Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen
Jaarverslag
ALGEMENE INFORMATIE BEHEERDER SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Croeselaan 1 Postbus 8444 3503 RK Utrecht website: www.snsbeleggingsfondsenbeheer.nl
BEWAARDER Stichting Bewaarder Zwitserleven Beleggingsfondsen Utrechtseweg 31 d 3811 NA Amersfoort
ACCOUNTANT KPMG Accountants N.V. Rijnzathe 14 3454 PV De Meern
BANKIER EN BETAALKANTOOR KAS BANK N.V. Nieuwe Zijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
DEPOTBANK KAS BANK N.V. Nieuwe Zijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
ADMINISTRATEUR SNS Asset Management N.V. Croeselaan 1 Postbus 8444 3503 RK Utrecht
FISCAAL ADVISEUR SNS REAAL N.V. Afdeling Fiscale Zaken Postbus 8444 3503 RK Utrecht
JURIDISCH ADVISEUR SNS REAAL N.V. Afdeling Juridische Zaken Postbus 8444 3503 RK Utrecht
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2
Inhoud 1 Profiel
4
1.1 Inleiding
5
1.2
Onze beleggingsfilosofie in het kort
5
1.3
Maatschappelijk bewust vermogensbeheer
5
1.4 Risicomanagement
6
1.5
Juridische structuur
6
1.6
Fund Governance
7
1.7
Verklaring omtrent de bedrijfsvoering
7
1.8
Verslaglegging en overige informatie
7
2 Algemeen
10
2.1
Bericht van de Raad van Toezicht
11
2.2
Verslag van de beheerder 2.2.1 Kerncijfers 2.2.2 Beheerontwikkelingen in de verslagperiode 2.2.3 Marktontwikkelingen en vooruitzichten 2.2.4 Maatschappelijk bewust vermogensbeheer
12 12 13 13 15
2.3
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
21
2.4
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
23
2.5
Zwitserleven Medium Duration Fonds
25
2.6
Zwitserleven Long Duration Fonds
27
2.7
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
29
3 Jaarcijfers 2013 Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen 3.1 Toelichting 3.1.1 Balans 3.1.2 Winst- en verliesrekening 3.1.3 Overige toelichtingen 4 Jaarrekening 2013 Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen
31 33 40 42 45 46
4.1
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
47
4.2
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
53
4.3
Zwitserleven Medium Duration Fonds
63
4.4
Zwitserleven Long Duration Fonds
70
4.5
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
77
5 Overige gegevens
84
5.1
Belangen Directie en Raad van Toezicht
85
5.2
Statutaire winstbestemmingsregeling
85
5.3
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
86
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
3
1 PROFIEL
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
4
1.1
INLEIDING
Beleggen in Zwitserleven Beleggingsfondsen levert veel voordelen op. Naast gespreid beleggen, op een eenvoudige en overzichtelijke manier, profiteert de belegger van de expertise van de fondsbeheerder. Wij bieden een selectie van goed renderende beleggingen met een gematigd risicoprofiel en lage kosten. Maatschappelijk bewust vermogensbeheer is ons uitgangspunt. In deze profielschets leest u hoe wij werken, hoe we het vermogensbeheer hebben ingericht en met welke partijen wij samenwerken om ervoor te zorgen dat uw belegging in goede handen is. 1.2
ONZE BELEGGINGSFILOSOFIE IN HET KORT
Het grootste deel van onze beleggingsfondsen wordt actief beheerd, op basis van een gematigd risicoprofiel en door ‘best in class’ vermogensbeheerders. Daarnaast zijn er fondsen met (gedeeltelijk) een passieve beheerstijl. Zowel bij de actief als passief beheerde fondsen is sprake van maatschappelijk bewust vermogensbeheer, lage kosten en transparantie.
MAATSCHAPPELIJK BEWUST VERMOGENSBEHEER Wij vinden het voor onze klanten van groot belang om maatschappelijk bewust te beleggen. Wij houden ons daarom aan ESG-criteria. ESG staat voor Environment, Social en Governance, die gebaseerd zijn op onze Fundamentele Beleggingsbeginselen. Deze beginselen zijn verankerd in ons beleggingsproces. Traditionele financiële en niet-financiële criteria worden samen gewogen om tot een goed renderende portefeuille te komen. Tegelijk letten we nadrukkelijk op duurzame beleidsaspecten op het gebied van milieu, sociaal verantwoord ondernemen en goed ondernemingsbestuur. Hiervoor werken we samen met twee partijen, het ESG-researchteam van SNS Asset Management (SNS AM) en het Zweedse GES Investment Services (GES). Vrijwel alle Zwitserleven Beleggingsfondsen beleggen uitsluitend in ondernemingen en (overheids)instellingen die voldoen aan onze beleggingsbeginselen voor maatschappelijk bewust vermogensbeheer.
BEST IN CLASS VERMOGENSBEHEERDERS De ons toevertrouwde gelden worden op een professionele en verantwoorde manier beheerd. Daarvoor is specialistische beleggingsexpertise noodzakelijk. Het kiezen van de beste vermogensbeheerders is dan ook een belangrijk onderdeel van ons beleggingsbeleid. Wij werken nauw samen met SNS AM, de vermogensbeheerder van SNS REAAL en voortrekker op het gebied van verantwoord vermogensbeheer. Voor specifieke beleggingen selecteren wij indien nodig een externe vermogensbeheerder. Wij zijn verantwoordelijk voor die keuze en voor de bewaking ervan. De geselecteerde partij krijgt een set kwantitatieve maatstaven en spelregels mee om daarbinnen een zo goed mogelijk resultaat te behalen. Tabel 1 (pagina 9) geeft een overzicht van de Zwitserleven Beleggingsfondsen, de beleggingsstrategie en de vermogensbeheerder. Tabel 2 (pagina 9) bevat de namen van de fondsmanager(s) die verantwoordelijk zijn voor het beleggingsbeleid.
ACTIEF BEHEER MET GEMATIGD RISICOPROFIEL SNS Beleggingsfondsen Beheer (SBB) gelooft dat actief beheer in combinatie met lage kosten voor beleggers waarde kan toevoegen. Door gedegen onderzoek en analyse zoeken we naar een optimale risico-rendementsafweging. Ons beleid is gericht op stabiele resultaten voor onze klanten. Daarbij willen we beter presteren dan de benchmarks en andere, vergelijkbare fondsen. Voor elk beleggingsfonds is het beleggingsbeleid helder geformuleerd, inclusief restricties, richtlijnen en (risico)limieten. Onze fondsmanagers volgen en ‘monitoren’ dit continu. Het risicoprofiel van de Zwitserleven Beleggingsfondsen is gematigd; onze fondsen zijn gericht op het behalen van rendement op langere termijn. Voor beleggers in actief beheerde fondsen kan het fondsrendement achterblijven bij de benchmark (index). Beleggers die dit risico willen vermijden en accepteren dat zij dan ook niet langer kans maken op een hoger rendement dan de benchmark, kunnen kiezen voor passief beheerde fondsen. 1.3
MAATSCHAPPELIJK BEWUST VERMOGENSBEHEER
Ons maatschappelijk bewust vermogensbeheer is gebaseerd op drie pijlers: Fundamentele Beleggingsbeginselen (uitmondend in uitsluitingscriteria), dialoog tussen vermogensbeheerder en de onderneming (‘engagement’), en uitoefening van stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. De Fundamentele Beleggingsbeginselen vormen de basis van het ESG-beleid. Deze beginselen zijn geen subjectieve voorkeuren, maar komen voort uit internationale verdragen, richtlijnen en codes. Doel van het beleid is dat niet wordt belegd in ondernemingen of (overheids) instellingen die onze beleggingsbeginselen voor maatschappelijk bewust vermogensbeheer schenden.
UITSLUITINGSCRITERIA Voorafgaand aan de portefeuillesamenstelling worden ondernemingen en (overheids)instellingen die deel uitmaken van de benchmark beoordeeld op de Fundamentele Beleggingsbeginselen. De uitvoering van het uitsluitingenbeleid is, met uitzondering van Zwitserleven Vastgoedfonds, uitbesteed aan SNS AM. Een team van analisten voert de beoordeling uit en rapporteert hierover aan een selectiecomité. JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
5
Dit comité besluit welke instellingen van belegging zijn uitgesloten, respectievelijk welke ondernemingen in aanmerking komen voor engagement.
ENGAGEMENT Wanneer er twijfel bestaat of een onderneming wel verantwoord onderneemt, wordt een engagementproces gestart. De vermogensbeheerder gaat hierbij actief in gesprek met het management van de onderneming over waar en hoe de duurzaamheidprestatie kan worden verbeterd. Binnen engagement onderscheiden wij twee vormen: responsief en proactief engagement. Bij responsief engagement wordt de dialoog aangegaan met ondernemingen die op één of meer Fundamentele Beleggingsbeginselen slecht scoren en het risico lopen van belegging te worden uitgesloten, maar waarbij op korte termijn verbetering mogelijk is. Doel is dat het ESG-beleid en de ESG-prestaties voldoen aan onze beleggingsbeginselen. Ondernemingen die geen of onvoldoende vooruitgang laten zien, kunnen van belegging worden uitgesloten. Proactief engagement richt zich op de natuurlijke hulpbronnenindustrie met de focus op ondernemingen in de volgende sectoren: nnolie & gas; nnmijnbouw; nnpapier & bosbouw; nnvoeding, drank & tabak en nutsbedrijven. Met deze ondernemingen wordt, zonder concrete aanleiding, besproken hoe zij het beleid en de prestaties op ESG-gebied kunnen versterken. De namen van bedrijven waarmee een actieve dialoog wordt gevoerd, maken wij niet bekend. In lijn met onze engagementstrategie kiezen wij voor een positieve benadering door te investeren in een goede relatie, uiteraard met als doel om aanpassingen in het ESG-beleid te zien.
UITOEFENING STEMRECHT OP AANDEELHOUDERSVERGADERINGEN Op aandeelhoudersvergaderingen stemmen wij nadrukkelijk op duurzame beleidsaspecten. Ons stembeleid is gebaseerd op onze Fundamentele Beleggingsbeginselen en op erkende internationale ‘best practice’ richtlijnen voor corporate governance en verantwoord beleggen. De uitvoering van het stembeleid is uitbesteed aan SNS AM. Zij maakt daarbij gebruik van de diensten van een externe adviseur die is gespecialiseerd in het beoordelen van de corporate governance van ondernemingen. 1.4
RISICOMANAGEMENT
SBB bewaakt voortdurend dat de beleggingsfondsen en de beleggingsportefeuilles blijven voldoen aan de randvoorwaarden zoals die in het prospectus zijn vastgelegd, aan de wettelijke kaders en aan de interne uitvoeringsrichtlijnen. Deze richtlijnen betreffen onder meer de mate van spreiding van de portefeuille, de kredietwaardigheid van debiteuren, de kwaliteit van marktpartijen waarmee zaken worden gedaan en de liquiditeit van de beleggingen. In het directieverslag wordt in de paragraaf ‘Marktontwikkelingen en vooruitzichten’ inzicht gegeven in het risicomanagementbeleid en het gebruik van financiële instrumenten ten aanzien van het koersrisico, het renterisico, het kredietrisico en het valutarisico. 1.5
JURIDISCHE STRUCTUUR
In de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen zijn gelden uit beleggingsverzekeringen ondergebracht. Zwitserleven is een handelsnaam van SRLEV N.V. SRLEV N.V. (hierna: ‘Zwitserleven’), is een gekwalificeerde belegger die participant is in de beleggingsfondsen. Op 31 december 2013 waren Zwitserleven en KAS BANK N.V. de enige participanten. De Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen vallen onder het vrijwillig toezichtregime van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen heeft een zogenaamde paraplustructuur. Dit houdt in dat het fondsvermogen verdeeld wordt in verschillende series participaties (gezamenlijk de ‘subfondsen’ of ‘fondsen’ en elk afzonderlijk een ’subfonds’ of ‘fonds’). Voor de paraplustructuur is gekozen omdat dit leidt tot schaalvergroting als gevolg waarvan efficiencyvoordelen kunnen worden behaald. Bovendien kunnen nieuwe fondsen op betrekkelijk eenvoudige wijze worden geïntroduceerd en in een bestaande structuur worden ondergebracht. Hierdoor kan sneller en efficiënter op veranderende marktsituaties worden ingespeeld. Beleggingsbeleid, risicoprofiel en kostenstructuur kunnen per subfonds verschillen. Voorafgaand aan de introductie van een subfonds stellen de beheerder en bewaarder van de beleggingsfondsen, met inbreng van Zwitserleven, de subfondsspecificaties vast. Vanaf de introductie van een subfonds gelden de subfondsspecificaties zoals opgenomen in het betreffende aanvullende prospectus. Het prospectus van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen inclusief de Voorwaarden van Beheer en Bewaring en de specificaties van de subfondsen zijn kosteloos op te vragen bij de beheerder of op de internetpagina www.zwitserleven.nl in te zien. Diagram Juridische Structuur Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
Zwitserleven Medium Duration Fonds
Zwitserleven Long Duration Fonds
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
6
Per 31 december 2013 bestaan de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen uit Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds, Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds, Zwitserleven Medium Long Duration Fonds, Zwitserleven Long Duration Fonds en Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds.
DOELSTELLING Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen zijn bedoeld voor institutionele relaties. De beleggingsfondsen hebben tot doel het per subfonds afzonderlijk beleggen van vermogen in effecten, afgeleide producten en andere vermogenswaarden, ten behoeve van de participanten.
BELEGGING IN DE BELEGGINGSFONDSEN Het aan elk subfonds toe te rekenen vermogen wordt afzonderlijk belegd in de specifieke beleggingsportefeuille van het betreffende subfonds. Naast de algemene beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid heeft elk subfonds een eigen beleggingsbeleid en risicoprofiel. De subfondsen onderscheiden zich primair door het in de aanvullende prospectussen geformuleerde beleggingsbeleid. Voor elk subfonds wordt een aparte administratie gevoerd, zodat alle aan een subfonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per subfonds worden verantwoord en geadministreerd op een daartoe per subfonds aangehouden rekening. Zowel de positieve als de negatieve waardeveranderingen in de beleggingsportefeuille van een subfonds komen ten gunste respectievelijk ten laste van de participanten in het betreffende subfonds. 1.6
FUND GOVERNANCE
Als beheerder hanteert SBB de gedragscode Fund Governance. Deze gedragscode is gebaseerd op de door de Dutch Fund and Asset Management Association (DUFAS) geformuleerde Principles of Fund Governance, die tot doel hebben waarborgen te scheppen voor een integere bedrijfsvoering en een zorgvuldige dienstverlening conform de Wet op het financieel toezicht (Wft). De gedragscode van DUFAS is afgestemd met het Ministerie van Financiën en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De gedragscode Fund Governance van SBB kunt u downloaden op www.snsbeleggingsfondsenbeheer.nl U kunt ook een exemplaar aanvragen bij de beheerder. 1.7
VERKLARING OMTRENT DE BEDRIJFSVOERING
Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). Wij hebben gedurende de verslagperiode verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als beheerder te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering zoals bedoeld in artikel 121 Bgfo, die voldoet aan de eisen van het Bgfo. Ook hebben wij geconstateerd dat de bedrijfsvoering effectief en overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende de verslagperiode effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. 1.8
VERSLAGLEGGING EN OVERIGE INFORMATIE
JAARVERSLAG EN HALFJAARBERICHT Binnen vier maanden na afloop van elk boekjaar verschijnt het jaarverslag van Zwitserleven Beleggingsfondsen. Binnen negen weken na afloop van het eerste halfjaar van elk boekjaar wordt een halfjaarbericht gepubliceerd.
INFORMATIE OVER DE SUBFONDSEN Informatie per subfonds is vermeld in het prospectus en eventueel addendum behorend bij het prospectus, in de jaarverslagen en halfjaarberichten en in de Essentiële Beleggersinformatie (EBi). Deze documenten liggen ter inzage ten kantore van de beheerder en zijn te downloaden van de website www.zwitserleven.nl/fondsen. Participanten worden geadviseerd hiervan kennis te nemen.
SNS BELEGGINGSFONDSEN BEHEER B.V. SBB is statutair gevestigd en houdt kantoor in Utrecht. SBB is een 100% deelneming van SNS REAAL N.V. te Utrecht. De aandelen SNS REAAL N.V. zijn na de nationalisatie volledig in het bezit gekomen van de Nederlandse Staat. SBB voert directie over en is beheerder van SNS Beleggingsfondsen N.V., Zwitserleven Beleggingsfondsen Zwitserleven Mix Beleggingsfondsen en Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Per 1 januari 2013 is SBB ook de beheerder van de institutionele beleggingsfondsen die tot ultimo 2012 door SNS Asset Management N.V. werden beheerd. Het gaat om zes fondsen; SNS Responsible Index Fund - Equity Europe, SNS Responsible Index Fund Equity Europe‑A, SNS Responsible Index Fund - Equity North America, SNS Responsible Index Fund - Equity North America-A, SNS Responsible Index Fund - Equity North America-B en SNS Responsible Index Fund - Equity Pacific. Deze fondsen zijn onder beheer van SBB gekomen vooruitlopend op aanpassing van wet- en regelgeving (‘Alternative Investment Fund Managers Directive’, kortweg AIFMD), waardoor een vergunning voor het beheer van deze fondsen vereist zal zijn. Daarnaast bestaat de wens tot centralisering van expertise op het gebied JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
7
van het beheer van beleggingsfondsen binnen SNS REAAL N.V. Ultimo 2013 was de omvang van het door SBB beheerde vermogen € 12,6 miljard (ultimo 2012: € 10,2 miljard).
WET- EN REGELGEVING AIFMD Op 22 juli 2013 is AIFMD geïmplementeerd in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Nederlandse beleggingsinstellingen kwalificeren vanaf 22 juli 2013 in beginsel als alternatieve beleggingsinstelling (‘abi’) of als instelling voor collectieve belegging in effecten (‘icbe’). Hierbij geldt voor abi-beheerders, zoals SBB, een overgangsregime tot (uiterlijk) 22 juli 2014. Tijdens het overgangsregime gelden de vereisten van de Wft zoals die van kracht waren op 21 juli 2013. Met ingang van 22 juli 2014 zal de huidige Wft-vergunning van SBB van rechtswege overgaan in een AIFMD-vergunning. Vanaf deze datum dient SBB als abi-beheerder te voldoen aan alle vereisten die gelden voor een abi-beheerder.
Het adres waar de vennootschap kantoor houdt is: SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. Croeselaan 1 3521 BJ Utrecht
Het postadres is: Postbus 8444 3503 RK Utrecht Telefoon: 030-291 55 44 E-mailadres:
[email protected] Website: snsbeleggingsfondsenbeheer.nl
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
8
Tabel 1: Beleggingsfonds, strategie en vermogensbeheerder BELEGGINGSFONDS
STRATEGIE
VERMOGENSBEHEERDER
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
Euro obligaties van ondernemingen met een hoge kredietwaardigheid
SNS Asset Management
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
Euro staatsobligaties
SNS Asset Management
Zwitserleven Long Duration Fonds
Euro obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten
SNS Asset Management
Zwitserleven Medium Duration Fonds
Euro obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten
SNS Asset Management
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
Euro obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten
SNS Asset Management
Binnen de afgegeven bandbreedtes binnen het mandaat wordt de asset allocatie van deze strategieën gedaan door SNS Asset Management.
Een beschrijving van de beleggingsstrategieën vindt u op http://www.snsreaal.nl/snsbeleggingsfondsen/fonds-en-fondsstrategie/zwitserleven-fondsen.html .
Tabel 2: Overzicht fondsmanagers BIJ HUIDIGE ASSET MANAGER SINDS
IN ASSET MANAGEMENT INDUSTRIE SINDS
2013
2006
2006
Johan Idema
2010
2005
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2010
2005 1
1999
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2012
2005
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2012
2005 1
1999
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2012
2005 1
1999
BELEGGINGSFONDS
FONDSMANAGER(S)
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
Ad Kroot
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
VERANTWOORDELIJK VOOR FONDS SINDS
1
1
1999
1999
1) In diensttreding bij rechtsvoorgangers van SNS REAAL
Een verkorte CV met relevante opleiding en werkervaring van de fondsmanagers vindt u op http://www.snsreaal.nl/snsbeleggingsfondsen/overzicht-fondsmanagers/zwitserleven-fondsen.html . Kies het Zwitserleven Beleggingsfonds om het CV te bekijken.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
9
2 ALGEMEEN
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
10
2.1
BERICHT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
De Raad van Toezicht (‘RvT’) heeft als taak toezicht te houden op het gevoerde beleid van de Beheerder en op de algemene gang van zaken bij SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (de ‘Beheerder’). Uitgangspunt hierbij is dat de Raad van Toezicht een goed overzicht heeft op de handelswijze van de (directie van de) Beheerder.
SAMENSTELLING Over het verslagjaar 2013 is de samenstelling van de RvT ongewijzigd gebleven. De RvT bestaat uit de heren R.G.J. Langezaal (voorzitter), W. Horstmann en B. Janknegt.
VERGADERINGEN De RvT heeft in het verslagjaar viermaal regulier vergaderd met de directie van SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (‘SBB’). SBB is de beheerder van de Zwitserleven Beleggingsfondsen. Geen enkel lid van de RvT is herhaaldelijk bij deze vergaderingen afwezig geweest. Tijdens de vergaderingen is een groot aantal terugkerende onderwerpen aan de orde gekomen die betrekking hebben op het beleid, de gang van zaken en de toekomst van de Zwitserleven Beleggingsfondsen. In iedere reguliere vergadering wordt door de directie van SBB ook verslag gedaan van de prestaties van de subfondsen van de Zwitserleven Beleggingsfondsen en van eventuele correspondentie en andere contacten met toezichthouders. Daarnaast is tweemaal vergaderd waarbij de accountant onder meer mondelinge toelichting heeft gegeven bij de accountantsverklaring bij het jaarverslag 2012.
REALISATIE VAN DE DOELSTELLINGEN VAN DE VENNOOTSCHAP De afzonderlijke subfondsen van de Zwitserleven Beleggingsfondsen kennen, uitgaande van een gematigd risico- en kostenprofiel, hoofdzakelijk een prestatie gedreven doelstelling (beleggingsrendement). De directie van SBB geeft ieder overleg aan welk rendement gerealiseerd is met betrekking tot de betreffende subfondsen en hoe dat rendement zich verhoudt tot het rendement van de benchmark van de betreffende subfondsen. Op basis van deze informatie kan de RvT vaststellen in welke mate de betreffende doelstellingen gerealiseerd worden.
WIJZIGING VOORWAARDEN Wanneer SBB voornemens is de voorwaarden van de Zwitserleven Beleggingsfondsen te wijzigen, wordt de voorgenomen wijziging voorgelegd aan de RvT. De RvT toetst in hoeverre met het doorvoeren van de betreffende aanpassing het belang van aandeelhouders wordt gediend. De RvT heeft alle in het verslagjaar voorgenomen wijzigingen in (beleggings-) beleid goedgekeurd. De betreffende wijzigingen staan beschreven in het verslag van de beheerder vanaf pagina 13.
STRATEGIE, RISICO’S EN INTERNE BEHEERSINGSSYSTEEM Strategie In 2013 is met name overleg gevoerd over de te volgen strategie van de beheerder in relatie tot de marktomstandigheden waarin beleggingsfondsen zich bevinden. Daarbij is tevens rekening gehouden met het feit dat verschillende beleggingsfondsen onderdeel kunnen uitmaken van (verzekerings)producten. Daarnaast zijn in de verslagperiode met de directie van SBB tevens andere onderwerpen besproken. Zo is gesproken over de gevolgen van het met ingang van 2014 geldende provisieverbod voor beleggingsondernemingen. Ook is overleg gevoerd over implicaties en implementatie van andere wijzigingen van toepasselijke wet- en regelgeving, bijvoorbeeld ten aanzien van de consequenties van de invoering van de AIFM-richtlijn en de wijze waarop deze regelgeving door de beheerder wordt doorgevoerd. Risicomanagement Met betrekking tot de opzet en werking van de interne risicomanagement systemen heeft de RvT kunnen vaststellen dat de directie van de Vennootschap iedere reguliere vergadering verslag heeft gedaan en heeft gerapporteerd over de uitkomsten. De rapportagestructuur over het risicobeheersingssysteem is naar de mening van de RvT adequaat opgezet en heeft in het verslagjaar naar behoren gefunctioneerd. Samenstelling directie Zoals in het directieverslag is vermeld heeft Volkert de Klerk zijn functie van statutair directeur van SBB met ingang van 1 augustus 2013 neergelegd. De RvT dankt de heer De Klerk voor zijn inzet ten behoeve van de verdere professionalisering van het fondsenbeheer. In maart 2014 heeft de RvT in een bijeenkomst met SBB en in aanwezigheid van KPMG, overleg gevoerd over het jaarverslag van 2013. Tevens is het accountantsverslag besproken, evenals de kwaliteit van de interne risicomanagement en beheersingssystemen. De RvT is van mening dat de jaarrekening en het directieverslag een getrouw beeld geven van de positie van de Zwitserleven Beleggingsfondsen. De RvT stelt voor dat de participanten de jaarrekening 2013 vaststellen en SBB als bestuurder décharge verlenen voor het gevoerde beleid en de RvT voor het in 2013 uitgeoefende toezicht. De RvT steunt het dividendvoorstel zoals is opgenomen op pagina 13 in het jaarverslag.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
11
Namens de Raad van Toezicht, R.G.J. Langezaal, voorzitter W. Horstmann B. Janknegt Utrecht, 14 april 2014 2.2
VERSLAG VAN DE BEHEERDER
SAMENSTELLING DIRECTIE SBB Het beheer over Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen wordt gevoerd door SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (SBB). De directie van SBB bestaat uit twee leden. De samenstelling van de directie van SBB is in 2013 gewijzigd. Per 1 augustus 2013 heeft Volkert de Klerk zijn functie van statutair directeur van SBB neergelegd. Hij zet zijn loopbaan buiten SNS REAAL voort. Volkert de Klerk is ruim vier jaar bij SBB werkzaam geweest. In die periode heeft hij leiding gegeven aan een verdere professionalisering van het fondsenbeheer. Door zijn vertrek is een vacature ontstaan, die per 1 augustus 2013 is vervuld door de aanstelling van Bernard Lind als directielid. Bernard Lind vormt samen met Ben Blocq de directie van SBB. 2.2.1 KERNCIJFERS
ONTWIKKELING ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN IN 2013 In 2013 is het fondsvermogen van de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen met € 97,9 miljoen toegenomen tot € 2.391 miljoen, een stijging van 4,3% ten opzichte van 31 december 2012. Tabel 3: Fondsvermogen per 31 december 2013 In duizenden euro’s
31-12-2013
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
31-12-2012
135.317
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
159.603
50.453
49.700
Zwitserleven Medium Duration Fonds
541.519
449.900
Zwitserleven Long Duration Fonds
910.578
886.165
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
752.680
747.288
2.390.547
2.292.656
Tabel 4: Rendement 2013 Op basis van intrinsieke waarde
FONDS 2013 1
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
BENCHMARK 2013 2
2,24%
2,24%
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
-3,01%
-2,72%
Zwitserleven Medium Duration Fonds
-1,80%
N/A
Zwitserleven Long Duration Fonds
-9,31%
N/A
-12,31%
N/A
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds 1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van in 2012 uitgekeerd dividend. 2) De benchmark van het fonds kan worden teruggevonden in het prospectus van Zwitserleven Inst. Beleggingsfondsen.
Tabel 5: Rendement 1 en 3 jaar per 31-12-2013 1 JAAR Op basis van intrinsieke waarde en meetkundig gemiddelde
FONDS 1
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
3 JAAR
BENCHMARK 2
FONDS 1
BENCHMARK 2
2,24%
2,24%
5,85%
5,71%
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
-3,01%
-2,72%
5,53%
6,02%
Zwitserleven Medium Duration Fonds
-1,80%
--
--
--
Zwitserleven Long Duration Fonds
-9,31%
--
--
--
-12,31%
--
--
--
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van uitgekeerd dividend. 2) De benchmark van het fonds kan worden teruggevonden in het prospectus van Zwitserleven Inst. Beleggingsfondsen.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
12
DIVIDENDVOORSTEL OVER HET BOEKJAAR 2013 In tabel 6 worden de dividendvoorstellen weergegeven per participatie. Tabel 6: Dividendvoorstellen per participatie. In €per participatie
2013
2012
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
0,41
0,48
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
0,31
0,35
Zowel de datum ex-dividend als betaalbaarstelling is donderdag 8 mei 2014.
2.2.2 BEHEERONTWIKKELINGEN IN DE VERSLAGPERIODE In de verslagperiode is een aantal wijzigingen aangekondigd en doorgevoerd bij de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Deze zaken worden hieronder puntsgewijs besproken.
WIJZIGING BELEGGINGSBELEID EN BENCHMARK ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL GOVERNMENT BONDS 10+ FONDS Op 1 april 2013 is het beleggingsbeleid van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds gewijzigd. Vanaf deze datum heeft minimaal 75% van de portefeuille een resterende looptijd van meer dan 7 jaar. In het oude beleggingsbeleid stond dat minimaal 75% van de portefeuille een resterende looptijd had van meer dan 10 jaar. Ook de benchmark van het fonds is gewijzigd: de iBoxx EUR Sovereign 10+ is vervangen door de iBoxx Eur Sovereign 7+ AAA/AA/A Total Return Index. Door deze twee wijzigingen is de gewogen gemiddelde looptijd van het fonds gewijzigd van ongeveer 12,5 jaar naar ongeveer 11 jaar. Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds is vooral bedoeld om in te beleggen in de fase kort voorafgaand aan de pensioendatum. Met deze wijzigingen sluit het beleggingsbeleid hier beter op aan.
WIJZIGING BELEGGINGSBELEID ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL CREDITS FONDS Om het fonds in staat te stellen het universum van bedrijfsobligaties na te bootsen is per 1 augustus 2013 de gemiddelde rating gewijzigd naar minimaal Baa1/BBB+/BBB+. Bedrijfsobligaties hebben de afgelopen jaren te maken gehad met verlaging van ratings. De gemiddelde rating bedroeg Baa1/BBB+/BBB+. De gemiddelde rating van de portefeuille van de fondsen moet echter minimaal A3/A-/A-(Moody’s/ Standard & Poors/Fitch) zijn. Door de verschillen in voornoemde ratings was het fonds niet in staat een evenwichtige portefeuille samen te stellen. Voor beleggers is tevens van belang dat in het lagere ratingsegment meer mogelijkheden worden gezien in lijn met het beleggingsbeleid van de fondsen. 2.2.3 MARKTONTWIKKELINGEN EN VOORUITZICHTEN
ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN Het geleidelijke herstel van de wereldeconomie zette zich in 2013 voort na de eerdere tussentijdse dip. Daarbij was de leidende rol weggelegd voor de Verenigde Staten. Die economie werd in het eerste gedeelte van het jaar nog geremd door het aflopen van stimuleringsmaatregelen en de stopzetting van een aantal overheidsuitgaven, maar kon later in het jaar – geholpen door het aanhoudende stimuleringsbeleid van het stelsel van centrale banken, de Federal Reserve (Fed) – weer aan vaart winnen. Een belangrijke aandrijver voor de economie vormde de woningbouw, die ondanks een stijging van de hypoheekrente sterk opveerde. In de eurozone keerde de groei na anderhalf jaar recessie terug in het tweede kwartaal. Binnen de zone bleven de groeiverschillen groot. Duitsland stak gunstig af, hoewel het land minder dan voorheen kon profiteren van vraag uit opkomende markten en dan met name uit China. De aantrekkende werkgelegenheidsgroei stimuleerde de binnenlandse vraag. De uitstraling hiervan naar de rest van de eurozone was beperkt. Vooral de Franse en Italiaanse economieën konden door achterblijvende concurrentiekracht onvoldoende profiteren. De Spaanse economie had het ook zwaar te verduren, maar leek zich wel sneller aan te passen, resulterend in een duidelijk herstel van de export. Voor Nederland kwamen er in de zomer indicaties van een stabiliserende huizenmarkt. In het derde kwartaal hervatte de groei van de economie. De Japanse economie kwam flink op gang door forse fiscale en monetaire stimulansen. Dit hield niet alleen de rentes laag, maar zorgde ook voor een bijzonder sterke daling van de yen. Japanse bedrijven kwamen hierdoor in een gunstige positie ten opzichte van buitenlandse concurrenten. De groeivertraging in China zette in de eerste helft van het jaar door. Daarna volgde een stabilisatie door een gerichte investeringsimpuls die de overheid in de zomer toediende. Toch blijft het een feit dat de Chinese regering ernaar streeft de investeringsafhankelijkheid van de groei terug te dringen vanwege de risicovolle neveneffecten en het accent te verleggen naar een meer duurzame groei. Veel andere opkomende markten verloren gedurende het jaar aan dynamiek, onder andere door onder druk staande grondstofprijzen en oplopende kosten van levensonderhoud door stijgende invoerprijzen.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
13
FINANCIËLE MARKTEN Aandelenmarkten De aandelenmarkten van de ontwikkelde landen lieten een zeer goede performance zien. Onder aanvoering van de Verenigde Staten gingen de koersen omhoog. Monetaire stimuleringsmaatregelen legden een basis onder de stijging. Al snel echter gingen ook betere economische cijfers een rol spelen. De vrees voor een minder ruimhartig beleid van de Fed leidde vanaf mei af en toe tot terugslagen. Per saldo bleven de gevolgen echter beperkt, temeer omdat de monetaire beleidsmakers al snel aangaven uitermate behoedzaam te werk te zullen gaan. De uiteindelijke aankondiging van afbouw in december had een positief effect op de beurs. Het verminderde namelijk de onzekerheid over de afbouwoperatie. Bovendien onderstreepte de Fed dat de korte rente nog lang laag blijft. De Europese beurzen presteerden in de eerste helft van het jaar minder dan die van de Verenigde Staten. De economische cijfers bleven aanvankelijk zwak en vooral de Spaanse en Italiaanse beurzen hadden last van de crisis rond Cyprus. De indrukwekkendste stijging deed zich voor in Japan, waar de Bank of Japan de economie sterker stimuleerde dan in enig ander ontwikkeld land. De Nikkei boekte een winst van niet minder dan 57%. De prestaties van veel beurzen in opkomende landen waren teleurstellend. Het aanhouden van minder gunstige economische signalen deed de gedachte postvatten dat de groeiterugval een structureel karakter had en dat trok een wissel op de beurskoersen. Ook renteverhogingen die een aantal centrale banken om uiteenlopende redenen doorvoerden, hielpen niet. Over het gehele jaar steeg de MSCI USA gemeten in euro’s met 26%. De Europese beurzen stegen wat minder, maar nog altijd fors. De MSCI Europe won 20%. De MSCI Pacific werd gedrukt door de waardedaling van de yen en klom met 13%. De MSCI Emerging Markets stak ongunstig bij bovengenoemde indices af, met een daling van 7%. Vastrentende markten Het jaar 2013 stond vooral in het teken van een mogelijke afbouw van het steunbeleid van de Fed. Iedere maand koopt het stelsel van centrale banken ter waarde van 85 miljard dollar aan Amerikaanse staatsleningen en hypotheekleningen. Het doel hiervan is de rente laag te houden om zo de economie te stimuleren. Dit beleid heeft zijn vruchten afgeworpen. De Amerikaanse economie laat al enige tijd bestendige groei zien en ook de werkgelegenheid is flink toegenomen. Deze sterke cijfers gaven medio december de Fed voldoende vertrouwen dat er met de afbouw van het steunbeleid, de zogeheten tapering, begonnen kan worden zonder schade aan de economie toe te brengen. In januari 2014 zijn de aankopen met 10 miljard dollar verminderd. In de aanloop hiervan is de rente in de Verenigde Staten fors opgelopen. De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde in twee stappen van 0,25% haar belangrijkste rentetarief, de herfinancieringsrente (REFIrente), naar 0,25%. De sterke daling van de inflatie in de eurozone maakte dit mogelijk. Bovendien hoopt de ECB door de verlaging van de REFI-rente het economisch herstel een extra steun in de rug te geven. De Duitse 10-jaarsrente steeg (van 1,32% naar 1,93%) tot vrijwel het hoogste niveau van het jaar. Dit als gevolg van goede macro-economische data en het meeliften op een hogere rente in de Verenigde Staten. De stijging van de Duitse rente werd niet volledig gevolgd door andere landen in de eurozone. De rentes in bijvoorbeeld Italië (van 4,50% naar 4,08%) en Spanje (van 5,26% naar 4,13%) daalden dit jaar zelfs. De spread tussen deze landen en Duitsland is hard afgenomen, wat aangeeft dat de financiële markten vertrouwen hebben in de eurozone. De spreads van bedrijfsobligaties daalden eveneens. Het toevoegen van risico door beleggers en door de bank genomen goede bedrijfscijfers en positieve macro-economische vooruitzichten waren drijfveren voor lagere risicovergoedingen. Vooral de spreads op de meest offensieve obligaties en leningen van financiële dienstverleners namen flink af. Tabel 7: Rendementen in euro’s 2013
MSCI Europe
19,82%
MSCI USA
26,10%
MSCI Pacific
13,16%
MSCI Emerging Markets
-6,81%
MSCI World
21,20%
Vastgoed Europa
6,02%
Tabel 8: Geld- en kapitaalmarktrente DEC 2012
DEC 2013
Duitsland
10-jaarsrente
1,32%
1,93%
Nederland
10-jaarsrente
1,50%
2,23%
Italië
10-jaarsrente
4,50%
4,08%
Spanje
10-jaarsrente
5,26%
4,13%
VOORUITZICHTEN Verenigde Staten De wereldeconomie wint onder leiding van de Verenigde Staten aan kracht. Daar zorgt de aanhoudende banengroei voor een versnelling van de loonstijging, waardoor de consumptie de economische activiteit blijft aandrijven en zo een positieve cyclus in gang zet. De investeringen JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
14
werden tot voor kort geremd door de sluiting van de overheid van afgelopen oktober en een dreigende nieuwe sluiting begin 2014, maar door het gesloten begrotingsakkoord is deze bron van onzekerheid weggevallen. Meer in het algemeen wordt in 2014 het remmende effect van het overheidsbeleid op de economie fors minder. Europa De groei in Europa houdt aan. Veel harde indicatoren laten nog te wensen over, maar het vertrouwen onder ondernemers veert op en ook consumenten worden minder somber. De Duitse economie levert de beste prestaties. De sterke groei van de export naar landen buiten de eurozone resulteert al langere tijd in meer werkgelegenheid en recent ook in een hogere loongroei. In combinatie met stijgende huizenprijzen legt dat de basis voor hogere binnenlandse bestedingen. Daarmee wordt Duitsland in toenemende mate een trekker voor andere eurolanden, waarbij Frankrijk voorlopig onvoldoende profiteert. In de perifere economieën zoals Italië en Spanje nemen de herstelkansen toe, met duidelijk oplopende vertrouwensindicatoren. Japan Dankzij de inzet van monetaire en fiscale stimuleringsmiddelen is de Japanse economie goed op gang gekomen. Dit blijkt onder andere uit een (voorzichtige) stijging van de werkgelegenheid. De inflatie is inmiddels niet meer negatief en dat is belangrijk, omdat daarmee de spiraal van lagere prijzen - uitstel van consumptie - wordt doorbroken. De consumentenbestedingen zitten duidelijk in de lift. Cruciaal is wel dat bedrijven ook de lonen verhogen, want een hogere inflatie tast alleen de koopkracht aan en remt de bestedingen. Bovendien krijgen consumenten vanaf april 2014 sowieso al met koopkrachtaantasting te maken door de 3%-punt verhoging van de btw. Een positief signaal is dat ook bedrijven meer investeren. Afgaande op de ontwikkeling van de binnenlandse machineorders mag voor de komende tijd op verdere investeringsgroei worden gerekend. Zekerheid over de uiteindelijke richting van de Japanse economie is er niet, maar voorlopig is het oordeel positief. China en andere opkomende landen In de economieën van de opkomende landen neemt de economische groei af. In China gaat de terugval in een zeer gematigd tempo, wat in overeenstemming lijkt met het streven van beleidsmakers naar een meer houdbare groei. In Zuid-Amerika koelt de Braziliaanse economie af, met zelfs een kwartaal-op-kwartaal krimp van het bruto binnenlands product in het derde kwartaal. De vooruitzichten zijn niet goed. Het hoge rentetarief van de centrale bank (ter bestrijding van de inflatie) remt de groei. Ook is er door de verslechterde overheidsfinanciën geen ruimte voor een bestedingsimpuls. 2.2.4 MAATSCHAPPELIJK BEWUST VERMOGENSBEHEER
BELANGRIJKE ENGAGEMENTSONTWIKKELINGEN Engagement is een langdurig proces, dat inzet op veranderingen in beleid, prestaties en strategie bij ondernemingen. Beleggers zijn als mede-eigenaar in een positie om duurzaamheidthema’s met ondernemingen te bespreken.
MEER TRANSPARANTIE IN DE NATUURLIJKE HULPBRONNENINDUSTRIE De Europese Unie heeft bijna twee jaar lang gewerkt aan nieuwe wetgeving die olie-, gas- en mijnbouwbedrijven die in het buitenland actief zijn verplicht tot meer transparantie en verantwoording. In juni 2013 werden de voorgestelde veranderingen definitief. Grote olie-, gas- en mijnbouwbedrijven moeten vanaf nu openbaar maken hoeveel ze precies aan landen betalen. Al vroeg in het derde kwartaal werd deze vooruitgang door een Amerikaanse rechtbank weer ongedaan gemaakt. Corruptie is een wereldwijd probleem en vraagt om een wereldwijde oplossing. Een groep van meer dan dertig vooraanstaande internationale beleggingsinstellingen met een gezamenlijk vermogen van bijna $6 biljoen liet zich winnen voor dit idee en heeft - als collectief - een open brief gestuurd aan de Amerikaanse beurswaakhond Securities and Exchange Commission (SEC) en het Canadese ministerie voor de grondstoffensector. In deze brief wordt aangedrongen op een strenge nieuwe rapportageplicht voor olie-, gas- en mijnbouwbedrijven in Canada. De Canadese overheid gaf aan dat de brief een belangrijke steun in de rug is bij het vormgeven van passende wetgeving.
RECHTEN VAN INHEEMSE VOLKEREN BESCHERMEN De internationale aandacht voor de kwetsbaarheid van inheemse volkeren en de druk van verantwoorde beleggers dwingen ondernemingen ertoe goed na te denken op welke wijze ze het best met deze gemeenschappen kunnen samenwerken.
BANGLADESH: LEREN VAN RAMP IN TEXTIELFABRIEK Op 24 april 2013 stortte in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, een textielfabriek van acht verdiepingen in. Meer dan 1.100 mensen vonden de dood en nog veel meer mensen raakten gewond. In één klap werd duidelijk hoe slecht de werkomstandigheden in het land zijn. De internationale modemerken die hun kleding in Bangladesh laten maken, moeten nu in actie komen en ervoor zorgen dat textielfabrikanten zich daadwerkelijk gaan houden aan regels voor veiligheid, gezondheid en werkomstandigheden. In de verslagperiode is met zevenentwintig ondernemingen engagement gestart of gevoerd: zeventien Europese ondernemingen, zes ondernemingen uit de Verenigde Staten en Canada en met vier uit ontwikkelde Aziatische landen. Vier nieuwe ondernemingen werden JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
15
geselecteerd voor engagement. Bij twee ondernemingen gaat het om positieve selectie en met de twee andere ondernemingen is responsief engagement opgestart. Met twee ondernemingen werd het engagement afgesloten omdat nu aan de meeste doelstellingen wordt voldaan. Tabel 9: Overzicht actieve engagements EUROPA
Responsief engagement
NOORD-AMERIKA
6
PACIFIC
1
TOTAAL
2
9
Proactief engagement
8
5
2
15
Positieve selectie
3
0
0
3
17
6
4
27
Totaal
Het succes van engagementinspanningen wordt o.a. beoordeeld op de kwaliteit van de relatie met het bedrijf: stelt het zich voldoende open op en is het bereid om in gesprek te gaan met aandeelhouders. Tijdens een engagement worden de volgende fases doorlopen: Fase 0 Nieuw engagement Fase 1 Eerste contact gelegd en bevestigd door het bedrijf Fase 2 Doelstellingen in detail besproken met het bedrijf Fase 3 Bedrijf reageert met relevante engagement informatie of committeert zich aan het intern vaststellen van actiepunten Fase 4 Bedrijf ontwikkelt en openbaart (rechtstreeks of publiekelijk) een geloofwaardige strategie of stelt duidelijke doelen om actiepunten af te handelen Fase 5 Bedrijf toont aan dat de strategie wordt geïmplementeerd of dat de doelstellingen zijn gerealiseerd Engagement afgesloten Bedrijf wordt regulier gemonitord op voortgang en voldoet aan richtlijnen
Kwaliteit engagement
Voortgang engagements naar sector 5
1 2
8
20%
4
7
Start engagement Milestone 1 Milestone 2 Milestone 3 Milestone 4 Milestone 5
60%
20%
Slecht Gemiddeld Goed
VOORTGANG ENGAGEMENTS Het aanhoudende gevecht tegen corruptie Engagementinspanningen met regeringen zijn gericht op het voorkomen van corruptie. Bij bedrijven die al zijn beschuldigd van corruptie, wordt als basis voor engagement een reeks van ‘best practices’ gebruikt, gericht op anticorruptie. Daaronder vallen bijvoorbeeld een antiomkopingsbeleid en een klokkenluidersprogramma. Het Japanse bedrijf Olympus heeft zijn beleid en procedures aangescherpt om corruptie tegen te gaan. Zoals het aanstellen van een externe klokkenluider om de onafhankelijkheid te garanderen, het in het duurzaamheidsverslag rapporteren van het aantal keren dat de klokkenluider een melding heeft gedaan en het creëren van een speciale commissie met een onafhankelijke bestuurder als voorzitter. Het Canadese bedrijf SNC Lavalin heeft zich tot op het hoogste managementniveau opengesteld om bezorgdheid over corruptie te bespreken. Sinds de start van het engagement heeft het bedrijf zijn klokkenluiderbeleid beschikbaar gesteld in de talen van de landen waarin het actief is. Daarnaast zijn nieuwe regionale anticorruptie-officieren aangesteld en is een nieuwe anticorruptie-handleiding voor medewerkers opgesteld. Ook is een amnestieprogramma uitgerold om medewerkers te stimuleren ethische schendingen te rapporteren, zodat deze kunnen worden aangepakt. Water: bron van het leven Water is van levensbelang voor iedereen, dagelijks wordt per persoon 130 liter leidingwater gebruikt. De op het oog overvloedige beschikbaarheid in Nederland maskeert een sluipende crisis. In andere delen van de wereld toont de watercrisis zich al door ernstig vervuild drinkwater, de woestijn die steeds meer terrein wint en zelfs door oorlogen die gevochten worden om toegang tot water. In de mijnbouwsector is waterbeheer een belangrijk onderwerp. Het water is na gebruik door afvalstoffen vervuild. Wat als reststof overblijft, is vaak te giftig. Mijnbouwbedrijven gebruiken zulke grote hoeveelheden water dat hergebruik noodzakelijk is. Het Canadese Goldcorp kan van al haar mijnen volgen waar mogelijk waterlekken ontstaan. Goldcorp rapporteert nu beter over het gebruik van water en probeert op deze manier te voorkomen dat de activiteiten nadelige gevolgen hebben voor de omgeving. JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
16
Aan één van de grootste producenten van aardgas in de Verenigde Staten, Chesapeake Energy, is gevraagd meer inzicht te geven in het waterverbruik en in de verwerking van afvalwater. Namens een internationale groep beleggers zal in 2014 een dialoog gevoerd worden met diverse bedrijven, waaronder Chesapeake Energy. Betere rapportages over het kraken bij winning van schaliegas en de gevolgen daarvan voor de kwaliteit en beschikbaarheid van water staan daarbij hoog op de agenda.
UITSLUITINGEN EN TOELATINGEN Ondernemingen die geen of onvoldoende vooruitgang laten zien in engagement, kunnen van belegging worden uitgesloten. Uitsluitingen Sinds 1 januari 2013 is het wettelijk verboden om te investeren in ondernemingen die direct of indirect betrokken zijn bij de productie, verkoop of distributie van clustermunitie. Op basis van deze wet heeft de AFM een indicatieve lijst opgesteld van ondernemingen waarop het investeringsverbod van toepassing is. Alle ondernemingen die binnen het beleggingsuniversum vallen, staan al op onze uitsluitingenlijst. Om compleet te zijn en fouten in de toekomst te vermijden, zijn ook de ondernemingen die buiten het universum vallen per 31 maart 2013 formeel uitgesloten. Goodrich Corporation is verwijderd van de uitsluitingenlijst, omdat de onderneming is overgenomen door United Technologies. Deze laatste onderneming was al uitgesloten. Op 30 september 2013 is Wal-Mart Stores, Inc. (Walmart) uitgesloten. Deze Amerikaanse supermarktketen handelt in strijd met de fundamentele arbeidsrechten. Walmart heeft al jaren een slechte reputatie door het negeren van het recht op vakbondsvrijheid en collectieve onderhandeling van zijn werknemers, vooral in de Verenigde Staten. Daarnaast kwam het bedrijf in opspraak wegens een corruptiezaak in Mexico. Lange tijd is actief geprobeerd om met de directie van Walmart in gesprek te gaan over vakbondsvrijheid en corruptie. Het bedrijf reageerde in eerste instantie positief, maar gaf vervolgens geen gehoor aan herhaaldelijke verzoeken om ook echt een afspraak te plannen. Hieruit is afgeleid dat Walmart niet bereid is om het beleid en de prestaties op fundamentele arbeidsrechten te verbeteren. Dit heeft de doorslag gegeven om het bedrijf uit te sluiten. Toelatingen In het tweede kwartaal is aangekondigd dat Daimler AG, een eerder uitgesloten onderneming, met ingang van 28 augustus 2013 opnieuw wordt opgenomen in het beleggingsuniversum. Daimler AG is bekend van het automerk Mercedes. In 2012 werd de onderneming uitgesloten van belegging omdat Daimler mede-eigenaar was van defensiebedrijf EADS en daardoor ook betrokken raakte bij de productie van kernwapens. Dit jaar zijn er twee belangrijke ontwikkelingen geweest, waardoor besloten is om Daimler weer te accepteren voor belegging. Ten eerste is het sinds 1 januari 2013 wettelijk verboden om in ondernemingen te beleggen die betrokken zijn bij de productie van clustermunitie. Dit investeringsverbod was reden voor reflectie en hernieuwde afweging. De vraag is hoe om te gaan met een onderneming zoals Daimler, die een klein belang heeft in EADS. Besloten is dat alle ondernemingen die meer dan 10% aandelen hebben in een dergelijke wapenfabrikant nog steeds worden uitgesloten. Daimler is voor minder dan 10% eigenaar van EADS, dus wordt de onderneming niet meer uitgesloten. De tweede ontwikkeling is de toezegging van Daimler om het eigendom in EADS in de loop van dit jaar verder te verkopen en de aandacht volledig te richten op het maken van auto’s. Per 31 december 2013 zijn in totaal 41 ondernemingen uitgesloten. Twintig Noord-Amerikaanse ondernemingen, vijftien Europese ondernemingen en zes ondernemingen uit ontwikkelde Aziatische landen staan op de uitsluitingenlijst. De lijst van uitgesloten ondernemingen en uitgesloten landen per 31 december 2013 is opgenomen in tabel 11, zie pagina 19.
MARKTIMPACT UITGESLOTEN ONDERNEMINGEN Op basis van de Fundamentele Beleggingsbeginselen worden ondernemingen uitgesloten van belegging en daarmee lijken de beleggingsmogelijkheden te worden beperkt. De marktkapitalisatie van uitgesloten bedrijven uitgedrukt in percentage van de benchmark bedraagt gemiddeld circa 3%. Voor de MSCI Europe Net TR Index is dit 2,4%, voor de S&P 500 Net TR Index 4,5% en voor MSCI AC Asia Pacific TR Index 0,9%. Uitsluitingen op basis van de Fundamentele Beleggingsbeginselen hebben dus een beperkte impact op de beleggingsmogelijkheden. Er blijven meer dan voldoende mogelijkheden over.
UITVOERING STEMRECHT OP AANDEELHOUDERSVERGADERINGEN Veel ondernemingen in onze beleggingsportefeuille houden hun jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering (AVA) tussen maart en mei. Tijdens de AVA stemmen aandeelhouders over bestuursvoorstellen en aandeelhoudersvoorstellen.
OVERZICHT UITGEBRACHTE STEMMEN EN TOELICHTING THEMA’S In de verslagperiode zijn 162 aandeelhoudersvergaderingen bijgewoond. In 51% van de gevallen is in lijn met het bestuur gestemd en in 49% van de gevallen is op ten minste één voorstel tegen het bestuur gestemd. In totaal zijn 2.298 voorstellen bekeken, waarvan 2.272 bestuursvoorstellen en 26 aandeelhoudersvoorstellen.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
17
Tabel 10: Tabel stemoverzicht 2013 2013
Aantal vergaderingen waar is gestemd
162
Stemmen voor het Bestuur
82
Stemmen tegen het Bestuur
80
Totaal aantal bestuursvoorstellen
2.272
Stemmen voor
2.091
Stemmen tegen Stemonthoudingen Totaal aantal aandeelhoudersvoorstellen
172 9 26
Stemmen voor
8
Stemmen tegen
17
Stemonthoudingen Totaal aantal voorstellen
1 2.298
BELANGRIJKSTE STEMTHEMA’S: BESTUURSSAMENSTELLING EN -BELONING Bestuurlijke kwesties stonden ook in 2013 weer hoog op de agenda in Europa, Azië-Pacific en Noord-Amerika. Het is niet zo vreemd dat de meeste aandacht uitgaat naar beloning, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid van bestuurders. Hoe goed een bedrijf loopt, hangt sterk af van hoe goed het bedrijf wordt geleid. Dat geldt niet alleen voor de financiële resultaten, maar ook voor de prestaties op het gebied van duurzaamheid. In de Verenigde Staten bereikte het aantal aandeelhoudersvoorstellen over duurzaamheidonderwerpen in 2013 een recordhoogte. Meer dan 400 voorstellen over mens of milieu werden ingediend. De belangrijkste onderwerpen waren: bijdragen aan politieke partijen en organisaties, diversiteit op zowel de werkvloer als in het bestuur en duurzaamheidrapportage.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
18
Tabel 11: Lijst van uitgesloten ondernemingen per 31 december 2013 BEDRIJF
Aeroteh
1
Alliant Techsystems
SECTOR
REGIO
REDEN
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Alpha Natural Resources 1
Energy
Amerika
Milieuvervuiling
Arch Coal
Energy
Amerika
Milieuvervuiling
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
1
1
Aryt Industries
1
Ashot Ashkelon
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
Babcock & Wilcox 1
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Babcock International Group
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
BAE Systems
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
Barrick Gold
Materials
Amerika
Milieuvervuiling
Boeing
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Bridgestone
Automobiles & Components
Pacific
Fundamentele Arbeidsrechten
Computer Sciences Corp
Diversified Financials
Amerika
Controversiële Wapens
CONSOL Energy
Energy
Amerika
Milieuvervuiling
EADS
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
Exelis
1
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Finmeccanica
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
Freeport-McMoRan
Materials
Amerika
Milieuvervuiling, Mensenrechten
GenCorp
1
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
General Dynamics
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Hanwha 1
Materials
Pacific
Controversiële Wapens
Honeywell International
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Jacobs Engineering Group
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Lockheed Martin Corp
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Capital Goods
Pacific
Controversiële Wapens
Northrop Grumman
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Poongsan Corp
Materials
Pacific
Controversiële Wapens
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
Rio Tinto
Materials
Europa
Milieuvervuiling
Rolls-Royce Group
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
Safran
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
Serco Group
Commercial & Professional Services
Europa
Controversiële Wapens
Splav SRPA
1
Norinco International Cooperation 1
Raytheon Rheinmetall
1
1
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
ST Engineering
Capital Goods
Pacific
Controversiële Wapens
TEPCO
Utilities
Pacific
Mensenrechten
Textron
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Thales
Capital Goods
Europa
Controversiële Wapens
United Technologies
Capital Goods
Amerika
Controversiële Wapens
Wal-Mart Stores, Inc.
Retail
Amerika
Fundamentele Arbeidsrechten
Vedanta Resources
Materials
Europa
Mensenrechten, Milieuvervuiling
1
1) We hebben niet in deze bedrijven geïnvesteerd voordat zij werden uitgesloten omdat ze niet in ons beleggingsuniversum waren opgenomen daar ze in strijd bleken met onze Fundamentele Beleggingsbeginselen. Ze werden preventief uitgesloten om de kans uit te sluiten dat we erin zouden beleggen als ze op enig moment in de toekomst in het beleggingsuniversum zouden worden opgenomen.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
19
Tabel 12: Lijst van uitgesloten landen per 31 december 2013 LAND
OVERTREDEN PRINCIPE
DATUM UITGESLOTEN
China
Controversiële Wapens
22-6-2009
Finland
Controversiële Wapens
11-2-2009
Griekenland
Controversiële Wapens
11-2-2009
Mexico
Mensenrechten
23-6-2009
Polen
Controversiële Wapens
11-2-2009
Zuid Korea
Controversiële Wapens
11-2-2009
Turkije
Controversiële Wapens
11-2-2009
Verenigde Staten
Controversiële Wapens
22-6-2009
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
20
ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL CREDITS FONDS
2.3
FONDSPROFIEL Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds belegt voor professionele partijen in obligaties genoteerd in euro van ondernemingen en overheden met een hoge kredietwaardigheid. Dit betekent dat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch de uitgevende instelling waardeert met minimaal Baa1/BBB+/BBB+. Maximaal 20% van het fonds wordt belegd in staatsobligaties of obligaties die zijn gegarandeerd door een overheid. De gewogen gemiddelde looptijd van de portefeuille mag maximaal 1 jaar afwijken van die van de benchmark. De beleggingen bestaan uit 40 of meer verschillende uitgevende instellingen. Het fonds kan ook beleggen in afgeleide producten, uitsluitend in swaps, rentefutures en renteopties. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Het beleggingsdoel is een rendement behalen dat hoger is dan het rendement van de iBoxx Corporates, de benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
RENDEMENT BENCHMARK
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 3
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
2013
135.317
2,24%
2,24%
0,48
11,49
2012
159.603
12,74%
13,59%
0,38
11,71
2011
359.770
2,91%
1,71%
0,55
10,74
463.289
1,17%
1,42%
0,00
10,97
2010
2
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Het rendement van het fonds en de benchmark betreft de periode 29 maart 2010 t/m 31 december 2010. 3) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar.
Portefeuillebeleid De minimale ratingeis binnen het fonds was tot eind augustus beperkend voor de actieve positionering. De benchmark kon op kredietwaardigheid niet gerepliceerd worden, waardoor het fonds onderwogen was in bèta en risico. In september is een overwogen positie ingezet in achtergesteld papier van Financials. Ook is in de laatste maanden van het jaar meegedaan met enkele nieuwe uitgiftes om belang te nemen of op te hogen in een bedrijf. Er werd veelal een premie betaald om deze nieuwe deals te plaatsen. Binnen dit fonds is een positie ingenomen in Italiaanse staatsleningen in plaats van rechtstreeks via credits. De keuze hiervoor werd ingegeven doordat de spreadbeweging voornamelijk gedreven werd door de ontwikkelingen op de landenspread. Door de staatslening te kopen profiteert het fonds van het afnemen van het overall Italië risico en wordt een hoge mate van liquiditeit behouden om deze positie te sluiten indien gewenst. Risicobeheer In de tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in 2013 in het fonds hebben gemanifesteerd. Prijsrisico / Koerrisico / Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instrumenten in de portefeuille van Zwitserleven Institutioneel Credit Fonds is er gedurende de verslagperiode sprake geweest van prijs-, koers-, en marktrisico. De portefeuille bestaat uit obligaties en andere verhandelbare vastrentende schuldbewijzen van voornamelijk bedrijven. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom duidelijk sprake van marktrisico’s.
Prijsrisico / Koersrisico / Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Renterisico
ü
Kredietrisico
ü
Liquiditeitrisico
ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds wordt alleen belegd in euro gedenomineerde instrumenten. Er is dus geen sprake van valutarisico’s. Renterisico: De modified duration van Zwitserleven Institutioneel Credit Fonds bedroeg per ultimo 2013 4,4 (ultimo 2012: 4,2). Dit betekent dat een 1% rentedaling (stijging) ceterus paribus tot gevolg heeft dat de koersen bij benadering met 4,4% stijgen (dalen). Binnen Zwitserleven Institutioneel Credit Fonds is daarom duidelijk sprake van renterisico. In het beleggingsmandaat zijn duidelijke grenzen afgesproken waarbinnen de vermogensbeheerder de duration van de portefeuille mag laten afwijken van die van de benchmark. In de verslagperiode is zeer beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De duration van de portefeuille week gedurende de verslagperiode zeer beperkt af van de duration van de benchmark. Kredietrisico: In het mandaat zijn strikte grenzen gesteld aan de kredietkwaliteit van de debiteuren in portefeuille. Er mag alleen belegd worden in investment grade obligaties. Per ultimo van de verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille Baa1. De gemiddelde rating gedurende de verslagperiode is A3 geweest (Moody’s WARF methode). Er is dus sprake van kredietrisico. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hele hoge mate van liquiditeit. Slechts een beperkt gedeelte van de portefeuille is belegd in leningen met onderpand met een hoge kredietkwaliteit, welke een iets lagere liquiditeit kennen. Het liquiditeitsrisico is zeer beperkt.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
21
SECTOREN
DEBITEUREN / RATINGS Olie & Gas 2,3%
Consumentendiensten 3,9%
Basisgoederen 2,1%
Consumentengoederen 8,2% Basisindustrie 9,2% Telecommunicatie 9,2%
Rabobank
3,17%
Ratings
Ge Capital Euro Funding
2,86%
AAA
0,64%
AA
6,06%
Italie
2,27%
Technologie 1,5%
Societe Generale Sa
2,11%
A
43,23%
Overig 1,1%
Bnp Paribas Sa
2,03%
BBB
50,07%
Effectief rendement
2,6%
Modified duration
4,4 jaar
Financiële Dienstverlening 46,8%
Nutsbedrijven 15,6%
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 150
18 16
140
Fonds Benchmark
14 130
12 10
120
8 6
110
4 2
100
dec-13
dec-12
dec-11
dec-10
dec-09
90 dec-08
2025
Overig
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
0
Rendement Over 2013 realiseerde Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van 2,2%. Over dezelfde periode kwam het rendement van de benchmark uit op 2,2%. Het hogere algemene renteniveau zorgde voor een negatief absoluut rendement. Het actieve beleid leverde een positieve bijdrage op. Vooral de duratieposities hebben grote invloed gehad op de performance voor dit kwartaal. Het effect van het landenbeleid was over geheel het jaar gezien beperkt.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
22
ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL GOVERNMENT BONDS 10+ FONDS
2.4
FONDSPROFIEL Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds belegt voor professionele partijen in staatsleningen genoteerd in euro van landen uit de eurozone of in leningen die door overheden uit de eurozone worden gegarandeerd. Een lening waarin wordt belegd moet kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch hebben beoordeeld met minimaal A-/ A3/A-. De gewogen gemiddelde looptijd van de portefeuille mag maximaal 2 jaar afwijken van die van de benchmark. Minimaal 75% van de portefeuille heeft een resterende looptijd van meer dan 7 jaar. Het fonds kan ook beleggen in afgeleide producten, uitsluitend in swaps, rentefutures en renteopties. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Het beleggingsdoel is een rendement te behalen dat hoger is dan het rendement van de iBoxx Eur Sovereign 7+ AAA/AA/A Total Return Index, de benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
2013
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
RENDEMENT BENCHMARK
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 3
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
50.453
-3,01%
-2,72%
0,35
10,30
2012
49.700
16,03%
17,65%
0,33
10,97
2011
388.611
4,43%
4,13%
0,38
9,77
535.425
-2,15%
-1,72%
0,00
9,73
2010
2
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Het rendement van het fonds en de benchmark betreft de periode 29 maart 2010 t/m 31 december 2010. 3) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar.
Portefeuillebeleid Het fonds heeft met ingang van 1 april 2013 een andere benchmark. De portefeuille is daar in april op aangepast. Per saldo is het fonds nu meer belegd in Franse, Nederlandse en Oostenrijkse staatsobligaties. Dit is voor het overgrote deel ten koste gegaan van de beleggingen in staatsleningen van Duitsland. Ook is de duratie van de portefeuille verlaagd conform de nieuwe benchmark. Gedurende 2013 zijn er diverse duratieposities ingenomen om invulling te geven aan het tactisch rentebeleid. Zo is halverwege het jaar aan de onderkant van de toenmalige range op 3-maandshorizon tweemaal een verkorting van de looptijd (short duratie) opgezet vooruitlopend op hogere renteniveaus. Deze posities werden na het uitkomen van de visie met winst verkocht. Vervolgens is op een renteniveau van 1,95% de looptijd verlengd (long duratie). Ook dit pakte goed uit want na de aankondiging van de Fed dat het nog niet genoeg overtuigd is van een herstel van de Amerikaanse economie, daalden de rentes weer hard. In november en begin december werd een eerder opgebouwde short duratie positie verder aangezet. Op het moment dat de rente sterk opliep is gedeeltelijk winstgenomen en de grootte van de positie licht teruggebracht. Eind 2013 was het fonds onderwogen gepositioneerd in de landen Nederland en Frankrijk tegenover een overwogen positie in Duitsland. Risicobeheer In de tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in 2013 in het fonds hebben gemanifesteerd.
Prijsrisico / Koersrisico / Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Prijsrisico / Koerrisico / Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instruRenterisico menten in de portefeuille van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds is er Kredietrisico gedurende de verslagperiode sprake geweest van prijs-, koers-, en marktrisico. De portefeuille Liquiditeitrisico bestaat uit staatsleningen genoteerd in euro van landen uit de eurozone of uit leningen die door overheden uit de eurozone worden gegarandeerd. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom sprake van marktrisico’s.
ü ü ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds wordt alleen belegd in euro gedenomineerde instrumenten. Er is dus geen sprake van valutarisico’s. Renterisico: De modified duration van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds bedroeg per ultimo 2013 10,8 (ultimo 2012: 12,6). Dit betekent dat een 1% rentedaling (stijging) ceterus paribus tot gevolg heeft dat de koersen bij benadering met 10,8% stijgen (dalen). Binnen Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds is daarom duidelijk sprake van renterisico. In het beleggingsmandaat zijn duidelijke grenzen afgesproken waarbinnen de vermogensbeheerder de duration van de portefeuille mag laten afwijken van die van de benchmark. In de verslagperiode is beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De duration van de portefeuille week gedurende de verslagperiode beperkt af van de duration van de benchmark. Kredietrisico: In het mandaat zijn strikte grenzen gesteld aan de kredietkwaliteit van de debiteuren in portefeuille. Er mag alleen belegd worden in individuele vermogenstitels met minimaal een rating van Moody’s, Standard & Poor’s of Fitch en deze dient een minimale rating te hebben van A3/A-/A-, hetgeen een zeer beperkt kredietrisico is. De laagste rating van de drie genoemde rating agencies is bepalend voor de beoordeling. De gemiddelde issue rating van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds bedraagt minimaal Aa2/AA/
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
23
AA conform de Moody’s WARF methode. Per ultimo van de verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille Aa1. De gemiddelde rating gedurende de verslagperiode is Aa1 geweest (Moody’s WARF methode). Er is dus sprake van een zeer beperkt kredietrisico. Liquiditeitsrisico: Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hele hoge mate van liquiditeit. Het liquiditeitsrisico is zeer beperkt. SECTOREN
DEBITEUREN / RATINGS Duitsland 38,3%
Oostenrijk 6,6%
Duitsland
37,62%
Ratings
Frankrijk
33,30%
AAA
48,14%
België
11,83%
AA
51,86%
Nederland
10,48%
Oostenrijk
6,70%
Effectief rendement
Nederland 8,7%
Modified duration
Frankrijk 33,3%
België 13,2%
2,7%
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
10,8 jaar
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 135
20
130
16
Fonds Benchmark
125
12
120
8
115
4
110
0
105
-4
100 dec-13
dec-12
dec-11
dec-10
dec-09
95 dec-08
2042
Overig
2041
2040
2038
2037
2035
2034
2032
2031
2030
2029
2028
2027
2026
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2014
2013
-8
Rendement Over 2013 realiseerde Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van -3,0%. Over dezelfde periode kwam het rendement van de benchmark ook uit op -2,7%. Het hogere algemene renteniveau zorgde voor een negatief absoluut rendement. Het actieve beleid leverde een positieve bijdrage op. Vooral de duratieposities hebben grote invloed gehad op de performance voor dit kwartaal. Het effect van het landenbeleid was over geheel het jaar gezien beperkt.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
24
2.5
ZWITSERLEVEN MEDIUM DURATION FONDS
FONDSPROFIEL Zwitserleven Medium Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Dit betekent dat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch de leningen van overheden waardeert met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden dienen een minimale rating van AAA/Aaa/ AAA te hebben en leningen van supranationale organisaties dienen ook minimaal de best mogelijke rating te hebben.Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. De partijen waarmee rentederivaten worden afgesloten zijn banken die als swapdealer optreden, die ten tijde van het aangaan van een swap een minimale rating van A/A2/A hebben. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Het beleggingsdoel is, met een beperkt kredietrisico, streven naar het matchen van een cashflowoverzicht dat gebaseerd is op de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts van Zwitserleven. Het fonds is vooral geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen kunnen beleggingen met een lange duration aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen. Het fonds kent geen benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
2013
541.519
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
-1,80%
RENDEMENT BENCHMARK
N/A
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 2
--
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
24,73
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar.
Portefeuillebeleid Er zijn in 2013 diverse wijzigingen in de portefeuille doorgevoerd. Dit voor een juiste afstemming met het beleggingsbeleid van de portefeuille. Zo werden er bijvoorbeeld twee leningen van de Nederlandse Waterschapsbank (2020 en 2021) verkocht. Gekocht werden onder meer leningen van Rabobank (2014) en ABN AMRO (2014) en staatsleningen van Oostenrijk (2018), Nederland (2023) en Duitsland (2028). Ook zijn er enkele renteswaps afgesloten voor de gewenste duratiepositie. Risicobeheer In onderstaande tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in 2013 in het fonds hebben gemanifesteerd.
Prijsrisico / Koersrisico / Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Prijsrisico / Koerrisico / Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instruRenterisico menten in de portefeuille van Zwitserleven Medium Duration Fonds is er gedurende de Kredietrisico verslagperiode sprake geweest van prijs-, koers-, en marktrisico. Zwitserleven Medium Liquiditeitrisico Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom duidelijk sprake van marktrisico’s.
ü ü ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds wordt alleen belegd in euro gedenomineerde instrumenten. Er is voor de obligatieportefeuille dus geen sprake van valutarisico’s. Renterisico: Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds is duidelijk sprake van renterisico. De duration van het fonds is gebaseerd op het cashflowoverzicht dat is afgeleid van de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts van Zwitserleven en kan periodiek worden geactualiseerd. Op portefeuilleniveau mag de duration maximaal 1 jaar afwijken van de duration gebaseerd op het cashflowoverzicht. In de verslagperiode is zeer beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Er wordt geen actief durationbeleid gevoerd. De modified duration per ultimo 2013 bedroeg 7,39. Kredietrisico: Er mag alleen belegd worden in leningen van overheden die door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch gewaardeerd met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en supranationale organisaties dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. Per ultimo van de verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille AA+. De gemiddelde rating gedurende de verslagperiode is AAA geweest (Moody’s WARF methode). Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds is sprake van een zeer beperkt kredietrisico. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hele hoge mate van liquiditeit. Er is dus sprake van een zeer beperkt liquiditeitsrisico.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
25
SECTOREN
DEBITEUREN / RATINGS Nederland 39,4% Other Sub-Sovereigns 1,0%
Nederland
40,20%
Ratings
Duitsland
30,30%
AAA
33,54%
Frankrijk
12,65%
AA
66,46%
Oostenrijk
10,38%
European Investment Bank
Agencies 1,5% Supranationals 1,7%
1,68%
Effectief rendement
Financiele Dienstverlening 2,0%
Duitsland 30,4%
Oostenrijk 10,4%
Frankrijk 12,7%
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
2,1%
Modified duration
7,4 jaar
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 102,5
28
102
24
101,5
20
101
16
100,5
12
100
8
99,5
4
99
0
98,5 nov-13
sep-13
jul-13
mei-13
mrt-13
jan-13
98 nov-12
2024
Overig
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
-4
Rendement Over 2013 realiseerde Zwitserleven Medium Duration Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van -1,8%. De rentestijging is de oorzaak van het negatieve rendement.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
26
2.6
ZWITSERLEVEN LONG DURATION FONDS
FONDSPROFIEL Zwitserleven Long Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Dit betekent dat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch de leningen van overheden waardeert met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben en leningen van supranationale organisaties dienen ook minimaal de best mogelijke rating te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. De partijen waarmee rentederivaten worden afgesloten zijn banken die als swapdealer optreden, die ten tijde van het aangaan van een swap een minimale rating van A/A2/A hebben. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Het beleggingsdoel is, met een beperkt kredietrisico, streven naar het matchen van een cashflowoverzicht dat gebaseerd is op de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts van Zwitserleven. Het fonds is vooral geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen kunnen beleggingen met een lange duration aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen. Het fonds kent geen benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
2013
910.578
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
-9,31%
RENDEMENT BENCHMARK
N/A
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 2
--
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
23,31
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar.
Portefeuillebeleid Er zijn in 2013 diverse wijzigingen in de portefeuille doorgevoerd. Dit voor een juiste afstemming met het beleggingsbeleid van de portefeuille. Zo werden er bijvoorbeeld twee leningen van de Nederlandse Waterschapsbank (2020 en 2021) verkocht. Gekocht werden onder meer leningen van Rabobank (2014) en staatsleningen van Oostenrijk (2034), Nederland (2042) en Duitsland (2042). Ook zijn er enkele renteswaps afgesloten voor de gewenste duratiepositie. Risicobeheer In onderstaande tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in 2013 in het fonds hebben gemanifesteerd.
Prijsrisico / Koersrisico / Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Prijsrisico / Koerrisico / Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instruRenterisico menten in de portefeuille van Zwitserleven Long Duration Fonds is er gedurende de verKredietrisico slagperiode sprake geweest van prijs-, koers-, en marktrisico. Zwitserleven Long Duration Liquiditeitrisico Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom duidelijk sprake van marktrisico’s.
ü ü ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Long Duration Fonds wordt alleen belegd in euro gedenomineerde instrumenten. Er is voor de obligatieportefeuille dus geen sprake van valutarisico’s. Renterisico: Voor Zwitserleven Long Duration Fonds is duidelijk sprake van renterisico. De duration van het fonds is gebaseerd op het cashflowoverzicht dat is afgeleid van de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts van Zwitserleven en kan periodiek worden geactualiseerd. Op portefeuilleniveau mag de duration maximaal 1 jaar afwijken van de duration gebaseerd op het cashflowoverzicht. In de verslagperiode is zeer beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Er wordt geen actief durationbeleid gevoerd. De modified duration per ultimo 2013 bedroeg 21,19. Kredietrisico: Er mag alleen belegd worden in leningen van overheden die door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch gewaardeerd met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en supranationale organisaties dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. Per ultimo van de verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille AA+. De gemiddelde rating gedurende de verslagperiode is AAA geweest (Moody’s WARF methode). Voor Zwitserleven Long Duration Fonds is sprake van een zeer beperkt kredietrisico. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hele hoge mate van liquiditeit. Er is dus sprake van een zeer beperkt liquiditeitsrisico.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
27
SECTOREN
DEBITEUREN / RATINGS Nederland 41,4%
Supranationals 0,6% Agencies 1,4% Financiele Dienstverlening 1,6%
Nederland
41,95%
Ratings
Duitsland
38,21%
AAA
39,67%
Frankrijk
11,54%
AA
60,33%
Oostenrijk
6,01%
Kfw
1,15%
Effectief rendement
Oostenrijk 5,9% Frankrijk 11,4%
Duitsland 37,7%
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
2,9%
Modified duration
21,2 jaar
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 106
120
104
100 80
102
60
100
40
98
20
96
0 94
nov-13
sep-13
jul-13
mei-13
mrt-13
jan-13
92 nov-12
Overig
2015
2014
2013
-20
Rendement Over 2013 realiseerde Zwitserleven Long Duration Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van -9,3%. De rentestijging is de oorzaak van het negatieve rendement.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
28
2.7
ZWITSERLEVEN ULTRA LONG DURATION FONDS
FONDSPROFIEL Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Dit betekent dat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch de leningen van overheden waardeert met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden dienen een minimale rating van AAA/Aaa/ AAA te hebben en leningen van supranationale organisaties dienen ook minimaal de best mogelijke rating te hebben.Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. De partijen waarmee rentederivaten worden afgesloten zijn banken die als swapdealer optreden, die ten tijde van het aangaan van een swap een minimale rating van A/A2/A hebben. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Het beleggingsdoel is, met een beperkt kredietrisico, streven naar het matchen van een cashflowoverzicht dat gebaseerd is op de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts van Zwitserleven. Het fonds is vooral geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen kunnen beleggingen met een lange duration aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen. Het fonds kent geen benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
2013
752.680
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
-12,31%
RENDEMENT BENCHMARK
N/A
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 2
-
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
22,66
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar.
Portefeuillebeleid Er zijn in 2013 diverse wijzigingen in de portefeuille doorgevoerd. Dit voor een juiste afstemming met het beleggingsbeleid van de portefeuille. Zo werd er bijvoorbeeld een lening van de Nederlandse Waterschapsbank (2020) verkocht. Gekocht werden onder meer leningen van Rabobank (2014) en LeasePlan (2014). Ook zijn er enkele renteswaps afgesloten voor de gewenste duratiepositie. Risicobeheer In onderstaande tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in 2013 in het fonds hebben gemanifesteerd.
Prijsrisico / Koersrisico / Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Prijsrisico / Koerrisico / Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instruRenterisico menten in de portefeuille van Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds is er gedurende de Kredietrisico verslagperiode sprake geweest van prijs-, koers-, en marktrisico. Zwitserleven Ultra Long Liquiditeitrisico Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom duidelijk sprake van marktrisico’s.
ü ü ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds wordt alleen belegd in euro gedenomineerde instrumenten. Er is voor de obligatieportefeuille dus geen sprake van valutarisico’s. Renterisico: Voor Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds is duidelijk sprake van renterisico. De duration van het fonds is gebaseerd op het cashflowoverzicht dat is afgeleid van de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts van Zwitserleven en kan periodiek worden geactualiseerd. Op portefeuilleniveau mag de duration maximaal 1 jaar afwijken van de duration gebaseerd op het cashflowoverzicht. In de verslagperiode is zeer beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Er wordt geen actief durationbeleid gevoerd. De modified duration per ultimo 2013 bedroeg 36,45. Kredietrisico: Er mag alleen belegd worden in leningen van overheden die door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch gewaardeerd met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en supranationale organisaties dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. Per ultimo van de verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille AA+. De gemiddelde rating gedurende de verslagperiode is AAA geweest (Moody’s WARF methode). Voor Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds is sprake van een zeer beperkt kredietrisico. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hele hoge mate van liquiditeit. Er is dus sprake van een zeer beperkt liquiditeitsrisico.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
29
SECTOREN
DEBITEUREN / RATINGS Duitsland 39,0%
Other Sub-Sovereigns 2,1% Supranationals 2,1% Financiele Dienstverlening 2,2% Nederland 32,0%
Agencies 3,8% Oostenrijk 7,8%
Duitsland
40,79%
Ratings
Nederland
33,44%
AAA
44,86%
Frankrijk
13,09%
AA
55,14%
Oostenrijk
8,20%
Kfw
2,41%
Effectief rendement
2,9%
Modified duration
36,5 jaar
Frankrijk 12,5%
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 108
140 120
104
100 80 60
100
40 20
96
0 -20
92
-40
nov-13
sep-13
jul-13
mei-13
mrt-13
jan-13
88 nov-12
Overig
2015
2014
2013
-60
Rendement Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds behaalde in 2013 een rendement op basis van intrinsieke waarde van -12,3%. De rentestijging is de oorzaak van het negatieve rendement.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
30
3 JAARCIJFERS 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
31
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal
REF.
31-12-2013
31-12-2012
1 2
2.343.951 42.656
2.247.110 36.598
3 4
4.022 82 46.596 2.390.547
9.025 77 45.546 2.292.656
2.515.525 67.843 -192.821 2.390.547
2.216.902 -40.059 115.813 2.292.656
2013
2012
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Futures Renteswaps Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Service fee Som der bedrijfslasten Resultaat
REF.
6 7
8
9
66.663 -6.312 8.172 -66 -1.794 -252.867 -193.077 -59.790 623 -191.893
25.884 29.237 29.237 --60.755 52.472 8.283 216 116.092
928 928
279 279
-192.821
115.813
10
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2013
2012
-192.821
115.813
6.312 252.867 -694.062 338.041
-29.237 -60.755 -3.001.060 1.570.924
-6.058 5 -295.716
-17.120 54 -1.421.381
457.824 -160.671 -6.441 290.712
2.320.561 -871.473 -20.626 1.428.462
-5.003 9.025 4.022
7.081 1.944 9.025
32
3.1
TOELICHTING
ALGEMEEN Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is een beleggingsfonds in de vorm van een besloten fonds voor gemene rekening met een open-end structuur dat is opgericht 29 maart 2010. De beheerder kan besluiten om onder omstandigheden de inkoop van participaties op te schorten. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is een paraplufonds bestaande uit verschillende series participaties, subfondsen genaamd, waarin afzonderlijk kan worden belegd. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is een initiatief van Zwitserleven en is bedoeld voor institutionele relaties. De beleggingsfondsen hebben tot doel het per subfonds afzonderlijk beleggen van vermogen in effecten, afgeleide producten en andere vermogenswaarden, ten behoeve van de participanten. Elk subfonds (hierna “fonds”) heeft zijn eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel en koersvorming. Ook de administratie van elk fonds is gescheiden door het gebruik van separate rekeningen. Het in een afzonderlijk fonds gestort kapitaal wordt afzonderlijk belegd. Zowel de kosten als de opbrengsten worden per fonds afzonderlijk verantwoord. Waardestijgingen en waardedalingen in de portefeuille van een fonds komen ten goede aan of ten laste van de houders van de desbetreffende serie participaties. Conform de Wet op het financieel toezicht (Wft) is er sprake van afgescheiden vermogens tussen de verschillende fondsen. Hoewel sprake is van (administratief) afgescheiden vermogens vormen de fondsen in juridische zin één geheel. Als beheerder van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen treedt op SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (“SBB” of “Beheerder”). De Beheerder is een 100%-deelneming van SNS REAAL N.V., welke statutair is gevestigd te Utrecht. Per 1 februari 2013 is, door de nationalisatie, de Nederlandse Staat de enige aandeelhouder van SNS REAAL N.V. Deze nationalisatie heeft geen invloed op SBB en het beheer van de fondsen. SBB heeft een vergunning op grond van artikel 2:65 Wft. Als bewaarder van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen treedt op Stichting Bewaarder Zwitserleven Beleggingsfondsen. Stichting Bewaarder Zwitserleven Beleggingsfondsen is juridisch eigenaar van of juridisch gerechtigd tot het vermogen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen dat door SBB wordt belegd. De vermogensbestanddelen worden door de bewaarder gehouden voor rekening en risico van de participanten. De verslagperiode heeft betrekking op de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. De fondsen zijn gevormd voor onbepaalde tijd en zijn niet genoteerd aan enige effectenbeurs Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht (Wft) zoals geldend per 21 juli 2013. Een beheerder die op 21 juli 2013 bevoegd in het kader van zijn beroep of bedrijf in Nederland alternatieve beleggingsinstellingen beheert, kan gebruik maken van een overgangsjaar. Aangezien SBB op 21 juli 2013 al in het bezit was van een Wftvergunning, houdt het overgangsjaar in dat de Wft-vergunning op 22 juli 2014 van rechtswege overgaat in een AIFMD-vergunning. Voor deze jaarrekening zijn de bepalingen van de oude Wft toegepast. Op onderdelen zijn in deze jaarrekening bewoordingen gehanteerd die afwijken van de modellen, omdat deze beter de inhoud van de post weergeven. Ter verbetering van het inzicht zijn op een aantal plaatsen de vergelijkende cijfers van de vorderingen en kortlopende schulden per 31 december 2012 aangepast. Het betreft hier niet de totalen van de vorderingen en kortlopende schulden maar de uitsplitsing naar de samenstellende onderdelen. Participaties worden door Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen alleen aangeboden aan gekwalificeerde beleggers in de zin van de Wft. De beheerder van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is voor het aanbieden van participaties in de beleggingsfondsen niet vergunningplichtig ingevolge de Wft, maar de beheerder beschikt conform artikel 2:69b Wft als vergunninghouder op grond van artikel 2:65 Wft over een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 2:69a Wft, op grond waarvan de beheerder de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen per eind april 2012 onder het vrijwillig toezichtregime van de Autoriteit Financiële Markten heeft geplaatst.
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Tenzij anders vermeld zijn alle bedragen in duizenden euro’s en worden de in de balans opgenomen posten gewaardeerd tegen marktwaarde. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen bestaat uit de volgende fondsen: nnZwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds nnZwitserleven Institutioneel Credits Fonds nnZwitserleven Medium Duration Fonds nnZwitserleven Long Duration Fonds nnZwitserleven Ultra Long Duration Fonds
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
33
Vreemde valuta De rapportage en functionele valuta van het fonds is de euro. Het fonds belegt alleen in vermogenstitels uitgegeven in euro’s of in voorlopers van deze munteenheid (oude nationale valuta). Criteria opname in de balans Een financieel instrument wordt in de balans opgenomen zodra het waarschijnlijk is dat toekomstige economische voordelen van het financiële instrument naar het beleggingsfonds zullen toevloeien. De reële waarde van een financieel instrument bij eerste opname is gelijk aan de kostprijs van een financieel instrument. Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het financieel instrument aan een derde worden overgedragen. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Beleggingen Transactiekosten Transactiekosten bij aankoop van beleggingen worden als onderdeel van de kostprijs geactiveerd en worden als onderdeel van de nietgerealiseerde waardeveranderingen op beleggingen in de winst- en verliesrekening verantwoord. Aan het einde van de verslagperiode zijn als gevolg hiervan geen transactiekosten geactiveerd. Transactiekosten bij verkoop van beleggingen worden als onderdeel van de gerealiseerde waardeveranderingen verantwoord. De transactiekosten van beleggingen worden verder niet toegelicht in de jaarrekening van de fondsen aangezien deze kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn. Beleggingen met een marktnotering Voor vastrentende waarden worden de relevante bid quotes gebruikt voor het bepalen van de reële waarde. Indien financiële instrumenten op verschillende effectenbeurzen zijn genoteerd, bepaalt de beheerder van welke effectenbeurs de koers in aanmerking wordt genomen. Beleggingen zonder marktnotering Niet aan een effectenbeurs genoteerde of verhandelde en eventuele incourante beleggingen worden gewaardeerd op basis van de voor deze beleggingen meest recente beschikbare informatie waarover de beheerder beschikt. De beheerder zal alles in het werk stellen om te beschikken over de meest recente informatie. Dit impliceert dat in tegenstelling tot beursgenoteerde beleggingen voor niet aan een effectenbeurs genoteerde en incourante beleggingen de waardering gedateerd kan zijn. Indien na vaststelling van de intrinsieke waarde van het fonds maar voorafgaand aan publicatie van de jaarrekening informatie beschikbaar komt, die leidt tot een materieel ander inzicht ten aanzien van de te publiceren intrinsieke waarde in de jaarrekening, dan zal dit in de jaarrekening worden verwerkt en toegelicht. De nadere informatie zal verwerkt worden bij de eerstvolgende vaststelling van de intrinsieke waarde. Voor vastrentende waarden wordt de reële waarde bepaald op basis van de contante waarde (rente en aflossingen) van de verwachte kasstromen op basis van de ultimo verslagperiode geldende marktrente rekening, houdend met relevante risico’s (kredietrisico; oninbaarheid) en looptijden. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde. Derivaten genoteerd aan en verhandeld op een effectenbeurs worden gewaardeerd tegen de meest recente slotkoers in de verslagperiode. Derivaten die niet genoteerd en verhandeld worden via een effectenbeurs worden gewaardeerd aan de hand van waarderingsmodellen welke gevoed worden door objectieve marktdata. Deposito’s Deposito’s worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde is nagenoeg gelijk aan de nominale waarde als gevolg van de korte looptijden van de betreffende instrumenten. Overige activa en passiva De overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De nominale waarde is nagenoeg gelijk aan de marktwaarde als gevolg van de korte looptijden van de betreffende posten. Verwerking van plaatsing en inkoop van participaties De uit hoofde van plaatsing respectievelijk inkoop van participaties ontvangen respectievelijk betaalde bedragen worden geheel verwerkt in het gestorte kapitaal van het desbetreffende fonds.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
34
Participaties als eigen vermogen Participatiehouders van het fonds hebben het recht om hun participatie terug te verkopen aan het fonds en participaties hebben daarmee een kenmerk van vreemd vermogen. De participaties van het fonds worden in de jaarrekening als eigen vermogen verantwoord, omdat de participaties aan de volgende kenmerken voldoen: nnde houder van de participatie heeft recht op een pro-rata deel van de netto activa in het beleggingsfonds; en nnde participatie is achtergesteld ten opzichte van alle andere instrumenten. Op- en afslagen bij toe- en uittredingen Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen biedt de participaties in Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds en Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds aan tegen intrinsieke waarde. De Beheerder kan in het belang van zittende participanten besluiten om een op- of afslag te hanteren, ter dekking van transactiekosten van aan- en verkopen van beleggingen. De Beheerder bepaalt per transactie de hoogte van de eventuele op- of afslag. Gedurende de verslagperiode heeft de Beheerder geen gebruik gemaakt van deze bevoegdheid. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen biedt de participaties in Zwitserleven Medium Duration Fonds, Zwitserleven Long Duration Fonds en Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds aan tegen de geldende intrinsieke waarde vermeerderd met een opslag. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen neemt participaties van deze fondsen terug tegen de geldende intrinsieke waarde minus een afslag. Deze op- of afslag komt geheel ten goede aan het betreffende fonds, opdat de aan- en verkoopkosten van de onderliggende financiële instrumenten worden gedekt. Tevens worden bestaande participanten in het fonds hierdoor beschermd tegen de kosten die worden gemaakt om eigen participaties uit te geven of in te kopen. Het staat de beheerder vrij om de op- dan wel afslag in neerwaartse zin te herzien, mits de gerelateerde kosten gedekt zijn. Participaties worden in principe dagelijks verhandeld. De huidige op- en afslagen, ontleend aan het prospectus d.d. 1 januari 2014, zijn als volgt. Voor de actuele op- en afslagen kunt u het prospectus raadplegen. OPSLAG BASISPUNTEN
Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
12,5 30 45
AFSLAG BASISPUNTEN
12,5 30 45
GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING Verantwoording van baten en lasten Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Het resultaat wordt voornamelijk bepaald door de (niet-)gerealiseerde waardeveranderingen van de beleggingen over de verslagperiode, onder aftrek van de aan de verslagperiode toe te rekenen kosten. Daarnaast bestaat het resultaat uit de directe beleggingsopbrengsten betreffende interest. De interestbaten betreft de bruto ontvangen rente op obligaties en deposito’s onder aftrek van provisie. De rente wordt verantwoord in de periode waarop zij betrekking heeft.
KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst van de liquide middelen, die gedurende de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop deze zijn aangewend. De kasstromen worden gesplitst naar beleggingsactiviteiten en financieringsactiviteiten. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen direct in de winst- en verliesrekening worden verantwoord. In het kasstroomoverzicht wordt het resultaat, door aanpassingen hierop tot kasstromen herleid.
FISCALE ASPECTEN Fiscale structuur Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is een besloten fonds voor gemene rekening dat niet belastingplichtig is in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965. Alle activa en passiva, alsmede de resultaten, worden pro rata naar aandeel en tijd toegerekend aan de houders van participaties. De fondsen kunnen de ingehouden dividendbelasting en buitenlandse bronbelasting niet zelf terugontvangen van de Nederlandse - of buitenlandse fiscus. Dit recht komt toe aan de houders van de participaties. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is derhalve een fiscaal transparant lichaam.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
35
FINANCIËLE RISICO’S EN BEHEERSINGSMAATREGELEN De activiteiten van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen kunnen voor Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen financiële risico’s van verscheidene aard met zich meebrengen. Aangezien elk fonds een eigen beleggingsbeleid voert, variëren deze risico’s per fonds. Om het beleggingsbeleid uit te voeren belegt elk fonds in individuele fondswaarden. Elk fonds belegt in verschillende financiële instrumenten, met een eigen risico. Deze risico’s bestaan uit marktrisico, renterisico, kredietrisico, risico in- en uitlenen van effecten (securities lending), valutarisico en verhandelbaarheidsrisico. De belangrijkste financiële risico’s van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen komen voort uit het beheer van beleggingsportefeuilles. Het beleid dat de beheerder van het fonds voert ten aanzien van deze risico’s wordt hieronder uiteengezet. Koersrisico De beleggingen van de fondsen zijn blootgesteld aan normale marktschommelingen en risico’s inherent aan het beleggen in financiële instrumenten. De waarde van de onderliggende beleggingen kan fluctueren en kan toe- of afnemen vanwege een groot aantal factoren, zoals verwachtingen ten aanzien van economische groei, inflatie en prijsontwikkeling op goederen- en valutamarkten. Daarnaast kan de waarde van de beleggingen fluctueren als gevolg van bijvoorbeeld politieke en monetaire ontwikkelingen. Marktrisico’s kunnen verschillen per beleggingscategorie maar nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen tot een bepaalde regio, sector en/of door keuze van individuele beleggingen. Het is mogelijk dat de beleggingen uit de hele markt of uit een bepaalde regio of sector dalen. Door middel van een zorgvuldige selectie en spreiding van de beleggingen van het fonds wordt getracht om het marktrisico te mitigeren. Met een actief beleid wordt vroegtijdig ingespeeld op de verwachtingen in de markt om zodoende te anticiperen op toekomstige trends in de markt. De beheerder kan de verdeling van de door hem geselecteerde beleggingen over de diverse categorieën aanpassen op basis van de marktvooruitzichten. Hieronder is een verdeling van de portefeuille naar landen en sectoren opgenomen. Deze overzichten geven inzicht in het koersrisico van de fondsen. Tabel 13: Landenverdeling obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
2.395.489 Beleggingen per 31 december 2013 895.438 885.512 323.334 170.965 31.514 15.728 15.366 12.455 10.056 9.244 5.662 4.006 3.766 2.682 2.310 1.530 1.390 1.285 1.121 768 679 678
Nederland Duitsland Frankrijk Oostenrijk Luxemburg Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten van Amerika Australië Italië België Spanje Ierland Zweden Zwitserland Denemarken Mexico Jersey Finland Tsjechië Hongkong Noorwegen Caymaneilanden
100,0 37,4 37,0 13,5 7,1 1,3 0,7 0,6 0,5 0,4 0,4 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
36
Tabel 14: Sectorallocatie obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
2.395.489 Beleggingen per 31 december 2013 2.173.822 82.092 63.852 20.519 12.106 12.053 8.698 7.356 5.045 3.511 2.787 2.063 1.058 527
Staat(sgegarandeerd) Banken Financiële conglomeraten Nutsbedrijven Kapitaalgoederen Telecommunicatiediensten Verzekeringen Consumenten Servicebedrijven Voeding en dranken Auto's Basisgoederen Technologie Media Energie
100,0 90,8 3,4 2,7 0,9 0,5 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0
Renterisico Het renterisico is het risico van verliezen als gevolg van renteontwikkelingen. De waarde van de beleggingen in vastrentende fondsen fluctueert als gevolg van verandering in marktrentes. Hierdoor zijn deze fondsen blootgesteld aan renterisico. Alle fondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen beleggen in vastrentende waarden en staan dus bloot aan een significant renterisico. Ter beperking van deze risico’s geldt een vaste bandbreedte als toegestane afwijking van de gemiddelde rentetypische looptijd van de portefeuille, de zogenoemde duration, ten opzichte van de vergelijkingsmaatstaf. De duration voor Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds mag maximaal twee jaar afwijken van de benchmark en voor Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds geldt een maximale afwijking van één jaar ten opzichte van de benchmark. De duration van een portefeuille geeft informatie over de gevoeligheid van de portefeuille voor fluctuaties in de marktrente. Hoe hoger de duration, hoe meer impact de rente heeft op de waarde van de portefeuille. De modified duration geeft een indicatie voor de relatieve mutatie in de waarde van de portefeuille bij een gegeven mutatie in de marktrente. Ook de verdeling van de verwachte cash flows in de tijd zegt iets over de rentegevoeligheid van het fonds. Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds, Zwitserleven Long Duration Fonds en Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds (de “Durationfondsen”) geldt dat het beleggingsbeleid is gericht op een portefeuille met een duration die ligt binnen een bepaalde bandbreedte. In Zwitserleven Medium Duration Fonds is de duration gebaseerd op een cashflowverdeling tussen de 1 en 15 jaar, in Zwitserleven Long Duration Fonds op een cashflowverdeling tussen de 16 en 30 jaar en in Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds op een cashflowverdeling tussen de 31 en 59 jaar. Bij alle fondsen is het gebruik van derivaten toegestaan. Bij Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds is gedurende de verslagperiode gebruik gemaakt van futures, bij de Durationfondsen is actief gebruik gemaakt van renteswaps. Het gebruik van derivaten binnen de Durationfondsen heeft tot doel het opbouwen van een portefeuille van beleggingen met een zeer lange duration. Fluctuatie van de rente, zowel omhoog als omlaag, zal een zeer sterk effect hebben op de waarde van de beleggingen (sterke daling respectievelijk sterke stijging). In de jaarrekening van alle fondsen zijn de gemiddelde resterende looptijden, het effectief rendement, het couponrendement en de modified duration opgenomen. In de specificatie van de beleggingen is ook het aflossingsjaar van de belegging gegeven. Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen(overheden of bedrijven) of debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. De kredietwaardigheid kan zich positief en negatief ontwikkelen. Bij een negatieve ontwikkeling kan een debiteur geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven (hij kan zijn rente- of aflossingsverplichtingen niet voldoen). Het is ook mogelijk dat de positie van de debiteur zodanig verslechtert dat het resultaat en/of de vermogenspositie negatieve gevolgen ondervindt. Verschillende rating agencies beoordelen de kredietwaardigheid van debiteuren en overheden. De inschatting van kredietwaardigheid wordt beïnvloed door zowel factoren die gelden voor een bepaalde onderneming, als door factoren die op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle ondernemingen in die sector. JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
37
Alle fondsen beleggen in vastrentende waarden en lopen dus een significant kredietrisico. Ter beperking van het kredietrisico gelden restricties voor de samenstelling van de vastrentende portefeuilles ten aanzien van geografische spreiding, verdeling over verschillende debiteurencategorieën, de minimale kwaliteit van de debiteur (‘rating’) en de omvang van de beleggingen per debiteur. Derivatentransacties mogen alleen worden aangegaan onder een ISDA Master Agreement en Credit Support Annex (CSA) met de betreffende tegenpartij. Ten aanzien van de Durationfondsen geldt als voorwaarde dat de tegenpartijen waarmee rentederivaten worden afgesloten banken zijn die als swap dealer optreden en ten tijde van het aangaan van een swap een minimale rating van A2/A hebben. De exposure op tegenpartijen ten gevolge van een gestegen marktwaarde van rentederivaten en daarmee het toegenomen kredietrisico wordt afgedekt door collateral zoals in de CSA gespecificeerd. Het kredietrisico als gevolg van derivatenposities is dus niet significant. Voor alle fondsen geldt bovendien dat als gevolg van vooral verkooptransacties kortlopende vorderingen ontstaan. De kortlopende vorderingen als gevolg van verkooptransacties kennen een zeer laag risico aangezien de onderliggende activa slechts worden geleverd tegen gelijktijdige ontvangst van het transactiebedrag. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van de beleggingen in vastrentende waarden, vorderingen en liquide middelen. Het maximale kredietrisico voor Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen bedraagt ultimo verslagperiode € 2.442.167 (in duizenden euro’s). Renteswaps zijn hierbij buiten beschouwing gelaten aangezien zoals gezegd het kredietrisico op deze derivaten wordt afgedekt door middel van collateral. Hieronder is voor vastrentende beleggingen de verdeling over categorieën van kredietwaardigheid (‘ratings’) aangegeven. In de toelichting op de jaarrekeningen van de fondsen is het maximale kredietrisico aangegeven. Tabel 15: Ratingverdeling obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
2.395.489 Beleggingen per 31 december 2013 912.817 1.359.922 56.920 65.830
AAA AA A BBB
100,0 38,1 56,8 2,4 2,7
Risico in- en uitlenen van effecten (securities lending) De beheerder kan voor rekening en risico van elk fonds effecten uitlenen (verbruiklening van effecten of securities lending genaamd). De effecten kunnen worden uitgeleend tot een maximum van 50% van de desbetreffende portefeuillewaarde van het betreffende fonds. KAS BANK opereert bij het uitlenen van effecten in dit programma als ‘principaal intermediair’ hetgeen wil zeggen dat KAS BANK bij iedere securities lending transactie optreedt als enige tegenpartij. Het tegenpartij risico – het in gebreke blijven bij het nakomen van verplichtingen – blijft dus beperkt tot één partij (KAS BANK). Ter beperking van het tegenpartijrisico worden zekerheden verkregen. Gebruikelijke zekerheden zijn onder meer (staats)obligaties en aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven. Dagelijks wordt beoordeeld of de verkregen zekerheden nog toereikend zijn in vergelijking met de onderliggende waarde van de uitgeleende financiële instrumenten (marked-to-market). De marktwaarde van ontvangen zekerheden is hoger dan de waarde van de uitgeleende posities om het risico van fluctuaties in de marktwaarde te beperken. Bij aandelen wordt 105% en bij obligaties 102% van de waarde van de uitgeleende posities ontvangen. In het jaar 2013 hebben securities lending activiteiten plaatsgevonden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de waarde van de uitgeleende posities van het securities lending programma ultimo december 2013. Tabel 16: Uitgeleende posities in fondsen WAARDE UITGELEEND In duizenden euro’s
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Stand ultimo periode
31-12-2013
13.559 12.289 241.845 442.889 380.613 1.091.195
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
31-12-2012
13.416 11.676 132.377 193.588 203.448 554.505
WAARDE ONDERPAND 31-12-2013
14.025 12.699 248.191 454.746 390.261 1.119.922
31-12-2012
13.691 11.920 135.025 197.461 207.499 565.596
38
Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen heeft als onderpand voor uitgeleende beleggingen obligaties en aandelen ontvangen met een tegenwaarde van € 1.120 miljoen ontvangen aan het einde van de verslagperiode. De opbrengsten van de uitleentransacties komen na aftrek van een marktconforme vergoeding van 20% voor de dienstverlening door KAS BANK ten goede aan de fondsen. Valutarisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover dit niet de euro betreft. Voor Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds en Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds geldt dat alle beleggingen in euro’s luiden. Voor de Durationfondsen geldt dat het beleggingsuniversum bestaat uit vermogenstitels uitgegeven in euro’s of in voorlopers van deze munteenheid (oude nationale valuta). Derhalve staat geen van de fondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen bloot aan een valutarisico. In de overzichten van beleggingen van de fondsen is aangegeven in welke valuta de verschillende beleggingen luiden. Verhandelbaarheidrisico De mate van verhandelbaarheid van de effecten is van invloed op de hoogte van de feitelijke aankoop- en verkoopkoersen. Ter beperking van de verhandelbaarheidsrisico’s wordt in het algemeen belegd in goed verhandelbare, beursgenoteerde effecten. Daarnaast wordt bij beleggingsbeslissingen onder meer de omzet op de beurs van de betreffende effecten meegewogen. Tevens wordt de omvang van de uitstaande lening bij beleggingen in obligaties meegewogen. Deze hoge mate van verhandelbaarheid vormt tevens de basis voor het tijdig realiseren van de uitkering bij inkoop van eigen participaties door Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen en de fondsen lopen dus geen significant verhandelbaarheidsrisico.
UITBESTEDINGSRISICO EN MONITORING VAN RISICO’S SBB heeft het vermogensbeheer van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen uitbesteed aan SNS Asset Management N.V. Met SNS Asset Management N.V. is een vermogensbeheerovereenkomst gesloten, waarin de beleggingsrestricties zijn uitgewerkt. Deze beleggingsrestricties zijn een gedetailleerde en concrete uitwerking van de in deze paragraaf genoemde restricties aan het beleggingsbeleid. SNS Asset Management N.V. bewaakt middels hun risicomanagementsysteem de beleggingsportefeuilles zodat deze steeds voldoen aan bedoelde restricties. De Beheerder toetst op basis van de rapportages van SNS Asset Management N.V. of voldaan wordt aan de overeengekomen beleggingsrestricties. SBB gebruikt hiervoor onder andere ISAE 3402 Type II verklaringen. De Beheerder bewaakt tevens het voldoen aan wet- en regelgeving. Er is periodiek overleg tussen de directie van SBB en de afdelingen Juridische Zaken en Fiscale Zaken. Daarnaast is een Compliance Officer functie ingeregeld, belast met het bewaken van het voldoen aan wet- en regelgeving. Gedurende de verslagperiode hebben er zich geen overtredingen voorgedaan op dit vlak.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
39
3.1.1 BALANS
1
BELEGGINGEN In duizenden euro’s
Obligaties Renteswaps Stand ultimo periode
31-12-2013
2.395.489 -51.538 2.343.951
31-12-2012
2.238.827 8.283 2.247.110
Obligaties In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2013 T/M 31-12-2013
2.238.827 694.062 -335.450 -767 -8.106 -193.077 2.395.489
01-01-2012 T/M 31-12-2012
726.982 3.001.060 -1.570.924 -29.237 52.472 2.238.827
Renteswaps In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2013 T/M 31-12-2013
8.283 --1.823 1.793 -59.791 -51.538
01-01-2012 T/M 31-12-2012
----8.283 8.283
Ultimo verslagperiode zijn beleggingen uitgeleend met een totale waarde van € 1.091 miljoen. Hiervoor is onderpand ontvangen met een tegenwaarde van € 1.120 miljoen. Tabel 17: Beleggingen per fonds In duizenden euro’s
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Stand ultimo periode
31-12-2013
49.220 131.580 528.547 895.385 739.220 2.343.952
31-12-2012
47.713 155.394 439.887 872.792 731.324 2.247.110
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de jaarrekeningen van de fondsen.
2
VORDERINGEN Onder vorderingen zijn opgenomen: In duizenden euro’s
Lopende rente obligaties Lopende rente renteswaps Totaal
31-12-2013
38.844 3.812 42.656
31-12-2012
35.756 842 36.598
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
3
LIQUIDE MIDDELEN Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. De liquide middelen staan ter vrije beschikking. JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
40
4
KORTLOPENDE SCHULDEN Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2013
Te betalen service fee Totaal
31-12-2012
82 82
77 77
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder welke als een gelieerde partij is te beschouwen.
5
FONDSVERMOGEN Het fondsvermogen is als volgt over de fondsen verdeeld: In duizenden euro’s
31-12-2013
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
50.453 135.317 541.519 910.578 752.680 2.390.547
31-12-2012
49.700 159.603 449.900 886.165 747.288 2.292.656
Verloop aantal participaties per fonds in 2013 STAND PER 1 JANUARI
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
4.529.596 13.631.679 17.861.534 34.472.040 28.912.518 99.407.367
UITGEGEVEN PARTICIPATIES
864.967 1.881.871 4.591.888 7.089.207 5.933.181 20.361.114
INGEKOCHTE PARTICIPATIES
-497.737 -3.733.389 -559.975 -2.502.903 -1.635.856 -8.929.860
STAND PER 31 DECEMBER
4.896.826 11.780.161 21.893.447 39.058.344 33.209.843 110.838.621
Fondsvermogen In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2013 T/M 31-12-2013
2.292.656 457.824 -160.671 -6.441 -192.821 2.390.547
01-01-2012 T/M 31-12-2012
748.381 2.320.561 -871.473 -20.626 115.813 2.292.656
41
3.1.2 WINST- EN VERLIESREKENING
6
OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN Onder opbrengsten uit beleggingen wordt de verdiende interest verantwoord. Opbrengsten uit beleggingen per beleggingsfonds In duizenden euro’s
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
1.593 5.292 16.198 19.936 23.644 66.663
01-01-2012 T/M 31-12-2012
7.556 12.117 1.904 2.136 2.171 25.884
7
GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VAN BELEGGINGEN De gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de verkoopopbrengst (inclusief verkoopkosten) de historisch gemiddelde kostprijs in mindering te brengen. De aan- en verkoopkosten van de beleggingen vormen onderdeel van de (niet-)gerealiseerde waardeveranderingen van de beleggingen. De transactiekosten kunnen niet geïdentificeerd en gekwantificeerd worden. Gerealiseerde waardeveranderingen per beleggingsfonds In duizenden euro’s
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-722 -974 -412 -2.645 -1.559 -6.312
01-01-2012 T/M 31-12-2012
22.569 10.338 -1.633 -857 -1.180 29.237
8
NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VAN BELEGGINGEN De niet-gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de balanswaarde ultimo verslagperiode de balanswaarde aan het begin van de verslagperiode in mindering te brengen dan wel de gemiddelde kostprijs van de aankopen gedurende de verslagperiode. De aan- en verkoopkosten van de beleggingen vormen onderdeel van de (niet-)gerealiseerde waardeveranderingen van de beleggingen. De transactiekosten kunnen niet geïdentificeerd en gekwantificeerd worden. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen per beleggingsfonds In duizenden euro’s
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-2.295 -1.221 -23.449 -103.703 -122.199 -252.867
01-01-2012 T/M 31-12-2012
3.711 10.179 2.438 21.933 22.494 60.755
42
9
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN Onder de overige bedrijfsopbrengsten worden rente op de rekening courant en security lending fees verantwoord. Tabel 18: Overige bedrijfsopbrengsten In duizenden euro’s
Rente rekening courant Security lending fees Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-623 623
01-01-2012 T/M 31-12-2012
3 213 216
Securities lending fees Ter verhoging van het totale beleggingsresultaat kunnen door de Beheerder financiële instrumenten uit alle fondsen worden uitgeleend aan andere financiële instellingen. De feeverdeling tussen de Beheerder en KAS BANK bedraagt respectievelijk 80% en 20%. De opbrengsten van verbruiklening van effecten vanuit het securities lending programma komen na aftrek van de kosten van de custodian die securities lending operationeel voor de Beheerder uitvoert ten gunste van het resultaat van het desbetreffende fonds en komen derhalve volledig ten goede aan de participanten. De opbrengsten worden achteraf ontvangen en op kasbasis verantwoord.
BEDRIJFSLASTEN Service fee De beheerder brengt de fondsen een service fee in rekening. De service fee dient ter dekking van kosten van de bewaarder, kosten van administratie, oprichtings- en introductiekosten en bewaargeving van effecten, alsmede van alle andere operationele kosten zoals die van toezicht en registratie, accountantscontrole, verslaggeving en participantenvergaderingen. De service fee bedraagt op jaarbasis 0,040% van het gemiddelde fondsvermogen. Maandelijks wordt hiertoe 1/12 deel van 0,040% in rekening gebracht over waarde van het fonds aan het einde van de maand. Per 1 april 2012 is dit gewijzigd zodat niet langer het fondsvermogen per einde maand gehanteerd wordt. In plaats daarvan wordt het gemiddelde fondsvermogen (op basis van fondsomvang per dagultimo) over de maand gebruikt. Met ingang van 1 februari 2012 is de service fee van de fondsen met 0,005% verhoogd van 0,035% naar 0,040% op jaarbasis. In de service fee zijn inbegrepen de kosten voor het beheer van het fondsvermogen door de beheerder. Wanneer het vermogensbeheer aan een derde partij wordt uitbesteed, zullen deze kosten apart in rekening worden gebracht bij het desbetreffende fonds. Eventuele voordelen uit hoofde van (gedeeltelijk) retour ontvangen beheerkosten van deze derde partijen komen geheel ten gunste van het desbetreffende fonds. Totale service fee per beleggingsfonds In duizenden euro’s
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
19 53 196 356 304 928
01-01-2012 T/M 31-12-2012
74 106 22 42 35 279
LOPENDE KOSTENFACTOR De lopende kostenfactor (LKF) van een beleggingsfonds omvat alle kosten die in een jaar ten laste van het fonds zijn gebracht, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten. De lopende kostenfactor wordt uitgedrukt in procenten van het gemiddeld fondsvermogen van het desbetreffende fonds. Het gemiddelde fondsvermogen is berekend op basis van de frequentie van het afgeven van de intrinsieke waarde of ‘net asset value’ (NAV). Alle afgegeven NAV’s gedurende de verslagperiode worden opgeteld en gedeeld door het aantal afgegeven NAV’s. De service fees zijn de enige kosten die bij het fonds in rekening worden gebracht. De lopende kostenfactor kan afwijken van de service fee door fluctuaties in het vermogen en de gehanteerde berekeningssystematiek van de lopende kostenfactor.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
43
10
Lopende kostenfactor (LKF) ten opzichte van totale service fee LOPENDE KOSTENFACTOR 2013
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
0,040% 0,040% 0,040% 0,040% 0,040%
2012
0,038% 0,041% 0,041% 0,040% 0,039%
SERVICE FEE 2013
0,040% 0,040% 0,040% 0,040% 0,040%
2012 1
0,040% 0,040% 0,040% 0,040% 0,040%
1) Met ingang van 1 februari 2012 is de service fee van de fondsen met 0,005% verhoogd van 0,035% naar 0,040% op jaarbasis.
OMLOOPFACTOR De omloopfactor van de activa geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille van het fonds. Op deze manier wordt inzicht gegeven in de mate waarin er actief beheer plaatsvindt in de beleggingsportefeuille. De Omloopfactor wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 – Totaal 2) / X] * 100 Totaal 1: het totaal bedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgiftes + inkopen) van deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling X: de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. De gemiddelde intrinsieke waarde is berekend op basis van de frequentie van het afgeven van de intrinsieke waarde (NAV). Alle afgegeven NAV’s gedurende de verslagperiode worden opgeteld en gedeeld door het aantal afgegeven NAV’s. Omloopfactor 2013
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
218,12% 105,32% 6,83% 8,41% 7,83%
2012
202,75% 41,90% 84,65% 7,99% 55,21%
TRANSACTIEKOSTEN De kosten van de onderliggende beleggingstransacties in de beleggingsfondsen zijn inbegrepen in de aan- en verkoopprijzen van de betreffende transacties. De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
ACCOUNTANTSKOSTEN De Beheerder brengt aan ieder afzonderlijk fonds een service fee in rekening. De Beheerder betaalt de accountantskosten uit deze service fee. De accountantskosten die bij de Beheerder over 2013 in rekening worden gebracht bedragen € 19.400 (geheel 2012: € 14.400) exclusief BTW. De accountantskosten zijn niet verder te kwantificeren per fonds en worden daarom niet verder toegelicht in de jaarrekening van de fondsen.
VIJFJARENOVERZICHT Het vijfjarenoverzicht is per fonds opgenomen in de toelichting op de jaarcijfers van de fondsen.
WERKNEMERS Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen heeft geen werknemers in dienst.
BELONING DIRECTIE De directie van de beheerder van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, SBB, ontvangt geen beloning in de zin van artikel 2:383 BW ten laste van het fonds. JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
44
3.1.3 OVERIGE TOELICHTINGEN
TRANSACTIES GELIEERDE PARTIJEN Gelieerde ondernemingen zijn ondernemingen die direct of indirect organisatorisch en/of financieel verbonden zijn aan Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Zwitserleven treedt op als verzekeraar. De verzekeraar gebruikt deze fondsen in de verzekeringsproducten die ze aanbiedt. Als gevolg van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo) worden alle ondernemingen die behoren tot de SNS REAAL Groep aangemerkt als gelieerde partijen. Dit zijn onder andere ASN Bank N.V., SNS Bank N.V., SNS REAAL N.V., SNS Asset Management N.V., SNS Securities N.V. en SBB. Transacties met gelieerde partijen die niet marktconform zijn dienen op grond van het Besluit te worden vermeld. SBB brengt een service fee in rekening aan Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Deze service fee is conform het prospectus in rekening gebracht. De service fee is opgenomen in de winst- en verliesrekening van de beleggingsfondsen en bedraagt in de verslagperiode € 928 duizend. Daarnaast worden effectentransacties uitgevoerd door gelieerde partijen welke in de verslagperiode € 44,7 miljoen bedragen. Deze effectentransacties met gelieerde partijen geschieden tegen marktconforme voorwaarden. SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. en SNS Asset Management N.V. hebben tegen marktconforme tarieven een overeenkomst gesloten met betrekking tot het vermogensbeheer als ook de administratie van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen.
SOFTDOLLAR-ARRANGEMENTEN EN RETOURPROVISIES Softdollar-arrangementen betreffen diensten en producten van (financiële) dienstverleners, die in het kader van uitvoering van effectentransacties aan vermogensbeheerders ter beschikking worden gesteld. Deze diensten en producten worden bekostigd uit de opbrengsten van effectentransacties. De softdollar-arrangementen van de betreffende vermogensbeheerders hebben uitsluitend betrekking op research rapporten. De waarde hiervan is niet te kwantificeren. In de verslagperiode hebben de vermogensbeheerders, aan wie het vermogensbeheer is uitbesteed, geen retourprovisies ontvangen van partijen die effectentransacties hebben uitgevoerd.
UITBESTEDING WERKZAAMHEDEN Voor haar werkzaamheden als beheerder van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen maakt SBB gebruik van diensten van derden. De uitgangspunten van de samenwerking met de dienstverlenende instellingen zijn schriftelijk vastgelegd in overeenkomsten. In deze overeenkomsten zijn onder meer bepalingen opgenomen die waarborgen dat SBB kan voldoen aan de eisen welke voortvloeien uit de Wft. Voorts zijn in de overeenkomsten bepalingen opgenomen met betrekking tot prestatienormen, onderlinge informatieverschaffing en de vergoeding. De vergoeding voor uitbestede werkzaamheden komt volledig ten laste van SBB, behalve als het vermogensbeheer uitbesteed wordt aan een derde partij. Het beleggingsbeleid, op basis waarvan het vermogensbeheer van de desbetreffende fondsen plaatsvindt, wordt altijd door SBB vastgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de werkzaamheden waarvoor SBB opdracht aan derden heeft gegeven: Werkzaamheden Uitvoering van het vermogensbeheer van alle fondsen Uitvoering van de beleggingsadministratie Bewaring (custodian) Bewaring (depositary)
Dienstverlenende instelling SNS Asset Management N.V. SNS Asset Management N.V. KAS BANK N.V. Stichting Bewaarder Zwitserleven Beleggingsfondsen
SBB is te allen tijde bevoegd om de samenwerking met genoemde dienstverlenende instellingen te beëindigen en de taken uit te besteden aan andere bevoegde instellingen, dan wel zelf ter hand te nemen. Van de vermogensbeheerder ontvangt SBB op kwartaalbasis ‘in control’ statements. Voor toezicht op de uitbesteding van de administratie aan SNS Asset Management richt SBB zich op de ISAE 3402 type II verklaringen. Utrecht, 14 april 2014 Directie van SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. B. Blocq B.W.J. Lind
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
45
4 JAARREKENING 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
46
4.1
ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL GOVERNMENT BONDS 10+ FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2013
31-12-2012
1 2
49.220 1.075
47.713 1.098
3 4
160 2 1.233 50.453
891 2 1.987 49.700
42.026 9.858 -1.431 50.453
38.379 -22.559 33.880 49.700
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Futures Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
REF.
2013
6
Bedrijfslasten Service fee Som der bedrijfslasten Resultaat
2012
1.593 -722 -656 -66 -2.295 12 -1.412
7.556 22.569 22.569 -3.711 118 33.954
19 19
74 74
-1.431
33.880
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2013
2012
-1.431
33.880
722 2.295 -61.504 56.980
-22.569 -3.711 -218.927 576.084
23 --2.915
8.038 -10 372.785
9.001 -5.353 -1.464 2.184
15.645 -379.552 -8.884 -372.791
-731 891 160
-6 897 891
47
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op de jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS Beleggingen In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen / lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2013 T/M 31-12-2013
47.713 61.504 -56.980 -722 -2.295 49.220
1
01-01-2012 T/M 31-12-2012
378.590 218.927 -576.084 22.569 3.711 47.713
In de verslagperiode zijn geen aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Ultimo verslagperiode zijn beleggingen uitgeleend met een totale waarde van € 13,6 miljoen. Hiervoor is onderpand ontvangen met een tegenwaarde van € 14,0 miljoen. Koersrisico Koersrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve een significant renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij het aflossingsjaar van de belegging. 31-12-2013
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
2,65% 3,43% 15,58 jaar 10,82
31-12-2012
2,24% 3,56% 18,35 jaar 12,82
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Dit fonds belegt in vastrentende waarden en loopt dus een significant kredietrisico. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen, vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds betreft dit: € 50,5 miljoen. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
48
Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
Beleggingen per 31 december 2013
1.600.000 600.000 700.000 400.000 300.000
Obligaties binnenland 3,75% NEDERLAND 4% NEDERLAND 5,5% NEDERLAND 2,25% NETHERLANDS 3,75% NETHERLANDS
49.220
15-01-2023 15-01-2037 15-01-2028 15-07-2022 15-01-2042
EUR EUR EUR EUR EUR
Obligaties buitenland
1.350.000
4% 2,25% 4,5% 4% 5,5% 5%
BELGIUM BELGIUM BELGIUM BELGIUM KINGDOM BELGIUM KINGDOM BELGIUM KINGDOM
Caymaneilanden 0% SIGMA FINANCE
28-03-2032 22-06-2023 28-03-2026 28-03-2022 28-03-2028 28-03-2035
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
6.451 385 390 1.164 2.263 529 1.720
09-03-2009
EUR
0 0
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
18.776 1.211 1.393 1.087 593 740 659 3.061 1.648 71 1.106 1.785 971 2.496 1.955
Duitsland 1.000.000 1.000.000 850.000 400.000 500.000 500.000 2.200.000 1.600.000 75.000 1.145.000 1.300.000 1.000.000 2.325.000 1.780.000
4% 5,5% 4,75% 6,25% 6,5% 4,75% 6,25% 2% 2,5% 1,5% 4,75% 1,5% 2,5% 3,25%
DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY
04-01-2037 04-01-2031 04-07-2028 04-01-2030 04-07-2027 04-07-2034 04-01-2024 04-01-2022 04-07-2044 15-05-2023 04-07-2040 15-02-2023 04-01-2021 04-07-2042
Frankrijk 850.000 1.100.000 1.765.000 1.900.000 1.400.000 1.900.000 800.000 1.100.000 3.300.000
4% 4,5% 2,5% 3,25% 5,75% 5,5% 4% 4% 4,25%
1.000.000 250.000 500.000 500.000 500.000
Oostenrijk 3,65% 3,15% 4,15% 3,4% 6,25%
4.223 1.816 714 936 407 350 44.997
België 350.000 400.000 1.000.000 2.000.000 412.000 1.375.000
MARKTWAARDE
FRANCE FRANCE FRANCE FRANCE FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF)
25-04-2060 25-04-2041 25-10-2020 25-10-2021 25-10-2032 25-04-2029 25-04-2055 25-10-2038 25-10-2023
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
16.534 949 1.323 1.855 2.075 1.920 2.480 890 1.225 3.817
AUSTRIA AUSTRIA AUSTRIA AUSTRIA AUSTRIA
20-04-2022 20-06-2044 15-03-2037 22-11-2022 15-07-2027
EUR EUR EUR EUR EUR
3.236 1.124 258 599 551 704
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
49
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
MARKTWAARDE
Futures 600.000 -2.400.000
EURO BUXL FUTURE MAR14 EURO BUND FUTURE MAR14
----
10-03-2014 10-03-2014
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor alle financiële instrumenten die zich in de portefeuille van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds bevinden (€ 49.220), is de reële waarde afgeleid van ter beurze genoteerde marktprijzen waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Sectorallocatie In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
49.220 Beleggingen per 31 december 2013
100,0
49.220 Staat(sgegarandeerd)
100,0
Landenverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
49.220 Beleggingen per 31 december 2013 18.776 16.534 6.451 4.223 3.236
Duitsland Frankrijk België Nederland Oostenrijk
100,0 38,1 33,6 13,1 8,6 6,6
Ratingverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
49.220 Beleggingen per 31 december 2013 18.776 AAA 30.444 AA
%
100,0 38,1 61,9
Aflossing van de beleggingen In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
49.220 Beleggingen per 31 december 2013
100,0
20.519 Aflossing tussen de vijf en tien jaar 28.701 Aflossing na tien jaar
41,7 58,3
2
Vorderingen Onder vorderingen is opgenomen: In duizenden euro’s
Lopende rente obligaties Totaal
31-12-2013
1.075 1.075
31-12-2012
1.098 1.098
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Liquide middelen Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
50
3
4
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2013
31-12-2012
Te betalen service fee Totaal
2 2
2 2
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
5
Fondsvermogen 01-01-2013 T/M 31-12-2013
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
49.700 9.001 -5.353 -1.464 -1.431 50.453
01-01-2012 T/M 31-12-2012
388.611 15.645 -379.552 -8.884 33.880 49.700
Vijfjarenoverzicht 1 In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2013
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2010
50.453 -1.431 4.896.826
49.700 33.880 4.529.596
388.611 19.132 39.790.539
535.425 -11.525 55.044.872
10,30 0,35 0,33 -0,62 0,00 0,00 -0,29
10,97 0,33 1,67 5,80 0,03 0,02 7,48
9,77 0,33 0,59 0,10 0,00 0,00 0,48
9,73 0,38 0,32 -0,53 0,00 0,00 -0,21
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 2 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige opbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 3
1) Het fonds is in 2010 gestart en bestaat dus nog geen vijf jaar. 2) Vanaf 2012 is dit het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend. Tot 2012 betreft het dividendvoorstel over het betreffende jaar wat in het volgende boekjaar wordt uitgekeerd. 3) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode.
WINST- EN VERLIESREKENING
6
Overige bedrijfsopbrengsten In duizenden euro’s
Security lending fees Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
12 12
01-01-2012 T/M 31-12-2012
118 118
Lopende kostenfactor De lopende kostenfactor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten. Aangezien de voorgeschreven wijze van berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde met ingang van de huidige verslagperiode is aangepast, is ten behoeve van een zuiver vergelijk het gemiddelde fondsvermogen gedurende de verslaperiode 2012 herrekend en daarmee ook de lopende kostenfactor.
In duizenden euro’s
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode Lopende kostenfactor
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2013 T/M 31-12-2013
19 47.740 0,040%
01-01-2012 T/M 31-12-2012
74 190.827 0,039%
51
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 218,12% (2012: 202,75%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten Transactiekosten zijn onderdeel van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen. De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
52
4.2
ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL CREDITS FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2013
31-12-2012
1 2
131.580 2.985
155.394 3.746
3 4
756 4 3.737 135.317
468 5 4.209 159.603
123.571 8.678 3.068 135.317
145.948 -18.971 32.626 159.603
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
REF.
2013
6
Bedrijfslasten Service fee Som der bedrijfslasten Resultaat
2012
5.292 -974 -1.221 24 3.121
12.117 10.338 10.179 98 32.732
53 53
106 106
3.068
32.626
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2013
2012
3.068
32.626
974 1.221 -92.500 114.119
-10.338 -10.179 -86.990 300.505
761 -1 27.642
6.596 -6 232.214
21.572 -43.949 -4.977 -27.354
28.968 -250.019 -11.742 -232.793
288 468 756
-579 1.047 468
53
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op de jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS Beleggingen In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen / lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2013 T/M 31-12-2013
155.394 92.500 -114.119 -974 -1.221 131.580
1
01-01-2012 T/M 31-12-2012
348.392 86.990 -300.505 10.338 10.179 155.394
In de verslagperiode is 1,73% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn beleggingen uitgeleend met een totale waarde van € 12,3 miljoen. Hiervoor is onderpand ontvangen met een tegenwaarde van € 12,7 miljoen. Koersrisico Koersrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s en sectoren. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve een significant renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij het aflossingsjaar van de belegging. 31-12-2013
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
2,60% 4,00% 5,20 jaar 4,40
31-12-2012
2,08% 4,18% 4,99 jaar 4,17
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Dit fonds belegt in vastrentende waarden en loopt dus een significant kredietrisico. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen, vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds betreft dit: € 135,3 miljoen. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
54
Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
Beleggingen per 31 december 2013
131.580
Obligaties binnenland 1.000.000 750.000 1.000.000 800.000 700.000 450.000 750.000 300.000 100.000 400.000 600.000 475.000 500.000 250.000 500.000 300.000 940.000 600.000 250.000 200.000 500.000 700.000 500.000 300.000 500.000 400.000 400.000 800.000 600.000 600.000 602.000 1.509.000 600.000 1.490.000 250.000 400.000 100.000 500.000 693.000 650.000 610.000 900.000 387.000
4,25% 7,125% 7,375% 3,25% 5,75% 4,375% 3,875% 2,375% 5% 4,25% 9% 5,75% 6% 5,5% 5,25% 2,5% 6,125% 4,875% 3,625% 3,5% 3,5% 5,75% 4,875% 4,25% 2,875% 3% 6,125% 4,75% 6,5% 4,5% 4,125% 4,75% 3,875% 3,375% 4,125% 6,625% 3% 4,625% 3,25% 3,125% 3,875% 3,25% 6,375%
ABN AMRO BANK ABN AMRO BANK ACHMEA ALLIANDER NV ALLIANZ ALLIANZ FINANCE BMW COCA-COLA CRH FINANCE DELTA LLOYD DELTA LLOYD LEV DEUTSCHE TELEKOM DEUTSCHE TELEKOM E.ON INTL E.ON INTL ELSEVIER FIN ELM ENBW INTL FIN ENEL FINANCE ENEL FINANCE GAS NATURAL FENO HEINEKEN HIT FINANCE HIT FINANCE IBERDROLA IBERDROLA IBERDROLA ING ING GROEP KPN KPN LANXESS FINANCE RABOBANK RABOBANK RABOBANK RABOBANK RWE RWE TENNET TENNET VAN LANSCHOT VOLKSWAGEN VOLKSWAGEN WOLTERS KLUWER
27.163 11-04-2016 06-07-2022 16-06-2014 27-11-2099 08-07-2041 29-12-2049 18-01-2017 18-06-2020 25-01-2019 17-11-2017 29-08-2042 14-04-2015 20-01-2017 19-01-2016 08-09-2015 24-09-2020 07-07-2039 11-03-2020 17-04-2018 15-04-2021 19-03-2024 09-03-2018 27-10-2021 11-10-2018 11-11-2020 31-01-2022 29-05-2023 31-05-2017 15-01-2016 04-10-2021 23-05-2018 15-01-2018 25-07-2023 21-04-2017 14-07-2025 31-01-2019 17-01-2024 21-02-2023 09-02-2015 05-06-2018 04-09-2099 21-01-2019 10-04-2018
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Obligaties buitenland
550.000 400.000 1.000.000 200.000
Australië 3,75% 4,25% 6,75% 4,25%
AUST & NZ BNKING COMMONW BNK AUS NTL AUSTRALIA BK WESTPAC BANKING
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
MARKTWAARDE
1.073 900 1.029 812 783 468 813 297 113 430 722 506 571 273 538 301 1.222 665 265 208 522 800 558 330 507 399 444 884 663 653 657 1.702 601 1.595 275 487 99 571 712 660 632 964 459 104.417
10-03-2017 10-11-2016 26-06-2023 22-09-2016
EUR EUR EUR EUR
2.416 593 436 1.170 217
55
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
België 500.000 600.000 1.100.000 450.000
2,875% 8,625% 2,875% 4,25%
AB INBEV ANHEUSER EANDIS FORTIS BANK
MARKTWAARDE
25-09-2024 30-01-2017 09-10-2023 23-03-2021
EUR EUR EUR EUR
2.793 497 735 1.095 466
700.000 350.000
Caymaneilanden 3,75% HUTCHISON 0% SIGMA FINANCE
10-05-2099 09-03-2009
EUR EUR
678 678 0
550.000 600.000 600.000 422.000
Denemarken 2,625% 3,875% 3,875% 6,5%
CARLSBERG DANSKE BANK DANSKE BANK DONG ENERGY
15-11-2022 04-10-2023 28-02-2017 07-05-2019
EUR EUR EUR EUR
2.310 534 611 648 517
700.000 1.050.000 800.000 500.000 740.000 200.000
Duitsland 5,625% 5,125% 5% 2,125% 4,625% 2%
ALLIANZ DEUTSCHE BANK LB BADEN-WUERT MAN AG RWE VIER GAS TRANS
17-10-2042 31-08-2017 29-12-2015 13-03-2017 28-09-2049 12-06-2020
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
4.304 776 1.198 861 515 757 197
20-06-2016 08-09-2017
EUR EUR
1.285 598 687
01-02-2018 20-03-2019 18-01-2023 18-01-2018 12-01-2017 21-01-2019 29-10-2049 16-04-2040 22-01-2019 24-10-2022 07-03-2016 07-09-2017 29-10-2019 18-07-2023 31-05-2016 25-04-2021 24-10-2018 08-02-2017 10-04-2014 26-05-2021 24-05-2021 13-02-2019 27-04-2021 29-01-2099 02-12-2016 14-01-2021 28-01-2033
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
27.111 687 631 300 675 440 338 608 641 600 714 1.054 310 700 735 1.342 593 690 326 505 223 584 766 992 722 634 705 737
Finland 550.000 650.000
600.000 500.000 300.000 600.000 400.000 300.000 570.000 600.000 600.000 700.000 1.000.000 275.000 650.000 700.000 1.242.000 550.000 600.000 300.000 500.000 200.000 500.000 700.000 1.000.000 700.000 600.000 650.000 500.000
4,5% FORTUM 3% POHJOLA BANK Frankrijk 5,971% 7,375% 2,875% 5,125% 5% 4,875% 6,211% 5,25% 4,375% 2,875% 3,5% 5,431% 3,641% 4,625% 4,375% 3,875% 5,25% 4,379% 4,875% 4,726% 5% 3,875% 2,25% 4,25% 3% 3,875% 8,125%
ACAFP ASF ASF AUTOROUTES PARIS AUTOROUTES PARIS AUTOROUTES PARIS AXA AXA BNP PARIBAS BNP PARIBAS BNP PARIBAS BNP PARIBAS BOUYGUES BPCE BQUE FED CR MUT CARREFOUR CARREFOUR CASINO GUICHARD CASINO GUICHARD CASINO GUICHARD CIE FIN ET INDUS CREDIT AGRICOLE ELECT DE FRANCE ELECT DE FRANCE GROUPE AUCHAN ORANGE S.A. ORANGE S.A.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
56
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
600.000 600.000 1.100.000 500.000 700.000 1.000.000 900.000 350.000 800.000 600.000 600.000 200.000 600.000 800.000
3,125% 3,75% 2,875% 4% 4% 2,375% 4,75% 5% 2,25% 3,875% 4,339% 4,247% 3,375% 4,125%
700.000
NAAM
PPFP RCI BANQUE RTE EDF TRANS SAINT-GOBAIN SOCIETE GENERALE SOCIETE GENERALE SOCIETE GENERALE SUEZ SUEZ SUEZ TOTAL INFRA VEOLIA ENVIRON VINCI VIVENDI
Hongkong 4,75% HUTCHISON
AFLOOPDATUM
VALUTA
23-04-2019 07-07-2014 12-09-2023 08-10-2018 07-06-2023 28-02-2018 02-03-2021 23-02-2015 01-06-2018 10-07-2099 07-07-2021 06-01-2021 30-03-2020 18-07-2017
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
632 608 1.101 546 700 1.036 1.049 367 824 619 651 221 637 868
14-11-2016
EUR
768 768
Ierland 650.000 200.000 1.000.000 700.000 1.300.000
2,75% 3,125% 3,75% 5,25% 2,875%
CRH FINANCE CRH FINANCE LTD GE CAPITAL GE CAPITAL GE CAPITAL
15-10-2020 03-04-2023 04-04-2016 18-05-2015 18-06-2019
EUR EUR EUR EUR EUR
4.006 652 198 1.061 742 1.353
3,625% 2,875% 4,25% 5,25% 5,125% 4,375% 4% 4,125% 3,5% 4% 2,75% 4,5% 4,5% 3,5% 4,375% 3,375% 4,875%
AUTOSTRADE AUTOSTRADE BUONI POLIENNALI ENEL GENERALI INTESA SANPAOLO INTESA SANPAOLO INTESA SANPAOLO ITALY ITALY ITALY ITALY ITALY SNAM SNAM SPA UNICREDITO UNICREDITO
30-11-2018 26-02-2021 01-02-2019 20-06-2017 16-09-2024 15-10-2019 09-11-2017 14-01-2016 01-06-2018 01-09-2020 15-11-2016 01-03-2019 01-03-2024 13-02-2020 11-07-2016 11-01-2018 07-03-2017
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
10.056 632 300 615 611 652 745 696 523 624 220 616 648 311 526 699 825 813
15-02-2018
EUR
1.390 1.390
03-04-2018
EUR
766 766
EUR EUR EUR
1.530 660 610 260
Italië 600.000 300.000 575.000 550.000 600.000 700.000 661.000 500.000 600.000 210.000 600.000 600.000 300.000 500.000 650.000 800.000 750.000 Jersey 1.250.000
700.000
4,6% HEATHROW Luxemburg 4,625% GLENCORE FIN EUR Mexico
600.000 600.000 250.000
MARKTWAARDE
4,125% AMERICA MOVIL 3% AMERICA MOVIL 5,125% AMERICA MOVIL
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
25-10-2019 12-07-2021 06-09-2073
57
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
425.000 200.000
COUPONRENTE
NAAM
Noorwegen 3,875% DNB NORBANK 5,5% STATK
AFLOOPDATUM
VALUTA
EUR EUR
679 467 212
17-01-2018 06-08-2015 02-11-2016 25-01-2016 21-03-2016 04-10-2017 07-02-2017 20-01-2020 26-03-2021 23-01-2023
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
5.662 319 728 433 107 747 864 655 553 528 728
29-06-2020
EUR
1.121 1.121
29-06-2020 02-04-2015
Spanje 300.000 700.000 400.000 100.000 700.000 800.000 600.000 500.000 500.000 700.000
3,75% 3,875% 4,375% 4,75% 4,625% 4,125% 4,75% 4,71% 3,961% 3,987%
BBVA BBVA GAS NAT CAP IBERDROLA SANTANDER SANTANDER TELEFONICA TELEFONICA TELEFONICA TELEFONICA
Tsjechië 1.000.000
4,5% CEZ
MARKTWAARDE
500.000 250.000 200.000 700.000 600.000 450.000 410.000 500.000 600.000 611.000 500.000 200.000 500.000 675.000 500.000 750.000 622.000 600.000 1.200.000 650.000 700.000 500.000 595.000 382.000 900.000 300.000
Verenigd Koninkrijk 3,375% ABBEY NATIONAL 1,75% ABBEY NATIONAL 5,7% AVIVA 6,125% AVIVA 6% BARCLAYS 4,875% BARCLAYS 4,875% BAT 2,994% BP 3,125% COMPASS GROUP 3,25% HSBC HOLDINGS 3,375% HSBC HOLDINGS 4,5% IMPERIAL TOBACCO 7,25% IMPERIAL TOBACCO 6,375% LLOYDS TSB 6,5% LLOYDS TSB 3,375% MONDI FINANCE 5% NATIONAL GRID 4,125% NATIONW BLDG SOC 5,375% RBS 5,875% STAND CHARTERED 4% STAND CHARTERED 3,375% TESCO 5,375% VODAFONE 6,25% VODAFONE 4,65% VODAFONE 3% WPP FINANCE 2013
20-10-2015 15-01-2018 29-09-2049 05-07-2043 14-01-2021 13-08-2019 24-02-2021 18-02-2019 13-02-2019 28-01-2015 10-01-2024 05-07-2018 15-09-2014 17-06-2016 24-03-2020 28-09-2020 02-07-2018 18-06-2076 30-09-2019 26-09-2017 21-10-2025 02-11-2018 06-06-2022 15-01-2016 20-01-2022 20-11-2023
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
15.728 521 250 208 775 679 521 475 527 634 628 509 222 522 761 579 759 712 623 1.384 734 695 535 723 423 1.031 298
250.000 300.000 300.000 800.000 1.050.000 600.000 675.000 600.000
Verenigde Staten van Amerika 5% AMERICAN INTL GR 2,65% ATT 1,875% ATT 1,875% BANK OF AMERICA 1,875% CARGILL 1,5% CITIGROUP 4,375% CITIGROUP 5,5% GE CAPITAL
26-06-2017 17-12-2021 04-12-2020 10-01-2019 04-09-2019 30-11-2017 30-01-2017 15-09-2067
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
15.366 278 302 291 794 1.040 591 738 636
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
58
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
700.000 200.000 800.000 400.000 1.400.000 400.000 1.300.000 600.000 350.000 750.000 1.100.000 800.000 500.000 950.000
6,375% 2,625% 1,375% 1,454% 6,125% 4,625% 3,125% 4,5% 5,5% 5,75% 1,75% 1,875% 2,375% 4,125%
750.000 700.000 600.000 528.000 500.000 352.000
1.025.000 300.000 500.000 600.000
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
MARKTWAARDE
GOLDMAN SACHS GOLDMAN SACHS IBM CORP JP MORGAN JP MORGAN MET LIFE MICROSOFT CORP MORGAN STANLEY MORGAN STANLEY PFIZER INC PHILIP MORRIS SABMILLER TOYOTA MOTOR WFC
02-05-2018 19-08-2020 19-11-2019 31-03-2018 01-04-2014 16-05-2017 06-12-2028 23-02-2016 02-10-2017 03-06-2021 19-03-2020 20-01-2020 01-02-2023 03-11-2016
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
828 200 778 394 1.418 444 1.285 641 398 924 1.075 786 494 1.031
Zweden 3,625% 4,25% 4,194% 4% 6,75% 5,25%
NORDEA BANK SKAND ENSKILDA SVENSKA HANDELSB TELIASONERA VATTENFALL VATTENFALL
11-02-2016 21-02-2018 29-12-2049 22-03-2022 31-01-2019 17-03-2016
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
3.766 794 773 613 586 615 385
Zwitserland 5,125% 5,75% 6% 1,5%
CRED SUISSE CREDIT SUISSE UBS AG XSTRATA
18-09-2017 18-09-2025 18-04-2018 19-05-2016
EUR EUR EUR EUR
2.682 1.163 321 593 605
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor nagenoeg alle financiële instrumenten (€ 130.719) die zich in de portefeuille van Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds bevinden (€ 131.580), is de reële waarde afgeleid van ter beurze genoteerde marktprijzen waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Voor een zeer beperkt gedeelte van de portefeuille (€ 861) vindt waardering plaats op basis van indicatieve broker koersen die worden opgevraagd bij externe partijen. De waardering van deze securities vindt dus plaats op basis van de modellen en aannames van deze brokers en niet op basis van verhandelbare prijzen. Sectorallocatie In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
131.580 Beleggingen per 31 december 2013 49.030 20.519 12.106 12.053 8.698 7.357 5.045 3.792 3.511 3.034 2.787 2.063 1.058 527
Banken Nutsbedrijven Kapitaalgoederen Telecommunicatiediensten Verzekeringen Consumenten Servicebedrijven Voeding en dranken Financiële conglomeraten Auto's Staat(sgegarandeerd) Basisgoederen Technologie Media Energie
100,0 37,2 15,6 9,2 9,2 6,6 5,6 3,8 2,9 2,7 2,3 2,1 1,6 0,8 0,4
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
59
Landenverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
131.580 Beleggingen per 31 december 2013 27.163 27.111 15.728 15.366 10.056 5.662 4.304 4.006 3.766 2.793 2.682 2.416 2.310 1.530 1.390 1.285 1.121 768 766 679 678
Nederland Frankrijk Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten van Amerika Italië Spanje Duitsland Ierland Zweden België Zwitserland Australië Denemarken Mexico Jersey Finland Tsjechië Hongkong Luxemburg Noorwegen Caymaneilanden
100,0 20,5 20,6 12,0 11,7 7,6 4,3 3,3 3,0 2,9 2,1 2,0 1,8 1,8 1,2 1,1 1,0 0,9 0,6 0,6 0,5 0,5
Ratingverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
131.580 Beleggingen per 31 december 2013 861 7.969 56.920 65.830
AAA AA A BBB
100,0 0,6 6,1 43,3 50,0
Aflossing van de beleggingen In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
131.580 Beleggingen per 31 december 2013 4.082 58.491 50.549 18.458
Aflossing binnen één jaar Aflossingen tussen één en vijf jaar Aflossing tussen de vijf en tien jaar Aflossing na tien jaar
100,0 3,1 44,5 38,4 14,0
2
Vorderingen Onder vorderingen is opgenomen: In duizenden euro’s
Lopende rente obligaties Totaal
31-12-2013
2.985 2.985
31-12-2012
3.746 3.746
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
60
3
Liquide middelen
Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
4
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2013
31-12-2012
Te betalen service fee Totaal
4 4
5 5
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen totale kostenvergoeding is te betalen aan gelieerde partijen.
5
Fondsvermogen 01-01-2013 T/M 31-12-2013
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
159.603 21.572 -43.949 -4.977 3.068 135.317
01-01-2012 T/M 31-12-2012
359.770 28.968 -250.019 -11.742 32.626 159.603
Vijfjarenoverzicht 1 In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2013
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2010
135.317 3.068 11.780.161
159.603 32.626 13.631.679
359.770 9.962 33.483.081
463.289 5.525 42.208.275
11,49 0,48 0,45 -0,19 0,00 0,00 0,26
11,71 0,38 0,89 1,51 0,01 0,01 2,40
10,74 0,38 0,68 -0,38 0,00 0,00 0,30
10,97 0,55 0,40 -0,26 0,00 0,00 0,13
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 2 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige opbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 3
1) Het fonds is in 2010 gestart en bestaat dus nog geen vijf jaar. 2) Vanaf 2012 is dit het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend. Tot 2012 betreft het dividendvoorstel over het betreffende jaar wat in het volgende boekjaar wordt uitgekeerd. 3) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode.
WINST- EN VERLIESREKENING
6
Overige bedrijfsopbrengsten In duizenden euro’s
Rente rekening courant Security lending fees Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-24 24
01-01-2012 T/M 31-12-2012
3 95 98
Lopende kostenfactor De lopende kostenfactor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten. Aangezien de voorgeschreven wijze van berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde met ingang van de huidige verslagperiode is aangepast, is ten behoeve van een zuiver vergelijk het gemiddelde fondsvermogen gedurende de verslaperiode 2012 herrekend en daarmee ook de lopende kostenfactor.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
61
In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
01-01-2012 T/M 31-12-2012
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode
53 133.967
106 266.874
Lopende kostenfactor
0,040%
0,040%
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 105,32% (2012: 41,90%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten Transactiekosten zijn onderdeel van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen. De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
62
4.3
ZWITSERLEVEN MEDIUM DURATION FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2013
31-12-2012
1 2
528.547 11.980
439.887 9.768
3 4
1.010 18 12.972 541.519
260 15 10.013 449.900
546.532 2.687 -7.700 541.519
447.213 -2.687 449.900
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
REF.
15-11-2012 T/M 31-12-2012
2013
16.198 -412 -23.449 159 -7.504
1.904 -1.633 2.438 -2.709
196 196
22 22
-7.700
2.687
Bedrijfslasten Service fee Som der bedrijfslasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
15-11-2012 T/M 31-12-2012
2013
-7.700
2.687
412 23.449 -136.888 24.367
1.633 -2.438 -756.242 317.160
-2.212 3 -98.569
-9.768 15 -446.953
113.262 -13.943 -99.319
561.807 -114.594 -447.213
750 260 1.010
260 -260
63
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op de jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS
1
Beleggingen In duizenden euro’s
Obligaties Renteswaps Stand ultimo periode
31-12-2013
528.681 -134 528.547
31-12-2012
439.887 -439.887
Obligaties In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2013 T/M 31-12-2013
439.887 136.888 -23.600 -767 -412 -23.315 528.681
15-11-2012 T/M 31-12-2012
-756.242 -317.160 --1.633 2.438 439.887
Renteswaps In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
15-11-2012 T/M 31-12-2012
-----134 -134
-------
In de verslagperiode is 8,30% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn beleggingen uitgeleend met een totale waarde van € 241,8 miljoen. Hiervoor is onderpand ontvangen met een tegenwaarde van € 248,1 miljoen. Voor de renteswaps is onderpand ontvangen ten bedrage van € 0,5 miljoen aan het einde van de verslagperiode. Koersrisico Koersrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s en sectoren. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve een significant renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij het aflossingsjaar van de belegging. 31-12-2013
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2,05% 3,25% 8,13 jaar 6,56
31-12-2012
1,59% 3,28% 10,11 jaar 8,13
64
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Dit fonds belegt in vastrentende waarden en loopt dus een significant kredietrisico. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen (exclusief renteswaps), vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Medium Duration Fonds betreft dit: € 541,7 miljoen. In dit cijfer zijn de renteswaps buiten beschouwing gelaten aangezien voor de renteswaps uitwisseling van onderpand plaatsvindt met de tegenpartijen waarmee deze renteswaps zijn afgesloten. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico. Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
Beleggingen per 31 december 2013
2.750.000 13.500.000 2.750.000 1.100.000 47.100.000 8.000.000 8.920.000 21.600.000 50.000.000 5.000.000 1.500.000 8.000.000 16.610.000 5.550.000 7.150.000
Obligaties binnenland 0,927% ABN AMRO BANK 0% DUTCH TREASURY 3,25% LEASEPLAN 3,75% NEDERLAND 4,5% NEDERLAND 4% NEDERLAND 4% NEDERLAND 5,5% NEDERLAND 3,75% NEDERLAND 4% NEDERLAND 2,25% NETHERLANDS 2,75% NETHERLANDS 3,25% NETHERLANDS 4% NETHERLANDS 0,568% RABOBANK
528.681
07-05-2014 29-04-2014 22-05-2014 15-07-2014 15-07-2017 15-07-2016 15-07-2018 15-01-2028 15-01-2023 15-01-2037 15-07-2022 15-01-2015 15-07-2021 15-07-2019 19-05-2014
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Obligaties buitenland
2.000.000
Australië 0,682% COMMONW BNK AUS
1.800.000
225.345 2.757 13.485 2.780 1.120 53.288 8.723 10.085 28.871 56.744 5.952 1.526 8.208 18.300 6.349 7.158 303.336
17-09-2015
EUR
2.008 2.008
DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND FMS WERTMNGMT FMS WERTMNGMT GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY KFW
04-01-2018 04-07-2034 04-07-2016 04-07-2028 04-01-2024 20-01-2014 18-02-2015 04-09-2020 04-07-2022 04-09-2022 04-01-2022 04-01-2019 29-05-2015
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
168.322 3.087 6.595 4.908 8.784 62.607 1.000 5.506 3.754 10.016 55.866 2.987 1.704 1.508
Frankrijk 0,304% CAISSE CC IMMOB
22-04-2015
EUR
69.549 1.798
Duitsland 2.730.000 5.000.000 4.500.000 6.868.000 45.000.000 1.000.000 5.500.000 3.540.000 10.000.000 57.000.000 2.900.000 1.500.000 1.500.000
MARKTWAARDE
4% 4,75% 4% 4,75% 6,25% 0,284% 0,342% 2,25% 1,75% 1,5% 2% 3,75% 0,625%
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
65
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
6.000.000 35.000.000 5.645.000 522.000 63.000 3.200.000 7.650.000
3,5% 4,25% 5,75% 4,75% 0% 4,25% 4,25%
5.500.000 2.000.000 1.378.000
30.000.000 15.000.000
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
MARKTWAARDE
FRANCE FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF)
25-04-2026 25-10-2023 25-10-2032 25-04-2035 25-10-2032 25-10-2017 25-04-2019
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
6.445 40.487 7.741 643 33 3.609 8.793
Luxemburg 4,25% EUROP INVEST BNK 0,425% EUROP INVEST BNK 0,215% EUROP INVEST BNK
15-10-2014 09-01-2015 15-01-2014
EUR EUR EUR
9.055 5.673 2.004 1.378
Oostenrijk 4,85% AUSTRIA 4,65% AUSTRIA
15-03-2026 15-01-2018
EUR EUR
54.402 37.163 17.239
AFLOOPDATUM
%
CONTRACTWAARDE
Renteswaps per 31 december 2013
MARKTWAARDE
-134
Fixed deel 20230726 20280225 20280726 20280904 20330726 20380726 Totaal fixed deel
1,9520 2,3000 2,3520 2,6150 2,4640 2,4770
Floating deel (variabele rente) 20140127 20140127 20140127 20140127 20140225 20140304 Totaal floating deel Totaal
9.000 10.000 24.000 22.000 -6.000 -11.000 48.000
8.889 9.711 23.376 22.132 -5.769 -10.468 47.871
-9.000 -24.000 11.000 6.000 -10.000 -22.000 -48.000
-9.001 -24.002 11.001 6.001 -10.001 -22.003 -48.005 -134
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor de obligaties die zich in de portefeuille van Zwitserleven Medium Duration Fonds bevinden, is de reële waarde afgeleid van ter beurze genoteerde marktprijzen waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Voor de renteswaps zijn dergelijke markprijzen niet voorhanden, deze worden gewaardeerd aan de hand van waarderingsmodellen welke gevoed worden door objectieve marktdata. Sectorallocatie In duizenden euro’s MARKTWAARDE
528.679 Beleggingen per 31 december 2013 509.702 Staat(sgegarandeerd) 9.812 Financiële conglomeraten 9.165 Banken
%
100,0 96,4 1,9 1,7
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
66
Landenverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
528.679 Beleggingen per 31 december 2013 225.343 168.322 69.549 54.402 9.055 2.008
Nederland Duitsland Frankrijk Oostenrijk Luxemburg Australië
100,0 42,6 31,8 13,2 10,3 1,7 0,4
Ratingverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
528.679 Beleggingen per 31 december 2013 177.377 AAA 351.302 AA
100,0 33,6 66,4
Aflossing van de beleggingen In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
528.679 Beleggingen per 31 december 2013 35.348 121.971 206.526 164.834
Aflossing binnen één jaar Aflossingen tussen één en vijf jaar Aflossing tussen de vijf en tien jaar Aflossing na tien jaar
100,0 6,6 23,1 39,1 31,2
Looptijdverdeling van de renteswaps In duizenden euro’s MARKTWAARDE
-132 Beleggingen per 31 december 2013 -48.004 8.889 49.451 -10.468
Looptijd korter dan één jaar Looptijd tussen de één en tien jaar Looptijd tussen de tien en twintig jaar Looptijd tussen de twintig en dertig jaar
2
Vorderingen Onder vorderingen zijn opgenomen: In duizenden euro’s
Lopende rente obligaties Lopende rente renteswaps Totaal
31-12-2013
11.521 459 11.980
31-12-2012
9.768 -9.768
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Liquide middelen Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
67
3
4
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2013
Te betalen service fee Totaal
31-12-2012
18 18
15 15
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
5
Fondsvermogen 01-01-2013 T/M 31-12-2013
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
449.900 113.262 -13.943 --7.700 541.519
15-11-2012 T/M 31-12-2012
-561.807 -114.594 -2.687 449.900
Vijfjarenoverzicht 1 In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2013
31-12-2012
541.519 -7.700 21.893.447
449.900 2.687 17.861.534
24,73 -0,74 -1,09 0,01 0,01 -0,35
25,19 -0,11 0,04 --0,15
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 2 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige opbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 3
1) Het fonds is in 2012 gestart en bestaat dus nog geen vijf jaar. 2) Betreft het dividendvoorstel over het betreffende jaar wat in het volgende boekjaar wordt uitgekeerd. 3) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode.
WINST- EN VERLIESREKENING Lopende kostenfactor De lopende kostenfactor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten. Aangezien de voorgeschreven wijze van berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde met ingang van de huidige verslagperiode is aangepast, is ten behoeve van een zuiver vergelijk het gemiddelde fondsvermogen gedurende de verslaperiode 2012 herrekend en daarmee ook de lopende kostenfactor.
In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
15-11-2012 T/M 31-12-2012
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode
196 487.513
22 468.965
Lopende kostenfactor
0,040%
0,037% 1)
1) De LKF over 2012 is herrekend naar een jaargemiddelde.
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 6,83% (2012: 84,65%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
68
het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten Transactiekosten zijn onderdeel van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen. De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
69
4.4
ZWITSERLEVEN LONG DURATION FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2013
31-12-2012
1 2
895.384 14.127
872.792 12.042
3 4
1.099 32 15.194 910.578
1.361 30 13.373 886.165
974.015 23.170 -86.607 910.578
862.995 -23.170 886.165
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
REF.
19.936 -2.645 -103.703 161 -86.251
2.136 -857 21.933 -23.212
356 356
42 42
-86.607
23.170
Bedrijfslasten Service fee Som der bedrijfslasten Resultaat
15-11-2012 T/M 31-12-2012
2013
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
15-11-2012 T/M 31-12-2012
2013
-86.607
23.170
2.645 103.703 -217.265 88.324
857 -21.933 -970.821 119.105
-2.085 2 -111.283
-12.042 30 -861.634
170.854 -59.834 111.020
941.253 -78.258 -862.995
-262 1.361 1.099
1.361 -1.361
70
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op de jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS
1
Beleggingen In duizenden euro’s
31-12-2013
Obligaties Renteswaps Stand ultimo periode
909.687 -14.303 895.384
31-12-2012
871.948 844 872.792
Obligaties In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
871.948 217.265 -87.438 -3.526 -88.562 909.687
15-11-2012 T/M 31-12-2012
-970.821 -119.105 -857 21.089 871.948
Renteswaps In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
15-11-2012 T/M 31-12-2012
844 --886 881 -15.142 -14.303
----844 844
In de verslagperiode is 3,46% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn beleggingen uitgeleend met een totale waarde van € 442,9 miljoen. Hiervoor is onderpand ontvangen met een tegenwaarde van € 454,7 miljoen. Voor de renteswaps is onderpand geleverd ten bedrage van € 14,3 miljoen aan het einde van de verslagperiode. Koersrisico Koersrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s en sectoren. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve een significant renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij het aflossingsjaar van de belegging. 31-12-2013
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2,92% 1,80% 22,52 jaar 17,81
31-12-2012
2,36% 1,79% 25,97 jaar 20,73
71
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Dit fonds belegt in vastrentende waarden en loopt dus een significant kredietrisico. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen (exclusief renteswaps), vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Long Duration Fonds betreft dit: € 924,9 miljoen. In dit cijfer zijn de renteswaps buiten beschouwing gelaten aangezien voor de renteswaps uitwisseling van onderpand plaatsvindt met de tegenpartijen waarmee deze renteswaps zijn afgesloten. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico. Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
Beleggingen per 31 december 2013
32.000.000 84.081.000 667.000 43.000.000 8.489.000 147.000.000 18.395.000 4.959.000 9.650.000
Obligaties binnenland 0% DUTCH TREASURY 4% NEDERLAND 3,25% NEDERLAND 2,75% NETHERLANDS 0% NETHERLANDS 3,75% NETHERLANDS 2,5% NETHERLANDS 0% NETHERLANDS 0,568% RABOBANK
MARKTWAARDE
909.687
29-04-2014 15-01-2037 15-07-2015 15-01-2015 15-01-2042 15-01-2042 15-01-2033 15-01-2037 19-05-2014
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Obligaties buitenland
381.508 31.964 100.091 698 44.117 3.694 171.305 17.490 2.490 9.659 528.179
Australië 0,682% COMMONW BNK AUS
17-09-2015
EUR
2.008 2.008
10.802.000 2.627.000 1.650.000 2.000.000 2.687.000 37.732.000 518.088.000 47.405.000 22.250.000 25.000.000 10.400.000
Duitsland 4,75% 4,75% 5,5% 0,284% 0% 0% 0% 3,25% 0% 0% 0,625%
DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND DEUTSCHLAND FMS WERTMNGMT GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY KFW
04-07-2034 04-07-2028 04-01-2031 20-01-2014 04-07-2039 04-01-2037 04-07-2042 04-07-2042 04-07-2034 04-07-2040 29-05-2015
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
359.196 14.248 3.360 2.299 2.000 1.282 19.247 230.435 52.054 12.253 11.563 10.455
3.200.000 29.399.000 12.648.000 85.024.000 20.000.000 12.395.000
Frankrijk 0,304% 0% 0% 0% 4% 5,75%
CAISSE CC IMMOB FRANCE FRANCE FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF)
22-04-2015 25-10-2032 25-10-2038 25-10-2032 25-10-2038 25-10-2032
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
107.959 3.197 15.487 5.235 44.772 22.271 16.997
Luxemburg 0,425% EUROP INVEST BNK
09-01-2015
EUR
5.645 3.808
2.000.000
3.800.000
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
72
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
1.837.000
15.000.000 33.000.000
NAAM
0,215% EUROP INVEST BNK Oostenrijk 2,4% AUSTRIA 4,15% AUSTRIA
AFLOOPDATUM
AFLOOPDATUM
VALUTA
15-01-2014
EUR
1.837
23-05-2034 15-03-2037
EUR EUR
53.371 13.845 39.526
%
CONTRACTWAARDE
Renteswaps per 31 december 2013 Fixed deel 20141212 20280726 20321210 20321213 20330620 20330726 20330905 20331011 20371130 20371214 20380422 20380726 20401212 20471210 20480422 20480727 Totaal fixed deel Floating deel (variabele rente) 20140127 20140127 20140127 20140127 20140304 20140411 20140422 20140422 20140530 20140610 20140610 20140612 20140612 20140612 20140612 20140620 Totaal floating deel Totaal
MARKTWAARDE
MARKTWAARDE
-14.303
0,4040 2,3500 2,2240 2,1800 2,3960 2,4825 2,7240 2,6810 2,2910 2,2300 2,2155 2,4775 2,2480 2,3290 2,2560 2,4925
-160.000 -9.000 100.000 135.000 14.000 12.000 13.000 10.000 50.000 110.000 17.000 9.000 -200.000 -40.000 13.000 8.000 82.000
-159.971 -8.764 92.676 124.204 13.315 11.571 13.020 9.946 45.938 99.851 15.375 8.564 -180.799 -36.422 11.619 7.574 67.697
-12.000 -8.000 9.000 -9.000 -13.000 -10.000 -17.000 -13.000 -50.000 -100.000 40.000 -135.000 -110.000 200.000 160.000 -14.000 -82.000
-12.001 -8.001 9.001 -9.001 -13.002 -10.001 -17.002 -13.001 -49.995 -99.992 39.998 -134.996 -109.997 199.995 159.996 -14.001 -82.000 -14.303
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor de obligaties die zich in de portefeuille van Zwitserleven Long Duration Fonds bevinden, is de reële waarde afgeleid van ter beurze genoteerde marktprijzen waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Voor de renteswaps zijn dergelijke markprijzen niet voorhanden, deze worden gewaardeerd aan de hand van waarderingsmodellen welke gevoed worden door objectieve marktdata.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
73
Sectorallocatie In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
909.689 Beleggingen per 31 december 2013 882.370 Staat(sgegarandeerd) 15.652 Financiële conglomeraten 11.667 Banken
100,0 97,0 1,7 1,3
Landenverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
909.689 Beleggingen per 31 december 2013 381.510 359.196 107.959 53.371 5.645 2.008
Nederland Duitsland Frankrijk Oostenrijk Luxemburg Australië
100,0 41,9 39,5 11,9 5,9 0,6 0,2
Ratingverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
909.689 Beleggingen per 31 december 2013 364.841 AAA 544.848 AA
100,0 40,1 59,9
Aflossing van de beleggingen In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
909.689 Beleggingen per 31 december 2013
100,0
45.460 Aflossing binnen één jaar 64.283 Aflossingen tussen één en vijf jaar 799.946 Aflossing na tien jaar
5,0 7,1 87,9
Looptijdverdeling van de renteswaps In duizenden euro’s MARKTWAARDE
-14.304 Beleggingen per 31 december 2013 -241.972 255.968 -11.071 -17.229
Looptijd korter dan één jaar Looptijd tussen de tien en twintig jaar Looptijd tussen de twintig en dertig jaar Looptijd tussen de dertig en veertig jaar
2
Vorderingen Onder vorderingen zijn opgenomen: In duizenden euro’s
Lopende rente obligaties Lopende rente renteswaps Totaal
31-12-2013
12.981 1.146 14.127
31-12-2012
11.863 179 12.042
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
74
Liquide middelen Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
3
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen:
4
In duizenden euro’s
31-12-2013
Te betalen service fee Totaal
31-12-2012
32 32
30 30
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
5
Fondsvermogen 01-01-2013 T/M 31-12-2013
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
886.165 170.854 -59.834 --86.607 910.578
15-11-2012 T/M 31-12-2012
-941.253 -78.258 -23.170 886.165
Vijfjarenoverzicht 1 In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2013
31-12-2012
910.578 -86.607 39.058.344
886.165 23.170 34.472.040
23,31 -0,51 -2,72 0,00 0,01 -2,22
25,71 -0,06 0,61 --0,67
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 2 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige opbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 3
1) Het fonds is in 2012 gestart en bestaat dus nog geen vijf jaar. 2) Betreft het dividendvoorstel over het betreffende jaar wat in het volgende boekjaar wordt uitgekeerd. 3) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode.
WINST- EN VERLIESREKENING Lopende kostenfactor De lopende kostenfactor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten. Aangezien de voorgeschreven wijze van berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde met ingang van de huidige verslagperiode is aangepast, is ten behoeve van een zuiver vergelijk het gemiddelde fondsvermogen gedurende de verslaperiode 2012 herrekend en daarmee ook de lopende kostenfactor.
In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
15-11-2012 T/M 31-12-2012
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode
356 890.922
42 880.747
Lopende kostenfactor
0,040%
0,038% 1
1) De LKF over 2012 is herrekend naar een jaargemiddelde.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
75
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt: 8,41% (2012: 7,99%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten Transactiekosten zijn onderdeel van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen. De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
76
4.5
ZWITSERLEVEN ULTRA LONG DURATION FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2013
31-12-2012
1 2
739.220 12.489
731.324 9.944
3 4
997 26 13.460 752.680
6.045 25 15.964 747.288
829.381 23.450 -100.151 752.680
723.838 -23.450 747.288
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
REF.
23.644 -1.559 -122.199 267 -99.847
2.171 -1.180 22.494 -23.485
304 304
35 35
-100.151
23.450
Bedrijfslasten Service fee Som der bedrijfslasten Resultaat
15-11-2012 T/M 31-12-2012
2013
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten
15-11-2012 T/M 31-12-2012
2013
-100.151
23.450
1.559 122.199 -185.905 54.251
1.180 -22.494 -968.080 258.070
-2.545 1 -110.591
-9.944 25 -717.793
Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten
143.135 -37.592 -105.543
772.888 -49.050 -723.838
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Liquide middelen eind van de verslagperiode
-5.048 6.045 997
6.045 -6.045
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
77
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op de jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS
1
Beleggingen In duizenden euro’s
31-12-2013
Obligaties Renteswaps Stand ultimo periode
776.321 -37.101 739.220
31-12-2012
723.885 7.439 731.324
Obligaties In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
723.885 185.905 -53.314 -2.471 -77.684 776.321
15-11-2012 T/M 31-12-2012
-968.080 -258.070 -1.180 15.055 723.885
Renteswaps In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
7.439 --937 912 -44.515 -37.101
15-11-2012 T/M 31-12-2012
----7.439 7.439
In de verslagperiode is 7,15% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn beleggingen uitgeleend met een totale waarde van € 380,6 miljoen. Hiervoor is onderpand ontvangen met een tegenwaarde van € 390,2 miljoen. Voor de renteswaps is onderpand geleverd ten bedrage van € 37,7 miljoen aan het einde van de verslagperiode. Koersrisico Koersrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s en sectoren. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve een significant renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij het aflossingsjaar van de belegging. 31-12-2013
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2,98% 1,77% 25,19 jaar 18,12
31-12-2012
2,47% 1,74% 31,72 jaar 23,09
78
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Dit fonds belegt in vastrentende waarden en loopt dus een significant kredietrisico. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen (exclusief renteswaps), vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds betreft dit: € 789,8 miljoen. In dit cijfer zijn de renteswaps buiten beschouwing gelaten aangezien voor de renteswaps uitwisseling van onderpand plaatsvindt met de tegenpartijen waarmee deze renteswaps zijn afgesloten. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico. Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
Beleggingen per 31 december 2013
2.250.000 46.000.000 2.250.000 560.000 18.196.000 36.000.000 117.297.000 39.261.000 6.200.000
Obligaties binnenland 0,927% ABN AMRO BANK 0% DUTCH TREASURY 3,25% LEASEPLAN 4% NEDERLAND 0% NETHERLANDS 2,75% NETHERLANDS 3,75% NETHERLANDS 0% NETHERLANDS 0,568% RABOBANK
MARKTWAARDE
776.321
07-05-2014 29-04-2014 22-05-2014 15-01-2037 15-01-2037 15-01-2015 15-01-2042 15-01-2042 19-05-2014
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
Obligaties buitenland
257.199 2.254 45.949 2.275 667 9.138 36.935 136.691 17.084 6.206 519.122
Australië 0,682% COMMONW BNK AUS
17-09-2015
EUR
6.023 6.023
4.500.000 7.000.000 61.478.000 10.000.000 99.000.000 344.922.000 4.913.000 18.000.000
Duitsland 0,342% 0,284% 0% 2,5% 3,25% 0% 0% 0,625%
FMS WERTMNGMT FMS WERTMNGMT GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY GERMANY KFW
18-02-2015 20-01-2014 04-01-2037 04-07-2044 04-07-2042 04-07-2042 04-07-2039 29-05-2015
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
334.914 4.505 7.000 31.360 9.487 108.708 153.414 2.345 18.095
5.000.000 9.491.000 15.000.000 100.000 1.616.000 62.860.000 1.456.000 31.850.000 49.258.000
Frankrijk 0,304% 0% 0% 0% 0% 0% 4% 0% 4%
CAISSE CC IMMOB FRANCE FRANCE FRANCE FRANCE FRANCE FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF) FRANCE (GOVT OF)
22-04-2015 25-10-2038 25-04-2041 25-10-2038 25-10-2032 25-04-2055 25-10-2038 25-10-2032 25-04-2055
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
102.181 4.996 3.938 5.588 41 851 13.588 1.621 16.772 54.786
6.000.000
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
79
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
AFLOOPDATUM
VALUTA
MARKTWAARDE
2.527.000 3.200.000 10.000.000
Luxemburg 0,215% EUROP INVEST BNK 0,425% EUROP INVEST BNK 4,25% EUROP INVEST BNK
15-01-2014 09-01-2015 15-10-2014
EUR EUR EUR
16.048 2.527 3.207 10.314
50.000.000
Oostenrijk 3,8% AUSTRIA
26-01-2062
EUR
59.956 59.956
AFLOOPDATUM
%
CONTRACTWAARDE
Renteswaps per 31 december 2013 Fixed deel 20141212 20141212 20330726 20371130 20371207 20380726 20431012 20471129 20480422 20480727 20480904 20481207 20521129 20621129 20621129 20621130 20621204 20621204 20621205 20621212 20630222 20630412 20630423 20630726 20630904 20631011 Totaal fixed deel Floating deel (variabele rente) 20140127 20140127 20140127 20140127 20140224 20140304 20140304 20140411 20140411 20140414 20140422 20140422 20140529 20140529 20140529
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
MARKTWAARDE
-37.101
0,4050 0,4065 2,4770 2,2910 2,2635 2,4920 2,7060 2,3750 2,2560 2,4970 2,7270 2,6300 2,3720 2,4960 2,5100 2,4675 2,4700 2,4525 2,4530 2,4020 2,6550 2,4000 2,3475 2,5670 2,7860 2,7800
-200.000 -200.000 -20.000 -25.000 -25.000 -6.000 8.000 -13.000 10.000 19.000 28.000 15.000 200.000 25.000 50.000 25.000 50.000 25.000 50.000 35.000 10.000 10.000 27.000 18.000 21.000 2.000 139.000
-199.965 -199.968 -19.268 -22.969 -22.845 -5.725 7.951 -11.971 8.938 18.007 27.986 14.664 182.460 23.384 46.957 23.191 46.416 23.089 46.186 31.847 9.782 9.091 24.160 17.177 21.288 2.024 101.887
20.000 -18.000 6.000 -19.000 -10.000 -28.000 -21.000 -2.000 -8.000 -10.000 -27.000 -10.000 13.000 -50.000 -25.000
20.002 -18.002 6.000 -19.002 -10.001 -28.005 -21.003 -2.000 -8.001 -10.001 -27.003 -10.001 12.999 -49.995 -24.998
80
AFLOOPDATUM
%
20140530 20140530 20140530 20140603 20140604 20140605 20140605 20140609 20140612 20140612 20140612 Totaal floating deel
CONTRACTWAARDE
-200.000 -25.000 25.000 -50.000 -25.000 -15.000 -50.000 25.000 -35.000 200.000 200.000 -139.000
Totaal
MARKTWAARDE
-199.981 -24.998 24.998 -49.995 -24.997 -14.998 -49.994 24.997 -34.999 199.995 199.995 -138.988 -37.101
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor de obligaties die zich in de portefeuille van Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds bevinden, is de reële waarde afgeleid van ter beurze genoteerde marktprijzen waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Voor de renteswaps zijn dergelijke markprijzen niet voorhanden, deze worden gewaardeerd aan de hand van waarderingsmodellen welke gevoed worden door objectieve marktdata. Sectorallocatie In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
776.321 Beleggingen per 31 december 2013 729.496 Staat(sgegarandeerd) 34.596 Financiële conglomeraten 12.229 Banken
100,0 93,9 4,5 1,6
Landenverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
776.321 Beleggingen per 31 december 2013 334.914 257.199 102.181 59.956 16.048 6.023
Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk Luxemburg Australië
100,0 43,1 33,1 13,2 7,7 2,1 0,8
Ratingverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
776.321 Beleggingen per 31 december 2013 350.962 AAA 425.359 AA
%
100,0 45,2 54,8
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
81
Aflossing van de beleggingen In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
776.321 Beleggingen per 31 december 2013
100,0
76.524 Aflossing binnen één jaar 73.761 Aflossingen tussen één en vijf jaar 626.036 Aflossing na tien jaar
9,9 9,5 80,6
Looptijdverdeling van de renteswaps In duizenden euro’s MARKTWAARDE
-37.101 Beleggingen per 31 december 2013 -538.921 -19.268 -43.588 240.084 324.592
Looptijd korter dan één jaar Looptijd tussen de tien en twintig jaar Looptijd tussen de twintig en dertig jaar Looptijd tussen de dertig en veertig jaar Looptijd tussen de veertig en vijftig jaar
2
Vorderingen Onder vorderingen zijn opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2013
Lopende rente obligaties Lopende rente renteswaps Totaal
31-12-2012
10.282 2.207 12.489
9.280 664 9.944
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Liquide middelen Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
3
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen:
4
In duizenden euro’s
31-12-2013
Te betalen service fee Totaal
31-12-2012
26 26
25 25
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
5
Fondsvermogen In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2013 T/M 31-12-2013
747.288 143.135 -37.592 --100.151 752.680
15-11-2012 T/M 31-12-2012
-772.888 -49.050 -23.450 747.288
82
Vijfjarenoverzicht 1 In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2013
31-12-2012
752.680 -100.151 33.209.843
747.288 23.450 28.912.518
22,66 -0,71 -3,73 0,01 0,01 -3,02
25,85 -0,08 0,73 --0,81
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 2 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige opbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 3
1) Het fonds is in 2012 gestart en bestaat dus nog geen vijf jaar. 2) Betreft het dividendvoorstel over het betreffende jaar wat in het volgende boekjaar wordt uitgekeerd. 3) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode.
WINST- EN VERLIESREKENING Lopende kostenfactor De lopende kostenfactor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten. Aangezien de voorgeschreven wijze van berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde met ingang van de huidige verslagperiode is aangepast, is ten behoeve van een zuiver vergelijk het gemiddelde fondsvermogen gedurende de verslaperiode 2012 herrekend en daarmee ook de lopende kostenfactor.
In duizenden euro’s
01-01-2013 T/M 31-12-2013
15-11-2012 T/M 31-12-2012
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode
304 759.481
35 732.089
Lopende kostenfactor
0,040%
0,038% 1
1) De LKF over 2012 is herrekend naar een jaargemiddelde.
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 7,83% (2012: 55,21%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten Transactiekosten zijn onderdeel van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen. De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
83
5 OVERIGE GEGEVENS
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
84
5.1
BELANGEN DIRECTIE EN RAAD VAN TOEZICHT
Conform artikel 122 lid 2 Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) geeft onderstaand overzicht het totale persoonlijke belang weer dat de leden van de directie en de Raad van Toezicht, volgens opgave van de betrokkenen, van SBB in een belegging van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen per begin en einde verslagperiode hebben of hebben gehad.
OMSCHRIJVING
GEMEENSCHAPPELIJK BELANG IN AANTALLEN 01-01-2013
GEMEENSCHAPPELIJK BELANG IN AANTALLEN 31-12-2013
922 1.920 300 1.340 350 1.024 237 2.205 3.460 -2.058 417 1.495 4 400 1.503
--------106 250 64 --3.665 1.000 --
--
55.000
Aandelen Aegon Ahold Arcelor Mittal ASML Corio Deutsche Telekom Heineken ING Groep Koninklijke KPN Novartis PostNL Randstad Reed Elsevier Royal Dutch Shell -A SBM Offshore NV Unilever
Obligaties (nominale waarde) 4,25% Nederland 03-13
5.2
STATUTAIRE WINSTBESTEMMINGSREGELING
In artikel 16 van de voorwaarden van beheer en bewaring van de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen zijn de volgende bepalingen opgenomen omtrent de verdeling van het exploitatie saldo: 16.1 Het netto-exploitatie-saldo van ieder fonds wordt toegevoegd aan het betreffende fonds. 16.2 De winst per fonds over een boekjaar wordt berekend met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Het resterende gedeelte van de winst wordt toegevoegd aan het betreffende fonds.
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
85
5.3
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: de Algemene Vergadering van Participanten van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen
VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening over 2013 van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen te Amstelveen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-en-verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE BEHEERDER De beheerder van de fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht. De beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als hij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de beheerder van de fonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
OORDEEL Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met de Wet op het financieel toezicht.
VERKLARING BETREFFENDE OVERIGE BIJ OF KRACHTENS DE WET GESTELDE EISEN Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 14 april 2014 KPMG Accountants N.V. G.J. Hoeve RA
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
86
JAARVERSLAG 2013 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
87