Zorgverzekeraars Nederland nr: 41 10 oktober 2012
Congres SKGZ: trends en topics In het eerste half jaar van 2012 is het aantal klachten dat binnenkwam bij de Ombudsman Zorgverzekeringen opnieuw toegenomen. Deze trend is al meerdere jaren zichtbaar en zal ook in 2013 doorzetten, zo verwacht de ombudsman mevrouw Reina van Marwijk Kooy. De toename van het aantal klachten betekent niet dat zorgverzekeraars hun werk slecht doen, benadrukte Van Marwijk Kooy op 4 oktober tijdens het jaarlijkse congres van de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen, de SKGZ. “Veel gaat goed. En op punten maken zorgverzekeraars vorderingen. Zo is bijvoorbeeld het aantal klachten over bejegening afgenomen.” Mondzorg en zorg in het buitenland Met name mondzorg en zorg in het buitenland scoorden dit jaar hoog in de klachtenranglijst. “Klachten over beslissingen van verzekeraars met betrekking tot mondzorg hebben voor een groot deel te maken met het experiment rond vrije prijzen.” Wat meespeelt bij klachten over vergoeding van zorg in het buitenland is dat het al snel om complexe zaken gaat. “Kwesties rond het Europees recht spelen dan een rol.” Wanbetaling In workshops werden enkele onderwerpen verder uitgediept. Dr. Nadja Jungmann, lector Rechten, schulden en incasso bij de Hogeschool Utrecht, pleitte voor een nieuwe aanpak van zorgverzekeraars bij wanbetaling. Bij betalingsachterstanden staat de zorgpremie sinds enkele jaren in de top vijf. De nieuwe aanpak komt er in de kern op neer dat wanbetaling van zorgpremies niet als een geïsoleerd probleem beschouwd wordt en dat preventie belangrijk is. Gedragsvraagstuk “Onderzoek wijst uit dat een flink deel van de mensen in de schuldsanering ook op langere termijn problematische schulden houdt”, vertelde Jungmann. “Dat komt doordat motivatie en vaardigheden een veel grotere rol spelen bij problematische schulden dan tot nu toe gedacht. Je kunt wel betalingsregelingen treffen, maar als de schuldbeleving bij mensen niet verandert en ze geen vaardigheden ontwikkelen om hun financiën de baas te worden, zal het probleem van wanbetaling blijven bestaan.” Samenwerken Jungmann adviseert zorgverzekeraars dan ook om de samenwerking te zoeken met partijen die bij schuldhulpverlening betrokken zijn, in de eerste plaats de gemeenten. “Zo neem je wanbetaling mee in het bredere traject van schuldhulpverlening. En denk na over je preventiebeleid. Misschien kun je proberen om samen met gemeenten voortijdig in beeld te krijgen wie van jouw verzekerden in de toekomst problemen zouden kunnen krijgen. Dan kun je daar samen alvast actie op ondernemen.” Zorgverzekeraars Nederland heeft recent eveneens gepleit voor een integrale aanpak bij schuldhulpverlening. De eerste stappen zijn al gezet: ZN heeft onder meer een convenant gesloten met de koepel van schuldhulpverleners, de NVVK.
Inkoopgids geriatrische revalidatiezorg 2013 gepubliceerd Op 1 januari 2013 zal geriatrische revalidatiezorg(GRZ) overgeheveld worden van de AWBZ naar de Zvw. Met de overheveling van de GRZ worden de financiële schotten tussen de medisch-specialistische behandeling en de daarop volgende revalidatie van kwetsbare ouderen opgeheven met als doel de kwaliteit en doelmatigheid in de gehele keten te vergroten. ZN journaal 41
10 oktober 2012
Om dit proces te ondersteunen is door Zorgverzekeraars Nederland(ZN) een inkoopgids GRZ 2013 opgesteld. De inkoopgids GRZ 2013 is bedoeld als kompas bij de onderhandelingen over de zorginkoop. Zorginkopers en zorgaanbieders vinden in de gids actuele informatie die ze kunnen gebruiken om afspraken te maken. De Inkoopgids GRZ 2013 is een digitaal product en komt te staan bij de andere inkoopgidsen van Zorgverzekeraars Nederland.
ZN publiceert Inkoopgids GGZ 2013 Zorgverzekeraars Nederland publiceert vandaag de nieuwe Inkoopgids GGZ 2013. De inkoopgids dient ter ondersteuning van de zorginkoop 2013 en is bedoeld voor zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties én zorgaanbieders. Naast de vertrouwde informatie over DBC-profielen en tarieven staan in de Inkoopgids de meest actuele gegevens over kostenontwikkelingen in de GGZ. Vanzelfsprekend bevat de Inkoopgids veel informatie over kwaliteit van GGZ-zorg. Nieuw is de studie naar praktijkvariatie in de GGZ waarbij voor een aantal stoornissen de regionale verschillen in kaart gebracht zijn, bijvoorbeeld het aantal verzekerden in zorg, het aandeel klinische zorg, en het gemiddeld aantal ligdagen. De Inkoopgids GGZ 2013 is een digitaal product en staat op website van ZN.
Zorgverzekeraars staan voor continuïteit farmaceutische zorg Verzekerden hebben recht op goede farmaceutische zorg. Daar zijn zorgverzekeraars op aanspreekbaar. Maar dat betekent niet dat zorgverzekeraars tegen elke prijs alle apotheken moeten contracteren. Zorgverzekeraars staan voor continuïteit van de farmaceutische zorg. Als zou blijken dat de zorg ergens niet kan worden gegarandeerd, is het aan de afzonderlijke zorgverzekeraars om met de betrokken partijen te kijken naar oplossingen. Dat is de kern van de reactie van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) op een brief van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) over knelpunten in de apothekersbranche. Zorgverzekeraars hebben onlangs in een bestuurlijk overleg met de KNMP aangegeven dat ze bereid zijn om in brancheverband te bezien of en zo ja hoe aan de genoemde knelpunten zou kunnen worden tegemoet gekomen. Tegelijkertijd wijzen ze erop dat de inhoud en vormgeving van de contractering een zaak is van de individuele zorgverzekeraars. In het bestuurlijk overleg is ook aangegeven dat van ‘gezamenlijk af te spreken randvoorwaarden’ geen sprake kan zijn: de contractering is de verantwoordelijkheid van de individuele contractpartijen. Een deel van de oorzaak van de problemen zoeken de apothekers in het preferentiebeleid van de zorgverzekeraars. Met dat beleid zijn de zorgverzekeraars in staat gebleken de kosten van de farmaceutische zorg beheersbaar te krijgen; op jaarbasis wordt circa 600 miljoen euro aan premiegeld bespaard zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Zorgverzekeraars willen goede zorg inkopen, maar ze hebben ook de maatschappelijke opdracht te waarborgen dat het premiegeld van hun verzekerden doelmatig wordt besteed. Zorgverzekeraars stellen het belang van hun verzekerden voorop, ook in de onderhandelingen met apotheken. Het gaat uiteindelijk om goede én betaalbare farmaceutische zorg.
Agis en Ronald McDonald Kinderfonds gaan samenwerken Zorgverzekeraar Agis en Ronald McDonald Kinderfonds gaan samenwerken. Woensdag 3 oktober ondertekenden Olivier Gerrits, directeur commercie bij Agis en Marc van den Tweel, directeur van het Ronald McDonald Kinderfonds, een samenwerkingsovereenkomst voor de komende drie jaar.
ZN journaal 41
10 oktober 2012
Olivier Gerrits, directeur commercie van Agis: “Het Ronald McDonald Kinderfonds zorgt ervoor dat zieke kinderen en hun ouders dichtbij elkaar kunnen zijn. En juist die helpende hand in de zorg is waar Agis voor staat. Daarom willen wij ons graag de komende jaren inzetten voor het Ronald McDonald Kinderfonds.” Marc van den Tweel, directeur van het Ronald McDonald Kinderfonds: “Met deze samenwerking geeft Agis concreet invulling aan haar rol als hulpvaardige zorgverzekeraar. Om de continuïteit van de Ronald McDonald Huizen te garanderen zijn we afhankelijk van donateurs. We zijn dan ook erg blij dat Agis ons gaat ondersteunen bij de werving van donateurs.”
Betrouwbaarheid online gezondheidsinformatie moeilijk te bepalen Ruim de helft van de Nederlanders kan moeilijk bepalen of de bron van de online informatie over ziekte en gezondheid betrouwbaar is. Ook vinden circa vier op de tien Nederlanders dat de gevonden informatie vaak tegenstrijdig is. Verontrustend is dat één op de vijf Nederlanders na het lezen van online gezondheidsinformatie angstiger is geworden. Zo blijkt uit de ZegelGezond Monitor 2012, een onderzoek onder ruim 1000 Nederlanders. ZegelGezond wil weten hoe Nederlanders omgaan met online gezondheidsinformatie. Bezoeken Nederlanders eerst de dokter of Google? Hoe bepalen ze de betrouwbaarheid van een website? Welk effect heeft online gezondheidsinformatie op de bezoeker? Wat gaat er goed en wat kan er beter? Internet belangrijke bron gezondheidsinformatie Driekwart van de Nederlanders zocht het afgelopen jaar online naar antwoord op een vraag over zijn of haar gezondheid. Ook speelt online gezondheidsinformatie een belangrijke rol als aanvullende informatiebron voor bezoeken aan de zorgverlener, zowel vooraf (35 procent) als achteraf (38 procent). Ruim de helft van de Nederlanders kan echter moeilijk bepalen of de bron van de online informatie over ziekte en gezondheid betrouwbaar is. Ook vinden circa vier op de tien Nederlanders dat de gevonden informatie vaak tegenstrijdig is. Het onderzoek De ZegelGezond Monitor 2012 is uitgevoerd door Newcom Research & Consultancy in samenwerking met de Universiteit Twente. De monitor zal jaarlijks verschijnen. De onderzoeksgroep vormt een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Over ZegelGezond ZegelGezond helpt mensen snel en gemakkelijk de beste gezondheidsinformatie op het internet te vinden. ZegelGezond plaatst een zegel met rapportcijfer van vak- en publieksexperts op deelnemende websites. Zo kan iedereen deze websites herkennen. Websites die voldoen aan ruim 60 spelregels komen in aanmerking voor het zegel. Daarnaast heeft ZegelGezond een zoekmachine, waarmee het publiek direct kan zoeken naar informatie op de aangesloten websites. Stichting ZegelGezond Nederland heeft een maatschappelijke taak en doelstelling en heeft geen winstoogmerk.
Volgende week geen ZN Journaal Volgende week, op 17 oktober, verschijnt er geen ZN Journaal in verband met het herfstreces van de Tweede Kamer. De eerstvolgende uitgave van het ZN Journaal is op 24 oktober. Als er aanleiding voor is plaatsen we tussentijds nieuws op onze site: www.zn.nl en twitter: @ZNnieuws.
ZN-weblog Onlangs was ik dagvoorzitter van een door ZN georganiseerd congres voor de zorginkopers van onze leden onder de titel ‘Verbeter de zorg, verstrek de zorginkoop’. Plaats van handeling was een fraaie en aangename locatie: de voormalige kapel in het ‘Kontakt der Kontinenten’ in Soesterberg, tegenwoordig een Conferentiehotel dat zich afficheert
ZN journaal 41
10 oktober 2012
als ontmoetingsplaats voor wereldburgers, maar van oorsprong het missiehuis Sint Jan ‘voor Priesters van het Goddelijk Woord’. In elk geval nog steeds een inspirerende omgeving! Ik heb niet geturfd, maar vrijwel iedere inleiding had het woord ‘kwaliteit’ in de titel. En ook tijdens de inleidingen en in workshops viel dat woord zeer regelmatig. Ik krijg altijd een beetje argwaan als mensen het over kwaliteit hebben: het is eigenlijk een beetje een leeg begrip, als je niet heel goed duidelijk maakt waar je het over hebt. En als ze in de reclame spreken over ‘nu nog meer kwaliteit’ denk ik al gauw: dan deugde het tot dusver dus eigenlijk niet. In organisaties is het ook ‘in’ om het over kwaliteit te hebben en die bij voorkeur ook meetbaar te maken. Maar als je kwaliteit meetbaar maakt wordt het kwantiteit, roep ik dan meestal, met de bedoeling om de discussie snel te beëindigen en weer aan het werk te gaan. Sinds dat congres ben ik toch wat voorzichtiger met die dooddoener. Want ja, met het meetbaar maken van kwaliteit wordt het kwantiteit, maar dat is wel nodig als basis voor een zinvol gesprek. Een van mijn collega’s zei het zo: “Een gesprek over kwaliteit in de zorg begint met het zichtbaar maken van verschillen”. Waarom is in het ene ziekenhuis het aantal complicaties na een ingreep vier keer zo groot als in een ander ziekenhuis? En verschilt de ligduur na de ingreep net zo? Maar waarom spoort de tevredenheid van de patiënt daar dan niet mee? Vervolgens leert de discussie weer hoe complex de zorg is en hoe voorzichtig je moet zijn met snelle oordelen en conclusies. Er kunnen immers heel goede verklaringen zijn voor dergelijke verschillen Maar het omgekeerde is ook gevaarlijk: net zo lang blijven studeren en discussiëren totdat iedereen het met elkaar eens is. Daarom is het ook goed dat de discussie niet alleen binnen de beroepsgroepen gevoerd wordt maar ook zoveel mogelijk voor de buitenwereld transparant is. Er komen steeds meer gegevens beschikbaar die in een open samenleving als de onze óók voor patiënten en verzekerden inzichtelijk horen te zijn, waarbij het aan de professionals is om te zorgen voor de juiste duiding van en toelichting bij de gegevens. Na het congres ging ik naar huis met de conclusie dat ‘meters maken’ overal vooral mensenwerk is. Mensen als Rob Tollenaar van DICA en Bas Bloem van ParkinsonNet bewijzen dat er heel praktische en zichtbare kwaliteitswinst te behalen is als je ergens in gelooft en ermee aan de slag gaat. Dan wordt kwantiteit weer heel gauw kwaliteit! Loek Caubo, manager Communicatie ZN
Skipr Blog Pieter Hasekamp, algemeen directeur ZN, behoort tot de vaste groep ‘Bloggers’ op Skipr.nl. Deze keer gaat zijn blog over de vervolgagenda voor de zorg
De vervolgagenda voor de zorg De timing kon niet beter. Op de ochtend waarop de inhoudelijke besprekingen voor de kabinetsformatie van start gingen, presenteerde het zorgveld de agenda voor de zorg. Een gezamenlijk aanbod aan politiek en samenleving, dat bovendien naadloos aansloot op het interim-advies van de SER-commissie onder leiding van Jet Bussemaker. We kunnen er vanuit gaan dat beide rapporten aan de tafel van de informateurs serieus onderwerp van bespreking zijn. Maar hoe gaat het nu verder? Significante stap Vooropgesteld: het is uniek dat veertien van de belangrijkste zorgkoepels, van aanbieders en beroepsbeoefenaren tot patiënten en zorgverzekeraars, zich verenigen op een gemeenschappelijke agenda. Op een toekomstvisie die niet stopt bij een wensenlijstje, maar negen concrete thema’s benoemt waarvoor zorgpartijen zelf verantwoordelijkheid willen nemen. Natuurlijk, veel – alle – punten zullen de komende tijd verder uitgewerkt en geconcretiseerd moeten worden. Maar dat geldt eveneens voor het regeerakkoord dat nu nog in de maak is. Natuurlijk, het financiële kader gaat nog niet
ZN journaal 41
10 oktober 2012
veel verder dan een uitgesproken bereidheid om zich ook na afloop van de reeds afgesloten convenanten in te blijven zetten voor een voortgaande beheersing van de zorguitgaven. Maar het is wel voor het eerst dat de gehele sector, los van de overheid, zich committeert aan een beheerste groeiruimte. Dat is een zeer significante stap. Brede consensus Een stap die mogelijk was omdat er binnen de zorg – en overigens ook breder, zoals de SER laat zien – grote consensus is over hoe het inhoudelijk verder moet. Zoals ik in mijn oproep voor een gezamenlijke agenda aangaf, zijn de resterende politieke onzekerheden juist een aansporing om zelf aan de slag te gaan. Door in te zetten op gezondheidswinst en kwaliteit van leven kan de zorg ook met beperkte groeimiddelen toegankelijkheid en kwaliteit garanderen. In de curatieve zorg betekent dat doorgaan op de ingeslagen weg, zoals die ook in de convenanten voor de ziekenhuissector, de geestelijke gezondheidszorg en de huisartsen is vastgelegd: spreiding en concentratie op basis van kwaliteit, een actieve inkooprol voor zorgverzekeraars, extramuralisering en versterking van de eerste lijn, een actieve rol voor de patiënt. Bij de langdurige zorg spelen, mutatis mutandis, in wezen dezelfde thema’s maar moet er eerst nog een duidelijke keuze gemaakt worden voor de wijze van sturing in het stelsel. De agenda voor de zorg is daar duidelijk over: de huidige AWBZ moet terug naar de kern, een publieke verzekering voor langdurige onverzekerbare zorg, zoals de gehandicaptenzorg. Verpleging, verzorging en behandeling van ouderen dient te worden ondergebracht in de zorgverzekering, waardoor integrale zorg dichtbij in samenhang kan worden ingekocht. De functie begeleiding kan worden overgeheveld naar gemeenten. Maar het belangrijkste, ook hier, is dat de zorgsector gewoon aan de slag moet zonder af te wachten wat de politiek gaat verzinnen. Nieuwe en oude coalities Die vervolgstappen worden nu gezet. ActiZ heeft inmiddels een deltaplan ouderenzorg gepubliceerd, waarin de gewenste paradigmashift verder wordt uitgewerkt en de reële uitgavengroei wordt beperkt tot 2% per jaar in 2017. Het zou mooi zijn als we dat plan de komende tijd zouden kunnen verdiepen en verbreden, met naast de zorgaanbieders ook vertegenwoordigers vanuit de beroepsbeoefenaren in de eerste lijn, patiënten en cliëntenorganisaties, en zorgverzekeraars. Want om echt zelfredzaamheid van ouderen te vergroten, gezond gedrag en kwaliteit van leven centraal te stellen en een herinrichting van het zorglandschap tot stand te brengen, is een nieuwe coalitie van zorgpartijen nodig. Ook de SER is nog niet klaar. De vraag hoe de stijging van de zorguitgaven op de langere termijn moet worden gefinancierd – via vormen van zorgsparen, hogere eigen betalingen, of toch juist meer inkomensafhankelijkheid – is er bij uitstek één waarop werkgevers en werknemers gezamenlijk een antwoord kunnen formuleren. Zo kunnen nieuwe en oude coalities het toekomstige kabinet helpen een duurzaam zorgstelsel vorm te geven.
ZN journaal 41
10 oktober 2012