Zoogdieren die voorkomen op De Pan. Zoogdieren (Mammalia) vormen een klasse van warmbloedige, meestal levendbarende chordadieren die hun jongen zogen met borstvoeding. Ze zijn deel van de Amniota en zijn als zodanig het nauwst verwant aan de vogels en reptielen. Ree De (of in jachttaal het) ree (Capreolus capreolus) is een klein, algemeen soort hert dat voornamelijk in Europa voorkomt.
Op de Pan komen reeën veelvuldig voor, mede doordat in stroken tussen de holes veel rust heerst. De aantallen variëren per seizoen van 2 tot 10 dieren. Vos De vos (Vulpes vulpes) (ook wel gewone of rode vos genoemd) is een lid van de hondachtigen. De vos is een van de grootste roofdieren die nog vrij in de Benelux voorkomen.
Op de Pan laat de vos zich niet vaak zien, er zijn echter wel vaak sporen waar te nemen en schade aan fairways door het zoeken naar engerlingen. Konijn Het konijn (Oryctolagus cuniculus) is een zoogdier, behorende tot de orde der haasachtigen (Lagomorpha). De veelgemaakte vergissing is dat konijnen knaagdieren zouden zijn, dit is niet het geval. Knaagdieren beschikken in het bovenste deel van het gebit over maar twee snijtanden terwijl haasachtigen er vier hebben. Het is de enige soort uit het geslacht Oryctolagus. Het konijn wordt veelvuldig gehouden als huisdier. Op de Pan is het aantal konijnen sterk wisselend, de laatste jaren is de konijnenstand erg laag door ziektes zoals myxomatose en Rabbit Hemorrhagic Disease (RHD)
Haas
De (of, in jachttermen, het) haas (Lepus europaeus), ook wel Europese haas genoemd om onderscheid te maken met andere hazensoorten, is een zoogdier, dat net als onder andere het konijn tot de orde der haasachtigen (Lagomorpha) behoort. De haas komt algemeen voor op de open gras- en landbouwgebieden van Europa en aangrenzende delen van Azië. Op de Pan zijn hazen zeldzaam geworden, enkele exemplaren zijn zo af en toe te zien.
Eekhoorn De eekhoorn, rode eekhoorn of gewone eekhoorn (Sciurus vulgaris) is de in Europa meest voorkomende eekhoorn. De eekhoorn is 18 tot 24 centimeter lang en 250 tot 350 gram zwaar. De borstelige pluimstaart is van 14 tot 20 centimeter lang. Het is een omnivoor en behoort tot de knaagdieren. De eekhoorn is een dagdier, dat zich meestal vlak na zonsopgang al laat zien. Ze zijn voornamelijk na zonsopgang en voor zonsondergang actief. 's Winters laten ze zich alleen 's ochtends zien. De eekhoorn houdt geen winterslaap. In plaats daarvan houdt hij zich bij gure dagen in zijn nest verborgen, en bezoekt hij op betere dagen 's ochtends zijn wintervoorraad.
Op de Pan komt de eekhoorn veelvuldig voor.
Mol
De mol (Talpa europaea) is een ondergronds levend zoogdier uit de familie der mollen (Talpidae).
Kenmerkend voor de mol zijn de tot grote graafhanden omgevormde voorpoten, met elk vijf vingers met puntige nagels en een duimpje, waarmee het dier de ondergrondse gangen graaft. De mol heeft kleine, slecht ontwikkelde ogen met een diameter van slechts één millimeter; hij is echter niet blind. Zijn belangrijkste zintuig is zijn spitse roze snuit die gevoelige snorharen en tastzenuwen bevat. Zijn kleine staartje wijst altijd omhoog. Op de Pan een regelmatig terugkerende bezoeker. De egel (Erinaceus europaeus) is een algemeen, wijdverspreid zoogdier uit de familie der egels (Erinaceidae). De egel is een bekende verschijning in tuinen in West-Europa. Hij is vooral bekend om zijn stekelvacht en zijn gewoonte om zich bij gevaar op te rollen.
Bunzing De bunzing of fis (Mustela putorius) is een klein behendig roofdier dat behoort tot de familie der marterachtigen (Mustelidae). De bunzing is familie van de wezel en de wilde voorvader van de fret. De bunzing heeft een donkere vacht, met witte oorrandjes, een witte snuit, witte vlekken tussen de oren en ogen en een donker masker. De flanken zijn lichtergekleurd. In de zomer ligt de wollige lichtbruine tot gelige ondervacht grotendeels verborgen onder de
donkerkleurige dekharen. In de winter staat deze ondervacht uit waardoor een bunzing er lichter en dikker uitziet. Zomers ziet hij er donkerder uit.
Muizen De naam muis wordt gebruikt voor allerlei kleine zoogdieren, in het bijzonder de huismuis (Mus domesticus), maar ook vele andere soorten, vooral knaagdieren. In de taxonomie worden "muizen" en "ratten" niet als aparte groepen gezien, ondanks dat ze wel vaak zo ingedeeld worden. Over het algemeen wordt de naam gebruikt voor kleinere dieren met een lange staart. Op de Pan komen vele muizen soorten voor zoals:
Huismuis (Mus musculus) Bosmuis (Apodemus sylvaticus) Veldmuis (Microtus arvalis) Spitsmuizen worden vaak muizen genoemd, maar ze zijn het niet. De spitsmuizen (Soricidae) vormen een grote familie van zoogdieren uit de orde der insecteneters (Eulipotyphla). De familie omvat bijna 500 verschillende soorten en is daarmee één van de grootste zoogdierfamilies. Het zijn kleine, muisachtige dieren met een spitse snuit en korte poten. De ogen zijn klein, maar daarentegen zijn het gehoor en reukvermogen goed ontwikkeld. Spitsmuizen hebben korte haartjes, meestal bruinachtig of grijs van kleur. Het grootste deel van de soorten leeft alleen en is zowel 's nachts als overdag actief. Ze zijn carnivoor en eten daarnaast plantaardig voedsel. Veel spitsmuizen zijn insectivoor. Spitsmuizen hebben een extreem hoge hartslag, tot van meer dan 600 tot 1200 slagen per minuut bij verhoogde intensiteit. Hierdoor leven ze ook relatief kort, maximaal 2,5 jaar. Spitsmuizen bezitten een cloaca, een primitieve uitgang van zowel het voortplantings- als het spijsverteringsstelsel. Bij de meeste zoogdieren zijn deze uitgangen gescheiden. Ook zijn spitsmuizen
giftig: hun speekselklieren scheiden een giftige substantie uit. De spitsmuizen behoren tot de kleinste zoogdieren. Het kleinste landzoogdier is de wimperspitsmuis.
Vleermuis Vleermuizen (orde Chiroptera, ook wel handvleugelige genoemd) zijn zoogdieren die echt kunnen vliegen (in tegenstelling tot zweven). Hiertoe zijn hun vleugels voorzien van een vlieghuid die tussen de vingers van hun voor- en achterpoten en hun staart zit. Er zijn veel soorten vleermuizen. Sommige zeldzame soorten komen slechts op één enkele locatie voor (meestal een grot).Vleermuizen kunnen tot tientallen jaren oud worden en planten zich maar langzaam voort. Ze zijn meestal zeer trouw aan hun standplaats en overwinteringsplaats.
Het aantal soorten zoogdieren op de pan komt hiermee op 11. Dassen zijn nog niet gesignaleerd maar zitten wel in de omgeving.