ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN 2014-2017
0 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
voorwoord
1 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
HOOFDSTUK I MISSIE - VISIE - WAARDEN De missie verwijst naar de bestaansreden van de organisatie. Voor publieke organisaties ontstaat de missie vanuit een hoger principe – vanuit een ideaaltypisch maatschappijbeeld - waaraan de organisatie een bijdrage moet leveren. De visie verwoordt waar de organisatie op middellange termijn wil staan. In de waarden van de organisatie legt men vast wat van elke medewerker verwacht wordt. Waarden zijn essentieel en niet onderhandelbaar.
I. 1.
lessen getrokken uit het vorig zonaal veiligheidsplan
De lokale politie Vlas heeft al enkele jaren de missie, visie en waarden van de organisatie en 1 medewerkers vastgelegd. De optimalisatie van de structuur van de lokale politie Vlas, haar werking en de begeleiding van haar medewerkers worden er door gestuurd. De missie, visie en waarden is nog steeds actueel en heeft nog niets van haar betekenis verloren. 2 Bovendien blijkt dat de medewerkers stellen dat de missie, visie en waarden gekend en begrepen zijn. 1
In mei 2004 opgesteld door het beleidondersteuningsteam werd de missie, visie en waarden op 11 juni 2004 goedgekeurd door het politiecollege. 2 Volgens het verslag van de audit van de PZ Vlas door de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, jan 2013, p. 49.
I. 2.
onze belanghebbenden en hun verwachtingen
De missie, visie en waarden werd opgesteld door het beleidsondersteuningsteam, een groep medewerkers, representatief voor het korps. De lokale politie Vlas betrok geen externen bij het opstellen van haar missie, visie en waarden. Dit werd toentertijd niet noodzakelijk geacht en werd nog nooit als een tekortkoming ervaren. Enerzijds ligt de missie van de lokale politie wettelijk vast en onze overheden maken hun verwachtingen kenbaar via hun beleidsplannen, richtlijnen en de contacten die we met hen onderhouden. Anderzijds zijn politiemensen, onze medewerkers, experts en praktische professionals. Vanuit hun vakbekwaamheid en het dagdagelijks contact met alle lagen van de samenleving zijn zij best in staat zelf te bedenken hoe de dienstverlening er moet uitzien. De concrete verwachtingen van onze belanghebbenden worden beschreven onder punt 2.4.
I. 3.
missie, visie en waarden van de PZ Vlas
De lokale politie Vlas zal een belangrijke en herkenbare bijdrage leveren aan de veiligheid en de leefbaarheid in de politiezone Vlas. Met geëngageerde medewerkers gaan wij voor: gemeenschapsgerichte basispolitiezorg; professioneel en correct optreden en kwaliteitsvolle dienstverlening; beschikbaarheid, zichtbaarheid en bereikbaarheid; vlotte samenwerking en informatie-uitwisseling met alle interne en externe partners. Wij zeggen wat we doen, en doen wat we zeggen! Wij staan voor: integriteit; discretie; onpartijdigheid; wederzijds respect; zorgzaamheid; loyaliteit.
2 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
HOOFDSTUK II SCANNING EN ANALYSE Dit tweede hoofdstuk beschrijft de huidige situatie van de externe omgeving en de interne werking waarin de politieorganisatie evolueert. Een goede scanning en analyse vereist een driedimensionaal kijkinstrument, een zogenaamde gegevenskubus. Daarmee wordt de omgeving, de veiligheid en leefbaarheid in de politiezone en de dienstverlening en werking van de lokale politie Vlas, vanuit diverse invalshoeken scherp in beeld gebracht.3 3
De bronnen van alle in dit hoofdstuk aangewende gegevens zijn volgens de gegevenskubus opgenomen in bijlage 2.
II. 1.
lessen getrokken uit het vorig zonaal veiligheidsplan
De Zonale Veiligheidsraad noch de PZ Vlas formuleerde enige opmerking. De betrokken federale overheden formuleerden bij de goedkeuring van het vorig zonaal veiligheidsplan volgende opmerkingen/suggesties: Aangaande de scanning en analyse worden diverse objectieve en subjectieve bronnen aangehaald. Zowel de objectieve als de subjectieve gegevens zijn gecontextualiseerd in uitgebreide analyserapporten, die als bijlage gevoegd werden bij het zonaal veiligheidsplan, met uitzondering van de stadsmonitor. De beleidsvoorbereiding kan evenwel nog uitgebreider qua bronnen, zowel wat de objectieve als de subjectieve gegevens betreft. Zo zou het positief zijn, mocht in het kader van de objectieve gegevens ook gebruik gemaakt worden van de Lokale Veiligheidsdiagnostiek. Verder zou de leesbaarheid van het plan nog bevorderd kunnen worden door het toevoegen van meer 4 interpreterende en kaderende informatie betreffende het opgenomen statistisch materiaal in het document. 4
Uit het schrijven dd. 3 december 2008 van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie waarmee het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 van de PZ Vlas een goedkeuring met opmerkingen kreeg.
II. 2.
socio-economische en demografische beschrijving van de zone
II. 2.1. ruimtelijk De PZ Vlas is een meergemeentelijke politiezone gelegen in het zuidoosten van de provincie WestVlaanderen en strekt zich uit over 103,17 km², als volgt verdeeld: Kortrijk 80,03 km², Kuurne 10 km² en Lendelede 13,14 km². De stad Kortrijk bevat de deelgemeenten Kortrijk, Heule, Bissegem, Marke, Aalbeke, Rollegem, Bellegem en Kooigem. De eerste vier vormen een onderdeel van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk en de verstedelijkte band Menen-Kortrijk-Waregem, de laatste vier bestaan uit kernen gelegen in een meer open en landelijk gebied. Hoewel Heule, Bissegem en Marke deel uitmaken van de stad Kortrijk, bezitten ze nog hun eigen identiteit, vergelijkbaar met de andere kernen binnen het regionaalstedelijk gebied Kortrijk. De gemeente Kuurne is verstedelijkt gebied dat naadloos aansluit bij Kortrijk. De gemeente Lendelede is een gemeente met één dorpskern omgeven met een uitgestrekt ruraal gebied. De PZ Vlas ligt in het centrum van het bestuurlijk en gerechtelijk arrondissement Kortrijk. Alle politiezones van het gerechtelijk arrondissement grenzen dan ook aan de PZ Vlas. De PZ Vlas vormt de top van een denkbeeldige driehoek met Rijsel-Roubaix-Tourcoing en Doornik. Dit grensoverschrijdend gebied, de zogenaamde Frans-Belgische Metropool, telt meer dan 1 miljoen inwoners.
3 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 2.2. demografisch 5
De PZ Vlas telt 93 864 inwoners waarvan 5 243 niet-Belgen. als volgt verdeeld : Kortrijk 75 219 waarvan 4 634 niet-Belgen, Kuurne 12 961 waarvan 536 niet-Belgen en Lendelede 5 684 waarvan 73 niet-Belgen 6
Het aantal inwoners van niet-Belgische afkomst in Kortrijk bedraagt bijna het dubbele nl. 9 113 of 12,1 % van de totale bevolking. 7 De gebiedsmonitor 2011, Kortrijk in cijfers en kaarten, verschaft een beeld inzake de spreiding. In de gebieden Kortrijk Centrum, Overleie en Kortrijk Oost is de verhouding ten opzichte van het totaal aantal inwoners het hoogst: respectievelijk 24,61 %, 22,58 % en 21,88 %. 5 6
Bevolkingscijfer op 1 januari 2012. Inwoners op 1 januari 2010 die geen Belgisch paspoort hebben of die Belg geworden zijn door toekenning of door naturalisatie.
7
De gebiedsmonitor is een verzameling gegevens over de stad Kortrijk. Het gaat om demografische gegevens, socioeconomische gegevens, over huishoudens en verhuisbewegingen, enz...
II. 2.3. sociale aspecten 8
Het Steunpunt Sociale Planning van de Provincie West-Vlaanderen identificeerde de kansarme buurten in alle West-Vlaamse gemeenten. In Kortrijk werden 13 buurten (NIS-sectoren) als kansarm geïdentificeerd: Kortrijk-Centrum (A00) Kortrijk-station-Gerechtshof (A021) Buda (A03) Oude St-Janswijk (A04) Nieuwe St-Janswijk (A101) Venning (A12) Groeningekaai (A132) Doorniksewijk (A30) Klakkaart (A311) Goederenstation (A432) Overleie (A50) Lange Munte (A904) Heule-Ieperstraat (B012) In Kuurne en in Lendelede werd geen enkele buurt als kansarm geïdentificeerd. 8
Door middel van een vergelijkende analyse van een set van 10 indicatoren, verdeeld over de vier dimensies: demografie, huisvesting, onderwijs en werkloosheid. Een buurt wordt als kansarm bestempeld als hij op minimum drie dimensies een drempelwaarde overschrijdt.
II. 2.4. economische aspecten 9
Zuid-West-Vlaanderen staat bekend als een welvarende regio. Zo is de werkloosheidgraad in de regio Kortrijk-Roeselare (gemiddeld 5,88 % - 5,64 % bij de mannen, 6,17 % bij de vrouwen) de laagste in Vlaanderen. De werkloosheidsgraad in Kortrijk bedraagt gemiddeld 8,23 % (8,33 % bij de mannen, 8,11 % bij de vrouwen). 3 van de 13 Vlaamse centrumsteden hebben een lagere gemiddelde werkloosheidsgraad: Roeselare, Brugge en Leuven. In Kuurne en Lendelede bedraagt de werkloosheidgraad respectievelijk 6,28 % – 6,34 % bij de mannen, 6,21 % bij de vrouwen en 4,18 % - 3.44 % bij de mannen en 5,02 % bij de vrouwen. 9
Het aantal ingeschreven niet-werkende werkzoekenden jonger dan 65 jaar in % van de beroepsbevolking jonger dan 65 jaar op het einde van de maand oktober 2013. (bron arvastat/vdab.be)
4 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 2.5. mobiliteit Over de PZ Vlas ligt een dicht wegennet van autosnelwegen (A14-E17, A17 en A19) en gewestwegen (N43 richting Moeskroen en Gent, N50 richting Doornik en Brugge, N8 richting Oudenaarde). Deze wegen zijn met elkaar verbonden door de (auto)ringweg R8 en de stadsring R36. Dit betekent dat de stad vanuit alle richtingen vlot bereikbaar is. Dit betekent echter ook dat men van gelijk welke plaats in de politiezone, centrum incluis, vlot in alle richtingen kan ontkomen. De Franse grens ligt op enkele kilometers waarvan het merendeel over de autosnelweg A14-E17 kan afgelegd worden. De wegpolitie, onderdeel van de federale politie (DAH) heeft een verkeerspost te Kortrijk. Het station NMBS van Kortrijk is als hoofdstation structuurbepalend voor het regionaalstedelijk gebied Kortrijk. Directe spoorverbindingen zijn er met Roeselare-Brugge, Gent, Antwerpen en Brussel. Er is één internationale spoorverbinding voor zowel personen- als goederenvervoer: Antwerpen-Gent-KortrijkRijsel. De spoorwegpolitie, onderdeel van de federale politie (DAC), heeft geen politiepost in het station NMBS te Kortrijk. Het verzoek om er een politiepost te vestigen werd door de commissaris-generaal afgewezen.
II. 2.6. een centrumfunctie De centrumfunctie van de stad Kortrijk laat zich voelen op tal van domeinen, die al dan niet rechtstreeks en in meer of mindere mate, de politiezorg beïnvloeden. In de publieke sector vermelden wij de aanwezigheid op het grondgebied van het gerechtshof, een filiaal van de nationale bank, een aantal belangrijke administraties en enkele controlediensten. 10
In de semi-publieke sector wijzen wij op de bijzonder grote scholengemeenschap. Boven op de tientallen instellingen van basis- en secundair onderwijs herbergt de stad vier grote instellingen voor hoger onderwijs: Katholieke Universiteit Leuven, Campus Kortrijk; Universiteit Gent, campus Kortrijk; Hogeschool West-Vlaanderen; Katholieke Hogeschool Vives. In dezelfde semi-publieke sector vermelden wij nog de aanwezigheid op het grondgebied van het algemeen ziekenhuis met vier campussen, een psychiatrische instelling en een aanzienlijk aantal rust- en verzorgingstehuizen. De centrale ligging van de politiezone heeft ook gevolgen in de particuliere sector. De stad Kortrijk profileert zich als inkoopstad met als troef een groot winkel- wandelgebied. Pal in de stadskern werd een nieuw winkelcentrum – K in Kortrijk – opgetrokken dat naast woongelegenheid ruimte biedt aan 84 handelszaken. Het winkelgebeuren heeft een aantrekkingskracht die zich uitstrekt tot ver over de grenzen van de politiezone. Ook in de kern van de gemeente Kuurne liggen tal van aantrekkelijke handelszaken en op de grens tussen Kortrijk en Kuurne ligt het Ring-Shopping Center en talrijke vestigingen van winkelketens. Kortrijk is tevens een belangrijke expo- en congresstad. Kortrijk XPO herbergt tal van grote beurzen en events. Uitgangsbuurten in Kortrijk situeren wij in de Burg. Reynaertstraat, op het complex De Pottelberg en op Hoog-Kortrijk met o.m. het cinemacomplex Kinepolis. Kuurne is van oudsher een gemeente met een bloeiend uitgaansleven. 10
De aantrekkingskracht van een vorm van onderwijs in een bepaalde stad wordt gemeten door het aantal jongeren die er schoollopen in die vorm te delen door het aantal jongeren die in die stad wonen en die vorm van onderwijs volgen. Voor het secundair onderwijs, schooljaar 2010-2011, is die verhouding in Kortrijk 190 %, hetgeen betekent dat bijna dubbel zoveel jongeren secundair onderwijs volgen in Kortrijk dan dat er dergelijke jongeren wonen. In vergelijking met de andere Vlaamse centrumsteden staat Kortrijk daarmee op de zesde plaats. (bron De Stadsmonitor)
5 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 3.
beeld van veiligheid en leefbaarheid
II. 3.1. objectieve gegevens a. criminaliteitsbeeldanalyse De dienst Strategische Analyse van de PZ Vlas maakt elk jaar een criminaliteitsbeeldanalyse op basis van de gegevens die door de lokale politie Vlas geregistreerd worden. Het besluit voor het jaar 2012 luidt als volgt: Het criminaliteitsbeeld in de PZ Vlas wordt gedomineerd door de delicten gepleegd te Kortrijk (ruim 90 11 % van het totaal van de politiezone in 2012), die als centrumstad met een grote tijdelijke bevolking bepaalde criminaliteitsvormen aantrekt. In Kuurne werden 7 % van de feiten gepleegd, in Lendelede een kleine 2 %. In de PZ Vlas daalde de totale geregistreerde criminaliteit tussen 2011 en 2012 met 6 %. Deze daling is te danken aan een daling van 7 % in Kortrijk en 1 % in Kuurne, in Lendelede echter was er een stijging van 35 %. De grootste concentratie van de criminaliteit zit in het gebied tussen de Leie en het station in noordzuid-richting en tussen de Veemarkt en het Conservatorium in oost-west-richting. Er zijn een aantal aanwijsbare puntlocaties: voor- en achterkant station, K in Kortrijk, de Burgemeester Reynaertstraat, een aantal winkels, ziekenhuizen, Traditioneel behoort een kleine 2/3 van de geregistreerde criminaliteit tot de klasse “misdrijven tegen de eigendom”. Weinig verschuivingen tussen de klassen onderling doordat de daling van de totale criminaliteit te danken is aan een daling in alle klassen, uitgezonderd de overtredingen tegen het lokale politiereglement (registraties PZ Vlas) die lichtjes stegen. 12 De criminaliteitsgraad voor de politiezone daalde van 8.1 naar 7.6. 13 De criminaliteitsdichtheid daalde van 7.4 tot 6.9. Een redelijke daling van de misdrijven tegen de eigendom (min 6.6 %) door een daling in Kortrijk van 8.3 % en ondanks de toenames in Kuurne (plus 3.4%) en Lendelede (plus 56.3%). Ongeveer ¾ van de misdrijven tegen de eigendom in de politiezone waren diefstallen en afpersingen. Deze verhouding blijft vrij stabiel in de loop der jaren. Ze wordt bepaald door Kortrijk. De redelijke daling van de misdrijven tegen de eigendom is te danken aan de daling van zowel diefstal en afpersing, als beschadigingen van eigendom. Informaticacriminaliteit is verdubbeld, met forse stijgingen in elke gemeente, de bedrogsmisdrijven bleven nagenoeg constant. Voor de diefstallen worden een aantal criminele figuren eruit gelicht: - Er was een aanzienlijke afname van de diefstallen met geweld zonder wapen (min 29 %). Diefstallen met geweld zijn opgenomen in het zonaal veiligheidsplan, er wordt dus op gewerkt. Men slaagde er enkele keren in een bende op te rollen, wat telkens het fenomeen kon afstoppen. - Na de stijging in 2011 daalden de autodiefstallen terug in 2012, we volgen daarmee de trend van de andere politiezones van dezelfde typologie. Als er op lange termijn gekeken wordt, is de trend van de autodiefstal dalend, dit door de betere beveiliging tegen diefstal. Bij de autodiefstallen waren er 4 homejackings in 2012, 5 carjackings en 15 (!) garagediefstallen. - Vanaf 2006 was er een enorme toename van de diefstallen uit auto’s door de opkomst van de GPS-toestellen. Sedert 2008 is het tij beginnen keren, mede wellicht door de inbouw ervan in de auto's. De dalende trend zette door in 2010, maar in 2011 was er opnieuw een explosieve stijging. In 2012 dan toch weer een pak minder diefstallen uit voertuigen. De daling in 2012 is te danken aan een daling van diefstallen uit personenauto's, de diefstallen uit lichte vrachtauto's/werfvoertuigen bleef nagenoeg op constant. - Het aantal geregistreerde fietsdiefstallen gaat sedert het topjaar 2009 in dalende lijn. Ook het aantal bromfietsdiefstallen blijft dalen. Wij hebben de indruk dat jongeren zich minder met een bromfiets verplaatsen, maar de oefening om dit hard te maken, is nog niet gebeurd. Conclusies trekken voor fietsdiefstallen is gevaarlijk wegens het grote dark numer, maar misschien heeft de daling toch ook te maken met de camerabewaking op de fietsenstalling van de NMBS. - Sterke stijging van de woninginbraken in 2011 en nogmaals in 2012. Zoals overal zijn we meer dan vroeger slachtoffer van rondtrekkende dadergroepen. De toegenomen woninginbraken situeerden zich vooral in Kortrijk, maar ook Lendelede werd niet gespaard. Een daling van de inbraken in bedrijven of handelszaken in 2012, stijging echter van inbraken in openbare of overheidsinstellingen.
6 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
- De winkeldiefstallen zijn fors toegenomen vanaf 2010, vooral door de komst van K in Kortrijk vanaf
midden maart 2010. In 2011 namen ze nog meer toe, maar in 2012 stagneert het aantal. - Na de enorme stijging in 2011 blijft zakkenrollerij hoog in 2012. De misdrijven tegen de persoon en het gezin namen lichtjes af (- 1.6 %), 70 % ervan zijn misdrijven tegen de lichamelijke integriteit. Deze vertoonden tot 2010 een stijgende trend, weliswaar met een kleine terugval in 2009. In 2011 was er echter een aanzienlijke daling, die zich verder zet in 2012. De misdrijven tegen andere morele waarden en gevoelens (belaging, schending van de eer,...), die een dalende trend vertoonden, namen echter in 2012 weer toe. Het aantal geregistreerde zedenmisdrijven nam toe. Wellicht is de toegenomen media-aandacht hier niet vreemd aan. De misdrijven tegen de openbare orde en veiligheid daalden licht af door een daling van zowel de misdrijven tegen de openbare veiligheid (bedreigingen), als misdrijven tegen het gezag van de overheid en misdrijven tegen de openbare trouw. Een daling van de overtredingen tegen de bijzondere wetten door minder feiten bij de wetten die het grootste deel ervan uitmaken: bevolkingsregister, drugs, dronkenschap en alcohol en vreemdelingenwetgeving. Een kleine stijging van de overtredingen tegen het lokaal politiereglement, geregistreerd door de PZ Vlas. De top 5 van de meest voorkomende overtredingen in 2012: - Wildplassen - Nachtlawaai - Zoekgedrag illegale drugs - Sluikstorten - Honden niet aan de leiband 11
Tijdelijke bevolking: mensen die in de stad komen werken, studeren, uitgaan, winkelen,… Het risico (van de inwoners) om slachtoffer te worden van een misdrijf: het aantal feiten per 1000 inwoners per maand. 13 De concentratie van de criminaliteit: het aantal feiten per km² per maand. 12
b. verkeersbarometer Sedert 2008 ontvangt de PZ Vlas de verkeersbarometer.
14
De algemene trend van het aantal verkeersongevallen met lichamelijk letsel in de PZ Vlas is licht dalend. In 2012 werden precies 500 letselongevallen geteld. Enkel in 2010 werden wellicht omwille van weersomstandigheden beduidend minder ongevallen vastgesteld, nl. 424. Plaatsen waar de meeste verkeersongevallen met lichamelijk letsel plaatsgrijpen zijn: de stadsring R36; de diverse gewestwegen; de noord-zuid as doorheen de binnenstad Kortrijk; bepaalde verbindingswegen tussen dorpskernen bvb. de Kortrijksestraat (Kortrijk-Heule). Politiestatistieken vormen geen betrouwbare waardemeter voor het achterhalen van de oorzaak van de verkeersongevallen. De ware oorzaak is heel vaak niet objectief waarneembaar en wordt dus vaak niet opgenomen in het registratiesysteem. Objectieve vaststellingen zijn wel: het strafbaar gebruik van alcohol (13,05 %), vluchtmisdrijf (13,42 %) en niet-verzekerd motorvoertuig (3,13 %). 14
De verkeersbarometer is een periodiek opgestelde statistiek op basis van de door de politie geregistreerde verkeersfeiten: o.a. verkeersongevallen en verkeersinbreuken. De cijfers worden aangeleverd door de Federale Politie, CGOP, de directie van de operationele politionele informatie van de federale politie, op basis van de input in ISLP. (Integrated System for Local Police, het registratiesysteem van de lokale politie)
7 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 3.2. subjectieve gegevens c.
bevraging 2011
Eind 2011 werd de bevolking op drie wijzen bevraagd inzake hun mening en verwachtingen in de lokale politie Vlas: via een enquêteformulier verspreid met de gemeentelijke infobladen (309 respondenten), via het e-loket van de website van de PZ Vlas (258 respondenten) en via sleutelfiguren geselecteerd door de 15 wijkinspecteurs (316 respondenten). Uit de bevraging blijkt dat de lokale politie Vlas (ruim) voldoende bereikbaar (81,7 %) en aanspreekbaar (68,3 %) is. De zichtbaarheid wordt minder goed beoordeeld, slechts 52,1 % van de respondenten vindt die (ruim) voldoende. Meer dan de helft van de respondenten (59,1 %) had in de 2 jaar voorafgaand aan de bevraging een persoonlijk contact met de lokale politie Vlas. Een grote meerderheid beoordeelt dit contact als correct (84,7 %), professioneel (81,9 %) en was er tevreden over. (77,4 %) De respondenten achten alle taken van politie belangrijk. Enkel de politieaanwezigheid op fuiven en (sport)evenementen wordt minder belangrijk geacht. % (Heel) Belangrijk Interventie
Recherche Patrouille 's nachts Slachtofferbejegening Vlot onthaal Wijkwerking Communicatie Crimpreventie Patrouille overdag Verkeershandhaving Verkeersregeling Verkeerspreventie Aanwezigheid op fuiven Aanwezigheid op sport en evenementen
99,5 98,9 97,5 96,2 95,3 94,8 94,7 94,1 93,6 91,4 89,0 81,1 68,8 63,0
Een meerderheid van de respondenten (66,2 %) kent hun wijkinspecteur en weet ook waar hij/zij te contacteren is (70,9 %). De verwachtingen van de respondenten inzake de wachttijd bij een interventie zijn hooggespannen. Voor een niet-dringende interventie – een verkeersongeval met stoffelijke schade - verwacht bijna de helft van de respondenten (48,5 %) dat de lokale politie binnen de 10 minuten ter plaatse komt, 83,9 % verwacht dit binnen het kwartier. 100%
92,2%
92,5%
< 00:20
< 00:25
98,9%
100,0%
< 00:30
< 01:00
83,9% 80%
60% 48,5% 40%
20% 11,0%
0% < 00:05
< 00:10
< 00:15
8 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
Op de vraag welke fenomenen van criminaliteit of overlast de lokale politie Vlas prioritair moet aanpakken blijft in het domein “criminaliteit” de inbraak in gebouwen prioriteit nummer één, gevolgd door diefstal met geweld, drugdealen, illegale vreemdelingen en steaming. In het domein “verkeersveiligheid” staat overdreven snelheid in woonbuurten op de eerste plaats, gevolgd door het sturen onder invloed. Overlast veroorzaakt door rondhangende jongeren is topprioriteit in het domein “maatschappelijke overlast”.
1. Inbraak in gebouwen (woningen, winkels ...) 2. Andere diefstal met geweld of afpersing (vb. car-… 3. Drugdealen 4. Illegale vreemdelingen 5. Steaming (diefstal met geweld of afpersing vooral … 6. Overdreven snelheid in de woonbuurten, … 7. Overlast door het wangedrag van rondhangende … 8. Vechtpartijen, geweldpleging en dergelijke buiten… 9. Vandalisme met uitzondering van graffiti 10. Sturen onder invloed van alcoholische dranken … 11. Handtasdiefstal 12. Diefstal uit voertuigen (GPS, radio, GSM, kledij, … 13. Druggebruik 14. Zakkenrollerij, gauwdiefstal, pickpocket 15. Wildparkeren op plaatsen mindervaliden, voet-… 16. Sluikstorten, hondenpoep ... 17. Fiets- en bromfietsdiefstal 18. Auto- en motordiefstal 19. Lawaaioverlast 20. Zichtbaarheid van de (brom)fietser (verlichting … 21. Gezinstwisten en familieruzies met … 22. Oplichting, misbruik van vertrouwen, vb. gebruik … 23. Milieumisdrijven (dierenmishandeling, … 24. Verkeersagressie (vb. onnodig claxonneren, … 25. Overdreven snelheid op grote wegen 26. Winkeldiefstal 27. Stalking, telefonische pesterijen, cyberstalking … 28. Overlast door fuiven, dancings, cafés ... 29. Opfokken van bromfietsen of de haalbare … 30. Graffiti 31. Gebruik van autogordel 32. Wildplassen 33. Valsmunterij en uitgifte vals geld 0
3381 2811 2793 2504 2310 2048 2041 1949 1859 1563 1416 1334 1163 1103 1101 1048 1047 1014 887 880 728 657 641 612 490 467 428 426 354 334 268 159 146 500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
15
In 2007 werden in voorbereiding van het ZVP 2009-12 dezelfde vragen gesteld. De resultaten mogen evenwel niet vergeleken worden daar de wijze waarop de respondenten aangesproken werden grondig verschilt. In 2007 werden zij persoonlijk aangesproken d.m.v. een brief en werd het invulformulier die opgehaald. In 2011 nam bijna 2/3 van de respondenten (64,2 %) zelf het initiatief via het enquêteformulier in de infobladen of via de website van de PZ Vlas. Bovendien moet er bij een steekproef steeds rekening gehouden worden met een foutmarge.
9 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
d. lokale veiligheidsbevraging 2011 Tussen 1997 en 2009 werd er zevenmaal een veiligheidsmonitor gepubliceerd op basis van gegevens verkregen door een gestandaardiseerd telefonisch bevolkingsonderzoek. De veiligheidsmonitor werd in 2011 vervangen door een lokale veiligheidsbevraging georganiseerd door de Federale Politie, CGOP, de directie van de operationele politionele informatie van de federale politie, 16 in samenwerking met de politiezones. Voor de Lokale Veiligheidsbevraging in de PZ Vlas werden 1400 enquêtes verstuurd naar adressen die d.m.v. een steekproef bepaald werden. Er kwamen 592 bruikbare enquêtes terug, de meeste met niet te frankeren zending. Onaangepaste snelheid in het verkeer torent eruit boven alle andere buurtproblemen. Ook de andere verkeersgerelateerde problemen agressief verkeersgedrag en wildparkeren scoren hoog. In dezelfde grootteorde vinden we sluikstorten en zwerfvuil, woninginbraken, fietsdiefstal en geluidsoverlast. Voor de top 4 (onaangepaste snelheid in het verkeer, sluikstorten en zwerfvuil, agressief verkeersgedrag en wildparkeren) zijn er geen significante verschillen tussen de (deel)gemeenten. Daarnaast ligt men in de zuidelijke deelgemeenten Marke, Aalbeke, Bellegem, Rollegem en Kooigem vooral wakker van de woninginbraken, ook in Lendelede springt dit eruit. Overlastproblemen, verbonden met de centrumfunctie van de stad vormen duidelijk in de deelgemeenten, alsook in Kuurne en Lendelede nauwelijks een probleem De bevolking heeft een uitgesproken mening over de aan te pakken problemen: aangepaste snelheid in het verkeer en woninginbraak zijn prioritair. Sluikstorten en zwerfvuil volgt als derde prioriteit. Daarna op gelijke hoogte: mensen die op straat worden lastig gevallen, geluidsoverlast en de verkeersgerelateerde problemen agressief verkeersgedrag en wildparkeren. Gemiddeld voor de politiezone voelen tussen de 5,99 % en 9,65 % van de bewoners zich altijd of vaak onveilig (7,82 % van de ondervraagden). Maar er zijn grote verschillen naar achtergrondkenmerken: de +65-jarigen voelen zich het meest onveilig., Vrouwen voelen zich onveiliger dan mannen, studenten voelen zich minder onveilig dan gepensioneerden. Hoe onverzorgder de buurt waar men woont, hoe onveiliger men zich voelt. Van de inwoners van Kortrijk voelen tussen de 11 en de 19 % zich altijd of vaak onveilig, terwijl de inwoners van Aalbeke, Bellegem, Rollegem en Kooigem zich nauwelijks onveilig voelen. Tussen de 68,62 % en 74,82 % van de inwoners van de politiezone Vlas vinden dat de politie van de eigen zone (heel) goed werk levert (71,72 % van de bevraagden). De inwoners van Kuurne en Lendelede zijn positiever dan de inwoners van Kortrijk. Binnen de deelgemeenten van Kortrijk zijn er geen significante verschillen. De inwoners van de PZ Vlas zijn het positiefst over de houding en het gedrag van hun politie, het minst tevreden over de informatie over de activiteiten en de aanwezigheid in de straat. In de politiezone vindt tussen de 63,84 % en 68,42 % van de mensen dat de politie van de zone (heel) gemakkelijk te contacteren is (66,13 % van de ondervraagden). Tussen de 48,33 % en 55,13 % van de inwoners van de politiezone kennen hun wijkinspecteur ofwel enkel van naam of gezicht, ofwel hebben ze er soms contact mee, ofwel hebben ze er regelmatig contact mee (51,73 % van de ondervraagden). Ongeveer 1/5 van de respondenten vindt dat de wijkinspecteur niet gemakkelijk te contacteren is, ongeveer 1/4 vindt van wel, maar de helft weet het eigenlijk niet. Slechts 40 % van de respondenten had de 12 voorafgaande maanden contact met de lokale politie Vlas. De mogelijke foutmarge is te groot om gegronde uitspraken te doen inzake die contacten. 16
Ook voor de lokale veiligheidsbevraging mogen de resultaten niet vergeleken worden met de resultaten van de veiligheidsmonitor omwille van het verschil in de wijze waarop de bevolking bevraagd werd.
10 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 4.
verwachtingen en doelstellingen van de overheden en andere belanghebbenden
II. 4.1. bestuur en financiers (overheden/opdrachtgevers) a.
kadernota integrale veiligheid
De zonale veiligheidsraad stelt vast dat de Regering nog geen Kadernota Integrale Veiligheid heeft vastgelegd. b.
parketbeleidsplan
De procureur des Konings te Kortrijk zet zijn prioriteiten uiteen in zijn beleidsplan dd. 30 juni 2010: een lokale en gemeenschapsgerichte justitiezorg: - straatcriminaliteit (vandalisme, kleine diefstallen, vormen van overlast …), vermogensdelicten (diefstallen in al zijn vormen) en persoonsgebonden criminaliteit (tegen de fysieke integriteit) is een basisprioriteit; - probleemgebieden identificeren; - het ketengericht justitieel denken trekken; - instaan voor een slagkrachtige reactie; - een daadkrachtige, evenwichtige en herstelgerichte aanpak; - overleg met lokale besturen, politie en de parajustitiële sector; - een consequente en volgehouden inspanning in het kader van de verkeershandhaving; - het gebruik van een gamma middelen: herstelgerichte maatregelen, herstelbemiddeling, GAS, administratieve boetes, VSBG, snelrecht … - een omzichtig en evenwichtig sepotbeleid; het beheer van omvangrijke gerechtelijke onderzoeken (recherchemanagement) door: - zorgvuldige en verantwoorde adiëring van de onderzoeksrechter; - opstellen van onderzoeksplannen en dossiermanagement; - bewustmaking van de politiediensten met oog op de berechting van individuele dader(s) voor concrete bewezen misdrijven; - het bewaken van doorlooptijden; - overleg en verstandhouding een toekomstgericht perspectief voortbouwend op het bestaande provinciaal parketsamenwerkingsverband; een motiverend, communicatief en positief leiderschap; verhoudingen met externe partners gebaseerd op wederzijds begrip en respect. c.
lokaal integraal veiligheidsplan van de stad Kortrijk
$ De zonale veiligheidsraad stelt vast dat de stad Kortrijk nog niet beschikt over een lokaal integraal veiligheidsplan (LIVP). d.
lokaal integraal veiligheidsplan van de gemeente Kuurne
$ De zonale veiligheidsraad stelt vast dat de gemeente Kuurne nog niet beschikt over een lokaal integraal veiligheidsplan (LIVP). e.
lokaal integraal veiligheidsplan van de gemeente Lendelede
De zonale veiligheidsraad stelt vast dat de gemeente Lendelede nog niet beschikt over een lokaal integraal veiligheidsplan (LIVP). De burgemeester verwacht van de lokale politie Vlas bijzondere inspanningen in de strijd tegen inbraak in gebouwen (woningen en andere) en in het weren van het zwaar vervoer uit de dorpskern.
11 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 4.2. klanten – directe dienstenafnemer Zie punt II.3.2.
II. 4.3. partners en leveranciers a.
nationaal veiligheidsplan 2012-2015
Het nationaal veiligheidsplan 2012-2015 (NVP 2012-2015) werd door de ministerraad goedgekeurd op 1 maart 2012. Het NVP 2012-2015 bestaat uit twee delen. In deel 1 coördineren de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie het algemene politiebeleid voor de geïntegreerde politie. Deel 2 beschrijft de bijdrage van de federale politie aan een veilige en leefbare samenleving. De krachtlijnen van de politiezorg en het politiebeheer zijn: het garanderen van een minimale gelijkwaardige dienstverlening; het streven naar een excellente politiezorg; het realiseren van een optimale geïntegreerde werking. In essentie gaat het over: het beheer van de publieke ruimte en de bestuurlijke informatie: - een genegotieerd beheer van de publieke ruimte; - de aanpak van overlast of ‘incivilities”; - het beheer van bestuurlijke informatie; - de coördinatie bij crisissituaties; de gemeenschapsgerichte politiezorg; de bijdrage aan de verkeersveiligheid als met prioritaire thema’s: - de overdreven snelheid; - het rijden onder invloed van alcohol en/of drugs; - het GSM-gebruik achter het stuur; - het niet dragen van de gordel en het niet gebruiken van kinderzitjes; en als prioritaire doelgroepen: - de zwakke weggebruikers (voetgangers, (brom)fietsers); - de motorrijders; - de vrachtwagenchauffeurs en het vrachtvervoer; de aanpak van criminaliteit in het algemeen en de prioritaire criminaliteitsfenomenen in het bijzonder: - feiten die de fysieke integriteit van personen ernstig aantasten,17 in het bijzonder t.o.v. vrouwen; - de diefstallen gewapenderhand; - het geweld in de publieke ruimte, in het bijzonder op het openbare vervoer en door stadsbendes; - de drugs, in het bijzonder de import en de export van cocaïne, de productie en de smokkel van synthetische drugs en cannabis en de verkoop van drugs (dealen); - de illegale vuurwapenzwendel; - het terrorisme; - het intrafamiliaal geweld en geweld tegen vrouwen; - de mensenhandel (de seksuele uitbuiting en de economische uitbuiting) en de mensensmokkel; - de informaticacriminaliteit; - de fraude, in het bijzonder de sociale en de fiscale fraude alsmede de fraude inzake afvalbeheer; - de inbraken in woningen en andere gebouwen; internationale samenwerking. Plaatsen die volgens het nationaal politioneel veiligheidsbeeld 2011 kwetsbaar zijn voor meerdere
criminaliteitsfenomenen zijn: het openbaar vervoer; de recreatiedomeinen; de toeristische trekpleisters; de grote evenementen en plaatsen van grote toeloop De geïntegreerde politie zal aandacht blijven besteden aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.
12 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
De prioritaire beleidsthema’s met betrekking tot de interne werking van de politiediensten zijn: een modern HR-beleid met: - de inzetbaarheid en beschikbaarheid van de medewerkers; - de integriteit; - de motivatie; - het welzijn; - de lerende organisatie; - het platform leadership; - nieuwe perspectieven van loopbaanbeheer; het informatiebeheer en de ICT: - een strategisch programma voor het informatiebeheer; - het project BEPAD voor de bestuurlijke informatiecyclus; - een langetermijnvisie ICT; - de sociale media… het optimale beheer en aanwenden van de beschikbare middelen door: - het op peil houden van de instroom van nieuwe medewerkers; - het wettelijk kader voor de vrijwillige fusie van politiezones; - capaciteitsplanning, -beheer, -opvolging en –evaluatie; - schaalvoordelen en kostenbewust omspringen met middelen; - administratieve vereenvoudiging; - minder bureaucratie … innovatie en nieuwe technologieën: - een proactieve visie op de verhouding tussen technologieën en het politiewerk; - de inplaatsstelling van een centrex ‘Innovatie en nieuwe technologieën’; duurzame ontwikkeling door een langetermijnplanning en voorbereiding op het vlak van het economische en het ecologische gebruik van de infrastructuur, de energie, het water, de voertuigen, het materiaal… 17
Moord, doodslag, verdacht overlijden, verkrachting, ernstige aanranding van de eerbaarheid, ontvoering, gijzeling, vrijheidsberoving, ernstige slagen en verwondingen of mishandeling, foltering, vergiftiging en onrustwekkende verdwijningen.
b.
de provinciegouverneur
De gouverneur van de provincie West-Vlaanderen formuleerde zijn verwachtingen in de lokale politie als volgt: een goede samenwerking tussen de politiediensten die zich vertaalt in concrete praktijken en acties; een doordachte aanpak op provinciaal niveau van de actuele veiligheidsdossiers waaronder: - de grenscriminaliteit; - de ordehandhaving bij voetbalwedstrijden; - de werking van de communicatie en informatiecentrum West-Vlaanderen (CIWES). c.
intermediair niveau - verwachtingen van de bestuurlijk directeur-coördinator en van de gerechtelijk directeur
De directeur-coördinator verwacht dat de lokale politiezones van het arrondissement de letselongevallen als prioriteit opnemen in hun zonaal veiligheidsplan. De federale gerechtelijke politie Kortrijk deelde mee wat haar projectwerking is in het kader van haar beleidscyclus 2013-2016, ter uitvoering van het NVP 2012-2015. De potentiële bijdrage van de lokale politiezones werd uitgeschreven. De projectwerking en de samenwerking met de lokale politiezones bestaat uit: het project Villa (Inbraak in woningen en andere gebouwen – rondtrekkende dadergroepen): - beeldvorming optimaliseren; - lik-op-stuk-acties organiseren (villa daily); - optimaliseren vaststellingen en samenwerking FGP/Labo en zones; - optimaliseren onderzoek; - uitbouwen partnerships;
13 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
- internationale gegevensuitwisseling stimuleren; - opdrijven preventie. het project cannabisplantages: - optimale registratie van het fenomeen; - optimaliseren van het onderzoek door fotodossier en staalname; - gebruik van een checklist “vaststelling cannabisplantage” en leidraad voor verhoor; - opleiding inzake de veilige ontmanteling; - opvolging op de fenomeenvergaderingen o.l.v. parket Kortrijk; het project Kolautrec (mensenhandel en seksuele uitbuiting): - zonale beeldvorming; - arrondissementeel expertisenetwerk; - kwaliteit in de infoverwerking; - jaarlijkse gezamenlijke controleactie; - overleg inzake een eenvormige bestuursrechtelijke aanpak het project misbruik van rechtspersonen het project FGP 2.0 met het luik Knowlegde Management.
II. 4.4. medewerkers Zie punt II.6.2
II. 4.5. maatschappij Zie punt II.3.2.
14 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 5.
inrichting van het korps
II. 5.1. personeelscapaciteit minimumnorm 18, personeelsformatie 19 en reëel effectief 20
a.
Operationeel kader (CorOps) Minimumnorm
Goedgekeurde personeelsformatie
Reëel effectief
Aantal
Capaciteit in uren
Aantal OK / MK / BK / AK
Capaciteit in uren
Aantal OK / MK / BK / AK / TOT
Aantal VTE OK / MK / BK / AK / TOT
Capaciteit in uren
261
396 720
20 / 58 / 173 / 20
411 920
23 / 47 / 163 / 13 / 246
22,8 / 46,8 / 160,4 / 11,8 / 241,8
367 536
Administratief en Logistek Kader (CALog) Minimumnorm
Goedgekeurde personeelsformatie
Reëel effectief
Aantal
Capaciteit in uren
Aantal Niv. A / B / C/ D
Capaciteit in uren
Aantal Niv. A / B / C/ D / TOT
Aantal VTE Niv. A / B / C / D / TOT
Capaciteit in uren
21
31 920
3 / 8 / 22 / 8
62 320
6 / 9 / 26 / 15 / 56
5,6 / 9 / 23,15 / 14,1 / 51,85
78 812
18
K.B. houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek kader van de lokale politie, B.S., 12 oktober 2001 19 De huidige personeelsformatie werd goedgekeurd in de zitting van de politieraad dd. 27 oktober 2003. 20 Het verwachte effectief aanwezig op 1 januari 2014. VTE staat voor voltijds equivalent waarvoor de gebruikelijke norm van 1520 uren per personeelslid gehanteerd werd.
b.
operationalisering van het personeel 21
De ministeriële omzendbrief CP2 roept de lokale besturen op om het contingent van het administratief en logistiek kader op te drijven tot minimaal 16 %. Doelstelling van de ministeriële omzendbrief van 1 december 2006 “Richtlijnen tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratieve taken van de lokale politie – Opheffing en vervanging van de omzendbrief van 16 februari 1999” is het zo efficiënt mogelijk inzetten van de operationele personeelsleden (CorOps) van de lokale politie, zonder hierbij te raken aan hun wettelijke opdrachten en kerntaken. Eind maart 2007 stelde de PZ Vlas een stappenplan op teneinde in belangrijke mate te voldoen aan de omzendbrief. Het stappenplan werd op 28 september 2007 zoals voorgeschreven voorgelegd aan de Zonale Veiligheidsraad. Dit stappenplan geeft duidelijk aan welke administratief gerichte taken op termijn door medewerkers CALog overgenomen werden. Ook werd gemotiveerd waarom bepaalde functies , bijvoorbeeld calltaking en dispatching, beter door leden CorOps uitgeoefend werden. Het stappenplan zoals beslist, is ondertussen volledig uitgevoerd hetgeen leidde tot de uitbreiding van het administratief en logistiek kader tot op het aangewezen niveau, minimaal 16 %. 22
In uitvoering van het verbeter- en actieplan 2013-14 , neemt de PZ Vlas zich voor om, in overleg met de betrokken besturen, alle oneigenlijke taken af te bouwen. Zo worden er momenteel besprekingen gevoerd om het verhuren van tijdelijke parkeerverbodsborden en het beheer van de tijdelijke signalisatie over te hevelen naar de stad Kortrijk. 21
Ministeriële omzendbrief CP2 betreffende het bevorderen van de organisatieontwikkeling van de lokale politie met als finaliteit een gemeenschapsgerichte politiezorg dd. 3 november 2004, B.S., 29 december. 22 Verbeter-en actieplan 2013-14 opgesteld n.a.v. de audit van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, goedgekeurd in de politieraad op 23 september 2013, actie 18, p. 26.
15 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 5.2. organogram a.
versie 5.0
De korpschef staat als eindverantwoordelijke in voor de leiding, de organisatie en de verdeling van de 23 taken in het korps. In 2014 verwacht de PZ Vlas een reorganisatie van het korps volgens de inzichten van een nieuwe korpschef 23
b.
Art. 44 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie op twee niveaus, B.S., 5 januari 1999.
versie 4.1
In afwachting wordt op 1 januari 2014 – in uitvoering van diverse actiepunten van het verbeter- en actieplan 24 2013-14 - de organisatiestructuur van de PZ Vlas aangepast naar versie 4.1. Directie Lokale Recherche
Directie Operaties
Directie Wijkwerking
Directie Verkeer en Mobiliteit
Directie Politiezorg
Leiding Operaties
Leiding Lokale Recherche
Leiding Wijkwerking
Leiding Verkeer en Mobiliteit
Leiding Politiezorg
Onthaal en Dispatching
Personen
Wijkpolitie Kortrijk Centrum
Verkeerspreventie en -educatie
Sociale dienst
Aangiften en Onderzoek
Crim
Wijkpolitie Kortrijk Rand
Verkeerspolitie
Criminaliteitspreventie
Permanentieteam 1-4
MiFin
Verkeersdienst
Justitiële opvolging
Responsteam
KORPSCHEF
Lokale Politiepost Kuurne
Staf Beleid Risicomanagement
Lokale Politiepost Lendelede
Strategische Analyse Communicatie Stafsecretariaat
Directie Informatiebeheer Leiding Informatiebeheer Infobeheer Gerechtelijk en secretariaat Infobeheer Bestuurlijk en Verkeer
Directie Personeel
Directie Logistiek
Leiding Personeel
Leiding Logistiek
Personeelsbeheer
Boekhouding
Dienstplanning
Materieel en Uitrusting Informatica
Functioneel beheer
24
Verbeter-en actieplan 2013-14 opgesteld n.a.v. de audit van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, goedgekeurd in de politieraad op 23 september 2013, actie 18, p. 11 en 12.
16 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
c.
personeelsverdeling over de directies en diensten
Onderstaande tabel geeft een beeld van de verdeling van het personeel over de directies en diensten volgens de verwachte personeelsbezetting in voltijds equivalenten op 1 januari 2014.
PZ VLAS Korpschef Subtotaal Staf Beleid Strategische Analyse Risicomanagement Communicatie Stafsecretariaat Subtotaal Lokale politiepost Kuurne Politiepost Kuurne Subtotaal Lokale politiepost Lendelede Politiepost Lendelede Subtotaal Directie Operaties Leiding Operaties Permanentieteam 1 t.e.m. 4 Onthaal en Dispatching Aangiften en Onderzoek Responsteam Subtotaal Directie Lokale Recherche Leiding Lokale Recherche Personen Crim MiFin Subtotaal Directie Wijkwerking Leiding Wijkwerking Wijkpolitie Kortrijk-Centrum Wijkpolitie Kortrijk-Rand Subtotaal Directie Verkeer en Mobiliteit Leiding Verkeer en Mobiliteit Verkeerspreventie en -educatie Verkeerspolitie Verkeersdienst Subtotaal Directie Politiezorg Leiding Politiezorg Sociale Dienst Criminaliteitspreventie Justitiële Opvolging Subtotaal Directie Informatiebeheer Leiding Informatiebeheer Infobeheer Gerechtelijk & Secretariaat Infobeheer Bstuurlijk & Verkeer Functioneel Beheer Subtotaal Directie Personeel Leiding Personeel Personeelsbeheer Dienstregeling Subtotaal Directie Logistiek Leiding Logistiek Boekhouding Materieel en uitrusting Informatica Subtotaal Gedetacheerd AIK CIWES Opleiding hoofdinspecteur Niet aangeduid Subtotaal Personeelsbezetting op 1 januari 2014
OK 1 1
CorOps MK BK 0
0
AK
Niv. A
0
0
2 1
0
0
CALog contractueel Niv. B Niv. C Niv. D 0
0
0
1 1
0
1,8 1,8
0
1
0
0
0
0
0
0
0,8 0,8
0
0
0,5 0,5
0
10,1 10,1
0
0
0
1 1
0
0
0
0
3,8 3,8
1
1
0
1,8
1 1
5,8 5,8
1 1
0
1,8 1,8
0
1 15 1 1 3 21
72 12 11,5 7 102,5
2 4 2 8
4 6 1 11
1
7 12,4 19,4
1 1
1
2,8
2,8
0
0
0
0
1
1
1
1
1
0
0
0
1 1
0
0
0,8
1
1
1
1
0
1
6 87 16,8 12,5 10 132,3
0
4 6 10 6 26
0
2,3 8 12,4 22,7
1 1
2 1 14,5 7 24,5
0
1 6,6 1,75 0,8 10,15
0
0 10,6 5,6 4,6 20,8
0
1 4,8 3 8,8
1
2
0
0
0
0,8
2
0 0,5
0
0
0
0,5
1
1
1 1 3
9,5 3 12,5
1
1,8
3 1 4
1 0
0
0
0,8
2
1
1 1
0
1
1
1 1
0,75 0,8 1,8
1,8
3
2 1 2 5
2 1,6 1 4,6
0
1 2 3
2
2 1
0
0
0,8
0
2
1
0
2,8
0
1,8 1 0,8 3,6
1
0,8
1
0,8
1
0,8 1
1
1,8
1
2,8
0
0
0
0,75
0
1 0,8 1,8
0
1 1 2
1 1 0
1
0
0
1
1
1
0
1
1 1
0
0
1 1
0,8 1,8
0
1 1 2
2 1 3
5,5 5,5
1 1 22,8 OK
2 1 46,8 160,4 MK BK 241,8 CorOps
1 1 11,8 AK
Subtotaal
2,8 1 2 2 3,6 11,4
1 1 2
1 1
2 4
0
Niv. A
1
1
3
0
Niv. D
0,8 1
0,8 3,8
3
CALog statutair Niv. B Niv. C
0 3,6 Niv. A
0 0 5,8 10,8 Niv. B Niv. C 26,8 CALog statutair
0 6,6 Niv. D
0 3 Niv. A
0 0 0 3 11,55 7,5 Niv. B Niv. C Niv. D 25,05 CALog contractueel
1 1,8 10,5 3,8 17,1 2 1 1 1 5
293,65
17 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 6.
beeld van de dienstverlening en werking
II. 6.1. uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking a.
minimale werkingsnormen
Hieronder volgt de rapportage inzake de naleving van de minimale organisatie- en werkingsnormen 25 opgelegd aan de lokale politiekorpsen. De in de tabellen vermelde aantallen of capaciteit zijn deze op de datum van registratie. Dit is echter een momentopname, de vermelde aantallen kunnen tijdens het jaar fluctueren. De strategische doelstellingen, strategie van aanpak en indicatoren inzake deze basisfunctionaliteiten zijn beschreven in het hiernavolgend hoofdstuk drie. Wijkwerking Datum registratie
Aantal inwoners in de PZ Vlas
Vereist aantal wijkinspecteurs
Reëel aantal wijkinspecteurs
Reëel aantal VTE
Aantal politieposten
Capaciteit op jaarbasis
1 januari 2013
93 902
23,5
29
28
2
42 560
Norm: 1 wijkinspecteur per 4 000 inwoners. Op 1 januari 2013 zijn bovenvermelde wijkinspecteurs omkaderd door 2 leden van het officierenkader, 2 leden van het middenkader, en 5 leden van het administratief en logistiek kader, voorziene capaciteit 11 552 uren, in totaal 54 112 uren voor de directie Wijkwerking. Besluit: De organisatie van de lokale politie Vlas voldoet aan de minimale werkings- en organisatienorm inzake de basisfunctie Wijkwerking.
Onthaal Datum registratie
Aantal gemeenten in de PZ Vlas
Aantal politieposten
1 november 2013
3
2
Aantal uren fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt 24/24 uur zowel op weekdagen als op weekend- en feestdagen
Capaciteit op jaarbasis 19 760
Norm: per dag 12 uur fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt en contacteerbaarheid door technische maatregelen in de politieposten van de overige gemeenten. Op het tijdstip dat er geen fysiek onthaal verzekerd wordt in de politieposten Kuurne en/of Lendelede is het centraal onthaalpunt aldaar bereikbaar via een videofooninstallatie. Besluit: de organisatie van de lokale politie Vlas voldoet ruimschoots aan de minimale werkings- en organisatienorm inzake de basisfunctie Onthaal.
Interventie Interventieploegen Datum registratie
1 november 2013
Aantal
Dagen
Uurvork
4
7 dagen op 7
24 uur op 24
plus 1
7 dagen op 7
7 tot 19 uur (verkeerspolitie)
plus 1
vrijdag- en zaterdagnacht
22 uur tot 6 uur
plus 2
maandag t.e.m. donderdag
14 uur tot 22 uur
plus 1
vrijdag en zaterdag
14 uur tot 22 uur
Capaciteit op jaarbasis
c. 93 742
Norm: 1 interventieploeg 24/24 uur - 7/7 dagen plus 1 piekploeg 84 uur/week. Besluit: De organisatie van de lokale politie Vlas voldoet aan de minimale werkings- en organisatienorm inzake de basisfunctie Interventie en algemeen toezicht.
18 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
Politionele slachtofferbejegening Datum registratie
Gespecialiseerde medewerker
Permanentie bereikbaar en terugroepbaar
Capaciteit op jaarbasis
1 november 2013
Ja
Ja, intern geregeld
c. 3 040
Norm: 1 gespecialiseerde medewerker continue bereikbaar en terugroepbaar. Besluit: De organisatie van de lokale politie Vlas voldoet aan de minimale werkings- en organisatienorm inzake de basisfunctie politionele slachtofferbejegening.
Lokale opsporing en lokaal onderzoek
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Lokale Recherche
Flexibele opsporings- en onderzoekcapaciteit
24
0
Capaciteit op jaarbasis
41 040
Norm: 10 % van het operationeel effectief. De 24 leden van het operationeel kader van de directie Lokale Recherche worden, ondersteund door 3 leden van het administratief en logistiek kader waaronder 1 toezichthouder op het decreet Algeeen Milieubeleid en 1 operationele misdrijfanalist. Besluit: De organisatie van de lokale politie Vlas voldoet aan de minimale werkings- en organisatienorm inzake de basisfunctie lokale opsporing en lokaal onderzoek.
Handhaving openbare orde Ja, intern geregeld door permanentie bereikbaar en terugroepbaar Datum registratie
Permanentie Officier Bestuurlijke Politie Geen samenwerkingsverband met andere politiezones
1 november 2013
Ja, intern geregeld door permanentie 24/24 uur, 7/7 dagen op het commissariaat Centrum.
Permanentie Officier Gerechtelijke Politie
Geen samenwerkingsverband met andere politiezones Norm: 1 officier bestuurlijke politie permanent bereikbaar en terugroepbaar. Besluit: De organisatie van de lokale politie Vlas voldoet aan de minimale werkings- en organisatienorm inzake de basisfunctie handhaving openbare orde.
Verkeershandhaving
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Verkeer en Mobiliteit
Capaciteit op jaarbasis
23,5
35 720
Norm: 8 % van het globaal effectief. Besluit: De organisatie van de lokale politie Vlas voldoet aan de minimale werkings- en organisatienorm inzake de basisfunctie verkeershandhaving, 25
K.B. van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren, B.S., 12 oktober 2001.
19 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
b.
andere operationele diensten Calltaking en dispatching
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Operaties - Team Onthaal en Dispatching
Capaciteit op jaarbasis
12
17 520
12 operatoren verzekeren samen een permanentie voor de calltaking van interventies, de dispatching en ondersteuning van de interventieploegen, het cameratoezicht en het fysiek onthaal tijdens de daluren.
Navolgend onderzoek en salduzverhoren
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Operaties - Team Aangiften en Onderzoek
Capaciteit op jaarbasis
5
7 600
5 leden van het operationeel kader verrichten navolgend onderzoek in opdracht van het parket of omwille van de salduzregeling.
Responsteam
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Operaties - Responsteam 10
Capaciteit op jaarbasis 15 200
Het responsteam zorgt voor een resultaatgerichte aanpak van de straatcriminaliteit door toezicht, verzameling informatie en gecoördineerde acties. De leden beschikken over patrouillehonden en een actieve drugshond.
Sociale dienst
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Politiezorg - Sociale dienst 3,8
Capaciteit op jaarbasis 5 776
De vaste gespecialiseerde medewerkers voor de basisfunctionaliteit politionele slachtofferzorg zijn lid van de Sociale dienst. Die dienst telt nog vier leden en samen staan zij in voor de aanpak en begeleiding van betrokkenen bij gezinsmoeilijkheden of problematische opvoedingssituaties.
Criminaliteitspreventie
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Politiezorg - Team Criminaliteitspreventie 1,74
Capaciteit op jaarbasis 2 644
Organiseert preventiecampagnes, beheert het afwezigheidstoezicht en verricht het toezicht en de controle op de regelgeving inzake private beveiliging.
Justiële opvolging
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Politiezorg - Justitiële opvolging 0,8
Capaciteit op jaarbasis 1 216
Verricht de controle van personen onder justiteel toezicht of vrij onder voorwaarden.
20 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 6.2. opdrachten van federale aard a.
inzake het verzekeren van de openbare orde in het gerechtshof
De minister van Justitie heeft op 13 december 2001 de dwingende richtlijn MFO-1 uitgevaardigd inzake het verzekeren van de openbare orde in hoven en rechtbanken, het overbrengen van gevangenen en het handhaven van de orde en de veiligheid in de gevangenissen in geval van oproer of onlusten. De lokale politie Vlas staat als enig politiekorps van het gerechtelijk arrondissement in voor het verzekeren van de openbare orde in het gerechtshof te Kortrijk. De oprichting van het veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken heeft tot dusver geen belangrijke capaciteitswinst opgeleverd. Informatie- en functioneel beheer volgens de richtlijn MFO3
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Informatiebeheer
Capaciteit op jaarbasis
8,4
12 768
Input en verrijking van gerechtelijke en bestuurlijke informatie in diverse databanken (ANG, BEPAD, wapenregister) en beheer van de toegangen tot deze registers.
b.
inzake het verlenen van versterking bij opdrachten van bestuurlijke politie in een andere politiezone
De minister van Binnenlandse Zaken heeft op 13 april 2012 een dwingende richtlijn MFO-2 uitgevaardigd betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie. In toepassing van deze richtlijn is de lokale politie gehouden om boven op eventuele laterale steun tussen politiezones en onafhankelijk van een vordering, versterking te bieden om opdrachten van bestuurlijke politie te vervullen op het grondgebied van andere politiezones. Dit is de zogenaamde gehypothekeerde capaciteit. (HyCap) De kredietlijn 2012 voor de lokale politie Vlas werd bij ministeriële omzendbrief vastgelegd op 6 594 eenheden hycap. De lokale politie Vlas moet permanent in staat zijn om binnen de 24 uur het volgend personeel ter beschikking te stellen: 1 commandocel van 4 leden (1 officier-peletonscommandant, 1 adjunct-peletonscommandant, 1 radiooperator en 1 chauffeur); 1 sectiecommandanten (lid middenkader); 12 leden basiskader. In totaal 17 personeelsleden; ondertussen moet het korps verder de basispolitiezorg blijven verzekeren. $ Klopt dit nog ? Teneinde te voldoen aan deze normen werden 4 leden van het officierenkader opgeleid tot pelotonscommandant, 3 leden middenkader opgeleid tot adjunct-peletonscommandant , 20 leden middenkader opgeleid tot sectiecommandant en 130 leden basiskader opgeleid in de handhaving van de orde. Zij werden allen opgeleid en zijn door geregelde inzet getraind. Daarmee voldoet de PZ Vlas ruim aan de ministeriële aanbeveling om minimum 2,8 maal het aantal te leveren personeelsleden op te leiden en te trainen. De lokale politie Vlas levert dan ook conform de ministeriële richtlijn regelmatig operationele capaciteit ten voordele van andere politiezones. c.
inzake het informatiebeheer betreffende de gerechtelijke en de bestuurlijke politie
De minister van Justitie en de minister Binnenlandse Zaken hebben op 14 juni 2002 een gezamenlijke dwingende richtlijn MFO-3 uitgevaardigd betreffende het informatiebeheer inzake gerechtelijke en bestuurlijke politie. De lokale politie Vlas werkt ten volle mee aan een gestructureerde en maximale doorstroming van de informatie.
21 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
De individuele informatieplicht van de politieambtenaar is in het korps bekend en de middelen daarvoor zijn voorhanden door verspreiding van de noodzakelijke formulieren via het intranet. Informatie- en functioneel beheer volgens de richtlijn MFO3
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Directie Informatiebeheer 8,4
Capaciteit op jaarbasis 12 768
Input en verrijking van gerechtelijke en bestuurlijke informatie in diverse databanken (ANG, BEPAD, wapenregister) en beheer van de toegangen tot deze registers.
d.
in het kader van de bewakingswet, de detectivewet en hun uitvoeringsbesluiten of de regelgeving inzake private veiligheid
De minister van Binnenlandse Zaken heeft op 4 november 2002 een dwingende richtlijn MFO-4 uitgevaardigd betreffende de federale opdrachten van beveiliging, toezicht en controle door de politiediensten in het kader van de regelgeving inzake private veiligheid. De PZ Vlas ondervindt geen moeilijkheden met de uitvoering van de federale opdrachten bevolen in deze richtlijn. e.
inzake de bijzondere bescherming van personen en (on)roerende goederen
De minister van Binnenlandse Zaken heeft op 23 december 2002 een dwingende richtlijn MFO-5 uitgevaardigd betreffende de opdrachten van federale aard uit te oefenen door de lokale politie, wat betreft de opdrachten van bijzondere bescherming van personen en roerende en onroerende goederen. De PZ Vlas organiseert zich derwijze dat ze de opdrachten die haar toegewezen worden in het kader van die richtlijn kan uitvoeren. Bijzondere plaatsen zijn het filiaal van de nationale bank van België en het Radio 2-gebouw. f.
inzake de regeling van de taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de integratie tussen de lokale en de federale politie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie
De minister van Justitie heeft op 20 februari 2002 een dwingende richtlijn uitgevaardigd inzake de regeling van de taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de integratie tussen de lokale en de federale politie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie. Deze richtlijn werd door het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep verspreid door middel van omzendbrief nr. COL 2/2002 van 7 maart 2002. De PZ Vlas organiseert zich derwijze dat ze de opdrachten die haar toegewezen worden - volgens het specialiteits- en subsidiariteitsbeginsel waarop de organisatie van de geïntegreerde politie gestoeld is en die beantwoorden aan bovenvermelde richtlijn – kan uitvoeren. De niet-gespecialiseerde ondersteuning door de federale politie wordt tot het minimum herleid. g.
inzake de werking van het arrondissementeel informatiekruispunt
De minister van Justitie en de minister Binnenlandse Zaken hebben op 03 januari 2003 een gezamenlijke dwingende richtlijn MFO-6 uitgevaardigd betreffende de werking en organisatie van de arrondissementele informatiekruispunten. De concrete toepassingsmodaliteiten van deze richtlijn zijn nader omschreven in het arrondissementeel protocolakkoord. De automatische informatietransfer tussen de PZ Vlas en het arrondissementeel informatiekruispunt Kortrijk (AIK. Kortrijk) is verzekerd. De PZ Vlas voorziet in de nodige capaciteit voor het vervullen van haar verplichtingen inzake de afvaardiging van de lokale politie in het AIK. Kortrijk.
22 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
Afvaardiging van de PZ Vlas in het arrondissementeel informatiekruisopunt volgens de m.o. MFO 6
Datum registratie
1 november 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm
Capaciteit op jaarbasis
Detachering naar het AIK Kortrijk 2
3 040
Detachering van 1 commissaris en 1 hoofdinspecteur.
h.
inzake de werking van het communicatie- en informatiecentrum (CIC)
De lokale politie Vlas voorziet in de nodige capaciteit voor het vervullen van haar verplichtingen inzake de afvaardiging van de lokale politie in het CIC West Vlaanderen. Er is één lid van het middenkader naar het CIC West-Vlaanderen gedetacheerd. Afvaardiging van de PZ Vlas in het Communicatie en Informatie Centrum West-Vlaanderen
Datum registratie
1 januari 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,95
245,1
Organisatievorm Detachering naar het CIC West-Vlaanderen
Capaciteit op jaarbasis (2012)
1
1 520
Detachering van 1 hoofdinspecteur
II. 6.3. bijdrage aan de uitvoering van het nationaal veiligheidsplan 2008-2011 Bij het opstellen van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 van de lokale politie Vlas werd rekening gehouden het nationaal veiligheidsplan 2008-2011. Zulks werd uitdrukkelijk onderkend bij de goedkeuring van het plan door de hogere overheden. Ze formuleerden bij de goedkeuring van het vorig zonaal veiligheidsplan volgende opmerkingen: Naar het politiebeleid toe, wordt in het zonaal veiligheidsplan de keuze van de fenomenen toegelicht. De gekozen beleidslijnen in het zonaal veiligheidsplan zijn afgestemd op het nationaal veiligheidsplan en worden maatschappelijk gedragen. De beleidslijnen worden voldoende gemotiveerd en gecontextualiseerd. Er wordt ook een motivatie 26 opgenomen met betrekking tot het niet kiezen voor bepaalde fenomenen uit het nationaal veiligheidsplan. .
Het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 legde volgende prioriteiten vast: inbraak in gebouwen; diefstal uit voertuigen; gewelddadige diefstal en afpersing; (brom)fietsdiefstal; drugdealen; verkeersongevallen met lichamelijk letsel; overlast in de publieke ruimte; begeleiding van het uitgaansleven. Voor de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 werden jaarlijkse actieplannen opgesteld. Hun uitvoering werd in de zonale Veiligheidsraad meegedeeld en besproken aan de hand van jaarlijkse rapporten. De PZ Vlas verleende steeds haar medewerking aan de uitvoering van projecten en gecoördineerde acties opgezet door het intermediair niveau. Meer zelfs, de PZ Vlas was de gangmaker bij het opzetten van de Villa-Daily-acties, kleinschalige maar dagelijkse dispositieven tegen grenscriminaliteit en rondtrekkende dadergroepen. 26
Uit het schrijven dd. 3 december 2008 van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie waarmee het zonaal veiligheidsplan 2009-2012 van de PZ Vlas een goedkeuring met opmerkingen kreeg.
23 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 6.4. opdrachten ten voordele van derden In afwachting van een, in ministerraad overlegd, K.B. waarbij de voorwaarden en de nadere regels vastgelegd worden waarbij de politieraad een reglement kan vaststellen betreffende de inning van een vergoeding voor opdrachten van bestuurlijke politie, uitgevoerd door de lokale politie blijft het K.B. van 14 september 1997 juridisch van kracht. Kosten werden evenwel nog nooit verhaald op derden. Beheer van de voetbalwedstrijden K.V. Kortrijk
Datum registratie
1 januari 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,4
245,1
Organisatievorm Voetbalcel
Inzet ordehandhaving
1
2 510
Capaciteit op jaarbasis (2012) 4 030
Het beheer van de voetbalwedstrijden K.V. Kortrijk wordt geleid door 1 commissaris.
Beheer van de wegwedstrijden op het grondgebied PZ Vlas
Datum registratie
1 januari 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,4
245,1
Organisatievorm Verkeersdienst Lokale politieposten
Inzet ordehandhaving
?
2 072
Capaciteit op jaarbasis (2012) 2 072
Het beheer van de wegwedstrijden wordt voorbereid binnen de directie Verkeer en mobiliteit - Verkeersdienst en in de Lokale Politieposten Kuurne en Lendelede. De capaciteit dat zulks vergt is onbekend, de inzet op de wedstrijden werd wel berekend.
Beheer van de grote evenementen op het grondgebied PZ Vlas Organisatievorm Datum registratie
1 januari 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,4
245,1
Directie Operaties Dir. Verkeer en mobiliteit Lokale politieposten
Inzet ordehandhaving
?
1 892
Capaciteit op jaarbasis (2012)
1 892
Het beheer van de grote evenementen wordt voorbereid binnen de directie Operaties, de directie Verkeer en mobiliteit en in de Lokale Politieposten Kuurne en Lendelede. De capaciteit dat zulks vergt is onbekend, de inzet op de wedstrijden werd wel berekend.
Beheer van de grote fuiven op het grondgebied PZ Vlas
Datum registratie
1 januari 2013
Globaal effectief (VTE)
Effectief CorOps (VTE)
296,4
245,1
Organisatievorm Directie Operaties Lokale politieposten
Inzet ordehandhaving
?
1 034
Capaciteit op jaarbasis (2012) 1 034
Het beheer van de grote fuiven wordt voorbereid binnen de directie Operaties en in de Lokale Politieposten Kuurne en Lendelede. De capaciteit dat zulks vergt is onbekend, de inzet op de wedstrijden werd wel berekend.
II. 6.5. de interne werking a.
management van medewerkers
In het najaar van 2012 werd het management van medewerkers onderzocht door de Algemene inspectie 27 van de federale politie en van de lokale politie. Volgende items werden beoordeeld: het HR-beleid met als doel de juiste persoon op de juiste plaats voor de uitvoering van een het gepast takenpakket; een vormingsbeleid met aandacht voor de ontwikkeling, het onderhoud en een permanente aanvulling van de competenties van de medewerker; de opvang van nieuwe medewerkers voor een snelle integratie; het welzijn van het personeel.
24 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
Het auditrapport formuleert tal van goede werkingspunten. In de algemene personeelsbevraging halen de modules “2 Personeelsmanagement” en “7 Tevredenheid personeel” respectievelijk een score van 69,43 en 69,27 op 100. Het verbeter- en actieplan 2013-14 bevat een programma en een aantal projecten en acties in het organisatiegebied “management van medewerkers”, zie punt $ III.4.2. 27
Verslag van de audit van de PZ Vlas door de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, jan 2013, p. 35 e.v.
b.
management van middelen
De ministeriële omzendbrief CP2 stelt: Een gezond financieel beleid voor alle lokale politiekorpsen is een basisvoorwaarde voor een goede organisatieontwikkeling. Ook binnen dit domein staan enkele verwezenlijkingen op stapel: de ontwikkeling van een nieuw concept (analytische) politieboekhouding en van een reeks toepassingen die het financieel beheer in de zones dienen te vergemakkelijken; 28 een financiële beheerscyclus die duidelijk afgestemd is op de politiebeleidcyclus. .
Dit voornemen is dode letter gebleven, terwijl ondertussen de beheer- en beleidscyclus (BBC) in de Vlaamse lokale besturen wel op algemene wijze ingevoerd werd. Dit bemoeilijkt het op elkaar afstemmen. $* Rekening 2012 Ook het management van middelen werd onderzocht door de Algemene inspectie van de federale politie 29 en van de lokale politie. Volgende items werden beoordeeld: het logistiek beheer van de korpsleiding, als een goede huisvader, teneinde bij te dragen tot een optimale operationele werking, planmatig, uitgaande van een behoefteanalyse en volgens de procedures voor aanschaf, verdeling, gebruik, herstel of vervanging en afschrijving; de infrastructuur als ondersteuning van de operationele werking en de zorg voor veilige en comfortabele werkomstandigheden. Volgens het auditrapport is de beschikbaarheid, de kwaliteit, de kwantiteit en de diversiteit van de middelen een bijzonder sterk punt in de politiezone. In de algemene personeelsbevraging haalt de module “5 Infrastructuur en middelen” een score van 64,06 op 100. Het verbeter- en actieplan 2013-14 bevat ook een programma en een aantal projecten en acties in het organisatiegebied “management van middelen”, zie punt $ III.4.3. 28
CP2. Verslag van de audit van de PZ Vlas door de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, jan 2013, p. 39 e.v. 29
c.
management van processen
De PZ Vlas voert organisatiebeheersing geleidelijk in. Ze doet dit op twee wijzen. In haar operationele werking door bij de beschrijving van haar primaire processen na te gaan welke risico’s verbonden zijn aan elke processtap. In haar andere beheersdomeinen door zelfevaluatie en interne audit aan de hand van een leidraad gebaseerd op deze die de Vlaamse overheid opstelde voor de lokale besturen.
25 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
II. 7.
samenwerking
II.7.1.
interzonale, bovenlokale en internationale politiesamenwerking
a.
protocollen en samenwerkingsakkoorden
30
11 december 2003 – Arrondissementeel protocolakkoord inzake de concrete toepassingsmodaliteiten van de ministeriële richtlijn MFO-6 betreffende de werking en organisatie van de arrondissementele informatiekruispunten (AIK) tussen de procureur des Konings, de voorzitters van de politiecolleges, de korpschefs van de lokale politie, de directeur-coördinator en de gerechtelijke directeur van de federale politie; 27 november 2007 – Overeenkomst tussen de politiezone Vlas en de federale politie (DGS/DSW) inzake de steun van het stressteam; datum onbekend – Protocolakkoord tussen de politiezone Vlas, de omliggende politiezones van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk, de federale gerechtelijke politie Kortrijk en de administratie Douane en Accijnzen inzake de terbeschikkingstelling van het cellencomplex van de politiezone Vlas; datum onbekend – Protocolakkoord tussen de politiezone Vlas en de federale politie (DGS) inzake logistieke steun; datum onbekend – Protocol betreffende de wederzijdse uitwisseling van informatie inzake onderzoeken, klachten en aangiften tegen personeelsleden van de politie, alsook inzake de samenwerking en het overleg tussen het comité P en de lokale politiediensten. 30 mei 2008 – Protocolakkoord betreffende de taakverdeling tussen de lokale politie Vlas en de federale politie Kortrijk (FGP) in het raam van de uitvoering van gerechtelijke opdrachten; 2008 – Protocolakkoord betreffende de samenwerking tussen de lokale politie en de federale politie van het arrondissement Kortrijk in het raam van de oprichting van een taskforce; 2008 – Samenwerkingsprotocol 'Intrafamiliaal geweld' Gerechtelijk arrondissement Kortrijk; 2011 – Protocol inzake de samenwerking tussen de lokale politiediensten van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk en de WPR op vlak van vaststellingen van feiten met betrokkenheid van eigen personeel; b.
netwerken Arrondissementeel netwerk voor preventieadviseurs Arrondissementeel netwerk voor procesbegeleiders en beleidsmedewerkers; Arrondissementeel overleg procureur des Konings, korpschefs en federale politie; Arrondissementeel rechercheoverleg; Netwerk voor de strategisch analisten van de lokale politie; Provinciaal netwerk voor personeelsverantwoordelijken; Provinciaal netwerk voor procesbegeleiders en beleidsmedewerkers; Provinciaal netwerk voor verkeerscoördinatoren; Provinciaal overleg korpschefs.
II.7.2
protocollen of samenwerkingsakkoorden met niet-politionele partners en derden
a.
protocollen en samenwerkingsakkoorden
1 februari 2002 - Lokaal charter van het buurtinformatienetwerk Kortrijk tussen het buurtinformatienetwerk Kortrijk, de lokale overheid en de politiezone Vlas; 19 februari 2002 – Lokaal charter van het buurtinformatienetwerk Lendelede tussen het buurtinformatienetwerk Lendelede, de lokale overheid en de politiezone Vlas; 12 juli 2002 – Samenwerkingsakkoord tussen de politiezone Vlas en de GIS-cellen van de stad Kortrijk en gemeenten Kuurne en Lendelede voor de uitwisseling van de basiskaarten, digitaal kaartmateriaal en bevolkingsgegevens; 1 september 2003 – Samenwerkingsprotocol tussen, de gerechtelijke overheid, de lokale politiediensten de federale politie en de banksector, De Post en de distributieondernemingen, mogelijke slachtoffers van diefstallen gewapenderhand; 21 december 2006 – Protocol tussen de politiezone Vlas en de takelbedrijven voor de regeling van de modaliteiten en de tarieven; 8 januari 2007 – Provinciaal samenwerkingsakkoord tussen De Lijn en de politiediensten van WestVlaanderen betreffende het project “Veilig op weg” in het openbaar vervoer; 1 februari 2007 – Veiligheidsprotocol voor het gerechtelijk arrondissement in uitvoering van de ministeriële omzendbrief PLP 41 tot versterking en/of bijsturing van het lokaal veiligheidsbeleid en de
26 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
specifieke aanpak van de jeugdcriminaliteit, met in het bijzonder een aanspreekpunt voor de scholen (B.S. 24 juli 2006); 24 september 2007 – Addendum aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de politiezone Vlas en de gemeente Kuurne voor het werkjaar 2006-2007; 4 oktober 2007 – Scholenovereenkomsten 2007-2008 “Veilig en milieuvriendelijk naar school voor een duurzaam veilige schoolomgeving” tussen de politiezone Vlas, de stad Kortrijk en de directies en oudercomités van het kleuter-, lager, middelbaar en hoger onderwijs; 14 januari 2008 – Samenwerkingsovereenkomst inzake doorstroming en integratie van leerwerknemers naar de reguliere arbeidsmarkt tussen politiezone Vlas en OCMW Kortrijk; 26 mei 2008 (jaarlijks te herzien) – Samenwerkingsovereenkomst tussen de politiezone Vlas en de stad Kortrijk voor het werkjaar 2008; 26 mei 2008 (tweejaarlijks te herzien) - Samenwerkingsovereenkomst tussen de politiezone Vlas en de gemeente Kuurne voor het werkjaar 2008-2009; 2008 – Pilootproject samenwerking justitie-welzijn voor jongeren met persisterende drugproblematiek; 11 juni 2012 - Lokaal charter van het buurtinformatienetwerk Kortrijk tussen het buurtinformatienetwerk Kuurne, de lokale overheid en de politiezone Vlas; 2012 – Samenwerkingsprotocol tussen parket Kortrijk, lokale politie van het arrondissement Kortrijk en de ziekenhuizen AZ Groeninge, H.Hartziekenhuis Roeselare-Menen, OLV Lourdes ziekenhuis Waregem, St.-Jozefskliniek Izegem, Stedelijk ziekenhuis Roeselare, H. Familie Kortrijk, OLV van Vrede Menen) inzake de bloedafname op bevel van parket, de collocatie of gedwongen opname, de set seksuele agressie, de slecht-nieuws-melding, de onrustwekkende verdwijningen en de ziekenhuiscriminaliteit Datum onbekend – Samenwerkingovereenkomst tussen de politiezone Vlas, het CLB Groeninge en het CLB Mandel en Leie voor de trapsgewijze aanpak van spijbelproblematiek.
b.
netwerken
Aarrondissementele raad voor kindermishandeling; Arrondissementele raad voor het slachtofferbeleid; Cohesie, overlegplatform voor de herstelgerechtelijke en constructieve afhandeling van als misdrijf omschreven feiten gepleegd door minderjarigen en de maatschappelijke bijstand van die minderjarigen, de slachtoffers en hun omgeving; onsultatieve preventieraad Kortrijk; Drug Overleg Kortrijk om door samenwerking en overleg bestaande drugproblemen aan te pakken, oorzaken te verminderen en de evolutie op te volgen; Gemeentelijke veiligheidsoverleg in kader van de nood – en interventieplanning (veiligheidscel) in Kortrijk, Kuurne en Lendelede; Gemeentelijke verkeerscommissies in Kortrijk, Kuurne en Lendelede; Hergo, herstelgericht groepsoverleg i.s.m. Cohesie; Netwerk contactpersonen voor technopreventie; Netwerk opvoedingsondersteuning als antwoord op relationele opvoedingsvragen en –problemen; Netwerk ter bevordering van de gebiedsgerichte samenwerking tussen de gebiedswerkers van de stad Kortrijk en de wijkinspecteurs van de politiezone Vlas; PolNet SPV, netwerk van contactpersonen bij de lokale politie voor aangelegenheden van private veiligheid; Provinciale Commissie voor Criminaliteitspreventie met vertegenwoordiging in de werkgroep Ziekenhuiscriminaliteit en de werkgroep Winkelveiligheid; PSH, het psychosociaal hulpverleningsnetwerk voor de opvang en registratie van slachtoffers bij noodsituaties, onheil en rampen; Regionaal Crisisnetwerk Kortrijk om door samenwerking de opvang van personen in psychosociale nood buiten de kantooruren te garanderen. 30
De data verwijzen naar de laatste versie van de protocollen of samenwerkingsakkoorden. Mogelijks werd de samenwerking al eerder opgestart.
27 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
HOOFDSTUK III DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 2014-2017 Hoofdstuk III definieert het strategisch beleid van de PZ Vlas voor de periode 2014-201. Dit beleid wordt op 3 sporen uitgetekend. De keuzes worden geduid door middel van een argumentatiematrix.
III.1.
de vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen
In het zonaal veiligheidsplan 2005-2008 lag de focus vooral op 12 prioriteiten in het domein van (verkeers)onveiligheid en overlast In het zonaal veiligheidsplan 2009-2012(13) werd het strategisch beleid voor het eerst op drie sporen uitgewerkt: de reguliere werking de sturende en ondersteunende processen de prioriteiten. Alhoewel vooral spoor 3 – de prioriteiten – in diverse actieplannen werd uitgewerkt en vervolgens opgevolgd, wordt de voorstelling van het strategisch beleid op drie sporen behouden. Immers de reguliere werking, op spoor 1, is nog altijd bepalend en ook in die functionaliteiten worden doelstellingen geformuleerd. De acht prioriteiten van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012(13) werden uitgevoerd aan de hand van, actieplannen waarin tactische en operationele doelstellingen en indicatoren vastgelegd werden. Het al dan niet halen van die doelstellingen werd systematisch geëvalueerd. De feiten en cijfers werden gerapporteerd aan de zonale veiligheidsraad en de politieraad. 31 Het verslag van de audit door de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie formuleerde als aangrijpingspunt dat het zonaal veiligheidsplan 2009-2012(13) (te) veel prioriteiten bevat. Er werden ook geen verantwoordelijke voor elke prioriteit aangeduid.32
Het aantal prioriteiten wordt dus beperkt. Prioriteiten van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012(13) die niet langer weerhouden worden zijn: diefstal uit voertuigen – het aantal diefstallen uit voertuigen is afgenomen. Dit neemt niet weg dat het toezicht op hotspots kan verscherpt worden indien het fenomeen opnieuw de kop op steekt. De PZ Vlas blijft samenwerken met het Preventieteam van de stad Kortrijk bij de sensibiliseren van personen die zichtbaar hun spullen achterlaten in voertuigen; (brom)fietsdiefstal – idem. De PZ Vlas blijft via het team Criminaliteitspreventie en de wijkinspecteurs, labels uitreiken voor het merken van fietsen. Voorts blijft de PZ Vlas samenwerken met het Preventieteam van de stad Kortrijk door tijdens acties het rechtmatig bezit van de fiets te controleren. overlast in de publieke ruimte – Het begrip kan zo divers ingevuld worden dat het fenomeen bezwaarlijk projectmatig kan aangepakt worden door een langdurig actieplan uit ter schrijven. Dit betekent niet dat de PZ Vlas de overlast niet zal aanpakken. In plaats van een strak plan zal de PZ Vlas zal veeleer in samenwerking met de diverse actoren op het terrein (preventieteam, gebiedswerking, straathoekwerk,…) flexibel inspelen op de diverse vormen van overlast en op die plaatsen die haar gemeld worden: ad hoc en ad rem. Voor elke prioriteit wordt een verantwoordelijke aangeduid. De korpsleiding blijft verantwoordelijk voor de opvolging van het geheel. 31
Ter illustratie wordt het evaluatierapport “Feiten en Cijfers”, de uitvoering van de actieplannen 2012 doorgelicht” als bijlage gevoegd. 32 Verslag van de audit van de PZ Vlas door de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, jan 2013, p. 39 e.v.
28 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.2.
synthese van de argumentatie
III.2.1. spoor 1 – de reguliere werking
III.2.2. spoor 2 – de sturing en ondersteuning
III.2.3. spoor 3 – de prioriteiten
29 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.2.4. de strategische kaart De strategische kaart visualiseert het 3-sporenbeleid van de PZ Vlas: MISSIE Herkenbare bijdrage tot de veiligheid en leefbaarheid in de PZ Vlas
VISIE Gemeenschapsgerichte basispolitiezorg (GGBPZ) Informatiegestuurde politie (IGP) Professioneel en correct optreden en kwaliteitsvolle dienstverlening Beschikbaarheid – Zichtbaarheid – Bereikbaarheid Vlotte samenwerking en informatie-uitwisseling met interne en externe partners
STRATEGIE Spoor 1
Spoor 2
Spoor 3
Reguliere werking
Sturing en ondersteuning
Prioriteiten
Interventie
Informatiebeheer
Woninginbraak
Onthaal
Management van medewerkers
Gewelddadige diefstal en afpersing
Recherche
Welzijn op het werk
Drugdealen
Wijkwerking
Management van middelen
Verkeersongevallen met lichamelijk letsel
Politionele slachtofferzorg
Communicatie
Begeleiding van het uitgaansleven
Verkeer Beheer van gebeurtenissen Patrouille en toezicht Criminaliteitspreventie Flexibele respons
30 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.
strategische doelstellingen 2014-2017 inzake de reguliere werking van de PZ Vlas (spoor 1)
III.3.1. interventie a.
kader
Terecht verwacht men meer dan ooit dat “als het er echt om gaat”, de politie er staat en haar uiterste best doet. Het uitgangspunt is een permanente paraatheid in het werkveld van de orde- en rechtshandhaving en in de hulp- en bijstandsverlening. Dit vereist een organisatie die de competenties ter beschikking heeft om ook het onverwachte effectief te kunnen managen. b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas verzekert permanent bij elke (nood)oproep voor een politionele interventie, een tijdige en competente reactie, met een passende opvolging. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen).
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: het plannen en inzetten van de interventieploegen aan te passen aan de interventievraag; het dispatchen van interventieploegen aan de hand van een operationeel interventieplan (project 11 van het VAP 2013-14); de interventieploegen permanent te omkaderen door een leidinggevende in de dispatching (de teamcoördinator) en een leidinggevende op het terrein (de operationeel coördinator); het interventiegebeuren te ondersteunen door een verhoogde bevoegdheid/expertise/capaciteit permanent beschikbaar te houden in een systeem van bereik- en terugroepbaarheid (OBP/recherche/tares); de wachttijd bij (dringende) interventies zo kort mogelijk te houden de vaststellingen vast te leggen in kwaliteitsvolle processen-verbaal; de vooropgestelde doorlooptijden van de aanvankelijke processen-verbaal na te streven; een gedegen opvolging van het politioneel onderzoek met, indien aangewezen, overname door gespecialiseerde diensten/medewerkers; indien aangewezen, een informatieverstrekking aan de betrokkenen bij het afsluiten van het politioneel onderzoek. d.
indicatoren Interventie Indicatoren
Streefwaarde
Planning interventieploegen (# interventies / # geplande interventieploegen)
gemiddeld 4 à 5 interventies per ploeg en per dagdeel
Werklast opvolging interventies (# gerelateerde aanv. processen-verbaal / # interventies)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Interne inzet verhoogde bevoegdheid/expertise (# tussenkomsten, OBP, BT REC … / # interventies)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Externe inzet verhoogde bevoegdheid/expertise (# tussenkomsten FGP-Labo … / # interventies)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Wachttijd absoluut dringende interventies (prioriteit 1)
80 % ≤ 10 minuten
Wachttijd dringende interventies (prioriteit 2)
90 % ≤ 15 minuten
Wachttijd niet-dringende interventies (prioriteit 3)
90 % ≤ 20 minuten
Doorlooptijden aanvankelijke processen-verbaal – categorie EVP en DBP.
95 % kleiner dan 1 maand
Doorlooptijden aanvankelijke processen-verbaal – categorie APO.
95 % kleiner dan 3 maand
31 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.2. onthaal a.
kader
Een correct en kwaliteitsvol onthaal slaat de brug tussen burger en politie. Het onthaal bij de lokale politie Vlas steunt op laagdrempeligheid en een correcte, vlotte en kwalitatieve bediening. Dit is sowieso een evidentie bij ernstig slachtofferschap. Maar de bevolking verlangt meer van de politie. Ze verlangt altijd serieus te worden genomen, ook in die situaties of gevallen waarbij de politie aangesproken wordt terwijl die niet de echte “probleemeigenaar” is. Een ondermaatse reactie of het koudweg afwijzen heeft onvermijdelijk zijn repercussies, ogenblikkelijk op de tevredenheid over het contact en op lange termijn op het vertrouwen in de politie. b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas verzekert permanent een laagdrempelig en competent (zonaal) onthaal, met een passende opvolging. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: een permanent zonaal onthaal te verzekeren op het politiecommissariaat Centrum met een gescheiden persoonlijk of telefonisch onthaal tijdens de piekuren; een fijnmazig onthaal te verzekeren, met ruime openingsuren, in drie de politieposten (afgestemd op deze van de gemeenten) en met mogelijkheid voor contact in de wijkburelen of contactpunten (deelgemeenten); een correcte informatieverstrekking en een gepaste interne of externe doorverwijzing; het onthaalgebeuren te ondersteunen door verhoogde bevoegdheid/expertise permanent beschikbaar te houden in een systeem van bereik- en terugroepbaarheid; de wachttijd bij de aangifte zo kort mogelijk te houden; de vaststellingen vast te leggen in kwaliteitsvolle processen-verbaal; de vooropgestelde doorlooptijden van de aanvankelijke processen-verbaal na te streven; een gedegen opvolging van het politioneel onderzoek met, indien aangewezen, overname door gespecialiseerde diensten/medewerkers; indien aangewezen, een informatieverstrekking aan de betrokkenen bij het afsluiten van het politioneel onderzoek. d.
indicatoren Onthaal Indicatoren
Streefwaarde
Permanentie zonaal onthaal
100 %
Werklast opvolging onthaal (# gerelateerde aanv. processen-verbaal / uur)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Interne inzet verhoogde bevoegdheid/expertise (# tussenkomsten OBP, BT REC … / # )
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Externe inzet verhoogde bevoegdheid/expertise (# tussenkomsten FGP-Labo … / # interventies)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Wachttijd onthaal
Voorlopig niet te meten
Doorlooptijden aanvankelijke processen-verbaal – categorie EVPV en DBP.
95 % kleiner dan 1 maand
Doorlooptijden aanvankelijke processen-verbaal – categorie APO.
95 % kleiner dan 3 maand
32 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.3. recherche a. kader Rechercheren, gedefinieerd als het (pro)actief opsporen van misdrijven en daders en het verzamelen van de bewijzen van schuld of onschuld, ambtshalve of in opdracht van de gerechtelijke overheid is - binnen zijn bevoegdheid - een kerntaak van elke politieambtenaar. Het politioneel onderzoek kan echter omwille van vereisten of omstandigheden aan de gespecialiseerde medewerkers (rechercheurs, politieassistenten …) overgedragen worden of kan door de coördinator gerechtelijke opdrachten geëvoceerd en aan de rechercheurs toebedeeld worden. b. strategische doelstelling De lokale politie Vlas spoort misdrijven (pro)actief op. Het politioneel onderzoek naar misdrijven, de daders en de verbandhoudende bewijslast wordt geleid door richtlijnen van de gerechtelijke overheid, rekening houdende met de strategische doelstellingen, o.a. de prioriteiten, van onderhavig zonaal veiligheidsplan. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: een gedegen opvolging van elk politioneel onderzoek door een OGP (officier van gerechtelijke politie – hulpofficier van de procureur des Konings) volgens de richtlijnen verstrekt door het openbaar ministerie; het onderzoek dat buiten het werkveld van andere directies valt, toe te bedelen aan de directie Lokale Recherche. Criteria zijn de ernst, omvang of repetitief karakter van de feiten, het in te zetten personeel (capaciteit), de werkintensiteit, de vereiste expertise en de inzet van gespecialiseerde of bijzondere middelen; het onderzoek van criminele fenomenen dat n.a.v. een interventie of aangifte opgestart wordt maar dat buiten het werkveld van de lokale politie ligt, wordt op geijkte wijze in de eerste fase overgedragen aan de federale gerechtelijke politie; het onderzoek van zoneoverschrijdende fenomenen in het arrondissement wordt gevoerd i.s.m. andere politiezones en of de federale gerechtelijke politie; in samenspraak met de gerechtelijke overheden de complexe onderzoeken uit te voeren volgens een afgesproken onderzoeksplan. (case management) d. indicatoren Recherche Indicatoren
Streefwaarde
Gerechtelijk onderzoek door de directie Lokale Recherche (# uren ger. ond. / # uren totale capaciteit)
80 %
# Gerechtelijke onderzoeken directie Lokale Recherche
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Overname onderzoek door directie Lokale Recherche (# gerechtelijke feiten / # onderzoeken dir. REC)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Overname onderzoek door de federale gerechtelijke politie (# gerechtelijke feiten / # onderzoeken FGP)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Ophelderingspercentage
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
33 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.4. wijkwerking a.
kader
De lokale politie Vlas wil een korps zijn dat dicht bij de burger staat, letterlijk maar ook mentaal. De wijkinspecteur is het nauwst verbonden met de mensen die op zijn wijk wonen, werken … kortom leven. Organisatorisch is de directie wijkwerking de meest vooruitgeschoven post van de lokale politie Vlas. Alhoewel de wijkwerking een speerpunt is van de gemeenschapsgerichte basispolitiezorg, mag het niet met dit concept vereenzelvigd worden. Het laatste is veel breder van opzet, is geen specialisme maar strekt zich korpsbreed uit. b.
strategische doelstelling
De functie wijkwerking waarborgt een fijnmazige, duidelijk zichtbare aanwezigheid die gepaard gaat met een laagdrempelige aanspreekbaarheid. Door gebiedsgebonden te werken levert de lokale politie Vlas beter maatwerk, weet ze wie de probleemmakers zijn en wie kan bijdragen tot de oplossing. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: een voldoende bezetting van de directie wijkwerking, streefdoel is gemiddeld 1 wijkinspecteur per 4.000 inwoners; een soepele, op maat van de wijk gesneden, dienstregeling voor de wijkinspecteur; de wijkinspecteur zo veel als mogelijk in te zetten voor wijkgerichte activiteiten; meldingen en uitgestelde interventies tijdig te behandelen; nieuwe bewoners op de wijk tijdig te bezoeken; een adequate informatiegaring en -doorstroming door het opstellen van processen-verbaal, informatierapporten (RIR) of meldingen. d.
indicatoren Wijkwerking Indicatoren
Streefwaarde
# Wijkinspecteurs
Gemiddeld 1 per 4.000 inwoners
Aanwezigheid van de wijkinspecteur op de wijk (# uren wijkgerichte activiteiten / # uren arbeidstijd)
50 %
Bezoek nieuwe wijkbewoners
100 % binnen 10 dagen
Behandeling meldingen en uitgestelde interventies
100 % binnen 10 dagen
Bekendheid van de wijkinspecteur
65 % van de ondervraagden
34 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.5. politionele slachtofferzorg a.
kader
Slachtofferzorg maakt integraal deel uit van de gemeenschapsgerichte basispolitiezorg. Het verlenen van hulp en bijstand, inzonderheid aan slachtoffers van misdrijven behoort tot de kerntaken van de eerstelijns politie. b.
strategische doelstelling
Elk lid van het operationeel kader is in staat de opvang te verzorgen en op passende wijze emotionele ondersteuning te bieden. Voor de bejegening bij zeer ernstig slachtofferschap of emotionele crisissituaties staat er permanent trapsgewijze (intern - extern) gespecialiseerde hulp en bijstand ter beschikking. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: het uitvaardigen van interne instructies en zonodig het organiseren van interne opleiding inzake de politionele slachtofferbejegening (GPI 58, sociale kaart, …); het hercontacteren van slachtoffers van bepaalde misdrijven door de wijkinspecteur of de dienst Politionele Slachtofferzorg sociale dienst, tenzij tegenargument; de beschikbaarheid van 2 gespecialiseerde medewerkers in de sociale dienst Politionele Slachtofferzorg bij zeer ernstig slachtofferschap of emotionele crisissituaties; een Politioneel SlachtofferzorgTeam (PST), een team van beter opgeleide medewerkers dat permanent bereikbaar en terugroepbaar is bij zeer ernstig slachtofferschap of emotionele crisissituaties; een PsychoSociaal Hulpverleningsnetwerk (PSH), een samenwerkingsverband van diensten uit de politionele, de openbare en de private hulpverlening dat permanent bereikbaar en oproepbaar is voor de eerste opvang van gewonde en niet-gewonde slachtoffers bij een rampgebeuren; extern partnerschap in de nazorg door het onderhouden van nauw contact (cliëntgericht overleg) met de gespecialiseerde diensten en het uitwerken en naleven van de procedures van verwittiging en doorverwijzing; het onderhouden van netwerken van gespecialiseerde medewerkers zoals het welzijnsteam slachtofferzorg van het gerechtelijk arrondissement Kortrijk. d.
indicatoren Politionele slachtofferzorg Indicatoren
Streefwaarde
Bezetting Politioneel SlachtofferzorgTeam (PST) (# leden)
min. 12 – max. 16
Herbezoek door wijkinspecteur of de sociale dienst tenzij tegenaanwijzing
90 % binnen één maand
Interne opleiding politionele slachtofferzorg
elke operationele medewerker minimaal 2 uur per jaar,
Tussenkomsten dienst Politionele Slachtofferzorg (# tussenkomsten / # interventies)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Tussenkomsten Politioneel SlachtofferzorgTeam (PST) (# tussenkomsten / # interventies)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Tussenkomsten PsychoSociaal Hulpverleningsnetwerk (PSH) (# tussenkomsten / # interventies)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Intervisie met het Politioneel SlachtofferzorgTeam (PST) (# overlegmomenten/vergaderingen en opleiding)
Respectievelijk 5 en 1 per jaar
Samenwerking met gespecialiseerde diensten (# overlegmomenten en vergaderingen)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
35 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.6. beheer gebeurtenissen a.
kader
Openbare orde bestaat uit het drieluik openbare rust, veiligheid en gezondheid en is verbonden met de uitoefening van de individuele rechten en vrijheden, door de grondwet gewaarborgd. Gebeurtenissen zoals betogingen, wegblokkades, voetbal- en wielerwedstrijden, festiviteiten, e.d. grijpen in op de openbare orde. Dit geldt ook voor die gebeurtenissen die het conflict niet in zich dragen. Het handhaven van de openbare orde is het beheer van de gebeurtenis en de bescherming van personen, goederen en instellingen die erdoor in gevaar komen. Herstel van de openbare orde is het verloren evenwicht terug bereiken. b.
strategische doelstelling
De PZ Vlas beheert de gebeurtenissen op een wijze die strookt met de filosofie en principes van de gemeenschapsgerichte politiezorg en de informatiegestuurde politie. Het beheer en de bescherming van personen, goederen en instellingen zal plaatsgrijpen op basis van een risicoanalyse van het evenement. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: de nodige informatie inzake nakende gebeurtenissen te verzamelen; een risicoanalyse uit te voeren van elke gebeurtenis waarvan verwacht wordt dat mogelijks een impact heeft op de openbare rust, (verkeers)veiligheid of gezondheid; vanuit de risicoanalyse overleg te plegen met de organisatie van het evenement; vanuit de risicoanalyse de bestuurlijke overheid te adviseren; vanuit de risicoanalyse de middelen te bepalen, nodig om de gebeurtenis te beheren en de bescherming van personen, goederen en instellingen te verzekeren; zich tijdens de gebeurtenis neutraal op te stellen, door onderhandelingen te sturen en met deëscalerende technieken en tactieken de impact te verminderen; na afloop van de gebeurtenis, het beheer en de bescherming te evalueren; uit de evaluatie verbeteringsvoorstellen te putten. d.
indicatoren. Beheer van gebeurtenissen Indicatoren
Streefwaarde
Adviseren van de overheid (# adviezen / # aanvragen of kennisgeving evenement)
100 %
Informatie garing (# RAR / # aanvragen of kennisgeving evenement)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Inzet middelen (# manuren en de kost)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
36 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.7. verkeer 33 a.
kader
De zorg voor verkeersveiligheid en -leefbaarheid is een heel belangrijk segment van de basispolitiezorg. Daarbij staat de verkeershandhaving en het bevorderen van de mobiliteit voorop. b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas, in samenwerking met haar partners, verzekert de verkeershandhaving en bevordert de vlotheid van het verkeer. Het begrip verkeershandhaving wordt ruim ingevuld. (sensibilisatie, preventie, repressie en communicatie). c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: de beschikbare informatie te verzamelen en te analyseren; op basis van de analyse te communiceren en te adviseren inzake de verkeersonveiligheid, -leefbaarheid en mobiliteit; de beschikbare informatie uit te wisselen met de wegbeheerder (gemeenten en gewest) en met hen samen te werken; preventieve en educatieve campagnes (communicatie, waarschuwingacties en controles) te voeren inzake de belangrijkste factoren van letselongevallen en verstoring van de verkeersleefbaarheid; op basis van de analyse een gericht toezicht (thema, doelgroep, traject) op de naleving van de verkeerswetgeving; een actieve verkeersbegeleiding met aandacht voor problematiek, locatie en tijdstip; een evaluatie van de reguliere werking en projectmatige campagnes. d.
indicatoren Verkeer Indicatoren
Streefwaarde
Adviseren van de overheid en derden (# adviezen)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Verkeerspreventie en educatie (# mensuren)
1 500 mensuren
Communicatie (# communicaties)
minstens 1 per maand
Preventiecampagne en educatieve voordrachten/lessen (# campagnes, # direct aangesproken targets (controles))
40 activiteiten (voordrachten, lessen, …)
Gericht toezicht op naleving van de verkeerswetgeving (# mensuren)
minimum 6 000 mensuren
Verkeersdispositieven (# dispositieven - # mensuren)
minimum 70 dispositieven minimum 800 mensuren
Verkeersregeling en begeleiding (# mensuren)
minimum 5 800 mensuren
33
Het fenomeen “Verkeersongevallen met lichamelijk letsel” is een prioriteit in het zonaal veiligheidsplan 2014-2017. Onder de prioriteiten (spoor 3) worden bijkomende strategische doelstellingen en indicatoren geformuleerd.
37 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.8. patrouille en toezicht a.
kader
De lokale politie beweegt zich voortdurend in de publieke ruimte, is er quasi permanent aanwezig. Dit heeft als gevolg dat ze voortdurend geconfronteerd wordt met de kleine en grotere conflicten die zich in die ruimte afspelen. De wijze waarop men daarmee omgaat vereist een professionele ingesteldheid van elke medewerker. Hij beoordeelt de situatie en bepaalt in eerste instantie zelf, discretionair, welke reactie in de gegeven situatie het meest gepast is. Kunnen variëren in de handelswijze is een kenmerk van dit professionalisme. Dit patrouilleren en toezicht wordt meer en meer door vraag en informatie gestuurd. Doelgericht toezicht, patrouille daar waar nodig, verhoogt aanzienlijk de efficiëntie. ILP vergt echter tweerichtingsverkeer, informatie (feedback) moet ook van onderuit terug in de organisatie gebracht worden. b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas verzekert permanent een zichtbaar, actief, op informatie gebaseerd toezicht in de publieke ruimte. Tegenover normoverschrijdend gedrag wordt gepast opgetreden. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: continue informatie te verzamelen, te analyseren en te verspreiden inzake misdrijven en overlast (zie ook punt. 3.4.1. Informatiebeheer) 34; het plannen en inzetten van de surveillance- en toezichtploegen aan te passen aan de vastgestelde noden; de surveillance- en toezichtploegen permanent te omkaderen door een leidinggevende in de dispatching (teamcoördinator) en een leidinggevende voor bijstand op het terrein (operationeel coördinator); op gepaste wijze op te treden bij het vaststellen van misdrijven of wangedrag. d.
indicatoren Patrouille en toezicht Indicatoren
Streefwaarde
Informatiegestuurd toezicht (# toezichtpunten INFOPOP)
Geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Intensiteit toezicht door interventieploegen (# toezichten INFOPOP / # toezichtopdrachten INFOPOP)
60 % (min. 1 x toezicht per patrouille) 80 % (in totaliteit)
Activiteit toezicht door interventieploegen (# activiteiten INFOPOP / # toezichten INFOPOP)
Te bepalen na een nulmeting in 2009
34
Sedert november 2013 beschikt de PZ Vlas over een ANPR-voertuig. Daarmee kan een voertuig waarvan belangrijke informatie aan de nummerplaat gekoppeld werd gemakkelijk herkend worden.
38 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.9. criminaliteitspreventie a.
kader
Criminaliteitspreventie is bij uitstek een onderwerp waar veel actoren bij betrokken zijn. Het voorkomen van misdrijven is niet enkel de verantwoordelijkheid van de politie. Criminaliteit kent vele diepliggende oorzaken waar de politie geen vat op heeft. Niettemin dient de politie vanuit haar ervaring met misdrijven, de slachtoffers en de daders een belangrijke inbreng hebben. b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas wil een partner zijn in het voorkomen van misdrijven. Daarvoor richt zij zich tot het groot publiek, tot risicogroepen en op risicosituaties en hotspots. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: het organiseren van interne opleiding inzake de criminaliteitspreventie; een persoonlijk advies te verzekeren; via diverse kanalen, de burger te sensibiliseren over uiteenlopende onderwerpen; permanent een uitgebreide doch overzichtelijke informatie ter beschikking te stellen via de website; samenwerking met externe partners en deelname in netwerken. d.
indicatoren Patrouille en toezicht Indicatoren
Streefwaarde
Sensibiliseren - Persoonlijk advies (# bezoekers/maand)
minimum 10 per maand
Sensibiliseren – Onpersoonlijk advies (# contacten bvb. brieven)
minimum 20 per maand
Sensibiliseren – Groepen (# voordrachten - # aanwezigen)
12 per jaar
Sensibiliseren – Website (# hits op de pagina’s PRC)
1 bericht per maand
Sensibiliseren – Pers (# persberichten)
minimum 2 per maand
39 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.10. flexibele respons a.
kader
Criminaliteitspreventie is bij uitstek een onderwerp waar veel actoren bij betrokken zijn. Het voorkomen van misdrijven In het “samenleven” is veiligheid en leefbaarheid een heel belangrijk gegeven geworden. In het streven ernaar is de lokale politie een belangrijke schakel. Die samenleving verandert steeds sneller, waardoor de lokale politie voor meer en nieuwe uitdagingen staat. Als organisatie staat de politie voor keuzes, moet ze prioriteiten vastleggen. (spoor 3) Los van die prioriteiten moet ze ook gevolg kunnen geven aan plots opduikende fenomenen die een snelle respons vergen. b.
strategische doelstelling
De lokale politie organiseert zich derwijze dat ze in staat is om haar bijdrage in de veiligheidsketen bij plots opduikende fenomenen te leveren. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: plots opduikende of nieuw gemelde fenomenen te kaderen in omvang, plaats en tijd; een fenomeengerichte aanpak te formuleren in het operationeel coördinatieteam; in de directie Operaties een team te voorzien dat permanent kan ingezet worden; de uitvoering crossdirectioneel te organiseren waarbij alle directies vanuit hun expertise of draagkracht bijdragen; de aanpak en uitvoering te evalueren. d.
indicatoren Flexibele respons Indicatoren
Fenomeendetectie (# fenomenen waarop respons geformuleerd wordt) Capaciteit (# mensuren besteed aan de respons) Evaluatie (# fenomenen waarvan de respons opgeheven wordt)
Streefwaarde geen streefwaarde (infoverstrekkend)
10 000 manuren geen streefwaarde (infoverstrekkend)
40 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.4.
strategische doelstellingen 2014-2017 inzake de sturing en ondersteuning (spoor 2)
III.4.1. informatiebeheer a.
kader
Een politiekorps is een kennisintensieve organisatie die haar wettelijke opdrachten pas efficiënt en effectief kan uitvoeren als ze beschikt over voldoende en correcte informatie. De kwaliteit van haar informatiehuishouding is dan ook een kritieke succesfactor voor het sturen op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Door haar contact met de bevolking, door haar netwerking en doordat ze zich permanent in de publieke ruimte bevindt, verkeert de politie in een unieke positie voor het verzamelen van de relevante informatie. De uitdaging van het informatiebeheer ligt in het tijdig en adequaat inzamelen, verwerken, doorgeven en verspreiden. b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas, met inachtneming van de voorgeschreven regelgeving, verzamelt, verwerkt, analyseert en verspreidt informatie met als doel een meer en beter gerichte en daardoor kwaliteitsvollere dienstverlening. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: de relevante informatie via de daarvoor geschikte kanalen te verzamelen; de informatie tijdig en volledig in de algemene nationale gegevensbank in te brengen; de relevante informatie op de meest aangewezen wijze intern beschikbaar te stellen voor het gepast gebruik. 35 d.
indicatoren Informatiebeheer Indicatoren
Streefwaarde
Informatieoverdracht vanuit de diverse directies/diensten (# meldingen - # RIR’s - # RAR’s - # PV’s)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Input ANG – volledigheid
Beter dan gemiddelde PZ’s type B en Ger. Arro.
Input ANG – snelheid
Beter dan gemiddelde PZ’s type B en Ger. Arro.
Informatie output (# toezichtpunten - # aandachtvestigingen …)
Geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Informatie output – Briefing (# items - # maal op briefing getoond)
Geen streefwaarde (infoverstrekkend)
35
Relevante informatie wordt o.a. ter beschikking gesteld via de InfoCop-suite waardoor ze ook te raadplegen is op het terrein.
41 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.4.2. management van medewerkers a.
kader
Het management van de medewerkers van de lokale politie Vlas is onlosmakelijk verbonden met het strategisch management van het korps zelf. De personeelspraktijken zoals selectie bij aanwerving, vorming, training en opleiding, beoordeling … moeten zich richten op het adequaat inzetten van de medewerkers zodat ze effectief en efficiënt bijdragen aan het waarmaken van haar doelstellingen. b.
strategische doelstelling
De lokale polite Vlas wil een integraal human resources management uitvoeren, meer bepaald: een HRM dat aansluit bij de strategische doelstellingen van de lokale politie Vlas; een HRM waarbij de personeelspraktijken (aanwerving en selectie, VTO, beoordeling …) samenhangen; een HRM dat doorheen de organisatie loopt en waarvoor ook de directe leidinggevende (directeur/team- en dienstchef) medeverantwoordelijk is; een HRM waardoor de medewerkers zich betrokken voelen bij de organisatie. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: bij de aanwerving van medewerkers te selecteren in overeenstemming met de noden en doelstellingen van de organisatie; de organisatiedoelstellingen op concrete wijze door te vertalen tot op het niveau van de directies, diensten en medewerkers; het gewenst gedrag van de medewerker te concretiseren en te stimuleren; het presteren en functioneren van teams en medewerkers bespreekbaar te maken en te beoordelen;36 de medewerkers te vormen,op te leiden en te trainen in functie van de organisatiedoelstellingen. 37 d.
indicatoren Management van medewerkers Indicatoren
Streefwaarde
VTO (# uren VTO / # uren prestatie)
3%
Opvolging budget nachtwerk (# gepresteerde nachturen / # gebudgeteerde nachturen)
≤1
Opvolging budget weekendwerk (# gepresteerde WE-uren / # gebudgeteerde WE-uren)
≤1
Opvolging budget extraprestaties (# extra-prestaties / # gebudgeteerde extra-prestaties)
≤1
Bezetting van de directies/diensten (# leden / # leden volgens de personeelsverdeling)
Streefwaarde naargelang de directie/dienst (min. 90 %)
Bezetting van de directies/diensten (# VTE / # VTE volgens de personeelsverdeling)
Streefwaarde naargelang de directie/dienst (min. 90 %)
Verhouding CorOps – CALog (# VTE CorOps / # VTE CALog)
16 %
Functioneren (# felicitaties, # functioneringsnota’s, # werkafspraken)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Intern toezicht (# dossiers intern toezicht - # gegrond bevonden klachten)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
36
Het project 6 van het verbeter-en actieplan 2013-14 - opgesteld n.a.v. de audit van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie – start de evaluatiecyclus opnieuw op door het voeren van planningsgesprekken. VAP 2013-14, goedgekeurd in de politieraad op 23 september 2013, project 6, p. 27. 37 Hetzelfde plan voorziet het opstellen van een globaal opleidingsplan, looptijd 2 jaar, dat zowel de competentie- als ontwikkelingsbehoeften combineert en nauw samenhangt met de evaluatiecyclus. VAP 2013-14, project 7, p. 28.
42 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.4.3. welzijn op het werk a.
kader
Elke organisatie heeft een aantal redenen om het welzijn van haar werknemers op het werk te waarborgen. Een heel voorname reden die een eerste grondslag vormt is van humaan - sociale aard. Een arbeidsongeval of -ziekte veroorzaakt lichamelijke en/of psychische pijn en leed bij het slachtoffer en in zijn omgeving. Voorts heeft een arbeidsongeval of –ziekte ook economische gevolgen, nl. kosten voor zowel de organisatie als de maatschappij. Dit is de economische grondslag. Tenslotte is er de juridische grondslag, de wettelijke verplichting. Iedere organisatie, dus ook de politiezone Vlas, wordt door de overheid verplicht om het welzijn van haar werknemers te waarborgen. Het niet nakomen van de wetgeving en voorschriften, leidt tot juridische gevolgen die zich situeren in het strafrecht en/of burgerlijk recht. b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas biedt een werkomgeving aan die - rekening houdende met de budgettaire mogelijkheden - op alle domeinen van het welzijn voor de medewerker zo optimaal mogelijk is. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door, in volgorde: de risicobepaling (1): het inventariseren, analyseren en evalueren van de bestaande risico’s rekening houdend met de technische (objectieve) en gevoelsgebonden (subjectieve) factoren; de reglementering (2): het toepassen van de toepasselijke regelgeving; risico-uitschakeling (3): indien mogelijk de vastgestelde risico’s elimineren; risicovervanging (4): het risico, indien het niet elimineerbaar is, vervangen door iets minder risicovol; risicobeperking (5): de restrisico’s zo miniem mogelijk houden en zich daartegen beschermen d.m.v. collectieve en persoonlijke beschermingsmaatregelen, opleiding, instructies en bevelen. De aanpak wordt op initiatief van de preventieadviseur, samenwerkend met de partners, uitgewerkt in een globaal preventieplan dat vijf jaar omvat. Dit plan wordt uitgevoerd op basis van jaarlijkse actieplannen. d.
indicatoren Welzijn op het werk Indicatoren
Streefwaarde
Risicoanalyse (# analyses en adviezen)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Medisch onderzoek (# onderzoeken / # inentingen)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Zorgteam (# zorgcollega’s - # mensuren interne zorg)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Arbeidsongevallen en arbeidsongeschiktheid (# aangiftes - # met ongeschiktheid - # dagen ongeschiktheid)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Arbeidsongeschiktheid wegens medische vrijstelling (# medewerkers met vrijstellingen / # medewerkers)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Interne zorg (klachten - # organisatiegebonden - # persoonsgebonden)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
Verzuim door ziekte, arbeidsongevallen en beroepsziekte (# Meldingen - # uren verzuim / prestatienorm)
≤6%
43 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.4.4. management van middelen a.
kader
Het management van middelen omvat het beheer van alle middelen (infrastructuur, voertuigenpark, uitrusting,…) en diensten (onderhoud, herstelling, catering, schoonmaak …), die toelaten dat alle overige processen – zowel kernprocessen, sturende en ondersteunende processen - zich in ideale omstandigheden kunnen ontwikkelen. Die middelen en diensten zijn eigen(dom) aan/van de organisatie of niet. (huur, leasing, outsourcing…) b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas wil facilitair beleid uitwerken en uitvoeren dat voldoende middelen ter beschikking stelt om het strategische beleid van de PZ Vlas uit te voeren. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
Overleg met de medewerkers omtrent de middelen en alle daarmee gepaard gaande diensten en activiteiten is cruciaal. Dit overleg grijpt plaats door middel van een overlegstructuur waarin het lijnmanagement (directeurs en dienstchefs) de tussenschakel vormt voor het inzamelen van de operationele behoeften inzake die keten 38 “verwerven, ter beschikking stellen, gebruiksopleiding, helpdesk …” Het management van middelen wordt planmatig opgezet. (meerjarenplanning, jaarplanning, begroting, budgetcontrole…) Dat opzet mag echter de flexibiliteit van de organisatie niet in gevaar brengen. Het volgen van de planning is ondergeschikt aan het verwezenlijken van de kernopdrachten van de organisatie. Door voeling te houden met de markt van dienstverleners en leveranciers wordt een goede verhouding prijs/kwaliteit nagestreefd en wordt de introductie van nieuwe technologieën opgevolgd. d.
indicatoren Management van middelen Indicatoren
Streefwaarde
# overlegmomenten met netwerk Facility
Minimum 4 maal per jaar
Per groep en waar relevant per kostenpost – verhouding besteed budget / beschikbaar budget
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
# interne tussenkomsten naargelang tijdsduur (helpdesk)
geen streefwaarde (infoverstrekkend)
38
Sedert oktober 2013 komt maandelijks de adviesraad Facility samen om de behoeften te bespreken en dienaangaande een advies te verlenen. De oprichting was voorzien in het verbeter- en actieplan 2013-14, project 9, p. 33.
44 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.4.5. communicatie a.
kader
Interne communicatie is essentieel voor de verwezenlijking van de organisatiedoelstellingen. Communicatie met de medewerkers zorgt voor overleg, begrip en brengt samenhang teweeg bij de uitvoering. De verwachtingen inzake de externe communicatie verschillen naargelang de doelgroep. De burger (bevolking) is vooral geïnteresseerd in terugkoppeling vanwege de politie, de informatie inzake de opvolging van een klacht, aangifte of melding. Voorts wil de bevolking en de pers weten wat de politie doet. Overheden en partners daarentegen hechten dan weer meer belang aan performance-informatie. (rapporten, jaarverslagen …) b.
strategische doelstelling
De lokale politie Vlas wil een open organisatie zijn. In haar communicatie zal ze rekening houden met de verscheidenheid van de doelgroepen. Daarom zal ze haar informatie diversifiëren en via de verschillende kanalen ter beschikking stellen. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling inzake de interne en externe communicatie wordt nagestreefd door: de medewerkers te betrekken bij besluitvorming door overleg in alle directies/diensten; voor de formele interne communicatie de voorgeschreven structuur (materie-kanaal) te volgen; de korpsinfo te centraliseren en via het kanaal van een nieuwsbrief – de Flax - naar alle medewerkers te verspreiden; het extranet aantrekkelijk te maken door de informatie te diversifiëren en toegankelijk te maken; herkenbaarheid te stimuleren door het hanteren van een huisstijl in alle communicatie; de website pzvlas.be verder uit te beheren met oog voor de diverse doelgroepen die van dit kanaal gebruik maken. (bevolking, overheden, partners…) de overheden, toezichtorganen, partners en pers te informeren d.m.v. een jaarverslag; in overeenstemming met de terzake geldende richtlijnen contacten te onderhouden met de media. d.
indicatoren Communicatie Indicatoren
Streefwaarde
Verspreiden van de nieuwsbrief Flax
In principe op dinsdag en vrijdag
Korpsvergaderingen (# aanwezigen)
Min 2 per jaar – 50 % aanwezigheid
# persberichten inzake de politie Vlas en haar werking
Geen streefwaarde (infoverstrekkend)
# vermeldingen in de pers inzake de politie Vlas en haar werking
Geen streefwaarde (infoverstrekkend)
# bezoekers website pzvlas.be
Geen streefwaarde (infoverstrekkend)
45 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.5.
strategische doelstellingen 2014-2017 inzake de prioritair aan te pakken veiligheids- en leefbaarheidsfenomenen (spoor 3)
III.5.1. inbraak in woningen a.
kader
Woninginbraak is en blijft een belangrijke en reële criminaliteitsvorm die direct ingrijpt op het slachtoffer. In 2010 daalde het aantal feiten voor het eerst in jaren onder 300. Echter in de daaropvolgende jaren 39 steeg het aantal feiten opnieuw tot 457 woninginbraken in 2012. Inbraak in woningen 500
457 382
400
310
308
300
263
200 100 0
2008
2009
2010
2011
2012
Uit de bevraging 2011 blijkt dat inbraak in gebouwen voor de bevolking de topprioriteit is. Ook volgens de respondenten van de lokale veiligheidsbevraging 2011 is woninginbraak – samen met onaangepaste snelheid in het verkeer – een buurtprobleem dat de lokale politie prioritair moet aanpakken. 39
De grafiek toont het aantal woninginbraken in de strikte zin, nl. een diefstal met braak, inklimming of valse sleutels, met of zonder geweld, in een woning (huis, appartement of garage, …) Een diefstal met braak uit een aanhorigheid zoals een tuinhuis, de oprit of de brievenbus is in deze cijfers niet inbegrepen.
b.
strategische doelstelling
Door een integrale en geïntegreerde aanpak de trend ombuigen en het aantal inbraken in gebouwen opnieuw verminderen. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: een permanente scanning en analyse van het fenomeen; sensibilisatie van de bevolking; informatie en adviesverlening; ontradend toezicht en doelgerichte (sper)acties; een gecoördineerde opsporing en onderzoek naar de betrokkenheid van dader(s); herbezoek van slachtoffers van inbraak. d.
indicatoren
De indicatoren en streefwaarden worden jaarlijks herzien en in het actieplan ter uitvoering van de prioriteit vastgelegd.
46 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.5.2. gewelddadige diefstal en afpersing a.
kader
Het aantal diefstallen met geweld of afpersing was licht dalend, tot het aantal piekte in het jaar 2011. In 2012 was er opnieuw een daling met 25 % t.o.v. 2011.
Dief stal met geweld en af persing 200
150
100
165
150
117
125
112
30
22
23
27
27
2008
2009
2010
2011
2012
50
0
Met wapen
Zonder wapen
Diefstal met geweld komt in allerlei verschijningsvormen voor hetgeen het niet eenvoudig maakt om er gericht – preventief en/of repressief – maatregelen tegen te treffen. Diefstal met geweld wordt in de bevraging 2011 als prioritair aan te pakken fenomeen vooruitgeschoven. (tweede gerangschikt) Het fenomeen werd niet bevraagd in de lokale veiligheidsbevraging 2011. b.
strategische doelstelling
Het fenomeen van de gewelddadige diefstal en afpersing nauwkeurig opvolgen, verbanden zoeken en gepast reageren. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
Het fenomeen van de gewelddadige diefstal en afpersing wordt nauwkeurig gemonitord. Elk feit zal grondig onderzocht worden. Indien er mogelijke verbanden bestaan met vorige feiten zullen er onmiddellijk doelgerichte acties bvb. verhoogde politieaanwezigheid, ondernomen worden. d.
indicatoren
De indicatoren en streefwaarden worden jaarlijks herzien en in het actieplan ter uitvoering van de prioriteit vastgelegd.
47 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.5.3. drugdealen a.
kader
In uitvoering van het zonaal veiligheidsplan 2009-2012(13) werd het drugsdealen op velerlei wijze aangepakt. Niettemin blijft de problematiek actueel. Drugdealen wordt in de bevraging 2011 als prioritair aan te pakken fenomeen vooruitgeschoven. (derde gerangschikt) b.
strategische doelstelling
Het dealen van drugs ontmoedigen door snel en gepast te reageren op het melden/vaststellen van drughandel in panden. (privé of publieke plaatsen). c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: het dealen van drugs (pro)actief op te sporen; de informatie inzake het dealen in panden te onderzoeken; 40 op basis van art. 6bis van de drugswet de bewijslast te verzamelen; in samenspraak met de gerechtelijke overheid, de bestuurlijke overheid te informeren en bezwaren te 41 leveren met het oog op de sluiting van publieke instellingen op basis van art. 9bis van de drugwet. 40
Art. 6bis van de wet van 24 februari betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsmiddelen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (B.S., 6 maart 1921), ingevoegd bij art. 89 W. 9 juli 2004 (B.S., 15 juli 2004) staat de huiszoeking zonder bevel tot huiszoeking toe van om het even welke plaats die voor de verkoop of aflevering van dergelijke stoffen is bestemd, zodra de speurders, voor de huiszoeking, over ernstige en objectieve aanwijzingen over het bestaan van een misdrijf met betrekking tot het onrechtmatig bezit van verdovende middelen met het oog op verkoop, beschikken. 41 Op basis van art. 9bis van dezelfde wet kan de burgemeester - na voorafgaand overleg met de gerechtelijke autoriteiten indien ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in een private doch voor het publiek toegankelijke plaats, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van bovenvermelde stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt en na de verantwoordelijke te hebben gehoord in zijn middelen van verdediging, besluiten deze plaats te sluiten voor de duur die hij bepaalt.
d.
indicatoren
De indicatoren en streefwaarden worden jaarlijks herzien en in het actieplan ter uitvoering van de prioriteit vastgelegd.
48 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.5.4. verkeersongevallen met lichamelijk letsel a.
kader
De lokale politie Vlas al van bij de opstart van de politiezone belangrijke middelen besteedt aan de aanpak van letselongevallen, blijft het aantal verkeersongevallen met zwaar slachtofferschap schommelen. Letselongevallen 560
600
522
491
500
497
419
400 300
200 100 3
3
5
2
3
2008
2009
2010
2011
2012
0 Dodelijk
Met gewonden
Verkeersslachtof f ers 700
585
600
586
541
544
451
500 400 300 200 100
80
72 3
5
3
55
43
3
2
46
0 2008
2009 Doden
2010
Zwaar gewonden
2011
2012
Licht gewonden
Letselongevallen blijven een prioriteit voor de lokale politie. b.
strategische doelstelling
Het aantal verkeersongevallen met lichamelijk letsel verminderen door communicatie, preventie en educatie en door acties die de objectieve en subjectieve pakkans verhogen. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door acties gericht op: een permanente scanning en analyse van het fenomeen; de overdreven snelheid op plaatsen waar die de oorzaak van verkeersongevallen is; het alcohol- en druggebruik bij bestuurders; het opdrijven van de maximaal haalbare snelheid bij bromfietsen; het niet dragen van de valhelm;
49 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
d.
het negeren van de gordelplicht; het negeren van het verplicht gebruik van kinderzitjes; de zichtbaarheid van de zwakke weggebruikers; de BIVV-thema's die oorzaak zijn van verkeersongevallen of het risico op lichamelijk letsel te volgen; het zwaar vervoer (dode-hoek-problematiek, respecteren rusttijden, respecteren plaatselijk verbod…). indicatoren
De indicatoren en streefwaarden worden jaarlijks herzien en in het actieplan ter uitvoering van de prioriteit vastgelegd.
50 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.5.5. begeleiding van het uitgaansleven a.
kader
Het uitgaansleven in de politiezone Vlas concentreert zich in een aantal buurten (Burg. Reynaerstraat, Centrum Kuurne …) waardoor het regelmatig overlast en ernstige incidenten veroorzaakt. De begeleiding van dit uitgaansleven werd ook in het vorig zonaal veiligheidsplan als prioriteit ingeschreven. Die aanpak heeft resultaat opgeleverd. Verder samenwerken met de uitbaters van uitgaansgelegenheden en organisatoren blijft noodzakelijk evenals het verscherpt toezicht op uitgaan en fuiven.
b.
strategische doelstelling
De begeleiding van het uitgaansleven door advies, preventief toezicht en doelgerichte controles. c.
strategie van aanpak (ontwikkeling deeldoelstellingen)
De strategische doelstelling wordt nagestreefd door: risicobeoordeling mogelijk te maken door het inwinnen van informatie via de evenementenfiche; communicatie en overleg met de uitbaters van uitgaansgelegenheden; de organisatie van fuiven en andere evenementen te begeleiden door een risicobeoordeling van het veiligheidsaspect en advisering; samenwerking met de beveiliging van de organisatie; politioneel toezicht op het uitgaansleven; communicatie van het stappenplan ter bestrijding van overlast en controle terzake; 42 meewerken aan het concept van de Safe Party Zone. 42
Met het label Safe Party Zone geeft de organisatie te kennen dat ze geeft om veiligheid op haar fuif. Minstens één lid van de organisatie volgde de opleiding fuifbuddie en aan de ingang wordt een software gebruikt waarmee de organisatie de toegang kan ontzeggen aan gekende amokmakers.
d.
indicatoren
De indicatoren en streefwaarden worden jaarlijks herzien en in het actieplan ter uitvoering van de prioriteit vastgelegd.
51 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
52 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
53 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
BIJLAGEN Crimbeeldanalyse 2012 Gebiedsmonitor Kortrijk 2011 Stadsmonitor Verkeersongevallen 2012 Feiten en Cijfers 2012
54 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
INHOUDSOPGAVE
voorwoord ............................................................................................................................................................ 1
HOOFDSTUK I MISSIE - VISIE - WAARDEN......................................................................... 2 I. 1. I. 2. I. 3.
lessen getrokken uit het vorig zonaal veiligheidsplan .............................................................................. 2 onze belanghebbenden en hun verwachtingen........................................................................................ 2 missie, visie en waarden van de PZ Vlas................................................................................................... 2
HOOFDSTUK II SCANNING EN ANALYSE .............................................................................. 3 II. 1. lessen getrokken uit het vorig zonaal veiligheidsplan ............................................................................... 3 II. 2. socio-economische en demografische beschrijving van de zone ............................................................... 3 II. 2.1. ruimtelijk ................................................................................................................................................. 3 II. 2.2. demografisch ........................................................................................................................................... 4 II. 2.3. sociale aspecten ...................................................................................................................................... 4 II. 2.4. economische aspecten ............................................................................................................................ 4 II. 2.5. mobiliteit ................................................................................................................................................. 5 II. 2.6. een centrumfunctie ................................................................................................................................. 5 II. 3. beeld van veiligheid en leefbaarheid ........................................................................................................ 6 II. 3.1. objectieve gegevens ................................................................................................................................ 6 II. 3.2. subjectieve gegevens .............................................................................................................................. 8 II. 4. verwachtingen en doelstellingen van de overheden en andere belanghebbenden ..................................11 II. 4.1. bestuur en financiers (overheden/opdrachtgevers) ............................................................................. 11 II. 4.2. klanten – directe dienstenafnemer ....................................................................................................... 12 II. 4.3. partners en leveranciers........................................................................................................................ 12 II. 4.4. medewerkers ............................................................................................................................................... 14 II. 4.5. maatschappij ................................................................................................................................................ 14 II. 5. inrichting van het korps ...........................................................................................................................15 II. 5.1. personeelscapaciteit ............................................................................................................................. 15 II. 5.2. organogram ........................................................................................................................................... 16 II. 6. beeld van de dienstverlening en werking ................................................................................................18 II. 6.1. uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking............................................................................. 18 II. 6.2. opdrachten van federale aard ............................................................................................................... 21 II. 6.3. bijdrage aan de uitvoering van het nationaal veiligheidsplan 2008-2011 ............................................ 23 II. 6.4. opdrachten ten voordele van derden ................................................................................................... 24 II. 6.5. de interne werking ................................................................................................................................ 24 30 II. 7. samenwerking .....................................................................................................................................26 II.7.1. interzonale, bovenlokale en internationale politiesamenwerking ....................................................... 26 II.7.2 protocollen of samenwerkingsakkoorden met niet-politionele partners en derden ........................... 26
HOOFDSTUK III DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 2014-2017 ...................................... 28 III.1. de vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen ....................................................28 III.2. synthese van de argumentatie ................................................................................................................29 III.2.1. spoor 1 – de reguliere werking.............................................................................................................. 29 III.2.2. spoor 2 – de sturing en ondersteuning ................................................................................................. 29 III.2.3. spoor 3 – de prioriteiten ....................................................................................................................... 29 III.2.4. de strategische kaart ............................................................................................................................. 30 III.3. strategische doelstellingen 2014-2017 inzake de reguliere werking van de PZ Vlas (spoor 1) .................31
55 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17
III.3.1. interventie ............................................................................................................................................. 31 III.3.2. onthaal ................................................................................................................................................. 32 III.3.3. recherche .............................................................................................................................................. 33 III.3.4. wijkwerking ........................................................................................................................................... 34 III.3.5. politionele slachtofferzorg .................................................................................................................... 35 III.3.6. beheer gebeurtenissen ......................................................................................................................... 36 33 III.3.7. verkeer ............................................................................................................................................... 37 III.3.8. patrouille en toezicht ............................................................................................................................ 38 III.3.9. criminaliteitspreventie .......................................................................................................................... 39 III.3.10. flexibele respons ................................................................................................................................... 40 III.4. strategische doelstellingen 2014-2017 inzake de sturing en ondersteuning (spoor 2) .............................41 III.4.1. informatiebeheer .................................................................................................................................. 41 III.4.2. management van medewerkers ........................................................................................................... 42 III.4.3. welzijn op het werk ............................................................................................................................... 43 III.4.4. management van middelen .................................................................................................................. 44 III.4.5. communicatie........................................................................................................................................ 45 III.5. strategische doelstellingen 2014-2017 inzake de prioritair aan te pakken veiligheids- en leefbaarheidsfenomenen (spoor 3) ......................................................................................................................46 III.5.1. inbraak in woningen .............................................................................................................................. 46 III.5.2. gewelddadige diefstal en afpersing ...................................................................................................... 47 III.5.3. drugdealen ............................................................................................................................................ 48 III.5.4. verkeersongevallen met lichamelijk letsel ............................................................................................ 49 III.5.5. begeleiding van het uitgaansleven ........................................................................................................ 51
BIJLAGEN ........................................................................................................................ 54 INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................. 55
56 PZ Vlas
Zonaal VeiligheidsPlan 2014-17