Lokale Politie Geraardsbergen/Lierde (PZ 5428)
Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012
1
INHOUDSTAFEL
VOORWOORD .................................................................................................................... 4 HOOFDSTUK 1. MISSIE – VISIE - WAARDEN .................................................................. 5 1.1. Getrokken lessen uit het vorige plan en nieuwe verwachtingen voor het plan 2009-2012............... 5 1.2. Missie – Visie - Waarden .......................................................................................................................... 5
HOOFDSTUK 2. SCANNING EN ANALYSE ...................................................................... 8 2.1. Getrokken lessen uit het vorige plan...................................................................................................... 8 2.2. Socio-economische en demografische beschrijving van de zone ...................................................... 8 2.2.1. Algemene beschrijving ..............................................................................................................................................................8 2.2.2. Demografie................................................................................................................................................................................8 2.2.3. Economie ..................................................................................................................................................................................9 2.2.4. Cultuur, recreatie en toerisme ...................................................................................................................................................9 2.2.5. Uitgaansleven ...........................................................................................................................................................................9 2.2.6. Scholen ................................................................................................................................................................................... 10 2.2.7. Mobiliteit .................................................................................................................................................................................. 10 2.2.8. Infrastructuur en Technologie .................................................................................................................................................. 10 2.2.9. Wetgeving ............................................................................................................................................................................... 10 2.2.10. Politiek .................................................................................................................................................................................. 10
2.3. Beeld van veiligheid en leefbaarheid.................................................................................................... 10 2.3.1. Objectieve gegevens ............................................................................................................................................................... 10 2.3.2. Subjectieve gegevens ............................................................................................................................................................. 11
2.4. Verwachtingen en doelstellingen van overheden en de andere belanghebbenden ........................ 12 2.5. Inrichting van het korps ......................................................................................................................... 17 2.5.1. Personeelscapaciteit en organogram....................................................................................................................................... 17
2.6. Beeld van de dienstverlening en de werking ....................................................................................... 19 2.6.1 Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking .......................................................................................................... 19 2.6.2. De interne werking .................................................................................................................................................................. 22
2.7. Samenwerking ........................................................................................................................................ 23 2.7.1. Interzonale, bovenlokale en internationale POLITIEsamenwerking .......................................................................................... 23 2.7.2. Andere protocols of samenwerkingsakkoorden met NIET-POLITIONELE partners en derden ................................................. 26
2.8. Synthese van de bestede capaciteit ..................................................................................................... 32
HOOFDSTUK 3. DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN............................................ 33 3.1. De vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen........................................... 33 3.2. De strategische doelstellingen 2009-2012 ........................................................................................... 37 3.2.1. Synthese van de argumentatie (bespreking ZVR 27 juni 2008)................................................................................................ 37 3.2.2. De strategische doelstellingen ................................................................................................................................................. 41
HOOFDSTUK 4. HET COMMUNICATIEBELEID .............................................................. 51 4.1. Externe communicatie ........................................................................................................................... 51 4.1.1. Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2005-2008 .................................................................. 51 4.1.2. Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012 ...................................................................... 51
4.2. Interne communicatie............................................................................................................................. 52 4.2.1. Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2005-2008 ................................................................... 52 4.2.2. Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012 ....................................................................... 52
2
HOOFDSTUK 5. GOEDKEURING VAN HET PLAN ......................................................... 53 5.1. Verbeteren en vernieuwen ..................................................................................................................... 53 5.2. Goedkeuring ............................................................................................................................................ 53
3
Voorwoord
Beste lezer,
Het verzekeren van de veiligheid en leefbaarheid in de samenleving is een kernopdracht van de overheid. Maar veiligheid is ook een zorg van iedereen, van elk individu en van de samenleving in haar geheel. In dit zonaal veiligheidsplan wordt de bijdrage van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde aan het lokale en bovenlokale veiligheidsbeleid verwoord. Een bijdrage die volledig past in de filosofie van maatschappelijke veiligheid, waarbij „geïntegreerd‟ (of in partnerschap) en „integraal‟ (of ketengericht) werken essentieel zijn. Dit plan is met andere woorden de beleidsverklaring waarin de lokale politie (en haar overheden) de veiligheidsbijdrage concreet maakt via doelstellingen. Deze doelstellingen situeren zich zowel in de criminaliteits- en samenlevingsdomeinen als in het domein van de interne bedrijfsvoering. De groeiende complexiteit van de veiligheidsproblematiek vereist een toenemende deskundigheid en hogere graad van complexiteit van de politie. Dit impliceert ook op organisatorisch vlak een planmatige aanpak, zodat de veiligheidsproblemen waaraan de politie moet werken, goed geïdentificeerd moeten worden, maar dat ook duidelijk moet aangegeven worden wat de prioriteitstelling is. Bovendien betekent dit ook dat, zoals het binnen een democratisch bestel hoort, de gemaakte keuzes geargumenteerd en verantwoord worden. Het evenwicht tussen conjuncturele veiligheidsprioriteiten (zoals terrorisme) en structurele veiligheidsprioriteiten (zoals geweldsmisdrijven) dient daarbij bewaakt te worden. Dit niet alleen in de aanpak, maar ook in de communicatie. In dit plan wordt daarom de traditionele piste van fenomeenaanpak gedeeltelijk verlaten en wordt geopteerd voor een „hot spot‟-aanpak en oorzaakgerichte aanpak. Volgende strategische prioriteiten worden in dit plan weerhouden: de uitwerking van een modern HRMbeleid, de creatie van een veilige en leefbare stationsbuurt, de beeldvorming en beheersing van middelenmisbruik-gerelateerde criminaliteit en de verkeersveiligheid op de gewestweg N8. Er wordt in dit vierjarenplan het engagement aangegaan om deze prioriteiten zowel binnen de reguliere werking als binnen de beleidsvrije ruimte aan te pakken. We hopen dat u, samen met ons, de lokale politie wil ondersteunen bij het bereiken van bovenstaande doelstellingen om zo de veiligheid en leefbaarheid in de politiezone te bevorderen.
Freddy DE CHOU Burgemeester – Voorzitter
Herman DAENS Procureur des Konings
4
Hoofdstuk 1. MISSIE – VISIE - WAARDEN 1.1. Getrokken lessen uit het vorige plan en nieuwe verwachtingen voor het plan 2009-2012 De missie-visie-waarden uit het vorige ZVP 2005-2008 kwamen tot stand tijdens een overlegmoment waarbij een dwarsdoorsnede van het korps aanwezig was. Dit overlegmoment werd mee vorm gegeven door externe begeleiders. In de loop van 2007 werd een positiebepaling uitgevoerd door het beleidsondersteuningsteam. Voor wat betreft de missie-visie-waarden werden volgende verbeterpunten gedetecteerd: - nog niet volledig geïntegreerd in de dagelijkse werking en niet altijd gebruikt als referentiekader voor beslissingen; - onvoldoende gecommuniceerd naar nieuwe medewerkers; - niet (meer) door iedereen gekend. Tijdens de uitvoering van het ZVP 2005-2008 veranderde ook de „omgeving‟ van de lokale politie. Enkele voorbeelden: - Er werd een nieuwe visietekst voor de geïntegreerde politie geschreven: “naar een excellente politiezorg”. Deze visietekst wordt gedragen door de federale overheden en werd nog niet volledig geïntegreerd in de missie en visie. - De deontologische code voor de geïntegreerde politie werd wettelijk verankerd (waarden). - Op gemeentelijk vlak kondigde zich een nieuwe legislatuur aan (met nieuwe beleidsplannen). - Er werd een nieuwe korpschef aangesteld en zijn opdrachtbrief werd door de politieraad goedgekeurd. De lokale politie Geraardsbergen/Lierde voelt daarom de noodzaak aan om de missie, visie en waarden te actualiseren.
1.2. Missie – Visie - Waarden Missie De wet op het politieambt geeft een raamkader en bevat een aantal uitgangspunten die de uitoefening van het politieambt fundamenteel sturen: het waken over de naleving en bijdragen tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden de medewerking aan de democratische ontwikkeling van de maatschappij de gezagsafhankelijkheid ten aanzien van de overheden de aanwending van de strikt noodzakelijke dwang Van de politie wordt verwacht dat ze een positieve benadering hanteert door in de uitoefening van haar taken niet alleen de rechten en vrijheden van alle burgers te beschermen, maar ook door de voorwaarden te scheppen om de uitoefening ervan mogelijk te maken en bij te dragen tot de democratische ontplooiing van de maatschappij. De Wet op de geïntegreerde politie verfijnt in artikel 3 de opdracht van de lokale politie verder met „het verzekeren van de basispolitiezorg en meer bepaald alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie die nodig zijn voor het beheren van lokale gebeurtenissen en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van de politiezone; daarnaast staat zij in voor het vervullen van sommige politieopdrachten van federale aard‟. De missie van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde betreft haar werkelijke reden van bestaan en omschrijft haar fundamentele opdrachten. De missie omschrijft het algemeen doel van de organisatie en geeft antwoord op de vraag: wat doen we voor wie? Bij de omschrijving hebben we rekening gehouden met de wettelijke bepalingen terzake (inzonderheid artikel 1 WPA en artikel 3 WGP), maar we hebben ook een eigen klemtoon willen leggen m.b.t. specifieke kenmerken van onze organisatie in Geraardsbergen/Lierde.
5
We hebben geopteerd voor een korte, maar krachtige en heldere missie, waarin de verschillende belanghebbenden van onze organisatie zich moeten kunnen herkennen: De kernopdracht van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde bestaat er in, als component van de geïntegreerde politie en onder het gezag van haar overheden, bij te dragen tot veiligheid en leefbaarheid in de politiezone door een kwaliteitsvolle (basis)politiezorg te verzekeren.
Visie De visie van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde is de omschrijving van de koers die de politieorganisatie wenst te varen. Een visie is een potentiële realiteit; daardoor is ze per definitie toekomstgericht en een bron van inspiratie. De visie van de organisatie moet motiveren, ze moet nieuwe wegen tonen en wordt tastbaar in de wijze waarop menselijke energie binnen de organisatie wordt gemobiliseerd. De visie van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde gaat over de verschillende belanghebbenden, haar producten en diensten, maar ook over haar medewerkers, kerncompetenties, organisatiestructuren en – systemen, organisatiecultuur en partners. Ze vormt, samen met de missie en de waarden, de „beleidsverklaring‟ van de organisatie. Ze is „de kapstok‟ waaraan de strategiebepaling wordt opgehangen. Prioriteiten en doelstellingen worden er rechtstreeks uit afgeleid. De visie sluit aan bij de visietekst voor de geïntegreerde politie en wil er mede voor zorgen dat de lokale politie Geraardsbergen/Lierde, als component van de geïntegreerde politie, streeft naar een excellente politiezorg. Dat traject naar een excellente politiezorg houdt in dat de lokale politie Geraardsbergen/Lierde zich ontwikkelt tot een politieorganisatie die werkt: volgens de filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg (als genormeerd cultureel kader); via de werkwijze van de informatiegestuurde politiezorg; met aandacht voor de principes van optimale politiebedrijfsvoering (CAF). De ambitie bestaat er in dat de lokale politie Geraardsbergen/Lierde wil uitgroeien tot een performante, transparante en cliëntgerichte organisatie die in staat is flexibel in te spelen op de voortdurende veranderingen in haar omgeving. Dit groeitraject van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde kan slechts worden bereikt mits: een versterkte strategische besluitvorming en beleidsevaluatie binnen de verschillende veiligheidsbeleidsorganen; een duidelijke afbakening van prioritaire doelgroepen en doelwitten; een integrale en geïntegreerde aanpak van veiligheid en leefkwaliteit (met aandacht voor partnerschap en ketengericht werken); de kritische evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid waarmee de kernactiviteiten in de verschillende beleidsdomeinen worden uitgevoerd en diensten worden geleverd; de verhoging van het kwaliteitsbewustzijn en het invoeren van systematische kwaliteitsmeting en activiteitenopvolging; een betere afstemming en synergie tussen de lokale politie Geraardsbergen/Lierde, haar overheden, de diverse componenten van de geïntegreerde politie, de lokale veiligheidsactoren en alle andere belanghebbenden; een modern personeels- en organisatiebeleid. Deze visie wordt gebundeld in volgende axioma’s: meningen tellen over de veiligheid(saanpak) wordt gecommuniceerd veiligheidsfenomenen worden ketengericht aangepakt veiligheidsfenomenen worden in partnerschap aangepakt kwaliteitsvol werken is mens- en organisatiegericht werken
6
1
Binnen deze vijf axioma‟s komen de diverse pijlers van de gemeenschapsgerichte politiezorg , de 2 3 kenmerken van de informatiegestuurde politiezorg en de principes van optimale bedrijfsvoering veelvuldig „impliciet‟ tot uiting. Waarden Om zijn missie te realiseren, hanteert de lokale politie Geraardsbergen/Lierde een constante gedragslijn die wordt gedragen door de ganse geïntegreerde politie. Deze gedragslijn moet elke dag weer worden waargemaakt en steunt op de deontologische code van de geïntegreerde politie. De kernwaarden van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde bepalen het dagelijks doen en laten van zijn medewerkers t.o.v. zijn klanten, zijn medewerkers, zijn bezoekers en alle andere belanghebbenden. Ze vertalen zich in gewoonten, gedragingen en houdingen, die mede de herkenbaarheid en de cultuur van de organisatie bepalen. Handvest waarden van de geïntegreerde politie (opgenomen in de deontologische code): - Naleven en zich inzetten voor het doen naleven van de individuele rechten en vrijheden en de waardigheid van elke persoon, in het bijzonder door een steeds doordacht en tot het strikt noodzakelijke beperkt gebruik van de wettelijke dwang. - Loyaal zijn tegenover de democratische instellingen. - Integer en onpartijdig zijn en de te handhaven normen eerbiedigen. - Zin voor verantwoordelijkheid hebben. - Bezield zijn door en blijk geven van een dienstverlenende ingesteldheid gekenmerkt door: - de beschikbaarheid; - de kwaliteit van het werk; - het zoeken naar oplossingen binnen het kader van hun bevoegdheden; - de optimale aanwending van de adequate middelen; - de zorg voor de geïntegreerde werking van de politiediensten. - Vanuit wederzijds respect en waardering de interne relaties bevorderen. - Bijdragen tot het welzijn op het werk.
1
Pijlers van de gemeenschapsgerichte politiezorg: externe oriëntering, probleemoplossend werken, partnerschap, rekenschap afleggen en bekwame betrokkenheid, 2 Kenmerken van informatiegestuurde politiezorg: doelgericht, pro- en reactief, uitwisseling, medewerking en sturing. 3 Principes van optimale bedrijfsvoering: resultaatgerichtheid, transparantie, samenwerking, continu verbeteren en leiderschap met lef.
7
Hoofdstuk 2. Scanning en analyse 2.1. Getrokken lessen uit het vorige plan Uit de bevolkingsbevraging en bevraging politieraadsleden (die hierna besproken worden) blijkt, dat de prioriteitstelling uit het zonaal veiligheidsplan 2005-2008 nog steeds relevant is. Dit doet ons voorzichtig besluiten dat de destijds geconsulteerde bronnen „goed gekozen waren‟. De geconsulteerde bronnen uit het vorig zonaal veiligheidsplan werden daarom grotendeels behouden en aangevuld met een reeks nieuwe initiatieven. De uitbreiding is het gevolg van arrondissementele en zonespecifieke initiatieven. Eén bron uit het „verleden‟ namelijk de lokale veiligheidsmonitor dient voor dit plan genuanceerd te worden, aangezien de politiezone niet deelnam in 2006. Een arrondissementeel en zonaal bevolkingstevredenheidsonderzoek kwamen in de plaats.
2.2. Socio-economische en demografische beschrijving van de zone Om dit onderdeel van de scanning verder invulling te geven, werd door het directiecomité stilgestaan bij volgende drie vragen: 1. Welke relevante gebeurtenissen, veranderingen, evoluties doen zich voor in de omgeving van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde? 2. Welke opportuniteiten ontstaan er door voornoemde gebeurtenissen, veranderingen, evoluties en hoe kan de lokale politie Geraardsbergen/Lierde gebruik maken van deze opportuniteiten? 3. Welke bedreigingen ontstaan er door voornoemde gebeurtenissen, veranderingen, evoluties en hoe kunnen deze bedreigingen worden afgewend? Om deze vragen te structureren, werden volgende clusters gehanteerd: technologie, wettelijk kader, politiek, economie, demografie, ecologie en cultuur. Wat volgt, is met andere woorden een „helikopterbeeld‟ van de politiezone Geraardsbergen/Lierde. Dit moet toelaten om de verder besproken gegevens op een accuratere wijze te interpreteren. Dit beeld werd verder vorm gegeven door studies van het Nationaal Instituut van de Statistiek, lokale databanken en bevraging van externe open bronnen. De omgevingsanalyse bracht het volgende naar voor.
2.2.1. Algemene beschrijving Het werkingsgebied van de PZ Geraardsbergen-Lierde omvat 2 fusiegemeenten: - Geraardsbergen: na de fusie ontstaan uit de deelgemeenten Overboelare, Nederboelare, Goeferdinge, Onkerzele, Moerbeke, Viane, Zarlardinge, Ophasselt, Grimminge, Idegem, Schendelbeke, Zandbergen, Waarbeke, Nieuwenhove, Smeerebbe-Vloerzegem. Het beslaat een oppervlakte van 7971 ha. De meeste deelgemeenten hebben een landelijk karakter. - Lierde: na de fusie ontstaan uit Deftinge, St.-Maria-Lierde, St.-Martens-Lierde en Hemelveerdegem. Het beslaat een oppervlakte van 2.612 ha. Lierde heeft een landelijk karakter en bestaat voor 80% uit landbouwgrond. 2.2.2. Demografie Op 01 januari 2007 telde Geraardsbergen 31.543 en Lierde 6.454 inwoners, wat voor beiden een kleine groei betekent tov vorig jaar (resp. 163 en 55 inwoners). Tegelijkertijd stellen we vast dat vanaf 1997 het aantal alleenstaande mannen en vrouwen, evenals het aantal alleenstaande moeders en vaders met kinderen groeit. Enkel voor 2006 zien we in Lierde een kleine terugval.
8
Het aandeel vreemdelingen in Geraardsbergen betrof in 2006 2,1%, een percentage dat ook in stijgende lijn gaat. Voor Lierde is dit een aandeel van 0,5% wat een status quo inhoudt. De grootste groepen vreemdelingen in Geraardsbergen zijn van (ex-)Russische en Nederlandse afkomst. We merken dat de toevloed van Tsjetsjenen is gestopt en dat diegene die er zijn, zich integreren. Momenteel zien we ook dat Afrikaanse Nederlanders zich hier vestigen omdat ze bij ons gemakkelijker aan “zorgvergoedingen” geraken. 2.2.3. Economie Er zijn enkele kleinere industrieterreinen. Er zijn geen grote bedrijven. De openbare diensten: stadsbestuur, OCMW, ziekenhuizen, scholen, post en NMBS zijn de grootste werkgevers in de streek. Geraardsbergen heeft op zijn grondgebied wel 1 Sevesobedrijf: - NV Seminck Gas, Industrieterrein Diebeke 21 te Schendelbeke Het aandeel werklozen, bekeken op de beroepsactieve bevolking, bedroeg in 2005 8,4% voor Geraardsbergen en 5,2% voor Lierde. Het aantal leefloontrekkenden per 1000 inwoners bedroeg 2,9 voor Geraardsbergen en 0,3 voor Lierde in 2005. In Geraardsbergen is het duidelijk merkbaar dat vele mensen het financieel erg moeilijk hebben, o.m. via een stijging van het aantal bezoeken van de deurwaarder. We moeten waakzaam zijn voor de nevenverschijnselen hiervan: kleinere diefstallen, heel wat verhuizen binnen de stad zelf, … 2.2.4. Cultuur, recreatie en toerisme Op recreatief gebied bezit Geraardsbergen diverse sportverenigingen en infrastructuren zoals: zwembad, sporthall, atletiekpiste, … Het provinciaal recreatiedomein De Gavers beschikt over een tropisch zwembad, een camping en bungalows voor verblijfsrecreatie. Ook wordt de streek en specifiek de Muur van Geraardsbergen druk bezocht door wielertoeristen. In het bijzonder denken we hierbij aan de “Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen” die georganiseerd wordt daags voor de Ronde Van Vlaanderen en die voor heel wat verkeersgevaarlijke situaties zorgt. Ook daarbuiten wordt de politie geconfronteerd met zeer veel wielerwedstrijden, die ter plaatse georganiseerd worden of gewoon door de stad trekken. Een hoogtepunt is de jaarlijkse doortocht in de finale van de Ronde van Vlaanderen voor profs met aankomst te Meerbeke. Toeristisch gezien doet Geraardsbergen een inspanning om steeds meer dagjesmensen naar de stad te gidsen. De blikvangers zoals de Muur, de Markt met manneken pis, de abdij met musea, zijn goed voor enkele duizenden toeristen die geen overlast bezorgen. Ook in Lierde bezitten ze enkele cultuurhistorische en toeristische troeven (Kartuizersite, Sint-Jansplein, …) Er zijn ook een aantal evenementen die elk jaar opnieuw veel volk op de been brengen: Krakelingen, 1 toog, Zomerkermis,…
ste
Het cinemacomplex Focus met bijhorend cultureel centrum levert geen problemen op. Tijdens de zomermaanden juli en augustus worden er elke woensdagavond Adriaans concerten georganiseerd in het Abdijpark te Geraardsbergen. Op deze gebeurtenis komen telkens honderden personen van zeer verschillende leeftijd en achtergrond af. Naar religie toe zien we een zekere diversiteit: katholieken (overgrote meerderheid), orthodoxen (vnl. de Tsjetsjenen) en er is ook nog een protestantse gemeenschap. 2.2.5. Uitgaansleven Op ons grondgebied bevindt zich één grote dancing : Het betreft de “ Tropicana “ te Schendelbeke Ganzestraat. Het uitgangscentrum situeert zich momenteel voornamelijk op de Markt te Geraardsbergen. De herbergen worden druk bezocht waardoor er vaak overlast is voor de buren (nachtlawaai, vechtpartijen en verkeersoverlast).
9
Op het Stationsplein is er voornamelijk tijdens de week en na school een erg grote jongerenpopulatie aanwezig. Dit geeft regelmatig aanleiding tot herrie. Op het Stationsplein Geraardsbergen figureren, zoals op de Markt, een aantal jongeren die gekend zijn voor drugs. Vanuit de media is er aandacht voor de invloed van alcohol en illegale drugs in de lokale samenleving. 2.2.6. Scholen Geraardsbergen bezit 13 scholen in het centrum waarvan zes voor secundair onderwijs. Het centrum kent hierdoor ‟s morgens en ‟s avonds een grote verkeersdrukte op schooldagen. Ook in de deelgemeenten zijn er 13 scholen. In Lierde zijn er 4 basisscholen. 2.2.7. Mobiliteit De streek blijft verstoken van rechtstreekse verbindingswegen met de grote steden. Een aantal drukke gewestwegen doorkruisen ons grondgebied. De N8 loopt van Brakel over het grondgebied naar Ninove en verder door naar Brussel. De N45 is een drukke weg tussen Geraardsbergen en Ninove waar hij uitmondt op de N8. De N42 verbindt Lessines met Herzele en loopt door naar Gent. Specifiek aan deze weg is dat hij aansluiting geeft in Lessines met de A8 autosnelweg zodat Geraardsbergen op een uur afstand van Lille komt te liggen. De N 495 loopt van Geraardsbergen naar Edingen. Ook deze weg sluit aan op de A8 autosnelweg. De totale afstand van het wegennet in de zone is ongeveer 500 km, waarvan in totaal 49 km gewestweg. Geraardsbergen is een stad met veel scholen. Tijdens de schoolperiodes is het erg druk in het oude stadscentrum. Zoals overal in België is ook het verkeer te Geraardsbergen de laatste jaren sterk toegenomen. 2.2.8. Infrastructuur en Technologie Binnen de politiezone zijn we concreet gestart met (ver)nieuwbouwplannen. Gedurende de werken dienen we te verhuizen naar een andere locatie. Organisatorisch staan we dus voor een aantal uitdagingen. Op technologisch vlak zijn ook een aantal veranderingen op til: - wijziging in de bewapening: gebruiken van uitschuifbare wapenstokken; - komt er internet op elke PC?; - aankoop van 1 moto; - mogelijkheid bestaat erin dat de brandweer op dezelfde gespreksgroep komt; - directe inning van OI‟s via mobiele betaalterminals; - uniform systeem (cfr ISLP) voor de federale en lokale politie. De mogelijkheid bestaat reeds om via internet aangifte te doen van een aantal misdrijven. Al deze nieuwigheden zorgen ervoor dat we organisatorisch de nodige ruimte dienen te creëren en dat we de mensen de nodige opleidingen dienen te verschaffen. 2.2.9. Wetgeving Momenteel zijn er zoveel wijzigingen in de wetgeving (WPA, Milieurecht, ...) dat het als kleine politiezone moeilijk is om die allemaal te kunnen opvolgen. We moeten hiervoor kunnen rekenen op andere diensten. 2.2.10. Politiek Op politiek vlak is intussen per gemeente een beleidsplan ontwikkeld, waardoor we op dat vlak een zekere stabiliteit kunnen verwachten.
2.3. Beeld van veiligheid en leefbaarheid 2.3.1. Objectieve gegevens Arrondissementele strategische analyse In mei 2008 is, in navolging van het nationaal veiligheidsbeeld, een zonaal veiligheidsbeeld uitgewerkt door de strategisch analist van de CSD Oudenaarde. Dit zonaal politioneel veiligheidsbeeld (naar ernst/impact)
10
vormde de basis voor een argumentatiemodel waarin volgende veiligheidsfenomenen als prioritair naar voor komen. 1. Illegale productie van en handel in drugs 2. Niet-familiaal geweld 3. Fraude (inclusief oplichting) Familiaal geweld Verkeersongevallen met lichamelijk letsel Inbraken in bedrijven en handelszaken In een tweede fase werd door de strategisch analist CSD Oudenaarde een aanvullende analyse van de 4 kwetsbaarheid en de dreiging opgemaakt; dit voor de belangrijkste veiligheidsfenomenen naar ernst. Die tweede analyse moet helpen om de eerste analyse te nuanceren (lees: onderbouwen of desgevallend ontkrachten). Volgende invalshoeken zijn relevant voor onze politiezone. 1. Illegale productie van en handel van drugs - Geraardsbergen behoort, voor de referentieperiode 2003-2007, tot de „arrondissementele‟ gemeenten met het hoogste aandeel geïdentificeerde druggebruikers jonger dan 25 jaar. - Geraardsbergen behoort tot één van de „arrondissementele‟ gemeenten met een „risico op drughandel‟ omwille van de aanwezigheid van: station, middelbare scholen en een dancing 2. Niet-familiaal geweld - Geraardsbergen scoort, voor de referentieperiode 2003-2007, boven het arrondissementeel gemiddelde wat betreft geïdentificeerde slachtoffers van geweldsdelicten (11 per 1.000 inwoners per jaar) - Geraardsbergen heeft voor dezelfde periode, gemiddeld 4 geïdentificeerde daders per jaar 3. Intrafamiliaal geweld - Tijdens de referentieperiode 2003-2007 heeft Lierde gemiddeld 6 registraties van partnergeweld per 1.000 inwoners per jaar. Hierdoor zit de gemeente boven het arrondissementeel gemiddelde. 4. Verkeer - Met een gemiddelde van 1.358 inschrijvingen (van voertuigen) per jaar, zit Geraardsbergen aan de top van het arrondissement. - De PZ Geraardsbergen/Lierde is, voor de referentieperiode 2003-2007, de PZ met het kleinste percentage betrokken bestuurders „zwaar vervoer‟. 5 - Naast de stad Zottegem heeft Geraardsbergen de grootste verkeersdensiteit van het arrondissement. - In de PZ Geraardsbergen/Lierde zijn in ongeveer 1/5 van het totaal aantal letselongevallen zwakke weggebruikers betrokken. - Volgende risicowegen werden weerhouden (op basis van de rapporten verkeersveiligheidsindex): Oudenaardsestraat (N493), Stationsplein, Steenweg (N8) en Astridlaan (N42). Verder werden ook nog risicokruispunten en locaties per categorie weg weerhouden.
Lokale databank ISLP Jaarlijks wordt de eigen ISLP-registratie (absolute cijfers) geanalyseerd. Dezelfde fenomenen als hierboven komen naar voor: verkeersongevallen, geweldsdelicten (inclusief intrafamiliaal geweld), inbraken en drughandel/druggebruik. Een toelichting bij deze „cijfers‟ is vervat in hoofdstuk 3.1.
2.3.2. Subjectieve gegevens De bevolkingsenquête De verwachtingen van de bevolking zijn gebaseerd op een bevraging van december 2007 bij 750 huishoudens, verspreid over Geraardsbergen en Lierde. 257 mensen hebben een vragenlijst teruggestuurd. Uit deze ingevulde enquêtes is gebleken dat de bevolking een positieve tot zelfs zeer positieve indruk heeft over haar politie. Een derde echter vindt dat de politie kordater mag optreden tegen overlast, meer informatie moet geven over de resultaten van de politiewerking en dat de politie meer in het straatbeeld moet te zien zijn.
4 5
Onder kwetsbaarheid wordt begrepen de aanwezigheid van potentiële slachtoffer- of dadergroepen en/of risicolocaties. Verkeersdensiteit = het jaarlijks aantal voertuigpassages per km weg
11
Onaangepaste snelheid, zwerfvuil op straat, hinderlijk parkeren, hondenpoep, woninginbraken en agressief verkeersgedrag worden dan weer als belangrijkste buurtproblemen ervaren. De grote meerderheid van zij die de wijkagent niet kennen, wensen in de toekomst de wijkagent te ontmoeten. De globale resultaten van de bevolkingsenquête kunnen bij de politiezone opgevraagd worden. 6
De nationale veiligheidsmonitor 2006 Uit de nationale veiligheidsmonitor van 2006 kunnen we volgende prioriteiten weerhouden: onaangepaste snelheid, agressief verkeersgedrag en woninginbraak. Over de politiedienst in de eigen politiezone of gemeente zijn ook de meerderheid van de respondenten (heel) tevreden. In mindere mate zijn ze tevreden over hun aanwezigheid op straat en de informatie die ze geven over hun activiteiten. 52,2% kent zijn wijkagent niet, het zijn vooral de ouderen die er meer contact mee wensen.
Luisteren naar mensen over onveiligheid (Koning Boudewijnstichting) Met dit Algemeen Verslag wou de Koning Boudewijnstichting via luistergroepen, peilen naar de onveiligheidsgevoelens. Dit als aanvulling op de meer kwantitatieve opiniepeilingen. Op basis hiervan hebben zij volgende dimensies van onveiligheid onderscheiden: - verloedering van de openbare ruimte (leegstand, uitpuilende vuilnisbakken); - criminaliteit: angst voor agressie; - gevaren op de weg: onaangepaste snelheid, drukke wegen, onaangepaste verkeersinfrastructuur; - overlast: samendrommende jongeren, straatlawaai, vandalisme, afpersing in de scholen; - drugs, vnl. druggebruik bij jongeren; - politie en gerecht zouden dichter bij de burger moeten staan; (als oplossing suggereren ze een meer zichtbare politie en aanspreekbare politie) - onveiligheid in de anonieme stad en alleen ‟s avonds. Huiselijk geweld en de situatie van daklozen/mensen zonder papieren werden omschreven als extreme vormen van onveiligheid. Onderzoek Testaankoop Uit dit onderzoek blijkt dat: - de psychische gevolgen van het eender welk misdrijf, zwaarder doorwegen dan de fysische gevolgen. - de helft van de Belgen in het afgelopen jaar slachtoffer werd van een misdrijf, dat 38 % hiervan geen aangifte doet. - de meest voorkomende misdrijven autovandalisme, diefstal zonder bedreiging, inbraak en diefstal uit voertuigen zijn.
2.4. Verwachtingen en doelstellingen van overheden en de andere belanghebbenden Voor het bepalen van de verwachtingen van alle belanghebbenden zijn diverse bevragingen gebeurd. Ook werden de diverse beleidsnota‟s van de overheden en partners geconsulteerd.
De overheden Bestuursakkoorden In het beleidsplan 2007-2012 definiëren de besturen hun belangrijkste doelstellingen voor de legislatuur. Deze beleidsplannen bevatten diverse beleidsdomeinen. Per beleidsdomein zijn er strategische en tactische doelstellingen geformuleerd. Volgende beleidsdomeinen uit het beleidsplan van de gemeente Lierde belangen de politie aan: 1. Een aanpak van het het onveiligheidsgevoel door o.m. een zichtbare en aanspreekbare politie; 2. Werken aan de verkeersveiligheid door de oorzaken van de verkeersongevallen aan te pakken o.m. door gerichte snelheidscontroles; 6
De PZ Geraardsbergen/Lierde nam in 2006 niet deel aan de Veiligheidsmonitor. De cijfers zijn ‘nationale cijfers’.
12
3. Inbraken vermijden door techno-preventief advies blijvend aan te bieden en de BIN verder te ondersteunen; 4. Geweld in gezinnen (met minimale interventietijden) 5. Druggebruik preventief en curatief aanpakken via PISAD en het MEGA-project; 6. De milieuhinder op een pragmatische manier aanpakken door eerst de milieu-ambtenaar als bemiddelaar te laten optreden en pas in tweede instantie de „klachten‟ door te spelen aan de politie; 7. Infrastructurele werken met oog voor de zwakke weggebruiker en de algemene veiligheid; 8. Werken aan een gedifferentieerd snelheidsbeleid 50-70; Volgende beleidsdomeinen uit het beleidsplan van de stad Geraardsbergen belangen de politie aan: 1. Verkeersveilig wegenbeleid: het aantal verkeersongevallen met voetgangers en fietsers in 2012 met 5% verminderen; 2. Preventieve aandacht voor mogelijke ongevallen bij kleine en grote evenementen; 3. De premie inbraakpreventie herwerken; 4. Ondersteunen van de lokale politie bij de oprichting van een nieuw politiekantoor.
Bevraging van de politieraadsleden Als rechtmatige democratisch verkozen vertegenwoordigers van de maatschappij zijn de politieraadsleden gevraagd de verwachtingen van deze maatschappij te formuleren. Hiervoor werd de bevolkingsenquête aangepast. Hieruit is gebleken dat zij een positieve indruk hebben van de politie. Naar buurtproblemen toe, signaleren zij de volgende: zwerfvuil op straat, agressief verkeersgedrag, hondenpoep, groepen jongeren buiten de schoolomgeving, vernielingen en vandalisme en onaangepaste snelheid in het verkeer.
Beleidsplan van de procureur des Konings De procureur des Konings, de heer Herman Daens, heeft in zijn circulaire APO2 de gerechtelijke prioriteiten en het vervolgingsbeleid duidelijk omschreven. In zijn nota van 13 juni 2008 verduidelijkt de procureur verder de gerechtelijke strategische prioriteiten voor de zonale veiligheidsplannen 2009-2012. Hierbij worden volgende gerechtelijke invalshoeken en prioriteiten naar voor geschoven: 1. Een geïntegreerde, multidisciplinaire aanpak van alle feiten die alcohol- of druggerelateerd zijn, te beginnen met een correcte registratie van al deze feiten; 2. Het optimaliseren en op elkaar afstemmen van de interne processen van politie en justitie die betrekking hebben op een kwaliteitsvolle gerechtelijke afhandeling. De beleidsnota wordt opgenomen in bijlage. Nationaal Veiligheidsplan 2008 – 2011 Goedgekeurd door de ministerraad op 1 februari 2008. Als belangrijkste opdracht voor de politie is weerhouden dat ze moet bijdragen tot de veiligheid en levenskwaliteit in de samenleving. Concreet zal de geïntegreerde politie, samen met vele andere partners, bijdragen tot de realisatie van volgende beleidsdoelstellingen: - Een daling of betere beheersing van de criminaliteit en in het bijzonder van de prioritaire fenomenen; - Een verhoging van de ophelderingsgraad en in het bijzonder voor de meest zware eigendomsdelicten; - Een verhoging van de verkeersveiligheid en in het bijzonder een daling van het aantal verkeersslachtoffers; - Een verhoging van het veiligheidsgevoel; - Een handhaving van het vertrouwen in politie en een verhoging van de tevredenheid over haar dienstverlening; - Het vrijwaren van de integriteit van het politiepersoneel. Als prioritaire veiligheidsfenomenen zijn weerhouden: A. Criminaliteit : ernstige geweldmisdrijven, straatcriminaliteit, eigendomsdelicten, ernstige economische en financiële criminaliteit, drugproductie, -handel en druggerelateerde criminaliteit, ernstige informaticacriminaliteit, zware milieucriminaliteit, intrafamiliaal geweld / partnergeweld, terrorisme, mensenhandel en mensensmokkel, jongerencriminaliteit
13
B. Verkeers(on)veiligheid : verkeershandhaving, beter meten, communicatie en opleiding, actieplan, middelen C. Overlast Voor de interne werking worden als prioriteiten naar voor geschoven: kwaliteitsvolle dienstverlening, integriteit, geïntegreerde werking en steun, beschikbaarheid en inzetbaarheid, informatiehuishouding, investering in de medewerkers, wijkwerking: samenwerking tussen de lokale politie en de lokale leefgemeenschap, onthaal (basispolitiezorg), politionele slachtofferbejegening, politionele opvolging van opgelegde voorwaarden, interventie en algemeen toezicht, recherche en onderzoek, ordehandhaving, verkeersveiligheid, partnerschap, innovatie, maatschappelijk verantwoord ondernemen, een performant financieel beheer. de
Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau (3 evaluatieverslag) De bedoeling van het rapport was een evaluatie te maken van de implementatie van het concept van de gemeenschapsgerichte politiezorg binnen de 6 basisfunctionaliteiten. Op basis van hun analyses geeft de Commissie aanbevelingen per basisfunctionaliteit. Toch zijn er ook een aantal functionaliteitoverschrijdende aandachtspunten: - het belang van goed onderbouwde kwaliteitsnormen en meetinstrumenten; - aandacht voor functieprofielen en de "juiste man op de juiste plaats"; - zorgen voor taakintegratie en informatieuitwisseling tussen de verschillende functionaliteiten; - oog hebben voor adequate opleidingen.
De federale politionele partners De bestuurlijk directeur-coördinator De dirco heeft naar aanleiding van het ABO op 29 april 2008, volgende aandachtspunten geformuleerd in functie van de veiligheidsplannen: Criminaliteit Algemeen Naleving engagement jaarkalender politieacties Verdere uitbouw informatiepositie Kwaliteit processen-verbaal Wederzijdse informatie-uitwisseling Ernstige geweldsmisdrijven: waakzaamheid voor stads- of jongerenbendes Straatcriminaliteit: aandacht voor veelplegers Eigendomsdelicten: Beperken kans op slachtofferschap Gericht toezicht en gerichte controleacties Fenomeenopvolging Ernstige economische en financiële criminaliteit Drugsproductie en –handel: focus op steden, clandestiene labo‟s en cannabisplantages Ernstige informaticacriminaliteit Zware milieucriminaliteit: afvalzwendel (kwetsbare sectoren, locaties, dadergroepen) Intrafamiliaal en partnergeweld: alcoholmisbruik en gebruik van drugs als oorzaak Terrorisme: evaluatie PLP37 Mensenhandel en mensensmokkel: risicoanalyse (kwetsbare sectoren, locaties, dadergroepen) Jongerencriminaliteit (minderjarigen en adolescenten): periodieke monitoring (drugdelicten en opzettelijke brandstichting) Verkeersonveiligheid Stijging aantal verkeerslachtoffers vermijden: maximum 12 verkeersdoden in 2010 Hernieuwde inspanning: opdrijven aantal controle-uren Verkeershandhaving: zichtbaarheid verhogen op risicoplaatsen en risicotijdstippen Overlast Uitgangsbuurten, stadscentra en openbaar vervoer Politieaanwezigheid op risicoplaatsen –tijdstippen Kwaliteitsvolle politiewerking Geïntegreerde werking en steun (DIS) Informatiehuishouding: personeelscapaciteit en voeding AIK Investeren in medewerkers: digitaal informatie- en kennisplatform; initiatief „leiderschap‟ voor officieren en middenkaders (hycap) Politionele slachtofferbejegening: deskundigennetwerk
14
-
Ordehandhaving: politiereflex voor risicolocaties
De gerechtelijk directeur De gerechtelijk directeur en FGP Oudenaarde hebben volgende bijdrage aan het Nationaal Veiligheidsplan geformuleerd. In zes van de acht strategische projecten worden door FGP Oudenaarde acties ondernomen: SP1: resultaatsgerichte aanpak prioritaire fenomenen waarbij een project opgestart wordt rond financiële fraude. SP2: kwaliteitsvolle dienstverlening met opsplitsing naar onthaal en recherchemanagement. SP4: steunverlening SP5: competentie- en ontwikkelingsplan SP8: zuinig en ecologisch ondernemen Van belang daarbij voor de lokale politie is dat FGP Oudenaarde een project wil opstarten rond financiële fraude met steun vanwege de lokale politie FGP Oudenaarde haar steunverlening wil verfijnen en optimaliseren De burger - doelgroepen De bevraging onthaal Begin 2008 werd een (micro sociaal-wetenschappelijk) onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het politioneel onthaal. Dit gebeurde aan de hand van een bevraging waarin de aandacht ging naar de „verwachtingen‟ en de „beoordeling van de huidige invulling van de onthaalfunctie‟. Er werden 41 bezoekers bevraagd (op verschillende tijdstippen). Ook onze „vaste onthalers‟ werden bevraagd. Volgende grote lijnen komen uit dit onderzoek naar voor: Het attest van klachtneerlegging moet meer meegegeven worden Bezoekers verwachten vooral: (1) dat ze snel geholpen worden, (2) dat hun zaak met de nodige privacy behandeld wordt en (3) dat ze informatie krijgen over de manier waarop hun zaak behandeld wordt De wachttijden zijn minimaal (33 op 41 moesten niet wachten) De bezoekers zijn tevreden over de privacy, de vriendelijkheid en ze hebben vertrouwen in de medewerkers De medewerkers zelf geven aan niet tevreden te zijn over het beperkte aanbod tot privacy De bevraging partnergeweld Eind 2007 – begin 2008 werd in de politiezone een evaluatieonderzoek uitgevoerd omtrent het lopende project „partnergeweld‟. Het opzet van dit onderzoek bestond er in (1) te polsen bij daders en slachtoffers naar de tevredenheid over de huidige aanpak door politie en hulpverlening en (2) te polsen naar eventuele identieke aanleidingen tot het conflict. De onderzoekspopulatie was samengesteld uit alle geregistreerde daders en slachtoffers in processen-verbaal en bedroeg 250 onderzoekseenheden. We noteerden een respons van 110: 66 slachtoffers en 44 verdachten. Volgende grote lijnen komen uit dit onderzoek naar voor: Zowel daders als slachtoffers zijn in grote mate tevreden over de vriendelijke, respectvolle en behulpzame houding van de politie De informatieverstrekking tijdens en na de feiten is een verbeterpunt De politie moet de feiten ernstig nemen en steeds objectief blijven Bij 40 respondenten zijn er nog problemen geweest na de eerste politionele tussenkomst en een aantal besloot daarbij om de politie niet meer te contacteren omwille van afwezigheid fysiek geweld en/of de kinderen Alcohol (verslaving) wordt aangegeven als voornaamste „aanleiding‟ tot het conflict Opdrachtbrief van de korpschef Conform artikel VII.III.53. van het K.B. 30 maart 2001 en het verslag daarbij aan de Koning, wordt het mandaat van de korpschef uitgeoefend overeenkomstig een opdrachtbrief waarin de te halen doelstellingen zijn vermeld samen met de ter beschikking gestelde middelen waarmee die doelstellingen moeten worden 7 behaald. De politieraad keurde deze opdrachtbrief in 2007 goed. Volgende grote lijnen werden door de korpschef geformuleerd: 7
K.B. 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, B.S. 31 maart 2001.
15
-
Verfijning van de opvolging van de doelstellingen „basisfunctionaliteiten‟ Invulling van het voorgesteld personeelskader Verbeteren van de materiële en infrastructurele uitrusting Streven naar een geleidelijke vermindering van het procentueel aandeel van de personeelskost binnen het totale budget, ten voordele van het procentueel aandeel werkingskost De lokale politie Geraardsbergen/Lierde verder ontwikkelen tot een meer performante organisatie door o.m. invoering van strategisch HRM, aandacht voor processen, de implementatie van een performantiestuurbord, …
De medewerkers Zelfevaluatie In 2007 is een zelfevaluatie uitgevoerd op basis van het CAF-EFQM kwaliteitsmodel. Deze positiebepaling werd uitgevoerd door een „dwarsdoorsnede‟ van het korps. Het opzet hiervan was meervoudig: (1) De perceptie van de medewerkers te weten komen (2) Een aanzet nemen om een model voor optimale bedrijfsvoering te implementeren (3) De nieuwe korpschef toelaten „sterke‟ en „zwakke punten‟ van de organisatie te detecteren Uit de conclusies blijkt dat de participanten pleiten voor verbeterplannen met betrekking tot: Het beheer van de voorzieningen (inzonderheid de slechte staat van het politiegebouw) Communicatie en „dagdagelijkse toepassing‟ van de missie, visie en waarden; Formulering van duidelijke strategische doelstellingen en betrokkenheid bij uitwerking en evaluatie De uitwerking van een HRM-beleid (dat ruimer gaat dan personeelsadministratie) Versterken van het „coachend leiderschap‟ Communicatie (zowel intern als extern)
Onderzoek Leiderschap Eind 2007 verleende de lokale politie Geraardsbergen/Lierde, net als 5 andere politiekorpsen, haar medewerking aan een onderzoek naar „eigenschappen van leiders‟ en de „perceptie van leiders‟. Voor dit onderzoek werd er van uit gegaan dat mensen een beeld in hun hoofd hebben van wat leiders onderscheidt van niet-leiders en van wat effectieve leiders onderscheidt van niet-effectieve leiders. Dit beeld geeft weer wat mensen verwachten van leiders en welke eisen ze aan leiders stellen. De resultaten voor de politiezone moeten nog verfijnd worden, maar globaal kan gesteld worden dat de leiderschapscategorisatietheorie (van Lord) overheerst. In deze theorie wordt verondersteld dat mensen in organisaties door socialisatie en door ervaringen met leiders „impliciete leiderschapstheorieën‟ (ILTs) ontwikkelen; dit wil zeggen dat zij persoonlijke veronderstellingen hebben over trekken en capaciteiten die een ideale leider kenmerken. ILTs vertegenwoordigen reeds bestaande cognitieve structuren of prototypes die opgeslagen zijn in het geheugen en kunnen geactiveerd worden wanneer ondergeschikten in contact komen met een leidinggevende. ILTs zijn geen objectieve waarheden maar eerder op waarneming gebaseerde abstracte begrippen en labels die ondergeschikten gebruiken om personen in een leiderspositie te categoriseren.
16
2.5. Inrichting van het korps 2.5.1. Personeelscapaciteit en organogram De goedgekeurde personeelsformatie 2007 omvat: Dienst
Offr
Korpschef Afdeling Personeel Organisatie
Hinp
Inp
Ap
Calog
1 en
1
Afdeling Toezicht
1
3
15
Afdeling Onderzoek
1
3
5
Afdeling Operaties
1
6
27
TOTAAL: 68 / 14,5
4
13
47
4
4
1 adviseur 1 consulent HRM 1 consulent ICT 8 assistenten 1 bediende 2,5 hulpkrachten
14,5
De organisatie is opgebouwd op basis van een streven naar een excellente politiezorg. De verschillende diensten van het korps worden ondergebracht in nieuwe afdelingen. Er worden drie verticale afdelingen gecreëerd en één horizontale afdeling. De verticale afdelingen staan in voor de verschillende functionaliteiten. De horizontale afdeling werkt ondersteunend naar de basisfunctionaliteiten. De primaire processen staan met andere woorden vooraan in de keten. De werking in de basisfunctionaliteiten wordt ondersteund door een sterk administratief en logistiek kader. (volgens de filosofie van de circulaire administratieve taken). Tijdens de uitvoering van dit zonale veiligheidsplan zullen alle calogiseerbare functies effectief door calogpersoneel worden waargenomen. De beleidsprocessen zijn verdeeld over de diverse afdelingshoofden en worden bewaakt door de korpschef en het afdelingshoofd personeel en organisatie.
17
KORPSCHEF 1 1 (H)CP
Afdeling Toezicht
Afdeling Onderzoek
Afdeling Operaties
1HCP 1 CP
1 1 CP
1 1 CP
Wijkdienst
Recherchedienst
Interventie- en onthaaldienst
2 2 HINP
2 2 HINP
5 5 HINP INT
11 11 INP
4 4 INP
1 1 HINP Onthaal
Verkeersdienst Openbare orde
Dienst Jeugd en gezin
23,8 27 INP
1 1 HINP
1 1 HINP
7,2 8 Ass
2 4 INP
1 1 INP
1 1 Bed
0 2 Cons
Personeel en Organisatie
goedgekeurde
formatie 68 ops en 14,5 calog 4 OK 13 MK 47 BK 4 AK 14,5 calog
1 1 HINP
(ICT – HRM)
5 4 AP
=
1 1 Adv
2 2,5 Hulpkracht
=
formatie op 01 juli 2008
63,8 ops en 11,2 calog 4 OK 13 MK 41,8 BK 5 AK 11,2 Calog
18
2.6. Beeld van de dienstverlening en de werking 2.6.1
Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking MINIMALE WERKINGSNORMEN
WIJKWERKING Datum registratie
Aantal inwoners
01/09/2008
Aantal wijkinspecteurs volgens de norm
Reëel aantal wijkinspecteurs
Aantal politieposten
9 à 10
11
3
+ 38.000
Capaciteit op jaarbasis 16.720 (enkel manuren INP)
NORM : 1 wijkinspecteur op 4.000 inwoners In de wijkdienst zijn ook 2 FTE HINP en 0,5 FTE HCP actief: zij voeren eveneens (deeltijds) operationele opdrachten uit. In de loop van 2007-2008 werd de wijkdienst aanzienlijk uitgebreid: van 7 INP, 1 HINP en 1 CP naar 11 INP, 2 HINP en 0,5 HCP. Eind 2008 zal het aantal politieposten verminderen naar 2 ingevolge een verbouwing.
ONTHAAL Datum registratie
Aantal gemeenten in de zone
Aantal politieposten
Aantal uren daadwerkelijk fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt Weekdagen
Capaciteit op jaarbasis
Week-end / feestdagen
01/09/2008
2
3
24/24
24/24
11.256 (exclusief inzet calog)
NORM : per dag 12 uur fysiek onthaal in het centrale onthaalpunt + contacteerbaar d.m.v. technische infrastructurele maatregelen De operationele onthalers worden ondersteund door calog-medewerkers.
INTERVENTIE EN ALGEMEEN TOEZICHT Aantal interventieploegen
Datum registratie
01/09/2008
Aantal piekploegen
Aantal
Voorziene uurvorken
Aantal
Voorziene uurvorken
2
06-14
/
/
(uitz ma-di-
14-22
wo-do
22-06
Capaciteit op jaarbasis 26.208
nacht)
NORM : 1 continuploeg + 1 piekploeg 84 uur/week
POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING Datum registratie
01/09/2008
Gespecialiseerd medewerker beschikbaar (ja / neen)
2
Wijze waarop de permanente beschikbaarheid geregeld is (aan te kruisen) Intern de zone geregeld
Samenwerkingsverband met andere PZ/Fedpol
ja
/
Capaciteit op jaarbasis
3.040 (2 FTE)
19
NORM: 1 gespecialiseerd medewerker continu terugroepbaar (eventueel via samenwerkingsakkoord) De lokale politie beschikt over een dienst jeugd en gezin (2 FTE). 4 medewerkers worden ingeschakeld voor permanentie „slachtofferbejegenaar met wachtdienst‟.
LOKALE OPSPORING EN LOKAAL ONDERZOEK Organisatievorm Datum registratie
Globaal effectief zone
Effectief operationeel kader
01/09/2008
7
7
Lokale recherchedienst (met vaste medewerkers)
Polyvalente of « flexibele » opsporings- en onderzoekscapaciteit
Aantal FTE
Aantal FTE of uren
7
24/week
Capaciteit op jaarbasis
10.640 (7 FTE – exclusief flexibele)
NORM : 10% van het operationeel effectief voor zones met globaal effectief ≥ 230, 7% van het operationeel effectief met een minimum van één ploeg (2 mw) voor de weekdagen, voor de andere PZ. Vanaf september zijn we gestart met een bijstand aan de recherchedienst gedurende drie dagen per week. Deze „flexibele‟ medewerkers komen uit de afdeling operaties.
HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE Permanentie OBP en OGP
OBP
Ja
Interzonale samenwerking neen
OGP
Ja
Interzonale samenwerking
Datum registratie
Neen
01/09/2008
NORM : 1 OBP permanent bereikbaar en terugroepbaar
8
Aan elk van de basisfunctionaliteiten werden in de loop van 2007-2008, in overleg , indicatoren gekoppeld als een soort traject om de doelstellingen te bereiken. Die indicatoren moeten we beschouwen als succesbepalende factoren voor de lokale politie Geraardsbergen/Lierde. De federaal gedefinieerde strategische keuzes om een minimale gelijkwaardige dienstverlening te verkrijgen worden op die manier 9 geëxpliciteerd en geoperationaliseerd. Als referentiekader voor de operationalisering van de basisfunctionaliteiten werd teruggegrepen naar de handleiding bij het vademecum veiligheidsplannen en het KB 17/09/2001. Daarnaast werden ook de (jaar)verslagen van de toezichtsorganen (Comité P en AIG), de circulaire administratieve taken, de PLP10, … gebruikt als input. De verschillende indicatoren werden opgenomen in een performantiestuurbord waarbij voor de verschillende strategische velden (basisfunctionaliteiten en veiligheidsprioriteiten) kritieke prestatie-indicatoren geformuleerd werden. Er wordt gestreefd naar een maandelijkse opvolging met tweemaandelijkse rapportering naar het politiecollege en jaarlijkse rapportering naar de zonale veiligheidsraad.
8
De keuze van de indicatoren is in een eerste fase gebeurd in overleg met de leden van de zonale veiligheidsraad, de verschillende afdelingshoofden binnen de PZ Geraardsbergen/Lierde en de verantwoordelijken voor de actieplannen. Op termijn moeten we er naar streven om de indicatoren vanuit de verschillende belanghebbenden te laten aanreiken. 9 In het derde evaluatieverslag van de Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau van juni 2007 wordt gesteld dat er nood is aan het concreet normeren van de invulling van functionaliteiten.
20
ANDERE OPERATIONELE DIENSTEN
De lokale politie Geraardsbergen/Lierde beschikt over een aparte dienst jeugd en gezin. Deze dienst is ondergebracht in de afdeling Onderzoek en bestaat uit twee FTE: een HINP en een INP. Zij staan in voor jeugd- en gezinsgerelateerde materies zoals zedenzaken, spijbelen, jeugdcriminaliteit (PLP41), … Daarnaast beschikt het korps over een aparte dienst verkeer/openbare orde. Deze dienst bestaat momenteel uit 0,5 FTE HCP, 1 HINP, 2 INP‟s en 4 agenten. Tegen eind 2009 moet deze dienst bestaan uit 0,5 FTE (H)CP, 1 HINP, 4 INP en 4 agenten. OPDRACHTEN EN TAKEN VAN FEDERALE AARD
MFO1 Inzake gevangenen en gevangenisproblematiek o Levering gevraagde inzet bij onregelmatigheden in gevangenissen MFO2 Inzet van gehypothekeerde capaciteit o Levering gevraagde inzet arrosol – hycap MFO3 Betreffende het informatiebeheer gerechtelijk en bestuurlijk o Naleving afspraken operationeel bestuurlijk overleg o Naleving afspraken bijeenkomst functioneel beheerders o Uitwerking van interne richtlijnen o Opvolging stuurbord ANG MFO4 Regelgeving inzake private veiligheid MFO5 Bijzondere bescherming van personen en goederen MFO6 Betreffende werking AIK BIJDRAGE AAN HET NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN De bijdrage van de politiezones van het arrondissement Oudenaarde aan het NVP wordt jaarlijks door de CSD Oudenaarde in beeld gebracht via het Politioneel Arrondissementeel Beeld (PAB). Daarnaast werd ook een semesterevolutie opgemaakt voor de periode 2004 – 2007. Concreet werd binnen de politiezone Geraardsbergen/Lierde rond volgende federale prioriteiten gewerkt:
Eigendomsdelicten:
Deelname aan supra-zonale acties (anti-inbraak) Maximale invulling van arrondissementeel afgesproken actieplanning „anti crim” (anti-inbraak)
Drugs:
Bijdrage aan arrondissementele controleacties drugtoerisme
Verkeer:
Uitvoeren van controleacties m.b.t. de federale prioriteiten inzake verkeer (actieplan verkeersveiligheidsfonds) Deelname aan suprazonaal georganiseerde controleacties verkeer (inzonderheid drugs in het verkeer) Deelname aan campagnes op vraag van het BIVV en de provincie Deelname aan de verdere concretisering van de omleidingsplannen voor E-wegen
Leefmilieu:
Deelname aan geïntegreerde acties lokale politie – federale politie (afval- en mesttransport) Deelname aan geïntegreerde acties lokale politie – bijzondere inspectiediensten
Wapenzwendel:
Deelname aan actie „ongewenst gewapend‟
Terrorisme:
Ondersteuning van het arrondissementeel bestuurlijk opsporingsprogramma Punctuele ondersteuning van het terreuralarm Brussel Uitwerking van interne regeling omtrent infogaring
21
OPDRACHTEN EN TAKEN TEN VOORDELE VAN DERDEN
De lokale politie Geraardsbergen/Lierde staat momenteel nog in voor de volledige administratieve afhandeling van wielerwedstrijden. Daarnaast wordt ook het strafregister bijgehouden. Voor deze opdracht wordt wel 0,5 FTE ter beschikking gesteld door de stad Geraardsbergen.
2.6.2. De interne werking MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
Zie 2.3. voor verwachtingen van de medewerkers. Het uitvoeren van opdrachten door een politieorganisatie kan niet worden losgekoppeld van de problematiek van de betrokkenheid van de medewerkers. Die medewerkers vormen het belangrijkste en meteen ook het duurste werkingsmiddel. De uitdaging voor de korpsleiding (en in het bijzonder de afdeling personeel en organisatie) bestaat er bijgevolg in een toegevoegde waarde te creëren voor zowel de organisatie als de medewerkers. Dit traject naar een strategisch HRM-beleid (dat bijdraagt aan de doelstellingen van het zonaal veiligheidsplan) werd tot op heden slechts beperkt vorm gegeven. De personeelsadministratie primeerde … Om de uitdaging naar een strategisch HRM-beleid concrete invulling te geven, zal een strategisch HRMonderdeel ingepast worden in het zonaal veiligheidsplan 2009-2012. Ondermeer volgende werkterreinen zullen daarbij in overweging genomen worden: planning, performantiemanagement, competentiemanagement, organisatiemanagement, arbeidsomstandighedenbeleid en werkrelaties. Om het belang van het menselijk kapitaal te benadrukken heeft de korpschef met alle medewerkers een individueel onderhoud gehad. De interne input die de korpschef op die manier ontvangen heeft is essentieel voor de uitvoering van het politioneel beleid. Deze bottom-up beweging mag immers niet onderschat worden. De inzet en de medewerking van het ganse korps zijn essentieel in het licht van de doelbereiking. We gaan voor een aanpak onder het motto „eendracht maakt macht‟ en solliciteren dus uitdrukkelijk naar de inzet en professionele inbreng van elke collega.
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
De lokale politie Geraardsbergen/Lierde streeft naar het kwalitatief op peil houden van de infrastructuur en de middelen. Dit streven wordt bewaakt door het politiecollege en de bijzonder rekenplichtige; uiteraard in functie van het financieel meerjarenplan. In de opdrachtbrief van de korpschef werden een aantal krijtlijnen geformuleerd die door de politieraad aangenomen werden. Concreet gaat het over doelstellingen op vlak van de digitale omgeving, het voertuigenpark, de bewapening en individuele uitrusting, de communicatiemiddelen en de politiegebouwen. Op het vlak van informatica blijft de lokale politie sterk afhankelijk van de federaal gedefinieerde standaarden. De ingeslagen weg van werkposten zal verder gezet worden. Het aantal werkposten dient uiteraard steeds in overeenstemming te zijn met de beschikbare mankracht. Een gespreide vernieuwing van 10 de informatica-uitrusting blijft aangewezen. Concreet zal, conform de circulaire PLP 5 , gestreefd worden naar één werkpost per drie gebruikers. Deze streefnorm geldt niet voor de calog-medewerkers (die allen over een eigen desktop dienen te beschikken) noch voor de „internetposten‟ aangezien ze niet binnen het ISLP-netwerk mogen functioneren. We pleiten voor een afschrijvingstermijn van vier jaar voor de pc‟s en de aanschaf van een citrix-server in de periode 2008-2009, om ondermeer het aantal licenties zo te kunnen verminderen. De verschillende afdelingen van de lokale politie beschikken over een aantal voertuigen die aangepast zijn aan hun hoofdopdrachten. Het voertuigenpark dient evenwel regelmatig hernieuwd te worden omwille van het verstrijken van de afschrijvingstermijn en de aanbevolen rotatie van gebanaliseerde voertuigen. Voor de vervanging van de voertuigen wordt een afschrijvingsnorm voorgesteld van 180.000 km of 9 jaar. De huidig aanwezige gebanaliseerde voertuigen van de afdeling onderzoek zullen na hun afschrijving niet meer
10
Omzendbrief PLP5 – radioscopie der politiezones.
22
vervangen worden. Om de rotatie van dergelijke voertuigen te verbeteren (finaliteit= de niet-herkenning) zal overgegaan worden tot het huren ervan via de federale politie. De wetgever heeft recentelijk het koninklijk besluit betreffende de individuele bewapening van de 11 geïntegreerde politie ingevoerd. Dit leidt in hoofde van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde tot een aanpassing van de individuele uitrusting voor alle operationele medewerkers: omschakeling van revolvers naar halfautomatische pistolen kaliber 9 mm en vervanging van de wapenstokken door rechte uitschuifbare slagwapens. Voor het aansturen van de interventieploegen zal de afstemming met het Communicatie- en Informatiecentrum Oost-Vlaanderen (CICOV) verfijnd worden. We denken daarbij vooral aan de prioriteitstelling binnen het interventiebeleid. Verder dienen alle medewerkers op het terrein te beschikken over kwalitatieve handposten om een vlotte communicatie met de dispatching toe te laten. We streven daarbij naar 40 Astrid-handposten om aan alle operationele noden te kunnen voldoen. De infrastructuur van de lokale politie Geraardsbergen/Lierde voldoet niet meer aan de kwaliteitsstandaarden die van een overheidsdienst mogen verwacht worden. Samen met het politiecollege en de politieraad zal intens gewerkt worden aan de realisatie van een verbouwing/nieuwbouw in de Denderstraat, waardoor op termijn alle afdelingen (exclusief wijkpost Lierde) in één gebouw zullen gehuisvest zijn. Conform artikel 40 WGP, wordt de begroting door de politieraad goedgekeurd, overeenkomstig de door de Koning vastgestelde begrotingsnormen. De politieraad zal, overeenkomstig de te bereiken doelstellingen uit het zonaal veiligheidsplan en het nieuwe organogram, de begroting dienstjaar 2009 beoordelen en een projectie naar de toekomst plannen (meerjarenbegroting). De korpschef zal samen met het politiecollege en de bijzonder rekenplichtige instaan voor de uitvoering van het beheer van de financiële middelen. De operationeel beleidsverantwoordelijken streven daarbij naar een geleidelijke vermindering van het procentueel aandeel van de personeelskost binnen het totale budget, ten voordele van het procentueel aandeel werkingskost. Tot op heden werd het totale budget van de lokale politie voor gemiddeld 86% ingenomen door personeelskost. Er wordt gepleit voor een personeelskost die ongeveer 80% van het totale budget uitmaakt in combinatie met ongeveer 20% werkingskost. Die beleidsoptie moet de organisatie voldoende ruimte bieden (voor ondermeer innovatie en bijscholing) om zo gepast en vooral tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe trends in criminaliteit, technologie, bevolkingssamenstelling, … MANAGEMENT VAN PROCESSEN
Van echt procesmanagement is tot op heden nog geen sprake. Een aantal punctuele initiatieven werden wel reeds genomen. Het ging daarbij telkens om processen waarbij de ketenpartners betrokken zijn. Concreet werd o.m. overgegaan tot beschrijving van de processen die gerelateerd zijn aan de veiligheidsprioriteiten uit het vorig zonaal veiligheidsplan (de zogenaamde primaire processen) namelijk de processen „aanpak partnergeweld‟, „spijbelen‟, „technopreventief advies‟, „diefstallen in gebouwen‟ en „sturen onder invloed‟. Een aantal nieuwe procesbeschrijvingen worden momenteel overwogen. Ook op arrondissementeel niveau zal een aanzet genomen worden om het ketengericht werken eerst in een procesmodel te bekijken.
2.7. Samenwerking 2.7.1. Interzonale, bovenlokale en internationale POLITIEsamenwerking PROTOCOLS EN SAMENWERKINGSVERBANDEN
1 “Protocol DIS, PIP & STOER” Partijen: Politiezones arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – CICOV
11
Koninklijk Besluit van 03 juni 2007 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie, B.S. 22 juni 2007.
23
Datum: Inhoud/Doel:
1/10/2005 Vastleggen van de principes en de modaliteiten van de samenwerking tussen de federale en lokale politiediensten werkzaam in het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde inzake de laterale steun bij de afhandeling van interventies en/of dringende onderzoeksdaden
2 “Protocolakkoord inzake de organisatie van het arrondissementeel en nationaal politiealarm” Partijen: PK Oudenaarde - Politiezones arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – CICOV – WPR Oost-Vlaanderen – SPN Gent – SPC Gent Datum: 12/10/2005 Inhoud/Doel: Vastleggen van de principes en de modaliteiten bij politiealarm met het oog op: Algemeen verspreiden van opsporingsgegevens aangaande bepaalde feiten en de daders Opsporen en vatten van daders 3 “Lokaal protocol AIK” Partijen: Datum: Inhoud/Doel:
PK Oudenaarde - Politiezones arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) 03/12/2004 Concrete uitwerking van de toepassingsmodaliteiten van de gemeenschappelijke en dwingende richtlijn MFO6 betreffende de werking en organisatie van de AIK‟s.
4 “Protocolakkoord Arrondissementeel Netwerk Audiovisueel Verhoor Minderjarigen” Partijen: PK Oudenaarde - Politiezones arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – Jeugdrechter Oudenaarde – Onderzoeksrechters Oudenaarde Datum: 28/10/2004 Inhoud/Doel: Concrete uitwerking van het kader en de uitvoeringsmodaliteiten van videoverhoren in het gerechtelijk arrondissement cfr. de ministeriële omzendbrief terzake van 16 juli 2001 en de ministeriële richtlijn van 20 februari 2002 5 “Overeenkomst betreffende het gebruik van de cellen van de politiediensten van het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde” Partijen: Politiezones arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – Voorzitters politiecolleges PZ‟s Arro Oudenaarde Datum: 09/10/2003 Inhoud/Doel: Concrete uitwerking van het kader en de uitvoeringsmodaliteiten van het gebruik van de cellencomplexen door politiediensten (wederzijdse bijstand tussen politiezones) 6 “Protocol over de aanwending van bijzondere opsporingsmethoden, de inzet van DSU met gerechtelijke finaliteit en het CTI-gebeuren” Partijen: Politiezones arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – PK Oudenaarde Datum: 14/04/2004 Inhoud/Doel: Concrete uitwerking van het kader en de uitvoeringsmodaliteiten voor inzet speciale eenheden federale politie en de toepassing BOM-wetgeving. 7 “Protocolakkoord inzake de implementatie van een crisiscel” Partijen: Politiezones arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – PK Oudenaarde - Onderzoeksrechters Datum: 24/06/2003 Inhoud/Doel: Fomaliseren van het principe van de oprichting van een beleidsstaf en een operationele staf bij gebeurtenissen met een aanzienlijke gerechtelijke en recherchematige impact. 8 “Protocolakkoord tussen DPME en de PZ Geraardsbergen/Lierde” Partijen: Federale Politie DPME – PZ Geraardsbergen/Lierde Datum: 17/12/2002 Inhoud/Doel: Steun van de federale politie aan de lokale politie aangaande de verkoop van basisuitrusting.
24
9 “Protocol laterale steun bij interventies PZ Geraardsbergen/Lierde – ZP Des Collines” Partijen: ZP Des Collines – PZ Geraardsbergen/Lierde Datum: 31/07/2002 Inhoud/Doel: Formalisering van de laterale steun tussen de 2 politiezones in geval van gevaarsituaties, crisissituaties en tijdelijke interventieoverlast. 10 “Protocol laterale steun bij interventies PZ Geraardsbergen/Lierde – PZ Pajot” Partijen: PZ Pajot – PZ Geraardsbergen/Lierde Datum: 31/05/2002 Inhoud/Doel: Formalisering van de laterale steun tussen de 2 politiezones in geval van gevaarsituaties, crisissituaties en tijdelijke interventieoverlast.
11 “Protocol laterale inzake onderlinge steun bij dringende interventies en/of onderzoeksdaden” Partijen: Politiezones arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – PK Oudenaarde - Onderzoeksrechters Datum: 01/06/2003 Inhoud/Doel: Vastlegging van aantal werkingsregels en principes inzake onderlinge steun bij dringende interventies en/of onderzoeksdaden. 12 “Protocol logistieke steun” Partijen: Federale politie (Dirco) – PZ5428 Datum: 06/02/2004 Inhoud/Doel: Formalisering van de steunverlening vanwege de federale politie (DGM) aan PZ 13 “Protocolakkoord inzake onderlinge steun bij langdurige rechercheopdrachten” Partijen: GDA Oudenaarde – PZ‟s arro Oudenaarde Datum: Inhoud/Doel: Formalisering van werkafspraken tussen de federale politie (FGP) en PZ‟s
POLITIONELE NETWERKEN 1 Netwerk wapens/GPI48 Arro Oudenaarde Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
HINP Norbert DEVILLE Wapenproblematiek – controle handelaars en verzamelaars – GPI48 Wapenwetgeving / geweldsbeheersing 1 maal per jaar
2 Vergadering personeel en logistiek Arro Oudenaarde Vertegenwoordiger politie: ADV Sandra SCHIETECATTE Finaliteit forum: HRM-thema‟s bespreken en uitwerken Onderwerp(en) HRM Frequentie bijeenkomsten 3 maal per jaar
3 Operationeel Bestuurlijk Overleg Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 4 Vergadering korpschefs Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en)
HCP Julien MATTHIJS Bestuurlijk overleg rond o.m. MFO 3 Bestuurlijke politie 4 maal per jaar
CP Kristof DE PAUW Beleidsvoorbereidend werk verrichten – uitwisseling van kennis tijdens beleidsuitvoering Bestuurlijke en gerechtelijke thema‟s – samenwerking -
25
Frequentie bijeenkomsten 5 Netwerk organisatieontwikkeling Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
6 Netwerk Noodplanning Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
kennisdeling 1 maal per maand
HINP Katlijn DE SUTTER Organisatieontwikkeling politie Functionaliteiten - ZVP 1 maal per maand
HCP Julien MATTHIJS Politionele luik noodplanning uitwerken ANIP‟s en BNIP‟s Om de 2 à 3 maanden
2.7.2. Andere protocols of samenwerkingsakkoorden met NIET-POLITIONELE partners en derden PROTOCOLS EN SAMENWERKINGSVERBANDEN 1 “Protocol tussen het parket, de politiezones en de federale politie van het arrondissement Oudenaarde, de gevangenisdirectie van de Strafinrichting Oudenaarde en Communicatie- en Informatiecentrum OostVlaanderen m.b.t. richtlijnen inzake mogelijke ontsnappingen met behulp van buitenaf uit de gevangenis te Oudenaarde” Partijen: PK Oudenaarde – Politiezones arro Oudenaarde – Strafinrichting Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – CICOV Datum: Inhoud/Doel: in functie van de aanwezigheid van bepaalde gedetineerden in de SI Oudenaarde, het treffen van maatregelen om eventuele ontsnappingspogingen te verijdelen of onmogelijk te maken 2 “Convenant partnergeweld politiezone Geraardsbergen-Lierde” Partijen: PK Oudenaarde – PZ Geraardsbergen/Lierde – Justitiehuis Oudenaarde – CAW Zuid-Oost-Vlaanderen afdeling Compas – CGZ De Spiegel – VZW Suggnomè Forum voor herstelrecht en bemiddeling – Provincie Oost-Vlaanderen Datum: Inhoud/Doel: (1)tegemoetkomen aan de maatschappelijke nood inzake bestrijding van partnergeweld door, in een zo vroeg mogelijk stadium en in de mate van het mogelijke, het buitenjustitieel aanbieden van hulpverlening aan daders van partnergeweld (2)het beleid van de verschillende betrokken actoren structureel afstemmen op dit hulpverleningsaanbod 3 “Charter voor het partnership buurtinformatienetwerk Hemelveerdegem” Partijen: BIN Hemelveerdegem – PZ Geraardsbergen/Lierde – CICOV – Gemeente Lierde Datum: Inhoud/Doel: Opzetten van een samenwerkingsverband tussen de burgers en de lokale politie in Hemelveerdegem waarbij bijgedragen wordt tot volgende doelstellingen: Het verhogen van het algemeen veiligheidsgevoel Het bevorderen van de sociale controle Het verspreiden van de preventiegedachte 4 “Protocolakkoord inzake drugkits voor educatieve doeleinden” Partijen: PK Oudenaarde – Hoofdgriffier Correctionele griffie Oudenaarde – PZ arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) Datum: 01/01/2005 Inhoud/Doel: Officieel vastleggen van een kader voor bezit van een drugkit voor de drugpreventiewerkers
26
5 “Samenwerkingsprotocol welzijnsoverleg Geraardsbergen” Partijen: Lokale politie - welzijn Datum: 2004 Inhoud/Doel: Fomaliseren van een overleg tussen de diverse welzijns- en gezondheidsorganisaties in Geraardsbergen m.h.o. op: wederzijdse kennismaking (werking), het bevorderen van de samenwerking en het overleg in functie van een efficiënte hulpverlening, het organiseren van informatie- en studie-initiatieven, het detecteren / inventariseren van welzijnsnoden en het meewerken aan de actualisering van de sociale kaart. 6 “Protocol inzake samenwerking tussen Federauto Oost-Vlaanderen en de politiediensten van de arrondissementen Gent, Oudenaarde en Dendermonde” Partijen: Federauto Oost-Vlaanderen – AIK Oudenaarde (in naam PZ‟s en Federale Politie Oudenaarde) Datum: 20/06/2003 Inhoud/Doel: Fomaliseren van een informatie-uitwisseling tussen de politiediensten en Federauto om zo bij te dragen tot de bestrijding en het beheersen van de autocriminaliteit. 7 “Protocol van het overleg d.d. 27/06/2003 voor de bepaling van de plaatsing en de gebruiksomstandigheden van vaste automatisch werkende toestellen in afwezigheid van een bevoegd persoon” Partijen: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Wegen en Verkeer OostVlaanderen – Burgemeester Geraardsbergen – Dirco – PZ Geraardsbergen/Lierde – WPR Oost-Vlaanderen – PK Oudenaarde Datum: 27/06/2003 Inhoud/Doel: Fomaliseren van de plaatsing en het gebruik van onbemande camera‟s op het grondgebied van de PZ. 8 “Protocol inzake de samenwerking tussen de gerechtelijke overheden, de politiediensten en de actoren, mogelijk slachtoffer van diefstallen gewapenderhand” Partijen: PK Oudenaarde – PZ‟s Arro Oudenaarde – Federale politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – AIK Oudenaarde – Fedis – De Post- Banksector Datum: 02/04/2003 Inhoud/Doel: Fomaliseren van informatieoverdracht tussen politiediensten/parket en de privépartners m.h.o. een betere beheersing van de diefstallen gewapenderhand en de (gewapende) afpersingen 9 “Protocol milieu” Partijen: Datum: Inhoud/Doel:
Gemeente Lierde – PZ Geraardsbergen/Lierde 02/02/2003 Fomaliseren van de afhandelingswijze van meldingen van milieumisdrijven en de regeling van bijstand door de politie aan de gemeentelijke milieuambtenaar bij vaststellingen milieumisdrijven.
10 “Samenwerkingsovereenkomst „milieu‟ tussen de meergemeentenpolitiezone Geraardsbergen/Lierde en de stad Geraardsbergen” Partijen: Stad Geraardsbergen – PZ Geraardsbergen/Lierde Datum: 07/02/2002 Inhoud/Doel: Regeling van de samenwerking tussen de stad Geraardsbergen en de lokale politie in het kader van milieumisdrijven. 11 “Convenant tussen horeca, stad Geraardsbergen, gemeente Lierde, de sportverenigingen en het openbaar ministerie” Partijen: Horeca Vlaanderen – PZ Geraardsbergen/Lierde – stad Geraardsbergen – gemeente Lierde – sportverenigingen – PK Oudenaarde Datum: Inhoud/Doel: Formaliseren van een aantal samenwerkingsregels om drugs, overmatig alcoholgebruik, conflicten en illegale (leur)handel in horecazaken te mijden. 12 “Provinciaal samenwerkingsakkoord tussen DE LIJN Oost-Vlaanderen en de geïntegreerde politie
27
gestructureerd op twee niveaus in Oost-Vlaanderen betreffende het project veilig op weg in het openbaar vervoer” Partijen: PZ‟ Oost-Vlaanderen – Diensten en directies Federale politie Oost-Vlaanderen – Gouverneur Oost-Vlaanderen Datum: 18/09/2007 Inhoud/Doel: Formaliseren van een aantal samenwerkingsregels tussen De Lijn en de politiediensten om zo de veiligheid in het openbaar vervoer te optimaliseren. 13 Protocol inzake de samenwerking tussen de politie en de gerechtsdeurwaarders in het arrondissement Oudenaarde Partijen: PK Oudenaarde – Syndicus Kamer der Gerechtsdeurwaarders Oudenaarde – PZ arro Oudenaarde – Federale Politie Oudenaarde (Dirco – Dirjud) Datum: 03/09/2003 Inhoud/Doel: Formaliseren van een aantal samenwerkingsregels om drugs, overmatig alcoholgebruik, conflicten en illegale (leur)handel in horecazaken te mijden. 14 Afsprakenprotocol „Stappenplan kindermishandeling‟ Partijen: Parket – politie - welzijn Datum: 2007 Inhoud/Doel: Formaliseren van een aantal samenwerkingsregels om kindermishandeling aan te pakken 15 Protocol tussen het parket, de politiezones en de federale politie van het arrondissement Oudenaarde, de gevangenisdirectie van de SI Oudenaarde en het CICOV mbt richtlijnen inzake mogelijke ontsnappingen met hulp van buitenaf uit de gevangenis te Oudenaarde Partijen: PK Oudenaarde – FedPol Oudenaarde (Dirco – Dirjud) – Directie SI - CICOV Datum: 2007 Inhoud/Doel: Formaliseren van een aantal samenwerkingsregels om ontsnappingen onmogelijk te maken of te verijdelen
BOVENLOKALE EN NIET-POLITIONELE NETWERKEN 1 “Verkeerscommissie Geraardsbergen en verkeerscommissie Lierde Vertegenwoordiger politie: HINP Bart STEEMAN INP Daniël FOUCONNIER Finaliteit forum: Bevorderen van verkeersveiligheid door het oplossen van verkeersgerelateerde knelpunten in de gemeente Onderwerp(en) Allerlei mbt gebruik openbare weg en verkeer Frequentie bijeenkomsten 1 maal per maand bijeenkomst per gemeente en 1 maal per maand terreinbezoek 2 Werkgroep „ruimte‟ jeugdraad Geraardsbergen Vertegenwoordiger politie: HINP Bart STEEMAN Finaliteit forum: Een ruimte creëren waar de jeugd zich goed voelt en hen een plaats geven in het verkeer Onderwerp(en) Inventariseren en verbeteren van plaatsen waar veel jongeren komen; opleiden gemachtigd opzichters; … Frequentie bijeenkomsten 4 maal per jaar 3 Fietsersbond Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 4 Mobiliteitscel provincie Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum:
HINP Bart STEEMAN Het verbeteren van de belangen van de fietser Aanleg fietspaden, project dode hoek, … 6 maal per jaar
HINP Bart STEEMAN Verbeteren van de mobiliteit om en rond provinciale domeinen
28
Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 5 Netwerk ziekenhuizen Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
Verbeteren van de parkeergelegenheid mbt De Gavers 2 tot 3 maal per jaar
HINP Kris MIGNON Overkoepelend informatieorgaan vormen Criminaliteit binnen ziekenhuizen 1 tot 2 maal per jaar
6 Buurtinformatienetwerk Hemelveerdegem en BIN-Zelfstandigen Vertegenwoordiger politie: INP Daniël FOUCONNIER Finaliteit forum: Opzetten van een info-uitwisseling rond inbraak en diefstalpreventie tussen burgers en politie Onderwerp(en) Inbraken en diefstallen Frequentie bijeenkomsten 1 tot 2 maal per jaar 7 PREVNET FOD Binnenlandse Zaken Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 8 Evenementencel Geraardsbergen Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
INP Philip SEGHERS Technopreventie – uitwisselen van modus operandi Voorstelling nieuwigheden ter voorkoming inbraken 4 maal per jaar
HCP Julien MATTHIJS Veilig en vlot verloop evenement Vastleggen afspraken tussen verschillende veiligheidsverantwoordelijken Bij evenementen met aanzienlijke impact (aantal toeschouwers, verkeershinder, …)
9 Gemeentelijke veiligheidscel Geraardsbergen / Gemeentelijke veiligheidscel Lierde Vertegenwoordiger politie: HCP Julien MATTHIJS Finaliteit forum: In praktijk brengen van reglementering nood- en interventieplannen Onderwerp(en) ANIP‟s – BNIPS - oefenbeleid Frequentie bijeenkomsten 4 maal per jaar 10 OCMW-politie overleg Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 11 Gemeenschapswachten-politie overleg Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 12 Architect-politie overleg Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
HCP Julien MATTHIJS Op elkaar afstemmen van beleid en handelswijzen casemanagement Cases waar OCMW en politie raakvlakken hebben (o.m. rond gemeenschappelijke cliënten) 1 maal per maand
HCP Julien MATTHIJS Op elkaar afstemmen van beleid en handelswijzen – preventiebeleid en GAS Gezamenlijke aanpak van overlast en preventie-initiatieven 1 maal per maand
HCP Julien MATTHIJS Opvolging van dossier rond verbouwing politiegebouw Verschillende loten politiegebouw 1 maal per week
13 Operationeel recherche-overleg
29
Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 14 Werkgroep drugs Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 15 Werkgroep jeugd Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 16 Vergadering mensenhandel COL1/2007 Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum:
Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 17 Netwerk Leefmilieu Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum:
Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
CP Patrick VAN DEN BERGE Opvolging van onderzoeken en afstemming tussen verschillende politiekorpsen Misdrijven (exclusief drugs) 1 maal per maand
CP Patrick VAN DEN BERGE Opvolging van onderzoeken en afstemming tussen verschillende politiekorpsen - parket Drugmisdrijven 1 maal per 2 maand
CP Patrick VAN DEN BERGE Opvolging van onderzoeken en afstemming tussen verschillende politiekorpsen – parket (o.m.PLP41) Misdrijven door minderjarigen en problematische opvoedingssituaties 1 maal per 3 maand
CP Eric WAUTERS Opvolging van onderzoeken en bespreking dossiers mensenhandel tussen politiediensten – parket – bijzondere inspectiediensten mensenhandel 3 maal per jaar
CP Eric WAUTERS Opvolging van onderzoeken en bespreking dossiers leefmilieu tussen politiediensten – parket – bijzondere inspectiediensten leefmilieu 2 maal per jaar
18 Geraardsbergs Overlegplatform Middelenmisbruik (GEROM) Vertegenwoordiger politie: INP Hendrik DE NAUW INP Marnic D‟HAYER Finaliteit forum: Een forum bieden aan alle organisaties en sectoren die lokaal te maken hebben met het drugsthema Onderwerp(en) Preventie – afstemming werking en samenwerking tussen diensten Frequentie bijeenkomsten 2 maal per jaar 19 Interbestuurlijk Scholenoverleg Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum:
Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
20 Overleg Stationsbuurt Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum:
INP Hendrik DE NAUW INP Marnic D‟HAYER Bijdragen tot het onder controle krijgen van het gebruik van legale en illegale drugs, tot het voorkomen van misbruik en/of het stoppen van gebruik Preventie – afstemming werking en samenwerking tussen diensten, scholen en gemeenten 2 maal per jaar
CP Kristof DE PAUW Uitvoeren van gezamenlijke acties in de stationsbuurt Geraardsbergen
30
Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 21 Arrondissementeel rechercheoverleg Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 22 Provinciaal Veiligheidsoverleg Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
Drugs, overlast (hangjongeren) 1 maal per jaar
CP Kristof DE PAUW Coördinatie opdrachten gerechtelijke politie en organisatie uitwisseling informatie tussen politiediensten – parket Gerechtelijke thema‟s - werkingsregels 1 maal per maand
CP Kristof DE PAUW Zonale veiligheidsraden stimuleren Bestuurlijke en gerechtelijke thema‟s 3 tot 4 maal per jaar
23 Arrondissementele Raad Kindermishandeling Vertegenwoordiger politie: CP Patrick VAN DEN BERGE HINP Peter CAUCHIE HINP Katlijn DE SUTTER Finaliteit forum: Afstemmen van de hulpverlening Onderwerp(en) Soorten kindermishandeling – verbeterpunten in hulpverlening – wettelijk kader Frequentie bijeenkomsten 2 maal per jaar 24 Regionaal Welzijnsoverleg (RWO) Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 25 Welzijnsteam slachtofferzorg Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 26 Welzijnsteam kindermishandeling Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten 27 Gezinsraad Vertegenwoordiger politie: Finaliteit forum: Onderwerp(en) Frequentie bijeenkomsten
INP Hendrik DE NAUW Samenwerkingsverband tussen alle welzijnsinstellingen uit Geraardsbergen Integrale hulpverlening – bespreking crisissituaties thuislozenzorg 4 maal per jaar
HINP Peter CAUCHIE Overlegplatform slachtofferbejegenaars politie – hulpverlening gerechtelijk arrondissement Oudenaarde Evaluatie slachtofferzorg – verbeterpunten (detectie) om de 6 weken
HINP Peter CAUCHIE Voorbereiding Raad Kindermishandeling Individuele bespreking dossiers om de 6 weken
HINP Peter CAUCHIE Opzetten van samenwerkingsinitiatieven tussen alle diensten uit Geraardsbergen die zich inlaten met „gezinnen‟ Gezinsgebonden aangelegenheden 4 maal per jaar
31
2.8. Synthese van de bestede capaciteit Sedert enige jaren wordt binnen het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde door de geïntegreerde politie met een uniform capaciteitsregistratiesysteem gewerkt. Alle mogelijke activiteiten die door een personeelslid kunnen worden uitgevoerd, zijn weerhouden. De prioriteitstelling uit dit zonaal veiligheidsplan zal ongetwijfeld tot een aantal verfijningen van het afsprakenkader leiden. Als uitgangspunt volgt een beeld van het referentiejaar 2007:
1. Bruto capaciteit Netto capaciteit
Onbeschikbaarheden
Mensuren 146844 114343 Administratie 42881 Toezicht/infogaring/Onderzoek 23040 Tussenkomst 25406 Redactie 17336 Opleiding 5680 32501
2. Onbeschikbaarheden Verlof Ziekteverlof Orde & tucht Arbeidsongeval Verminderde prestaties Syndicale vrijstelling Medische consultatie Bloedgift Vrij van dienst Andere 3. Capaciteit per dienstshift Comdo & Leiding (afdelingshoofden en CALOG) Interventie Onthaal Wijk Recherche Dagdienst (ops personeel met dagdienst) Openbare orde Acties Opleiding 4. Basisfuncties Wijkwerking Onthaal Interventie Politionele slachtofferbejegening Lokale opsporing & onderzoek Openbare Orde Verkeer Organisatieontwikkeling Operationele overhead (oa. gerechtelijk en functioneel beheer) Zuivere overhead (oa. personeelsbeheer, logistiek)
33186 25082 6139 0 707 319 433 78 359 46 23
113740 24135 27795 15166 9471 11395 14482 2815 2976 5505 114097 12954 8396 13442 184 21834 3683 13261 10214 10355 19774
32
Hoofdstuk 3. DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 3.1. De vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen BASISFUNCTIONALITEITEN
3.1.1. De functie wijkwerking - De doelstellingen „aanwezigheid in de wijken‟ en „de optimalisering van de signaalfunctie‟ konden pas sedert medio 2007 een degelijke aanvang nemen ingevolge de moeilijkheden met de aanwerving. We bevinden ons maw nog in de aanloopfase. - De gestelde doelstellingen inzake „informatieoverdracht‟ en „detectie van overlast/subjectieve onveiligheid‟ worden geleidelijk ingevuld (door o.m. bevolkingsenquête, overleg met gemeenschapswachten, …). Een meer structurele benadering blijft de uitdaging voor de toekomst. 3.1.2. De functie onthaal - De doelstellingen „registratiebereidheid verhogen‟ en „neen-verkoop‟ zijn in goede zin geëvolueerd. Ook de brandweertelefoon werd uit het onthaal geweerd. - Aan „De kwaliteit van het onthaal vergroten‟ en „het doeltreffend inzetten van de onthalers‟ wordt momenteel nog gewerkt via werklastmeting, enquête van bezoekers en plannen voor infrastructurele aanpak. - De laagdrempeligheid van het onthaal is nog steeds verzekerd. De doorverwijzing naar gespecialiseerde diensten kan nog beter. 3.1.3. De functie interventie - Aan de doelstellingen „verhoging rendement interventiepolitie‟ en „doelgerichte actie‟ wordt nog steeds volop gewerkt: aanrijtijden worden geanalyseerd, de initiatiefname wordt gestimuleerd, ... Het personeelstekort uit het recente verleden had hier uiteraard een impact op. 3.1.4. De functie slachtofferbejegening - Aan de doelstelling „betere kwaliteit bekomen voor opvang van slachtoffers‟ wordt blijvend gewerkt. Dit uit zich o.m. in bevraging van slachtoffers (vb. partnergeweld), de gevraagde feedback aan hulpverleningsinstanties, de behandeling van basisfunctionaliteit „slachtofferbejegening‟ op de zonale personeelsbijeenkomsten (opleiding), … - De „doorverwijzing‟ naar gespecialiseerde diensten kan nog altijd verbeterd worden. De grote versnippering van het hulpverleningsaanbod maakt het er uiteraard niet makkelijker op. 3.1.5. De functie lokaal onderzoek - De doelstelling „kwaliteit van de onderzoeken opdrijven‟ en „meer aandacht voor financieel rechercheren‟ werden ingevuld door: opleiding, casusbespreking op personeelsvergaderingen en andere overlegfora (ORO, …), feedback vanwege de PK, … 3.1.6. De functie openbare orde - De gestelde doelstellingen inzake politionele opvolging van evenementen werden gerealiseerd door ondermeer de samenstelling van een evenementenkalender, de oprichting van een evenementencel, … - De politionele bijdrage aan de nood- en interventieplannen werd geconcretiseerd. - De verwachtingen inzake hycap werden tot op heden steeds ingelost. 12
Aan elk van de basisfunctionaliteiten werd in de loop van 2007, in overleg , indicatoren gekoppeld worden als een soort traject om de doelstellingen te bereiken. Die indicatoren moeten we beschouwen als succesbepalende factoren voor de lokale politie Geraardsbergen/Lierde. De federaal gedefinieerde 12
De keuze van de indicatoren gebeurde in een eerste fase in overleg met de leden van de zonale veiligheidsraad, de verschillende afdelingshoofden binnen de PZ Geraardsbergen/Lierde en de verantwoordelijken voor de actieplannen. Op termijn moeten we er naar streven om de indicatoren vanuit de verschillende belanghebbenden te laten aanreiken.
33
strategische keuzes om een minimale gelijkwaardige dienstverlening te verkrijgen werden op die manier 13 geëxpliciteerd en geoperationaliseerd. Als referentiekader voor de operationalisering van de basisfunctionaliteiten werd teruggegrepen naar de handleiding bij het vademecum veiligheidsplannen. Er kan gesteld worden dat in de uitvoeringsfase van het nieuw op te stellen zonaal veiligheidsplan 2009-2012 de indicatoren verder verfijnd zullen worden. Vanaf januari 2008 werd via een driemaandelijkse opvolging met veiligheidsrapportering bijsturing en evaluatie mogelijk. Tussentijdse en eindevaluaties omtrent de veiligheidsprioriteiten worden medegedeeld aan de bevoegde overheden (politiecollege, politieraad, parket, …). VEILIGHEIDSFENOMENEN In het zonaal veiligheidsplan 2005-2008 werden volgende veiligheidsprioriteiten weerhouden: 1. Verkeersongevallen lichamelijk letsel 2. Diefstallen in gebouwen 3. Partnergeweld 4. Drugs
Tijdens de zonale veiligheidsraad van 30 maart 2007 werden twee nieuwe (federale) veiligheidsprioriteiten toegevoegd aan het politioneel beleid namelijk terrorisme en extremisme én jeugdcriminaliteit. Beiden werden aangepakt via een actieplan. Feit 1.diefstal in gebouwen 2.poging diefstal in gebouw 3. diefstal in woning 4.diefstal van voertuig (incl. poging) 5. diefstal in voertuig 6.drughandel 7. druggebruik (incl. Bezit) 8.inbreuken leefmilieu 9. illegaal wapenbezit 10. vals geld 11.illegalen 12. misdrijven tegen de lichamelijke integriteit 13. verdwijningen 14. verkeersongevallen 15.openbare dronkenschap 16. jeugdcriminaliteit
2001 146 52 96 16 100 137 72 25 6 17 310
2002 183 64 110 30 80 56 100 67 16 26 61 240
2003 129 61 93 35 83 58 144 93 22 5 96 223
2004 77 32 42 21 121 61 130 81 22 6 65 240
2005 75 30 23 9 80 55 138 72 40 9 49 332
2006 107 35 53 11 111 67 184 97 515 4 46 343
2007 163 27 72 20 104 56 110 102 287 2 54 352
33 480 26
44 548 27
52 478 29
43 463 30
54 513 30
14 528 52
13 535 26 179
Diefstallen in gebouwen Het aantal diefstallen in gebouwen (inclusief woningen) is gestegen in 2007. De diefstallen in woningen zijn met ongeveer een derde gestegen, maar zijn nog altijd veel lager dan de cijfers van 2001 tot 2003. Deze stijging is niet gunstig te noemen, maar dient enigszins genuanceerd te worden omdat het ganse gerechtelijk arrondissement (en dus ook onze politiezone) jaren onder het „nationaal gemiddelde‟ zat. Op arrondissementeel niveau werden in 2007 27% meer inbraken gepleegd dan in 2006. Onze politiezone werd niet uitgesloten van deze negatieve evolutie. In 2007 werden opnieuw een aantal „bendes‟ gevat die op korte tijd een tiental diefstallen pleegden. Een bende die wat actief is, heeft een heel grote impact op onze cijfers van diefstal. Lokale registratie brengt een voorlopige opheldering van 62 feiten naar voor. (feiten die niet noodzakelijk in 2007 gepleegd werden) Autodiefstallen Het aantal diefstallen van voertuigen blijft, gelukkig maar, erg laag. In 2007 werden 4 bromfietsen en 1 motorfiets gestolen. We registreerden 2 pogingen autodiefstal en 13 effectieve diefstallen. Tot op heden werd 1 auto teruggevonden. De technische hulpmiddelen om diefstal te voorkomen en de strengere regelgeving omtrent 2ehandsvoertuigen spelen zeker een rol. Diefstallen in voertuigen
13
In het derde evaluatieverslag van de Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau van juni 2007 wordt gesteld dat er nood is aan het concreet normeren van de invulling van functionaliteiten.
34
Het aantal diefstallen in voertuigen blijft hoog. In 72 voertuigen werd effectief ingebroken. We registreerden 11 pogingen diefstal in voertuigen. Uit 18 voertuigen werden zaken gestolen zonder braak te plegen (= wagen niet slotvast). Uit 2 niet-slotvaste voertuigen werd gepoogd iets te stelen. Eénmaal werd een diefstal uit een voertuig met geweld gepleegd. Opvallend is dat dikwijls op dezelfde nacht telkens een groot aantal voertuigen opengebroken worden. Het aantal dagen met diefstallen in voertuigen is niet zo hoog maar als een bende op rooftocht is dan wordt in veel voertuigen ingebroken. Ook hier zijn GPS-toestellen en GSM‟s gegeerde objecten. De politie verspreidde daarom verschillende persberichten. Drugproblematiek In Geraardsbergen-Lierde is er, net als in een aantal omliggende politiezones, een relatief grote groep druggebruikers. Voor 2007 stellen we vast dat vrij veel heroïne gebruikt wordt. Dit produkt staat voor specifieke problemen. Om die reden wordt er politioneel toch regelmatig opgetreden tegen druggebruikers. Daarbij moet meer en meer beroep worden gedaan op bijzondere opsporingstechnieken. De cijfers op zich zeggen vooral iets over de aandacht die de politiediensten en justitie aan het fenomeen geven. Weinig aandacht = weinig dossiers, veel aandacht = veel dossiers. Cijfers kunnen dus vooral beschouwd worden als een waardemeter voor de effectiviteit van de politiële inspanningen. We moeten in de toekomst nog meer naar dealers werken in plaats van naar de gebruikers. Het is natuurlijk niet vanzelfsprekend om een dealer of groothandelaar op te pakken zonder vooraf dossiers lastens gebruikers op te stellen. De opvolging van de vele gebruikersdossiers zou nog meer buiten de politie moeten afgehandeld worden omdat dergelijke zaken veel capaciteit vragen en politioneel weinig relevante resultaten opleveren. De samenwerking met PISAD is in die zin zeker een meerwaarde. Het aantal druggebruikers duidt aan dat „middelengebruik‟ bij de jeugd een deel van de uitgangscultuur is geworden. Inbreuken leefmilieu Bij de politie is de registratiebereidheid de laatste jaren flink toegenomen. Er worden regelmatig milieumisdrijven vastgesteld zonder dat er speciaal op dit fenomeen gewerkt wordt. Ook hier geldt de regel dat we veel meer vaststellingen zouden hebben, mocht er intensiever op milieuzaken gewerkt worden. Wapenbezit In onze zone zijn ongeveer 2.500 wapens gekend. In 2006 is de wetgeving ingrijpend veranderd. De verschillende overheden hebben twee intensieve campagnes gevoerd, om wapens van de markt te halen, die er toe geleid hebben dat een groot aantal wapens ingeleverd werden. Het hoge cijfer voor 2007 geeft, net als in 2006, aan dat er honderden wapens, die illegaal waren of worden ingevolge de nieuwe regelgeving, ingeleverd zijn bij de politie. Voor elk van de ingeleverde wapens werd een proces-verbaal opgesteld. Illegalen Door de andere aanpak van de dienst vreemdelingenzaken wordt consequenter opgetreden tegenover echte illegalen. Ons korps werkt ook meer en meer samen met bijzondere inspectiediensten die actief zijn in Geraardsbergen en Lierde. Het aantal tussenkomsten in de sfeer van zwartwerk waarbij vreemdelingen worden aangetroffen blijft constant. Misdrijven tegen de lichamelijke integriteit In deze groep zitten onder andere familiale moeilijkheden, slagen en burenruzies, vechtpartijen voor zover ze met slagen gepaard gaan. Deze misdrijven vormen een belangrijk aandeel van onze interventies. Wij scoren hier hoog in verhouding met omliggende zones. Deze problematiek is onlosmakelijk verbonden met de samenstelling van de bevolking in onze zone. De onverdraagzaamheid in onze samenleving en de onwil om met elkaar te communiceren zijn belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen die rechtstreeks inwerken op de cijfers omtrent lichamelijke integriteit. In 2006 startte het project partnergeweld ook in onze zone op. Dit project moet er voor zorgen dat duurzame oplossingen gevonden worden voor de problematiek van geweld tussen partners. Het provinciebestuur en het Centrum Algemeen Welzijn zijn hier belangrijke partners. Min of meer gelijktijdig met het project partnergeweld, verscheen ook een ministeriële omzendbrief waarbij partnergeweld hoog op de agenda geplaatst werd. De parketten dienen meer aandacht aan het fenomeen te geven. In 2007 werden niet minder dan 75 nieuwe dossiers opgestart voor partnergeweld. De lokale politie voerde onlangs een evaluatieonderzoek uit rond de aanpak van partnergeweld.
35
Verkeersongevallen Het verkeer blijft de grootste bron van onveiligheid. We worden dagelijks geconfronteerd met ongevallen. In 2006 merkten we nog een belangrijke stijging van het aantal verkeersongevallen (inzonderheid die met lichamelijk letsel).
cijfers van de verkeersongevallen met doden met gewonden gewonden en vluchtmisdrijf stoffelijke schade stoffelijke schade en vluchtmisdrijf TOTAAL
2002 4 194 14 132 204 548
2003 3 145 22 104 204 478
2004 2 146 13 120 182 463
2005 3 147 12 134 217 513
2006 6 182 6 291 43 528
2007 2 168 7 137 236 548
De verkeersongevallen met gewonden maken het voorwerp uit van een specifiek actieplan (verkeersveiligheidsfonds). Het totaal aantal ongevallen is opnieuw licht gestegen. Dit is vooral te wijten aan de verkeersongevallen met vlucht. Een mogelijke verklaring kan gevonden worden in het steeds duurder worden van verzekeringen, de bonus malus die stijgt bij verkeersongeval, de stijging van het aantal vaststellingen niet-verzekering, … Het aantal ongevallen met dodelijke afloop is duidelijk gedaald. In 2007 vonden twee ongevallen plaats op de N42 waarbij in totaal drie dodelijke slachtoffers te betreuren vielen. Ook het aantal letselongevallen daalde in 2007. Dit is een arrondissementele trend. De hoofdoorzaak van de ongevallen blijft het „niet verlenen van voorrang‟. Daarnaast stelden we ook weer een reeks ongevallen vast waarbij bestuurders „onder invloed‟ waren. De N42 blijft onze grootste zorg: 76 ongevallen waarvan 48 met lichamelijk letsel. Openbare dronkenschap De opsluitingen (cijfers) maken slechts een fractie uit van de gevallen van dronkenschap waar de politie mee geconfronteerd wordt. Jeugdcriminaliteit Vanaf 2007 werd, ingevolge de PLP41, intensiever gewerkt rond (registratie van) jeugdcriminaliteit. In 2007 noteerden we 179 als misdrijf omschreven feiten en 174 problematische opvoedingssituaties. Op arrondissementeel en zonaal niveau wordt werk gemaakt van permanente opvolging van criminaliteitsfenomenen zoals geweld, dreiging met geweld, afpersing met geweld of steaming en wapenbezit gepleegd door minderjarigen en jongvolwassenen tot de leeftijd van 25 jaar. Het veiligheidsconvenant werd afgesloten met de scholen. Afwezigheidstoezicht Vrij veel mensen (107) vroegen ons om hun woning in het oog te houden bij hun afwezigheid. Gemiddeld is elke woning drie keer bezocht in 2007. Aantal interventies Net als de voorbije jaren is er een spectaculaire stijging van het aantal gebeurtenissen waarvoor de lokale politie ter plaatse wordt geroepen. Via de dispatching 101 Gent mochten we de voorbije jaren volgend aantal oproepen ontvangen: Aantal oproepen CIC
2003 5.383
2006 7.640
2007 8.303
Deze stijging doorheen de jaren is onrustwekkend en eigenlijk het tegenovergestelde van wat we willen bereiken. Het interventiegebeuren blijft veel capaciteit (tijd) opslorpen; tijd die we soms ontberen om projecten te draaien. INTERNE WERKING: INTEGRITEIT
Het zonaal veiligheidsplan 2005-2008 voorzag in een prioriteit „integriteit‟. De uitwerking van deze prioriteit kreeg vorm via: - Aandachtspunt bij selectiegesprekken (casus) - Verspreiding van deontologische code en toelichting via federale initiatieven (infonieuws – film) - Bespreking tijdens personeelsvergaderingen
36
3.2. De strategische doelstellingen 2009-2012 3.2.1. Synthese van de argumentatie (bespreking ZVR 27 juni 2008) De leden van de veiligheidsraad zijn het na de scannings- en analysefase unaniem eens dat veel van de aangehaalde aandachtspunten ‘als prioritair’ kunnen worden beschouwd. Het is daarbij zo dat er voor fenomenen zoals woninginbraken, verkeersongevallen met lichamelijk letsel, enz. ruimschoots wettelijke kaders, procesbeschrijvingen en „goede praktijken‟ voorhanden zijn om vanuit de reguliere politionele werking een efficiënt opsporings- en vervolgingsbeleid te kunnen voeren. Vanzelfsprekend spenderen de federale en lokale politie, alsook de gerechtelijke overheden, de nodige aandacht, tijd en inspanningen om deze vormen van criminaliteit en verkeersonveiligheid de kop in te drukken. Ook de federale prioriteiten terrorisme (PLP37) en jeugdcriminaliteit (PLP41) krijgen momenteel binnen de reguliere werking de passende aandacht. Op het vlak van optimalisering en op elkaar afstemmen van de interne processen van politie en justitie, in functie van een kwaliteitsvolle gerechtelijke afhandeling, is nog winst te halen. Het weze dan ook opportuun het aantal voor de zonale veiligheidsplannen weerhouden prioriteiten tot een minimum te herleiden. Op dergelijke wijze kunnen doeltreffende actieplannen worden ontwikkeld om naast de reguliere werking operationele capaciteit vrij te maken om op een volwaardige manier te werken rond de weerhouden prioriteiten.
Argumentatiemodel Kolom 1:
Kolom 2: Kolom 3: Kolom 4: Kolom 5: Kolom 6:
Kolom 7: Kolom 8: Kolom 9: Kolom 10: Kolom 11:
Kolom 12: Kolom 13:
Criminele fenomenen die - bij toepassing van de multicriteria methode voor het bepalen van de ernstgraad – boven het gemiddelde scoren van de 31 fenomenen in het APVB 2007 (APVB = arrondissementeel politioneel veiligheidsbeeld) Klassering van de criminele fenomenen volgens de ernstgraad in het APVB 2007 Vergelijking van de rangschikking van de criminele fenomenen volgens ernstgraad tussen APVB 2006 en NPVB 2007 Aanduiding van de criminele fenomenen die volgens de ernstgraad voorkomen in de top 5 van het APVB 2007 en het NPVB 2007 Aanduiding van de criminele fenomenen die volgens ernstgraad hoger gerangschikt worden in het APVB 2006 dan in het NPVB 2007 Kengetal voor de criminele fenomenen samengesteld uit het absoluut aantal geregistreerde feiten in 2006 in verhouding tot het aantal inwoners in het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde * 1.000 Aanduiding van de criminele fenomenen waarvoor het kengetal uit kolom 6 een hogere waarde heeft dan 0.5 (x) en dan 2.0 (xx) Situering van het kengetal uit kolom 6 t.o.v. hetzelfde kengetal op landelijk niveau (absoluut aantal geregistreerde feiten in 2006 in verhouding tot het aantal inwoners in België * 1.000) Aanduiding van de criminele fenomenen waarvan het arrondissementele kengetal groter of gelijk is aan het landelijke kengetal (kolom 8) Aanduiding van de criminele fenomenen die als landelijk prioritair fenomeen worden beschouwd in het NVP 2008-2011 Aanduiding van de criminele fenomenen die als landelijk prioritair fenomeen werden beschouwd in het NVP 2004-2007 en die in deze periode een status-quo of een negatieve evolutie hebben gekend in het arrondissement Oudenaarde Aantal markeringen x per crimineel fenomeen van kolom 1 in de kolommen 4 tot 11 Rangschikking (top 5) van de prioritaire fenomenen NVP 2008-2011 die als arrondissementeel relevant kunnen beschouwd worden
37
Fenomenen
Fenomeen ZPVB (met eindscore boven het gemiddelde 17de van de 31 fenomenen)
2de criterium
3de criterium
4de criterium
hogere of gelijke
hogere of gelijke
= plaats in klassement plaats in klassement ZPVB dan in APVB
ZPVB dan in APVB
Top 5 ZPVB en APVB
5de criterium 6de criterium 7de criterium (Al feiten/inw)* 1000 evolutie 2003-2006 in PZ is hoger dan at feiten/inw. (relatief is stijgend voor een 2,7 (gemid. 17 aantal) PZ is hoger reactief en dalend fenomenen dan op arrond. voor een proactief (1 markering) of 8,0 niveau fenomeen>> 1 (2 markeringen) markering*
Illegale productie van en handel in drugs
1>2
*
1>1
*
Zedenfeiten
2>10
*
2>4
*
1,03
Mensenhandel – seksuele uitbuiting
3>10
*
3>5
*
0,04
Niet-familiaal geweld
4<1
Illegale immigratie en mensensmokkel
5>6
*
5>3
Fraude (incl. oplichting)
6>9
*
6>10
Mensenhandel – economische uitbuiting
7=7
*
7>8
9,11
* * 9,11>5,21
*
9>15
*
1,12
1,12>0,38
*
0,62 8,20
4<2
Familiaal geweld
8<5
Criminaliteit i.v.m. illegale groeistimulatoren en doping
9>16
Illegale aantasting van het leefmilieu – ernstige en georg.
10<8
10>11
Verkeersongevallen met lichamelijk letsel
11<3
11<7
Corruptie
12>17
Witwassen
13=13
Inbraken in bedrijven en handelszaken
14>19
Inbraken in woningen
15<14
Namaak Vuurwapens, munitie en explosieven: illegale productie en zwendel
4-1
15,69
*
3,35>1,10
*
stijgend
1,03>0,82
*
gelijk
* * 15,69>8,74
ja
*
6
gelijk
ja
*
3
3
*
gelijk
ja
*
5
1,78>0,94
*
gelijk
ja
*
3
*
0,95
0,95>0,83
*
stijgend
ja
*
4
*
0,04
gelijk
ja
*
3
*
gelijk
ja
*
4
*
stijgend
0,62>0,54
*
gelijk
ja
*
3
* * 8,20>4,87
*
gelijk
ja
*
4
*
*
3,35
Aantal markeringen
3
0,01
stijgend
ja
*
3
13<9
0,04
dalend
*
ja
*
2
14<12
1,49
*
ja
*
4
15<12
2,48
ja
*
3
16<12
16<13
0,00
gelijk
0
17<20
17=17
0,08
gelijk
1
*
12>19
*
Prioriteit NVP
1,78
8<6
*
1-2
8ste criterium
*
*
1,49>0,90
*
stijgend
2,48>1,94
*
dalend
38
Criminaliteit
Verkeer
Overlast
Huiselijk/familiaal geweld Woninginbraken Drugs: produktie en handel (Auto)vandalisme Alcohol en druggebruik Niet-familiaal geweld Diefstal uit auto Ernstige geweldmisdrijven Straat/jongerencriminaliteit Economische en financiële criminaliteit Milieucriminaliteit: afvalzwendel Informaticacriminaliteit Terrorisme Mensenhandel en -smokkel Eigendomsdelicten Diefstal zonder bedreiging Afpersing in de scholen Fraude (incl oplichting) Inbraken in bedrijven en handelszaken Agressie Onaangepaste snelheid Verkeersongevallen LL Agressief verkeersgedrag Onaangepaste verkeersinfrastructuur Verkeershandhaving Drukke wegen Zwerfvuil op straat/ verloedering Groepen jongeren Hondenpoep
X X
X
X X X
X
X X
X X X
X X X
X X
X
X
X X X
X
X
X
X
X X X
X X
X X
X
X
X
X X
X X X
X
X X X X X X X X X X
X
X
X
X
X X X
X X X
X
X
X
X X X X X X X X
X X X X
X X X X
X
X
X
X
X
X
X X
X
CAF - positie
Opdrachtbrief korpschef
Bevraging partnergeweld
Bevraging onthaal
X
X X X X X
X
FGP
Dirco
NVP
Procureur des konings
Politieraadsleden
Bestuursakkoord
Overheden/partners/dienstenafnemers
X X
X
ISLP-Databank
Testaankoop
KBStichting
Nationale Veiligheidsmonitor 2006
Bevolkingsenquête
Fenomenen / werking
Arrond argumentatiematrix
Objectieve bronnen
Subjectieve bronnen
39
Interne werking
Straatlawaai en andere geluidsoverlast Hinderlijk parkeren Vechtpartijen Milieuhinder Zichtbaar aanwezig zijn Wijkagent beter leren kennen Beheer van de voorzieningen/gebouw Informatieverspreiding (intern/extern) Integriteit/objectiviteit Formuleren strategische doelstellingen Uitwerken HRM-beleid Kordaat optreden tegen overtredingen en overlast Optimaliseren interne processen Engagement naleven jaarkalender politie-acties Uitbouwen informatiepositie Kwaliteit processen-verbaal Verfijnen opvolgen doelstellingen basisfunctionaliteiten Invullen personeelskader Coachend leiderschap
X
X X
X X
X X
CAF - positie
X X X X
X X
Opdrachtbrief korpschef
Bevraging partnergeweld
Bevraging onthaal
FGP
Dirco
NVP
Procureur des konings
X
X X X X
Politieraadsleden
Overheden/partners/dienstenafnemers
Bestuursakkoord
ISLP-Databank
Testaankoop
KBStichting
Nationale Veiligheidsmonitor 2006
Bevolkingsenquête
Fenomenen / werking
Arrond argumentatiematrix
Objectieve bronnen
Subjectieve bronnen
X
X
X X
X
X
X X
X X
X X
X
X
X X X X X X
X X
40
Na discussie aan de hand van bovenstaande matrixen (waarin objectieve en subjectieve bronnen alsook de prioriteiten van de politieoverheden opgenomen werden), werden een aantal strategische denkpistes weerhouden. De voorkeur gaat daarbij uit naar een gebiedsgebonden en geïntegreerde aanpak, daar waar in het verleden vooral gewerkt werd rond criminaliteitsfenomenen. De federale prioriteiten (zoals terrorisme en jeugdcriminaliteit) en lokale prioriteiten werden trouwens in grote lijnen volledig verankerd in de reguliere werking. 1. Een consequente aanpak van alle drug- en alcoholgerelateerde misdrijven Uit een registratie door politiediensten binnen het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde is gebleken dat ongeveer 25% van alle geregistreede feiten gerelateerd kan worden hetzij met druggebruik, hetzij met alcoholmisbruik. De doelstelling om extra middelen in te zetten en extra aandacht te schenken aan drug- en alcoholgerelateerde misdrijven kan worden gezien als een hoofdverzameling waar vele deelverzamelingen een onderdeel van zijn: straat- en jongerencriminaliteit, intrafamiliale delicten, verkeersongevallen waarbij drug- en alcoholgebruikers betrokken zijn, allerlei vormen van geweldsdelicten, etc. De politiezone Geraardsbergen-Lierde telt heel wat scholen en een dancing op haar grondgebied, waardoor de werking rond en de gerichte aanpak van deze weerhouden prioriteit ongetwijfeld vruchten zal afwerpen. Daarbovenop is er de stationsbuurt en het marktplein in het centrum van Geraardsbergen, die door de aanwezigheid van uitgangsgelegenheden voor overlast zorgen en als onveilig worden ervaren. In eerste instantie kan er in samenwerking met PISAD, huisartsen, de bestuurlijke overheid en andere betrokken actoren door sensibiliseringscampagnes preventief worden opgetreden. De repressieve aanpak kan o.m. bestaan uit het uitvoeren van verhoogde controles op druggebruik bij verkeerscontroles. 2. Verkeersongevallen met lichamelijk letsel De huidige aanpak van verkeersongevallen lichamelijk letsel moet bevestigd worden, met verhoogde aandacht voor de N42. 3. Interne werking Een betere communicatie tussen de verschillende lokale politiediensten en intern de korpsen, zal ertoe bijdragen dat de kwaliteit van de politionele werking in al haar geledingen erop vooruit zal gaan. De lokale politie Geraardsbergen-Lierde verder ontwikkelen tot een meer performante organisatie door o.m. invoering van strategisch HRM, aandacht voor processen, de verfijning van een performantiestuurbord en opleidingen voor personeel zullen hierbij onontbeerlijk zijn. Een aandachtspunt bij de externe communicatie naar persmedewerkers en burgers is de manier van overbrengen van informatie. Het dient daarbij vermeld dat het intens werken op een weerhouden misdrijf een stijging betreffende cijfermateriaal ad hoc bewerkstelligt. Dit kan tot een verkeerde interpretatie van de pers leiden. Een adequate manier van informatieverspreiding dringt zich op. Bovenstaande strategische denkpistes zullen in punt 3.2.2. verder vertaald worden in strategische doelstellingen.
3.2.2. De strategische doelstellingen De strategische doelstellingen die hierna terug te vinden zijn, werden reeds verder verfijnd tot tactische en operationele doelstellingen. Het is evident dat deze operationele doelstellingen bij de jaarlijkse evaluatie door de zonale veiligheidsraad kunnen bijgesteld worden.
41
Doelstelling 1: de lokale politie Geraardsbergen/Lierde wil binnen de beschikbare budgettaire mogelijkheden een modern strategisch HRM-beleid voeren om een adequate (basis)dienstverlening te blijven verzekeren en haar medewerkers verder te bekwamen en te motiveren. Daartoe zal de lokale politie Geraardsbergen/Lierde: 1. De afdeling Personeel en Organisatie laten evolueren van een zuivere (personeels)administratie naar een transversale intern dienstverlenende afdeling. 2. De flexibele inzetbaarheid van het personeel in de diensten verankeren en optimaliseren in functie van de zonale veiligheidsprioriteiten. 3. Op een meer gestructureerde manier kennismanagement implementeren waarin vorming en loopbaanontwikkeling centraal staan. 4. Blijvend aandacht schenken aan het welzijn van de medewerkers. 1. Te ondernemen acties om de afdeling Personeel en Organisatie te laten evolueren van een zuivere (personeels)administratie naar een transversale (intern) dienstverlenende afdeling: - Aanwerven van een HR-consulent. - Het verzekeren van de koppeling HRM aan de strategische veiligheidsdoelstellingen van het ZVP (zie doelstellingen 2, 3 en 4). - Actief zoeken naar nieuwe mogelijkheden tot verdergaande administratieve ondersteuning en vereenvoudiging van operationele diensten/processen. - Op een drempelverlagende en gebruiksvriendelijke wijze informatie verstrekken aan personeelsleden en externen. - Het federaal aangeleverde instrumentarium inzake personeelstoepassingen verder hanteren en maximaal exploiteren. 2. Te ondernemen acties om de flexibele inzetbaarheid van het personeel in de diensten te verankeren en te optimaliseren in functie van de zonale veiligheidsprioriteiten - Monitoren van het personeelsbestand: aantallen, inzet, man-vrouw, leeftijd, … - Permanent opvolgen van het personeelsbehoeftenplan; zowel kwantitatief als kwalitatief. - Indien nodig, voorstellen formuleren met het oog op een efficiënter gebruik van de personele middelen. - Pro-actief onderzoeken van de opportuniteiten en bedreigingen, gecreëerd door natuurlijke afvloeiingen. - Mogelijkheden onderzoeken van interne verschuivingen door een kerntakenoefening en persoonlijke ontwikkelingsplannen. - Desgevallend heroriënteren van personeelsleden die hun opdracht onvoldoende performant uitvoeren. - Na doorlichting, desgevallend aanpassen van de personeelsbezetting en –behoeften i.f.v. de reële taakbelasting (inclusief juiste persoon op juiste plaats). De optimale inzetbaarheid van het personeel blijvend evalueren door introductie van periodieke analyses van veiligheidsfenomenen en werklastmeting per afdeling. - Het personeel flexibel inzetten door interne personeelsverschuivingen bij kortstondige verhoogde taakbelasting. 3. Te ondernemen acties om op een meer gestructureerde manier kennismanagement te implementeren waarin vorming en loopbaanontwikkeling centraal staan. - Afstemmen van het vormingsaanbod op de behoeften van het korps, de dienst en op de behoeften van elk personeelslid. - Het strategisch organisatieontwikkelingsplan opstellen en realiseren. - Verder uitbouwen van coachingtechnieken, zowel individueel als in teamverband. - Blijvend aandacht geven aan interne vormingssessies. - Doorgedreven vorming voor de specifieke functies. - Individuele competentieontwikkelingsplannen opstellen (POP). - Evaluatie- en planningsgesprekken houden. - Uitbouwen van een organisatiecultuur, met aandacht voor participatie, responsabilisering, interne communicatie en de mission statement (visie-missie-waarden). - Het bestendigen van processen van kennisdeling via dienstorders, interne vorming en tijdelijke jobrotatie (dag-afdeling in andere dienst).
42
-
Het bevorderen van een open samenwerkingscultuur door blijvende deelname aan kennisgroepen en bijeenkomsten leidinggevenden. Het leveren van de infrastructuur en het instrumentarium om de processen van kennisdeling en de samenwerkingscultuur te faciliteren door implementatie van een kennisatlas (actualisering vroegere korpshandboek), toegang internet en intranet, screensaversoftware en het uitbouwen van een documentatiebeheer (vakliteratuur, brochures).
4. Te ondernemen acties om blijvend aandacht te schenken aan het welzijn van de medewerkers - een CAF-zelfevaluatie herhalen in 2011. - een MTO houden in 2010. - jaarlijks een verslag welzijn op het werk opstellen. - de werking van de vriendenkring actief ondersteunen. - de flexibiliteit in dienstaanpassingen behouden (wensenboek). - het organiseren van onthaaldagen voor nieuwe medewerkers en stagiairs. - de opmaak van een onthaalbrochure. - samen met het BOC, de interne en externe preventieadviseur het welzijnbeleid verder uitbouwen.
Verantwoordelijke binnen de PZ : adviseur Sandra Schietecatte Indicatoren en streefwaarden doelstelling 1: indicator Aanwerving HR-consulent Nieuwe initiatieven administratieve ondersteuning/vereenvoudiging Monitoring personeelsbestand Monitoring tijdsregistratie Persoonlijke ontwikkelingsplannen Strategisch ontwikkelingsplan Werklastmeting Interne personeelsverschuivingen bij kortstondige verhoogde taakbelasting Vormingen coaching Interne vormingen Evaluatie- en planningsgesprekken Initiatieven inzake korpscultuur (visie-missie-waarden) Deelname aan kennisgroepen Een up to date korpshandboek Initiatieven inzake kennisdeling MTO CAF-zelfevaluatie Verslag welzijn op het werk Onthaaldag voor nieuwe medewerkers Onthaalbrochure
streefwaarde 1 4 Jaarlijks 2-maandelijks Voor alle personeelsleden 1 Maandelijks
Voor elke leidinggevende 5 per jaar Voor alle personeelsleden 1 per jaar Huidige inzet behouden 4 1 1 Jaarlijks Voor elke nieuwe medewerker 1 (per jaar update)
43
Doelstelling 2: De lokale politie Geraardsbergen/Lierde wil via een intensieve publiek-private samenwerking de beleefde en feitelijke veiligheid van reizigers, passanten en bewoners in de stationsbuurt Geraardsbergen verbeteren. Daartoe zal de lokale politie: 1. met haar diverse afdelingen en diensten een reeks operationele activiteiten uitvoeren 2. een aanzet geven tot opmaak van een veiligheids- en leefbaarheidsconvenant tussen alle betrokken actoren 1. Te ondernemen acties door de diverse afdelingen en diensten: i. wijkdienst: - maandelijkse informele contacten onderhouden met personeel station. - er voor zorgen dat hangjongeren nominatief gekend zijn. - verbaliserend optreden tegen voertuigen die gerelateerd zijn aan hangjongeren (en buiten „piekuren‟ station). - elke weekdag een ½ uur zichtbaar aanwezig zijn in het station (‟s avonds). ii. verkeersdienst: - binnen het actieplan „verkeer‟ maandelijks een verkeersactie organiseren in de stationsbuurt. - binnen het actieplan „verkeer‟ tweewekelijks een actie „parkeren‟ uitvoeren. - instaan voor de signalering van infrastructurele tekortkomingen aan de bevoegde diensten/overheden. - opvolgen van de werkzaamheden in de stationsbuurt (wegenwerken, inname openbaar domein, bouwwerven, …). iii. interventiedienst: - oriënteren van de interventieploegen naar de stationsbuurt. - verbaliserend optreden tegen voertuigen die gerelateerd zijn aan hangjongeren (en buiten „piekuren‟ station). - elke weekdag een ½ uur zichtbaar aanwezig in het station (‟s avonds). - in samenwerking met de dienst jeugd en gezin, via de piekploeg, een tweemaandelijkse actie „spijbelen‟ uitvoeren. iv. dienst jeugd en gezin: - binnen het actieplan jeugdcriminaliteit en spijbelen instaan voor de beeldvorming (vanuit vaststellingen pv‟s en meldingen ISLP). - binnen het actieplan jeugdcriminaliteit en spijbelen het uitvoeren van een maandelijkse gerichte actie met identificaties. v. recherchedienst - samen met de csd het halfjaarlijks organiseren van een actie station (inzonderheid gericht naar drugs). - wanneer prioriteiten moeten gesteld worden binnen het recherchewerk, steeds voorrang geven aan delicten gepleegd in de stationsbuurt. vi. personeel & organisatie - bijdragen aan de beeldvorming van het onveiligheidsgevoel rond de stationsbuurt o.a. door een nulmeting. - opvolgen van de indicatoren. vi. alle diensten - het blijvend aanspreken van werknemers openbare dienstverleningsmaatschappijen. - een strikter handhavingsbeleid voeren (GAS en PV‟s). 2. Te ondernemen acties om een aanzet te geven tot opmaak van een veiligheids- en leefbaarheidsconvenant tussen alle betrokken actoren - inventariseren van mogelijke partners. - opstellen van ontwerp stappenplan convenant. - organiseren van overlegmomenten om concrete afspraken te maken rond toezicht, monitoring, overleg en uitwisseling van gegevens. Verantwoordelijke binnen de PZ : CP Eric Wauters
44
Indicatoren en streefwaarden doelstelling 2: indicator Informele contacten met personeel station Processen-verbaal in stationsbuurt (gerechtelijk, verkeer en GAS) Aantal patrouilles stationsbuurt Acties verkeer stationsbuurt Acties parkeren stationsbuurt Signalen infrastructurele tekortkomingen Advies werkzaamheden stationsbuurt Acties spijbelen Beeldvorming jeugdcriminaliteit (meldingen – pv‟s) Acties drugs stationsbuurt Beeldvorming „stationscriminaliteit‟ Beeldvorming onveiligheidsgevoel Stappenplan convenant stationsbuurt
streefwaarde Maandelijks Stijgende trend bij aanvang 260 uur per jaar (binnen reguliere werking) 1 per maand 2 per maand Stijgende trend bij aanvang Stijgende trend bij aanvang Tweemaandelijks INT en J&G Maandelijks door J&G Maandelijks door J&G Jaarlijks door SA CSD Oudenaarde Halfjaarlijks Jaarlijks 1 1
45
Doelstelling 3: De lokale politie Geraardsbergen/Lierde wil het aantal „middelenmisbruik-gerelateerde politionele interventies‟ in beeld brengen en een aanzet geven tot beheersing. Daartoe zal de lokale politie 1. een aanzet geven tot opmaak van een beeldvorming door alle betrokken actoren. 2. met haar diverse afdelingen en diensten een reeks operationele activiteiten uitvoeren. 1. Te ondernemen acties om de middelenmisbruik-gerelateerde politionele interventies in beeld te brengen: i. alle diensten - instaan voor registratie binnen ISLP van de link misdrijf – middelenmisbruik. ii. afdeling P&O - zorgen voor de nodige aanpassingen in ISLP (incl. Admin). - instaan voor de ontwikkeling van de nodige rapporteringsfuncties. iii. afdeling onderzoek - via GEROM (Geraardsbergs Overlegplatform Middelenmisbruik) contact onderhouden met de lokale materiegebonden actoren en meewerken aan de optimalisering van de samenwerking. - instaan voor de maandelijkse rapportering aan de korpschef (directiecomité) van de registratie misdrijf – middelenmisbruik. 2. Te ondernemen acties door de diverse afdelingen en diensten: i. wijkdienst: - halfjaarlijks contact onderhouden met herbergiers. - het in het verleden afgesloten horecaconvenant nieuw leven inblazen. - in het kader van het actieplan „verkeer‟ deelnemen aan acties sturen onder invloed. ii. verkeersdienst: - binnen het actieplan „verkeer‟ maandelijks een weekendactie sturen onder invloed uitvoeren. - binnen het actieplan „verkeer‟ halfmaandelijks een weekactie sturen onder invloed uitvoeren. iii. interventiedienst: - samen met de afdeling onderzoek het hulpverleningstraject opstarten en verder verfijnen. - in het kader van het actieplan „verkeer‟ deelnemen aan acties sturen onder invloed en zelf maandelijks drie acties organiseren (met de piekploegen en/of binnen reguliere werking). - bij elke vaststelling van een verkeersongeval de betrokkenen aan een ademtest onderwerpen en ander middelenmisbruik nagaan. - actief optreden tegen openbare dronkenschap. - actiever doorverwijzen naar hulpverlening. iv. dienst jeugd en gezin: - binnen het actieplan jeugdcriminaliteit en spijbelen instaan voor de beeldvorming (vanuit vaststellingen pv‟s en meldingen ISLP). - binnen het actieplan jeugdcriminaliteit en spijbelen het uitvoeren van één maandelijkse gerichte actie met identificaties. v. recherchedienst - samen met de csd en andere politionele partners het halfjaarlijks organiseren van een actie drugs in de uitgangsbuurten. - wanneer prioriteiten moeten gesteld worden binnen het recherchewerk , steeds voorrang geven aan delicten gepleegd in de stationsbuurt.
Verantwoordelijke binnen de PZ : CP Patrick Van Den Berge
46
Indicatoren en streefwaarden doelstelling 3: Indicator Registratiemethode ontwikkelen voor link misdrijven – Middelenmisbruik Beeldvorming link misdrijven - middelenmisbruik Contact met herbergiers Weekendactie sturen onder invloed Weekactie sturen onder invloed
Ademtest/testbatterij bij vaststelling VO op het terrein Doorverwijzing naar hulpverlening Actie drugs in uitgaansbuurt Beeldvorming middelenmisbruik bij jongeren
streefwaarde Vóór 01/01/2009 Jaarlijks Halfjaarlijks 1 per maand Halfmaandelijks voor dienst verkeer 3 per maand voor afdeling operaties (binnen reguliere werking) Bij elke vaststelling VO op terrein Stijgende trend bij aanvang Halfjaarlijks Jaarlijks
47
Doelstelling 4: De lokale politie Geraardsbergen/Lierde zal, in uitvoering van de door de overheden bepaalde verkeerscontrolepolitiek, een bijdrage leveren om het aantal verkeersongevallen met lichamelijk letsel te doen dalen op de gewestweg N42 (Astridlaan/Groteweg/Gentsesteenweg). Daartoe zal de lokale politie: 1. met haar diverse afdelingen en diensten een reeks operationele activiteiten uitvoeren gedefinieerd volgens het verkeersactieplan op het grondgebied van de PZ Geraardsbergen/Lierde en op de N42 in het bijzonder. 2. blijvend werk maken van een ongevallenanalyse met bijzondere aandacht voor de N42. 3. via de verschillende verkeerscommissies pijnpunten aankaarten bij de bevoegde overheden om alzo infrastructurele aanpassingen trachten te bekomen. 1. Te ondernemen acties door de diverse afdelingen en diensten: i. wijkdienst: - Sturen onder invloed In het kader van het actieplan verkeer deelnemen aan acties sturen onder invloed. - Gordel en beschermingsuitrusting Tijdens patrouilles permanent aandacht hebben voor inbreuken tegen het dragen van de gordel en valhelm, en hiervoor repressief optreden. - Zwakke weggebruiker Tijdens het schooltoezicht aandacht hebben voor de uitrusting van de fiets en hierbij sensibiliserend optreden (bv fietscontrolekaart, brochures BIVV) De wijkagenten zullen bijstand leveren bij het fietsproject wanneer een school uit hun wijk deelneemt. ii. verkeersdienst: - Snelheid Maandelijks acht uren snelheidscontrole zonder onderschepping houden. Maandelijks 1 controle van minimum 1 uur met interceptiedispositief (van minimum 4 personeelsleden) uitvoeren. De verkeersdienst zal per controle 2 personeelsleden leveren. Permanent één snelheidsinformatiebord plaatsen. Dit zal minimum één maal per maand een nieuwe locatie krijgen. Maandelijks een persbericht verspreiden met de resultaten van de snelheidscontroles van de vorige maand. Maandelijks via de website van de politiezone 5 snelheidscontroles voor de komende maand aankondigen. - Sturen onder invloed Per maand minimum 1 weekendactie sturen onder invloed organiseren, met minimum 8 personeelsleden, van minimum 4 controle-uren. Elke maand minimum 2 acties uit van minimum 1 uur op de N42 met twee personeelsleden. - Zwaar vervoer Tweemaandelijks een actie zwaar vervoer organiseren (van minimum 6 controle-uren). Deze actie verloopt in samenwerking met minimum één van volgende diensten: FOD Mobiliteit en Vervoer , de Inspectie op Sociale Wetten, Wegeninspectie en de Douane en Accijnzen. Bij deze controles voorziet de verkeersdienst minimum 4 personeelsleden. - Gordel en beschermingsuitrusting Tijdens de gordelcampagne van het BIVV minimum 5 acties (van minimum 2 controleuren met 4 personeelsleden) uitvoeren. Maandelijks 6 controle-uren met 2 personeelsleden uitvoeren. Tijdens het volledige jaar repressief optreden tegen inbreuken betreffende het niet dragen van de valhelm. Jaarlijks minimum één actie “tuimelwagen” organiseren langsheen de N42, waarbij sensibiliserend opgetreden wordt naar overtreders. - Zwakke weggebruiker Tijdens het schooltoezicht aandacht hebben voor de uitrusting van de fiets en hierbij sensibiliserend optreden (bv fietscontrolekaart, brochures BIVV) Tijdens het fietsproject “van fietsvaardig tot verkeersvaardig” aandacht hebben voor de problemen op de N42 en deze overbrengen aan de deelnemers van het project.
48
iii. interventiedienst: - Sturen onder invloed In het kader van het actieplan verkeer deelnemen aan acties sturen onder invloed. Maandelijks 3 acties sturen onder invloed (van minimum 1 controle-uur) uitvoeren tijdens de reguliere werking. - Gordel en beschermingsuitrusting Tijdens patrouilles permanent aandacht hebben voor inbreuken tegen het dragen van de gordel en valhelm, en hiervoor repressief optreden. Wekelijks minimum 1 actie “gordel” van minimum 1 uur (al dan niet in het weekend) door de interventieploegen uitvoeren op de N42. - Zwaar vervoer In het kader van het actieplan verkeer deelnemen aan acties zwaar vervoer. - Zwakke weggebruiker Tijdens het schooltoezicht aandacht hebben voor de uitrusting van de fiets en hierbij sensibiliserend optreden (via fietscontrolekaart, brochures BIVV). iv. dienst jeugd en gezin: - Sturen onder invloed In het kader van het actieplan verkeer deelnemen aan acties sturen onder invloed. v. recherchedienst: - Sturen onder invloed In het kader van het actieplan verkeer deelnemen aan acties sturen onder invloed. - Permanent repressief optreden tegen inbreuken inzake “drugs in het verkeer”. vi. personeel en organisatie: - Opvolgen indicatoren. - Voorzien van het nodige personeel voor de verschillende acties, hierbij rekening houdende met de statutaire bepalingen. 2. Te ondernemen acties om blijvend werk te maken van een ongevallenanalyse met bijzondere aandacht voor de N42. i. verkeersdienst : Jaarlijkse ongevallenanalyse. ii. interventiedienst: - Bij tussenkomsten voor ongevallen op de N42 inzake „onderlinge regeling‟, steeds de voorziene fiche invullen met het oog op verkleining van het “dark number”. 3. Te ondernemen acties om via de verschillende verkeerscommissies pijnpunten aan te kaarten bij de bevoegde overheden om alzo infrastructurele aanpassingen trachten te bekomen. i. verkeersdienst : - Infrastructuur/manoeuver/voorrang De gesignaleerde problemen betreffende weginfrastructuur evalueren en overmaken aan de bevoegde instanties via de verschillende verkeerscommissies. ii. interventiedienst: - Infrastructuur/manoeuver/voorrang Tijdens patrouilles aandacht hebben voor gebreken of tekortkomingen aan de verkeersignalisatie en verkeersituaties en deze signaleren aan de verkeersdienst. Verantwoordelijke binnen de PZ : HCP Julien Matthijs
49
Indicatoren en streefwaarden doelstelling 4: indicator Weekendactie sturen onder invloed Weekactie sturen onder invloed
Ademtesten bij acties Testbatterijen (drugs in verkeer) bij acties Ademtest/testbatterij bij vaststelling VO op het terrein Actie snelheid zonder onderschepping Acties snelheid met onderschepping Snelheidsinformatiebord Persbericht snelheidscontroles Aankondiging snelheidscontroles Actie zwaar vervoer Actie gordel en beschermingsuitrusting tijdens BIVVcampagne Actie gordel en beschermingsuitrusting
Inbreuken valhelm Inbreuken gordeldracht Actie tuimelwagen Fietsproject Signalen infrastructurele verbeterpunten Ongevallenanalyse
streefwaarde 1 per maand (minimum 4 controle-uren met 8 personeelsleden) met inbreng van alle diensten halfmaandelijks (minimum 1 controle-uur met 2 personeelsleden) door verkeersdienst 3 per maand voor afdeling operaties (binnen reguliere werking met minimum 1 controle-uur) Stijgende trend bij aanvang Stijgende trend bij aanvang Bij elke vaststelling VO op terrein Maandelijks 8 controle-uren Maandelijks 1 controle-uur (met minimum 4 personeelsleden) Permanente inzet Maandelijks Maandelijks Tweemaandelijks 6 controle-uren met minimum 4 personeelsleden 5 per periode (minimum 2 controle-uren met 4 personeelsleden) Maandelijks 6 controle-uren met 2 personeelsleden door verkeersdienst Wekelijks 1 controle-uur door interventiedienst Stijgende trend vaststellingen Stijgende trend vaststellingen Jaarlijks Jaarlijks Stijgende trend bij aanvang Jaarlijks
50
Hoofdstuk 4. HET COMMUNICATIEBELEID 4.1. Externe communicatie 4.1.1. Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2005-2008 Sedert geruime tijd beseft de politie dat over veiligheid en de veiligheidsaanpak gecommuniceerd moet worden. Veiligheid is een hot item geworden en zowat iedereen heeft een mening over wat de veiligheidsprioriteiten moeten zijn en hoe die (al dan niet door politie) moeten aangepakt worden. De lokale politie wil haar dienstverlening continu verbeteren en heeft meerdere stappen gezet om de belanghebbenden te betrekken bij en te informeren over de veiligheidsaanpak. Ook werd een aanvang genomen met het aftoetsen van het „draagvlak‟ van de politionele aanpak bij overheden, partners en bevolking. Dit gebeurde via de uitgave van een politiemagazine, de creatie van een website, het organiseren van een tevredenheidsonderzoek bij daders en slachtoffers, … De groeiende complexiteit van de veiligheidsproblematiek vereist een toenemende deskundigheid en hogere graad van professionaliteit van de politie. Dit impliceert ook op organisatorisch vlak een planmatige aanpak, zodat de veiligheidsproblemen waaraan de politie moet werken, goed geïdentificeerd moeten worden, maar ook duidelijk moet aangegeven worden wat de prioriteitstelling is. Bovendien betekent dit ook dat, zoals het binnen een democratisch bestel hoort, de gemaakte keuzes geargumenteerd en verantwoord worden. Het evenwicht tussen conjuncturele prioriteiten (zoals jeugdcriminaliteit) en structurele prioriteiten (zoals geweldsmisdrijven) dient daarbij bewaakt te worden. Dit niet alleen in de aanpak, maar ook in de communicatie. De media heeft een grote impact op het beeld dat bij de bevolking gevormd wordt over de maatschappelijke werkelijkheid, inclusief het functioneren van de politie. De lokale politie beschouwt hen dan ook als een volwaardige partner in de veiligheidsaanpak.
4.1.2. Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012 Voor de uitvoering van de doelstellingen van dit plan is een goede communicatie naar de externe omgeving essentieel. De lokale politie zal daarom de ingeslagen weg van informatieverspreiding verder bewandelen. Via diverse kanalen zal informatie verspreid worden over de activiteiten, de verschillende werkingsdomeinen en de (politie-)omgeving waarin gewerkt wordt. Tijdens de uitvoering van dit plan moeten we ons permanent afvragen of de communicatie nog actueel is en of ze de juiste doelgroep(-en) bereikt. Doelgroep 1.Overheden (gerechtelijk en bestuurlijk) 1.1.politieraad
Middel
frequentie
Bijeenkomst en verslag politieraad
Minimum 4 maal per jaar
Minimaal 1 maal per maand
1.4.diverse overlegfora (evenementencel, ARO, ORO, …)
Bijeenkomst en verslag politiecollege Bijeenkomst en verslag zonale Veiligheidsraad Bijeenkomst en verslag diverse overlegfora
1.5.politieraad/politiecollege/zonale veiligheidsraad 2.Bevolking/partners/maatschappij
Jaarrapport criminaliteit en werking Politiemagazine
Jaarlijks
Website
permanent
Persberichten
Na elke actie en punctueel
1.2.politiecollege 1.3.zonale veiligheidsraad
Minimaal 1 maal per jaar Afhankelijk van forum
halfjaarlijks
inhoud
Beleids- en beheersgebonden materies (inzonderheid personeel en financiën) Beleids- en beheersgebonden materies Opvolging en evaluatie doelstellingen Beleids- en beheersgebonden materies alsook operationele aangelegenheden (bv. evenementen) Evolutie criminaliteit en politiewerking Beleid en operationele activiteiten Beleid, operationele activiteiten en praktische info Operationele activiteiten
51
4.2. Interne communicatie 4.2.1. Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2005-2008 Naast de externe belanghebbenden, dienen ook de politiemedewerkers geïnformeerd te worden over de strategische beleidslijnen, de operationele vertaling ervan en meer specifiek de verwachtingen in dat verband naar de diensten én de individuele medewerker. Tijdens de uitvoering van het vorige zonaal veiligheidsplan werd hiermee een aanvang genomen via o.m. toelichting op de personeelsvergadering, kennisgeving via de screensaversoftware, bijeenkomsten leidinggevenden, … De in 2007 uitgevoerde positiebepaling bracht ook naar voor dat er nood is aan verankering van het beleid in dagdagelijkse toepassingen zoals selectiegesprekken, evaluatiemomenten, onthaaldagen voor nieuwkomers, … 4.2.2. Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012 Doelgroep Medewerkers politie
Middel Briefings Personeelsvergaderingen
frequentie Dagelijks Tweemaandelijks
Teamvergaderingen
Jaarlijks
Directiecomités
Maandelijks
Mailing Screensaver
Permanent Permanent
Teamworkdag
Jaarlijks
Onthaaldag
Bij elke nieuwkomer
Onthaalbrochure
Permanent
Plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken
Zoals voorzien in statuut
inhoud Operationele activiteiten Beleid, operationele activiteiten en praktische info Beleid, operationele activiteiten en praktische info Beleid, operationele activiteiten, praktische info en stand van zaken uitvoering doelstellingen Operationele activiteiten Operationele activiteiten en stand van zaken en uitvoering doelstellingen Operationele activiteiten en stand van zaken en uitvoering doelstellingen Beleid, operationele activiteiten, praktische info en stand van zaken uitvoering doelstellingen Beleid, operationele activiteiten en praktische info Beleid, dienst- en persoonlijke bijdrage aan de doelstellingen
De lokale politie Geraardsbergen/Lierde wil met bovenstaande initiatieven de interne communicatie verder verfijnen om zo de nieuwe bedrijfscultuur te begeleiden en te stimuleren. Daarom zal blijvend zowel aandacht gaan naar de verdere uitwerking van een interne communicatiestrategie om elke medewerker op de gepaste manier te informeren, als aandacht naar de afwerking van de huisstijlvernieuwing.
52
Hoofdstuk 5. GOEDKEURING VAN HET PLAN 5.1. Verbeteren en vernieuwen
Opmerkingen en/of suggesties Overheidsdiensten (ZVP 2005-2008)
Federale
Genomen initiatieven/maatregelen verhelpen
om
hieraan
te
Integrale en geïntegreerde werking meer tot uiting laten komen
Bij de uitwerking van de strategische doelstellingen oog hebben voor partnerschap en ketengericht werken
Scanning en analyse uitbreiden met objectieve en subjectieve bronnen
Uitgebreide consultatie en analyse bronnen
Argumentatie strategische prioriteiten verfijnen
Invoering matrix criminaliteitscijfers en matrix met „alle bronnen‟
Verduidelijking inbreng politionele overheden
Opname synthese beleidslijnen van de overheden
Capaciteitsoverzicht opnemen
Overzicht capaciteit werd opgenomen
5.2. Goedkeuring
Voor kennisname van het bovenstaande & voor akkoord over het huidige zonaal veiligheidsplan Datum zitting : Leden van de Zonale Veiligheidsraad
19/09/2008 HANDTEKENING
Burgemeester-voorzitter Freddy DE CHOU
Procureur des Konings Herman DAENS
Burgemeester Lierde Marc DE BRAKELEER
Korpschef Kristof DE PAUW
DirCo Christiaan DRIESKENS
Dirjud Louis SCHEPENS
Arrondissementscommissaris Walter DEJAEGHER
53
VERSPREIDINGSLIJST Deelnemers zonale veiligheidsraad FOD Binnenlandse Zaken (ten behoeve bevoegde Ministers) Gouverneur Oost-Vlaanderen Lokale overheden
BIJLAGEN Beleidsnota van de Procureur des Konings Oudenaarde – Dhr. Herman DAENS In dit zonaal veiligheidsplan wordt verder verwezen naar een reeks bronnen die elektronisch te consulteren zijn via internet of aanwezig zijn in het korps. Zij worden niet exhaustief opgesomd of bijgevoegd. Uiteraard kunnen ze aan de bevoegde overheden en partners aangeleverd worden.
54