2012-2013
Zorgplan Digitalis
Inhoud Inleiding .......................................................................................................................................................... 3 De leerlingbegeleiding .................................................................................................................................... 4 Deskundigen op Digitalis ................................................................................................................................ 7 Intake van nieuwe leerlingen ....................................................................................................................... 10 Groepsbespreking en leerlingbespreking ..................................................................................................... 11 Onderwijsassistenten ................................................................................................................................... 11 Leerlingen met extra onderwijsbehoeften ................................................................................................... 12 Doubleren en verlengen ............................................................................................................................... 15 Uitstroom voortgezet onderwijs .................................................................................................................. 18 Formulieren en werkwijze ............................................................................................................................ 21 Dossiervorming............................................................................................................................................. 30 Toetskalender voor groep 1 t/m 8 ............................................................................................................... 32 Tot slot.......................................................................................................................................................... 33
2
Inleiding Alles wat wij doen baseren wij op de waarden die in de aanvangsfase door het nieuwe team van Digitalis vastgesteld zijn. Deze waarden zijn in onze naam terug te vinden en moeten voor onze leerlingen en ouders, maar ook voor derden zoals de inspectie en andere maatschappelijke partners altijd herkenbaar zijn: D eskundig I ndividueel G eborgenheid I nspirerend T wee stromen A ctief L aagdrempelig I nnovatief S amen sterk In ons zorgplan zijn de waarden in paars te herkennen. Al onze leerlingen hebben een unieke persoonlijkheid en daardoor een individuele manier en behoefte om te spelen, te leren, kortom zich te ontwikkelen. De meeste leerlingen leren op een regelmatige, gemiddelde manier. Sommige leerlingen hebben een langere tijd nodig om iets te kunnen leren en stappen te zetten in hun ontwikkeling; andere leerlingen hebben maar weinig uitleg en tijd nodig om snelle, grote leerstappen te kunnen maken. De verschillen ontstaan door verschillen in intelligentie, sociale- en emotionele ontwikkeling, lichamelijke condities, motorische ontwikkeling, werkhouding en door het milieu en de culturele achtergrond van onze leerlingen. Voor iedere leerling geldt dat hij/ zij zich geborgen moet voelen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Wij hechten veel waarde aan de sfeer binnen onze groepen om het zo mogelijk te maken dat elke leerling zich thuis voelt. Digitalis heeft door de twee verschillende onderwijsstromen; regulier- en jenaplan onderwijs; de unieke mogelijkheid iedere leerling een zo goed mogelijk aansluitende onderwijsplek aan te bieden. In de reguliere stroom is de leerkracht sturend; de leerlingen zitten in jaargroepen bij elkaar. De jenaplanstroom is ingedeeld in stamgroepen van drie leerjaren bij elkaar. De leerlingen worden door de leerkracht begeleid in de ontwikkeling naar zelfstandig plannen en werken. Het deskundige team stelt zich als taak ons onderwijs zo in te richten dat iedere leerling zich op cognitief en sociaal- emotioneel gebied optimaal ontwikkelt, ongeacht de verschillende leermogelijkheden. Er zijn leerlingen die onvoldoende profijt hebben van het basisaanbod, zij vragen meer en hebben recht op extra zorg. Er wordt bij het aanbieden van ons onderwijs zo veel mogelijk gewerkt volgens de uitgangspunten van handelingsgericht werken (Pameijer & van Beukering) namelijk: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Onderwijsbehoeften staan centraal Het gaat om de afstemming De leerkracht doet er toe Positieve aspecten zijn van groot belang We werken constructief samen We werken doelgericht De werkwijze is systematisch en transparant
3
De leerlingbegeleiding Handelingsgericht werken en het Vijfstromenmodel (Peter de Vries) hebben als basis gefungeerd voor het Digitalis specifieke zorgplan. Bij handelingsgericht werken staan de onderwijsbehoeften van alle individuele leerlingen centraal, er wordt rekening gehouden met belemmerende en stimulerende factoren van elke leerling. Wanneer een leerling specifieke begeleiding nodig heeft om zich op cognitief of sociaal emotioneel gebied te ontwikkelen plannen we dit volgens een vaste structuur. We spreken van begeleidingsniveaus 0 t/m 5.
4
B-0 Niveau: Basisgroep De meeste leerlingen ontwikkelen zich volgens de lijn van de verwachting en kunnen het basisaanbod goed volgen of kunnen zelfs meer aan. Zij behalen ten minste het 1F (functioneel) niveau maar wij streven ernaar met onze leerlingen het 1S (streef) niveau te behalen op het referentiekader taal en rekenen. De toetsresultaten van deze leerlingen zijn goed en de groepsleerkracht heeft geen ondersteuning van de IB-er nodig om deze leerlingen goed te begeleiden. In het groepsplan zijn dit de ‘van verkorte instructie afhankelijke leerlingen’(***-groep) en ‘van basisinstructie afhankelijke leerlingen’ (**-groep). We sluiten aan bij de onderwijsbehoeften van deze leerlingen door hen verrijkings- en verdiepingsstof aan te bieden. Ze krijgen naast de verkorte basisinstructie ook instructie over deze extra leerstof. Na de LVS-toetsen en observaties bespreken de IB-er en de groepsleerkracht de resultaten en wordt geanalyseerd of de goede ontwikkeling zich voortzet. Als de vooruitgang op een bepaald gebied stagneert, heeft de leerling tijdelijk een aanpassing in het aanbod of de aanpak nodig, B-1niveau. B-1 Niveau: Incidentele uitvallers Deze leerlingen worden, na signalering vanuit b.v. methode gebonden toetsen, een incident of een observatie, een korte periode extra begeleid door de leerkracht of een onderwijsassistent. Ze doen tijdelijk mee aan preteaching, verlengde instructie of ze krijgen extra oefeningen of begeleiding op hun individuele behoefte. Deze leerlingen staan in het groepsplan vermeld onder de subgroep ‘van basisinstructie afhankelijke leerlingen’ (**-groep) of ‘van verlengde instructie afhankelijke leerlingen’(*-groep). Daarnaast geeft de leerkracht in de weekplanning aan met welke kinderen er aan welke concrete doelen gewerkt wordt. Ouders worden geïnformeerd en betrokken bij de tijdelijke extra begeleiding. Er worden ook afspraken gemaakt over oefeningen die thuis gedaan kunnen worden. De inhoud van dit gesprek wordt in Esis vastgelegd. De groepsleerkracht initieert en geeft inhoud aan de begeleiding op B-1niveau. Deze leerlingen komen zowel tijdens de groeps- als de leerlingbespreking met de IB-er ter sprake. Wanneer deze extra inzet (maximaal 10 weken) onvoldoende vaardigheidsgroei oplevert, de gestelde doelen worden niet behaald, is structureel extra begeleiding nodig. De leerling komt dan na overleg met de IB-er en de ouders van de leerling, in zorgniveau 2. B-2 Niveau: Zorgleerlingen Zorgleerlingen hebben altijd al een periode van extra instructie en begeleiding gehad op B-1 niveau. De uitval lijkt structureel en ligt op cognitieve tussendoelen en/of op sociaal-emotioneel gebied. De leerkracht maakt samen met de IB-er een analyse van de aanpak en evaluaties uit de B-1 fase. Samen bedenken zij geschikte interventies. De IB-er of de leerkracht kan aanvullend didactisch onderzoek doen. In het groepsplan valt de leerling onder de *-groep; ‘van verlengde instructie afhankelijke leerlingen’. Tijdens een gesprek met de ouders worden de doelen gezamenlijk (leerkracht, IB-er en ouders) vastgesteld en wordt er afgesproken wat alle betrokkenen bijdragen aan het behalen van het doel. Dit wordt vastgelegd in een gespreksverslag, dat door ouders ondertekend wordt. De leerkracht noteert structureel vorderingen en knelpunten. Als deze begeleiding onvoldoende resultaat oplevert, de gestelde doelen worden niet behaald, kan na overleg met de ouders en schriftelijke toestemming besloten worden de leerling in het wijk-brede Zorgteam of met de CC-er te bespreken. Afspraken die uit dit overleg voortkomen worden met de leerkracht en ouders besproken en door de IB-er vastgelegd in ESIS. B-3 Niveau: I(intensieve)-leerlingen Overleg over de i-leerlingen vindt het hele jaar door plaats, niet alleen tijdens de standaard leerling besprekingen. De IB-er is verantwoordelijk voor het coördineren en plannen van de acties. Als de leerling een cognitieve achterstand van meer dan een half jaar heeft, of de beoogde gedragsverandering is niet bereikt, kan het advies gegeven worden een pedagogisch en/of psychologisch onderzoek te laten plaatsvinden. Naast de onderzoeken die de IB-er zelf kan afnemen, worden deze onderzoeken door externe organisaties gedaan. Dit gebeurt uitsluitend na overleg en met schriftelijk toestemming van de ouders. Alle benodigde informatie over de leerling (toets- en onderzoeksresultaten, observatiegegevens, gespreksverslagen, gegevens over de thuissituatie) worden door de groepsleerkracht, samen met de IB-er 5
verzameld in HGW-groeidocument (onderwijskundig rapport). Dit wordt met ouders besproken en door hen ondertekend. Ouders kunnen aanvullende informatie voor de aanmelding geven. De i-leerling kan bij diverse externe instanties aangemeld worden: Instanties die vallen onder de SLA-po (ZAT, PCL, CvI) GGZ instellingen, zoals: Fornhese, Kentalis, Bureau Jeugdzorg Particuliere advies- en onderzoeksbureaus, zoals Paidos, Jade, Het Antwoord. Na onderzoek kan besloten worden dat de leerling voor een vakgebied op een individuele leerlijn gaat werken. Hiervoor wordt een handelingsplan geschreven door de leerkracht met behulp van de IB-er. Als het verwachte uitstroomniveau lager is dan eind groep 8 wordt vanaf groep 5 een ‘ontwikkelingsperspectief’ (OPP) geschreven. Daarin staan de doelen op korte en lange termijn genoemd en het te verwachten uitstroomprofiel. Dit OPP wordt twee keer per jaar na de CITO toetsen geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Het OPP bevat een korte termijnplanning die ten minste vier keer per jaar aangepast wordt. Ouders moeten op de hoogte worden gebracht van de inhoud van het OPP en ondertekenen dit. B-4 Groepsniveau In de laatste periode voor de zomervakantie vindt een warme overdracht plaats tussen de huidige en de nieuwe leerkracht. Het groepsoverzicht, het laatste groepsplan (HGW) en het laatste rapport zijn de basis voor het eerste groepsoverzicht en groepsplan in het nieuwe schooljaar om zo het jaar direct effectief te starten. De onderbouwleerkrachten maken indien mogelijk ook gebruik van de overdrachtsgegevens van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven voor het ontwikkelen van een groepsoverzicht. Er is een convenant voor een warme overdracht met peuterspeelzaal Muis, kinderdagverblijf Uk-Koriander en kinderdagverblijf Kinderpret. De leerkracht stelt op basis van de resultaten doelen op groepsniveau voor het nieuwe schooljaar en maakt hierover afspraken met de directeur. Hierdoor kan het jaarrooster van een groep afwijken van de schoolbrede urenberekening. De ontwikkeling van de leerlingen wordt tijdens het hele schooljaar planmatig gevolgd. Dit gebeurt d.m.v. methode gebonden- en methode onafhankelijke toetsen (LOVS van CITO). Voor het volgen van alle ontwikkelingslijnen in de groepen 1-2 wordt nog gezocht naar een passend leerlingvolgsysteem naast CITO. Daarnaast wordt ‘Sprint’ gehanteerd voor de sociaal emotionele ontwikkeling. De resultaten van de toetsen worden door de leerkrachten digitaal geregistreerd en geanalyseerd. Tijdens de groepsbesprekingen worden de resultaten met de IB-er doorgenomen. Er wordt gekeken naar de vaardigheidsgroei van individuele leerlingen en de gehele groep; of de leerkracht werkhoudings- en/of gedragsproblemen ervaart en of er opvallende groepsresultaten of -problemen zijn. Afspraken en doelen voor de volgende periode worden vastgesteld. De IB-er maakt een verslag van deze bespreking en legt de gemaakte afspraken vast. De leerkrachten stellen naar aanleiding van de resultaten en observaties de groepsoverzichten en groepsplannen bij. Om de ontwikkeling van de individuele leerlingen optimaal te volgen en bij te kunnen stellen, noteren de leerkrachten gegevens uit observaties, gesprekken en toetsen in het logboekgedeelte van het groepsplan. Dat wordt per vak voor ieder blok gemaakt. Het groepsplan is de basis voor het maken van een week- en dagplanning. De leerkracht noteert hierin de differentiatie in onderwijs; bv. voor- of verlengde instructie. De resultaten van toetsen en observaties worden tenminste 3x per jaar door de leerkracht verwerkt in het groepsoverzicht. B-5 Schoolniveau De directeur is eindverantwoordelijk voor alle schoolse zaken waaronder leerlingzorg. De IB-er heeft een keer per 2 à 3 weken overleg met de directie over zorg gerelateerde zaken. Tijdens dit overleg kunnen de volgende zaken aan de orde komen: Voortgang en afspraken over zorgleerlingen Bijzonderheden voortkomend uit groepsbesprekingen Resultaten en analyse van toetsen op groeps- en schoolniveau Beleidsmatige aspecten op het gebied van leerlingzorg 6
Deskundigen op Digitalis Er zijn verschillende deskundigen betrokken bij Digitalis om de kwaliteit van ons onderwijs te waarborgen. De leerkracht De leerkracht is de spil van het onderwijs. De taken van de leerkracht zijn: Scheppen van een positief werkklimaat Goed klassenmanagement voeren Samenwerken met collega’s en indien nodig hulp vragen Bij 4 jarige kleuters de CITO peutertoets taal en rekenen afnemen als 0-meting Gegevens uit deze toets en/of het intakegesprek worden in het groepsoverzicht en –plan opgenomen Na 6 weken onderwijs op Digitalis een voortgangsgesprek met ouders en IB-er voeren Duidelijke, transparante (minimum) doelen stellen De leerlingen en ouders betrekken bij het stellen van de doelen Voortgangsgesprekken met leerlingen voeren Vier keer per jaar verplichte oudergesprekken voeren Met ouders communiceren via het ouderportal Effectieve instructie geven volgens het directe instructiemodel De leerlingen voldoende tijd en gelegenheid tot leren geven Leerlingen die opvallen of stagneren in hun ontwikkeling signaleren Voor individuele leerlingen specifieke doelen vaststellen waar de onderwijsassistenten aan werken Afstemmen met de onderwijsassistenten zodat de inhoud van de extra begeleiding aansluit bij de groep Verslaglegging van de onderwijsassistenten verwerken in de groepsoverzichten en -plannen Regelmatig de vorderingen van de leerlingen evalueren en hierop anticiperen De juiste toets- en observatie-instrumenten toepassen, zowel methode gebonden als Cito Heldere verslaglegging n.a.v. uitkomsten van toetsen en observaties Een groepsoverzicht en groepsplan opstellen, uitvoeren en evalueren Een individueel handelingsplan opstellen en uitvoeren ESIS gebruiken voor verslaglegging en registratie Voor leerlingen vanaf groep 6 een uitstroomprofiel opstellen Minimaal 1F; 80% 1S bereiken Boven de landelijke minimumnorm van CITO uitkomen Zorgdragen voor overdracht naar de ontvangende leerkracht m.b.v. het laatste groepsoverzicht Het groepsoverzicht up to date houden en uiterlijk voor de herfstvakantie ter feedback aan de IB-er sturen. De onderwijsassistent De onderwijsassistent biedt (kortdurende) extra begeleiding. De taken van de onderwijsassistent zijn: Begeleiden van kleine groepjes of individuele leerlingen ter ondersteuning van de leerkracht bij het uitvoeren van groepsplannen Instructiegroepjes per leerdoel samenstellen uit meerdere groepen Aansluiten bij thema’s van de groepen Overleg met de leerkracht over vorderingen en knelpunten tijdens de begeleiding Verslaglegging in logboek na ieder begeleidingsmoment, evaluatie na iedere periode Bij kortdurend ziekte van collega’s groepen overnemen Leerkrachten ondersteunen tijdens de Citotoets periode Begeleiden van oudste kleuters bij afname van de digitale toetsen Leerlingen werven voor ‘het Bedrijf’ en ondersteunen bij de sollicitatieprocedure Leerlingen begeleiden bij ‘het Bedrijf’
7
De interne begeleider De interne begeleider (IB-er) ondersteunt leerkrachten in het bieden van zorg. De taken van de interne begeleider zijn: Intakegesprekken voeren met ouders van nieuwe leerlingen Voortgangsgesprek voeren met ouders en leerkracht na zes weken onderwijs op Digitalis. Opstellen en bewaken van de jaarlijkse toetskalender Opzetten en coördineren van het leerlingvolgsysteem Onderhouden van de orthotheek Zorgdragen voor de archivering van de leerlingdossiers Vier keer per jaar voorbereiden, leiden en verslagleggen van de leerling- en groepsbesprekingen Groepsobservaties Coachen van leerkrachten Ondersteunen van leerkrachten bij het analyseren van toets- en observatiegegevens en het maken van begeleidingsplannen Maken van zelfevaluaties van de Citotoetsen op schoolniveau uiterlijk een week na de Citotoetsen Overleg met de directie over analyse van de opbrengsten Geven van feedback op groepsoverzichten en groepsplannen Onderhouden van contacten met externe deskundigen op zorgniveau Coördineren van het zorgteam Coördineren van inzet van het wijkteam Participeren in het IB-netwerk Voorbereiden en leiden van pedagogische en didactische teambesprekingen Twee keer per maand overleg met de directie over de leerlingzorg Het stimuleren en ondersteunen van opbrengstgericht werken Overdracht van zorgleerlingen naar de ontvangende leerkracht of ontvangende IB-er Brieven voor verzoeken over huisvesting en verblijfsvergunning schrijven De directie De directeur is eindverantwoordelijk voor alle schoolse zaken waaronder leerlingzorg. De taken van de schoolleiding zijn: Op groepsniveau afspraken maken over opbrengsten en het prioriteren van tijd Een positief, inspirerend klimaat scheppen voor leerlingen, leerkrachten en ouders Passend onderwijs aanbod laten uitvoeren en evalueren Bewaken van de continuïteit van het leerlingvolgsysteem en de schoolverbetering De interne begeleider ondersteunen bij het maken van een trendanalyse uit de gegevens van het leerlingvolgsysteem De opbrengsten van het onderwijs op teamniveau bespreken Een schooldiagnose en een plan van aanpak opstellen Contacten met externen op management niveau Het afnemen van de Vaardigheidsmeter (Cadenza) bij de leerkrachten, intern begeleiders en onderwijsassistenten Externen in de leerlingzorg Overleg met externe instanties vindt alleen plaats na schriftelijke toestemming van ouder(s). De leerkracht en IB-er verzamelen de benodigde gegevens uit het dossier. Wijkbreed zorgteam: schoolarts, schoolmaatschappelijk werker, orthopedagoog, IB-ers. Maandelijks overleg over zorgleerlingen. Collegiale consultant (CC): leerkracht uit het speciaal basisonderwijs, die geraadpleegd kan worden door leerkrachten. Logopedist: doet onderzoek op school i.v.m. taal-spraakproblemen en verwijst eventueel door naar een logopedisch centrum voor behandeling. Stichting Leerlingzorg Almere is een samenwerkingsverband van alle Almeerse basisscholen. Bij complexe problemen, wanneer de school de benodigde zorg niet meer kan bieden, wordt als volgt gehandeld: 8
Zorgadvies team (ZAT): De IB-er schakelt het ZAT in,waarin wordt samengewerkt met Stichting Gewoon Anders, Fornhese, Bureau Jeugdzorg en de GGD (jeugdarts). De school vraagt welke stappen ondernomen moeten worden om het kind met een probleem of problemen verder te helpen in zijn of haar ontwikkeling. De adviezen kunnen betrekking hebben op de aanpak binnen de eigen school, het ZAT kan echter ook adviseren het kind aan te melden bij bijvoorbeeld de PCL, de indicatiecommissie van Stichting Gewoon Anders (hierbij gaat het om kinderen met een handicap), bij Fornhese (als er sprake lijkt te zijn van kinderpsychiatrische problematiek) of bij Bureau Jeugdzorg (in het geval dat de problemen zich ook thuis voor doen). De intern begeleider stelt ouders op de hoogte van het advies dat door het ZAT wordt gegeven. Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL): Als de zorg voor de leerling binnen de school niet langer toereikend is om hem/haar verder te helpen bij de ontwikkeling kunnen ouders, in overleg met de school, een aanmelding doen bij de PCL. Ouders melden hun kind telefonisch aan. De PCL wordt gevormd door een gedragswetenschapper (orthopedagoog of psycholoog), jeugdarts, school maatschappelijk werker, secretaresse, trajectbegeleider (contactpersoon voor ouders) en voorzitter. Deze commissie beoordeelt of de leerling in aanmerking komt voor extra hulp, geeft hier toe een beschikking uit en bepaalt op welke lesplek deze hulp het beste geboden kan worden (speciaal basisonderwijs of basisonderwijs). De PCL nodigt ouders uit om de besluiten van de commissie toe te lichten. Ouders melden indien dit noodzakelijk is hun kind aan bij de SBO school. Commissie voor Indicatiestelling (CvI): Kinderen met een beperking kunnen tegenwoordig terecht op de reguliere basisschool. Dit brengt extra kosten met zich mee, die gefinancierd worden vanuit de leerling gebonden financiering (het ‘rugzakje’). Om zo'n 'rugzakje' te krijgen moeten de ouders een indicatie voor hun kind aanvragen. Dat kan alleen bij de CvI. Een rugzakleerling in de klas hoeft geen belemmering op te leveren voor de andere leerlingen binnen de groep. Toch menen wij als team dat voor elke rugzakleerling individueel moet worden bekeken of plaatsing binnen de groep wenselijk is voor zowel de rugzakleerling als de andere leerlingen in de groep. Een indicatie van het CvI is ook vereist als de ouders voor speciaal onderwijs kiezen. Er zijn 4 verschillende clusters: · Cluster 1: voor kinderen met visuele beperkingen (blinde of slechtziende kinderen) · Cluster 2: voor kinderen met communicatieve beperkingen (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen) · Cluster 3: voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking · Cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedrags stoornissen(bijvoorbeeld autisme) Ambulant begeleider: heeft een coördinerende en sturende rol voor het team in de begeleiding van leerlingen met een clusterindicatie (rugzakje) Speciale leerkracht: vanuit de leerlinggebonden financiering kan, indien nodig een speciale leerkracht ingezet worden om leerlingen met een ‘rugzakje’ op school te begeleiden.
9
Intake van nieuwe leerlingen Wanneer ouders na de rondleiding door de directeur over gaan tot inschrijving van hun zoon of dochter op Digitalis volgt altijd een intakegesprek met de IB-er met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen van de nieuwe leerling. Hierbij hanteren wij het ‘dit is mijn kind’-formulier waarin ouders gevraagd wordt naar de ontwikkeling en naar de stimulerende en beperkende kenmerken van hun kind. Op basis van deze gegevens en in overleg met de ouders wordt gekeken wat de behoeften van de nieuwe leerling zijn. De IB-er beslist, in overleg met de groepsleerkracht(en) in welke groep de leerling geplaatst wordt. Bij aanmelding van een leerling met hele specifieke ondersteuningsbehoeften, met een clusterindicatie of waarvoor duidelijk is dat deze aangevraagd moet worden, vindt voor plaatsing altijd overleg met het Wijkteam en deskundigen van SGA plaats. Mogelijk is een beter passende onderwijsplek binnen de wijk of Almere beschikbaar waar hieraan tegemoet gekomen kan worden. Bij een nieuwe kleuter wordt met name gekeken bij welke leerkracht en groep hij of zij het best op zijn plaats is. Zij mogen vijf dagdelen komen wennen in hun nieuwe groep voordat ze vier jaar worden en dagelijks naar school gaan. In de week dat ze vier jaar worden wordt de CITO peuter taal- en rekentoets afgenomen en gehanteerd als nulmeting. Op deze manier kunnen we zo snel mogelijk aansluiten bij de specifieke onderwijsbehoefte van elke individuele leerling. Als het kind peuterspeelzaal Muis, kinderdagverblijf UK Koriander of kinderdagverblijf Kinderpret bezocht heeft, vindt er een warme overdracht plaats met de groepsleidsters. Wanneer een leerling van school gaat verwisselen en in een hogere groep instroomt vindt altijd contact plaats met de IB-er van de school van herkomst om eventuele bijzonderheden in de onderwijsbehoefte mee te nemen in de beslissing over de plaatsing. Tijdens dit gesprek vraagt de IB-er om spoedige verzending van het onderwijskundig rapport. Als voor de leerling een extern traject loopt of als dit geadviseerd is neemt Digitalis dit over. Ouders ondertekenen bij inschrijving een plaatsingsformulier waarmee zij hiervoor toestemming geven. Ook bij de oudere leerlingen vindt een intakegesprek met de IB-er plaats. Bij de plaatsing vanaf groep 3 wordt uiteraard rekening gehouden met de voorkeur van de ouders voor Jenaplan of regulier onderwijs. De ontvangende leerkracht baseert het onderwijsaanbod van de nieuwe leerling in eerste instantie op het onderwijskundig rapport van de vorige school. Als de leerling zes weken op Digitalis zit, gaat de groepsleerkracht in gesprek met de ouders, zodat de ouders worden geïnformeerd over de bevindingen van de leerkracht en de ouders tijdens de eerste periode. Als de ontwikkeling van de leerling daar aanleiding toe geeft, dan is de IB-er bij het gesprek aanwezig. Tijdens het gesprek wordt het ‘zes weken verslag’ ingevuld en ondertekend door ouders en leerkracht (en evt. IB-er).
10
Groepsbespreking en leerlingbespreking De leerkracht voert vier keer per jaar een groepsbespreking met de IB-er. Als voorbereiding daarop vult de leerkracht het voorbereidingsformulier groepsbespreking in en mailt dit twee dagen van tevoren naar de IB-er, zodat zij zich kan voorbereiden. Tijdens de groepsbespreking wordt het groepsplan voor de komende periode besproken. Er wordt niet specifiek op individuele leerlingen ingezoomd. Individuele leerlingen (B1 en B2) waar de leerkracht een specifieke hulpvraag over heeft, worden tijdens een leerlingbespreking met de IB-er besproken. De leerlingbesprekingen zijn vier keer per jaar ingepland. Het groepsoverzicht wordt hierbij gebruikt als uitgangspunt en wordt tijdens het gesprek bijgesteld. De leerkracht kan op basis van de afspraken uit de leerlingbespreking het groepsplan aanpassen. Intensieve zorgleerlingen (B3) kunnen het hele jaar door besproken worden.
Onderwijsassistenten De twee onderwijsassistenten op Digitalis beschikken over een eigen (klein) lokaal met een digibord en worden met name in de onderbouw ingezet. Zij ondersteunen de onderbouwleerkrachten door met kleine groepjes kleuters aan de doelen van taal en rekenen te werken en zo een stevige basis te leggen voor de overgang naar groep 3. Met leerlingen in groep 2 die al aan lezen toe zijn wordt na de voorjaarsvakantie één keer in de week gelezen. Ook worden enkele leerlingen met een OPP of met grote uitval op woordenschat of lezen in de midden- en bovenbouw door hen begeleid. De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de leerlingen ligt altijd bij de leerkracht, zij signaleren op basis van toetsanalyses en observaties welke leerlingen, op welk tussendoel extra begeleiding nodig hebben. Zij zorgen voor afstemming van de inhoud van het extra aanbod door de onderwijsassistent. De leerkrachten geven de groepsoverzichten, –plannen en eventuele individuele handelingsplannen aan de onderwijsassistenten zodat zij inzicht hebben in de HGW gegevens van leerlingen waarbij ze betrokken zijn. De digitale dagplanning van de onderwijsassistenten met de groepjes, doelen, aanpak en een logboek staat op het leerkrachtaccount en is daardoor ook voor de leerkrachten toegankelijk. Na iedere instructie noteert de onderwijsassistent de vorderingen en knelpunten in het logboekgedeelte. Als er belangrijke bevindingen zijn attendeert onderwijsassistent de leerkracht daarop, verder ligt de verantwoordelijkheid tot het lezen van de gegevens bij de leerkracht. Wanneer de onderwijsassistent signaleert dat het beoogde doel voor het einde van de begeleidingsperiode behaald is, wordt de begeleiding in overleg met de leerkracht beëindigd. Als ze bemerkt dat er geen of onvoldoende vorderingen worden gemaakt, wordt het aanbod in overleg met de leerkracht en/of de IB-er aangepast. Na afloop van de periode (6-8 weken) schrijft de onderwijsassistent een evaluatie gebaseerd op de doelen, de logboekgegevens en de vaardigheid van de leerling en zet dat in Esis. De leerkracht maakt bij de evaluatie van groepsplannen, het stellen van nieuwe doelen en het aanpassen van het groepsoverzicht gebruik van de evaluaties van de onderwijsassistenten, hun analyses en bevindingen zijn hierin terug te lezen.
11
Leerlingen met extra onderwijsbehoeften Leerlingen met een lager ontwikkelingsperspectief dan functioneel niveau 1 Ook voor deze individuele leerlingen moet het onderwijs zo ingericht worden dat het aansluit bij hun niveau. Wij maken hierbij zoveel mogelijk gebruik van innovatieve middelen die op maat aangeboden worden. Wanneer wij vermoeden dat zij de achterstand niet meer kunnen inhalen, worden zij onderzocht op hun mogelijkheden. Hieruit kan het advies volgen om voor deze leerling een eigen leerlijn op te stellen. De leerling zal vermoedelijk de gewenste einddoelen van groep 8 niet behalen. Voor deze leerlingen maken wij een ontwikkelingsperspectief (vanaf groep 5) dit wordt ondertekend door de ouders. In het ontwikkelingsperspectief staat: De aanleiding: analyse van de resultaten en onderzoeksgegevens. De situatie bij de start van het ontwikkelingsperspectief op cognitief en sociaal- emotioneel gebied. Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften Belemmerende en beschermende factoren Einddoelen, verwacht uitstroomniveau en leerrendement Tussendoelen en evaluatie per half jaar (Hoog-) begaafde leerlingen Voor leerlingen die meer aankunnen dan het basisaanbod bieden we in eerste instantie verdieping en verrijking in de eigen groep. Wij maken hierbij zoveel mogelijk gebruik van innovatieve middelen die op maat aangeboden worden. In overleg met de IB-ers kan besloten worden om een leerling op één of meer gebieden door te toetsen om zo het niveau te bepalen zodat er optimaal aangesloten kan worden bij hun capaciteiten. Dit kan betekenen dat de leerling gaat versnellen in de leerstof. Wanneer blijkt dat de leerling hiermee nog onvoldoende aan zijn trekken komt, is er de mogelijkheid hem/haar aan te melden voor het Talentenlab. Dit is een bovenschoolse verrijkingsklas (één ochtend per week) die door SLA-po is opgericht voor meer- en hoogbegaafde leerlingen van groep 5 t/m 8. Hiervoor is cognitieonderzoek niet noodzakelijk. Het doel is om iedere leerling passende begeleiding te bieden, zodat hij/zij leert om zijn talenten te (gaan) benutten en mede daardoor beter gaat functioneren. Er wordt ingestoken op drie gebieden: Leren denken (analytisch, praktisch, creatief en kritisch) Leren leren (leer- en werkstrategieën, plannen, leerstijlen, mindset, motivatie) Leren leven (inzicht in jezelf en anderen, samenwerken) Deze drie onderdelen beslaan de niet-cognitieve vaardigheden, waar de leerling belemmeringen aan kan ondervinden. De basisschool moet per jaar (10 maanden) € 350,- betalen voor iedere leerling die naar het Talentenlab gaat. Aanmelding gebeurt via school. Voor hoogbegaafde leerlingen met een IQ boven de 130 is er in Almere Neo-onderwijs. Neo-klassen zijn altijd verbonden aan reguliere scholen. De leerlingen volgen een groot deel van de week een eigen leerprogramma. Naast de gebruikelijke vakken kan er bijvoorbeeld les gegeven worden in andere talen of bijvoorbeeld techniek. Daarnaast is er aandacht voor kunst, cultuur en sport en wordt in projecten samengewerkt met het bedrijfsleven. De aanmelding voor Neo-onderwijs wordt door de intern begeleider in samenspraak met de ouders gedaan. De school moet aantonen dat er al acties ondernomen zijn met onbevredigend resultaat en handelingsverlegen is. De aanmelding gebeurt bij de school die Neo-onderwijs aanbiedt. De ouders dienen een geldig psychologisch onderzoek en de huidige school het onderwijskundig rapport aan te leveren bij de Leonardo- school. De PCL beslist over de toelating. Leerlingen met dyslexie Als de lees- en/of spellingsontwikkeling van een leerling niet naar verwachting verloopt moet er een periode intensieve interventies ingezet die ten minste twee keer geevalueerd worden. Hiermee wordt eventuele hardnekkigheid aangetoond. Bij een vermoeden voor dyslexie bestaat wordt door de IB-er de Dyslexie Screening Test (DST) afgenomen. Als hieruit een verhoogd risico voor dyslexie blijkt adviseert de IB-er 12
diagnostisch onderzoek wat ouders kunnen laten doen door een daarvoor gekwalificeerd instituut dat een officiele dyslexieverklaring kunnen afgeven. Bij verhoogd risico en/of in afwachting van onderzoek en afgeven van de eventuele dyslexieverklaring worden de volgende interventies alvast toegepast: geven van directe positieve feedback extra oefening door ralfi- of woordrijtjes lezen woorden, letters en klanken flitsen door de onderwijsassistent extra oefening op de computer (Ambrasoft of Woordkasteel) opdrachten worden aangepast qua hoeveelheid gebruik van spellingsspiekschrift gebruik van een tafelkaart gebruik van spellingscontrole programma op de computer een vergroot lettertype gebruiken tijdens de lessen en methodegebonden toetsen de AVI en DMT toets wordt bij deze leerlingen tussentijds extra (totaal maximaal vier keer per jaar) afgenomen Als er een dyslexie verklaring is afgegeven kunnen naast bovenstaande ook de volgende interventies gehanteerd worden: meer tijd bij toetsen waarbij lezen een groot onderdeel is, zowel bij methode als citotoetsen gebruik van specifieke hulpmiddelen (hardware zoals een daisyspeler of readingpen door ouders aangeschaft, software door school gehuurd bij Dedicom) een vergroot lettertype gebruiken tijdens de lessen en toetsen bij beoordeling van stelopdrachten wordt naar de inhoud gekeken en niet naar de spelling gebruik van CD-rom voor entree- en eindtoets toetsen worden voorgelezen of digitaal afgenomen
de Citotoets begrijpend lezen wordt niet voorgelezen
De gegevens van de leerling staan als volgt vast: kopie van verklaring in het papieren leerlingdossier in samenspraak met ouders en eventuele externe betrokkenen wordt voor de leerling een individuele handelingswijzer vastgesteld welke twee keer per jaar wordt aangepast en door ouders wordt ondertekend Overgang van PO naar VO: de ouder geeft bij inschrijving op een VO school de dyslexieverklaring af medio groep 8 neemt de IB-er de Brus en de Klepel toetsen af bij leerlingen met dyslectische kenmerken zonder dyslexieverklaring tijdens de overdracht via Digidoor en in de warme overdracht worden de dyslectische kenmerken of de diagnose besproken Onze schoolspecifieke afspraken zijn gebaseerd op het protocol leesproblemen en Dyslexie van het expertisecentrum Nederlands dat in de orthotheek staat. De bij het protocol behorende documenten zijn in de bijlage en op de leerkrachtensite van Digitalis terug te vinden. Leerlingen met dyscalculie Als de rekenontwikkeling van een leerling niet naar verwachting verloopt moet er in de groep een periode intensieve interventies ingezet die ten minste twee keer geëvalueerd worden. Hiermee wordt eventuele hardnekkigheid aangetoond. Als de problemen hardnekkig zijn neemt de IB-er een didactisch onderzoek af. Als deze interne interventies onvoldoende resultaat geven wordt de schoolbegeleider er na toestemming van de ouder(s) bij betrokken. In samenspraak met ouders en eventueel de schoolbegeleider wordt voor de leerling een individuele handelingswijzer vastgesteld. Deze wordt twee keer per jaar aangepast en door ouders ondertekend. In deze handelingswijzer kunnen de volgende maatregelen worden opgenomen (Gemert 2011): Dispenserende maatregelen geven ontheffing van bepaalde opdrachten en/of handelingen: 13
de leerling wordt vrijgesteld van rekentaken of leerplandoelen die niet noodzakelijk zijn voor het bereiken van de einddoelen door middel van pre-teaching leerlingen voorbereiden op de uit te voeren rekentaak de leerling hoeft maar één van meerdere oplossingsstrategieën te beheersen overschrijven beperken door informatie aan te reiken op papier
Compenserende maatregelen zijn maatregelen en technische hulpmiddelen die de gevolgen van de rekenproblemen minimaliseren. gebruik van rekenmachine korte stapsgewijze instructie en uitleg rekenkundige en ruimtelijke begrippen visualiseren aangeven welke irrelevante informatie in de opdracht zit zodat de leerling weet dat hij niet elk cijfer in de opgave hoeft te gebruiken als deze specifieke vaardigheid niet getoetst wordt extra tijd geven bij toetsen opdrachten worden aangepast qua hoeveelheid Remediërende maatregelen bieden een specifieke didactiek die aansluit bij de onderwijsbehoefte van de leerling. Per individuele leerling wordt door de leerkracht bepaald welke maatregel het best aansluit. veelvuldig uitleggen, oefenen en herhalen van rekenprocedures, rekenregels en oplossingsstrategieën een vaste oplossingsstrategie aanleren voor de verschillende bewerkingen; niet meerdere manieren om iets op te lossen extra mondelinge uitleg geven helpen bij transfer maken bij vergelijkbare oefeningen leren omgaan met rekenmachine en kritisch kijken naar de uitkomst (bijvoorbeeld inschatten wat de uitkomst zal zijn) de leerling zoveel mogelijk tussenstappen laten opschrijven om het werkgeheugen zo min mogelijk te belasten pre-teaching geven bij het maken van toetsen: van te voren bespreken waar het over gaat en aangeven dat de leerling niet per se bij de eerste opgave hoeft te beginnen toetsen nabespreken met zowel aandacht voor de goede als de foute opgaven gemaakt werk (huiswerk en opdrachten in de klas) nabespreken de leerling het automatiseren laten oefenen, door thuis bijvoorbeeld Rummikub, legpuzzels, sudoku en rekenspelletjes op internetsites te doen aanpak van huiswerk bespreken Sociaal-emotionele maatregelen houden rekening met de gevolgen van het hebben van een leerprobleem: alle bij de leerling betrokken leerkrachten moeten op de hoogte zijn van de hulpvraag van de leerling om begrip te geven en faalangst te verminderen/voorkomen de leerling de tijd en ruimte geven om een antwoord te bedenken om vertrouwen te krijgen in eigen vaardigheden zorgen voor succeservaringen en beschrijven waar het succes aan te danken is verantwoordelijkheid voor het gebruik maken van de aanpassingen bij de leerling zelf leggen Leerlingen met risicogedrag De sociaal-emotionele ontwikkeling van alle leerlingen wordt gevolgd door twee keer per jaar een Sprintscreening in te vullen, bestaande uit de SDQ en indien nodig de ABSQ-vragenlijst. Leerlingen die twee keer in het risicogebied voor antisociaalgedrag vallen, komen na toestemming van ouders in aanmerking voor de Sprinttraining: tien keer een individuele leerlingtraining op school en oudertraining in de thuissituatie. Over deze leerlingen moet de leerkracht ook nog een TRF-vragenlijst invullen. Deze gegevens worden als PDFdocument in ESIS gezet door de groepsleerkracht. De Sprinttraining wordt gegeven door Oké op school. De Sprinttrainer zorgt voor een schriftelijke digitale vastlegging van de ontwikkeling per leerling. Om een goed pedagogisch klimaat te kunnen nastreven zijn regels en afspraken die de veiligheid en respectvolle omgangsvormen stimuleren in een pestprotocol vastgelegd. Deze zullen na instemming door de MR op de website terug te vinden zijn. 14
Doubleren en verlengen Als ondanks alle ingezette interventies de leerontwikkeling stagneert, kan in overleg met ouders, leerkracht, IB-er en directie besloten worden een leerling te laten doubleren. Bij doubleren wordt ervan uitgegaan dat de leerling meer tijd nodig heeft om zich bepaalde vaardigheden, meestal behorende binnen dat leerjaar, eigen te maken. Dit is alleen zinvol als achterstanden naar verwachting weggewerkt kunnen worden. Per individuele leerling moet de school kunnen aantonen dat doubleren daadwerkelijk meerwaarde heeft d.m.v. een toekomstprognose op basis van de beschikbare gegevens uit eerdere leerjaren. De wet op Primair Onderwijs geeft aan dat kinderen in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneengesloten schooljaren de basisschool doorlopen. Doubleren hoort bij de minst wenselijke mogelijkheden binnen de leerlingzorg. Bij een gestagneerde leerontwikkeling zijn de volgende criteria richtinggevend: De leerling heeft een groot deel van het leerjaar gemist door ziekte of huiselijke omstandigheden De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling stagneert of vertoont achteruitgang, wat een negatieve invloed heeft op de werkhouding en concentratie en (daardoor op) de leerprestaties Doordat ouders altijd betrokken worden bij de inzet van extra ondersteuning voor hun kind in een groeps- of individueel handelingsplan, zijn zij er al van op de hoogte dat de leerontwikkeling van hun kind niet volgens verwachting verloopt. In een gesprek tussen ouders, leerkracht en IB-er wordt aangegeven dat de extra leerlingzorg niet het beoogde effect heeft; het kind ontwikkelt zich niet volgens de verwachtingen en valt uit op meerdere leergebieden (een achterstand op één van de leergebieden of een beperkte leerontwikkeling is geen argument voor doublure). Het advies om het jaar over te laten doen wordt gegeven en uitgelegd. Het is niet zo dat alle leerstof overgedaan moet worden, de leerling krijgt in het gedoubleerde jaar leerstof aangereikt die aansluit bij de ontwikkeling, er wordt verder gegaan met de leerlijn waar de leerling zich op dat moment bevindt. Regelmatig overleg met ouders in eerdere stadia is van groot belang, een doublure mag voor geen van de betrokkenen een verrassing zijn. Procedure bij doubleren
De leerkracht signaleert bij de leerling een grote achterstand op verschillende gebieden. De leerkracht bespreekt de achterstanden en de daarop gemaakte (groeps-)handelingsplannen met de ouders. Bij geringe of geen vooruitgang bespreekt de leerkracht de voortgang met de IB-er en de ouders. De betreffende leerling moet altijd bij de IB-er bekend zijn: er is een dossier van de leerling en er zijn (groeps-)handelingsplannen uitgevoerd. Bij twijfel kan door de IB-er een externe deskundige worden ingeschakeld, zoals de leerling-adviseur of de collegiale consultant van SLA-po. De leerkracht en IB-er bespreken na de CITO toetsen in januari alle gegevens van de leerling. Met behulp van het HGW groeidocument worden kindfactoren, schoolfactoren, thuisfactoren en de toetsresultaten in beeld gebracht. Alle mogelijke opties om de ontwikkeling te stimuleren worden besproken. De leerkracht plant al in dit vroege stadium een gesprek met de ouders waarin de problematiek en de daarop geplande interventies worden toegelicht. De mogelijkheid om als er onvoldoende resultaat wordt geboekt te doubleren wordt besproken. In het gesprek moet duidelijk naar voren komen dat doubleren een kans is, maar geen garantie geeft voor de leerprestaties en het emotionele welbevinden. Er volgt een periode van nauw contact waarin de voortgang goed gevolgd wordt. Indien nodig vinden diagnostische onderzoeken (b. PI-dictee of een rekenonderzoek) plaats om de oorzaak van hiaten in beeld te brengen. De ouders worden geïnformeerd over het programma wat gevolgd zal worden als de leerling in het volgende jaar doubleert, maar ook over het programma als hij/ zij wel zou overgaan naar het volgende leerjaar. Zij kunnen de consequenties van beide mogelijkheden dan beter overzien. Uiterlijk 2 tot 3 weken voor het einde van het schooljaar (na de eind CITO toetsen) wordt de definitieve beslissing genomen en wordt de leerling door de ouders geïnformeerd. De leerkracht bespreekt het doubleren met de leerling en met de groep. De directie wordt door de IB-er geïnformeerd. 15
Als de leerkracht, IB-er en ouders het niet eens zijn, wordt een afspraak gemaakt met de directie, deze is eindverantwoordelijk. De leerkracht stelt voor het einde van het lopende schooljaar een (groeps-)handelingsplan op (voor de vakken waarop de leerling uitvalt) voor de eerste zes weken in het nieuwe schooljaar. Dit wordt na deze zes weken geëvalueerd, zo nodig bijgesteld en met de ouders besproken. De leerkracht zorgt er in het nieuwe schooljaar voor dat de leerling zich welkom voelt in de nieuwe groep en werkt met het aangepaste programma.
De kleuterbouw In de kleuterbouw zitten leerlingen van verschillende leeftijden in één groep. De datumgrens om naar de volgende groep over te gaan ligt op 1 januari (dit was in het verleden 1 oktober). Dit betekent dat leerlingen die vóór 1 januari in groep 1 zaten in principe doorgaan naar groep 2. Dit kan dus inhouden dat een leerling die eind december instroomt maar een half jaar in groep 1 zit. leerlingen die ná 1 januari als vierjarige instromen, het volgende schooljaar nogmaals groep 1 doen en anderhalf jaar onderwijs in dat leerjaar hebben. Kleuterverlenging De onderwijsinspectie spreekt bij kleuters niet over doubleren maar over verlengen, wat betekent dat verder wordt gegaan met de ontwikkeling waar de leerling zich op dat moment bevindt. Als blijkt dat de ontwikkeling, ondanks doelgericht onderwijs en eventuele individuele interventies niet of onvoldoende op gang komt, kan besloten worden dat een leerling een jaar kleuterbouw verlenging nodig heeft. Bij de keuze voor verlenging wordt gekeken naar de doorgaande ontwikkeling van de leerlingen. We gaan daarbij uit van de totale ontwikkeling n.a.v. de leerlijnen. Deze omvatten de volgende aspecten: -taal- spraak ontwikkeling -ontwikkeling van het voorbereidend lezen -ontwikkeling van het voorbereidend rekenen -sociaal- emotionele ontwikkeling -werkhouding en concentratie -speel- werkgedrag -zelfstandigheid en zelfredzaamheid -ontwikkeling van de motoriek Als wordt besloten een leerling kleuterverlenging te geven, is het belangrijk erbij stil te staan dat doubleren in de rest van de schoolloopbaan niet meer mogelijk is. Dit geldt niet voor de z.g. ‘herfstkinderen’. Procedure voor kleuterverlenging De leerkracht signaleert bij de leerling een grote achterstand op verschillende gebieden. De leerkracht bespreekt de achterstanden en de daarop gemaakte (groeps-)handelingsplannen met de ouders. Bij geringe of geen vooruitgang bespreekt de leerkracht de voortgang met de IB-er en de ouders. De betreffende leerling moet altijd bij de IB-er bekend zijn: er is een dossier van de leerling en er zijn (groeps-)handelingsplannen uitgevoerd. Bij twijfel kan door de IB-er een externe deskundige worden ingeschakeld, zoals de leerling-adviseur of de collegiale consultant van SLA-po. De leerkracht en IB-er bespreken na de CITO toetsen in januari alle gegevens van de leerling. Met behulp van het HGW groeidocument worden kindfactoren, schoolfactoren, thuisfactoren en de toetsresultaten in beeld gebracht. Alle mogelijke opties om de ontwikkeling te stimuleren worden besproken. De leerkracht plant al in dit vroege stadium een gesprek met de ouders waarin de problematiek en de daarop geplande interventies worden toegelicht. De mogelijkheid om als er onvoldoende resultaat wordt geboekt te verlengen wordt besproken. In het gesprek moet duidelijk naar voren komen dat verlengen een kans is, maar geen garantie geeft voor de leerprestaties en het emotionele welbevinden. Er volgt een periode van nauw contact waarin de voortgang goed gevolgd wordt. De ouders worden geïnformeerd over het programma wat hun kind zal volgen als het in het volgende jaar verlengt, maar 16
ook over het programma als hij/ zij wel zou overgaan naar het volgende leerjaar. Zij kunnen de consequenties van beide mogelijkheden dan beter overzien. Uiterlijk 2 tot 3 weken voor het einde van het schooljaar (na de eind CITO toetsen) wordt de definitieve beslissing genomen en wordt de leerling door de ouders geïnformeerd. De leerkracht bespreekt het verlengen met de leerling en met de groep. De directie wordt door de IB-er geïnformeerd. Als de leerkracht, IB-er en ouders het niet eens zijn, wordt een afspraak gemaakt met de directie, deze is eindverantwoordelijk. De leerkracht stelt voor het einde van het lopende schooljaar een (groeps-)handelingsplan op (voor de tussendoelen waarop de leerling uitvalt) voor de eerste zes weken in het nieuwe schooljaar. Dit wordt na deze zes weken geëvalueerd, zo nodig bijgesteld en met de ouders besproken.
Herfstkinderen De leerlingen die in oktober, november of december jarig zijn (ook wel ‘herfstkinderen genoemd), en dus in principe minder dan twee jaar in de kleuterbouw zitten, worden extra zorgvuldig beoordeeld in de overgang naar groep 2. Dit betekent dat er gekozen moet worden tussen verlengen of verkorten van de kleuterbouw (waarbij eind groep 1 in principe wordt uitgegaan van verkorten) waarbij de ouders, de leerkracht en de IB-er betrokken zijn. De motivatie voor de keuze wordt duidelijk gemotiveerd en onderbouwd.
17
Uitstroom voortgezet onderwijs Protocol formulering advies Voortgezet Onderwijs De schoolbesturen in Almere en de gemeente hebben afspraken gemaakt over de werkwijze voor het formuleren van advies voor het V.O. Scholen moeten vroegtijdig, transparant en onderbouwd aan ouders rapporteren over de verwachtingen ten aanzien van de leerling. Door ouders vroegtijdig en zorgvuldig te informeren wordt voorkomen dat zij voor een voldongen feit worden gesteld. Door de informatie waarop de school haar oordeel baseert inzichtelijk te maken, worden ouders meegenomen in de redenering en dus de onderbouwing van het advies. Op deze wijze kunnen verwachtingen goed worden afgestemd en zal het eindresultaat voor het merendeel van de ouders bevredigend zijn. Om vroegtijdig, transparant en onderbouwd tot het advies te komen, start de adviesprocedure in groep 6. Hoewel er dan in het algemeen een indicatie is te geven over het uitstroomniveau, kan er geen garantie gegeven worden. Het is en blijft een eerste indicatie die in de volgende twee groepen keer op keer bevestigd dient te worden. Door de gesprekken met de ouders in groep 6, 7 en 8 schriftelijk vast te leggen en te ondertekenen, kan voorkomen worden dat de tussentijdse uitstroomindicaties als absoluut gegeven worden geïnterpreteerd. De taakverdeling is als volgt: De leerkracht van groep 6 De leerkracht van groep 6 bespreekt aan het eind van het schooljaar, eventueel samen met de intern begeleider, de algemene stand van zaken in relatie tot een indicatie van het uitstroomniveau (= bereikt leerstofniveau). Gegevens uit het LVS vormen daarbij de leidraad.
De leerkracht van groep 7 De leerkracht van groep 7 stelt zich aan het begin van het schooljaar op de hoogte van hetgeen door de leerkracht van groep 6 met de ouders is besproken. In het najaar van groep 7 wordt door de leerkracht van groep 7, eventueel samen met de intern begeleider, het voorlopig uitstroomperspectief (= niveau-indicatie vo) opgesteld op basis van de dan beschikbare gegevens. Aan het einde van het schooljaar worden het voorlopig uitstroomperspectief opnieuw beoordeeld en eventueel herzien op basis van de in de loop van het jaar verzamelde gegevens.
De leerkracht groep 8 Bij de start van het schooljaar in groep 8 bespreekt de vorige leerkracht (van groep 7) het voorlopig uitstroomperspectief met de leerkracht van groep 8. De leerkracht van groep 8 bespreekt de verwachtingen aan het begin van het schooljaar door met de leerling, zodat ook op dat niveau afstemming plaatsvindt en eventueel nog nadere accenten in het leerstofaanbod kunnen worden gegeven. In het najaar van groep 8 wordt het voorlopig advies vo geformuleerd, waarbij ook de intern begeleider is betrokken. Dit advies wordt vervolgens besproken met ouders en leerling. Het definitief advies vo wordt in februari daaropvolgend besproken met ouders en leerling. Het definitief advies wordt vastgelegd in een document dat ouders dienen te tonen bij inschrijving op de vo-school van hun keuze. Dit voorkomt dubbele inschrijvingen en inschrijvingen op een vo-school anders dan volgens het advies.
De intern begeleider De intern begeleider heeft als taak, naast de gebruikelijke werkzaamheden, de procedure, zoals hierboven beschreven te bewaken op de aspecten: tijdigheid, zorgvuldigheid en consistentie. Het bewaren van het overzicht over de achtereenvolgende stappen door de jaren heen is van het grootste belang. Daarbij wordt met tijdigheid bedoeld dat alle aspecten van de procedure op het juiste moment worden uitgevoerd, met zorgvuldigheid dat de afgesproken gegevens worden gebruikt en dat een goede interpretatie daarvan in acht wordt genomen. Met consistentie wordt bedoeld dat de uitspraken die gedaan worden samenhangend zijn, d.w.z. gebaseerd op afgesproken gegevens en niet in zichzelf tegenstrijdig. 18
Door de wat meer afstandelijke rol van de intern begeleider is deze bij uitstek de professional die zowel inhoudelijk op juistheid kan toetsen als de uitspraken van de leerkrachten over de jaren heen kan op consistentie beoordelen.
De directeur van de basisschool Volgens artikel 39.4 (WPO) beoordeelt de directeur van de basisschool of de ‘grondslag voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs in voldoende mate is gelegd’. Leerlingen die hier aan voldoen verlaten aan het einde van het schooljaar de school, ‘mits hierover met de ouders overeenstemming bestaat’. De directeur is – passend bij zijn rol – de eindverantwoordelijke en bewaakt in die zin actief de werkwijze in de school om zorgvuldig tot het advies te komen. Bij het bewaken hoort in dit verband ook het planmatig evalueren van de gevolgde werkwijze, het op peil houden van de expertise in de school omtrent de inrichting van het vervolgonderwijs en het beoordelen van de afgegeven adviezen over langere termijn.
Het gebruik van gegevens bij de onderbouwing van het advies Gezien de diversiteit van in gebruik zijnde instrumenten in het primair onderwijsveld, wordt in dit protocol niet voorgeschreven welke instrumenten gebruikt worden bij het opstellen van het advies. Echter om te komen tot een evenwichtig advies is het wel noodzakelijk afspraken te maken of het type gegevens dat wordt gebruikt. Deze gegevens komen uit een vijftal bronnen, te weten: Het leerlingvolgsysteem(LVS) Het LVS levert via methodeonafhankelijke toetsen objectieve informatie over de leerprestaties van leerlingen, in termen van het beheersingsniveau. In verband met de onderbouwing van het advies worden gegevens gebruikt op het gebied van rekenen, technisch- en begrijpend lezen en taal/spellen. Via individuele groeicurven worden de prestaties van leerlingen gevolgd. Het voorspellen van het vervolg van de leerontwikkeling is een hachelijke zaak, maar kan met gebruikmaking van bandbreedtes wel inzicht verschaffen in de bereikbaarheid van hogere niveaus. Dit kan het gesprek over het uitstroomperspectief met ouders illustreren en de onderbouwing kracht bij zetten.
Methodegebonden toetsen Deze toetsen geven informatie over de mate van beheersing van een bepaald deel van een aangeboden en verwerkte leerstofgebied. Het onderwijsleerproces kan met deze gegevens adequaat bijgestuurd worden. Tevens geeft het de leerkracht informatie over het tempo waarin de leerling leert, de mate van beheersing van het leerstofonderdeel en eventueel specifieke fouten. Anders dan de LVS toetsen geven deze toetsen dus vooral informatie die bruikbaar is voor het inrichten van het vervolg van het leerproces.
Observatie door de leerkracht Tijdens het werken met de leerling doet de leerkracht al of niet gesystematiseerde indrukken van de leerling op. In dit verband zijn vooral van belang de informatie over motivatie voor leren en de werkhouding. In de praktijk van alledag is het niet mogelijk hierover objectieve gegevens te verzamelen. Het beeld van elke leerling wordt opgebouwd in een reeks van jaren en door de ervaring van verschillende leerkrachten. Dat maakt de interpretatie en het vormen van een totaalbeeld niet altijd even gemakkelijk. Daar waar gebruik gemaakt kan worden van systematische observatie zal dit beeld robuuster zijn. Aansluitend wordt hierbij informatie betrokken over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling, met name in het perspectief van het leren. Scholen die instrumentarium gebruiken om dit systematisch in kaart te brengen zullen goed in staat zijn beschermende en belemmerende factoren met betrekking tot het leren in kaart te brengen en te gebruiken bij het opstellen van het advies.
Entreetoets Het gebruik van de Entreetoets in groep 7 is, zo blijkt in de praktijk, een goed instrument. Zeker als het toetsmoment van de Cito Eindtoets vervalt is er behoefte aan een andere objectieve referentie. De uitslag blijkt doorgaans een goede voorspeller voor de prestatie op de eindtoets en kan indicaties geven voor reparatie-interventies voor de rest van het schooljaar en groep 8. 19
[Indien de Cito Eindtoets verdwijnt en de nieuwe rendementstoets niet meer gebruikt kan worden voor de advisering, stelt de werkgroep de verplichte invoering van de Entreetoets voor.] Het LWOO-traject Bij het gesprek met ouders over het uitstroomperspectief vanaf eind groep 6 bespreekt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider met ouders de mogelijkheid van een LWOO-aanmelding. Aan het eind van groep 7 wordt definitief besloten welke leerlingen aan het LWOO-traject mee gaan doen. Ouders van deze leerlingen krijgen van de groepsleerkracht en/of IB-er informatie een folder over het traject. Ouders geven toestemming voor de LWOO-aanmelding door het formulier toestemming LWOO in te vullen en te ondertekenen. Daarnaast vullen zij een formulier Voorkeurschool in. De intern begeleider meldt de leerling aan het eind van groep 7 aan in Digidoor als PCL-zorgleerling. Begin groep 8 wordt er door de groepsleerkracht , in overleg met de IB-er, een digitaal onderwijskundig rapport (OKR) ingevuld in Digidoor over de LWOO-leerling. Dit wordt in september besproken met en ondertekend door ouders, intern begeleider en directeur. Het ondertekende OKR wordt in het dossier op school bewaard en een kopie wordt aan de ouders overhandigd. Het digitale OKR wordt daarna in Digidoor ‘voltooid’. De aangemelde leerlingen worden in oktober door het V.O. uitgenodigd voor een LWOO-test. De testuitslag wordt (meestal in januari/februari) door het V.O. besproken met ouders. Ook komt het proces en de testuitslag op Digidoor gezet voor de basisschool. Het advies over de leerling is bindend; ouders kunnen wel in beroep gaan tegen het advies. Een leerling die een doublure heeft gehad tijdens de basisschoolperiode kan, als verwacht wordt dat een extra jaar basisonderwijs op sociaal-emotioneel gebied niet goed aansluit bij de leerling, na groep 7 uitstromen naar het praktijkonderwijs of LWOO. Deze leerling kan in zijn/haar laatste jaar op de basisschool meedoen met het afscheid van de school en de eindmusical van groep 8.
20
Formulieren en werkwijze Overzicht van formulieren die gebruikt worden Intern overleg: Intakeformulier ‘Dit is mijn kind’ Doel: Intake en kennismaking Wie: IB-er en ouder Hoe: IB-er vult het digitaal in. Handtekening ouder. IB-er licht groepsleerkracht in Wanneer: Zo snel mogelijk na inschrijving Waar: In papieren dossier en in ESIS Zes weken formulier Doel: Afstemming over nieuwe leerlingen Wie: Groepsleerkracht en ouder, evt. met IB-er Hoe: Leerkracht vult het digitaal in. Handtekening ouder Wanneer: Na zes weken op Digitalis Waar: In dossier bij IB-er en in ESIS Omgekeerde tien minuten formulier Doel: Door ouders informatie over de leerling laten verstrekken Wie: Groepsleerkracht en ouders Hoe: Groepsleerkracht vult digitaal in Wanneer: Tweede week van het schooljaar Waar: In Esis Tien weken formulier Doel: Informatie over de leerling uitwisselen tussen ouders, leerling (verplicht vanaf groep 6) en groepsleerkracht Wie: Ouders, leerling en groepsleerkracht Hoe: Groepsleerkracht vult digitaal in Wanneer: Tiende week van het schooljaar Waar: In Esis Groepsoverzicht Doel: Leerlingen van de groep in beeld brengen Wie: Groepsleerkracht Hoe: Digitaal invullen Wanneer: Begin schooljaar en gedurende schooljaar drie keer bijstellen Waar: In Klassenmap en in Zorgmap digitaal Groepsplan Doel: Aanbod en aanpak per vakgebied inplannen, uitvoeren en evalueren Wie: Groepsleerkracht Hoe: Digitaal invullen Wanneer: Bij de start van een blok van de methode. Logboek: hele jaar. Waar: In Klassenmap en in Zorgmap digitaal Groepsbesprekings formulier Doel: Voorbereiding op groepsbespreking tussen IB-er en groepsleerkracht Wie: Groepsleerkracht Hoe: Digitaal Wanneer: Voor de groepsbespreking (zie zorgjaarplanning) Waar: In Zorgmap digitaal
21
Groeidocument handelingsgericht werken Doel: Onderwijsbehoeften en ondersteuningsvragen in kaart brengen Wie: Groepsleerkracht, ouders en IB-er Hoe: Digitaal. Handtekening groepsleerkracht, ouders en IB-er Wanneer: Bij ondersteuningsvragen van groepsleerkracht over (intensieve) zorgleerling Waar: In dossier bij IB-er en in ESIS Handelingsplan Doel: Specifieke aanpak van zorg-/rugzakleerling voor langere periode (half jaar) Wie: Groepsleerkracht en ouders Hoe: Digitaal. Handtekening groepsleerkracht en ouders Wanneer: Bij speciale doelen, bij indicatie en na observatie, gesprekken en analyse Waar: Achter het groepsplan in Zorgmap digitaal en in dossier bij IB-er. Ouders krijgen een kopie. Kindplan Doel: Leerlingen betrekken bij hun eigen onderwijsdoelen Wie: Leerling en leerkracht Hoe: Digitaal. Handtekening leerling, groepsleerkracht en ouders Wanneer: Bij speciale onderwijsbehoeften Waar: Achter het groepsplan in Zorgmap digitaal en in dossier bij IB-er. Ouders krijgen een kopie. Handelingsplan Individuele leerlijn Doel: Aangepaste leerlijn voor intensieve zorgleerlingen Wie: Groepsleerkracht, ouders en IB-er Hoe: Digitaal. Handtekening groepsleerkracht en ouders Wanneer: Bij achterstand van meer dan een half jaar, 2x per schooljaar Waar: Achter het groepsplan in Zorgmap digitaal en in dossier bij IB-er. Ouders krijgen een kopie. Ontwikkelingsperspectief Doel: Aangepaste einddoelen, uitstroomniveau, inhoud van aanbod en aanpak Wie: IB-er en groepsleerkracht Hoe: Digitaal. Handtekening groepsleerkracht, ouders en IB-er Wanneer: Bij lage cognitie / beperkte capaciteiten, 2x per jaar Waar: Achter het groepsplan in Zorgmap digitaal en in dossier bij IB-er. Ouders krijgen een kopie. Uitstroomperspectief Doel: Vanaf groep 6 ouders informeren over het te verwachten uitstroomniveau Wie: Groepsleerkracht, ouders en leerling Hoe: Groepsleerkracht vult digitaal in Wanneer: Eind groep 6, november groep 7 en begin groep 8 Waar: In Esis en de ondertekende versie in het papieren dossier Rapportage Voortgangsgesprek leerkracht-leerling Doel: Evaluatie en reflectie van de afgelopen periode en afspraken over de doelen van de komende periode Wie: Groepsleerkracht en leerling Hoe: Groepsleerkracht vult digitaal in Wanneer: Voor iedere rapportage (twee keer per jaar) Waar: In Esis Verslag rapportgesprek Doel: Evalueren van de voorgaande periode aan de hand van het voortgangsgesprek leerkrachtleerling en de vaardigheidsgroei. Afspraken en doelen worden voor de komende periode vastgelegd. Wie: Groepsleerkracht, ouders en leerling (verplicht vanaf groep 6) 22
Hoe: Groepsleerkracht vult digitaal in Wanneer: Na ieder rapportgesprek (twee keer per jaar) Waar: In Esis Extern overleg: Collegiale consultatie (CC) en consultatie schoolbegeleider van Stichting Leerlingzorg Almere (SLA-po) Formulier:Groeidocument handelingsgericht werken Doel: Onderwijsbehoeften en ondersteuningsvragen in kaart brengen Wie: Groepsleerkracht, ouders en IB-er Hoe: Digitaal invullen. Handtekening ouders, groepsleerkracht en IB-er CC: bij overleg overhandigen. SLA-po: Papieren versie opsturen naar SLA-po Wanneer: Bij ondersteuningsvragen van groepsleerkracht over (intensieve) zorgleerling Waar: Kopie in dossier bij IB-er en in ESIS Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL) Formulier:Onderwijskundig rapport SLA-po (kamer Stad-west) Doel: Aanmelding voor beschikking Speciaal Basis Onderwijs Wie: IB-er met groepsleerkracht. Handtekening ouders, IB-er en directeur Hoe: Digitaal. Voorlopig: papieren versie opsturen naar SLA-po t.a.v. PCL Wanneer: Nadat ouders telefonisch of digitaal hebben aangemeld bij PCL (en na verzoek per mail van SLApo) Waar: Kopie in dossier bij IB-er en in ESIS Zorgadviesteam (ZAT) Formulier:Samenvatting dossier t.b.v. adviesbespreking Zorg Advies Team (via website SLA-po) Doel: Aanmelding voor bespreking problematiek en adviesaanvraag in ZAT Wie: IB-er met groepsleerkracht. Handtekening ouders Hoe: Digitaal invullen. Handtekening ouders. Papieren versie opsturen naar SLA-po t.a.v. ZAT Wanneer: Bij brede zorgvraag over leerling met complexe problemen Waar: Kopie in dossier bij IB-er en in ESIS Talentenlab Formulier:HGW-formulier Talentenlab Doel: Aanmelding voor dagdeel per week in plusklas (locatie buiten Digitalis) Wie: IB-er met groepsleerkracht en ouders Hoe: Digitaal. Mailen naar SLA-po. Handtekening ouders, leerkracht en IB-er Wanneer: Bij begaafde leerling die baat heeft bij uitdaging en andere manier van leren Waar: Kopie in dossier bij IB-er en in ESIS Schoolwisseling Formulier:Onderwijskundig rapport Doel: Informatie verstrekking ontvangende school Wie: Groepsleerkracht, evt. met aanvullingen van IB-er Hoe: Digitaal invullen. Papieren versie opsturen naar ontvangende school nadat dit aan ouders gemeld is. Ouders krijgen een kopie Wanneer: Bij schoolwisseling, vóórdat de leerling op nieuwe school start Waar: Kopie in dossier bij IB-er en in ESIS Toestemming/aanmelding door ouders: Collegiale consultatie (CC) en consultatie schoolbegeleider Stichting Leerlingzorg Almere (SLA-po) Formulier:Toestemmingsformulier voor observatie en bespreking Doel: Eerste toestemming voor vervolgacties (observatie en/of bespreking) Hoe: IB-er/leerkracht geeft formulier aan ouders om in te vullen en te ondertekenen Wanneer: Bij gedrag- en werkhoudingsproblemen en/ of een specifiek leerprobleem Waar: In dossier bij IB-er. Notitie in ESIS 23
Stichting Leerlingzorg Almere (SLA-po) Formulier:Toestemmings- en aanmeldingsformulier voor onderzoek door SLA-po Doel: Onderzoek naar cognitie en eventueel naar sociaal-emotionele ontwikkeling Hoe: IB-er geeft formulier aan ouders om in te vullen en te ondertekenen en stuurt het naar de SLA-po Wanneer: Bij vragen over cognitie en evt. sociaal-emotionele ontwikkeling Waar: Kopie in dossier bij IB-er. Notitie in ESIS Zorgteam Formulier:Aanmelding Zorgteam Doel: Bespreking van leerling met schoolarts, schoolmaatschappelijk werk en SLA-po i.v.m. brede hulpvraag van school Hoe: IB-er geeft formulier aan ouders om in te vullen en te ondertekenen Wanneer: Bij brede hulpvraag van leerkracht/IB Waar: Kopie in dossier bij IB-er. Notitie in ESIS Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Formulier:Aanmeldingsformulier schoolmaatschappelijk werk en Toestemmingsverklaring Doel: Aanvraag begeleiding van ouders (max. 5 gesprekken) door SMW Hoe: IB-er geeft formulier aan ouders om in te vullen (evt. met IB-er) en te ondertekenen en stuurt het naar SMW. IB-er meldt dit SMW (per mail of telefonisch) Wanneer: Bij zorgen school over gezin en evt. opvoedingsondersteuningsvraag van ouders Waar: Kopie in dossier bij IB-er. Notitie in ESIS Oké op school Formulier:Aanmeldingsformulier Oké op school Doel: Aanmelden van leerling voor training bij Oké op school Hoe: IB-er vult met groepsleerkracht en ouder digitaal formulier in en stuurt het per mail naar Oké op school Wanneer: Als leerling baat heeft bij training (Training in zelfcontrole, Rots en Water, Denken+doen=durven, Concentreren kun je leren) Waar: Kopie in dossier bij IB-er. Notitie in ESIS Jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds Formulier:Aanvraagformulier op de site van het Fonds Doel: Financiële tegemoetkoming voor leerlingen uit gezinnen met weinig draagkracht Hoe: Vakleerkracht gym of IB-er regelt de aanvraag Wanneer: Als ouders geen financiële middelen hebben om sport of culturele activiteiten te betalen Waar: Kopie in dossier bij IB-er. Notitie in ESIS LWOO Formulier:Toestemming LWOO-traject Doel: Toestemming om leerling aan te melden voor het LWOO-traject Hoe: Na een informatief gesprek met ouders door groepsleerkracht en IB-er over het traject ondertekenen ouders het formulier en meldt de IB-er de leerling aan in Digidoor voor het zorgtraject Wanneer: Eind groep 7. Bij een achterstand op 2 of meer gebieden van een jaar, of bij sociaal-emotionele en/of gedragsproblemen en bij leerlingen met een cluster-indicatie (rugzak) Waar: Kopie in dossier bij IB-er
24
Werkwijze bij formulieren Intern overleg: Intakeformulier ‘Dit is mijn kind’ Nadat een ouder een leerling heeft ingeschreven op Digitalis gaat de IB-er met de ouder in gesprek over de leerling. Hierbij wordt het ‘Dit is mijn kind’-formulier ingevuld, dat door de ouders wordt ondertekend. De IB-er brengt de nieuwe groepsleerkracht op de hoogte van bijzonderheden. Het formulier wordt in ESIS gezet door de IB-er. Het ondertekende formulier wordt in het (papieren) dossier bewaard. Zes weken formulier Als een nieuwe leerling zes weken op Digitalis zit, gaat de groepsleerkracht in gesprek met de ouders. De leerkracht en de ouders vertellen hun bevindingen over de eerste periode en er worden afspraken gemaakt voor de aanpak voor de komende periode. Als de ontwikkeling van de leerling daar aanleiding toe geeft, dan is de IB-er bij het gesprek aanwezig. Tijdens het gesprek wordt het ‘zes weken verslag’ ingevuld en ondertekend door ouders en leerkracht (en evt. IB-er). Dit verslag wordt door de leerkracht in ESIS gezet. Het ondertekende formulier wordt in het (papieren) dossier bewaard. Omgekeerde tien minuten formulier In de tweede schoolweek komen alle ouders op school om aan de leerkracht over hun kind te vertellen. Het gesprek is niet bedoeld om vanuit school informatie te verstrekken, de leerkracht kan wel vragen stellen over opvallende kenmerken. Ook als een leerling voor het tweede jaar bij dezelfde leerkracht zit vindt dit gesprek plaats. Tien weken formulier In ontwikkeling Groepsoverzicht Om de groep in beeld te brengen (toetsresultaten, stimulerende en belemmerende factoren van elke leerling) wordt aan het begin van een schooljaar door elke groepsleerkracht een groepsoverzicht gemaakt. Dit is gebaseerd op het groepsoverzicht van het eind van het vorige schooljaar. Het groepsoverzicht wordt regelmatig bijgesteld en aangevuld waar nodig en vormt de basis voor het groepsplan. Het wordt tijdens alle groeps- en leerlingbesprekingen tussen leerkracht en IB-er gebruikt en waar nodig direct bijgesteld. Het groepsoverzicht wordt bewaard in de klassenmap. Aan het eind van het schooljaar vindt de overdracht naar de ontvangende leerkracht plaats aan de hand van het groepsoverzicht. Groepsplan Leerlingen die dezelfde onderwijsbehoeften hebben (bv. verlengde instructie) worden geclusterd. De leerkracht beschrijft in het groepsplan het aanbod en de aanpak voor ‘van verkorte instructie afhankelijke leerlingen’ (***-groep) ‘van basisinstructie afhankelijke leerlingen’ (**-groep) ‘van verlengde instructie afhankelijke leerlingen’ (*-groep) Een groepsplan wordt als start van de HGW-cyclus ingevuld (waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren). De methodedoelen worden per vak en per periode concreet in het groepsplan vermeld. Op die manier kunnen de onderwijsbehoeften van de leerlingen eraan gekoppeld worden. Tijdens een periode houdt de leerkracht in de logboekkolom bijzonderheden uit observaties, toetsen en gesprekken bij. Aan het eind van een periode wordt het groepsplan geëvalueerd en afgesloten. Met de nieuwe observatie- en toetsgegevens wordt er een nieuw groepsplan gemaakt. Het groepsplan wordt bewaard in de klassenmap. Formulier groepsbespreking Voordat de groepsleerkracht in gesprek gaat met de IB-er in een groepsbespreking vult de leerkracht bespreekpunten in op het formulier. Bij het gesprek tussen leerkracht en IB-er vormen deze punten het uitgangspunt. De leerkracht bewaart het formulier in de klassenmap. 25
Handelingsplan Als een specifieke aanpak van een zorgleerling (begeleidingsstroom niveau 2 en 3) voor een langere periode (half jaar) niet binnen een groepsplan gespecificeerd kan worden, wordt een specifiek handelingsplan opgesteld. Ook voor leerlingen met een indicatie (rugzakje) wordt een handelingsplan geschreven. Dit plan is een verbijzondering van het groepsplan. Om een handelingsplan op te stellen is een zorgvuldige analyse van de problemen van de leerling nodig. Nadat er observaties, gesprekken met externen en gesprekken met ouders, leerkracht en IB-er zijn geweest wordt in een handelingsplan door de groepsleerkracht en IB-er beschreven welke speciale doelen er gesteld worden en welke (pedagogische of didactische) aanpak daarvoor nodig is. Een handelingsplan wordt als bijlage achter het groepsplan gevoegd. Ouders worden op de hoogte gebracht van de inhoud van het plan en van hun bijdrage of ondersteuning thuis. Zij ondertekenen het handelingsplan en krijgen een kopie mee naar huis. Aan het eind van de groepsplanperiode wordt ook het handelingsplan geëvalueerd. De leerkracht en IB-er bespreken de evaluatie en het vervolg met ouders. Het handelingsplan wordt bewaard bij de digitale zorgmap en het ondertekende plan wordt in het (papieren) dossier bewaard. Kindplan Het kindplan wordt ingezet bij leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. De leerling schrijft dit plan samen met de leerkracht met als doel dat de leerling beter betrokken wordt bij zijn/haar eigen onderwijsdoelen. Het plan wordt ook met de ouders besproken en door hen ondertekend. Het kindplan wordt aan het einde van de periode door de leerling geëvalueerd met behulp van de leerkracht. Handelingsplan individuele leerlijn Intensieve zorgleerlingen (die onderzocht zijn) hebben in sommige gevallen een aangepaste leerlijn nodig op een bepaald gebied (begeleidingsstroom 3). Deze leerlijn wordt door de groepsleerkracht en IB-er beschreven op het handelingsplan individuele leerlijn. Ouders worden op de hoogte gebracht, ondertekenen het handelingsplan individuele leerlijn en krijgen een kopie mee naar huis. De individuele leerlijn wordt minstens twee keer per jaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Het handelingsplan wordt bewaard bij de digitale zorgmap en het ondertekende plan wordt in het (papieren) dossier bewaard. Ontwikkelingsperspectief Vanaf groep 5 kan blijken dat een leerling (begeleidingsstroom 3) het niveau van eind groep 8 waarschijnlijk niet gaat halen (bijvoorbeeld omdat er sprake is van een lage cognitie). In dat geval wordt er door de IB-er in samenspraak met de groepsleerkracht een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Daarin staat o.a. welke eind- en tussendoelen we nastreven en welk uitstroomniveau vermoedelijk gehaald zal worden. De inhoud en aanpak staan ook in het plan beschreven. Ouders worden op de hoogte gebracht, ondertekenen het ontwikkelingsperspectief en krijgen een kopie mee naar huis. Het wordt twee keer per jaar geëvalueerd en bijgesteld. Het wordt bewaard in de digitale zorgmap en het ondertekende ontwikkelingsperspectief wordt in het (papieren) dossier bewaard. Groeidocument handelingsgericht werken Om de onderwijsbehoeften en de ondersteunings- en onderzoeksvragen over een (intensieve) zorgleerling goed in kaart te brengen, wordt een ‘groeidocument handelingsgericht werken’ ingevuld. De fasen van handelingsgerichte diagnostiek (intake, strategie, onderzoek, advies en uitvoering) worden daarmee doorlopen. Het is een groeidocument: in elke fase wordt het aangevuld. Later kan indien nodig dit formulier ook gebruikt worden voor overleg met externen. Het formulier wordt door de IB-er in ESIS gezet en een kopie van het HGW-formulier wordt in het dossier bewaard. Formulier uitstroomperspectief De Almeerse scholen zijn verplicht om vanaf eind groep 6 een indicatie over het uitstroomperspectief van leerlingen vast te leggen en te bespreken met ouders. Ouders ondertekenen dit uitstroomperspectief. Het uitstroomperspectief wordt in november groep 7 en eind groep 7 opnieuw beoordeeld en eventueel 26
herzien. Begin groep 8 worden de verwachtingen doorgesproken met de leerling zodat er afstemming is en er eventueel nog accenten in het leerstofaanbod gegeven kunnen worden. In het najaar van groep 8 wordt een voorlopig advies V.O. gegeven, waarbij ook de intern begeleider betrokken is. Dit advies wordt besproken met de ouders en de leerling. Het definitief advies V.O. wordt in februari daaropvolgend besproken met ouders en leerling. Het definitief advies wordt vastgelegd en ouders moeten dat tonen bij inschrijving op de V.O.-school van hun keuze. Voor de Almeerse scholen is een protocol (Formulering advies Voortgezet Onderwijs in Almere) samengesteld waarin de procedure is vastgelegd. Voor Digitalis is er een verkorte versie van het protocol gemaakt. Rapportage Reflectiekaart leerkracht-leerling De leerkracht bespreekt met de leerling hoe diens ontwikkeling in de afgelopen periode is verlopen. Hierbij worden onder andere de grafieken met CITO-resultaten bekeken en samen met de leerling de doelen voor de komende periode vastgesteld. Dit wordt vastgelegd in de reflectiekaart die onderdeel uitmaakt van het rapport. De ouders ontvangen de reflectiekaart samen met de CITO-grafieken via Safe-school (ouderportal) voordat het rapportgesprek plaatsvindt. Verslag rapportage gesprek Van het oudergesprek, dat gebaseerd is op de reflectiekaart en de CITO-gegevens wordt door de leerkracht een verslag geschreven. Dit verslag wordt toegevoegd in Safeschool en maakt het rapport compleet. De drie documenten worden door de leerkracht in Esis gezet. Extern overleg: Collegiale consultatie(CC) en consultatie schoolbegeleider van Stichting Leerlingzorg Almere (SLA-po) Als een leerling wordt besproken met de CC-er of SLA-po of als een leerling aangemeld wordt voor onderzoek bij de SLA-po, dan wordt een onderwijskundige rapportage ingevuld. De fasen van handelingsgerichte diagnostiek (intake, strategie, onderzoek, advies en uitvoering) worden daarmee doorlopen. Het is een groeidocument: in elke fase wordt het aangevuld. De inhoud wordt met ouders besproken, ouders vullen aan en ondertekenen het formulier. Bij consultatie met de CC-er wordt het formulier tijdens het gesprek gebruikt. Bij consultatie of onderzoek door de SLA-po moet het ondertekende formulier opgestuurd worden naar de SLApo-consultant. Het formulier wordt door de IB-er in ESIS gezet en een kopie van het HGW-formulier wordt in het dossier bewaard. Onderwijskundig rapport voor bespreking in PCL Als ouders (en school) denken dat een leerling in aanmerking komt voor speciaal basisonderwijs, melden de ouders telefonisch hun kind aan bij de PCL. De school maakt een onderwijskundig rapport voor de PCL. Ouders en directie ondertekenen dat, waarna de IB-er het opstuurt naar de PCL. Een kopie wordt bewaard in het dossier en in ESIS gezet door de IB-er. Aanmelding bij ZAT Het ZAT wordt ingeschakeld wanneer er sprake is van complexe vragen of vermoedens van complexe problemen. De IB-er maakt een dossieranalyse (m.b.v. het formulier samenvatting dossier) voor het ZAT, samen met de groepsleerkracht. Ouders worden op de hoogte gesteld van de aanmelding voor advies. Er is geen toestemming nodig van ouders. Er wordt advies gevraagd over hoe te handelen bij complexe leerling- en gezinsproblematiek. Het ZAT brengt een advies uit aan de school / intern begeleider die deze informatie bespreekt met de ouders. Aanmeldingsformulier Talentenlab Begaafde leerlingen kunnen baat hebben bij een plusklas. Als school en ouders besluiten een leerling aan te melden voor het Talentenlab (voor begaafde leerlingen die een dagdeel per week naar een speciale plusklas buiten Digitalis kunnen) wordt gezamenlijk het aanmeldingsformulier ingevuld. De IB-er stuurt het formulier per mail naar de SLA-po. De SLA-po bepaalt of de leerling in aanmerking komt voor het Talentenlab. 27
Een kopie van het aanmeldingsformulier wordt in het dossier bewaard en het wordt in ESIS gezet door de IB-er. Schoolwisseling Bij verhuizing of andere reden van schoolwisseling schrijft de groepsleerkracht een onderwijskundig rapport waarop het niveau en andere gegevens over de leerling ingevuld worden. Er wordt een overzicht van toetsresultaten bijgevoegd. Zo nodig voegt de IB-er relevante verslagen en gegevens toe. Groepsleerkracht en IB-er ondertekenen het onderwijskundig rapport. De managementassistent verstuurt het onderwijskundig rapport naar de nieuwe school. Toestemming / aanmelding door ouders: Collegiale consultatie(CC) en Stichting Leerlingzorg (SLA-po) Als observatie en bespreking van een leerling met SLA-po en/of CC een optie is, vraagt de leerkracht/IB-er ouders alvast om toestemming voor vervolgacties. Ouders vullen het formulier in en ondertekenen het. Het formulier wordt in het dossier bewaard. Er wordt een notitie in ESIS gezet door de IB-er. Stichting Leerlingzorg (SLA-po) Bij onderzoek naar bv. de capaciteiten en evt. naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling moeten ouders een toestemmings- en aanmeldingsformulier invullen van SLA-po. De IB-er stuurt deze formulieren op naar de SLA-po. Een kopie wordt in het dossier bewaard. Er wordt een notitie in ESIS gezet door de IB-er. Zorgteam Voor bespreking door de IB-er in het zorgteam (i.v.m. een brede hulpvraag aan schoolarts, SMW en SLA-po) vullen de ouders het aanmeldingsformulier zorgteam in. Het formulier wordt in het dossier bewaard. Er wordt een notitie in ESIS gezet door de IB-er. Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Bij zorgen over gezin en evt. opvoedingsondersteuning kunnen de IB-er en groepsleerkracht samen met ouders schoolmaatschappelijk werk inschakelen. Ouders vullen (evt. met IB-er) de formulieren in. De IB-er stuurt het aanmeldings- en toestemmingsformulier en meldt dit per mail of telefonisch aan SMW. Een kopie van het formulier wordt in het dossier bewaard. Er wordt een notitie in ESIS gezet door de IB-er. Oké op school Als een leerling gebaat is bij een training van Oké op school (Training in zelfcontrole, Rots en Water, Denken+doen=durven, Concentreren kun je leren) kunnen de IB-er en groepsleerkracht in overleg met ouders de leerling aanmelding d.m.v. een digitaal formulier. Dit formulier hoeft niet ondertekend te worden. Het wordt per mail opgestuurd naar Oké op school. Een kopie van het formulier wordt in het dossier bewaard. Er wordt een notitie in ESIS gezet door de IB-er. Jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds Als ouders van leerlingen onvoldoende financiele middelen hebben om hun kind te laten deelnemen aan culturele of sportieve vereniging is het mogelijk financiele ondersteuning aan te vragen bij het sport- of cultuurfonds. Ouders kunnen zich voor het Jeugdsportfonds melden bij de vakleerkracht gym en voor het Jeugdcultuurfonds bij de IB-ers. LWOO Bij het bespreken van het uitstroomperspectief vanaf eind groep 6 bespreekt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider met ouders de mogelijkheid van een LWOO-aanmelding. Aan het eind van groep 7 wordt definitief besloten welke leerlingen aan het LWOO-traject mee gaan doen. Ouders van deze leerlingen krijgen van de groepsleerkracht en/of IB-er informatie een folder over het traject. Ouders geven toestemming voor de LWOO-aanmelding door het formulier toestemming LWOO in te vullen en te ondertekenen. Daarnaast vullen zij een formulier Voorkeurschool in. Het ondertekende formulier en het formulier Voorkeursschool worden in het dossier bewaard. De intern begeleider meldt de leerling aan het eind van groep 7 aan in Digidoor als PCL-zorgleerling. Begin groep 8 wordt er door de groepsleerkracht , in overleg met de IB-er, een digitaal onderwijskundig rapport (OKR) ingevuld in Digidoor over de LWOO-leerling. Dit wordt in september besproken met en ondertekend 28
door ouders, intern begeleider en directeur. Het ondertekende OKR wordt in het dossier op school bewaard en een kopie wordt aan de ouders overhandigd. Het digitale OKR wordt daarna in Digidoor ‘voltooid’. De aangemelde leerlingen worden in oktober door het V.O. uitgenodigd voor een LWOO-test. De testuitslag wordt (meestal in januari/februari) door het V.O. besproken met ouders. Ook komt het proces en de testuitslag op Digidoor gezet voor de basisschool. Het advies over de leerling is bindend; ouders kunnen wel in beroep gaan tegen het advies.
29
Dossiervorming Digitalis houdt zich bij het vastleggen van gegevens van onze leerlingen aan de Wet Persoons Registratie (WPR). In deze wet zijn de rechten van de ouders/ verzorgers vastgelegd; deze kunnen alle dossiergegevens van hun kind inzien wanneer zij een afspraak hebben gemaakt met de directie of IB-er. Deze is aanwezig bij het inzien van het dossier en geeft toelichting waar nodig; ook de leerkracht kan hierbij aanwezig zijn. De school bewaart het dossier na schoolverlating nog twee jaar (drie jaar bij een zorgdossier) waarna het door de IB-er vernietigd wordt. Digitalis werkt met verschillende digitale en papieren dossiers: De klassenmap ligt in het lokaal en is een dagelijks instrument van de leerkracht, deze zorgt voor het bijhouden van de gegevens en is verantwoordelijk. De directeur voert minimaal één keer per jaar controle uit over de inhoud van de klassenmap. Deze map bevat: Namen- en absentielijsten Verdeellijsten en informatie voor invallers Plattegrond lokaal Groepsoverzichten, groepsplannen en individuele handelingsplannen Rooster begeleiding door onderwijsassistenten School jaarplanning, leerstof jaarplanning, dag/weekplanning leerlingen, gymnastiekrooster Regels en afspraken, lijst taakverdeling, ontruimingsplan, instructie alarm Overzicht hulpouders Overzicht gegevens stagiaires Projecten/excursies CKV/Eksternest/anders Leerlingen met medicatie. Dosering en contactgegevens De toets- en registratiemap Er wordt zoveel mogelijk digitaal geregistreerd. De Citotoetsgegevens staan in Cito-LOVS en worden automatisch gekoppeld aan ESIS. De methodetoetsen die digitaal beschikbaar zijn, worden op het leerkrachtaccount bewaard. Alleen gegevens die niet digitaal zijn zoals Gegevens van methodetoetsen Beoordelingen van kringen worden op papier in de toets- en registratiemap bewaard. Het papieren leerlingdossier bestaat uit hangmappen die per groep alfabetisch gesorteerd zijn. Het bevindt zich in de IB kamers in een afgesloten kast. De gegevens van leerlingen waarvoor de begeleiding door de IB-er intensief loopt, worden tijdelijk in een aparte zorgmap gedaan. Aan het eind van elk schooljaar zorgt de groepsleerkracht ervoor dat alle leerlinggegevens in het leerlingdossier chronologisch worden opgeruimd, de nieuwste voorop. De IB-er is ervoor verantwoordelijk dat de dossiers voor het nieuwe schooljaar op de juiste plek komen. De IB-er bewaakt dit dossier. Het bevat: Ondertekend ‘Dit is mijn kind formulier’ en ‘Zes weken formulier’. Eventueel het overdrachtsformulier van kinderdagverblijf of peuterspeelzaal Ondertekende gespreksverslagen Het onderwijskundige rapport van een eventuele vorige school. Verslaglegging van onderzoeken door externe instanties (SLA-po, CvI, ZAT, Kinderpsychiaters, audiologisch centrum enz.) Onderwijskundig rapport van PCL, SLA-po of CVI Voor leerlingen met medicatie toestemmingsformulieren en protocol voor toediening Groeidocument HGW Ondertekende handelingsplannen en ontwikkelingsperspectieven Ondertekende uitstroomperspectieven groep 6-7-8 30
Ondertekende toestemmingsformulieren voor contact met externen
Het digitale leerlingdossier staat in Esis. Dit is een webbased administratiesysteem dat ASG breed gehanteerd wordt. De leerkracht, IB-er en directeur hebben toegang tot dit dossier. Ieder is ervoor verantwoordelijk alle relevante gegevens in dit systeem vast te leggen, directie en IB-er controleren dit. Hier wordt verslag gelegd van: Oudergesprekken Observaties Leerlingbesprekingen Alle handelingsplannen en ontwikkelingsperspectieven Uitstroomperspectieven groep 6-7-8 Groeidocument HGW Dossier rugzakleerlingen Verslagen van de schoollogopedist Verslag van de schoolarts Cito-toets resultaten Incidenten Rapporten Digitale zorgmap bevat alle relevante gegevens van leerlingen die door hun leerkracht zijn ingebracht bij de IBer voor aanvraag van hulp of begeleiding door externen. Als deze aanvragen en aanmeldingen zijn afgerond gaan de gegevens weer het leerling dossier. Het wordt beheerd door de IB-er. In deze zorgmap worden ook de groepsbesprekingen tussen leerkrachten en IB-er vastgelegd. Dossier met in- en uitschrijvingen. Per groep is er een map samengesteld met de papieren inschrijfgegevens. Per leerjaar is er een map met uitgeschreven leerlingen. Deze dossiers worden door de managementassistent beheerd en staan in het directiekantoor in een afgesloten kast.
31
Toetskalender voor groep 1 t/m 8 We streven ernaar zo veel mogelijk toetsen digitaal af te nemen, hierdoor is de afname voor iedere leerling op dezelfde manier. Daarnaast vermindert een digitale afname de werkdruk bij leerkrachten. Sept.
Okt.
Nov.
Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Screeningsinstrument Beginnende geletterdheid Rekenen-Wiskunde
Dec.
Jan. M1M2 M1M2
B2-B3
DMT en AVI Begrijpend lezen Spelling Woordenschat Studievaardigheden Entreetoets Eindtoets Basisonderwijs *Alleen bij leerlingen die M3 nog onvoldoende scoren
Febr.
Mrt.
Apr.
Mei
M3
M2
M2
E3*
Jun. E1E2 E1E2
M3M8 M3M8 M4M8 M3M8 M3M8 M8 E7
E3E7 E3E7 E3E4 E3E7 E3E7 E5E7 E7
E7
M8
32
Tot slot Het zorgplan op Digitalis is een levend document. De inhoud wordt regelmatig aangepast aan nieuwe beleidsmatige en onderwijskundige ontwikkelingen die binnen de school en op gemeentelijk of landelijk niveau plaatsvinden. Digitalis is een jonge school waar het team intensief bezig is om gemaakte afspraken toe te spitsen op de ondewijsbehoeften van de zeer diverse populatie. We zijn ons ervan bewust dat het zorgplan nog niet compleet is, maar hebben in vergelijking met het vorige jaar al een flinke slag geslagen. Ook dit jaar zullen wij weer verder gaan met het ontwikkelen van de kwaliteit op onze school want onze kernwaarden zijn: Deskundig Individueel Geborgenheid Inspirerend Twee stromen Actief Laagdrempelig Innovatief Samen sterk
33