Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 1
Inleiding 0. Passend onderwijs 1. Visie op zorg 1.1 De cirkel van handelingsgericht werken (zorgniveau 1 en 2) 1.2 De fasen van zorgniveau 1.3 Groepsbesprekingen (zorgniveau 2) 1.4 Het groepsbezoek 1.5 De kind-bespreking (zorgniveau 3 1.6 Het Zorg- en Advies Team en het Multi-Disciplinair Overleg (zorgniveau 4) 1.7 Individuele handelingsplannen (zorgniveau 3) 1.8 Individuele leerlijnen en het ontwikkelingsperspectief (zorgniveau 4) 1.9 Verwijzing (zorgniveau 5) 2. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen 2.1 Toetsen 2.2 Dossier 2.3 Overdracht 2.4 De schoolanalyse 2.5 Het leerling-portfolio 3. Communicatie 3.1 Interne communicatie 3.2 Externe communicatie 4. De rol van de leerkracht, de intern begeleider, de directeur, de ouder 4.1 de leerkracht, de intern begeleider, de directie 4.2 de ouders/ verzorgers 4.3 het bestuur 5. Schoolspecifieke invulling 5.1 De zorgroute 5.2 De toetskalender 5.3 Aanvullende schoolspecifieke informatie 5.4 Schoolspecifieke protocollen 5.5 In- en doorstroombeleid 5.6 Veiligheidsprotocol 5.7 Groepsplannen 5.8 Scholing leerkrachten 5.9 Taakspel 5.10 SWPBS
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 2
Inleiding In de wet Primair onderwijs is opgenomen dat een zorgplan een verplicht document is. Vanuit het samenwerkingsverband WSNS 54.01 (Maastricht- Heuvelland) is er een format dat gehanteerd wordt door alle betrokken scholen. Dit format is echter meer geschikt voor intern betrokkenen, voor externen (zoals ouders en hulpverleners) is het document moeilijk te interpreteren en onvoldoende specifiek. Vandaar dat de Vereniging Suringar zijn beide scholen heeft gevraagd om een meer “leesbaar” zorgplan op te stellen, dat ter aanvulling op het zorgplan van het samenwerkingsverband gebruikt kan worden. Dit document vormt de kaders voor de scholen binnen de Vereniging Suringar waarbinnen men de zorg voor alle kinderen organiseert. Iedere school zorgt voor een schoolspecifieke invulling. Momenteel werkt het samenwerkingsverband WSNS 54.01 aan een nieuw zorgplan, gericht op de overstap naar Passend Onderwijs. Hierin wordt in globale lijnen het volgende besproken: Welke zorgniveaus doorlopen alle aangesloten scholen en welke stappen horen hier inhoudelijk bij? Wat houdt de basiszorg in die op iedere school gegeven dient te worden? Welke extra zorg kunnen de scholen binnen het samenwerkingsverband leveren? Hoe ziet de verwijsprocedure uit? Welke middelen zijn er beschikbaar om de extra zorg te kunnen realiseren? Welke bovenschoolse zorg kan er geleverd worden?
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 3
0. Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Schoolbesturen krijgen de zorgplicht voor alle leerlingen uit hun regio. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze en de school heeft de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden of met de ouders een passende plek te zoeken. Uitgangspunt daarbij is: -
Alle kinderen krijgen zo ‘passend mogelijk’ onderwijs, waarbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften en talenten van de leerlingen.
-
Kinderen gaan naar reguliere basisscholen en hebben een onderwijsplek nabij huis, tenzij speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs noodzakelijk is.
-
Alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs: geen thuiszitters.
Zorgplicht voor alle leerlingen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De basis hiervoor is het realiseren van kwalitatief goed onderwijs, waardoor alle talenten van de leerlingen optimaal worden ontwikkeld om in de toekomst als zelfstandig en volwaardig burger in de maatschappij te kunnen functioneren. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen, maar richt zich in de praktijk vooral op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Hoe wordt dit georganiseerd? Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan scholen samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Voor onze school en schoolbestuur wordt gewerkt vanuit het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Maastricht en Heuvelland. In haar ondersteuningsplan heeft het SWV beschreven hoe zij de komende jaren te werk wil gaan. Dit plan behoeft instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel, en met de betrokken gemeenten moet hierover op overeenstemming gericht overleg worden gevoerd. In het SWV werken schoolbesturen samen die bevoegd gezag zijn van basisscholen in de regio, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4). Deze besturen en scholen werken samen om passend onderwijs te verzorgen voor alle leerlingen in de basisschoolleeftijd. Afstemming en samenwerking met jeugdhulp is hierbij erg belangrijk; in alle lagen van de keten. Dit geldt eveneens voor de afstemming met voorschoolse educatie en het voortgezet onderwijs. Door deze wijziging verdwijnt het eerdere systeem van toekenning van (extra) zorg. Het rugzakje verdwijnt, de WSNS-samenwerkingsverbanden en de regionale expertisecentra (REC’s) worden opgeheven en de verplichte indicatiestelling door de Commissie van Indicatiestelling (CVI) verdwijnt. Ook worden SBO-beschikkingen niet langer afgegeven door de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg).
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 4
Het nieuwe SWV neemt deze taken over en ontvangt van het ministerie de middelen voor de extra ondersteuning en voor de organisatie van de toewijzing daarvan. Deze verschuiving van bekostiging verloopt via een overgangsregeling. Uitgangspunt in het SWV Passend Onderwijs Maastricht en Heuvelland is dat de verantwoordelijkheden voor de inzet van extra ondersteuning, en daarmee ook de inzet van de extra middelen, zo dicht mogelijk bij het kind worden georganiseerd. Wat betekent dit voor kinderen met ondersteuningsbehoeften en voor kinderen die een rugzak hadden? Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel gemaakt, waarin ze beschrijft welke vorm(en) van ondersteuning ze zelf kan bieden. Het schoolondersteuningsprofiel van de Emile Weslyschool heeft als kernpunten onderwijs op maat, met extra specialisaties in gedragsproblemen zoals ADHD en Autisme en in leermoeilijkheden zoals Dyslexie. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het schoolondersteuningsprofiel dat te vinden is op www.weslyschool.nl. Ook kunt u een papieren exemplaar opvragen bij de directie van de school. Daarnaast kan de school een beroep doen op inzet van ondersteuning en expertise van buiten de school. Dit in overleg met het eigen schoolbestuur, dat daarvoor middelen ontvangt vanuit het samenwerkingsverband. In principe krijgt uw kind de extra onderwijsondersteuning die het nodig heeft binnen, en onder verantwoordelijkheid van de eigen school. Voor de ouders is de leerkracht en de IB’er op school het eerste aanspreekpunt. Samen met u volgen zij de ontwikkeling van uw kind, en wanneer zich veranderingen voordoen, bespreekt u dit altijd eerst met hen. Pas als de school niet in staat is uw kind aan ondersteuning te bieden wat hij/zij nodig heeft, wordt gekeken naar opties buiten de school. In dat geval vindt allereerst een gesprek plaats met (onder meer) de ouders, waarbij gezamenlijk de mogelijkheden worden besproken. Om dit proces goed te begeleiden zet het samenwerkingsverband procesbegeleiders in voor (groepen) van scholen. Deze bewaken dat processen zorgvuldig worden doorlopen. Een procesbegeleider is aanwezig bij een gesprek met school en ouders wanneer de school een kind niet (meer) de nodige zorg en/of ondersteuning kan bieden, en bijvoorbeeld een verplaatsing van een kind naar een andere reguliere basisschool, naar speciaal basisonderwijs of naar speciaal onderwijs aan de orde is. Dit gesprek vindt plaats in het zogenaamde MDO (multidisciplinair overleg). In de uiteindelijke keuze hebben zowel de aanvragende school, de ouders en de plaatsende school een stem. Als een leerling naar het speciaal basisonderwijs of naar het speciaal onderwijs gaat, is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Het SWV geeft een TLV af op basis van de keuzes in het
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 5
MDO en het advies van de procesbegeleiding over de geboden ondersteuning in relatie tot de ondersteuningsbehoefte. De directeur van het samenwerkingsverband is wettelijk verplicht om bij het afgeven van een TLV voorafgaand deskundigenadvies in te winnen. Informatie Voor verdere informatie over Passend Onderwijs kunt u contact opnemen met de IB-er van school. Op dit moment wordt gewerkt aan een website voor het samenwerkingsverband; de school zal de site onder de aandacht brengen zodra deze in de lucht is, samen met de contactgegevens van het SWV. Algemene informatie over Passend Onderwijs kunt u vinden op een speciale site van het ministerie van Onderwijs: www.passendonderwijs.nl. en op www.steunpuntpassendonderwijs.nl, een site speciaal voor ouders.
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 6
1. Visie op zorg Ieder kind op onze school verdient onze zorg. Vanuit het Handelingsgericht werken (HGW) worden de kinderen begeleid om zo de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding die we aan alle kinderen bieden te verbeteren. HGW maakt adaptief onderwijs en doeltreffende kindbegeleiding concreet, zodat ons team effectief om kan gaan met verschillen tussen kinderen. HGW is een planmatige en cyclische werkwijze waarbij we onderstaande zeven uitgangspunten hanteren: 1. De onderwijsbehoeften van het kind staan centraal: wat heeft het kind nodig om onderwijsdoelen te behalen? 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking: het gaat niet alleen om het kind, maar om het kind en de interactie met zijn omgeving. Het uitgangspunt is het kind in deze groep, bij deze leerkracht, op onze school en van deze ouders. 3. De leerkracht doet ertoe: de leerkracht realiseert passend onderwijs en levert daarmee een cruciale bijdrage aan een positieve ontwikkeling van de kinderen. 4. Positieve aspecten zijn vang root belang: van zowel het kind, de leerkracht, de school, de groep en de ouders. Positieve factoren bieden aanknopingspunten voor het stellen van ambitieuze doelen en om een succesvol plan van aanpak te kunnen uitvoeren. 5. We werken constructief samen: samenwerking tussen het kind, de leerkracht, de ouders en interne en externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te genereren. 6. Ons handelen is doelgericht: het team formuleert korte- en lange termijndoelen voor het leren, de werkhouding en het sociaal-emotioneel functioneren van alle leerlingen en evalueert deze in een cyclus van planmatig handelen. 7. De werkwijze is systematisch, stapsgewijs en transparant: het is voor betrokkenen duidelijk hoe de school wil werken en waarom. Bovenstaande uitgangspunten zijn het kader waarin wij cyclisch werken en passen bij de visie die hoort bij het Passend onderwijs. De ouders van het kind zien wij als een waardevolle partner die we graag betrekken bij het onderwijs. In plaats van te bedenken wat de leerling niet (meer) kan, wordt er gekeken naar wat het kind nodig heeft. Deze oplossingsgerichte strategie komt terug in ons denken en handelen. Hierbij worden wij ondersteund door de Veerkrachtgroep. Ten tijde van het schrijven van dit zorgplan bevinden wij ons in het implementatieproces van het bovenstaande.
1.1. De cirkel van handelingsgericht werken (Zorgniveau 1-‐2) In het schooljaar 2011-2012 zijn wij gestart met de implementatie van het HGW binnen de school. In het schooljaar 2013-2014 wordt hieraan een nieuwe impuls gegeven door de Veerkrachtgroep. Hierbij is het uitgangspunt de cirkel van HGW.
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 7
Hierbij onderscheiden we vier verschillende fases met in totaal zeven stappen. -‐ Fase 1. Waarnemen/signaleren Stap 1: verzamelen van kindgegevens in een groepsoverzicht Stap 2: signaleren van kinderen die extra begeleiding nodig hebben Stap 2a: bepalen van de doelen voor de komende periode -‐ Fase 2. Begrijpen/analyseren Stap 3: benoemen van de onderwijsbehoeften van alle kinderen -‐ Fase 3. Plannen Stap 4: clusteren van kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften Stap 5: opstellen van een groepsplan -‐ Fase 4. Realiseren Stap 6: uitvoeren van het groepsplan De stappen 1, 2 en 3 staan in het groepsoverzicht. Dit geeft per kind een overzicht van de gegevens uit de toetsen, observaties en gesprekken en tevens de onderwijsbehoeften. De stappen 4 en 5 verwerken we in een groepsplan. Daarin staat het basisaanbod voor de hele groep en het specifieke onderwijsaanbod voor enkele subgroepen. Het groepsoverzicht en het groepsplan zijn de kerndocumenten waarmee we de ontwikkeling van kinderen in relatie tot de gestelde doelen en het onderwijsaanbod plannen, volgen en evalueren. We streven daarbij naar een preventieve aanpak. We kijken vooruit: wat zijn de doelen voor de komende periode en wat hebben onze kinderen nodig om die doelen te bereiken?
1.1.1 Fase 1: Waarnemen Stap 1: verzamelen van kindgegevens in het groepsoverzicht. Gedegen informatie verzamelen vraagt om een open en onbevooroordeelde manier van kijken en luisteren. We stellen ons hierbij eerlijk en nieuwsgierig op. In de fase van het waarnemen verzamelt en ordent de leerkracht gegevens over alle kinderen en over de resultaten van het aanbod. Het gaat om gegevens uit observaties, analyses van het werk, gesprekken met kinderen en ouders, de resultaten op methodeonafhankelijke en methode gebonden toetsen en via de overdracht van vorige leerkracht. Stap 2 en 2a: signaleren van kinderen die iets extra’s nodig hebben. In deze stap bepalen we welke doelen we voor de komende periode met de hele groep willen bereiken. Deze doelen betreffen de speel/leerontwikkeling, de werkhouding en het sociaal emotioneel functioneren. Deze doelen komen voort uit de schooldoelen die we onszelf gesteld hebben in onze schoolanalyse (zie bijlage 6.1). Welke kinderen hebben extra begeleiding nodig om deze doelen te behalen? Leerkrachten signaleren deze kinderen bewust en op basis van duidelijke criteria. Bij het signaleren gaat het om alle kinderen die meer nodig hebben dan het regulier basisaanbod. We signaleren niet alleen kinderen met een D of E niveau op de CITO- toetsen, maar ook de kinderen met een leer-of ontwikkelingsvoorsprong (de A of A+ score op de CITO- toetsen). Daarnaast signaleren we ook de kinderen met een opvallende werkhouding, een specifieke leerstijl of die specifieke sociaal-emotionele vaardigheden missen of juist bezitten.
1.1.2. Fase 2: Begrijpen Op basis van de eerste twee stappen zetten we stap 3 in. Stap 3: benoemen van de onderwijsbehoeften van kinderen. We formuleren doelen voor de hele groep en benoemen de onderwijsbehoefte van elk kind. We vragen ons voortdurend af “wat vraagt dit kind van ons?”. We maken hierbij gebruik van de gegevens uit ons groepsoverzicht, waarbij we de termen matchen en stretchen gebruiken. Met matchen bedoelen we: dit kind leert het beste wanneer/met/door…. Er zijn kinderen die te weinig hebben aan het reguliere basisaanbod. Zij hebben extra begeleiding nodig om bepaalde vaardigheden te leren. Voor deze kinderen formuleren we – voor die gebieden waarbij ze begeleiding nodig hebben- extra onderwijsbehoeften. Met
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 8
stretchen bedoelen we: een specifiek aanbod wat er voor moet zorgen dat een kind de beschreven doelen kan behalen. 1. Vanuit wat een kind al kan (de beginsituatie), formuleren we een of meer doelen: wat willen we bereiken? 2. Wat heeft dit kind extra nodig om dit doel te bereiken?
1.1.3. Fase 3: Plannen Na het in kaart brengen van de onderwijsbehoeften van de kinderen die extra begeleiding nodig hebben, zetten we de stappen 4 en 5 in de fase van plannen. Stap 4: clusteren van kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Nu we onze groep goed in beeld hebben gaan we kijken hoe we op een haalbare manier kunnen differentiëren. We doen dit door een aantal kinderen die hetzelfde nodig hebben samen te voegen in een of meer clusters van enkele kinderen. Stap 5: opstellen van het groepsplan. Nadat de kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften geclusterd zijn, beschrijven we het onderwijsaanbod voor de komende periode. We doen dit voor de hele groep, de subgroepen en de leerlingen met een eigen leerlijn. Zoals eerder vermeld krijgt het opstellen van groepsplannen een nieuwe kwaliteitsimpuls in het schooljaar 2013-2014. Het team werkt hieraan middels een intensieve training. Een groepsplan bevat schriftelijke richtlijnen voor het onderwijs aan alle kinderen in de groep. Het bevat de didactische en pedagogische doelen voor de komende periode en wat de kinderen daarvoor nodig hebben. Het opstellen van het groepsplan gebeurt eveneens cyclisch. De perioden zien er als volgt uit: 1) Start schooljaar: opstellen en uitvoeren eerste groepsplan 2) Herfst: tussentijds evalueren en bijstellen van het eerste groepsplan op basis van methodegebonden toetsen, observaties en de resultaten na afname van de SCOL 3) Medio schooljaar: evalueren van het eerste groepsplan op basis van methodegebonden toetsen, observaties en de resultaten na CITO- toetsen (versie M). Daarna opstellen en uitvoeren van het tweede groepsplan. 4) Lente: tussentijds evalueren en bijstellen van het tweede groepsplan op basis van methodegebonden toetsen, observaties en de resultaten na afname van de SCOL 5) Einde schooljaar: evalueren van het tweede groepsplan op basis van methodegebonden toetsen, observaties en de resultaten na CITO- toetsen (versie E). Daarna overdracht naar de nieuwe groepsleerkracht. In de groepen 1 en 2 wordt er gewerkt middels het groepsplan volgens de methode Speelplezier. In de groepen 3 t/m 8 worden er groepsplannen opgesteld voor de vakgebieden rekenen, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen. Afhankelijk van de nieuwe rekenmethode die in het schooljaar 2014-2015 wordt ingevoerd, zullen er maandelijks groepsplannen (in dit geval blokplannen) gemaakt worden.
1.1.4. Fase 4: Realiseren Stap 6: Om het groepsplan zo soepel mogelijk te laten verlopen is een goed klassenmanagement noodzakelijk. Hierop zal in het schooljaar 2013-2014 extra teamscholing worden gezet. Het groepsplan is samen met het groepsoverzicht te vinden in de ABC- klappers. Op basis van het groepsplan maken we onze dagplanning. In deze dagplanning worden niet alleen de lesdoelen weer gegeven, maar is er ook ruimte voor de product- en procesevaluatie. Deze evaluatie dient als startpunt voor de volgende les.
1.2. De fasen van zorgniveau Vanuit het samenwerkingsverband zijn de 5 zorgniveaus omschreven waarbij de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen benoemd zijn. Deze niveaus zien er als volgt uit: Niveau 1 : Binnen dit niveau wordt het reguliere onderwijs geboden. Wanneer de leerling Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 9
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
wordt aangemeld op de school, volgt er een aannamegesprek met de directie. Bij twijfel over de te bieden zorg, pleegt de directie overleg met de intern begeleider en de leerkracht waarbij de leerling in de klas terecht zou komen. Wanneer de leerling aangenomen is, biedt de leerkracht de reguliere lessen aan in de klas. : Wanneer de leerling uitval laat ziet, biedt de leerkracht extra instructie aan in de eigen klas. Dit kan door de leerling in het intensieve niveau in het groepsplan in te delen of door de leerling extra uitleg te geven aan de instructietafel. : Nadat de leerkracht de extra zorg uit niveau 2 heeft aangeboden en deze onvoldoende effect had, volgt er een intern uitgevoerd onderzoek bij de leerling. De leerkracht of de IB-er zal een diagnostisch onderzoek afnemen waarna er handreikingen aangeboden worden. Deze handreikingen worden uitgevoerd in de klas en genoteerd in het groepsplan dan wel in het individuele handelingsplan. : Wanneer de zorg uit bovenstaande niveaus ontoereikend is gebleken, kan de school in overleg met de ouders en het kind besluiten om externe hulp in te schakelen. Deze kan bestaan uit een onderzoek uitgevoerd door externen zoals RIAGG, Adelante Audiologie & Communicatie, etc. Ook kan het kind besproken worden in het Zorg- en AdviesTeam (ZAT) van de school. : Als alle bovengenoemde zorgniveaus doorlopen zijn en niet het gewenste effect hebben gegenereerd, kan besloten worden om de leerling te plaatsen op een beter passende school. Dit kan een reguliere basisschool zijn met een ander schoolondersteuningsprofiel, maar ook het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO). Dit gebeurt uiteraard in overleg met de ouders en de leerling. Voor deze plaatsing is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Om een en ander in goede banen te leiden, zal er door het samenwerkingsverband een externe trajectbegeleider (uit een ander schoolbestuur) aangewezen worden. Deze zal zich niet inhoudelijk bezig houden met de plaatsing op een andere school, maar zal het proces van de plaatsing bewaken.
Voor een uitgebreide omschrijving van de zorgniveaus verwijzen wij u naar het zorgplan van het samenwerkingsverband, opvraagbaar bij de school.
1.3. Groepsbesprekingen (zorgniveau 2) Om de leerlingen en hun resultaten zo goed mogelijk te volgen en hierop te kunnen interveniëren, worden er op regelmatige basis gesprekken gevoerd op school. De planning ziet er als volgt uit: Wanneer Augustus/ september (aanvang schooljaar)
Oktober/ november
Wat Startgesprek waarbij de resultaten uit de schoolzelfevaluatie van het afgelopen schooljaar worden besproken met de nieuwe leerkracht. Daarbij worden de doelen voor het komende jaar vastgesteld. Tevens worden de leerlingen in hun leerarrangement ingedeeld (gevorderd, basis of intensief niveau) en worden de groepsplannen opgesteld. Na afname van de SCOL volgt er een gesprek waarbij alle leerlingen worden nagelopen. Zowel cognitieve als sociaal-emotionele prestaties komen aan de orde. De leerkracht schrijft daarna een tussenevaluatie en stelt de groepsplannen indien nodig bij.
Wie betrokken Leerkracht en IB-er
Leerkracht en IB-er
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 10
Januari
Wanneer de toetsronde CITO- M voorbij is, verwerkt de IB-er alle resultaten in de het bestuurscommunicatiedocument KPI. Daarna volgt er een gesprek met de leerkracht waarbij de tussendoelen worden geëvalueerd en actiepunten voor het komende half jaar vastgesteld worden. De IB-er verwerkt bevindingen uit het gesprek in een nieuw schoolzelfevaluatie- document. De leerkracht evalueert de groepsplannen en stelt nieuwe groepsplannen op. Na afname van de SCOL volgt er een gesprek waarbij alle leerlingen worden nagelopen. Zowel cognitieve als sociaal-emotionele prestaties komen aan de orde. De leerkracht schrijft daarna een tussenevaluatie en stelt de groepsplannen indien nodig bij. Wanneer de toetsronde CITO- E voorbij is, verwerkt de IB-er alle resultaten in de schoolzelfevaluatie. Daarna volgt er een gesprek met de leerkracht waarbij de einddoelen worden geëvalueerd en actiepunten voor het volgende schooljaar vastgesteld worden. Dit gesprek vindt plaats tijdens de overdracht. Hierbij worden alle leerlinggegevens doorgegeven aan de nieuwe leerkracht. De IB-er verwerkt ook de bevindingen uit het gesprek in het schoolzelfevaluatie- document. De leerkracht evalueert de groepsplannen. Het is aan de nieuwe leerkracht om na de zomervakantie de nieuwe groepsplannen op te stellen aan de hand van de evaluaties en het overdrachtsgesprek van voor de zomervakantie.
April
Juni/ Juli
Leerkracht, IB-er, directie en bestuur
Leerkracht en IB-er
Leerkracht, IB-er, directie en bestuur
1.4. Het groepsbezoek Er kunnen verschillende redenen zijn voor het afleggen van een groepsbezoek. Jaarlijks legt de directie een groepsbezoek af in het kader van de HR- cyclus (POP-, functionerings-, en beoordelingsgesprekken). Hierbij wordt altijd een kijkwijzer gehanteerd. Daarnaast kunnen groepsbezoeken op verzoek van de leerkracht plaats vinden. Hierbij kan hij een collega of de IB-er vragen om een observatie in de klas uit te voeren naar leerkracht- of leerlinghandelen. Leerkrachten kunnen bij elkaar in de groep gaan kijken in het kader van collegiale consultatie. Tenslotte kunnen er ook groepsbezoeken plaats vinden op verzoek van de IB-er in het kader van ingezette scholingstrajecten of het POP van de leerkrachten.
1.5. De kind-bespreking (zorgniveau 3) Er worden diverse vormen van kind- besprekingen gehanteerd. Zoals al in het schema bij punt 1.3 (groepsbesprekingen) te zien is, vinden er structureel kindbesprekingen plaats in het voor jaar en najaar van ieder schooljaar. Daarnaast kunnen leerkrachten (met toestemming van de ouders) een Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 11
kind aanmelden voor het Zorg- en Advies Team (ZAT). De werkwijze hiervan wordt in de volgende paragraaf besproken. Er vinden ook besprekingen met extern betrokkenen plaats, zoals hulpverleners. Ons streven is om de ouders ook hierbij te betrekken.
1.6. Het Zorg- en Advies Team (ZAT) en het Multi-Disciplinair Overleg (MDO) Op de Emile Weslyschool is een ZAT aanwezig dat maandelijks bij elkaar komt. De samenstelling van het team ziet er per 1 augustus 2014 als volgt uit: - Mevr. dr. R. Reijs, schoolarts - Mevr. S.Vorjans, VVE-contactpersoon peuterspeelzaal De Kinskörref (indien wenselijk) - Mevr. B. Bartels, schoolmaatschappelijk werkster - Mevr. J. Dahlmans, MaSEN, intern begeleider Emile Weslyschool Een leerling kan, op het moment dat er zorgen omtrent de ontwikkeling of de omgeving zijn, aangemeld worden bij het ZAT. De aanmelding kan plaats vinden door de ouders, de school, de peuterspeelzaal of door extern betrokkenen. Aanmelding kan alleen plaats vinden indien de ouders hiervoor schriftelijk toestemming geven. Naast deze toestemming dient er ook een aanmeldingsformulier door de aanmelder ingevuld te worden. Afhankelijk van de leeftijd van de leerling en de aard van de problematiek worden er door zowel de ouders als de school gedragsvragenlijsten (SDQ) ingevuld. De IB-er werkt alle gegevens uit en zorgt ervoor dat alle gesprekspartners uiterlijk een week voor het ZAT de agenda en alle relevante stukken digitaal ontvangen. Vanaf 1 augustus 2014 heeft het ZAT een meer indicerende functie; het ZAT bepaalt of een casus in een MDO besproken moet worden. Hiervoor geldt als norm dat de casus 3 keer of vaker besproken moet worden om goed behandeld te kunnen worden. Nadat de leerling besproken is in het ZAT, maakt de IB-er hiervan een kort verslag. De leerkrachten koppelen hetgeen besproken is in het ZAT terug aan de ouders. Wanneer er besloten wordt om de casus te bespreken in een MDO worden alle betrokkenen (voor zover als mogelijk) uitgenodigd. Hierbij valt te denken aan de ouders, het kind (indien de situatie dit toe laat), de groepsleerkracht, extern betrokkenen, etc. Uiteraard nemen ook de leden van het ZAT deel aan dit overleg. Tijdens dit MDO worden de gegevens, zorgen en hulpvragen besproken, het doel van het MDO bepaald en vervolgstappen verkent. Het doel is om op een zo transparant en productief mogelijke manier te komen tot het beantwoorden van de hulpvraag. De IB-er maakt na afloop wederom een kort verslag, dat alle aanwezigen van het MDO ontvangen (met toestemming van de ouders).
1.7. Individuele handelingsplannen (zorgniveau 3) Individuele handelingsplannen horen thuis in zorgniveau 3. Ze worden opgesteld wanneer er een (intern uitgevoerd) diagnostisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Er wordt een vast format voor handelingsplannen gehanteerd waarbij na afloop zowel een proces- als productevaluatie wordt geschreven. Voor aanvang van het handelingsplan worden ouders op de hoogte gebracht en dienen zij het handelingsplan te ondertekenen. Na afloop van het handelingsplan worden de vorderingen met de ouders besproken en wordt het plan wederom ondertekend. Aangezien er voor de vakgebieden begrijpend lezen, rekenen, spelling en woordenschat gewerkt wordt middels groepsplannen, zullen er op deze vakgebieden maar weinig handelingsplannen voorkomen (de extra hulp is inmiddels al verwerkt in het groepsplan). Op de overige vakgebieden wordt een handelingsplan opgesteld wanneer de leerling een IV- of V-score behaalt op een CITO-toets.
1.8. Individuele leerlijnen en het ontwikkelingsperspectief (zorgniveau 4) Ons streven is om alle leerlingen zo lang mogelijk mee te laten doen met de lessen in de eigen klas, zij het aangepast aan hun eigen mogelijkheden. Wanneer er bij een leerling extern diagnostisch onderzoek heeft plaatsgevonden (zorgniveau 4) en er blijkt dat het voor de leerling onmogelijk is om
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 12
het eindniveau van groep 8 te behalen, wordt er gewerkt met een eigen leerlijn (uiteraard na overleg met de ouders en het kind). Dit kan op zijn vroegst pas op het moment dat de leerling in groep 6 zit. Middels een ontwikkelingsperspectief (meerjarenplan), worden de doelen voor maximaal de komende 3 jaren vastgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een door de school opgesteld format. Na iedere CITO- toetsronde worden de tussenevaluaties geschreven en worden de doelen voor de komende periode bijgesteld. Ons streven hierbij is om de lat iedere keer iets hoger te leggen voor de leerling om het tot een maximale ontwikkeling te laten komen. We hanteren hierbij de regel dat we streven naar een minimaal 10% hogere vaardigheidsgroei dan de leerling tot dan toe gemiddeld behaald heeft.
1.9. Verwijzing (zorgniveau 5) Wanneer na alle geboden hulp blijkt dat de leerling zich niet optimaal kan ontwikkelen op onze school, gaan wij het gesprek aan met de ouders, de leerling, de zorgfunctionaris uit het schoolbestuur en eventueel extern betrokkenen om te bekijken wat het meest geschikte onderwijs voor de leerling is. Hierbij hebben de leerresultaten niet het primaire belang maar speelt juist het welbevinden en de sociaal-emotionele ontwikkeling een grote rol. Verwijzing naar het speciaal (basis-) onderwijs of een zorginstelling vindt alleen plaats in zorgniveau 5. Voor een verwijzing is doorgaans toestemming van de ouders nodig. Verwijzing kan pas plaats vinden wanneer er een toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven door het samenwerkingsverband. Een trajectbegeleider, toegewezen door het samenwerkingsverband, zal er op toezien dat het proces van verwijzing zo soepel mogelijk verloopt. Wij zullen er als school alles aan doen om de ouders zo goed mogelijk te begeleiden/ ondersteunen in het verwijzingsproces.
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 13
2. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen Om goed onderwijs te kunnen realiseren, is het nodig om de ontwikkeling van de leerlingen goed te volgen. Op basis van de bevindingen kan het onderwijs bijgesteld worden. Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen kan op diverse manieren, zoals hier beneden omschreven is.
2.1. Toetsen Het afnemen van toetsen is een van de manieren waarop wij de ontwikkeling van onze leerlingen volgen. We nemen zowel methodegebonden toetsen af als de meest recente CITO-toetsen. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen, nemen we de SCOL af. We hanteren hiervoor de toetskalender van CITO. Daarnaast nemen we met ingang van het schooljaar 2013-2014 de NSCCT af bij de leerlingen in groep 4, 6 en 8. Deze toets gebruiken we om al vroeg te bepalen welke uitstroomrichting de leerling vermoedelijk zal gaan bereiken. Middels deze gegevens proberen we de lat voor de leerling hoger te leggen en evalueren we of we nog op de juiste weg zitten.
2.2. Dossier Voor alle leerlingen is er een digitaal dossier aangelegd. Hierin worden toetsresultaten (C-, D- en Escores), toetsanalyses en handelingsplannen bewaard. Daarnaast bevat het aantekeningen, observaties en verslagleggingen van gesprekken.
2.3. Overdracht Aan het einde van ieder schooljaar vindt de overdracht plaats. Dit is een gesprek tussen de huidige leerkracht, de nieuwe leerkracht en de intern begeleider. Tijdens de overdracht worden eerst de algemene positieve onderwijsbehoeften van de groep besproken. Deze zijn opgesteld door de oude huidige leerkracht. Vervolgens worden de toetsresultaten besproken en de gevolgen die dit heeft voor het lesrooster in de klas. Zo kan het voorkomen dat er voor bijv. het vak woordenschat extra tijd op het lesrooster moet komen te staan. Tenslotte worden alle leerlingen individueel besproken. Hierbij wordt vastgelegd wat wel en niet werkt voor de leerling, wat zijn sterke en minder sterke kanten zijn, of er bepaalde bijzonderheden zijn en in welk instructieniveau de leerling in de groepsplannen geplaatst moet worden. Van deze overdracht wordt een verslag gemaakt.
2.4. De schoolanalyse Sinds het schooljaar 2012-2013 maken de IB-ers na ieder CITO-toetsmoment een analyse van de schoolresultaten. Deze worden verwerkt in de schoolzelfanalyse (SZE). Dit document wordt aan het bestuur overhandigd zodat zij meer zicht krijgen op de ontwikkelingen op school, de oorzaken van de resultaten van de groepen (zowel positief als negatief) en aandachtspunten voor het komende schooljaar. De directie gebruikt het document om de verbeterplannen in het schoolontwikkelplan bij te stellen. De schoolzelfanalyse is opvraagbaar bij de school.
2.5. Het leerling-portfolio Met ingang van het schooljaar 2014-2015 starten wij met het werken met leerlingportfolio’s. De portfolio’s hebben eenzelfde manier van werken als de ontwikkelboeken die in de groepen 1 en 2 worden gebruikt. Niet alleen de didactische gebieden zoals rekenen en taal komen aan bod, maar er is ook een duidelijke rol weg gelegd voor sociaal-emotionele ontwikkeling, executieve functie-ontwikkeling (zoals leren plannen en organiseren) en toekomstgerichtheid (wat wil ik bereiken en wat heb ik daarvoor nodig). De doelen die in het portfolio benoemd worden zijn in beginsel gelijk voor alle leerlingen in het betreffende leerjaar, ongeacht hun capaciteiten. Vanaf groep 6 bestaat er de mogelijkheid om de doelen toe te spitsen op het verwachte uitstroomniveau van de leerling (1S, 1F en ≤1F). Uiteraard zijn wij flexibel in het naar boven bijstellen van het verwachte Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 14
uitstroomniveau, dat o.a. gebaseerd wordt op de NSCCT, CITO- en methodegebonden resultaten en observaties. Het doel van het portfolio is niet alleen de overstap van volgend naar sturend leren/ begeleiden, maar ook het vergroten van het inzicht en de motivatie bij de leerlingen en de ouders. Vragen die voor de leerling een rol spelen zullen zijn: Waar ben ik goed in en wat wil ik nog verder ontwikkelen? → zelfkennis Wat wil ik bereiken/ wat worden mijn doelen? → toekomstgerichtheid en motivatie Wat heb ik nodig om mijn doelen te bereiken? → plannen en motivatie Het portfolio is een document dat regelmatig door de leerling wordt bijgewerkt. Daarnaast kan het als praktisch voorbeeld dienen ter verduidelijking van resultaten tijdens oudergesprekken. Ook voor de leerkracht en extern betrokkenen geeft het een gedetailleerder beeld van waar de leerling staat in zijn ontwikkeling. De leerkracht zal daarom minimaal 3 keer per jaar een portfoliogesprek met de leerling voeren. Dit zal als volgt plaats vinden: 1) Augustus/ september: start schooljaar. Waar sta je nu en wat wil je de komende periode bereiken? 2) Januari/ februari: medio schooljaar, na CITO- toetsen ronde M. Waar sta je nu, heb je de doelen uit de afgelopen periode bereikt (hoe kwam dit) en wat wil je de komende periode bereiken? 3) Juni/ juli: einde schooljaar, na CITO- toetsen ronde E. Waar sta je nu, heb je de doelen uit de afgelopen periode bereikt en hoe kwam dit? Wat neem je mee voor het volgende schooljaar en wat zou je anders willen doen? Door het voeren van deze gesprekken willen wij het zelfinzicht en de motivatie bij de leerlingen verhogen, waardoor ook hun prestaties zouden moeten verbeteren.
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 15
3. Communicatie Communicatie is nodig om alle processen kwalitatief goed te laten lopen. In het onderstaande stuk wordt zowel de interne als externe communicatie nader toegelicht.
3.1. Interne communicatie Onder interne communicatie wordt alle communicatie verstaan die tussen de medewerkers onderling en tussen team en het bestuur van de school plaats vindt. Veel van deze communicatie vindt plaats tijdens de wekelijkse personeelsvergadering (PV). Tijdens deze PV komen zowel onderwijsinhoudelijke (ca 80 %) als organisatorische zaken (ca 20%) aan bod. Alle leerkrachten ontvangen bij aanvang van het schooljaar een schoolkalender met daarop alle vergaderingen, studiedagen, etc. Van alle vergaderingen wordt agenda en een verslag gemaakt. Officiële afspraken (zoals afspraken binnen de HR-cyclus) worden schriftelijk vastgelegd. De schoolresultaten worden met de leerkrachten besproken. Daarnaast worden ze in het MT besproken (directie en IB-er) voordat ze gecommuniceerd worden naar het bestuur middels het KPI- document en de schoolzelfevaluatie. De directie fungeert onder andere als contactpersoon tussen het bestuur en het team.
3.2. Externe communicatie De school legt verantwoording af over onder andere de behaalde resultaten. Deze verantwoording wordt middels de nieuwsbrief (zowel een papieren als digitale publicatie) weergegeven. Daarnaast worden de resultaten geanonimiseerd op de website van de school gezet en doorgegeven aan de onderwijsinspectie. Wij trachten om ouders zo vroeg mogelijk te informeren over schoolse zaken. Zo ontvangen alle ouders een schoolkalender bij aanvang van het schooljaar waarop voor hen relevante informatie staat (zoals studiedagen, feesten, etc.). Daarnaast ontvangen zijn periodiek de schoolgids waarin uitgebreide inhoudelijke informatie over de gang van zaken in de school vermeld wordt. Zaken die van tevoren niet voorzien waren, worden zowel mondeling als schriftelijk via een (nieuws-) brief gecommuniceerd. De nieuwsbrief, specifiek van de Emile Weslyschool, verschijnt circa een keer per 6 schoolweken en wordt eveneens op de website van de school gepresenteerd. De Zorgbrugnieuwsbrief betreffende de samenwerking tussen peuterspeelzaal De Kinskörref en de Emile Weslyschool verschijnt gemiddeld een keer per 2 maanden.
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 16
4. De rol van de leerkracht, de intern begeleider, de directeur, de ouder Iedereen die betrokken is bij onze school, wordt geacht een actieve rol te spelen. De rollen worden onderstaand toegelicht.
4.1. De leerkracht, de intern begeleider, de directie De leerkracht is verantwoordelijk voor het kwalitatief goed lesgeven en alles wat hiermee te maken heeft. De intern begeleider ondersteunt hem hierin en biedt nieuwe strategieën en methodieken aan die de leerkracht helpen bij zijn ontwikkeling. Daarnaast is de intern begeleider verantwoordelijk voor de leerlingenzorg (zie voor specifieke werkzaamheden de taakomschrijving) en is hij lid van het managementteam (MT) van de school. Het verantwoordelijk zijn voor de leerlingenzorg betekent niet dat hij de enige is die de zorg uit voert, hij coördineert de zorg en alle hulpvragen. De directie is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de school, niet alleen op onderwijskundig maar ook op organisatorisch vlak. Daarnaast draagt de directie verantwoording af aan het bestuur en heeft ze zitting in het MT van de school.
4.2. De ouders/ verzorgers Van de ouders wordt verwacht dat zij de randvoorwaarden voor hun kind zodanig positief vormgeven, dat het kind optimaal gestimuleerd wordt om zich te ontwikkelen. Dit houdt in dat de ouders zich interesseren voor de ontwikkeling van hun kind en de activiteiten die het op school onderneemt. Vanaf 2014-2015 willen we dit versterken middels het leerling-portfolio. Daarnaast dienen de ouders te zorgen voor een stabiele thuissituatie (voor zover dit mogelijk is) zodat de leerling bijv. thuis de rust en de gelegenheid krijgt om zaken als huiswerk te maken. De ouders dienen goed voorbeeldgedrag aan hun kind te laten zien en hen te stimuleren in hun ontwikkeling. Wanneer de ouders vragen hebben of zich zorgen maken, kunnen zij ten alle tijden terecht bij de leerkracht van hun kind.
4.3. Het bestuur De Emile Weslyschool is onder gebracht in het bestuur van de Vereniging Suringar. Dit is een zogenoemde “eenpitter” waarin ook de Suringarschool is ondergebracht. De vereniging heeft een vrijwillig bestuur. Het bestuur dient zich te informeren bij de directie/ het MT. Daarnaast stelt het bestuur de begroting op verenigingsniveau op en legt zij verantwoordelijkheid af aan haar verenigingsleden en de onderwijsinspectie. Ook houdt zij zich bezig met zaken als de grootte van de formatie, het meerjarenbeleidsplan, etc.
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 17
5. Schoolspecifieke invulling Om het eerder geschrevene verder toe te lichten, worden onderstaande zaken specifiek uitgelicht. Informatie over schoolontwikkelpunten zijn tevens te vinden in het schoolontwikkelplan (SOP) en de schoolzelfevaluatie (SZE).
5.1. De zorgroute De zorgroute van onze school ziet er, in combinatie met het handelingsgericht werken, als volgt uit:
Met betrekking tot het extern handelen werken wij samen met diverse instanties. Hierbij kan het gaan om overleg of om het daadwerkelijk aan de slag gaan met de leerling. De betrokken instanties zijn onder andere: - Xonar - Bureau Jeugdzorg Maastricht - Stichting MEE - RIAGG Maastricht - Mondriaan Maastricht - Samenwerkingsverband Maastricht- Heuvelland - Diverse scholen binnen de clusters 1 t/m 4 (dit zijn onderwijsvoorzieningen voor blinden/ slechtzienden, kinderen met taal- spraakproblemen, doven/ slechthorenden, lichamelijk beperkten, geestelijk beperkten, langdurig zieken en kinderen met gedragsproblemen)
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 18
De groeps- en leerlingbespreking gaat over alle leerlingen in de school. Hiervoor hoeven ouders geen toestemming te geven. Voor alle andere hulpvormen moeten ouders (en indien van toepassing de leerling) schriftelijk toestemming geven.
5.2. De toetskalender Aan het begin van ieder schooljaar ontvangen alle leerkrachten een toetskalender. Hierop wordt omschreven wanneer de niet- methodegebonden toetsen afgenomen moeten worden. Het rooster voor het schooljaar 2013-2014 ziet er als volgt uit:
Toetskalender voor groep 1 tot en met 8 Schooljaar 2014 - 2015 sept.
okt.
Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Rekenen- Wiskunde DMT en AVI
Technisch lezen Begrijpend lezen Luisteren Spelling Woordenschat Eindtoets basisonderwijs SCOL Leerling- SCOL NSCCT intelligentietest TBG- rijm TBG- woordenschat TBG- letterkennis TBG- analyse TBG synthese TBG- benoemsnelheid
nov.
B8
dec.
jan.
feb.
mrt.
april
mei
juni
M1-M2
E1-E2
M1-M2
E1-E2
M3-M8
E3-E7 M3-M8
E3-E7
M3-M8 B8
E3-E7
M4-M8
E3-E4
M3-M8 B8
E3-E4
M3-M8
E3-E7
M3-M8
E3-E7 M8
N1-N8
V1-V8
N6-N8
V6-V8
4-6-8 1 2
1-2
2
2
2
2
2-3 3
2 2
Afspraken m.b.t. toetsen: Alle bovengenoemde CITO-toetsen, met uitzondering van de DMT, worden afgenomen door de eigen leerkracht. Wanneer dit organisatorisch niet haalbaar is kan de leerkracht de hulp van de directie inroepen. Deze zal dan voor de klas gaan staan, mits dit minimaal een week van tevoren gecommuniceerd is, zodat de leerkracht alsnog zelf de toetsen af kan nemen. De NSCCT is geen CITO-toets. Het is een intelligentietest die klassikaal afgenomen wordt en die ongeveer het intelligentieniveau van de leerling weer geeft. Op deze manier kunnen we bekijken of we alles uit de leerlingen halen wat er in zit. De test wordt afgenomen in de groepen 4, 6 en 8. De afname duurt een uur en zal als enige toets door de intern begeleider afgenomen worden. De resultaten worden onder andere gekoppeld aan het leerling-portfolio. Vrij recent zijn wij gestart met de toetsen beginnende geletterdheid (TBG). Dit zijn zeer korte toetsen die een goed beeld geven van de taalontwikkeling en mogelijk indicatoren voor toekomstige leesproblemen op kunnen sporen. Deze toetsen worden, in tegenstelling tot de CITO-toetsen, door een ambulant persoon afgenomen (intern begeleider of directie).
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 19
5.3. Aanvullende schoolspecifieke informatie N.a.v. het meest recente bezoek van de onderwijsinspectie hebben wij een document opgesteld met daarin ruim 20 verbeterpunten. Hieraan is in de afgelopen schooljaren hard gewerkt. Ook in 20142015 zal er gewerkt worden aan een aantal verbeterpunten middels verbeterplannen. Deze zijn opgesteld door de directie en zijn te vinden in het schoolontwikkelplan (SOP).
5.4. Schoolspecifieke protocollen Het werken met protocollen heeft een hoge prioriteit op onze school omdat we zo een hoge kwaliteit, uniformiteit en daardoor duidelijkheid kunnen creëren. Deze protocollen zijn op school op te vragen en worden periodiek herzien/ herschreven. In onderstaand schema is te zien welke plannen er momenteel zijn en welke nog geschreven worden in 2014-2015:
Beleidstukken en protocollen op de Emile Weslyschool (stand van zaken op 1 augustus 2014) Gereed
1) Protocol/ beleid “Dyslexie” 2) Protocol/ beleid “Dyscalculie” 3) Beleid “Ontwikkelingsperspectief/ afwijkende leerlijn” 4) Beleid “Zorgbrug” 5) Beleid “Overgang van PO naar VO” 6) Protocol “Leerling-portfolio” 7) Protocol “Schrijven van handelingsplannen” 8) Beleid “Hoogbegaafdheid” 9) Beleid “Gewenst gedrag/ schorsing en verwijdering” 10) Protocol “Werkwijze van het Z.A.T en M.D.O.” 11) Beleid “School-Ondersteunings-Profiel in de praktijk” 12) Beleid “Aannamebeleid Passend onderwijs” 13) Beleid “School-ontwikkelplan” 14) Beleid “Zorgplan” *= ligt er al maar wordt momenteel vernieuwd
Nog niet af
* X * X X * X X X * * X X X
5.5. In- en doorstroombeleid Aan het einde van het schooljaar 2012-2013 is er een inventarisatie gemaakt van de afspraken die op dit moment gelden m.b.t. in- en doorstroom van leerlingen. Deze worden momenteel uitgewerkt tot een protocol. Wanneer het gereed en goedgekeurd is door alle betrokkenen, zal het opvraagbaar zijn op de school.
5.6. Veiligheidsprotocol Om meer duidelijkheid en uniformiteit te krijgen als het gaat om het handelen na fysiek of verbaal geweld, is er middels een aantal vergaderingen bepaald welke sancties er aan welk gedrag verbonden worden. De afspraken die tijdens deze vergaderingen gemaakt zijn, werkt de IB-er momenteel uit tot een protocol “gewenst gedrag op school”. Wanneer het protocol gereed en goedgekeurd is door alle betrokkenen, zal het opvraagbaar zijn op de school.
5.7. Groepsplannen In het schooljaar 2011-2012 is er op de Emile Weslyschool, middels scholing van de Veerkrachtgroep, gestart met het werken met groepsplannen. Doordat de scholing niet aansloot op de scholingsbehoefte en het beginniveau van de leerkrachten, sloeg deze niet aan en kwam het werken met groepsplannen niet van de grond. In het schooljaar 2012-2013 hebben wij ons opnieuw georiënteerd op het werken met groepsplannen en hebben we getracht om de randvoorwaarden
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 20
m.b.t. klassenmanagement te verbeteren. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 werd het werken met groepsplannen opnieuw ingevoerd. De groepsplannen zullen in 2014-2015 gezamenlijk worden opgesteld, bijgesteld en geëvalueerd (middels jaarplanning die is vastgelegd in het jaarrooster). Het doel is om vanaf september 2014 te werken met 4 groepsplannen per leerjaar. Het gaat hierbij om de vakgebieden rekenen, spelling, begrijpend lezen en woordenschat.
5.8. Scholing leerkrachten Net als in 2012-2013, zijn er in het schooljaar 2013-2014 diverse onderwerpen aan bod gekomen tijdens onderwijsinhoudelijke teamvergaderingen en studiedagen. De inhoud werd doorgaans ingevuld door de intern begeleider, in overleg met de directie. Hierbij is duidelijk voor ogen genomen dat de inhoud aan moest sluiten bij de hulpvraag van de leerkrachten. Zo is er door de intern begeleider o.a. scholing geboden op het werken met leerlijnen, het werken met groepsplannen, Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg, het evalueren van groepsresultaten middels CITO LOVS, etc. De Veerkrachtgroep is daarnaast aan de slag gegaan met het traject “persoonlijk meesterschap”. In het schooljaar 2014-2015 zullen de meeste vergaderingen onderwijsinhoudelijk van aard zijn. Enerzijds zal er ingespeeld worden op het stimuleren van gewenst gedrag middels PBS, anderzijds krijgt het werken met leerlingportfolio’s veel aandacht (dit wordt schoolbreed ingevoerd in het schooljaar 2014-2015). Ook wordt er ruimte ingepland voor overige zaken zoals de keuze voor een nieuwe rekenmethode, bouw-overleg, etc.
5.9. Taakspel Enkele jaren geleden is Taakspel op de Emile Weslyschool ingevoerd. Deze werkvorm bevordert het samenwerken en het groepssfeer in de klas. Wanneer het goed uitgevoerd wordt, wordt er een zeer positief klimaat gerealiseerd. Vrijwel alle leerkrachten op de Emile Weslyschool zijn Taakspelgecertificeerd. De intern begeleider heeft de opleiding tot coach met goed gevolg afgerond.
5.10. SWPBS Met ingang van het schooljaar 2014-2015 wordt er nog steviger ingezet op een positief pedagogisch klimaat binnen de gehele school. Het opstellen van een protocol “gewenst gedrag” vormde het begin van dit traject. Vanaf augustus 2014 zal het Seminarium voor Orthopedagogiek (Hogeschool Utrecht) scholing verzorgen op SchoolWide Positive Behavior Support (SWPBS). SWPBS is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Dit begint bij het samen formuleren van de normen en waarden die de school belangrijk vindt. Vervolgens benoemt het schoolteam het gedrag dat past bij deze waarden en leert het de kinderen dit gedrag actief aan. Gewenst gedrag wordt hierna consequent positief bevestigd. Hiermee wordt een veilig en positief schoolklimaat gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. School, ouders en, indien van toepassing, jeugdzorg werken onder begeleiding van een coach actief samen in dit proces. Wetenschappelijk onderzoek in de Verenigde Staten en Noorwegen heeft aangetoond dat SWPBS positieve effecten heeft op de leerprestaties en het welbevinden van kinderen en leerkrachten.
Zorgplan Emile Weslyschool 2014-2015
J.D.
Pagina 21