RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 14 juni 2006 (26.06) (OR. en)
B PU
10526/06
LI
LIMITE
C
JAI 309 ENFOPOL 123 ECOFIN 216 EF 17 RELEX 412 COTER 24 NOTA I/A-PUNT van de Coördinator terrorismebestrijding aan: het COREPER Betreft: Bestrijding van terrorismefinanciering - Halfjaarlijks verslag
Inleiding
1.
De strategie tegen terrorismefinanciering, die door de Europese Raad van 16/17 december is aangenomen1, draagt de coördinator terrorismebestrijding op in samenwerking met de Commissie te zorgen voor een pijleroverstijgende follow-up van deze strategie. Dit houdt onder meer in dat de coördinator iedere zes maanden verslag moet uitbrengen aan het Coreper. Het vorige verslag werd in november 2005 voltooid.2 Het onderhavige verslag, dat in samenwerking met de Commissie is opgesteld, schetst de vorderingen die sedertdien bij het bereiken van de doelstellingen van de strategie zijn gemaakt.
1 2
16089/04 14744/05
10526/06
mak/GRA/rv DG H 2
Conseil UE
1
LIMITE NL
2.
Het tegengaan van terrorismefinanciering wordt in de EU-terrorismebestrijdingsstrategie, die de Europese Raad op 15 december 2005 heeft aangenomen1, als cruciaal aspect van de terrorismebestrijding aangemerkt. Het maakt ook deel uit van het door het Coreper op 13 februari 2006 aangenomen Actieplan inzake terrorismebestrijding.
Wetgeving
3.
In het Actieplan inzake terrorismebestrijding, dat voortbouwt op elementen van de strategie tegen terrorismefinanciering, wordt een aantal prioritaire acties opgesomd. Op wetgevend gebied zijn de werkzaamheden in het voorbije halfjaar onverdroten voortgezet. De Raad heeft op 6 december 2005 een algemene oriëntatie bereikt over de verordening inzake het overmaken van geld. Sedertdien zijn de besprekingen voortgezet in het Europees Parlement, dat naar verwachting in juli advies zal uitbrengen. Gelet op de stand van de besprekingen, zal dit wellicht nauw aansluiten bij de door de Raad goedgekeurde tekst. De kans is dus groot dat deze belangrijke nieuwe wetgeving ter uitvoering van Speciale Aanbeveling VII van de FATF wordt aangenomen. Er is ook vooruitgang geboekt met het voorstel voor een richtlijn inzake betalingsdiensten, waarin onder meer geharmoniseerde vergunnings- of registratievoorschriften voor alternatieve geldtransactiesystemen worden voorgesteld. Daardoor zal de derde richtlijn inzake het witwassen van geld en terrorismefinanciering, die al uitvoering geeft aan speciale aanbeveling VI van het FATF, worden aangevuld. De richtlijn betreffende betaaldiensten wordt momenteel besproken in de Groep financiële attachés met het oog op het bereiken van een politiek akkoord in de Raad tijdens het tweede halfjaar van 2006.
4.
Twee belangrijke wetgevingsinitiatieven zijn in december 2005 aangenomen: de verordening betreffende geldkoeriers (ter uitvoering van speciale aanbeveling IX van de FATF) en de derde witwasrichtlijn. Alles moet nu in het werk worden gesteld opdat deze wetgeving ook echt wordt uitgevoerd. Vooral de derde witwasrichtlijn is een essentieel onderdeel van de strategie ter bestrijding van terrorismefinanciering omdat ze verschillende kernpunten van de negen speciale aanbevelingen van de FATF bestrijkt. De Commissie maakt gebruik van haar comitologiebevoegdheden om de uitvoeringsmodaliteiten vast te stellen. Dit zou zo snel mogelijk rond moeten zijn zodat de lidstaten de uitvoering vlot kunnen afhandelen.
1
14469/4/05
10526/06
mak/GRA/rv DG H 2
2
LIMITE NL
5.
Samenwerking tussen wetshandhavingsdiensten is essentieel om ervoor te zorgen dat gevallen van terrorismefinanciering met spoed onderzocht en vervolgd worden. Jammer genoeg laat de uitvoering van cruciale wetgevingsinstrumenten van de EU te wensen over. Het derde protocol tot wijziging van de Europol-overeenkomst zal het mogelijk maken, samen met de VS, bevroren bankrekeningen te analyseren. Deze overeenkomst die, volgens de wens van de Europese Raad al in december 2004 uitgevoerd had moeten zijn, moet nog door Frankrijk, Italië, Portugal en Ierland worden geïmplementeerd. Het kaderbesluit inzake het witwassen van geld van 2001 (door de Europese Raad vastgestelde uitvoeringstermijn: juni 2004) moet nog door Luxemburg en Malta worden uitgevoerd.1 Het kaderbesluit inzake het bevriezen van voorwerpen (uitvoeringstermijn: december 2004) moet nog door 15 lidstaten worden geïmplementeerd.
Coördinatie
6.
De meeste van de door het actieplan voor terrorismebestrijding vereiste wetgevende maatregelen zijn nu ingevoerd of zullen in de nabije toekomst gereed zijn. Er blijft echter nog veel te doen buiten het wetgevende gebied. In het bijzonder dient meer aandacht te worden besteed aan de praktische aspecten van de strategie zoals de uitwisseling van financiële inlichtingen binnen en tussen regeringen en aan de versterking van financieel rechercheren als instrument voor het opsporen en verstoren van terroristische netwerken.
7.
Over het eerste thema heeft de Commissie een mededeling opgesteld2 waarin een betere nationale coördinatie van de bestrijding van terrorismefinanciering aan de orde wordt gesteld. In deze mededeling, die gebaseerd is op de antwoorden van de nationale regeringen op een toegestuurde vragenlijst, worden een aantal gebied vermeld waarop de nationale coördinatie kan worden verbeterd door ervoor te zorgen dat alle betrokken actoren, inclusief de particuliere sector, nauw samenwerken. Dit is cruciaal omdat de financiering van terrorisme alleen doeltreffend kan worden bestreden als alle nationale instanties en ministeries informatie uitwisselen en als er een actieve uitwisseling met de gereglementeerde sector is. De door de Commissie vermelde beste praktijken omvatten:
1
2
Zie tevens het tweede verslag op grond van artikel 6 van het Kaderbesluit van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (COM (2006) 72 def.). COM (2005) 620 def. van 29.11.2005.
10526/06
mak/GRA/rv DG H 2
3
LIMITE NL
-
een nationaal kader dat alle ministeries en instanties die betrokken zijn bij terrorismefinanciering omvat om ervoor te zorgen dat er vertrouwen en begrip groeit;
-
een speciale eenheid terrorismefinanciering binnen de FIE, waardoor een nauwere coördinatie met terrorismedeskundigen bij wetshandhavingsdiensten en andere instanties wordt bevorderd;
-
een afzonderlijk nationaal orgaan dat expertise inzake financieel rechercheren inbrengt in alle onderzoeken van wetshandhavingsinstanties op het gebied van terrorisme en andere zware criminaliteit om ervoor te zorgen dat de financiële aspecten van criminele activiteiten in alle strafrechtelijke onderzoeken tot op de bodem worden uitgezocht.
8.
Het volstaat niet informatie uit te wisselen, de uitgewisselde informatie moet ook juist en ter zake doend zijn. In het jongste verslag van het "Monitoring team" van het Comité van de VNVeiligheidsraad inzake resolutie 1267 betreffende sancties tegen Al-Qa'ida en de Taliban1 wordt erop gewezen dat financiële instellingen onvoldoende aanwijzingen krijgen in verband met het opsporen van transacties die voor het financieren van terrorisme worden gebruikt. Dit heeft tot gevolg dat veel meldingen van verdachte transacties, die deze instanties aan de nationale financiële inlichtingeneenheid (FIE) doorgeven, weinig of niet dienstig zijn voor terrorismebestrijding. Bovendien ontneemt de lawine van matig bruikbare meldingen van verdachte transacties het zicht op de paar brokjes essentiële informatie en belet zij de FIE's hun werk goed te doen. Zoals werd onderstreept tijdens een van de conferenties over terrorismefinanciering die het voorbije halfjaar hebben plaatsgevonden,2 is het voor de informatie-uitwisseling tussen de nationale autoriteiten en de gereglementeerde sector van wezenlijk belang dat de beide partijen begrijpen wat er nodig is.
9.
De mededeling van de Commissie over de verbetering van de nationale coördinatie is voor het eerst besproken in een Raadsgroep (MDG). Het is te hopen dat de besprekingen uiteindelijk zullen leiden tot een akkoord over inhoudelijke aanbevelingen. Daarna moet gebruik van het mechanisme van wederzijdse beoordeling, dat al met succes is gebruikt voor de nationale coördinatiemaatregelen in het algemeen, worden overwogen om te garanderen dat de beste praktijken in de EU worden verspreid.
1 2
Doc. S/200/154 van 10 maart 2006. Conferentie over de bestrijding van terrorismefinanciering, Den Haag, 16 maart 2006. In de conclusies van de conferentie werd tevens gewezen op het belang van financieel rechercheren, het wegnemen van de belemmeringen voor informatie-uitwisseling tussen en binnen financiële instellingen en van de verbetering van de implementatie van de FATF-aanbevelingen.
10526/06
mak/GRA/rv DG H 2
4
LIMITE NL
10.
Wat de coördinatie tussen de lidstaten betreft, wordt er steeds meer informeel samengewerkt tussen de verantwoordelijke instanties in de lidstaten en via de Egmontgroep van financiëleinlichtingeneenheden (FIE's). De rol en de bevoegdheden van de FIE's worden in de derde richtlijn inzake de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering versterkt. Intussen is vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van FIU.NET, het Europese netwerk dat de FIE's van de lidstaten door middel van een onvertraagd informatiesysteem met elkaar zal verbinden. De financieringsmoeilijkheden op korte termijn zijn met de hulp van Nederland opgelost. Met de Commissie wordt gezocht naar een duurzame oplossing. Alle lidstaten zijn nu aangesloten en er wordt gewerkt aan een aangepaste versie van het systeem met meer functies. Technologie is echter maar één aspect dat een rol speelt bij het verbeteren van de informatieuitwisseling. Politiek leiderschap en een cultuur van spontane samenwerking zijn evenzeer belangrijk. Ongeacht het gehanteerde systeem, zijn dit essentiële voorwaarden.
11.
Om over de grenzen heen te kunnen samenwerken, moeten de betrokken nationale instanties over een aantal minimale bevoegdheden beschikken. Op dit moment lopen de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten op het gebied van de bestrijding van terrorismefinanciering in Europa nog vrij sterk uiteen. Sommige diensten mogen onbeperkt informatie van financiële tussenpersonen verkrijgen. Andere mogen alleen in geval van gegrond vermoeden informatie verkrijgen. Sommige hebben het recht banken om informatie te verzoeken, maar de banken zijn niet verplicht op dat verzoek in te gaan. Sommige diensten mogen alleen als rechercheinstantie in het kader van een strafprocedure bankgegevens inkijken. Sommige diensten beschikken niet over een rechtsgrondslag voor het verkrijgen van financiële gegevens en zijn in hun financieel rechercheren erg beperkt. De diensten moeten derhalve worden aangespoord om hun modus operandi te evalueren om de beste praktijken op het spoor te komen.
10526/06
mak/GRA/rv DG H 2
5
LIMITE NL
Financieel rechercheren
12.
Financieel rechercheren is een steeds belangrijker onderdeel van de bestrijding van terrorismefinanciering. De bedragen die nodig zijn om een terroristische aanslag te organiseren zijn, zoals gebleken is uit de bomaanslagen in Madrid en Londen, vaak gering en gemakkelijk te verkrijgen op een groot aantal voortdurend wisselende manieren. Hoewel het indammen van de geldstromen die naar terroristen gaan een belangrijk doel blijft, moet meer aandacht worden besteed aan het onderzoek en de analyse van financiële patronen om aanslagen in de planningsfase op te sporen en te voorkomen of na een aanslag de financiële sporen te volgen en zo de daders ervan op het spoor te komen en verder aanslagen te voorkomen. De lidstaten moeten zorgen voor passende wetgeving, deskundigheid en middelen voor financieel onderzoek als wetshandhavingstechniek en integraal onderdeel van alle onderzoeken van wetshandhavers of justitiële autoriteiten tegen terrorismeverdachten. CEPOL en EUROPOL zouden kunnen worden verzocht om de nationale politiediensten meer te helpen bij het traceren en het onderzoeken van terrorismefinanciering.
13.
De Commissie heeft in dit verband al belangrijk werk gedaan. Er zijn studiebijeenkomsten gehouden en de Commissie heeft onlangs een conferentie over het bevorderen van financieel rechercheren georganiseerd en voorgezeten, die vooral was gericht op het ontwikkelen van gemeenschappelijke minimumnormen voor de opleidingen in financiële recherche. Zowel de Commissie als de lidstaten hebben ook nog andere werkzaamheden gepland. Het is te hopen dat het project in het veiligheidsprogramma van de EU een belangrijke plaats krijgt zodat voor de periode 2007-2013 voldoende middelen beschikbaar komen. Praktische gebieden zoals dit zullen voor het slagen of mislukken van de strategie inzake terrorismebestrijding van doorslaggevend belang zijn. Zelfs als het om kleine bedragen gaat, kan het opsporen van geldstromen helpen terroristen op te sporen. Zo zijn de autoriteiten er bijvoorbeeld, na de aanslagen in Londen, in geslaagd de daders binnen drie dagen op te sporen mede doordat ze financiële sporen hadden achtergelaten. De snelle reactie van de financiële sector heeft een belangrijke rol gespeeld bij de identificatie van de verdachten. Soms kan inzicht in de betekenis van een bepaalde som geld bijvoorbeeld leiden naar een adres dat gekoppeld is aan terroristen. Een klein en ogenschijnlijk onbeduidend stukje financiële informatie kan soms een essentiële schakel zijn in de onderzoeksketen en toekomstige aanslagen helpen voorkomen.
10526/06
mak/GRA/rv DG H 2
6
LIMITE NL
14.
Een andere categorie van niet-wetgevende werkzaamheden in de strategie ter bestrijding van terrorismefinanciering die nog doeltreffend moet worden aangepakt, betreft de transparantie van non-profitorganisaties; deze organisaties moeten minder kwetsbaar worden gemaakt voor misbruik ten behoeve van de financiering van terrorisme en andere criminele doeleinden. De Raad heeft in december 2005 een aantal beginselen vastgesteld als nuttig richtsnoer voor de lidstaten. De Commissie heeft in november 2005 ook een mededeling ingediend1 die een aanbeveling voor de lidstaten bevat en een kader voor een gedragscode om de transparantie van de non-profitsector te vergroten en het misbruik ervan te voorkomen. De mededeling concludeerde dat nader overleg met de non-profitsector over de toepassing van speciale aanbeveling VIII nodig is, aangezien het engagement van de non-profitorganisaties van cruciaal belang is voor een succesvolle toepassing van de aanbeveling. De Commissie stelt als eerste stap een contactgroep in met vertegenwoordigers van de non-profitsector en de overheid, teneinde een platform voor gezamenlijke dialoog te creëren en bij te dragen tot een consensus over de kwetsbare plekken van non-profitorganisaties en doeltreffende methoden om de risico's te bestrijden. Deze mededeling wordt nog in een Raadsgroep (MDG) besproken. De verdere werkzaamheden zullen tevens worden beïnvloed door de interpretatieve nota van de FATF voor de toepassing van speciale aanbeveling VIII die in februari 2006 is aangenomen.
Bevriezing van vermogensbestanddelen 15.
De verbetering van de doeltreffendheid van de EU-procedures voor de bevriezing van vermogensbestanddelen blijft traag verlopen. De Groep raden buitenlandse betrekkingen heeft in december 2005 overeenstemming bereikt over een herziene nota met beste praktijken voor een doeltreffende implementatie van restrictieve maatregelen, inclusief een nieuw hoofdstuk betreffende de uitvoering van communautaire bevriezingsmaatregelen. Sedertdien is in de formatie sancties van die groep overeenstemming bereikt over bijkomende punten die in de nota met beste praktijken zullen worden opgenomen, namelijk punten betreffende verrekening, procedures voor schrapping van een lijst en aangewezen juridische entiteiten. Voorts is overeengekomen dat de werkzaamheden betreffende het toevoegings- en schrappingsbeleid moeten worden voortgezet. De strategie ter bestrijding van terrorismefinanciering roept op tot nationale maatregelen voor de bevriezing van vermogensbestanddelen, maar op dat punt is nog weinig vooruitgang geboekt. De wederzijdse FATF-evaluaties van de lidstaten vinden momenteel plaats, en tot nog toe is vastgesteld dat drie lidstaten zich slechts ten dele houden aan speciale aanbeveling III betreffende de bevriezing van vermogensbestanddelen. Alle lidstaten moeten worden aangemoedigd om ervoor te zorgen dat hun nationale procedures voor de bevriezing van vermogensbestanddelen toereikend zijn om aan de vereisten van speciale aanbeveling III te voldoen.
1
COM (2005) 620 def. van 29.11.2005.
10526/06
ass/GRA/mg DG H 2
7
LIMITE NL
16.
De bevriezing van vermogensbestanddelen blijft een belangrijk instrument bij de bestrijding van de financiering van terrorisme. Volgens het meest recente verslag van het monitoring team van het comité van Resolutie 1267 hebben nog twee staten meegedeeld dat zij sinds juni 2005 vermogensbestanddelen bevriezen, waardoor het totale bedrag aan vermogensbestanddelen waarop de maatregelen van toepassing zijn bijna 94 miljoen dollar beloopt. Het tempo waarin vermogensbestanddelen worden bevroren, zakt evenwel. Het verslag wijst erop dat de procedure doeltreffender zou zijn indien de regelgevende instanties de relevante instellingen niet langer alleen zouden meedelen welke maatregelen tegen bepaalde personen zijn genomen, maar tevens zouden waarborgen dat de financiële instellingen de rekeningen en transacties doeltreffend controleren. Grote financiële instellingen investeren zwaar in systemen om transacties te controleren, maar kleinere entiteiten hebben hulp en begeleiding nodig bij het ontwikkelen van systemen waarmee zij namen op de lijst kunnen controleren aan de hand van een zoekfunctie die ook op klanken of alternatieve schrijfwijzen zoekt. De opneming op een lijst is slechts het begin van het proces. De maatregel heeft weliswaar een aanmerkelijk politiek effect, vooral wanneer het om groepen gaat, maar het is evenzeer van belang om ervoor te zorgen dat de vermogensbestanddelen van de personen op de lijst daadwerkelijk bevroren worden. De FATF gaat momenteel na hoe de particuliere sector kan worden bijgestaan bij het voldoen aan de verplichtingen inzake de bevriezing van de vermogensbestanddelen van personen die opgenomen zijn op lijsten van terroristen overeenkomstig Resolutie 1267 en Resolutie 1373 van de VN-Veiligheidsraad. De Unie zou de vorderingen op dit gebied eind 2006 kunnen beoordelen.
Internationale aspecten 17.
Wat de VN-context betreft, is het heuglijk dat alle lidstaten het Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme van 1999 nu hebben bekrachtigd. Dit is niet alleen een belangrijk feit op zich, maar het geeft de EU een grotere autoriteit om er bij derde landen op aan te dringen hun verplichtingen in dit verband na te komen. Bijna vijf jaar na de terreuraanslagen van 11 september moet een aantal landen in de wereld nog altijd het Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme bekrachtigen, om van de toepassing ervan nog maar te zwijgen. Slechts iets meer dan de helft van de VN-lidstaten heeft een financiële-inlichtingeneenheid (FIE) ingesteld die aanvaard is als lid van de Egmont-groep. Veel FIE's zijn nog altijd uitsluitend toegespitst op de bestrijding van het witwassen van geld; minder dan twee derde van de FIE's in de wereld heeft het opsporen van financiering van terrorisme als onderdeel van het mandaat. Om de wereldwijde coalitie ter bestrijding van de financiering van het terrorisme te versterken, dienen de diplomatieke inspanningen van de EU en de lidstaten ervan derhalve te worden voortgezet en waar nodig geïntensiveerd.
10526/06
ass/GRA/mg DG H 2
8
LIMITE NL
De coördinatie met de werkzaamheden van de FATF, de regionale instanties naar het model van de FATF, het IMF, de Wereldbank, het directoraat terrorismebestrijding van de VN, het UNODC en andere instanties moet verder worden verbeterd. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de versterking van de bilaterale en multilaterale samenwerking met landen met een op contant geld gebaseerde economie, of landen zonder ontwikkelde financiële sector die werken met informele betalingssystemen. De ultieme nachtmerrie is dat massavernietigingswapens in handen van terroristen vallen. Resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad roept alle landen op om de verspreiding van chemische, biologische, radiologische en nucleaire wapens tegen te gaan, onder meer door de verspreiders en hun aanhangers de toegang tot het financiële stelsel te weigeren. De VNlidstaten moeten derhalve gerichte financiële sancties opleggen aan degenen die zich aan verspreiding schuldig maken. 18.
Op het gebied van de externe betrekkingen zet de EU haar dialoog met de belangrijkste partners voort, onder meer met de VS. Een regelmatige dialoog met de VS over de financiering van het terrorisme was een van de afspraken in de verklaring van de EU en de VS over terrorismebestrijding die in juni 2004 in Dromoland Castle is aangenomen. Er is veel gedaan om die afspraak na te komen. Er zijn regelmatig EU-VS-COTER-trojka's inzake de financiering van terrorisme gehouden, en de jongste vergadering in mei 2006 is uitgemond in een reeks voorstellen van beide zijden voor praktische samenwerking op gebieden van gemeenschappelijk belang, zoals de uitwisseling van beste praktijken inzake financieel onderzoek. Tegelijk is een reeks workshops inzake financiële sancties georganiseerd, waarbij werd nagegaan op welke manier beide partijen de toepassing van sancties doeltreffender kunnen maken. Bij de jongste workshop in Wenen op 1 en 2 juni 2006 werden voor het eerst vertegenwoordigers van de particuliere sector betrokken, teneinde de samenwerking tussen de regeringen en de gereglementeerde sector op het gebied van de bevriezing van vermogensbestanddelen te verbeteren.
19.
Voortbouwend op de vorderingen die waren gemaakt bij twee voorgaande studiebijeenkomsten met de landen van de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC) onder het Nederlands en het Luxemburgs voorzitterschap, is een derde gezamenlijke studiebijeenkomst gehouden met de GCC, waarop onder meer waarnemers van landen die een belangrijke rol spelen in terrorismebestrijding, zoals de VS en Japan, en betrokken internationale instellingen, zoals het IMF en de FATF, aanwezig waren. De studiebijeenkomst werd bijgewoond door deskundigen van beide partijen, die ervaringen en beste praktijken over een reeks aspecten uitwisselden, onder meer over internationale samenwerking van FIE's en misbruik van de non-profitsector door terroristen. Een deskundigenbijeenkomst in het kader van de gezamenlijke samenwerkingsraad EU-Israël bood een forum voor een vruchtbare gedachtewisseling en een mogelijke aanzet tot verdere praktische stappen.
10526/06
ass/GRA/mg DG H 2
9
LIMITE NL
Het aspect terrorismefinanciering is opgenomen in alle programma's voor technische bijstand aan prioritaire landen en omvat thema's zoals het opleiden van politiemensen en magistraten voor het onderzoek naar terrorismefinanciering en opleiding van FIE-personeel. Voorts heeft de Commissie internationaal projecten gefinancierd om landen bij te staan bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1373 van de VN-Veiligheidsraad op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Zo is een project in de Filipijnen dat gericht is op de versterking van de institutionele capaciteit van de centrale bank en de financïele-inlichtingeneenheid van de Filipijnen, en op de versterking van de samenwerking tussen de betrokken instellingen. In het kader van het programma zullen in een periode van drie jaar 450 personeelsleden van deze instellingen worden opgeleid. Strategische evaluatie 20.
Er zijn 18 maanden verlopen sinds de strategie inzake de bestrijding van de financiering van terrorisme is aangenomen. De methoden voor de financiering van het terrorisme veranderen voortdurend, net als ons inzicht in de aard van de dreiging. We moeten ervoor zorgen dat de strategie relevant blijft. Aanbeveling 41 van de strategie vraagt om een onafhankelijk onderzoek te verrichten naar de inspanningen van de EU om de financiering van het terrorisme aan te pakken en met name de naleving van de negen speciale aanbevelingen van de FATF door de lidstaten en de EU. De Commissie heeft thans een aanvang gemaakt met dat onderzoek, en de resultaten worden verwacht in het tweede halfjaar van 2006. Het onderzoek zal een belangrijk instrument zijn voor de beoordeling van de doeltreffendheid van de strategie tot nu toe, en zal duidelijk maken op welke gebieden verbetering of actualisering nodig is.
21.
Wanneer de resultaten van het onderzoek bij de Commissie zijn ingediend, kan worden overwogen om de strategie bij te werken en indien nodig te herzien, op basis van gezamenlijke voorstellen van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Commissie. Daarbij kan tevens de instelling worden overwogen van een gespecialiseerde, pijleroverschrijdende werkgroep van de Raad die de opstelling en toepassing van de herziene strategie moet aansturen, aangezien geen enkele bestaande werkgroep inzake alle aspecten van de strategie deskundig of bevoegd is. Een dergelijke groep zou een strak omlijnd mandaat moeten hebben en nauwe contacten moeten onderhouden met andere groepen die zich al met dit onderwerp bezighouden.
10526/06
ass/GRA/mg DG H 2
10
LIMITE NL
BIJLAGE VN-lidstaten die het Internationaal Verdrag van de VN ter bestrijding van de financiering van terrorisme nog moeten bekrachtigen
1. 2. 3.
Andorra Angola Burundi
4. 5.
Centraal-Afrikaanse Republiek Tsjaad
6. 7.
Congo Noord-Korea
8. 9.
Dominicaanse Republiek Eritrea
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
Ethiopië Fiji Gambia Guinee-Bissau Guyana Haïti Indonesië Iran Irak Koeweit Laos Libanon Maleisië Myanmar Namibië Nepal Oman Pakistan Qatar Saint Lucia
10526/06
ass/GRA/mg DG H 2
11
LIMITE NL
30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.
Saudi-Arabië Salomonseilanden Somalië Suriname Oost-Timor Trinidad enTobago Tuvalu Jemen Zambia
39.
Zimbabwe
_____________________
10526/06
ass/GRA/mg DG H 2
12
LIMITE NL