Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
B PU
15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS)
LI
LIMITE
C
AGRILEG 171
INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 15 november 2007 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 21/2004 wat betreft de datum van invoering van de elektronische identificatie van schapen en geiten
Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2007) 710 definitief
Bijlage: COM(2007) 710 definitief
15314/07
rv DG B I
Conseil UE
LIMITE
NL
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 15.11.2007 COM(2007) 710 definitief 2007/0244 (CNS)
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 21/2004 wat betreft de datum van invoering van de elektronische identificatie van schapen en geiten
(door de Commissie ingediend)
NL
NL
TOELICHTING Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004 moet de Commissie de bij de uitvoering van verscheidene projecten met betrekking tot de toepassing van elektronischeidentificatieregelingen in de lidstaten opgedane ervaring onderzoeken en een verslag bij de Raad indienen. Dit verslag moet vergezeld gaan van een voorstel waarover de Raad besluit om de datum van 1 januari 2008 voor de verplichte invoering van de elektronische identificatie te bevestigen of te wijzigen. In het verslag van de Commissie staat dat een brede discussie onder belanghebbenden, met name over het economische effect van de invoering van de elektronische identificatie, moet plaatsvinden voordat een definitieve datum voor het verplichte gebruik van de elektronische identificatie wordt vastgesteld. Verordening (EG) nr. 21/2004 moet daarom worden gewijzigd om de procedures vast te stellen voor de bepaling van de datum waarop de elektronische identificatie van schapen en geiten verplicht wordt.
NL
2
NL
2007/0244 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 21/2004 wat betreft de datum van invoering van de elektronische identificatie van schapen en geiten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, Gezien het voorstel van de Commissie1, Gezien het advies van het Europees Parlement2, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité3, Overwegende hetgeen volgt: (1)
In Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten4 wordt bepaald dat elke lidstaat overeenkomstig die verordening een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten moet vaststellen.
(2)
Artikel 9, lid 3, bepaalt dat de elektronische identificatie voor alle onder die verordening vallende dieren met ingang van 1 januari 2008 verplicht wordt.
(3)
Bovendien bepaalt artikel 9, lid 4, van die verordening dat de Commissie vóór 30 juni 2006 bij de Raad een verslag moet indienen over de toepassing van de elektronischeidentificatieregeling, vergezeld van passende voorstellen, waarover de Raad moet besluiten om de datum van invoering van het verplichte gebruik van die regeling te bevestigen of te wijzigen.
(4)
In het verslag van de Commissie staat dat een brede discussie onder belanghebbenden, met name over het economische effect van de invoering van de elektronische identificatie, moet plaatsvinden voordat een definitieve datum voor het verplichte gebruik van die regeling wordt vastgesteld. Bijgevolg is meer tijd nodig om de belanghebbenden te raadplegen en met hun opmerkingen rekening te houden.
1
PB L xx van xx.xx.xxxx, blz. xx. PB L xx van xx.xx.xxxx, blz. xx. PB L xx van xx.xx.xxxx, blz. xx. PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
2 3 4
NL
3
NL
(5)
Een aantal lidstaten heeft de voor de invoering van de elektronische identificatie benodigde technologie reeds ontwikkeld en significante ervaring met de toepassing daarvan opgedaan. Zij mogen niet worden verhinderd om deze technologie op nationaal vlak in te voeren, als zij dit nodig achten. Hun ervaring op dit gebied zal de Commissie en de andere lidstaten verdere nuttige informatie verschaffen over de technische implicaties van de elektronische identificatie en over het effect daarvan, waarmee rekening moet worden gehouden bij de vaststelling van de datum waarop het gebruik daarvan op communautair niveau verplicht wordt.
(6)
Verordening (EG) nr. 21/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EG) nr. 21/2004 wordt als volgt gewijzigd: 1)
In artikel 9, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door: "3.
2)
Met ingang van een overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, bedoelde procedure vast te stellen datum is de elektronische identificatie volgens de in lid 1 van dit artikel bedoelde richtsnoeren en overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van deel A van de bijlage voor alle na die datum geboren dieren verplicht. Die datum: a)
wordt vastgesteld op grond van een beoordeling van de technische implicaties, de kosten en het algemene effect van het gebruik van de elektronische identificatie;
b)
moet worden vastgesteld uiterlijk 12 maanden vóór de datum waarop het gebruik van de elektronische identificatie verplicht wordt."
Artikel 9, lid 4, wordt vervangen door: "4.
De lidstaten mogen het verplichte gebruik van de elektronische identificatie voor op hun grondgebied geboren dieren invoeren vóór de vast te stellen datum, als bedoeld in lid 3." Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
NL
4
NL
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
NL
5
NL