RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 23 september 2005 (29.09) (OR. en)
B PU
12122/1/05 REV 1
Interinstitutioneel dossier: 2005/0003 (CNS)
LI
LIMITE
NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft:
C
CRIMORG 89
het voorzitterschap de Multidisciplinaire Groep georganiseerde criminaliteit 6582/05 CRIMORG 16 10181/05 CRIMORG 57 Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit
Deel 1: Inleiding
1. Het voorzitterschap heeft deze nota opgesteld om tegemoet te komen aan een aantal bezwaren die tijdens de onderhandelingen over dit kaderbesluit zijn geuit tegen de werkingssfeer van het besluit en de aard van de verplichtingen die zijn ingesteld met betrekking tot strafbare feiten.
2. Doel van het hierna toegelichte en in de bijlage opgenomen voorstel is het verwezenlijken van de doelstelling van het instrument, namelijk het behoud van de dynamiek die met het Gemeenschappelijk Optreden van 1998 is gecreëerd met het oog op een verbetering van de justitiële samenwerking. Dit zou moeten gebeuren door een verdere onderlinge harmonisatie ten aanzien van de strafbare feiten, en wel door een wijziging van de aanpak die voor de huidige tekst is gevolgd. Het is derhalve de bedoeling de meerwaarde van het instrument te vergroten door ervoor te zorgen dat het doeltreffend kan fungeren als een harmonisatiemaatregel, zulks in het kader van een doeltreffende respons van de EU op de georganiseerde misdaad.
12122/1/05 REV 1
ons/BAR/rb DG H 2B
Conseil UE
1
NL
3. Met het voorstel wordt beoogd dit doel te verwezenlijken met behulp van een alternatief kader waarin wordt erkend dat de georganiseerde criminaliteit vele vormen aanneemt. Het concept "criminele organisatie" past vaak niet in de werkelijkheid van de onderzoeken en vervolgingen in de verschillende landen van de EU. Moderne tendensen in de misdaad lijken erop te wijzen dat personen die grote winsten willen behalen uit de zware misdaad, de koppen bij elkaar steken en afspraken maken die zeer vaag zijn en waarop de strafrechtelijke bewijsnorm niet gemakkelijk is toe te passen. Tevens wordt in het voorstel erkend dat ervoor moet worden gezorgd dat de verplichtingen verenigbaar zijn met de diversiteit in de strafrechtelijke stelsels, de methoden van vervolging en onderzoek en de juridische culturen van de EU. 4. In de bestaande tekst wordt een definitie gegeven van het soort gedragingen dat in nationale regelgeving dient te worden gevat op basis van de aard van de deelname aan georganiseerde criminaliteit, het aantal betrokken personen en het ten doel gestelde financieel of ander vermogensvoordeel. Het voorstel wil hierop voortbouwen door
•
een specifiekere definitie van de werkingssfeer te geven, met meer aandacht voor het soort strafbare feiten waar het om gaat (artikel 1), en
•
door enige beperkte en doelgerichte flexibiliteit te bieden inzake het soort strafbare feiten dat nationaal moet bestaan teneinde de doeltreffendheid van onderzoek naar en vervolging van feiten in de context van de georganiseerde criminaliteit te vergroten (artikel 2).
Deel 2: Engere definitie van de werkingssfeer - artikel 1 1. De huidige omschrijving van de werkingssfeer, met alleen een verwijzing naar een maximum van ten minste vier jaar, stuit op bezwaren van een aantal lidstaten. In de tekst van artikel 1 in bijlage dezes wordt getracht specifieker die strafbare feiten te vermelden die typerend zijn voor georganiseerde criminaliteit. Hiertoe is, naast de criteria van de maximumstraf en het financieel voordeel, een gewijzigde versie opgenomen van de lijst van strafbare feiten in artikel 2, lid 2, van het Kaderbesluit van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen lidstaten. Niet alle punten van die lijst zijn overgenomen. 2. Deelname aan een criminele organisatie, terrorisme en strafbare feiten die onder de jurisdictie van het Internationaal Strafhof vallen, hoeven niet te worden opgenomen. Hoewel al wordt aangegeven dat alleen die strafbare feiten relevant zijn die worden gepleegd ter verkrijging van
12122/1/05 REV 1
ons/BAR/rb DG H 2B
2
NL
financieel of ander vermogensvoordeel, is het voorzitterschap van oordeel dat verkrachting niet op de lijst hoort juist omdat het geen feit is dat bij uitstek wordt gepleegd met het oog op voordeel in een context van georganiseerde criminaliteit. Wij menen dat er reden is voor soortgelijke twijfel over racisme en vreemdelingenhaat, die tussen haken staan met het oog op een debat. Volgens ons horen moord en doodslag en zwaar lichamelijk letsel op de lijst omdat het feiten zijn die worden gepleegd voor gewin, hoewel zij in een context van georganiseerde criminaliteit typische "bijproducten" zijn. Het voorstel bevat een nieuw lid 3 op grond waarvan de Raad unaniem kan besluiten de lijst uit te breiden. Deel 3: Flexibiliteit ten aanzien van strafbare feiten - artikel 2 1. Artikel 2 is zodanig opgesteld dat het in de aanhef een definitie geeft van de gedragingen die de lidstaten strafbaar moeten stellen. In het artikel wordt gepoogd een beschrijving te geven van alle handelingen van hoofd- en bijrolspelers die bij criminele activiteiten betrokken zijn en worden voorbeelden gegeven van het soort ondergeschikte deelname dat binnen de werkingssfeer van het kaderbesluit moet worden gebracht. In dat opzicht is het voorstel niet meer dan een herschikking van de oorspronkelijke tekst en brengt het geen significante wijzigingen aan. 2. Vervolgens biedt het artikel de lidstaten twee keuzemogelijkheden ten aanzien van de strafbare feiten die zij als zodanig erkennen en die voldoen aan de criteria in artikel 1 en de aanhef van artikel 2. In sommige lidstaten kan het, vanwege hun juridische geschiedenis, cultuur en ervaring, meer aangewezen zijn in de beschrijving van een gedraging als strafbaar feit de nadruk te leggen op het lidmaatschap van of de deelname aan een criminele organisatie zoals gedefinieerd in artikel 1. In dat geval heeft het vereiste mentale element of de mens rea betrekking op de kennis die betrokkene heeft van de activiteiten, het oogmerk en de doelstellingen van een specifieke organisatie. 3. In andere lidstaten daarentegen zijn strafbare feiten in verband met een criminele organisatie zoals gedefinieerd in artikel 1 onverenigbaar met de nationale juridische cultuur en ervaring op het gebied van de bestrijding van de georganiseerde misdaad. Derhalve biedt artikel 2 van het voorstel een tweede keuzemogelijkheid. Deze mogelijkheid gaat veel verder dan de mogelijkheid van samenzwering in de huidige tekst. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun recht voorziet in strafbare feiten die specifiek gericht zijn op georganiseerde criminaliteit zoals gedefinieerd volgens de criteria in artikel 1 en de aanhef van artikel 2, doch bij de beschrijving van deze strafbare feiten kan de nadruk worden gelegd op de aard van het delict veeleer dan op de aard van de betrekkingen tussen de betrokken personen; het gaat dus om feiten die rechtstreeks betrekking hebben op georganiseerde criminaliteit maar niet specifiek op deelname aan een criminele organisatie.
12122/1/05 REV 1
ons/BAR/rb DG H 2B
3
NL
4. Hiermee wordt beoogd ervoor te zorgen dat alle gedragingen die neerkomen op deelname aan, bijdragen tot of helpen bij het verwezenlijken van de doelstellingen van een aantal personen die gezamenlijk handelen om de strafbare feiten van artikel 1 te plegen, onder het strafrecht vallen zonder dat moet worden bewezen dat de personen in kwestie de details kenden van het strafbaar feit waartoe hun gedrag heeft bijgedragen of waarbij hun gedrag heeft geholpen, op voorwaarde dat zij weten dat hun gedragingen over het algemeen bijdragen tot de criminele doelstellingen van de ondernemingen. Met een "criminele onderneming" wordt bedoeld een gezamenlijk optreden door meer dan twee personen dat erop gericht is een criminele doelstelling te verwezenlijken.
_______________
12122/1/05 REV 1
ons/BAR/rb DG H 2B
4
NL
BIJLAGE Artikel 1 Definities In de zin van dit kaderbesluit wordt onder "criminele organisatie" verstaan een gestructureerde vereniging die gedurende een bepaalde periode bestaat en samengesteld is uit meer dan twee personen die in onderling overleg optreden om de hierna volgende feiten te plegen: -
mensenhandel
-
seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie
-
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen
-
illegale handel in wapens, munitie en explosieven
-
corruptie
-
fraude (met inbegrip van fraude waardoor de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen worden geschaad in de zin van de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen)
-
witwassen van opbrengsten van misdrijven
-
valsemunterij, met inbegrip van namaak van de euro
-
cybercriminaliteit
-
milieumisdrijven, met inbegrip van de illegale handel in bedreigde planten- en boomsoorten
-
hulp aan illegale binnenkomst en illegaal verblijf
-
moord en doodslag, zware mishandeling
-
illegale handel in menselijke organen en weefsels
-
ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving en gijzeling
-
[racisme en vreemdelingenhaat]
-
georganiseerde of gewapende diefstal
-
oplichting
-
racketeering en afpersing
-
namaak van producten en productpiraterij
12122/1/05 REV 1 BIJLAGE
ons/BAR/rb DG H 2B
5
NL
-
vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten
-
vervalsing van betaalmiddelen
-
illegale handel in hormonale stoffen en andere groeibevorderaars
-
illegale handel in nucleaire en radioactieve stoffen
-
illegale handel in voertuigen
-
brandstichting
-
kaping van vliegtuigen/schepen
-
sabotage
zoals omschreven in het nationale recht en in dat recht bij die wet strafbaar gesteld met een vrijheidsstraf of met een maatregel welke vrijheidsbeneming meebrengt met een maximum van ten minste vier jaar, met als doel om rechtstreeks of onrechtstreeks financieel of ander vermogensvoordeel te verwerven. 2. Met "gestructureerde vereniging" wordt gedoeld op een vereniging die niet toevallig tot stand is gekomen met het oog op een onverwijld te plegen strafbaar feit en waarbij niet noodzakelijkerwijs sprake is van formeel afgebakende taken van de leden, noch van continuïteit in de samenstelling of een ontwikkelde structuur. 3. De Raad kan te allen tijde, met eenparigheid van stemmen en na raadpleging van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 39, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), besluiten andere categorieën van strafbare feiten aan de lijst van lid 1 toe te voegen. [De Raad overweegt in het licht van het door de Commissie overeenkomstig artikel .... voorgelegde verslag of de lijst moet worden uitgebreid of gewijzigd.] Artikel 2 Strafbare feiten met betrekking tot de deelneming aan georganiseerde criminaliteit of aan een criminele organisatie Iedere lidstaat neemt de nodige maatregelen om de opzettelijke gedragingen van enig persoon die leiding geeft of deelneemt aan, dan wel gelegenheid biedt tot of helpt bij het plegen van de feiten als vermeld en gekwalificeerd/gedefinieerd in artikel 1, met inbegrip van het verstrekken van informatie, financiële middelen of andere materiële middelen en het aanwerven van anderen voor het uitvoeren van dergelijke gedragingen, aan te merken als hetzij 12122/1/05 REV 1 BIJLAGE
ons/BAR/rb DG H 2B
6
NL
a)
[een] specifiek[e] strafbaar [strafbare] feit[en] bestaande uit [leiding geven en] deelnemen aan een criminele organisatie wanneer de gedragingen neerkomen op actieve deelname in zo'n organisatie en plaatsvinden met kennis van het oogmerk en van de algemene activiteit van de criminele organisatie of van het voornemen van de organisatie om de in artikel 1 bedoelde strafbare feiten te plegen, in de wetenschap dat deze deelneming bijdraagt aan de criminele activiteiten van de organisatie, hetzij
b)
een ander specifiek strafbaar feit of andere specifieke strafbare feiten wanneer de gedragingen deel uitmaken van, bijdragen tot of helpen bij een criminele onderneming waarbij meer dan twee personen zijn betrokken die in onderling overleg handelen, in de wetenschap dat de gedragingen in kwestie bijdragen aan de verwezenlijking van een crimineel doel of oogmerk van degenen die bij de criminele onderneming zijn betrokken.
_______________
12122/1/05 REV 1 BIJLAGE
ons/BAR/rb DG H 2B
7
NL