OCMW-raad van 21 februari 2013
Aanvang van de zitting om 20.08 uur.
aanwezig : Mike Nachtegael, voorzitter Jan Van Peteghem, Martine De Bondt, Geertje Afschrift, Walther Bruwiere, Liliane Verbeke, Latifah Benlamchich, Yvan De Bruyne, Raf Praet, Jens Vrebos, Filip Herman, Bernd Van Besauw en Johan Uytdenhouwen, raadsleden Tjeu van Diessen, secretaris
A G E N DA :
OPENBARE ZITTING Verslagen raadszittingen – goedkeuring 1.
Verslag OCMW-raad van 24.01.2013 (openbare zitting) – goedkeuring In punt 36 is de naam Di Rupo verkeerd gespeld. Hetzelfde geldt voor de naam OostVlaanderen in punt 39. Walther Bruwiere gaat het verslag niet goedkeuren. Yvan De Bruyne heeft enkele kleine opmerkingen. Bij de punten 16 en 28 is gekozen voor één afgevaardigde. Dat lijken hem dezelfde punten (over Logo Waasland). Dit wordt bevestigd. Punt 28 was overbodig. Dit zal uit de notulen worden geschrapt. Bij punt 33 stond in totaal 14 stemmen. De secretaris zal het natellen aan de hand van de originele stembiljetten. Het resultaat is: er waren 13 stemmen uitgebracht. De vermelde kandidaten zijn gekozen. Alleen was het vaste patroon van de meeste stemmingen in dit geval doorbroken. Er waren 5 stemmen op kandidaat 3 (Eline De Bruyne), 4 stemmen op kandidaat 1 (= Geertje Afschrift), 2 op kandidaten 4 (Nele De Pagie) en 5 (Katelijne Vanderkerken) Er zijn geen stemmen uitgebracht op kandidaat 2 (Walther Bruwiere). Johan Uytdenhouwen wijst erop dat zijn naam in punt 23 onjuist gespeld staat. En in punt 6 staat de naam Eline De Bruyne onjuist gespeld. Het verslag van de OCMW-raad van 24.01.2013 (openbare zitting) wordt, rekening houdend met deze opmerkingen, met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
1
2.
Mededelingen door de heer voorzitter De voorzitter verwijst naar de zitting van de Raad voor verkiezingsbetwisting van 13 februari. Daar is de samenstelling van de OCMW-raad geldig verklaard. Verder is er een klacht binnengekomen van Walther Bruwiere over de stemming rond de personeelspunten op de Raad van 24 januari 2013. Het antwoord op die klacht wordt voorbereid. De voorzitter verwijst naar de vraag die hij ontvangen heeft van Johan Uytdenhouwen om agendapunt 30 bis in het openbare deel van de vergadering te behandelen. Hij vindt dat geen bezwaar als de discussie beperkt blijft tot procedures. Het punt zal daarom na punt 20 worden behandeld, aan het eind van de openbare zitting.
De secretaris deelt mee dat hij een akte heeft ontvangen, ondertekend door 12 van de 12 OCMW-raadsleden die ook op de oorspronkelijke voordrachtsakte stonden als kandidaat of plaatsvervanger, waarin de diverse plaatsen als vertegenwoordiger die zijn vrijgekomen door het ontslag van Eline De Bruyne, opnieuw worden ingevuld. Mike Nachtegael vervangt Eline De Bruyne in de algemene vergadering en de Raad van Beheer van SoVeKa Yvan De Bruyne vervangt Eline De Bruyne in AZ Waasland (Algemene Vergadering en Raad van Beheer), de Dienst Schuldbemiddeling (plaatsvervanger Algemene Vergadering), Infohos (Algemene Vergadering en Raad van Beheer), Drietakt (Algemene Vergadering en Raad van Beheer), en de SEL Waasland (Algemene Vergadering). Walther Bruwiere wil hierbij aansluitend het volgende meedelen. In artikel 2 van het verslag van de vorige vergadering staat dat de meerderheid van de voordrachtsakte vermeldt dat de opvolger in dezelfde BC‟s zit. Dat staat nooit in een voordrachtsakte. Die term is hier onjuist. Dat is één van de redenen dat hij niet kan instemmen met het verslag. De secretaris verduidelijkt dat er in de vorige legislatuur rond de opvolgingen door Latifah Benlamchich en Ali Salhi op dezelfde manier is gewerkt.
De voorzitter deelt mee dat hij voor punt 11, de heer Marc De Colvenaer, de initiator van het project zorginnovatie, heeft gevraagd om aanwezig te zijn en nog enige toelichting te geven.
De heer voorzitter vraagt om volgend punt bij hoogdringendheid op de agenda in te schrijven : Werken 13. bis. Recht van opstal Alle raadsleden gaan hiermee akkoord.
2
3.
Delegatie personeelsbeslissingen – beslissing De voorzitter vat de kern van de nota samen. De beleidsbeslissingen blijven bij de OCMW-raad. De aanstellingsbevoegdheid gaat naar het vast bureau, behalve die ten aanzien van de artikel 60. Die worden gedelegeerd naar de secretaris. Yvan De Bruyne verwijst naar de discussie in het BC. Hij wil hier herhalen dat hij deze beslissing betreurt. De redenen die worden aangehaald zijn een verwijzing naar andere OCMW‟s. Het beperken tot de hoofdlijnen was in de vorige legislatuur geen probleem. Hij kan begrip opbrengen voor de juridische redenen die vermeld zijn door de secretaris, maar concludeert dat het in de vorige legislatuur wel kon. De werkelijke reden lijkt hem de positie van Walther Bruwiere. Yvan De Bruyne vindt het erg dat de bevoegdheid ingaat op 22 februari en dat er bijgevolg geen personeelsbeslissingen op de Raad staan. Het is een bewijs dat men geen respect heeft voor de OCMW-raadsleden. Walther Bruwiere sluit zich volledig aan bij de woorden van Yvan De Bruyne. Hij is van mening dat er stevig getrokken wordt aan de prerogatieven van de raadsleden. Hij heeft met name problemen met het wegnemen van de tuchtprocedures. Hij vond het zeer belangrijk dat 13 mensen moeten oordelen over tuchtprocedures. Hij denkt dat de leden van het vast bureau nu nachtelijke vergaderingen zullen moeten doen. De raadsleden kunnen alleen maar vaststellen wat het vast bureau in tuchtprocedures tegen statutaire werknemers beslist. Mike Nachtegael verwijst naar het BC. De verwijzing naar ander OCMW‟s is alleen om aan te geven en te verduidelijken dat delegatie van deze bevoegdheden gebruikelijk is. Voor wat betreft de tuchtbeslissingen is het zo dat de aanstellingsbevoegdheid en de tuchtbeslissing decretaal aan elkaar zijn gekoppeld. Yvan De Bruyne vraagt een antwoord op het ontbreken van de personeelsbeslissingen. De voorzitter antwoordt dat er nu geen beslissingen genomen worden, omdat er nu geen punten behandeld hoeven te worden. Hij legt als voorzitter de agenda vast. Walther Bruwiere vraagt of er in het vast bureau personeelsbeslissingen zijn genomen. Er wordt bevestigd dat die niet zijn genomen, en dat dit punt daarom nu niet op de agenda staat. De raad beslist met de stemmen van Mike Nachtegael, Jan Van Peteghem, Martine De Bondt, Geertje Afschrift, Liliane Verbeke, Bernd Van Besauw, Filip Herman en Raf Praet voor, de stemmen van Yvan De Bruyne en Walther Bruwiere tegen, en met onthoudingen van Latifah Benlamchich, Johan Uytdenhouwen en Jens Vrebos dat : De aanstellingsbevoegdheid en bijgevolg ook de ontslag- en tuchtbevoegdheid wordt gedelegeerd aan het Vast Bureau, met uitzondering van de leden van het managementteam (waarvoor de RMW bevoegd blijft) en met uitzondering van de tewerkstellingen in het kader van artikel 60§7 van de OCMW-wet. De aanstellingen in het kader van artikel 60§7 van de OCMW-wet worden gedelegeerd naar de secretaris. Alle besluiten van het Vast Bureau en de secretaris (voor wat betreft de artikel 60§7tewerkstellingen) met betrekking tot aanstelling, ontslag en tucht zullen ter
3
kennisgeving worden voorgelegd aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, zoals ook gebeurt voor de beslissingen over het dagelijks personeelsbeheer. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn behoudt de mogelijkheid om te sturen in het personeelskader via de vaststelling van het organogram, de personeelsformatie en de rechtspositieregeling, zoals decretaal bepaald. De delegatie van de aanstellingsbevoegdheid aan het Vast Bureau (met uitzondering van de leden van het managementteam, waarvoor de RMW bevoegd blijft), en de secretaris voor wat betreft de tewerkstelling artikel 60§7 OCMW-wet, treedt in werking op 22 februari 2013. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het feit dat aanstellings-, ontslag-, en tuchtprocedures die aanhangig waren vóór de inwerkingtreding van dit delegatiereglement nog afgehandeld worden overeenkomstig de bepalingen die vóór de inwerkingtreding van toepassing waren. Het huishoudelijk reglement van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn wordt aangepast conform deze beslissing tot delegatie van de aanstellingsbevoegdheid.
4.
Deontologische code raadsleden - goedkeuring - aanduiding leden deontologische commissie
De raad beslist met 12 stemmen voor en één onthouding : - de deontologische code voor OCMW-raadsleden goed te keuren Johan Uytdenhouwen wijst op de zeer ruime formulering van artikel 1. De voorzitter wijst op de discussie in het BC en het feit dat het moeilijk is om de discussie na de stemming nogmaals te heropenen.
Yvan De Bruyne vraagt wat de mogelijke strafmaat door de deontologische commissie is. Hij citeert uit de VVSG-publicatie „het OCMW-decreet ontleed‟ dat er geen echte sanctiemogelijkheden zijn. Mike Nachtegael antwoordt dat de commissie dient om, in geval dat het nodig is, een klacht te behandelen en er enig gezag aan te geven door dit te rapporteren aan de Raad. Er volgt een geheime, schriftelijke stemming. Voor de stemming wordt afgesproken dat elk raadslid één stem kan uitbrengen. De voorgedrukte stembiljetten worden door Raf Praet rondgedeeld. Jens Vrebos haalt de stemmen op. Op basis van die stemming worden de volgende 5 raadsleden aangeduid als leden van de deontologische commissie, zoals bedoeld in art. 34 van de deontologische code voor OCMW-raadsleden : - Mike Nachtegael ( 3 stemmen) - Geertje Afschrift (3 stemmen) - Bernd Van Besauw ( 2 stemmen) - Johan Uytdenhouwen ( 2 stemmen) - Jan Van Peteghem (2 stemmen) Walther Bruwiere krijgt 1 stem en is daarmee niet verkozen.
4
5.
Afsprakennota managementteam – goedkeuring De raad beslist eenparig om de afsprakennota managementteam goed te keuren.
Toewijzing verschillende mandaten 6.
Dienst voor Schuldbemiddeling Waasland (vereniging hoofdstuk XII organieke wet van 8 juli 1976 ) – beslissing één vertegenwoordiger in de raad van bestuur (uit de vertegenwoordigers van de algemene vergadering) + één plaatsvervanger (uit de vertegenwoordigers van de algemene vergadering) Vanuit de meerderheid is het voorstel om, als op Raf Praet gestemd wordt, om dan Latifah Benlamchich als plaatsvervanger aan te duiden. Vanuit de oppositie wordt voorgesteld om alleen enkele stemmen uit te brengen. Dat laatste gebeurt bij een geheime schriftelijke stemming. De voorgedrukte stembiljetten worden door Raf Praet rondgedeeld. Jens Vrebos haalt de stemmen op. Daarbij worden 8 stemmen uitgebracht op Raf Praet, 4 op Latifah Benlamchich en 1 op Walther Bruwiere.
De raad kiest daarmee : Raadslid Raf Praet als lid in de raad van bestuur en raadslid Latifah Benlamchich als plaatsvervangend lid in de raad van bestuur van de vereniging Dienst voor Schuldbemiddeling Waasland (vereniging hoofdstuk XII organieke wet van 8 juli 1976). Behoudens in geval van ontslag of verlies van het mandaat van raadslid, zijn de leden verkozen tot de nieuwe raad voor maatschappelijk welzijn is geïnstalleerd.
7.
Infohos (vereniging Hoofdstuk XII van de organieke wet betreffende OCMW‟s) aanduiding één afgevaardigde in de algemene vergadering – beslissing Er volgt een geheime schriftelijke stemming. De voorgedrukte stembiljetten worden door Raf Praet rondgedeeld. Jens Vrebos haalt de stemmen op. Daarbij zijn er 8 stemmen voor Mike Nachtegael, 1 voor Yvan de Bruyne en 4 onthoudingen. De secretaris verklaart dat de stem op Yvan De Bruyne ongeldig is, omdat hij al in de Algemene Vergadering van Infohos zit en niet nogmaals een stem kan krijgen. De raad beslist met 8 stemmen om Mike Nachtegael aan te duiden als afgevaardigde in de algemene vergadering van de vereniging Infohos (vereniging hoofdstuk XII organieke wet van 8 juli 1976). Behoudens in geval van ontslag of verlies van het mandaat van raadslid, is het lid verkozen tot de nieuwe raad voor maatschappelijk welzijn is geïnstalleerd.
5
8.
VZW ERSV Oost-Vlaanderen – aanduiding één afgevaardigde in de algemene vergadering – beslissing Er volgt een geheime schriftelijke stemming. De voorgedrukte stembiljetten worden door Raf Praet rondgedeeld. Jens Vrebos haalt de stemmen op. De uitslag van de geheime stemming is dat er 8 stemmen zijn voor Bernd Van Besauw, 1 voor Walther Bruwiere en 4 blanco stemmen. De raad beslist daarmee Bernd Van Besauw te verkiezen als afgevaardigde in de algemene vergadering bij de vzw ERSV Oost-Vlaanderen. Behoudens in geval van ontslag of verlies van het mandaat van raadslid, is het lid verkozen tot de nieuwe raad voor maatschappelijk welzijn is geïnstalleerd.
Seniorenbeleid 9.
Vaststelling urencontingent ATO voor 2013 – beslissing De raad beslist eenparig in uitvoering van art. 3 van de samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW van Sint-Niklaas en het Adviesbureau Toegankelijke Omgeving, 55 uren voor adviesopmaak te begroten aan een ereloon van 50 € per uur (excl. btw) voor het werkingsjaar dat loopt van 01.01.2013 tot 31.12.2013.
10.
Aanvraag volgende gebruikstoelage De Spoele en het Lindehof – beslissing De raad beslist eenparig de volgende aanvraag in te dienen tot verstrekking van een gebruikstoelage voor het nieuwe wzc Het Lindehof te Belsele (investeringsdossier BZ 410/O/TD) en wzc De Spoele te Sint-Niklaas (investeringsdossier BZ 401/O/TD).
11.
Proeftuin zorginnovatie : bevestiging aanvraag – beslissing De voorzitter vraagt het punt nog even uit te stellen, totdat de heer Marc De Colvenaer aanwezig is (uiteindelijk zal het punt behandeld worden na het agendapunt op vraag van Johan Uytdenhouwen, aan het eind van de openbare zitting).
Aan het begin van de behandeling is er een korte schorsing van de vergadering. De laptop van de heer De Colvenaer blijkt niet compatibel met de beamer. Daarom wordt zijn presentatie tijdens de vergadering doorgemaild aan de raadsleden. Er dient even te worden gewacht tot de tekst overal is toegekomen. De voorzitter verwijst als inleiding naar een vraag tot een intentieverklaring aan stad en OCMW om in het project van het zorglab in te stappen. Op vraag van de stad, gaat het OCMW dit dossier trekken. Er wordt aan de OCMW-raad nu een bevestiging gevraagd. Dan wordt het definitief ingediend. Het antwoord van de subsidiegever komt in juni. Op basis van het antwoord, zal dan een definitief antwoord moeten komen. Mike Nachtegael verleent het woord aan Marc De Colvenaer. Marc De Colvenaer dankt voor de mogelijkheid om het zorglab te mogen toelichten. De bedoeling is om innovatieve mogelijkheden te laten gebruiken door senioren en te evalueren of dat kan bijdragen aan een betere zorg. Het project kadert binnen een oproep vanuit het kabinet Lieten.
6
De partijen die bij het project betrokken zijn, zijn enerzijds actoren uit Sint-Niklaas. Daarnaast zijn er ook partijen die in een veel ruimere context bezig zijn. Partijen zijn onder andere de stad Sint-Niklaas, Touring, Voka Health Community en Mobistar. Enerzijds bestaat dit project uit het Wase zorglab zelf. Dat „laboratorium‟ creëert het kader. Binnen dat kader probeert men senioren in contact te brengen met een potentieel aanbod. In het zorglab zal dan blijken of er nood is aan dat aanbod. Tevens moet het zorglab moet ook nagaan wat de senioren wensen, waar behoeften liggen etc. Dat kan leiden tot prioriteiten in een toekomstig zorgbeleid voor ouderen en andere vernieuwingen. Er worden binnen het zorglab projecten getest met de doelgroep. Bijvoorbeeld het uittesten van mobility scooters die gedeeld kunnen worden door senioren. In het experiment wordt nagegaan of dit aanspreekt bij de doelgroep en of dit werkbaar is. Een ander experiment is het uittesten van een „app‟ over gezondheid op een smartphone of tablet. Is dat een hulp voor hen? In het lab moet dan ook duidelijk worden of senioren open staan voor het gebruik van tablet of smartphone. Een ander experiment is OLA, om na te gaan hoe senioren kunnen worden uitgedaagd om een engagement of taak in de samenleving op te nemen. Dergelijke innovatieve oplossingen kunnen in het lab worden vormgegeven en getest. Financieel deelt het OCMW een engagement in het zorglab zelf. Niet in de testprojecten. In totaal gaat de investering vanuit het OCMW over een budget van 318.000 euro Daarvan wordt 80% gesubsidieerd. Dat is een bedrag van 254.000 euro, verdeeld over 3 jaar. Het OCMW zou dus 63.000 euro moeten voorzien over een periode van 3 jaar. Omdat een deel van de activiteiten die voorzien zijn binnen het kader van het zorglab, nu al binnen het OCMW gebeuren, is er een terugverdieneffect. Op die manier kan de cofinanciering zonder budgettaire meerkosten worden gerealiseerd. Reeds gebudgetteerde activiteiten worden mee opgenomen in het zorglab. Het is in het kader van het zorglab ook de bedoeling om een inspiratie- en opleidingsruimte te voorzien. Daar kunnen mensen in contact komen met het aanbod binnen het lab. Die behoefte kwam naar voren uit een studie van ATO die binnen de stad is uitgevoerd. De ruimte dient dan, bijvoorbeeld, om in contact te komen met Nuvonet. Die ruimte voor burgers om toegang te hebben tot het internet en e-diensten, zijn projecten die binnen stad en OCMW voor de komende periode al voorzien zijn. Ook dat zijn binnen het kader van het project kosten, waar een budgettair terugverdieneffect op zit. De 80% subsidie geldt alleen voor beleidsondersteunende en beleidsmatige initiatieven. Als het gaat over exploitatie is het subsidiepercentage lager. Maar er is door Marc De Colvenaer afgetoetst dat de activiteiten die het OCMW zou opnemen in het bereik van de 80% vallen. De volgende stappen in het proces zijn, dat voor 31 maart het engagement van stad en OCMW geformaliseerd moet worden (en voor 1 maart het financieel plan meer uitgewerkt bij IWT moet zijn). Vanaf april volgt de selectie, met een kans van 1 op 3 (want er zijn negen projecten ingediend), dat het Wase zorglab wordt uitgekozen. Daarna volgt nog de onderhandelingsfase met IWT, voor de concrete modaliteiten. Daarna kan, hopelijk in het najaar 2013, gestart worden.
7
Yvan De Bruyne vraagt wat dit het OCMW gaat kosten op drie jaar. Marc De Colvenaer antwoordt dat het budget 318.000 euro is, waarvan 80% gesubsidieerd gaat worden. Maar omdat er deels activiteiten zijn die nu al gepland zijn of gebeuren, zullen de werkelijke meerkosten nihil zijn. Yvan De Bruyne vraagt hoe het gesteld is met de betrokkenheid van gemeenten als Lokeren, Wachtebeke, etc.. Doen die echt mee? Marc De Colvenaer antwoordt dat deze partijen nu nog niet betrokken zijn, maar dat het de bedoeling is ze in de loop van het project te betrekken. Filip Herman ziet in het laatste deel dat er indirecte kosten zijn voor het OCMW. Een keer staat er 80.000 en een andere keer 84.000 euro. Marc De Colvenaer antwoordt dat er per fte overige kosten worden berekend van 40.000 euro. Er zijn drie profielen die in totaal 2 fte beslaan, vandaar de 80.000 euro in de tabel. Het lijkt Filip Herman dat de platformmanager nut heeft voor alle aanvragers. Moet het budget dan ook niet over die partners worden verdeeld? Waarom ligt het zwaartepunt bij het OCMW? Marc De Colvenaer antwoordt dat het OCMW partij is, die door de subsidiegever met de sector Zorg gerelateerde partij is. Dat verhoogt de geloofwaardigheid van het project groter. Bovendien ligt in beleidvorming rond senioren in Sint-Niklaas een sterk accent bij het OCMW. Geertje Afschrift begrijpt dat het allemaal projecten zijn die al gebeuren. Wat is er dan nieuw? Hoe moet ze zich dit voorstellen? Wat betekent dit voor de mensen dagdagelijks? Marc De Colvenaer antwoordt dat er veel taken zijn die lopen of gepland zijn. Maar de coördinator gaat wel extra en nieuwe taken opnemen. Raf Praet begrijpt dat het OCMW middelen ter beschikking moet stellen. Hij is helemaal voor innovatie. Maar waarom moet er belastinggeld gaan naar commerciële partners die dingen kunnen uittesten? Wat is de output waar het OCMW iets aan heeft? Is er een juridisch kader om te garanderen dat het OCMW waar voor haar geld krijgt? Wat als, bijvoorbeeld, Mobistar een initiatief neemt dat slaagt. Hebben wij dan een deel van het intellectuele eigendom? Wat zijn de eieren voor ons geld, als er iets uit de bus zou komen? Want natuurlijk kan er met innovatie soms ook niets gebeuren. Marc De Colvenaer antwoordt dat er rond dit intellectuele eigendom afspraken gemaakt moeten worden, hoe dit ter beschikking staat voor de partners. Dat is een onderdeel in het onderhandelingstraject aan het begin van de projecten. Jan Van Peteghem heeft begrepen dat de beslissing voor eind maart genomen moet worden. Het zou goed zijn als het duidelijker is, wat het plan van return is. Wat geldt er voor de patenten? Zou het niet mogelijk zijn om tegen de volgende Raad een zicht te hebben op de return? Raf Praet vraagt wat er gebeurt in geval van ongevallen. Marc De Colvenaer antwoordt dat ook dit bij het begin van het project moet worden vastgelegd. Filip Herman verwijst naar het feit dat mensen binnen het OCMW een deel van hun taken binnen het project doen. Maar het kan voor hem niet dat een ICT-coördinator een deel van zijn gewone werk niet kan doen om dit project te realiseren. Het mag er niet toe leiden dat er dan externe experts moeten worden ingehuurd.
8
Zijn tweede vraag betreft het computerlokaal. Dat komt het best in „t Punt. Maar in welke mate gaat dat lokaal gebruikt zijn? Is dat alleen voor projecten binnen het Wase zorglab of ook voor computercursussen of opleidingen? Ten derde lijkt hem dat sommige aanbieders winst hebben bij het starten van dit project. Maar wat krijgt het OCMW voor het initiatief? Marc De Colvenaer antwoordt dat, bijvoorbeeld, het ter beschikking stellen van het lokaal ook een return kan hebben. Op de vraag hoe zeker de 80% is, antwoordt Marc De Colvenaer dat zolang het zorglab input geeft aan activiteiten waar een zo groot mogelijke groep baat bij heeft, dit zeker is. Maar als er een kink in de kabel komt, zijn er altijd nog onderhandelingen. Johan Uytdenhouwen ziet mogelijkheden in het project, maar de vraag naar het juridisch kader heeft ook te maken met het feit dat het OCMW onder de wetgeving overheidsopdrachten valt. We gaan hier een contract sluiten waar we een tegenprestatie moeten leveren. Het zou voor het OCMW en haar partners belangrijk zijn, dat een partnership in overeenstemming is met de wetgeving overheidsopdrachten. Bijvoorbeeld op het moment dat Mobistar zegt: en wij dan? Wat gebeurt er dan? Geertje Afschrift heeft ook enkele zaken zien staan rond beroepsgeheim. Het gaat over mensen met veelvuldige problematiek en medische dossiers. Dan zit je heel snel in de schemerzone tussen bewoner en patiënt. In de omgeving van rusthuizen en seviceflats wordt dat een beetje flou. In hoeverre is er een ethische commissie of een groep van personen die kan oordelen of onderzoeken aanvaardbaar zijn of niet? Bijvoorbeeld of iemand fysiek in staat is om met een scooter te rijden? Marc De Colvenaer zal dit later nog nader uitklaren. Marc De Colvenaer wijst op het grote potentieel dat in het Waasland zit rond ICT en vernieuwing. Het moet mogelijk zijn om de dynamiek ook in hier van de grond te krijgen. Dat was zijn drijfveer om dit project op te zetten. Jan Van Peteghem wijst erop dat er bespaard moet worden, maar we mogen ons niet dood besparen. Hij wijst op zijn ervaringen met risico-investeerders. Je denkt vaak, waar beginnen ze aan. Maar soms lukt het zeer goed. Af en toe moet je risico durven nemen. Liliane Verbeke vraagt of ze goed begrepen heeft dat de doelgroep eigenlijk oudere actieve mensen zijn, niet de bewoners van de rusthuizen. Want dat is niet het publiek waar het OCMW zo mee bezig is. Ze vraagt zich af hoe het in de doelstellingen van het OCMW ligt? Het lijkt haar eerder binnen de lijn van de stad te liggen. Mike Nachtegael wijst op de bredere groep die het OCMW, bijvoorbeeld via het dienstencentrum, de serviceflats en ruimere activiteiten bereikt. Marc De Colvenaer verduidelijkt dat één van de voorwaarden voor een project is, dat er een breed spectrum van zorgaanbieders is.
Mike Nachtegael vat de discussie samen. Hij verwijst naar de discussie in het BC seniorenbeleid. Hij waardeert de inbreng van de diverse raadsleden. In die optiek stelt hij voor om het dossier in maart opnieuw te agenderen. Het debat gaat dan over de specifieke bedenkingen die verwoord zijn, en die nader bekeken zullen worden.
9
Zeker twee aspecten dienen nader te worden bekeken. Ten eerste het plan van return. Wat is de mogelijke winst voor het OCMW? Een tweede aspect is dat het OCMW intern de oefening maakt, wie binnen het OCMW ingeschakeld wordt – binnen de lopende projecten en reguliere dagtaak -. Dit om binnen dit project inzet te leveren, die kan worden terugverdiend. Tevens moet worden nagegaan of deze mensen dat project zien zitten. Dat maakt het ook duidelijker welk deel van onze personeelskost we via de 20% kunnen subsidiëren.
12.
Uitbreiding urencontingent gezinszorg – beslissing De voorzitter wijst erop dat er op deze uitbreiding een geschat marginaal tekort zit van 0,89 %. De raad beslist eenparig, rekening houdend met de toenemende behoefte aan zorg, een uitbreiding aan te vragen van het urencontingent gezinszorg met 2.400 uren.
Werken 13.
Wzc De Spoele – perceel electrotechnische uitrusting - PV van voorlopige oplevering – goedkeuring - ambtshalve inhouding borgstelling Van De Maele – beslissing Gelet op de geformuleerde bemerkingen wordt voorgesteld om de borg in te houden. De raad beslist eenparig : - het PV van voorlopige oplevering van 20.12.2012 goed te keuren - in toepassing van art 7 van het KB van 26.09.1996 de helft van de borgstelling of 30.250 euro ambtshalve in te houden ter vereffening van nog verschuldigde kosten door NV Van De Maele.
13. bis. Recht van opstal De voorzitter wijst op de beslissing over de Gerda site. De vraag is om het verleende opstalrecht door Interwaas te laten verlijden.
De Raad beslist eenparig Artikel 1) Akkoord te gaan met het opstalrecht verleend door Interwaas aan het OCMW Sint-Niklaas met betrekking tot de percelen gelegen op de Baenslandsite te Sint-Niklaas, kadastraal bekend Sint-Niklaas, 4e afdeling, sectie D 854/C en 854/D, groot 7.048m²71dm², overeenkomstig de ontwerpakte opgesteld door notaris Hugo Tack (zei bijlage) Artikel 2) Het kantoor Hugo Tack / Catherine De Moor te gelasten met het verlijden van de akte met betrekking tot deze opstalovereenkomst. Leveringen 14.
Aankoop van tuinmeubilair voor diverse gebouwen van het OCMW bij wijze van onderhandelingsprocedure - principe – goedkeuring - procedure en wijze van gunnen – beslissing
10
Yvan De Bruyne verwijst naar het advies van de preventieadviseur die voorstelt om houten meubilair aan te kopen. Maar de administratief en facilitair coördinator adviseert kunststof. Wat wordt het nu? De secretaris antwoordt: hout is beter vanuit het duurzaamheidsperspectief, maar houten stoelen zijn te zwaar voor de gebruikers. Ze kunnen de stoelen dan niet verplaatsen. Daarom is het voorstel om de tafels in hout te kiezen en stoelen in kunststof te laten uitvoeren. Walther Bruwiere wijst erop dat op de huidige stoelen kussens zouden moeten liggen. De zetels staan er wel, maar er liggen nooit kussens op. Hij vraagt waarom er niemand is aangesteld om de kussens op de stoelen te leggen. Niemand schijnt dat belangrijk te vinden, want er wordt niemand aangeduid. De voorzitter zegt dat er hiervoor binnen de betrokken diensten afspraken gemaakt moeten worden.
De raad beslist eenparig : - het principe goed te keuren voor aankoop van tuinmeubilair voor wzc De Spoele, wzc Populierenhof, serviceflats De Priesteragie en WZC De Plataan - de procedure en wijze van gunnen, de onderhandelingsprocedure, goed te keuren.
15.
Leveren van koffietoestellen - principe – goedkeuring - procedure en wijze van gunnen – beslissing - lastenboek – goedkeuring Liliane Verbeke heeft problemen met de gunningscriteria. Waarom wordt er niet gesproken over de smaak van de koffie? Dat vindt zij zeer belangrijk. Ze vraagt om dat criterium op te nemen. Ze vraagt of iemand van de raad op 29 april bij het proeven aanwezig kan zijn. Mike Nachtegael antwoordt dat smaak een subjectief criterium is, maar bij nazicht van het dossier blijkt dat het alleen over de apparaten gaat. De koffie wordt afzonderlijk gekocht en kan van diverse leveranciers komen. Yvan De Bruyne verwijst naar de nota. Daarin staat één toestel voor gebouw Vermeir én een reservetoestel. Worden die via andere rekeningnummers gefinancierd? Dat wordt beaamd. De raad beslist eenparig : - het principe goed te keuren voor het opstarten van een prijsvraag voor de aankoop van 46 koffietoestellen - hiervoor een open offerteaanvraag op te starten - het lastenboek goed te keuren. Diensten
16.
Aanstelling extern studiebureau ter ondersteuning van de dossiers renovatie elektrische installaties - principe – goedkeuring - procedure en wijze van gunnen – beslissing
11
De voorzitter wijst op de gunstige adviezen van financiën en de preventieadviseur. De raad beslist eenparig : - het principe goed te keuren voor het aanstellen van een extern studiebureau ter ondersteuning van de dossiers voor renovatie van elektrische installaties - de procedure en wijze van gunnen, de onderhandelingsprocedure, goed te keuren.
17.
Legionellabestrijding staalafname en analyses - principe – goedkeuring - procedure en wijze van gunnen – beslissing Het huidig contract loopt af en er is een nieuw nodig, omdat de staalafnames moeten blijven gebeuren.
De raad beslist eenparig het principe goed te keuren voor het opstarten van een prijsvraag voor legionellabestrijding staalafname en analyses en hiervoor een onderhandelingsprocedure op te starten.
18.
Begrafenissen ten laste van het OCMW – toewijzing Vijf firma‟s hebben het lastenboek opgevraagd en twee firma‟s hebben een offerte ingediend. Op de kwaliteitscriteria scoorden ze gelijk. Het verschil werd uiteindelijk op de prijs gemaakt. Yvan De Bruyne wijst op de verschillende cijfers voor de Wase Begrafenissen 94,61 en 93,61. Dit zou toch niet mogen. De secretaris bevestigt dat 94,61 het juiste cijfer is. Verder heeft hij in het dossier gezien dat er staat 'de voorzitter' en dat er dan ondertekend wordt door een administratief medewerker. Johan Uytdenhouwen wijst erop dat er in een opening van een offerte een voorzitter van de vergadering is. Dat zal de verwarring zijn. De voorzitter zegt toe dat dit bij het volgende dossier zal worden aangepast.
De raad beslist eenparig de firma Willy Brys Begrafenissen aan te duiden voor het verzorgen van begrafenissen ten laste van het OCMW voor een periode van 3 jaar, tegen de prijslijst volgens de ingediende offerte. Personeel 19.
Openschrijven wervingsprocedure en aanleggen wervingsreserve keukenhulp m/v met het oog op benoeming in voltijds en/of deeltijds statutair dienstverband en/of voor aanstelling in voltijds en/of deeltijds contractueel dienstverband en vastlegging kwalitatieve invulling selectiecommissie – beslissing De raad beslist eenparig over te gaan tot het opstarten van de wervingsprocedure en het aanleggen van een wervingsreserve voor de functie van keukenhulp m/v met het oog op benoeming in voltijds en/of deeltijds statutair en/of voor aanstelling in contractueel dienstverband. De geldigheidsduur van deze wervingsreserve wordt vastgesteld op 3 jaar.
12
De selectietechnieken werden vastgesteld in het reglement selectieprocedure door de raad in zitting van 30.08.2012. De kwalitatieve invulling van de leden van de selectiecommissie wordt vastgesteld als volgt : Ten minste 4 leden, deskundigen betreffende het vakgebied met inbegrip van de : voorzitter : administratief en facilitair coördinator OCMW Sint-Niklaas leden : 3, waarvan ten minste de helft extern secretaris : administratief medewerk(st)er werving en selectie.
20.
Openschrijven wervingsprocedure en aanleggen wervingsreserve kinesitherapeut m/v voor aanstelling in deeltijds contractueel dienstverband en vastlegging kwalitatieve invulling selectiecommissie – beslissing De raad beslist eenparig over te gaan tot het opstarten van een wervingsprocedure en het aanleggen van een wervingsreserve voor de functie van kinesitherapeut m/v voor aanstelling in deeltijds contractueel dienstverband. De geldigheidsduur van deze wervingsreserve wordt vastgesteld op 3 jaar. De selectietechnieken werden vastgesteld in het reglement selectieprocedure door de raad in zitting van 30.08.2012. De kwalitatieve invulling van de leden van de selectiecommissie wordt vastgesteld als volgt : Ten minste 4 leden, deskundigen betreffende het vakgebied met inbegrip van de : voorzitter : coördinator residentiële zorg OCMW Sint-Niklaas leden : 3, waarvan ten minste de helft extern secretaris : administratief medewerk(st)er werving en selectie.
30 bis: De voorzitter opent de behandeling van punt 30 bis. Hij wijst erop dat in de toelichting die Johan Uytdenhouwen heeft gestuurd, de antwoorden opgenomen zijn die vanuit de administratie zijn voorbereid op de 4 gestelde vragen. Hij geeft het woord aan Johan Uytdenhouwen, die het punt heeft ingediend. Johan Uytdenhouwen wijst erop dat antwoorden niet door de secretaris kunnen worden beantwoord als de vragen aan de voorzitter zijn gesteld. De voorzitter reageert dat de antwoorden als zijn antwoorden mogen worden beschouwd. Ze zijn door de secretaris in zijn opdracht voorbereid. Johan Uytdenhouwen herinnert eraan dat het college van burgemeester en schepenen op 7 januari 2013 heeft beslist om met ingang van 8 januari 2013 een voltijds contractueel adviseur op A-niveau aan te stellen ten voordele van de voorzitter van het OCMW. Op de gemeenteraad van 25 januari 2013 werd de formatie van het kabinetspersoneel hiervoor met terugwerkende kracht gewijzigd, maar daar werd geen beslissing tot terbeschikkingstelling vanuit de stad aan het OCMW genomen, hoewel art 104 § 4 van het gemeentedecreet dit voorschrijft.
13
Zo‟n terbeschikkingstelling aan het OCMW veronderstelt volgens de heer Uytdenhouwen een dubbele beslissing: vooreerst dient de gemeenteraad te beslissen om het personeelslid ter beschikking te stellen van het OCMW. Vervolgens dient de OCMW-raad deze terbeschikkingstelling of overdracht goed te keuren. Dit wil zeggen dat een wettige indiensttreding van een beleidsmedewerker van de voorzitter binnen het OCMW pas ten vroegste kan, van zodra de gemeenteraad beslist heeft tot terbeschikkingstelling EN de OCMW-raad deze heeft aanvaard. Dit is ook logisch aangezien deze terbeschikkingstelling geldelijke implicaties heeft voor het OCMWbudget. Johan Uytdenhouwen heeft hierover op 10 januari 2013 aan de voorzitter een aantal schriftelijke vragen gesteld. Bij mail van 8 februari jl. bezorgde de voorzitter hem de door de secretaris geformuleerde “antwoorden”. Dat de OCMW-secretaris in eigen naam politieke antwoorden formuleert op vragen die decretaal aan de voorzitter moeten worden gesteld en dan ook door hem dienen te worden beantwoord, lijkt mij in deze niet erg opportuun. Daarom ziet hij zich genoodzaakt om inhoudelijk kritiek te uiten op antwoorden van een OCMWambtenaar. Het is te betreuren dat de voorzitter niet in eigen naam heeft geantwoord en hierin geen verantwoordelijkheid meent te moeten nemen. Zijn vraag of er sinds 8 januari 2013 binnen het OCMW een contractueel kabinetschef in dienst is getreden en of deze reeds arbeidsprestaties uitvoert, werd niet beantwoord. Maar intussen weten de raadsleden dat dit wel degelijk het geval is. Op de vraag op welke rechtsgrond de aanwervingsbeslissing is genomen, werd niet geantwoord. Enkel werd de historiek weergegeven die ertoe geleid heeft dat de aanstelling van de beleidsmedewerker wettelijk enkel via de stad kon gebeuren aangezien de OCWM-voorzitter ook schepen is. Tot dergelijke conclusie was Johan Uytdenhouwen vóór de vraagstelling ook al gekomen. Dit was dan ook niet het voorwerp van de vraag maar enkel de aanleiding ervoor. Bovendien is het onjuist om in het antwoord te stellen dat het OCMW in 2008 besloten heeft om de functie van beleidsmedewerker niet meer via een ambtelijke invulling te doen. In 2009 werd bij de wijziging van de personeelsformatie besloten dat “een functie van beleidsmedewerker (maximum A1a-A1b-A2a), conform de bepalingen van de rechtspositieregeling voor het kabinetspersoneel, contractueel in de personeelsformatie (wordt) opgenomen.” Er is daarbij toen niet gespecificeerd of deze functie intern of extern moest worden ingevuld. Deze beslissing liet de mogelijkheid om intern te werven open. Bij gebrek aan uitvoeringsbesluiten van artikel 103, §4 OCMW-decreet is deze regeling nooit in werking kunnen treden. Op de vraag of er een selectieprocedure werd georganiseerd, werd niet geantwoord. Uit het antwoord dat de aanstelling via de stad is gebeurd, leidt hij wel af dat de arbeidsovereenkomst met de stad is gesloten via een politieke invulling van de functie. In de notulen van de gemeenteraad is immers nergens sprake van de organisatie van een selectieprocedure. Op de vraag op welk budget de loonkost wordt aangerekend, wordt in wezen geantwoord dat de werkelijke loonkost voor de stad het bedrag is dat overeenstemt met 13 jaar geldelijke anciënniteit in rang A1a en dat deze prestaties ten dienste van het OCMW “per definitie” verrekend worden via de dotatie. Er wordt geen enkele aanduiding gegeven of deze loonkost voor de volle 100 % aan het OCMW wordt aangerekend of pro rata, m.n. in functie van het aandeel van de prestaties voor respectievelijk het ambt van OCMW-voorzitter (OCMW) of het schepenambt (stad).Eén en ander dient blijkbaar nog geregeld te worden in de samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW en de stad.
14
Besluitend kan gesteld worden dat sinds 8 januari 2013 binnen het OCMW voltijds een beleidsmedewerker van de OCMW-voorzitter aan de slag is; die door de stad via een politieke invulling door Sp.a op A-niveau is aangesteld; die niet formeel door de gemeenteraad ter beschikking van het OCMW is gesteld; wiens aanstelling niet formeel door de OCMW-raad is goedgekeurd; waarvan de omvang van de tenlasteneming van de loonkost door het OCMW niet gekend is bij gebrek aan afspraken in de samenwerkingsovereenkomst; wiens loonkost nochtans door de stad “per definitie” wordt verrekend via de dotatie aan het OCMW. Dit is een handelswijze die op het arrogante af de decretale prerogatieven van zowel de gemeenteraad als van deze OCMW-raad miskent, louter en alleen om een politieke belofte binnen Sp.a door te drukken. De heer Uytdenhouwen hoopt dan toch op een minimum aan kritiek van de N-VA die zo graag uitpakt met de slogan “Denken, durven, doen”. Maar helaas, bij N-VA SintNiklaas is het niet “Denken, durven, doen” maar “Horen, zien en zwijgen”. En dat zwijgen, dat doen ze in alle talen. Voor het overige eisen ze het gebruik van het Nederlands. De N-VA roept inderdaad alleen hard als de regels wél correct gevolgd zijn. Dat hebben we de voorbije week nog mogen ervaren. Dat de voorzitter dit geknoei aanvankelijk in een geheime zitting probeerde te behandelen, kan hij zeer goed begrijpen. Want dit is inderdaad niet iets om fier op te zijn: een functie van kabinetschef creëren op A-niveau met bovenop een kabinetstoelage van 400 EUR per maand en intussen prutsen aan de zaterdagvergoedingen van het lagere personeel dat hierdoor zijn loon in crisistijden nochtans wat kan opkrikken. Dat krijg je als socialist inderdaad moeilijk uitgelegd. Hij besluit met te stellen dat de functie van OCMW-beleidsmedewerker momenteel niet wettig gecreëerd en ingevuld is en dat aanrekening van de loonkost op de dotatie van het OCMW niet mogelijk is, zolang de gemeenteraad en de OCMW- raad zich hierover niet hebben uitgesproken. De loonkost sinds 8 januari 2013 dient dan ook voor de volle 100% ten laste van de stad te blijven, die formeel de werkgever is. Hij neemt aan dat de schepen van Financiën van de stad hiermee niet akkoord zal gaan, want die heeft er uiteraard belang bij dat de loonkost op het budget van het OCMW wordt aangerekend. Hij is ervan overtuigd dat de voorzitter ten volle de financiële belangen van het OCMW zal verdedigen tegenover de schepen van Financiën en hem duidelijk zal maken dat er geen sprake van kan zijn dat het OCMW de loonkost ten laste neemt van een kabinetsmedewerker van de stad zolang er geen formele terbeschikkingstelling is goedgekeurd door gemeenteraad en door de OCMW-raad. Johan Uytdenhouwen verduidelijkt dat hij met deze cynische opmerking waarschuwt voor een belangenconflict in hoofde van de voorzitter dat zijn partij zelf heeft gecreëerd door het schepenambt van de voorzitter in te vullen met de bevoegdheid financiën. Ten slotte stelt de heer Uytdenhouwen dat hij beseft dat de OCMW-raad uiteraard niet bij machte is om de gemeenteraad te verplichten een beslissing te nemen tot terbeschikkingstelling. Daarom blijft enkel de mogelijkheid open om binnen het OCMW een personeelslid uit de administratie te detacheren als beleidsmedewerker voor de voorzitter, binnen de voorwaarden bepaald door de RPR. Hij heeft dan ook het volgende voorstel van beslissing aan de Raad voorgelegd: 1. Niet akkoord te gaan met de verrekening door de stad van de al dan niet volledige loonkost van de op 8 januari 2013 aangestelde beleidsmedewerker/adviseur op A-niveau, via de dotatie aan het OCMW.
15
2. Binnen het personeelsbestand van het OCMW over te gaan tot detachering van een geschikt personeelslid als beleidsmedewerker van niveau A ten voordele van de voorzitter.
Mike Nachtegael antwoordt dat specifiek kabinetspersoneel nu niet voorzien is in de OCMW-formatie. De nieuwe OCMW-wetgeving legt ook op dat er voor de voorzitter, indien hij als schepen bij de gemeente recht heeft op kabinetspersoneel, via het OCMW geen kabinetspersoneel meer kan worden aangesteld. Aanstellingen van kabinetspersoneel ten behoeve van de schepen die tevens voorzitter is van het OCMW moeten dus via de stad verlopen. Deze operatie veronderstelt dat de kabinetsformatie van de stad uitgebreid wordt met 1 contractueel adviseur A1aA1bA2a. Budgettair gebeurt er een verrekening tussen stad en OCMW op het niveau van de dotatie. Men kan ervan uitgaan dat dit een vrijwel neutrale operatie is, aangezien er in de gewone personeelsformatie van het OCMW-personeel een A-niveau voorzien is met als specifieke taakomschrijving de ondersteuning van de voorzitter, dat die functie vacant is en niet wordt ingevuld. De beslissing rond de aanstelling van de adviseur-kabinetsmedewerker voor de schepen-voorzitter en de aanpassing van de formatie werd vooraf afgetoetst bij het Agentschap Binnenlands Bestuur Gent (toezicht). Er waren geen opmerkingen. Hun advies was: ten eerste dat tot op vandaag er nog geen uitvoering gegeven is aan art. 103 §4 van het OCMW-decreet. En dat dus, zelfs indien de voorzitter geen kabinetspersoneel zou krijgen via de stad, dan nog het OCMW voor hem geen kabinetspersoneel zou kunnen aanstellen. En ten tweede dat, vanaf 01/01/2013, de voorzitter van het OCMW als schepen kabinetspersoneel kan krijgen via de stad. En in deze lijn heeft de Gemeenteraad beslist om de procedures voor aanwerving van gewoon stadspersoneel niet te volgen en zijn er ook geen andere regels rond aanwerving vastgesteld. Bijgevolg zijn enkel de bepalingen van het BVR in dit geval van toepassing en kan het college aanstellen. Over de timing van de aanstelling van de kabinetsadviseur voor de schepenvoorzitter OCMW gaat het om een beslissing van het college van 7 januari 2013 tot een contractuele aanstelling met ingang van 8 januari 2013, onder voorbehoud van de formatiewijziging in de gemeenteraad. En in de gemeenteraad van 25 januari 2013 werd de uitbreiding van de kabinetsformatie beslist, met terugwerking tot 1 januari 2013. Daardoor verviel de voorwaardelijkheid van de aanstelling van de kabinetsadviseur. Van terbeschikkingstelling is geen sprake omdat het iemand is die persoonlijk voor de voorzitter/schepen werkt. Hij is niet in dienst van het OCMW, maar aangesteld via de stad. Hij werkt hier ter plekke. Er is geen terbeschikkingstelling nodig. Op basis van het antwoord van de voorzitter concludeert Johan Uytdenhouwen dat de Raad niet mag beslissen over het loon van deze persoon. Dit is een aantasting van de prerogatieven van de Raad. De heer Uytdenhouwen vindt het een verwarring van twee situaties. Als de stad vindt dat zij een beleidsmedewerker op A-niveau kan aanstellen, dan is er geen bezwaar tegen als de vergoeding helemaal via de stad wordt betaald. Als dat niet het geval is, vraagt hij dat de OCMW-raad er een beslissing over kan nemen. Het probleem is dat de OCMW-raad moet kunnen beslissen over het geld dat ter beschikking wordt gesteld. Mike Nachtegael verduidelijkt dat binnen het budget van het OCMW een functie op Aniveau was voorzien. Dan is een verrekening via de OCMW-dotatie een logische
16
stap. De gemeenteraad van de stad bepaalt de hoogte van de dotatie aan het OCMW. Johan Uytdenhouwen vraagt de mening van de NVA. Geertje Afschrift antwoordt namens haar fractie dat deze niet in deze discussie wil treden. Mike Nachtegael vraagt Johan Uytdenhouwen of hij een stemming wenst. Die laatste bevestigt dat. Daarbij worden de twee vragen van de heer Uytdenhouwen ter stemming gelegd. De voorzitter brengt daarop de eerste vraag in stemming. Dat is de vraag aan de Raad om niet akkoord te gaan met de verrekening door de stad van de al dan niet volledige loonkost van de op 8 januari 2013 aangestelde beleidsmedewerker/adviseur op A-niveau, via de dotatie aan het OCMW. Dit voorstel wordt verworpen met de stemmen van Jens Vrebos, Johan Uytdenhouwen, Walther Bruwiere voor, tegenstemmen van Mike Nachtegael, Jan Van Peteghem, Martine De Bondt, Geertje Afschrift, Liliane Verbeke, Bernd Van Besauw, Filip Herman en Raf Praet en onthoudingen van Yvan De Bruyne en Latifah Benlamchich. Daarop wordt de tweede vraag ter stemming aan de raad voorgelegd. Dat is de vraag om binnen het personeelsbestand van het OCMW over te gaan tot detachering van een geschikt personeelslid als beleidsmedewerker van Niveau A ten voordele van de voorzitter. Ook dit voorstel wordt verworpen met de stemmen van Jens Vrebos, Johan Uytdenhouwen, Walther Bruwiere voor, tegenstemmen van Mike Nachtegael, Jan Van Peteghem, Martine De Bondt, Geertje Afschrift, Liliane Verbeke, Bernd Van Besauw, Filip Herman en Raf Praet en onthoudingen van Yvan De Bruyne en Latifah Benlamchich. De heer De Colvenaer is toegekomen. De vergadering wordt enkele minuten onderbroken. Daarna wordt punt 11 behandeld, waarop vervolgens de geheime zitting begint.
Einde van de zitting om 22u44.
17