Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen
Jaarverslag
ALGEMENE INFORMATIE BEHEERDER ACTIAM N.V. Postbus 8444 3503 RK Utrecht website actiam.nl/fondsbeheer
DIRECTIE ACTIAM N.V. J. de Wit, voorzitter E.J. van Bergen, directielid R.G.H. Verheul, directielid G.H.B. Coppens, directielid
RAAD VAN TOEZICHT R.G.J. Langezaal, voorzitter W. Horstmann B. Janknegt
JURIDISCH EIGENAAR Stichting Bewaarder Zwitserleven Beleggingsfondsen Croeselaan 1 Postbus 8444 3503 RK Utrecht
BEWAARDER KAS Trust & Depositary Services B.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
ACCOUNTANT KPMG Accountants N.V. Postbus 43004 3540 AA Utrecht
BANKREKENINGEN EN CUSTODIAN KAS BANK N.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
FISCAAL ADVISEUR REAAL N.V. Afdeling Fiscale Zaken Postbus 8444 3503 RK Utrecht
JURIDISCH ADVISEUR REAAL N.V. Afdeling Juridische Zaken Postbus 8444 3503 RK Utrecht De algemene informatie heeft betrekking op de situatie per datum van publicatie, 14 juli 2015.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2
Inhoud 1 Profiel 1.1 Onze beleggingsfilosofie in het kort 1.2 Verantwoord vermogensbeheer 1.3 Risicomanagement 1.4 Juridische structuur 1.5 DUFAS Code Vermogensbeheerders 1.6 Verslaglegging en overige informatie 1.7 Voorgenomen verkoop REAAL N.V.
4 5 5 6 6 7 7 7
Bijlage 1 Overzicht beleggingsstrategie en de vermogensbeheerder
8
Bijlage 2 Overzicht verantwoordelijke fondsmanager
8
2 Algemeen 2.1 Bericht van de Raad van Toezicht 2.2 Verslag van de beheerder 2.2.1 Kerncijfers 2.2.2 Wijziging beheerder Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen 2.2.3 Verklaring omtrent de bedrijfsvoering 2.2.4 Beheerontwikkelingen 2.2.5 Marktontwikkelingen en vooruitzichten 2.3 Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds 2.4 Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds 2.5 Zwitserleven Medium Duration Fonds 2.6 Zwitserleven Long Duration Fonds 2.7 Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
11 12 14 14 14 15 15 16 19 21 23 25 27
3 Jaarrekening 2014 Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen 3.1 Balans 3.2 Winst- en verliesrekening 3.3 Kasstroomoverzicht 3.4 Toelichting 3.4.1 Balans 3.4.2 Winst- en verliesrekening 3.4.3 Beloningsbeleid 3.4.4 Overige toelichtingen
29 30 30 30 31 38 40 42 44
4 Jaarcijfers 2014 Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen 4.1 Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds 4.2 Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds 4.3 Zwitserleven Medium Duration Fonds 4.4 Zwitserleven Long Duration Fonds 4.5 Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
45 46 52 62 70 78
5 Overige gegevens 5.1 Belangen Directie 5.2 Gebeurtenis na balansdatum 5.3 Statutaire winstbestemmingsregeling 5.4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
86 87 87 87 88
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
3
1 PROFIEL
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
4
1.1
ONZE BELEGGINGSFILOSOFIE IN HET KORT
De beleggingsfondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen worden actief beheerd op basis van een gematigd risicoprofiel. Er is sprake van verantwoord vermogensbeheer.
DE VERMOGENSBEHEERDERS De ons toevertrouwde gelden worden op een professionele en verantwoorde manier beheerd. Daarvoor is specialistische beleggingsexpertise noodzakelijk. Het beheer van portefeuille wordt verricht door de vermogensbeheerders van ACTIAM N.V. (ACTIAM). De vermogensbeheerders beogen, om rekening houdend met het beleggingsbeleid dat voor de fondsen is geformuleerd, een zo goed mogelijk resultaat te behalen. Bijlage 1 geeft een overzicht van de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, de beleggingsstrategie en de vermogensbeheerder. Bijlage 2 bevat de namen van de fondsmanager(s) die verantwoordelijk zijn voor het beleggingsbeleid.
VERANTWOORD VERMOGENSBEHEER Wij vinden het voor onze beleggers van groot belang om verantwoord te beleggen. Wij houden ons daarom aan ESG-criteria, waarbij ESG staat voor Environment, Social en Governance. De ESG-criteria zijn gebaseerd op onze Fundamentele Beleggingsbeginselen. Deze beginselen zijn verankerd in ons beleggingsproces. Traditionele financiële en niet-financiële criteria worden samen gewogen om tot een goed renderende portefeuille te komen. Daarbij letten we nadrukkelijk op duurzame beleidsaspecten op het gebied van milieu, sociaal verantwoord ondernemen en goed ondernemingsbestuur. Vrijwel alle fondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen beleggen uitsluitend in ondernemingen en (overheids-) instellingen die voldoen aan onze beleggingsbeginselen voor verantwoord vermogensbeheer.
ACTIEF BEHEER MET GEMATIGD RISICOPROFIEL ACTIAM is van mening dat actief beheer voor beleggers waarde kan toevoegen. Door gedegen onderzoek en analyse zoeken we naar een optimale risico-rendementsafweging. Ons beleid is gericht op stabiele resultaten ten opzichte van de relevante benchmark en het behalen van beleggingsdoelstellingen. Voor elk beleggingsfonds is het beleggingsbeleid helder geformuleerd, inclusief restricties, richtlijnen en (risico)limieten. Onze fondsbeheerders volgen en monitoren dit continu. Het risico-rendementsprofiel van de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is gematigd; onze fondsen zijn gericht op het behalen van rendement op langere termijn. Voor beleggers in actief beheerde fondsen kan het fondsrendement achterblijven bij dat van de benchmark (index). Beleggers die dit risico willen verkleinen kunnen kiezen voor fondsen waarin mede sprake is van meer passief beheer. 1.2
VERANTWOORD VERMOGENSBEHEER
Ons verantwoord vermogensbeheer is gebaseerd op drie pijlers: onze Fundamentele Beleggingsbeginselen (uitmondend in uitsluitingscriteria), dialoog tussen vermogensbeheerder en de ondernemingen waarin kan worden belegd ‘engagement’ en uitoefening van stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. De fondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen beleggen niet in aandelen, daarom is stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen niet van toepassing op Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. De Fundamentele Beleggingsbeginselen vormen de basis van het ESG-beleid. Deze beginselen zijn geen subjectieve voorkeuren, maar komen voort uit internationale verdragen, richtlijnen en codes. Doel van het beleid is dat niet wordt belegd in ondernemingen of (overheids) instellingen die onze beleggingsbeginselen voor verantwoord vermogensbeheer schenden.
UITSLUITINGSCRITERIA Voorafgaand aan de portefeuillesamenstelling worden ondernemingen en (overheids)instellingen die deel uitmaken van de benchmark gescreend op de Fundamentele Beleggingsbeginselen en extra sectorspecifieke criteria. Deze screening wordt uitgevoerd door een externe dataprovider. Aan de hand van deze screening onderzoekt een toegewijd ESG-team (Environmental, Social, Governance) de ondernemingen en (overheids)instellingen. Voldoet een bedrijf niet, dan gaat ACTIAM in dialoog over de (mogelijk) controversiële onderwerpen of sluit het bedrijf uit als beleggingsdoel. Het ACTIAM Selectiecomité besluit of een bedrijf uitgesloten wordt. Het ESG-team adviseert deze interne commissie. Voor wat betreft engagement besluit ACTIAM zelfstandig welke ondernemingen, overheden en instellingen in aanmerking komen voor engagement.
ENGAGEMENT Wanneer er twijfel bestaat of een onderneming wel verantwoord onderneemt, wordt een engagementproces gestart. De vermogensbeheerder gaat hierbij actief in gesprek met het management van de onderneming over waar en hoe de duurzaamheidprestatie kan worden verbeterd. Binnen engagement onderscheiden wij twee vormen: responsief en proactief engagement. Bij responsief engagement wordt de dialoog aangegaan met ondernemingen die op één of meer Fundamentele Beleggingsbeginselen slecht scoren en het risico lopen van belegging te worden uitgesloten, maar waarbij op korte termijn verbetering mogelijk is. Doel is dat het ESG-beleid en de ESG-prestaties voldoen aan onze beleggingsbeginselen. Ondernemingen die geen of onvoldoende vooruitgang laten
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
5
zien, kunnen van belegging worden uitgesloten. Proactief engagement richt zich op de natuurlijke hulpbronnenindustrie met de focus op ondernemingen in de volgende sectoren: nnolie & gas; nnmijnbouw; nnpapier & bosbouw; nnvoeding, drank & tabak en nutsbedrijven. Met deze ondernemingen wordt proactief besproken hoe deze het beleid en de prestaties op ESG-gebied kunnen versterken. 1.3
RISICOMANAGEMENT
ACTIAM bewaakt voortdurend dat de beleggingsfondsen en de beleggingsportefeuilles blijven voldoen aan de randvoorwaarden zoals die in het prospectus zijn vastgelegd, aan de wettelijke kaders en aan de interne uitvoeringsrichtlijnen. Deze richtlijnen betreffen onder meer de mate van spreiding van de portefeuille, de kredietwaardigheid van debiteuren, de kwaliteit van marktpartijen waarmee zaken worden gedaan en de liquiditeit van de beleggingen. In het verslag van de directie wordt per fonds inzicht gegeven in het risicomanagementbeleid en de specifieke risico’s en risico mitigerende maatregelen die van toepassing zijn. 1.4
JURIDISCHE STRUCTUUR
In de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen zijn gelden ondergebracht ten behoeve van pensioensverzekeringsproducten van SRLEV N.V., dat onder de handelsnaam van Zwitserleven in de fondsen van Zwitserleven Beleggingsfondsen participeert. Op 30 juni 2014 waren Zwitserleven en KAS BANK N.V. de enige participanten. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen heeft een zogenaamde paraplustructuur. Dit houdt in dat het fondsvermogen verdeeld wordt in verschillende series participaties (gezamenlijk de ‘subfondsen’ of ‘fondsen’ en elk afzonderlijk een ’subfonds’ of ‘fonds’). Voor de paraplustructuur is gekozen omdat dit leidt tot schaalvergroting als gevolg waarvan efficiencyvoordelen kunnen worden behaald. Bovendien kunnen nieuwe fondsen op betrekkelijk eenvoudige wijze worden geïntroduceerd en in een bestaande structuur worden ondergebracht. Hierdoor kan sneller en efficiënter op veranderende behoeften van klanten en marktsituaties worden ingespeeld. Beleggingsbeleid, risicoprofiel en kostenstructuur kunnen per subfonds verschillen. Voorafgaand aan de introductie van een subfonds stellen de beheerder en bewaarder van de beleggingsfondsen, met inbreng van Zwitserleven, de subfondsspecificaties vast. Vanaf de introductie van een subfonds gelden de subfondsspecificaties zoals opgenomen in het betreffende aanvullende prospectus. Het prospectus van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen inclusief de Voorwaarden van Beheer en de specificaties van de subfondsen zijn kosteloos op te vragen bij de beheerder of op de internetpagina actiam.nl/fondsbeheer in te zien. Diagram Juridische Structuur Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
Zwitserleven Medium Duration Fonds
Zwitserleven Long Duration Fonds
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
Per 31 december 2014 bestaat Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen uit Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds, Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds, Zwitserleven Medium Duration Fonds, Zwitserleven Long Duration Fonds en Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds.
DOELSTELLING De beleggingsfondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen zijn toegankelijk via producten van Zwitserleven. De beleggingsfondsen hebben tot doel het per subfonds afzonderlijk beleggen van vermogen in effecten, afgeleide producten en andere vermogenswaarden, ten behoeve van de participanten.
BELEGGING IN DE BELEGGINGSFONDSEN Het aan elk subfonds toe te rekenen vermogen wordt afzonderlijk belegd in de specifieke beleggingsportefeuille van het betreffende subfonds. Naast de algemene beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid heeft elk subfonds een eigen beleggingsbeleid en risicoprofiel. Voor elk subfonds wordt een aparte administratie gevoerd, zodat alle aan een subfonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per subfonds worden verantwoord en geadministreerd op een daartoe per subfonds aangehouden rekening. Zowel de positieve als de negatieve waardeveranderingen in de beleggingsportefeuille van een subfonds komen ten gunste respectievelijk ten laste van de participanten in het betreffende subfonds.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
6
1.5
DUFAS CODE VERMOGENSBEHEERDERS
De Dutch Fund and Asset Management Association (DUFAS) is de branche-organisatie van de vermogensbeheersector die in Nederland actief is. DUFAS behartigt de gemeenschappelijke belangen van deze sector, zowel op het gebied van retail (consumenten) als ‘institutioneel’ (professionele beleggers). De Code Vermogensbeheerders (verder, ‘de Code’), zoals die door DUFAS is opgesteld, is met ingang 1 oktober 2014 in werking getreden. De Code geeft antwoord op de vraag wat klanten van hun fonds- en vermogensbeheerder mogen verwachten. Als lid van DUFAS onderschrijft ACTIAM de Code. In het jaarverslag van ACTIAM wordt u geïnformeerd over de naleving van de Code Vermogensbeheerders volgens het ‘comply and explain principe’. 1.6
VERSLAGLEGGING EN OVERIGE INFORMATIE
JAARVERSLAG EN HALFJAARBERICHT Binnen vier maanden na afloop van elk boekjaar verschijnt het jaarverslag van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Binnen negen weken na afloop van het eerste halfjaar van elk boekjaar wordt een halfjaarbericht gepubliceerd.
VERKRIJGBAARHEID VAN INFORMATIE Exemplaren van het jaarverslag, halfjaarbericht, Essentiële Beleggersinformatie en het prospectus kunt u gratis aanvragen op actiam.nl/ fondsbeheer. Daar vindt u ook informatie over onder meer de maandelijkse ontwikkeling van het rendement van de beleggingsfondsen.
ACTIAM ACTIAM is statutair gevestigd en houdt kantoor in Utrecht. ACTIAM is een 100% deelneming van REAAL N.V., een dochteronderneming van SNS REAAL N.V. te Utrecht. Op 1 februari 2013 is SNS REAAL N.V. genationaliseerd en sindsdien zijn alle aandelen (indirect) in handen van de Nederlandse Staat. Op 30 december 2013 heeft de Nederlandse Staat vervolgens alle aandelen in het kapitaal van SNS REAAL N.V. overgedragen aan de Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI). NLFI is sindsdien de enig aandeelhouder van SNS REAAL. ACTIAM voert directie over en is beheerder van: nnDe fondsen van SNS Beleggingsfondsen N.V.; nnDe fondsen van Zwitserleven Beleggingsfondsen, Zwitserleven Mix Beleggingsfondsen en Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen; nnACTIAM Responsible Index Funds Equity; nnACTIAM Institutional Microfinance Funds en nnACTIAM-FMO SME Finance Fund I ACTIAM is daarnaast met ingang van 22 juli 2014 aangesteld als AIF-beheerder van: nnDe fondsen van ASN Beleggingsfondsen N.V.; nnASN-Novib Microkredietfonds en nnASN Groenprojectenfonds. Het adres waar de vennootschap kantoor houdt is: ACTIAM N.V. Croeselaan 1 3521 BJ Utrecht 1.7
VOORGENOMEN VERKOOP REAAL N.V.
SNS REAAL heeft op 16 februari 2015 bekend gemaakt dat een overeenkomst is getekend met Anbang Group Holdings Co., Ltd., een vooraanstaande Chinese verzekeringsmaatschappij, voor de verkoop van REAAL N.V. ACTIAM is een dochter van REAAL N.V. De definitieve verkoop is afhankelijk van de gebruikelijke goedkeuring van de toezichthouders.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
7
Bijlage 1
OVERZICHT BELEGGINGSSTRATEGIE EN DE VERMOGENSBEHEERDER
BELEGGINGSFONDS
STRATEGIE
VERMOGENSBEHEERDER
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
Euro obligaties van ondernemingen met een hoge kredietwaardigheid ACTIAM
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
Euro staatsobligaties
ACTIAM
Zwitserleven Long Duration Fonds
Euro obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten
ACTIAM
Zwitserleven Medium Duration Fonds
Euro obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten
ACTIAM
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
Euro obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten
ACTIAM
Een beschrijving van de beleggingsstrategieën vindt u op http://www.actiam.nl/nl/producten-en-diensten/de-beheerder/fondsstrategieen/#tabs-3 .
Bijlage 2
OVERZICHT VERANTWOORDELIJKE FONDSMANAGER VERANTWOORDELIJK VOOR FONDS SINDS
BIJ HUIDIGE ASSET MANAGER SINDS
IN ASSET MANAGEMENT INDUSTRIE SINDS
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2005
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2005 1
2005 1
1999
Zwitserleven Medium Duration Fonds
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2005
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2005 1
2005 1
1999
Ad Kroot
2013
2006
2006
Johan Idema
2005
BELEGGINGSFONDS
FONDSMANAGER(S)
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
Zwitserleven Long Duration Fonds
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
1
1
1
2005
2005
2005
1
1
1
1999
1999
1999
1) In diensttreding bij rechtsvoorgangers van SNS REAAL
Een verkorte CV met relevante opleiding en werkervaring van de fondsmanagers vindt u op http://www.actiam.nl/nl/producten-en-diensten/de-beheerder/overzicht-fondsmanagers/#tabs-3 . Kies het Zwitserleven Beleggingsfonds om het CV te bekijken.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
8
Tabel 1: Lijst van uitgesloten ondernemingen per 31 december 2014. BEDRIJF
SECTOR
REGIO
REDEN
Airbus Group N.V. (voorheen EADS)
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Aeroteh SA
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
1
Alliant Techsystems Inc 1 Alpha Natural Resources
1
Arch Coal Inc 1 Aryt Industries Ltd Ashot Ashkelon
1
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Babcock & Wilcox Co 1
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Babcock International Group PL
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
BAE Systems PLC
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Barrick Gold Corp
Mijnbouw
Amerika
Milieuvervuiling
Boeing Co/The
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Bridgestone
Auto’s en auto-onderdelen
Pacific
Fundamentele Arbeidsrechten
Computer Sciences Corp
Diverse financiële instellingen
Amerika
Controversiële Wapens
CONSOL Energy Inc
Energie
Amerika
Milieuvervuiling
DTE Energy
Nutsbedrijven
Amerika
Milieuvervuiling
Exelis Inc
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Finmeccanica SpA
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Fluor Corporation
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Freeport-McMoRan Coppper & Gold
Mijnbouw
Amerika
Milieuvervuiling, Mensenrechten
GenCorp Inc 1
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
General Dynamics Corp
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Hanwha Corp
1
1
Mijnbouw
Pacific
Controversiële Wapens
Honeywell International Inc
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Integrys Energy Group
Nutsbedrijven
Amerika
Milieuvervuiling
Jacobs Engineering Group Inc
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Larsen & Toubro 1
Kapitaalgoederen
Pacific
Controversiële Wapens
Lockheed Martin Corp
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
MDU Resources Group
Nutsbedrijven
Amerika
Milieuvervuiling
Motovilikha Plants JSC
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële wapens
NiSource
Nutsbedrijven
Amerika
Milieuvervuiling
Norinco International Cooperation 1
Kapitaalgoederen
Pacific
Controversiële Wapens
Northrop Grumman Corp
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Poongsan Corp/New
Mijnbouw
Pacific
Controversiële Wapens
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
1
1
Raytheon Co Rheinmetall AG
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Rio Tinto PLC
Mijnbouw
Europa
Milieuvervuiling
Rolls-Royce Group PLC
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Safran SA
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Serco Group PLC
Commerciële en professionele diensten
Europa
Controversiële Wapens
Splav SRPA
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
ST Engineering (Singapore Technologies)
Kapitaalgoederen
Pacific
Controversiële Wapens
Tokyo Electric Power Corp
Nutsbedrijven
Pacific
Mensenrechten
Textron Inc
Kapitaalgoederen
Amerika
Controversiële Wapens
Thales SA
Kapitaalgoederen
Europa
Controversiële Wapens
Vedanta Resources PLC
Mijnbouw
Europa
Mensenrechten, Milieuvervuiling
Wal-Mart Stores, Inc.
Detailhandel
Amerika
Fundamentele Arbeidsrechten, wapenverkoop
1
1
1) Hoewel dit bedrijf op dit moment niet in ons beleggingsuniversum voorkomt, hebben wij het onderzocht naar aanleiding van signalen van omstreden activiteiten. Als resultaat van dit onderzoek is besloten het bedrijf preventief uit te sluiten.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
9
Tabel 2: Lijst van uitgesloten staatsobligaties per 31 december 2014. LAND
OVERTREDEN PRINCIPE
DATUM UITGESLOTEN
China
Controversiële Wapens
22-6-2009
Finland
Controversiële Wapens
11-2-2009
Griekenland
Controversiële Wapens
11-2-2009
Mexico
Mensenrechten
23-6-2009
Polen
Controversiële Wapens
11-2-2009
Turkije
Controversiële Wapens
11-2-2009
Verenigde Staten
Controversiële Wapens
22-6-2009
Zuid Korea
Controversiële Wapens
11-2-2009
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
10
2 ALGEMEEN
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
11
2.1
BERICHT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
De Raad van Toezicht (‘RvT’) had over het verslagjaar als statutaire taak om toezicht te houden op het gevoerde beleid van de Beheerder en op de algemene gang van zaken bij Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Uitgangspunt van het betreffende model is dat in deze structuur de Raad van Toezicht een goed overzicht heeft op de handelswijze van de (directie van de) Beheerder.
SAMENSTELLING Over het verslagjaar 2014 is de RvT ongewijzigd samengesteld uit de heren R.G.J. Langezaal, W. Horstmann en B. Janknegt.
FUSIE SBB MET SNS ASSET MANAGEMENT Met ingang van 1 juli 2014 is er een nieuwe beheerder van SNS Beleggingsfondsen N.V. Met ingang van deze datum is SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (‘SBB’), tot 1 juli 2014 de beheerder, gefuseerd met SNS Asset Management N.V. (‘SNS AM’), waarna deze partijen gezamenlijk verder zijn gegaan onder de naam ‘ACTIAM N.V.’ (‘ACTIAM’). Achtergrond van de fusie waren onder andere de verzwaarde eisen voor fondsbeheer als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving, waaronder de implementatie van de AIFM-richtlijn als Europese regelgeving voor beleggingsfondsen. Daarnaast is door de fusie expertise op het gebied van fondsbeheer en vermogensbeheer gebundeld. De RvT heeft, voorafgaand aan de effectuering, ingestemd met de fusie en met de benoeming van ACTIAM tot Beheerder van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in overeenstemming met artikel 5.6 van de voorwaarden.
IMPLEMENTATIE AIFM-RICHTLIJN De voortgang van de implementatie van de AIFM-richtlijn is een belangrijk onderdeel geweest in de over het verslagjaar gehouden vergaderingen. De RvT heeft zich door de beheerder uitvoerig laten informeren omtrent de voortgang van de implementatie van deze richtlijn en de wijze waarop voldaan is aan de daarin gestelde eisen.
VERGADERINGEN De RvT heeft tot aan de voornoemde fusie in het verslagjaar tweemaal vergaderd met de directie van SBB en na de betreffende fusie is tweemaal vergaderd met de directie van ACTIAM. Geen van de leden van de RvT is herhaaldelijk bij deze vergaderingen afwezig geweest. Tijdens de vergaderingen is een groot aantal terugkerende onderwerpen aan de orde gekomen die betrekking hebben op het beleid, de gang van zaken en de toekomst van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen . In iedere vergadering is tevens door de directie van SBB dan wel de directie van ACTIAM verslag gedaan van de prestaties van de subfondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen en van eventuele correspondentie en andere contacten met toezichthouders.
REALISATIE VAN DE DOELSTELLINGEN VAN ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN De afzonderlijke subfondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen kennen, uitgaande van een gematigd risico- en kostenprofiel, hoofdzakelijk een prestatiegedreven doelstelling. De directie van de Beheerder geeft ieder overleg aan welk rendement gerealiseerd is met betrekking tot de betreffende subfondsen opdat de RvT kan vaststellen in welke mate de betreffende doelstellingen worden gerealiseerd.
WIJZIGING VOORWAARDEN VAN ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN Wanneer de Beheerder voornemens is de voorwaarden van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen te wijzigen, wordt de voorgenomen wijziging voorgelegd aan de RvT. De RvT toetst in hoeverre met het doorvoeren van de betreffende aanpassing het belang van participanten wordt gediend. De RvT heeft het doorvoeren van de wijzigingen in het (beleggings)beleid van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen goedgekeurd. De betreffende wijzigingen staan beschreven in het verslag van de Beheerder.
STRATEGIE, RISICO’S EN INTERNE BEHEERSINGSSYSTEEM Strategie In 2014 is, naast de implementatie van de AIFM-richtlijn, met name overleg gevoerd over de te volgen strategie van de beheerder in relatie tot de marktomstandigheden waarin beleggingsfondsen zich sedert een aantal jaar bevinden. Daarbij is tevens rekening gehouden met het feit dat verschillende beleggingsfondsen onderdeel kunnen uitmaken van (verzekerings)producten. Risicomanagement Met betrekking tot de opzet en werking van de interne risicomanagement systemen heeft de RvT kunnen vaststellen dat de Beheerder van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen iedere reguliere vergadering verslag heeft gedaan en heeft gerapporteerd over de JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
12
uitkomsten. De rapportagestructuur over het risicobeheersingssysteem is naar de mening van de RvT adequaat opgezet en heeft in het boekjaar naar behoren gefunctioneerd.
JAARVERSLAG 2014 In april 2015 heeft de RvT in een bijeenkomst met de Beheerder en in aanwezigheid van de accountant, overleg gevoerd over het jaarverslag van 2014. Tevens is de accountantsverklaring besproken, evenals de kwaliteit van de interne risicomanagement- en beheersingssystemen. De RvT is van mening dat de jaarrekening en het verslag van de Beheerder een getrouw beeld geven van de positie van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen . De RvT stelt voor dat de participanten de jaarrekening 2014 goedkeuren en zowel SBB, fungerend als Beheerder tot 1 juli 2014, als ACTIAM, fungerend als Beheerder vanaf 1 juli 2014, als Beheerder decharge te verlenen voor het gevoerde beleid van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, en de RvT voor het uitgeoefende toezicht in 2014 op Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. De RvT steunt het dividendvoorstel zoals is opgenomen in het jaarverslag. Namens de Raad van Toezicht, R.G.J. Langezaal, voorzitter W. Horstmann B. Janknegt
Utrecht, 14 april 2015
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
13
2.2
VERSLAG VAN DE BEHEERDER
2.2.1 KERNCIJFERS
ONTWIKKELING ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN 2014 In 2014 is het fondsvermogen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen met € 301 miljoen toegenomen naar € 2,7 miljard, een stijging van 12,6% ten opzichte van 31 december 2013. De stijging van het totale fondsvermogen is toe te schrijven aan de koersstijgingen van de beleggingen. Tabel 3: Fondsvermogen per 31 december 2014 in duizenden euro’s. FONDSVERMOGEN PER NAAM FONDS
31-12-2014
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
31-12-2013
148.204
135.317
56.677
50.453
Zwitserleven Medium Duration Fonds
504.626
541.519
Zwitserleven Long Duration Fonds
984.803
910.578
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
997.245
752.680
2.691.555
2.390.547
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
Tabel 4: Rendement 2014 op basis van intrinsieke waarde. NAAM FONDS
FONDS 1
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
BENCHMARK 2
8,82%
8,24%
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
21,75%
21,91%
Zwitserleven Medium Duration Fonds
13,76%
--
Zwitserleven Long Duration Fonds
42,37%
--
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
70,49%
--
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van in 2014 uitgekeerd dividend. 2) De benchmark van het fonds kan worden teruggevonden in het prospectus van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen.
Tabel 5: Rendement 3 en 5 jaar per 31-12-2014 op basis van intrinsieke waarde en meetkundig gemiddelde. 3 JAAR Op basis van intrinsieke waarde en meetkundig gemiddelde
FONDS
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
5 JAAR
BENCHMARK
1
2
FONDS
BENCHMARK 2
1
7,84%
7,92%
6,24%
6,01%
11,07%
11,74%
7,71%
8,18%
Zwitserleven Medium Duration Fonds
--
--
--
--
Zwitserleven Long Duration Fonds
--
--
--
--
Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
--
--
--
--
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van uitgekeerd dividend. 2) De benchmark van het fonds kan worden teruggevonden in het prospectus van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen.
Tabel 6: Dividendvoorstellen in euro per participatie. NAAM FONDS
2014
2013
Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds
0,35
0,41
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds
0,30
0,31
Zowel de datum ex-dividend als betaalbaarstelling is donderdag 28 mei 2015.
2.2.2 WIJZIGING BEHEERDER ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN Per 1 juli 2014 zijn SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (‘SBB’) en SNS Asset Management N.V. (‘SNS AM’) gefuseerd en is de naam SNS AM gewijzigd in ACTIAM N.V. (‘ACTIAM’). Vanaf deze datum is ACTIAM beheerder geworden van Zwitserleven Beleggingsfondsen, Zwitserleven Mix Beleggingsfondsen en Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen en zet het door SBB gevoerde fondsbeheer voort.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
14
Achtergrond van de fusie zijn onder andere de verzwaarde eisen voor fondsbeheer door nieuwe wet- en regelgeving, waaronder Europese regelgeving voor beleggingsinstellingen, met name de ‘Alternative Investment Fund Managers Directive’ (AIFMD). Daarnaast wordt door de fusie expertise in fondsbeheer gebundeld. Het vermogensbeheer en de fondsadministratie blijven ongewijzigd. Beide waren door SBB al grotendeels uitbesteed aan ACTIAM. Op 14 april 2006 heeft de Autoriteit Financiële Markten de vergunning op grond van artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) verleend aan SBB. Door de fusie is de vergunning per 1 juli 2014 van rechtswege overgegaan naar ACTIAM.
AIFMD Op 22 juli 2013 is de AIFMD geïmplementeerd in de Wft. Nederlandse beleggingsinstellingen kwalificeren vanaf 22 juli 2013 in beginsel als alternatieve beleggingsinstelling (‘abi’) of als instelling voor collectieve belegging in effecten (‘icbe’). Hierbij gold voor abi-beheerders, zoals destijds SBB, een overgangsregime tot (uiterlijk) 22 juli 2014. Tijdens het overgangsregime golden de vereisten van de Wft zoals die van kracht waren op 21 juli 2013. Van dit overgangsregime heeft SBB gebruik gemaakt. Vanaf 22 juli 2014 voldoet ACTIAM N.V. als abi-beheerder aan de nieuwe vereisten die gelden voor een abi-beheerder. Deze vereisten betreffen onder meer het aanstellen van een onafhankelijke bewaarder (zie hierna), het risicomanagementbeleid, beleid inzake belangenconflicten, uitbestedingsbeleid, beloningsbeleid, waarderingsbeleid fondsactiva en hebben voorts betrekking op de jaarverslaglegging en kapitaalvereisten voor beheerder en bewaarder.
BEWAARDER Als gevolg van implementatie van de AIFMD wetgeving is ACTIAM verplicht om een onafhankelijke bewaarder aan te stellen. Per 22 juli 2014 is KAS Trust & Depositary Services B.V. te Amsterdam aangesteld als bewaarder van de door ACTIAM beheerde beleggingsfondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. De bewaarder is een onder wettelijk toezicht staande entiteit met als wettelijke taken onder andere het monitoren van kasstromen, naleving van beleggingsbeleid en eigendomsverificatie ten aanzien van de financiële activa van de beleggingsfondsen. 2.2.3 VERKLARING OMTRENT DE BEDRIJFSVOERING Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). Wij hebben gedurende de verslagperiode verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wft en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als beheerder voor Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering zoals bedoeld in artikel 121 Bgfo, die voldoet aan de eisen van het Bgfo. Ook hebben wij geconstateerd dat de bedrijfsvoering effectief en overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende de verslagperiode effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. 2.2.4 BEHEERONTWIKKELINGEN
AANPASSING VAN DE OP- EN AFSLAGEN Bij de vaststelling van de hoogte van de op- en afslag ten opzichte van de intrinsieke waarde gaat het om dekking van de door de Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen te maken gemiddelde transactiekosten bij toe- en uittreding door beleggers. Uit oogpunt van transparantie en eenvoud worden deze kosten uitgedrukt in een vast percentage van het aan- of verkoopbedrag. De hoogte wordt bepaald op basis van de werkelijke kosten die gemaakt worden bij toe- en uittreding. De beheerder kan het percentage aanpassen indien het gemiddelde door marktomstandigheden is gewijzigd. Jaarlijks vindt een evaluatie plaats. De opslag of afslag komt geheel ten goede aan het beleggingsfonds, zodat het daarmee de aan- en verkoopkosten van de onderliggende financiële instrumenten kan voldoen. Participanten worden hierdoor beschermd tegen de kosten van beleggingstransacties die het fonds moet maken als gevolg van toe- of uittredende participanten. Uit de jaarlijkse evaluatie bleek dat de gemaakte transactiekosten in veel gevallen afweken van de toen geldende hoogte van de op- en afslag. Om participanten niet te benadelen, is de hoogte van de op- en afslag per 1 april 2014 in lijn gebracht met de kosten.
AANPASSING BESLUITVORMING ESG-BELEID Sinds 2 januari 2015 berust de formele besluitvorming over de start van een engagementtraject met een onderneming niet langer bij het ACTIAM Selectiecomité. Het Selectiecomité heeft deze verantwoordelijkheid overgedragen aan de afdeling die het ESG- (Environmental, Social, Governance) beleid uitvoert. Doel is het engagementproces efficiënter in te richten zodat sneller en adequater kan worden gehandeld. Het Selectiecomité monitort onveranderd de voortgang van de lopende engagements en blijft verantwoordelijk voor het besluit een onderneming uit te sluiten.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
15
SECURITIES LENDING Ultimo 2014 zijn er geen effecten aan andere financiële instellingen uitgeleend. Het uitlenen van effecten aan andere financiële instellingen tegen een vergoeding heet securities lending. De securities lending activiteiten zijn in het tweede halfjaar van 2014 afgebouwd. Reden voor de afbouw van het gehanteerde securities lending programma was dat de toenemende risico’s van deze activiteit niet langer opwogen tegen het rendement dat hiermee werd gerealiseerd.
DEBETSTAND OP DE GELDREKENINGEN Beleggingen worden niet gefinancierd met vreemd vermogen. Een tijdelijke debetstand op de geldrekeningen van de fondsen is wel toegestaan. De totale debetstand van de geldrekeningen, uitgedrukt als percentage van de omvang van de betreffende fondsen, mag daarbij maximaal 2% zijn. ACTIAM heeft dit per 2 januari 2015 verduidelijkt in de voorwaarden. 2.2.5 MARKTONTWIKKELINGEN EN VOORUITZICHTEN
ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN Begin 2014 werden de signalen sterker dat de wereldeconomie op een breed front aantrok. In de Verenigde Staten namen de orderontvangsten toe en steeg het ondernemersvertrouwen. Europa haakte steeds meer aan op dit leidende Amerikaanse voorbeeld. De Chinese economie groeide sterk, hoewel minder sterk dan voorheen.
VERENIGDE STATEN Extreem winterweer veroorzaakte in de Verenigde Staten in het eerste kwartaal een terugval in het bruto binnenlands product (BBP). Toen de winter voorbij was, volgde een opleving. Zelfs de huizenmarkt, die al enige tijd aan het afkoelen was, begon weer op te veren. Gedurende de rest van het jaar kenmerkte de Amerikaanse economie zich door breed gedragen groei. De werkgelegenheid nam steeds verder toe, wat de economie momentum gaf. De inflatie bleef gematigd, met percentages onder de centrale bank-norm van 2%.
EUROZONE Het beeld voor de economie van de eurozone zag er aanvankelijk gunstig uit: de indicatoren stegen en het consumentenvertrouwen herstelde. In harde cijfers berekend bleven de prestaties echter achter. Vanaf het voorjaar zakte de groei weer tot dichtbij de nullijn. Duitsland had in 2014 voornamelijk last van de onrust rond Oekraïne en de spanningen met Rusland. De Franse economie bleef kwakkelen. Italië kwam opnieuw in een recessie terecht. De overheden van Frankrijk en Italië hebben de laatste jaren verzuimd hervormingen door te voeren, waardoor beide landen een structureel concurrentienadeel hebben opgelopen. De Spaanse economie maakte wel vorderingen. In de loop van het jaar nam ook de werkgelegenheid toe. Ook andere economieën van perifere eurolanden, zoals Portugal, Ierland en zelfs Griekenland, toonden tekenen van herstel. De Nederlandse BBP-cijfers werden aanvankelijk sterk vertekend door weerseffecten. Toch ging het in de loop van 2014 gestaag beter met de economie. De inflatie in de eurozone zakte steeds verder onder het niveau dat de Europese Centrale Bank (ECB) op middellange termijn wenselijk acht. Dit kwam voor een belangrijk deel door de daling van de energieprijzen. De onderliggende inflatie bleef laag, met percentages tussen 0,7 en 1,0%.
CHINA De vertraging van de Chinese economie zette in 2014 door. Vooral in de vastgoedsector waren de ontwikkelingen minder positief. Dit wordt veroorzaakt doordat men teveel heeft gebouwd op grond van overspannen verwachtingen dat de prijzen verder zouden stijgen. Om de groeivertraging van de economie binnen de perken te houden, besloten de Chinese leiders tot een bescheiden stimuleringsprogramma. Later in het jaar voerde de centrale bank ook een renteverlaging door.
JAPAN De Japanse economie maakte in het eerste kwartaal een flinke groeispurt. Anticiperend op de btw-verhoging per 1 april haalden consumenten en bedrijven aankopen en investeringen naar voren. Na 1 april zakten de bestedingen in. Deze klap kwam de economie gedurende de rest van het jaar niet meer te boven. De inflatie daalde in de tweede helft van 2014. Daarmee raakte de inflatiedoelstelling uit zicht. Voor beleidsmakers was dat reden het beleid van monetaire stimulering te intensiveren.
OPKOMENDE MARKTEN In veel opkomende markten leek het in het eerste gedeelte van het jaar iets beter te gaan. De vrees voor afbouw van het opkoopprogramma van het stelsel van Amerikaanse banken, de Federal Reserve (Fed), gaf eerder druk op de economieën van deze markten. Een gedeelte van het geld van het opkoopprogramma stroomt naar opkomende markten doordat internationale beleggers vanwege de dalende rente naar andere beleggingsmogelijkheden zoeken. Uit vrees voor afbouw trokken deze beleggers kapitaal terug. In veel landen keerden de spanningen later in 2014 weer terug, onder andere door de daling van grondstofprijzen. JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
16
FINANCIËLE MARKTEN Vastrentende markten De ECB ging stap voor stap verder met het verruimen van haar monetaire beleid. De centrale bank werd hierbij aangespoord doordat de groei zwak bleef en de inflatie en inflatieprognoses daalden. Zowel in juni 2014 als in september 2014 verlaagde de ECB de herbeleningsrente en de depositorente met tien basispunten. Deze rentes kwamen uiteindelijk uit op respectievelijk 0,05% en -0,20%. In juni kondigde de ECB targeted LTRO’s aan (LTRO is de afkorting van Long-term refinancing operation). Dit zijn kredietfaciliteiten met als doel de bancaire kredietverlening te bevorderen. In het vierde kwartaal ging de centrale bank over tot de aankoop van pakketten van gebundelde leningen (asset backed securities) en pandbrieven (covered bonds). Door op deze manier de balansen van banken te ontlasten, wordt het voor banken gemakkelijker nieuwe kredieten te verstrekken. In oktober meldden de beleidsmakers van de ECB dat zij verwachtten dat de ECB-balans met € 1.000 miljard zou stijgen tot het niveau van begin 2012. In december 2014 werden zij hier nog wat stelliger over door niet meer van een ‘verwachting’ te spreken, maar van een ‘intentie’. In de Verenigde Staten bouwde de Fed vanaf begin 2014 zijn aankopen van treasuries en aan hypotheken gerelateerde obligaties af (ook wel de tapering genoemd). De Fed beëindigde deze activiteiten in oktober geheel. De beleidsmakers gaven steeds aan dat zij de beleidsrente nog ‘geruime tijd’ laag zouden houden. In december klonk een ander geluid: de Fed meldde dat hij ‘geduldig’ zou zijn met het verhogen van de rente. De obligatierentes daalden duidelijk. De drie belangrijkste verklarende factoren zijn 1) de aanhoudende twijfels over de groeikracht van de Europese economie, 2) de afnemende inflatie en het ongebruikelijk ruime monetaire beleid en 3) de verwachting dat de ECB zou overgaan tot het aankopen van staatsobligaties. De Duitse tienjaarsrente zakte over het gehele jaar gemeten met 139 basispunten tot 0,54%. De overeenkomende rentes in andere kernlanden van de muntunie, zoals Frankrijk en Nederland, daalden nog sterker. Deze lage rentes versterkten de zoektocht naar rendement door beleggers. Hierdoor daalden de renteniveaus van de obligaties van landen in de periferie van de eurozone. Zo zakte de Italiaanse tienjaarsrente met 221 basispunten naar 1,88%. In de Verenigde Staten daalde de lange rente ook, onder meer doordat inflatiedruk uitbleef en de overtuiging toenam dat de Fed uitermate voorzichtig zou zijn met het aanhalen van de renteteugels. Met een daling van 83 basispunten tot 2,18% voor tienjaars treasuries daalde de rente in de Verenigde Staten minder dan die in Europa. Valuta’s Door teleurstellende cijfers over de Amerikaanse economie bleef de euro aanvankelijk sterk tegenover de dollar. Toen de ECB echter in mei 2014 nieuwe verruimingsmaatregelen aankondigde, begon de euro aan kracht in te boeten. De koers van de euro bleef daarna dalen. Dat gebeurde onder invloed van zowel de maatregelen die genomen werden, als het steeds concretere perspectief van een nog extremer monetair beleid in de vorm van kwantitatieve verruiming. Per saldo daalde de euro in het verslagjaar met ruim 16 dollarcent tot $1,21. De euro zakte ook weg ten opzichte van het Britse pond doordat in het Verenigd Koninkrijk een verhoging van de rente van de centrale bank nabij zou zijn. Het vooruitzicht van een hogere rente stimuleert de vraag naar ponden. De vrees voor een Schotse keuze voor onafhankelijkheid leidde tussentijds overigens tot enig koersverlies voor het Britse pond. De Japanse yen zakt al sinds eind 2012 gestaag weg ten opzichte van de dollar. De neergang zette zich in 2014 voort. Achtergrond is de agressieve monetaire verruiming die de Bank of Japan doorvoert als onderdeel van het plan van premier Shinzo Abe om de economie te stimuleren, ook wel ‘Abenomics’ genoemd. Vanaf november 2014 werd dit beleid geïntensiveerd omdat de economie zich niet of nauwelijks herstelde van de inzinking na de btw-verhoging op 1 april 2014. Zoals gezegd legde de vrees voor afbouw van het opkoopprogramma van de Fed druk op de economieën van de opkomende markten. Toen die vrees was weggeëbd, keerde de rust in de eerste helft van 2014 terug. Later moesten veel munten alsnog terrein inleveren, veelal onder invloed van de daling van de grondstofprijzen. De Russische roebel sprong het meest in het oog: de Russische munt werd niet alleen geplaagd door de daling van de olieprijzen, maar ook door westerse sancties en geopolitieke spanningen. Aandelenmarkten Na een sterk 2013 realiseerden de internationale aandelenmarkten opnieuw fraaie koerswinsten in 2014. In de laatste maanden van het jaar werden de aandelenmarkten wel wat grilliger van karakter. Tegenvallende cijfers over de Amerikaanse en Chinese economie zetten de internationale aandelenmarkten begin 2014 onder druk. Ook de onzekerheid over interventies van de Fed, die al had aangekondigd zijn ruime monetaire beleid te gaan afbouwen, had een ongunstig effect. Naarmate de economische cijfers uit de Verenigde Staten verbeterden en duidelijk werd dat de terugval inderdaad door het strenge winterweer veroorzaakt was, kregen de markten weer wind in de zeilen. Ook verschafte de Fed al snel meer duidelijkheid over het toekomstige monetaire beleid. In Europa bracht de uitslag van de Europese verkiezingen niet de gevreesde onrust. De markten werden gestimuleerd door de steeds krachtigere geluiden van de ECB dat zij vergaand zou ingrijpen als de inflatie tegenviel. In september werden beleggers positief verrast doordat de ECB extra monetaire verruimingsmaatregelen aankondigde. In oktober gingen de beurzen echter stevig onderuit toen er vrees ontstond voor een nieuwe Europese recessie na de publicatie van slechte Duitse productiecijfers. Ook onenigheid binnen de ECB had een negatieve uitwerking. Later herstelden de koersen zich weer doordat nieuwe macrocijfers bleken mee te vallen. Bovendien stond president Mario Draghi binnen de ECB sterker dan eerder gedacht. Eind 2014 sloeg het sentiment opnieuw om. De vrije val van de olieprijs leidde tot toenemende onrust over de Russische roebel. Dit had ook effect op de valuta’s van andere opkomende markten, temeer omdat er onzekerheid heerste over het toekomstige rentebeleid van de Fed.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
17
De Amerikaanse beurs presteerde in 2014 verreweg het beste. De MSCI USA (netto) steeg met 14%; door de stijging van de Amerikaanse dollar steeg deze index in euro’s gemeten zelfs 29%. Europa (MSCI Europe Net) bleef achter met een stijging van 7%. De MSCI Pacific (AC ASIA PACIFIC Net) en MSCI Emerging Markets (MSCI EM Net) gingen er in euro’s gemeten respectievelijk 14% en 11% op vooruit. Gemeten in Amerikaanse dollars waren de resultaten respectievelijk 0% en -2%.
OLIE EN GRONDSTOFFEN De olieprijs bleef gedurende het eerste halfjaar van 2014 stabiel. De prijs begon in juli 2014 te dalen en raakte uiteindelijk in een vrije val. De prijs van een vat Noordzeeolie zakte in 2014 met ruim $ 54 per vat tot net onder $ 57. Internationale politieke spanningen, zoals de ontwikkeling van de Islamitische Staat in Syrië en Irak, hadden weinig effect op de prijs. De daling kwam vooral door de stijging van het aanbod, waarbij de opkomst van schalieolie in de Verenigde Staten een dominante factor was. Saoedi-Arabië koos voor behoud van marktaandeel en was, anders dan in het verleden, niet bereid de productie terug te schroeven. Toch kan vermoedelijk niet de hele prijsdaling aan aanbodfactoren worden toegeschreven. Ook de vraag naar olie stond onder druk, onder andere door de groeivertraging van de Chinese economie. Daarnaast remt de duurdere dollar de vraag vanuit niet-dollargebieden.
VOORUITZICHTEN Ondanks de onrust rond de olieprijs, de roebel en valuta’s van opkomende markten blijven de macrofundamenten van het economische herstel in onze visie intact. De daling van de olieprijs gaat de Amerikaanse economie en vooral het economische herstel van de eurozone een steun in de rug geven. De groei van de wereldeconomie wordt vooral getrokken door de Verenigde Staten. Europa herstelt van de eerdere groeiverzwakking dankzij de lagere eurokoers, het ruimere monetaire beleid van de ECB en de daling van de olieprijs. De Chinese economie mindert vaart, maar blijft een belangrijke groeimotor voor andere regio’s. De Japanse economie zal voor langere tijd worden gestimuleerd, na de recente overwinning van premier Shinzo Abe bij de parlementsverkiezingen. Per saldo blijven de macro-omstandigheden positief voor aandelen. Ook het monetaire beleid blijft gunstig. In de Verenigde Staten wordt mogelijk de rente verhoogd, maar er is voorlopig nog lang geen sprake van een verkrappend monetair beleid. In de eurozone is het niet de vraag óf het monetaire beleid verder wordt verruimd, maar in welk tempo en op welke manier. In Europa is de daling van de bedrijfswinsten voorzichtig omgebogen in een stijging. Gezien de verwachte wisselkoerseffecten lijkt een verdere stijging realistisch. Op basis van de huidige koers-winstverhoudingen zijn aandelen niet goedkoop. Koersstijgingen die toe te schrijven zijn aan hogere koers-winstverhoudingen, zijn daarom niet te verwachten. Deze prognoses zijn uiteraard met veel onzekerheid omgeven. Internationale spanningen en de politieke ontwikkelingen wereldwijd vormen belangrijke risicofactoren. Gezien de macro-economische omstandigheden verwachten wij dat de rente kan gaan stijgen, de omvang van het ECB beleid blijft echter van grote invloed. Tabel 7: Geld- en kapitaalmarktrente. 31-12-2014
01-01-2014
Duitsland
10-jaarsrente
0,54
1,94
Nederland
10-jaarsrente
0,68
2,23
Italië
10-jaarsrente
1,88
4,09
Spanje
10-jaarsrente
1,61
4,14
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
18
ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL GOVERNMENT BONDS 10+ FONDS
2.3
FONDSPROFIEL Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds belegt in staatsleningen genoteerd in euro van landen uit de eurozone of in leningen die door overheden uit de eurozone worden gegarandeerd. Een lening waarin wordt belegd moet kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch hebben beoordeeld met respectievelijk minimaal A-/ A3/A-. De duration van de portefeuille, ook wel de gewogen gemiddelde looptijd van de portefeuille genoemd, mag maximaal 2 jaar afwijken van die van de benchmark. Minimaal 75% van de portefeuille heeft een resterende looptijd van meer dan 7 jaar. Het fonds kan ook beleggen in afgeleide producten, uitsluitend in swaps, rentefutures en renteopties. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Dit heet securities lending: het uitlenen van effecten aan andere financiële instellingen tegen een vergoeding. Momenteel wordt er geen gebruik gemaakt van securities lending. Het beleggingsdoel is een rendement te behalen dat hoger is dan het rendement van de iBoxx € Sovereign 7+ AAA/AA/A Index (TR), de benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
RENDEMENT BENCHMARK
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 2
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
21,75%
21,91 %
0,31
12,19
2014
56,7
2013
50,5
-3,01%
-2,72%
0,35
10,30
2012
49,7
16,03%
17,65%
0,33
10,97
388,6
4,43%
4,13%
0,38
9,77
535,4
-2,15%
-1,72%
0,00
9,73
2011 2010
3
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar. 3) Het rendement van het fonds en de benchmark betreft de periode 29 maart 2010 t/m 31 december 2010. Portefeuillebeleid Binnen Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds wordt beoogd waarde toe te voegen door actief beleid. Dat betekent dat de portefeuille op het gebied van duration, landen en curve actief wordt gestuurd. In de eerste vijf maanden van 2014 was het fonds zo gepositioneerd dat geanticipeerd werd op het oplopen van de rente. Tegen de verwachting van de markt in daalde de rente. Door het gedisciplineerd toepassen van ‘stop-losses’ zijn de verliezen als gevolg van de dalende rente beperkt gebleven. Sinds eind juni nam het fonds regelmatig een overwogen duratiepositie in ten opzichte van de benchmark. De verder dalende rente leverde extra rendement op. Een aanhoudend zwakke groei, een dalende inflatie en een ongebruikelijk ruim monetair beleid - inclusief de verwachting dat de Europese Centrale Bank (ECB) uiteindelijk overgaat tot aankoop van staatsobligaties - vormden de belangrijkste ingrediënten voor de neerwaartse trend van de rente. De Duitse 10-jaars staatsrente zakte over het hele jaar met 1,39% tot het historisch bijzonder lage niveau van 0,54%. Eind december nam het fonds een overwogen duratiepositie in ten opzichte van de benchmark. Voor wat betreft de landenpositionering was het fonds onderwogen in Frankrijk en België ten gunste van Duitsland en Nederland. Qua curvepositionering was het fonds wel sterk vertegenwoordigd in de langere looptijden van Frankrijk en België. De staatsobligaties van Oostenrijk, Nederland, België en Frankrijk presteerden beter dan die van Duitsland. Risicobeheer In de tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in de verslagperiode in het fonds hebben gemanifesteerd. Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instrumenten in de portefeuille van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds is er gedurende de verslagperiode sprake geweest van marktrisico. De portefeuille bestaat uit staatsleningen genoteerd in euro van landen uit de eurozone of uit leningen die door overheden uit de eurozone worden gegarandeerd. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot koersfluctuaties.
Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Renterisico
ü
Kredietrisico
ü
Liquiditeitsrisico
ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds wordt alleen belegd in in euro gedenomineerde instrumenten. Er is dus geen sprake van valutarisico. Renterisico: De modified duration van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds bedroeg ultimo verslagperiode 11,8 (ultimo 2013: 10,8). Dit betekent dat een 1% rentedaling (stijging) tot gevolg heeft dat de koersen bij benadering met 11,8% stijgen (dalen) als de overige omstandigheden gelijk blijven. Binnen Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds is daarom duidelijk sprake van renterisico. In het beleggingsmandaat zijn duidelijke grenzen afgesproken waarbinnen de vermogensbeheerder de duration van de portefeuille mag laten afwijken van die van de benchmark. In de verslagperiode is beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De duration van de portefeuille week gedurende de verslagperiode beperkt af van de duration van de benchmark.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
19
Kredietrisico: In het mandaat zijn strikte grenzen gesteld aan de kredietkwaliteit van de debiteuren in portefeuille. Er mag alleen belegd worden in individuele vermogenstitels met minimaal een rating van Moody’s, Standard & Poor’s of Fitch en deze dient een minimale rating te hebben van A3/A-/A-, hetgeen een beperkt kredietrisico is. De laagste rating van de drie genoemde rating agencies is bepalend voor de beoordeling. De gemiddelde issue rating van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds bedraagt minimaal Aa2/ AA/AA conform Moody’s Weighted Average Rating Factor (WARF). WARF is een onafhankelijke methodiek om kredietrisico uit te drukken. Ultimo verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille Aa1. De gemiddelde rating gedurende de verslagperiode is Aa1 geweest (WARF). Er is dus sprake van een beperkt kredietrisico. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hoge mate van liquiditeit. Het liquiditeitsrisico is beperkt. LANDENVERDELING
DEBITEUREN / RATINGS
Duitsland 34,2%
AAA
34,22%
12,50%
AA
65,78%
Nederland
12,29%
Oostenrijk
7,48%
België 12,5%
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP
5 - 10
3,32
10 - 15
1,69
15 - 20
1,37
20 - 25
1,52
25 - 35
3,24
35+
0,61
Fonds Benchmark
140
130
120
110
90
11,75
dec-14
0,00
150
dec-13
Total
dec-12
Modified Duration Contribution YTM
0-5
Total
33,41%
België
dec-11
(year)
Frankrijk
Frankrijk 33,5%
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
Time bucket
Ratings
dec-10
Nederland 12,3%
34,17%
dec-09
Oostenrijk 7,5%
Duitsland
Rendement Over 2014 behaalde Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van 21,75%, na aftrek van kosten. Over dezelfde periode kwam het rendement van de benchmark uit op 21,91%. Het sterk gedaalde renteniveau werkte in 2014 sterk positief door in het absolute fondsrendement. Relatief gezien werd er rendement verloren op de landenposities doordat de landenspreads ten opzichte van Duitsland gedaald zijn. De ingenomen renteposities droegen wel positief bij aan het fondsrendement.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
20
ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL CREDITS FONDS
2.4
FONDSPROFIEL Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds belegt in obligaties genoteerd in euro van ondernemingen en overheden met een hoge kredietwaardigheid. Dit betekent dat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch de uitgevende instelling waardeert met respectievelijk minimaal BBB+/Baa1/ BBB+. Maximaal 20% van het fonds wordt belegd in staatsobligaties of obligaties die zijn gegarandeerd door een overheid. De duration van de portefeuille, ook wel de gewogen gemiddelde looptijd van de portefeuille genoemd, mag maximaal 1 jaar afwijken van die van de benchmark. De beleggingen bestaan uit 40 of meer verschillende uitgevende instellingen. Het fonds kan ook beleggen in afgeleide producten, uitsluitend in swaps, rentefutures en renteopties. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Dit heet securities lending: het uitlenen van effecten aan andere financiële instellingen tegen een vergoeding. Momenteel wordt er geen gebruik gemaakt van securities lending. Het beleggingsdoel is een rendement behalen dat hoger is dan het rendement van de iBoxx € Corporates Index (TR), de benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
2014
148,2
2013
135,3
2012
159,6 359,8 463,3
2011 2010
3
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
8,82 %
RENDEMENT BENCHMARK
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 2
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
8,24 %
0,41
12,07
2,24%
2,24%
0,48
11,49
12,74%
13,59%
0,38
11,71
2,91%
1,71%
0,55
10,74
1,17%
1,42%
0,00
10,97
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar. 3) Het rendement van het fonds en de benchmark betreft de periode 29 maart 2010 t/m 31 december 2010. Portefeuillebeleid Het gehele jaar was er een positieve visie op de markt en was het fonds overwogen in gelopen kredietrisico. Er zijn wel een aantal momenten geweest waarop bewust risico is afgebouwd om deze bij een hogere creditspread (een hoger verschil in de rente-opslag) weer te verhogen. Door gebruik te maken van de volatiliteit in creditspreads wordt geprobeerd extra performance te genereren. De gezonde basis van individuele bedrijven, verbeterde balansposities, beschikbare goedkope financiering en de lage absolute rentes waren factoren die de vraag naar bedrijfsobligaties ondersteunden. Obligaties van financiële dienstverleners zijn ultimo december overwogen ten opzichte van overige bedrijfsobligaties. Achtergestelde obligaties zijn overwogen. Gedurende de tweede helft van het jaar is de marktgevoeligheid van het fonds, uitgedrukt in de bèta verder verlaagd. De overweging in obligaties van financiële dienstverleners is afgebouwd waarmee de onderweging in de overige bedrijfsobligaties is teruggebracht. Achtergestelde obligaties van financiële dienstverleners zijn verkocht en niet achtergestelde obligaties van financiële dienstverleners zijn gekocht. In 2014 is daarnaast selectief deelgenomen in nieuwe uitgiftes van obligatieleningen omdat deze over een relatief gunstige waardering beschikten. Risicobeheer In de tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in de verslagperiode in het fonds hebben gemanifesteerd. Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instrumenten in de portefeuille van Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds is er gedurende de verslagperiode sprake geweest van marktrisico. De portefeuille bestaat uit obligaties en andere verhandelbare vastrentende schuldbewijzen van voornamelijk bedrijven. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom duidelijk sprake van marktrisico’s.
Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Renterisico
ü
Kredietrisico
ü
Liquiditeitsrisico
ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds wordt alleen belegd in in euro gedenomineerde instrumenten. Er is dus geen sprake van valutarisico. Renterisico: De modified duration van Zwitserleven Institutioneel Credit Fonds bedroeg ultimo verslagperiode 4,9 (ultimo 2013: 4,4). Dit betekent dat een 1% rentedaling (stijging) tot gevolg heeft dat de koersen bij benadering met 4,9% stijgen (dalen) als de overige omstandigheden gelijk blijven. Binnen Zwitserleven Institutioneel Credit Fonds is daarom duidelijk sprake van renterisico. In het beleggingsmandaat zijn duidelijke grenzen afgesproken waarbinnen de vermogensbeheerder de duration van de portefeuille mag laten afwijken van die van de benchmark. In de verslagperiode is beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De duration van de portefeuille week gedurende de verslagperiode beperkt af van de duration van de benchmark. Kredietrisico: In het mandaat zijn strikte grenzen gesteld aan de kredietkwaliteit van de debiteuren in portefeuille. Het fonds belegt in vermogenstitels uitgegeven door debiteuren van een bepaalde kwaliteit, zogenoemde ‘investment grade beleggingen’. Bij de beoordeling van de kwaliteit van debiteuren en vermogenstitels wordt gebruik gemaakt van de waardering van de ‘rating agencies’, Standard & JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
21
Poor’s Moody’s of Fitch. Er wordt belegt in vermogenstitels met een rating van ten minste BBB- (Standard & Poor’s), Baa3 (Moody’s) of BBB- (Fitch) , waarbij de laagste rating van de drie rating agencies leidend is. Ultimo verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille Baa1. De gemiddelde rating gedurende de verslagperiode is Baa1 geweest conform Moody’s Weighted Average Rating Factor (WARF). WARF is een onafhankelijke methodiek om kredietrisico uit te drukken. Er is dus sprake van kredietrisico. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hoge mate van liquiditeit. Slechts een beperkt gedeelte van de portefeuille is belegd in obligaties met onderpand met een hoge kredietkwaliteit, die een iets lagere liquiditeit kennen. Het liquiditeitsrisico is beperkt. SECTOREN
DEBITEUREN / RATINGS Technologie 2,0%
Basisgoederen 2,3% Consumentendiensten 3,2%
Farmacie & Gezondheidszorg 0,7%
Olie & Gas 3,5%
Overig 1,1%
Basisindustrie 8,6% Telecommunicatie 8,7% Consumentengoederen 9,5%
Rabobank
2,62%
Ratings
Ge Capital
2,43%
AAA
0,57%
Bnp Paribas
2,22%
AA
4,97%
Societe Generale
1,96%
A
42,47%
Credit Suisse
1,92%
BBB
51,99%
Financiële Dienstverlening 45,8%
Nutsbedrijven 14,7%
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 140
16
135
14 12
130
10
125
8
120
6
Fonds Benchmark
115
4
110
2
105 dec-14
dec-13
dec-12
dec-11
dec-10
100 dec-09
2026
Overig
2025
2024
2023
2022
2021
2020
2019
2018
2017
2016
2015
2014
0
Rendement Over 2014 behaalde Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van 8,82%, na aftrek van kosten. Over dezelfde periode kwam het rendement van de benchmark uit op 8,24%. De outperformance is onder meer te danken aan de overweging van gelopen kredietrisico. De naamselectie in met name non-financials had hier een groot aandeel in. Een groot deel van deze outperformance kwam voort uit de onderweging van de olie- en gassector, waar Pemex en Gazprom,- waar het fonds geen positie in heeft - uitermate slecht presteerden. Ook de onderweging in supermarktketen Tesco droeg positief bij. Daarnaast was de performance binnen achtergestelde financials positief. Gedurende 2014 is een positie in Italiaanse staatsobligaties aangehouden in plaats van in Italiaanse bedrijfsobligaties. Deze positie droeg ook positief bij aan het rendement.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
22
2.5
ZWITSERLEVEN MEDIUM DURATION FONDS
FONDSPROFIEL Zwitserleven Medium Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Dit betekent dat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch de leningen van overheden waardeert met respectievelijk minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en leningen van supranationale organisaties dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/ Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. De partijen waarmee rentederivaten worden afgesloten zijn banken die als swapdealer optreden, die ten tijde van het aangaan van een swap een minimale rating van A/A2/A hebben. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Dit heet securities lending: het uitlenen van effecten aan andere financiële instellingen tegen een vergoeding. Momenteel wordt er geen gebruik gemaakt van securities lending. Het beleggingsdoel is, met een beperkt kredietrisico, streven naar het matchen van een cashflowoverzicht dat gebaseerd is op de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts (collectieve pensioenklanten) van Zwitserleven. Het fonds is vooral geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen kunnen beleggingen met een lange duration aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen. Het fonds kent geen benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
RENDEMENT BENCHMARK
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 2
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
2014
504,6
13,76
N/A
0,00
28,14
2013
541,5
-1,80%
N/A
0,00
24,73
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar. Portefeuillebeleid Zwitserleven Medium Duration Fonds is een beleggingsfonds dat belegt in obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten. Het fonds is daarmee met name geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Beleggingen met een lange duration kunnen aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen. Voor een juiste afstemming met het beleggingsbeleid van de portefeuille en de verwerking van de in- en uitstroom van beleggingsgelden, zijn in 2014 diverse wijzigingen in de portefeuille doorgevoerd. Staatsleningen van Nederland (2012), Frankrijk (2023) en Oostenrijk (2026 en een lening van Rabobank (2016) werden verkocht. Gekocht werden staatsleningen van Nederland en Duitsland met uiteenlopende afloopdata. Ook zijn enkele renteswaps afgesloten voor de gewenste duratie positie. Risicobeheer In de tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in de verslagperiode in het fonds hebben gemanifesteerd. Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instrumenten in de portefeuille van Zwitserleven Medium Duration Fonds is er gedurende de verslagperiode sprake geweest van marktrisico. Zwitserleven Medium Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom duidelijk sprake van marktrisico’s.
Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Renterisico
ü
Kredietrisico
ü
Liquiditeitsrisico
ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds wordt alleen belegd in in euro gedenomineerde instrumenten. Er is voor de obligatieportefeuille dus geen sprake van valutarisico. Renterisico: Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds is duidelijk sprake van renterisico. De duration van het fonds is gebaseerd op de kasstromen, die zijn afgeleid van de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts (collectieve pensioenklanten) van Zwitserleven en kan periodiek worden geactualiseerd. Op portefeuilleniveau mag de duration maximaal 1 jaar afwijken van de duration gebaseerd op het cashflowoverzicht. In de verslagperiode is beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Er wordt geen actief durationbeleid gevoerd. De modified duration ultimo verslagperiode bedroeg 7,57 (ultimo 2013: 7,39). Dit betekent dat een 1% rentedaling (stijging) tot gevolg heeft dat de koersen bij benadering met 7,57% stijgen (dalen) als de overige omstandigheden gelijk blijven. Kredietrisico: Er mag alleen belegd worden in leningen van overheden die door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch gewaardeerd met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en supranationale organisaties dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. Ultimo verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille Aa1. De gemiddelde
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
23
rating gedurende de verslagperiode is Aa1 geweest conform Moody’s Weighted Average Rating Factor (WARF). WARF is een onafhankelijke methodiek om kredietrisico uit te drukken. Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds is sprake van een beperkt kredietrisico. Als de marktwaarde van rentederivaten stijgt neemt ook het kredietrisico toe omdat de blootstelling op de tegenpartijen toeneemt. Dit toegenomen kredietrisico wordt afgedekt door onderpand. De afspraken met betrekking tot het onderpand worden in de Credit Support Annex (CSA) van de relevante ISDA overeenkomst met financiële tegenpartijen vastgelegd. Het kredietrisico als gevolg van derivatenposities is dus adequaat gemitigeerd. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hoge mate van liquiditeit. Er is dus sprake van een beperkt liquiditeitsrisico. MODIFIED DURATION CONTRIBUTION
DEBITEUREN / RATINGS
Time bucket
Nederland
33,81%
Ratings
Duitsland
27,43%
AAA
41,13%
Oostenrijk
11,33%
AA
57,81%
A
1,06%
Modified Duration Contribution YTM
(year)
Bonds
Swaps
Total
0-5
0,37
0,21
0,58
Frankrijk
9,34%
5 - 10
1,89
0,53
2,42
Bayerische Lbnk
3,26%
10 - 15
2,04
2,52
4,56
15 - 20
0,23
-0,22
0,02
20 - 25
0,25
-0,25
0,00
Total
4,78
2,79
7,57
MODIFIED DURATION CONTRIBUTION
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 114
5
112
1
104
0
102
-1
100 nov-14
nov-13
98 nov-12
20 -2 5
106
15 - 20
2
10 - 15
108
5 - 10
110
3
0-5
4
Rendement Over 2014 behaalde Zwitserleven Medium Duration Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van 13,76%, na aftrek van kosten. Het sterk gedaalde renteniveau had een sterk positieve uitwerking op het absolute portefeuillerendement.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
24
2.6
ZWITSERLEVEN LONG DURATION FONDS
FONDSPROFIEL Zwitserleven Long Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Dit betekent dat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch de leningen van overheden waardeert met respectievelijk minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en leningen van supranationale organisaties dienen minimaal een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. De partijen waarmee rentederivaten worden afgesloten zijn banken die als swapdealer optreden, die ten tijde van het aangaan van een swap een minimale rating van A/A2/A hebben. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Dit heet securities lending: het uitlenen van effecten aan andere financiële instellingen tegen een vergoeding. Momenteel wordt er geen gebruik gemaakt van securities lending. Het beleggingsdoel is, met een beperkt kredietrisico, streven naar het matchen van een cashflowoverzicht dat gebaseerd is op de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts (collectieve pensioenklanten) van Zwitserleven. Het fonds is vooral geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen kunnen beleggingen met een lange duration aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen. Het fonds kent geen benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
RENDEMENT BENCHMARK
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 2
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
2014
984,8
42,37
N/A
0,00
33,19
2013
910,6
-9,31%
N/A
0,00
23,31
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar. Portefeuillebeleid Zwitserleven Long Duration Fonds is een beleggingsfonds dat belegt in obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten. Het fonds is daarmee met name geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Beleggingen met een lange duration kunnen aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen. Voor een juiste afstemming met het beleggingsbeleid van de portefeuille en de verwerking van de in- en uitstroom van beleggingsgelden, zijn in 2014 diverse wijzigingen in de portefeuille doorgevoerd. Staatsleningen van Nederland (2012), Frankrijk (2023) en Oostenrijk (2026 en een lening van Rabobank (2016) werden verkocht. Gekocht werden staatsleningen van Nederland en Duitsland met uiteenlopende afloopdata. Ook zijn enkele renteswaps afgesloten voor de gewenste duratie positie. Risicobeheer In de tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in de verslagperiode in het fonds hebben gemanifesteerd. Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instrumenten in de portefeuille van Zwitserleven Long Duration Fonds is er gedurende de verslagperiode sprake geweest van marktrisico. Zwitserleven Long Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom duidelijk sprake van marktrisico’s.
Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Renterisico
ü
Kredietrisico
ü
Liquiditeitsrisico
ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Long Duration Fonds wordt alleen belegd in in euro gedenomineerde instrumenten. Er is voor de obligatie portefeuille dus geen sprake van valutarisico. Renterisico: Voor Zwitserleven Long Duration Fonds is duidelijk sprake van renterisico. De duration van het fonds is gebaseerd op het cashflowoverzicht dat is afgeleid van de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts (collectieve pensioenklanten) van Zwitserleven en kan periodiek worden geactualiseerd. Op portefeuilleniveau mag de duration maximaal 1 jaar afwijken van de duration gebaseerd op het cashflowoverzicht. In de verslagperiode is beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Er wordt geen actief durationbeleid gevoerd. De modified duration ultimo verslagperiode bedroeg 21,51 (ultimo 2013; 21,19). Dit betekent dat een 1% rentedaling (stijging) tot gevolg heeft dat de koersen bij benadering met 21,51% stijgen (dalen) als de overige omstandigheden gelijk blijven. Kredietrisico: Er mag alleen belegd worden in leningen van overheden die door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch gewaardeerd met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en supranationale organisaties dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. Ultimo verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille Aa1. De gemiddelde
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
25
rating gedurende de verslagperiode is Aa1 geweest conform Moody’s Weighted Average Rating Factor (WARF). WARF is een onafhankelijke methodiek om kredietrisico uit te drukken. Voor Zwitserleven Long Duration Fonds is sprake van een beperkt kredietrisico. Als de marktwaarde van rentederivaten stijgt neemt ook het kredietrisico toe omdat de blootstelling op de tegenpartijen toeneemt. Dit toegenomen kredietrisico wordt afgedekt door onderpand. De afspraken met betrekking tot het onderpand worden in de Credit Support Annex (CSA) van de relevante ISDA overeenkomst met financiële tegenpartijen vastgelegd. Het kredietrisico als gevolg van derivatenposities is dus adequaat gemitigeerd. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hoge mate van liquiditeit. Er is dus sprake van een beperkt liquiditeitsrisico. SECTOREN
DEBITEUREN / RATINGS
Time bucket
Modified Duration Contribution YTM
(year)
Duitsland
38,01%
Ratings
Nederland
32,13%
AAA
47,65%
AA
52,35%
Bonds
Swaps
Total
Frankrijk
11,44%
0-5
0,04
0,21
0,58
Oostenrijk
6,08%
15 - 20
1,65
2,52
4,56
Lb Baden-Wuerttemberg
3,78%
20 - 25
4,20
-0,22
0,02
25 - 35
12,00
-0,25
0,00
Total
17,89
2,79
7,57
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 135
14
130
12 10
125
8
120
6
115
4
110
2
105
0
100
-2
95 nov-14
nov-13
90 nov-12
25 - 35
20 - 25
15 - 20
0-5
-4
Rendement Over 2014 behaalde Zwitserleven Long Duration Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van 42,37%, na aftrek van kosten. Het sterk gedaalde renteniveau had een sterk positieve uitwerking op het absolute portefeuillerendement.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
26
2.7
ZWITSERLEVEN ULTRA LONG DURATION FONDS
FONDSPROFIEL Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Dit betekent dat kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch de leningen van overheden waardeert met respectievelijk minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en leningen van supranationale organisaties dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/ Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. De partijen waarmee rentederivaten worden afgesloten zijn banken die als swapdealer optreden, die ten tijde van het aangaan van een swap een minimale rating van A/A2/A hebben. Het fonds kan maximaal 50% van de portefeuillewaarde van de effecten uitlenen. Dit heet securities lending: het uitlenen van effecten aan andere financiële instellingen tegen een vergoeding. Momenteel wordt er geen gebruik gemaakt van securities lending. Het beleggingsdoel is, met een beperkt kredietrisico, streven naar het matchen van een cashflowoverzicht dat gebaseerd is op de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts (collectieve pensioenklanten) van Zwitserleven. Het fonds is vooral geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen kunnen beleggingen met een lange duration aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen. Het fonds kent geen benchmark. FONDSVERMOGEN IN €1 MLN.
RENDEMENT OP BASIS VAN INTRINSIEKE WAARDE 1
RENDEMENT BENCHMARK
DIVIDEND PER PARTICIPATIE 2
INTRINSIEKE WAARDE PER PARTICIPATIE
2014
997,2
70,49
N/A
0,00
38,64
2013
752,7
-12,31%
N/A
0,00
22,66
1) Voor zover van toepassing is het rendement inclusief herbelegging van dividend. 2) Dit is het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorgaande boekjaar. Portefeuillebeleid Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds is een beleggingsfonds dat belegt in obligaties, rentederivaten en geldmarktinstrumenten. Het fonds is daarmee met name geschikt als onderdeel van een beleggingsportefeuille die wordt aangehouden voor collectieve pensioenregelingen. Beleggingen met een lange duration kunnen aantrekkelijk zijn voor collectieve pensioenregelingen door de lange looptijd van de pensioenverplichtingen. Voor een juiste afstemming met het beleggingsbeleid van de portefeuille en de verwerking van de in- en uitstroom van beleggingsgelden, zijn in 2014 diverse wijzigingen in de portefeuille doorgevoerd. Staatsleningen van Nederland (2012), Frankrijk (2023) en Oostenrijk (2026 en een lening van Rabobank (2016) werden verkocht. Gekocht werden staatsleningen van Nederland en Duitsland met uiteenlopende afloopdata. Ook zijn enkele renteswaps afgesloten voor de gewenste duratie positie. Risicobeheer In de tabel is aangegeven welke risico’s van toepassing zijn op het fonds en die zich in de verslagperiode in het fonds hebben gemanifesteerd. Marktrisico: Door risico’s van fluctuaties van de financiële instrumenten in de portefeuille van Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds is er gedurende de verslagperiode sprake geweest van marktrisico. Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds belegt in euro’s genoteerde obligaties en geldmarktinstrumenten met een hoge kredietwaardigheid en in rentederivaten. Rentebewegingen en wijzigingen in rating in de kwaliteit van de debiteuren leiden tot marktfluctuaties. Er is daarom duidelijk sprake van marktrisico’s.
Marktrisico
ü
Valutarisico
û
Renterisico
ü
Kredietrisico
ü
Liquiditeitsrisico
ü
Valutarisico: Voor Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds wordt alleen belegd in in euro gedenomineerde instrumenten. Er is voor de obligatieportefeuille dus geen sprake van valutarisico. Renterisico: Voor Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds is duidelijk sprake van renterisico. De duration van het fonds is gebaseerd op het cashflowoverzicht dat is afgeleid van de gemiddelde verplichtingenkant van separate accounts (collectieve pensioenklanten) van Zwitserleven en kan periodiek worden geactualiseerd. Op portefeuilleniveau mag de duration maximaal 1 jaar afwijken van de duration gebaseerd op het cashflowoverzicht. In de verslagperiode is beperkt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Er wordt geen actief durationbeleid gevoerd. De modified duration ultimo verslagperiode bedroeg 37,09 (ultimo 2013; 36,45). Dit betekent dat een 1% rentedaling (stijging) tot gevolg heeft dat de koersen bij benadering met 37,09% stijgen (dalen) als de overige omstandigheden gelijk blijven. Kredietrisico: Er mag alleen belegd worden in leningen van overheden die door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, Moody’s of Fitch gewaardeerd met minimaal AA-/Aa3/AA-. Leningen en geldmarktinstrumenten van lagere en regionale overheden en supranationale organisaties dienen een minimale rating van AAA/Aaa/AAA te hebben. Geldmarktinstrumenten van ondernemingen met een minimale rating van AA-/Aa3/AA- zijn beperkt toegestaan. Ultimo verslagperiode bedroeg de gemiddelde rating van de portefeuille Aa1. De gemiddelde rating gedurende de verslagperiode is Aa1 geweest conform Moody’s Weighted Average Rating Factor (WARF). WARF is een onafhankelijke methodiek om kredietrisico uit te drukken. Voor Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds is sprake van een beperkt kredietrisico. JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
27
Als de marktwaarde van rentederivaten stijgt neemt ook het kredietrisico toe omdat de blootstelling op de tegenpartijen toeneemt. Dit toegenomen kredietrisico wordt afgedekt door onderpand. De afspraken met betrekking tot het onderpand worden in de Credit Support Annex (CSA) van de relevante ISDA overeenkomst met financiële tegenpartijen vastgelegd. Het kredietrisico als gevolg van derivatenposities is dus adequaat gemitigeerd. Liquiditeitsrisico: Zowel het beleggingsfonds als de onderliggende beleggingstitels kennen een hoge mate van liquiditeit. Er is dus sprake van een beperkt liquiditeitsrisico. SECTOREN
DEBITEUREN / RATINGS
Time bucket
Modified Duration Contribution YTM
(year)
Bonds
Swaps
Total
Duitsland
32,71%
Ratings
Nederland
18,81%
AAA
46,27%
Frankrijk
12,53%
AA
53,12%
11,65%
A
0,61%
0,11
-0,37
-0,26
Oostenrijk
11,11
2,88
13,99
Barclays Bnk Otc * Swaps
35+
5,92
17,44
23,36
Total
17,14
19,96
37,09
0-5 25 - 35
CASHFLOWVERDELING EN LOOPTIJD
6,66%
GEÏNDEXEERD RENDEMENTSVERLOOP 160
24
150
20
140
16
130
12
120
8
110
4
100
0
90 nov-14
nov-13
80 nov-12
35+
25 - 35
0-5
-4
Rendement Over 2014 behaalde Zwitserleven Long Ultra Long Duration Fonds een rendement op basis van intrinsieke waarde van 70,49%, na aftrek van kosten. Het sterk gedaalde renteniveau had een sterk positieve uitwerking op het absolute portefeuillerendement.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
28
3 JAARREKENING 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
29
3.1
BALANS
Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal 3.2
31-12-2014
31-12-2013
1 2
2.651.116 37.070
2.343.951 42.656
3 4
3.459 90 40.439 2.691.555
4.022 82 46.596 2.390.547
1.935.019 -131.470 888.006 2.691.555
2.515.525 67.843 -192.821 2.390.547
5
WINST- EN VERLIESREKENING
In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Futures Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Service fee Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten Resultaat 3.3
REF.
REF.
6 7
8 9
10
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
75.269
66.663
99.186 47.477 -96
-8.172 1.794 66
435.296 231.458 448 889.038
-193.077 -59.790 623 -191.893
1.044 -12 1.032
928 -928
888.006
-192.821
KASSTROOMOVERZICHT
In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat excl. koersverschillen op geldmiddelen Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop en lossingen van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Mutatie schulden aan kredietinstellingen Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Effect van valutakoersverschillen op gehouden geldmiddelen Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
888.006
-192.821
-146.567 -666.754 -1.458.210 1.964.366
6.312 252.867 -694.062 338.041
5.586 8 586.435
-6.058 5 -295.716
383.384 -963.891 --6.491 -586.998
457.824 -160.671 --6.441 290.712
-563 4.022 -3.459
-5.003 9.025 -4.022
30
3.4
TOELICHTING
ALGEMEEN Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is een beleggingsfonds in de vorm van een fonds voor gemene rekening met een open-end structuur dat is opgericht 29 maart 2010. Participaties worden door Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen alleen aangeboden aan professionele beleggers in de zin van de Wft. De beheerder kan besluiten om onder omstandigheden de inkoop van participaties op te schorten. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is een paraplufonds bestaande uit verschillende series participaties, subfondsen genaamd, waarin afzonderlijk kan worden belegd. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen bestaat uit de volgende fondsen: nnZwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds nnZwitserleven Institutioneel Credits Fonds nnZwitserleven Medium Duration Fonds nnZwitserleven Long Duration Fonds nnZwitserleven Ultra Long Duration Fonds Het beleggen in de beleggingsfondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is bedoeld voor institutionele producten en klanten. Elk subfonds (hierna ‘fonds’) heeft zijn eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel en koersvorming. Ook de administratie van elk fonds is gescheiden door het gebruik van separate rekeningen. Het in een afzonderlijk fonds gestort kapitaal wordt afzonderlijk belegd. Zowel de kosten als de opbrengsten worden per fonds afzonderlijk verantwoord. Waardestijgingen en waardedalingen in de portefeuille van een fonds komen ten goede aan of ten laste van de houders van de desbetreffende serie participaties. Conform de Wet op het financieel toezicht (Wft) is er sprake van afgescheiden vermogens tussen de verschillende fondsen. Hoewel sprake is van (administratief) afgescheiden vermogens vormen de fondsen in juridische zin één geheel.
WIJZIGING BEHEERDER Per 1 juli 2014 zijn SNS Beleggingsfondsen Beheer B.V. (‘SBB’) en SNS Asset Management N.V. (‘SNS AM’) gefuseerd en is de naam SNS AM gewijzigd in ACTIAM N.V. (‘ACTIAM’). Vanaf deze datum is ACTIAM beheerder geworden van Zwitserleven Beleggingsfondsen, Zwitserleven Mix Beleggingsfondsen en Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen en zet het door SBB gevoerde fondsbeheer voort. Achtergrond van de fusie zijn onder andere de verzwaarde eisen voor fondsbeheer door nieuwe wet- en regelgeving, waaronder Europese regelgeving voor beleggingsinstellingen, met name de ‘Alternative Investment Fund Managers Directive’ (AIFMD). Daarnaast wordt door de fusie expertise in fondsbeheer gebundeld. Het vermogensbeheer en de fondsadministratie blijven ongewijzigd. Beide waren door SBB al grotendeels uitbesteed aan ACTIAM. Op 14 april 2006 heeft de Autoriteit Financiële Markten de vergunning op grond van artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) verleend aan SBB. Door de fusie is de vergunning per 1 juli 2014 van rechtswege overgegaan naar ACTIAM.
AIFMD Op 22 juli 2013 is de AIFMD geïmplementeerd in de Wft. Nederlandse beleggingsinstellingen kwalificeren vanaf 22 juli 2013 in beginsel als alternatieve beleggingsinstelling (‘abi’) of als instelling voor collectieve belegging in effecten (‘icbe’). Hierbij gold voor abi-beheerders, zoals destijds SBB, een overgangsregime tot (uiterlijk) 22 juli 2014. Tijdens het overgangsregime golden de vereisten van de Wft zoals die van kracht waren op 21 juli 2013. Van dit overgangsregime heeft SBB gebruik gemaakt. Vanaf 22 juli 2014 voldoet ACTIAM N.V. als abi-beheerder aan de nieuwe vereisten die gelden voor een abi-beheerder. Deze vereisten betreffen onder meer het aanstellen van een onafhankelijke bewaarder (zie hierna), het risicomanagementbeleid, beleid inzake belangenconflicten, uitbestedingsbeleid, beloningsbeleid, waarderingsbeleid fondsactiva en hebben voorts betrekking op de jaarverslaglegging en kapitaalvereisten voor beheerder en bewaarder.
BEWAARDER Als gevolg van implementatie van de AIFMD wetgeving is ACTIAM verplicht om een onafhankelijke bewaarder aan te stellen. Per 22 juli 2014 is KAS Trust & Depositary Services B.V. te Amsterdam aangesteld als bewaarder van de door ACTIAM beheerde beleggingsfondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. De bewaarder is een onder wettelijk toezicht staande entiteit met als wettelijke taken onder andere het monitoren van kasstromen, naleving van beleggingsbeleid en eigendomsverificatie ten aanzien van de financiële activa van de beleggingsfondsen. De verslagperiode heeft betrekking op de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. De fondsen zijn gevormd voor onbepaalde tijd en zijn niet genoteerd aan enige effectenbeurs. Aan het jaarbericht 2014 van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen zijn toegevoegd de jaarrekeningen van de onderliggende fondsen waarin Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen haar vermogen JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
31
heeft belegd. Deze worden geacht integraal onderdeel uit te maken van de toelichting op deze jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wft. Op onderdelen zijn in deze jaarrekening bewoordingen gehanteerd die afwijken van de modellen, omdat deze beter de inhoud van de post weergeven.
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen Tenzij anders vermeld zijn alle bedragen in duizenden euro’s en worden de in de balans opgenomen posten gewaardeerd tegen marktwaarde. Vreemde valuta De rapportage en functionele valuta van het fonds is de euro. Het fonds belegt alleen in vermogenstitels uitgegeven in euro’s of in voorlopers van deze munteenheid (oude nationale valuta). Criteria opname in de balans Een financieel instrument wordt in de balans opgenomen zodra het waarschijnlijk is dat toekomstige economische voordelen van het financiële instrument naar het beleggingsfonds zullen toevloeien. De reële waarde van een financieel instrument bij eerste opname is gelijk aan de kostprijs van een financieel instrument. Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het financieel instrument aan een derde worden overgedragen. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat de beheerder oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De waarderingsgrondslagen van de beleggingen zijn naar de mening van de beheerder het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie, en vereisen schattingen en veronderstellingen. In de paragrafen hieronder zijn de waarderingsgrondslagen van de beleggingen opgenomen. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Beleggingen Transactiekosten Transactiekosten voor vastrentende waarden zijn niet te bepalen daar zij in de aan- en verkoopkoers zijn opgenomen en niet separaat worden vastgelegd. De totale hoogte van de transactiekosten voor vastrentende waarden is derhalve niet met voldoende nauwkeurigheid vast te stellen. De omloopsnelheid van de portefeuille, die in de jaarrekening van elk fonds wordt vermeld, is een indicatie van de transactiekosten. Beleggingen met een beursnotering Aandelen genoteerd aan een effectenbeurs worden gewaardeerd tegen reële waarde op basis van de meest recente slotkoers in de verslagperiode. Beursgenoteerde derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde op basis van de meest recente slotkoers. Als financiële instrumenten op verschillende effectenbeurzen zijn genoteerd, bepaalt de beheerder van welke effectenbeurs de koers in aanmerking wordt genomen. De vastrentende waarden worden gewaardeerd tegen reële waarde. Als sprake is van een actieve markt wordt gebruikgemaakt van de relevante biedkoersen of, als biedkoersen niet aanwezig zijn, van de relevante middenkoersen of slotkoersen. Wanneer geen actieve markt beschikbaar is voor een vastrentende belegging, wordt gebruikgemaakt van een koers die is afgeleid van quoteringen van vergelijkbare beleggingen of op basis van een of indicatieve quotering die is verkregen van derde partijen die een markt onderhouden in de betreffende beleggingen. Indien dit niet mogelijk is, wordt de koers modelmatig bepaald. Beleggingen zonder beursnotering Niet aan een effectenbeurs genoteerde of verhandelde beleggingen en eventuele incourante beleggingen worden gewaardeerd op basis van een indicatieve waardering. Deze indicatieve waardering wordt ontvangen van externe partijen. Als deze niet beschikbaar is, wordt de waardering modelmatig bepaald. De beheerder zal alles in het werk stellen om een zo accuraat en recent mogelijke waardering toe te JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
32
kennen. Dit betekent dat de waardering gedateerd kan zijn. Als na vaststelling van de intrinsieke waarde van het fonds, maar voorafgaand aan publicatie van het jaarverslag, informatie beschikbaar komt die leidt tot een materieel ander inzicht in de intrinsieke waarde die in het jaarverslag wordt gepubliceerd, zal dit in het verslag worden verwerkt en toegelicht. De nadere informatie zal worden verwerkt bij de eerstvolgende vaststelling van de intrinsieke waarde. Van waarderingen die modelmatig zijn bepaald, worden de uitkomsten van het model door een onafhankelijke accountant getoetst. Derivaten Beursgenoteerde derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde op basis van de meest recente slotkoers. Derivaten die niet beursgenoteerd zijn, worden gewaardeerd aan de hand van waarderingsmodellen. Deze waarderingsmodellen worden gevoed door objectieve marktdata. Het beleggingsbeleid van de Zwitserleven Long Duration fondsen is gericht op het, met een beperkt kredietrisico, matchen van de (duratie van de) verplichtingen van collectieve pensioencontracten, “separate accounts”, van Zwitserleven. Op grond van deze doelstelling worden derivaten gewaardeerd conform de methodiek die Zwitserleven hanteert voor de waardering van de verplichtingen van deze separate accounts. Deze waarderingsmethodiek maakt gebruik van een model dat op basis van 6 maands EURIBOR de verplichtingen waardeert. Het contant maken van kasstromen op basis van 6 maands EURIBOR wijkt echter af van wat er thans in de markt gebruikelijk is bij de waardering van derivaten, namelijk het contant maken van kasstromen op basis van Eonia (Euro OverNight Index Average), het tarief voor daggeld in het eurogebied. De door ons gehanteerde rentecurve bij de berekening van de waardering van de derivaten leidt tot een lagere waardering dan wanneer gebruik zou worden gemaakt van de Eonia-rentecurve. Hierbij geldt dat dit verschil in waardering groter wordt naarmate de duration van de derivaten langer wordt. Voor Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds is het verschil in waardering € 7,4 miljoen, 0,7% van het fondsvermogen. Voor Zwitserleven Long Duration Fonds is het verschil in waardering € 1,0 miljoen, 0,1% van het fondsvermogen. Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds is het verschil in waardering € 0,3 miljoen, 0,1% van het fondsvermogen. Deposito’s Deposito’s worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde is nagenoeg gelijk aan de nominale waarde omdat de deposito’s een korte looptijd hebben. Overige activa en passiva De overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De nominale waarde is nagenoeg gelijk aan de marktwaarde als gevolg van de korte looptijden van de betreffende posten. Verwerking van plaatsing en inkoop van participaties De uit hoofde van plaatsing respectievelijk inkoop van participaties ontvangen respectievelijk betaalde bedragen worden geheel verwerkt in het gestorte kapitaal van het desbetreffende fonds. Participaties als eigen vermogen Participatiehouders van het fonds hebben het recht om hun participatie terug te verkopen aan het fonds en participaties hebben daarmee een kenmerk van vreemd vermogen. De participaties van het fonds worden in de jaarcijfers als eigen vermogen verantwoord, omdat de participaties aan de volgende kenmerken voldoen: nnde houder van de participatie heeft recht op een pro-rata deel van de netto activa in het beleggingsfonds; en nnde participatie is achtergesteld ten opzichte van alle andere instrumenten. Op- en afslag bij toe- en uittredingen Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen biedt de participaties in Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds en Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds aan tegen intrinsieke waarde. De Beheerder kan in het belang van zittende participanten besluiten om een op- of afslag te hanteren, ter dekking van transactiekosten van aan- en verkopen van beleggingen. De Beheerder bepaalt per transactie de hoogte van de eventuele op- of afslag. Gedurende de verslagperiode heeft de Beheerder geen gebruik gemaakt van deze bevoegdheid. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen biedt de participaties in Zwitserleven Medium Duration Fonds, Zwitserleven Long Duration Fonds en Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds aan tegen de geldende intrinsieke waarde vermeerderd met een opslag. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen neemt participaties van deze fondsen terug tegen de geldende intrinsieke waarde minus een afslag. Deze op- of afslag komt geheel ten goede aan het betreffende fonds, opdat de aan- en verkoopkosten van de onderliggende financiële instrumenten worden gedekt. Tevens worden bestaande participanten in het fonds hierdoor beschermd tegen de kosten die worden gemaakt om eigen participaties uit te geven of in te kopen. Het staat de beheerder vrij om de op- dan wel afslag in neerwaartse zin te herzien, mits de gerelateerde kosten gedekt zijn. Participaties worden in principe dagelijks verhandeld. De huidige op- en afslagen, ontleend aan het prospectus d.d. 1 januari 2015, zijn als volgt. Voor de actuele op- en afslagen kunt u het prospectus raadplegen. OPSLAG BASISPUNTEN
Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
5 30 40
AFSLAG BASISPUNTEN
5 30 40
33
GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING Verantwoording van baten en lasten Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Het resultaat wordt voornamelijk bepaald door de (niet-)gerealiseerde waardeveranderingen van de beleggingen over de verslagperiode, onder aftrek van de aan de verslagperiode toe te rekenen kosten. Daarnaast bestaat het resultaat uit de directe beleggingsopbrengsten betreffende interest. De interestbaten betreft de bruto ontvangen rente op obligaties en deposito’s onder aftrek van provisie. De rente wordt verantwoord in de periode waarop zij betrekking heeft.
KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst van de liquide middelen, die gedurende de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop deze zijn aangewend. De kasstromen worden gesplitst naar beleggingsactiviteiten en financieringsactiviteiten. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen direct in de winst- en verliesrekening worden verantwoord. In het kasstroomoverzicht wordt het resultaat, door aanpassingen hierop tot kasstromen herleid.
FISCALE ASPECTEN Fiscale structuur Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is een fonds voor gemene rekening dat niet belastingplichtig is in de zin van artikel 2 lid 2 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en artikel 1 lid 2 van de Wet op de dividendbelasting 1965. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen is derhalve een fiscaal transparant lichaam. Alle activa en passiva, alsmede de resultaten, worden pro rata naar aandeel en tijd toegerekend aan de houders van participaties. De fondsen kunnen de ingehouden dividendbelasting en buitenlandse bronbelasting niet zelf terugontvangen van de Nederlandse - of buitenlandse fiscus. Dit recht komt toe aan de houders van de participaties.
FINANCIËLE RISICO’S EN BEHEERSINGSMAATREGELEN De activiteiten van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen kunnen voor Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen financiële risico’s van verscheidene aard met zich meebrengen. Omdat elk fonds een eigen beleggingsbeleid voert, variëren deze risico’s per fonds. Om het beleggingsbeleid uit te voeren belegt elk fonds in individuele fondswaarden. Elk fonds belegt in verschillende financiële instrumenten, met een eigen risico. Deze risico’s bestaan uit marktrisico, renterisico, kredietrisico, risico verbonden aan in- en uitlenen van effecten (securities lending), valutarisico en liquiditeitsrisico. De belangrijkste financiële risico’s van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen komen voort uit het beheer van beleggingsportefeuilles. Het beleid dat de beheerder van het fonds voert ten aanzien van deze risico’s wordt hieronder uiteengezet. Marktrisico De beleggingen van de fondsen zijn blootgesteld aan normale marktschommelingen en risico’s inherent aan het beleggen in financiële instrumenten. De waarde van de onderliggende beleggingen kan fluctueren en kan toe- of afnemen vanwege een groot aantal factoren, zoals verwachtingen ten aanzien van economische groei, inflatie en prijsontwikkeling op goederen- en valutamarkten. Daarnaast kan de waarde van de beleggingen fluctueren als gevolg van bijvoorbeeld politieke en monetaire ontwikkelingen. Marktrisico’s kunnen verschillen per beleggingscategorie maar nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen tot een bepaalde regio, sector en/of door keuze van individuele beleggingen. Het is mogelijk dat de beleggingen uit de hele markt of uit een bepaalde regio of sector dalen. Ter beperking van dit marktrisico vindt, op basis van kwalitatieve en kwantitatieve analyses, een zorgvuldige selectie en spreiding plaats van beleggingen van het Fonds. Met een actief beleid wordt vroegtijdig ingespeeld op de verwachtingen in de markt om zodoende te anticiperen op toekomstige trends in de markt. De beheerder kan de verdeling van de door hem geselecteerde beleggingen over de diverse categorieën aanpassen op basis van de marktvooruitzichten. Hieronder is een verdeling van de portefeuille naar landen en sectoren opgenomen. Deze overzichten geven inzicht in het koersrisico van de fondsen dat wordt gelopen als gevolg van de posities die worden aangehouden in de betreffende fondsen.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
34
Tabel 8: Landenverdeling obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
2.438.671 Beleggingen in obligaties per 31 december 2014 1.046.149 649.500 318.777 255.167 28.928 24.231 19.980 15.238 14.645 13.760 11.032 10.831 9.929 5.774 3.110 3.023 1.988 1.641 1.402 1.255 1.200 610 501
Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk Zwitserland Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten van Amerika Zweden Australië Europese Unie Italië Luxemburg België Spanje Ierland Denemarken Finland Mexico Jersey Caymaneilanden Tsjechië Verenigde Arabische Emiraten Noorwegen
100,0 42,8 26,6 13,1 10,5 1,2 1,0 0,8 0,6 0,6 0,6 0,5 0,4 0,4 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 -
Tabel 9: Sectorallocatie obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
2.438.671 Beleggingen in obligaties per 31 december 2014 2.187.625 90.696 74.864 21.400 12.539 12.404 8.328 8.095 5.599 5.108 4.373 3.332 2.959 1.349
Staat(sgegarandeerd) Banken Financiële conglomeraten Nutsbedrijven Telecommunicatiediensten Kapitaalgoederen Verzekeringen Consumenten Servicebedrijven Voeding en dranken Energie Auto's Basisgoederen Technologie Media
100,0 89,8 3,7 3,1 0,9 0,5 0,5 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1
Renterisico Het renterisico is het risico van verliezen als gevolg van renteontwikkelingen. De waarde van de beleggingen in vastrentende fondsen fluctueert als gevolg van verandering in marktrentes. Hierdoor zijn deze fondsen blootgesteld aan renterisico. Alle fondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen beleggen in vastrentende waarden en staan dus bloot aan renterisico. Ter beperking van deze risico’s geldt een vaste bandbreedte als toegestane afwijking van de gemiddelde rentetypische looptijd van de portefeuille, de zogenoemde duration, ten opzichte van de vergelijkingsmaatstaf. De duration voor Zwitserleven Institutioneel Government JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
35
Bonds 10+ Fonds mag maximaal twee jaar afwijken van de benchmark en voor Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds geldt een maximale afwijking van één jaar ten opzichte van de benchmark. De duration van een portefeuille geeft informatie over de gevoeligheid van de portefeuille voor fluctuaties in de marktrente. Hoe hoger de duration, hoe meer impact de rente heeft op de waarde van de portefeuille. De modified duration geeft een indicatie voor de relatieve mutatie in de waarde van de portefeuille bij een gegeven mutatie in de marktrente. Ook de verdeling van de verwachte cash flows in de tijd zegt iets over de rentegevoeligheid van het fonds. Voor Zwitserleven Medium Duration Fonds, Zwitserleven Long Duration Fonds en Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds (de “Durationfondsen”) geldt dat het beleggingsbeleid is gericht op een portefeuille met een duration die ligt binnen een bepaalde bandbreedte. In Zwitserleven Medium Duration Fonds is de duration gebaseerd op een cashflowverdeling tussen de 1 en 15 jaar, in Zwitserleven Long Duration Fonds op een cashflowverdeling tussen de 16 en 30 jaar en in Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds op een cashflowverdeling tussen de 31 en 59 jaar. Bij alle fondsen is het gebruik van derivaten toegestaan. Bij Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds is gedurende de verslagperiode gebruik gemaakt van futures, bij de Durationfondsen is actief gebruik gemaakt van renteswaps. Het gebruik van derivaten binnen de Durationfondsen heeft tot doel het opbouwen van een portefeuille van beleggingen met een lange duration. Fluctuatie van de rente, zowel omhoog als omlaag, zal een sterk effect hebben op de waarde van de beleggingen (sterke daling respectievelijk sterke stijging). In de jaarcijfers van alle fondsen zijn de gemiddelde resterende looptijden, het effectief rendement, het couponrendement en de modified duration opgenomen. In de specificatie van de beleggingen is ook de renteherzieningsdatum van de belegging gegeven. Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen(overheden of bedrijven) of debiteuren. Het kredietrisico wordt dan ook wel debiteurenrisico genoemd. De kredietwaardigheid kan zich positief en negatief ontwikkelen. Bij een negatieve ontwikkeling kan een debiteur geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven (hij kan zijn rente- of aflossingsverplichtingen niet voldoen). Het is ook mogelijk dat de positie van de debiteur zodanig verslechtert dat het resultaat en/of de vermogenspositie negatieve gevolgen ondervindt. Verschillende rating agencies beoordelen de kredietwaardigheid van debiteuren en overheden. De inschatting van kredietwaardigheid wordt beïnvloed door zowel factoren die gelden voor een bepaalde onderneming, als door factoren die op een bepaalde bedrijfstak van toepassing zijn. Minder gunstige winstvooruitzichten voor een sector kunnen een negatieve invloed hebben op de inschatting van de kredietwaardigheid van alle ondernemingen in die sector. Alle fondsen beleggen in vastrentende waarden en lopen dus kredietrisico. Ter beperking van het kredietrisico gelden restricties voor de samenstelling van de vastrentende portefeuilles ten aanzien van geografische spreiding, verdeling over verschillende debiteurencategorieën, de minimale kwaliteit van de debiteur (‘rating’) en de omvang van de beleggingen per debiteur. Derivatentransacties mogen alleen worden aangegaan onder een ISDA Master Agreement en Credit Support Annex (CSA) met de betreffende tegenpartij. Ten aanzien van de Durationfondsen geldt als voorwaarde dat de tegenpartijen waarmee rentederivaten worden afgesloten banken zijn die als swap dealer optreden en ten tijde van het aangaan van een swap een minimale rating van A2/A hebben. De exposure op tegenpartijen ten gevolge van een gestegen marktwaarde van rentederivaten en daarmee het toegenomen kredietrisico wordt afgedekt door collateral zoals in de CSA gespecificeerd. Het kredietrisico als gevolg van derivatenposities is dus adequaat gemitigeerd. Ultimo verslagperiode is voor een bedrag van € 231,9 miljoen aan onderpand ontvangen van tegenpartijen waarmee renteswaps zijn aangegaan. Voor alle fondsen geldt bovendien dat als gevolg van vooral verkooptransacties kortlopende vorderingen ontstaan. De kortlopende vorderingen als gevolg van verkooptransacties kennen een laag risico omdat de onderliggende activa slechts worden geleverd tegen gelijktijdige ontvangst van het transactiebedrag. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van de beleggingen in vastrentende waarden, vorderingen en liquide middelen. Het maximale kredietrisico voor Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen bedraagt ultimo verslagperiode € 2,5 miljard. Renteswaps zijn hierbij buiten beschouwing gelaten omdat zoals gezegd het kredietrisico op deze derivaten wordt afgedekt door middel van collateral. Hieronder is voor vastrentende beleggingen de verdeling over categorieën van kredietwaardigheid (‘ratings’) aangegeven. In de toelichting op de jaarrekening van de fondsen is het maximale kredietrisico aangegeven.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
36
Tabel 10: Ratingverdeling obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
2.438.671 Beleggingen per 31 december 2014 1.101.836 1.184.694 76.768 75.373
100,0
AAA AA A BBB
45,2 48,5 3,2 3,1
Risico in- en uitlenen van effecten (securities lending) De beheerder kan voor rekening en risico van elk fonds effecten uitlenen (verbruiklening van effecten of securities lending genaamd). De effecten kunnen worden uitgeleend tot een maximum van 50% van de desbetreffende portefeuillewaarde van het betreffende fonds. KAS BANK opereerde in 2014 bij het uitlenen van effecten in dit programma als ‘principaal intermediair’ hetgeen wil zeggen dat KAS BANK bij iedere securities lending transactie optrad als enige tegenpartij. Het tegenpartij risico in het kader van securities lending – het in gebreke blijven bij het nakomen van verplichtingen – bleef dus beperkt tot één partij (KAS BANK). Ter beperking van het tegenpartijrisico worden zekerheden verkregen. Gebruikelijke zekerheden zijn onder meer (staats)obligaties en aandelen van aan een markt in financiële instrumenten genoteerde bedrijven. Dagelijks wordt beoordeeld of de verkregen zekerheden nog toereikend zijn in vergelijking met de onderliggende waarde van de uitgeleende financiële instrumenten (marked-to-market). De marktwaarde van ontvangen zekerheden is hoger dan de waarde van de uitgeleende posities om het risico van fluctuaties in de marktwaarde te beperken. Bij aandelen wordt 105% en bij obligaties 102% van de waarde van de uitgeleende posities ontvangen. In de verslagperiode hebben securities lending activiteiten plaatsgevonden. De waarde van de uitgeleende posities van het securities lending programma ultimo 2014 is nihil omdat het securities lending programma in het tweede halfjaar van 2014 is afgebouwd. Reden voor de afbouw van het gehanteerde securities lending programma was dat de toenemende risico’s van deze activiteit niet langer opwogen tegen het rendement dat hiermee werd gerealiseerd. De opbrengsten van de uitleentransacties kwamen na aftrek van een marktconforme vergoeding van 20% voor de dienstverlening door KAS BANK ten goede aan de fondsen. Valutarisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen waarin de betreffende beleggingen luiden, voor zover dit niet de euro betreft. Voor Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds en Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds geldt dat alle beleggingen in euro’s luiden. Voor de Durationfondsen geldt dat het beleggingsuniversum bestaat uit vermogenstitels uitgegeven in euro’s of in voorlopers van deze munteenheid (oude nationale valuta). Derhalve staat geen van de fondsen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen bloot aan een valutarisico. In de overzichten van beleggingen van de fondsen is aangegeven in welke valuta de verschillende beleggingen luiden. Liquiditeitsrisico De mate van verhandelbaarheid, ook wel liquiditeit genoemd, van de effecten is van invloed op de hoogte van de feitelijke aan- en verkoopkoersen. Ter beperking van de verhandelbaarheidsrisico’s wordt in het algemeen belegd in goed verhandelbare, beursgenoteerde effecten. Daarnaast wordt bij beleggingsbeslissingen onder meer de omzet op de beurs van de betreffende effecten meegewogen. Tevens wordt de omvang van de uitstaande lening bij beleggingen in obligaties meegewogen. Deze hoge mate van verhandelbaarheid vormt tevens de basis voor het tijdig kunnen realiseren van de benodigde liquiditeiten ten behoeve van inkoop van eigen participaties door Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen en de fondsen lopen dus geen significant verhandelbaarheidsrisico.
UITBESTEDINGSRISICO EN MONITORING VAN RISICO’S Vermogensbeheertaken worden niet uitbesteed. De directie van ACTIAM toetst op basis van rapportages of voldaan wordt aan de overeengekomen beleggingsrestricties. ACTIAM gebruikt hiervoor onder andere ISAE-3402 Type II verklaringen. ACTIAM bewaakt tevens het voldoen aan wet- en regelgeving, alsmede beursvoorschriften. Er is periodiek overleg tussen ACTIAM en de afdeling Juridische Zaken en Fiscale Zaken. Daarnaast is de afdeling Compliance betrokken bij de monitoring van fondsbeheeractiviteiten binnen ACTIAM. JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
37
3.4.1 BALANS
1
BELEGGINGEN In duizenden euro’s
Obligaties Renteswaps Stand ultimo periode
31-12-2014
2.438.671 212.445 2.651.116
31-12-2013
2.395.489 -51.538 2.343.951
Obligaties In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
2.395.489 1.458.210 -1.949.414 99.090 435.296 2.438.671
01-01-2013 T/M 31-12-2013
2.238.827 694.062 -336.217 -8.106 -193.077 2.395.489
Ultimo verslagperiode zijn geen beleggingen uitgeleend. Renteswaps In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
-51.538 --14.952 47.477 231.458 212.445
01-01-2013 T/M 31-12-2013
8.283 --1.823 1.793 -59.791 -51.538
Beleggingen per fonds In duizenden euro’s
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Stand ultimo periode
31-12-2014
55.609 145.204 492.465 972.517 985.321 2.651.116
31-12-2013
49.220 131.580 528.547 895.385 739.220 2.343.952
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de jaarcijfers van de fondsen.
2
VORDERINGEN Onder vorderingen zijn opgenomen: In duizenden euro’s
Te vorderen van participanten Lopende rente obligaties Lopende rente renteswaps Totaal
31-12-2014
659 30.431 5.980 37.070
31-12-2013
-38.844 3.812 42.656
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
3
LIQUIDE MIDDELEN Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
38
4
KORTLOPENDE SCHULDEN Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Te betalen service fee Totaal
31-12-2013
90 90
82 82
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder welke als een gelieerde partij is te beschouwen.
5
FONDSVERMOGEN Het fondsvermogen is als volgt over de fondsen verdeeld: In duizenden euro’s
31-12-2014
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
56.677 148.204 504.626 984.803 997.245 2.691.555
31-12-2013
50.453 135.317 541.519 910.578 752.680 2.390.547
Verloop aantal participaties per fonds in de verslagperiode STAND PER 1 JANUARI
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
4.896.826 11.780.161 21.893.447 39.058.344 33.209.843 110.838.621
UITGEGEVEN PARTICIPATIES
950.237 1.097.773 6.173.160 4.698.087 2.704.564 15.623.821
INGEKOCHTE PARTICIPATIES
-1.197.351 -598.884 -10.131.675 -14.085.832 -10.106.593 -36.120.335
STAND PER 31 DECEMBER
4.649.712 12.279.050 17.934.932 29.670.599 25.807.814 90.342.107
Fondsvermogen In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2014 T/M 31-12-2014
2.390.547 383.384 -963.891 -6.491 888.006 2.691.555
01-01-2013 T/M 31-12-2013
2.292.656 457.824 -160.671 -6.441 -192.821 2.390.547
39
3.4.2 WINST- EN VERLIESREKENING
6
OPBRENGSTEN UIT BELEGGINGEN Onder opbrengsten uit beleggingen wordt de verdiende interest verantwoord. Opbrengsten uit beleggingen per beleggingsfonds In duizenden euro’s
01-01-2014 T/M 31-12-2014
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
1.747 5.165 19.051 22.154 27.152 75.269
01-01-2013 T/M 31-12-2013
1.593 5.292 16.198 19.936 23.644 66.663
7
GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VAN BELEGGINGEN De gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de verkoopopbrengst (inclusief verkoopkosten) de historisch gemiddelde kostprijs in mindering te brengen. De aan- en verkoopkosten van de beleggingen vormen onderdeel van de (niet-)gerealiseerde waardeveranderingen van de beleggingen. De transactiekosten kunnen niet geïdentificeerd en gekwantificeerd worden. Gerealiseerde waardeveranderingen per beleggingsfonds In duizenden euro’s
01-01-2014 T/M 31-12-2014
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
2.318 816 15.148 64.513 63.772 146.567
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-722 -974 -412 -2.645 -1.559 -6.312
8
NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VAN BELEGGINGEN De niet-gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de balanswaarde ultimo verslagperiode de balanswaarde aan het begin van de verslagperiode in mindering te brengen dan wel de gemiddelde kostprijs van de aankopen gedurende de verslagperiode. De aan- en verkoopkosten van de beleggingen vormen onderdeel van de (niet-)gerealiseerde waardeveranderingen van de beleggingen. De transactiekosten kunnen niet geïdentificeerd en gekwantificeerd worden. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen per beleggingsfonds In duizenden euro’s
01-01-2014 T/M 31-12-2014
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
7.301 6.161 40.953 249.932 362.407 666.754
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-2.295 -1.221 -23.449 -103.703 -122.199 -252.869
9
OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN Onder de overige bedrijfsopbrengsten worden rente rekening courant en security lending fees verantwoord.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
40
Overige bedrijfsopbrengsten 01-01-2014 T/M 31-12-2014
In duizenden euro’s
Rente rekening courant Security lending fees Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-16 464 448
-623 623
Securities lending fees Ter verhoging van het totale beleggingsresultaat kunnen door de Beheerder financiële instrumenten uit alle fondsen worden uitgeleend aan andere financiële instellingen. De feeverdeling tussen de Beheerder en KAS BANK bedroeg respectievelijk 80% en 20%. De opbrengsten van verbruiklening van effecten vanuit het securities lending programma komen na aftrek van de kosten van de custodian die securities lending operationeel voor de Beheerder uitvoert ten gunste van het resultaat van het desbetreffende fonds en komen derhalve volledig ten goede aan de participanten. De opbrengsten worden achteraf ontvangen en op kasbasis verantwoord. Ultimo 2014 zijn er geen effecten aan andere financiële instellingen uitgeleend Reden voor de afbouw van het gehanteerde securities lending programma was dat de toenemende risico’s van deze activiteit niet langer opwogen tegen het rendement dat hiermee werd gerealiseerd.
BEDRIJFSLASTEN Service fee De Beheerder brengt de fondsen een service fee in rekening. De service fee dient ter dekking van kosten van de bewaarder, kosten van administratie, oprichtings- en introductiekosten en bewaargeving van effecten, alsmede van alle andere operationele kosten zoals die van toezicht en registratie, accountantscontrole, verslaggeving en participantenvergaderingen. De service fee bedraagt op jaarbasis 0,040% van het gemiddelde fondsvermogen. Maandelijks wordt hiertoe 1/12e deel van 0,040% in rekening gebracht over waarde van het fonds aan het einde van de maand. In de service fee zijn inbegrepen de kosten voor het beheer van het fondsvermogen door de beheerder. Totale service fee per beleggingsfonds 01-01-2014 T/M 31-12-2014
In duizenden euro’s
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
23 57 237 387 340 1.044
19 53 196 356 304 928
LOPENDE KOSTEN FACTOR De lopende kosten factor (LKF) van een beleggingsfonds omvat alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds zijn gebracht, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten. De lopende kosten factor wordt uitgedrukt in procenten van het gemiddeld fondsvermogen van het desbetreffende fonds. Het gemiddelde fondsvermogen is berekend op basis van de frequentie van het afgeven van de intrinsieke waarde of ‘net asset value’ (NAV). Alle afgegeven NAV’s gedurende de verslagperiode worden opgeteld en gedeeld door het aantal afgegeven NAV’s. De service fees zijn de enige kosten die bij het fonds in rekening worden gebracht. De lopende kosten factor kan afwijken van de service fee door fluctuaties in het vermogen en de gehanteerde berekeningssystematiek van de lopende kosten factor. Lopende kosten factor (LKF) ten opzichte van totale service fee LOPENDE KOSTEN FACTOR 2014
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
0,041% 0,040% 0,040% 0,039% 0,040%
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2013
0,040% 0,040% 0,040% 0,040% 0,040%
SERVICE FEE 2014
0,040% 0,040% 0,040% 0,040% 0,040%
2013
0,040% 0,040% 0,040% 0,040% 0,040%
41
10
OMLOOPFACTOR De omloopfactor van de activa geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille van het fonds. Op deze manier wordt inzicht gegeven in de mate waarin er actief beheer plaatsvindt in de beleggingsportefeuille. De Omloopfactor wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 – Totaal 2) / X] * 100 Totaal 1: het totaal bedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgiftes + inkopen) van deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling X: de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. De gemiddelde intrinsieke waarde is berekend op basis van de frequentie van het afgeven van de intrinsieke waarde (NAV). Alle afgegeven NAV’s gedurende de verslagperiode worden opgeteld en gedeeld door het aantal afgegeven NAV’s. Omloopfactor 2014
Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds Zwitserleven Medium Duration Fonds Zwitserleven Long Duration Fonds Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds
88,03% 54,10% 102,22% 30,62% 100,77%
2013
218,12% 101,23% 6,83% 8,41% 7,83%
TRANSACTIEKOSTEN De kosten van de onderliggende beleggingstransacties in de beleggingsfondsen zijn inbegrepen in de aan- en verkoopprijzen van de betreffende transacties. De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
ACCOUNTANTSKOSTEN De Beheerder brengt aan ieder afzonderlijk fonds een service fee in rekening. De Beheerder betaalt de accountantskosten uit deze service fee. De accountantskosten die bij de Beheerder over 2014 in rekening worden gebracht bedragen € 19.850 (geheel 2013: € 19.400) exclusief BTW. De accountantskosten zijn niet verder te kwantificeren per fonds en worden daarom niet verder toegelicht in de jaarrekeningen van de fondsen.
VIJFJARENOVERZICHT Het vijfjarenoverzicht is per fonds opgenomen in de toelichting op de jaarcijfers van de fondsen.
WERKNEMERS Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen heeft geen werknemers in dienst. 3.4.3 BELONINGSBELEID In deze paragraaf is een beknopte beschrijving van het beloningsbeleid van ACTIAM opgenomen. Daarnaast wordt toegelicht hoe dit beleid in de praktijk wordt geïmplementeerd. ACTIAM voert een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid, in lijn met de door ACTIAM gehanteerde strategie, risicobereidheid doelstellingen en waarden. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met wet- en regelgeving die van toepassing is, en met maatschappelijke ontwikkelingen. Uitgangspunt bij het geformuleerde beloningsbeleid is dat het niet aanmoedigt tot het nemen van meer risico’s dan verantwoord is in het kader van het optimaal behartigen van belangen van klanten en/ of beleggers in door ACTIAM beheerde fondsen. De kaders voor het beloningsbeleid zijn vastgelegd door SNS REAAL N.V. (SNS REAAL) Dit beleid is van toepassing op alle bedrijfsonderdelen en medewerkers SNS REAAL. Het beloningsbeleid is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke vereisten. Het beloningsbeleid wordt voor de relevante medewerkers jaarlijks geëvalueerd, waarbij een risicoanalyse op het bestaande beloningsbeleid wordt uitgevoerd. Met de bevindingen van de evaluatie wordt rekening gehouden wanneer het beloningsbeleid jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. De vaststelling en uitvoering van het beloningsbeleid en de controle op dit beleid vindt plaats op het niveau van SNS REAAL door JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
42
middel van een daartoe opgesteld Governance Raamwerk, op basis van een duidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Apart hiervan participeert ACTIAM jaarlijks in het marktonderzoek van Hay Group. In dit onderzoek wordt het beloningsbeleid van vergelijkbare vermogensbeheerorganisaties onderzocht. ACTIAM gebruikt de uitkomsten van het onderzoek om een beeld te verkrijgen van de marktconformiteit van het gehanteerde beloningsbeleid en om het beloningsbeleid te toetsen op best practices uit de markt.
BELONINGSELEMENTEN De beloning van de medewerkers van ACTIAM bestaat uit de volgende elementen: het vaste jaarinkomen, variabele beloning, een pensioenregeling en andere secundaire arbeidsvoorwaarden. Variabele beloning Voor de variabele beloning geldt dat voorafgaand aan de prestatieperiode heldere en meetbare kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) worden opgesteld. Het behalen van deze KPI’s is een voorwaarde voor toekenning van de al dan niet uitgestelde variabele beloning. Bij de vaststelling van de KPI’s voor de variabele beloning worden, indien relevant en mogelijk, de volgende stakeholders van ACTIAM in aanmerking genomen: nnklanten en/ of beleggers in door ACTIAM beheerde fondsen; nnmedewerkers; nnREAAL N.V. en haar aandeelhouder(s); nnde maatschappij. De variabele beloning wordt uitgekeerd op basis van vaststelling van de gerealiseerde KPI’s. Daarbij worden de resultaten en de onderbouwing centraal vastgelegd. Als de variabele beloning is uitgekeerd op basis van onjuiste informatie over het bereiken van de doelen die aan de variabele beloning ten grondslag liggen, of over de omstandigheden waarvan de variabele beloning afhankelijk was gesteld, dan kan de variabele beloning geheel of deels worden teruggevorderd, ook nadat deze onvoorwaardelijk is toegekend en uitgekeerd. Het terugvorderen van variabele beloning wordt ook wel claw back genoemd. Identified staff Voor wat betreft de variabele beloning is een afwijkende regeling van toepassing voor identified staff. Hieronder vallen medewerkers die het risicoprofiel van REAAL, ACTIAM of de fondsen die ACTIAM beheert materieel beïnvloeden. De variabele beloning voor identified staff wordt deels in contanten en deels in (equivalenten van) aandelen betaald. Deze variabele beloning wordt deels direct betaald en deels uitgesteld betaald. Het uitgestelde deel van de variabele beloning wordt pas uitgekeerd na uitvoering van een risicoanalyse. In deze risicoanalyse wordt bepaald of eventuele handelingen van identified staff die zich in de uitstelperiode voordoen, een nieuw beeld werpen op de handelingen in de beoordelingsperiode. Aan de hand hiervan wordt bepaald of de variabele beloning onvoorwaardelijk wordt toegekend of neerwaarts aangepast moet worden. ACTIAM kwalificeert per 22 juli 2014 als Alternative Investment Fund Manager (AIFM). In dit verband zijn 30 medewerkers als Identified Staff bij ACTIAM geïdentificeerd. Conform het beloningsbeleid worden zij vanaf 1 januari 2015 conform AIFMD beloond.
BELONING IN DE VERSLAGPERIODE Over 2014 betaalde ACTIAM in totaal € 14,3 miljoen aan beloning aan haar medewerkers. Hiervan was € 13,0 miljoen vaste beloning en € 1,3 miljoen variabele beloning. In de verslagperiode had ACTIAM gemiddeld 124 medewerkers in dienst. Tabel 11: Beloningsbeleid In duizenden euro’s
Directie Identified Staff Medewerkers
AANTAL BEGUNSTIGDEN IN 2014 1
VASTE BELONING IN 2014 2
5 30 111
1.405.492 3.627.031 7.949.624
VARIABELE BELONING IN 2014
0 475.432 832.798
1) Door in- en uitstroom van medewerkers is het aantal begunstigden hoger dan het gemiddeld aantal medewerkers 2) Inclusief sociale premies
GEEN CARRIED INTEREST De beheerder deelt niet in het beleggingsresultaat als vergoeding voor het beheer van de beleggingsinstellingen waarover verslag wordt gedaan. Dit betekent dat er geen carried interest van toepassing is.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
43
3.4.4 OVERIGE TOELICHTINGEN
TRANSACTIES GELIEERDE PARTIJEN Gelieerde ondernemingen zijn ondernemingen die direct of indirect organisatorisch en/of financieel verbonden zijn aan Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Zwitserleven treedt op als verzekeraar. De verzekeraar gebruikt deze fondsen in de verzekeringsproducten die ze aanbiedt. Als gevolg van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo) worden alle ondernemingen die behoren tot de SNS REAAL Groep aangemerkt als gelieerde partijen. Dit zijn onder andere ASN Bank N.V., SNS Bank N.V., SNS REAAL N.V., ACTIAM N.V. en SNS Securities N.V. Transacties met gelieerde partijen die niet marktconform zijn dienen op grond van het Besluit te worden vermeld. ACTIAM brengt een service fee in rekening aan Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. Deze service fee is conform het prospectus in rekening gebracht. De service fee is opgenomen in de winst- en verliesrekening van de beleggingsfondsen en bedraagt in de verslagperiode € 1.044.329.
SOFTDOLLAR-ARRANGEMENTEN EN RETOURPROVISIES Softdollar-arrangementen betreffen diensten en producten van (financiële) dienstverleners, die in het kader van uitvoering van effectentransacties aan vermogensbeheerders ter beschikking worden gesteld. Deze diensten en producten worden bekostigd uit de opbrengsten van effectentransacties. De softdollar-arrangementen van de betreffende vermogensbeheerders hebben betrekking op researchrapporten. De waarde hiervan is niet te kwantificeren. In de verslagperiode hebben de vermogensbeheerders, aan wie het vermogensbeheer is uitbesteed, geen retourprovisies ontvangen van partijen die effectentransacties hebben uitgevoerd. Utrecht, 14 april 2015 Directie van ACTIAM N.V. J. de Wit E.J. van Bergen G.H.B. Coppens R.G.H. Verheul
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
44
4 JAARCIJFERS 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
45
4.1
ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL GOVERNMENT BONDS 10+ FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2014
31-12-2013
1 2
55.609 983
49.220 1.075
3 4
87 2 1.068 56.677
160 2 1.233 50.453
38.491 6.837 11.349 56.677
42.026 9.858 -1.431 50.453
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Futures Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Service fee Som der bedrijfslasten Resultaat
REF.
6 7 8
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
1.747
1.593
2.414 -96
-788 66
7.301 6 11.372
-2.295 12 -1.412
23 23
19 19
11.349
-1.431
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat excl. koersverschillen op geldmiddelen Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop en lossingen van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Effect van valutakoersverschillen op gehouden geldmiddelen Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
11.349
-1.431
-2.318 -7.301 -35.284 38.514
722 2.295 -61.504 56.980
92 -5.052
23 --2.915
10.333 -13.868 -1.590 -5.125
9.001 -5.353 -1.464 2.184
-73 160 -87
-731 891 -160
46
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op deze jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS Beleggingen In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
49.220 35.284 -38.514 -2.318 7.301 55.609
1
01-01-2013 T/M 31-12-2013
47.713 61.504 -56.980 --722 -2.295 49.220
In de verslagperiode is 3,00% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn geen beleggingen uitgeleend. Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij de renteherzieningsdatum van de belegging. 31-12-2014
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
1,15% 2,80% 15,70 jaar 11,77
31-12-2013
2,65% 3,43% 15,58 jaar 10,82
Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen. De kredietwaardigheid kan zich positief en negatief ontwikkelen. Kredietrisico is het risico op waardeveranderingen als gevolg van veranderingen in de kredietwaardigheid. Kredietrisico betreft ook het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen, vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds betreft dit: € 56,7 miljoen. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
47
Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
Beleggingen per 31 december 2014
1.700 600 500 350
Obligaties binnenland 3,75% NEDERLAND 5,5% NEDERLAND 4% NEDERLAND 3,75% NEDERLAND
150 2.000
2,75% 2%
NEDERLAND NEDERLAND
MARKTWAARDE
55.609
EUR EUR EUR EUR
15-01-2023 15-01-2028 15-01-2037 15-01-2042
6.820 2.141 936 762 539
EUR EUR
15-01-2047 15-07-2024
199 2.243
Obligaties buitenland
48.789
België BELGIË BELGIË BELGIË BELGIË BELGIË BELGIË
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
22-06-2023 22-06-2045 28-03-2026 28-03-2028 28-03-2032 28-03-2035
6.940 2.260 71 1.091 1.504 276 1.738
Duitsland 6,25% 6,25% 5,5% 4% 6,5% 4,75% 4,75% 4,75% 3,25% 2,5% 1,5% 1,75% 1,5% 1,5% 2,5%
DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
04-01-2024 04-01-2030 04-01-2031 04-01-2037 04-07-2027 04-07-2028 04-07-2034 04-07-2040 04-07-2042 04-07-2044 15-02-2023 15-02-2024 15-05-2023 15-05-2024 15-08-2046
18.979 2.654 1.398 1.246 1.069 843 1.272 812 2.268 777 2.138 2.462 668 580 600 192
350 1.500 1.800 300 450 2.700 250 3.900 1.450 700
Frankrijk 3,5% 5,5% 4,5% 4% 4% 2,25% 3,25% 4,25% 5,75% 4%
FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
25-04-2026 25-04-2029 25-04-2041 25-04-2055 25-04-2060 25-05-2024 25-05-2045 25-10-2023 25-10-2032 25-10-2038
18.703 442 2.328 2.821 470 716 3.070 328 5.110 2.414 1.004
1.350
Kaaimaneilanden 0% SIGMA FINANCE 1
EUR
09-03-2009
---
560 540 1.180
Oostenrijk 4,15% 6,25% 3,65%
EUR EUR EUR
15-03-2037 15-07-2027 20-04-2022
4.167 859 882 1.458
2.000 50 800 987 200 1.100
2,25% 3,75% 4,5% 5,5% 4% 5%
1.750 800 750 700 500 850 500 1.300 540 1.675 2.250 600 530 550 150
OOSTENRIJK OOSTENRIJK OOSTENRIJK
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
48
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
100 600 100
3,15% 1,65% 3,8%
NAAM
OOSTENRIJK OOSTENRIJK OOSTENRIJK
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
EUR EUR EUR
20-06-2044 21-10-2024 26-01-2062
139 653 176
10-03-2015 10-03-2015
----
Futures 800 -600
EURO BUND FUTURE MAR15 EURO BUXL 30Y BND MARCH15
MARKTWAARDE
1) De positie in Sigma Finance is op basis van marktinformatie geheel afgewaardeerd.
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor alle financiële instrumenten die zich in de portefeuille van Zwitserleven Institutioneel Government Bonds 10+ Fonds bevinden (€ 55,609 miljoen), is de reële waarde afgeleid van actieve markt quotes waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Sectorallocatie In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
55.609 Beleggingen per 31 december 2014
100,0
55.609 Staat(sgegarandeerd)
100,0
Landenverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
55.609
Beleggingen per 31 december 2014
18.979 18.703 6.940 6.820 4.167
Duitsland Frankrijk België Nederland Oostenrijk
100,0 34,1 33,6 12,5 12,3 7,5
Ratingverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
55.609 Beleggingen per 31 december 2014 18.979 AAA 36.630 AA
%
100,0 34,1 65,9
Looptijdverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
55.609 Beleggingen per 31 december 2014 23.899 Aflossing tussen vijf en tien jaar 31.710 Aflossing na tien jaar
%
100,0 43,0 57,0
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
49
2
Vorderingen Onder vorderingen is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Lopende rente obligaties Totaal
31-12-2013
983 983
1.075 1.075
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. Liquide middelen Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
3
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen:
4
In duizenden euro’s
31-12-2014
Te betalen service fee Totaal
31-12-2013
2 2
2 2
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
5
Fondsvermogen 01-01-2014 T/M 31-12-2014
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
50.453 10.333 -13.868 -1.590 11.349 56.677
01-01-2013 T/M 31-12-2013
49.700 9.001 -5.353 -1.464 -1.431 50.453
Vijfjarenoverzicht In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2010
56.677 11.349 4.649.712
50.453 -1.431 4.896.826
49.700 33.880 4.529.596
388.611 19.132 39.790.539
535.425 -11.525 55.044.872
12,19 0,31 0,37 2,07 0,00 0,00 2,44
10,30 0,35 0,33 -0,62 0,00 0,00 -0,29
10,97 0,33 1,67 5,80 0,03 0,02 7,48
9,77 0,38 0,59 0,10 0,00 0,00 0,48
9,73
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 1 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 2
--3)
0,32 -0,53 0,00 0,00 -0,21
1) Dit betreft het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorafgaande jaar. 2) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode. 3) Niet van toepassing omdat het fonds is opgericht op 29 maart 2010.
WINST- EN VERLIESREKENING Toelichting uitsplitsing winsten en verliezen per soort belegging conform RJ 615.405a In overeenstemming met RJ 615.405a wordt hierna informatie verschaft met betrekking tot de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten en verliezen uit beleggingen per soort belegging.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
50
6
Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
WINSTEN
Obligaties Futures Totaal
VERLIEZEN
2.416 971 3.387
TOTAAL
-2 -1.067 -1.069
2.414 -96 2.318
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
7 WINSTEN
Obligaties Totaal
VERLIEZEN
7.301 7.301
TOTAAL
---
7.301 7.301
8
Overige bedrijfsopbrengsten In duizenden euro’s
01-01-2014 T/M 31-12-2014
Security lending fees Totaal
01-01-2013 T/M 31-12-2013
6 6
12 12
Lopende kosten factor De lopende kosten factor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten.
In duizenden euro’s
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode Lopende kosten factor
01-01-2014 T/M 31-12-2014
23 56.343 0,041%
01-01-2013 T/M 31-12-2013
19 47.740 0,040 %
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 88,03% (2013: 218,12%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
51
4.2
ZWITSERLEVEN INSTITUTIONEEL CREDITS FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2014
31-12-2013
1 2
145.204 2.837
131.580 2.985
3 4
168 5 3.000 148.204
756 4 3.737 135.317
129.261 6.845 12.098 148.204
123.571 8.678 3.068 135.317
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Service fee Som der bedrijfslasten Resultaat
REF.
6 7 8
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
5.165
5.292
816
-974
6.161 13 12.155
-1.221 24 3.122
57 57
54 54
12.098
3.068
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat excl. koersverschillen op geldmiddelen Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop en lossingen van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Effect van valutakoersverschillen op gehouden geldmiddelen Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
12.098
3.068
-816 -6.161 -53.579 46.932
974 1.221 -92.500 114.119
148 1 -1.377
761 -1 27.642
12.789 -7.099 -4.901 789
21.572 -43.949 -4.977 -27.354
-588 756 -168
288 468 -756
52
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op deze jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS Beleggingen In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
131.580 53.579 -44.026 -2.906 816 6.161 145.204
1
01-01-2013 T/M 31-12-2013
155.394 92.500 -108.630 -5.489 -974 -1.221 131.580
In de verslagperiode is 6,95% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn geen beleggingen uitgeleend. Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s en sectoren. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij de renteherzieningsdatum van de belegging. 31-12-2014
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
1,39% 3,37% 5,65 jaar 4,91
31-12-2013
2,60% 4,00% 5,20 jaar 4,40
Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen. De kredietwaardigheid kan zich positief en negatief ontwikkelen. Kredietrisico is het risico op waardeveranderingen als gevolg van veranderingen in de kredietwaardigheid. Kredietrisico betreft ook het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen, vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds betreft dit: € 148,2 miljoen. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
53
Effectenportefeuille In duizenden
In duizenden euro’s
NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
Beleggingen per 31 december 2014
650 1.000 1.200 600 700 700 450 500 410 750 750 100 400 650 500 319 125 840 650 600 115 800 500 200 500 500 400 400 400 800 226 602 800 750 950 1.000 600 600 100 300 750 500 650 485 900 800 387
Obligaties binnenland 7,125% ABN AMRO BANK 4,25% ABN AMRO BANK 2,75% ACHMEA HYPOTHEEK 4% AEGON 3,25% ALLIANDER NV 5,75% ALLIANZ 4,375% ALLIANZ FINANCE 3,125% BAT 4,875% BAT 3,875% BMW 2,375% COCA-COLA 5% CRH FINANCE 4,25% DELTA LLOYD 4,25% DEUTSCHE TELEKOM 6% DEUTSCHE TELEKOM 5,25% E.ON INTL 5,5% E.ON INTL 6,125% ENBW INTL FIN 3,25% ENECO 4,875% ENEL FINANCE 3,625% ENEL FINANCE 3,5% GAS NATURAL FENO 3,5% HEINEKEN 5,75% HIT FINANCE 4,875% HIT FINANCE 2,875% IBERDROLA 2,5% IBERDROLA 3% IBERDROLA 6,125% ING 4,75% ING GROEP 6,5% KPN 4,125% LANXESS FINANCE 4,5% NATIONALE NEDERL 4,125% RABOBANK 4,75% RABOBANK 3,375% RABOBANK 3,875% RABOBANK 3,625% REPSOL INTL FIN 3% RWE 6,625% RWE 1% SHELL 4,625% TENNET 3,125% VAN LANSCHOT 3,875% VOLKSWAGEN 3,25% VOLKSWAGEN 3,75% VOLKSWAGEN 6,375% WOLTERS KLUWER
145.204
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
06-07-2022 11-04-2016 18-02-2021 25-04-2024 27-11-2018 08-07-2021 17-02-2017 06-12-2028 24-02-2021 18-01-2017 18-03-2020 25-01-2019 17-11-2017 13-07-2022 20-01-2017 08-09-2015 19-01-2016 07-07-2039 01-12-2029 11-03-2020 17-04-2018 15-04-2021 19-03-2024 09-03-2018 27-10-2021 11-11-2020 24-10-2022 31-01-2022 29-05-2018 31-05-2017 15-01-2016 23-05-2018 15-07-2026 14-07-2025 15-01-2018 21-04-2017 25-07-2023 07-10-2021 17-01-2024 31-01-2019 06-04-2022 21-02-2023 05-06-2018 04-09-2018 21-01-2019 24-03-2021 10-04-2018
Obligaties buitenland
550 400
Australië 3,75% 4,25%
AUST & NZ BNKING COMMONW BNK AUS
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
MARKTWAARDE
30.560 857 1.050 1.317 624 736 834 476 583 510 805 796 116 438 802 557 330 132 1.403 649 718 126 918 594 232 621 553 437 450 456 882 240 669 794 959 1.074 1.070 685 680 116 372 756 626 689 515 1.003 851 459 114.644
EUR EUR
10-03-2017 10-11-2016
2.351 591 430
54
In duizenden
In duizenden euro’s
NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
950 200
6,75% 4,25%
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
NTL AUSTRALIA BK WESTPAC BANKING
EUR EUR
26-06-2018 22-09-2016
1.116 214
AB INBEV ANHEUSER EANDIS FORTIS BANK
EUR EUR EUR EUR
25-09-2024 30-01-2017 09-10-2023 23-03-2016
2.989 570 702 1.252 465
België 500 600 1.100 450
2,875% 8,625% 2,875% 4,25%
MARKTWAARDE
520 300 400 350
Caymaneilanden 3,75% 4,75% 1,375% 0%
HUTCHISON HUTCHISON HUTCHISON SIGMA FINANCE 1
EUR EUR EUR EUR
10-05-2018 14-11-2016 31-10-2021 09-03-2009
1.255 527 324 404 -
550 450 600 422 620
Denemarken 2,625% 3,875% 3,875% 6,5% 4,875%
CARLSBERG DANSKE BANK DANSKE BANK DONG ENERGY DONG ENERGY
EUR EUR EUR EUR EUR
15-11-2022 04-10-2018 28-02-2017 07-05-2019 16-12-2021
3.023 593 483 646 526 775
600 1.050 800 500 200
Duitsland 5,625% 5,125% 5% 2,125% 2%
ALLIANZ DEUTSCHE BANK LB BADEN-WUERT MAN AG VIER GAS TRANS
EUR EUR EUR EUR EUR
17-10-2022 31-08-2017 29-12-2015 13-03-2017 12-06-2020
3.474 725 1.179 837 520 213
Finland 650 550 650
2,75% 4,5% 3%
550 300 500 400 400 600 500 570 1.000 275 300 700 700 650 900 700 500 1.242 300 550 300 200
Frankrijk 5,971% 2,875% 7,375% 5% 1,125% 5,125% 5,25% 3,941% 3,5% 5,431% 2,875% 2,375% 2,875% 3,641% 2,125% 4,625% 1,375% 4,375% 4% 3,875% 3,248% 3,157%
CRH FINANCE FORTUM POHJOLA BANK
EUR EUR EUR
15-07-2020 20-06-2016 08-09-2017
1.988 708 583 697
ACAFP ASF ASF AUTOROUTES PARIS AUTOROUTES PARIS AUTOROUTES PARIS AXA AXA BNP PARIBAS BNP PARIBAS BNP PARIBAS BNP PARIBAS BNP PARIBAS BOUYGUES BPCE BPCE BPCE BQUE FED CR MUT CARREFOUR CARREFOUR CASINO GUICHARD CASINO GUICHARD
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
01-02-2018 18-01-2023 20-03-2019 12-01-2017 15-01-2021 18-01-2018 16-04-2020 07-11-2024 07-03-2016 07-09-2017 20-03-2021 20-05-2024 24-10-2022 29-10-2019 17-03-2021 18-07-2023 22-05-2019 31-05-2016 09-04-2020 25-04-2021 04-12-2023 06-08-2019
29.716 631 339 639 436 402 680 569 572 1.038 308 310 778 800 735 970 816 516 1.313 349 647 333 220
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
55
In duizenden
In duizenden euro’s
NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
400 600 700 200 1.000 700 500 600 635 600 600 1.100 500 200 800 700 1.000 700 1.400 600 200 600
3,311% 4,726% 3,875% 4,625% 2,25% 4,25% 1,375% 3% 8,125% 3,125% 2,25% 2,875% 4% 2,25% 4,75% 4% 2,375% 3,875% 1,375% 4,339% 4,247% 3,375%
200 1.000 1.050 500
Ierland 3,125% 3,75% 2,875% 4,625%
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
CASINO GUICHARD CASINO GUICHARD CREDIT AGRICOLE ELECT DE FRANCE ELECT DE FRANCE ELECT DE FRANCE GDF SUEZ GROUPE AUCHAN ORANGE S.A. PPFP RCI BANQUE RTE EDF TRANS SAINT-GOBAIN SOCIETE AUTOROUT SOCIETE GENERALE SOCIETE GENERALE SOCIETE GENERALE SUEZ TOTAL TOTAL INFRA VEOLIA ENVIRON VINCI
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
25-01-2023 26-05-2021 13-02-2019 11-09-2024 27-04-2021 29-01-2020 19-05-2020 02-12-2016 28-01-2033 23-04-2019 29-03-2021 12-09-2023 08-10-2018 16-01-2020 02-03-2021 07-06-2023 28-02-2018 10-07-2018 19-03-2025 07-07-2021 06-01-2021 30-03-2020
448 725 796 259 1.090 753 523 631 1.133 662 640 1.268 562 214 996 776 1.060 737 1.406 719 238 679
CRH FINANCE LTD GE CAPITAL GE CAPITAL GE CAPITAL
EUR EUR EUR EUR
03-04-2023 04-04-2016 18-06-2019 22-02-2027
3.110 227 1.044 1.159 680
Italië 500 600 600 425 600 600 661 500 500 700 210 450 800 350 500 500 800 500
4,375% 2,875% 3,625% 5,25% 4,25% 5,125% 4% 4,125% 4,375% 3,5% 4% 4,75% 3,5% 3,375% 1,5% 4,875% 3,375% 3,25%
AUTOSTRADE AUTOSTRADE AUTOSTRADE ENEL ENI GENERALI INTESA SANPAOLO INTESA SANPAOLO INTESA SANPAOLO INTESA SANPAOLO ITALIË ITALIË SNAM SNAM SNAM UNICREDITO UNICREDITO UNICREDITO
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
16-03-2020 26-02-2021 30-11-2018 20-06-2017 03-02-2020 16-09-2024 09-11-2017 14-01-2016 15-10-2019 17-01-2022 01-09-2020 01-09-2028 13-02-2020 29-01-2021 21-04-2023 07-03-2017 11-01-2018 14-01-2021
11.032 588 666 664 474 701 777 718 518 575 795 243 570 899 396 505 543 854 546
HEATHROW
EUR
15-02-2018
1.402 1.402
03-04-2018 30-09-2020 08-11-2021
1.831 778 445 608
Jersey 1.250
4,6%
700 400 600
Luxemburg 4,625% 3,375% 0,75%
MARKTWAARDE
GLENCORE FIN EUR GLENCORE FIN EUR NESTLE
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
EUR EUR EUR
56
In duizenden
In duizenden euro’s
NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
460 400 600
Mexico 5,125% 3% 4,125%
425
Noorwegen 3,875%
AMERICA MOVIL AMERICA MOVIL AMERICA MOVIL
EUR EUR EUR
06-09-2018 12-07-2021 25-10-2019
1.641 497 449 695
DNB NORBANK
EUR
29-06-2020
501 501
BBVA BBVA GAS NAT CAP SANTANDER SPANJE TELEFONICA TELEFONICA TELEFONICA TELEFONICA TELEFONICA
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
17-01-2018 22-01-2019 02-11-2016 21-03-2016 31-10-2024 05-09-2017 07-02-2017 20-01-2020 23-01-2023 26-03-2021
5.774 328 959 429 735 773 114 653 238 957 588
CEZ
EUR
29-06-2020
1.200 1.200
250 500 300 600 200 450 600 650 800 500 611 800 675 750 622 600 400 800 700 600 382 675 100 300
Verenigd Koninkrijk 1,75% ABBEY NATIONAL 3,375% ABBEY NATIONAL 0,875% ABBEY NATIONAL 6,125% AVIVA 5,7% AVIVA 4,875% BARCLAYS 6,625% BARCLAYS 2,994% BP 2,177% BP 3,375% HSBC HOLDINGS 3,25% HSBC HOLDINGS 2,25% IMPERIAL TOBACCO 6,375% LLOYDS TSB 3,375% MONDI FINANCE 5% NATIONAL GRID 4,125% NATIONW BLDG SOC 1,5% RBS 5,375% RBS 4% STAND CHARTERED 1,625% STAND CHARTERED 6,25% VODAFONE 4,65% VODAFONE 5,375% VODAFONE 3% WPP FINANCE 2013
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
15-01-2018 20-10-2015 13-01-2020 05-07-2023 29-09-2015 13-08-2019 30-03-2022 18-02-2019 28-09-2021 10-01-2019 28-01-2015 23-11-2020 17-06-2016 28-09-2020 02-07-2018 20-03-2018 28-11-2016 30-09-2019 21-10-2020 13-06-2021 15-01-2016 20-01-2022 06-06-2022 20-11-2023
14.225 259 511 301 716 205 540 773 711 854 531 612 849 734 830 717 641 406 972 740 615 405 831 128 344
600
Verenigde Arabische Emiraten 1,75% XSTRATA
EUR
19-05-2016
610 610
26-06-2017 04-12-2020 17-09-2021
19.980 277 158 331
Spanje 300 900 400 700 700 100 600 200 800 500
3,75% 2,375% 4,375% 4,625% 2,75% 5,811% 4,75% 4,71% 3,987% 3,961% Tsjechië
1.000
4,5%
Verenigde Staten van Amerika 250 5% AMERICAN INTL GR 150 1,875% ATT 300 2,65% ATT
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
EUR EUR EUR
MARKTWAARDE
57
In duizenden
In duizenden euro’s
NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
1.000 550 800 600 250 400 675 600 700 200 800 700 1.275 600 400 1.175 350 700 400 750 1.100 800 500 650 600 950
3,55% 1,45% 1,875% 1,375% 1,875% 1,375% 4,375% 5,5% 6,375% 2,625% 1,375% 1,25% 2,75% 1,75% 4,625% 3,125% 5,5% 2,375% 1,029% 5,75% 1,75% 1,875% 2,375% 2,375% 3,25% 4,125%
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
ATT ATT BANK OF AMERICA BANK OF AMERICA CARGILL CITIGROUP CITIGROUP GE CAPITAL GOLDMAN SACHS GOLDMAN SACHS IBM CORP IBM CORP JP MORGAN KELLOGG CO MET LIFE MICROSOFT CORP MORGAN STANLEY MORGAN STANLEY NATL CAP INSTR PFIZER INC PHILIP MORRIS SABMILLER TOYOTA MOTOR VERIZON COMMUNIC VERIZON COMMUNIC WFC
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
17-09-2032 01-04-2022 10-01-2019 10-09-2021 04-09-2019 27-10-2021 30-01-2017 15-09-2017 02-05-2018 19-08-2020 19-11-2019 26-05-2023 24-08-2022 24-05-2021 16-05-2017 06-09-2028 02-10-2017 31-03-2021 29-03-2015 03-06-2021 19-03-2020 20-01-2020 01-02-2023 17-02-2022 17-02-2026 03-11-2016
1.163 560 837 611 266 407 730 644 830 217 834 712 1.432 626 439 1.413 397 751 387 980 1.158 844 559 708 693 1.016
NORDEA BANK SKAND ENSKILDA SKAND ENSKILDA SVENSKA HANDELSB SWEDBANK TELIASONERA VATTENFALL VATTENFALL
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
24-02-2017 21-02-2018 28-05-2021 16-12-2015 26-02-2019 22-03-2022 17-03-2016 31-01-2019
5.172 805 784 616 612 719 639 372 625
CREDIT SUISSE CREDIT SUISSE CREDIT SUISSE CREDIT SUISSE ELSEVIER FIN ELM
EUR EUR EUR EUR EUR
18-09-2017 18-09-2020 31-01-2022 20-11-2018 24-09-2020
3.370 1.155 452 617 600 546
Zweden 750 700 600 600 700 528 352 500
3,75% 4,25% 2,5% 4,194% 2,375% 4% 5,25% 6,75%
1.025 400 600 600 500
Zwitserland 5,125% 5,75% 1,375% 0,625% 2,5%
MARKTWAARDE
1) De positie in Sigma Finance is op basis van marktinformatie geheel afgewaardeerd.
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor nagenoeg alle financiële instrumenten (€ 144,367 miljoen) die zich in de portefeuille van Zwitserleven Institutioneel Credits Fonds bevinden, is de reële waarde afgeleid van actieve markt quotes waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Voor het resterende gedeelte van de portefeuille (€ 837 duizend) zijn dergelijke actieve markt quotes niet voorhanden en wordt de reële waarde afgeleid nnof op basis van actieve quotes die in de markt worden weergegeven maar welke markt niet liquide is (waar geen/weinig handel plaatsvindt) nnof op basis van een koers welke wordt berekend op basis van prijzen in de markt voor vergelijkbare effecten.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
58
Sectorallocatie In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
145.204 Beleggingen per 31 december 2014 53.288 21.400 12.539 12.404 8.328 8.095 5.599 5.108 4.844 4.373 3.332 2.959 1.586 1.349
Banken Nutsbedrijven Telecommunicatiediensten Kapitaalgoederen Verzekeringen Consumenten Servicebedrijven Voeding en dranken Energie Financiële conglomeraten Auto's Basisgoederen Technologie Staat(sgegarandeerd) Media
100,0 36,7 14,8 8,7 8,5 5,7 5,6 3,9 3,5 3,3 3,0 2,3 2,0 1,1 0,9
Landenverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
145.204 Beleggingen per 31 december 2014 30.560 29.716 19.980 14.225 11.032 5.774 5.172 3.474 3.370 3.110 3.023 2.989 2.351 1.988 1.831 1.641 1.402 1.255 1.200 610 501
Nederland Frankrijk Verenigde Staten van Amerika Verenigd Koninkrijk Italië Spanje Zweden Duitsland Zwitserland Ierland Denemarken België Australië Finland Luxemburg Mexico Jersey Caymaneilanden Tsjechië Verenigde Arabische Emiraten Noorwegen
100,0 21,0 20,5 13,7 9,8 7,6 4,0 3,6 2,4 2,3 2,1 2,1 2,1 1,6 1,4 1,3 1,1 1,0 0,9 0,8 0,4 0,3
Ratingverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
145.204 Beleggingen per 31 december 2014 837 7.274 61.720 75.373
AAA AA A BBB
100,0 0,6 5,0 42,5 51,9
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
59
Looptijdverdeling In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
145.204 Beleggingen per 31 december 2014 2.290 54.516 63.854 24.544
100,0
Aflossing binnen één jaar Aflossing tussen één en vijf jaar Aflossing tussen vijf en tien jaar Aflossing na tien jaar
1,6 37,5 44,0 16,9
2
Vorderingen Onder vorderingen is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Lopende rente obligaties Totaal
31-12-2013
2.837 2.837
2.985 2.985
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
3
Liquide middelen
Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
4
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Te betalen service fee Totaal
31-12-2013
5 5
4 4
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
5
Fondsvermogen 01-01-2014 T/M 31-12-2014
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
135.317 12.789 -7.099 -4.901 12.098 148.204
01-01-2013 T/M 31-12-2013
159.603 21.572 -43.949 -4.977 3.068 135.317
Vijfjarenoverzicht In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2010
148.204 12.098 12.279.050
135.317 3.068 11.780.161
159.603 32.626 13.631.679
359.770 9.962 33.483.081
463.289 5.525 42.208.275
12,07 0,41 0,42 0,57 0,00 0,00 0,99
11,49 0,48 0,45 -0,19 0,00 0,00 0,26
11,71 0,38 0,89 1,51 0,01 0,01 2,40
10,74 0,55 0,68 -0,38 0,00 0,00 0,30
10,97 --3 0,40 -0,26 0,00 0,00 0,13
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 1 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige opbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 2
1) Dit betreft het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorafgaande jaar. 2) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode. 3) Niet van toepassing omdat het fonds is opgericht op 29 maart 2010.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
60
WINST- EN VERLIESREKENING Toelichting uitsplitsing winsten en verliezen per soort belegging conform RJ 615.405a In overeenstemming met RJ 615.405a wordt hierna informatie verschaft met betrekking tot de gerealiseerde winsten en verliezen uit beleggingen per soort belegging. Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
6 WINSTEN
VERLIEZEN
Obligaties Totaal
974 974
TOTAAL
-158 -158
816 816
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
7 WINSTEN
Obligaties Totaal
VERLIEZEN
6.580 6.580
TOTAAL
-419 -419
6.161 6.161
Overige bedrijfsopbrengsten In duizenden euro’s
8 01-01-2014 T/M 31-12-2014
Rente rekening courant Security lending fees Totaal
-1 14 13
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-24 24
Lopende kosten factor De lopende kosten factor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten.
In duizenden euro’s
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode
57 143.642
54 133.967
Lopende kosten factor
0,040%
0,040 %
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 54,10% (2013: 105,32%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
61
4.3
ZWITSERLEVEN MEDIUM DURATION FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2014
31-12-2013
1 2
492.465 10.740
528.547 11.980
3 4
1.438 17 12.161 504.626
1.010 18 12.972 541.519
434.621 -5.014 75.019 504.626
546.532 2.687 -7.700 541.519
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Service fee Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten Resultaat
REF.
6 7 8
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
19.051
16.198
12.178 2.970
-412 --
23.739 17.214 101 75.253
-23.315 -134 159 -7.504
237 -3 234
196 -196
75.019
-7.700
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat excl. koersverschillen op geldmiddelen Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop en lossingen van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Mutatie schulden aan kredietinstellingen Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Effect van valutakoersverschillen op gehouden geldmiddelen Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
75.019
-7.700
-15.418 -40.953 -529.564 621.747
412 23.449 -136.888 24.367
1.240 -1 112.340
-2.212 3 -98.569
160.206 -272.118 ---111.912
113.262 -13.943 --99.319
428 1.010 -1.438
750 260 -1.010
62
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op deze jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS Beleggingen In duizenden euro’s
Obligaties Renteswaps Stand ultimo periode
31-12-2014
475.651 16.814 492.465
1
31-12-2013
528.681 -134 528.547
Obligaties In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
528.681 529.564 -504.125 -114.386 12.178 23.739 475.651
01-01-2013 T/M 31-12-2013
439.887 136.888 -23.600 -767 -412 -23.315 528.681
Renteswaps In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
-134 --3.236 2.970 17.214 16.814
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-----134 -134
In de verslagperiode is 5,23% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn geen beleggingen uitgeleend. Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s en sectoren. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration van de obligaties en renteswaps. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij de renteherzieningsdatum van de belegging. 31-12-2014
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
0,70% 3,61% 8,96 jaar 7,57
31-12-2013
2,05% 3,25% 8,13 jaar 6,56
63
Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen. De kredietwaardigheid kan zich positief en negatief ontwikkelen. Kredietrisico is het risico op waardeveranderingen als gevolg van veranderingen in de kredietwaardigheid. Kredietrisico betreft ook het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen (exclusief renteswaps), vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Medium Duration Fonds betreft dit: € 487,8 miljoen. In dit cijfer zijn de renteswaps buiten beschouwing gelaten omdat voor de renteswaps uitwisseling van onderpand plaatsvindt met de tegenpartijen waarmee deze renteswaps zijn afgesloten. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico. Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
47.400 4.000 15.000 20.800 5.000 9.000 50 12.110 1.500 30.800 5.000
COUPONRENTE
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
MARKTWAARDE
Beleggingen in obligaties per 31 december 2014
475.651
Obligaties binnenland 2,75% NEDERLAND 1,25% NEDERLAND 3,75% NEDERLAND 5,5% NEDERLAND 4% NEDERLAND 4% NEDERLAND 4% NEDERLAND 3,25% NEDERLAND 2,25% NEDERLAND 0% NEDERLAND 3% RABOBANK
172.119 47.424 4.197 18.887 32.433 7.617 9.554 59 14.426 1.704 30.802 5.016
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
15-01-2015 15-01-2019 15-01-2023 15-01-2028 15-01-2037 15-07-2016 15-07-2019 15-07-2021 15-07-2022 30-01-2015 16-02-2015
Obligaties buitenland
303.532
2.000 100 120
Australië 0,482% 5,5% 3,5%
COMMONW BNK AUS NTL AUSTRALIA BK NTL AUSTRALIA BK
EUR EUR EUR
17-03-2015 20-05-2015 23-01-2015
2.225 2.003 102 120
15.000 53.000 2.730 1.500 2.500 1.000 20.868 5.000 30.000 10.000 5.500 1.500 5.000 2.900 5.000 2.000
Duitsland 1,75% 3,5% 4% 3,75% 4% 1,75% 4,75% 4,75% 1,5% 0,042% 0,204% 0,625% 0,132% 0,143% 0,132% 0,147%
BAYERISCHE LBNK DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND FMS WERTMNGMT KFW LANDW RENTENBANK LB BADEN-WUERT LB BADEN-WUERT LB BADEN-WUERT
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
24-04-2024 04-01-2016 04-01-2018 04-01-2019 04-07-2016 04-07-2022 04-07-2028 04-07-2034 04-09-2022 15-01-2015 18-02-2015 29-05-2015 15-01-2015 30-01-2015 09-03-2015 16-03-2015
183.802 16.284 54.895 3.065 1.730 2.652 1.112 31.237 8.123 32.789 9.995 5.501 1.504 5.011 2.901 5.002 2.001
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
64
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
Europese Unie 0,25% EUROPESE UNIE 0,5% EUROPESE UNIE 1% INT BANK REC&DEV
EUR EUR EUR
20-03-2017 30-01-2015 12-02-2015
2.509 1.810 499 200
1.800 3.200 33.000 63
Frankrijk 0,161% 4,25% 4,25% 0%
CAISSE CC IMMOB FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK
EUR EUR EUR EUR
22-01-2015 25-10-2017 25-10-2023 25-10-2032
48.667 1.800 3.584 43.237 46
2.000
Luxemburg 0,279%
EUROP INVEST BNK
EUR
09-01-2015
2.000 2.000
15.000 26.800
Oostenrijk 4,65% 4,85%
OOSTENRIJK OOSTENRIJK
EUR EUR
15-01-2018 15-03-2026
55.471 17.127 38.344
EUR
14-01-2015
1.001 1.001
1.800 500 200
1.000
COUPONRENTE
NAAM
Verenigd Koninkrijk 3,125% BARCLAYS Zweden
MARKTWAARDE
1.000
1,5%
SVENSKA BANK
EUR
06-07-2015
1.007 1.007
6.700
Zwitserland 2,625%
CREDIT SUISSE
EUR
01-12-2015
6.850 6.850
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor een groot deel van de obligaties (€ 470,449 miljoen) die zich in de portefeuille van Zwitserleven Medium Duration Fonds bevinden, is de reële waarde afgeleid van actieve markt quotes waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Voor het resterende gedeelte van de obligaties (€ 5,202 miljoen) zijn dergelijke actieve markt quotes niet voorhanden en wordt de reële waarde afgeleid nnof op basis van actieve quotes die in de markt worden weergegeven maar welke markt niet liquide is (waar geen/weinig handel plaatsvindt) nnof op basis van een koers welke wordt berekend op basis van prijzen in de markt voor vergelijkbare effecten. Voor de renteswaps zijn ook geen actieve markt quotes voorhanden, deze worden gewaardeerd aan de hand van waarderingsmodellen welke gevoed worden door objectieve marktdata. Sectorallocatie van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
475.651 Beleggingen per 31 december 2014 453.587 Staat(sgegarandeerd) 13.816 Financiële conglomeraten 8.248 Banken
%
100,0 95,4 2,9 1,7
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
65
Landenverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
475.651 Beleggingen per 31 december 2014 183.802 172.119 55.471 48.667 6.850 2.509 2.225 2.000 1.007 1.001
Duitsland Nederland Oostenrijk Frankrijk Zwitserland Europese Unie Australië Luxemburg Zweden Verenigd Koninkrijk
100,0 38,7 36,2 11,7 10,2 1,4 0,5 0,5 0,4 0,2 0,2
Ratingverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
475.651 Beleggingen per 31 december 2014 196.162 AAA 274.473 AA
100,0 41,3 57,7
Looptijdverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
475.651 Beleggingen per 31 december 2014 115.733 108.668 133.450 117.800
Aflossing binnen één jaar Aflossing tussen één en vijf jaar Aflossing tussen vijf en tien jaar Aflossing na tien jaar
100,0 24,3 22,8 28,1 24,8
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
66
Looptijdverdeling van de renteswaps AFLOOPDATUM
%
CONTRACTWAARDE
Renteswaps per 31 december 2014
MARKTWAARDE
16.814
Fixed deel 20190228 20230726 20240228 20280225 20280726 20280904 20290228 20330726 20380726 Totaal fixed deel
0,9930 1,9520 1,8490 2,3000 2,3520 2,6150 2,2980 2,4640 2,4770
30.000 9.000 20.000 10.000 24.000 22.000 35.000 -6.000 -5.500 138.500
30.864 9.962 21.988 11.561 27.953 26.382 40.596 -7.208 -6.740 155.358
Floating deel (variabele rente) 20150126 20150126 20150126 20150126 20150225 20150227 20150227 20150227 20150304 Totaal floating deel
0,3080 0,3080 0,3080 0,3080 0,2870 0,2710 0,2710 0,2710 0,2520
-9.000 -24.000 6.000 5.500 -10.000 -20.000 -30.000 -35.000 -22.000 -138.500
-9.002 -24.004 6.001 5.501 -10.004 -20.007 -30.010 -35.012 -22.007 -138.544
2
Vorderingen Onder vorderingen zijn opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Te vorderen uit hoofde van effectentransacties Lopende rente obligaties Lopende rente renteswaps Totaal
31-12-2013
353 8.710 1.677 10.740
-11.521 459 11.980
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
3
Liquide middelen
Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
4
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Te betalen service fee Totaal
31-12-2013
17 17
18 18
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
67
5
Fondsvermogen 01-01-2014 T/M 31-12-2014
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
01-01-2013 T/M 31-12-2013
541.519 160.206 -272.118 -75.019 504.626
449.900 113.262 -13.943 --7.700 541.519
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Het ontvangen collateral uit hoofde van uitstaande derivatenposities is als volgt: Collateral posities uit hoofde van uitstaande derivatenposities In duizenden euro’s
31-12-2014
Marktwaarde renteswaps Marktwaarde collateral in stukken Percentage collateral
16.814 16.268 96,8%
Vijfjarenoverzicht 1 In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2012
504.626 75.019 17.934.932
541.519 -7.700 21.893.447
449.900 2.687 17.861.534
28,14 -1,06 3,12 0,01 0,01 4,18
24,73 -0,74 -1,09 0,01 0,01 -0,35
25,19 -0,11 0,04 --0,15
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 2 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 3
1) Het fonds is opgericht op 15 november 2012 en bestaat dus nog geen vijf jaar. Het resultaat over 2012 is berekend over de periode 15 november 2012 tot en met 31 december 2012. 2) Dit betreft het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorafgaande jaar. 3) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode.
WINST- EN VERLIESREKENING Toelichting uitsplitsing winsten en verliezen per soort belegging conform RJ 615.405a In overeenstemming met RJ 615.405a wordt hierna informatie verschaft met betrekking tot de gerealiseerde winsten en verliezen uit beleggingen per soort belegging. Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
6 WINSTEN
Obligaties Renteswaps Totaal
VERLIEZEN
13.512 3.895 17.407
TOTAAL
-1.334 -925 -2.259
12.178 2.970 15.148
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
Obligaties Renteswaps Totaal
7 WINSTEN
VERLIEZEN
26.769 20.199 46.968
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
TOTAAL
-3.030 -.2.985 -6.015
23.739 17.214 40.953
68
Overige bedrijfsopbrengsten In duizenden euro’s
8 01-01-2014 T/M 31-12-2014
Rente rekening courant Security lending fees Totaal
-4 105 101
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-159 159
Lopende kosten factor De lopende kosten factor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten.
In duizenden euro’s
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode
234 591.482
196 487.513
Lopende kosten factor
0,040%
0,040%
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 102,22% (2013: 6,83%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
69
4.4
ZWITSERLEVEN LONG DURATION FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2014
31-12-2013
1 2
972.517 10.836
895.384 14.127
3 4
1.483 33 12.286 984.803
1.099 32 15.194 910.578
711.865 -63.437 336.375 984.803
974.015 23.170 -86.607 910.578
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Service fee Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten Resultaat
REF.
6 7 8
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
22.154
19.937
45.581 18.932
-3.526 881
213.402 36.530 158 336.757
-88.562 -15.142 161 -86.251
387 -5 382
356 -356
336.375
-86.607
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat excl. koersverschillen op geldmiddelen Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop en lossingen van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Mutatie schulden aan kredietinstellingen Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Effect van valutakoersverschillen op gehouden geldmiddelen Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
336.375
-86.607
-64.513 -249.932 -313.207 550.519
2.645 103.704 -217.265 88.324
3.291 1 262.534
-2.085 2 -111.282
127.304 -389.454 ---262.150
170.854 -59.834 --111.020
384 1.099 -1.483
-262 1.361 -1.099
70
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op deze jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS Beleggingen In duizenden euro’s
Obligaties Renteswaps Stand ultimo periode
31-12-2014
932.040 40.477 972.517
1
31-12-2013
909.687 -14.303 895.384
Obligaties In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
909.687 313.207 -499.077 -50.760 45.581 213.402 932.040
01-01-2013 T/M 31-12-2013
871.948 217.265 -87.438 --3.526 -88.562 909.687
Renteswaps In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
-14.303 --682 18.932 36.530 40.477
01-01-2013 T/M 31-12-2013
844 --886 881 -15.142 -14.303
In de verslagperiode is 3,83% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn geen beleggingen uitgeleend. Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s en sectoren. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration van de obligaties en renteswaps. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij de renteherzieningsdatum van de belegging. 31-12-2014
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
1,49% 2,22% 25,19 jaar 21,51
31-12-2013
2,92% 1,80% 22,52 jaar 17,81
71
Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen. De kredietwaardigheid kan zich positief en negatief ontwikkelen. Kredietrisico is het risico op waardeveranderingen als gevolg van veranderingen in de kredietwaardigheid. Kredietrisico betreft ook het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen (exclusief renteswaps), vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Long Duration Fonds betreft dit: € 944,4 miljoen. In dit cijfer zijn de renteswaps buiten beschouwing gelaten omdat voor de renteswaps uitwisseling van onderpand plaatsvindt met de tegenpartijen waarmee deze renteswaps zijn afgesloten. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico. Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
2.000 17.318 4.959 59.081 77.900 1.600 7.050 5.000
COUPONRENTE
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
MARKTWAARDE
Beleggingen in obligaties per 31 december 2014
932.040
Obligaties binnenland 1,25% NEDERLAND 2,5% NEDERLAND 0% NEDERLAND 4% NEDERLAND 3,75% NEDERLAND 3,25% NEDERLAND 0% NEDERLAND 3% RABOBANK
250.453 2.099 21.010 3.641 90.001 120.008 1.628 7.050 5.016
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
15-01-2019 15-01-2033 15-01-2037 15-01-2037 15-01-2042 15-07-2015 30-01-2015 16-02-2015
Obligaties buitenland
651.587
2.000 400 480
Australië 0,482% 5,5% 3,5%
COMMONW BNK AUS NTL AUSTRALIA BK NTL AUSTRALIA BK
EUR EUR EUR
17-03-2015 20-05-2015 23-01-2015
2.892 2.003 408 481
1.000 37.732 21.750 3.587 25.000 456.314 19.650 10.000 8.000 10.400 8.000 11.600 18.000 8.000
Duitsland 5,5% 0% 0% 0% 0% 0% 3,25% 0,042% 2,5% 0,625% 0,132% 0,143% 0,132% 0,147%
DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND KFW LANDW RENTENBANK LB BADEN-WUERT LB BADEN-WUERT LB BADEN-WUERT
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
04-01-2031 04-01-2037 04-07-2034 04-07-2039 04-07-2040 04-07-2042 04-07-2042 15-01-2015 15-08-2046 29-05-2015 15-01-2015 30-01-2015 09-03-2015 16-03-2015
476.090 1.661 27.738 16.830 2.515 17.182 305.552 28.293 9.995 10.264 10.425 8.019 11.605 18.007 8.004
2.600 2.200 800
Europese Unie 0,25% 0,5% 1%
EUROPESE UNIE EUROPESE UNIE INT BANK REC&DEV
EUR EUR EUR
20-03-2017 30-01-2015 12-02-2015
5.612 2.615 2.197 800
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
72
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
3.200 64.423 6.395 12.648 17.000
Frankrijk 0,161% 0% 5,75% 0% 4%
3.800
53.200
4.000
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
CAISSE CC IMMOB FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK
EUR EUR EUR EUR EUR
22-01-2015 25-10-2032 25-10-2032 25-10-2038 25-10-2038
93.420 3.200 47.279 10.647 7.903 24.391
Luxemburg 0,279%
EUROP INVEST BNK
EUR
09-01-2015
3.800 3.800
Oostenrijk 4,15%
OOSTENRIJK
EUR
15-03-2037
81.624 81.624
EUR
14-01-2015
4.002 4.002
Verenigd Koninkrijk 3,125% BARCLAYS Zweden
MARKTWAARDE
4.000
1,5%
SVENSKA BANK
EUR
06-07-2015
4.026 4.026
9.900
Zwitserland 2,625%
CREDIT SUISSE
EUR
01-12-2015
10.121 10.121
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor een groot deel van de obligaties (€ 470,449 miljoen) die zich in de portefeuille van Zwitserleven Long Duration Fonds bevinden, is de reële waarde afgeleid van actieve markt quotes waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Voor het resterende gedeelte van de obligaties (€ 18,808 miljoen) zijn dergelijke actieve markt quotes niet voorhanden en wordt de reële waarde afgeleid nnof op basis van actieve quotes die in de markt worden weergegeven maar welke markt niet liquide is (waar geen/weinig handel plaatsvindt) nnof op basis van een koers welke wordt berekend op basis van prijzen in de markt voor vergelijkbare effecten. Voor de renteswaps zijn ook geen actieve markt quotes voorhanden, deze worden gewaardeerd aan de hand van waarderingsmodellen welke gevoed worden door objectieve marktdata. Sectorallocatie van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
932.040 Beleggingen per 31 december 2014 898.462 Staat(sgegarandeerd) 21.644 Financiële conglomeraten 11.934 Banken
%
100,0 96,4 2,3 1,3
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
73
Landenverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
932.040 Beleggingen per 31 december 2014 476.090 250.453 93.420 81.624 10.121 5.612 4.026 4.002 3.800 2.892
Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk Zwitserland Europese Unie Zweden Verenigd Koninkrijk Luxemburg Australië
100,0 51,1 26,9 10,0 8,8 1,1 0,6 0,4 0,4 0,4 0,3
Ratingverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
932.040 Beleggingen per 31 december 2014 499.625 AAA 427.399 AA 5.016 A
100,0 53,6 45,9 0,5
Looptijdverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
932.040 Beleggingen per 31 december 2014 92.773 14.709 8.019 816.539
Aflossing binnen één jaar Aflossing tussen één en vijf jaar Aflossing tussen vijf en tien jaar Aflossing na tien jaar
100,0 9,9 1,6 0,9 87,6
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
74
Looptijdverdeling van de renteswaps AFLOOPDATUM
%
CONTRACTWAARDE
Renteswaps per 31 december 2014
MARKTWAARDE
40.477
Fixed deel 20150303 20321210 20321213 20330228 20330620 20330726 20330905 20331011 20371130 20371214 20380422 20380726 20400228 20401212 20471210 20480422 20480727 20151216 Totaal fixed deel
0,3775 2,2240 2,1800 2,4340 2,3960 2,4825 2,7240 2,6810 2,2910 2,2300 2,2155 2,4775 2,5010 2,2480 2,3290 2,2560 2,4925 0,1845
-15.000 100.000 70.000 20.000 14.000 12.000 13.000 10.000 50.000 85.000 5.000 9.000 35.000 -200.000 -15.000 13.000 8.000 -120.000 94.000
-15.008 115.867 80.602 23.881 16.647 14.450 16.193 12.389 59.204 99.609 5.851 11.028 43.276 -236.956 -18.385 15.692 10.175 -120.005 134.510
Floating deel (variabele rente) 20150303 20150126 20150126 20150126 20150227 20150227 20150304 20150413 20150422 20150422 20150529 20150610 20150610 20150612 20150612 20150612 20150616 20150622 Totaal floating deel
0,2590 0,3080 0,3080 0,3080 0,2710 0,2710 0,2520 0,1790 0,1840 0,1840 0,1820 0,1790 0,1790 0,1790 0,1790 0,1790 0,1780 0,1760
15.000 -9.000 -8.000 -12.000 -20.000 -35.000 -13.000 -10.000 -5.000 -13.000 -50.000 -100.000 15.000 200.000 -85.000 -70.000 120.000 -14.000 -94.000
15.005 -9.002 -8.001 -12.003 -20.007 -35.012 -13.004 -10.003 -5.001 -13.003 -50.010 -100.015 15.002 200.029 -85.012 -70.010 120.015 -14.001 -94.033
2
Vorderingen Onder vorderingen zijn opgenomen: In duizenden euro’s
Te vorderen van participanten Lopende rente obligaties Lopende rente renteswaps Totaal
31-12-2014
306 8.449 2.081 10.836
31-12-2013
-12.981 1.146 14.127
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
75
3
Liquide middelen
Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
4
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Te betalen service fee Totaal
31-12-2013
33 33
32 32
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
5
Fondsvermogen 01-01-2014 T/M 31-12-2014
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
910.578 127.304 -389.454 -336.375 984.803
01-01-2013 T/M 31-12-2013
886.165 170.854 -59.834 --86.607 910.578
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Het ontvangen collateral uit hoofde van uitstaande derivatenposities is als volgt: Collateral posities uit hoofde van uitstaande derivatenposities In duizenden euro’s
31-12-2014
Marktwaarde renteswaps Marktwaarde collateral in stukken Percentage collateral
40.477 45.966 113,6%
Vijfjarenoverzicht 1 In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2012
984.803 336.375 29.670.599
910.578 -86.607 39.058.344
886.165 23.170 34.472.040
33,19 -0,75 10,59 0,01 0,01 11,34
23,31 -0,51 -2,72 0,00 0,01 -2,22
25,71 -0,06 0,61 --0,67
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 2 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 3
1) Het fonds is opgericht op 15 november 2012 en bestaat dus nog geen vijf jaar. Het resultaat over 2012 is berekend over de periode 15 november 2012 tot en met 31 december 2012. 2) Dit betreft het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorafgaande jaar. 3) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode.
WINST- EN VERLIESREKENING Toelichting uitsplitsing winsten en verliezen per soort belegging conform RJ 615.405a In overeenstemming met RJ 615.405a wordt hierna informatie verschaft met betrekking tot de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten en verliezen uit beleggingen per soort belegging.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
76
Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
6 WINSTEN
Obligaties Renteswaps Totaal
VERLIEZEN
46.258 185.371 231.629
TOTAAL
-677 -166.439 -167.116
45.581 18.932 64.513
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
7 WINSTEN
Obligaties Renteswaps Totaal
VERLIEZEN
213.855 116.205 330.060
TOTAAL
-452 -79.676 -80.128
213.403 36.529 249.932
Overige bedrijfsopbrengsten In duizenden euro’s
8 01-01-2014 T/M 31-12-2014
Rente rekening courant Security lending fees Totaal
-3 161 158
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-161 161
Lopende kosten factor De lopende kosten factor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten.
In duizenden euro’s
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode
382 967.502
356 890.922
Lopende kosten factor
0,039%
0,040%
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 30,62% (2013: 8,41%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
77
4.5
ZWITSERLEVEN ULTRA LONG DURATION FONDS
BALANS Vóór winstbestemming en in duizenden euro’s
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Gestort kapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
REF.
31-12-2014
31-12-2013
1 2
985.321 11.674
739.220 12.489
3 4
283 33 11.924 997.245
997 26 13.460 752.680
620.781 -76.701 453.165 997.245
829.381 23.450 -100.151 752.680
5
WINST- EN VERLIESREKENING In duizenden euro’s
Opbrengsten uit beleggingen Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Renteswaps Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Service fee Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten Resultaat
REF.
6 7 8
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
27.152
23.644
38.197 25.575
-2.471 912
184.693 177.714 170 453.501
-77.684 -44.515 267 -99.847
340 -4 336
304 -304
453.165
-100.151
KASSTROOMOVERZICHT In duizenden euro’s
Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Resultaat excl. koersverschillen op geldmiddelen Aanpassing om resultaat aan te sluiten op de door de beleggingsactiviteiten gegenereerde kasstroom: Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop en lossingen van beleggingen Mutaties in activa en passiva: Vorderingen Kortlopende schulden Netto kasstromen uit beleggingsactiviteiten Kasstromen uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties Mutatie schulden aan kredietinstellingen Uitgekeerd dividend Netto kasstromen uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin van de verslagperiode Effect van valutakoersverschillen op gehouden geldmiddelen Liquide middelen eind van de verslagperiode
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
453.165
-100.151
-63.772 -362.407 -526.576 706.654
1.559 122.199 -185.905 54.251
815 7 207.886
-2.545 1 -110.591
72.752 -281.352 ---208.600
143.135 -37.592 --105.543
-714 997 -283
-5.048 6.045 -997
78
TOELICHTING Grondslagen voor de waardering van activa en passiva, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht De grondslagen die van toepassing zijn, zijn opgenomen in de toelichting op deze jaarrekening van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen, in de paragrafen grondslagen voor de waardering van activa en passiva, grondslagen voor de resultaatbepaling en kasstroomoverzicht.
BALANS Beleggingen In duizenden euro’s
Obligaties Renteswaps Stand ultimo periode
31-12-2014
830.167 155.154 985.321
1
31-12-2013
776.321 -37.101 739.220
Obligaties In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Lossingen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
776.321 526.576 -614.172 -81.448 38.197 184.693 830.167
01-01-2013 T/M 31-12-2013
723.885 185.905 -53.314 --2.471 -77.684 776.321
Renteswaps In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Stand ultimo periode
01-01-2014 T/M 31-12-2014
-37.101 --11.034 25.575 177.714 155.154
01-01-2013 T/M 31-12-2013
7.439 --937 912 -44.515 -37.101
In de verslagperiode is 3,47% van de aan- en verkooptransacties uitgevoerd door gelieerde partijen. Deze transacties zijn uitgevoerd tegen marktconforme condities. Ultimo verslagperiode zijn geen beleggingen uitgeleend. Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het risico wordt beperkt door de beleggingen in de portefeuille zoveel mogelijk te spreiden naar regio’s en sectoren. Hieronder wordt een specificatie van de beleggingen gegeven naar regio’s en sectoren. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het fonds belegt in vastrentende waarden en loopt derhalve renterisico. Onderstaande tabel bevat informatie over het effectieve rendement, coupon rendement, gemiddelde resterende looptijd en modified duration van obligaties en renteswaps. Verder is een specificatie van de beleggingen gegeven met daarbij de renteherzieningsdatum van de belegging. 31-12-2014
Effectief rendement Coupon rendement Gemiddeld resterende looptijd Modified duration
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
2,04% 3,30% 53,67 jaar 37,09
31-12-2013
2,98% 1,77% 25,19 jaar 18,12
79
Kredietrisico De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door de ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instellingen. De kredietwaardigheid kan zich positief en negatief ontwikkelen. Kredietrisico is het risico op waardeveranderingen als gevolg van veranderingen in de kredietwaardigheid. Kredietrisico betreft ook het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het risico wordt gemitigeerd door de beleggingen te spreiden en te beleggen in hoogwaardige beleggingen. Hieronder wordt in de specificatie van de beleggingen inzicht gegeven in de spreiding en rating van de beleggingen. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van vastrentende beleggingen (exclusief renteswaps), vorderingen en liquide middelen. In het geval van Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds betreft dit: € 842,1 miljoen. In dit cijfer zijn de renteswaps buiten beschouwing gelaten omdat voor de renteswaps uitwisseling van onderpand plaatsvindt met de tegenpartijen waarmee deze renteswaps zijn afgesloten. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen van valutawisselkoersen. Het fonds belegt niet in vreemde valuta en loopt dus geen valutarisico. Effectenportefeuille In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
17.800 77.297 35.750 11.000 5.000
COUPONRENTE
NAAM
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
830.167
Obligaties binnenland 1,25% NEDERLAND 3,75% NEDERLAND 0% NEDERLAND 0,75% NEDERLAND 3% RABOBANK
189.548 18.677 119.079 35.753 11.023 5.016
EUR EUR EUR EUR EUR
15-01-2019 15-01-2042 30-01-2015 15-04-2015 16-02-2015
Obligaties buitenland
6.000 555 600
MARKTWAARDE
Beleggingen in obligaties per 31 december 2014
Australië 0,482% 5,5% 3,5%
640.619
COMMONW BNK AUS NTL AUSTRALIA BK NTL AUSTRALIA BK
EUR EUR EUR
17-03-2015 20-05-2015 23-01-2015
7.177 6.010 566 601
DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND DUITSLAND FMS WERTMNGMT KFW LANDW RENTENBANK
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
04-07-2042 04-07-2044 04-07-2044 15-01-2015 15-08-2046 18-02-2015 29-05-2015 15-01-2015
363.804 186.944 9.745 18.888 9.995 108.672 4.501 18.043 7.016
Duitsland 279.183 15.000 14.800 10.000 84.700 4.500 18.000 7.000
0% 0% 2,5% 0,042% 2,5% 0,204% 0,625% 0,132%
2.000 2.631 1.000
Europese Unie 0,25% 0,5% 1%
EUROPESE UNIE EUROPESE UNIE INT BANK REC&DEV
EUR EUR EUR
20-03-2017 30-01-2015 12-02-2015
5.639 2.012 2.627 1.000
5.000 15.000 42.860 49.258 3.500 10.500
Frankrijk 0,161% 0% 0% 4% 4% 3,25%
CAISSE CC IMMOB FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK FRANKRIJK
EUR EUR EUR EUR EUR EUR
22-01-2015 25-04-2041 25-04-2055 25-04-2055 25-04-2060 25-05-2045
128.271 5.000 8.850 17.915 77.172 5.566 13.768
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
80
In duizenden euro’s NOMINALE WAARDE
COUPONRENTE
NAAM
3.200
Luxemburg 0,279%
64.900
Oostenrijk 3,8%
5.000
VALUTA
RENTEHERZIENINGSDATUM
EUROP INVEST BNK
EUR
09-01-2015
3.200 3.200
OOSTENRIJK
EUR
26-01-2062
113.905 113.905
EUR
14-01-2015
5.003 5.003
EUR
06-07-2015
5.033 5.033
01-12-2015
8.587 8.587
Verenigd Koninkrijk 3,125% BARCLAYS Zweden
5.000
1,5%
8.400
Zwitserland 2,625%
SVENSKA BANK
CREDIT SUISSE
EUR
MARKTWAARDE
Toelichting waardering financiële instrumenten tegen reële waarde conform RJ 290.916 Voor een groot deel van de obligaties (€ 829,166 miljoen) die zich in de portefeuille van Zwitserleven Ultra Long Duration Fonds bevinden, is de reële waarde afgeleid van actieve markt quotes waarbij geldt dat sprake is van voldoende liquiditeit op de markt waar het financiële instrument verhandeld wordt. Voor het resterende gedeelte van de obligaties (€ 1,001 miljoen) zijn dergelijke actieve markt quotes niet voorhanden en wordt de reële waarde afgeleid nnof op basis van actieve quotes die in de markt worden weergegeven maar welke markt niet liquide is (waar geen/weinig handel plaatsvindt) nnof op basis van een koers welke wordt berekend op basis van prijzen in de markt voor vergelijkbare effecten. Voor de renteswaps zijn ook geen actieve markt quotes voorhanden, deze worden gewaardeerd aan de hand van waarderingsmodellen welke gevoed worden door objectieve marktdata. Sectorallocatie van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
830.167 Beleggingen per 31 december 2014 778.381 Staat(sgegarandeerd) 34.560 Financiële conglomeraten 17.226 Banken
100,0 93,7 4,2 2,1
Landenverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
830.167 Beleggingen per 31 december 2014 363.804 189.548 128.271 113.905 8.587 7.177 5.639 5.033 5.003 3.200
Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk Zwitserland Australië Europese Unie Zweden Verenigd Koninkrijk Luxemburg
100,0 43,8 22,8 15,5 13,7 1,0 0,9 0,7 0,6 0,6 0,4
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
81
Ratingverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
830.167 Beleggingen per 31 december 2014 386.233 AAA 438.918 AA 5.016 A
100,0 46,5 52,9 0,6
Looptijdverdeling van de obligaties In duizenden euro’s MARKTWAARDE
%
830.167 Beleggingen per 31 december 2014 111.963 30.684 7.016 680.504
Aflossing binnen één jaar Aflossing tussen één en vijf jaar Aflossing tussen vijf en tien jaar Aflossing na tien jaar
100,0 13,5 3,7 0,8 82,0
Looptijdverdeling van de renteswaps AFLOOPDATUM
%
CONTRACTWAARDE
Renteswaps per 31 december 2014 Fixed deel 20150414 20150511 20431012 20471129 20480727 20480904 20481207 20521129 20621129 20621129 20621130 20621204 20621205 20621212 20630222 20630412 20630423 20630726 20640509 20640820 20151216 20440926 20441222 20640904 20641212 20641222 Totaal fixed deel
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
MARKTWAARDE
155.154
0,4110 0,4220 2,7060 2,3750 2,4970 2,7270 2,6300 2,3720 2,4960 2,5100 2,4675 2,4700 2,4530 2,4020 2,6550 2,4000 2,3475 2,5670 2,4050 1,9440 0,1845 1,9360 1,4910 1,9080 1,6375 1,5300
-50.000 -25.000 8.000 -8.000 19.000 28.000 15.000 110.000 25.000 50.000 25.000 50.000 50.000 35.000 10.000 10.000 27.000 18.000 5.000 10.000 -350.000 30.000 7.000 8.000 7.000 7.000 121.000
-50.045 -25.027 10.427 -9.903 24.189 37.404 19.660 138.121 33.503 67.248 33.256 66.559 66.265 45.771 13.967 13.089 34.851 24.640 6.583 11.545 -350.015 33.547 7.053 9.135 7.325 7.057 276.205
82
AFLOOPDATUM
Floating deel (variabele rente) 20150414 20150511 20150511 20150126 20150126 20150220 20150223 20150304 20150304 20150326 20150413 20150413 20150422 20150529 20150529 20150529 20150529 20150529 20150603 20150605 20150605 20150612 20150612 20150616 20150622 20150622 Totaal floating deel
%
CONTRACTWAARDE
0,1780 0,1820 0,1820 0,3080 0,3080 0,2970 0,2890 0,2520 0,2520 0,1860 0,1790 0,1790 0,1840 0,1820 0,1820 0,1820 0,1820 0,1820 0,1790 0,1760 0,1760 0,1790 0,1790 0,1780 0,1760 0,1760
50.000 25.000 -5.000 -18.000 -19.000 -10.000 -10.000 -28.000 -8.000 -30.000 -10.000 -8.000 -27.000 -25.000 8.000 -50.000 -25.000 -110.000 -50.000 -50.000 -15.000 -35.000 -7.000 350.000 -7.000 -7.000 -121.000
MARKTWAARDE
50.013 25.006 -5.001 -18.003 -19.003 -10.003 -10.003 -28.010 -8.003 -30.008 -10.003 -8.002 -27.007 -25.005 8.002 -50.010 -25.005 -110.022 -50.009 -50.008 -15.002 -35.005 -7.001 350.043 -7.001 -7.001 -121.051
2
Vorderingen Onder vorderingen zijn opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Lopende rente obligaties Lopende rente renteswaps Totaal
31-12-2013
9.452 2.222 11.674
10.282 2.207 12.489
Vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar.
3
Liquide middelen
Als liquide middelen worden aangemerkt alle direct opeisbare tegoeden bij banken. Het saldo liquide middelen valt binnen de restricties van het mandaat en heeft te maken met de timing van de betalingen.
4
Kortlopende schulden Onder kortlopende schulden is opgenomen: In duizenden euro’s
31-12-2014
Te betalen service fee Totaal
31-12-2013
33 33
26 26
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. De te betalen service fee is te betalen aan de Beheerder.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
83
Fondsvermogen 01-01-2014 T/M 31-12-2014
In duizenden euro’s
Stand per 1 januari Uitgifte participaties Inkoop participaties Uitgekeerd dividend Resultaat over de verslagperiode Stand ultimo periode
01-01-2013 T/M 31-12-2013
752.680 72.752 -281.352 -453.165 997.245
747.288 143.135 -37.592 --100.151 752.680
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Het ontvangen collateral uit hoofde van uitstaande derivatenposities is als volgt: Collateral posities uit hoofde van uitstaande derivatenposities In duizenden euro’s
31-12-2014
Marktwaarde derivaten Marktwaarde collateral in stukken Percentage collateral
155.154 169.689 109,4%
Vijfjarenoverzicht 1 In duizenden euro’s
Intrinsieke waarde Resultaat Aantal uitstaande participaties
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2012
997.245 453.165 25.807.814
752.680 -100.151 33.209.843
747.288 23.450 28.912.518
38,64 -1,05 16,51 0,01 0,01 17,56
22,66 -0,71 -3,73 0,01 0,01 -3,02
25,85 -0,08 0,73 --0,81
In euro’s
Per participatie Intrinsieke waarde Dividend 2 Opbrengsten uit beleggingen Waardeveranderingen beleggingen Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfslasten Resultaat 3
1) Het fonds is opgericht op 15 november 2012 en bestaat dus nog geen vijf jaar. Het resultaat over 2012 is berekend over de periode 15 november 2012 tot en met 31 december 2012. 2) Dit betreft het in het betreffende jaar uitgekeerde dividend over het voorafgaande jaar. 3) Het totaal resultaat per participatie is berekend op basis van het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode.
WINST- EN VERLIESREKENING Toelichting uitsplitsing winsten en verliezen per soort belegging conform RJ 615.405a In overeenstemming met RJ 615.405a wordt hierna informatie verschaft met betrekking tot de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten en verliezen uit beleggingen per soort belegging. Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
6 WINSTEN
Obligaties Renteswaps Totaal
VERLIEZEN
39.117 82.376 121.493
TOTAAL
-920 -56.801 -57.721
38.197 25.575 63.772
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen In duizenden euro’s
Obligaties Renteswaps Totaal
7 WINSTEN
VERLIEZEN
185.198 180.462 365.660
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
TOTAAL
-505 -2.748 -3.253
184.693 177.714 362.407
84
Overige bedrijfsopbrengsten In duizenden euro’s
8 01-01-2014 T/M 31-12-2014
Rente rekening courant Security lending fees Totaal
-8 178 170
01-01-2013 T/M 31-12-2013
-267 267
Lopende kosten factor De lopende kosten factor van een beleggingsfonds is gelijk aan de factor van de totale kosten die in de verslagperiode ten laste van het fonds komen ten opzichte van het gemiddelde fondsvermogen, exclusief de kosten van beleggingstransacties en interestkosten.
In duizenden euro’s
01-01-2014 T/M 31-12-2014
01-01-2013 T/M 31-12-2013
Service fee Gemiddeld fondsvermogen in verslagperiode
336 850.517
304 759.481
Lopende kosten factor
0,040%
0,040%
Omloopfactor De omloopfactor over de verslagperiode bedraagt 100,77% (2013: 7,83%). Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille aan. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De omloopfactor wordt verkregen door het totaalbedrag aan effectentransacties, verminderd met het totaalbedrag aan transacties van uitgegeven en ingekochte deelnemingsrechten, uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van de portefeuille. Transactiekosten De transactiekosten zijn niet toegelicht, omdat de kosten onvoldoende identificeerbaar en kwantificeerbaar zijn.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
85
5 OVERIGE GEGEVENS
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
86
5.1
BELANGEN DIRECTIE
Geen van de leden van de directie van ACTIAM en van de Raad van Toezicht heeft een persoonlijk belang in een belegging die wordt aangehouden door Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen. 5.2
GEBEURTENIS NA BALANSDATUM
SNS REAAL heeft op 16 februari 2015 bekend gemaakt dat een overeenkomst is getekend met Anbang Group Holdings Co., Ltd., een vooraanstaande Chinese verzekeringsmaatschappij, voor de verkoop van REAAL N.V. ACTIAM is een dochter van REAAL N.V. De definitieve verkoop is afhankelijk van de gebruikelijke goedkeuring van de toezichthouders. 5.3
STATUTAIRE WINSTBESTEMMINGSREGELING
In artikel 16 van de voorwaarden van beheer van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen zijn de volgende bepalingen opgenomen omtrent de verdeling van het exploitatie saldo: 16.1 Het netto-exploitatie-saldo van ieder subfonds wordt toegevoegd aan het betreffende subfonds. 16.2 De winst per subfonds over een boekjaar wordt berekend met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek. De winst wordt toegevoegd aan het betreffende subfonds.
JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
87
5.4
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: de algemene vergadering van participanten van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen
VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2014 van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de winst-en-verliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE BEHEERDER De beheerder van het fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en met de Wet op het financieel toezicht. De beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de beheerder van het fonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
OORDEEL Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met de Wet op het financieel toezicht.
BENADRUKKING VAN AANGELEGENHEDEN Wij vestigen de aandacht op het punt Grondslagen voor de waardering van activa en passiva in de toelichting van de jaarrekening, waarin uiteengezet is dat de waardering van de rentederivaten van Zwitserleven Medium Duration Fonds, Zwitserleven Long Duration Fonds en Zwitserleven Ultra Long Duration op een andere wijze is bepaald dan thans gebruikelijk is in de markt. De gehanteerde rentecurve (EURIBOR) bij de berekening van de marktwaarde van de rentederivaten leidt tot een lagere waardering dan wanneer gebruik zou worden gemaakt van een meer marktconforme rentecurve (EONIA). Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.
VERKLARING BETREFFENDE OVERIGE BIJ OF KRACHTENS DE WET GESTELDE EISEN Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 14 april 2015 KPMG Accountants N.V.
G.J. Hoeve RA JAARVERSLAG 2014 ZWITSERLEVEN INSTITUTIONELE BELEGGINGSFONDSEN
88