Zorgplan De Atlant 2012-2015
1
Inhoudsopgave Zorgplan De Atlant Hoofdstuk 1 Zorg in de school/ het Kader Pagina: 7
Hoofdstuk 2 Generiek Zorgaanbod Pagina: 8 2.1
Het Startformulier
2.2 2.2.1 2.2.2
Contacten met Ouders Incidenteel Structureel: (Startformulier0 LWBP 10 minuten gesprek Nieuws brief voor ouders Ouderraad/MR
2.3. 2.3.1 2.3.2 2.3.3
De Leerling bespreking Het Voorgesprek De Leerling Bespreking Het Nagesprek
2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7
Probleemgedrag Uitgangspunten Lastig Gedrag Onderscheid Gedragsproblemen De 12 problemen van Trix Checklist Pedagogisch Klimaat De leerling heeft een Probleem, versus de School heeft een Handelingsverlegenheid Een aanzet tot een Protocol: De Klas Uitgestuurd en dan…..
2.5 2.5.1 2.5.2
Veiligheid In en Om de School Algemeen VIOS op de Atlant Klimaat en regels Aandachtspunten voor de medewerkers van de school
2
Hoofdstuk 3 Specifiek Zorgaanbod Pagina: 24 3.1 De Zorgcommissie 3.1.1 Uitgangspunten van de Zorgcommissie 3.1.2 Samenstelling van de Zorgcommissie 3.1.3 Vergaderstructuur van de Zorgcommissie 3.1.4 Aanmelden en Werkwijze van de Zorgcommissie 3.2 De Leden van de Kern Zorgcommissie 3.2.1 De Zorgcoördinator 3.2.2 De Schoolmaatschappelijk Werker 3.2.3 De Schoolarts 3.2.4 De Schoolpsycholoog 3.2.5 De Switchmedewerker van de School 3.3 De Leden van de Zorgcommissie Breed /Overige Zorgmedewerkers 3.3.1 De Logopedist 3.3.2 De Psycho Motore Therapeut 3.3.3 De vertrouwenspersoon 3.3.4 De Interne Begeleider 3.4 Specifiek Zorgaanbod binnen de school 3.4.1 Circus Elleboog 3.4.2 Marietje Kessels Project 3.4.3 Faalangst( reductie/regulatie) Training 3.4.4 P.M.T. 3.4.5 SOVA Stage Gerelateerd 3.4.6.M.R.T. 3.5 Zorgcontacten derde lijn 3.5.1 Leerplicht 3.5.2 Buurtregisseur 3.5.3 Externe Zorginstanties
Hoofdstuk 4 Presentie Beleid Pagina: 42 Het Presentie Protocol 4.1 Belangrijke Regels vanuit de Leerplicht 4.2
Wanneer is er Sprake van Verzuim
4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3
Regels m.b.t. Presentie De leerling De Ouders De Medewerkers van de School: De Conciërge De Mentor De Leerkracht De Zorgcoördinator De Directie
3
4.4
Ziek Melden
4.5
Afspraken onder Schooltijd
4.6 Schoolregels m.b.t. Te Laat Komen 4.6.1 De Leerling 4.6.2. De medewerkers van school De Conciërge De Mentor De Zorgcoördinator De Ouders 4.7
Verlof Aanvragen en Vrijstellingen
4.8 4.8.1 4.8.2 4.8.3
Time Out, Schorsen en Verwijderen Time Out Schorsing Verwijdering
Hoofdstuk 5 Toetsen en Testen Pagina: 53 5.1
Didactische Toetsen
5.2
IQ Test
Hoofdstuk 6 Uitstroom Pagina: 55 6.1 Mogelijkheden van Uitstroom 6.2 6.2.1
6.2.2
Procedures bij Uitstroom Wie zijn bij de procedures betrokken en wat zijn hun taken: Mentor bovenbouw Stage Coördinator Zorg Coördinator Directie Administratie Moment van Uitstroom en Rapportage
Hoofdstuk 7 Aanname Beleid Pagina 59
4
Hoofdstuk 8 Kwaliteitszorg Pagina: 62 8.1
Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2012/2013 2011/2012 2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006
8.2
Inventarisatie Ouders en Gezin 2012/2013 2011/2012 2010/2011 2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006
8.3
Inventarisatie Kind kenmerken 2012/2013 2011/2012 2010/2011 2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006
8.4
Hulpverleningsaanbod en Niet reguliere uitstroom Intern Hulpverleningsaanbod Totale school populatie Extern Hulpverleningsaanbod Totale school populatie Niet reguliere uitstroom 2012/2013 2011/2012 2010/2011 2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006
8.5
Nieuwe Medewerkers en Zorg
5
Hoofdstuk 9 Gelden Pagina: 104
6
Hoofdstuk 1 Zorg in de school Zorg op de Atlant De Atlant is een kleine school voor praktijkonderwijs.( 195 leerlingen) De zorg zit in het klimaat van de school. Er heerst een prettig, rustig, warm klimaat met tijd en aandacht voor elke individuele leerling. Er wordt hard gewerkt en veel gelachen Regels worden door alle collega’s gezamenlijk gehandhaafd.
Zorgstructuur: Uitgangspunten zorgstructuur: • Zorg zit in het klimaat en de organisatie van de school. •
Zorg is aandacht hebben en tijd nemen.
•
Zorg is een gedeelde verantwoordelijkheid.
•
Zorg start letterlijk en figuurlijk bij binnenkomst van de leerling. Na aanmelding vindt een uitgebreide intake plaats, Elke morgen: Directie/conciërge verwelkomen de leerlingen bij de schooldeur , Elke leerkracht staat in zijn klassendeur en ontvangt de leerlingen met het geven van een hand. )
•
De school schept een zodanig klimaat dat problemen optimaal gesignaleerd kunnen worden. Bijvoorbeeld: t.a.v. van absentie: een veelvuldig te laat zegt niets als we accepteren dat kinderen te laat komen. Bijvoorbeeld: Het duidelijk grenzen stellen schept de mogelijkheid om aan te tonen dat een leerling meer nodig heeft: Aandacht, hulp binnen school, speciaal traject, hulp buiten school, andere school, enz.
•
Elke leerling is een zorgleerling.
•
De eerste mentor is de case manager van de leerling.
•
De zorgcommissie ondersteunt de school.
•
De oplossing van zware problematiek van leerlingen is geen school taak. De school heeft de taak deze problemen te signaleren, de zorg hierover te delen met de ouders en te verwijzen naar instanties die samen met ouders en kind het probleem mogelijk kunnen oplossen.
7
Hoofdstuk 2 Generiek Zorgaanbod 2.1. Het Startformulier Het Startformulier vormt de basis waarop met de leerling op de Atlant gewerkt gaat worden: Het startformulier is eigenlijk een papieren weergave van wat de Atlant aan pedagogisch klimaat uitstraalt. : •
Een klimaat wat gestoeld is op wederzijds respect en aandacht voor elke individuele leerling.
•
Aandacht is er voor alle leerlingen. Alle leerlingen zijn zorgleerlingen.
•
We benadrukken op deze wijze dat we willen samenwerken. Door het in gesprek gaan met ouders, leerling, hulpverleners, collega’s kunnen problemen worden voorkomen of tijdig worden gesignaleerd.
•
Kind en ouders zijn blij met de start op een nieuwe school. Er zijn nog geen problemen. Ze ervaren de gesprekken als positief en hebben voordat de leerling de school betreedt een positief contact met één of meerdere zorgcommissie leden. Ouders en kind zijn over het algemeen zeer open en vinden het prettig zorgen en twijfels te delen.
•
Wij hebben voor dat het kind de school betreedt in kaart wie betrokken zijn bij het individuele gezin qua hulpverlening en wat er op dat gebied al gedaan is.
•
De nieuwe leerlingen vormen ¼ van de schoolpopulatie. Het is erg prettig om van te voren globaal te weten welke leerlingen je binnen krijgt. Problemen zijn op deze wijze te voorkomen. Dit verhoogd de veiligheid
•
De Zc maakt op grond van deze informatie de groepsindeling en koppelt leerlingen aan mentoren.
Het startformulier komt tot stand op de volgende wijze: Van alle nieuwe leerlingen die de school inkomen wordt dit in de periode maart/juli van het voorafgaande schooljaar gemaakt. • De administratie verstrekt de basale gegevens. • De schoolmaatschappelijk werker heeft een gesprek met ouders en kind en maakt een verslag. • De schoolarts heeft een gesprek met ouders en kind waarvan de zorg commissie dit van belang lijkt. De overige gegevens komen uit het GGD verslag van de vorige school. Ook zij maakt een verslag. • De psycholoog krijgt van de aanleverende scholen via het elektronisch loket een basis verslag. Dit vult zij aan en maakt een kort verslag. 8
•
De zorgcoördinator vat al deze gegevens samen op één handzaam A 4 tje en formuleert de handelingssuggesties
Loopt één van de leden van de zorgcommissie tijdens dit proces tegen een probleem aan dan wordt dit in de ZC besproken. Dit kan bijv. leiden tot: - Nogmaals uitnodigen van ouders door een ander zorgcommissie lid - Door vragen/na vragen bij andere instanties - Aanscherpen van handelingssuggesties - Afwijzen van aanmelding Inhoud van het Startformulier: STARTFORMULIER DE ATLANT 2007/2008
Algemene informatie Naam: Geb. datum: Afkomst school: Geloofsovertuiging: Culturele achtergrond: Zwemdiploma: Gezinssituatie: Ontwikkeling/Schoolloopbaan Hulpverlening: Sociaal-medische gegevens: Informatie vorige school: Cognitieve gegevens: Didactische gegevens:
NDT Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Inzichtelijk rekenen
dle dle dle dle
achterstand % achterstand % achterstand % achterstand %
Algemene beschrijving:
Handelingsvoorstellen SMW-er: Schoolarts: Mentor: Allen:
9
2.2. Contacten met Ouders Contact met ouders/verzorgers is een voorwaarde voor toelating van een kind. Wanneer dit contact gedurende de jaren ook nog eens positief verloopt, heeft dit effect op het succesvol doorlopen van de school door het kind.
2.2.1 Structureel: • • • • •
Het startformulier ( zie boven ) Het LWBP Het 10 minuten gesprek De nieuws brief voor de ouders De ouderraad
2.2.2 Niet structureel maar wel frequent voorkomend: De mentor ( soms de administratie) belt bij verzuim nog dezelfde dag naar huis De mentor neemt bij zorg/problemen contact op met en ouders om de zorg te delen. Eén van de leden van de zorgcommissie neemt contact op met de ouders
• Het LWBP gesprek / Het Leer Werk en Begeleiding Plan gesprek: Het vervolg op de gesprekken, die nodig zijn voor het tot stand komen van het startformulier, zijn de LWBP gesprekken die de mentor houdt met de ouders. -
Doel van het LWBP gesprek: Communicatie en informatie uitwisseling: Ouders, leerling en school wisselen informatie uit en werken samen om het meest haalbare voor de leerling te bereiken. Alle betrokkenen zetten een handtekening ter bevestiging van die samenwerking.
-
Inhoud van het LWBP gesprek Is per bouw, per moment en per leerling verschillend. Een lijst van gespreksonderwerpen per bouw is in de maak. In het laatste LWBP gesprek komt in ieder geval in alle bouwen aan de orde: De laatste leerling bespreking. De afspraken die gemaakt zijn voor volgend jaar.
-
Frequentie en duur van het LWBP gesprek: Twee maal per jaar een ½ uur Aan het begin en aan het eind van het schooljaar Aanwezig: Ouders/verantwoordelijk verzorgers, leerling, mentor.
-
Rapportage van het LWBP gesprek LVS: Wie waren aanwezig. Datum Belangrijke onderwerpen van gesprek ( wanneer niet in LWBP boekje zelf)
10
• Het 10 minuten gesprek: Doel van het 10 minuten gesprek: Vnl.: Informatie overdracht van school naar ouders -
Inhoud van het 10 minuten gesprek: Ouders op de hoogte brengen van de voortgang van hun kind Leerling bespreking en rapporten vormen voor dit gesprek de basis.
-
Frequentie en duur van het 10 minuten gesprek: 1 x per jaar na de eerste leerling bespreking en de rapport uitgifte. 10 minuten
-
Rapportage van het 10 minuten gesprek in LVS: Datum Wie waren aanwezig
• De nieuwsbrief voor de ouders 4 x per jaar worden ouders/verzorgers op de hoogte gesteld over diverse gebeurtenissen aangaande de Atlant
• Ouderraad en MR Moet nog ingevuld worden
2.3. Leerling Besprekingen Het Startformulier is het Handelingsplan dat de leerling al krijgt voordat hij de school betreden heeft. De leerling besprekingen vormen de basis voor het handelingsplan wanneer de school met de leerling en de leerling met de school kennis heeft gemaakt. Aan de leerling bespreking vooraf hebben zorgcoördinator en mentor een voorbespreking. Na de leerling bespreking volgt tussen zorgcoördinator en mentor een nagesprek
2.3.1 Het Voorgesprek mentor en zorgcoördinator Voorafgaande aan de leerling bespreking hebben zorgcoördinator en mentor een voor gesprek. Doel: - Zijn er gebeurtenissen aangaande de leerling die de bespreking kunnen stagneren - Is de school de gemaakte afspraken uit de vorige leerling bespreking wel na gekomen - Onderwerpen die besproken kunnen worden aan gaande de leerling: - Algemene informatie - Gezinssituatie: - Ontwikkeling/Schoolloopbaan Hoe staan de zaken: nieuwe mentor, nieuwe klas, nieuwe vakken, andere eisen. - Hulpverlening: - Sociaal-medische gegevens: - info uit de laatste oudergesprekken, controle of alle ouders geweest zijn. 11
2.3.2 De Leerling Bespreking Doel: - In de leerling besprekingen evalueren we de voorafgaande leerperiode en stellen het beeld van de leerling en de door ons te nemen acties bij. - Alle leerlingen zijn zorgleerlingen dus alle leerlingen worden besproken. Bij sommige leerlingen staan we langer stil Wie aanwezig: Mentor, zorgcoördinator, leerkrachten die aan de groep les geven, directielid. Frequentie/duur: - 2 leerling besprekingen per jaar plaats. (nov/dec en april/mei ) - 11/2 uur Inhoud: - De mentor levert een verslag van het gedrag en sociaalemotioneel welbevinden en - De mentor levert de toetsgegevens - De overige docenten leveren een ingevulde scorelijst van de Gil lijst in met een woordelijke toelichting hierop. - De zorgcoördinator leidt de vergadering. - De ib-er notuleert de afspraken en kernpunten - De mentor neemt het voortouw in het gesprek. Ze vat het totaal beeld van de leerling en de genomen acties samen en vraagt om advies en aanvulling. - De overige docenten vullen bovenstaande aan, geven hun mening, enz.
Verslaglegging of te wel het Handelingsplan: De zorgcoördinator maakt een beknopte conclusie van de bespreking waarin: Totaalbeeld van het team over de leerling, Actie punten en handelingssuggesties voor mentor/ docenten/ zorgteam/ directie Leerpunten voor de leerling
2.3.3 Het Nagesprek tussen Mentor en Zorgcoördinator Doel: - Evaluatie van de Leerling bespreking - Controle of de verslaglegging door de zorgcoördinator wel juist is. - Nalopen van de gemaakte afspraken en acties en controleren of ze ook daadwerkelijk uitgevoerd zijn/worden.
12
2.4 Hoe gaan wij om met Probleem Gedrag op de Atlant en wat leuke weetjes. 2.4.1 Uitgangspunten: Je kunt maar op één manier de grenzen van het mogelijke ontdekken: Waag je er een stukje overheen in het onmogelijke. De school is een unieke omgeving om gedragsproblemen aan te pakken. Een gunstige gedragsontwikkeling bevordert het onderwijsleerproces. 10 tot 20 % van de leerlingen heeft of ervaart gedragsproblemen. Probeer niet alleen de moeilijke kant van het probleemgedrag te zien, maar ook de positieve speciale kant. Besef dat je geen therapeut bent. Creëer een veilige, geruststellende leefwereld met begrip voor (tijdelijk)onvermogen. Werk samen met de interne deskundigen en gebruik tips. Verwijs de zwaardere gevallen door. Neem je verantwoordelijkheid, maar voel je hier in niet alleen. Deel je zorgen, twijfels en frustraties. Liever te vroeg dan te laat.
2.4.2 Lastig Gedrag een Probleem of een Kans? Plak je ze achter het behang, verstoren ze je les, gooi je ze uit de les, moeten ze van school, waarom zijn ze aangenomen ?? of Waarom verstoort hij de les, wat heeft hij nodig, wat kan ik er aandoen, wiens probleem is het eigenlijk.?? Probleemgedrag is een subjectief en normatief begrip. Afhankelijk van de beoordelende persoon en afhankelijk van de geldende normen en waarden is er al of niet sprake van probleemgedrag.
13
Het ervaren van Gedragsproblemen hangt vaak samen met subjectieve interpretaties en ( voor-) oordelen. Voorbeeld: Zintuiglijke waarneming: Jan stoot met zijn arm tegen die van Piet Interpretatie: Jan maakt ruzie met Piet Waardeoordeel: Jan verstoort weer eens de les. Werk Definitie probleemgedrag: • Als ouders,leraren, andere volwassenen er last van hebben en zij het gedrag als strijdig ervaren met de algemeen geldende waarden en normen. • Als leeftijdgenoten er last van hebben ( vervelend,storend,bedreigend) • Als de jeugdige er zelf last van heeft omdat het gedrag een positieve ( sociaalemotioneel) ontwikkeling belemmert. De aard en de ernst worden bepaald door: 1) De frequentie waarmee het gedrag optreedt. 2) De duur die het gedrag heeft 3) De omvang die het gedrag heft 4) De gevolgen ( schade) die het gedrag heeft voor de jeugdige en zijn omgeving.
2.4.3 Onderscheid gedragsprobleem - gedragsstoornis Onderscheid gedragsprobleem gedragsstoornis is niet eenduidig. Gedragsprobleem versus Belangrijkste bron is omgeving Geen direct verband tussen oorzaak en gevolg Heeft invloed op het tempo van ontwikkeling Ontwikkeling kan belemmerd worden Kan zone van naaste ontwikkeling aantasten Op vang binnen het reguliere onderwijs
Gedragsstoornis. Belangrijkste bron is aanleg Direct verband tussen oorzaak en gevolg Invloed op ontwikkelingsfuncties Ontwikkeling kan abnormaal worden Tast zone van naaste ontwikkeling aan Opvang veelal binnen speciaal onderwijs
Gedragsstoornis: Bij een stoornis is het voor de hulpverlening en aanpak van de gedragsproblemen die uit de stoornis of belemmering voortvloeien, belangrijk te beseffen dat de mate van beïnvloeding van buitenaf beperkt is. Het gaat in dat geval om bescherming en leren omgaan met de beperking. Er is alleen sprake van een stoornis wanneer deze gediagnosticeerd is. Diagnose via DSM IV of ICD ( arts of psychiater ) Rode draad: weerstand tegen verandering en een gebrekkig empathisch vermogen Een psycholoog/orthopedagoog kan gedragsprobleem vaststellen, maar dus geen stoornis. Een GGZ psycholoog mag de diagnose dyslectisch stellen.
14
Tip: Wanneer de diagnose nog niet gesteld is kun je als ervaren leerkracht wel al aan de hand van de gedragsproblemen een mogelijke stoornis onderkennen: - Benoem dan: Gedragingen lijken op ….. - Vraag onderzoek aan - Zoek naar de beste aanpak.
2.4.4 De 12 Probleemgebieden van Trix In het boek pedagogische adviezen voor speciale kinderen onderscheidt Trix van Lieshout 12 probleemgebieden. Er zijn veel overlappingen en het zijn zeker geen afgebakende gebieden. Gedragsprobleem: • Angst • Faalangst • Geremdheid/teruggetrokkenheid • Depressieve gevoelens • Posttraumatische stressstoornis Gedragsstoornis; • ADHD aandacht te kort stoornis met hyperactiviteit • ODD oppositioneel,opstandig gedrag • Agressief, anti sociaalgedrag • PDD-NOS,aan autisme verwante stoornis • NLD non verbal learning disability • Gilles de la Tourette • Borderline persoonlijkheidsstoornis
2.4.5 Checklist Pedagogisch klimaat •
Onderwijssituatie: Sluit de leerstof aan bij de ervaringen van de leerlingen Wordt de leerstof duidelijk aangeboden Wordt er tijdens de instructie rekening gehouden met individuele verschillen Wordt er met op maat gestelde doelen gewerkt Wordt er gedifferentieerd in onderwijsleersituaties.
•
Leeromgeving: Kunnen leerlingen geconcentreerd aan hun taken werken Wordt zelfstandig werken/leren gestimuleerd Kunnen leerlingen bij opdrachten hun eigen interesse volgen Wordt er samengewerkt of/en in groepen gewerkt.
•
Schoolomgeving: Ervaren de leerlingen de school en de omgeving als veilig:wordt de inrichting van de school als plezierig ervaren Worden de schoolregels als nuttig ervaren Ervaren de leerlingen de inrichting van de lokalen als uitnodigend. 15
•
Relatie leerkracht/leerling Uiten de leerlingen zich gemakkelijk t.o. de leerkracht Geven leerkrachten leerlingen individuele aandacht Zijn er regelmatig ruzies conflicten tussen leerlingen
•
Teamsituatie: Consulteren leerkrachten elkaar over het dagelijks werk Heeft iedereen een goede inbreng in het team functioneren Spreken leerkrachten hun problemen met de schoolleiding door Wordt er samengewerkt bij de uitvoering van het werk
2.4.6 De leerling heeft een probleem versus de school heeft een handelingsverlegenheid. De Atlant probeert een klimaat te bewerkstelligen waar elke leerling zich optimaal kan ontwikkelen. Er wordt binnen de grenzen van de school samen met ouders en leerling gezocht naar onderwijs dat past bij de ontwikkelingsmogelijkheden, wensen en omgeving van de leerling. Binnen de school zijn veel voorzieningen om een leerling met een probleem op te vangen ( PMT, Faalangst reductie training, Switch medew, schoolarts, logopedist, achterwacht,enz) Enerzijds is dit een goede ontwikkeling. De problematiek van veel van onze leerlingen is dusdanig dat ik er voor pleit dat deze voorzieningen gehandhaafd blijven. Anderzijds zit hier ook een gevaar in. Het vooronderstelt nl dat het probleem in de leerling( gezin/ouders) ligt en als we daar nu maar aan knutselen dan komt het wel goed. “De organisatie van de zorg lijkt ongemerkt te worden afgestemd op de vraag welke zorgleerling voor welke hulp in aanmerking mag en moet komen.” De professionaliteit van docenten en mentoren is niet belangrijk meer. Bij problemen verwijs je door!!!! En daar staat m.i. de Atlant niet voor. De Atlant staat voor: Zorg zit in het klimaat van de school, een klimaat dat we gezamenlijk maken. Een probleem leerling heeft een mentor, andere docenten en een klas. Een leerling heeft altijd een probleem in relatie tot. Van mentoren of docenten mag verwacht worden dat zij reageren als professionals: Het signaleren van een probleem leidt tot reflecteren op eigen handelen. De zorgcoördinator kan in gesprekken hierbij mogelijk ondersteunen. De interne hulpverleners kunnen zo mogelijk ook een ondersteunende taak hebben bij dit proces.
16
Heel kort door de bocht: Probleemleerling zijn leerlingen die zorg behoeven. Dit leveren we op 2 manieren: Enerzijds: De leerkracht, mentor, docent, heeft een probleem en past zijn handelen, gedachten en ideeën en doelen omtrent de leerling aan. Anderzijds: Er is meer nodig voor deze leerling dan wij kunnen bieden, wij zoeken voor de leerling ondersteuning van binnen uit of van buiten de school. Wij zoeken een andere school/voorziening
2.4.7 De klas uitgestuurd Inleiding: Er zijn momenten dat je een leerling wel achter het behang wil plakken. Je hebt alle mogelijkheden om de leerling in de klas te houden al uitgeprobeerd en weet op dat moment geen andere weg meer dan er uit sturen: De leerling is op dit moment zo storend dat het klassikale proces gehinderd wordt. Je stuurt de leerling naar de directie. Dit lijkt een oplossing maar creëert tevens nogal wat onduidelijkheden bv: 1)De directie is niet altijd beschikbaar. 2) De leerling komt helemaal niet bij de directie aan. 3) De directie hoort alleen het verhaal van de leerling. 4) Wanneer dit plaats vindt bij een vakleerkracht krijgt de mentor van de leerling het verhaal niet of soms veel te laat te horen. 5) De leerkracht bij wie het probleem plaats vond heeft geen of zeer weinig tijd om zijn kant van het verhaal toe te lichten. De directie neemt met onvolledige informatie een beslissing. 6) De leerling wordt ergens neergezet: De leerling wordt voor een tijdelijke time out zonder toezicht in het magazijn gestopt: Gevolg leerlingen die daar aan het werken zijn worden gestoord en wanneer er geen leerlingen zitten wordt er geschreven op de tafel en aan spullen gezeten in het magazijn. De leerling wordt in de kamer van de directie gezet wanneer deze leeg is: Er liggen in die kamers vaak spullen die niet ter inzage zijn. De leerling wordt in het kamertje van de logopediste neergezet. In die kamer liggen nog veel meer spullen binnen handbereik van de leerling. (Atlantjes, scharen, pennen, boeken, end). De leerling wordt daarom meestal aan de ronde tafel gezet. In het meeste centrale punt van de school zit, meestal hangt, daar dus een niet gemotiveerde, boze, dwarse leerling. Niemand heeft de verantwoordelijkheid. In onze school gaat ( Gelukkig !!!???) iedereen zich met de leerling bemoeien. De leerling krijgt tal van verschillende boodschappen; begrip, correctie, informerend, advies. 17
Er lopen momenteel steeds meer leerlingen door de school ( ook een bespreekpunt). Zij komen op weg naar hun bestemming bijna allemaal langs deze plek en ook zij lopen meestal niet zomaar aan deze leerling voorbij. 7) De zorgcoördinator: Uiteindelijk wordt ergens in dit proces de zorgcoördinator betrokken. Vaak is het probleem er inmiddels alleen maar ingewikkelder op geworden en zijn er veel meer mensen betrokken dan alleen de leerkracht die de leerling eruit stuurde en de uitgestuurde leerling. Al met al een chaotisch geheel wat destructief werkt op het pedagogisch klimaat van de school en zeker niet constructief is voor het oplossen van het oorspronkelijke probleem. Op weg naar een oplossing: -
-
-
Het bovenstaande probleem bestaat al langer. De zorgcoördinator was al bezig een oplossing te zoeken voor het bovenstaande probleem .Een oplossing die past in het pedagogisch klimaat van de Atlant. ( Zie binnenkort uitkomend voorstel voor een zorgplan) De directie geeft al langere tijd aan dat zij geen tijd hebben voor de uitgestuurde leerling. In een vergadering ( directie, 2 bouwcoördinatoren, ib en zc )geeft de directie aan dat zij hun handen vol zullen krijgen om de verbouwing in goede banen te leiden en niet meer beschikbaar kan en wil zijn voor het probleem van de uitgestuurde leerling in de huidige vorm In diezelfde vergadering wordt door de zorgcoördinator naar voren gebracht dat het van belang is om de chaos die de verbouwing mogelijk teweeg gaat brengen zoveel mogelijk voor te zijn. Dit door oa duidelijke, voor iedereen heldere afspraken te maken aangaande het pedagogisch klimaat. In het kort: De kracht van het pedagogische klimaat van de Atlant is: -
Er is sprake van gedeelde verantwoordelijkheid
-
Is positief
-
Berust op Tijd nemen en Aandacht hebben.
-
Start wanneer een leerling de school betreedt.
-
Niet alleen het klaslokaal maar ook de gangen en het plein zijn ruimtes waar leerlingen begeleid worden in positief gedrag.
18
De klas uitgestuurd en dan: ……De oplossing ?????? We hebben in overleg het volgende bedacht. Een leerling wordt door een leerkracht de les uitgestuurd omdat hij/zij niet meer in de les te handhaven is. De leerling vertoont zodanig grensoverschrijdend gedrag dat de leerling zelf, medeleerlingen, of de leerkracht er last van hebben. De leerkracht stuurt de leerling naar de achterwacht van die dag met een achterwacht briefje en werk. De achterwacht neemt tijdelijk de zorg van de leerling over. Aan het eind van de dag, of eerder, bespreekt de docent met de leerling aan de hand van het uitstuurformulier het conflict. De docent noteert de afspraken en sancties op het uitstuurformulier. De docent maakt kopieën van het formulier, voor zichzelf, de mentor, en de zc. Het origineel gaat in de map incidentenregistratie ( onderdeel uitsturen) Voor de duidelijkheid: Een kind de klas uitsturen is een middel waar andere middelen niet meer helpen. Het is een zwaar middel dat zo min mogelijk moet toegepast worden. Het is een serieus middel en moet ook zodanig aan de leerlingen geïntroduceerd worden. Er is altijd een sanctie aan verbonden. ( Tijd inhalen, werk afmaken, enz). Wanneer je er geen sanctie aan wilt verbinden dan moet je de leerling er niet uitsturen en zoeken naar een andere oplossing De ware oplossing zit niet in de sanctie maar in het gesprek. Wanneer echter bv de veiligheid in het gedrang komt schuw dan niet het te gebruiken.!!!! Variaties die minder zwaar zijn: Even op de gang laten afkoelen, in overleg met een collega de leerling tijdelijk in een andere klas plaatsen. Veel scholen hanteren een vergelijkbaar systeem. Gekoppeld hieraan zit meestal dat, na een x aantal keren per jaar eruit gestuurd worden, de school overgaat tot schorsen en ouders op school laat komen. Voorstel van mij is om dit onderdeel er nog even uit te houden. Laten we eerst kijken hoe dit loopt.
Hier onder volgt de uitgewerkte versie: Het Uitstuurformulier: Het uitstuurformulier kan o.i. een aantal zaken meer gestroomlijnd gaan laten lopen, Is een vorm van incidenten verslaggeving. ( verplicht nu we deelnemen aan het VIOS) Schept duidelijkheid voor de leerling, betrokken leerkracht, mentor en achterwacht. Is zowel een verslaglegging van het incident als wel, en wat veel belangrijker is, een verslag van wat de school ( leerling/docent) er aan gedaan heeft zodat herhaling mogelijk wordt voorkomen. Zie bijgevoegd uitstuurformulier De Achterwacht: Het in het leven roepen van de achterwacht( Wie een betere naam heeft mag het zeggen, maar ontstaat misschien vanzelf als we helemaal helder krijgen wat nu precies de taken zijn van de achterwacht). De werkwijze die we tot nog toe bedacht hebben: 19
-
-
De achterwacht heeft geen lesgevende taken op de dag dat hij /zij achterwacht is. Genoemd zijn nu: de twee bouw coördinatoren en de zc. De achterwacht taak is een gedeelde taak. Een taak die door meerdere personen gaat uitgevoerd worden. Dit kan een voordeel zijn, echter ook een nadeel. Er moet een redelijke consistentie zijn in hoe we er mee omgaan. Regelmatig tussentijds evalueren en afstemmen is noodzakelijk. Op het bord in de leraarkamer komt te staan wie de achterwacht van de dag is. De achterwacht is een buffer tussen leerkracht en directie. De achterwacht ontvangt de leerling en schat n.a.v. het gedrag van de leerling en het bijgeleverde achterwacht briefje het probleem in. Wanneer het één en ander niet duidelijk is gaat hij/zij naar de docent voor overleg. De achterwacht geeft, in de meeste gevallen, de leerling een uitstuur formulier. De achterwacht noteert aan welke leerling een formulier wordt gegeven. De achterwacht zoekt een ruimte waar de leerling kan werken. ( zoveel mogelijk ondertoezicht ) De achterwacht krijgt van de leerkracht die de leerling eruit gestuurd heeft geeft na het gesprek met de leerling het originele formulier terug en stopt dit in de map Incidentenregistratie onder uitstuurformulieren( eerste aanzet tot verplichting incidenten registratie VIOS)
Bovenstaande zijn allemaal taken voortkomend uit het feit dat leerlingen uit de klas gestuurd worden. Mogelijk is het een idee zeker met de op handen zijnde verbouwingsonrust om de achterwacht een soort floormanager te laten zijn. Zoals boven beschreven is het ieders taak om mee te werken aan een positief pedagogisch klimaat in de gehele school. Een algehele coördinatie hierop lijkt mij zeer gewenst. Het Achterwacht briefje: Het achterwacht briefje wordt geschreven door de docent die de leerling eruit stuurt en wordt meegeven aan de leerling. Het achterwacht briefje is een kort, vaak in de haast en mogelijk in emoties geschreven overdrachtnotitie. Het doel is dat de achterwacht globaal weet wat er aan de hand is en dat er geen misverstanden kunnen zijn over de ernst van de situatie. Wanneer het briefje zijn dienst heeft bewezen wordt het verscheurd. De docent die een leerling naar de achterwacht stuurt: Is in eerste instantie verantwoordelijk, soms medeverantwoordelijk, voor de afhandeling van het conflict. (Niet de mentor, niet de achterwacht en niet de directie) Het conflict wordt altijd op dag zelf opgelost Vult, zeer beknopt, het achterwacht briefje in Geeft werk mee aan de leerling. Bespreekt aan het eind van de dag, of eerder,het probleem met de leerling en vult het uitstuurformulier in. Maakt afspraken omtrent gedrag in de toekomst en legt een sanctie op. Geeft het origineel terug aan de achterwacht en maakt een kopie voor zich zelf, de mentor en de zorgcoördinator( die dit kopie in het leerling dossier bewaard).
20
Een ruimte: Een speciale ruimte om leerlingen op te vangen hebben we niet. De vraag is ook of dit nodig is. Zoveel leerlingen worden er nu ook weer niet uitgestuurd en misschien roept het creëren van een ruimte wel aanbod op. Tijdens de verbouwing zullen ruimtes wisselende bestemmingen krijgen. We kiezen ervoor om de achterwacht per dag, per uur, en per geval te laten bekijken wat de beste plek is voor een leerling.
2.5 Veiligheid In en Om de School VIOS 2.5.1 Algemeen In 1995 begon de gemeente Amsterdam regelmatig overleg te plegen met een aantal Amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs over veiligheid en criminaliteit. Het doel van de gesprekken was te komen tot een collectieve, integrale aanpak, verdeeld over de drie grote schoolregio's van Amsterdam: Oost, West en Zuid. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het huidige VIOS. Ruim zestig scholen doen mee aan het VIOS. Er is een veelheid aan producten en diensten die erbij helpen met incidenten om te gaan en erbij helpen de veiligheid te verbeteren. Er zijn trainingen voor zowel personeelsleden als leerlingen, er zijn folders, videobanden, er is advisering vanuit het expertisecentrum... Hieronder een overzicht.
-
Trainingen Voorlichtingen Advisering Schoolveiligheidsplan Incidentenregistratie
2.5.2 VIOS op de Atlant De Atlant neemt sinds kort ( sept 2007 ) aan het VIOS project deel. Je kunt gezien de ernst van de huidige conflicten waarbij leerlingen betrokken zijn als school niet meer geen deelnemer zijn. Deelname alleen schept echter nog steeds geen enkele garantie dat je nu een veilige school bent. Veiligheid is een gevoel. Veiligheid moet je scheppen, veiligheid is saamhorigheid. Klimaat en Regels De Atlant streeft naar een warm persoonlijk klimaat en een gezellige vriendelijke sfeer. Het goedemorgen bij de voordeur, de hand bij de klassen deur, het elkaar aankijken en groeten in de gangen, vergroot het thuisgevoel en voorkomt incidenten en escalaties. De gangen, de kantine, het plein en de toiletten zijn een onderdeel van het pedagogische klimaat. Zelfs de weg naar school/ metro school krijgt een stukje van ons klimaat mee. Regels scheppen alleen dan rust en veiligheid wanneer ze consequent, voor en door iedereen, zoveel mogelijk op dezelfde wijze worden toegepast.
21
Aandachtspunten voor de medewerkers van de school: • Leerlingen zitten een groot deel van de dag op school dus leraren en medewerkers hebben een belangrijke voorbeeldfunctie. Spiegel ze goed gedrag voor, ofwel geef het goede voorbeeld. Leerlingen voelen zich ongelijkwaardig en begrijpen de regels niet wanneer leerkrachten precies de dingen doen die leerlingen niet mogen: kauwgom kauwen, roken op het plein, rommel niet opruimen, te laat komen, broek op je knieën ( heb ik nog niet gezien maar het zou kunnen),enz. •
Bij ons op school wordt niet gevochten. Als leerkracht/medewerker grijp je in. Geef geen les 'met oogkleppen op' maar beschouw veiligheid als één van je taken.
•
Veiligheid is een taak van iedereen. Trap niet in de valkuil om zaken alleen te willen oplossen. Samen met een collega ben je sterker. Overmacht de-escaleert
•
Tijdig communiceren voorkomt incidenten. Bespreek latente onrust. Vaak is er sprake van onwetendheid en achterstand van informatie.
•
Een leerling die uit de les is gestuurd is vaak boos. Het vergroot de veiligheid als hij/zij niet zomaar aan zijn lot wordt overgelaten. Wanneer je een leerling de klas uitstuurt gebruik je altijd het uitstuurformulier en achterwachtbriefje.
•
De voordeur is gesloten. Zie je iemand in de school die je niet kent dan spraak je haar of hem op een vriendelijke manier aan en vraag je of je kunt helpen.
•
Is een onbekend iemand niet aanspreekbaar dan zoek je direct hulp. ( Directie, conciërge, andere loslopende collega’s) Bij escalatie bel 112
Voor leerlingen: Omgangsregels en schoolregels Omgangsregels We behandelen elkaar met respect We behandelen een ander zoals we zelf graag behandeld willen worden We laten anderen in hun waarde en houden rekening met elkaar
We lossen problemen met elkaar op Als we ruzie hebben, praten we erover Als we er zelf niet uit kunnen komen, accepteren we hulp ( bemiddeling)
We gaan zorgvuldig om met onze spullen en met die van anderen We vertrouwen er op dat niemand aan onze spullen komt We zorgen er voor dat onze werkplek er netjes uitziet 22
We gebruiken en nemen geen alcohol, drugs en wapens mee naar school
We houden ons aan de schoolregels Het gebruik van drugs alcohol en wapens is verboden
Schoolregels Voor en na schooltijd Ga direct naar het schoolplein Ga bij de 1e bel naar binnen Ga na schooltijd direct naar huis Heel kort wachten mag: dat doe je bij de ronde bank op het schoolplein In School Kom op tijd in elke les. Loop rustig door de gangen Zet je walkman, mp3 speler en mobiele telefoon binnen school uit Draag geen hoofddeksels (petten, mutsen,shawltjes) binnen school Doe je mobieltje in je kluisje of geef deze af aan de leerkracht In de pauze zit je mobieltje in je kluis Het bezit van wapens,drugs en alcohol is verboden Pauzes Tijdens de pauzes blijf je op het plein Ben je éénmaal buiten dan blijf je buiten Gooi afval in de afvalbak Blijf van elkaar af: Voorkom duw en trek werk Roken alleen bij de rook paal Kleine pauze In de kleine pauze mag je eten en drinken op het plein Grote pauze In de grote pauze eet en drink je in de kantine, dus niet op het plein Voor de kantine verkoop ga je in de rij staan. Dubbel staan betekent achteraan sluiten Betaal met Atlantjes. Koop die ’s morgens bij de je leerkracht Wanneer je in de kantine zit doe je jas uit en hang deze over je stoel Ruim je spullen na het eten netjes op en ga naar het schoolplein Het gebruik van de frisdrankautomaat is alleen toegestaan in de grote pauze. Blikjes mogen alleen binnen opgedronken worden. Het bewaren van blikjes is niet toegestaan Computergebruik Werken op de computer mag alleen in aanwezigheid en met toestemming van een leerkracht MSN-en is niet toegestaan Meld verdachte/vreemde internetpagina’s aan je leerkracht
23
Te laat komen en verzuim Zie Absentieprotocol
En: Reageer niet met agressie op agressie. Veel incidenten verergeren onnodig doordat je met agressie de vurige woede van iemand anders verder opstookt. Zorg dat je rustig blijft Het betekent niet dat je aan de kant moet blijven staan; het is zelfs goed om voor anderen op te komen. Het zit hem in de manier waarop: in plaats van meevechten kun je bijvoorbeeld ook samen met andere leerlingen ingrijpen, of een leerkracht roepen.
Hoofdstuk 3 Specifiek Zorgaanbod 3.1 De Zorgcommissie 3.1.1 Uitgangspunten Zorgcommissie: •
Elke leerling is een zorgleerling.
•
De startformulieren zijn de basis van waar uit we werken.
•
Liever de kleine dingen groot en tijdig aanpakken dan wachten tot de ze groot geworden zijn.
•
Wanneer een probleem urgent is, is het toch al laat. Dus neem de tijd om het probleem goed te inventariseren.
•
De nadruk ligt op de 12/14 jarige. Uit studies blijkt dat wanneer op deze leeftijd tijdig wordt ingegrepen er nog veel te redden valt.
•
Weinig vergaderen, alles zoveel mogelijk in actie omzetten.
•
Leerlingen/ouders/mentoren zoveel mogelijk labelen aan één aanspreekpunt vanuit de zorgcommissie.
•
Zorg coördinator is de spin in het web en coördineert wie wat doet.
3.1.2 Samenstelling van de Zorgcommissie: Kern overleg ( genoemd zorgcommissie): Zorgcoördinator (voorzitter), Schoolarts ,Schoolmaatschappelijk Werker, Psycholoog. Breed overleg ( genoemd zorgcommissie breed): 24
Zorgcoördinator (voorzitter), Schoolarts, Schoolmaatschappelijk Werker, Psycholoog, Logopedist, Psychomotorische Therapeut, Switch medewerker, Directeur. Aanname overleg( genoemd aanname commissie): Zorgcoördinator, Schoolarts, Schoolmaatschappelijk Werker, Psycholoog, Adjunct Directeur (voorzitter)
3.1.3 Vergaderstructuur Zorgcommissie Frequentie /duur/tijdstip: Kern overleg: structureel: 2 x in de maand / 11/2 uur / dinsdagmorgen Incidenteel wanneer nodig. * Breed overleg: structureel: 2 x per jaar of wanneer nodig / 11/2 uur Aanname overleg: structureel: Vanaf maart 2 x in de maand ( overlap met kernoverleg ) Uit praktische overwegingen is deze vergaderstructuur tot stand gekomen: BV: De schoolarts werkt maar 6 uur per week de Smw 8 uur. Daarin moeten zij kinderen zien, ouders spreken, verwijzingen doen, overleggen met mentoren, overleggen met externe instanties enz. Langer of vaker vergaderen zou in sommige gevallen wel gewenst zijn, maar dan is er geen tijd meer om de ideeën in acties om te zetten
3.1.3 Aanmelden en werkwijze van de Zorgcommissie Aanmelding van een leerling bij de zorgcommissie: •
Gaat via de zorgcoördinator: - Aanmelding nieuwe zorgleerlingen, - een nieuw probleem aangaande een leerling, - wanneer de mentor tot de conclusie komen dat er meer/andere hulp nodig is.
•
Zorgcoördinator maakt in overleg met mentor een keuze: Is het een probleem van de leerling of van de school ( zie gedragsproblemen) Wanneer de nadruk ligt op het probleem van de leerling: - In de zorgcommissie te behandelen. - Over te dragen naar een zorgcommissie lid. - Over te dragen aan de directie - Over te dragen aan een instantie buiten de school.
•
Gaat niet via de zorgcoördinator: - Aanmelding van een leerling die al een zorgcommissielid als aanspreekpunt heeft gaat rechtstreeks naar dit zorgcommissie lid. Voorwaarden hierbij zijn: De zorgcommissie inventariseert 2x per jaar alle leerlingen, zodat de commissie weet wie aanspreekpunt voor de zorg van de betreffende leerling is. Het betreffende zorgcommissie lid houdt vinger aan de pols aangaande deze leerling. 25
Wie kunnen aanmelden: • Mentor • Lid v/d zorgcommissie (breed), • Zorgcoördinator • Instanties van buiten. • Aanmelding door ander collega’s, kan incidenteel voorkomen, maar streven is dat mentor er zo snel mogelijk bij betrokken wordt. M.a.w.: Docenten communiceren in eerste instantie via de mentor hun zorg over de betreffende leerling. De mentor besluit welke maatregelen zij neemt. Schriftelijk indienen; Wanneer zorgcoördinator en mentor besluiten dat de leerling in de zorgcommissie besproken moet worden dan dient de mentor de hulpvraag schriftelijk in. Het zou prettig zijn als de mentor deze vraag kan onderbouwen met schriftelijke verklaringen van ander docenten. • De Zorg coördinator, kan daardoor prioriteiten stellen. (welke leerling eerst) en plannen wie er bij de bespreking aanwezig moeten zijn. •
Door het op schrift stellen is de vraag/kennis gedeeld en daardoor minder afhankelijk van de aanwezigheid v/d mentor. Uitgangspunt is dat de mentor aanwezig is, dit is echter lang niet altijd mogelijk.
•
Minder kans op misinterpretaties bij de vraag Veel informatie is al verzameld, vraag wordt helder, waardoor effectiever werken van de commissie.
•
School heeft de plicht aan te kunnen tonen welke verantwoordelijkheden zij heeft genomen t.a.v. een leerling. (Wij doen heel veel, maar achteraf zijn deze stappen niet meer te achterhalen. Plaatsing op een zg Rec 4 school is bijna niet meer mogelijk zonder dat de school kan aantonen wat zij gedaan heeft om een leerling binnen te houden. Een overall verslag van de zc voldoet niet. Noodzakelijk zijn: Schorsings brieven en een incidenten registratie verslag van de mentor!!!!!)
• Natuurlijk is het zo dat er altijd ruimte moet bestaan voor acute problemen. !!!! 3.2 Leden van de Kern Zorgcommissie 3.2.1 De Zorg Coördinator: De zorgcoördinator bewaakt het zorgklimaat van de Atlant Zi heeft hiertoe 3 hoofdtaken: Coördineren, Innoveren en Coachen. Gezien deze hoofdtaken adviseert het samenwerkingsverband aan schooldirecties om van de taak zorgcoördinator een functie te maken en deel te nemen aan het middenmanagement in de school. Op de Atlant is de zorgcoördinator op dit moment een Taak. Taken en verantwoordelijkheden: Aangaande de Zorgcommissie:
26
•
• • •
•
De Zc is voorzitter van het zorgoverleg, bewaakt de agenda en maakt wekelijks de aantekeningen van en voor dit zorgoverleg, en denkt mee in dit overleg en is eindverantwoordelijke voor het functioneren van dit overleg. De Zc is aanspreekpunt voor specifieke leerlingen De Zc is aanspreekpunt voor alle nieuwe aanmeldingen bij de ZC De Zc bewaakt dat de afspraken die in het zorgoverleg gemaakt worden met Zc leden, mentoren, overige leerkrachten en directieleden ook daadwerkelijk worden nagekomen. De spin in het web en schakel voor de diverse leden van de commissie ( werken op diverse dagen) en leden van de zorgcommissie en mentoren.
Aangaande Directie/Management; • Structureel wekelijks overleg • Adviseren aangaande Zorgbeleid/draagkracht school: - Bewaken zorgdraagkracht van de school - Innovatieve ideeën aandragen aangaande beleid rond zorg • Doorspreken van individuele leerlingen, Aangaande Aanname Commissie: • Deelnemer Aanname commissie. Met specifieke taak: - Bewaken draagkracht school t.o.v. aanname nieuwe leerlingen - Bewaken van aanname procedure samen met directie lid. - Bewaken procedure Startformulieren en daadwerkelijk maken van startformulieren ( zie handelingsplanning ) Aangaande Dossiervorming: • Schooldossier: De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de inhoud en hoe om te gaan met dossiers. Ze kan mensen hier op aanspreken. De zorgcoördinator werkt nauw samen met de administratie aangaande dit punt. • Absentiemap: De zorgcoördinatie is verantwoordelijk voor het absentie beleid ( zie absentie beleid) • Digitale LVS/LVS; De zorgcoördinator heeft een adviserende taak t.a.v.het Digitale Systeem en een sturende en verantwoorde lijke taak aangaande de inhoud van het LVS. • Het maken van vertrouwelijke notulen/aantekeningen zorgcommissie. ( zie bij dossiervorming) Aangaande Mentoren: • Samen met mentoren vinger aan de pols houden aangaande de zorg van leerlingen in zijn of haar groep. • Voorzitten van de leerling bespreking, afspraken noteren en vooral: • Bewaken dat de gemaakte afspraken nagekomen worden !!!!!!! • Voor en naspreken van de leerling bespreking met de mentoren. • Het voeren van gesprekken met medeleerkrachten, ouders, directie, externe hulpinstanties, wanneer deze gesprekken ( in overleg met de mentor) mentor overschrijdend zijn. Voorkeur is dat mentor hier wel bij aanwezig is. Mentor maakt ook verslag. 27
Het aanwezig zijn op de LWBP gesprekken ter mogelijke ondersteuning van de mentoren. Aangaande Externe Organisaties: • Contacten die altijd eerst naar de Zorg coördinator gaan zijn: Het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling, De Raad van de Kinderbescherming Leerplicht • Het voeren van gesprekken met andere externe organisaties op vraag van de mentor of wanneer gezien vanuit de zorglijn dit de zorgcoördinator wenselijk lijkt. • Verplicht vanuit het samenwerkingsverband zijn Het bijwonen van vergaderingen uit het samenwerkingsverband Het bijwonen van de kenniskringen georganiseerd door het samenwerkingsverband • Dringend aanbevolen - Het volgen van de opleiding zorgcoördinator. Aangaande Leerlingen: • Het indelen van de groepen aan de hand van gegevens uit de startformulieren en leerling besprekingen • Gesprekken met leerlingen is geen hoofdtaak. Wel kan het binnen het bewaken van het zorgklimaat, op aanvraag van de mentor of een ander teamlid/ouder/enz voorkomen. Aangaande Kennis en vaardigheden • Het onderhouden van kennis en vaardigheden aangaande zorg door het lezen van boeken, het bezoeken van studiedagen, enz •
De zorgcoördinator communiceert vnl met mentoren, leden zorg commissie, directie en externen 3.2.2 De School Maatschappelijk Werker: De Schoolmaatschappelijk werker komt vanuit BJAA en is lid van de zorgcommissie. Taken en verantwoordelijkheden: • De Smw neemt deel aan het zorgoverleg van de school en leest wekelijks de zorgcommissie aantekeningen. • Aanspreekpunt vanuit zorgcommissie voor specifieke leerlingen. • Mede bepalen van de aard en ernst van problemen bij leerlingen. • Verwijzen naar BJAA en andere instellingen voor hulp. • Aanvragen van een indicatie voor de gewenste hulp ( schrijven van indicaties voor onderwijsgerelateerde jeugdzorg) • Bemiddelen/communiceren tussen/met school en hulpverleners ( oa uitzoeken welke hulpverlening eerder heeft plaatsgevonden en wie nu bemoeienis heeft met leerling en/of ouders) • De SMW is lid van de Aanname commissie. Hier uitvloeit voort: Het voeren van aanmeldingsgesprekken met nieuwe leerlingen en ouders/verzorgers en het aanleveren van relevante gegevens voor het schooldossier. De School Maatschappelijk Werker communiceert vnl met : Zorg coördinator, zorgteamleden, mentoren, ouders (kind), externen. 28
3.2.3 De School Arts : De Schoolarts komt vanuit de GGD en is lid van de zorgcommissie. Taken en verantwoordelijkheden: • De Schoolarts verzorgt de sociaal medische begeleiding van de leerlingen. • De schoolarts neemt deel aan het zorgoverleg van de school en leest wekelijks de zorgcommissie aantekeningen. • Aanspreekpunt vanuit zorgcommissie voor specifieke leerlingen. • De schoolarts onderzoekt/spreekt leerlingen en of ouders/verzorgers op indicatie. • De schoolarts geeft desgevraagd individuele of groepsgerichte consultatie of advies aan school medewerkers of leerlingen. • De schoolarts verwijst naar externe instanties: bv huisarts, specialist, psychiater (instelling) voor geestelijke gezondheidszorg, MEE • De schoolarts communiceert met externe instanties • De schoolarts is lid van de aanname commissie. Hieruit vloeit voort : Het voeren van kennismakingsgesprekken van nieuwe leerlingen en ouders/verzorgers en het aanleveren van relevante gegevens voor het schooldossier. De schoolarts communiceert vnl met : Zorgcoördinator, zorgteamleden, mentoren, kind, ouders, externen. NB: Volgens de formele werkwijze in het Voortgezet Onderwijs vindt er periodiek geneeskundig onderzoek plaats van alle leerlingen. Dit wordt in het VMBO uitgevoerd in de tweede klas. Er wordt echter van deze werkwijze afgeweken om de volgende reden: De Atlant heeft een uitgebreide intake bij de start van de leerlingen op de school. Er is een keus gemaakt voor algemene risico inventarisatie met inschatting van zorgbehoefte bij de start. De school beschikt zo over veelheid aan informatie en inzicht over een leerling waardoor een goede begeleiding vanaf de start op de school.( Zie uitleg bij intake en starformulier ) Zie voor meer bijlage schoolarts. 3.2.4 De School Psycholoog. De Schoolpsycholoog is lid van de zorgcommissie. Taken en verantwoordelijkheden: • De School psycholoog neemt deel aan het zorgoverleg van de school en leest wekelijks de zorgcommissie aantekeningen. • Aanspreekpunt vanuit zorgcommissie voor specifieke leerlingen. • De School psycholoog begeleidt individuele leerlingen en/of ouders op indicatie. Er is een beperkte vorm van gedragstherapie mogelijk. • De Schoolpsycholoog begeleidt leerlingen in groepjes: - organiseert in samenwerking met een collega twee maal per jaar een faalangsttraining - Begeleidt een groepje in werk gerelateerd sociale vaardigheden. • De School psycholoog communiceert met externe instanties • De School psycholoog verwijst naar externe instanties; bv MEE, Kombinatie, andere vormen van onderwijs 29
• •
• • -
•
De School psycholoog adviseert mentoren en leerkrachten over de aanpak van een individuele leerling in de groep of over de groepsaanpak. De School psycholoog onderzoekt op indicatie leerlingen. Het onderzoek richt zich in hoofdzaak op de cognitieve capaciteiten, sociaal-emotionele ontwikkeling, gedrag en houding, motivatie en interesses. De schoolpsycholoog onderzoekt en stelt handelingsplannen op bij: Specifieke leerproblemen Diagnostisch onderzoek Onder/zij/doorstroom leerlingen Onderzoek volgens de goedgekeurde toetsen van de RVC. De School psycholoog is lid van de Aanname commissie. Hieruit vloeit voort: het aanvragen van de beschikking voor het praktijkonderwijs beoordelen of de leerlinge aan de toelatingscriteria van de school voldoet, of er mogelijke contra indicaties bestaan voor plaatsing op de school en of er eventueel aanvullend onderzoek nodig is. Het onderhouden van kennis en vaardigheden aangaande zorg door het lezen van boeken, het bezoeken van studiedagen, enz
De schoolpsycholoog communiceert vnl met zorgcoördinator, zorgcommissieleden, kind, mentoren, ouders en externen. 3.2.5 De Switch Medewerker. De Switch medewerker komt vanuit Altra en is lid van de zorgcommissie. Taken en verantwoordelijkheden: De Switch medewerker zou in principe deel moeten nemen aan het zorgoverleg. Daar dit overleg op een andere dag gehouden wordt dan dat de switch medewerker op school en het wel van belang is dat er samenwerking is tussen de verschillende leden van de ZC hebben we de volgend constructie bedacht. • De Switch medewerker leest wekelijks de vertrouwenscommissie verslagen en levert op haar beurt voor dit verslag de kernpunten aangaande de door haar genomen acties. • De Switch medewerker en Zc overleggen wekelijks kort. Er si zonodig telefonisch en mail contact met de andere leden van de Zc. • De Switch medewerker is aanspreekpunt vanuit de zorgcommissie voor specifieke leerlingen. • De Switch medewerker begeleidt in principe de individuele leerlingen met een rugzak 4, de leerlingen die een risico lopen voor schooluitval of problemen. • De Switch medewerker heeft contact met ouders/verzorgers en externen. Bv Altra Zij gaat hier voor soms op huisbezoek. • De switch medewerker heeft overleg met de mentor. • De Switch medewerker is lid van de Aanname commissie. Hieruit vloeit voort: Het voeren van aanmeldingsgesprekken met nieuwe leerlingen en ouders/verzorgers en het aanleveren van relevante gegevens voor het schooldossier. De Switchmedewerker communiceert met het kind, ouders, mentor, de zorg coördinator, zorgcommissieleden,ouders en externen.
3.3.
Overige Zorg medewerkers 30
3.3.1 De Logopedist: Lid van Brede zorgcommissie, deelname aan kern zorgteam wanneer nodig. Taken en verantwoordelijkheden: • De Logopedist is case manager en specialist voor het beleid op Lezen en Dyslexie en Communicatie. • De Logopedist is ondersteunt en denkt mee aangaande het taalbeleid van de school • De Logopedist neemt 2 x per jaar van onderbouw en middenbouw leerlingen de AVI toets af. • De Logopedist werkt met individuele leerlingen. De nadruk ligt op oefenen en niet op testen. • De Logopedist bepaalt in principe op eigen initiatief welke leerling in aanmerking komt. Verslaglegging • De Logopedist heeft in overleg met mentor en of zorgcoördinator contact met ouders en externen ( scholen, logopedisten ). • De Logopedist heeft frequent overleg met de mentoren van de leerlingen die zij begeleidt. • De Logopedist werkt soms ook in groepjes of met een hele klas: Communicatie. • De Logopedist leest wekelijks de aantekeningen vanuit de zorgcommissie. • De Logopedist leest wekelijks de vertrouwenscommissie verslagen en levert op haar beurt alleen wanneer nodig op schrift verslag aangaande leerlingen. De logopedist communiceert v.n.l. met het kind,de mentor en de Zc. Zie werkwijze Logopedie aan de hand van voorbeelden 3.3.2 De Psycho Motorische Therapeut. De PMT er is lid van de Brede zorgcommissie en neemt incidenteel wanneer noodzakelijk deel aan het kernoverleg. Taken en verantwoordelijkheden: • De PMT is vaktherapeut en specialist op zijn gebied. • De vaktherapeut werkt individueel of in groepjes met leerlingen. ( Yoga,boksen) • De vaktherapeut heeft in eerste instantie contact met het kind, in overleg met de mentor of/en zorgcoördinator is er contact met ouders. • De Pmt start met leerlingen via indicatie uit de startformulieren, de leerlingbespreking, de zorgcommissie/zorgcoördinator. • De PMT-er leest wekelijks de vertrouwenscommissie verslagen en levert op haar beurt alleen wanneer nodig op schrift verslag aangaande leerlingen De PMT er communiceer v.n.l. met het kind, de mentor en de Zc. 3.3.3 De Vertrouwenspersoon 3.3.4 De Interne Begeleider
3.4 Specifiek Zorgaanbod binnen de school. 31
Zoals uit hoofdstuk 3 blijkt zit de zorg van de Atlant vooral in het klimaat. Daarnaast vindt er ook nog een specifiek zorgaanbod plaats. Deskundige hulpinzet binnen de school is laagdrempelig en de inzet is niet stigmatiserend. (De deskundigen worden door de leerlingen met juf/meester aangesproken) In de onderbouw doen alle nieuwe leerlingen aan 2 specifieke projecten mee. Hoewel dus eigenlijk structureel en behorend bij het generieke zorgaanbod benoem ik deze projecten vanwege het speciale karakter onder het specifieke aanbod.
3.4.1 Circus Elleboog Projectomschrijving: Het samenwerkingsproject bestaat uit een serie van 10 circusochtenden en 2 voorstellingen voor eigen publiek. De circusochtenden maken onderdeel uit van een vast aanbod van De Atlant. Vanaf 2000 hebben de Atlant en Circus Elleboog elk jaar een vergelijkbaar project gerealiseerd, waarbij de ervaringen zeer positief bleken. Algemeen doel Werken met circus is voor kinderen uitdagend en boeiend. Het helpt hen grenzen te verleggen, zichzelf uit te proberen, samen te werken met andere kinderen. Al spelende wordt de sociale, emotionele, creatieve en motorische ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd. De pedagogiek van Elleboog, de altijd positieve feedback en het bijzondere aanbod aan materiaal en activiteiten, zorgen ervoor dat het zelfvertrouwen van de kinderen vergroot wordt. Het feit dat het circusspel procesmatig benaderd wordt, waarbij altijd naar een voorstelling toe gewerkt wordt, maakt het voor kinderen aantrekkelijk en serieus. In dit project zijn de sleutelbegrippen: (sociale) veiligheid bieden, elkaar vertrouwen, uitdagen, plezier hebben en contact opbouwen. Operationele doelstellingen - kennismaken met het circus en met circus Elleboog - leren samenspelen en samenwerken - spelenderwijs nieuwe ervaringen opdoen, grenzen verkennen en daarmee nieuwe elementen in het zelfbeeld creëren en het zelfvertrouwen vergroten; - constructief en fysiek en creatief bezig zijn, waardoor onder andere het lichamelijke zelfvertrouwen vergroot wordt; - kennismaken met verbale en non-verbale presentatievormen; - leren omgaan met complimenten (o.a. applaus); - kennismaken met een georganiseerde vorm van vrijetijdsbesteding; - het toetsen van het geleerde in het geven van presentaties voor eigen publiek. In deze serie is het uitgangspunt dat procesmatig gewerkt wordt aan de doelstellingen, telkens afwegende wat lukt en wat niet lukt en welke stimulansen nodig zijn. De uiteindelijke voorstellingen vormen de zichtbare eind produkten. 32
Doelgroep Alle 1e jaarsleerlingen.
3.4.2 Marietje Kessels Project Project omschrijving: De reguliere Marietje Kessels Projecten worden gedraaid in het basisonderwijs. Daarnaast wordt ook lesgegeven in het speciaal basis en voortgezet onderwijs. Deze lesprogramma's gaan uit van de principes van het MKP lesprogramma, maar de invulling is geheel aangepast aan de doelgroep. Algemeen doel Het doel is enerzijds het vergroten van de weerbaarheid om te voorkomen dat kinderen slachtoffer worden van machtsmisbruik, anderzijds het voorkomen dat kinderen zichzelf schuldig maken aan grensoverschrijdend gedrag. De lessen worden verzorgd door een zogeheten 'preventiewerker' in samenwerking met een leerkracht van de school. Het project is seksespecifiek van aard. Dit betekent dat jongens en meisjes gescheiden les krijgen. De jongens krijgen in principe les van een mannelijke preventiewerker, terwijl de meisjes worden geïnstrueerd door een vrouwelijke collega. Het totale project duurt twaalf weken en wordt onder schooltijd gegeven. Operationele doelstellingen Er moeten seksespecifieke lessen gegeven worden in het project (jongens en meisjes apart). De lessen kennen een methodische opbouw. Het project moet gericht zijn op preventie van machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van kinderen, zowel door leeftijdsgenoten als door volwassenen. De lessen worden onder schooltijd gegeven. Het project is een schoolgebonden activiteit, waarin een actieve bijdrage door de school en de leerkracht wordt geleverd. De nadruk ligt op de integratie van mentale en fysieke weerbaarheid. Doelgroep: Alle 1 e jaarsleerlingen
3.4.3 Faalangst Training ( Regulatie ) Faalangst is een angst die met name voorkomt in situaties waarin mensen taken worden opgedragen. School geeft kinderen continue taken. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat er in elke klas een aantal leerlingen zitten die te kampen hebben met faalangst. De laatste onderzoeksgegevens geven aan dat dit zelfs voor 10% van de leerlingen geldt. Deze leerlingen zullen dan ook in meer of mindere mate onderpresteren en minder plezier hebben in het onderwijsproces. Door spanning reageren zij minder goed dan je zou verwachten. In de training leren leerlingen beter om te gaan met die spanning. De trainingen worden gegeven door de schoolpsycholoog in samenwerking met de drama docent. Beide hebben een training hiertoe gevolgd. De training bestaat uit 10 lessen en vindt plaats onder schooltijd. Aanmelding voor de training vindt plaats door mentoren, leerling bespreking, startformulier, en/of zorgcommissie. Aanbevolen wordt de signalering lijst Faalangst te gebruiken De trainers bekijken de signaleringlijst, overleggen met de mentor en voeren een diagnostisch gesprek. De ouders worden geïnformeerd met een brief. 33
Doelgroep Leerlingen die daar voor in aanmerking komen
3.4.4 Psycho Motore Therapie Met name wanneer een kind moeilijk praat, of de situatie nog niet geschikt is voor verbale verwerking kan PMT een uitkomst bieden. PMT is een therapie gericht op beweging en lichaamservaring. Bij beweging kun je denken aan oefensituaties uit de sport en het bewegingsonderwijs. Bij lichaamservaring gaat het om het concentreren op de ervaring en beleving van je eigen lichaam. Daarbij kun je onder anderen denken aan ontspanningsoefeningen, ademhalingsoefeningen, etc. Binnen een psychomotorische therapie wordt gekeken hoe men met zichzelf, met anderen, met de opdrachten en met het materiaal omgaat. De psychomotorische therapie biedt een veilige plek om te experimenteren met ander gedrag. Ook kunnen nieuwe ervaringen op het gebied van voelen en denken opgedaan worden. De beschikbaarheid van de therapie met non verbale werkvormen, zoals muziek, sport, spel en creatieve middelen, blijkt in de praktijk goed aan te sluiten bij de doelgroep van de Atlant. Concrete voorbeelden van de indicaties voor inzet van vaktherapie zijn: Gestoorde agressieregulatie: veel leerlingen met indicatie praktijkschool hebben problemen met de omgang met frustraties. Regelmatig zijn er vechtincidenten of dreigende escalaties op school, incidenteel onder bedreiging van een mes; Terugtrekgedrag van een leerling in verband met toegenomen spanningen thuis; leerlingen die opgeslokt worden door gebeurtenissen thuis hebben weinig aandacht voor schoolwerk; Achterstanden in (psycho-)motorische ontwikkeling die leiden tot pestgedrag van anderen, of belemmeringen geven bij stages buiten de school, of presentatie bij toekomstige werkgevers; Er wordt drie kwartier per week gewerkt aan doelen die overzichtelijk en haalbaar zijn. Op dit moment wordt in 3 vormen gewerkt. Individueel gericht Groepsgericht d.m.v. yoga Groepsgericht d.m.v. bokstraining Resultaten. De directe beschikbaarheid van deze deskundigen op de school, de korte lijnen en de flexibiliteit met betrekking tot de inzet van deskundige ondersteuning, blijken in de praktijk de leerlingen te helpen bij het voorkomen van schooluitval. De ene keer omdat de leerling wat meer zelfvertrouwen krijgt, de ander keer omdat de leerling meer ruimte gekregen heeft om zich gehoord te voelen. Soms blijkt (mede) door de inzet van vaktherapie dat de problematiek zo complex is, dat het nodig is een extern deskundige in te schakelen voor nader onderzoek. Het hoofddoel blijft daarbij om schooluitval te voorkomen en de leerling op school een goede ontwikkeling aan te bieden, Doelgroep 34
Leerlingen die daar voor in aanmerking komen
3.4.5 Sova Training Werk Gerelateerd Sova training werk/stage gerelateerd Inhoud van de training De training is gericht op leerlingen die al stage lopen of daar binnenkort mee gaan starten. Het gaan om leerlingen waarvan de mentor inschat dat op het gebied van stage lopen problemen kunnen ontstaan. De leerlingen die in deze groep zitten zijn leerlingen die over het algemeen beperkingen in de sociale interactie en beperkingen in communicatie ervaren. Ook kunnen ze bijvoorbeeld moeite hebben met hoe ze zich moeten presenteren, hoe ze overkomen en hoe ze dat kunnen beïnvloeden. Het gaat hier om een training die geen vast programma heeft, maar ‘op maat’ gegeven wordt, dat wil zeggen dat er onderwerpen worden behandeld die leerlingen kunnen inbrengen of die op dat moment voor een leerling actueel is. Dit aanvullend aanbod aan een kwetsbare groep leerlingen wordt ervaren als een vanzelfsprekend integraal onderdeel van de leerweg arbeids/stagetraining. Met name de levendige interactie tussen leerlingen, psycholoog en mentor/begeleider staat garant voor steeds weer urgente of actuele onderwerpen en thema’s in een relatief korte sessie is het beoogde effect stimulerend groot. Wie De groep bestaat uit 5 tot 6 leerlingen en wordt gegeven door de mentor/stagebegeleider en schoolpsycholoog. Doelgroep Leerlingen uit de bovenbouw die door tekortkomingen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling risico lopen hun stage niet met goed gevolg kunnen afronden. Tijdsduur Gedurende het hele schooljaar, 1 keer per week, ½ uur.
3.4.6 Motorische Remedial Teaching MRT bestaat officieel, in de zin dat er uren aan toe gekend zijn, op school nog niet. Taken en verantwoordelijkheden. Tot nu toe beschouwen we MRT als Remedial Teaching in Motorische vaardigheden. • Remedial teaching vindt zoveel mogelijk in de lessen zelf plaats. • De MRT-er is tevens gymleerkracht en in die zin ook de specialist op zijn gebied • De MRT indiceert zelf de leerlingen waarvan hij het van belang vindt dat ze MRT nodig hebben. Hij meldt dit bij de zorgcoördinator. Met doel en waaraan gewerkt wordt. • Er is een grote overlap tussen MRT en PMT. Zie volgende punt. • De Mrt leerkracht schrijft een plan waarin mogelijkheden aangaande MRT op de Atlant naar voren komen.
3.5 Zorg contacten derde lijn. 35
3.5.1 Leerplicht De school staat in het stadsdeel ZuiderAmstel en wij vallen dan ook onder één van de leerplichten van dit stadsdeel. De Leerplichtambtenaar speelt in het zorgbeleid van de Atlant een zeer belangrijke rol. Doel preventie, het voorkomen van verzuim, en vooral het tijdig signaleren van zorgbehoefte. We werken met zeer korte lijnen. • Er is wekelijks telefonisch contact tussen leerplicht en zorgcoördinator. • Er is geregeld contact tussen leerplicht en één van de andere hulpverleners van de school. • Leerplicht komt geregeld naar school om met leerlingen te spreken. • Leerplicht nodigt ouders/verzorgers uit op het bureau van het stadsdeel • Leerplicht, zorgcoördinator en externe hulpverleners beleggen aan de hand van individuele gevallen een ronde tafel gesprek. • Leerplicht verzorgt voor ons het contact met de ketenunits van de diverse stadsdelen. De leerling populatie komt uit alle stadsdelen en m.n. niet uit het stadsdeel Zuider Amstel. • 1 dag verzuim of veelvuldig te laat wordt bij risico leerlingen al direct via de zorgcoördinator gemeld bij het LAS. De zorgcoördinator neemt in alle gevallen contact op met leerplicht om mondeling toe te lichten.
3.5.2 Buurtregisseur De school heeft ook contacten met de buurtregisseur. Zeer frequent is dit niet omdat de meeste leerlingen niet uit het betreffende stadsdeel komen. • Contact met de buurtregisseur verloopt met name via de directie of de zorgcoördinator. • Contacten zijn incidenteel van aard. • Aard van de contacten v.n.l. preventief en informatief en zo nu en dan n.a.v. een incident : Preventief: aankondiging schoolfeest, bij signalen vanuit de school dat er in de buurt zich mogelijk problemen kunnen voordoen tussen leerlingen. Informatief: Op verzoek van de school kan gevraagd worden of een leerlingen bekend is in een netwerk/ketenunit Buurtregisseur houdt de school op de hoogte die voor de school van belang kunnen zijn. N.a.v. incident(en): Wanneer in en om de school zodanige incidenten plaats vinden dat politie contact gewenst/verplicht is. In eerste instantie is de directie de aangewezen persoon om dit te beoordelen.
3.5.2 Protocol Technisch Lezen en Dyslexie. De eerste aanpak gaat uit van een algemene constatering:
“Er is sprake van een leesachterstand/leesprobleem’’. 36
Na jarenlange ervaring zijn we tot de conclusie gekomen dat we beter de tijd in oefenen kunnen steken i.p.v. in toetsen en testen om mogelijk dyslexie vast te stellen. De diagnose dyslexie nemen we uiteraard serieus. In het verleden is gebleken dat ook leerlingen met een dyslexieverklaring soms door intensief oefenen toch nog vooruitgang boekten. Deze benadering sluit aan bij Vellutino ( “Dyslexia, where do we stand”, 2004 ): In plaats van veel tijd in onderzoek naar dyslexie te steken bij een vermoeden van problemen/achterstand beginnen met oefenen. Bij vooruitgang wordt niet meer voldaan aan de norm van hardnekkigheid in de definitie van dyslexie. Het oefenen en eventuele resultaten worden dus gebruikt om de diagnose te stellen en niet andersom
Signalering van leesproblemen: • Voor elke leerling wordt een startformulier gemaakt door zorg coördinator aan de hand van gegevens van psycholoog, school maatschappelijk werk en arts. ( zie bijlage) •
Tweemaal per jaar wordt de AVI Toets voor Technisch lezen afgenomen in principe door logopedist.
•
Logopedist is case manager.
Begeleiding bij geconstateerde leesproblemen: • -
Onderzoek of eerdere begeleiding heeft plaatsgevonden en zo ja: waaruit bestond die begeleiding wie gaf de begeleiding frequentie van de begeleiding welk materiaal werd gebruikt wat waren de resultaten
• -
Wanneer er sprake is van een dyslexie verklaring: door wie ie verklaring afgegeven waaruit bestond het onderzoek op welke deelvaardigheden vertoont de leerling uitval
•
Intensieve begeleiding: 37
Leerlingen die onder AVI niveau 5 lezen krijgen intensieve begeleiding op school van de logopedist ( minimaal 3 maal in de week ) Onderscheid leesproblemen/leesachterstanden en dyslexie: Bij de begeleiding wordt er in eerste instantie geen onderscheid gemaakt tussen leesproblemen/leesachterstanden of dyslexie * •
Oefen materiaal: Alle leerlingen krijgen hetzelfde oefenmateriaal aangeboden uit de Map Speciale Leesbegeleiding van Pravoo ( woordenlijsten + verhaaltjes)/automatiseren van woorddelen.
•
Huiswerk: Alle leerlingen krijgen huiswerk mee. De afspraak is dat ze elke dag minimaal een kwartier oefenen. Het doen van huiswerkopdrachten is voorwaarde voor begeleiding.
•
Contact met Ouders: Er vindt overleg met ouders plaats. Soms kunnen zij ingezet worden bij het begeleiden van huiswerk
•
Inzet van luisterboeken: Er is inmiddels een kleine bibliotheek van Luisterboeken op school. De leerlingen kunnen die gebruiken in de klas en nemen ze soms ook mee naar huis. De bedoeling is: kinderen meer laten lezen kinderen kunnen boeken lezen die bij hun leeftijd passen vergroten /terugbrengen van leesplezier
• -
Contact met Mentor; Mentor is op de hoogte en werkt mee aan de extra leesbegeleiding tijdens de AVO vakken. ( rekenen, taal lezen, enz. ). Er wordt afgesproken dat in de klas ook zoveel mogelijk wordt gelezen
• -
Contact overige leerkrachten/praktijk vakken: Er is in principe geen extra lees begeleiding bij de overige vakken. Alle leerkrachten die lesgeven aan de leerling krijgen startformulier of verslag van laatste leerling bespreking.( zie bijlage). Hierop staan evt problemen aangegeven.
•
Geen vooruitgang: Wanneer na een periode van intensief oefenen ( 6 maanden is doorgaans voldoende om een redelijk beeld te krijgen) er geen vooruitgang blijkt te zijn dan wordt de begeleiding opnieuw overwogen: nader onderzoek een eerder diagnose van dyslexie ondersteunen
-
38
-
inzetten van compensatie middelen. Te denken valt aan: laptop,tekst naar spraak” sofware, reading pen, daisy speler, luisterboeken.
3.5.3 Externe Zorginstanties Uitgangspunt: • Elke leerling is een zorgleerling •
De oplossing van zware problematiek van leerlingen is geen schooltaak
• De school heeft de taak deze problemen te signaleren, de zorg hierover te delen met de ouders en te verwijzen naar instanties die samen met ouders en kind het probleem mogelijk kunnen oplossen. Bovenstaande impliceert dan er een frequent contact bestaat tussen allerlei hulpinstanties en verschillende medewerkers van de school. Elk jaar ontstaan enorm veel nieuwe initiatieven op hulpverlening gebied. Er bestaat overlap in wat de organisaties te bieden hebben. De organisaties weten van elkaar vaak niet wat er geboden wordt. Dit maakt het voor ons niet makkelijk. De SMW van de school is in principe het aanspreekpunt voor bijna alle externe hulpverlening. De schoolarts is aanspreekpunt voor de medische externe hulpverlening ( huisartsen, specialisten, GGD, GGZ,)
Zorg instanties waar de Atlant vnl. mee te maken heeft: BJAA William Schrikker stichting MEE Raad voor de Kinderbescherming AMK Bascule/Kombinatie Altra Jeugdzorg GGD/GGZ Mentrum Derde Oever School is Cool Goal/Catch. Wat betekent dit bovenstaande nu praktisch voor de medewerkers van de Atlant: Wij werken met zeer korte lijnen en er zijn veel mensen bij één leerling betrokken. Mentor: • De 1 e mentoren zijn de spin in het web voor de zorg van de leerlingen die bij hen in de groep zitten. Contacten gaan dus in principe via hen. • Erg van belang is om deze contacten bij te houden in logboek/meldingen en contacten van het digitale LVS. Zolang dit nog niet werkt graag bijhouden in een worddocument. 39
•
Het gaat dan om de feiten: Met wie heb je gesproken:
Naam, Telnr, Organisatie Functie
Wanneer Onderwerp/Doel van het gesprek Afspraken. • Ga nooit een gesprek in zonder het dossier, de voorafgaande leerling besprekingen en aantekeningen van de vorige mentor te lezen. • Vraag advies bij de zorgcoördinator als je ook maar enigszins twijfelt. • Bovenstaande geldt ook voor telefonisch contact. • Zorgcoördinator: • De zorgcoördinator is de spin in het web van de totale zorg. Zij coördineert en bewaakt de rode draad in de hulp. • Zij geeft de mentor advies over de insteek, over het doel en wie er van uit school naast de mentor aanwezig moeten/kunnen zijn. ( directie, lid zorgcommissie, vakleerkracht, andere externe hulporganisaties). • De zorgcoördinator kan ook zelf bij het gesprek aanwezig zijn. Ook al heeft dit niet de voorkeur. Meestal uit praktische overwegingen gedwongen neemt de zorgcoördinator de aanwezigheid van de mentor in een gesprek over. • Zolang het digitale LVS niet werkt is het noodzakelijk dat de zorgcoördinator zo spoedig mogelijk na het gesprek een kopie ( liefst per mail) krijgt van het verslag.
Belangrijk !!!!! Op bovenstaande zijn een aantal uitzonderingen: Contacten die altijd eerst naar de Zorg coördinator gaan zijn: • Het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling, • De Raad van de Kinderbescherming • Leerplicht
3.6 Hoe gaan wij om met Dyscalculie op de Atlant en wat leuke weetjes. Bij ons op school wordt weinig aandacht besteed aan dyscalculie. Je kunt niet alles. Rekenen is een zeer ingewikkelde vaardigheid. We hebben i.t.t. dyslexie geen basis niveau dat we voor alle leerlingen willen bereiken. Het streef niveau; basisvaardigheden oefenen ( optellen, aftrekken, delen, vermenigvuldigen ), breuken ½ , ¼, kennis meemaken, procenten 25, 50, 100 %, basis van grafieken, meten en wegen en geld rekenen vooral in de praktijk,. Klokkijken wel eind streven. Elke leerling kan wanneer hij de school verlaat volledig analoog en digitaal klokkijken en daar in de praktijk mee omgaan. ( op tijd komen enz) Differentiëren in de klas. We werken met individueel afgestelde weektaken. 40
Remediëren in de klas en in zeer beperkte mate. Nadruk ligt op compenseren. Rekenmachine. Een zeer beperkte groep leerlingen heeft meer dan basale rekenvaardigheden nodig. Bv niveau 1 en 2 mbo techniek. Deze leerlingen bezitten dit niveau wanneer ze de school verlaten eigenlijk altijd. •
Rekenen is het omgaan met ordeningen van de concrete werkelijkheid m.b.v logische begrippen en verbanden die worden verkort via symbolen.
•
Rekenen is denken in verhoudingen en niet het benoemen van getallen.
•
Remediërende hulp vaak meer van het zelfde.
•
10 % van de leerlingen heeft min of meer problemen met rekenen. Vaak worden reken problemen niet gediagnosticeerd , waarschijnlijk ligt dit getal veel hoger. Oorzaken zijn heel divers.
•
Rekenen veronderstelt heel veel deelvaardigheden: technisch lezen, begrijpend lezen, concentratie, reflectie, emotionele stabiliteit, goed lange termijn geheugen, goed korte termijn geheugen, flexibiliteit in aanpak en gedrag, automatiseren, enz
•
Emotionele problemen werken door op rekenvaardigheid.
•
Methode Promotie is inhoudelijk wel geschikt en aan te bevelen. Alleen weinig oefenstof
•
Kenmerken Dyscalculie: Hardnekkig probleem met rekenen Na extra hulp en oefening verbetert het weinig Er zijn geen zintuiglijke handicaps te vinden die de oorzaak van het probleem verklaren. Er is sprake van een automatiseringstekort
•
Tips voor aanpak: Helder, stapsgewijs en veel structuur Eén vaste oplossingswijze, dus geen realistische rekenmethodes gebruiken Aanleren van deelvaardigheden. Hard op laten verwoorden Leren schatten. Veel herhalen. Rekening houden met relatie tot sociaal/emotionele problematiek. Geloof en vertrouwen expliciet maken.
41
3.6.1 N.L.D. Non Verbal Learning Disability
niet - verbale leerstoornis
Neuro-psychologisch probleem ( niet in DSM4 ) Afwijking in de rechterhersenhelft, hierdoor een verstoorde prikkeloverdracht van links naar rechts. Dit is nodig bij het verwerken van globale, nieuwe, complexe en ruimtelijke informatie. Dus in aanleg een rekenprobleem. Lijkt op ADHD, PDD_NOS Kenmerken: Goed oog voor details, ijzersterk geheugen, goede taalontwikkeling Vanwege goed taalgebruik vaak overschat. Problemen met fijne motoriek, slordig handschrift Problemen met ( inzichtelijk ) rekenen. Problemen met overzicht, snel verdwalen. Planloosheid. Lijkt ongemotiveerdheid en lui. Praten is vaak betekenisloos, probeert zo greep te krijgen op de situatie Traagheid, onzekerheid. Nemen alles letterlijk, Weinig sociale vaardigheden Depressief en angstig Tips: Aansluiten bij sterke kanten Rust en Voorspelbaarheid Help hem bij nieuwe situaties oor orde aan te brengen Leer verbanden aan te leggen via sterke kant;de Taal: Eerst Praatje daarna plaatje. Let op: dus leren zien door te praten Instructies stap voor stap Pas op voor de valkuil van de eindeloze discussies. Hij voorkomt daarmee dat hij wat moet doen. Zie blz 166 en verder Trix van Lieshout
Hoofdstuk 4 Presentie Beleid Document Verzuim, Preventie en Bestrijding Het Presentie Protocol Het verzuim beleid ligt ingebed in de zorgstructuur van de school. En vormt één van de pijlers waarop het klimaat van de school gebouwd is. Wij spreken dan ook liever over presentie beleid dan over verzuim beleid.
42
De Atlant wil een veilige school zijn. Wij willen de leerlingen een veilig klimaat bieden. Samenwerking met ouders is daarvoor een voorwaarde. Ook bij het absentiebeleid hebben wij de ouders nodig. Wij willen toch weten waar het kind is?
4.1 Belangrijke regels vanuit de Leerplicht wet: Voor de school gelden de volgende algemene wettelijke regels aangaande verzuim: Internverzuim beleid: De school dient het verzuim beleid alsmede procedures voor verzuimpreventie en bestrijding vast te leggen in een document. Het op verzuim aanspreken van ouders /verzorgers en leerling dient gebaseerd te zijn op duidelijke regels en opgenomen te zijn in het verzuim beleid van de school. Verzuimregistratie: Elk verzuim ( dus ook het te laat komen, en geoorloofd verlof ) dient genoteerd te worden. De directeur is eindverantwoordelijk voor het verzuimbeleid en verzuim coördinatie. Aan het eind van het jaar levert de school een jaaroverzicht van het verzuim De leerplicht ambtenaar controleert de verzuimregistratie van de school. Ouders zijn verplicht om de school onmiddellijk in kennis te stellen van de afwezigheid van hun kind en de reden daarvoor. Bij het ontbreken van een verzuimmelding neemt de school dezelfde dag contact op met de ouders/verzorgers om te informeren naar de afwezigheid van de leerling.
Regels voor het melden aan de leerplicht: -
-
Ongeoorloofd verzuim dat op 3 achteréén volgende dagen heeft plaats of dat bij 4 Opéénvolgende lesweken meer dan 1/8e deel van de lestijd omvat moet direct Gemeld worden bij het LAS en bij de leerplichtambtenaar. Ongeoorloofd verzuim van minder dan 3 dagen kan, na overleg met de leerplichtambtenaar ook gemeld worden via het LAS. Dit komt met name voor bij: veel voorkomend verzuim, zorgwekkend verzuim, uurtjes verzuim, ongeoorloofd zomer/winterverlof.
Afhandeling ongeoorloofd verzuim: -
De school heeft de plicht zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de oorzaak van 43
-
het verzuim van de leerling. De ouders van de leerling worden door de school aangesproken op het verzuim. Bij leerlingen van 12 jaar en ouder spreekt de school ook de leerling aan. Vermoedelijk ongeoorloofd verzuim moet bij voorkeur nog diezelfde dag aan de leerplichtambt. worden gemeld via het LAS. De school stuurt bij en LAS melding altijd het originele verzuimoverzicht naar de leerplichtambt. De leerplicht ambt kan hierom ook verzoeken.
Preventief: De leerplichtambtenaar heeft tot taak zoveel mogelijk preventief te werken. Daarom is geregeld contact tussen school en leerplichtambtenaar noodzakelijk. Op elke school dient een structureel zorgteam overleg te zijn.
4.2 Wanneer is sprake van verzuim? Er is sprake van verzuim wanneer een leerling niet op school is. Het verzuim kan geoorloofd en niet geoorloofd zijn. De school heeft de wettelijke plicht zowel het geoorloofde als niet geoorloofde verzuim vast te leggen Voorbeelden van ongeoorloofd verzuim zijn: Niet aanwezig zijn zonder bericht, Te laat komen, Veelvuldig ziek zonder duidelijke reden.
4.3 Regels m.b.t. Presentie 4.3.1 De Leerling -
Je bent op school zoals het lesrooster dat aangeeft Je kunt alleen met toestemming van je ouders verlof aanvragen De mentor houdt in de presentie map bij of je er bent. Je mag de school zonder toestemming van de mentor nooit voortijdig verlaten.
4.3.2 De Ouders 44
-
-
-
De school sluit zich aan bij de uitgangspunten van de leerplicht wet. Elke leerling moet naar school. Onder schooltijd is het dan ook in principe niet toegestaan andere afspraken te maken zoals bijvoorbeeld tandarts en dokters bezoek. Natuurlijk zijn in overleg hier soms uitzonderingen op te maken. Ouders zijn verplicht om de school voor 9.30 in kennis te stellen van de afwezigheid van hun kind en de reden daarvoor. Wij hopen dat ouders openstaan voor het feit dat de school de plicht heeft bij twijfel ( ook bij ziek zijn ) te vragen naar een bewijs. Bv een officieel afspraken kaart van dokters/tandarts. Evt wordt door de schoolarts contact opgenomen met de ouders. Van de ouders wordt verwacht dat zij onder schooltijd bereikbaar zijn voor school. Tevens wordt van ouders verwacht dat wanneer zij een verzuimkaart ontvangen zij direct contact met de school opnemen.
4.3.3 De Medewerkers: De Conciërge: De conciërge is om 8.00 aanwezig en zorgt er voor dat : - In de administratie ruimte naast de telefoon de map Ziek/Afwezigheids meldingen klaar ligt. - De conciërge noteert direct in de map Ziek/Afwezigheids meldingen : Datum Naam van de leerling Klas Reden van verzuim Melder van verzuim - De conciërge noteert in de School Presentie map de ziek/afwezigheids meldingen en communiceert dit met de mentor - De conciërge gaat 9.30 met de presentiemap langs de klassen, - De conciërge neemt de presentie lijst van de klas over in de School Presentie Map - De conciërge geeft de mentor door welke leerling is afgemeld en waarom
De Mentor: -
-
-
De mentor is verantwoordelijk dat de Groeps Presentie Map goed zichtbaar op het bureau aanwezig is, ingevuld wordt en bij gehouden wordt. Hij kan anderen daarop aanspreken wanneer dit niet correct plaatsvindt. De mentor neemt contact op met de zorgcoördinator wanneer er sprake is van zorgwekkend verzuim. ( frequent te laat, niet tijdig melden van ziek zijn, melding van afwezigheid door leerling, enz) Wanneer een leerling niet aanwezig is zonder bericht dan neemt de mentor diezelfde dag nog contact met de ouders. Bij onderbouw leerlingen vind contact hierover voor of 45
-
in de kleine pauze plaats. De 1 e mentor kan bv om praktische overwegingen vragen of de conciërge, of 2e mentor willen bellen. Bij afwezigheid van de mentor verschuift de verantwoordelijkheid automatisch door naar de 2e mentor. Wanneer er geen contact met ouders mogelijk blijkt te zijn die dag, dan verstuurt de mentor diezelfde dag nog een verzuimkaartje.
De Leerkrachten: -
De overige leerkrachten zullen bij afwezigheid van de 1e mentor in hun rol als 2e mentor bovenstaande taken zonodig overnemen. Zij rapporteren aan de 1 e mentor welke actie ze hebben ondernomen.
De Zorgcoördinator. -
-
-
De zorgcoördinator coördineert , innoveert en coacht aangaande het presentie beleid van de school. De zorgcoördinator stelt het verzuim protocol op en stelt dit zonodig jaarlijks bij. De zorgcoördinator zorgt ervoor voor dat de daar in beschreven afspraken ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. De zorgcoördinator bekijkt geregeld de School Presentie map en gaat in overleg met de mentor als haar iets speciaals opvalt De zorgcoördinator is de contactpersoon voor de leerplicht ambtenaar. Soms kiest de zorgcoördinator uit praktische overwegingen voor een rechtstreeks contact tussen mentor en leerplicht. De zorg coördinator en leerplicht hebben wekelijks contact. De zorgcoördinator draagt er zorg voor dat sancties school ( mentor/ zorgcoördinator/directie ) en leerplicht in evenwicht zijn. Bv: Een oproep van leerplicht wegens verzuim is pas op zijn plaats als school er alles aangedaan heeft om de leerling en ouders hier op aan te spreken. Verlof aanvragen gaan via de zorgcoördinator naar de directeur. De zorgcoördinator adviseert in deze. De zorgcoördinator is voorzitter van de Zorgcommissie en bespreekt aldaar zorgwekkend verzuim en het contact met de leerplicht daarover.
De Directeur -
Is eindverantwoordelijk en heeft sommige taken gedelegeerd aan de zorgcoördinator.
4.4 Ziek Melden Wanneer een leerling de school niet kan bezoeken omdat hij ziek is moet dit altijd door de ouders/verzorgers op de dag zelf voor 9.30 gemeld worden. De mentor en/of zorgcoördinator controleren in de map absentie/ziekmeldingen of dit inderdaad heeft plaats gevonden. Zo niet dan neemt de mentor nog diezelfde dag contact op. Krijgen we geen contact, dan moet het verzuim als ongeoorloofd beschouwd worden en geeft de zorgcoördinator dit door aan het Las ( administratie van de leerplicht) 46
De mentor stuurt u, die zelfde dag nog een kaartje met de melding van het verzuim. Het zou immers kunnen zijn dat u kind een dagje spijbelt en dit slim aanpakt door ’s ochtends op de gewone tijd het huis te verlaten en na schooltijd weer thuis komt. Wilt u als ouder direct contact opnemen met de mentor als u het kaartje ontvangen heeft.
4.5 Afspraken onder Schooltijd Zoals hierboven beschreven kunnen in overleg bepaalde afspraken onder schooltijd toegestaan worden. Dokters en tandarts bezoek is bijvoorbeeld zo’n uitzondering. Van de ouders wordt verwacht dat ze bij afspraken op lange termijn dit schriftelijk willen aangeven. Bij korte termijn afspraken wordt verwacht dat de ouders voor 9.30 de school bellen, of dat de leerling wanneer hij later op school verschijnt, een afsprakenkaart kan tonen.
4.6 Schoolregels m.b.t. Te Laat Komen 4.6.1 Voor de Leerling -
-
Je bent te laat als je bij de tweede bel niet binnen de school bent. Alle leerlingen komen door de voordeur naar binnen dus jij ook. Je haalt bij de ronde tafel een te laat briefje en vult dit zelf in ( naam, datum, tijd van binnenkomst, reden waarom te laat) en je laat dit ondertekenen door de conciërge. De conciërge noteert ter controle op de namen van de leerlingen die een te laat briefje invullen. Je gaat met de conciërge geen discussie aan: Iedereen die na de bel binnen komt vult een briefje in. Een briefje betekent dus niet automatisch dat je na moet blijven. Je neemt het briefje mee naar de klas waar je je eerste les hebt en geeft dit aan de leraar. ( bijna altijd de mentor) Wanneer je geen briefje ingevuld hebt word je door de leerkracht teruggestuurd naar de conciërge om alsnog een briefje te halen. De mentor vult in de absentie lijst een T in als je te laat bent en een TG als het geoorloofd is.
Sancties: -
Te laat, zonder goede reden, betekent een half uur na blijven. Van de conciërge hoor je of de school het een goede reden vindt. De conciërge overlegt met de zorgcoördinator en soms met je mentor.
-
Meld je zo snel mogelijk bij de conciërge want de tijd gaat pas in op het moment dat je je bij hem aanmeldt. Na blijven vindt plaats op dezelfde dag. Na je laatste lesuur. Dus of om 12.50 tot of om 15.15 Nablijven vindt plaats onder toezicht van de conciërge om 15.15 Nablijven vindt plaats onder toezicht van een directielid om 13.15 (zie rooster) Je vraagt aan je mentor werk/opdracht/leesboek .Soms heeft de conciërge een klusje voor je.
-
47
-
Als je een onderbouw leerling bent dan moet je je ouders bellen dat je na moet blijven en dus later thuis komt. Een midden/bovenbouw leerling mag dit doen maar het is niet verplicht.
Uitzonderingen: -
-
Kom je vaak te laat dan gaat de mentor je ouders bellen en meldt de zorgcoördinator dit aan de leerplicht. Nablijven vindt altijd op de dag zelf plaats. Bij hoge uitzondering kan hier van afgeweken worden. Kan je om een goede reden niet nablijven op dezelfde dag, dan bespreek je dit met je mentor. Vind je mentor het een goede reden dan mag je aan de conciërge vragen of je op een andere dag mag na blijven. De conciërge ( in overleg met de zorgcoördinator)bepaalt.!! Blijf je niet na, wat natuurlijk nooit gebeurd, dan moet je de tijd dubbel inhalen. Ben je het ergens niet mee eens dan ga je naar je mentor of naar de zorgcoördinator.
4.6.2 Voor de Medewerkers: De Conciërge: -
-
-
-
De conciërge is om 8.00 aanwezig en zorgt er voor dat : - Op de ronde tafel in de hal potloden en te laat briefjes klaar liggen - In de administratie ruimte naast de telefoon de map Ziek/Afwezigheids meldingen klaar ligt. De conciërge, en een lid van de directie, verwelkomen de leerlingen bij de deur. De conciërge sluit om 9.05 de deur en blijft tot 9.15 bij de deur aanwezig. De conciërge vangt de leerlingen op die te laat komen, zorgt dat ze een te laat briefje invullen, en zet na controle zijn handtekening. Bij vermoeden van veel te laten vraagt de conciërge versterking aan de zorgcoördinator De conciërge noteert tevens op een lijst welke leerlingen een te laat briefje invullen. Een discussie over het wel of niet na moeten blijven wordt op dit moment niet gevoerd. De conciërge noteert in de presentie map de ziek/afwezigheids meldingen. De conciërge verifieert bij evt. vermoeden van calamiteiten het GVB. De conciërge gaat 9.30 met de presentiemap langs de klassen: - Neemt de presentie lijst van de klas over - Geeft de mentor door welke leerling is afgemeld - Geeft de mentor en leerling door welke leerling die dag te laat is en na moet blijven. - Checkt bij de mentor of dit om 12.50 of 15.15 is - Overlegt met de mentor of er sprake is van een uitzonderingspositie ( andere dag nablijven) - Geeft bij de mentor aan wanneer een leerling de vorige dag niet is nagebleven. Bij problemen, onduidelijkheden, meldt de conciërge dit bij de zorgcoördinator. De conciërge vangt om 15.15 de leerlingen die te laat zijn op, blijft bij hen, zorgt ervoor dat de leerlingen naar huis bellen ( onderbouw leerlingen verplicht)en stuurt ze na afloop naar huis. De te laat groep is geen na-blijf klas voor straf leerlingen. In uitzonderingsgevallen kan dit na goedvinden van de conciërge een keer plaats vonden 48
De Mentor Algemeen: De mentor spreekt de leerling aan bij frequent te laat en/of verzuim en neemt contact op met ouders.
-
Dagelijkse gang van zaken: Wanneer de eerste bel gaat gaan de eerste en/of tweede mentoren bij hun klassen deur staan en verwelkomen de leerlingen daar. De leerkracht die tussen 9.00 en 9.15 voor de klas staat vult de presentiemap in. Hij stuurt de leerlingen terug naar de conciërge als ze te laat in de klas zijn en geen briefje bij zich hebben. De mentor ondersteunt de genomen beslissing van de conciërge aangaande het nablijven , helpt de leerling er aan te herinneren dat ze na moeten blijven en geeft ze werk mee.
-
De Zorgcoördinator. Algemeen: De zorgcoördinator houdt vinger aan de pols aangaande het verloop. Problemen/onduidelijkheden worden door de conciërge/mentor en evt andere leerkrachten bij de zorgcoördinator gemeld.
-
-
Dagelijkse gang van zaken: Bij de eerste bel begroet de zorgcoördinator de leerlingen boven aan de trap. ( veiligheid trap) Wanneer de conciërge aangeeft dat er mogelijk veel leerlingen te laat zijn ondersteunt de zorgcoördinator de conciërge.
De Ouders -
Van ouders wordt verwacht dat ze erop toezien dat hun kind tijdig van huis vertrekt. Wanneer door onvoorziene omstandigheden een kind te laat komt verwacht de school dat de ouders contact opnemen om dit te melden. Van de ouders wordt verwacht dat ze samenwerken met de school aangaande het op tijd op school komen va n hun kind.
4.7 Verlof Aanvragen en Vrijstellingen:
49
Onder schooltijd is het in principe niet toegestaan andere afspraken te maken zoals bijvoorbeeld tandarts en dokters bezoek. In overleg tussen ouders en school zijn hier uitzonderingen op te maken. Vrijstelling uit godsdienstige overweging Vrijstelling wegens levensovertuiging dient uiterlijk 2 dagen van te voren schriftelijk aangevraagd te worden op het daar voor bestemde formulier. Vrijstelling wegens gewichtige omstandigheden bv huwelijk, begrafenis,verhuizing en ernstige ziekte van bloedverwanten. Vakantie verlof wegens specifieke aard van het beroep van één van de ouders/verzorgers: Vrijstelling voor vakantie verlof dient 8 weken van te voren schriftelijk aangevraagd te worden op het daar voor bestemde formulier. Ouders dienen het besluit van de school af te wachten Indien er sprake is van een werkgever dient de aanvraag vergezeld te gaan van een werkgevers verklaring waaruit blijkt dat verlof tijdens de reguliere vakanties niet mogelijk is. Vakantie verlof mag maar 1 maal per schooljaar worden verleend. Vakantie verlof mag niet worden verleend in de eerste en laatste 2 weken van het schooljaar. De directeur beslist over aanvragen voor extra verlof voor ten hoogste 10 schooldagen ( soms in overleg met leerplicht) De leerplicht ambtenaar beslist over aanvragen voor extra verlof voor een periode meer dan 10 schooldagen per schooljaar ( kan één periode aansluitend zijn, maar ook bij een nieuwe aanvraag kan de periode overschreden worden) Vrijstelling wegens vervangende leerplicht. Is in heel uitzonderlijk gevallen mogelijk Dit gaat altijd in overleg tussen ouders, school en leerplicht. En wordt maar voor maximaal 1 schooljaar toegekend. Formulieren Formulieren voor aanvragen verloven zijn te verkrijgen bij de administratie van de school. Route: Ingevulde formulieren worden ingeleverd bij de mentor en gaan via de zorgcoördinator naar de directeur. Via dezelfde weg komen de formulieren ook weer terug bij de ouders: Er worden 3 kopieën gemaakt: Het origineel dat via de leerling naar de ouders teruggaat Een kopie voor de mentor voor het leerling dossier in de groep Een kopie voor de zorgcoördinator Een kopie voor het school dossier van de leerling.
50
4.8 Time out, Schorsen en Verwijderen Voor de school gelden de volgende wettelijke regels aangaande schorsen en verwijderen: 4.8.1 Time Out Time out is een maatregel die niet per wet is vastgelegd. De school gebruikt de Time out als tussen maatregel om niet direct tot een schorsing te hoeven over gaan. De Time Out is een maatregel die alleen door de directie kan worden opgelegd aan de leerling Het hoofddoel is Enerzijds om de leerling even tot zich zelf te laten komen Anderzijds om een gesprek met ouders, leerling en mentor te hebben. School en ouders trekken samen op. 4.8.2 Schorsing: Ernstige incidenten kunnen aanleiding geven tot een Schorsing. -
De schorsing kan opgelegd worden als corrigerende maatregel. Als gebleken en aantoonbaar is dat andere maatregelen niet het beoogde effect sorteren. Voorbeeld; Herhaaldelijk les of orde verstoring Herhaaldelijk te laat of veelvuldig verzuim
-
De schorsing kan naar aanleiding van een ernstig incident als onmiddellijke maatregel worden toegepast. Voorbeeld: Bedreiging, Bezit van wapens of vuurwerk, Gebruik van alcohol en drugs tijdens schooltijden,Geweldpleging,Diefstal, Beroving, Afpersing,Wangedrag tegenover leerkrachten en of mede leerlingen
Regels waar de school zich aan moet houden: Een leerling kan voor een periode van ten hoogste 5 schooldagen worden geschorst De schorsing wordt schriftelijk gemeld aan de ouders /verzorgers. Schorsingen langer dan 1 dag worden aan de inspectie gemeld, alsmede aan de leerplicht ambtenaar. De ouders worden opgeroepen voor een gesprek op school. De leerling wordt tijdens de schorsingsperiode door de school aan het werk gezet. Na de schorsing wordt de leerling weer tot de lessen toegelaten. Een schorsing kan meerdere malen voor dezelfde leerling worden toegepast indien sprake is van een nieuw incident. De leerling en/of de ouders hebben de mogelijkheid tegen de schorsing schriftelijk bezwaar te maken bij de directie. De directeur beslist binnen 5 dagen. De leerling kan de toegang tot de lessen worden ontzegd voor de max schorsingsduur. Wie is betrokken: leerling, ouders, directie of gedelegeerde,( leerplicht, inspectie. Langer dan 1 dag)
51
4.8.3 Verwijdering: Voor de veiligheid van medeleerlingen en/of personeel en voor een betere toekomst voor de leerling zelf kan het wenselijk zijn dat er een andere school wordt gezocht Nadat gebleken is dat meerdere schorsingsmaatregelen niet het beoogde effect sorteren kan de leerling van de school verwijderd worden. Onmiddellijke maatregel in belang van de veiligheid en/of zeer ernstige aangelegenheid. Wie is betrokken: leerling, ouders, directie, leerplicht, inspectie. Procedure: 1) De verwijdering moet schriftelijk en met opgave van reden worden meegedeeld aan de ouders/verzorgers. Tevens moet er gewezen worden op de mogelijkheid dat ouders binnen zesweken in beroep kunnen. 2) De definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling kan pas wanneer een andere school officieel inschrijft. 3) De directie deelt de inspectie het besluit mee, met reden en geeft aan wat de nieuwe school wordt 4) De ouders en de leerling moeten in de gelegenheid gesteld worden gehoord te worden, daarnaast hebben zij kennis kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen en rapporten. 5) De directie neemt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 6 weken na ontvangst van het ingediende bezwaarschrift een besluit. 6) Tot het moment van schoolwisseling volgt de leerling een alternatief onderwijsprogramma op de school. In extreme gevallen kan de leerling in overleg met de ouders/verzorgers buiten de school geplaats worden De school zorgt voor een opvangplek en meldt dit aan de leerplicht 7) Ingeval alle procedures met zorg zijn doorlopen en de school, hulpverleners en leerplichtambtenaar geen andere school of alternatief traject hebben kunnen vinden, dan wordt de school door de leerplichtambtenaar ontheven van haar inspanningsverplichting. De leerplicht meldt de leerling bij DMO als onbemiddelbare leerling De school meldt dit bij het bestuur De leerling blijft wel bij de school ingeschreven. Totdat via leerplicht het verzoek tot uitschrijven komt.
52
Hoofdstuk 5 Toetsen en Testen De school is op dit moment nog verdeeld in Onderbouw/Middenbouw/Bovenbouw. Het Toetsen en Testen is per bouw anders georganiseerd. Dee toetsen worden per bouw in de zogenaamde toets periodes in 2 weken gelijktijdig afgenomen.
5.1 Didactische Toetsen: De onderbouw: In de onderbouw ligt de nadruk op basale vaardigheden rekenen taal en de sociale vaardigheden. De leerlingen werken aan weektaken. De mentor geeft de AVO vakken en neemt 2 maal per jaar een toets af. Een aantal toetsen verwijzen direct naar lesstof en of boeken Toetsen die in de onderbouw gebruikt worden -
AVI lezen Bodegraafse Leestoets CITO Begrijpend Lezen PI dictee Tempo Toets rekenen Gouds rekenpakket (instaptoets) Klokkijken analoog Klokkijken digitaal
De Middenbouw: In de middenbouw ligt de nadruk op individuele leerroutes. Niet alle leerlingen worden didactisch overal meer op getoetst. Wel krijgen alle leerlingen in het eerste jaar van de Middenbouw een IQ Test. Toetsen die in de middenbouw gebruikt worden 1 e jaars Middenbouw: AVI lezen beneden niveau 7 Bodegraafse Leestoets CITO Begrijpend Lezen PI dictee Tempo Toets rekenen Gouds rekenpakket (instaptoets) Klokkijken analoog wanneer onvoldoende Klokkijken digitaal wanneer onvoldoende 2 e jaar Middenbouw: Alle leerlingen: CITO Begrijpend Lezen Tempo Toets rekenen. Individuele leerlingen: 53
-
AVI lezen beneden niveau 7 Testen Individueel passend bij leerroute
Bovenbouw: In de bovenbouw worden klassikaal geen didactische testen meer afgenomen. Individueel kan het van belang zijn dat een kind toch didactisch nogmaals één of meerdere toetsen maakt.
5.2 IQ Test Bij aanname zijn er IQ gegevens beschikbaar van de vorige school. In individuele gevallen is het mogelijk dat de psycholoog bij onderbouw leerlingen op verzoek van ouders of school een IQ test doet. Bij alle leerlingen die voor het eerste in de middenbouw zitten wordt op de helft van dat jaar de NIO afgenomen door de psycholoog. Reden hiervoor zijn: • Van belang ter afweging of ROC een optie is. • Jobcoaches/voor de Wajong aanvraag/ hulpverlening/andere instanties hebben IQ gegevens nodig die niet ouder dan 3 jaar zijn. • Ouders en kind willen na 2 jaar praktijkschool toch nog eens bevestiging krijgen over mogelijkheden en onmogelijkheden. • Voor leerkrachten: Sommige leerlingen zijn zeer streetwise en sociaal vaardig. Hierdoor soms overschatting van mogelijkheden. Maar ook onderschatting komt voor. Let op: IQ is ook maar een middel om mogelijkheden van een kind in te schatten.
54
Hoofdstuk 6 Uitstroom Het onderwijs aanbod op de Atlant ziet er in zeer beknopte vorm als volgt uit: De Onderbouw:
Alle leerlingen volgen een tweejarige onderbouw traject met een standaard aanbod. Dit aanbod is wel aangepast op individueel niveau.
De Middenbouw:
Leerlingen worden v.n.l. intern voor bereidt op de arbeidsmarkt via individuele trajecten.
De Bovenbouw:
Leerlingen worden v.n.l. extern voor bereidt op de arbeidsmarkt via individuele trajecten.
In de bovenbouw, het eind van de schoolloopbaan op de Atlant, zijn er op dit moment een aantal uitstroommogelijkheden met elk hun eigen “procedures” die gevolgd worden. Voor alle schoolverlaters kunnen een aantal stappen gezet worden, afhankelijk van de individuele behoeftes en wensen. Deze stappen zijn: -
Stages ter oriëntering op werk. Aanmelding bij het UWV inzake de Wajong regeling. Gesprek met de arbeidsdeskundige van het UWV inz. het vaststellen van de AGH status (arbeids handicap). Kennismaking jobcoach voor het einde van schooljaar. Overleg met ROC over de plaatsing van de leerling. Aanvragen van Individuele Reïntegratie Overeenkomst (IRO) bij moeilijk te plaatsen leerling, zodat deze begeleid kan worden door een jobcoach. Contact met MEE voor sociaal-maatschappelijke ondersteuning.
6.1 Mogelijkheden van Uitstroom De Atlant biedt de volgende uitstroommogelijkheden:
• Uitstroom naar werk De leerling heeft één of een aantal vakken gevolgd in de richting van zijn toekomstige werkterrein en ook in die richting stage gelopen. De opbouw van het aantal stagedagen per week, van 1 tot 4 dagen, geeft de leerling een beeld van de situatie zoals die kan zijn na het verlaten van de school. Soms wordt een stageplaats omgezet in een arbeidsplaats met een arbeidscontract. Leerlingen van het Praktijkonderwijs hebben vaak recht op een aantal faciliteiten, in het geval van betaald werk kunnen zij gebruikmaken van de ondersteuning van een jobcoach: iemand die samen met hen betaald werk vindt en/of kan begeleiden op de werkplek. Ook zijn er voor bedrijven subsidiemogelijkheden beschikbaar om de leerling een contract aan te bieden.
55
• Uitstroom naar beschermde werkplek De leerling die niet in staat is om zelfstandig op een werkplek te functioneren wordt begeleid naar een beschermde werkplek. Het traject lijkt op dat van uitstroom naar werk, met het verschil, dat zodra duidelijk is dat de uitstroomrichting beschermd werk zal worden, de oriëntatie daarop zal plaats vinden (stage bv.). Er is een standaard procedure afgesproken met een vast contactpersoon van het CWI met vaststaande formulieren om de leerling aan te melden voor een s.w. indicatie. Er is een convenant ondertekend door Pantar en praktijkscholen om de schoolverlaters te plaatsen bij Pantar.
• Uitstroom naar werk met een vakopleiding (BBL) Het voortraject: Wanneer een leerling de capaciteiten en de interesse heeft om door te stromen naar een vakopleiding wordt het zogenaamde voortraject opgestart. Tijdens deze periode lopen leerlingen stage in het vakgebied waar zij een opleiding voor willen volgen en krijgen zij theoretische en praktische ondersteuning op school. Afhankelijk van de richting kunnen leerlingen al tijdens hun laatste schooljaar de opleiding op nivo 1 op het ROC volgen. Deze leerlingen gaan dan 1 dag naar het ROC, 1 dag naar de Praktijkschool en 3 dagen naar hun stage. De leerlingen gaan alleen naar het ROC voor theorielessen, de ondersteuning en de stage wordt verzorgd door de Praktijkschool en de leerlingen blijven op de Atlant ingeschreven. Na het behalen van (een deel van) het diploma op nivo 1 stroomt de leerling door naar een regulier BBL traject op het ROC. Soms om nivo 1 af te ronden, soms om verder te gaan met nivo 2. De leerlingen kunnen extra ondersteuning krijgen van een jobcoach. Voor het BBL-traject is een arbeidscontract verplicht.
• Uitstroom naar een vakopleiding (BOL) Een aantal leerlingen kiest ervoor om na het behalen van nivo 1 (zoals boven beschreven) door te stromen naar een reguliere BOL opleiding op nivo 2. Ze gaan dan 1 of 2 dagen per week stage lopen en volgen verder een dagopleiding aan het ROC. Ze krijgen geen extra ondersteuning omdat er geen sprake is van werk. Voor de BOL-variant is geen verder begeleiding mogelijk vanuit het UWV en/of de praktijkschool. Er is afgesproken met het ROC dat praktijkleerlingen in principe niet, en zeker niet zonder overleg met de aanleverende scholen, in aanmerking komen voor een BOL-variant. Niet iedere ROC opleiding houdt zich hier echter aan. De ervaring leert dat de meeste leerlingen thuis komen te zitten zonder steun en begeleiding. 56
• Uitstroom na verwijdering Een beperkt aantal leerlingen verlaat de school omdat zij aan het eind van de schoolloopbaan niet meer gemotiveerd zijn voor school en stage. Voor hen wordt in overleg met ouders, indien mogelijk, gezocht naar een passend aanbod in de richting van arbeidstraining, voorbereiding en schakelen naar regulier werk. Bijvoorbeeld van het aanbod van de St. Herstellingen en de ATC’s van Amstelmonde kan in zo’n situatie gebruik worden gemaakt. Zie verder bij verwijdering hfd stuk 3
6.2 Procedures in de Uitstroom 6.2.1 Wie zijn bij de uitstroom betrokken en wat zijn hun taken: De bovenbouw mentor -
-
-
-
-
De mentor houdt de rode lijn van het traject van de leerling in de gaten. Dit geldt voor alle 1 e mentoren op de Atlant maar omdat de leerling uitstroomt wordt de taak van de bovenbouw mentor specifieker, immers gericht op uitstroom van de leerling .(Zie ook taken van de mentor ) De mentor is op de hoogte van de afspraken en handelingssuggesties van de laatste leerling en LWBP bespreking. Hij bewaakt dat de gemaakte afspraken ook daad werkelijk doorgang vinden. De mentor is verantwoordelijk voor de uitstroom van de leerling. Hij heeft contacten met de externe instanties en intern met de diverse leerkrachten die bij de leerling betrokken zijn. De mentor overlegt met de stage coördinator aangaande de stages van de leerlingen De mentor overlegt met de zorgcoördinator aangaande de zorg omtrent de leerling. De mentor maakt 2 jaarlijks een verslag voor de leerling bespreking. Zie leerlingbespreking bovenbouw Leerlingen kunnen tussentijds (gedurende het hele schooljaar) uitstromen, de mentor informeert tijdig de zorgcoördinator en stage coördinator dat dit het plan is en wanneer de uitstroom gaat plaats vinden. De mentor rapporteert en houdt gegevens aangaande uitstroom bij.
De stagecoördinator - Bewaakt en is verantwoordelijk voor de rode lijn van stage trajecten binnen en buiten de school. Uit dien hoofde is hij mede verantwoordelijk voor de uitstroomroute van de leerling. Een leerling kan niet uitstromen zonder dat er overleg met de stage coördinator is geweest.
57
De zorgcoördinator - Bewaakt en is verantwoordelijk voor de rode lijn van de zorg. Voor een aantal van
-
onze leerlingen is het van belang dat nadat ze uitgestroomd zijn en de school verlaten hebben het zorgtraject nog door loopt of alsnog opgestart gaat worden. ( bv kamer training, begeleiding jonge moeders, sova trainingen ) Een leerling kan niet uitstromen zonder dat er overleg met de zorg coördinator is geweest.
De directie - De directeur geeft de administratie de opdracht tot uitschrijving over te gaan. De administratie De administratieve handeling van uitschrijving wordt verricht door de -
administratie. De uitschrijving kan alleen maar plaatsvinden met toestemming van de ouders en/of leerplicht. Alle uitschrijvingen worden binnen 7 dagen aan het LAS gemeld. Als de uitschrijving procedure is afgerond staat de leerling formeel niet meer ingeschreven.
6.2.2 Moment van uitstromen en rapportage: Leerlingen kunnen om verschillende redenen en via verschillende routes uitstromen.( zie 6.1) Het moment van uitstroom is daardoor divers. Gedurende het schooljaar kunnen leerlingen uitstromen ( bv wanneer er werk voor de leerling gevonden is) De leerlingen stromen uit op verschillende leeftijden: Ten alle tijden zal het doel zijn een zo’n optimaal traject voor de leerling te vinden. (Een leerling kan op 17 jaar een ROC traject volgen, maar ook op 19 jaar nog een traject volgen op onze school en waneer hij 20 is uitstromen. 0 Rapportage Zie bij algemeen leerling besprekingen enz. De bovenbouw mentor gebruikt een ander formulier voor de leerling bespreking.
58
Hoofdstuk 7 Aanname en Beleid 7. De zorg voor onze leerlingen Een goede zorgstructuur is in het praktijkonderwijs van groot belang. Praktijkonderwijsleerlingen hebben extra zorg en toezicht nodig gedurende hun schoolloopbaan. Deze zorg en toezicht mogen echter niet leiden tot een afhankelijkheid. Wij willen onze leerlingen juist zelfstandig en zelfverantwoordelijk laten zijn. Dit betekent dat de keuze voor het bieden van “zorg” aan deze leerlingen zorgvuldig en weloverwogen georganiseerd dient te worden.
7.1 Aanmelding en toelating De Atlant valt onder de Wet op het VMBO, waarin is vastgelegd aan welke specifieke deskundigheden het Praktijkonderwijs moet voldoen. De Atlant maakt deel uit van het Samenwerkingsverband 28.2. Samen vormen deze scholen een netwerk van deskundigheid, waarop ouders en scholen een beroep kunnen doen. Alle Praktijkscholen zijn aangesloten bij een Regionale VerwijzingsCommissie. Aanvragen voor Praktijkonderwijs worden door het RVC beoordeeld. De RVC geeft binnen acht weken na ontvangst van een verzoek een beschikking Praktijkonderwijs af, waartegen bezwaar en beroep is aan te tekenen. Toelatingscriteria Praktijkschooljongeren voldoen aan de volgende criteria: - jongeren met een leeftijd tussen 12 en 18 jaar - jongeren met een IQ tussen 60 en 80 - jongeren met een leerachterstand van drie jaar of meer - jongeren met vragen op sociaal-emotioneel gebied De aanmelding Wanneer ouders hun kind willen aanmelden, worden de volgende stappen genomen: -ouders worden uitgenodigd voor een gesprek met de adjunct-directeur. -wanneer ouders kiezen voor de Atlant wordt een voorlopig aanmeldingformulier ingevuld en geven de ouders het aanmeldingsformulier voortgezet onderwijs. -de psycholoog van onze school gaat op het elektronische loket het onderwijskundige rapport opvragen. -wij controleren of een aangemelde leerling voldoet aan de criteria van het RVC -zo nodig doen wij aanvullend medisch- of psychologisch onderzoek -de psycholoog stuurt het dossier op aan het RVC met een verzoek tot een beschikking, wanneer wij denken dat een leerling voldoet aan de criteria. -wanneer dat niet het geval is neemt de adjunct-directeur contact op met de ouders -de ouders worden uitgenodigd voor een gesprek met de onderwijshulpverleenster bij inschatting van een positieve RVC beschikking. - de leerling wordt geplaatst.
59
7.2. De begeleiding Zorg voor de leerbehoeften van de leerling -Het lesprogramma is gericht op zelfredzaamheid, persoonlijke toerusting, een brede maatschappelijke oriëntatie en voorbereiding op werk. -Het lesprogramma biedt een breed aanbod in de onderbouw naar een smaller en meer toegesneden aanbod van praktijkvakken, praktijksimulaties en praktijkstages in de bovenbouw. Zorg voor de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling. -Bij onze leerlingen is sprake van een licht verstandelijke beperking. Deze beïnvloedt bij veel leerlingen ook de sociaal emotionele ontwikkeling en uit zich in een beperkt inzicht in sociale situaties. -Sociale vaardigheden zijn heel belangrijk voor het krijgen en behouden van een arbeidsplaats Bovendien hebben leerlingen die sociaal vaardig zijn over het algemeen meer mogelijkheden. -Op de Atlant is veel aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling en voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden Zorg gericht op begeleiding van ouders/verzorgers voor zover het de ontwikkeling van de leerling betreft. -de ouders spelen een belangrijke rol in het proces van ontwikkeling van hun kind -wij willen de ouders dan ook nauw betrekken bij het bepalen van perspectief en het (onderwijs)traject dat hier bij past. Wij spreken de ouders in ieder geval twee keer per schooljaar intensief tijdens de leer- werk en begeleidingsplan bespreking. Instrumenten van zorg: Wij hanteren de volgende instrumenten binnen onze zorgstructuur:
Mentoraat: elke klas heeft een mentor Het vak drama/sociaal emotionele vorming is opgenomen in het rooster van de onderbouw Kleinschaligheid: de leerlingen hebben behoefte aan een beschermde omgeving met een duidelijke structuur en grote betrokkenheid van de docenten. De interne zorgbreedte commissie, een aan de school verbonden commissie bestaande uit arts, maatschappelijk werker, psycholoog, zorgcoördinator en directeur Zorgcoördinator Logopedie voor leerlingen met grote taalachterstand op specifieke spraak/taal problematiek Klassengrootte: 15 à 16 leerlingen. Bij de praktijkvakken en een deel van de avo-vakken wordt aan de halve klas lesgegeven (7 à 8 leerlingen)
Leerlingbespreking: jaarlijks zijn er voor iedere groep twee leerlingbesprekingen.
Leerlingvolgsysteem: Nadat een leerling geplaatst is, is het van belang dat de ontwikkeling en de leerprestaties nauwgezet worden gevolgd en geregistreerd. Dit gebeurd door observaties, toetsmomenten en onderzoeken door leden van het zorgteam. Alle gegevens worden vastgelegd in een digitaal computernetwerk, waarin alleen teamleden toegang hebben. Gegevens worden pas verstrekt aan derden als ouders daartoe toestemming hebben gegeven.
60
Zorg aan leerlingen met een leerlinggebonden budget Voor de extra zorg aan leerlingen met een leerlinggebonden budget hebben wij een medewerkster van Jeugdzorg en een medewerkster PMT aangesteld. Zorgplan Wij hebben de zorgstructuur en alles wat daarmee samenhangt uitvoerig beschreven in ons zorgplan. In dit zorgplan hebben wij ook verbeteringen geformuleerd voor onze zorgstructuur. Binnenkort zullen wij een nieuw zorgplan gaan schrijven. Dit plan zal eind 2007, begin 2008 klaar zijn. In dit nieuwe zorgplan worden wederom verbeterpunten genoemd om onze zorgstructuur verder te versterken.
61
Hoofdstuk 8 Kwaliteitszorg 8.1 Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2012/2013 Naam A.M.G.Schmidt Achtsprong Catharineschool Coronel Driesprong Dumont Elout Hasselbraam Holendrecht Iedersland Meander Merkelbach Morgenster Narcis-Querido Schakel St Paulus Polsstok Rozemarn Tobias Van Houte school Visser t hoofd Wending St Paulus
Primair onderwijs Aantal ll 1 1 1 1 1 4 1 5 1 1 4 1 1 1 2 3 1 1 2 2 1 1 2 39
Schoolsoort/cluster BO BO BO SBO Lz SBO SBO BO SBO BO SBO SBO BO BO BO SBO SBO BO BO SBO SBO BO SBO SBO
Locatie West Zuidoost Zuid Nieuw West Nieuw-West Zuidoost Zuid Nieuw-West Zuid Oost Nieuw-West Zuid Zuid Zuid Oost West Amstelveen Zuid Zuid Oost Zuid Oost Zuid Zuid Oost Nieuw West Amstelveen Zuid
2012/2013
Voortgezet onderwijs
Naam Alphons Laudy Clusius
Aantal ll 4 1
Schoolsoort/cluster VSO ZMLK POS Lwoo
Locatie Zuid Noord
Kingma
1
VSO zmlk
Zuid Oost
Luca Nova
1 1
PRO PRO
Oost Nieuw-West
Panta Rhei Saenstroom Zuiderlicht college
1 1 1 11
Lwoo VSO opdc Lwoo
Amstelveen Wormerveer Zuid
62
2012/2013
Anders
Naam Scool to Care School Aruba
Aantal ll 2 1
Totaal:
Schoolsoort/cluster
Locatie
53
8.1 Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2011/2012 Naam Achtsprong Aloysius Cirkel Dolfijn Driesprong Dumont Elout Gerhard Hasselbraam Iedersland Kans de Koetsveld Meander Pieter Hoogland Olympia Schakel de Signis Tobias Troelstra Van Houte school Wending St Paulus ST Barbara Zeppelin
Primair onderwijs Aantal ll 2 1 1 1 2 1 1 1 4 3 3 1 1 1 1 1 2 2 1 4 5 4 1 1 45
Schoolsoort/cluster Lokatie BO Zuidoost BO Centrum BO Amstelveen SBO Uithoorn SBO Nieuw-West SBO Zuidoost BO Zuid SBO cluster 4 Zeeburg SBO Slotervaart SBO Osdorp SBO Geuzeveld/Slotermeer SBO cluster 3 Oost Watergraafsmeer SBO ZuiderAmstel SBO Zuider Amstel BO Zuid SBO Amstelveen SBO cluster 2 Slotervaart SBO Oud Zuid BO Nieuw-West SBO Zuidoost SBO Amstelveen SBO Oud zuid BO Oost SBO Noord
2011/2012
Voortgezet onderwijs
Naam Nova KPCN Wellant
Aantal ll 1 1 2 4
Schoolsoort/cluster PRO PRO PRO
Lokatie
63
2011/2012
Anders
Naam Lijn 5
Aantal ll 1 1
Totaal:
Schoolsoort/cluster
Lokatie
50
8.1 Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2010/2011
Primair onderwijs
Naam Alexander Roozendaal Alphons Laudy Avonturijn Dumont Geert Groote Gerhard Hasselbraam Iedersland Kans de Kleine Reus Koetsveld Meander Mobiel de Onze Wereld Rivieren de Schakel de Signis Tobias Van Houte school Vlaamse Reus Wending St Jan de Doper St Paulus
Aantal ll 1 1 1 2 1 1 3 1 3 1 1 5 1 1 1 4 1 1 2 1 5 1 1
Schoolsoort/cluster Lokatie SBO cluster 2 Slotervaart SBO cluster 3 ZuiderAmstel BO Oud Zuid SBO Zuidoost BO Oud Zuid/zuideramstel SBO cluster 4 Zeeburg SBO Slotervaart SBO Osdorp SBO Geuzeveld/Slotermeer BO Amsterdam centrum SBO cluster 3 Oost Watergraafsmeer SBO ZuiderAmstel BO Zuid Oost BO Zuid Oost BO ZuiderAmstel SBO Amstelveen SBO cluster 2 Slotervaart SBO Oud Zuid SBO Zuid Oost BO Slotervaart SBO Amstelveen BO Slotervaart SBO Oud zuid
2010/2011
Voortgezet onderwijs
Naam Nova Dreef de Steiger
Aantal ll 1 1 1
Totaal:
Schoolsoort/cluster
Lokatie
PRO PRO
43
64
8.1 Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2009/2010
Primair onderwijs
Naam Alphons Laudy Ark Dalton 2 e Dolfijn Dumont Hasselbraam Horizon Immanuel Kraanvogel Meander Notenkraker Pieter Hoogland Polsstok Roos Schakel Sint Paulus Spectrum Ster Tobias Twiske
Aantal ll 2 1 1 1 2 6 1 1 3 2 1 1 1 1 1 2 3 2 1 1
2009/2010
Voortgezet onderwijs
Naam Poort Danne Bladergroen
Aantal ll 5 1 1 41
Schoolsoort/cluster SBO/ZML BO BO SBO SBO SBO BO BO BO SBO BO SBO BO BO SBO SBO SBO BO SBO BO
Schoolsoort/cluster PRO PRO PRO
Lokatie ZuiderAmstel ZuiderAmstel Oud Zuid Uithoorn Zuidoost Slotervaart Osdorp Geuzenveld/sloterm Oostwatergraafmeer Zuideramstel Oud zuid Zuideramstel Zuid oost De Baarsjes Amstelveen Oud zuid Oost/Watergr Zuid oost Oud Zuid Noord
Lokatie Breukelen Purmerend
65
8.1 Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2008/2009
Primair onderwijs
Naam Aldoende Alphons Laudy Crescendo Dolfijn Dumont Hasselbraam Lafayette Meander Noteboomschool Odysee Roos Schakel Spectrum Van Voorthuijsenschool Van Houte school Wending
Aantal ll 2 2 1 1 3 1 1 4 1 1 2 2 1 1 2 3
2008/2009
Voortgezet onderwijs
Naam Wellant Altra Het Plein Danne Bladergroen
Aantal ll 1 1 1 1 1 35
Schoolsoort/cluster BO ZML/cluster 3 BO SBO SBO SBO BO SBO LZK /cluster 3 BO BO SBO SBO SBO SBO SBO
Schoolsoort/cluster lwoo VSO/cluster 4 Praktijkonderwijs PRO Pro
Lokatie Oost/ watergraaf ZuiderAmstel Zuidoost Uithoorn Zuidoost Slotervaart Oost Zuideramstel Zuidoost Osdorp De Baarsjes Amstelveen Oost/Watergrm Geuzenv/sloterm Zuidoost Amstelveen
Lokatie
66
8.1 Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2007/2008
Primair onderwijs
Naam Alphons Laudy Bovenland Crescendo Driesprong Dumont Hasselbraam Iedersland Klimop Meander Noteboomschool Nellestein Parel Schakel Spectrum Tamboerijn Tobiasschool Van Voorthuijsenschool Van Houte school Van Det Waterinkschool Wending Zeppelin
Aantal ll 1 1 1 1 1 1 2 1 4 1 1 1 5 1 1 3 3 8 4 1 3 1
Schoolsoort/cluster ZML/cluster 3 BO BO SBO SBO SBO SBO BO SBO LZK /cluster 3 BO BO SBO SBO BO SBO SBO SBO SBO/cluster 4 SBO/cluster 4 SBO SBO
2007/2008
Voortgezet onderwijs
Naam MCO Altra
Aantal ll 1 1
2007/2008
Buitenland
Naam ???
Aantal ll 1
Lokatie ZuiderAmstel Osdorp Zuidoost Osdorp Zuidoost Slotervaart Osdorp Noord Zuideramstel Zuidoost Zuidoost Centrum Amstelveen Oost/Watergrm Zuidoost Oud Zuid Geuzenv/sloterm Zuidoost Oud Zuid Oud Zuid Amstelveen Noord
Schoolsoort/cluster VMBO VSO/cluster 4
Locatie Oost
Schoolsoort/cluster VO
Locatie Marokko
49
67
8.1 Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2006/2007
Primair onderwijs
Naam Blauwe lijn Brink Dalton 3 e Dapperschool Driesprong Dumont Kade Kleine prins Kraanvogel Meander Montessori 1 e Nicolaas Maesschool Noteboomschool Peetersschool Schakel Schalmei Spectrum Tobiasschool Universum Vier Windstreken Van Voorthuijsenschool Van Houte school Van Det Waterinkschool Winkler Wending Zeppelin
Aantal ll 1 1 1 1 2 1 1 1 2 3 1 1 1 1 3 1 1 4 1 1 2 3 1 1 1 4 2
2006/2007
Voortgezet onderwijs
Naam MCO Parnassia Panta Rhei PO Zeist ‘t Veer
Aantal ll 2 1 1 1 2
Schoolsoort/cluster BO BO BO BO SBO SBO SBO ZMOK/cluster 4 BO SBO BO BO LZK /cluster 3 BO SBO BO SBO SBO SBO BO SBO SBO SBO/PI/cluster 4 SBO/PI/cluster 4 SBO SBO SBO
Schoolsoort/cluster VMBO Praktijkonderwijs vmbo Praktijkonderwijs Praktijkonderwijs
Lokatie Zuidoost Zuidoost Oud zuid Oost/watergrm Osdorp Zuidoost Geuzenveld/sloterm Baarsjes Oost/watergr Zuideramstel Oud Zuid Zuid oost Oud Zuid Amstelveen Zuidoost Oost/Watergrm Oud Zuid Noord Noord Geuzenv/sloterm Zuidoost Oud Zuid Oud Zuid Oud West Amstelveen Noord
Lokatie Oost Noord amstelveen Zeist Almere
51
68
8.1 Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen 2005/2006
Primair onderwijs
Naam Aloysius Dumont Coronel Hasselbraam Iedersland Koetsveld Klimop Meander Notekraker Pieter Hoogland Plankier Rozemarn Sint Paulus Spectrum Rosmolen Tobiasschool Van Houte school Waterinkschool Winkler Wending
Aantal ll 1 2 2 1 1 3 1 5 1 2 1 1 2 1 1 1 9 2 2 1
Schoolsoort/cluster BO SBO LZK/cluster 3 SBO SBO ZML/cluster 3 SBO SBO BO SBO SBO BO SBO SBO BO SBO SBO SBO/PI/cluster 4 SBO SBO
2005/2006
Voortgezet onderwijs
Naam Poort Tender college
Aantal ll 1 1
Schoolsoort/cluster PRO PRO
Lokatie Centrum Zuidoost Slotervaart Slotervaart Osdorp oost/watrgrm Almere Zuideramstel Oud Zuid Zuideramstel Purmerend Zuidoost Oud Zuid Oost/Watergr Zaandam Oud Zuid Zuidoost Oud Zuid Oud West Amstelveen
Lokatie IJmuiden
42
69
8.1
Samenvatting: Van welke Scholen krijgen wij Leerlingen
•
2012/2013 Verdeling SBO/BO/VO: 53 totaal 12 uit het SBO waarvan: 27 uit het BO 11 van het VO waarvan
1
LZ
2 3 5
Pro LWoo ZML
2 Divers •
•
Verdeling Stadsdelen: Stadsdeel Zuid Amstelveen: Zuidoost: West Nieuw west Oost Noord: Centrum Wormerveer
2011/2012 Verdeling SBO/BO/VO: 12 uit het SBO waarvan: 27 uit het BO 4 van het VO waarvan 1 Divers Verdeling Stadsdelen: Stadsdeel ZuiderAmstel: Oud Zuid: Amstelveen: Uithoorn; Zuidoost: Osdorp: Slotervaart: Geuzenv/sloterm: Oud West Baarsjes Centrum: Oost/Watergrm: Noord: Zeeburg: Zuid: Nieuw West:
•
Aantal leerlingen 16 3 13 4 12 1 1 0 1
50 totaal 1
LZ
4
Praktijk onderwijs
Aantal leerlingen 2 7 7 2 7 6 5 1 4 2 1 2 2
2009/2010
70
•
2010/2011 Verdeling SBO/BO/VO: 36 uit het SBO waarvan:
50 totaal
9 uit het BO 4 van het VO waarvan 1 Divers Verdeling Stadsdelen: Stadsdeel ZuiderAmstel: Oud Zuid: Amstelveen: Uithoorn; Zuidoost: Osdorp: Slotervaart: Geuzenv/sloterm: Oud West Baarsjes Centrum: Oost/Watergrm: Noord: Zeeburg: Zuid: Nieuw West:
•
1 1 1
ZML REC 2 REC 4
4
Praktijk onderwijs
Aantal leerlingen 2 7 7 2 7 6 5 1 4 2 1 2 2
2009/2010 Verdeling SBO/BO/VO: 21 uit het SBO waarvan: 13 uit het BO 7 van het VO waarvan Verdeling Stadsdelen: Stadsdeel ZuiderAmstel: Oud Zuid: Amstelveen: Uithoorn; Zuidoost: Osdorp: Slotervaart: Geuzenv/sloterm: Oud West Baarsjes Centrum: Oost/Watergrm: Noord: Purmerend Breukelen
41 totaal 2 0 0
ZML LZK Rec 4
7
Praktijk onderwijs
Aantal leerlingen 6 5 1 1 5 1 11 1 1 1 6 1 1 1
71
•
2008/2009 Verdeling SBO/BO/VO: 21 uit het SBO waarvan:
35 totaal
7 uit het BO 7 van het VO waarvan Verdeling Stadsdelen: Stadsdeel ZuiderAmstel: Oud Zuid: Amstelveen: Uithoorn; Zuidoost: Osdorp: Slotervaart: Geuzenv/sloterm: Oud West Baarsjes Centrum: Oost; Oost/Watergrm: Noord: Purmerend; Breukelen:
•
2 1 0
ZML LZK Rec 4
5 2
Praktijk onderwijs Rec 4
Aantal leerlingen 6 5 1 6 1 1 3 ( wellant/plein??) 2 1 3 1 1
2007/2008 Verdeling SBO/BO/VO: 32 uit het SBO waarvan:
6 uit het BO 3 van het VO waarvan:
Verdeling Stadsdelen: Stadsdeel ZuiderAmstel: Oud Zuid: Amstelveen: Zuidoost: Osdorp: Slotervaart: Geuzenv/sloterm: Oud West Baarsjes Centrum: Oost/Watergrm: Noord:
49 totaal 1 1 5
ZML LZK Rec 4
1 1 1
VMBO Rec 4 buitenland
Aantal leerlingen 5 5 8 13 4 1 3 1 2 2
72
•
2006/2007 Verdeling SBO/BO/VO: 16 uit het SBO waarvan:
51 totaal
11 uit het BO 8 van het VO waarvan; Verdeling Stadsdelen: : Stadsdeel ZuiderAmstel: Oud Zuid: Amstelveen: Zuidoost: Osdorp: Slotervaart: Geuzenv/sloterm: Oud West Baarsjes Centrum: Oost/Watergrm: Noord:
•
1 3
LZK Rec 4
3 4
VMBO PRO
Aantal leerlingen 3 9 8 8 2 3 1 1 6 5
2005/2006 Verdeling SBO/BO/VO: 42 totaal 36 uit het SBO waarvan: 4 uit het BO 2 van het VO waarvan Verdeling Stadsdelen: : Stadsdeel ZuiderAmstel: Oud Zuid: Amstelveen: Zuidoost: Osdorp: Slotervaart: Geuzenv/sloterm: Oud West: Baarsjes: Centrum: Oost/Watergrm: Noord:
3 2 2
ZML LZK Rec 4
2
PRO
Aantal leerlingen 7 6 1 12 1 4 2 4 -
-
73
Hoofdstuk 8 Kwaliteitszorg 8.2 Inventarisatie Ouders en Gezin: Inventarisatie 2012/ 2013 Nationaliteit ouders: Marokkaans: Nederlands: Surinaams: Aruba Ghana Pakistan India Eritrea China Dominicaanse republiek Chili
7 9 6 1 2 1 1 1 1 1 1
Nederlands/Surinaams Nederlands/Marokkaans Nederlands/Turks Nederlands/Grieks Nederlands//Burundi Nederlands/Duits Nederlands/Russisch Nederlands/Peruaans Nederlands/Bangladesh Nederlands/Burkino Faso
7 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Surinaams/Arubaans Frans/Portugees Ghanees/Thogo Onbekend
1 1 1 2
Gezinssamenstelling Gezin bestaand uit 2 ouders: Gezin bestaand uit 1 ouder Gezinshuis Onbekend
(Twee ouders kan ook stief vdr of mdr bevatten.) 18 28 1 5
Werk (Uitgangspunt is het bestaande gezin.) Eén ouder die werkt Beide ouders werken
24 10
74
Geen werk Onbekend
11 7
(1van de ) Ouders zwaar ziek: Ziekelijk, epilepsie, blind, slechtziend, rug,enz
3
Gezinsproblematiek
12
Inventarisatie 2011/2012 Nationaliteit ouders: Marokkaans: Nederlands: Surinaams: Antilliaans Turks Roma Congolees Brazilië Italië Indonesië
`
Nederlands/Surinaams Nederlands/Marokkaans Nederlands/Venezolaans Marokkaans/ Syrisch
Gezinssamenstelling
11 10 7 3 2 2 2 1 1 1 3 2 1 1
(Twee ouders kan ook stief vdr of mdr bevatten.)
Gezin bestaand uit 2 ouders: Gezin bestaand uit 1 ouder Gezinshuis Grootouders
24 23 2 1
Werk (Uitgangspunt is het bestaande gezin.) Eén ouder die werkt Beide ouders werken Geen werk Onbekend
13 20 15 2
(1van de ) Ouders zwaar ziek: Ziekelijk, epilepsie, blind, slechtziend, rug,enz
Gezinsproblematiek
3 15
75
Inventarisatie 2009/2010 Nationaliteit ouders: Nederlands: Surinaams: Marokkaans: Ghanees Dominicaans: Pakistaans: Arubaans; Algerije: Curaçao: India: Moluks: Guyana: Bosnie Ned/Thais Sur/Mar;
Gezinssamenstelling
11 8 8 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
(Twee ouders kan ook stief vdr of mdr bevatten.)
Gezin bestaand uit 2 ouders: Gezin bestaand uit 1 ouder Gezinshuis Grootouders SchoonZus
25 11 1 2 1
Werk (Uitgangspunt is het bestaande gezin.) Eén ouder die werkt Beide ouders werken Geen werk Onbekend
13 20 15 2
(1van de ) Ouders zwaar ziek: Ziekelijk, epilepsie, blind, slechtziend, rug,enz
7
76
Gezinsproblematiek
12
Inventarisatie 2008/2009 Nationaliteit ouders: Nederlands: Surinaams: Marokkaans: Pakistaans: Turks: Columbiaans: Ned/Col Ned/Thais Ned /senegalees Sur/Dom
18 3 5 1 2 1 1 1 1
Gezinssamenstelling (Twee ouders kan ook stief vdr of mdr bevatten.)
Gezin bestaand uit 2 ouders: Gezin bestaand uit 1 ouder Gezinshuis Grootouders
24 9
Werk (Uitgangspunt is het bestaande gezin.)
Eén ouder die werkt Beide ouders werken Geen werk Onbekend
11 19 3 2
(1van de ) Ouders zwaar ziek:
3
MS, ziekelijk, invalide, beroerte, burn out, kanker,blind, enz.
Gezinsproblematiek
8 77
Inventarisatie 2007/2008 Nationaliteit ouders: Nederlands: Surinaams: Ghanees: Marokkaans: Joods Eritrea Afghanistan
18 10 4 4 1 1 1
Ned/Turks Ned/mar Ned/Dominicaans: Ned/Sur: Ned/Italiaans:
1 1 1 3 1
Sur/Antilliaans Eustachius/trinidad
1 1
Gezinssamenstelling Twee ouders kan ook stief vdr of mdr bevatten.
Gezin bestaand uit 2 ouders: Gezin bestaand uit 1 ouder Gezinshuis Grootouders
25 20 1 2
Werk Uitgangspunt is het bestaande gezin.
Eén ouder die werkt Beide ouders werken Geen werk Onbekend
20 15 10 3
(1van de ) Ouders zwaar ziek:
6 78
MS, ziekelijk, invalide, beroerte, burn out, kanker.
Gezinsproblematiek
14
Inventarisatie 2006/2007 Nationaliteit ouders: Nederlands: Surinaams: Ghanees: Marokkaans: Turks Chinees Indonesie Burundi Irak Afghanistan Spaans
19 5 3 9 2 1 1 1 1 1 1
Moluks/Dominicaans Ned/Tun Ned/Sur: Sur/Mar Mar/Egypt
Gezinssamenstelling
1 1 2 1 1 Twee ouders kan ook stief vdr of mdr bevatten.
Gezin bestaand uit 2 ouders: Gezin bestaand uit 1 ouder Gezinshuis Grootouders
27 22 0 1
Werk Uitgangspunt is het bestaande gezin. Eén ouder die werkt Beide ouders werken Geen werk Onbekend
30 14 10 3 79
(1 van de ) Ouders zwaar ziek:
5
Hartinfarct, astma, kanker, ziekelijk, depressief,
Gezinsproblematiek
14
Inventarisatie 2005/2006 Nationaliteit ouders: Nederlands:
11
Surinaams: Ghanees: Marokkaans: Turks:
12 3 3 1
Ned/ Spaans: Ned/Sur: Arubaans: Curaçao: Dominicaans:
1 3 1 2 1
Mar/Egypt: Mar/algarijns:
1 1
Chili/columbiaans: Zuid Afrikaans/Spaans:
1 1
Gezinssamenstelling Twee ouders kan ook stief vdr of mdr bevatten. Gezin bestaand uit 2 ouders: Gezin bestaand uit 1 ouder
18 21
Werk Uitgangspunt is het bestaande gezin. Eén ouder die werkt Beide ouders werken Geen werk
21 8 13 80
Onbekend
2
(1 van de )Ouders zwaar ziek:
11
Gezinsproblematiek
23
8.2 Samenvatting Inventarisatie Ouders en Gezin: •
2012/2013
52 leerlingen zijn aangenomen
20 % van de nieuwe leerlingen heeft Nederlandse ouders , 30 % samengesteld Nederlands 15 % Marokkaans, 10% Surinaams, samengesteld Surinaams 9% Voor 35% van de leerlingen bestaat het gezin uit 2 ouders( verzorgers. Van 80 % van de leerlingen werken de ouders. 3 van 50 Ouders is zwaar ziek. 20% van de gezinnen kun je spreken van gezinsproblematiek
•
2011/2012
49 leerlingen zij aangenomen.
20 % van de nieuwe leerlingen heeft Nederlandse ouders , 0,5 % samengesteld Nederlands 24 % Marokkaans, 10% Surinaams, Voor 50% van de leerlingen bestaat het gezin uit 2 ouders( verzorgers. Van 80 % van de leerlingen werken de ouders. 3 van 50 Ouders is zwaar ziek. 33 % van de gezinnen kun je spreken van gezinsproblematiek
•
2010/2011
50 leerlingen zijn aangenomen
20 % van de nieuwe leerlingen heeft Nederlandse ouders , 20 % Marokkaans, 20% Surinaams en Antilliaans. Voor 50 % van de leerlingen bestaat het gezin uit 2 ouders( verzorgers. Van 75 % van de leerlingen werken de ouders. 3 van 50 Ouders is zwaar ziek. In 30 % van de gezinnen kun je spreken van gezinsproblematiek
81
•
2009/2010
41 leerlingen zijn aangenomen.
29 % van de nieuwe leerlingen heeft Nederlandse ouders ( 11 + 1), 20 % Marokkaans, 20% Surinaams, 0, 7 % Ghanees en 26 % (11 leerlingen) zijn van diverse nationaliteiten. Voor 60 % van de leerlingen bestaat het gezin uit 2 ouders( verzorgers. Van 75 % van de leerlingen werken de ouders. Bij 0,17 % is (1van de ) Ouders zwaar ziek. In 29 % van de gezinnen kun je spreken van gezinsproblematiek
•
2008/2009
35 leerlingen zijn aangenomen.
Van 18 leerlingen zijn beide ouders Nederlands , wanneer we de gemengde huwelijken daar ook bij tellen (3) komen we er op dat 60% van onze leerlingen Nederlandse ouders heeft. Voor 68% van de leerlingen bestaat het gezin uit 2 ouders( verzorgers) Van 85 % van de leerlingen werken de ouders. Bij 0,05 % is (1van de ) Ouders zwaar ziek. In 22 % van de gezinnen kun je spreken van gezinsproblematiek
•
2007/2008
49 leerlingen zijn aangenomen.
Van 18 leerlingen zijn beide ouders Nederlands , wanneer we de gemengde huwelijken daar ook bij tellen komen we er op dat 47% van de nieuwe leerlingen Nederlandse ouders heeft. Voor 51% van de leerlingen bestaat het gezin uit 2 ouders( verzorgers) Van 71% van de leerlingen werken de ouders. Bij 12% is (1van de ) Ouders zwaar ziek. In 28% van de gezinnen kun je spreken van gezinsproblematiek
•
2006/2007
51 leerlingen zijn aangenomen.
Van 19 leerlingen zijn beide ouders Nederlands , wanneer we de gemengde huwelijken daar ook bij tellen komen we er op dat 37% van de nieuwe leerlingen Nederlandse ouders heeft. . Voor 52% van de leerlingen bestaat het gezin uit 2 ouders( verzorgers). Van 86% van de leerlingen werken de ouders. Bij 10% is (1van de ) Ouders zwaar ziek. In 25% van de gezinnen kun je spreken van gezinsproblematiek.
82
•
2005/2006
42 leerlingen zijn aangenomen.
Van 11 leerlingen zijn beide ouders Nederlands, wanneer we de gemengde huwelijken daar ook bij tellen komen we er op dat 35% van de nieuwe leerlingen Nederlandse ouders heeft. Voor 45% van de leerlingen bestaat het gezin uit 2 ouders( verzorgers). Van 69% van de leerlingen werken de ouders. Bij 26% is (1van de ) Ouders zwaar ziek In 54%van de gezinnen kun je spreken van gezinsproblematiek.
Hoofdstuk 8 Kwaliteitszorg 8.3 Inventarisatie kind kenmerken 2012/2013 Aan de hand van de probleemgebieden uit het boek van Trix van Lieshout heb ik een inventarisatie gemaakt. Ik heb kinderen niet dubbel gelabeld. Dus of ADHD of ODD. ( in werkelijkheid gaat het soms om combinaties ). In sommige gevallen is sprake van een diagnose in andere gevallen heb ik n.a.v. de beschrijvingen in het startformulier een ‘ label’ gelegd Van de 52 leerlingen is in meer of mindere mate sprake van:
Gedragsproblemen: Angst Faalangst: Gesloten, kwetsbaar, teruggetrokken: Depressief: Posttraumatische stressstoornis Hechtingsproblematiek ODD ( beeld): ADD ADHD/ Hyperactief: PDD-NOS /Autisme: MCDD
2 12 5
1 3 2 8 3 2
Medische problemen Overgewicht Complex medische probl Epilepsie
2 1 3 83
Hart Stofwisselingsziekte
1 1
Verzuim
2
Problemen ouders/kind met niveau praktijkschool
4
Rugzakken Rugzak 3 ( zmlk/lzk) Rugzak 4 (zmok)
6 3
Verdeling meisje /jongen Meisjes: Jongens:
21 31
8.3 Inventarisatie kind kenmerken 2011/2012 Aan de hand van de probleemgebieden uit het boek van Trix van Lieshout heb ik een inventarisatie gemaakt. Ik heb kinderen niet dubbel gelabeld. Dus of ADHD of ODD. ( in werkelijkheid gaat het soms om combinaties ). In sommige gevallen is sprake van een diagnose in andere gevallen heb ik n.a.v. de beschrijvingen in het startformulier een ‘ label’ gelegd Van de 50 leerlingen is in meer of mindere mate sprake van:
Gedragsproblemen: Angst Faalangst: Gesloten, kwetsbaar, teruggetrokken: Depressief: Posttraumatische stressstoornis Hechtingsproblematiek ODD ( beeld): ADHD/ Hyperactief: PDD-NOS /Autisme:
2 11 5 2 2 2 5 10 5
Medische problemen Nierprobleem Overgewicht Doof Klinefelter Syndroom Klompvoeten Groeistoornis Complex medische probl Ziekte v Perthes
1 2 1 1 1 2 1 1 84
Verzuim
2
Problemen ouders/kind met niveau praktijkschool
4
Rugzakken Rugzak 2 ( spraak/taal) Rugzak 3 ( zmlk/lzk) Rugzak 4 (zmok) (Officieel )
1 3 4
Verdeling meisje /jongen Meisjes: Jongens:
16 34
Inventarisatie kind kenmerken 2009/2010 Aan de hand van de probleemgebieden uit het boek van Trix van Lieshout heb ik een inventarisatie gemaakt. Ik heb kinderen niet dubbel gelabeld. Dus of ADHD of ODD. ( in werkelijkheid gaat het soms om combinaties ). In sommige gevallen is sprake van een diagnose in andere gevallen heb ik n.a.v. de beschrijvingen in het startformulier een ‘ label’ gelegd Van de 41 leerlingen is in meer of mindere mate sprake van:
Gedragsproblemen: Angst Faalangst: Gesloten, kwetsbaar, teruggetrokken: Depressief: Posttraumatische stressstoornis
2 4 7 1 1
ODD ( beeld): ADHD/ Hyperactief: PDD-NOS /Autisme: Psychose: Gilles de la Tourette: NLD Borderline persoonlijkheidsstoornis Agressief/Antisociaal
5 3 3 0 0 0 0 0
Medische problemen Epilepsie: Schildklier:
1 1 85
Goldenharsyndroom
1
Verzuim
0
Problemen ouders/kind met niveau praktijkschool
3
Rugzakken Rugzak 2 ( spraak/taal) Rugzak 3 ( zmlk/lzk) Rugzak 4 (zmok) (Officieel )
0 8 0
Verdeling meisje /jongen Meisjes: Jongens:
13 28
Inventarisatie kind kenmerken 2008/2009 Aan de hand van de probleemgebieden uit het boek van Trix van Lieshout heb ik een inventarisatie gemaakt. Ik heb kinderen niet dubbel gelabeld. Dus of ADHD of ODD. ( in werkelijkheid gaat het soms om combinaties ). In sommige gevallen is sprake van een diagnose in andere gevallen heb ik n.a.v. de beschrijvingen in het startformulier een ‘ label’ gelegd Van de 35 leerlingen is in meer of mindere mate sprake van:
Gedragsproblemen: Angst Faalangst: Gesloten, kwetsbaar, teruggetrokken: Depressief: Posttraumatische stressstoornis
3 5 2 0 1
ODD: ADHD/ Hyperactief: PDD-NOS /Autisme: Psychose: Gilles de la Tourette: NLD Borderline persoonlijkheidsstoornis Agressief/Antisociaal
2 4 6 0 0 0 0 0
Medische problemen Epilepsie:
1 86
Waterhoofd/hersenoperaties Nierproblemen
1 1
Verzuim
2
Problemen ouders/kind met niveau praktijkschool
4
Rugzakken Rugzak 2 ( spraak/taal) Rugzak 3 ( zmlk/lzk) Rugzak 4 (zmok) (Officieel )
0 2 4
Verdeling meisje /jongen Meisjes: Jongens:
8 28
87
Inventarisatie kind kenmerken 2007/2008 Aan de hand van de probleemgebieden uit het boek van Trix van Lieshout heb ik een inventarisatie gemaakt. Ik heb kinderen niet dubbel gelabeld. Dus of ADHD of ODD. ( in werkelijkheid gaat het soms om combinaties ). In sommige gevallen is sprake van een diagnose in andere gevallen heb ik n.a.v. de beschrijvingen in het startformulier een ‘ label’ gelegd Van de 49 leerlingen is in meer of mindere mate sprake van:
Gedragsproblemen: Angst Faalangst: Gesloten, kwetsbaar, teruggetrokken: Depressief: Posttraumatische stressstoornis
0 4 7 1 1
ODD: ADHD/ Hyperactief: PDD-NOS /Autisme: Psychose: Gilles de la Tourette: NLD Borderline persoonlijkheidsstoornis Agressief/Antisociaal
1 6 4 1 1 0 0 2
Medische problemen Leopard syndroom: Diabetisch: Migraine: Schilklier afwijking
1 1 1 1
Verzuim
1
Problemen ouders/kind met niveau praktijkschool
9
Rugzakken Rugzak 2 ( spraak/taal) Rugzak 3 ( zmlk/lzk) Rugzak 4 (zmok) (Officieel )
1 2 6
Verdeling meisje /jongen Meisjes: Jongens:
16 33 88
89
Inventarisatie kind kenmerken 2006/2007 Van de 51 leerlingen is in meer of mindere mate sprake van:
Gedragsproblemen: Angst Faalangst: Gesloten, kwetsbaar, teruggetrokken: Depressief: Posttraumatische stressstoornis
1 3 4 0 0
ODD: ADHD/ Hyperactief: PDD-NOS /Autisme: Psychose: Gilles de la Tourette: NLD Borderline persoonlijkheidsstoornis Agressief/antisociaal
0 6 2 0 0 0 0 6
Medische problemen Bindweefsel probleem Obesitas extreem
1 1
Verzuim
2
Problemen met accepteren niveau praktijkschool
3
Rugzak Rugzak 3 Rugzak 4
2 3
Nog niet officieel volledig ingevoerd, voor een beperkt aantal l financiering binnen)
Verdeling meisje /jongen Meisjes: Jongens:
18 33
90
Inventarisatie kind kenmerken 2005/2006 Van de 42 leerlingen is in meer of mindere mate sprake van:
Gedragsproblemen: Angst Faalangst: Gesloten, kwetsbaar, teruggetrokken: Depressief: Posttraumatische stressstoornis
2 3 1 0 2
ODD: ADHD/ Hyperactief: PDD-NOS /autisme: Psychose: Gilles de la Tourette: NLD Borderline persoonlijkheidsstoornis Agressief/antisociaal
1 3 1 0 0 0 0 2
Medische problemen Suikerziekte Sikkelcelziekte Epilepsie Beperkte Fysieke belastbaarheid ( div reden)
1 1 1 1
Verzuimproblematiek
3
Problemen met accepteren niveau praktijkschool
1
Rugzak Rugzak 3 Rugzak 4
5 2
Nog niet officieel ingevoerd, voor een beperkt aantal l financiering binnen
(3)
Verdeling meisje /jongen Meisjes: Jongens:
16 27
91
Hoofdstuk 8 Kwaliteitszorg 8.4 Hulpverleningsaanbod en niet Reguliere Uitstroom 8.4.1 Intern Hulpverleningsaanbod Totale Schoolpopulatie: • 2011/2012 PMT: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
11
ART:
0
Faalangsttraining: Aantal leerlingen:
0
SMW: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Wie:
12
leerlingen individueel en groepssamenstelling 1 x per week Jaarlijks/half jaar Pmt lkr
leerlingen ( 2 groepen 7 + 8) leerlingen - leerlingen ouder contacten en hulpinzetten op gezin, indiv gesprekken met ll. wat nodig is SMW werker
Sova groepje werk gerelateerd: 0 Amb begeleiding Rec 3: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie: Amb begeleiding Rec 4: Aantal leerlingen: Vorm:
12
leerlingen individuele gesprekken en ondersteuning ll , ondersteuning mentor, 1 x per week of meer afh van behoefte Ambulant begeleider Rec 3( 11/2 dag in school aanwezig)
11
leerlingen individuele gesprekken met ll, contacten met hulpverlening en ouders, overleg met mentoren 1 x per week afh van behoefte Ambulant begeleider van Altra ( 1 dag in school aanwezig)
10
leerlingen individueel 1 x per week Logopediste van bureau Verpalen en Neijssen
22
leerlingen Groep 1 x per week gedurende 10 weken Gym docent stagiaire en MKP medewerkers
10
leerlingen
Frequentie: Duur: Wie: Logopedie: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Wie: Extra MKP: Vorm: Frequentie: Wie: Zwemmen:
92
• 2010/2011 PMT: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
13 leerlingen individueel en groepssamenstelling 1 x per week Jaarlijks/half jaar Pmt lkr
ART: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
14 ( 2 groepen van 7) groepssamenstelling 1 x per week Half jaar ART docenten. (PMT lkr en Gymlkr)
Faalangsttraining: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
14 leerlingen ( 2 groepen 7 + 8) groepssamenstelling 1 x per week 10 bijeenkomsten( half jaar) Psycholoog en drama docent
SMW Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Wie:
8 leerlingen ouder contacten en hulpinzetten op gezin, indiv gesprekken met ll. wat nodig is SMW werker
Sova groepje werk gerelateerd: Niet echt van de grond gekomen dit jaar. Personele problemen. Amb begeleiding Rec 3: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie: Amb begeleiding Rec 4: Aantal leerlingen: Vorm:
15 leerlingen individuele gesprekken en ondersteuning ll , ondersteuning mentor, 1 x per week of meer afh van behoefte Ambulant begeleider Rec 3( 11/2 dag in school aanwezig)
Frequentie: Duur: Wie:
8 leerlingen individuele gesprekken met ll, contacten met hulpverlening en ouders, overleg met mentoren 1 x per week afh van behoefte Ambulant begeleider van Altra ( 1 dag in school aanwezig)
Logopedie: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Wie:
9 leerlingen individueel 1 x per week Logopediste van bureau Verpalen en Neijssen
93
• 2008/2009 PMT: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
20 leerlingen individueel en groepssamenstelling 1 x per week Jaarlijks/half jaar Pmt lkr soms samen met gymleerkracht
Faalangsttraining: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
14 leerlingen ( 2 groepen 6 + 8) groepssamenstelling 1 x per week 10 bijeenkomsten( half jaar) Psycholoog en drama docent
Sova groepje werk gerelateerd: Aantal leerlingen: 10 leerlingen Vorm: groepssamenstelling Frequentie: 1 x per week Duur: tijdens leerweg ( individueel bepaald meestal 1 jaar) Wie: Psycholoog en docent specifieke trajecten Switch begeleiding: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
Amb begeleiding rec 4: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
16 leerlingen individueel gem. 1 x per 2 weken/ afh van behoefte meer. afh van behoefte Switch begeleider van Altra ( 3 dagen in school aanwezig) Is tevens amb beg Rec 4 9 leerlingen individueel 1 x per week / afh van behoefte meer. afh van behoefte Ambulant begeleider van Altra ( 3 dagen in school aanwezig) Is tevens switch begeleider
94
• 2007/2008 PMT: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
16 leerlingen individueel en groepssamenstelling 1 x per week Jaarlijks/half jaar Pmt lkr soms samen met gymleerkracht
Faalangsttraining: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
16 leerlingen ( 2 groepen) groepssamenstelling 1 x per week 10 bijeenkomsten( half jaar) Psycholoog en drama docent
Sova groepje werk gerelateerd: Aantal leerlingen: 8 leerlingen Vorm: groepssamenstelling Frequentie: 1 x per week Duur: tijdens leerweg ( individueel bepaald meestal 1 jaar) Wie: Psycholoog en docent specifieke trajecten Switch begeleiding: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
Amb begeleiding rec 4: Aantal leerlingen: Vorm: Frequentie: Duur: Wie:
18 leerlingen individueel gem. 1 x per 2 weken/ afh van behoefte meer. afh van behoefte Switch begeleider van Altra ( 4 dagen in school aanwezig) Is tevens amb beg Rec 4 8 leerlingen individueel 1 x per week / afh van behoefte meer. afh van behoefte Ambulant begeleider van Altra ( 3 dagen in school aanwezig) Is tevens switch begeleider
95
8.4.2 Extern Hulpverleningsaanbod Totale Schoolpopulatie: • 2011/2012 Hulpverlening buiten school is gestart voor: Eerste jaars: 17 leerlingen Tweede jaars: 13 leerlingen Derde jaars; 7 leerlingen Vierde jaars: 7 leerlingen Bestaande hulp verder uitgebreid/gewijzigd/doorgezet Eerste jaars: 3 leerlingen Tweede jaars: 5 leerlingen Derde jaars: 6 leerlingen Vierde jaars: 6 leerlingen Soorten Hulpverlening alleen in 2011-2012 eerste t/m vierde jaars 17 x Bascule Onderzoek en Hulp/Behandeling 1 x Bascule Leestraining 1 x Zorgmeldingen 2 x Mee 2 x Reclassering 0 x Vangnet jeugd 5 x Gezinsvervangend tehuis 9 x BJA 10 x WSS 1 x GGZ 15 x Specialist ziekenhuis 2 x Lijn 5 na schools 0 x Scool is Cool 3 x Lijn 5 Amb gezinsbegeleiding: 2 x Lijn 5 van school: 3 8 x Salto Altra 1 x Opvoedpoli 2 x Amsta 15 x RVDK 1 x Altra Safety first 3 x Mentrum Punt P 1 x Tien voor toekomst 1 x Leger des Heils 2 x NP Aanvraag rugzak : 3 x rec 3
96
• 2010/2011 Hulpverlening buiten school is opgestart voor: Eerste jaars: 14 leerlingen Tweede jaars: 10 leerlingen Derde jaars; 10 leerlingen Vierde jaars: 12 leerlingen Bestaande hulp verder uitgebreid/gewijzigd/doorgezet Eerste jaars: 4 leerlingen Tweede jaars: 5 leerlingen waarvan 1 zorgmelding Derde jaars: 9 leerlingen waarvan 1 zorgmelding Vierde jaars: 8 leerlingen waarvan 3 zorgmelding Soorten Hulpverlening: . 23 x Bascule Onderzoek en Hulp/Behandeling 2 x Bascule Leestraining 4 x Zorgmeldingen 6 x Mee 6 x Reclassering 1 x Vangnet jeugd 2 x Gezinsvervangend tehuis 7 x BJA 6 x WSS 2 x GGD 7 x Specialist ziekenhuis 1 x Lijn 5 1 x Scool is Cool: 2 1 x Lijn 5 Amb gezinsbegeleiding: 4 1 x Lijn 5 van school: 3 Aanvraag rugzak 3 x Rec 3
97
• 2009/2008
Hulpverlening buiten school is opgestart voor: Eerste jaars: 3 leerlingen Tweede jaars: 2 leerlingen Derde jaars; 3 leerlingen Vierde jaars: geen Voor 3 leerlingen is reeds bestaande hulp verder uitgebreid/gewijzigd Eerste jaars: 4 leerlingen Tweede jaars: 5 leerlingen waarvan1 zorgmelding Derde jaars: 5 leerlingen waarvan 1 zorgmelding Vierde jaars: 4 leerlingen Soorten Hulpverlening: 7 x Bascule 2 x Zorgmeldingen 4 x Mee 1 x Amstelduin 2 x AMC de meren 2 x reclassering 1 x vangnet jeugd 1 x Gezinsvervangend tehuis 2 x BJA 1 x WSS 1 x GGD Aanvraag rugzak Rugzak 2: Aanvraag is gestart. Ouder heeft dit terug getrokken en in overleg met school gekozen voor een andere weg. ( onderzoek) Rugzak 4: Geen herindicatie. Vlak voor zomervakantie wijziging situatie aangaande 1 leerling. Mogelijk toch aanvraag 1 herindicatie na zomervakantie
• 2008/2007
Hulpverlening buiten school is opgestart voor: Eerste jaars: 5 leerlingen waarvan1 zorgmelding Tweede jaars: 7 leerlingen Derde jaars; 6 leerlingen Voor 3 leerlingen is reeds bestaande hulp verder uitgebreid/gewijzigd Eerste jaars: 3 leerlingen Tweede jaars: 2 leerlingen Derde jaars: 4 leerlingen waarvan 2 zorgmeldingen. Soorten Hulpverlening: 3 x Zorgmeldingen 3 x Mee 2 x Reclassering 5 x Bascule 1 x Gezinsvervangend tehuis 2 x BJA 1 x WSS 2 x Amstelduin 1 x GGD
98
• 2006/2007 Hulpverlening buiten school is opgestart voor: Eerste jaars: 4 leerlingen waarvan 2 zorgmeldingen Tweede jaars: 3 leerlingen Derde jaars; 3 leerlingen Voor 3 leerlingen is reeds bestaande hulp verder uitgebreid/gewijzigd Eerste jaars: 5 leerlingen Tweede jaars: leerlingen Derde jaars: 4 leerlingen waarvan 2 zorgmeldingen. Soorten Hulpverlening: 4 x Zorgmeldingen 2 x Mee 3 x Voogdij 2 x Bascule 1 x GGZ
• 2005/2006 Hulpverlening buiten school is opgestart voor: Eerste jaars: 4 leerlingen waarvan 2 zorgmeldingen Voor 3 leerlingen is reeds bestaande hulp verder uitgebreid/gewijzigd Eerste jaars: 3 leerlingen . Voor totaal 12 leerlingen is hulpverlening buiten school opgestart: 2 x Voogd 5 x Bascule/Kombinatie. 1 x Buitenschoolse opvang Amstelduin 3 x MEE onderzoeken of trainingen bij 1 x GGZ de Meren begeleiding Voor 4 leerlingen is reeds bestaande hulp verder uitgebreid/gewijzigd Aanvraag rugzak 4 Voor 8 leerlingen is een aanvraag rugzak 4 gedaan. 2 leerlingen van deze groep zitten nog op school. 1 heeft de rugzak gekregen, de andere is afgewezen. Gezien de tijd die de procedure kost om een rugzak aan te vragen. ( Professionele kracht van buiten heeft aanvragen behandeld) in relatie tot de uiteindelijke opbrengst heeft dit voor het jaar 2007/2008 geleid tot de volgende keuze. We vragen Rec 4 basisscholen bij toelating om een beschikking We vragen in alleen heel uitzonderlijke gevallen nog een rugzak aan.
99
8.4.3 Niet Reguliere Uitstroom • 2011/2012
50 Leerlingen: 34 jongens en 16 meisjes Onderbouw: 31 jongens en 16 meisjes Middenbouw: 3 jongens
Aangenomen
Totaal Leerlingen die de school niet regulier verlaten hebben: 10 Eerste jaars: 1 Leerlingen. 1 x verhuizen Tweede jaars: Derde jaars: -
•
1 Leerlingen 1 x verhuizen 8 Leerlingen 1x verhuizen 2 x Pro school 1 x werk 1 x ROC op Maat 1 x ATC 2 x Lijn 5 1 x Orion Wetering
2010/2011 50 Leerlingen: 34 jongens en 16 meisjes Onderbouw: 31 jongens en 16 meisjes Middenbouw: 3 jongens
Aangenomen
Totaal Leerlingen die de school niet regulier verlaten hebben: 19 Eerste jaars: 4 Leerlingen. 1 x andere pro school 2 x zml ibl 1 x verhuizen
•
Tweede jaars: Derde jaars: -
2 Leerlingen 1 x intern gezinsvervangend tehuis. 1 x verhuizen
Vierde jaars: -
2 Leerlingen 1 x Lijn 5 1 x ZML/IBL
7 Leerlingen 2 x Roc geen advies 1 x ATC 1 x Lijn 5 Nicon Care
2009/2010 Aangenomen
41 Leerlingen: 28 jongens en 12 meisjes Onderbouw: 24 jongens en 10 meisjes Middenbouw: 3 jongens en 4 meisjes
Geen gegevens verder
100
•
2008/2009 Aangenomen
35 Leerlingen:
27 jongens en 8 meisjes
Totaal Leerlingen die de school niet regulier verlaten hebben: 19 Eerste jaars: 4 Leerlingen. 1 x andere pro school 1 x zmok 2 x verhuizen Tweede jaars: Derde jaars: Vierde jaars: -
•
5 Leerlingen 1 x andere pro school 2 x buitenland 1 x intern ( verwijderd) 1 x zmok ( verwijderd) 7 Leerlingen 4 x Roc geen advies 1 x ATC ( verwijderd met mogelijke terugkeer) 1 x ROC op Maat ( verwijderd) 1 x Herstellingen ( verwijderd ) 3 Leerlingen 1 x Intern 1 x buitenland 1 x overleden
2007/2008 Aangenomen
49 Leerlingen:
33 jongens en 16 meisjes
Totaal Leerlingen die de school in 2006/2007 niet regulier verlaten hebben: onbekend Eerste jaars: 5 leerlingen 1 x verhuisd 4 x andere pro school Tweede jaars: -
3 leerlingen 1 x verhuisd 1 x ATC ( verwijderd) 1 x herstellingen ( verwijderd)
Derde jaars: -
5 leerlingen 1 x buitenland 2 x Roc tegen advies 1 x zmlk 1 x orioncollege
Vierde jaars en verder: nog niet geregistreerd
101
•
2006/2007 Aangenomen
51 Leerlingen:
33 jongens en 18 meisjes
Totaal Leerlingen die de school in 2006/2007 niet regulier verlaten hebben: onbekend Eerste jaars: 5 leerlingen 1 x verhuisd 1 x buitenland 3 x internaat/intern 1 x altra/zmok Tweede jaars: -
3 leerlingen 1 x Herstellingen 1 x Zmok 1 x verhuisd
Derde jaars en verder nog niet geregistreerd :
•
2005/2006 Aangenomen
42 Leerlingen:
27 jongens en 16 meisjes
Totaal Leerlingen die de school niet regulier verlaten hebben: onbekend Eerste jaars: 9 leerlingen 2 x verhuisd 4 x internaat 1 x buitenland 1 x Heliomare 1x Zmlk school Tweede jaars en verder: Nog niet geregistreerd
102
8.5 Nieuwe Medewerkers Een voorstel tot aanpassing en aanvulling van de procedure die er nu ligt. De huidige procedure is een prima uitgangspunt om tot een meer specifiek plan te komen ter introductie van medewerkers op de Atlant. De Atlant heeft jarenlang een redelijk stabiel team van medewerkers gehad. Door verschillende omstandigheden is hier vooral het laatste jaar ( n2007/2008) een wijziging ingekomen. ( ongeveer 40 totaal: 8 vaste medewerkers weg + 2 nog maar zeer beperkt aanwezig, 7 nieuwe med) Klimaat maak je samen. Wanneer wij het klimaat als uitgangspunt nemen voor het pedagogisch didactisch handelen lijkt het mij van belang dat medewerkers zo goed mogelijk in dit klimaat geïntroduceerd worden. Dat betekent dat zij m.i. de eerste 2 weken niet al voor een groep gaan: In deze 2 weken lopen zij mee met medecollega’s. (Verschillende bouwen, verschillende vakken,enz.) In deze 2 weken worden tevens een aantal praktische voorwaarden gerealiseerd Een collega wordt pas zelfstandig ingezet als deze voorwaarden gerealiseerd zijn. ( enigszins overéénkomstig met het startformulier dat we hanteren voor de leerling) Praktische voorwaarden: Uit hoofde van hun functie mag verwacht worden van onderstaande mensen dat zij het initiatief nemen en zorgen dat het volgende gerealiseerd wordt: Directie: Aanstelling/benoeming Verzekering Regelmatig een Functionering/evaluatie gesprekken met de directie. Adm: Postvak Jaarrooster/ Jaarplan Adressen collega’s Adressen leerlingen/indeling groepen Kinderkopjes ( andere term voor smoelenboek) Conciërge: Kluisje Sleutels Bordje aan/afwezig Ict-er: Email adressen Inloggen LVS IB/ZC: Korte info aangaande : Intro.map nieuwe medew: Bevat structurele vooral praktische basis informatie van/over de school. Zorgplan: Bevat visie en praktisch info aangaande zorg Schoolplan: Vormt het fundament waar de school voor staat. 103
Zc
Begeleiding Zorg. Zie basis info zorgplan. Betekenis en omgang Ll dossiers
Hoofdstuk 9 Zorg Gelden Volgens het Samenwerkingsverband is één van de taken van de Zorgcoordinator het beleid maken aangaande zorg en de tevens mee te denken over financiële consequenties en mogelijkheden. Het financiële beheer ligt op de Atlant bij de Directeur. De Zorgcoordinator heeft geen zorgbudget en geen inzicht in de Zorggelden.
104