ZVP 2014 – 2017 - Veiligheid en leefbaarheid Verkeer – Storende interacties zone 30
Preventie – Voorrang 3
HCP Koen Wouters - HINP Nico Vandenbempt
Actieplan: Voorrang 3 Fietspad – Fietsstraat
1. Context Algemeen De stad Leuven telt naast haar 98500 bewoners en tal van woon- en werkpendelaars ook meer dan 50.000 studenten die zich dagelijks in het verkeer begeven. 85,7 % van de KU Leuven kotstudenten en 46,4% pendelstudenten hebben een fiets. Onderzoek bij haar studenten heeft uitgewezen dat 63,1% zich verplaatst met de fiets van hun kot naar de les. Leuven wil zich als fietsstad profileren en neemt tal van initiatieven om het fietsgebruik zo optimaal te laten verlopen (fietspaden, verkeersvrije zones, fietsstraat, enz…) De fiets is sinds mensenheugenis het vervoermiddel bij uitstek in Leuven. In stedelijk gebied is het snelste transportmiddel met een hoog aantal voordelen namelijk goedkoop, niet onderhevig aan files, makkelijk te parkeren, enzovoort. De overgrote meerderheid van fietspaden zijn slechts toegankelijk voor één rijrichting. In Leuven zijn er op verschillende plaatsen fietspaden voor de beide rijrichtingen en bepaalde straten zullen als fietsstraat worden ingericht.
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 1
2. Wettelijk kader Fietspad Algemeen
Zonder fietsvoorziening: Als er geen fietspad is1 moet de fietser zo dicht mogelijk de rechterrand van de rijbaan volgen2. Ze mogen ook de parkeerzones en de gelijkgrondse bermen gebruiken die rechts in hun rijrichting liggen3. In dit geval: - moeten ze voorrang verlengen aan de andere weggebruikers; - hebben ze geen voorrang wanneer ze terug op de rijbaan komen (= maneuver). Buiten de bebouwde kom mogen ze ook op trottoirs en verhoogde bermen rijden (onder dezelfde voorwaarden)4. Als het fietspad berijdbaar is, is men verplicht het fietspad te gebuiken5. Met fietsvoorziening: Het fietspad is het deel van de openbare weg dat voor het verkeer van fietsen is voorbehouden. Het maakt GEEN deel uit van de rijbaan. Er mogen dus GEEN auto’s op rijden6. Het fietspad is niet uitsluitend voor fietsers bedoeld. Bromfietsen klasse A en in sommige gevallen ook bromfietsen klasse B moeten/mogen het fietspad gebruiken. Een fietspad kan één of twee rijrichtingen hebben. Signalisatie
Verkeersborden7 Een fietspad wordt aangeduid met een gebodsbord D7, dat de rijrichting aangeeft. Dit fietspad is meestal gescheiden van de rijbaan door een berm, een boordsteen of een goot. Het fietspad mag alleen in beide richtingen gebruikt worden (tweerichtingsfietspad) als het verkeersbord in beide richtingen geplaatst is. Een onderbord geeft aan dat het fietspad verplicht/verboden is voor bromfietsen klasse B. Een fietspad kan ook aangeduid worden met een gebodsbord D9. In dit geval moeten de fietsers en voetgangers elk gebruik maken van het gedeelte van de openbare weg dat hen door dit bord is toegewezen. De scheiding wordt aangegeven door een doorlopende witte streep of een verschil in materiaal voor het wegdek. Het gedeelte voor fietsers, is een echt fietspad.
1
Art. 2.7 KB 01.12.1975 algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (hierna verkort “Wegcode”) 2 Art. 9.1.1 en 9.3.1 Wegcode 3 Art. 9.1.2.4° Wegcode 4 Idem 5 Art. 9.1.2.1° Wegcode 6 Art. 2.7 Wegcode 7 Art.69 D7 – D9 – D10 Wegcode
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 2
Het verkeersbord D10 duidt een deel van de openbare weg aan dat voorbehouden is voor het verkeer van voetgangers en fietsers. De fietsers mogen de voetgangers die er zich bevinden niet in gevaar brengen. Wegmarkering8 Is het fietspad afgebakend met twee evenwijdige witte onderbroken strepen en dat niet breed genoeg is voor het autoverkeer, dan ben je als fietser verplicht gebruik te maken van dit type fietspad, indien het rechts in je rijrichting ligt. Het is verboden om op dit fietspad links in de rijrichting te rijden, ook niet om links af te slaan in de eerstvolgende straat. Er bestaan GEEN dergelijke fietspaden met twee rijrichtingen. Fietsers mogen het fietspad verlaten om van richting te veranderen, in te halen, of om omheen een hindernis te rijden (verkeerd geparkeerde wagens, vuilnisbakken enz…)9. Opmerking10: Wanneer een fietspad eindigt op de rijbaan, voert de fietser die rechtdoor rijdt geen maneuver uit. De fietser behoudt zijn voorrang t.o.v. de weggebruikers op de rijbaan.
Naderen van tweerichtingsfietspad Bij het naderen van een tweerichtingsfietspad langsheen een voorrangsweg kunnen de weggebruikers die de voorrangsweg naderen hiervan in kennis gesteld door een voorrangsbord met een onderbord. De fietsers en bromfietsen die dit fietspad volgen hebben voorrang.
Voorrang aan rechts11 - uitzondering met doorlopend fietspad Sinds 2007 geldt de algemene regel dat elke bestuurder (automobilist, fietsers, bromfietser, …) voorrang moet geven aan een bestuurder die van rechts komt, ook als deze laatste gestopt is. Er is echter een uitzondering wanneer het kruispunt voorzien is van een doorlopend trottoir of fietspad op de rijbaan. De bestuurder die van rechts komt moet voorrang verlenen aan de weggebruikers op het doorlopend fietspad, maar behoudt zijn voorrang tegenover de andere bestuurders op de rijbaan.
8
Art.74 Wegcode Art. 9.1.2.3° Wegcode 10 Art. 12.4 Wegcode 11 Art. 9
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 3
Voorrang aan rechts
Voorrang aan rechts met doorlopend fietspad
A
A
B
C
Voertuig B en fiets C moeten voorrang verlenen aan het van rechts komend voertuig A. 1. Voertuig A heeft voorrang 2. Fiets C en voertuig B moeten voorrang verlenen aan het van rechtskomend voertuig A.
B
C
Uitzondering op de voorrang aan rechts. Kruispunt met doorlopend fietspad. De volgorde van vertrek: 1. Fiets C heeft voorrang op voertuig A 2. Voertuig A heeft voorrang op voertuig B maar moet voorrang verlenen aan fiets C 3. Voertuig B moet voorrang verlenen aan het van rechtskomend voertuig A
Fietsstraat12
Een fietsstraat wordt aangeduid door de aanwijzingsborden F111 en F113. De snelheid mag in een fietsstraat nooit hoger liggen dan 30 km/uur. In een fietsstraat mogen fietsers: - de ganse breedte van de rijbaan gebruiken (eenrichtingsverkeer) - de helft van de breedte langs de rechterzijde gebruiken (verkeer toegelaten in beide richtingen). Motorvoertuigen: - hebben toegang tot fietsstraten - mogen de fietsers evenwel NIET inhalen.
Fietssuggestiestrook
Fietssuggestiestroken zijn een vorm van verkeersmenging waarbij de plaats van de fietser op de rijbaan gesuggereerd wordt. Deze is niet opgenomen in het verkeersreglement en hebben geen juridische waarde. Het is een strook op de rijbaan, visueel aangeduid door afwijkende kleur en/of materiaal. Ze maken volwaardig deel uit van de rijbaan en mogen gebruikt worden door alle verkeersdeelnemers. Ze worden meestal gebruikt op plaatsen waar geen ruimte is voor een echt fietspad, of bij de overgang van fietspad naar gemengd verkeer 12
Art. 22novies Wegcode
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 4
Gedrag van andere weggebruikers in de nabijheid van fietspaden Algemeen13 De bestuurder van een auto of van een motorfiets mag een fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets die zich op de openbare weg bevindt onder de in dit reglement voorziene voorwaarden niet in gevaar brengen. o o o
o
Hij moet dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van fietsende kinderen en bejaarden. Hij moet een zijdelingse afstand van ten minste één meter laten tussen zijn voertuig en de fietser of bestuurder van een tweewielige bromfiets. Hij mag een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen slechts met matige snelheid naderen teneinde de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinderen wanneer zij het oversteken van de rijbaan met normale snelheid beëindigen. Zo nodig moet hij stoppen om ze te laten doorrijden. Hij mag een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen niet oprijden wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat hij waarschijnlijk op die oversteekplaats zou moeten stoppen.
Bromfiets klasse B14 o o
Weg beperkt tot 50 km/u, bromfiets klasse B mag fietspad gebruiken. Weg hogere snelheidsbeperking, bromfiets klasse B moet fietspad gebruiken.
Andere voertuigen o o o
Verboden te parkeren op het fietspad15. Verboden te rijden op fietspad16. Voorrang verlenen (voorrangsborden en voorrang aan rechts).
3. Tips voor de weggebruiker Tips voor de fietser - Rij voorzichtig. - Ken de verkeerswetgeving en pas ze nauwgezet toe. - Gebruik het fietspad in de juiste richting. - Het is interessant om de parkeerzones te gebruiken maar doe dit echter alleen als er over een lange afstand geen auto’s geparkeerd zijn. Anders moet je altijd de parkeerzones verlaten en terug oprijden (slalommen is absoluut afgeraden). - Rij zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan maar hou rekening met: afvoergoten, openslaand portier van een geparkeerd voertuig. - Nader een kruispunt met de nodige omzichtigheid, ook al heb je voorrang. - Pas je snelheid aan bij het naderen van voetgangers. - Gebruik je bel bij het inhalen van een andere fietser op het fietspad. - Je mag met 2 naast elkaar rijden, behalve wanneer het kruisen van voertuigen niet mogelijk is. - Het is verboden om te rijden: 13
Art. 40ter Wegcode Art. 9.1.2.2° Wegcode 15 Art. 24.2° Wegcode 16 Art. 9.1.1 Wegcode 14
Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 5
-
o zonder het stuur vast te houden; o zonder voeten op de pedalen te hebben; o en zich te laten voorttrekken; o te rijden met een dier aan de leiband; o en terwijl niet handenvrij te bellen. Draag bij slecht weer of in het duister heldere kledij of kledij met reflecterende stroken.
Tips voor de bestuurder - Parkeer of rij niet op een fietspad. - Hou voldoende afstand bij het naderen van fietsers (zijdelings 1 meter). - Breng geen fietsers in gevaar. - Pas je snelheid aan.
4. Inbreuken Fietsers - Niet volgen van het fietspad - Fietspad rechts niet gevolgd (uitg. twee richtingsfietspaden) - D10 (verplicht gebruiken) - Zonder stuur vast te houden - Zonder voeten op pedalen - Zich laten voorttrekken - Dier aan leizeel houden - Verboden de andere weggebruikers te hinderen, in gevaar te brengen of gevaarlijk gedrag vertonen - Geen fietspad: verplicht rechts rijden + anderen niet hinderen - Verboden autowegen (brug viaduct) Andere weggebruikers Rijden op het fietspad Dubbel voorzichtig t.a.v. bejaarden en kinderen Fietsstraat: fietsers niet inhalen Oversteek blokkeren is verboden Niet in gevaar brengen Dubbelr voorzichtigheid t.a.v. fietsende kinderen en bejaarden Min.1 m zijdelingse afstand houden Oversteekplaats naderen met matige snelheid Stilstaan en parkeren: op of plaats waar fietsers verplicht zijn het fietspad te verlaten om op rijbaan te rijden of de rijbaan verlaten om op fietspad te rijden
Art. 5 + 69.3 - D7/D9 Art. 9.1.2.1°
OI 1ste graad OI 1ste graad
55 € 55 €
Art. 5 + 69.3 - D10 Art. 43.1.1° Art. 43.1.2° Art. 43.1.3° Art. 43.1.4° Art. 43.2 al.4
OI 1ste graad OI 1ste graad OI 1ste graad OI 1ste graad OI 1ste graad OI 1ste graad
55 € 55 € 55 € 55 € 55 € 55 €
Art. 9.1.2.4°
OI 1ste graad
55 €
Art. 22.1
OI 1ste graad
55 €
Art 9.1.1
OI 1ste graad
55 €
Art. 40.2 Art 22 novies Art.40ter lid 5 Art.40 ter lid 1 Art.40 ter lid 2
OI 1ste graad OI 1ste graad OI 1ste graad OI 3de graad OI 3de graad
55 € 55 € 55 € 165 € 165 €
Art.40ter lid 3 Art.40ter lid 4
OI 3de graad OI 3de graad
165 € 165 €
Art. 24 al.1.2° (3m ≤ X < 5m) Art. 24 al.1.2° (X < 3m)
OI 1ste graad GAS 1ste graad* OI 2de graad Art 2.19° KB 30.03.2005 GAS 2de graad*
55 €
110 €
(*) Deze inbreuken zullen later afgehandeld worden met een GAS-boete. Actieplan ‘Storende interacties binnen zone 30’. p. 6