ZORGPLAN OBS DE TUIMELAAR 2013 - 2014
Inhoudsopgave zorgplan OBS de Tuimelaar De school met aandacht voor verschillen. 1. Inleiding 2. Onze visie op zorg 3. De 1- zorg route 3.1 de 1-zorgroute op groepsniveau 3.2 de 1-zorgroute op schoolniveau 3.3 de 1-zorgroute op bovenschoolsniveau 4. Kwaliteit 4.1 Kwaliteit in kaart Toetsen en observatielijsten Analyse van de toetsresultaten
individueel niveau groepsniveau schoolniveau
5.
6. 7. 8.
4.2 Kwaliteitsstandaarden Didactische werkplannen Arrangementskaarten Afspraken om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden: Zorgprofiel Zorgstructuur op OBS de Tuimelaar 5.1 zorgbreedte 5.2 zorgstructuur Planning zorgactiviteiten/ toetskalender Doelstellingen en prognoses Evaluatie doelstellingen en prognoses 2012-2013.
Bijlagen: 1. Activiteiten zorgkalender. 2. Toolkit zorgkalender. 3. Didactisch werkplan groep 3 t/m 8 4. Arrangementkaarten groep 3 t/m 8 5. Didactisch werkplan groep 1-2 6. Tussendoelen groep 1-2. 7. Meer doen met screeningsgegevens. 8. Ontwikkeling van vaardigheidscores en bepaling van het C niveau. 9. Er is iets niet pluis protocol. 10.Verzuimprotocol. 11.Ontwikkelingsvolgmodel
1.
Inleiding
Voor u ligt het zorgplan van OBS de Tuimelaar. Het zorgplan is een werkdocument dat duidelijkheid schept aan leerkrachten, ouders en bevoegd gezag over de manier waarop OBS de Tuimelaar vorm geeft aan de zorgverbreding. Het is een toegankelijk en leesbaar beleidsdocument. Leeswijzer Na het lezen van dit beleidsdocument zijn u de volgende punten duidelijk: Wat de missie en visie van OBS de Tuimelaar is De doelstellingen van het onderwijs op OBS de Tuimelaar Hoe de zorg op OBS de Tuimelaar op groepsniveau, schoolniveau en bovenschoolsniveau opgebouwd is Hoe er gewerkt wordt met didactische werkplannen en groepsplannen Hoe de kwaliteit van het onderwijs op OBS de Tuimelaar behouden blijft De zorgstructuur en zorgbreedte op OBS de Tuimelaar Hoe de activiteiten rond de leerlingenzorg gepland zijn. In dit document staat de zorg voor de leerlingen centraal. Het zorgplan is een werkdocument dat duidelijkheid geeft aan alle betrokkenen over de zorg op OBS de Tuimelaar. Voor het realiseren van onderwijs op maat op OBS de Tuimelaar, is een goede afstemming van het onderwijs op de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen cruciaal. Het vergroten van de opbrengstgerichtheid van het onderwijs ( de kwaliteitszorg) wordt voor een belangrijk deel bereikt door het werken vanuit leerarrangementen. Andere activiteiten om dit doel te bereiken zijn: het doelgericht plannen van het onderwijs aan leerlingen, het maken van beredeneerde keuzes in leerlijnen en onderwijsaanbod, een betere afstemming met ouders en leerling over wat de school wil bereiken en een goede overgang naar het voortgezet onderwijs. Vanaf 1 april 2012 is er bij OBS de Tuimelaar een groep 0 opgestart. De beschreven activiteiten van de leerlingenzorg gelden voor alle leerlingen van de groepen 0 t/m 8.
2. Onze visie op zorg
Uitgaande van de missie en visie zoals die geformuleerd is in het schoolplan, is het uitgangspunt van de zorg dat elke leerling bijzonder en uniek is. Het onderwijs op de Tuimelaar moet worden afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerlingen, passend bij de mogelijkheden van de leerling. Dit doen we door: Het stellen van hoge doelen: hierdoor wordt de leerling uitgedaagd zich te ontwikkelen in lijn met zijn persoonlijke mogelijkheden. De totale ontwikkeling van de leerling centraal te stellen en hierdoor leerlingen optimaal voor te bereiden op de overgang naar het voortgezet onderwijs en volwaardige deelname aan de samenleving. Doelstelling: Het leren van leerlingen wordt gestimuleerd binnen een krachtige leeromgeving, een omgeving die aansluit bij de mogelijkheden en behoeftes van onze leerlingen. Het didactisch klimaat is gericht op succeservaringen, dit wordt bereikt door o.a. het hebben van hoge verwachtingen en het stellen van ambitieuze doelen. Het onderwijsaanbod is breed en veelzijdig en o.a. gericht op het ontdekken en ontwikkelen van de talenten van de leerlingen. Het onderwijsaanbod is gebaseerd op de kerndoelen Primair Onderwijs. De referentieniveaus taal en rekenen 1F zijn de minimum methodedoelen waarmee de leerlingen van de Tuimelaar de basisschool verlaten. Wat betreft rekenen zijn de 1S doelen de streefdoelen als einddoelen van ons onderwijs. Om deze doelen te halen werken wij met tussendoelen per leerjaar. Deze tussendoelen staan beschreven in de arrangementkaarten die bij de didactische werkplannen horen (zie bijlage 3 t/m 6). De leerlingen volgen in principe de 1.0 tussendoelen zoals deze beschreven staan in het talentarrangement en basisarrangement. Pas na herhaald uitvallen, en overleg tussen de leerkracht-IB en ouders worden leerlingen in een intensief arrangement geplaatst. Dan gelden de 0.75 tussendoelen. Bij verder uitval en zorg komen de leerlingen op een eigen leerlijn, dan wordt er gewerkt met tussendoelen op niveau 0.50 (uitstroom praktijkonderwijs) en 0.75 (uitstroom leerweg ondersteunend). Deze eigen leerlijn wordt vanaf groep 6 bij 2 of meer vakken beschreven in een ontwikkelingsperspectief. Bereiken van deze doelen: Door observatie en toetsing wordt duidelijk wat de onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn. Al vanaf jonge leeftijd worden de onderwijsbehoeften van de leerlingen vastgesteld. Door daar vervolgens met het stellen van de doelen op in te spelen, dagen wij de leerlingen uit zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen.
Preventief en proactief denken en handelen: N.a.v. observaties, methodetoetsen en cito-toetsen weet de leerkracht de onderwijsbehoefte per kind in te schalen binnen het didactisch werkplan. De dagelijkse evaluaties zorgen ervoor dat de leerkracht direct kan inspelen op uitval, of extra instructie behoefte voor een kind. Hierdoor loopt het kind geen grote hiaten op, die eventueel pas bij een volgende cito meting aan de orde zouden komen. Aspecten van leerling, leerkracht en ouders die belangrijk zijn voor optimaal onderwijs. Binnen het didactisch werkplan wordt rekening gehouden met de cognitieve mogelijkheden, maar ook met gedrags – en werkhoudingsmogelijkheden om tot optimale ontwikkeling te komen. Leerkrachten vervullen hierbij een belangrijke rol. De leerkrachten zijn competent om de leerlingen een optimaal onderwijsaanbod met daarin oog voor onderwijsbehoefte aan te bieden. School en ouders onderhouden een goed contact waardoor ook thuis optimale ondersteuning voor de leerling is. Tevens is afstemming over het te bereiken einddoel van belang, en wordt er van ouders verwacht dat zij betrokken zijn bij de het leren van hun kind op school.
Binnen de groep Het onderwijs staat beschreven per vakgebied in het didactisch werkplan. Op gebied van organisatie, sfeer wordt er een groepsplan opgesteld n.a.v. het groepsgesprek. De leerkracht houdt tijdens het lesgeven rekening met zowel de individuele doelen van de leerlingen als doelen die opgesteld zijn voor de groep. Hierbij valt te denken aan sfeerverbetering binnen de groep, zelfstandig werken optimaliseren enz. De leerkracht is de persoon die verantwoordelijk is voor de zorg die binnen de groep geboden moet worden. Bij het opstellen van verschillende plannen is de leerkracht een beslissende factor.
3. De 1-zorgroute.
Met de 1-zorgroute willen we bereiken dat het onderwijs op de Tuimelaar is afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerlingen. We gaan planmatig om met de verschillen in onderwijsbehoeften tussen de leerlingen. Tevens bewerkstelligt de 1-zorgroute een goede aansluiting tussen de schoolinterne zorg en de schoolexterne zorg. Deze vorm van zorg anticipeert hiermee op de onderwijs- en de zorgarrangementen binnen het kader van passend onderwijs. De 1-zorgroutre bestrijkt drie niveaus: het groepsniveau, het schoolniveau en het bovenschoolsniveau (bestaand uit samenwerkingsverband WSNS). 3.1 De 1- zorgroute op groepsniveau Zorgniveau 1: preventieve basiszorg binnen de groep. De basis van de zorg op OBS de Tuimelaar is geborgd in zorgniveau 1. Dit is de basiszorg voor alle leerlingen op school binnen de groep. Om de basiszorg vast te stellen worden de volgende stappen genomen: A. De onderwijsbehoefte van een leerling wordt vastgesteld. Deze onderwijsbehoefte wordt vastgesteld door: * het observeren van de leerlingen (o.a. vanuit KABELL, het ontwikkelingsvolgmodel door H. Janssens en het VVE programma Piramide) * het afnemen van mijlpaaltoetsen (o.a. vanuit KABELL) * het invullen van vragenlijsten (o.a. ZIEN en het groepsdocument vanuit KABELL) * de methodegebondentoetsen die horen bij de methoden van rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen * het afnemen van de toetsen die horen bij het LOVS CITO volgsysteem. Naar aanleiding van deze observaties en gegevens volgt er een groepsbespreking van de leerkracht met de IB-er. Het doel van dit gesprek is: B. afstemming op onderwijsbehoefte van de leerlingen Onderwijsbehoeften geven aan wat een leerling nodig heeft om de onderwijsdoelen te bereiken. Hierbij hebben we het over kindfactoren, omgevingsfactoren en onderwijsfactoren, en vooral ook de interactie daartussen. Naar aanleiding van bovenstaande toetsen en observaties worden de onderwijsbehoeften en de leerdoelen voor de leerling vastgesteld. Naar aanleiding van het vaststellen van de onderwijsbehoefte door de leerkracht en de IB-er volgt: C1. het beschrijven van deze onderwijsbehoeften in didactische werkplannen. De leerkracht stelt didactische werkplannen op. In de groepen 2 en 3 zijn er didactische werkplannen voor taal/lezen en rekenen, in de groepen 4 t/m 8 voor de vakgebieden technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en spelling. In de didactische werkplannen worden de leerlingen met een gelijke onderwijsbehoefte in eenzelfde arrangement geclusterd. Zij krijgen dezelfde tussendoelen waaraan gewerkt gaat worden.
C2. het opstellen van een groepsplan Een ander doel van de groepsbespreking is: het opstellen van een groepsplan, waarin wordt beschreven welke ontwikkelingen er moeten plaatsvinden ten aanzien van interactie, instructie en organisatie. Dit om een optimale sfeer in de groep te creëren waarin de leerlingen zich veilig voelen en zo goed mogelijk presteren. D1 uitvoeren van de didactische werkplannen en het groepsplan Tijdens het uitvoeren van de lessen is het van belang dat de leerkracht rekening houdt met de onderwijsbehoefte van het kind, zoals deze staat beschreven in het didactisch werkplan. De leerkracht moet tijdens het geven van de lessen zorgen voor aanbod op verschillende niveaus tevens weet de leerkracht op wel niveau het kind aangesproken moet worden. Tijdens het geven van de instructie en verwerking houdt de leerkracht ook rekening met dit aanspreekniveau. Middels het directe instructie model moet het verschil in aanbod in de klassen te zien zijn. Op gebied van organisatie, sfeer en zelfstandig werken houdt de leerkracht ten alle tijden de doelen voor ogen zoals beschreven in het groepsplan. Deze volgt na het groepsgesprek. D2 de leerkracht is de beslissende factor De lesgevende kwaliteiten van de leerkracht is bepalend voor het correct uitvoeren van het didactisch werkplan en het groepsplan. De leerkracht wordt hierin gecoacht door de innovatoren en de IB-ers. Deze kwaliteiten worden door de directieleden beoordeeld middels de kwaliteitskaart voor leerkrachten. Het goed inschatten van de leerlingen op niveau is belangrijk voor een effectief onderwijsaanbod. Het is belangrijk dat de leerkracht de ontwikkelingen van zijn of haar leerlingen zo blijft volgen dat de leerkracht direct zijn onderwijsaanbod op het niveau van de leerling kan afstemmen. D3 de zorg wordt zoveel mogelijk binnen de klas geboden Door het correct uitvoeren van het didactisch werkplan middels het directe instructiemodel is zorg binnen de groep mogelijk. Tevens houdt de leerkracht dagelijks een korte evaluatie bij waarin opvallendheden van leerlingen tijdens de lessen beschreven worden en daar direct actie aan te verbinden. 3.2 De 1-zorgroute op schoolniveau Het centrale uitgangspunt bij de 1 zorgroute is denken en handelen vanuit onderwijsbehoefte. Op schoolniveau bekent werken met de 1 zorgroute proactief handelen. Op schoolniveau betekent de 1 zorgroute dat de leerkrachten en intern begeleiders groepsgesprekken organiseren en dat er een duidelijke lijn is naar leerling-bespreking en multidisciplinair overleg. A vanuit kindperspectief Op het moment dat de zorg van een kind zo specifiek wordt dat de leerkracht ondersteuning nodig heeft wordt het kind besproken met de interne begeleiding. N.a.v. dit gesprek zal een stap gemaakt worden richting bovenschoolsniveau vanuit school georganiseerd. Hierbij hebben we het over: Schoolmaatschappelijk werk (SMW), Begeleider leerlingzorg vanuit WSNS (BLZ), Centrum van jeugd en gezin (CJG), Multi diciplinair overleg(MDO) en Weer Samen Naar School (WSNS).
B vanuit leerkrachtperspectief In het kader van proactief handelen is het van belang dat de leerkrachten duidelijk beeld hebben van wat een kind en of een klas nodig heeft. Om ervoor te zorgen dat leerkrachten proactief kunnen handelen zullen er aan een aantal voorwaarden voldaan moeten worden. Het gaat hierbij om observaties binnen de groep door intern begeleiders met als doel het waarborgen van leskwaliteit. Bij het maken en of evalueren van het didactisch werkplan zal de intern begeleider hierbij ondersteunen. Door 2 maal per jaar een groepsgesprek te houden met leerkracht en intern begeleider wordt de organisatie, sfeer en het zelfstandig werken besproken en eventueel aangepast.
C vanuit schoolperspectief Door middel van de vaststaande afspraken in de arrangementenkaarten en het leerlingvolgsysteem van CITO wordt de doorgaande lijn binnen het onderwijs gewaarborgd. Middels het houden van opbrengstvergaderingen zijn we schoolbreed bezig om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Hierbij worden analyses gemaakt door gebruik te maken van dwarsdoorsnede en trendanalyse. 3.3 De 1-zorgroute op bovenschoolsniveau Op het moment dat de leerling specifieke hulp nodig heeft die binnen de school niet georganiseerd kan worden, wordt de zorg op bovenschools niveau georganiseerd. De regie van deze zorg wordt dan ook door deze instantie in handen genomen. We hebben het dan over Bureau Jeugdzorg, Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK), Lucertis kinder en jeugdpsychiatrie, Deelgemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak (DOSA), Weer Samen Naar School (WSNS).
4. Kwaliteitsstandaarden
4.1 Kwaliteit in kaart Toetsen en observatielijsten Om het ontwikkelingsniveau van de leerlingen systematisch en regelmatig in kaart te brengen wordt er gebruik gemaakt van de volgende instrumenten: - observaties van het ontwikkelingsvolgmodel vanuit Kabell - observaties vanuit VVE programma Piramide - observaties vanuit Zien - methodegebonden toetsen vanuit de methoden Veilig leren lezen, AllesTelt, Taal Actief, De Grote Reis, Nieuwsbegrip. - mijlpaaltoetsen rekenen en spelling vanuit Kabell - LOVS CITO leerlingvolgsysteem Analyse van de toetsresultaten Naar aanleiding van deze resultaten wordt er een analyse op individueel niveau, groepsniveau en schoolniveau gemaakt. Het doel van deze analyse is op:
individueel niveau
- het volgen van de ontwikkeling - zicht krijgen op de opbrengsten van hun onderwijs en op het ontwikkelingsperspectief en de onderwijsbehoeften van de leerlingen. - zicht krijgen op de effecten van hun onderwijsaanbod. - het verzamelen en ordenen van de gegevens om er groepsoverzichten van te maken. De leerkracht en de IB-er evalueren 4x per jaar de toetsresultaten op individueel niveau.
groepsniveau:
- op basis van de verzamelde gegevens worden vroegtijdig leerlingen gesignaleerd die de komende periode extra instructie, ondersteuning en/ of begeleiding nodig hebben om de gestelde doelen te bereiken. Ook worden excellente leerlingen gesignaleerd die extra uitdaging nodig hebben om de aanvullende doelen te bereiken. - er worden leerlingen gesignaleerd die qua gedrag, sociaal emotionele ontwikkeling en werkhouding extra aandacht nodig hebben. - er wordt proactief onderzocht welke doelen en cruciale leermomenten de komende periode aan bod komen, en op basis van de verzamelde gegevens wordt gesignaleerd welke leerlingen extra instructie, ondersteuning en begeleiding nodig hebben bij het behalen van deze doelen. - naar aanleiding van de verzamelde gegevens worden didactische werkplannen opgesteld waarin de onderwijsbehoeften van de leerlingen worden vastgesteld, welke doelen er voor leerlingen nagestreefd worden en wat deze leerlingen extra nodig hebben om deze doelen te bereiken. Hierbij gaat het over het gedrag, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de werkhouding van de leerling. De leerkracht en de IB-er bespreken de resultaten 4x per jaar op groepsniveau. Twee keer per jaar een tussenevaluatie en 2x per jaar tijdens het opstellen van een nieuw didactisch werkplan.
schoolniveau: -na het afnemen van de CITO toetsen gebruikt de directie de verzamelde gegevens om systematisch de opbrengsten van de onderwijszorg in school te analyseren, op teamniveau te bespreken en met het team maatregelen te nemen om de kwaliteit en de opbrengsten te verbeteren. Dit gebeurt in een opbrengstvergadering. -in deze opbrengstvergadering wordt gebruik gemaakt van een dwarsdoorsnede van een toets en een trendanalyse voor een leerlingengroep. -de directie heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van de leerling-populatie. - het team heeft 2x per jaar tijdens een opbrengstvergadering naar aanleiding van de dan afgenomen CITO toetsen. De opzet is om de inhoud en kwaliteit van de opbrengstvergaderingen verder aan te scherpen en uit te breiden. 4.2 Kwaliteitsstandaarden Didactische werkplannen Na het afnemen van de toetsen worden de didactische werkplannen opgesteld. De leerlingen worden in een arrangement ingedeeld, en naar aanleiding van het arrangement worden de leerdoelen vastgesteld. De leerlingen kunnen worden ingedeeld in een talentarrangement, basisarrangement, intensief arrangement of zeer intensief arrangement. Op basis van het arrangement waarin de leerling geplaatst is, wordt het pedagogisch begeleiden van de leerling in de les bepaald. Leerlingen in het talentarrangement kunnen na een korte instructie of alleen een hint aan het werk. Leerlingen in het basisarrangement worden met open vragen begeleid. Leerlingen in het intensieve arrangement worden met gesloten vragen begeleid. Leerlingen in het zeer intensieve arrangement worden begeleid met voorzeggen/voordoennazeggen/nadoen. Arrangementskaarten Arrangementskaarten zijn kaarten met daarop de leerlijnen van het desbetreffende vakgebied. Op de kaarten worden per half jaar, en per arrangement de tussendoelen beschreven. De doelen zijn meetbaar realistisch en tijdgebonden en geven concreet richting aan het handelen van de leraar. Tevens staan op de kaarten de acties die een leraar moet nemen, zodat de leerling de doelen kan behalen. Met behulp van de kaarten onderzoekt de leraar ieder half jaar proactief, welke doelen en cruciale leermomenten de komende periode aan bod komen. Op basis van de verzamelde gegevens wordt gesignaleerd welke leerlingen extra instructie, ondersteuning en begeleiding nodig hebben bij het behalen van deze doelen. De leerdoelen worden beschreven in de arrangementkaarten van de vakken rekenen, spelling en begrijpend lezen. Technisch lezen is in ontwikkeling. De arrangementkaarten van de kleuters zijn eveneens in ontwikkeling. (Zie bijlage)
Afspraken om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden: Doelen worden ambitieus gesteld. De ontwikkelingslijn van een kind wordt altijd zo hoog mogelijk ingezet, en geprobeerd aan deze ontwikkelingslijn vast te houden. Om dit zo goed mogelijk te bewaken werken wij met verschillende arrangementen. Binnen elk arrangement moeten kinderen voldoen aan bepaalde eisen die gesteld worden. De arrangementen die aangeboden worden zijn: talentarrangement, basisarrangement, intensief arrangement en zeer intensief arrangement. Talentarrangement: De kinderen die dit arrangement volgen maken ten alle tijden een verkort basisprogramma en gaan de diepte in met verder en plus taken. Dit houd in dat de kinderen altijd 100% score moeten halen bij het maken van de verdiepingstaken. Alleen dan blijven de kinderen op boven het landelijk gemiddelde niveau presteren.
Basisarrangement: De kinderen die dit arrangement volgen krijgen het basisprogramma aangeboden zoals de methode voorschrijft. Bij toetsen moeten de kinderen 100 % score behalen om op C niveau te blijven presteren. Bij 80% is de kans reëel dat zij zakken naar een intensief arrangement. De kinderen moeten direct of na remediering 100% score hebben behaald. Intensief arrangement: De kinderen die dit arrangement volgen een minimum programma van de methode. De kinderen moeten 80% score behalen om niet af te zakken naar een eigen leerlijn. Het streven is ten alle tijden om een score van 100% te behalen, zodat terugkeer naar het basisarrangement mogelijk blijft. Zeer intensief arrangement: De kinderen die in dit arrangement zitten volgen een eigen leerlijn gebaseerd op de 0.75 en 0.50 doelen. De leerlingen vanaf groep 6 zullen bij het hebben van een eigen leerlijn op 2 vakgebieden een OPP krijgen. Het doel is regulier onderwijs met of zonder LWOO te realiseren. Voor het indelen van de leerlingen in de arrangementen wordt er antwoord gegeven op de volgende 3 vragen: - Wat is het gemiddelde niveau van de klas in verhouding met de verwachting op de school? - Ben je het als leerkracht eens met de uitslag van de CITO toets? - Wat was de uitslag op de vorige screening? Voor de interpretatie van de score op de screening zie bijlage “meer doen met de screeningsgegevens”. Zorgprofiel Alle BOOR scholen hebben de cursus “Kind op de gang” gedaan. We hebben daarbij aangegeven welke kinderen wij denken te kunnen opvangen. Vervolgens hebben we op een studiedag aangegeven welke specialiteiten bij onze school paste. Als de wet op passend onderwijs in werking treedt, zal duidelijk zijn welk zorgprofiel bij onze school past. Stichting BOOR heeft voor haar basisscholen een concept zorgprofiel vastgesteld. Dit profiel wordt na bespreking met alle directeuren openbaar onderwijs definitief gemaakt.
5. Zorgstructuur op OBS de Tuimelaar
Zorgbreedte Zorgniveau 1: Preventieve basiszorg binnen de groep. Inschatten van de zorgbehoefte van het kind door: Methodegebonden toetsen Observatielijsten CITO leerlingvolgsysteem Mijlpalen / tussendoelen Volgsysteem sociaal – emotionele ontwikkeling Screening Cesartherapie Groepsgesprek (groepsdocument) Aanpassingen van het didactisch werkplan en het bijbehorende arrangement Individueel handelingsplan omtrent gedrag en cognitie gericht op het inlopen van achterstanden. Didactische werkplannen met bijpassende arrangementen groepsplan
Geen zorgen
Wel zorgen Criteria voor het inschalen van de zorgbehoefte - Als de leerlingen na remediering de methodegebonden toetsen onvoldoende maken, wordt dit in de dagelijkse evaluatie aangetekend, dit kind komt naar de instructietafel als dit onderdeel tijdens de lessen behandeld wordt. - Als leerlingen vanuit de observatielijsten meer dan een half jaar ontw. Achterstand hebben gaan deze leerlingen door naar zorgniveau 2. - Als leerlingen de mijlpalentoetsen onvoldoende maken, gaan deze leerlingen door naar zorgniveau 2 -Leerlingen die 1x een lage D of E scoren, worden op hun oude niveau in het did. Werkplan gezet Leerlingen die 2x een lage D of E scoren, worden in het intensieve arrangement geplaatst Leerlingen 3x een lage D of E score hebben op de Cito toetsen, komen in zorgniveau 2 Leerlingen die op de Cito een A+ score hebben, komen in zorgniveau 2 -een opp wordt opgesteld als Leerlingen vanaf didactische leeftijd van 20; op 2 of meer vakken 3x een lage D of E score hebben op de Cito toetsen. Leerlingen vanaf didactische leeftijd 40; op 2 of meer vakken 0.25 achterstand hebben. (komen in aanmerking voor lwoo) - Voor leerlingen die vanuit Zien een signaalscore hebben, worden er aanpassingen in het didactisch werkplan gemaakt. - Als tijdens het groepsgesprek blijkt dat de leerkracht zorgen heeft over een leerling op meerdere gebieden, gaan deze leerlingen door naar zorgniveau 2
Zorgniveau 2: Extra zorg op groepsniveau
Intensieve zorg binnen de groep voor Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte d.m.v.: Individueel handelingsplan omtrent gedrag of cognitie door leerkracht en ib. opstellen en werken met een ontwikkelingsperspectief(OPP) Screening en / of behandeling Cesartherapeute Screening logopedist Stap 1 “Er is iets niet pluis protocol” Ouders en Intern begeleiders zijn ten alle tijden op de hoogte van bovengenoemde acties.
Extra zorg onvoldoende overleg externe deskundigen noodzakelijk
Geboden zorg volstaat
Geboden zorg volstaat niet. Criteria voor het inschalen van de zorgbehoefte -op het moment dat er niet voldoende cognitieve groei aantoonbaar is bij de leerling. Het individuele plan geeft te weinig rendement. -op het moment dat het gedrag van de leerling dusdanige vorm gaat aannemen dat het de leerling en of de andere leerlingen binnen de groep gaat beïnvloeden. -indien er vanuit het protocol “er is iets niet pluis”gegronde redenen bestaan om aan te melden bij externe instanties. -logopedie nodig na screening. -Cesartherapie nodig na screening -veelvuldig en of zorgelijk verzuim.
Zorgniveau 3: overleg externe deskundigen
Leerlingen worden besproken met: Begeleider leerlingzorg (BLZ) gedrag – cognitie Schoolmaatschappelijk werkster (SMW) sociaal – emotioneel Schoolverpleegkundige (SVK) medisch gerelateerde zaken Zorg advies team (ZAT) bij zorgen op meerdere gebieden Logopedist Cesartherapeute Leerplicht Koers VO (LWOO – PRO) Wijkagent en andere zorginstanties Na overleg met de deskundige door naar zorgniveau 4
Na overleg met de deskundige terug naar zorgniveau 2
Zorgniveau 4: Onderzoek en / of begeleiding door externe instanties.
Leerlingen worden onderzocht of begeleid door: Weer samen naar school (WSNS) Centrum voor jeugd en gezin (CJG) Bureau Jeugdzorg Algemeen meldpunt kindermishandeling (AMK) Lucertis Deelgemeentelijke organisatie sluitende aanpak (DOSA)
Door naar zorgniveau 5
Terug naar zorgniveau 2 of 3
Handhaven zorgniveau 4 tot bovenstaande instanties verder stappen kenbaar maken
Zorgniveau 5: verwijzing naar externe instanties
Leerlingen worden verwezen naar: Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) Clusteronderwijs.
Zorgstructuur Zorgniveau 1:Preventieve zorg binnen de groep Op dit niveau is de leerkracht van de groep verantwoordelijk voor de te ondernemen stappen en dossiervorming. Methodegebonden observaties en toetsen: Leerkracht neemt n.a.v. de methode toetsen af. Signaleringen van de onderwijsbehoefte op Na het afnemen wordt er geremedieerd / gebied van: rekenen, taal, technisch lezen, verrijkt. begrijpend lezen , spelling Bij blijvende hiaten/ onvoldoende score wordt contact opgenomen met de ib’er. Ontwikkelingsvolgmodel van KABELL voor de Jongste kleuters wordt 2 keer per jaar het groepen 0, 1 en 2: ontwikkelingsvolgmodel van KABELL ingevoerd. Signaleringen van de onderwijsbehoefte Oudste kleuters de verwachtingskaart (nov) volgens de tussendoelen. Vervolgstappen zoals beschreven in de zorgkalender. CITO leerlingvolgsysteem: Leerkrachten nemen 2 jaarlijks zoals aangeven Volgen van de ontwikkeling op didactisch staat in de zorgkalender lovs cito toetsen af. gebied op leerling-, groeps- en schoolniveau De leerkrachten zetten de gegevens van de toetsen in Parnassys. Deze worden gescreend en verwerkt in de didactische werkplannen op individueel – en groepsniveau. N.a.v. de opbrengsten wordt er op schoolniveau 2 jaarlijks een opbrengstvergadering gehouden. Mijlpalen voor rekenen, lezen en spelling, zoals De mijlpaaltoetsen worden afgenomen in de beschreven in de zorgkalender van Harry groepen 3,4 en 5. Een mijlpaal moet zonder Janssens. Dit nemen wij af d.m.v. moeite behaald worden. Indien een mijlpaal niet mijlpalentoetsen. wordt beheerst, wordt er in het didactisch Tussendoelen / leerlijnen zoals beschreven in werkplan een aanpassing gemaakt om alsnog de de arrangementkaarten voor de vakken mijlpaal te behalen. (evaluatie nov) begrijpend lezen, spelling en rekenen. Op basis van de cito toetsen worden leerlingen in een arrangement in het didactisch werkplan geplaatst. De doelen en de leerlijnen van de arrangementen worden beschreven in de arrangementkaarten. Deze worden bij het didactisch werkplan gevoegd. Volgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling. 2x per jaar vult de leerkracht de Hiermee worden de leerlingen op individueel signaleringslijst van Zien in. niveau, groepsniveau en schoolniveau gevolgd. Bij vermoedens verwaarlozing / kindermishandeling stap 1 “er is iets niet pluis”protocol Screening Cesartheraphie. De gymleerkracht screent de nieuwe leerlingen Leerlingen worden gescreend op motorische binnen 3 maanden na aankomst op school. ontwikkeling. Bij achterstanden is de mogelijkheid binnen school om de therapie te volgen. Groepsgesprek (groepsdocument) 2x per jaar hebben de leerkrachten en ib’er In dit gesprek komen de volgende items aan de een groepsgesprek waarin de groepen op 4 orde: verschillende gebieden uitgebreid besproken -algemeen padagogisch aanpak worden. N.a.v. dit gesprek komen verschillende
-organisatie -kinderen met problemen in de klas -zorgleerlingen Na dit gesprek is duidelijk wat de actiepunten op de verschillende gebieden zijn per groep. / school. Opstellen van het didactische werkplannen. -rekenen -spelling -begrijpend lezen -technisch lezen
acties tot stand.
N.a.v. de cito lovs uitslagen worden er nieuwe didactische werkplannen gemaakt. (februari – juli) 2 keer per jaar worden de didactische werkplannen aangepast( nov – april) In totaal 4 evaluaties per jaar.
Zorgniveau 2: Extra zorg op groepsniveau Op dit niveau is de leerkracht initiatiefnemer voor de te nemen stappen en dossiervorming. De stappen worden in overleg met de ib’er uitgevoerd. De ouders en ib’ers zijn ten alle tijden op de hoogte van de stappen die ondernomen worden. Individuele handelingsplannen omtrent gedrag Na het invullen van Zien (nov – mrt) worden er gedragshandelingsplannen opgesteld. Opstellen en werken met een Na.v de eindtoetsen cito lovs groep 5 worden ontwikkelingsperspectief (OPP) in groep 6, 7 en 8 gewerkt met OPP. Ib’er en leerkracht stellen samen het OPP op. Leerkracht werkt ermee in de groep. In het didactisch werkplan / individueel werkplan is terug te vinden wat de aanpak is voor deze leerlingen. Screening en / of behandeling door de Na de screening van de gymleerkracht Cesartherapeute. beoordeelt de cesartherapeute of verder behandeling nodig is. Cesartherapeute is verantwoordelijk voor verder te nemen stappen richting ouders en zorgverzekeraar. Screening logopedist Leerkracht observeert welke leerlingen er in aanmerking komen voor screening door de logopedist. De logopediste voert de screening uit bij maximaal 20% van de oudste kleuters. Stap 2 en 3 “er is iets niet pluis” protocol Bij vermoeden van kindermishandeling. Zie bijlage Ongeoorloofd verzuim of veelvuldig geoorloofd De leerkracht bespreekt de afwezigheid van verzuim de leerling met ouders en ib. zie verzuimprotocol. bijlage
Zorgniveau 3: Overleg externe deskundigen Op dit niveau is de ib’er contactpersoon en initiatiefnemer. De ib’er is verantwoordelijk voorverslaglegging in het dossier en terugkoppeling naar leerkrachten. Begeleider leerlingenzorg (BLZ) gedrag – cognitie Aanmelden door leerkracht - ib
Schoolmaatschappelijk werk (SMW) sociaal – emotioneel Aanmelden door leerkracht – ib en ouders.
Schoolverpleegkundige (SVK) medisch gerelateerde zorgen Aanmelden door ib’er en ouders Multi Disciplinair Overleg (MDO) bij zorgen op meerdere gebieden.
Cesartherapeute
Leerplicht Koers VO (LWOO - PRO)
Wijkagent en andere zorginstanties Directie is verantwoordelijk voor verslaglegging in het dossier en terugkoppeling naar ib.
De BLZ wordt ingeschakeld wanneer er vragen over individuele leerlingen op het gebied van gedrag en cognitie. Helpt bij het maken van handelingsplannen / onderwijskundige rapporten en doet observaties van leerlingen. De smw wordt ingeschakeld wanneer er vragen zijn over sociaal – emotionele problemen die het kind belemmeren bij het leren. De smw wordt ook ingeschakeld bij problemen in de thuissituatie. De SVK wordt ingeschakeld als er medisch gerelateerde zorgen zijn. Het MDO komt 6 keer per jaar bij elkaar. Er worden kinderen besproken die op meerdere gebieden opvallend gedrag vertonen, en /of zorgelijke ontwikkeling / thuissituatie hebben. Het ZAT bestaat uit: schoolverpleegkundige (SVK), schoolmaatschappelijk werk (SMW), begeleider leerlingzorg (BLZ), intern begeleider (IB), buitenschoolse opvang (BSO), leerkracht en op uitnodiging andere externen. De Cesartherapeute is verantwoordelijk voor de verslaglegging naar ouders, leerkrachten en ib. Zie verzuimprotocol. bijlage In september wordt groep 8 definitief aangemeld voor het LWOO –PRO traject. Leerlingen die op 2 en / of meer gebieden meer dan 0.25% achterstand hebben komen in aanmerking voor het onderzoek dat door Accent afgenomen wordt. N.a.v. dit onderzoek wordt een kind in januari aangemeld bij een VO school. De wijkagent wordt ingeschakeld als er sprake is van diefstal of vandalisme op school. De wijkagent kan ook n.a.v. gebeurtenissen buiten school met school contacten. De contacten van de wijkagent gaan in eerste instantie via de directie, vervolgens overlegt de directie met de ib’ers en spreken vervolgstappen en of acties af.
Zorgniveau 4: Onderzoek en / of begeleiding door externe instanties. Op dit niveau zijn de externe instanties verantwoordelijk voor verslaglegging en terugkoppeling naar ib en of directie. Weer samen naar school. (WSNS)
Centrum voor Jeugd en Gezin ( CJG)
Bureau Jeugdzorg (BJZ)
Algemeen meldpunt kindermishandeling (AMK)
Lucertis
Deelgemeentelijke organisatie sluitende aanpak (DOSA)
Op het moment dat school te maken krijgt met een problematiek op gebied van gedrag en of leermoeilijkheden, dan kan de IB’er in overleg met BLZ besluiten tot aanmelden bij het zorgteam van WSNS. De IB’er onderneemt de te nemen stappen. IB’er legt zorgen neer bij de schoolverpleegkundige die maakt deel uit van het CJG. In het MDO wordt gezorgd voor terugkoppeling. Bij het signaleren van lichamelijk letsel n.a.v. vermoedelijke mishandeling wordt direct de schoolarts ingeschakeld. Bij grote zorgen wordt de interventieverpleegkundige ingeschakeld. De SMW verwijst door naar Bureau Jeugdzorg. In geval van Boddeartcentrum is overleg met IB en leerkracht noodzakelijk. Als er een melding is gedaan bij het AMK, dan wordt er altijd contact opgenomen met IB en leerkracht om de situatie op school te onderzoeken. AMK is verantwoordelijk voor verslaglegging. Bij behandeling door Lucertis, zijn ouders verantwoordelijk voor verslaglegging naar IB. Na toestemming van ouders kan er overleg plaatsvinden tussen IB en behandelaar. Op het moment dat een kind besproken wordt bij DOSA is de DOSA regisseur verantwoordelijk voor verslaglegging naar IB en of directie.
Zorgniveau 5: Verwijzing naar SBO of clusteronderwijs. Op dit niveau is de IB-er verantwoordelijk voor de verder te nemen stappen naar andersoortig onderwijs. Permanente commissie leerlingenzorg (PCL)
Clusteronderwijs
Op het moment dat het zorgteam van WSNS besluit te gaan verwijzen naar het SBO, is de beschikking van het PCL noodzakelijk. Op het moment dat het zorgteam van WSNS besluit te gaan verwijzen naar clusteronderwijs, zal door ouders en IB een clusteraanvraag worden gedaan.
6. Planning zorgactiviteiten / toetskalender Op OBS de Tuimelaar wordt gewerkt naar aanleiding van de Toolkit van Harry Janssens. De zorg in deze zorgkalender wordt niet alleen beschreven vanuit de probleemleerlingen, maar ook de ontwikkelingen vanuit de groepssfeer en het zelfstandig werken en de ontwikkelingen van het algemene didactisch proces zijn aspecten van de zorg. Alle mogelijke activiteiten die in een groep moeten plaatsvinden worden per maand beschreven. Niet alleen wordt aangegeven wat de leerkracht per maand moet doen, maar ook hoe hij/zij de verkregen gegevens daarna moet ombuigen naar de zorg in de klas. 5 keer per jaar wordt er een zorgvergadering gehouden, waar alle activiteiten rondom de zorg worden besproken en geëvalueerd. In deze vergadering wordt er een kort activiteitenoverzicht overhandigd zodat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de te nemen activiteiten. De activiteitenoverzichten zijn als bijlage bijgevoegd
7. Evaluatie 2012-2013 ,doelstellingen en prognoses 2013-2014 en tot en met 2019. Technisch lezen Verwachte percentage D / E leerlingen groep 3 was 20%. Op dit moment heeft 21% van groep 3 een D / E score behaald. T.o.v. medio groep 3 zijn de leerlingen voldoende gegroeid. Er is meer herhaalde inoefening aangeboden op eerdere kernen van veilig leren lezen aan de zwakke leerlingen. De leerlingen hebben hier profijt van gehad. In schooljaar 2013-2014 moet deze groep op 15% D / E leerlingen zitten. Groep 4 had een verwacht percentage van 28%. Dit is op dit moment 13%. Doel behaald. De groep heeft veel vooruitgang laten zien. Dit heeft mede te maken met een goed aanbod op gebied van technisch lezen met veel inoefening. Ook is dit doel bereikt doordat er 3 zwakke lezers naar andere scholen zijn gegaan, waarvan 1 naar het SBO en 2 wegens verhuizingen. Groep 5 had een verwacht percentage van 7%. Op dit moment is dit 11%. De leerlingen zijn goed vooruit gegaan, maar een nieuwe instroom in de groep heeft gezorgd voor een verhoging van het percentage. We hebben het hier over een leerling die van de schakelklas afkomstig is. Sinds 2 jaar in Nederland. De leerling van de leeskliniek heeft voldoende gescoord en heeft veel profijt gehad van de WSNS behandeling. Groep 6 had een verwacht percentage van 0%. Dit is ook nu 0%. Doel behaald.
Groep 7 had een verwacht percentage van 5%. Het is op dit moment 7%. Dit komt doordat er een zwakke lezer bijgekomen is afkomstig uit St Maarten dit schooljaar. De verwachting voor volgend schooljaar is 0%, omdat deze leerling weer van school af is. Samenvattend kunnen we stellen dat het technisch leesonderwijs voldoende wordt ingeoefend en dat de leerlingen hiervan voldoende geprofiteerd hebben, maar instroom vanuit andere basisscholen zorgen ervoor dat de doelstellingen niet kunnen worden behaald. Spelling Verwachte percentage van groep 3 was 21%. Dat is op dit moment 14%. Doel behaald. Verwachte percentage van groep 4 was 15%. Dat is op dit moment 20%. Doel niet behaald. Dit komt doordat er een nieuwe leerling in de groep is gekomen die taalzwak is. Zonder deze leerling zou het doel wel degelijk behaald zijn. Verwachte percentage voor groep 5 was 5%. Dit is op dit moment 20%. Doel is niet behaald. Ook hier is de instroom van een taalzwakke leerling van invloed. 1 leerling heeft echte spellingsproblemen en wordt hierin begeleid door WSNS. Verwachte percentage voor groep 6 was 15%, maar dit is nu 21%. Doel niet behaald. Er is onvoldoende van het onderwijs geprofiteerd door de taalzwakke leerlingen. Dit betekent dat er volgend schooljaar een plan van aanpak moet liggen voor deze leerlingen op gebied van spelling. Groep 7 had een verwacht percentage van 4%. Dit is op dit moment 8%. Doel behaald, want 4% is nooit haalbaar geweest. 1 leerling is in deze groep 8%. Het gaat hier nog steeds om 1 leerling. Volgend schooljaar staat de prognose nog steeds op 8%. Ook hier kunnen we samenvattend stellen dat het erg moeilijk is om taalzwakke leerlingen die tussentijds instromen op het juiste niveau te krijgen. Rekenen Verwachte percentage voor groep 3 was 45%. Op dit moment is dat 14%. Doel behaald. Er is veel gebruik gemaakt van de hulpboeken CITO. Ook op het gebied van automatiseren is er veel werk verricht. Verwachte percentage voor groep 4 was 33%. Dit is op dit moment 14%. Doel behaald. Ook hier is veel gebruik gemaakt van de CITO hulpboeken. Ook het automatiseren heeft veel aandacht gehad. Hier zie je dat nieuwe instroom van buitenaf die rekensterk zijn kunnen zorgen voor een positief resultaat. Verwachte percentage voor groep 5 was 10%. Het is op dit moment 30%. Dit komt door 2 nieuwe leerlingen die rekenzwak zijn. Zonder hen was het percentage 22% geweest. Dus doel niet behaald. We kunnen stellen dat de leerlingen in groep 5 de enorme groei van groep 4 niet hebben kunnen doorzetten, omdat in groep 5 meer beroep wordt gedaan op gebied van inzicht terwijl in groep 4 vooral het automatiseren aan de orde komt. Om deze reden is er in groep 5 vaker een daling te zien. Verwachte percentage van groep 6 was 35%. Het is nu 14%. Doel behaald. Verwachte percentage van groep 7 was 18%. Het is nu 35%. Doel niet behaald. Volgend schooljaar verwachten we een percentage van 16%. Dit is haalbaar doordat er 2 leerlingen vroegtijdig de school verlaten richting het VO 1 LWOO en 1 PRO.
Begrijpend lezen Verwachte percentage van groep 4 was 25% en is nu 26%. Doel behaald. Groep 5 had een verwacht percentage van 5%. Dit is nu 32%. Doel niet behaald. De instroom van nieuwe leerlingen op dit gebied negatieve invloed gehad. Groep 6 had een verwacht percentage van 25%. Dit is nu 14%. Doel behaald. Het verwachte percentage van groep 7 was 20%. Dit is nu 58%. Dit komt mede door instroom van een anderstalige leerling in de groep. Volgend schooljaar stromen er leerlingen eerder uit waardoor er een beter resultaat verwacht wordt. Door een doordacht plan op te stellen en het aanbieden van Blits (studievaardigheden) verwachten we vooruitgang bij de leerlingen. Taal voor kleuters Taal voor kleuters was een verwacht percentage van 20%. Dit is momenteel 26%. Doel is niet behaald. 15% is met onze populatie in de onderbouw niet haalbaar. We hebben teveel taalzwakke kinderen. Het is goed om ons te realiseren dat een groot deel van de instroom niet in groep 0 gezeten heeft. Ook stellen we vast dat weinig kinderen naar de peuterspeelzaal zijn geweest. Rekenen voor kleuters Het verwachte percentage was 40%. Het is nu 50%. Taalproblemen spelen hierin een rol. Het rekenonderwijs voor kleuters brengen we omhoog door de doelen van BOSOS in didactische werkplannen te verwerken. Het is goed om ons te realiseren dat een groot deel van de instroom niet in groep 0 gezeten heeft. Ook stellen we vast dat weinig kinderen naar de peuterspeelzaal zijn geweest. Conclusie: Samenvattend kunnen we stellen dat in het rekenonderwijs veel winst te behalen is. Dit geldt ook voor het begrijpend leesonderwijs. Deze twee vakken zijn speerpunten voor volgend schooljaar. We gaan inzetten op een gestructureerde manier van remediëren en verrijken na een toets van rekenen. De structuur hiervoor is vastgelegd in een plan van aanpak. (studiedag) Voor begrijpend lezen is dit hetzelfde. Hierin gaat ook begeleid worden vanuit de onderwijspraktijk van Harry Janssens. Op gebied van rekenen voor kleuters moet een gestructureerde manier van remediëren en verrijken aangeboden worden na een observatiemoment. Dit moet vastgelegd gaan worden. Doelstellingen 2013-2014 t/m 2018 – 2019 De doelstellingen worden op schoolniveau als volgt gesteld: Technisch lezen *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2013 – 2014 wat betreft de resultaten voor technisch lezen naar een groene score (gemiddelde hoge C-score) in alle groepen. *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2016 – 2017 wat betreft de resultaten voor technisch lezen naar een blauwe score (gemiddelde hoge B-score) in alle groepen. *De bereikte resultaten worden blijvend geborgd.
Toets: Cito LOVS DMT Leerlingen waarbij officieel dyslexie is vastgesteld worden buiten de meting gehouden. Voor het onderwijs op de Tuimelaar betekend dit het volgende voor het onderwijs in de groepen: Het percentage D en E leerlingen van de groepen 3 t/m 7 van het schooljaar 2013 – 2014 wordt gevolgd tot het eind van de schoolloopbaan in groep 8. Percentage D en E leerlingen/
2013 – 2014
2014 – 2015
2015 – 2016
2016 – 2017
20172018
2018-2019
Huidige Groep 3 4 5 6 7
20% 15% 10% 11% 0%
15% 10% 5% 11% 0%
10% 5% 5% 6%
5% 5% 5%
5% 5%
5%
8
0%
Spelling *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2013 – 2014 wat betreft de resultaten voor spelling naar een groene score (gemiddelde hoge C-score) in alle groepen. *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2016 – 2017 wat betreft de resultaten voor naar een blauwe score (gemiddelde hoge B-score) in alle groepen. *De bereikte resultaten worden blijvend geborgd. Toets: Cito LOVS SVS Leerlingen waarbij officieel dyslexie is vastgesteld worden buiten de meting gehouden. Het percentage D en E leerlingen van de groepen 3 t/m 7 van het schooljaar 2013 – 2014 wordt gevolgd tot het eind van de schoolloopbaan in groep 8. Percentage D en E leerlingen/
2013 – 2014
2014 – 2015
2015 – 2016
2016 – 2017
20172018
2018-2019
Huidige Groep 3 4 5 6 7
20% 15% 20% 10% 15%
15% 10% 15% 5% 10%
10% 10% 10% 5%
5% 5% 10%
5% 5%
5%
8
8%
Rekenen *De Tuimelaar voldoet eind schooljaar 2013-2014 aan de door inspectie van onderwijs gestelde eisen voor de eigen schoolgroep wat betreft tussen- en eindopbrengsten rekenen in de groepen 4, 5 en 6. *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2015-2016 naar een groene score (gemiddelde hoge C-score) in alle groepen. *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2017-2018 naar een blauwe score (gemiddelde hoge B-score) in alle groepen. *De Tuimelaar behoort tot de schoolgroep ≥ 15% gewogen leerlingen maximaal 30% van de leerlingen een D/E score. Het percentage D en E leerlingen van de groepen 3 t/m 7 van het schooljaar 2013 – 2014 wordt gevolgd tot het eind van de schoolloopbaan in groep 8. Percentage 2013 – 2014 – 2015 – 2016 – 20172018-2019 D en E 2014 2015 2016 2017 2018 leerlingen/ huidige Groep 3 45% 40% 30% 25% 15% 10% 4 14% 7% 7% 7% 7% 5 5% 5% 5% 5% 6 22% 15% 15% 7 8% 8% 8
16%
Begrijpend lezen *De Tuimelaar voldoet eind schooljaar 2013-2014 aan de door inspectie van onderwijs gestelde eisen voor de eigen schoolgroep wat betreft tussen- en eindopbrengsten begrijpend lezen in de groepen 4, 5 en 6. *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2015-2016 naar een groene score (gemiddelde hoge C-score) in alle groepen. *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2017-2018 naar een blauwe score (gemiddelde hoge B-score) in alle groepen. Het percentage D en E leerlingen van de groepen 3 t/m 7 van het schooljaar 2013 – 2014 wordt gevolgd tot het eind van de schoolloopbaan in groep 8. Percentage D en E leerlingen/
2013 – 2014
2014 – 2015
2015 – 2016
2016 – 2017
20172018
2018-2019
huidige Groep 4 5 6 7
14% 24% 32% 7%
7% 16% 32% 7%
7% 8% 24%
7% 8%
7%
7%
8
40%
** De prognoses worden aan het eind van het schooljaar geëvalueerd en eventueel bijgesteld.
De prognose voor de resultaten CITO eindtoets groep 8. 56% gewogen lln
2013 – 2014
2014 – 2015
2015 – 2016
2016 – 2017
20172018
2018-2019
Groep 8
531.2
532
532.5
533
533.5
534
Opbrengst eindtoets groep 8 2012-2013 Gecorrigeerd moet de school voldoen aan de volgende score: 535.3 De score van de huidige groep 8 staat op: 536.3 Ongecorrigeerd moet de school voldoen aan de volgende score: 531.2 De score van de huidige groep 8 staat op: 531.2 De Tuimelaar heeft 56% gewogen leerlingen waardoor we aan de hand van het normeringtabel van onderwijs inspectie een score moeten behalen van 529.4 De score van de huidige groep 8 staat op: 531.2 Bij vermindering van 30% van de gewichtenleerlingen voldoet de bovenstaande prognose aan de Huidige eisen die de onderwijsinspectie op dit moment hanteert. Taal voor kleuters *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2015-2016 naar een groene score (gemiddelde hoge C-score) in eind groep 2 *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2017-2018 naar een blauwe score (gemiddelde hoge B-score) in eind groep 2 Percentage D en E leerlingen/ Groep 2
2013 – 2014
2014 – 2015
2015 – 2016
2016 – 2017
20172018
2018-2019
20%
20%
15%
15%
15%
10%
Rekenen voor kleuters *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2015-2016 naar een groene score (gemiddelde hoge C-score) in eind groep 2 *De Tuimelaar groeit tot eind schooljaar 2017-2018 naar een blauwe score (gemiddelde hoge B-score) in eind groep 2 Percentage D en E leerlingen/ Groep 2
2013 – 2014
2014 – 2015
2015 – 2016
2016 – 2017
20172018
2018-2019
20%
20%
20%
20%
15%
15%