2001 18/1 RONDOM DEN HERDENBERGH Tijdschrift van de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving. Lidmaatschap f. 30,00 per kalenderjaar. Secretariaat: Verenigingscentrum, bezoek- en informatieadres: Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg, tel.: 0523-265624 Bestuur: H. Hoving, voorzitter, Boslaan 34, Hardenberg, tel.: 0523-262048. E. Wolbink, secretaris, Hofweg 31, Hardenberg, tel.: 0523-268400 G. Wolbink, penningmeester, Alb. Risaeusstraat 8-c, 7772 AV Hardenberg, 0523-267036 J. Hofsink, Hessenweg 2a, Hardenberg, tel.: 0523-260444 Mevr. A. v.d. Kamp-Wildeboer, Polberg 59, Hardenberg, tel.: 0523-260093 H. Lansink, Radewijkerweg 8, 7791 RG Radewijk tel. 0523-216558 Mevr. H. Reinders, A. Risaeusstraat 16, Hardenberg, tel. 0523-266515 J.G.E. Sierink, Dennenkamp 8, Hardenberg, tel.: 0523-260443 Mevr. G. Stoel-Sierink, Krüserbrink 1, Hardenberg tel. 0523-262470 S.T.Vasse, Ds. RH. Wolfertstraat 4, Mariënberg tel. 0523-252868 Redactiecommissie:
Redactieadres:
J.G.W. te Bokkel. Mevr. D. Hesselink-Zweers. J. Hofsink Mevr. J. Luisman-de Jonge. K. Oosterkamp, eindredacteur, tel.: 0523-263104. Beekberg 82, 7772 DS Hardenberg Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg.
Bankrelatie: Rek.nr. 3849.47.824 bij Rabobank Hardenberg. (Postrek.nr.v.d.Bank: 812263) POSTBANK rekeningnr. 2985515. ISSN: 1380-3921 INHOUD Van de redactie Uit het leven van plattelandsdokter Hein Koster Het Meestershuis (huizen van naam 12) De "potnösters De grens in Beeld "Plat Ni-js" Een foto ..... "Mens dichter bij worm dan gedacht" Bijnamen
E. Wolbink K. Oosterkamp J. Luisman-de Jonge K. Drenth/B. de Vries J. Luisman-de Jonge G.J. lemhoff K. Oosterkamp J. Hofsink
1 2 12 14 16 18 20 23 24
Bijdragen voor het volgende nummer uiterlijk op 7 mei 2001 inleveren. Het overnemen van artikelen of gedeelten daarvan uit dit tijdschrift mag alleen na daartoe verkregen toestemming van de redactie.
Van de redactie Historische rekenaars hebben het bij herhaling al gezegd: de millenniumviering was vorig jaar voorbarig, het tweede millennium begint op 1 januari 2001. Dan is dit dus het eerste nummer van ons tijdschrift in het nieuwe millennium! Misschien hebben we daaraan wel de inspiratie ontleend om de lay-out eens wat te vernieuwen: de bladspiegel heeft nu twee kolommen, het formaat is iets groter geworden, er is een ander lettertype en hopelijk komen de foto's wat beter tot hun recht. Het omslag hebben we nog niet durven te veranderen: we waren nogal gehecht aan de oude kaart en een nieuw ontwerp kreeg geen unanimiteit. Misschien komt er nog wat van in een later stadium, hoewel een zekere gehechtheid aan traditie een tijdschrift van een historische vereniging niet geheel misstaat. De redactie blijft er hoe dan ook naar streven dat ons blad voldoende kwaliteit biedt en voor iedereen interessant en leesbaar blijft. In dit nummer treft u weer een gevarieerd aanbod van artikelen. De bijzondere betekenis van dorpsdokter Koster uit Lutten wordt uitvoerig belicht. Een stukje grens wordt letterlijk en figuurlijk in beeld gebracht. Een kleuterschoolfoto is zoveel mogelijk op naam gebracht. Wellicht hebt u nog aanvullingen? Een andere foto toont een minder verheffend beeld uit onze geschiedenis: bezoek van Mussert aan Hardenberg in 1944. De actuele visie op de mens en de worm wordt vergeleken met die uit de 18 de eeuw. Tenslotte treft u bijdragen aan in onze min of meer vaste rubrieken: het Meestershuis in Collendoorn als "huis van naam", de dialectbijdrage in Plat Ni-js, terwijl de bijnamen in Baalder nu aan beurt waren.
Een kaart van zo'n 50 jaar geleden. Hardenberg Koppelweg staat eronder. Beter bekend onder de naam "Het Slat". Tegenwoordig de Willibrandt van Oldenburgstraat.Links van de torenspits woonde meester D.Roosjen en rechts J. Wamelink. Hier gaat een weggetje rechtsaf, wat nu nog Koppellaan heet. Aan het eind van de bomenrij links zien we nog een stukje boerderij van Jaan Zweers. Zijn zoon, "Freek van Jaan ", was postbode.
1
Uit het leven van plattelandsdokter Hein Koster Een intrigerend persoon; dokter Hein Koster uit Lutten aan de Dedemsvaart. Vele malen komt zijn naam voor in archiefstukken die ik - op zoek naar informatie voor andere artikelen - systematisch doornam. De correspondentie van het College van Ambt Hardenberg bevat vele documenten waarin zijn werkzaamheden, klachten, op- en aanmerkingen vermeld zijn. Bijna vijfenveertig jaar lang zette hij zich in voor de zieke en zwakke mens in de samenleving, speciaal zijn aandacht schenkend aan de armere medemens. Zijn werkgebied was groot; van Sluis 6 tot De Krim, en wanneer de doktoren uit Stad Hardenberg (de heren F.W. en G.W. van Riemsdijk) afwezig waren, had hij zelfs de plicht om zowel de gemeente Ambt als Stad Hardenberg te dienen. Om ervoor te zorgen dat deze 'weldoener' niet vergeten wordt, heb ik gemeend me er bij de straatnamencommissie van de gemeente Hardenberg sterk voor te moeten maken dat in de nabije toekomst, ergens in zijn eigen werkgebied, een straat naar hem wordt vernoemd. ..
E. Wolbink Jeugd en opleiding Hendrik Theodor Mauritz Koster (roepnaam: Hein), werd op 31 augustus 1828 te Hoogeveen geboren als zoon van Pieter Koster en Aleida Frederika Meijeringh. Reeds op jonge leeftijd rustte een grote verantwoordelijkheid op Heins schouders. Vader Pieter overleed op 5 april 1839 te Hoogeveen, zijn weduwe met vier jonge kinderen achterlatend. Hein was tien jaar oud en moest opeens als 'man des huizes' zorg dragen voor zijn twee zusjes en broertje. Precies vier jaar na het overlijden van haar echtgenoot hertrouwde moeder Aleida Frederika Meijeringh met deurwaarder Albert Westerveen, die uit een vorig huwelijk reeds een zoontje had. Gezamenlijk woonde het gezin in Het Schut te Hoogeveen (later Noordscheschut). Hierdoor kreeg Hein de kans om nog een deel van zijn tienerjaren onbekommerd door te brengen. Op de dag dat hij 23 jaar oud werd vertrok hij van het Drentse Hoogeveen naar Amsterdam om zich als apothekersleerling, door middel van studie, op te werken tot geneesheer. In drie jaar tijd volbracht hij deze studie. Vooraleer hij als geneesheer zijn praktijk mocht uitoefenen diende hij -vastgelegd bij arrest van 8 maart 1805 - een examen af te leggen voor de provinciale geneeskundige raad. Het was dan ook op 26 september 1854 dat hij te Assen zijn examen deed als plattelands-heelmeester. Het jaar daarop, op 26 maart, behaalde hij eveneens in Assen zijn certificering als gediplomeerd vroedmeester.
2
Het arrest van 8 maart 1805 luidde als volgt: Iemand die zich als chirurgijn, vroedmeester, apotheker of vroedvrouw in dit departement willende nederzetten, of deze kunsten uitoefenen, zal zich ten minsten veertien dagen, voor een Ordinaire Vergadering, in welke hij (of zij) wenscht geëxamineerd te worden, aan den Praesident der Commissie van dit Departement moeten aangeven. Alvorens tot het Examen te worden toegelaten zal men aan gemelde Praesident met voldoende bewijzen moeten aantoonen dat men genoegzaam theoretisch en praktisch onderwijs voor publieke of gewettigde private onderwijzers genoten heeft; dat men geen ligchaamsgebreken heeft, welke in het uitoefenen zijner kunstwetenschap kunnen hinderlijk zijn; dat men van een goed zedelijk gedrag is; dat men genoegzaam Nederduitsch lezen en schrijven kan. Zij, die in de verloskunde als vroedmeester begeeren geëxamineerd te worden, zullen boven de voormelde vereischtens nog met behoorlijke bewijzen, moeten kunnen toonen, dat zij onder opzicht van een Hoogleeraar, Lector, of wettige Vroedmeester, ten minsten twaalf verlossingen hebben verrigd. De eed die de geëxamineerde diende af te leggen, luidde: Ik belove dat ik den post van Heelmeester getrouwelijk en ijverig zal waarnemen mij altijd nugteren en bekwaam zal gedragen; mij meer en meer in mijn post zal trachten te bekwamen, en mijne verkregene kundigheden te vermeerderen, en mij in alle gevalle zoo zal gedragen, als een eerlijk, getrouw en bescheiden Heelmeester betaamd, belovende boven alles mij promptelijk te zullen houden aan de verordeningen en reglementen op de uitoefening der geneeskundige vakken, in dit departement vigerende, en getrouwelijk de instructien te zullen nakomen, op de uitoefening van mijne kunst gemaakt, of in 't vervolg te maken. Dit belove ik!
Naar Hardenberg Na een jaar als tweede plattelands-heelmeester werkzaam te zijn geweest in de provincie Drenthe, begon Hein Koster zijn actieve loopbaan in de gemeente Ambt Hardenberg. Op 22 september 1855 schreef Hein de volgende brief aan de burgemeester van Ambt Hardenberg: "Wel Edel Achtbare Heer! Door verschillende redenen, eerst door uw absentie, vervolgens door de menigte patiënten ben ik verhinderd geworden in mijn plan om U persoonlijk de opgaven te doen die U nu van mij verlangt. Voorlopig haast ik mij nu U die opgaven zoo volledig mogelijk te doen. Ten eerste wat het getuigschrift van verandering van woonplaats betreft, heb ik dit nog niet, maar zal ik zorgen dat dit zoo spoedig mogelijk van Hoogeveen ten uwent arriveert. Ten tweede ben ik in het laatst van 1854 te Assen in Drenthe toegelaten tot het uitoefenen der geneesen heelkunde, en in het begin van dit jaar op dezelfde plaats tot het uitoefenen der verloskunde. Ik zoude U de getuigschriften daarvan hier wel bij willen overleggen edoch kan ik zulks niet daar ik dezelve met verzoek om visie naar de provinciale geneeskundige commissie te Zwolle reeds voor een geruime tijd heb opgezonden, zoodra ik dezelve terug heb, zal ik mij met dezelve bij U vervoegen, om dan tevens Uw welwillende medewerking ten mijnen behoeve te verzoeken. Hiermede Uw aanvragen zoo veel mogelijk meenende beantwoord te hebben, teeken ik mij met de meeste hoogachting. Uw dienstwillige dienaar H.T.M. Koster."
Dokter Koster kon meteen aan de slag. In Lutten aan de Dedemsvaart was onder de minvermogende bevolking de zogenaamde 'Cholera Asiatica' ofwel Aziatische Builenpest uitgebroken. Bijna twee weken later rapporteerde Koster dat de ziekte tot dan toe vijf slachtoffers had gemaakt: 4 kin-
deren en 1 man. De enige vrouw die ook aan de ziekte leed, was er van genezen. Om officieel te Ambt Hardenberg benoemd te worden tot plattelandsheelmeester diende Hein Koster ook voor de geneeskundige raad van Overijssel te verschijnen, ten einde zijn examen te volbrengen. Hij verkreeg op 27 november 1855 admissie te Zwolle. Steun en toeverlaat Het gemeentebestuur van Ambt Hardenberg had halverwege de 19e eeuw te maken met een steeds groter wordende groep armlastigen. Langs de nieuw gegraven Dedemsvaart vestigden zich veelal uit Pruisen afkomstige veenarbeiders. Het college had er de handen vol aan om de zieke en arme mensen van de hoogstnodige middelen te voorzien. De kerkbesturen ontfermden zich niet of nauwelijks over de 'nieuwkomers'. Men was overwegend Rooms en de katholieke kerken die er in de nabijheid waren, hadden geen armenzorg ingesteld. De noodlijdende arbeider viel dan terug op het gemeentebestuur die er een 'sport' van maakte om te kunnen aantonen dat men niet tot de armlastigen der gemeente behoorde. Een van de regels was, dat men aanspraak kon maken op onderstand wanneer men langer dan vijfjaar achtereen in een gemeente had gewoond. Zo niet, dan was men aangewezen op onderstand uit de gemeente waar men geboren was. Zo is in het gemeentearchief een aantal meters papier bewaard gebleven, onder de naam 'Armenzaken'. Hierin zijn de persoonsdossiers opgenomen van armlastigen die door de gemeente onderhouden werden. Dokter Koster komt ook in dit archief-deel vele malen voor. Zijn nota's dienden te worden overlegd, ten einde door gemeentebesturen elders betaald te worden. In het persoonsdossier van Johannes Bating bijvoorbeeld zit het volgende briefje van zijn hand: 'De ondergeteekende verklaart dat de vrouw van Johannes Bating wonende te Lutten aan de Dedemsvaart, zich in eenen vergevorderden bevindt
staat en
van
zwangerschap
waarschijnlijk
spoedig
verloskundige bijstand noodig zal hebben. H. T.M. Koster, verloskundige te Lutten.'
Veel kommer en kwel treft men aan in deze dossiers. Dokter Koster maakte zich er sterk voor dat een ieder binnen zijn werkge-
3 Kattebelletje van dokter Koster inzake lijders aan cholera asiatica, 1 oktober 1855
bied tenminste gevoed en gekleed kon worden. Als tussenpersoon voor de armen lag hij geregeld in conclaaf met het gemeentebestuur. Zijn grote werkdruk was er de oorzaak van dat hij vaak niet op tijd de rekeningen kon uitschrijven, dit tot groot ongenoegen van het college. In zijn brief van 2 februari 1858 schrijft hij aan de burgemeester: 'Amice! Zeer spijt het mij dat ik niet eerder aan Uw herhaalde en dringende uitnoodigingen om de rekeningen over het 2de halfjaar van 1857 heb kunnen voldoen. Ik hoop echter dat U dit niet aan onwil of nalatigheid of onverschilligheid aan mijne zijde zal toeschrijven, daar alleen overgroote drukte en eene oogontsteking welke mij totaal belettede om s'avonds te schrijven, de oorzaak van die vertraging zijn.'
Privé-aangelegenheden In mei 1871 kocht dokter Koster een woning. In het notarieel archief vonden we dat hij voor een som van tweeduizend gulden een huis en erf met stuk bouwland, tuin, weiland en onontgonnen grond, staande en gelegen aan de noordzijde der Dedemsvaart, gemeente Ambt Hardenberg, aankocht van de dames Boejenk uit Nieuwer-Amstel.
tot de gemeenteraad van Ambt Hardenberg wendden: "De ondergeteekende bewoners van Lutten aan de Dedemsvaart hebben de eer bij deze hunne belangen den Raad der Gemeente Ambt Hardenbergh met alle ernst aan te bevelen. Gedurende 17 jaar had deze gemeente het voorrecht zich te mogen verheugen in het bezit van den heer H.T.M. Koster, geneeskundige, algemeen geacht wegens zijne kunde, werkzaamheid, trouw, het volkomenste vertrouwen wordt hem met het volste recht geschonken. Maar thans dreigt het gevaar dat de genoemde heer Koster zal gaan vertrekken naar Hoogeveen, en wat staat onze gemeente dan te wachten? Voor eerst het getal van geneeskundigen wordt steeds minder, zoodat men welligt lang zal moeten wachten hier die plaats weder vervuld te krijgen. Dan wie verzekerd ons dat wij zulk een man terug krijgen als wij in dr. Koster bezitten ? Welk ongerief zal dat alles voor de gemeente opleveren? Vooral voor de min gegoede bewoners dezer plaats. Het is daarom dat de onderge-teekenden zich tot den Edel Achtbaren Heer Burgemeester wenden met het verzoek dat hij onze belangen in dezen den Raad voor te houden, en krachtig bevorderd, opdat de Raad middelen moge beramen en aanwenden om ons nog lang in bezit van genoemden geneeskundige doe blijven. Het welk doende."
Een aantal maanden later, op 31 augustus 1871 trad hij in het huwelijk. Hij was reeds 43 jaar oud toen hij zijn ja-woord gaf aan de 21 jaar jongere Annigje Mulder, dochter van vervener Roelof Mulder en diens echtgenote Hendrika Haveman. Het doktersechtpaar was zeer geliefd; dit bleek onder andere in november 1872 toen de bewoners van Lutten aan de Dedemsvaart zich schriftelijk
Hein Koster had vanuit zijn geboorteplaats Hoogeveen het aanbod gekregen om er eerste geneeskundige te worden tegen een jaarwedde van zevenhonderd gulden, nagenoeg het dubbele van hetgeen hij in de gemeente Ambt Hardenberg verdiende. De gemeenteraad besloot een verhoging van de jaarwedde niet toe te staan, wegens de financiële toestand der gemeentekas. Men vroeg zich ook af of een verhoging van bijv. honderd gulden de dokter er toe zou bewegen om in de gemeente te blijven. Hoe het ook zij, dokter Koster bleef in deze gemeente werkzaam en sloeg het aanbod uit Hoogeveen af. De vergoeding die hij kreeg voor het houden van lijkschouwingen vond hij echter te laag, zodat hij bij Het huis van dokter Koster; gebouwd in 1856 door Klaas Pieters Datema; in 1914 het college eigendom van caféhouder Asse Nijland; tegenwoordig bekend als d'Olde Stee'.
4
liet weten deze niet langer te verrichten, t College van Burgemeester en wethouders reageerde zeer verontwaardigd:
den zich echter het recht voor, dat wanneer de raad hieraan geen goedkeuring zou geven, onmiddellijk met deze regeling gestopt kon worden.
'Met verwondering en leedwezen ontvingen wij van U de kennisgeving dat na den laatste maart a.s. geen lijkschouwingen door U voor de gemeente meer zullen verricht worden, om redenen dat de beloning maandelijks door de gemeente daarvoor verstrekt wordende, volstrekt in geen verhouding staat tot de daarvoor te verlenen diensten. Aangenaam zou het ons dus zijn van U te mogen vernemen hoeveel die beloning dan zou moeten bedragen, ten einde daaromtrent een voorstel aan de raad te kunnen doen, kunnende het dagelijks bestuur hierin niet beslissen.'
In de tijd dat Hein Koster plattelandsheelmeester te Ambt Hardenberg was, werkte een collega van hem als geneeskundige te Avereest. Zijn naam was Hendrik Theodor Mauritz Johan Wilhelm Führman Meijeringh. Zijn eerste drie voornamen waren gelijk aan die van dokter Koster. Dit, en het feit dat de moeder van dokter Koster ook Meijeringh heette, deed mij een klein onderzoek instellen naar het voorgeslacht en de familie van dokter Koster. Hieruit bleek dat de vader van dokter Meijeringh uit Avereest en de moeder van dokter Koster broer en zus waren; beiden geboren te Bentheim, als kinderen van Heinrich Theodor Mauritz Meijeringh en Gesina Regina Busman.
Dokter Koster schreef vervolgens: 'In antwoord op uwe missive van gister, moge dienen dat de ondergeteekende de lijkschouwingen zooals hij ze tot dusverre in dit gedeelte der gemeente heeft waargenomen, niet anders dan tegen een belooning van twintig gulden per maand zal verrigten. De onmagt van kerkelijke armbesturen en de onwil van het gemeentebestuur om magtiging tot geneeskundige hulp te ver-leenen, maakt dat het aantal lijkschouwingen in deze gemeente zoo buitengewoon groot is en zoo doende de belooning betrekkelijk hoog moet zijn om eenigermate redelijk de diensten daarvoor verstrekt te vergoeden. Tevens acht de ondergeteekende het noodig nog als voorwaarde te stellen dat de uitbetaling van bovengenoemde belooning aan hem even tijdig als aan de andere gemeente-ambtenaren geschiede en hij niet zoo als tot dusverre er soms jaren op zal behoeven te wachten.'
Door deze 'chantage' zette dokter Koster het gemeentebestuur enigszins onder druk. Ten einde stagnatie in het verrichten van de doodsschouw te voorkomen nam het college genoegen met het voorstel om tegen een beloning van twintig gulden per maand de doodsschouw te laten verrichten in dat gedeelte der gemeente zoals die tot dusverre door Koster werd waargenomen. Ze behiel-
Familieverbanden bleken verder uit een brief van dokter Koster aan zijn zwager Egbert Jan Vinke. De zuster van dokter Kosters echtgenote, genaamd Grietje Mulder, was getrouwd met deze uit Heemse afkomstige middenstander. In deze bewuste brief van 1 augustus 1876 blijkt temeer de betrokkenheid van dokter Koster: 'Waarde Broeder! Omdat het hoesten nog niet bedaren wil heb ik U hiernevens een ander drankje gevoegd in de hoop het daardoor beter zal worden. Gij neemt U toch wel in acht voor tocht en kouvatting, daar U dat zoo als ge weet veel kwaad doet. Ook rooken moet ik u nog verbieden alles wat gij zelf kunt aanwenden om zoo mogelijk het hoesten minder te maken moet gij met zorg in practijk brengen. Want waarlijk het is geen overbodige zaak maar volstrekt noodig om U voor verergering uwer kwaal te behoeden en zoo mogelijk geheel herstel uwer gezondheid te verkrijgen. Ik geloof wel dat het U verveelen zal,
Briefpapier van dokter Koster, gedateerd 1 oktober 1880
5
Dit briefje, d.d. 23 januari 1859, toont een van de vroegste vermeldingen van de buurtschap 'De Krim'. Dokter Koster gaf met dit geneeskundig attest aan dat de drie-jarige Willemina Deuzeman, dochter van Roelof Deuzeman en Jantje Gort dermate ziek was, dat onderstand noodzakelijk was. Toch mocht 't niet baten, Willemina overleed op 23 mei 1859... maar gij behoeft toch nu niet meer zoo geheel stil te zitten, aanhoudend stilzitten is, nu het bloedhoesten heeft opgehouden, minder verkieslijk. Gij moogt wanneer het weer gunstig is van de buitenlucht gaarne profiteren, maar zoo als ik U reeds meermalen gezegd heb voor sterke inspanningen moet ge U wachten vooral hevige verhittende inspanningen in elk opzigt zijn u gevaarlijk. Zoodra ik even tijd kan vinden kom ik u nog eens opzoeken. Na vriendelijke groete ook aan Griet en verdere familie mede van Anne, blijf ik. Uw toegenegen Broeder H.T.M. Koster.'
Hulde voor de dokter Ter gelegenheid van de troonsbestijging van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina in 1898, werd de burgemeesters gevraagd opgaaf te doen van de bedienaars van den godsdienst die in hun gemeenten in aanmerking zouden kunnen komen voor een onderscheiding. Burgemeester Korstiaan van der Burg van Ambt Hardenberg schreef: 'Aan het Kabinet. Ter voldoening aan uw Kabinetschrijven d.d. 12 maart jl, no. 429, heb ik de eer U.E.Gestr. beleefdelijk mede te deelen, dat naar mijne bescheiden meening, in deze gemeente geen bedienaars van den Godsdienst zijn, die voor eene onderscheiding als daarbij bedoeld, in aanmerking kunnen komen. Indien ik evenwel deze gelegenheid mocht te baat nemen, gelieve U mij te veroorloven uwe bijzondere aandacht te vestigen op den heer H.T.M. Koster, geneesheer te Lutten in deze gemeente, geboren 31 augustus 1828, die derhalve bij de meerderjarigheid van H.M. de Koningin, juist de leeftijd van 70 jaar zal hebben bereikt. Genoemde geneesheer is sedert 25 augustus 1855, dus weldra 43 jaren in deze gemeente met de meeste toewijding werkzaam, en heeft gedurende die reeks van jaren, zich met loffelijken ijver van zijne moeielijke en dikwijls ondankbare taak gekweten, en zich zoowel in als buiten zijne betrekking, een wel-
doener der menschheid betoond als slechts weinigen. Tijdens het heerschen eener Cholera-epidemie in 1866, heeft hij weken achtereen, met bovenmenschelijke inspanning gewerkt, zich nacht noch dag rust gegund. Ja zelfs zich niet ontzien, waar anderen terug weken, om persoonlijk aan het stoffelijk overschot der slachtoffers dezer vreeselijke ziekte, dat gene te doen wat vereischt werd, doch waartoe zich ten slotte bijna niemand wilde leenen. Nog steeds is hij in functie, en in weerwil van zijn betrekkelijk hoogen leeftijd, doet nog niemand tot heden te vergeefsch een beroep op zijn allerwege bekende hulpvaardigheid, ook op filantropisch gebied, getuige zijn totaal gemis aan fortuin in weerwil zijner uitgebreide practijk, ofschoon de behoeften van zijn gezin betrekkelijk niet groot zijn. Mocht de bevordering dezer aangelegenheid op uw weg liggen, dan ben ik zoo vrij de aandacht van uw edelen op den heer Koster te vestigen ter bekoming eventueel van eene onderscheiding als in uw boven aangehaald schrijven wordt aangediend'
De voordracht van burgemeester Van der Burg werd gehonoreerd. Op 17 december 1898 schreef hij aan dokter H.T.M. Koster: 'Het is ons een waar genoegen U hierbij te doen geworden de U door Z.M. den Koning bij Hoogstdeszelfs Besluit van 23 november jl. nr. 56, toegekende medaille te doen geworden. De U te beurt gevallene onderscheiding kan niet anders dan streelend voor U zijn daar die in volle mate is verdiend. Wij nemen deze gelegenheid te baat U mede namens de gemeente onzen dank te betuigen voor de wijze waarop door U tijdens het heerschen der Cholera-epidemie is gehandeld en wenschen U toe dat Gij nog lang Uwe beste krachten ten nutte der lijdende menschheid zult kunnen aanwenden. Het begeleidend schrijven van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken gaat hierbij.' In de
gemeenteraadsvergadering van december 6
1898 bracht de voorzitter een ingekomen adres van dokter Koster ter tafel, houdende verzoek om eervol ontslag tegen 1 october a.s. Ofschoon de Raad wel bekend was met de vele diensten die de heer Koster aan de gemeente heeft bewezen, meende de voorzitter het niet ondienstig te herinneren dat de heer Koster gedurende vierenveertig jaren de betrekking van gemeentegeneesheer heeft vervuld, en dat op een wijze die alleszins loffelijk is. In verband hiermede las de voorzitter enige officiële bescheiden waarbij hem zoowel door de Regering als door de Commissaris des Konings hulde en dank werd gebracht voor hetgeen hij speciaal in 1866 tijdens het heersen der cholera heeft verricht en waarvoor hem dan ook de medaille voor menschlievende daden is uitgereikt. De voorzitter vond dit de reden om een tweeledig voorstel te doen: ten eerste aan dokter Koster het gevraagde ontslag op de meest eervolle wijze te verlenen met dankbetuiging voor hetgeen hij in het belang der gemeente heeft verricht, en ten tweede hem als een stoffelijk blijk van waardering en erkentelijkheid een levenslang pensioen van precies f. 400,- 's jaars te verlenen, ingaande op de Ie oktober 1899. Beide voorstellen werden unaniem aangenomen. Het ereteken dat Koster in ontvangst mocht nemen was een zogenaamde 'inhuldigingsmedaille 1898'. Deze zag er als volgt uit: een bronzen medaille, 38 mm in middellijn, met aan de voorzijde de naar links gewende bustes van koningin Emma en koningin Wilhelmina. Op de keerzijde de troon en koningsappel met de scepters van
De eremedaille die dokter Koster uitgereikt kreeg, met name wegens zijn verdiensten voor de aan cholera lijdende bevolking tijdens de epidemie van 1866
macht en recht op een kussen. Onder het kussen door, een tak van de oranjeboom. Daarboven de tekst "Wilhelmina Koningin der Nederlanden / Emma Koningin Weduwe Regentes / November 1890-31 augustus 1898 / Ter herinnering". Het lint is verdeeld in drie banen oranje-blauw-oranje. Erg lang heeft dokter Koster niet van zijn welverdiend pensioen kunnen genieten. Hij overleed kinderloos op 4 oktober 1902 te Lutten aan de Dedemsvaart. Uit overlevering is bekend dat dokter Koster nog zóveel onbetaalde rekeningen van patiënten had openstaan, dat hij een welgesteld man zou zijn
7
De grafsteen van Hendrik Theodor Mauritz Koster ligt al bijna een eeuw op de begraafplaats achter de Ned. Herv. Kerk in Lutten. Onderaan staat: 'Hij leefde voor de Menschheid.'
geweest als men hem die tijdens zijn leven had voldaan. Hij is begraven in Lutten bij de Hervormde Kerk aldaar. Op zijn grafsteen staat: "Hij leefde voor de menschheid". Beroepsmatige aangelegenheden Om enigszins een beeld te kunnen geven van wat deze plattelandsdokter in de negentiende eeuw in zijn praktijk bijvoorbeeld tegenkwam, volgt hierna een bijzondere gebeurtenis, ter illustratie. Zijn gewone werk bestond natuurlijk uit het assisteren bij de geboorte van kinderen, het verbinden van wonden en kwetsuren en het verstrekken van geneesmiddelen. Dat hij daarvoor vaak vele uren moest reizen, lezen we af uit de zgn. declaraties die bewaard gebleven zijn. Voor een consult aan
een patiënt in De Krim rekende hij bijvoorbeeld twee uur reistijd. Te voet over de slechte zandwegen langs het kanaal was het vaak een hachelijk avontuur om op tijd bij de patiënt te komen. Vaak waren de kinderen al met de hulp van een buurvrouw ter wereld gekomen... Regelmatig werd de dokter ontboden op het gemeentehuis om te assisteren bij een zgn. 'doodschouw'. Als iemand een onnatuurlijke dood gestorven was diende de arts een verklaring af te geven met de waarschijnlijke oorzaak van overlijden. Voor het uitvoeren van deze doodschouw kreeg de dokter een vast bedrag per maand. In november van het jaar 1867 kreeg dokter Koster de opdracht om mee te helpen in het onderzoek naar de dood van de baby van Wilhelmina (roep-
Een grote beuk bewaakt het graf van de dokter...
naam: Maria) Grisse uit De Krim. De kindermoord In het archief van de gemeente Ambt Hardenberg en het archief van de arrondissementsrechtbank van Deventer is in de correspondentie te lezen dat dokter Koster geassisteerd heeft bij het onderzoek naar de lugubere moord op de pasgeboren baby van Wilhelmina Grisse.
Bij besluit van de Militieraad werd dokter Koster gemachtigd om geneeskundig onderzoek te doen naar de lichamelijke gesteldheid van militairen. Ten einde vrijstelling van dienst te kunnen krijgen diende een attest te worden overlegd.
Uit de verklaring van de geneeskundige H.T.M. Koster bleek dat Mina Grisse inderdaad een bevalling had meegemaakt. Door veldwachters Van der Wal en Van den Berg was in het huisje - een armoedige plaggenhut op de grens met Gramsbergen - een onderzoek ingesteld. Onder andere werden in het vuur een aantal verkalkte tanden ge-
vonden.
De
burgemeester
schreef aan de Officier van Justitie: Het komt mij voor dat er ofschoon Mina Grisse hare daad heeft bekend er nog veel duisters in de zaak ligt. Het is bijna niet te veronderstellen dat Mina Grisse dadelijk na hare bevalling die in een en een half uur zoude moeten zijn afgeloopen, de kracht heeft gehad het kind op het vuur te brengen, te meer daar de verlossing moeijelijk geweest moet zijn. Men kan evenwel de huisgenoten moogelijk verdenken medepligtig te zijn g-eweest aan de vermoording van het kind, daar er lieden zijn, zoo als het gezin Grisse, die weinig zien in de onechte geboorte van een kind. Ik verzoek U te mogen vernemen of U het in beslag genomen beddelaken ook wenscht te ontvangen.' De familie Grisse had waarschijnlijk naarstig geprobeerd om de geboorte van het 'onechte' kind voor de buitenwereld te verzwijgen. Kort na de geboorte heeft een van hen het kind verbrand. Dokter Koster had aangegeven het ongeloofwaardig te vinden dat de moeder dit zelf zou hebben gedaan... aan- In 1881 was er sprake van de aanleg van een heuse stoomtrambaan in de gemeente Ambt Hardenberg. Deze zou van Dedemsvaart, via Lutten naar Heemse gaan rijden. Plotseling gezien de bevalling bedachten de initiatiefnemers dat het wellicht beter was om deze niet naar Heemse maar naar moeizaam was geweest en Gramsbergen door te trekken. Dokter Koster stelde daarop bovenstaande brief op en liet het bijna anderhalf uur had ondertekenen door zijn mededorpsgenoten, ten einde te bewerkstelligen dat de trambaan geduurd. Toch blijkt dat aangelegd zou worden, zoals deze oorspronkelijk was gepland. Heel duidelijk is zijn handschrift moeder te herkennen en hij ondertekende de brief als eerste, gedateerd 23 augustus 1881, H.T.M. Koster Wilhelmina (Maria) Grisse veroordeeld is voor de moord op haar kind. Eind december 1867 duikt wederom een brief op aangaande deze kwestie. Deze brief van de burgemeester werpt een heel ander licht op de zaak:
10
'Betrekkelijk het gezin Grisse. Ik heb de eer te berigten dat mij betrekkelijk de ouders der thans gedetineerde Wilhelmina Grisse nooit als ongunstigst ter ooren is gekomen. Die lieden wonen in de zoogenaamde Krim te Slagharen, bijna op de grens van Gramsbergen in een zeer armoedige
hut. Bij mij hebben zij zich nimmer om onderstand aangemeld en geloof ik ook niet dat zij van de publieke liefdadigheid leefden. Naar ingewonnen informatie zorgden de oudste ten huize zijner ouders wonende zoon en de meergenoemde W. Grisse voor hun onderhoud. Wat betreft de door U gestelde vraag of de vader van W. Grisse medep-ligtig zoude zijn aan de kindermoord welke de laatstgemelde wordt ten laste gelegd, geloof ik die vraag in ontkennende zin te moeten beantwoorden. Anders evenwel zoude ik de vraag beantwoorden of de vader met de bevalling zijner dochter is bekend geweest. Het is mijns inziens voldingend bewezen dat de moeder, toen zij informatie aangaande de toestand harer dochter inwon bij den geneesheer Koster, niet twijfelen konde dat hare dochter Wilhelmina moest bevallen.Dat zij haren man hiervan onkundig zoude hebben gelaten is niet aan te nemen en klinkt het eenigsints vreemd dat de vader, die door ligchaamsgebreken bijna aan zijn stoel gebonden is, juist tijdens het tijdstip waarop W Grisse opgeeft bevallen te zijn, afwezig zoude zijn geweest. Zeer zeker zoude hij (de vader) bij zijne terugkomst hebben moeten bemerken dat er iets bijzonders gebeurd was, daar het toch niet is aan te nemen dat het kind waarvan W Grisse was bevallen, zoude zijn verbrand zonder dat zulks in de kleine behuizinge eene reuk had verspreid, die hij zeker moest hebben opgemerkt. Betrekkelijk de vraag of de verwarde opgaven van Grisse zijn toe te schrijven aan gebrek aan geheugen, meen ik een ontkennend antwoord te moeten geven. Naar ik mij herinner was de eerste opgave van Grisse toen ik zijne dochter Wilhelmina door mijne veldwachter Van den Berg liet arresteren (ik meen in den avond van zaterdag den 16 november jl) in strijd met zijne verklaring welke hij maandag den 17 daaraanvolgende aan mij zelf deed. Zoowel de eerste als de laatste verklaring deed hij in tegenwoordigheid van den geneesheer Koster en had betrekking op zijne aanwezigheid in zijne woning op den dag dat Willemina Grisse zoude zijn bevallen. Eerst verklaarde hij gedurende dien dag geen voet buiten zijne woning gezet te hebben en later dat hij naar zijn gehuwde dochter was gegaan om een pot op te halen of iets dergelijks. Ten aanzien van het gebeurde met het kind van W. Grisse meen ik na het vorenstaande niet ongepast U het gerucht mede te delen dat er betrekkelijk die zaak heeft gelopen. Naar dat gerucht zoude Wilhelmina Grisse niet bevallen zijn op het door
haar aangegeven tijdstip maar eenige dagen vroeger en wel in den nacht. Toen zoude het kind reeds buiten de woning zijn verborgen, en het lijkje later verbrand zijn, ten einde alle sporen weg te nemen en te doen verdwijnen. Behelst het gerucht waarheid als dan is het geheele gezin van Grisse bekend met hetgeen er met het kind is voorgevallen en geloof ik dat speciaal de zoon (ik meen dat die Jan genaamd wordt) met de zaak bekend moet zijn. Laatstgenoemde wijst ook het gerucht aan als zoude hij in ongeoorloofde gemeenschap met zijne zuster hebben geleefd. Naar mijne meening zoude die persoon (ofschoon het zeer moeijelijk zal zijn zulks te bewijzen) de meeste schijn van medepligtigheid op zich vereenigen daar het toch bijna niet aan te nemen is dat de verklaring van Willemina Grisse, als zoude zij zelf alleen, het zij dan ook een dood of levend kind, hebben verbrand, overeenkomstig de waarheid is. De geheele zaak is zoo duister, na de ontkenning van Willemina Grisse dat haar kind geleefd zoude hebben, nadat zij aan mij het tegendeel had medegedeeld, dat ik bij voorkeur zoude gelooven, dat het hierboven gemelde gerucht meer overeenkomstig de waarheid is dan de verklaringen van Wilhelmina Grisse en hare ouders.' Het archief van de arrondissementsrechtbank geeft geen uitsluitsel over berechting van Willemina of Maria Grisse. Waarschijnlijk is de zaak voorgekomen bij het Provinciaal Gerechtshof. Onderzoek in die archieven moet nog verricht worden... Bronnen: • Gemeentearchief Ambt Hardenberg (in- en uitgaande brieven, correspondentieboeken en notulen van de Raad, armenzaken); • Collectie brieven gericht aan het echtpaar Egbert Jan Vinke (1843-1877) en Grietje Mulder (18471921) wonende te Heemse; brieven beslaan de periode 1871-1877 en zijn in particulier bezit; • Rijksarchieven Drente en Overijssel • Universiteitsbibliotheek Amsterdam, hoogleraar verloskunde & gynaecologie AMC Prof. Drs. O. Bleker en dhr. B. Schuyvlot, conservator aldaar • Kanselarij der Nederlandse Orden te 'sGravenhage • Foto café Nijland, afkomstig van dhr. Varwijk uit Dedemsvaart
Het Meestershuis (huizen van naam 12) Op de kruising van de Collendoornerdijk en de Venneweg in Collendoorn staat "Het Meestershuis". De huidige bewoner, de heer H.W.Schroer, zal zich zeker niet op de titel in de naam laten voorstaan; hij heeft de naam aangebracht ter herinnering aan al de hoofden van de Openbare Lagere school te Collendoorn die er in de loop der jaren hebben gewoond, in een tijd toen zij nog luisterden naar de mooie aanspreking met "meester".
K.Oosterkamp
Het Meestershuis te Collendoorn
Meester L. Uunk had op 2 mei 1876 de gemeenteraad van Ambt-Hardenberg gevraagd een woning voor hem te laten bouwen. Hij wilde graag in de buurt van de school, Venneweg 3 (nu aan de rand van het nieuwe Collendoornse bos), wonen en in de naaste omgeving was geen geschikte woonruimte te vinden. Al binnen een jaar kreeg een raadscommissie de opdracht om de benodigde grond aan te kopen. Uiteindelijk werd 18 are grond gekocht van de heer H. Heersmink voor het bedrag van f 180,- en in 1880 werd de woning gebouwd, tegelijk met een meesterswoning in Slagharen. Het totale bedrag van de beide woningen bedroeg f 7500,-, een beetje aan de forse kant voor Ambt-Hardenberg die ervoor
12
f 2500,- leende. Nu woonde de meester in de directe omgeving van de school en kon daarom ook een oogje in het zeil houden.Deze situatie duurde tot halverwege de jaren dertig toen de te kleine school in Collendoorn werd opgeheven en daarom op termijn ook de meester uit het huis verdween. De woning werd verhuurd aan de heer J. Bouwhuis G.J.zn voor een huursom van f 130,-per jaar. Naderhand, in 1949, is toestemming gegeven om het pand te verbouwen, zodat het geschikt werd voor dubbele bewoning.Ook het schoolgebouwtje was al in 1945 in gebruik als woonruimte voor twee gezinnen. Rond 1983 was de bouwkundige staat dusdanig bedroevend dat afbraak de enige optie bleek. (De geschiedenis
Het oude schooltje, enkele uren voor de sloop
van deze lagere school en haar functie in de buurtschap biedt wellicht stof genoeg voor een afzonderlijk artikel.) Dit lot scheen ook de meesterswoning ten deel te zullen vallen. In de jaren zestig en zeventig nam het achterstallig onderhoud toe in een mate dat de woning steeds meer onbewoonbaar werd. In 1987 verhuisde de toenmalige bewoonster, mevrouw Van Engelen, naar Hardenberg, omdat de woning in Collendoorn te bouwvallig was geworden. In een brief aan de gemeente schrijft zij: "De woning is toch wel zo kapot en het regent er aan alle kanten er doorheen. "Plaatselijk Belang Collendoorn verzet zich tegen de sloopplannen en pleit ervoor dit karakteristieke pand voor de buurtschap te behouden. Het schooltje was al verdwenen, het meestershuis moest blijven! Het College van B. en W. van de gemeente Hardenberg blijkt gevoelig voor de argumentatie en stelt voor de woning in het openbaar te doen verkopen. Voor f 89000,- mag de fam. H.W.Schroer zich eigenaar noemen. De woning wordt gerenoveerd tot het fraaie resultaat van thans. Met dank aan de fam. H.W.Schroer en aan de ambtenaren van het archief van de gemeente Hardenberg.
Advertentie woensdag 26 augustus 1987 in Het Dagblad N.-Oosten
13
14
De christelijke kleuterschool in Hardenberg werd opgericht in 1946. De eerste lokatie was op de hoek Bruchterweg/Lage Doelen waar nu ongeveer reisbureau "de Globe" zit. Daar was toen de loods, het kantoor en de houtzagerij met fabriekspijp van Zweers (Kuup Hendek). Een gedeelte van dat complex werd omgebouwd tot een paar lokaaltjes. De foto is genomen in 1948 bij het houtstek aan de overkant, hoek Sallandsestraat/Groeneweg. De eerste leidsters waren Truus Waayman en Meta Lok. In 1950 kwam er een nieuwe school aan de Groeneweg, nu Piet Heinstraat. In 1962 werd er nabij deze plek (Karel Doormanlaan) weer een nieuwe school gebouwd die als naam "de Potnösters" kreeg. (Potnöster is in 't Hardenbergs een koosnaampje voor een klein kind) De school is nu in gebruik als openbare basisschool "de Kern". In die beginjaren zag je de leidsters soms met een klasje kleuters aan de wandel door Hardenberg gaan. Voor de veiligheid liepen de kinderen als makke schaapjes in een soort lasso. Allemaal moesten ze het touw vast houden. De knoop zat rechtsachter. Juffrouw Kesimaat hield vanaf die plek de groep in toom. Bovenste rij: Juffrouw Tiny Kesimaat, Gerrit Zagers, ...van Dalen, Hendrik Jan Kremer, Mini Vosjan, Gerrit Hammink, Fré Veldhuis, Frits Goris, Jannie Willering, Bertus Meier, Gerri Reints, Thijs Wynia, Sjoukje Otterman, Reinier Brand, Anneke Vasse, Jan Breukelman, Arend Zweers, Arend Jan Otten, juffrouw Hermien Otter. Tweede rij: Geertje ..., Dicky Zagers, Marrie Veldsink, Ineke Bakker, Dini Baarslag, Jannie Zweers, Grietje Vasse, ...Overweg, ?, Eggi Kremer, Frits van Laar, Ferdinand Dijkhuis, Eggie Willering, ...Oostenbrink, Jan Lotterman, Johannes Martens, Teun Nijkamp, Rietje Zweers. Derde rij: Hettie Oostenbrink, Ali Bonstra, Piet Ringenier, Dini Borneman, Anneke Kremer, Jetje Kuyvenhoven, Ria v.d. Haar, ?, Jannie Ringenier, Mini Stegeman, Fenny Breukelman, ?, Alie Willering. Onderste rij: ...Pullen, Piet Dijkhuis, Jan Zweers, ?, Wim Otterman, Jan Goris, ?, Albert Zweers, Jan ten Brinke, Henk Stegeman, Albert Kremer, Henk Willering, Geesje Breukelman, Geesje Pullen, Nelleke Veldkamp.
Met dank aan Hermien Otter voor het beschikbaar stellen van de foto.
Stephanoten Mededelingen van het bestuur en werkgroepen Bijlage Rondom den Herdenbergh Uitnodiging jaarvergadering Geachte leden: hierbij hebben wij het genoegen u uit te nodigen voor de ledenvergadering op dinsdag 17 april 2001 in 'De Schakel'. Na afloop van de vergadering zal Harm Hoving een lezing houden over ' Hannekemaaijers' en ' Todden'. Agenda 1 Opening 2 Jaarverslag secretaris 3 Financieel verslag (ligt voor aanvang vergadering ter inzage) 4 Verslag Kascommissie 5 Benoeming Kascommissie 2001 6 Voorstel wijziging contributiebedrag ingaande 2002: ± 14,00 7 Bestuursverkiezing Er ontstond in 1997 een nauwe samenwerking tussen de historische vereniging en de stichting museum oudheidkamer. Het stichtingsbestuur werd in dat jaar afgeslankt omdat de vereniging een aantal museumtaken overneemt. Het stichtingsbestuur wil nu weer alle museumtaken zelf behartigen. Dat betekent meer werk voor de stichting en minder taken voor de vereniging. Als gevolg hiervan zullen de heren H. Lansink en S. Vasse aftreden om zich volledig aan het museum te kunnen wijden. In het afgelopen jaar moest mw Ruys-Sondaal om gezondheidsredenen als bestuurslid bedanken, terwijl penningmeester G.Wolbink liever buiten het bestuur als administrateur fungeert. Verder zijn de bestuursleden mw H. Reinders en dhr J. Hofsink periodiek aftredend en herkiesbaar. Het bestuur stelt voor om het aantal bestuursleden te verminderen van 11 naar 7 en mw H. Reinders en dhr J. Hofsink opnieuw te benoemen. Volgens art 7 lid 2 van de statuten kunnen door de leden ook kandidaten worden gesteld. Een voordracht moet, gesteund door tenminste 5 leden, tenminste drie dagen voor de verkiezingsdatum schriftelijk bij de secretaris worden ingediend. 8 Rondvraag en sluiting. Agendapunt 2: Jaarverslag van de secretaris: Museale activiteiten: De nasleep van de Markfluwer-erfenis heeft vele werkgroepleden heel wat werkuren gekost.
1e kwartaal 2001)
Voor de geplande tentoonstelling "verborgen talenten te kijk" werden ruim 120 voorwerpen opgespoord, met de toezegging dat we ze mogen exposeren. Het algemeen bestuur stelde echter een ultimatum ten aanzien van de veiligheidseisen. Het gevolg was dat het museum gesloten bleef. Na een korte zomerstop, zijn de werkzaamheden hervat. Er zijn nogal wat spullen uit het gemeentearchief naar het museum gekomen. Ook particulieren hebben voorwerpen aangedragen, die ook allemaal weer een plaats moeten hebben. De deuren naar het Wilhelminaplein waren zo slecht dat ze vervangen moesten worden, er is toen meteen ook maar een veiligheidsslot op gekomen. Ook de trap naar de zolder is vernieuwd. De grote zaal boven is van nieuwe vloerbedekking voorzien. Nu kan begonnen worden aan een herindeling van de bovenverdieping. In de Edahkelder is een scheidingswand gemaakt, zodat de opslag daar wat overzichtelijker wordt. We hopen de geplande tentoonstelling van vorig jaar nu te realiseren. Met wat extra krachten, hopen we dat het gaat lukken. Werkgroep genealogie: De studiezaal van de HistorieKamer wordt door de week door zeer veel mensen bezocht die speuren naar zijn/haar voorouders. Voor hulp van 'professionele' amateurs, de werkgroep genealogie dus, kon en kan men op de dinsdagavonden van de even weken terecht in dezelfde studiezaal. Vele geënthousiasmeerde leden en niet-leden konden we hier en daar voorthelpen bij hun onderzoek. Met name de voorhanden zijnde microfiches van de gehele burgerlijke stand en bevolkingsregisters van Ambt en Stad Hardenberg, en het rechterlijk archief van het Schoutambt, werden frequent geraadpleegd. Een groot aantal bezoekers betrad echter nog nimmer de studiezaal. Zij bezochten de HistorieKamer via het wereldwijde web, op onze eigen site: www.historiekamer.nl Hierop kwamen met name vanuit het buitenland vele vragen binnen betreffende stamboomonderzoek. Daar waar mogelijk hebben de leden geprobeerd de vragen te beantwoorden. Reeds vroeg in het jaar 2000 had de werkgroep het besluit genomen om in november een groots opgezette genealogische en historische dag te organiseren. Anders dan andere jaren werd nu gebruik gemaakt van de aula van het nieuwe Vechtdalcollege aan de bmr. 1
Schuitestraat. Op 11 november mocht een grote schare geïnteresseerden welkom geheten worden. De uiteindelijke aantallen overschreden ieders verwachting. Meer dan 500 bezoekers! Zij konden dan ook niet alleen speuren in archieven en databases van onze eigen vereniging, maar ook de stands van bijvoorbeeld Coevorden, Den Ham/Vroomshoop, Pro-Gen, het grensgebied en de heraldiek werden druk bezocht. Op deze zeer geslaagde dag werd ook de 'Nostalgische Kalender Hardenberg 2001' gepresenteerd en werden de eerste exemplaren in de reeks 'Hardenberger & Gramsberger Geslachten', de families Hakkers en van Faassen officieel overhandigd. Dialect werkgroep: Regelmatig werden dialectavonden verzorgd, meestal op uitnodiging van plaatselijke belangen, vrouwenverenigingen etc. Een belangrijke gebeurtenis speelde zich af in december toen het boekje 'Tiedverdrief' van G. van Faassen, werkgroeplid, werd gepresenteerde op het bordes van de HistorieKamer. Inmiddels zijn vele exemplaren verkocht. Werkgroep straatnaamgeving: Binnen de 'oude' gemeente Hardenberg was de Historische Vereniging ook actief in de commissie straatnaamgeving. In de adviescommissie richting het college werden namen aangedragen die in veel gevallen ook vastgesteld zijn. Zo zullen er in de Marslanden wegen worden aangelegd die historische namen krijgen als: 'Blanckvoortallee', 'van Raesfeltallee', 'van Rechterenallee' enz. In het aan te leggen industriegebied 'Haardijk' werd door B&W echter de voorkeur gegeven aan het benoemen van onderdelen van een molen. Helaas kwam de herindeling hiervoor iets te laat, want nu blijkt dat binnen de 'nieuwe' gemeente Hardenberg namen als 'Korte Spruit', 'Lange Spruit', 'Maalstoel' e.d. reeds voorkomen, namelijk in Balkbrug. Lezingen en excursies: Zowel voor de dagexcursie naar 'De bronnen van de Vecht' als de 'Klepperavondtoer' was de belangstelling boven verwachting. Een viertal dia-avonden in de Schakel en de Voorveghter werden goed bezocht. Internetsite: www.historiekamer.nl: In maart 2000 heeft de Historische Vereniging Hardenberg haar eigen officiële website in gebruik genomen. Op het internetadres: www.historiekamer.nl hebben sindsdien ruim 10.000 bezoekers 'rondge-neusd' en genoten van het enorme aanbod gegevens. Onze 'webhost' Dinah Hesselink-Zweers wist de site overzichtelijk op te zetten. Verschillende bronnen (die door onze eigen vereniging zijn getranscribeerd/vertaald) zoals doop-, trouw- en begraafboeken zijn op het net gezet, evenals rechterlijke archieven, correspondentie van het college van B&W van Ambt Hardenberg, en verschillende genealogieën. In de rubriek 'prikbord' werden vele vragen gesteld betreffende families die van
2
oorsprong uit Ambt of Stad Hardenberg komen. Ook werden op de site alle gegevens geplaatst die naar boven zijn gekomen tijdens het onderzoek naar de oudste begraafplaats van Hardenberg, het kerkhof 'Nijenstede' aan de Stationsstraat. Alle grafeigenaren van 1870 en alle zerken die het kerkhof nu nog telt zijn op de site te vinden, voorzien van foto's. Nieuwe leden: • A. de Boer-Martens, Spanjaardsdijk 10, 8556 AJ Sloten • G.J. van Faassen, Frans Halsstraat 28, 7771 WT Hardenberg • M. Jasper, Grachtstraat 17, 7693 PA Sibculo • J.G. Maneschijn-Reinders, De Mute 29, 7683 XS Den Ham • G. Meijerink-ter Wielen, Emtenbroekerdijk 35, 7694 TJ Kloosterhaar • G. Reints, Past. Petersstraat 43, 7462 MV Rijssen • J.H. Wijnholt, Dr. H.J. Postlaan 30, 7691 BC Bergentheim • J. te Rietstap, Zwaluwstraat 17, 7771 AR Hardenberg • G.J. Hamhuis, Ommerweg 5a, 7796 HR Heemserveen • A.M. Greijdanus-Groeneveld, Kanaalweg-West 62, 7691 CA Bergentheim • Clara Feyoena Heem, Rheezerweg 73, 7771 TD Hardenberg • H. Jansen, Boshoek 20, 7681 GS Vroomshoop • J. Timmerman, Haarweg 38, 7691 PT Bergentheim • G. Wolting, Koudelaan 25, 3723 ME Bilthoven • F. Hulzebosch-Nieuwenhuis, Dahliastraat 19, 2981 BG Ridderkerk • J. Zomer, Kloosterdijk 89, 7693 PP Sibculo • G.J. Bonestroo, Huilerweg 14, 8017 RN Nunspeet • H. Krikken, Korianderhof 22, 7641 XL Wierden • H. Hubert, Kortenaerstraat 15, 7556 DA Hengelo (Ov) • E. Wiersma, Grachtstraat 23, 7693 PA Sibculo • W. Flierman, Pr. Julianastraat 86, 5301 PJ Zaltbommel • G.J. Hakkers, Rheezerweg 76, 7795 DA Diffelen • H. Ravenhorst, Sportstraat 19, 7694 BA Kloosterhaar • J.H. Hofsink, Beatrixstraat 4, 7772 CR Hardenberg • K.Broekroelofs, Kerkdijk 11a, 7775 RA Lutten • R. Kuper, Meteoorlaan 41, 7771 EA Hardenberg • D.A. Zweers, J. Vermeerstraat 40, 7771 WN Hardenberg • W. Flim, Brinkweg la, 7691 PE Bergentheim • A. Prenger-Knol, Windhoevestraat 12, 7693 PJ Sibculo • A. Slot, Meidoornstraat 50, 7775 BG Lutten • DJ. Biglaar, Kleinhaar 12, 7694 BJ Kloosterhaar • J. Hamhuis, Venuslaan 24, 7771 ZB Hardenberg
• F. Huisman, Hessenweg 22, 7771 RE Hardenberg • R. Nijeboer, Herderstasje 42, 7772 LD Hardenberg • L. Sebel, Stationsstraat 5-204, 7772 CG Hardenberg • GJ. Dijk, Capellastraat 26, 7771 XM Hardenberg • G. Stegeman, Dr. H.J. Postlaan 49, 7691 BB Bergentheim • J. Smit-Stoel, Stationsstraat 8c, 7772 CJ Hardenberg Nieuwe aanwinsten: • Boek: Verordnungsblatt für die Niederlandischen Gebiete Jahr 1940, schenking van de gemeente Hardenberg (hierin alle verordeningen die door de bezetter zijn uitgevaardigd in het jaar 1940 voor de gemeenten Ambt- en Stad Hardenberg); • Boek: Tuugkisten in Oost-Nederland, door Everhard Jans e.a.; • Boekje: Tiedverdrief, deur dag en tied gedichten, van Henduk van 't Westende; • Boek: De geschiedenis van het huis van OranjeNassau, deel I en II, in bruikleen gegeven door E. Wolbink; • Boek: Chronik der Landgemeinde Wilsum, door Dietrich Vedeler; • Ringband: Stamboom van de fam. Hakkers door Grietje Bakker-Altena; • Boekje: Stamboom van de familie Schuurman; • Boekje: Stamboom van de vervenersfamilie Van Oosten; • Boekje: Muntalmanak 1998 door Nederlandse Vereniging van Munthandelaren; • Boekje: De Nederlandse Munten van 1795 tot heden, door Johan Mevius; • Bundel: Toneelstuk Köstersarven, door Albert Luuks van de Riest; verworven van gem. Avereest; • Boek: Jaarboek 2000 van het Centraal Bureau voor Genealogie; • Boek: De Ridderschap van Overijssel, door A.J. Mensema e.a.; • Boek: Antiek, door Jan Pieter Glerum; schenking van E. Wolbink; • Boekje: Die Evangelisch-reformierte Kirchengemeinde Bentheim in Bad Bentheim; • Boekje + landkaart: Overijssel nieuw op de kaart, na herindeling; • Circa 35 boeken uit de nalatenschap van dhr. Houbé, Hardenberg; • Fotoreportage begin bouw van de wijk Baalder 1974; verworven van gem. Hardenberg • Fotoreportage van vergevorderde bouw wijk Baalder 1982; verworven van gem. Hardenberg • Dia- en fotocollectie, in bruikleen gekregen van de gem. Hardenberg • Originele, door de Hooge Raad van Adel goedgekeurde wapens van de voormalige gemeenten Ambt Hardenberg, Stad Hardenberg en Hardenberg, in bruikleen
Dagexcursie 2001 Ging de reis in het afgelopen jaar zuidwaarts naar de bronnen van de Vecht, dit keer staat de veenkoloniale geschiedenis van Drente, Groningen en het aangrenzend Duitsland centraal. In het Veenkoloniaal Museum te Veendam beleeft u een stuk geschiedenis van durf en dynamiek. Op speelse wijze maakt de bezoeker kennis met turfgravers, landbouwers, fabrieksarbeiders in de aardappelmeel- en strokartonindustrie, binnenschippers en zeelieden uit het heden en verleden. In Papenburg zijn de winkels gelegen langs het oudste veenkanaal van Duitsland, voorzien van pittoreske ophaalbruggen en museumschepen. Museumstad Papenburg is vooral bekend door scheepswerf Meyer waar luxueuze cruiseschepen worden gebouwd. Een rondleiding in de grootste scheepshal van de wereld staat op het programma. Tijdens de rit tekst en uitleg over cultuurhistorische wetenswaardigheden langs de route. Ook dit jaar weer twee touringcars, maar niet op zaterdag. Bus 1 op donderdag 28 juni en bus 2 op vrijdag 29 juni. Vertrek om 8.00 uur en terug om 19.00 uur (Stephanusplein) Kosten fl 50,00 ( 2x koffie/thee en koek in Veendam inbegrepen) Opgave Historiekamer tijdens openingsuren. (Voorstraat 34) Niet te lang wachten. Klepperavondtoer 2001 Aangemoedigd door het succes van het afgelopen jaar (ca 50 bussen met ruim 2000 passagiers) is er voor dit seizoen een nieuwe route uitgezet. De tocht gaat dit keer door het fraaie Duitse Vechtdal langs jaknikkers en windmolens. Een bijzonder dorp is Neugnadenfeld. Hier woont een Hernhutter-gemeenschap Zij kreeg na de oorlog als Oostvluchtelingen onderdak in de barakken van het voormalig oorlogskamp Alexisdorf. 600 Russische krijgsgevangenen liggen hier begraven. Een andere gedenkplaats is het Hollandschen Karkhoff in de omgeving van Esche. Hier liggen vele Nederlanders begraven die op 21 april 1674 zijn gesneuveld in een gevecht tussen de troepen van de Munsterse bisschop Christoph Bernhard van Galen en een regiment van de Nederlandse generaal Karel Rabenhaupt. Resten van de door de Hollandse soldaten gegraven schans zijn nog goed zichtbaar. In Emlichheim bezoeken we het Kunstpark Olmes met opvallende objecten (van jaknikker tot straaljager) en bijzondere hoenderrassen. In het bijbehorend café-bistro (met een collectie schilderijen) kan men voor eigen rekening consumpties gebruiken maar dat is niet verplicht. Verder maken we enkele korte stops bij objecten van Kunstwegen. In verband met de vroeg invallende duisternis in augustus worden de eerste ritten (ook nu weer op dinsdagavonden) in de maand mei gereden. Zie advertenties en raambiljetten. Opgave bij het VVV-kantoor in Hardenberg. Prijs fl 20,00 p.p. Vertrek 18.00 uur bij het VVV-kantoor.
3
Oprichting werkgroep 'monumenten' Binnenkort zal een werkgroep van de Historische Vereniging worden opgericht die zich bezig zal gaan houden met het monumentaal erfgoed van de gemeente Hardenberg. Behoud, restauratie en bescherming van monumentale panden zal de doelstelling zijn. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met dhr. H. Bremer, Gramsbergerweg 8, 7772 CW in Hardenberg (tel. 0523-267848). Fotoherkenning In samenwerking met Vechtdal TV zal de fotowerkgroep wekelijks een foto tonen waarvan de afgebeelde personen of het afgebeelde object onbekend zijn. De foto's zijn afkomstig uit het archief van de Historische Vereniging. Met uw hulp proberen we zoveel mogelijk gegevens te achterhalen om voor ons nageslacht te bewaren. Iedere week zal 1 foto worden getoond, die ook op onze site: www.historiekamer.nl te bekijken is. Hier kunt u ook de foto's van voorgaande en komende weken bekijken. Uw reacties kunt u schriftelijk richten aan contactpersoon Jan Hofsink, p/a Voorstraat 34, 7772 AD Hardenberg, dan wel telefonisch: 0523-265624 of per e-mail: info @historiekamer.nl Kadastrale Atlas Avereest en Gramsbergen 1832 In 1832 is in Nederland het kadaster ingevoerd. Daarbij vond voor het eerst een volledige en betrouwbare administratie van onroerend goed
plaats. Bij deze kadastrale administratie staan twee begrippen centraal: de minuutplans en de zogenaamde oorspronkelijke aanwijzende tafels (OAT 's). Minuutplans zijn de oorspronkelijke kaarten van het kadaster waarop alle gronden met hun bebouwing, erven, wegen en wateren zijn ingetekend; elk perceel heeft daarbij een eigen nummer. De kaarten gaan vergezeld van registers, de OAT's. Van elk perceel staat in deze registers een aantal gegevens vermeld zoals naam, beroep en woonplaats van de eigenaar of vruchtgebruiker, grondgebruik, oppervlakte en belastingklasse. De minuutplans en de OAT's zijn vooral van belang omdat zij de situatie weergeven voor de ingrijpende ruimtelijke veranderingen die na ca 1850 tot stand kwamen als gevolg van de sterke bevolkingsgroei, verdeling van de marken, industrialisatie en ruilverkaveling. De bron is verder uniek omdat hier voor het eerst een gedetailleerd kaartbeeld wordt gecombineerd met een uitgebreide persoonsregistratie. Het is een bron met een schat aan informatie voor onderzoekers van velerlei richtingen. Verscheen in 1996 de kadastrale atlas van Stad en Ambt Hardenberg, het is de bedoeling dat in de loop van 2001 in een gecombineerde uitgave de atlas van Avereest en Gramsbergen zal verschijnen. De kosten bedragen tl 50,00 (te voldoen bij afhalen ) Schriftelijk te bestellen bij het Secretariaat van de Historische Vereniging Avereest: De Aak 58, 7701 LB Dedemsvaart Telefoon 0523-615059 E-mail hva @ altavista.net
Kalender Dinsdag 17 april 2001
Jaarvergadering met aansluitend een lezing over 'Hannekemaaijers' en 'Todden' in De Schakel, aanvang 20.00 uur
Dinsdag 24 april 2001
Vertoning van een film uit 1938, aangevuld Voorveghter. Aanvang 20.00 uur, toegang f! 7,50
29 mei-31 juli 2001
Elke dinsdagavond Klepperavondtoer door het Duitse Vechtdal Opgave en vertrek 18.00 uur bij het VVV-kantoor. Prijs fl.20,00
Donderdag 28 juni 2001
Excursie naar Veendam en Papenburg (bus 1) Prijs fl 50,00 Vertrek 8.00 uur vanaf Stephanusplein; Terug ca 19.00 uur
Vrijdag 29 juni 2001
Excursie naar Veendam en Papenburg (bus 2) Prijs fl 50,00 Vertrek 8.00 uur vanaf Stephanusplein; Terug ca 19.00 uur
Dinsdag 16 oktober 2001
Dia-avond over Dedemsvaart, in de Schakel, aanvang 20.00 uur
Dinsdag 27 november 2001
Lezing door mr. Drs. W. Visscher over veenkoloniale geschiedenis, oa. de erven Mr. LA. van Royen in relatie tot Bergentheim
4
met
oude
foto's in de
De grens in beeld (De grens
in beeld, zo heet het "project" dat wij, Koop Drenth en Broer de Vries, hebben opgestart. Beiden leden van de historische vereniging en vutters. Koop heeft als hobby fotograferen en Broer heeft als oud douaneman belangstelling voor alles wat met geschiedenis en grens te maken heeft. Zo kwamen wij tot het besluit om aan de hand van gedetailleerde kaarten, alle grensstenen, zowel hoofd- als hulpstenen te fotograferen en anekdotes vast te leggen, te beginnen bij de Rijksgrens in de gemeente Hardenberg. Ons volgende doel is van Losser tot Nieuw Schoonebeek, de grens van Graafschap Bentheim met Nederland.
K. Drenth / B. de Vries In het "Jahrbuch 1959" van de Heimatverein der Grafschaft Bentheim staat o.a. het volgende: " Zwischen Gebüsch und Strauchen, unter blühen-de Hecken, an Bachen und Graben, auf einsamen Heidehügeln, an Schnellverkehrsstrassen und bei alten Bauernschuppen findet sich eine der merkwürdigsten altertümlichen Sammlungen, die wir in unserem Grenzlande kennen. Sie ist Eigentum von jedermann und von niemand; ihre Bestandteile können durchaus ange-troffen werden an den schönsten Stellen, d.h. dort, wo die ursprüngliche Landschaft am besten erhal-ten blieb. Jahrhunderte Geschichte sind einge-schlossen in dieser Sammlung, die nahezu
16
ungeandert gemeinschaftlicher Besitz geblieben ist von zwei Nachbarstaaten und jetzt noch immer ihre Funktion hat für die Abpfahlung beide Territorien" Beter kunnen wij het niet onder woorden brengen wat ons beweegt en waarom wij genieten van ons project. De grenspalen kunnen veel vertellen, sommige exemplaren zijn oude doorleefde zandstenen palen, enkele van ruim 400 jaar oud. In deze palen zitten soms inslagen van kogels, er zijn soms diverse keren andere letters ingebeiteld, zoals GB (Graafschap Bentheim), H (Hanover), P (Pruisen), BR (Bataafse Republiek), N (Nederland) enz.
oprijpad is voor een deel Hollands grondgebied. Toen wij daar waren en foto's gingen nemen, kwam de bewoner van de boerderij naar buiten om te kijken wat wij aan het doen waren. Hij zei in plat Duits: "Ik dacht, die willen de grenspoal mitnemen, nou dat vind ik best, dan kiek ik de andere kante wel even op" Hij vertelde dat bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog de nazi's de hele grens hadden afgezet met prikkeldraad, ook bij hem. Het oprijpad was daardoor afgesloten, alsmede een deel van het erf. Om achter bij de boerderij te kunnen komen moest hij langs een boom, de muur van de boerderij en de grenspaal. Een nauwe doorgang. Herhaaldelijk kwam hij dan ook met de as van de landbouwwagen tegen de grenspaal aan. De groeven zijn nu nog te zien. Dus een paal des aanstoots. Daarom mochten we hem ook wel meenemen. Zo kunnen we verhalen vertellen over diverse grenspalen. Misschien een andere keer als we wat meer van de grens in beeld hebben.
De jongere palen duiden vaak op het feit dat er een grenscorrectie heeft plaatsgevonden. Paal nr 99 staat op het punt waar Twente, Salland en Duitsland samen komen. Hier begint ook de grens tussen de gemeenten Vriezenveen en Hardenberg. Op ongeveer 300 m van de grens met Duitsland op Nederlands grondgebied, staat een oude ongenummerde driehoekige paal van Bentheimer zandsteen. Op de driehoekszij den is vermeld: Bentheim, Twente en Salland. Bij plaatsing destijds heeft men zich ongeveer 300 m vergist. Deze paal hoorde eigenlijk te staan op de plaats van de huidige paal nr 99. De oude driehoekige paal staat er echter nog steeds. Hardenberg en Kloosterhaar liggen dus echt in Salland.
(Vertaling van het Duitse gedeelte: Tussen bos en struikgewas, onder bloeiende heesters, bij beken en sloten, op eenzame heideheuvels, naast autowegen en bij oude boerenschuren bevindt zich een van de merkwaardigste oudheidkundige verzamelingen van onze grensstreek. Zij is eigendom van iedereen en niemand; de onderdelen worden altijd aangetroffen op de mooiste plaatsen, daar waar het landschap het beste bewaard bleef. Eeuwenlange geschiedenis zit in deze verzameling, die bijna onveranderd gemeenschappelijk bezit gebleven is van twee aangrenzende staten en tegenwoordig nog altijd functioneert als afbakening van hun grondgebied)
Over sommige palen is een verhaal te vertellen, zoals b.v. paal nr 110, die in de moestuin van een Duitse boerderij staat, ongeveer 50 m vanaf het punt waar de Wellebeek ontspringt. De moestuin en het
1 7
"Plat ni-js" Welkom op de dialectpagina! 't Is al weer een kwartoal eleden da'w oe een gelukkig ni-jjoar ewenst hebt en intussen is het Joartal veraanderd in 2001. Wat 'r niet veraandert, is da'w verdan goat met oonze dialectrubriek die intussen de achtste joargang in egoane is.
J. Luisman-de Jonge Disse keer he'w een bijzunder onderwarp bi-j de kop. Wi-j hoeft maar te vroagen: "He'j wel is heurd van de dichte gatiespanne?" en iederiene glimlacht en hef wel een veurbeeld of herinnering an dit onderwarp. Al zult sommigen dat gien woord willen hebben. Veur de gek eholden worden is niet altied leuk. Een goeie grap of milde humor kunt de meesten wel waarderen maar 't mut "een oarigheid blieven". Wi-j zollen oe willen vroagen: "Bin ie wel is veur de gek eholden en d'r op uut estuurd um 'n ding op te halen dat helemoal niet bleek te bestoan?" Veural een jongste bediende worden hier wel is met etest op zien snuggerheid. Bi-j onderzuuk ontdekten wi-j dat dit verschiensel wied en zied bekend is. Wi-j hebt zölfs het vermoeden dat de bakermatte veur dit soort gein de timmermanswarkplaatsen waren. Vandoaruut hef 't virus zich verspreid en is het een algemene beroepsziekte ewörden. A'j oen oor te lustern legt zu'j marken dat er met name in de bouwwereld heel wat twiefelachtig geriedschop "in umloop" was. Verhalen uut de bouw: "In de zeuventiger joaren worden d'r is een leep bouwvakkertien (Frekie) op pad estuurd um een denkbeeldig stuk geriedschop op te halen. Hi-j had een stuk of wat adressen ekregen woar ze dat vaste wel in veurroad hadden.'t Zol die dag hiete worden dus d'r worden hum ezegd: "Doe maar hèndig an". Dat hadden ze beter niet kunnen zeggen want de "krullenjonge" kwam pas tegen 't ende van de warkdag terugge op de bouw. Hi-j vertelden dat e de hele dag van 't kassie noar de mure estuurd was en zee dat de boas zölf maar is op pad mos as e 't wachen kon. De aandere dag kwam d'r een vertegenwoordiger van hang- en sluutwark bi-j de boas. Die vreug zo langs zien neuze weg noar de jongste knecht (Frekie), of die gistern een vri-je dag had, want hi-j had 'm zien liggen, an de Oldemeier!"
18
Nou wi-j het toch over een krullenjonge hebt, even het volgende. Een krullenjonge (timmer-mansleerling) mos vake allerlei karweigies opknappen. Zoas de scharpe kaanties van timmer-holt of schaven, met de "zute blokschave", (bestiet echt) want dan wol de varve d'r beter op zitten. Dat holt lag dan op een paar schragen. Ie waren dan urenlaank met 't zölf de wark bezig. Met de schave in de anslag, drok lopend, de scharpe hoe-kies d'r ofhalen. Doar komp de uutdrukking van-doan: "Hi-j löp de kaanties d'r of".
Een zute blokschave hef een zgn. zoetbeitel of keerbeitel (zie afb.) Een blokschave zonder een keerbeitel heet een ruwe blokschave en die is dan ok veur het rouwe wark.
De balkenschere As grappenmakers de kaans kregen stuurden ze een loopjonge veur van alles en nog wat op pad. Een timmerman had de keuze uut de volgende mogelijkheden: Een ons viefdoemers,een pond stikspiekers, de vierkaante gatiesbore, de gummihamer, de balkenschere, 't drumpeltrappie. Een metselaar kon kiezen uut: de betonschave, een zak stootvoegen, luchtbellen veur 't waterpas, carbidnat veur de specie.
Een schilder leut zien leerling lopen veur: de glashamer,'t plintenleddertie, de lokschere, de glasschave, een meter stopvarve, de plafondkrabber, of de ronde glas snieder. En as de tuunman een grap uut wol halen met zien knechie stuurden e hum d'r op uut veur: griezeltieszoad, 't aardbeienleddertie, knipmessieszoad, 't kersenscheertie, 'n schuppe met 'n voetie, de grösuutdunner, of de achteruutknipschere. Een smid had ok wel fantasie want die kon zien jongste knecht op pad sturen veur hoefiezervarve, de gewichtloze veurhamer, vielenvet, hemelhaken, luchthaken, de watermagneet of een emmer braandlucht. Een garageholder was soms bougie-vonken neudig, kleppen veur 'n D.K.W, of een rubber sensor. En personeel van een melkfabriek leut een onnozel jochie een halve dag sjouwen um de papstamper, 'n emmer stoom of een melkbusse compressie. De bakkers waren ok niet van humor ontbloot: Wat mossen die nou met 't krentenhar-kie, 't krentengeweer, de krentenschieter of de eierzeve? Een slager kon verlegen zitten um ooievaarskukenvet of koespek, een drukker um rasterpunties en een stroatenmaker um een bochtentouwgie. Ie mossen ok oppassen as een lollige tante oe noar de winkel stuurden um twee ons zin en ien ons wille, 'n flessie tisternie, 'n klossie geruut goaren, knoopsgaten, een moccazeeffie of een paar linkerschoenen.
Spookschafie. Spoken bestoat niet maar spookschafies wel! Enkeln en dubbeln, van iezer emaakt.
halen met een bijzundere name woar ze nog nooit van eheurd hadden. Zoas een kattekop, een veerploeg, een pleeriezer, een grondschafie, halve latspiekers, 't amarilstientie, een pannenstrieker, een spookschafie, een boorschave, een veurloper, balkankers, een vloerandriever, een doevejager, enzovoorts. Ie zult 't niet geleuven maar dat bint allemoale bestoande veurwarpen! (Inmiddels hef een vierkaante gatenbore ok een stoffelijke vorm ekregen. Hi-j wordt gebruukt bi-j de fabricage van deuren)
....... he'j ok een flessie tisternie? f t Amarilstientie 't Was gien wonder dat loopj onges achterdochtig worden. Ze schreeuwden direct al: "Doar trap ik niet in" as ze een stuk geriedschop op mossen
De doevejager heurt bi-j de profielschafies. ( De Nederlaandse benaming van dit schafte is trouwens "duivelsjager") Doar waren vrogger een heleboel soorten van in gebruuk o.a. de papegaaibek, de Griekse ronde en nog veule meer!
19
Elektronisch "pesten" Zol al die "gekscheerderi-je" tegenwoordig nog in gebruuk ween nou de arbeidstied zo kostbaar is? Wij denkt van niet. Toch mu'j in de umgang met mensen eigenlijk altied op scharp stoan want de grapjassen bint onder oons! En het moderne veur de gek holden hef zien intrede edoane. Hold ze in de gaten as ze een computer in huus hebt! Veur da'j 't weet hebt ze oe te grazen. A'j evroagd wordt: "Wee'j wel dat een computer oe op de foto kan zetten?", denk dan an de lokschere of de
gewichtloze veurhamer! Maar ie trapt d'r in! Ie goat op anwiezing recht veur de computer zitten en noa de eerste klik komp d'r een fototoestel in beeld. Klikklik, foto kloar. Vanof 't scharm kek een dikke varkenskop oe an! Tot de volgende keer.( Wi-j hebt nou gien tied meer want wi-j mut nog 20 krappies loaten maken veur maalzakken!) Warkgroep Dialect
Een foto ..... De redactie kreeg van de werkgroep "Documentatie 1939-1945", onderdeel van de Historische Kring in Dalfsen, onderstaande foto.
G. J. lemhoff
Mussert inspecteert de "wacht" Op het eerste gezicht lijkt het of op deze foto een aantal mannen aan "het soldaatje spelen" is. Rechts staat een groep in uniform. Eén man in uniform paradeert voor een rij personen, die een wat jongensachtige indruk maakt en geen geweer maar een schop presenteert!
20
Als men echter weet wanneer deze foto is genomen, op welke plaats en wie die mannen in uniform zijn en wat die "schop-presenteerders" voorstellen, dan verandert de eerste indruk van deze foto totaal. Dan zien we een momentopname van een trieste
werkelijkheid in de geschiedenis van ons land. Maar er is nog meer te zien op deze foto. De achtergrond geeft een situatie weer, die in schrille tegenstelling staat tot wat daar op de voorgrond gebeurt. Maar laten we u niet langer in het ongewisse laten. De foto is gemaakt op 6 juli 1944 in Hardenberg en afkomstig uit het voormalig archief van de N.S.B.( Nationaal Socialistische Beweging) De man in uniform vooraan links is Anton Mussert, leider van de N.S.B., vergezeld van leden van de N.S.B., eveneens in uniform. De mannen die een schop presenteren maken deel uit van de N.A.D. de Nederlandse Arbeidsdienst. Het blijkt dat één en ander al in de vergetelhied geraakt is. In de 30-er crisisjaren ontstonden in ons land op politiek gebied rechtse en linkse sekteachtige partijen. Bij de eerste kwam vooral de N.S.B, bovendrijven. Ze begroetten elkaar met opgeheven arm en "hou zee". Ze gingen echter niet naar zee, maar vooral naar Duitsland, om daar ideeën voor hun beweging op te doen. Daar was in 1933 de N.S.D.A.P., de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij onder leiding van Hitler aan de macht gekomen. In een record tempo veranderde deze partij de democratie in een volledige dictatuur. Een hoogstaande cultuur en beschaving heeft niet voorkomen of verhinderd dat dit kon gebeuren! Met alle bekende en desastreuse gevolgen! In Duitsland werden na 1933 jonge mannen op een bepaalde leeftijd opgeroepen om eerst een half jaar verplicht zgn. Arbeidsdienst te vervullen. Die Arbeidsdienst betekende in een militaire organisatie o.a. met de schop allerlei werkzaamheden verrichten. Daarna een tweejarige militaire opleiding volgen. Toen in 1939 de oorlog uitbrak, waren er in
affiche "Koenraad"
Duitsland zeer veel jongens die er net die twee en een halfjaar "dienst" op hadden zitten en het daarna meteen in "praktijk" konden brengen. Voorzover ze de oorlog overleefden, bleken ze meer dan acht jaar het militaire uniform gedragen te hebben. De N.S.B, wilde in de bezettingstijd bovengeschetste situatie kopieëren, om te beginnen met het invoeren van een arbeidsdienstplicht. De Duitsers wilden niet verder gaan dan een vrijwillige arbeidsdienst. Ze waren zich er goed van bewust dat een gering percentage van het Nederlandse volk achter die N.S.B, stond en dat een verplichte arbeidsdienst onder leiding van de N.S.B, een averechtse invloed op het Nederlandse volk zou hebben. Mussert en z'n makkers waren daarom genoodzaakt publiekelijk reclame te maken voor hun 21
arbeidsdienst. Dat gebeurde op de volgende wijze met de leus: U moet niet....maar flinke kerels melden zich!!! Koenraad op de affiche stond model voor die "flinke kerel" Daar werd al gauw in heel Nederland flink de draak mee gestoken. Zo in de trant van: U moet niet....maar je kunt de pot op! In 1941 werd in Heemse een kamp van de N.A.D. gevestigd. In 1942 werd de N.A.D. voor toekomstig overheidspersoneel verplicht gesteld en moesten jongens tussen 18 en 22 jaar een jaar in de Arbeidsdienst. Naarmate de oorlog langer duurde kwam in Duitsland groot gebrek aan arbeidskrachten. De bezetter verplichtte toen mannen van 18 jaar en ouder in Duitsland te gaan werken. Om daaraan te ontkomen meldden zich toen ook niet-leden van de N.S.B, vrijwillig bij de Arbeidsdienst. Zoals al is opgemerkt staat de achtergrond van de foto in schrille tegenstelling met wat daar op de voorgrond gebeurt. De foto is nl genomen in de Voorstraat van Hardenberg. Rechtsachter staat de Hervormde pastorie. In de 70-er jaren is dit monumentale, unieke gebouw helaas afgebroken. In 1944 zat de bewoner ds. G.L. Bouman gevangen in het concentratiekamp Dachau. Mevrouw Bouman kreeg in die jaren telkens inkwartiering van Duitse officieren. Toch was ze bereid, personen die door de Duitsers gezocht werden in haar grote huis onderdak te verschaffen en te verbergen. Hoe gespannen de situatie in die pastorie soms was, moge uit het volgende blijken: mevrouw Bouman was in het bezit van een grote bouvier. Toen op zeker moment een Duitse officier binnenkwam viel die hond de officier hevig aan. Deze, erg geschrokken, schreeuwde: "Ist das Ihr Hund? Nachstes Mal töte ich ihn!"
22
Linksachter op de foto is de winkel van Karel Makkinga te zien, daarnaast de Albinowinkel. In het eerste nummer van 1999 van "Rondom den Herdenbergh" beschrijft winkelchef Rigterink op interessante wijze o.a. hoe hij in 1944 zeer schaarse goederen uit handen van de Duitsers wist te houden: Er werd met de grossiers afgesproken om de grote voorraden suiker in de winkels op te slaan en niet te verkopen, om ze daardoor uit de handen van de roofzuchtige bezetter te houden. Zo had Rigterink 1000 kg suiker in depot waar nooit een Duitser achter is gekomen. Naast de Albinowinkel staat het distributiekantoor. In 1944 een zeer belangrijk kantoor voor de bevolking vanwege de distributie van levensmiddelen. Voor de oorlog was in dit pand de manufacturenzaak van de Joodse fa. Frank gevestigd. Rigterink beschrijft ook hoe op een keer een verzetsgroep dit kantoor overvalt en alle bescheiden met stempels en al in koffers laadt en meeneemt. Er is op de foto nog meer te zien. Of juist niet te zien! Er is geen publiek aanwezig. Alleen in de verte zijn nog een paar mensen zichtbaar. Mussert zou op diezelfde dag op het marktplein een rede houden. De omstanders maakten echter zoveel lawaai, dat hij zich niet verstaanbaar kon maken. De leider en zijn kornuiten zijn daarom voor de inspectie van de arbeidsdienst blijkbaar uitgeweken naar de Voorstraat, die op die plaats gemakkelijk "publieksvrij" gehouden kon worden. Dit bijzondere stukje geschiedenis van Hardenberg in bezettingstijd is, dankzij de zeldzame foto die de werkgroep uit Dalfsen opdiepte, weer in onze herinnering gebracht.
"Mens dichter bij worm dan gedacht" Mens dichter bij worm dan gedacht"Een bericht in NRC Handelsblad van maandag 12 februari jl. riep enkele associaties op met een voorstelling van zaken in het 18de eeuw se hofdicht Heemse van Clara Feyoena van Raesfelt - Van Sytzama. In dit artikel wordt hiervan verslag gedaan door
K.Oosterkamp In de tweede zang, de Boschzang, in haar hofdicht beschrijft de dichteres haar bespiegelende wandeling in het Heemserbos. Allerlei bosdieren passeren daar de revue en zo ook de worm in vers 444 - 458. Zij wijst op het grote nut van dit diertje voor de drainage van de bodem: Maar wie zou op het zien van eenen worm vermoeden, Dat God door zijnen dienst het veld met daauw wil voeden, Daar hij de schors doorboord, die 't dorre zand bedekt, Zoo dat, door deezen weg, dat vogt in de aarde trekt. Meteen daarna vergelijkt de dichteres de worm met de mens. Zij benadrukt dan het grote verschil tussen deze twee schepselen: Hoe straalt hier 't onderscheid der schepzlen in mijne ogen! Hoe billijk mag de mensch op beter
toestand bogen, Hij die dees lagen worm oneindig overtreft. Dat er grote verschillen in levensvormen bestonden, was natuurlijk de opmerkzame waarnemer al eeuwenlang niet ontgaan. Men had deze verschillen willen benoemen en ordenen. In onze biologieboeken staat dan ook het dierenrijk netjes en overzichtelijk geordend van laag naar hoog, met helemaal bovenaan uiteraard de mens, de kroon der schepping. De gedachte dat deze hiërarchische ordening, ook wel de keten der wezens genoemd, een weergave was van de door God geschapen en dus gewilde orde, was in de 18de eeuw gemeengoed. De hoge positie die de mens in deze ordening innam, kon gemakkelijk leiden tot hoogmoed en zelfoverschatting. Zeker binnen de godsdienstige opvattingen van onze dichteres zou dit een verwerpelijke gedachte zijn. Ze wijst
Titelvignet van de tweede zang, de Boschzang, uit "Heemse "
23
erop dat de afstand tussen mens en worm weliswaar aanzienlijk is, maar toch in het niet zinkt als we proberen te beseffen hoe oneindig veel groter de afstand is tussen de mens en de hemelse engelen, terwijl dit engelenrijk nog niet eens roert aan de grens van Gods koninkrijk. Maar, eer dit denkbeeld mijn gemoed te veel verheft: O! welk een onderscheid kan mij tot schaamte dringen, Als ik mij vergelijk bij 't heir der hemellingen. Onmeetbare afstand, die nochtans, hoe groot hij zij, De grens niet aanroert van des Scheppers monarchij. In dit perspectief gezien kreeg het krantenbericht van maandag 12 februari jl. waarin melding werd gemaakt van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar de erfelijke code van de mens, een heel bijzondere betekenis. Volgens de onderzoekers heeft de mens maar 30.000 tot 40.000 genen, veel minder dan werd aangenomen. "Bovendien is het veel gemakkelijker om van andere zoogdieren het genoom (de erfelijke code) te bepalen, want de overeenkomsten zijn frappant.
Zelfs met bacteriën, planten en wormen heeft de mens veel genen gemeen. "Uiteraard is het hier niet de plaats om in te gaan op de resultaten van dit onderzoek. Interessant voor deze context is de opmerking in de kop van het artikel: "Mens dichter bij worm dan gedacht". De worm was blijkbaar voor de auteur van het krantenartikel het symbooldier bij uitstek om het grote onderscheid met de mens aan te duiden. Behalve de neutrale betekenis waarmee een bepaalde diersoort wordt aangeduid., heeft worm ook de negatieve gevoelswaarde van laag, nietig, minderwaardig en zwak. Een mens te vergelijken met een worm is dus allesbehalve vleiend voor de eerste. De constatering dat afstand tussen mens en worm minder groot is dan werd gedacht, moet de mens toch tot nadenken stemmen. In elk geval suggereert de kop een oproep tot nederigheid. Clara Feyoena deed nog een beroep op de engelenscharen om de mens tot nederigheid te manen, de moderne en geseculariseerde wetenschapper telt onze genen. Het is opmerkelijk te constateren dat de morele conclusies hetzelfde zijn.
Bijnamen Na de buurtschappen Rheeze, Diffelen, Kloosterhaar en Sibculo geven we de beurt aan Baalder, in de volksmond beter bekend als BOALDER en in Gramsbergen spreekt men over BOOLDER. Met dank aan de samenstellers van het boek Boalder
J. Hofsink
24
Bijna 4000 jaar geleden vestigden zich de eerste bewoners in deze buurtschap. Rondtrekkende nomaden zochten langs de slingerende Vecht in het moerassige land naar de hoogten om daar te gaan wonen. Zo ontstonden o.a. de namen Vilsterborg, Gramsbergen, Hardenberg, Bergentheim en Mariënberg. Ruim 700 jaar geleden kwam men hier de naam Bodeier al tegen en Bodel betekent huis of hof. Dit woord doet denken aan het woord boedel in roerende goederen. Toen in 1937 de hoge essen werden afgegraven om grond beschikbaar te krijgen om dode Vechtarmen te dempen en om De Marsch in De bekende boerderij 'Wijkcentrum Baalder Boerderij De Klinge Hardenberg op te hogen, werden nogal wat eeuwenoude aardewerken en stenen het Overijssels Kanaal voorwerpen, urnen en gereedschappen gevonden. gegraven in ± 1850, de Deze gebruiksvoorwerpen van ± 2000 jaar voor onze aanleg van de spoorlijn jaartelling, zijn terug te vinden in de Oudheidkamer in Zwolle-Emmen in 1905, de Hardenberg en in het Provinciaal Museum in Zwolle. verbreding van de Vecht 100 Baalder heeft altijd een belangrijke plaats ingenomen jaar geleden en de in het trein-, weg- en waterverkeer. Denk aan verharding van de verbindingen met het Noorden door middel van Baalderdijk van Hardenberg naar Gramsbergen. Ook de belangrijke Radewijkerbeek loopt door Baalderveld. In april 1964 nam het gemeentebestuur van Hardenberg het besluit dat het uitbreidingsplan Baalder in onderdelen zou worden voorbereid. Er komen uit de bevolking veel bezwaarschriften binnen doch op 19 juli 1974 wordt, alle bezwaarschriften ten spijt, bij Koninklijk besluit goedkeuring verleend aan het plan Baalder. In hetzelfde jaar gaat de eerste spade de grond in en zo werd de stadsuitbreiding richting Baalder een feit. Uit die periode en de tijd er voor zijn de bijnamen die we dit keer de revue laten passeren, om met de toneelvereniging te spreken: Heisa Baalder. Als we het nevenstaande kaartje met de nummers 1 tot 74 bekijken, komen we tot de ontdekking dat er in de zeventiger jaren toch wel heel veel panden zijn gesloopt
25
Lijst van bewoners 1. -Stoel 2. - Van der Veen / Ter Wielen / De Klinge 3. - Van Laar 4. -G. Hakkers 5. - Hakkers / Waterink / Blankvoort / Sijpelenkamp 6. - Hoekman / Altena / Wevers / Ymhoff / Wevers 6b. Blankvoort 7. -Altena 8. -Veltink 9. - Kamphuis / Kreuze / Kampman / Bosch 10. - Schutte + Spijkers 10b.- Kelder 11. -Hutten 12. - Reints / Nijland / Klifman / Jonker / Reints 13. - Nijeboer / Kromhof 14. - Klokkert / Reints 15. - Waterink / Snijders 16. - Altena / Hultink 17. - Reints / Snijders / Hakkers 18.-Odink/Brink 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
Huisnaam
= De Klinge
= Siepelkaamp
= Stroemm
= Gaitjan van Meister Gais = Kromhof = Kamerlamers = Engbersboer = Reints Marie = Smakkers, later Meister Gais = Meister Frits
- Bril / Brink - Kampherbeek / Timmer / Nijman / Kampherbeek = Kaamp Jan = - Ten Brinke / Dijkman / Goorhuis Gories - Spijkers - Olthoff / Reinders / Hamberg / Hultink / Nijman / Amsink / Van 't Holt - Kampman / Kelder = Blankvoart - Ekkelenkamp / Nijman = De Baas - Reinders / Bruggeman / Koning = De Könninck - Kamphuis / Hutten = Goren - Meulenkamp / Gerrits / Van Laar / Kastein - Lambers / Van Faassen / Roelofs - Hamberg / Van Halderen / Bolmer / Ravenshorst / Luimes / De Klerk / Westerhof = Meestershuis 31.Ekkelenkamp / Van Laar / Hutten 32. - Hamberg / Spijkers / Bekman / De Vries / Snijders / Olsman 33. - De Baalderschool De Kruut 34. - Kruithof / Van Faassen 35. - Hindriks / Geugies 36. - Mulder / Mulder + v. Laar / Lubbers / Geugies 37. - Hamberg / Bosch / Rundervoort = Roelf Kremer 38. - Bekman / Kremer / Hakkers = Smak Gait 39. - Reinders / Hakkers 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 26
-Reinders / Gebr. Schreur / De Kuikenbroederij - Veneman + Eshuis - Altena / Spijkers / Boerrigter / Bennink / lemhoff / Zwijze - Hakkers - Woertel / Boerrigter / Spijkers / Boerrigter - Hutten / Van der Haar - Groote Brookhuis - Haandrikman / Groote Brookhuis -Hakkers - Van der Veen / Snijders - Max Westbroek / Hamberg / Kieve
= Pol Öle = Blaa boer = Siepelkaamp = De Kieve
Het Boalder volkslied 1. Woar de hoge pöppelbeume ritselt met hun zulvren blad. Woar de forse stoatige eeken schaduw warpt op 't wandelpad. Woar de frisse boerderijgies schoei goat tussen 't grune holt. Doar is 't schone land van Boalder } bis kost'lijk oord veur jong en old. 2. Woar bij mooie zommeroavend nachtegaal zien lietie kweelt. Woar dat lieve kleine diertie 't oor der mensen zuuties streelt. Woar een ieder graag noar lustert noar dat nachtegalenlied. Doar is 't schone land van Boalder } bis dat hef ziens gelieke niet. 3. Woar de mooie Vecht zich slingert Langs de es-grond en de wei. Woar een ieder kan genieten in de mooie moand van mei.
Woar de landman ow kan teunen wat zien noeste vliet vermag. Doar is 't olde land van Boalder } bis woar men meestied welvaart zag. 4. Woar ontgunnen woeste gronden priekt er met een riek gewas. En de koene rustig groazen in het jonge malse gras. Woar deur vliet en noeste arbeid heel de heidestrook verdween Doar is 't mooie land van Boalder } bis kost'lijk oord veur iedereen. 5. Woar de nije wegen leiden langs het wuuvend golden graan. En deur malse grune weiden Doar hef iens mien wieg-estoan. Reis ik ok noar verre kusten Woar ik in de wereld goa. Toch zal ik niet eerder rusten } bis veur da 'k weer in Boalder stoa.
In 1830 tijdens de volkstelling bleek dat Baalder 229 inwoners had, verdeeld over 43 gezinnen en alle gezinnen waren van Protestantse Godsdienst. De oudste inwoner was 77 jaar en de jongste inwoner een halfjaar.
De Weversdijk is gelukkig gespaard gebleven
28
De naam Blankvoort, een erfdeel van huize Blankvoort uit Collendoorn. Deze boerderij werd o.a. bewoond door familie Kampman.
De vrijheidsboom mocht blijven staat aan het fietspad dat door Baalder loopt.
Het huis van de familie Hamberg (bijnaam Kieve) nu bewoond door onze wethouder Westbroek.