RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 14 maart 2003 (OR. en)
B PU
7276/03
LI
LIMITE
C
AGRILEG 49 ENV 150
WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Beschikking van de Raad betreffende de niet-opneming van aldicarb in bijlage I Betreft: bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten
7276/03
CS/rv DG B II
Conseil UE
NL
BESCHIKKING VAN DE RAAD van
betreffende de niet-opneming van aldicarb in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen 1, en met name op artikel 8, lid 2, derde en vierde alinea,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen 2, en met name op artikel 7, lid 3 bis, onder b), Gezien het voorstel van de Commissie 3 3,
1
2
3
PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/5/EG van de Commissie (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 7). PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000 (PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27). PB C
7276/03
CS/rv DG B II
1
NL
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
In artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG is bepaald dat de Commissie een werkprogramma moet uitvoeren inzake het onderzoek van de in gewasbeschermingsmiddelen gebruikte werkzame stoffen die op 25 juli 1993 reeds op de markt waren. Bij Verordening (EEG) nr. 3600/92 zijn de bepalingen voor de uitvoering van dit programma vastgesteld.
(2)
Bij Verordening (EG) nr. 933/94 van de Commissie van 27 april 1994 houdende vaststelling van de werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen en aanwijzing van de als rapporteur optredende lidstaten voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3600/92 1, zijn de werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 moeten worden beoordeeld, aangewezen, alsmede de respectieve lidstaten die elk voor de beoordeling van een van de werkzame stoffen als rapporteur moeten optreden, en de producenten van die werkzame stoffen die binnen de gestelde termijn een kennisgeving hebben ingediend.
(3)
Aldicarb is een van de 89 in Verordening (EG) nr. 933/94 aangewezen werkzame stoffen.
(4)
Het Verenigd Koninkrijk, de als rapporteur aangewezen lidstaat, heeft op 30 april 1996 overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3600/92 zijn verslag over de evaluatie van de door de kennisgevers overeenkomstig artikel 6, lid 1, van die verordening verstrekte gegevens, bij de Commissie ingediend.
1
PB L 107 van 28.4.1994, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2230/95 (PB L 225 van 22.9.1995, blz. 1).
7276/03
CS/rv DG B II
2
NL
(5)
De Commissie heeft, na ontvangst van het verslag van de als rapporteur optredende lidstaat, deskundigen van de lidstaten en de belangrijkste kennisgever (Rhône-Poulenc, thans Bayer CropScience) geraadpleegd, zoals bepaald in artikel 7, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3600/92.
(6)
Het door het Verenigd Koninkrijk opgestelde beoordelingsverslag is door de lidstaten en de Commissie verder onderzocht in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Gebleken is dat de ingediende informatie niet volstond om vast te kunnen stellen of mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stof bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen. Het dossier en het resultaat van het onderzoek zijn ook aan het Wetenschappelijk Comité voor planten voorgelegd. Het Comité is gevraagd zich uit te spreken over de ecotoxicologische risicobeoordeling, met inbegrip van het risico voor kleine vogels. Het Comité merkte op dat de risicobeoordeling inzake de blootstelling van kleine vogels aan korrels in belangrijke mate steunt op de aanname dat meer dan 99% van de korrels in de grond wordt opgenomen. Dit zou onder ideale omstandigheden misschien kunnen worden bereikt, maar het Comité was van mening dat een dergelijke hoge mate van opneming bij normaal gebruik in de landbouw niet constant kan worden bereikt, en adviseerde derhalve dat een hernieuwd onderzoek nodig was. Ten aanzien van andere nietdoelsoorten kan het Comité op basis van de beschikbare gegevens niet beoordelen of het gebruik van aldicarb moet worden voortgezet in afwachting van de verzameling, indiening en beoordeling van nadere gegevens. De Commissie heeft de kennisgever derhalve verzocht ten aanzien van een beperkt aantal representatieve vormen van gebruik het dossier uiterlijk 31 december 2001 te vervolledigen. Na ontvangst van de aanvullende informatie is het onderzoek op 18 oktober 2002 afgerond met een evaluatieverslag van de Commissie inzake aldicarb overeenkomstig artikel 7, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 3600/92.
7276/03
CS/rv DG B II
3
NL
(7)
De op basis van de verstrekte gegevens gemaakte evaluaties hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat aldicarb bevattende gewasbeschermingsmiddelen onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen, met name ten aanzien van het mogelijke effect op niet-doelsoorten. Deze beschikking is gerechtvaardigd, omdat aldicarb in zijn huidige korrelvorm met name voor kleine vogels een groot risico inhoudt. De door de kennisgever ingediende gegevens voor de voorgestelde representatieve vormen van gebruik tonen aan dat de korrels na behandeling op de grond blijven liggen. Het kan niet worden uitgesloten dat kleine vogels dodelijke hoeveelheden korrels opnemen. De kennisgever heeft een probabilistische risicobeoordeling opgesteld en de als rapporteur optredende lidstaat die deze heeft beoordeeld, is tot de conclusie gekomen dat er geen effecten op de nationale populaties zouden zijn, maar dat plaatselijk wel sprake zou kunnen zijn van een zeker effect. Er moet rekening mee worden gehouden dat nog geen geconsolideerde criteria voor de interpretatie van dergelijke probabilistische risicobeoordelingen zijn afgesproken, en dat het met het oog op de mogelijke risico’s niet passend zou zijn de besluitvorming nog verder uit te stellen totdat wel overeenstemming is bereikt over dergelijke criteria. Bovendien is uit het onderzoek gebleken dat er een risico voor aardwormen bestaat, en de beschikbare informatie uit veldstudies is nog onvoldoende om deze bezorgdheid volledig weg te nemen.
(8)
Aldicarb mag derhalve niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.
(9)
De nodige maatregelen moeten worden genomen om erop toe te zien dat de bestaande toelatingen voor aldicarb bevattende gewasbeschermingsmiddelen binnen een voorgeschreven termijn worden ingetrokken en zeker niet worden verlengd en dat geen nieuwe toelatingen worden afgegeven.
7276/03
CS/rv DG B II
4
NL
(10) Uit de informatie waarover de Raad beschikt, blijkt dat het, bij gebreke van doeltreffende alternatieven voor bepaalde beperkte toepassingen in enkele lidstaten, nodig is het gebruik van de actieve stof langer toe te staan, zodat er alternatieven ontwikkeld kunnen worden. In de huidige omstandigheden is het derhalve gerechtvaardigd om onder strikte voorwaarden ter vermindering van het risico (bijv. toezichtprogramma's) een langere periode te hanteren voor de intrekking van de bestaande toelatingen voor de beperkte toepassingen die als essentieel beschouwd worden en waarvoor nog geen doeltreffende alternatieven bestaan om schadelijke organismen te bestrijden.
(11) De looptijd van eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden aldicarb bevattende gewasbeschermingsmiddelen moet een korte periode zijn zodat de bestaande voorraden nog gedurende ten hoogste één groeiseizoen mogen worden gebruikt.
(12) Deze beschikking loopt niet vooruit op eventuele latere acties van de Commissie met betrekking tot deze werkzame stof in het kader van Richtlijn 79/117/EEG van de Raad van 21 december 1978 houdende verbod van het op de markt brengen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen bevattende bepaalde actieve stoffen 1.
(13) Aangezien het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid geen gunstig advies heeft uitgebracht, kon de Commissie de voorgenomen bepalingen niet volgens de procedure van artikel 19 van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad vaststellen,
1
PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.
7276/03
CS/rv DG B II
5
NL
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aldicarb wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.
Artikel 2
De lidstaten zorgen ervoor dat:
1)
toelatingen van aldicarb bevattende gewasbeschermingsmiddelen uiterlijk ….. * worden ingetrokken;
2)
met ingang van …** geen aldicarb bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden toegelaten en geen toelatingen voor dergelijke gewasbeschermingsmiddelen meer worden verlengd op grond van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde afwijkingsbepalingen;
3)
De in kolom A van bijlage I genoemde lidstaat mag in verband met de in kolom B genoemde toepassingen tot en met 30 juni 2007 toelatingen voor aldicarb bevattende gewasbeschermingsmiddelen verstrekken, mits hij
a)
ervoor zorgt dat dergelijke gewasbeschermingsmiddelen die op de markt blijven, een nieuw etiket krijgen zodat ze aan de voorwaarden voor beperkt gebruik voldoen,
* **
Zes maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking. De datum van vaststelling van deze beschikking.
7276/03
CS/rv DG B II
6
NL
b)
de nodige maatregelen oplegt om alle risico's zoveel mogelijk te beperken en de gezondheid van mens en dier en het milieu te beschermen, en
c)
ervoor zorgt dat er serieus naar alternatieve producten of methoden gezocht wordt, met name door middel van actieplannen.
De betrokken lidstaat stelt de Commissie uiterlijk 31 december 2004 in kennis van de toepassing van dit punt, met name van de maatregelen die overeenkomstig de punten a) tot en met c) getroffen zijn, en verstrekt jaarlijks ramingen van de hoeveelheden aldicarb die gebruikt zijn voor essentiële toepassingen in overeenstemming met dit artikel.
Artikel 3
Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen moeten zo kort mogelijk zijn en
a)
voor de toepassingen waarvoor de toelating op ….. * moet worden ingetrokken, uiterlijk ….. ** aflopen,
b)
voor de toepassingen waarvoor de toelating uiterlijk 30 juni 2007 moet worden ingetrokken, uiterlijk 31 december 2007 aflopen.
* **
Zes maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking. Achttien maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking.
7276/03
CS/rv DG B II
7
NL
Artikel 4
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
_______________________
7276/03
CS/rv DG B II
8
NL
BIJLAGE Lijst van toelatingen bedoeld in artikel 2, punt 3
Kolom A
Kolom B
lidstaat
Toepassing
BELGIE
BIETEN
FRANKRIJK
INDUSTRIËLE BIETEN SIERGEWASSEN WIJNBOUW AARDAPPELEN TABAK SIERGEWASSEN (alleen jonge aanplant) BLOEMENTEELT (inclusief bloembollen) SUIKERBIETEN SPRUITEN AARDAPPELEN (zaad en zetmeel) SUIKERBIETEN AARDAPPELEN TABAK JONGE AANPLANT CITRUSVRUCHTEN, BANANEN BLOEMENTEELT WIJNGAARDEN KATOEN CITRUSVRUCHTEN (jonge aanplant) BANANEN (vlak na de oogst) teeltmateriaal voor bosbouw AARDAPPELEN WORTELEN (inclusief pastinaken) UIEN SIERGEWASSEN SUIKERBIETEN
GRIEKENLAND
NEDERLAND
ITALIE
PORTUGAL
SPANJE
VERENIGD KONINKRIJK
____________________
7276/03 BIJLAGE
CS/rv DG B II
1
NL