RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 9 februari 2006 (17.02) (OR. en)
B PU
6199/06
LI
LIMITE
C
INF 33
NOTA van: aan: Betreft:
het voorzitterschap/het secretariaat-generaal van de Raad de Groep voorlichting Evaluatieverslag over de activiteiten van de lidstaten tijdens de bezinningsperiode - vragenlijst
De Europese Raad heeft tijdens zijn bijeenkomst van 15-16 december 2005 nota genomen van het door het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk gezamenlijk opgestelde tussentijds verslag over de nationale debatten over de toekomst van Europa (15576/1/05 REV1 + 15576/2/05 REV 2 (de), die op dit ogenblik conform de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders tijdens de Europese Raad van juni 2005 in alle lidstaten worden gevoerd1.
De Europese Raad kwam overeen de kwestie in de eerste helft van 2006, onder het Oostenrijkse voorzitterschap, opnieuw te bespreken op basis van de voorbereidende werkzaamheden in de Raad ("Algemene Zaken en Externe Betrekkingen").
De Commissie van haar kant heeft op 13 oktober 2005 een mededeling ingediend (14775/05 COM(2005) 494 def.) over haar Plan D ("Plan D voor Democratie, Dialoog en Debat").
1
"Van deze periode van bezinning zal gebruik worden gemaakt om een breed debat in elk van onze landen mogelijk te maken, waarbij de burgers, de civiele samenleving, de sociale partners, de nationale parlementen en de politieke partijen zullen worden betrokken. Dit mobiliserend debat, dat reeds in vrij veel lidstaten aan de gang is, moet worden geïntensiveerd en uitgebreid. Ook de Europese Instellingen zullen daaraan moeten bijdragen en in dit verband heeft de Commissie een speciale rol te vervullen."
6199/06
adw/LEP/jg DG F
Conseil UE
1
NL
Dit plan, dat de Commissie beschouwt als een bijdrage "voor de periode van bezinning en daarna", is op 17 januari 2006 apart besproken in de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV) in Straatsburg.
Aldaar overeengekomen is dat iedere instelling haar activiteiten dient te evalueren. Ter voorbereiding van het evaluatieverslag van de Raad over de initiatieven van de lidstaten tijdens de periode van bezinning, wordt de delegaties verzocht de bijgevoegde vragenlijst uiterlijk op 12 april 2006 te beantwoorden.
De bijdragen van de lidstaten zullen door het secretariaat van de Raad worden samengevat in een gegevensoverzicht dat van nut kan zijn voor een latere politieke evaluatie van alle nationale debatten.
De vragen en de voorgestelde kernideeën hebben niet betrekking op bepaalde lidstaten in het bijzonder, maar zijn bedoeld om uit concrete ervaringen en feitenmateriaal algemene tendensen en gemeenschappelijke benaderingen af te leiden.
De antwoorden op deze vragenlijst en eventuele richtsnoeren zullen ook gebruikt worden voor de reflectie over het "Witboek inzake een Europees communicatiebeleid" (5992/06 - COM(2006)35 def.) dat de Commissie op 2 februari 2006 heeft aangenomen.
_______________
6199/06
adw/LEP/jg DG F
2
NL
BIJLAGE
Vragenlijst 1.
Categorieën projecten
De lidstaten hebben in het kader van de nationale debatten sterk uiteenlopende activiteiten ondernomen, die niettemin op grond van de door de lidstaten verstrekte informatie als volgt kunnen worden ingedeeld: Rechtstreeks contact met de burger • Openbare debatten/rondetafelgesprekken, op centraal, regionaal en lokaal niveau, met politieke leiders, prominenten, vertegenwoordigers van de instellingen van de EU (in het bijzonder leden van de Commissie en leden van het Europees Parlement) • Reizende tentoonstellingen, "Eurobus" Politieke evenementen • Parlementaire debatten • Redevoeringen van politieke leiders • Bezoeken aan de lidstaten door de voorzitter en door leden van de Commissie Radio en televisie • Televisiedebatten • Televisieboodschappen • Radio-uitzendingen Geschreven pers • Artikelen van politieke gezagdragers/vertegenwoordigers, waaronder artikelen die door publieke figuren uit verschillende lidstaten gezamenlijk worden ondertekend
Activiteiten in scholen • Handboeken • Informatie voor leraren • Wedstrijden voor schoolkinderen
6199/06 BIJLAGE
adw/LEP/jg DG F
3
NL
Journalistenopleiding • Steun voor scholen voor journalistiek om de opleiding op het gebied van Europese vraagstukken en uitdagingen te verbeteren • Cursussen/sessies in het kader van de opleiding van journalisten • Organisatie van bezoeken van journalisten aan communautaire instellingen Internet • Websites • Virtuele fora • Internetplatforms Publicaties • Themabrochures, documentatie • Nieuwsbulletins • Postkaarten waarmee het publiek publicaties kan bestellen en vragen kan stellen. Callcenters • Telefonische hulpdiensten voor Europese vraagstukken, al dan niet in coördinatie met "Europe Direct"
Specifieke activiteiten voor jongeren • Jongerenparlement • Jongerenforum
In de regel wordt de civiele samenleving (met name cultuur-, sport- en religieuze organisaties) ten volle bij deze activiteiten betrokken.
In het algemeen zijn ook grote inspanningen geleverd om lokale autoriteiten en sociale partners te raadplegen.
In een aantal lidstaten spelen callcenters en het netwerk "Europe Direct" een belangrijke rol, in het bijzonder bij het uitbreiden van projecten naar het regionale en het lokale niveau.
6199/06 BIJLAGE
adw/LEP/jg DG F
4
NL
Vragen Welke activiteiten uit dit overzicht worden door de burgers het best ontvangen en zijn het meest geschikt voor het beoogde doel? Zijn er andere soorten projecten die het overwegen waard zijn? Is het zinvol op Europees niveau informatie-/communicatie-activiteiten tussen twee of meer lidstaten te organiseren? Zo ja, van welke aard? 2.
Besproken onderwerpen
De door de lidstaten als prioritair aangemerkte onderwerpen zijn van erg uiteenlopende aard. Eén van de vraagstukken die het vaakst worden vermeld, is de rol van elke lidstaat met betrekking tot de Europese integratie en de mogelijke voordelen daarvan. Andere als prioritair aangemerkte onderwerpen bestrijken een zeer breed scala, van beleidsopties in het kader van de Unie tot de externe uitdagingen. In verschillende lidstaten worden debatten georganiseerd over de volgende vraagstukken: •
het Europees sociaal model
•
Europa en de mondialisering
•
de omvang en het tempo van de uitbreiding (grenzen van de EU).
Andere onderwerpen die door de lidstaten in nationale debatten onder de aandacht worden gebracht, zijn de kansen voor jongeren, gemeenschappelijke waarden, immigratie, het Europees burgerschap en andere gebieden waarop de EU de burgers in hun dagelijks leven een onmiddellijke meerwaarde te bieden heeft. Nog een belangrijk thema zijn de betrekkingen tussen Europa en de burger, en een grotere participatie van het publiek in de debatten over de toekomst van Europa. Voor landen die tot de EMU willen (wilden) toetreden blijft de euro een belangrijk vraagstuk.
6199/06 BIJLAGE
adw/LEP/jg DG F
5
NL
Vragen Wat zijn de onderwerpen met betrekking tot de Europese integratie die de burgers bij voorkeur willen bespreken? Moeten de debatten over Europese vraagstukken open zijn, of toegespitst op van tevoren bepaalde onderwerpen? Is het zinvol voor nationale debatten een basislijst van gemeenschappelijke onderwerpen op te stellen? 3.
Kernboodschappen
Sommige lidstaten hebben kernboodschappen opgesteld, die onder meer handelen over de essentiële rol van de EU met betrekking tot vrede, welvaart en de plaats van een land in de wereld, of de reële invloed van de EU op werkgelegenheid en groei, het milieu, en de strijd tegen criminaliteit, drugs en terrorisme. Andere kernboodschappen betreffen de nieuwe kansen als gevolg van de uitbreiding en het vermogen van de EU om de uitdagingen van de mondialisering aan te gaan. In de nieuwe lidstaten wordt de aandacht gevestigd op het nut van de structuurfondsen, en op de mogelijkheden die de euro te bieden heeft. In sommige lidstaten luidt de slogan: "het vertrouwen in Europa herstellen". In een groot aantal lidstaten zijn de nationale debatten niet toegespitst op bepaalde kernboodschappen. Vragen Welke boodschappen over de EU worden door het publiek het gunstigst ontvangen en welke kunnen beter niet aan de orde worden gesteld? Zijn kernboodschappen een goede optie voor de lopende nationale debatten, of niet? Is het wenselijk voor bepaalde lidstaten gemeenschappelijke kernboodschappen te ontwikkelen?
6199/06 BIJLAGE
adw/LEP/jg DG F
6
NL
4.
Doelgroepen
De nationale debatten zijn meestal gericht op alle lagen van de bevolking. Sommige lidstaten doen wel bijzondere inspanningen om aan de behoeften en verwachtingen van de volgende groepen te voldoen: •
Jongeren
•
Vrouwen
•
Actieve bevolking
•
Mensen met een handicap
•
Ouderen
Vragen Was het zinvol de debatten op bepaalde doelgroepen te richten? Zo ja, op welke? 5.
Verwachtingen van de burger
Sommige lidstaten hebben aan de hand van vragenlijsten proberen te achterhalen hoe de bevolking over de EU denkt, en wat zij ervan verwacht. Andere hebben opiniepeilingen gehouden. Lidstaten die de kritiek in kaart hebben gebracht, melden de volgende klachten: -
prijsstijgingen als gevolg van de euro
-
het tempo van de uitbreiding
-
buitensporige administratieve rompslomp in de EU.
Vragen Wat is de beste methode om inzicht te krijgen in de verwachtingen en het ongenoegen van de burgers? Welke verwachtingen en frustraties leven het sterkst bij de bevolking?
6199/06 BIJLAGE
adw/LEP/jg DG F
7
NL
6.
Internet
Alle lidstaten hebben internetinstrumenten gecreëerd of het (de) bestaande instrument(en) aangepast, maar toch bestaat de indruk dat dit kanaal niet optimaal wordt benut.
Overigens is er voor 17 maart 2006 een vergadering van de Groep voorlichting met nationale deskundigen gepland, die zich specifiek zal buigen over het gebruik van het internet door voorlichtingsdiensten van de overheid die de burger over de EU moeten informeren.
Vragen
Wat is uw ervaring met de bespreking en behandeling van EU-vraagstukken op interactieve internetfora, zoals chatrooms en internetplatforms?
Wat zijn de vuistregels voor communicatie via het internet? Wat zijn de valkuilen?
Welke maatregelen (op het gebied van techniek en opzet) kunnen worden genomen om communicatie via het internet aan te moedigen en te verbeteren, en op die manier meer mensen te bereiken?
Met welke organisaties/instellingen werkt uw regering samen wanneer EU-vraagstukken via het internet worden aangekaart? Gelieve precieze gegevens te verstrekken en uw ervaring toe te lichten.
7.
Lering
Sommige lidstaten beklemtonen dat een samenhangende algemene communicatiestrategie moet worden aangenomen.
Andere achten het met het oog op een vruchtbaar debat nuttig vooraf basisinformatie te verstrekken.
Opgemerkt werd voorts dat bestaande communicatiemiddelen efficiënter moeten worden gebruikt.
6199/06 BIJLAGE
adw/LEP/jg DG F
8
NL
Leerinstrumenten en specifieke bewustmakingscampagnes voor bepaalde doelgroepen - bijvoorbeeld jonge studenten - worden noodzakelijk geacht.
Vragen
Wat zijn de belangrijkste lessen die uit de nationale debatten over de EU kunnen worden getrokken?
Welke fouten moeten worden vermeden en hoe moet het verder?
8.
Samenwerking met de EU-instellingen
Sommige lidstaten hebben hun activiteiten georganiseerd in samenwerking met de vertegenwoordigingen van de Commissie en het Parlement.
Andere hebben dit niet gedaan.
Vragen
Wat was, praktisch gezien, de rol en het belang van de samenwerking met EU-instelllingen bij het organiseren van voorlichtingsactiviteiten over de EU?
Hoe kan het Europees communicatiebeleid een gunstige invloed hebben op de nationale debatten, en op voorlichtingsactiviteiten over de EU in het algemeen? Wat waren de belangrijkste verwachtingen van de lidstaten in dat verband?
Is het mogelijk en wenselijk synergie tot stand te brengen tussen de activiteiten die op nationaal niveau worden georganiseerd, en de activiteiten die de Europese instellingen voor ogen staan?
_______________
6199/06 BIJLAGE
adw/LEP/jg DG F
9
NL