50.000 en voor OPLIS werd circa €50.000 ontvangen welke post niet begroot was.
25
2014 4.1.1 4.1.2 4.1.3
Personeelslasten Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: Uitkeringen Personeelslasten
Begroting
2013
26.425.776 5.024.224 -419.399 31.030.600
26.319.062 4.072.308 -150.000 30.241.370
25.010.520 2.680.799 -177.258 27.514.061
20.649.374 2.736.320 3.040.081
26.319.062
19.772.442 2.325.657 2.912.421
26.425.776
26.319.062
25.010.520
844.659 2.542.523 1.637.042
2.600.070 1.472.238
176.844 1.774.200 729.755
5.024.224
4.072.308
2.680.799
Uitsplitsing 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Lonen en salarissen 4.1.2.1 Dotatie personeelsvoorziening 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.1.2.3 Overige Overige personele lasten
Personeel De totale personele lasten waren circa €780.000 hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een dotatie aan de voorzieningen. In 2014 is een voorziening wachtgelden gevormd ter grootte van circa €844.000. Daarnaast vielen de UWV-uitkeringen €260.000 hoger uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een uitspraak inzake een ingediend bezwaarschrift.
Afschrijvingslasten Afschrijvingen 4.2.1 4.2.2
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Totaal afschrijvingen
2014
Begroting
2013 709.271
1.198.619 840.364 2.038.983
1.314.945 1.029.148 2.344.093
1.206.880 773.946 2.690.097
De totale afschrijvingslasten zijn circa €300.000 lager dan begroot. Hieronder wordt per locatie de grootste afwijkingen weergegeven en toegelicht.
26
4.2.2 Afschrijvingslasten gebouwen
Realisatie €
Nieuwe locatie Noord * Dongestraat Oslofjordweg ** Vlaardingenlaan *** Algemeen
Begroot
Afwijking
0 148.000 20.000 605.000 0
€ 217.000 183.000 0 327.000 170.000
€ - 217.000 - 35.000 20.000 278.000 - 170.000
773.000
897.000
- 124.000
De lagere afschrijvingslast op gebouwen wordt voornamelijk veroorzaakt door: * Nieuwe locatie Noord; Doordat deze locatie pas medio 2016 zal worden betrokken zijn er geen investeringen geweest en derhalve ook geen afschrijvingslasten. ** Oslofjordweg; Dit wordt veroorzaakt door de verhuizing van de Rode Kruisstraat, naar de Oslofjordweg (investering €95.000); *** Vlaardingenlaan; deze locatie is eind 2014 in de verkoop gekomen. De resterende boekwaarde wordt versneld afgeschreven. De begrote investering kwam hiermee te vervallen. De afschrijvingslast op inventaris en computerapparatuur valt circa €200.000 lager uit dan begroot als gevolg van lagere afschrijvingslasten op computerapparatuur. Dit wordt veroorzaakt doordat in de jaarrekening 2013 de geactiveerde computeruren volledig in 2013 zijn afgeschreven.
27
Huisvestingslasten De totale lasten van de rubriek “Huisvestingslasten” vielen circa €1.000.000 lager uit dan begroot. Hieronder wordt per sub-rubriek ingegaan op de grootste afwijkingen. Huisvestingslasten 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en Water Schoonmaakkosten Heffingen Overig Totaal huisvestingslasten
2014 3.488.604 42.773 257.684 353.708 602.404 179.717 85.788 5.010.678
Begroting 3.874.983 45.000 288.167 278.333 483.913 210.309 820.000 6.000.705
2013 3.367.410 42.268 155.563 209.733 586.240 202.341 825.388 5.388.943
Hieronder wordt per onderdeel een toelichting gegeven van de grootste afwijkingen. De post “Huren” bestaat uit huur-en servicelasten en valt circa €390.000 lager uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende factoren: 4.3.1 Huur-en servicelasten Nieuwe locatie Noord Oslofjordweg/Rode Kruisstraat Wibautstraat 131 Wibautstraat 135 Duinluststraat Sportaccommodaties Totaal huur- en servicelasten
Realisatie € 0 488.000 - 31.000 192.000 25.000 94.000 ______ 768.000
Begroot € 420.000 301.000 0 252.000 45.000 110.000 ________ 1.128.000
Afwijking € - 420.000 187.000 - 31.000 - 60.000 - 20.000 - 16.000 ________ - 360.000
Nieuwe locatie Noord; deze locatie wordt pas medio 2016 betrokken; Verhuizing Rode Kruisstraat naar Oslofjordweg; medio 2014 heeft deze verhuizing plaatsgevonden. Hierdoor stegen de lasten; Wibautstraat 131; De definitieve afrekening servicekosten 2013 viel lager uit; Wibautstraat 135; De lasten vielen lager uit als gevolg van lagere servicekosten; Duinluststraat 20; de definitieve afrekening servicekosten 2013 en 2014 viel lager uit; Huur sportaccommodaties; de realisatie viel lager uit dan begroot.
De post “Energie en water” valt circa €80.000 hoger uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat, ten onrechte, geen post was begroot voor de locatie Filipijnenstraat te Almere. Daarnaast zijn de lasten voor de locaties Vlaardingenlaan, Dongestraat en Geulstraat hoger uitgevallen dan begroot.
28
De post ‘Schoonmaakkosten’ valt circa €120.000 hoger uit dan begroot. 4.3.5 Schoonmaakkosten
Realisatie
Begroot
Afwijking
Dongestraat De Klencke * Oslofjordweg/Rode Kruisstraat ** Pieter Calandlaan *** Vlaardingenlaan Wibautstraat Filipijnenstraat
€ 108.000 106.000 96.000 13.000 114.000 51.000 34.000
€ 80.000 72.000 57.000 0 100.000 40.000 24.000
€ 28.000 34.000 39.000 13.000 14.000 11.000 12.000
Hogere schoonmaakkosten
522.000
373.000
151.000
Nieuwe locatie Noord
0
48.000
48.000
Lagere schoonmaakkosten
0
48.000
48.000
522.000
421.000
103.000
Totaal hogere schoonmaakkosten
*) Locatie De Klenkce, betrokken medio 2013, was op basis van ontbrekende historische cijfers te laag begroot. **) Als gevolg van de verhuizing Rode Kruisstraat naar de Oslofjordweg zijn de totale lasten van deze 2 locaties hoger dan begroot. ***) Locatie Pieter Calandlaan was niet begroot. Eind 2013 werd duidelijk dat deze locatie ook nog in 2014 werd gehuurd.
De post “Overig huisvestingslasten” valt circa €700.000 lager uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
4.3.7 Overige huisvestingslasten Lagere advieskosten Vrijval huur 2009-2012 Geulstraat Vervallen reservering “investering” De Klencke Niet te activeren investering nieuwe locatie
€ 120.000 294.000 100.000 400.000
Lagere overige huisvestingslasten
914.000
Niet te activeren investeringen Oslofjordweg Reservering verwijderingskosten Oslofjordweg
166.000 41.000
Hogere overige huisvestingslasten
207.000
Totaal lagere overige huisvestingslasten
707.000
29
De verhuizing naar een nieuwe locatie in Amsterdam zal medio 2016 plaatsvinden. Hierdoor zijn de advieskosten lager uitgevallen dan begroot. Daarnaast zijn courtage kosten gemaakt in verband met de verkoopopdracht Vlaardingenlaan en de zoekopdrachten voor alternatieve locaties Noord en Boelelaan; De gereserveerde huurlasten Geulstraat te Amsterdam over de periode 2009-2012 is bij het tot stand komen van de nieuwe huurovereenkomst vrijgevallen; Doordat de nieuwe locatie in Amsterdam Noord pas medio 2016 zal worden betrokken is de post “niet te activeren investeringen”, niet besteed; De jaarlijkse reservering (2013-2018) voor de gedane investering door het Pensioenfonds in de locatie De Klencke komt te vervallen aangezien ROCTOP de intentie heeft om ook na 2018 deze locatie te blijven huren. De reservering in de jaarrekening 2013 is hierdoor komen vrij te vallen; Locatie Oslofjordweg; Deze locatie wordt medio 2016 verlaten. De totale verwijderingskosten voor deze noodlokalen wordt over de periode 2014 tot en met medio 2016 ten laste van het resultaat gebracht en als “nog te betalen” op de balans opgenomen; Als gevolg van de verhuizing van de Rode Kruisstraat naar de Oslofjordweg zijn extra investeringen gedaan die niet geactiveerd kunnen worden.
Overige lasten Overige lasten
2014
Begroting
2013
4.4.1
Administratie- en beheerslasten
1.963.581
877.516
1.830.196
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overig
2.759.608
1.621.050
2.565.167
498.195
887.009
608.209
Totaal overige lasten
5.221.384
3.385.575
5.003.571
154.505
40.000
38.781
17.690
10.000
17.007
4.4.4
Accountantshonoraria 4.4.1.1
Controle jaarrekening
4.4.1.2
Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering
4.4.1.4
Andere niet controlediensten Totaal accountantshonoraria
6.487 172.195
50.000
62.275
De totale lasten van de rubriek “Overige lasten ” vielen circa €1.836.000 hoger uit dan begroot. Deze rubriek bestaat uit de volgende sub-rubrieken: “Administratie en beheer”, “inventaris, apparatuur en leermiddelen” en “overige”. Per sub-rubriek worden de afwijkingen veroorzaakt doordat realisatie en budget niet altijd binnen dezelfde sub-rubriek zijn verantwoord. Hierdoor is het lastig om een goede analyse te geven op de onder- en overschrijdingen binnen deze rubriek. Toch wordt per sub-rubriek ingegaan op afwijkingen groter dan €25.000.
Hieronder wordt per rubriek ingegaan op de grootste afwijkingen. De rubriek 4.4.1 “Administratie en beheer” is circa €1.086.000 hoger uitgevallen dan begroot. Dit wordt o.a. veroorzaakt door:
30
4.4.1 Administratie en beheer Uitbesteding salarisadministratie Accountantskosten Onderhoud software licenties Kopieerpapier Overige adviseurskosten Diversen Onderhoud hard/software
€ 126.000 122.000 57.000 126.000 147.000 55.000 *) 538.000
Hogere administratie en beheer
1.171.000
Telefonie Internet/data
38.000 110.000
Lagere administratie en beheer
148.000
Totaal hogere administratie en beheer
1.023.000
De lasten voor de uitbesteding van de salarisadministratie zijn ten onrechte begroot onder de post “Personeel niet in loondienst”. De lasten zijn verantwoord onder “Administratie en beheer”; Accountantskosten: Deze kosten zijn fors hoger dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de complexiteit van de ontvlechting van Amarantis. De administraties van het MBO en VO Amsterdam moesten gesplitst worden wat meer tijd en controlewerkzaamheden met zich meebracht dan vooraf kon worden ingeschat. Deze ontvlechting liep tot medio 2014. Als gevolg hiervan waren de accountantskosten 2013 fors hoger dan begroot circa €85.000. Daarnaast zijn de (verwachte) accountantskosten voor 2014 in de jaarrekening 2014 opgenomen. De verwachting is dat de uiteindelijke accountantskosten 2014 lager zullen zijn; De lasten voor (onderhoud) software licenties zijn hoger dan begroot; De lasten voor internet/data waren lager dan begroot; De lasten voor kopieerpapier etc. zijn hoger uitgevallen dan begroot. Deels wordt dit veroorzaakt door extra activiteiten t.b.v. Marketing & Communicatie €35.000; Voor de onderwijsteams was een (vrij) budget beschikbaar van €106.000. Een deel van dit budget is verantwoord onder “Administratie en beheer”;
De overige adviseurskosten zijn hoger dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door: De start van de implementatie van een nieuw financieel systeem circa €30.000; Projectadvieskosten €12.000. Hiertegenover staat een opbrengst verantwoord binnen de rubriek “gemeentelijke bijdragen”; Advisering strategisch plan; Realisatie €30.000. Deze post was niet begroot; Juridische kosten; Realisatie €10.000. Deze post was niet begroot; *) Daarnaast was een bedrag van circa €538.000 (Onderhoud hard/software) begroot binnen de rubriek 4.4.2 “Inventaris, apparatuur en leermiddelen” in de realisatie is dit verantwoordt binnen de rubriek 4.4.1 “Administratie en beheer” Binnen de rubriek 4.4 “Overige lasten was een bedrag begroot van circa €188.000 (telefonie en portokosten in de realisatie is dit verantwoordt binnen de rubriek 4.1 “Administratie en beheer”.
31
De post “Inventaris, apparatuur en leermiddelen” is circa €1.140.000 hoger uitgevallen dan begroot. 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen € Onderwijs door derden VM2 Onderwijs door derden GO! Decanaat/leerling begeleiding Deelnemersactiviteiten Overige kosten “Staat van de instelling”
95.000 1.122.000 170.000 170.000 100.000
Hogere inventaris, apparatuur en leermiddelen
1.657.000
Lagere Onderhoud hard/software
*) -538.000
Hogere inventaris, apparatuur en leermiddelen
1.119.000
Onderwijs door derden VM2; De gereserveerde lasten voor VM2 en diploma borgingscohort vallen hoger uit dan begroot als gevolg van t-2 bekostiging. Onderwijs door derden GO!; de gerealiseerde lasten bedragen €1.122.000. Onder de post “loonkosten extern personeel” was €1.032.000 begroot. Ten onrechte was dit op deze post begroot omdat geen sprake was van inhuur extern personeel; Decanaat/leerling begeleiding; Dit betreft de inzet voor Schoolmaatschappelijk Werk. Ten onrechte was deze post begroot onder “loonkosten extern personeel”; Deelnemersactiviteiten; Tegenover deze hogere last staat ook een hogere opbrengst aan “Ouderbijdragen”; -Overige kosten Onderwijs; De gerealiseerde last voor begeleiding en ondersteuning voor het onderzoek “Staat van de Instelling” viel hoger uit dan begroot; *) Daarnaast was een bedrag van circa €538.000 (Onderhoud hard/software) begroot binnen de rubriek 4.4.2 “Inventaris, apparatuur en leermiddelen” in de realisatie is dit verantwoordt binnen de rubriek 4.4.1 “Administratie en beheer” De post “Overig” is circa €390.000 lager uitgevallen dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
4.4.4 Overig Marketing en Communicatie Diverse contributies Inkoop Kantine Mutatie voorziening debiteuren Diversen Telefonie en portokosten Lagere overige lasten
€ 70.000 27.000 24.000 90.000 -11.000 *) 188.000 388.000
Binnen de rubriek 4.4.4 “Overige lasten” was een bedrag begroot van circa €188.000 (telefonie en portokosten). In de realisatie is dit verantwoord binnen de rubriek 4.4.1 “Administratie en beheer”.
32
Financiële baten en lasten 5.1 5.4 5.5
Rentebaten Overige financiële baten en lasten Rentelasten Totaal financiële baten en lasten
2014 103.269 -295.750 -374.254 -566.735
Begroting 56.713
2013 90.180
-372.151 -315.438
-415.378 -325.198
Het saldo van de financiële baten en lasten is €251.000 hoger dan begroot enerzijds doordat geen gebruik is gemaakt van de rekening courant positie en de voorgenomen investering in de nieuwe locatie Noord is uitgesteld tot eind 2015 c.q. medio 2016. De gedurende het jaar overtollige liquiditeiten waren op een spaarrekening weggezet. Daarnaast is de afkoop van de negatieve waarde van de swap in verband met de extra aflossing van circa €297.000 als last onder de post “overige financiële baten en lasten” verantwoord.
33
WNT Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen
Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking NAAM
INGANGSDATUM
INGANGSDATUM
EINDDATUM
DIENSTVERBAND
FUNCTIE
DIENSTVERBAND
OMVANG BELONING DIENST- VERBAND IN € IN FTE
BELASTBARE VASTE EN VARIABELE. ONKOSTEN-
VOORZIENINGEN
UITKERING WEGENS
BELONING
BEËINDIGING
BETAALBAAR OP
DIENSTVERBAND
VERGOEDINGEN
TERMIJN
Functie
Drs W.A.M. van der Linden MBA
1-10-2013
1-10-2013
30-9-2017
1,0
105.265
17.722
Lid College van Bestuur
Ir H.W.I. Bol MBA
1-04-2014
1-04-2014
31-3-2016
1,0
62.578
10.859
Lid College van Bestuur a.i.
Drs E.J. Verrips*)
1-10-2000
1-8-2012
1-6-2014
1,0
37.114
6.361
64.583
34.942
64.583
Totaal bestuurders met dienstbetrekking
204.957
0
*) ER IS SPRAKE GEWEEST VAN EEN “NON-ACTIVITEIT VERGOEDING” . DEZE IS TOEGEVOEGD AAN DE VERGOEDING WEGENS BEËINDIGING DIENSTVERBAND. DE TOTALE VERGOEDING BLIJFT BINNEN DE NORM VAN DE WNT. Vermelding alle toezichthouders NAAM
INGANGSDATUM
EINDDATUM FUNCTIE
FUNCTIE
Functie
OMVANG FUNCTIE IN FTE
BELONING IN €
Lid Raad van Toezicht, voorzitter
Drs C.E.J. van Meurs
1-1-2013
1-1-2017
n.v.t.
7.991
Lid Raad van Toezicht
Dr A. Geurtsen RC
1-1-2013
1-1-2017
n.v.t.
4.545
Lid Raad van Toezicht
R.E. Boasman BSc
1-1-2013
1-1-2017
n.v.t.
4.545
Lid Raad van Toezicht
Drs M. Beijer RC
1-1-2013
1-1-2017
n.v.t.
4.545
Lid Raad van Toezicht
Mr T.E. Klein
1-1-2013
1-1-2017
n.v.t.
4.545
Lid Raad van Toezicht
P.J. Roos
1-1-2013
1-1-2017
n.v.t.
4.545
Totaal toezichthouders
30.718
BELASTBARE VASTE EN VARIABELE.
VOORZIENINGEN
UITKERING WEGENS
ONKOSTENVERGOEDINGEN
BELONING BETAALBAAR OP TERMIJN
BEËINDIGING DIENSTVERBAND
0
0
0
34
Ondertekening College van Bestuur ter vaststelling van de jaarrekening Amsterdam, Drs. W.A.M. (Ineke) van der Linden MBA
Ondertekening Raad van Toezicht ter goedkeuring van de jaarrekening Amsterdam, Drs C.E.J. (Chris) van Meurs
Drs M. (Marceline) Beijer RC
R.E. Boasman (Rubina) BSc
Dr A. (Arno) Geurtsen RC
Mr T.E. (Tim) Klein
P.J. (Paul) Roos
35
Overige gegevens 2014 I Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
II Voorstel voor resultaatbestemming Het resultaat over 2014 uit publieke activiteiten ad €1.776.285 wordt toegevoegd aan de Algemene Reserve Publiek.
III Gebeurtenissen na balansdatum Op 3 juni 2015 heeft de gemeente Amsterdam per e-mail bevestigd dat de verkoop van de Vlaardingenlaan 25 akkoord is. Oplevering zal juli 2016 plaatsvinden. De verkoopprijs bedraagt €3.600.000.
36