Zonaal veiligheidsplan 2014-2017 Politiezone Balen-Dessel-Mol
2
Voorwoord
3
Leeswijzer In het zonaal veiligheidsplan, dat de bakens uitzet voor het politiebeleid van de komende vier jaar, hebben we – via jaarlijkse actieplannen - realistische en realiseerbare uitdagingen geconcretiseerd. Op die manier wil de politiezone Balen-Dessel-Mol, volgens de principes van de “Excellente politiezorg”, een kwaliteitsvolle dienstverlening aan de belanghebbenden aanbieden. Zowel de filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg met zijn vijf pijlers (externe oriëntering – oorzaakgericht probleemoplossend werken – partnerschap – afleggen van verantwoording – bekwame betrokkenheid), als de werkwijze van de informatiegestuurde politiezorg met zijn vijf kenmerken (doelbepalend – pro en reactief – meerwaarde biedend – uitwisseling – doelgericht) en de optimale bedrijfsvoering met zijn vijf principes (resultaatgericht – transparant – samenwerking – continu verbeteren – leiderschap met lef) lopen door dit plan, als bijdrage van de politie tot veiligheid en leefbaarheid, onder regie van de bevoegde overheid. Optimale bedrijfsvoering betekent ook de keuze voor een managementmodel. Voor de Belgische politie werd het EFQM model meer politiespecifiek gemaakt. De keuze voor het EFQM managementmodel Politie België heeft meer redenen: Het laat toe om doelgericht te balanceren tussen de verwachtingen van alle belanghebbenden van de organisatie; Het laat een integrale en geïntegreerde benadering toe van zowel de interne organisatieontwikkeling en dienstverlening, als de externe veiligheids- of leerbaarheidsfactoren; Het laat toe een gemeenschappelijke taal te spreken om zo de onderlinge communicatie alsmede het leren van elkaar te faciliteren; Het is geen “voorschrijvend”, maar “beschrijvend” model: het laat toe dat elke (politie)organisatie zelf invult hoe en wanneer ze bepaalde aspecten wil realiseren en de snelheid van invoering ervan aanpast aan de lokale context, “ongebreideld en op eigen ritme”; Het EFQM managementmodel Politie België werd als managementmodel gekozen in de schoot van de werkgroep “Qualipo” middels een consensus met een breed draagvlak. De filosofie van dit model werd gevolgd voor het opstellen van dit plan. Het model wordt immers van rechts naar links gelezen, m.a.w. de externe oriëntering of de belanghebbenden (resultaatgebieden) komen eerst aan bod. De al dan niet geboekte resultaten en de verwachtingen van de belanghebbenden vormen dus de basis voor de werking (organisatiegebieden) van de zone. Elk hoofdstuk begint met de trekken lessen uit het vorige plan en er wordt steeds aandacht besteed aan de verwachtingen van de belanghebbenden van de zone. Het continu verbeteren en vernieuwen en mee evolueren met de veranderende maatschappij impliceren zulke ingesteldheid. Dit zonaal veiligheidsplan is opgebouwd volgens een indeling met een algemene inleiding en zes hoofdstukken (zie inhoudsopgave). Niet alleen wordt binnen elk hoofdstuk een logische volgorde gerespecteerd (extern – intern), ook de opbouw van het plan zelf volgt een logische structuur.
4
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Missie, visie en waarden ...............................................................................................................................................................9 1.1 Getrokken lessen uit het vorige zonaal veiligheidsplan (2009–2012) .......................................................9 1.2
Onze belanghebbenden en hun verwachtingen ..................................................................................................9
Hoofdstuk 2 Scanning en analyse .................................................................................................................................................................... 11 2.1 Getrokken lessen uit het vorige zonaal veiligheidsplan (2009–2012) .................................................... 11 2.2
Socio-economische en demografische beschrijving van de politiezone ................................................ 11
2.3
Beeld van de veiligheid en leefbaarheid ................................................................................................................ 19
2.3.1
Objectieve gegevens ............................................................................................................................................ 19
2.3.1.1
Gegevens uit het Nationaal Veiligheidsplan ....................................................................................... 19
2.3.1.2
Gegevens uit het Arrondissementeel Veiligheidsplan Turnhout 2013-2016 ...................... 20
2.3.1.3
Gegevens uit het zonaal politioneel veiligheidsbeeld .................................................................... 21
2.3.1.4
Gegevens uit ANG............................................................................................................................................ 23
2.3.1.5
Gegevens m.b.t. de voornaamste criminele figuren ........................................................................ 24
2.3.1.6
Veiligheid Corbiestraat Mol ........................................................................................................................ 26
2.3.1.7
Gemeentelijke Administratieve Sancties.............................................................................................. 27
2.3.2
Subjectieve gegevens .......................................................................................................................................... 29
2.3.2.1
Gegevens uit de lokale veiligheidsbevraging 2011 .......................................................................... 29
2.3.2.2
Gegevens uit politiecafés 2012 ................................................................................................................. 31
2.3.2.3
Gegevens uit het oproepenbestand ........................................................................................................ 32
2.3.2.4
Gegevens uit het strategisch veiligheids- en preventieplan – gemeente Mol .................... 34
2.4
Verwachtingen en doelstellingen van overheden en andere belanghebbenden .............................. 35
2.5
Inrichting van het korps ................................................................................................................................................ 38
2.5.1
Personeelscapaciteit ............................................................................................................................................ 38
2.5.2
Organogram ............................................................................................................................................................ 40
2.6
Beeld van de dienstverlening en de werking ....................................................................................................... 41
2.6.1
Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking ........................................................................... 41
2.6.2
De interne werking ............................................................................................................................................... 55
2.7
Samenwerking .................................................................................................................................................................. 62
2.7.1
Interzonale, bovenlokale en internationale politiesamenwerking ................................................ 62
2.7.2
Andere protocols of samenwerkingsakkoorden met niet-politionele partners en derden 64
2.8
Synthese van de bestede capaciteit ........................................................................................................................ 67
5
Hoofdstuk 3 Strategische doelstellingen ...................................................................................................................................................... 68 3.1 Vorige strategische doelstellingen – evaluaties en te trekken lessen ..................................................... 68 3.1.1
Woninginbraken .................................................................................................................................................... 68
3.1.2
Drugs (handel) ........................................................................................................................................................ 68
3.1.3
Opzettelijke slagen en verwondingen: intra- en extrafamiliaal geweld ..................................... 69
3.1.4
Verkeersonveiligheid: snelheid ....................................................................................................................... 69
3.1.5
Kwaliteitsvolle dienstverlening ...................................................................................................................... 71
3.2
Strategische doelstellingen 2014-2017................................................................................................................. 72
3.2.1
Synthese van de argumentatie ....................................................................................................................... 72
3.2.2
Strategische doelstellingen 2014–2017: veiligheid en leefbaarheid ............................................ 72
Hoofdstuk 4 Het communicatiebeleid ........................................................................................................................................................... 74 4.1 Externe communicatie .................................................................................................................................................. 74 4.1.1
Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012 ............. 74
4.1.2
Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2014-2017............... 77
4.2
Interne communicatie ................................................................................................................................................... 78
4.2.1
Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012 .............. 78
4.2.2
Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2014-2017 ............... 79
Hoofdstuk 5 Goedkeuring van het plan ......................................................................................................................................................... 80 5.1 Verbeteren en vernieuwen .......................................................................................................................................... 80 5.2
Goedkeuring ....................................................................................................................................................................... 80
Hoofdstuk 6 Actieplannen en projecten ........................................................................................................................................................ 81
Overzicht bijlagen: Bijlage 1:
Zonaal politieel veiligheidsbeeld (ZPVB)
Bijlage 2:
Resultaten lokale veiligheidsbevraging 2011
Bijlage 3:
Verslag van de politiecafés 2012
Bijlage 4:
Organogram
6
Overzichtslijst van de tabellen Tabel 1
Totale bevolking ............................................................................................................................................................. 12
Tabel 2
Totale bevolking per leeftijdscategorie ............................................................................................................... 12
Tabel 3
Personen met een vreemde nationaliteit .......................................................................................................... 12
Tabel 4
Bevolkingsdichtheid (inwoners per km²) ............................................................................................................ 13
Tabel 5
Werkgelenheid (20-64 jaar) ...................................................................................................................................... 13
Tabel 6
Aanwezigheid ondernemingen gemeente Mol .............................................................................................. 13
Tabel 7
Armoede (aantal leefloontrekkenden per 1000 inwoners) ........................................................................ 14
Tabel 8
Aantrekkingskracht van de gemeente Mol (schooljaar 2011-2012) ..................................................... 15
Tabel 9
Uren gepresteerd voor overbrengingen van minderjarigen op jaarbasis ........................................... 17
Tabel 10
Aantal ontvluchtingen en terugopnames per werkjaar .............................................................................. 18
Tabel 11
Kostprijs per inwoner afgerond in euro's - gewone (GD) en buitengewone dienst (BD) ............. 18
Tabel 12
Vergelijking ernstrangschikking 'meer georganiseerde fenomenen' België en politiezone Balen-Dessel-Mol .................................................................................................................................. 21
Tabel 13
Vergelijking ernstrangschikking 'minder georganiseerde fenomenen' België en politiezone Balen-Dessel-Mol .......................................................................................................................................................... 22
Tabel 14
Drugs ................................................................................................................................................................................... 24
Tabel 15
Verkeer ............................................................................................................................................................................... 24
Tabel 16
Diefstallen ........................................................................................................................................................................ 25
Tabel 17
Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit ..................................................................................................... 25
Tabel 18
Intrafamiliaal geweld .................................................................................................................................................. 26
Tabel 19
Meldingen omgeving Corbiestraat ....................................................................................................................... 26
Tabel 20
Feiten omgeving Corbiestraat (PV) ....................................................................................................................... 27
Tabel 21
Evolutie aantal GAS-processen-verbaal (totaal aantal afgesloten dossiers) ..................................... 27
Tabel 22
Meest voorkomende GAS-overtredingen 2012 ............................................................................................... 28
Tabel 23
Meest voorkomende GAS-overtredingen 2012 per gemeente ................................................................ 28
Tabel 24
Aantal meldingen per hoofdtype 2012 ............................................................................................................... 32
Tabel 25
Meest voorkomende interventies per gemeente 2012 ............................................................................... 34
Tabel 26
Minimaal en reëel effectief - Operationeel kader .......................................................................................... 38
Tabel 27
Minimaal en reëel effectief - Administratief en logistiek kader .............................................................. 39
Tabel 28
Aanrijtijden 2010-2012 .............................................................................................................................................. 48
Tabel 29
Woonstveranderingen ................................................................................................................................................ 50
Tabel 30
Openingsuren van het onthaal ............................................................................................................................... 51
Tabel 31
Synthese van de bestede capaciteit ..................................................................................................................... 67
Tabel 32
Onbemande snelheidscontroles ............................................................................................................................ 70
Tabel 33
Bemande snelheidscontroles................................................................................................................................... 70
7
8
Hoofdstuk 1
Missie, visie en waarden 1.1
Getrokken lessen uit het vorige zonaal veiligheidsplan (2009–2012)
Uit de analyse van het vorige zonaal veiligheidsplan (ZVP) is gebleken dat we nood hadden aan een diepgaandere analyse. Daarom zijn we bij de voorbereiding van het huidig ZVP verder gegaan in het bevragen van belanghebbenden over veiligheid, leefbaarheid, dienstverlening en interne werking. Ook de cijfermatige ontleding van fenomenen en gegevens uit de politiële criminaliteitsstatistieken werd grondiger uitgewerkt. Op die manier werden zowel de beschikbaarheid van objectieve als subjectieve gegevens gevoelig uitgebreid. Onze ‘visie’ blijft inhoudelijk dezelfde, doch er werd bij de opmaak van dit beleidsplan extra aandacht geschonken aan de verwachtingen van diverse belanghebbenden en onze partners. Zo werd – zowel intern als extern – een draagvlak gecreëerd voor een betere samenwerking. Deze samenwerking is naar onze mening een randvoorwaarde om tot de realisatie van een lokaal (gedragen) geïntegreerd veiligheidsbeleid te komen. Bovendien vormen de missie, visie en waarden de grondslag van de communicatie met onze partners en dienstenafnemers. Verder hangen de waarden, die binnen de politiezone Balen-Dessel-Mol voorgesteld worden, ook uit ter consultatie van de medewerkers en bezoekers (in affichevorm en op verschillende plaatsen in de vier politiegebouwen). Deze ‘waarden’ zijn eveneens opgenomen in de deontologische code voor politiediensten. Nieuwkomers ontvangen deze deontologische code bij hun komst in onze zone. Tot slot wordt, tijdens plannings- en evaluatiegesprekken, eveneens aandacht geschonken aan de missie - visie en waarden.
1.2
Onze belanghebbenden en hun verwachtingen
Belanghebbende
Wijze van bevragen
Verwachtingen
Bestuur en financiers Parket
Zonale Veiligheidsraad -
Opvolgen richtlijnen van het instroombeleid; kwaliteitsvol werk afleveren; professionalisme; betrouwbaar statistisch materiaal;
Politiecollege
Overleg
Verantwoording afleggen; voorbeeldfunctie; resultaatgericht werken; meer ‘gericht’ blauw op straat; flexibiliteit; efficiëntie
Politieraad
Methodiek politiecafés:
Adequate communicatie met en naar de burger; het aanpakken van criminaliteitsfenomenen en verkeersaspecten.
overleg 19 november 2012 en 10 juni 2013
Overleg 12 maart 2012 en 17 juni 2013
Klanten en dienstenafnemers
Bevolkingsonderzoeken:
Lokale Veiligheidsbevraging December 2011 Politiecafés - Februari/maart 2012
Goede eerste opvang; feedback en informatie-uitwisseling; beschikbaarheid en bereikbaarheid; correcte behandeling
9
Partners
Medewerkers
1.3
Goede samenwerking met wederzijds respect (voor elkaars verschillende invalshoek/visie of aanpak)
Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) - Februari 2011
Consequent, duidelijk en correct beleid voor iedereen; collegialiteit; duidelijke, directe en persoonlijke communicatie; motivatie
Missie – visie – waarden
In onze politiezone werd, vanaf de opstart in 2002, gekozen voor politiewerk op mensenmaat, met bijzondere aandacht voor datgene wat de inwoners van de gemeenten Balen, Dessel en Mol écht bezighoudt. De politiezone Balen-Dessel-Mol streeft een maximale veiligheid na voor alle burgers, op alle mogelijke lokale fenomenen. Dat streven is verwoord in onze missie en visie. Missie: komen tot een democratisch en legitiem functionerende politie, die haar wettelijke taken doeltreffend en doelmatig uitvoert – in samenwerking met onze partners – om zo een lokaal geïntegreerd veiligheidsbeleid te realiseren. Visie: als lokale politie dragen wij bij tot een verhoging van een veilige en leefbare omgeving door het aanbieden van een kwaliteitsvolle gemeenschapsgerichte politiezorg. De bevolking van de politiezone mag van de politiezone Balen–Dessel–Mol verwachten dat zij zich 100 procent inzet om te voldoen aan hun verwachtingen inzake veiligheid en kwaliteit van de dienstverlening. Waarden: ons korps legt, naast de principes van de gemeenschapsgerichte politiezorg 1, de nadruk op kernwaarden als inlevingsvermogen, respect, onpartijdigheid, verantwoordelijkheidszin, collegialiteit, integriteit en positieve werksfeer.
1
Het concept ‘Community Policing’ berust op vijf waarden: externe oriëntering, probleemoplossend werken, partnerschap, verantwoording en bekwame betrokkenheid.
10
Hoofdstuk 2
Scanning en analyse 2.1
Getrokken lessen uit het vorige zonaal veiligheidsplan (2009–2012)
Naar aanleiding van de goedkeuringsprocedure van het vorig zonaal veiligheidsplan, hebben de bevoegde ministers per brief (met referentie: IV/VP/PO80149815/2008/SLIV/JV/BP) van 30/01/2009 o.a. gevraagd om “meer en recentere objectieve bronnen te hanteren” en de uitwerking van een kwalitatieve argumentatiematrix. Uit de analyse van het vorige ZVP is gebleken dat we zowel nood hadden aan afdoende objectieve gegevensbronnen als aan een diepgaandere analyse ervan. Daarom zijn we, bij de voorbereiding van het huidige ZVP veel grondiger tewerk gegaan om een duidelijker beeld te geven van de lokale ontwikkeling van verschillende criminaliteitsfenomenen. Verder gingen we eveneens op zoek naar voldoende subjectieve gegevens, omdat deze een grote meerwaarde betekenen. Bovendien hanteerden wij, bij de opmaak van het nieuwe ZVP, een argumentatiematrix waarbij eveneens verantwoord werd waarom bepaalde fenomenen wel of niet weerhouden werden.
2.2
Socio-economische en demografische beschrijving van de politiezone
Situering De politiezone Balen-Dessel-Mol behoort tot het gerechtelijk arrondissement Turnhout en omvat de gemeenten Balen, Dessel en Mol. Gelegen in het oosten van de provincie Antwerpen heeft de politiezone zowel een provincie- als een landsgrens. Noordelijk grenst onze politiezone – via Mol-Postel – aan de Nederlandse dorpen Reusel en Eersel en oostelijk – via Mol-Rauw en Mol-Wezel – aan de Limburgse stad Lommel. Andere buurgemeenten zijn Hechtel-Eksel, Leopoldsburg, Ham (provincie Limburg), Geel, Meerhout, Arendonk en Retie (provincie Antwerpen). De aangrenzende politiezones - binnen het gerechtelijk arrondissement - zijn PZ Kempen Noord-Oost en PZ Geel-Laakdal-Meerhout.
Demografie De totale oppervlakte van de politiezone bedraagt zo’n 21 418 hectare (Balen: 7 288 ha; Dessel: 2 703 ha en Mol: 11 426 ha)2 en er wonen ruim 65 000 inwoners. De gemeente Balen telt acht 3 gehuchten; de gemeente Dessel drie4 en de gemeente Mol twaalf5. Mede door de aanwezigheid van de grens met Nederland, de Europese School, het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) kent de politiezone een gedifferentieerde populatie. De gemeente Dessel kent, van de drie gemeenten van onze politiezone, de grootste bevolkingsdichtheid. De volgende tabellen geven een beeld over de voornaamste demografische gegevens voor onze politiezone.
2
Bron: www.kadastar.be Centrum, Hulsen, Rosselaar, Schoorheide, Wezel, Rijsbergdijk, Gerheide en Olmen. 4 Brasel, Heide en Witgoor. 5 Achterbos, Centrum, Donk, Ezaart, Ginderbuiten, Gompel, Heidehuizen, Millegem, Postel, Rauw, Sluis en Wezel. 3
11
Tabel 1 Totale bevolking Gemeente
2002
2010
2011
2012
Balen
19 581
21 022
21 305
21 570
Dessel
8 555
9 107
9 177
9 231
Mol
31 919
34 114
34 446
34 827
Totaal
60 055
64 243
64 928
65 628
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering – Lokale Statistieken (www.vlaanderen.be/svr). Datum laatste raadpleging: 10/05/2013.
Tabel 2 Totale bevolking per leeftijdscategorie 2010
2011
2012
0-19 jaar
4 455
4 513
4 574
20-64 jaar
13 020
13 142
13 249
3 547
3 651
3 748
0-19 jaar
2 037
2 023
2 033
20-64 jaar
5 526
5 580
5 578
65+
1 544
1 574
2 033
0-19 jaar
7 005
7 122
7 232
20-64 jaar
21 004
21 056
21 169
6 105
6 270
6 426
Balen
65+ Dessel
Mol
65+
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering – Lokale Statistieken (www.vlaanderen.be/svr). Datum laatste raadpleging: 10/05/2013. Tabel 3 Personen met een vreemde nationaliteit Gemeente
2010
2011
2012
Balen
40,4
42,2
44,5
Dessel
41,9
43,9
44,8
Mol
68,7
72,1
75,8
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering – Lokale Statistieken (www.vlaanderen.be/svr). Datum laatste raadpleging: 10/05/2013.
12
Tabel 4 Bevolkingsdichtheid (inwoners per km²) 2010
2011
2012
Balen
288
292
296
Dessel
337
340
342
Mol
299
301
305
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering – Lokale Statistieken (www.vlaanderen.be/svr). Datum laatste raadpleging: 10/05/2013.
Economie en industrie Tabel 5 Werkgelenheid (20-64 jaar) 2010
2011
2012
5,09
6,18
6,40
70,85
70,86
71,41
Werkloosheidsgraad
5,03
5,94
5,90
Werkzaamheidsgraad
71,32
71,27
71,97
Werkloosheidsgraad
5,86
6,78
6,98
Werkzaamheidsgraad
70,09
69,62
70,10
Balen Werkloosheidsgraad
6
Werkzaamheidsgraad
7
Dessel
Mol
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering – Lokale Statistieken (www.vlaanderen.be/svr). Datum laatste raadpleging: 10/05/2013.
Binnen onze politiezone zijn er, verspreid over de drie gemeenten, verschillende ambachtelijke zones/ bedrijventerreinen gelegen. In Balen concentreert de industrie zich vooral rond de omgeving Holven, Wezel, Berkenbossen en de kanaalzone ter hoogte van de N18. In Dessel is de industrie gevestigd in de buurt Kastelsedijk en Goormansdijk. Ten noorden van het Kempisch Kanaal situeert zich dan weer de nucleaire sector. De industriële activiteiten in Mol concentreren zich voornamelijk rond vier gebieden, zijnde de ambachtelijke zone ‘Ambachtstraat – Nijverheidstraat’; de industriezone ‘Berkebossen – Gompel’; ‘Donk’, ‘Hofstede’ en de nucleaire sector. De grootste werkgevers binnen de politiezone zijn onder meer Lidwina Stichting, MORA, zinkfabriek Nyrstar, AGC Flatglass Europe, Ajinomoto Omnichem, AZ Mol, SCK en VITO. Enkele van deze bedrijven (zijnde Nyrstar, AGC Flatglass Europe en Ajinomoto Omnichem) zijn SEVESO 8-bedrijven. Voor de gemeente Mol kunnen we eveneens volgend overzicht geven over de aanwezigheid van grote en middelgrote ondernemingen: Tabel 6 Aanwezigheid ondernemingen gemeente Mol < 10 werknemers
10 – 100 werknemers
101 – 499 werknemers
≥500 werknemers
80
35
7
2
Bron: Dienst Lokale Economie van de gemeente Mol
6
De werkloosheidsgraad = niet-werkenden/ beroepsbevolking en geeft de verhouding weer tussen het aantal jobs en het aantal inwoners op arbeidsleeftijd en dit berekend tot op gemeentelijk niveau. 7 De werkzaamheidsgraad = werkenden/bevolking op arbeidsleeftijd (18-64 jaar). 8 Onder een SEVESO-onderneming wordt verstaan: een site waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd (ontvlambaar, giftig, ontplofbaar); site waar zulke stoffen behandeld worden of een site waar gevaarlijke stoffen opgeslagen en verdeeld worden.
13
Aanwezigheid van nucleaire bedrijven Op het grondgebied van de gemeenten Mol en Dessel zijn daarenboven diverse nucleaire bedrijven gelegen, die een zekere aandacht vragen. Vooral het transport van nucleair afval verdient en krijgt deze aandacht. Op vlak van de openbare orde en veiligheid dient dan ook de nodige aandacht te worden besteed aan deze bedrijvigheid. Meer informatie over dit aandachtspunt vindt u in hoofdstuk 6 (Actieplannen, aandachtspunten en projecten) van dit zonaal veiligheidsplan.
Levensomstandigheden Tabel 7 Armoede (aantal leefloontrekkenden per 1000 inwoners) Gemeente
2010
2011
2012
Balen
0,9
1,2
1,2
Dessel
1,3
1,0
1,1
Mol
2,3
2,4
2,4
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering – Lokale Statistieken (www.vlaanderen.be/svr). Datum laatste raadpleging: 10/05/2013.
Onderwijsnetwerk Binnen de politiezone liggen, verspreid over de verschillende gehuchten van de drie gemeenten, een aantal basisscholen (kleuter- en lager onderwijs). Verder zijn in de politiezone ook drie Centra voor Volwassenonderwijs (CVO) gevestigd (twee in Mol en één in Balen). In de gemeente Balen is het deeltijds onderwijs gevestigd. Onder meer op vlak van onderwijs fungeert de gemeente Mol als ‘middelpunt’ voor de regio. In het centrum (of nabije omgeving) van Mol zijn immers een aantal middelbare scholen (en twee academies 9) gevestigd. Volgens de gegevens, die ons ter beschikking werden gesteld door de dienst Onderwijs (gemeente Mol) , waren er voor het schooljaar 2011-2012 in totaal 5 458 leerlingen inschreven in de middelbare scholen op het grondgebied van de gemeente Mol. Het deeltijds kunstonderwijs (academies) telde zo’n 1 782 leerlingen. Uit de omgevingsanalyse10 (schooljaar 2011-2012) blijkt dat minder Molse jongeren (117) in Mol school lopen. Voor het schooljaar 2002-2003 was dat 86 procent van de jongeren, in 2011-2012 nog 82 procent. De steden Geel en Lommel blijken iets populairder te zijn geworden. Tevens komt een behoorlijk groot percentage van buiten Mol, om naar school te gaan in één van de Molse scholen. De instroom van jongeren uit de regio is voor het schooljaar 2001-2012 iets toegenomen (van 60 procent naar 61 procent). 9
De Gemeentelijke Academie voor Beeldende Kunst en de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord. Lokaal Overlegplatform KEMPEN (LOP) - Omgevingsanalyse Mol Secundair – cijfers AGODI – in-&uitstroom (ontvangen van de dienst Onderwijs – gemeentebestuur Mol) 10
14
De volgende tabel geeft de aantrekkingskracht van de gemeente Mol – m.b.t. het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs - weer. Tabel 8 Aantrekkingskracht van de gemeente Mol (schooljaar 2011-2012) Aantal leerlingen die wonen in de gemeente
Aantal leerlingen die school lopen in de gemeente (vpl )
Ratio (in %)
11
Voltijds gewoon secundair onderwijs
2 115
4 732
223,74
Deeltijds beroepssecundair onderwijs
45
0
0,00
121
103
85,12
2 281
4 835
211,97
Buitengewoon secundair onderwijs TOTAAL
Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken/2011-2012/rapporten/gemeenterapporten /Secundair_Aantrekkingskracht_Geografie_VW_Soortonderwijs_11.pdf
De aanwezigheid van deze middelbare scholen brengt dagelijks dan ook een grote fiets(verkeers)stroom op gang, die een dagelijkse inzet van (wijk)inspecteurs vraagt. De aanleg van een fiets- en voetgangerstunnel - onder het kruispunt van de Molderdijk en Zuiderring in Mol - vond hierin o.a. zijn oorsprong.
Toerisme en recreatie Op het vlak van toerisme, recreatie en het uitgaansleven kent de zone een rijk gamma. Het domein Keiheuvel, De Mosten en de Olmense Zoo (gemeente Balen) trekken jaarlijks meer dan 100.000 bezoekers. De gemeente Dessel is zowel attractief omwille van het fietstoerisme langs de kanalen, als door verblijfsrecreatie op het Campinastrand. De gemeente Mol (met de vele zomerevenementen, het groot aanbod aan restaurants, tavernes en cafés) vormt niet enkel een toeristische trekpleister binnen de politiezone, maar vervult - door het cultuurcentrum, het ziekenhuis, de vele middelbare scholen en het uitgebreide winkelcentrum (met vertegenwoordiging van de grotere winkelketens) – eveneens een centrumfunctie voor de buurgemeenten. Verder kent de gemeente Mol verblijfsrecreatie in recreatieparken en campings (Zilvermeer, Zilverstrand, Sunparks Kempense Meren, Familiestrand, …). Daarenboven is er in onze politiezone een jachthaven (met 200 ligplaatsen) gevestigd. Het uitgaansleven in de politiezone concentreert zich, naast de lokale tentfuiven, vooral in de Corbiestraat in Mol. Dit ‘uitgaansklimaat’ gaat echter gepaard met ongemakken zoals (geluids)overlast en vandalisme. Tevens worden er nog een aantal grotere en kleinere socio-culturele evenementen georganiseerd. Tot slot gaan er in onze politiezone jaarlijks enkele festivals door: Graspop (Dessel), Bengelpop en Plustival (Balen) en Pennenzakkenrock (Mol). Aan deze festivals wordt een aanzienlijke personeelscapaciteit besteed voor de voorbereidingen, verkeersregeling en ordehandhaving.
11
Vestingsplaats
15
Mobiliteit Wat mobiliteit betreft, verdienen een aantal drukke verkeerswegen, spoorverbindingen en waterwegen enige aandacht. Op wegen als de N18 (verbinding Turnhout - Leopoldsburg), de N136 (Balen - Postel) en de N71 Zuiderring (Geel - Lommel) is er een aanzienlijke woon-werk verkeersstroom. Bovendien is er op de N136 en in het gehucht Mol-Sluis intensief zwaar verkeer door de tonnagebeperking in het centrum van Mol. Tevens is er, in en rondom het centrum van Mol, zeer druk school(fiets)verkeer. Verder ligt de politiezone tussen de twee grote verkeersassen E34 (Antwerpen – Eindhoven) en E313 (Antwerpen - Luik). Vanuit het station van Mol zijn er rechtstreekse treinverbindingen naar Antwerpen, Neerpelt en Hasselt. Tot slot liggen in onze politiezone vier kanalen, namelijk het kanaal Bocholt-Herentals, het kanaal DesselKwaadmechelen, het Kempisch kanaal en het kanaal van Beverlo.
Sport Op het gebied van sport is vooral KFC Dessel Sport bekend. Deze voetbalclub speelt in de tweede nationale voetbalafdeling. Er bestaat een protocolakkoord tussen de politiezone en KFC Dessel Sport. Verder worden, zowel bij thuiswedstrijden als op verplaatsing, ‘spotters’ ingezet. Verder vindt op het domein Keiheuvel, jaarlijks, een motorcrosswedstrijd plaats kent de zone eveneens een vast crossparcours te Olmen (Hondapark). Tevens is in het gehucht Mol-Rauw de Kempense Golfclub gevestigd. Tot slot worden er in de zone jaarlijkse talrijke fietstochten en lokale wielerwedstrijden georganiseerd en grote wielerwedstrijden doorkruisen regelmatig het grondgebied van de politiezone (vb. ENECO-tour). Deze wielerwedstrijden vereisen een belangrijke inzet van politiepersoneel voor verkeersregeling en ordehandhaving.
16
Gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere Jeugdzorg Op het grondgebied van de politiezone is de gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand ‘De Kempen’ gevestigd. De instelling heeft twee afdelingen op het grondgebied van onze politiezone, namelijk: Afdeling ‘De Markt’ – Molderdijk 2 te Mol - 70 plaatsen voor jongens (open afdeling) - 10 plaatsen voor meisjes (gesloten afdeling) Afdeling ‘De Hutten’ – Molderdijk 135 te Mol - 48 plaatsen (gesloten afdeling) De ‘Hutten’ en de ‘Markt’ herbergen - door de jeugdrechter (of onderzoeksrechter) geplaatste minderjarigen. De aanwezigheid van deze instelling heeft een zeer belangrijke impact op de politiewerking in de zone. Meermaals per week (quasi elke weekdag) dienen er door de politiezone overbrengingen uitgevoerd te worden van minderjarigen uit voornoemde afdelingen, voornamelijk als voorleiding voor de jeugdrechtbank en overbrengingen naar een andere instelling (vb. Beernem, Ruislede (West-Vlaanderen) en Evergem (Vlaams-Brabant)). Op jaarbasis houdt dit volgende uren in. Tabel 9 Uren gepresteerd voor overbrengingen van minderjarigen op jaarbasis Uren
2010
2011
2012
3780
3720
3450
Bron: Eigen registratie politiezone
De capaciteitsberekening m.b.t. de overbrengingen is gebaseerd op een gemiddelde overbrengingsduur van vijf uren en een minimum inzet van twee medewerkers. Voor het werkjaar 2010 kwam dit neer op 2,4 FTE per werkjaar. Voor het werkjaar 2011 hield dit vrijwel een status-quo in. Voor 2012 merken we een lichte daling op, zijnde 2,2 FTE. Het aantal overbrengingen (2010: 372; 2011: 378 en 2012: 346) geeft echter beter weer in hoeverre de overbrengingen op de dagelijkse werking van het korps wegen. Aangezien op sommige dagen soms verscheidene overbrengingen uitgevoerd moeten worden (soms tot vijf per dag), weegt de frequentie van de overbrengingen zwaarder door op de dagelijkse politiewerking dan het aantal manuren (FTE). Eén overbrenging vergt de inzet van minimum twee medewerkers; voor agressieve of vluchtgevaarlijke minderjarigen worden drie medewerkers voorzien. Gezien de capaciteit hiervoor uit de projectwerking komt, hebben deze overbrengingen (die dag) een grote impact op de basispolitiezorg. Omwille van de dagelijkse druk op de capaciteit van het korps, is sedert april 2011 een samenwerking opgestart met de DirCo van het CSD Turnhout (Directeur Coördinator van de Coördinatie- en Steundienst van de Federale Politie). Een lid van het interventiekorps (CIK) wordt in principe één dag per week voorbehouden voor het uitvoeren van overbrengingen vanuit onze zone. Eén medewerker van onze zone, die vervangen wordt door het lid CIK, kan dan zodoende ingezet worden in de basispolitiezorg. Tot slot dient de politiezone, m.b.t. de gemeenschapsinstelling, eveneens tussen te komen inzake onttrekkingen aan het pedagogisch toezicht. Er zijn verschillende soorten onttrekkingen:
Ontvluchting - gaan lopen vanuit een gesloten instelling - gaan lopen tijdens een activiteit buiten de gesloten instelling onder toezicht van de begeleiding
17
Weglopen - gaan lopen vanuit een open instelling - gaan lopen tijdens een activiteit buiten de open instelling onder toezicht van de begeleiding
Onwettig afwezig zijn - Niet terugkeren van een toegelaten verblijf buiten de instelling zonder toezicht van de begeleiding Tabel 10 Aantal ontvluchtingen en terugopnames per werkjaar Aantal
2010
2011
2012
Ontvluchtingen
105
92
75
Terugopnames
58
56
28
Bron: Eigen registratie politiezone
Financiën van de politiezone Het totale budget van de politiezone – voor het werkingsjaar 2013 – bedraagt € 11.226.468 voor de gewone dienst (GD) en € 1.507.050 voor de buitengewone dienst (BD). Hiervan (gewone uitgaven) wordt € 3.542.943 gedragen door de federale autoriteiten en € 470.000 door het verkeersveiligheidfonds (VVF). In de buitengewone dienst is ook een lening voorzien voor een bedrag van € 1.034.450. De gemeentelijke toelagen zijn dus de belangrijkste financieringsbron voor de lokale politie. Deze zijn onder andere afhankelijk van het grondgebied (oppervlakte, landelijk of stedelijk karakter, …), de bevolking (inwonersaantal, …), het aantal politieambtenaren (de KUL-norm) en lokale fenomenen (toerisme, nucleaire sector, gemeenschapsinstellingen, …). De budgettaire verdeelsleutel, die voor de gemeenten gehanteerd wordt, is als volgt vastgelegd: Balen 27,76 procent; Dessel 12,33 procent en Mol 59,86 procent. Voor 2013 betekent dit, voor de gemeente Balen, een bijdrage van € 1.942.452 (GD) en € 108.986 (BD). De bijdrage van de gemeente Dessel bedraagt € 866.266 (GD) en € 48.604 (BD). De gemeente Mol draagt voor € 4.188.586 (GD) en € 235.010 (BD) bij tot de werkingsmiddelen voor 2013. Tabel 11 Kostprijs per inwoner afgerond in euro's - gewone (GD) en buitengewone dienst (BD) Kostprijs/inwoner
2007
2008
2009
2010
2011
2012
GD
BD
GD
BD
GD
BD
GD
BD
GD
BD
GD
BD
85
4
91
4
96
4
97
5
97
6
102
6
Balen
72
4
77
4
81
4
82
5
82
5
86
5
Dessel
74
4
79
4
84
4
85
5
86
5
90
5
Mol
96
5
103
5
108
5
109
6
110
6
115
7
NA terugbetaling
75
4
69
4
79
4
91
4
90
5
89
5
Balen
68
3
68
3
67
3
77
4
76
4
75
4
Dessel
70
3
70
3
69
3
80
4
79
5
79
5
Mol
91
4
91
4
89
4
103
5
102
6
101
6
Begroting PZ Balen-Dessel-Mol
PZ Balen-Dessel-Mol
Belangrijk hierbij is dat de politiezone steeds ongebruikte kredieten terugbetaalt aan de gemeenten.
18
2.3
Beeld van de veiligheid en leefbaarheid
In het streven naar een veiliger Balen-Dessel-Mol is het belangrijk dat we weten wat er leeft en speelt in de samenleving. Op basis van lokale criminaliteitscijfers en bevragingen van de bevolking, bepalen we waar we aan willen werken. In dit hoofdstuk trachten we de veiligheid en leefbaarheid in onze politiezone te beschrijven. Om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen, maken we hierbij zowel gebruik van objectieve als van subjectieve bronnen. Om een louter politionele analyse te vermijden en tot een objectieve voorstelling te komen, hebben we ook (gegevens van) andere partners bij de scanning en analyse betrokken.
2.3.1 Objectieve gegevens De weergave van de objectieve gegevens behelst de volgende deeldomeinen: criminaliteit, verkeersveiligheid, openbare orde en overlast. Om een zicht te krijgen op de evolutie, worden de cijfergegevens, volgens hun beschikbaarheid, steeds voorgesteld over de voorbije drie jaar.
2.3.1.1 Gegevens uit het Nationaal Veiligheidsplan De prioritaire criminaliteitsfenomenen, opgenomen in het NVP 2012-2015 zijn: Aantasting van de fysieke integriteit
met bijzondere aandacht voor de politionele leiding, het informaticabeheer van de onderzoeken en de afstappingen ter plaatse
Diefstallen gewapenderhand Geweld in de publieke ruimte
in het bijzonder op het openbare vervoer en door stadsbendes
Drugs
in het bijzonder import & export cocaïne, productie & smokkel van synthetische drugs en cannabis en verkoop van drugs (dealen)
Illegale vuurwapenzwendel Terrorisme Intrafamiliaal geweld & geweld tegen vrouwen Mensenhandel (seksuele en economische uitbuiting) en mensensmokkel Informaticacriminaliteit Fraude
in het bijzonder sociale & fiscale fraude, alsmede fraude inzake afvalbeheer
Inbraken in woningen en andere gebouwen Bron: http://www.polfed-fedpol.be/pub/pdf/NVP2012-2015.pdf
19
Bovendien dient men de nodige inspanningen te blijven leveren op vlak van onderstaande prioritaire verkeersthema’s.: Veilig verkeer
Overdreven snelheid Het rijden onder invloed van alcohol of drugs Het GSM-gebruik achter het stuur Het niet dragen van de gordel en het niet gebruiken van kinderzitjes
Bron: http://www.polfed-fedpol.be/pub/pdf/NVP2012-2015.pdf
De gekozen prioriteiten en aandachtspunten voor het ZVP 2014-2017 vallen volledig binnen de aanpak van de prioritaire criminaliteits- en veiligheidsfenomenen, weerhouden in het NVP 2012-2015. Bovendien engageert de lokale politie Balen-Dessel-Mol zich om, wanneer een fenomeen (opgenomen in het NVP 2012-2015) zich dermate in onze politiezone manifesteert en als problematisch wordt ervaren, dit eveneens in onze werking op te nemen.
2.3.1.2 Gegevens uit het Arrondissementeel Veiligheidsplan Turnhout 2013-2016 Voor de periode 2013 - 2016 werden de volgende misdrijven (in het bijzonder deze die een georganiseerd karakter vertonen) als prioriteiten opgenomen in het Arrondissementeel Veiligheidsplan (AVP) 20132016: Eigendomsdelicten en diefstallen in woning
met focus op rondtrekkende dadergroeperingen
Drugs
met focus op de productie en de smokkel van cannabis en de verkoop van drugs (dealen)
Terrorisme Intrafamiliaal geweld en het geweld tegen vrouwen
met focus op een betere arrondissementele en zonale coördinatie tussen politie, justitie en welzijn
Mensenhandel (seksuele en economische uitbuiting) en mensensmokkel Verkeer
met focus op snelheid, alcohol en drugs, roodlichtrijden, onaangepast rijgedrag, veiligheidsrisico’s van vrachtvervoer, recidive
20
2.3.1.3 Gegevens uit het zonaal politioneel veiligheidsbeeld De strategisch analiste van het CSD Turnhout heeft, naast een ‘arrondissementeel’ (APVB), ook een ‘zonaal politieel veiligheidsbeeld (ZPVB)’ opgemaakt voor onze politiezone. Onderstaande tabellen geven een overzicht van de rangschikking van fenomenen voor onze politiezone. Het volledige ZPVB vindt u als bijlage 1. Tabel 12 Vergelijking ernstrangschikking 'meer georganiseerde fenomenen' België en politiezone Balen-Dessel-Mol Rangschikking meer georganiseerde fenomenen België
PZ Balen-Dessel-Mol
Seksuele uitbuiting
Seksuele uitbuiting
Economische uitbuiting
Economische uitbuiting
Mensensmokkel
Productie cannabis
Informaticacriminaliteit
Informaticacriminaliteit
Diefstal gewapenderhand
Diefstal gewapenderhand
Im/export cocaïne
Inbraak in gebouwen
Inbraak in gebouwen
Mensensmokkel
Prod./im/export synthetische drugs
Prod./im/export synthetische drugs
Afvalzwendel
Im/export cocaïne
Productie cannabis
Fraude inkomstenbelasting
Fraude inkomstenbelasting
Afvalzwendel
Witwassen
Witwassen
Namaak
Namaak
Diefstal met geweld
Hormonen in veeteelt
Im/export cannabis
Im/export cannabis
Voertuigzwendel
Illegale wapentrafiek
Im/export heroïne
Betaalkaartenfraude
Hormonen in veeteelt
Im/export heroïne
Illegale wapentrafiek
Voertuigzwendel
Betaalkaartenfraude
BTW-fraude
BTW-fraude
Diefstal met geweld
Corruptie
Corruptie
Oplichting via internet
Illegale identiteitsdocumenten
Valsmunterij
Oplichting via internet
Illegale identiteitsdocumenten
Valsmunterij
Zwendel boorddocumenten
Zwendel boorddocumenten
Humane doping
Humane doping
Kansspelen en loterijen
Kansspelen en loterijen
Kunst- en antiekdiefstal
Kunst- en antiekdiefstal
21
Tabel 13 Vergelijking ernstrangschikking 'minder georganiseerde fenomenen' België en politiezone Balen-Dessel-Mol Rangschikking minder georganiseerde fenomenen België
PZ Balen-Dessel-Mol
Geweld buiten familiale sfeer
Geweld buiten familiale sfeer
Familiaal geweld
Familiaal geweld
Verkoop gebruik bezit drugs
Verkoop gebruik bezit drugs
Frauduleuze faillissementen
Frauduleuze faillissementen
Vernielingen/vandalisme
Vernielingen/vandalisme
Illegaal wapenbezit
Brandstichting
Brandstichting
Diefstal uit of aan voertuigen
Diefstal uit of aan voertuigen
Steaming/racketeering
Steaming/racketeering
Gauwdiefstal
Diefstal list
Illegaal wapenbezit
Hooliganisme
Diefstal (brom)fietsen
Diefstal (brom)fietsen
Winkeldiefstal
Gauwdiefstal
Diefstal list
Oplichting zonder internet
Hooliganisme
Winkeldiefstal
Oplichting zonder internet
Schijnhuwelijken
Schijnhuwelijken
Werfdiefstal
Werfdiefstal
22
2.3.1.4 Gegevens uit ANG Hieronder vindt u een uittreksel uit de ‘Politiële Criminaliteitsstatistieken’ voor onze politiezone. Hoofdrubrieken, cijfers gerangschikt van hoog naar laag m.b.t. 2012
2010
2011
2012
Diefstal en afpersing
1 733
1 604
1 596
Beschadigingen van eigendom
564
562
451
Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit
324
319
258
Drugs
215
299
203
Bedrog
107
114
129
Misdrijven tegen de familie
126
184
129
Misdrijven tegen andere morele waarden en gevoelens
135
129
106
Misdrijven tegen de openbare veiligheid
137
109
85
Milieu
71
49
53
Bevolkingsregister
78
75
96
Zedenmisdrijven
50
51
40
Dronkenschap en alcohol
54
70
76
Vreemdelingenwetgeving
41
79
66
Misdrijven tegen de openbare trouw
37
40
21
Wapens en springstoffen
38
50
47
Jeugdbescherming
39
62
57
Misdrijven tegen het gezag van de overheid
34
46
17
Informaticacriminaliteit
23
19
32
Arbeid
5
11
2
Bescherming personen
6
6
2
Andere bijzondere wetten
5
6
4
Overtreding strafwetboek
1
0
1
Bescherming van de openbare inkomsten
4
2
6
Handelspraktijken
3
0
7
Identiteitskaart
6
3
2
Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid
4
5
1
Sociaal strafwetboek
3
2
2
Economische wetgeving
2
3
6
Volksgezondheid
3
2
0
Hormonen en doping
5
5
2
Mensenhandel
16
1
0
Misdrijven tegen het juridisch statuut van het kind
2
0
0
Onwettige uitoefening van het openbaar gezag
0
0
1
Voetbalwet (ticketverkoop)
0
1
1
Huisjesmelkerij
0
2
1
Private veiligheid
0
1
0
Kieswetgeving
1
0
0
Exploitatie van bedelarij
0
1
0
3 919
3 916
3 500
TOTAAL
Bron: FPF/CGOP/Beleidsgegevens-Politiële Criminaliteitsstatistieken (Afsluitingsdatum: 26/08 /2013)
23
Voor het aantal feiten per hoofdrubriek, verwijzen wij naar de statistieken zelf, zoals uitgegeven door de dienst CGOP/Beleidsgegevens van de Federale Politie.
2.3.1.5 Gegevens m.b.t. de voornaamste criminele figuren Aangaande onze vorige prioritaire fenomenen (ZVP 2009 - 2012) - in het domein van de veiligheid – geven onderstaande tabellen de evolutie van de voorbije jaren weer. Tabel 14 Drugs 2010
2011
2012
141
197
130
Gebruik Handel (dealen)
4 44
3 44
7 40
In- en uitvoer
17
29
7
Fabricatie Andere
11 26
17 9
16 3
243
299
203
Bezit
Totaal
Bron: FPF/CGOP/Beleidsgegevens - Politiële Criminaliteitsstatistieken d.m.v. Datawarehouse (Afsluitingsdatum: 26/08/2013) Tabel 15 Verkeer 2010
2011
2012
7 658
11 580
17 935
290
298
230
8
6
9
1 726
2 089
2 126
GSM
271
242
253
Gordel/kinderzitje
347
286
218
Roodlicht-rijden
396
382
547
Onaangepast/agressief rijgedrag
419
197
243
Veiligheidsrisico’s vrachtvervoer
49
48
34
11 164
15 128
21 595
Snelheid Alcohol Drugs Parkeren
Totaal
Bron: FPF/CGOP/Statistieken verkeersinbreuken – Uitgiftedatum 13/07/2013.
24
12
Tabel 16 Diefstallen
Diefstal uit of aan voertuig
2010
2011
2012
204
146
109
Autodiefstallen
27
24
32
Fietsdiefstallen
425
359
338
Winkeldiefstallen
104
96
69
Woninginbraken (ruim)
188
243
329
Totaal
948
868
877
Bron: FPF/CGOP/Beleidsgegevens - Politiële Criminaliteitsstatistieken (Afsluitingsdatum: 26/08/2013)
Tabel 17 Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit 2010
2011
2012
Opzettelijke slagen, buiten de familie
212
195
146
Opzettelijke slagen, binnen de familie
72
87
74
Andere opzettelijke misdrijven tegen de lichamelijke integriteit
22
23
23
Onopzettelijke misdrijven tegen de lichamelijke integriteit
10
7
10
Doodslag
3
1
2
Schuldig verzuim
2
3
2
Marteling en mishandeling
3
1
0
Moord
2
2
1
Totaal
326
317
258
Bron: FPF/CGOP/Beleidsgegevens - Politiële Criminaliteitsstatistieken (Afsluitingsdatum: 26/08/2013)
12
Diefstallen: alle diefstallen in woningen en aanhorigheden/ winkeldiefstallen/ huisdiefstallen (inclusief pogingen).
25
Tabel 18 Intrafamiliaal geweld 2010
2011
2012
57
74
65
6
12
3
14
12
10
IFG seksueel – binnen het koppel
0
1
0
IFG seksueel – tegen afstammelingen
4
7
1
IFG seksueel – tegen andere leden
0
1
0
IFG psychisch – binnen het koppel
123
190
131
IFG psychisch – tegen afstammelingen
0
1
0
IFG psychisch – tegen andere leden
2
2
0
IFG economisch – binnen het koppel
3
6
4
IFG economisch – tegen afstammelingen
0
0
0
14
7
1
221
313
215
IFG fysisch – binnen het koppel IFG fysisch – tegen afstammelingen IFG – tegen andere leden
IFG economisch – tegen andere leden Totaal
Bron: FPF/CGOP/Beleidsgegevens - Politiële Criminaliteitsstatistieken (Afsluitingsdatum: 26/04/2013)
2.3.1.6 Veiligheid Corbiestraat Mol Het uitgaansleven in onze politiezone concentreert zich, naast de lokale tentfuiven, vooral in de Corbiestraat in Mol. De afgelopen jaren haalde deze uitgaansbuurt echter regelmatig het nieuws omwille van overlast en vechtpartijen (zelfs met dodelijke afloop). Voor de beschrijving van dit lokaal fenomeen, werden volgende straten opgenomen in de beschrijving ‘Corbiestraat’: Corbiestraat - Rondplein - Santo Tomasplein - Achterpad - Boerenkrijgstraat - Baron Van Eetveldeplein. Onderstaande tabellen geven een overzicht van het aantal meldingen over en feiten in deze omgeving. Tabel 19 Meldingen omgeving Corbiestraat 2009
2010
2011
2012
Geluidsoverlast (nachtlawaai, muziek, personen, …)
23
27
10
25
Vechtpartij/ slagen en verwondingen
30
41
40
54
Moeilijkheden met dronken persoon
16
11
8
6
Moeilijkheden in drankgelegenheid
10
11
15
8
Vandalisme
18
15
18
12
Bron: interne registratie ISLP
26
Tabel 20 Feiten omgeving Corbiestraat (PV) 2009
2010
2011
2012
0
2
0
0
32
24
20
22
4
1
1
2
Openbare orde
16
18
26 + 2 GAS
19 + 33 GAS
Geweldsdelicten
31
37
28
33
Wapens Verlies Oplichting
Drugs
4
3
5
7
Diefstal
82
79
62
67
Beschadigingen
25
32
33 + 1 GAS
29
3
2
2
1
16
29
14 + 13 GAS
5+ 20 GAS
213
227
191 + 16 GAS
205 + 53 GAS
Bedreiging/belaging Andere Totaal aantal feiten Bron: interne registratie ISLP
Gelet op de cijfergegevens omtrent de veiligheidsproblematiek ‘Corbiestraat’, werd dit eveneens besproken op de zonale veiligheidsraden en opgenomen in de argumentatiematrix. Meer informatie over deze prioriteit vindt u in hoofdstuk 6 (Actieplannen, aandachtspunten en projecten) van dit zonaal veiligheidsplan.
2.3.1.7 Gemeentelijke Administratieve Sancties Om allerlei vormen van overlast beter aan te pakken, maakt de politiezone sinds 2010 gebruik van het systeem van Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS). Het gaat om een samenwerking tussen de politiezone en de gemeenten op het vlak van overlast en kleine criminaliteit. De Zonale Veiligheidsraad gaf in 2012 zijn goedkeuring aan de politionele aanpak. Sindsdien kan er in de politiezone ook opgetreden worden tegen overlastfenomenen zoals boomcars, bedelen, parkeren buiten parkeervakken, autowrakken en wildplassen. In het eerste werkjaar werden in de politiezone 93 GAS-dossiers opgesteld. In 2011 ging het over 148 dossiers en in 2012 werden in totaal 159 GAS-PV’s opgesteld. In 2012 werd ruim 90 procent van de opgestelde processen-verbaal met een geldboete of bemiddeling afgesloten. In de andere gevallen achtte de sanctionerend ambtenaar de overtreding niet bewezen. Redenen hiervoor waren het opstellen van een foutief PV, vervolging door het parket of bijvoorbeeld het overlijden van de verdachte. Tabel 21 Evolutie aantal GAS-processen-verbaal (totaal aantal afgesloten dossiers) Gemeente
2010
2011
2012
Balen
19
45
32
Dessel
8
10
7
Mol
66
93
120
Totaal
93
148
159
Bron: Informatie bekomen van de sanctionerend ambtenaar
Uit bovenstaande tabel kunnen we afleiden dat er sprake is van een jaarlijkse lichte toename van processen-verbaal. Ingevolge het instroombeleid van het parket te Turnhout, wordt een toename van het aantal dossiers verwacht. Voor de eerste helft van 2013 (januari t.e.m. juni) werden reeds 156 GAS-pv’s opgemaakt. Een positieve tendens qua aandacht en efficiëntie van de GAS-werkwijze. 27
Tabel 22 Meest voorkomende GAS-overtredingen 2012 Overtredingen
2012
Wildplassen
21
Fout parkeren
19
Sluikstorten
19
Politiebegeleiding naar huis
16
Alcoholgebruik
14
Nachtlawaai
13
Sluikstoken
11
Opsluiting in de cel
11
Onvoldoende afsluiting
7
Loslopende dieren
5
Bron: Informatie bekomen van de sanctionerend ambtenaar
De top van overtredingen is, ten opzichte van 2011, gewijzigd. Dit is te wijten aan enkele nieuwe overtredingen die in het GAS-reglement werden opgenomen; zijnde: fout parkeren, wildplassen en alcoholgebruik. Ten aanzien van 2011 merken we een toename van het aantal dossiers ‘sluikstorten’ en een afname van het aantal dossiers ‘sluikstoken’ op. Tabel 23 Meest voorkomende GAS-overtredingen 2012 per gemeente Gemeente
Aantal overtredingen
Balen Sluikstorten
13
Geluidsoverlast
4
Onvoldoende afsluiting
2
Politiebegeleiding naar huis
2
Geluid dieren
2
Loslopende dieren
2
Sluikstoken
2
Dessel Sluikstoken
4
Politiebegeleiding naar huis
1
Onvoldoende afsluiting
1
Opsluiting in de cel
1
Mol Wildplassen
21
Fout parkeren
19
Alcoholgebruik
14
Politiebegeleiding naar huis
13
Nachtlawaai
12
Opsluiting in de cel
9
Sluikstoken
5
Sluikstorten
4
Onvoldoende afsluiting
4
Bron: Informatie bekomen van de sanctionerend ambtenaar
28
Bovenstaande tabel geeft aan dat sluikstorten een veelvoorkomend probleem vormt in Balen. Het fenomeen stond de voorbije jaren steeds in de top van overtredingen. Verder bezet sluikstoken de hoogste plaats in de lijst van overtredingen in de gemeente Dessel. Dit was tevens zo in 2011. Tot slot gaat het in de gemeente Mol vooral om overtredingen eigen aan uitgaansoverlast.
2.3.2 Subjectieve gegevens Voor de opmaak van voorliggend lokaal veiligheidsbeleid werden eveneens subjectieve gegevensbronnen geraadpleegd. Het belang van bronnen zoals een lokale veiligheidsbevraging en politiecafés kan echter niet genoeg onderstreept worden. Op die manier kunnen veiligheids- en leefbaarheidsproblemen immers beter in de lokale context geplaatst worden. Bovendien werd ook het strategisch veiligheids- en preventieplan13 van de gemeente Mol, met verlengde looptijd tot 31 december 2014, geconsulteerd.
2.3.2.1 Gegevens uit de lokale veiligheidsbevraging 2011 In tegenstelling tot de veiligheidsbevragingen, die op arrondissementeel niveau in samenwerking met de KHK te Geel werden uitgevoerd, werd eind 2011 door de lokale politie een ‘lokale veiligheidsbevraging’ uitgevoerd. Hierbij werd gebruik gemaakt van de bevragingsmethode die de vroegere ‘veiligheidsmonitor’ vervat. De lokale politie werd hierin methodologisch ondersteund door de dienst Beleidsgegevens van de Directie van de Operationele politionele informatie (CGOP/B) van de federale politie.
13
De Ministerraad van 19 juli 2013 heeft de strategische veiligheids- en preventieplannen verlengd voor de periode van 4 jaar, zijnde van 1 januari 2014 tot 31 december 2017. De nieuwe cyclus van strategische plannen zal onder andere gebaseerd moeten zijn op de prioriteiten van de Kadernota Integrale Veiligheid en/of de prioriteiten van het nationaal veiligheidsplan. De looptijd van de strategische- en preventieplannen van de steden en gemeenten stemt dus overeen met deze van het nieuwe zonaal veiligheidsplan (2014-2017).
29
De totale bevolkingsomvang van de politiezone Balen-Dessel-Mol (personen vanaf 15 jaar) bedraagt 54 285, maar werd voor de vergelijkbaarheid gereduceerd tot de steekproefomvang. In totaal hebben 1 143 inwoners van de politiezone, uit een steekproef van 3 000 inwoners, een enquête ingevuld. Concreet betekent dit dat één op drie inwoners de vragenlijst hebben ingevuld, waarvan 50,1 procent vrouwen en 49,9 procent mannen. Dit komt overeen met de totale bevolking, gereduceerd tot de steekproefgrootte. Uit deze lokale veiligheidsbevraging blijkt dat 95 procent van de respondenten zich over het algemeen veilig voelt in de buurt. De voornaamste buurtproblemen die ervaren worden, zijn: Onaangepaste snelheid in het verkeer Sluikstorten en zwerfvuil Wildparkeren Agressief verkeersgedrag Fietsdiefstal In de lokale veiligheidsbevraging peilden we ook naar de voornaamste politietaken. Volgens de 1 143 respondenten moet de lokale politie Balen-Dessel-Mol prioriteit geven aan volgende buurtproblemen: Onaangepaste snelheid in het verkeer Sluikstorten en zwerfvuil Woninginbraken Wildparkeren Geluidsoverlast Volgens de geënquêteerden moet het korps dus vooral aandacht besteden aan snelheidscontroles en de aanpak van milieuovertredingen en woninginbraken. Zie ook bijlage 2.
30
2.3.2.2 Gegevens uit politiecafés 2012 In de aanloop van de voorbereiding van het ZVP 2014 – 2017 werden, in de periode februari/maart 2012, acht politiecafés14 georganiseerd. Deze bijeenkomsten met de bevolking (inwoners van de verschillende gehuchten) en enkele sleutelfiguren15 hadden tot doel te peilen naar de mening van de bevolking over de prioritaire aandachtspunten op vlak van verkeer en criminaliteit binnen de politiezone Balen-Dessel-Mol. Deze politiecafés schetsen de perceptie van de criminaliteit door de burger. De politiecafés vonden plaats op, door de wijkinspecteurs gekozen locaties. Zie ook bijlage 3. Uit deze acht politiecafés kwamen volgende aandachtspunten naar voren: Criminaliteit: drugs, (woning)inbraken en diefstallen Overlastfenomenen: sluikstorten en – stoken, vandalisme, overlast door jongeren, geluidsoverlast en hondenpoep Verkeersgedrag: overdreven snelheid en het niet-respecteren van de wegcode Verkeersinfrastructuur: investeren in kwaliteitsvolle fietspaden en het verlichten van wegen Communicatie: sociale media (vb. informatie en feedback - i.v.m. criminaliteit en verkeer – vanuit de politie naar de burger toe)
14
De werkwijze van de politiecafés vormt een onderdeel van de gemeenschapsgerichte politiewerking, waar we binnen onze politiezone veel belang aan hechten. Het is niet enkel een middel om op eenvoudige wijze enkele pijlers van de gemeenschapsgerichte politiewerking te verduidelijken en de bevolking hierover te sensibiliseren, maar ook om tot de inventarisatie van criminaliteits- en verkeersfenomenen te komen (waarvan de bevolking vindt dat de politie deze prioritair dient aan te pakken). 15 Sleutelfiguren: jeugdverenigingen en scholen van de gemeenten Balen, Dessel en Mol; politieraadsleden, …
31
2.3.2.3 Gegevens uit het oproepenbestand Het oproepenbestand van het Communicatie- en Informatie Centrum (CIC) geeft een indicatie waar de bevolking belang aan hecht en waarvoor ze een beroep doet op de politie.
Meldingen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hoofdtypes meldingen - van 2012 - die in de CADcomputer geregistreerd werden. De cijfers werden van hoog naar laag gerangschikt. Tabel 24 Aantal meldingen per hoofdtype 2012 Omschrijving hoofdtype melding
Aantal
Percentage (%)
Bijstand politiedienst
993
9,85
Personen probleemsituatie geschillen
957
9,49
Personen noodsituatie
827
8,20
Personen andere
680
6,74
Verkeersongeval stoffelijke schade
638
6,33
Diefstal daders NIET ter plaatse
633
6,28
Goederen probleemsituatie
516
5,12
Verkeers veiligheid
491
4,87
Milieu geluid
478
4,74
Personen probleemsituatie
446
4,42
Verkeersongeval lichamelijk letsel
308
3,05
Goederen beschadigingen- vernielingen
308
3,05
Dieren onbeheerd
300
2,98
Personen noodsituatie – wapens/geweld
263
2,61
Verkeer inbreuken
250
2,48
Verkeer vlotheid
236
2,34
Goederen brand – water noodsituatie
231
2,29
Personen probleemsituatie fysische toestand
206
2,04
Diefstal heterdaad dader(s) ter plaatse
171
1,70
Bijstand hulpdiensten
120
1,19
Milieu lucht
118
1,17
Alarm inbraak melding
117
1,16
Diefstal poging
112
1,11
Personen noodsituatie minderjarigen
108
1,07
Andere
576
5,73
TOTAAL
10 083
100
Bron: Controlestatististieken Communicatie- en Informatie Centrum (CIC)
32
Tussenkomsten In 2012 kreeg de lokale politie Balen-Dessel-Mol ruim 10 000 meldingen binnen via het Communicatieen Informatie Centrum (CIC) in Antwerpen en het zonaal onthaal op het hoofdkantoor. Uit de cijfers van het CIC blijkt dat ruim 25 procent van de oproepen in 2012 telefonisch en administratief afgehandeld kon worden. De interventieploegen gingen bij 6 810 oproepen ter plaatse voor dringende politiehulp. Onderstaande grafiek geeft een overzicht van het aantal gedispatchte gebeurtenissen per gemeente en in andere politiezones.
6810
6974
4189
4465
2011
Dessel
Mol
243
122
108
614
604
2012 561
Balen
2010
1764
1783
1764
4121
6554
Aantal gedispatchte interventies 2010-2012
Andere politiezones
Totaal
Bron: Controlestatististieken Communicatie- en Informatie Centrum (CIC)
Meestal gaat het om tussenkomsten in verband met verkeer. Ook voor diefstallen en verdachte omstandigheden gaan de ploegen geregeld ter plaatse. De rangschikking van de meest voorkomende tussenkomsten verschilt verder per gemeente. In de gemeente Mol staan bijvoorbeeld de interventies voor nachtlawaai en vechtpartij, in relatie tot het uitgaansleven, in de top 10 genoteerd.
33
Tabel 25 Meest voorkomende interventies per gemeente 2012 Balen
Dessel
Mol
1
Braak inklimming valse sleutels (128)
Braak inklimming valse sleutels (32)
Verkeersongeval stoffelijk (227)
2
Verkeersongeval stoffelijk (82)
Moeilijkheden met persoon (28)
Braak inklimming valse sleutels (204)
3
Verdachte toestand (73)
Verkeersongeval stoffelijk (25)
Moeilijkheden met persoon (152)
4
Verkeersongeval lichamelijk (68)
Beschadigingen/vandalisme (25)
Verdachte toestand (140)
5
Verdacht voertuig (53)
Gezinsconflict met geweld (23)
Verkeersongeval lichamelijk (132)
6
Onbeheerde dieren (47)
Verdachte gedragingen (23)
Beschadigingen/vandalisme (121)
7
Beschadigingen/vandalisme (42)
Verdachte toestand (20)
Nachtlawaai muziek (111)
8
Verdachte gedragingen (40)
Verkeersongeval lichamelijk (19)
Verdachte gedragingen (96)
9
Moeilijkheden met persoon (35)
Verdacht voertuig (17)
Vechtpartij (84)
10 Moeilijkheden in gezin zonder slagen (34)
Afval verbranden (15)
Verdacht voertuig (81)
Bron: Controlestatististieken Communicatie- en Informatie Centrum (CIC)
2.3.2.4 Gegevens uit het strategisch veiligheids- en preventieplan – gemeente Mol16 Van 1991 tot 1 januari 2002 beschikte de gemeente Mol (de grootste gemeente in onze zone) over een gemeentelijke preventiedienst, die vooral gefinancierd werd door een preventiecontract tussen de gemeente en Binnenlandse Zaken. Aangezien de gemeente Mol (vanaf 2002) niet meer in aanmerking kwam voor een preventiecontract, werd de preventiedienst opgeheven. De drughulpverlener werd, omwille van het bestaan van het drugplan, wel behouden. Vanaf 2007 beschikt de gemeente Mol over een strategisch veiligheids- en preventiecontract, dat de samenwerking tussen het gemeentebestuur en CAW De Kempen (sinds 2009) verder intensifieert. Het strategisch veiligheids- en preventieplan behandelt het fenomeen van de druggerelateerde maatschappelijke overlast. Drughulp Kempen staat voor het gehele aanbod van ambulante drughulpverlening en drugpreventie, dat ondersteund wordt door de samenwerkingspartners CAW De Kempen en CGG Kempen. Deze partners hebben in hun samenwerkingsverband de doelstelling geformuleerd om binnen het arrondissement Turnhout een gezamenlijk beleid te voeren rond drughulpverlening en drugpreventie. In de lokale veiligheidsdiagnostiek (LVD) gemeente Mol (geactualiseerde versie 2013) lezen wij in de registratiegegevens van Drughulp Kempen afdeling Mol, dat er in 2011 102 onthaalcontacten geregistreerd werden. Bij 56 van hen werd een begeleiding opgestart. Ruim 2/3 is gedomicilieerd in Mol. Ongeveer 15 procent zijn inwoners van Balen. Drie mensen komen van Dessel. In 2012 waren er 195 onthaalcontacten. In centrumgemeente Mol zijn druggebruik en druggerelateerde maatschappelijke overlast belangrijke fenomenen die de nodige aandacht verdienen, zowel op het vlak van repressie, preventie als hulpverlening. Mol ligt vlakbij de Nederlandse grens wat een grotere trafiek en gebruik van cannabisproducten wellicht in de hand werkt. In 2012 werd de drughulpverlener/preventieambtenaar JAC, door de politie uitgenodigd op de zonale veiligheidsraad. Op die manier werd een wederzijdse update gegeven van het voorkomen van het fenomeen. Wat Mol betreft, werden in 2012 52 begeleidingen opgestart, waarvan veertig mannen en twaalf vrouwen. 16
Gegevens zowel bekomen uit het strategisch veiligheids- en preventieplan van de gemeente Mol, alsook bij participatie aan de “evaluatievergadering Strategisch Veiligheids- en Preventieplan 2011-2012 Gemeente Mol” – juni 2013.
34
2.4
Verwachtingen en doelstellingen van overheden en andere belanghebbenden
Argumentatiematrix zonale veiligheidsraad 19 november 2012 GESPREKSBASIS
Objectieve gegevens Domeinen
NVP (1)
APVB (2)
Aantasting van de fysieke integriteit Diefstallen gewapenderhand Drugs Illegale vuurwapen-zwendel Terrorisme IFG Mensenhandel en – smokkel Informaticacriminaliteit Fraude (soc., fisc. en afval) Inbraken in woningen en andere gebouwen (DIW) Overdreven snelheid Rijden onder invloed van alcohol of drugs GSM-gebruik achter het stuur
x
x
Niet dragen van de gordel & niet gebruiken kinderzitje
x x x x x x
Subjectieve gegevens ZPVB (3)
Cijfers PZ (4)
ANG (5)
PdK (6)
x
x
x
Burgemeesters (7)
Lokale Veiligheidsbevraging en politiecafés (10)
Politieraad (8)
Korpschef (9)
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
x x x
(a)
x
x
x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x
x x x x
x x x x x
35
Domeinen
Roodlicht-rijden Onaangepast/ agressief rijgedrag Veiligheidrisico’s vrachtvervoer Foutief parkeren Overlast Nucleaire incidenten Communicatie Vandalisme Fietsdiefstallen
NVP (1)
APVB (2)
ZPVB (3)
Cijfers PZ (4)
ANG (5)
x x
PdK (6)
Burgemeesters (7)
Politieraad (8)
x
x x
Korpschef (9)
x x
Lokale Veiligheidsbevraging en politiecafés (10) x x
x
x
x x
x x (b) x
X x x
(1) De prioriteiten uit het NVP 2012 – 2015 werden integraal opgenomen. (2) De Strategische Analiste verbonden aan het CSD Turnhout, maakte een arrondissementeel politieel veiligheidsbeeld (ernstrangschikking) op. Hierbij werd rekening gehouden met volgende criteria: evolutie, mate van organisatie, aantal bendes, contra strategieën, fysiek en/of materieel leed, gevaar voor volksgezondheid, aantasting maatschappelijke integriteit, verstoring openbare orde en perceptie. (3) De Strategische Analiste verbonden aan het CSD Turnhout, maakte eveneens een zonaal politieel veiligheidsbeeld op. Dit resulteerde in een ernstrangschikking (voor meer en minder georganiseerde fenomenen) voor de politiezone. (4) - Drugs werd (ondanks een daling van het aantal feiten t.a.v. 2010 en 2011) toch als prioriteit weerhouden, omdat er 202 feiten plaatsvonden. Ook het fenomeen van de cannabisplantages is onze politiezone niet vreemd; in 2012 werden er immers acht cannabisplantages opgerold. Naast de traditionele factoren, waaronder de zeer hoge winstmarges, hebben o.a. volgende factoren meer dan waarschijnlijk ook een invloed op de problematiek van de handel in en de productie van illegale drugs binnen onze politiezone: de centrumfunctie van de gemeente Mol; de fuivencultuur in alle drie de gemeenten van onze politiezone; de nabijheid van de Nederlandse grens; het feit dat enkele Nederlanders zich binnen onze zone gevestigd hebben; concentratie van middelbare scholen in de gemeente Mol; de gemakkelijkheid waarbij fabricatieprocessen vanuit het criminele milieu vnl. vanuit Nederland voor hennepplantages en amfetaminelabo’s worden georganiseerd inzake kennis en toelevering van benodigde productiematerialen (vrij verkeer van goederen en diensten). Wat het fenomeen ‘drugs’ betreft, zal vooral aandacht besteed worden aan de aanmaak en handel ervan. - Woninginbraken en diefstallen worden omschreven als ‘diefstal in woningen’. Naast fietsdiefstallen, maken de woninginbraken (ruim) het grootste deel uit van de cijfergegevens m.b.t. diefstallen. In tegenstelling tot de diefstallen in of aan een voertuig, stegen de cijfers m.b.t. woninginbraken (ruim) – ten aanzien 36
van 2010 en 2011. In 2012 stelden wij 874 feiten vast. Door het hoge(en nog steeds stijgende) aantal, de impact er van op de slachtoffers en de belangrijkheid die de burger er aan geeft, werd ‘diefstal in woningen’ weerhouden als prioriteit voor het huidige ZVP. - Uit de objectieve cijfergegevens van de GAS-ambtenaar en onze eigen ISLP-databank blijkt dat er zich veelvuldig feiten van overlast voordoen. Bovendien tonen subjectieve gegevensbronnen aan dat overlast en criminaliteit (geweld), verbonden aan het uitgaansmilieu, als voorname buurtproblemen ervaren worden en een onveiligheidsgevoel herbergen. Tot slot zijn de bestuurlijke overheden van onze politiezone eveneens bezorgd over het aantal feiten (en de ernst) in de uitgaansbuurt en het imago hiervan en signaleren dit als een aan te pakken fenomeen. Overlast en criminaliteit (geweld), gelinkt aan het uitgaansmilieu worden onder de noemer van ‘weekendcriminaliteit’ weerhouden als prioriteit. - Ook ‘verkeer’ werd opgenomen in de matrix. Vooral de feiten m.b.t. snelheid, parkeren en roodlicht rijden springen in het oog. Omwille van het hoge aantal feiten, het NVP en het AVP werd ‘verkeer’ eveneens weerhouden als prioriteit. - Omwille van de hoge cijfers m.b.t. intrafamiliaal geweld en fietsdiefstallen werden deze ook opgenomen in de matrix. IFG werd echter niet als prioriteit weerhouden, doch het fenomeen blijft een aandachtspunt binnen onze reguliere werking. (5) In ANG zitten geen cijfergegevens van ‘overlast’ of ‘verkeer’ vervat. (6) De prioriteiten van de Procureur des Konings werden integraal overgenomen uit het Arrondissementeel Veiligheidsplan Turnhout 2013 – 2016. (7) De aandachtspunten van de bestuurlijke overheden binnen de politiezone werden bevraagd tijdens de Zonale Veiligheidsraad van 19 november 2012. Zij geven aan dat zij belang hechten aan de zaken/buurtproblemen waar hun inwoners van wakker liggen. (a)
Het fenomeen van mensenhandel werd (mede door aangeven van de DirCo Turnhout) niet als prioriteit of aandachtspunt weerhouden, maar de bestuurlijke overheden vragen – indien opportuun – een nauw overleg/samenwerking met de andere partners. Het fenomeen mensenhandel- smokkel betreft een eerder georganiseerd fenomeen dat beter (cfr. middelen) door de federale politie aangepakt kan worden.
(8) De aandachtspunten van de politieraad binnen de politiezone werden zowel tijdens politieraad van 12 maart 2012 als op 17 juni 2013 bevraagd. (9) De aandachtspunten volgens de korpschef zijn gebaseerd op cijfergegevens en het inzicht in de dagelijkse werking van het korps. (b) De korpschef wenst dat, omwille van de aanwezigheid van verschillende nucleaire bedrijven en krachtens OOP36, de aanpak van nucleaire incidenten opgenomen wordt in het ZVP. (10) In de aanloop van het ZVP werd in 2011 – met steun van de dienst CGOP/B van de federale politie – een Lokale Veiligheidsbevraging georganiseerd. Volgens de respondenten moet de politie volgende buurtproblemen prioritair aanpakken: onaangepaste snelheid in het verkeer; sluikstorten en zwerfvuil; woninginbraken; wildparkeren en geluidsoverlast. In 2012 werden ook acht politiecafés georganiseerd. Hieruit kwamen volgende aandachtspunten naar voren: drugs, woninginbraken, diefstallen, sluikstorten, -stoken, vandalisme, overlast door jongeren, geluidsoverlast, hondenpoep, overdreven snelheid, het niet-respecteren van de wegcode, investeren in kwaliteitsvolle fietspaden, het verlichten van wegen en sociale media (communicatie en feedback). 37
2.5
Inrichting van het korps
2.5.1 Personeelscapaciteit Minimumnormen en reële bezetting Bij de opstart van de politiezone in 2002 heeft de politieraad het personeelskader voor de politiezone vastgelegd. De personeelsformatie is vastgelegd op 139,5 FTE, waarvan 114 FTE operationele leden, 3 FTE leden voor het agentenkader en 22,5 FTE leden voor het administratief en logistiek kader. De bezetting, op 01/07/2013, van het operationeel kader bedraagt 113 FTE; het agentenkader telt drie agenten en het administratief en logistiek kader 19,5 FTE. De zone heeft een polyvalente pool, bestaande uit leden van het operationeel kader met uitzondering van de gespecialiseerde operationele bedieningen (hoofdinspecteur – politieassistent, verkeersagenten, LIK/APO, onthaal, wijkagenten en rechercheurs), die die in de eerste plaats zorgen voor de interventieploegen op het terrein (24u op 24u). Hierbij wordt gewerkt vanuit de “genuanceerde polyvalentie”. Dit houdt in dat alle inspecteurs en hoofdinspecteurs ongeveer 1/3de van hun werktijd deelnemen aan het interventiegebeuren, 1/3de van hun werktijd actief zijn in de secties of cellen (verkeer, diefstal/preventie, drugs, slachtofferbejegening/ jeugd en gezin, bijzondere wetten (met mensenhandel, milieu, ruimtelijke ordening en stedenbouw, wapens, …) en 1/3de van de werktijd wordt gereserveerd voor opleiding, training, overleg, andere interventiegerelateerde opdrachten (dagcoördinator, Hycap, spotter, …) en ziekte. Onderstaande overzichten geven onze personeelscapaciteit op 01/07/2013 weer. Tabel 26 Minimaal en reëel effectief - Operationeel kader Minimaal effectief (KB 05/09/2011)
Organiek kader Aantal
106
TOTAAL
Datum van aanpassing
Reëel effectief Aantal ingeschreven per kader (1)
Datum van registratie
OK
8
OK
8
01/07/2013
MK
24
MK
25*
01/07/2013
BK
82
BK
79
01/07/2013
AK
3
AK
3
01/07/2013
117
115
(*) waarvan één personeelslid gedetacheerd en vier rode loper OK
Toelichting bij de tabel van het operationeel kader: De KUL-norm voor onze politiezone bedraagt 113,3 FTE voor het operationeel kader. Volgens het KB van 05/09/2001 moet onze politiezone minimaal 106 operationelen tellen. De personeelsformatie werd goedgekeurd in de politieraad van 12 november 2001 en gewijzigd in de politieraden van 11 februari 2002, 22 oktober 2007 en 8 december 2008. Het effectief van het operationeel kader werd op 114 FTE vastgelegd. De KUL-norm wordt niet enkel als budgettaire norm gebruikt om de federale dotatie te verdelen over de 195 politiezones, maar volgens deze norm moet de politiezone dus 113,3 politieambtenaren tellen om een zelfde (minimale) veiligheidszorg te bieden in gans België. Het operationeel kader telt één hoofdcommissaris, zeven officieren, 24 hoofdinspecteurs, 79 inspecteurs en drie agenten van politie.
Tabel 27 Minimaal en reëel effectief - Administratief en logistiek kader Minimaal effectief (KB 05/09/2011)
Organiek kader Aantal
8
TOTAAL
Datum van aanpassing
Reëel effectief Aantal ingeschreven per kader (1)
Datum van registratie
A
1
A
1
01/07/2013
B
5
B
6
01/07/2013
C
10
C
7
01/07/2013
D D (uitdovend)
2,5 4
D D (uitdovend)
3,5 3
01/07/2013
22,5
19,5
(1) De bezetting van het administratief en logistiek kader omvat zowel statutairen, contractuelen als aanwervingen buiten kader. De personeelsleden die betaald worden door het verkeersboetefonds, werden niet opgenomen in het huidig kader.
Toelichting bij de tabel van het administratief en logistiek kader: Volgens het KB van 05/09/2001 moet onze politiezone minimaal acht FTE Calog tellen of 7,5 procent van het operationeel kader. De personeelsformatie werd goedgekeurd in de politieraad van 12 november 2001 en gewijzigd in de politieraden van 11 februari 2002, 22 oktober 2007 en 8 december 2008. Het effectief van het Calog-kader werd op 18,5 FTE vastgelegd. Het organiek kader bestaat uit een adviseur niveau A, vijf consulenten niveau B, tien administratief bedienden niveau C en 6,5 medewerkers niveau D (waarvan vier voltijdse equivalenten in uitdovend kader, die nadien als niveau C zullen ingeschaald worden). In de omzendbrief CP 2 – uit 2004 – wordt bovendien gevraagd om het Calog-aandeel in het totale personeelsbestand per zone op te drijven naar minimaal 16 procent. In het goedgekeurd organiek kader behoort 17,27 procent tot het Calog-personeel. Onze politiezone is dus één van de 133 (van de 195 politiezones) die daar op dit moment aan voldoet 17. De aanwervingen die gebeurden om het capaciteitsverlies op te vangen van de Calog-personeelsleden met deeltijdse tewerkstellingen zijn niet opgenomen in het organiek kader, maar worden wel meegerekend bij het reëel effectief.
Personeelsverloop In 2010 verlieten vijf medewerkers het korps om te genieten van een welverdiend pensioen. De politiezone mocht daarnaast vijf nieuwe medewerkers verwelkomen. In 2011 werd het mandaat van de korpschef, voor een periode van vijf jaar, verlengd. Daarnaast werd in 2011 het organogram verder ingevuld en mocht het korps in het totaal twaalf nieuwe korpsleden ontvangen. Vijf medewerkers verlieten in 2011 het korps wegens pensioen en twee wegens mutatie naar een ander korps. De adviseur nam ontslag wegens het opnemen van een bediening buiten de politie. Tot slot gingen drie medewerkers in 2012 met pensioen. Vijf nieuwe collega’s vervoegden het korps.
17
Bron: parl. vraag nr. 878 van 19 april 2013, Koenraad Degroote, Vr. & Antw. Kamer 2012 – 2013, 13 mei 2013)
39
2.5.2 Organogram
Er werd gekozen voor zo weinig mogelijk tussenechelons. Er is een rechtstreekse lijn tussen de korpschef en de uitvoerende diensten. Zeven officieren hebben een functioneel gezag t.o.v. de projecten die zij opvolgen. In principe worden alle politieambtenaren belast met politionele taken. Administratief ondersteunende taken worden door het Calog-personeel uitgevoerd. Een uitgebreid organogram is te raadplegen in bijlage 4.
40
2.6
Beeld van de dienstverlening en de werking
2.6.1 Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking Onderstaande tabellen geven niet enkel een overzicht van de minimumnormen, maar ook of de politiezone hier (al dan niet) aan voldoet.
Minimale werkingsnormen 1. Voldoen we aan de minimale werkingsnormen? De politiezone Balen-Dessel-Mol voldoet ruim aan de minimale werkingsnormen. 2. Hoe organiseren we de functionaliteiten? De werking van de politiezone is gebaseerd op de zeven basisfunctionaliteiten; onthaal, interventie, wijkwerking, recherche, openbare orde, slachtofferbejegening en verkeer. 3. Voldoen we aan de door ons vooropgestelde kwaliteitsindicatoren? (zie later) Wijkwerking Datum registratie
Aantal inwoners
Aantal wijkinspecteurs volgens de norm
Reëel aantal wijkinspecteurs
Aantal politieposten
Capaciteit op jaarbasis
01/07/2013
66 118
17
19
3
28 880 manuren
NORM: 1 wijkinspecteur per 4 000 inwoners.
De politiezone telt in totaal achttien wijkinspecteurs, waarvan zes in Balen, drie in Dessel en negen in Mol. De norm wordt gehaald, met een gemiddelde van één wijkinspecteur per 3 676 inwoners (over gans de zone). In Balen komt dit neer op 1 wijkagent per 3 627 inwoners: in Dessel 1 wijkagent per 3 093 inwoners en in Mol heeft men 1 wijkagent per 3 898 inwoners. De situatie in Balen en Dessel oogt op het eerste zicht comfortabeler; hier moet men echter rekening gehouden worden met het feit dat de wijkposten in Balen en Dessel ook onthaaluren (openingstijden) organiseren, in tegenstelling tot de wijkpost Mol. Inwoners 2002
Inwoners 01/01/2013
Aantal wijkinspecteurs
Aantal inwoners per wijkinspecteur
Balen
19 702
21 809
6
3 634 (in 2002: 3 283)
Dessel
8 660
9 280
3
3 093 (in 2002: 2 886)
Mol
32 166
35 079
9
3 897 (in 2002: 3 547)
TOTAAL
60 582
66 106
18
Stijging van 5 524
De wijkinspecteur is een polyvalent medewerker, een multidisciplinair aanspreekpunt in zijn/ haar wijk die inspeelt op de wijkgebonden fenomenen en tussenkomsten in diverse actievelden. Bij de organisatie van de diensten wordt rekening gehouden met de specifieke taken die aan de wijkpolitie worden toebedeeld, zoals het toezicht op de (dieren-)markt. De wijkinspecteur presteert (conform het personeelsstatuut) regelmatig avond- en weekenddiensten in zijn/ haar wijk. De dagelijkse leiding in de wijkposten wordt uitgevoerd door één middenkaderlid (in de wijkpost Balen is dit een commissaris (niet-beleid), zijnde ‘rode loper’), die zelf ook één wijk onder zijn hoede heeft. De verantwoordelijkheid van de verschillende wijkposten samen en de wijkwerking in zijn geheel, berust bij de ‘officier wijkwerking’.
41
Onthaal Datum registratie
01/07/2013
Aantal gemeenten in de zone 3
Aantal politieposten
4
Aantal uren daadwerkelijk fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt Weekdagen
Weekend- feestdagen
24
24
Capaciteit op jaarbasis
13 104 manuren
NORM: per dag 12 uur fysiek onthaal in het centrale onthaalpunt + contacteerbaar d.m.v. technische infrastructurele maatregelen.
De minimale norm wordt gehaald. Gelet op de grootte van de zone, het verstedelijkt karakter van de gemeente Mol en de klantvriendelijkheid (gemeenschapsgerichte politiezorg), lijkt een permanentie van 24 uur niet alleen wenselijk. Vorige metingen gaven ook de noodzaak aan. Het onthaal is opgesplitst in een lokaal en zonaal onthaal. Gezien voor het eerste onthaal in het algemeen geen politiebevoegdheid vereist is, wordt ervoor gekozen om voor deze functies vooral administratief en logistiek personeel in te zetten. In het totaal zijn hiervoor 4,5 FTE voorzien. Het lokaal onthaal wordt verzekerd tijdens de openingsuren van de wijkposten. Hiervoor zijn 3 FTE voorzien. De openingsuren van de wijkpost Balen en Dessel zijn bovendien afgestemd op deze van de gemeentediensten. Buiten de openingsuren worden de burgers, bij telefonische contactname, automatisch doorverbonden met het zonaal onthaal. Het zonaal onthaal wordt permanent (24/24, 7 dagen per week) georganiseerd in het hoofdkantoor in Mol. Tijdens de kantooruren wordt dit door de ‘assistenten onthaal’ bemand (1,5 FTE). Buiten deze uren, of bij afwezigheid, wordt deze functie waargenomen door operationeel personeel (sinds 2006 is er een pool van vaste plantons).
42
Interventie en algemeen toezicht Datum registratie
01/07/2013
Aantal interventieploegen
Aantal piekploegen
Aantal
Voorziene uurvorken
Aantal
Voorziene uurvorken
2
07.00u – 13.00u 13.00u – 21.00u 21.00u – 07.00u
1
21.00u – 07.00u
Capaciteit op jaarbasis 47 611 manuren
NORM: 1 continuploeg + 1 TOPploeg (20u/week)
In de politiezone zijn steeds twee interventieploegen (vaste structuur van 16 operationele medewerkers) op pad (24u/24u). Tijdens de weekendnachten worden zij (van 21.00u tot 07.00u) ondersteund door een Terrein Ondersteuings Ploeg (altijd een OGP in). Daarnaast wordt deze eerstelijnsdienst tijdens de weekends en/of speciale evenementen aangevuld door extra ploegen (HORECA-ploeg (patrouillehondgeleiders), WODCA-controles, …).
Politionele slachtofferbejegening Datum registratie
Gespecialiseerd medewerker beschikbaar (ja/neen)
Wijze waarop de permanente beschikbaarheid geregeld is (aan te kruisen) Intern de zone geregeld
01/07/2013
ja
Capaciteit op jaarbasis
Samenwerkingsverband met andere PZ/FedPol
X
3 496 manuren
NORM: gespecialiseerd medewerker, continu terugroepbaar (eventueel via samenwerkingsakkoord)
Krachtens de WPA biedt elke politieambtenaar adequate slachtofferopvang, informatie en bijstand. Tot september 2009 beschikte ons korps over een politieassistente. In afwachting van deze vervanging werd een maatschappelijk assistente aangeworven. Vanaf juli 2013 is er terug een hoofdinspecteurpolitieassistent aanwezig in ons korps. Daarnaast wordt in de zone voorzien in een gespecialiseerde slachtofferbejegening die continu ter beschikking staat. Eén van de leden van de projectcel ‘slachtofferzorg/ jeugd en gezin’ is (24u/24u) bereikbaar en terugroepbaar. De leden van deze cel hebben – bijkomend - een specifieke opleiding gevolgd aan Thomas More Kempen, afdeling maatschappelijk werk (Geel). De projectcel ressorteert onder een officier en is in het hoofdkantoor ondergebracht.
43
Lokale opsporing en lokaal onderzoek Datum registratie
30/04/2013
Globaal effectief zone
114
Effectief operationeel kader
112
Organisatievorm
Capaciteit op jaarbasis
Lokale recherchedienst (met vaste medewerkers)
Polyvalente of “flexibele” opsporings- en onderzoekscapaciteit
Aantal FTE
Aantal FTE of uren
9 FTE
4
19 777 manuren
NORM: 10 procent van het operationeel effectief voor zones met globaal effectief ≥ 230, 7 procent van het operationeel effectief met een minimum van één ploeg (twee medewerkers) voor de weekdagen, voor de ander PZ.
Om de functie ‘lokaal onderzoek’ uit te voeren, werd de dienst ‘lokale recherche’ samengesteld uit één hoofdinspecteur en zes inspecteurs, o.l.v. een officier (gespecialiseerde medewerkers). De lokale recherche verricht opsporingsonderzoeken om de nodige bewijzen te verzamelen tot identificatie van de daders en de voorleiding bij de gerechtelijke autoriteiten en vervullen de rol van de tweedelijnsdienst. De recherchecoördinator werd, overeenkomstig artikel 57 WGP – gemotiveerd advies van de Procureur des Konings –, aangesteld. De personeelsleden worden niet ingezet de gehypothekeerde capaciteit en worden in principe niet ingezet voor ordediensten (behoudens recherche-eigen opdrachten voor observatie tijdens ordediensten. De lokale recherche wordt ondersteund door een ploeg van technische vaststellers (georganiseerd binnen de zone), die bereikbaar en terugroepbaar zijn. Deze technische vaststellers zijn terug te vinden in de polyvalente pool en projectwerking. In principe is er 24/7 een medewerker ter beschikking. Er wordt eveneens een personeelslid afgedeeld naar het Arrondissementeel Informatiekruispunt (AIK) te Turnhout. Dit korpslid zal hier zijn werkzaamheden ten behoeve van de eigen zone, maar ook ten behoeve van de andere zones van de lokale politie en van de federale politie (GDA) vervullen. Gezien de nakende pensionering geniet de huidige medewerker van de deeltijdse uitstapregeling , die conform de arrondissementeel afspraak niet door onze zone gecompenseerd wordt. De officier (recherchecoördinator) participeert als officier bestuurlijke politie aan de beurtrol van weekofficier (samengesteld uit zeven officieren). Qua manurencapaciteit heeft dit weinig of geen invloed op de werking van de dienst lokale recherche. Om de capaciteit voor lokale opsporing en lokaal onderzoek te berekenen, dienen naast de acht leden van de lokale recherche, ook volgende personen mee in rekening worden gebracht: 1 officier GESEC/LIK, 1 MK GESEC/APO en 1 detachering AIK. Het LIK (lokaal informatiekruispunt) coördineert het verzamelen, verspreiden en interpreteren van operationele informatie op zonaal niveau. Rekening houdend met de detachering naar het AIK – en bijgevolg inzet als recherche-opdrachten- betekent dit dat 11,7 procent van de personeelscapaciteit van het operationele kader (de drie agenten van politie inbegrepen) voorlopig in principe voorbehouden wordt voor de uitvoering van de opdrachten die bij voorrang door de lokale politie worden vervuld overeenkomstig artikel 5, derde lid van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt
44
Handhaving openbare orde
Permanentie OBP18 en OGP19
OBP
Ja
Interzonale samenwerking
neen
OGP
Ja
Interzonale samenwerking
neen
Datum registratie
30/04/2013
NORM: 1 OBP permanent bereikbaar en terugroepbaar In ons korps is één OBP 24u/7d bereikbaar en terugroepbaar (vrijdag tot vrijdag). Aangezien er zoveel mogelijk, maar niet steeds, een OGP deel uitmaakt van onze interventieploegen, is er ook een beurtrol voor OGP (vrijdag tot vrijdag). Na de kantooruren dient de OGP met wacht verwittigd te worden. In 2010 is de nieuwe functie van dagcoördinator in het leven geroepen. De dagcoördinator is op de weekdagen (tijdens de kantooruren) aanwezig op de hoofdpost. Deze functie wordt in beurtrol uitgevoerd door de hoofdinspecteurs en niet-beleidsofficieren. De dagcoördinator staat in voor de briefing en aansturing van alle ploegen op het terrein, met name de projectploegen, verkeersregelingsploeg, fietsteam, … Daarnaast is hij/zij het centraal invalspunt voor de zone voor telefonische verzoeken van andere diensten voor vraag tot verder onderzoek, bijstand allerhande.
18 19
Officier van Bestuurlijke Politie Officier van Gerechtelijk Politie
45
Verkeer Acties verkeer 2012
Manuren
Overdreven of aangepaste snelheid Aantal uren bemande controles met interceptie Aantal uren bemande controles zonder interceptie Aantal uren bemande controles weekend
70:12 421:06 107:09
Rijden onder invloed van alcohol Aantal uren controles
1492:25
Rijden onder invloed van drugs of andere stoffen Aantal uren selecte controles
152:30
Veiligheidsgordel en kinderzitjes Aantal uren controles gordel en kinderzitjes Aantal uren preventieve acties aanmoedigen gordeldracht en andere beveiligingsmiddelen
214:35 152:30
Goederen- en personenvervoer Aantal uren controle Aantal controle uren besteed aan preventieve acties specifiek voor goederen- en personenvervoer
358:10 60:00
Onveilig en hinderlijk parkeren Aantal uren parkeertoezicht Aantal uren preventieve acties parkeren
481:50 152:30
Verkeersagressie Aantal uren controles
121:10
Verkeersopvoeding Aantal uren verkeersopvoeding basisscholen Aantal uren verkeersvormingsklassen Andere (fietscontroles, lessen dode hoek, fietsexamen,...)
770:00 48:00 471:25
Verkeersregeling Dagelijkse verkeersregeling en andere
526:20
Begeleidingen Aantal uren begeleidingen fietstochten, scholen Andere begeleidingen, verkeerstoezicht, …
92:00 187:00
Bron: cijfergegevens ter beschikking gesteld door de sectie verkeer
NORM: Het koninklijk besluit van 16 oktober 2009 - tot vaststelling van de organisatie-en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige en minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren - voorziet in een zevende functionaliteit, namelijk “verkeer”. Het Koninklijk besluit legt een minimumnorm op van 8% van de totale werkcapaciteit binnen elke politiezone. Deze opdrachten worden met name geconcretiseerd door: het voeren van preventieve (verkeerseducatie, verkeersveiligheidscampagnes, communicatie, …) en repressieve verkeersacties (handhaving verkeersregels, bijzondere aandacht voor prioriteiten in het ZVP, …); de verkeersregeling in geval van ernstige en onverwachte verstoring van de mobiliteit; het vaststellen van verkeersongevallen; het verstrekken van advies aan de bevoegde overheden inzake mobiliteit en verkeersveiligheid.
46
De politiezone Balen-Dessel-Mol beschikt niet over een exclusieve sectie verkeer. Enkel de officier verkeer, de drie agenten van politie en de drie medewerkster van het VESEC staan exclusief ter beschikking van de sectie verkeer. In de werkcapaciteit besteed aan deze taken dient te worden begrepen: Het opstellen aanvankelijke en navolgende PV; De behandeling van opdrachten van het parket; De administratieve behandeling van PV en OI; Het beantwoorden van bewaarschriften, klachten en aanbevelingen. Voor de berekening van de capaciteit die in aanmerking komt voor de 7de basisfunctionalitei werd er geen rekening gehouden met ouderschapsverlof, 4/5e arbeidsregeling, ziekteverlof, … Er werd evenmin rekening gehouden met INP of HINP die, omwille van medische vrijstellingen, niet beschikbaar zijn voor de sectie. Volgens de berekening, rekening houdende met het bovenstaande, wordt de vooropgestelde 8% binnen onze zone gehaald. Dit zowel in het organiek als reëel kader.
47
3. Voldoen we aan de door ons vooropgestelde kwaliteitsindicatoren? Binnen onze politiezone wordt er nog niet stelselmatig gewerkt met kwaliteitsindicatoren. Dit betreft een werkpunt voor de komende jaren. Ondanks het feit dat de zone nog niet structureel werkt met dergelijke indicatoren, trachten wij deze toch reeds toe te passen m.b.t. enkele basisfunctionaliteiten. Interventie Binnen onze politiezone wordt er naar gestreefd om bij dringende interventies binnen de 15 minuten ter plaatse te zijn. Onderstaande tabellen geven de aanrijtijden van de voorbije drie jaren weer. Hieruit blijkt dat de interventieploegen in 8 op de 10 gevallen binnen twintig minuten – en gemiddeld binnen vijftien minuten – na de oproep ter plaatse waren. In 2012 lag deze echter lager dan de vooropgestelde termijn. De interventieploegen worden aangestuurd vanuit de meldkamer in Antwerpen (CIC). De uitvalsbasis van de interventieploegen is het hoofdcommissariaat gelegen te Mol, beter bekend als ’t Getouw. Elke ploeg heeft een patrouillesector onder zijn verantwoordelijkheid (Noord-Zuid), zodat elke gemeente van de politiezone wordt beveiligd. Door deze indeling in sectoren kan de aanrijtijd minimaal blijven. Uit onderstaande tabel kan afgeleid worden dat – in 2010 - de gemiddelde aanrijtijd 0:16:20 uur bedroeg. De mediaan terzake betrof: 0:12:23 uur. Tabel 28 Aanrijtijden 2010-2012 Aanrijtijden: periode 01/01/2010 tot en met 31/12/2010 (in absolute cijfers) 20
0 - 5 min
5 - 10 min
10 - 15 min
15 - 20 min
20 - 30 min
30 - 60 min
60 - 120 min
> 120 min
TOTAAL
0
35
45
18
16
2
2
1
0
119
1
14
14
7
7
3
2
1
2
50
2
237
284
238
149
85
57
18
4
1072
3
184
224
313
246
245
138
34
7
1391
4
130
91
97
77
75
49
16
6
541
TOTAAL
600
658
673
495
410
248
70
19
3173
> 120 min
TOTAAL
Prioriteit
Aanrijtijden: periode 01/01/2010 tot en met 31/12/2010 (procentueel) Prioriteit
0 - 5 min
5 - 10 min
10 - 15 min
15 - 20 min
20 - 30 min
30 - 60 min
60 - 120 min
0
29%
38%
15%
13%
2%
2%
1%
1
28%
28%
14%
14%
6%
4%
2%
4%
100%
2
22%
26%
22%
14%
8%
5%
2%
0%
100%
3
13%
16%
23%
18%
18%
10%
2%
1%
100%
4
24%
17%
18%
14%
14%
9%
3%
1%
100%
TOTAAL
19%
21%
21%
16%
13%
8%
2%
1%
100%
100%
In 2011 steeg de gemiddelde aanrijtijd lichtjes tot 0:17:47 uur. De mediaan lag op 0:10:26 uur.
20
Prioriteit 0: levensbedreigende prioriteit (bij levensbedreigende situaties voor burgers en/of politiepersoneel met crimineel opzet) Prioriteit 1: absolute prioriteit (bij levensbedreigende situaties voor burgers en/of politiepersoneel al dan niet met crimineel opzet) Prioriteit 2: dringend (ernstige gevaarsituatie of een situatie waarbij uitstel kan leiden tot zwaardere gevolgen) Prioriteit 3: aanvaardbare termijn (routine incidenten die geen onmiddellijke interventie vereisen) Prioriteit 4: uitgestelde interventie (interventies uit te voeren en op te volgen door niet-interventieploegen)
48
Aanrijtijden: periode 01/01/2011 tot en met 31/12/2011 (in absolute cijfers) Prioriteit
0 - 5 min
5 - 10 min
10 - 15 min
15 - 20 min
20 - 30 min
30 - 60 min
60 - 120 min
> 120 min
TOTAAL
0
23
32
10
1
3
0
0
0
69
1
2
7
1
1
1
1
0
0
13
2
153
168
111
52
38
35
13
1
571
3
82
105
115
83
99
37
12
4
537
4
91
46
35
32
40
42
4
3
293
TOTAAL
351
358
272
169
181
115
29
8
1483
30 - 60 min
60 - 120 min
> 120 min
TOTAAL
Aanrijtijden: periode 01/01/2011 tot en met 31/12/2011 (procentueel) Prioriteit
0 - 5 min
5 - 10 min
10 - 15 min
15 - 20 min
20 - 30 min
0
33%
46%
14%
1%
4%
1
15%
54%
8%
8%
8%
8%
2
27%
29%
19%
9%
7%
6%
2%
0%
100%
3
15%
20%
21%
15%
18%
7%
2%
1%
100%
4
31%
16%
12%
11%
14%
14%
1%
1%
100%
TOTAAL
24%
24%
18%
11%
12%
8%
2%
1%
100%
100% 100%
Onderstaande tabel geeft weer dat de aanrijtijd in 2012 (0:13:40 uur) de laagste van de voorbije jaren was. De mediaan lag op 0:10:30 uur. Aanrijtijden: periode 01/01/2012 tot en met 31/12/2012 (in absolute cijfers) Prioriteit
0 - 5 min
5 - 10 min
10 - 15 min
15 - 20 min
20 - 30 min
30 - 60 min
60 - 120 min
> 120 min
TOTAAL
0
41
39
9
4
0
3
0
0
96
1
11
14
6
6
4
2
0
0
43
2
316
343
211
126
73
51
9
3
1132
3
174
249
260
198
188
94
13
2
1178
4
181
90
103
85
76
55
17
2
609
TOTAAL
723
735
589
419
341
205
39
7
3058
30 - 60 min
60 - 120 min
> 120 min
TOTAAL
Aanrijtijden: periode 01/01/2012 tot en met 31/12/2012 (procentueel) Prioriteit
0 - 5 min
5 - 10 min
10 - 15 min
15 - 20 min
0
43%
41%
9%
4%
1
26%
33%
14%
14%
2
28%
30%
19%
3
15%
21%
4
30%
TOTAAL
24%
20 - 30 min
3%
100%
9%
5%
100%
11%
6%
5%
1%
0%
100%
22%
17%
16%
8%
1%
0%
100%
15%
17%
14%
12%
9%
3%
0%
100%
24%
19%
14%
11%
7%
1%
0%
100%
49
Wijkwerking De wijkwerking vormt een belangrijke hoeksteen van ons veiligheidsbeleid. Elke gemeente binnen de politiezone beschikt over een eigen wijkkantoor waar burgers terecht kunnen voor klachten en informatie. Een belangrijke taak van de wijkinspecteur is het bevorderen van het veiligheidsgevoel van de burgers. De wijkinspecteurs vormen het aanspreekpunt voor de lokale bevolking als het gaat om overlast, storende problemen en kleinschalige criminaliteit. De inspecteurs bemiddelen in geschillen en winnen informatie in. Daarnaast zijn ze belast met diverse controles, verkeers- en schooltoezichten en administratieve en gerechtelijke opdrachten. De politiezone telt in totaal achttien wijkinspecteurs, waarvan zes in Balen, drie in Dessel en negen in Mol. Dit komt voor 2012 neer op gemiddeld één wijkinspecteur per 3 676 inwoners. De laatste jaren kende de politiezone Balen-Dessel-Mol een enorme bevolkingsgroei, met meer dan 5 000 inwoners op tien jaar. Daarnaast merken we een grotere bereikbaarheid van de wijkinspecteurs op (onder meer ten gevolge van de laagdrempeligheid, het uitbouwen van sociale netwerken, persoonlijk e-mailadres en gsm-nummer, …). Verder stellen we een enorme stijging vast in het verlenen van bijstand aan de deurwaarder. Deze bijstand wordt bijna wekelijks (voor een halve of volledige dag) gevraagd. Om de administratieve werklast van de wijkwerking te verminderen, werd in 2010 de dienst ‘kantschriften’ opgericht. De cel wordt bemand door medewerkers die wegens medische beperkingen geen volledige operationele buitendienst kunnen vervullen. Deze dienst betekent een verlichting van de werklast van de wijkinspecteurs. Daarnaast worden zij ook ingezet voor de dagelijkse verkeersregelingen. Naast meetbare (bijvoorbeeld het aantal kantschriften, opgestelde PV’s, bestuurlijke aktes, …) zijn er ook niet (altijd) meetbare indicatoren (zoals bemiddeling in burenruzies of nazicht ‘vrij onder voorwaarden’). Het totaal van het gemiddelde van de ‘meetbare indicatoren’ – per wijkinspecteur – bedroeg in 2012 in Balen: 450. In Dessel was dit 408 en in Mol 381. Bij een woninginbraak wordt – indien de dienst het op dat moment toelaat - door de interventieploeg een buurtonderzoek gedaan. Indien dit niet mogelijk is, neemt de wijkagent dit voor zijn/haar rekening. De cel preventie voert de herbezoeken en het technopreventief advies aan slachtoffers uit. Onderstaande tabel geeft aan dat het aantal woonstveranderingen per wijkinspecteur doorheen de jaren sterk toegenomen is. Tabel 29 Woonstveranderingen Gemeente
2002
2010
2011 (tot 30/09)
2012
Balen
958
1 333
759
1 353
Dessel
374
481
236
455
Mol
1 828
2 197
2 118
2 495
TOTAAL
3 160
4 011
3 113
4 303
50
Tabel 30 Openingsuren van het onthaal Wijkpost
Uren geopend in 2012
Balen
1 282 (256u per wijkinspecteur/jaar)
Dessel
1 088,5 (362u/ per wijkinspecteur/jaar)
Mol
Bijna geen wijkinspecteur constant aanwezig. Er wordt iemand geroepen indien nodig.
In de praktijk is de wijkpost Mol altijd open, doch hier geldt het onthaal niet zoals op andere wijkposten. Er worden bijna geen klachten genoteerd, aangezien de hoofdpost op wandelafstand is. Inwoners springen er echter ten allen tijde binnen, gezien het de locatie van de wijkinspecteurs betreft, altijd open is én bovendien in het midden van het centrum van Mol gelegen is. Tot slot bleek uit de lokale veiligheidsbevraging 2011 overigens dat ongeveer 43 procent van de respondenten hun wijkinspecteur kent of er soms contact mee heeft. Echter ruim 16 procent zou er graag meer contact hebben; vooral de inwoners van 35 jaar en ouder.
51
Andere operationele diensten Ons korps telt, naast het hoofdkantoor in Mol, drie wijkposten; namelijk te Balen, Dessel en Mol. Naast deze wijkposten werken wij binnen onze zone met een pool van genuanceerde polyvalentie, verder onderverdeeld in vijf projecten. Wanneer men dus niet deelneemt aan de interventieploegen of onregelmatige diensten, doet men aan projectwerking in de cel of sectie waartoe men behoort. De projectcellen staan onder leiding van een beleidsofficier. Tot slot beschikt onze zone over een aparte recherchedienst, onder leiding van een recherchecoördinator. Onderstaand overzicht geeft de verschillende projecten weer: Verkeer (1/3/10 + 3 agenten + 3 bedienden VESEC) Slachtofferbejegening, Jeugd en Gezin (2/3/6 + 1 MA tot 01/09/2013) nadien (3/4/6) Diefstallen-Preventie (1/3/13) Drugs (1/2/8) Bijzondere Wetten (1/4/13) (Vreemdelingen, Ruimtelijke Ordening & Stedenbouw-Milieu, wapens, rampenplannen,…)
Opdrachten en taken van federale aard De uitvoering van de opdrachten en taken van federale aard door de lokale politie, worden bepaald door art. 61 en art. 62 van de WGP. De dwingende richtlijnen hiervoor zijn vervat in de omzendbrieven MFO-1 tot MFO-6. MFO-1, inzake het verzekeren van de openbare orde in hoven en rechtbanken, het overbrengen van gevangenen en het handhaven van de orde en veiligheid in gevangenissen in geval op oproer of onlusten, wordt door de zone toegepast (bijvoorbeeld: uithalen van gevangenen om een laatste groet te kunnen brengen aan een overleden ouder, handhaven van de orde bij onlusten in de gevangenissen van Turnhout of Merksplas). Bovendien heeft onze politiezone Balen-Dessel-Mol twee gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand op haar grondgebied. Het overbrengen van, in de jeugdinstelling geplaatste minderjarigen, valt ook onder de toepassing van MFO-1. Concreet betekent de werklast qua overbrengen ongeveer 2 FTE op jaarbasis. De inzet is echter niet gespreid, maar geconcentreerd op enkele dagen, zodat de inzet van ploegen (tot acht mensen per dag) de basispolitiezorg in het gedrang brengt. De MFO-2, inzake het personeelscapaciteitsbeheer en het verlenen van versterking door de lokale politie bij opdrachten van bestuurlijke politie, vormt geen moeilijkheid voor de zone. Naast de formele afspraken met betrekking tot de uitvoering van suprazonale opdrachten, bestaat er in het gerechtelijk arrondissement Turnhout de afspraak dat politiezones elkaar maximaal ondersteunen bij de uitvoering van de basisopdrachten wanneer door omstandigheden bijkomende personeelscapaciteit tijdelijk zou vereist zijn. In het raam van de voetbalproblematiek wordt er voor gezorgd dat voor alle wedstrijden (thuis en op verplaatsing) van KFC Dessel Sport (voor zover actief in 1 ste, 2de of 3de klasse), spotters worden ingezet. In het raam van de toepassing van de MFO-3 wordt er door de functioneel en technisch beheerder gewerkt aan de invulling ervan. De politiezone Balen-Dessel-Mol levert een grote bijdrage aan de werking van het Arrondissementeel Informatie kruispunt (AIK) door de afdeling van één personeelslid naar de steundienst van de federale politie. Krachtens art. 62 1° WGP + 23 WPA§3 doet het korps de voorleiding van aangehouden personen van de eigen diensten. De overbrenging en voorleiding van gevangenen (van aangehouden personen voor het ganse arrondissement Turnhout), opgesloten in de gevangenis van Turnhout naar het gerechtsgebouw te Turnhout en Antwerpen, gebeuren door het korps van de politiezone regio Turnhout. 52
Krachtens art. 61.1° + 4° + 44 WPA verlenen wij de sterke arm aan overheidsambtenaren (deurwaarders, inspecteurs van de sociale inspectie, …) wanneer wij daartoe opgevorderd worden. We betekenen vonnissen en dagvaardingen in de wettelijk voorziene gevallen. Krachtens art. 62 1° WGP + 18 t/m 21 WPA oefenen wij toezicht uit op en voeren wij opdrachten uit m.b.t. geesteszieken, geïnterneerden, voorwaardelijk invrijheidgestelden en vreemdelingen. Verder worden 25 personeelsleden regelmatig getraind om deel te kunnen uitmaken van de zogenaamde “marseenheden” of “gehypothekeerde capaciteit” (HYCAP). Deze kunnen dan ingezet worden in het kader van Art. 62.10° + 64 WGP. In 2012 werden in totaal 1 090,44 manuren ‘geleverde steun’ gepresteerd. Dit aantal omvat zowel laterale steun, arrondissementele solidariteit als HYCAP. Op vlak van de criminaliteit neemt onze zone deel aan arrondissementele en nationale acties tegen o.m. inbraken, acties in samenwerking met de arrondissementele inspectiecel en de diverse bevoegde federale diensten. Ook aan internationale acties (in samenwerking met de Nederlandse politie) wordt op actieve wijze een bijdrage geleverd (drugs, diefstal, milieu, vuurwerk, verkeer, …). Tot slot neemt de politiezone Balen-Dessel-Mol deel aan de zogenoemde WODCA-acties (Weekend Ongevallen door Controles Aanpakken) en verkeerscampagnes van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV).
Bijdrage aan het nationaal veiligheidsplan 2008-2011 De prioritaire veiligheidsfenomenen uit het NVP 2008 – 2011 waren: ernstige geweldsmisdrijven, eigendomsdelicten, ernstige economische- financiële criminaliteit, drugproductie, drughandel en druggerelateerde criminaliteit, ernstige informaticacriminaliteit, zware milieucriminaliteit, intrafamiliaal geweld/partnergeweld, terrorisme, mensenhandel en mensensmokkel, jongerencriminaliteit, verkeersonveiligheid, overlast en straatcriminaliteit. De gekozen prioriteiten en aandachtspunten voor onze politiezone voor het ZVP 2009 – 2012, waren: drugs, diefstallen, verkeer en kwaliteitsvolle dienstverlening. Deze vielen volledig binnen de aanpak van de prioriteiten zoals weerhouden in het NVP. Tot slot streven wij naar de implementatie van de visie “Naar een excellente (gemeenschapsgerichte, informatiegestuurde en optimale) politiezorg”.
53
Opdrachten en taken ten voordele van derden In het kader van PLP 41 werd een breder actieplan rond de aanpak van spijbelen opgesteld. Uit de samenwerking tussen de scholen en de politiezone kwam een aanspreekpunt inzake jeugdcriminaliteit tot stand. Dit aanspreekpunt betreft een lid van de sectie Slachtofferzorg, jeugd en gezin. Inzake het spijbelbeleid werd bovendien een partnerschap afgesloten met de schoolgemeenschappen. Er werden duidelijk afspraken gemaakt en vastgelegd inzake de doorverwijzing, de aanpak van drugs en geweld en de wijze van contactname. Voor onze politiezone richt het ‘scholenprotocol’ tussen politie, parket en de scholen zich vooral op het “probleemgedrag” (ruime betekenis) en niet zozeer op de spijbelproblematiek (aangezien dit binnen onze politiezone nu niet als een ernstig probleem wordt ervaren). Verder werd, in het kader van COL 3/2006 en COL 4/2006, binnen ons korps een afhandelingprocedure opgelegd over feiten van intrafamiliaal geweld. Er werd niet alleen een samenwerking uitgewerkt met CAW De Kempen (specifiek over deze problematiek), maar er werden ook richtlijnen opgesteld volgens dewelke de politiediensten contact moeten opnemen met het parket. De politiezone Balen-Dessel-Mol gaat jaarlijks ook in op o.a. volgende verzoeken: het geven van technopreventief advies, informatieavonden rond buurtinformatienetwerken en gemeentelijk administratieve sancties, vakantietoezicht, verkeerstoezicht bij lokale evenementen, verkeerstoezicht aan de scholen, … Voor deze diensten van de politiezone wordt geen vergoeding gevraagd. Er werd door de politieraad, wat de uitvoering van taken ten voordele van derden tegen betaling betreft, nog geen reglement vastgesteld conform Art 90 WGP De uitvoeringsbesluiten ontbreken in deze. Wel wordt onze zone gecapteerd met niet lokaal gebonden organisatoren (Daydream, weekend Magnifique, …). De inzet qua verkeersgeleiding, algemeen toezicht, bemanning commandoposten, …) wordt dan ook niet verrekend.
54
2.6.2 De interne werking Management van medewerkers Medewerkerstevredenheidonderzoek In het voorjaar van 2011 werd door onze politiezone een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd. Aan de resultaten van dit onderzoek werden enkele actiepunten gekoppeld. Om tot oplossingen te komen werd een werkgroep opgericht. Zowel de resultaten als de actiepunten werden intern gecommuniceerd. Actiepunten 1.
Arbeidsomstandigheden / voorzieningen
Ruim 48 procent van de medewerkers is van mening dat de arbeidsomstandigheden verbeterd moeten worden. Bijna 70 procent van de korpsleden is niet tevreden over de werkruimte en 43 procent is van mening dat er onvoldoende aandacht is voor veiligheid op het werk.
Werkruimte De korpsleden spreken vooral over een nieuwe werkomgeving vanwege het plaatsgebrek in het huidige hoofdcommissariaat. De aankoop van een perceel in de Guido Gezellestraat (2012) betekende een belangrijke stap in de realisatie van een nieuwe hoofdpost van politie. Om dit nieuwbouwproject mee in goede banen te leiden, werd in 2012 overgegaan tot de aanstelling van een externe projectbegeleider. In 2013 werden de procedures gestart voor de aanbesteding van de sloopwerken en de aanstelling van de ontwerper. M.b.t. inspraak in dit project, werd een werkgroep (met vertegenwoordiging van alle medewerkers uit het korps) opgericht, die regelmatig samenkomt. Verder verhuisde de wijkpost Dessel in 2011 naar een nieuwe locatie en ook in Balen zijn er plannen voor een nieuwe locatie. De stand van zaken rond de huisvesting wordt steeds gecommuniceerd in de interne nieuwsbrief.
Materiaal Zorg voor materiaal en opvolging is nodig. Er werd een gesloten kast met registratiesysteem aangekocht.
Aandacht voor veiligheid In dit verband ervaart 69 procent het werk op straat als onveiliger en spreekt men over de aanschaf van kogelwerende vesten en de veiligheid op de werkvloer. Er zijn ook opmerkingen gemaakt over het gebruik van prioritaire voertuigen (parkeren en manoeuvreren). Er werden individuele kogelwerende vesten geleverd en verdeeld. Bovendien zal er jaarlijks budget voorzien worden om vesten aan te kopen voor nieuwe personeelsleden. Een werkgroep werd betrokken in de aanschaf hiervan. Tevens werden de nodige initiatieven genomen om de veiligheid op de burelen te verhogen. Verder dragen initiaties GPI 48 bij tot veiliger werken op straat. Tot slot werd een stappenplan (met o.a. een risicoanalyse) opgemaakt voor het gebruik van prioritaire voertuigen. 2.
Werkdruk
Ruim 73 procent van de respondenten werkt regelmatig onder tijdsdruk en 65 procent geeft aan dat de werkdruk is gestegen, zowel CALog- als operationele personeelsleden. Toch vindt meer dan de helft van de medewerkers dat de werkdruk niet te groot is en 63 procent kan het werk dan ook goed aan.
55
Dienstdruk Aangezien de werkdruk voor de meeste personeelsleden niet te groot is en men het werk goed aan kan, denkt de werkgroep dat werkdruk beter gedefinieerd kan worden als dienstdruk of agendadruk.
Dienstrooster Elf personeelsleden zijn niet tevreden over het dienstrooster. Hiervan situeren de meeste medewerkers zich in de leeftijdscategorie van 36 tot en met 45 jaar oud. Slechts 7 procent van de oudere werknemers is negatief over het dienstrooster. Dit spreekt de veronderstelling dat vooral oudere korpsleden minder tevreden zouden zijn, tegen. Vooreerst werd een initiatief genomen om de overuren te beperken. Verder werd een bevraging georganiseerd inzake de dienstplanning. Op basis van hiervan werd beslist om de dienstplanning te behouden. Tot slot werd de taakverdeling geëvalueerd.
Onbeschikbaarheden De vele onbeschikbaarheden (ziekteverlof, syndicaal verlof, opleidingen, ...) zijn een mogelijke oorzaak van de toegenomen werkdruk. De taken van de afwezige personeelsleden moeten immers worden overgenomen door andere collega's. Vervanging voorzien is niet altijd mogelijk.
Wijkwerking Uit het MTO blijkt dat de werkdruk vooral aandacht vraagt binnen de wijkwerking. Hierin zijn inmiddels verschillende initiatieven genomen zoals de oprichting van de dienst kantschriften om de administratieve werklast te verminderen en de aanwerving van nieuwe wijkinspecteurs om het tekort op te vullen. 3.
Opleiding / loopbaanperspectieven
Training en opleiding werd als vierde verbeterpunt aangeduid. De meeste personeelsleden vinden dat ze onvoldoende worden geïnformeerd en gestimuleerd om opleidingen te volgen. De leidinggevenden houden volgens de enquêteresultaten wel rekening met de opleidingswens. Om aan de verzuchtingen inzake het opleidingsbeleid tegemoet te komen, werd in 2012 tevens een interne bevraging georganiseerd. Hierbij werd aan alle betrokken personeelsleden gevraagd welke opleidingen zij nog zouden willen volgen. Deze resultaten werden opgelijst en overgemaakt aan de politiescholen (aantonen welke behoeften er op vlak van opleiding zijn). Deze gegevens worden eveneens gebruikt om, wanneer opleidingen bekendgemaakt worden, de desbetreffende personeelsleden hierover te informeren. Uiteraard horen loopbaanplanning en bijbehorende opleidingen ook thuis in de functioneringsgesprekken met medewerkers. Om binnen onze politiezone betere loopbaanperspectieven te bieden, werd de mogelijkheid tot ‘interne mobiliteit’ voorzien. Zo wordt elke vacature eerst intern vacant verklaard, door middel van een ‘interne bevraging’. Op het moment van dergelijke interne bevraging, kunnen medewerkers niet enkel postuleren voor de vacante bediening, maar ook postuleren voor andere (toekomstig vacante) functies. 4.
Communicatie
Op het vlak van informatievoorziening is ruim 31 procent minder tevreden over de schriftelijke werkinstructies en de informatie rond de doelen van het korps. 45 procent krijgt teveel niet relevante informatie. Hierbij spreken de personeelsleden vooral over het e-mailverkeer. Ten eerste willen we , door de applicatie van een ‘intranet’, de e-mailstroom beperken. Verder is de zone bezig met de opstart van digitale archivering van briefwisseling en faxen. Tevens verschijnt er tweewekelijks een interne nieuwsbrief. Medewerkers worden bovendien aangespoord om nietrelevante informatie niet via de mail aan alle medewerkers (“to all”) te verspreiden.
56
5.
Opvang na schokkende ervaringen
Veertig procent van de personeelsleden heeft een schokkende ervaring gehad. Hiervan zijn er ook twee personeelsleden van het administratief en logistiek kader. De korpsleden die een schokkende ervaring hadden, situeren zich naar verhouding vooral in de leeftijdscategorie van 36 tot en met 45 jaar oud. Ruim 42 procent van de respondenten is niet tevreden over de opvang na een dergelijke gebeurtenis. Het volledige item ‘opvang van collega’s na een schokkende ervaring’ wordt bekeken met het oog op het opstellen van een draaiboek. Op dit moment werken we in de politiezone reeds met vertrouwenspersonen en het stressteam van de federale politie. Aandachtspunten 1.
Gedrag op het werk
Over het algemeen voelen de personeelsleden zich op hun gemak op het werk en kunnen ze terecht bij de leidinggevenden indien er conflicten zijn. Opvallend is dat ruim dertig procent geen antwoord gaf op de vraag of ze terecht kunnen bij de vertrouwenspersonen. De folder over de vertrouwenspersonen is aan de onthaalmap toegevoegd. De vertrouwenspersonen werden ook voorgesteld in de interne nieuwsbrief. 2.
Contact met leidinggevende/ manier van leiding geven
Hoewel de medewerkers hun leidinggevenden over het algemeen positief beoordelen, zijn er een aantal aandachtspunten uit het onderzoek naar voren gekomen. Daarnaast wordt de manier van leiding geven als tweede verbeterpunt aangegeven. Het evaluatiesysteem (plannings- en functioneringsgesprekken) zal bij alle medewerkers toegepast worden. Bovendien kunnen korpsleden van deze gelegenheid ook gebruik maken om suggesties te doen (dit kadert ook in het loopbaanbeleid en de opleidingsmogelijkheden). Verder zal er aandacht gegeven worden aan het geven van feedback door leidinggevenden. 3.
Aandachtspunten bovenlokaal
Imago Het imago van de politie werd minder positief beoordeeld en staat op de derde plaats van aandachtspunten. Ruim 42 procent van de medewerkers is van mening dat de politie, in het algemeen, een negatief imago heeft. Binnen het korps blijft dit, te allen tijde, een aandachtspunt van elke politiemedewerker. Als korps willen wij ons inspannen om, enerzijds, onze personeelsleden aan te spreken op voorkomen/ handelingswijze en anderzijds trachten meer feedback te geven aan de bevolking (vb. omtrent acties, criminaliteit,…).
Salaris Ruim 25 procent van de personeelsleden geeft het salaris als verbeterpunt aan.
Loopbaan Vroeger telde de anciënniteit in de carrière van een personeelslid. In het huidige statuut is dit niet meer het geval. Dit zorgt voor enige onzekerheid bij personeelsleden. Nu speelt een bepaalde onzekerheid die men vroeger niet had.
57
Management van medewerkers – stand van zaken Naast bovenstaande actiepunten en de, daar aan gekoppelde, oplossingen, werden nog andere initiatieven genomen inzake het management van medewerkers. De politiezone investeert in de korpsleden door hen professionele opleidingen te laten volgen. De personeelsleden krijgen voldoende ruimte om hun vaardigheden te verbeteren door middel van voortgezette en functionele opleidingen en diverse vormingsdagen.
In het kader van “welzijn op het werk” vindt regelmatig overleg plaats tussen de dienst HRM, de arbeidsgeneesheer en de (externe) preventiedienst. Naar aanleiding van de komst van de nieuwe medewerkers, werd in 2012 een onthaalprocedure opgesteld. Deze procedure bestaat uit het onthaal van de medewerker, peter-meterschap, overlopen en meegeven van een ‘onthaalmap’, ontvangen van de deontologische code, … Iedere nieuwe medewerker zal deze onthaalprocedure voortaan doorlopen. Onze politiezone beschikt over dertien mentoren (situatie op 01/06/2013) voor de begeleiding van stagiairs. Krachtens CP321 werd in onze politiezone een procedure voor het beheer van klachten uitgewerkt. Met betrekking tot de werkwijze bij klachten van burgers tegen collega’s werd ook een korpsnota verspreid. De officier HRM is belast met de taak van ‘Intern Toezicht’ en behandelt elke klacht eenvormig. In 2011 zijn er in de politiezone meer onderzoeken uitgevoerd dan voorgaande jaren (2009: 12, 2010: 12, 2011:19). De klachten gaan voornamelijk over het optreden van politieambtenaren bij allerhande conflictsituaties. De waardering en erkenning bestaat hoofdzakelijk uit het openlijk erkennen van goede resultaten, wat zich vertaalt in de vorm van schriftelijke felicitaties of een informele ‘schouderklop’. Ook externe felicitaties of dankbetuigingen werken motiverend. Deze felicitaties worden door de korpschef opgevolgd en bewaard in het persoonlijk dossier van het betrokkene personeelslid. In 2009 werd een communicatieverantwoordelijke aangeworven. Zij neemt zowel de interne als de externe communicatie (naast de persofficier) voor haar rekening. De communicatieverantwoordelijke zorgt o.a. – tweewekelijks – voor een Korpsinfonieuws (met nieuws omtrent belangrijke wetswijzigingen, vacatures, aandachtsvestigingen, nieuwkomers in de zone, georganiseerde activiteiten,). Uit het MTO bleek dat deze aanwerving als een meerwaarde wordt ervaren. Tot slot worden er jaarlijks diverse formele en informele activiteiten georganiseerd om de onderlinge relaties van medewerkers te bevorderen en een positieve werksfeer te creëren. De activiteiten worden door de politiezone financieel ondersteund. Daarnaast organiseren de vrijwilligers van de vriendenkring activiteiten voor de korpsleden en hun families. De voorbije jaren konden de medewerkers onder meer deelnemen aan een paasfeest, een barbecue, nieuwjaarsreceptie en diverse sportactiviteiten.
21
CP3: een organisatie kan maar beter zorgzaam omgaan met klachten van de klanten. Niet zelden brengen de kritische opmerkingen toch zwakke punten in de dagelijkse werking of, belangrijker nog voor opvolging en remediëring, feitelijke gegevens over een niet wenselijke, ongepaste of ronduit foute houding van de medewerkers aan het licht.
58
Management van middelen Financiën van de politiezone In navolging van de Beleids en Beheerscyclus (BBC) van de gemeenten volgen, bereidt de korpsleiding heden niet enkel de begroting 2014 voor, maar tevens een financieel meerjarenplan. De politiezone tracht het financieel beleid aan het politiebeleid op strategisch niveau te koppelen. Inkomsten De begroting valt ten laste van de verschillende gemeenten van de politiezone en de federale overheid. Het grootste deel van de financiële middelen, ongeveer zestig procent, komt van de bijdragen van de drie gemeenten. Ook de diverse toelagen van de federale overheid vormen een belangrijke financieringsbron voor de lokale politie. Jaarlijks wordt de begroting voor onze politiezone reeds voorbereid vanaf mei en geconcretiseerd in de loop van september en oktober. De begroting wordt in december voorgelegd aan de politieraad. Met het oog op het opmaken van de begroting wordt jaarlijks (via de desbetreffende officieren) gepeild naar de essentiële behoeften qua werkingsmiddelen van de verschillende projecten, diensten en wijkposten. Alle rekeningen tot en met 2011 werden op 30/09/2013 afgesloten en goedgekeurd door de toezichthoudende overheden. Dit impliceert dat de gemeentelijke dotaties ook reeds konden verminderd worden met de overschotten op deze rekeningen. De politiewerking genereert nog steeds een meerkost voor onze gemeenten. Het goedgekeurde operationeel kader stemt overeen met de minimale veiligheidsnorm, waardoor de kost per inwoner draagbaar blijft voor onze gemeenten. Anderzijds zijn onze bestuurders bereid om te investeren in allerlei technologische ontwikkelingen. Zo is ons korps uitgerust met een degelijk computerpark, ANPR-camera’s, … en kent het korps investeringen voor de bouw van een nieuwe hoofdpost en de huur van een nieuwe wijkpost. Investeringen De voornaamste investeringen van de voorbije jaren waren: aankoop van een bouwgrond voor de bouw van een nieuwe hoofdpost van politie, de uitbouw van een cameranetwerk in onze politiezone, secondchance vesten, snel-interventievoertuig, vier combi’s, één personenwagen hondengeleider, een verkeersanalysetoestel, variabele zone 30-borden, snelheidsinformatieborden, …
59
Huisvesting De diensten van de politiezone zijn nu gehuisvest in vier gebouwen: het hoofdcommissariaat in Mol en de drie wijkposten in de betrokken gemeenten. In 2012 werd overgegaan tot de aankoop van een perceel in de Guido Gezellestraat in Mol, voor de bouw van een nieuw hoofdkantoor. Ondertussen werden reeds stappen gezet voor de uitvoering van de sloopwerken en de aanstelling van de architect - ontwerper. In Balen is de wijkpolitie ondergebracht in een deel van het gemeentehuis. De sociale huisvestingsmaatschappij is echter bezig met een nieuwbouwproject, waarin ook een wijkkantoor voor politie opgenomen is. Er werd tussen de politiezone en huisvestingsmaatschappij een huurovereenkomst afgesloten. In 2011 verhuisden de wijkinspecteurs en de onthaalbediende van de wijkpolitie Dessel naar de gerenoveerde en verbouwde ‘Villa Verbeeck’. De lokale politie huurt dit gebouw van de gemeente Dessel.
Tot slot werden er, om het plaatsgebrek in de wijkpost Mol tijdelijk op te vangen, twee hob-units geplaatst. Het gerechtelijk secretariaat en LIK werden hierin gehuisvest. In 2013 konden deze diensten echter verhuizen naar een achterliggende woning van de Regie der Gebouwen. De hob-units werden verwijderd.
Wagenpark Het wagenpark van de politiezone bestaat op dit moment uit 31 voertuigen, twee motoren, 41 fietsen en drie aanhangwagens. Begin 2010 werden, om de veiligheid van medewerkers te verhogen, alle dienstvoertuigen van de politiezone uitgerust met een track en trace-systeem. Dit is een systeem waarmee er online geografisch kan worden gezien waar de voertuigen zich bevinden. De vervanging van voertuigen is opgenomen in een meerjarenplanning.
60
Management van processen Organogram Het organogram van de politiezone werd de laatste jaren op een aantal punten gewijzigd. In het nieuwe organogram zijn onder meer de rode lopers22 (niet-beleidsofficieren) opgenomen. Daarnaast is er een nieuwe indeling van de polyvalente pool en werd de dienst kantschriften opgericht. De dienstorganisatie werd verder aangepast met een wijziging van de piekploeg en de inschakeling van een dagcoördinator. Verder werd een dienst ‘kantschriften’ opgericht om personeelsleden, met (medische) vrijstellingen aangepast werk te geven.
Beleidsondersteuning De pool ‘beleid en ondersteuning’ bestaat uit burgerpersoneel (CALog-medewerkers) die zich bezighouden met allerhande taken van administratieve en technische aard.
Processen Het beleid tracht om medewerkers attent te maken op het belang van kwaliteitsvol en competent optreden. Zowel in de officierenvergadering, de maandelijkse beleidsvergadering als op korpsvergaderingen, wordt bijzondere aandacht geschonken aan o.a.: (praktische) gerechtelijke werkprocessen, BIN/WIN’s, sporenopname, interne communicatie, … Verder worden korpsonderrichtingen en dienstnota’s steeds aan iedereen gecommuniceerd en zijn zij permanent consulteerbaar. Binnen onze politiezone willen we, door het LIK, de beleidsondersteunende dienst ICT, de kwaliteitsbewaking van PV’s met aandacht voor vatting binnen de ANG (waarin het gerechtelijk secretariaat een belangrijke taak opneemt) en de functionele samenwerking met het AIK (gerealiseerd door de detachering van een personeelslid (INP) naar het AIK, eveneens een sterke focus leggen op structurele aspecten van informatiebeheer en IGPZ. Het verder ontwikkelen van een informatiegestuurde cultuur blijft een aandachtspunt. Het korps heeft, op het vlak van de beschrijving en de inbedding van processen, nog een weg af te leggen en zal hiervoor inspanningen blijven leveren.
22
‘rode lopers’: leden van het middenkader die naar aanleiding van de politiehervorming automatisch overgaan naar het officierenkader.
61
2.7
Samenwerking
2.7.1 Interzonale, bovenlokale en internationale politiesamenwerking Protocol ‘arrondissementeel netwerk audiovisueel verhoor van minderjarigen’ Dit protocolakkoord werd afgesloten tussen de Procureur des Konings, de zeven korpschefs en de gerechtelijk directeur en creëert een netwerk van opgeleide politiemensen die een audiovisueel verhoor van minderjarigen op een professionele manier kunnen uitvoeren, de coördinatie en dispatching van de opdrachten van het parket terzake, de taken van de coördinator, e.d. Ook het gebruik van het ingericht lokaal van de politiezone Geel-Laakdal-Meerhout werd geregeld. Protocol ‘interventie’ Met de zeven politiezones binnen het arrondissement Turnhout, werd een protocol afgesloten waardoor er voor dringende interventies of bijstand, een beroep kan gedaan worden op een naburige interventieploeg(en), wanneer de eigen interventieploegen bezet zijn. In dit protocol werden ook de criteria opgenomen om te oordelen of het al dan niet over een ‘dringende interventie’ gaat. Dit protocol wordt zeer regelmatig toegepast en heeft als voordeel dat een nieuwe dringende oproep toch vrij snel kan beantwoord worden indien de eigen interventieploegen bezet zijn, of dat er vrij snel bijstand kan gegeven worden aan een interventieploeg in nood. Protocol ‘gebruik politiecellen’ Dit protocol werd afgesloten tussen alle korpsen binnen het arrondissement en de directeurcoördinator van de federale politie. Wanneer de cellen in de eigen zone volzet zijn, kan er wederzijds gebruik gemaakt worden van vrije cellen van een andere politiezone. Hiervan wordt in de praktijk zeer regelmatig gebruik gemaakt. De gebruiksregels zijn opgenomen in het protocol. Protocol ‘HRM’ Het doel van dit protocol, afgesloten tussen alle politiezones van het arrondissement Turnhout, is een structurele samenwerking voor wat betreft de planning, uitvoering, controle en evaluatie van de processen op het gebied van human resources. Protocol ‘logistiek’ Dit protocol beoogt een logistieke samenwerking tussen alle ‘officieren logistiek’ van de politiezones van het arrondissement Turnhout. Concreet geeft dit vooral aanleiding tot het uitwisselen van lastenboeken in functie van de behoeften. Protocol ‘logistieke steun’ Met de federale politie werd een protocol afgesloten inzake het leveren van logistieke steun. Dit laat toe dat we bijvoorbeeld uitrustingsstukken en andere materialen kunnen afnemen van federale markten van de federale politie. Protocol ‘slachtofferbejegening’ Dit protocol beoogt een structurele samenwerking voor de functie ‘politionele slachtofferbejegening’ met alle politiezones binnen het arrondissement Turnhout. Ieder korps participeert in het ‘welzijnsteam’ dat o.a. instaat voor de organisatie van opleidingen en bijscholingen van alle politiefunctionarissen. Eén korpschef vertegenwoordigt ook alle korpschefs binnen de ‘arrondissementele raad’ voor het slachtofferbeleid.
62
Protocol ‘verkeer’ Met alle politiezones in het arrondissement Turnhout werd een protocol afgesloten waarmee er een fenomeenoverleg verkeer (FOV) opgericht werd. Dit forum fungeert als denktank voor allerlei verkeersvraagstukken. Protocol inzake ‘de verlichting en vereenvoudiging van sommige administratieve taken van de lokale politie’ Protocol afgesloten tussen het parket van het gerechtelijk arrondissement Turnhout en de zeven politiezones binnen het gerechtelijk arrondissement. Protocolakkoord houdende het politioneel interventieplan (PIP) voor de provincie Antwerpen Arrondissementele overeenkomst met betrekking tot de bestuurlijke informatiestroom en de uitwisseling van gegevens over groeperingen en te volgen personen tussen de lokale politiekorpsen en de gedeconcentreerde eenheden van de federale politie in het arrondissement Turnhout Daarnaast nemen diverse medewerkers van de politiezone deel aan onderstaande, bovenlokale (overleg)fora: HETPBO: aangezien de politiezone Balen-Dessel-Mol een grenszone is, nemen wij viermaandelijks deel aan het politieoverleg Hasselt (B) – Eindhoven (NL) – Turnhout (B). Operationeel Grensoverleg (informatie-uitwisseling) met Nederlandse collega’s uit de grensstreek (OGO) Arrondissementeel rechercheoverleg Fenomeenoverleg Verkeer (FOV) Fenomeenoverleg Drugs (PAD) Fenomeenoverleg Diefstallen B/NL forum GSR (Grensoverschrijdende samenwerking bij rampenbestrijding) BECOR Netwerk Excellente Politiezorg – Provincie Antwerpen (EPZ): netwerk van beleidsmedewerkers en procesbegeleiders.
63
2.7.2 Andere protocols of samenwerkingsakkoorden met niet-politionele partners en derden Protocols ‘buurtinformatienetwerken’ (BIN) en ‘winkelinformatienetwerken (WIN) In onze drie gemeenten samen zijn er vier BINS’s en één WIN (Mol-Centrum) actief, waarvoor telkens een protocol werd afgesloten. Dit zijn er twee in Balen (Hulsen en Rosselaar), één in Dessel (Stenehei) en één in Mol (Keikenstraat – Hoogeind). In deze protocols worden de afspraken vastgelegd tussen de BIN coördinator, de burgemeester en de korpschef van de politie. Protocol ‘Intercommunaal Centrum Geweldsbeheersing’ (ICG) Ingevolge een overeenkomst tussen de intercommunale IOK en het provinciebestuur werd in 1997 een nieuwgebouwde schietstand in gebruik genomen in Kasterlee voor de toenmalige gemeentepolitie. Het beheer ervan is in handen van een beheerscomité bestaande uit de directeur van de IOK, een aantal burgemeesters, de korpschefs van alle deelnemende politiezones en een vertegenwoordiger van de gouverneur. In het ICG volgen alle politiemensen uit het arrondissement bij beurtrol hun schiettrainingen (dwang met vuurwapen) en de korpsen leveren ook bij beurtrol de nodige bijkomende schietmonitoren. Protocol ‘gesubsidieerde contractuelen’ (GESCO’s) Tussen de Vlaamse minister van Tewerkstelling en de politiezone Balen-Dessel-Mol werd, in 2002, een ‘contingentovereenkomst meergemeentezones’ afgesloten voor de inzet van 6 FTE gesubsidieerde contractuele personeelsleden in onze politiezone. Dit contingent wordt jaarlijks herrekend. Protocol ‘scholen’ (PLP 41) Met alle middelbare scholen uit de politiezone, de burgemeester, de Procureur des Konings en de korpschef, werden ‘scholenprotocols’ afgesloten waarin de modaliteiten van samenwerking i.g.v. strafbare feiten, spijbelgedrag, e.d. werden vastgelegd. Binnen de politie fungeert onze dienst ‘slachtofferzorg en jeugd & gezin’ als aanspreekpunt voor de scholen. Protocols voor bepaling van de plaatsing en de gebruiksomstandigheden van vaste automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegd persoon op gewestwegen: Met de Vlaamse Overheid als wegbeheerder; met de Procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement Turnhout; met de bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie arrondissement Turnhout; met de betrokken burgemeesters en met de korpschef van de lokale politie Balen-Dessel-Mol; werden 13 protocols afgesloten voor 25 flitspalen op gewestwegen, waarvan 3 enkel voor plaatsing snelheidscamera en 22 voor plaatsing rood-licht en snelheidscamera. Protocolakkoord betreffende de aanpak van de overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer: voor de algemene aanpak van de overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; - voor de bepaling van de plaatsing (op gemeentewegen) en de gebruiksomstandigheden van de vaste automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegd persoon; - voor de bepaling van de gebruiksomstandigheden van de mobiele bemande camera voor snelheidsmetingen; - voor de bepaling van de gebruiksomstandigheden van de geijkte dienstvoertuigen bij vaststellingen van de dienstvoertuigen;
64
- voor de verlichting van de wederzijdse werklast bij de verwerking van de vastgestelde overtredingen door invoering van een specifieke werkwijze van onmiddellijke inning; werd afgesloten tussen de partijen: de voorzitter van het politiecollege, de Procureur des Konings van het arrondissement Turnhout en de korpschef van de lokale politie Balen-Dessel-Mol. Protocol ‘verkeersveiligheid’ Tussen de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Mobiliteit en de politiezone BalenDessel-Mol werd jaarlijks een ‘overeenkomst betreffende de verkeersveiligheid’ afgesloten, waardoor middelen uit het verkeersveiligheidsfonds worden toegekend aan de politiezone, voor de financiering van de uitvoering van het goedgekeurde plan. Protocol ‘voetbal’ Per voetbalseizoen wordt tussen de voorzitter van KFC Dessel Sport, de burgemeester, de veiligheidsverantwoordelijke van de club, de brandweercommandant, de directeur-coördinator en de korpschef, een overeenkomst afgesloten waarin alle veiligheidsaspecten van de voetbalclub geregeld worden. Technopreventie Binnen onze politiezone zijn er twee personeelsleden die opgeleid zijn in de materie van technopreventie. Op verzoek verzorgen zij voordrachten aan verenigingen, … Na elke woninginbraak brengen de wijkagenten ook een herbezoek aan het slachtoffer (HERCOSI). Vakantietoezicht De inwoners van de politiezone hebben de mogelijkheid om vakantietoezicht te vragen tijdens hun afwezigheid. MEGA-project In het kader van drugspreventie wordt er door de politiezone meegewerkt aan het project ‘Mijn Eigen Goede Antwoord’ (MEGA). De MEGA-agenten trachten de leerlingen van het 6 e leerjaar assertiever te maken tegen het aanbod van genotsmiddelen.
65
Protocolakkoord nucleaire installaties Naar aanleiding van enerzijds de gebeurtenissen van 11 september 2001 en anderzijds het gewijzigde politielandschap werd door de toenmalige Minister van Binnenlandse zaken Dhr. Duquesne een omzendbrief verspreid. Deze omzendbrief, de zogenaamde OOP36 inzake veiligheid van nucleaire installaties klasse 1, heeft tot doel een takenpakket te definiëren tussen de verschillende betrokken partijen, zijnde de exploitanten, de bestuurlijke overheid en de federale en lokale politie. Het doel van deze omzendbrief is ervoor te zorgen dat iedere betrokkene op zijn niveau duidelijk weet wat te doen ingeval van incidenten van terroristische aard of van openbare orde. Voor nucleaire bedrijven blijft het nucleair noodplan van kracht. Protocol ‘fuiven’ De dienstnota omtrent ‘fuiven’ wordt heden herwerkt. Concreet gaat een inspecteur (die dit protocol opvolgt) bij de ‘grotere fuiven’ op voorhand ter plaatse om afspraken te maken met de organisatie en security (bijvoorbeeld: muziek stoppen om xx uur, verkoop van drankbonnen stoppen om xx uur, wat als de security verboden wapens of drugs vindt, …). Het doel is om eventuele overlast te beperken en een vlot verloop bij eventuele tussenkomsten door de politie te bekomen. Protocol voeding arrestanten Tussen de lokale politie Balen-Dessel-Mol en het Heilig Hartziekenhuis Mol (heden: algemeen ziekenhuis Erica – campus Mol) werd overeengekomen dat de lokale politie een beroep kan doen om lunchpakketten te bestellen voor arrestanten. Overleggroepen: n.a.v. bepaalde evenementen zoals Graspop, Pennenzakkenrock, wielerwedstrijd Belgisch kampioenschap Overleg voetbal (KFC Dessel Sport) met de tweedeklassers, lokale adviesraad, de Overleg GAS Welzijnsoverleg Mol Werkgroep zelfdoding bij jongeren Arrondissementeel netwerk IFG Werkgroep dementievriendelijke gemeente, in het kader van vermiste dementerende personen
66
2.8
Synthese van de bestede capaciteit
Tabel 31 Synthese van de bestede capaciteit Refentiejaar 2012 Bijdrage aan federale opdrachten
Lokaal
Federale opdrachten
FTE
Manuren
% tov beschikbare capaciteit
Kredietlijn MFO2bis 1
1,9
2 900
1,6%
Participatie aan AIK (WGP, art 105bis)
1,0
1 520
0,8%
Uitgevoerde controles in het kader van de reglementering mbt de privébeveiliging (MFO 4, punt 2.2)
1,0
1 520
0,8%
Deelname aan werking CIC (WGP, art 96 bis) ...
0,0
0
0,0%
Bijdrage van de lokale politie aan prioriteiten NVP, volgens een geïntegreerde aanpak (samenwerking FedPol)
1,0
1 520
0,8%
Federale vorderingen voor wederzijdse steun en bijstand (min 10% max 20%)
12,0
18 240
10,1%
Subtotaal
16,9
25 700
14,2%
Wijkwerking
19,0
28 880
15,9%
8,6
13 104
7,2%
Interventie
31,3
47 611
26,3%
Lokale recherche en onderzoek
Onthaal
13,0
19 777
10,9%
Slachtofferbejegening
2,3
3 496
1,9%
Andere basisfunctionaliteiten (o.a. verkeer)
4,0
6 004
3,3%
Bestede capaciteit aan actieplannenprojecten ( veiligheid en leefbaarheid)
9,4
14 229,2
7,8%
Ziekte, vrijstellingen...
2,3
3 450
1,9%
Overuren
4,3
6 542
3,6%
Subtotaal
94,6
143 828
79,3%
Beleidsopdrachten
2,0
3 040
1,7 %
Ondersteunende opdrachten
1,0
1 520
0,8 %
Opleiding
4,8
7 254
4,0 %
7,8
11 814
6,5 %
119,3
181 342
100,0 %
Totale bestede capaciteit Management beheer logistieke steunopleiding
Andere, … Subtotaal Totale beschikbare zonale capaciteit
67
Hoofdstuk 3
Strategische doelstellingen 3.1
Vorige strategische doelstellingen – evaluaties en te trekken lessen
3.1.1 Woninginbraken Strategische doelstelling(en) Door een goede samenwerking met bestuurlijke diensten, andere betrokken (externe) partners en de projectcellen diefstallen en drugs trachten de verschillende vormen van criminaliteit preventief aan te pakken. Het aantal diefstallen in de politiezone binnen de periode van één jaar te verminderen en het ontraden van potentiële dader(s).
Evaluatie Ondanks de inspanningen van het korps, nam het aantal woninginbraken - na een sterke daling in 2010 - in de daaropvolgende jaren sterk toe. Het merendeel van de inbraken betrof echter een poging. Mede dankzij technopreventieve beveiligingsmaatregelen kwamen de inbrekers niet binnen. Het aantal geregistreerde fiets- en winkeldiefstallen blijft jaarlijks dalen, maar omvat nog hoge cijfers. Verder is vooral de diefstal uit of aan een voertuig sterk gedaald. Het aantal autodiefstallen nam dan weer toe (zie ook Hoofdstuk 2 Scanning en Analyse - Tabel 16 Diefstallen). Onze politiezone telt heden vier BIN’s (Balen: 2; Dessel: 1 en Mol: 1) en één WIN (Mol-centrum). Uit de politiecafés (2012) en de lokale veiligheidsbevragging, blijkt dat de inwoners van de politiezone menen dat het fenomeen ‘woninginbraken’ door de politie als prioritair aangepakt moet worden .
3.1.2 Drugs (handel) Strategische doelstelling(en) De politiezone Balen-Dessel-Mol zal de volgende jaren een bijdrage leveren tot een beheersing van de drugproblematiek door het uitvoeren van repressieve en preventieve acties. Alle informatie met betrekking tot handel en productie van illegale drugs moet leiden tot gericht overwogen acties zodat er een reële kans op succes is. Om de doelstellingen te verwezenlijken moeten alle medewerkers, zowel intern als extern, overtuigd zijn van het nut van een gezamenlijke aanpak. Elkeen dient op zijn manier een gepaste bijdrage te leveren.
Evaluatie Principieel plant de sectie drugs een tiental grotere acties per jaar, doch wanneer er voldoende concrete informatie beschikbaar is, worden er extra gerichte acties gehouden. Aan deze acties nemen minimum zeven medewerkers van de sectie drugs en vier à zes personen van de lokale recherche deel. Dergelijk actie neemt meestal twaalf uur in beslag. Verder organiseert de politiezone Balen-Dessel-Mol jaarlijks de MEGA-fuif (Mijn Eigen Goede Antwoord) voor de leerlingen van het zesde leerjaar. De fuif is het sluitstuk van een lessenreeks over alcohol- en drugpreventie.
68
3.1.3 Opzettelijke slagen en verwondingen: intra- en extrafamiliaal geweld Strategische doelstelling(en) Door een goede samenwerking tot stand te brengen met de bestuurlijke overheden, de gerechtelijke diensten en andere betrokken partners streven naar het voorkomen, het beheersen, het oplossen en het opvolgen van de problemen die zich voordoen o.a. m.b.t. IFG en het toebrengen van opzettelijke slagen en verwondingen.
Evaluatie Een belangrijk speerpunt van de lokale politie is de aanpak van geweld. Bij deze feiten wordt veel aandacht besteed aan een goede opvang van de slachtoffers en eventuele doorverwijzing naar gespecialiseerde diensten. Ten aanzien van de voorbije jaren daalde het aantal geregistreerde feiten van slagen en verwondingen licht (zie ook Hoofdstuk 2 Scanning en Analyse - Tabel 17 Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit).
3.1.4 Verkeersonveiligheid: snelheid Strategische doelstelling(en) Wij willen een bijdrage leveren tot een verhoging van de verkeersveiligheid (overzicht VKO opnemen om evolutie van de cijfers aan te tonen) door een verkeershandhaving, gebaseerd op de 3 klassieke pijlers: Enforcement: preventieve en repressieve acties, gericht op de verkeersovertredingen die gevaar of hinder opleveren voor andere weggebruikers. Education: een significante bijdrage leveren in verkeersopvoeding gericht naar zowel lager als secundair onderwijs, opleiding en verkeerslessen gericht naar andere doelgroepen, persberichten verspreiden over gewijzigde verkeerswetgeving en tips inzake verkeersveiligheid, sensibilisatie van de weggebruikers door het aankondigen van geselecteerde verkeerscontroles en publicatie van de resultaten ervan. Engineering: door het verstrekken van adviezen aan de wegbeheerders inzake wegeninfrastructuur, verkeerssignalisatie, evenementen en wegenwerken, indien vereist gebaseerd op analyses van de verkeersongevallen; door het verlenen van adviezen bij ontwerpen weginfrastructuur en/of inwinnen van informatie over verkeersproblemen bij diverse externe overlegvergaderingen.
Evaluatie Uit de lokale veiligheidsbevraging bleek een onaangepaste snelheid in het verkeer het meest voorkomende buurtprobleem. Volgens 51 procent van de geënquêteerden is dit fenomeen het belangrijkste aspect waar de politie zich op moet concentreren. Ook tijdens de politiecafés werd dit fenomeen aangekaart. In 2010 zijn er minder bemande snelheidscontroles uitgevoerd in de politiezone. Informaticaproblemen in het eerste half jaar waren hiervan de oorzaak. In 2011 en 2012 werden de snelheidscontroles dan weer behoorlijk opgedreven. In 2011 plaatste de lokale politie elf nieuwe flitspalen op gemeentewegen in Balen, Dessel en Mol. De onbemande camera’s werden aan het eind van het jaar aangesloten en in werking gesteld. De flitspalen zijn (na analyse van verkeersongevallen, de vaststellingen van overtredingen en klachten van de overheid of de bewoners) geplaatst op de voornaamste risicowegen in de politiezone. Daarnaast zijn er ook nieuwe flitspalen geplaatst op gewestwegen. In totaal staan er 22 flitspalen op gemeentewegen (waarvan er zeven afwisselend beide rijrichtingen kunnen controleren) en 23 op gewestwegen.
69
Tabel 32 Onbemande snelheidscontroles 2010
2011
2012
Aantal uren inzet flitspalen
10 515:00
26 294:00
27 523:18
Aantal gecontroleerde voertuigen
1 245 201
2 518 672
3 136 743
1 328
6 009
5 069
2010
2011
2012
Aantal controle-uren
134:00
190:05
447:42
Aantal gecontroleerde voertuigen
34 019
50 670
112 989
3 793
5 836
11 660
Aantal overtredingen Bron: Interne registratie sectie verkeer
Tabel 33 Bemande snelheidscontroles
Aantal overtredingen Bron: Interne registratie sectie verkeer
70
3.1.5 Kwaliteitsvolle dienstverlening Strategische doelstelling(en) Trachten de interne en externe dienstverlening in het algemeen en deze naar onze partners en overheden in het bijzonder, te verbeteren en te versterken. Daarbij wordt zowel het inhoudelijke aspect als de stijl beoogd.
Evaluatie Uit de lokale veiligheidsbevraging 2011 bleek dat 70 procent van de respondenten van mening is dat de politiezone goed tot zeer goed werk levert. De tevredenheid is het grootst in de gemeente Mol, gevolgd door Dessel en Balen. De respondenten zijn bovendien het meest tevreden over de houding en het gedrag van de lokale politie. Vooral de jongeren tussen 15 en 24 jaar en senioren van 65 jaar (en ouder) zijn tevreden tot zeer tevreden. Bij benadering is 43 procent van de respondenten tevreden tot zeer tevreden over de gelijke behandeling door de medewerkers van de politiezone. Wat betreft de aanwezigheid van de politie in het straatbeeld, zijn vooral de jongeren zeer tevreden. De leeftijdscategorie van 35 tot 49 jaar is hier iets minder tevreden over. Over de telefonische bereikbaarheid zijn ruim 70 procent van de burgers tevreden. Over de beschikbaarheid op het hoofdcommissariaat is 62 procent van de respondenten tevreden. 62 procent van de bevraagden is tevreden over de tijd die aan hun probleem besteed is. Over de reactiesnelheid waren de inwoners van de zone (in 2011) iets minder tevreden. Op dat vlak werd er door de zone een inspanning geleverd. Ten aanzien van 2011 is in 2012 de aanrijtijd aanzienlijk verbeterd (zie ook Hoofdstuk 2 Scanning en Analyse - paragraaf 2.6.1. Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking - Tabel 28 Aanrijtijden 2010-2012).
71
3.2
Strategische doelstellingen 2014-2017
3.2.1 Synthese van de argumentatie Zie Hoofdstuk 2 Scanning en analyse - Paragraaf 2.4 Verwachtingen en doelstellingen van overheden en andere belanghebben - Argumentatiematrix Zonale veiligheidsraad 19 november 2012.
3.2.2 Strategische doelstellingen 2014–2017: veiligheid en leefbaarheid Door de analyse van de beschikbare cijfergegevens, de omgeving en de verwachtingen van belanghebbenden, werden de prioritaire veiligheidsfenomenen en de prioriteiten op het gebied van de dienstverlening en interne werking bepaald. Het aanpakken van deze prioriteiten en aandachtspunten vormen de strategische uitdagingen voor het korps in de komende jaren.
Prioriteit:
“DIEFSTAL IN WONINGEN”
Strategische doelstelling(en): Door het aantal diefstallen in de politiezone - binnen het tijdsbestek van het ZVP en jaar op jaar te beoordelen - te verminderen en het ontraden van potentiële dader(s), willen wij bijdragen tot het beheersen van het fenomeen woninginbraken in onze zone. Actieplan: (hoofdstuk 6)
Prioriteit:
“DRUGS - LOKALE HANDEL EN AANMAAK”
Strategische doelstelling(en): De politiezone Balen – Dessel - Mol zal de volgende jaren een bijdrage leveren tot een beheersing van de lokale drugproblematiek door het uitvoeren van repressieve en preventieve acties. Alle informatie met betrekking tot handel en productie van illegale drugs moet leiden tot gericht overwogen acties zodat er een reële kans op succes is. Om de doelstellingen te verwezenlijken moeten alle medewerkers, zowel intern als extern, overtuigd zijn van het nut van een gezamenlijke aanpak. Elkeen dient op zijn manier een gepaste bijdrage te leveren. Actieplan: (hoofdstuk 6)
Prioriteit:
“VERKEER: Overdreven snelheid Rijden onder invloed van alcohol of drugs GSM-gebruik achter het stuur Niet dragen van de gordel en niet gebruiken van de kinderzitjes”
Strategische doelstelling(en): Wij willen een bijdrage leveren tot een verhoging van de verkeersveiligheid door een verkeershandhaving, gebaseerd op de 3 klassieke pijlers: Enforcement: preventieve en repressieve acties, gericht op de verkeersovertredingen die gevaar of hinder opleveren voor andere weggebruikers. Education: een significante bijdrage leveren in verkeersopvoeding gericht naar zowel lager als secundair onderwijs, opleiding en verkeerslessen gericht naar andere doelgroepen, persberichten verspreiden over gewijzigde verkeerswetgeving en tips inzake verkeersveiligheid, sensibilisatie van de weggebruikers door het aankondigen van geselecteerde verkeerscontroles en publicatie van de resultaten ervan.
72
Engineering: door het verstrekken van adviezen aan de wegbeheerders inzake wegeninfrastructuur, verkeerssignalisatie, evenementen en wegenwerken, indien vereist gebaseerd op analyses van de verkeersongevallen; door het verlenen van adviezen bij ontwerpen weginfrastructuur en/of inwinnen van informatie over verkeersproblemen bij diverse externe overlegvergaderingen. Actieplan: (hoofdstuk 6)
Prioriteit:
“UITGAANSGERELATEERDE INCIDENTEN”
Strategische doelstelling(en): Overlast moet begrepen worden als individuele gedragingen die het harmonieuze verloop van de menselijke uitgaansactiviteiten verstoren. Uitgaanscriminaliteit moet begrepen worden als alle strafbare gedragingen die zich manifesteren naar aanleiding van het uitgaansleven. Wij willen een bijdrage leveren om het aantal gevallen van uitgaansoverlast- en criminaliteit substantieel te verminderen. Actieplan: (hoofdstuk 6)
73
Hoofdstuk 4
Het communicatiebeleid Het optimaliseren van de communicatie was een prioriteit in het domein van de organisatie-ontwikkeling in het vorig zonaal veiligheidsplan. Als lokale politie staan we ten dienste van de burger en willen we verantwoording afleggen over wat we doen. In het kader van een open communicatiebeleid informeren we de lokale bevolking via de pers, de website en de politiekrant. Het realiseren van een efficiënte communicatie is bovendien essentieel voor de goede werking van een organisatie. Het gaat niet enkel om (externe) communicatie met de inwoners van de zone, de bestuurlijke en gerechtelijke overheden en andere partners, maar zeker ook over de (interne) communicatie naar de eigen medewerkers toe. Wegens het belang van zowel interne als externe communicatie, wordt in het huidige ZVP 2014-2017 niet alleen een overzicht gegeven van de reeds geleverde inspanningen, maar ook van de intenties over de looptijd van het komende beleidsplan. Tot slot werd in 2009 - krachtens het decreet van 26 maart 2004 (B.S. 01/07/2004) betreffende de openbaarheid van bestuur – in onze zone (hoewel niet voorzien in de personeelsformatie) een ‘communicatieambtenaar’ aangesteld.
4.1
Externe communicatie
4.1.1 Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012 Uit de acht politiecafés, die ter voorbereiding van onderhavig ZVP werden georganiseerd, werd de externe communicatie door de respondenten aangehaald als aandachtspunt. De inwoners van onze zone verwachten niet enkel dat de politie duidelijke informatie geeft omtrent preventie (inbraken, verkeersregels, drugs, …), maar ook feedback i.v.m. criminaliteit en verkeer. Tot slot uitten de respondenten de opportuniteit van het gebruik van sociale media door het politiekorps. Aangaande de externe communicatie werden in onze politiezone reeds volgende initiatieven genomen:
Website In 2009 werd een externe website ontwikkeld. Via de website proberen we burgers en partners te informeren over de werking van de lokale politie. De bezoeker vindt onder meer lokale nieuwsfeiten, nuttige preventietips en een maandelijkse update van de geplande flitslocaties. Daarnaast kan men de contactgegevens raadplegen, naar de wijkinspecteurs mailen en formulieren downloaden om bijvoorbeeld vakantietoezicht aan te vragen.
Politiekrant De politiekrant wordt tweemaal per jaar huis-aan-huis bedeeld in de zone. In deze publicaties wordt onder meer aandacht besteed aan de GAS-reglementering, gewijzigde (verkeers)wetgeving, verkeerseducatieve projecten, criminaliteitsstatistieken, …
Jaarverslag Het jaarverslag, met daarin de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en leefbaarheid in de politiezone, wordt steeds bezorgd aan onze partners (de zones van het gerechtelijke arrondissement Turnhout, naburige zones buiten het arrondissement, leden van de bestuursorganen, gemeenten, ...). Daarnaast worden de resultaten bekend gemaakt via een persbericht en op de website. Uiteraard wordt dit jaarverslag ook ter beschikking gesteld van medewerkers en beleid.
74
Opendeurdagen In 2010 werden twee opendeurdagen georganiseerd om de burgers te informeren over de werking van de politie. Eén dag werd voorzien voor de leerlingen van de vijfde en zesde leerjaren van de basisscholen van onze zone en één dag voor het algemene publiek. In het totaal mochten we toen een 2 700-tal bezoekers, waarvan 700 leerlingen, ontvangen. De bedoeling is dat dit, bij de opening van de nieuwe hoofdpost, herhaald wordt.
75
Perscontacten Naar aanleiding van acties, projectwerking en beleidsaangelegenheden worden persnota's opgemaakt en verspreid naar de persketen en de betrokken gemeenten. De perswoordvoerder, zijnde de officier interventie, onderhoudt verder de dagelijkse contacten met de media. Bij afwezigheid neemt de officier van bestuurlijke politie met wachtdienst deze informatieverstrekking voor zijn rekening. In verband met perscontacten werden interne richtlijnen uitgeschreven in een dienstnota. Uiteraard is de politiezone, m.b.t. haar mediabeleid, gebonden aan de richtlijnen van het parket. De informatieverstrekking in het licht van gerechtelijke dossiers gebeurt via de persmagistraat van het parket te Turnhout of door de persofficier van de politiezone.
Andere Wat de communicatie – per mail – naar externe diensten/partners betreft, werd een uniform ‘naamkaartje’ ontworpen (conform de identiteitsnormen van de politie). Voortaan maakt dit naamkaartje deel uit van elk e-mailbericht dat door korpsleden verzonden wordt. In het kader van preventie en sensibilisatie werden er de voorbije jaren allerhande informatiemomenten rond drugs, diefstallen en verkeer georganiseerd.
76
4.1.2 Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2014-2017 De huidige werking zal zeker verder gezet worden. Onze externe communicatie kan evenwel nog verbeterd worden door: Belanghebbenden
Intenties
Bestuur en financiers
De contacten, die nu reeds bestaan, bestendigen.
Bestuurlijke overheid
Politieraad, politiecollege, ZVR, BOC, …
Gerechtelijke overheid
ZVR, fenomeenoverleg, PAD, arrondissementeel rechercheoverleg, werkgroep instroombeleid, …
Korpschef
Ontwerpen van een huisstijl. Persberichten op de website; artikels aanleveren aan de communicatieverantwoordelijken van de gemeenten; opmaken van het jaarverslag en de politiekrant; optimaliseren van de BIN’s/WIN’s.
Klanten en dienstenafnemers
De resultaten van de lokale veiligheidsbevraging en politiecafés gebruiken als uitgangspunt om oplossingen te zoeken voor vastgestelde (buurt)problemen.
Partners en leveranciers
Blijven onderhouden van goede contacten en relaties met bestuurlijke en gerechtelijke overheden, gemeentediensten, sociale organisaties, lokale verenigingen, ...
Medewerkers
Zie ‘Interne communicatie’ (4.2)
Maatschappij
Op transparante wijze verantwoording afleggen en actieve informatieverstrekking over het politiebeleid, dienstverlening en resultaten. In het kader van de strategische doelstellingen in het ZVP sensibiliseren van de bevolking (optimalisatie BIN/WIN, verkeerseducatie, ...). Dit kan onder meer via de bestaande traditionele communicatiemiddelen (politiekrant, website, mediaberichten, ...) alsook via nieuwe sociale media. Bovendien zal er bij de opening van de nieuwe hoofdpost opnieuw een opendeurdag georganiseerd worden (imagomanagement). Belangrijk is ook om de dagelijkse, gestructureerde contacten met de pers te onderhouden door systematisch informatie te verstrekken over politietussenkomsten en resultaten, binnen het wettelijk voorziene kader.
77
4.2
Interne communicatie
4.2.1 Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012 In de aanloop van het ZVP 2014-2017 werd binnen de politiezone een medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO) uitgevoerd. Op het vlak van informatievoorziening bleek dat ruim 31 procent minder tevreden is over de schriftelijke werkinstructies en de informatie rond de doelen van het korps. 45 procent gaf aan teveel niet-relevante informatie te ontvangen. Daarentegen hebben de personeelsleden voldoende informatie om goed te kunnen werken en weten ze waar ze de informatie kunnen vinden. De interne nieuwsbrief werd daarnaast positief beoordeeld. Naast de verschillende initiatieven die al werden genomen om de interne communicatie te verbeteren, wordt het binnen onze politiezone beschouwd als een blijvend aandachtspunt. Een goede interne communicatie is een voortdurende wisselwerking tussen top-down en bottom-up en essentieel voor het goed functioneren van een organisatie.
Interne overlegmomenten Het korps organiseert onderstaande overlegmomenten om enerzijds de personeelsleden te informeren en anderzijds de mogelijkheid te bieden tot inspraak. Deelname aan deze vergaderingen werd in het MTO met 66 procent als positief tot zeer positief ervaren. Ochtendbriefing: elke weekdag start om 8u15 met een ochtendbriefing waarbij zowel het dagverslag als de aandachtsvestigingen worden doorgenomen. Hierbij wordt een digitale briefingtool gehanteerd. Korpsvergadering: alle personeelsleden worden driemaal per jaar uitgenodigd om deel te nemen aan de korpsvergadering. Hier worden diverse onderwerpen besproken (onderrichtingen, nieuwe wetgeving, recente onderzoeken, …). Deze vergadering is tevens opgenomen in de dienstplanning. Vergadering officieren: op maandag en vrijdag vindt er een overleg plaats tussen de korpschef, de zeven beleidsofficieren en de adviseur. Tijdens dit overleg worden voornamelijk operationele zaken besproken. Voor de beleidszaken is er maandelijks een 'conclaaf' voorzien waarbij meestal ook de consulenten HRM, communicatie en boekhouding aanwezig zijn. Vergadering middenkader (MIKA): tweemaandelijks vindt een vergadering tussen de korpschef, de beleidsofficieren en de leden van het middenkader plaats. Tijdens deze vergadering wordt vooral de werking van de secties en gewijzigde wetgeving en procedures besproken. Vergadering CALog: aangegeven knelpunten of onduidelijkheden worden door de adviseur (als diensthoofd van het administratief en logistiek kader) geïnventariseerd en voorgelegd op de ‘vergadering officieren’. Basisoverlegcomité (BOC): overleg tussen de burgemeesters, de korpschef, de dienst HRM en de vakbondsafgevaardigden. Het BOC kwam in 2010 zeven keer, in 2011 vijf keer en in 2012 twee keer samen. Er vonden eveneens informele samenkomsten plaats. Belangrijke agendapunten waren onder meer de huisvesting, het personeelsbeleid en het organogram. Comité voor Preventie en Bescherming op het werk (CPBW): het Comité PBW werd opgericht in 2004 en is samengesteld uit de leden van het BOC, de arbeidsgeneesheer en de preventieadviseur. De laatste jaren werd onder meer gesproken over de kogelwerende vesten , de arbeidsongevallen en het organogram.
78
Lokaal Informatie Kruispunt (LIK) De doorstroming van operationele informatie op zonaal niveau dient te gebeuren door het Lokaal Informatie Kruispunt (LIK). Het LIK coördineert het verzamelen, verspreiden en interpreteren van operationele informatie. Op die manier vormt het LIK een centraal aanspreekpunt voor alle politiediensten (zowel intern als extern).
'Korps Info Nieuws' In 2009 verscheen voor het eerst het Korps Info Nieuws in de mailbox. Deze interne nieuwsbrief behandelt beleidsinformatie, onderrichtingen, arresten en vonnissen, ... In principe verschijnt de nieuwsbrief tweewekelijks.
Intranet Alle leden van de geïntegreerde politie hebben toegang tot 'Pol Info', een intranet met relevante documentatie inzake wetgeving, statuut, ... De bedoeling is om dergelijk platform ook binnen de politiezone verder uit te werken. Alle beschikbare informatie binnen het korps wordt heden gecentraliseerd op een interne schijf, maar deze is weinig overzichtelijk en gebruiksonvriendelijk.
Interpersoonlijke communicatie Naast bovenstaande initiatieven in de formele communicatiestructuur, is er ook een niet te vergeten informele tegenhanger. Die wordt gevormd door de dagelijkse persoonlijke contacten tussen de medewerkers; alle werk- en persoonlijke relaties. Deze vorm van interne communicatie is belangrijk voor het leveren van een kwalitatieve dienstverlening en voor de tevredenheid op de werkvloer. Het is iets waar voortdurend aan gewerkt moet worden, zowel door het management als door de korpsleden zelf.
4.2.2 Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2014-2017 Op basis van de resultaten van het MTO hebben we onderstaande intenties om de interne communicatie te verbeteren. Belanghebbenden Medewerkers
Intenties/ verwachtingen -
-
-
Verwachtingen: duidelijke communicatie, erkenning, collegialiteit, transparant, duidelijk en consequent beleid voor iedereen, ... Beleid vertalen naar medewerkers tijdens de verschillende vergadermomenten en via de interne nieuwsbrief. Creëren van betrokkenheid; inspraak via voorziene overlegmomenten. Doelen van het korps en resultaten systhematisch communiceren via de verschillende informatiekanalen. Informatie maximaal toegankelijk maken binnen de organisatie; verder uitbouwen van het intranet waardoor alle informatie op een gebruiksvriendelijke en overzichtelijke wijze geraadpleegd kan worden. Ter beschikking stellen van sjablonen voor korpsnota's, werkinstructies, powerpointpresentaties, ... In het kader van de operationele informatiedoorstroming; optimalisatie van het LIK, ochtendbriefings blijven ondersteunen met visuele eyecatchers en islp-informatie ter beschikking stellen van de interventieploegen (implementatie 'Mobil Office'). Systhematisch informeren over opleidingsmogelijkheden. Er zal blijvend gestreefd worden naar een duidelijke, rechtstreekse en persoonlijke communicatie met de medewerkers.
79
Hoofdstuk 5
Goedkeuring van het plan 5.1
Verbeteren en vernieuwen
Het zonaal veiligheidsplan 2009–2012 werd per brief (met referentie: IV/VP/PO80149815/2008/SLIV/JV/BP) van 30/01/2009) goedgekeurd door de bevoegde ministers, met vermelding van enkele opmerkingen. Hieronder vindt u – in tabelvorm – enkele van deze opmerkingen en de genomen initiatieven ter verbetering: Opmerkingen en/of suggesties van de Federale Overheidsdiensten (ZVP 2009 – 2012)
Genomen initiatieven/maatregelen
“Het opgenomen cijfermateriaal is zeer karig ofwel verouderd.”
Er werden meer en recentere objectieve en subjectieve bronnen geconsulteerd, die bovendien beter gestructureerd werden in overzichtstabellen.
“De prioriteitstelling van de burgemeesters is noch in de scanning, noch in de matrix terug te vinden.”
De prioriteiten van de burgemeesters (en andere belanghebbenden) werden opgenomen in de argumentatiematrix; die bovendien werd bijgevoegd in het hoofdstuk van de scanning en analyse.
“Het expliciet motiveren van niet-weerhouden van de overige fenomenen van het zonaal veiligheidsplan is eveneens voor verbetering vatbaar.”
In de argumentatiematrix werd deze motivatie opgenomen.
5.2
Goedkeuring
80
Hoofdstuk 6
Actieplannen en projecten De actieplannen worden opgesteld in overleg met de diverse korpsonderdelen om de betrokkenheid te verhogen. De diensthoofden vertalen telkens voor hun dienst hun plannen naar de noden van het NVP en het ZVP. Hierdoor waarborgen we de afstemming tussen ZVP en NVP. De opmaak geschiedt na overleg met de gemeentebesturen, het parket en de korpsleiding. Op deze wijze worden de actieplannen geïntegreerd in het gemeentelijke veiligheidsbeleid en het beleid van de procureur des Konings. De actieplannen zullen later worden toegevoegd aan het zonaal veiligheidsplan en kunnen dus als een afzonderlijk deel worden beschouwd. ■
81
Verspreidingslijst De heer Kris VAN DIJCK, voorzitter politiecollege/-raad - Burgemeester Dessel De heer Paul ROTTHIER, lid politiecollege - Burgemeester Mol De heer Johan LEYSEN, lid politiecollege - Burgemeester Balen Mevrouw Cathy Berx, gouverneur provincie Antwerpen Mevrouw Dominique REYNIERS, procureur des Konings De heer Rudy HEMMERYCKX, hoofdcommissaris - Directeur-coördinator federale politie Turnhout De heer Kris VANDEPAER, hoofdcommissaris - Gerechtelijk directeur federale politie Turnhout De heer Roger MOL, hoofdcommissaris - Korpschef politiezone Balen-Dessel-Mol Algemene Directie Veiligheid en Preventie - Directie Lokale Integrale Veiligheid Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie
82
Verantwoordelijke uitgever: Roger Mol, hoofdcommissaris van politie, korpschef politiezone Balen-Dessel-Mol, Molenhoekstraat 2 te 2400 Mol.
83
84