Zitting van de gemeenteraad van maandag 19 januari 2015 Aanwezigen : De Pooter Sonja - voorzitter Hofmans Lode - burgemeester Muyshondt Tine, Verhaegen Jef, Bossaerts Fernand, Vermeesch Roel, Goris Hilde, De Schutter Stan - schepenen Beirinckx Monique, Van Dessel Lutgart, Caers Yves, Damen Nicole, Redig Luc, Engelen Christel, Helsen Kevin, Baeten Marleen, De Ryck Johan, Van Camp Lotte, Willems Ann, Dillen Jan, Huysmans Fons, Welz Jörg, Oliviers John, Teurfs Patrik, Wittocx Guido raadsleden Van der Schoot Wim - secretaris De zitting wordt te 20.00 uur geopend. Openbare zitting
00
Toevoegen van agendapunt bij spoedeisende behandeling
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 29 en 42 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en artikel 252 betreffende het algemeen bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 29 juli 1991 houdende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; Gelet op het decreet van 2004 houdende de openbaarheid van besturen; Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 117, 119 en 135; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer; Gelet op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van verkeerstekens; Overwegende dat de gemeente de plicht heeft de veiligheid en het gemak van doorgang te waarborgen op zijn grondgebied; Overwegende dat de markeringen uitgevoerd worden onder de leiding van NV De Scheepvaart eind januari 2015; Overwegende dat de volgende gemeenteraad pas op 16 februari 2015 opnieuw samenkomt waardoor het onmogelijk wordt om deze bijkomende opdracht voor wegmarkering te realiseren; Overwegende het voorstel van de gemeenteraad; Overwegende dat de spoedeisende behandeling met 2/3de van de stemmen dient goedgekeurd te worden; Overwegende dat er 25 leden aanwezig waren en dat 25 leden de goedkeuring hebben verleend om het agendapunt aan de agenda toe te voegen bij hoogdringendheid; Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Enig artikel:
Goedkeuring wordt gehecht om het volgende agendapunt aan de agenda toe te voegen bij hoogdringendheid: ‘Aanvullend verkeersreglement: kruispunt Bolkerhoeveweg – Oelegemsesteenweg’.
01
Verslag vorige zitting
Het verslag van de vorige zitting wordt met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
02
Protocol samenwerking tussen stad Lier en gemeente Ranst i.k.v. de noodplanning
Gelet op het gemeentedecreet en in het bijzonder art. 43 en 196; Gelet op de nieuwe gemeentewet en in het bijzonder art. 135, §2; Gelet op het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen; Overwegende het voorstel tot samenwerking tussen de gemeente Ranst en de stad lier met betrekking tot de noodplanning om te streven naar een kwalitatieve invulling en ondersteuning met betrekking tot de functie van ambtenaar belast met de noodplanning in het kader van het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 met betrekking tot de nood- en interventieplanning; Overwegende dat met deze samenwerking de betrokken besturen streven naar: schaalvoordelen een betere beleidscoördinatie voor de aanpak van grootschalige incidenten of rampen een coherent en gelijkwaardig rampenmanagement Overwegende dat de samenwerking zal gebeuren met eerbiediging van eenieders autonomie; Overwegende dat de gemeente hiervoor jaarlijks een forfaitaire bijdrage betaalt van 13.500 euro aan de stad Lier die alle operationele kosten van de ambtenaar noodplanning voor, tijdens en na een incident, exclusief de kosten die de gemeente moet doen om zich (materieel) voor te bereiden op het crisisbeheer (bijvoorbeeld drukwerk, ICT, abonnementen etc.) en de kosten die gemaakt moeten worden i.k.v. van een incident, zoals bijvoorbeeld de opvang van betrokkenen, het opvorderen van materiaal etc.; Overwegende dat de stad Lier tevens een overeenkomst heeft gesloten met de stad Mechelen waarbij bij afwezigheid van de noodambtenaar van Lier de noodambtenaar van Mechelen de taken bij een crisis opneemt en dat de gemeente Ranst hier ook van kan genieten; Overwegende dat door deze overeenkomst de ter beschikkingstelling van een noodambtenaar 24/7 gegarandeerd is; Overwegende dat de gemeente Ranst een relatief groot aantal risico-factoren kent zoals onder meer het Albertkanaal, de E34, de E313 en een beperkt aantal seveso-bedrijven; Overwegende dat er krediet is voorzien in het budget van 2015 en het meerjarenplan 20142019 met de kredietsleutel 2015000233; Gelet op het visum van de financieel beheerder van 13 januari 2015; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Art. 1:
Goedkeuring wordt gehecht aan de samenwerkingsovereenkomst met de Stad Lier aangaande het ter beschikking stellen van de ambtenaar noodplanning via het Protocol ‘samenwerking tussen stad Lier en gemeente Ranst’ en de bijlage in bijlage. Art. 2: Afschrift van huidige beslissing over te maken aan de stad Lier.
03
Samenwerkingsovereenkomst politiezone ZARA: detachering informaticus
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder op het artikel 57 en 106; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 15 december 2008, houdende de goedkeuring van de lokale rechtspositieregeling en latere wijzigingen; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 24 april 2010 houdende de goedkeuring van de personeelsformatie en latere wijzigingen; Gelet op de aanstelling van de heer Harry Cornelis door het politiecollege van 25 juni 2010 vanaf 1 juli 2010; Gelet op de openverklaring van de functie van de informaticus op 2 maart 2011 door het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de aanstelling van de heer Harry Cornelius als informaticus op 29 juni 2011 door het college van burgemeester en schepenen in statutair verband waarbij de betrokkene parttime tewerkgesteld wordt bij de politiezone ZARA; Gelet op de aanstelling van de heer Harry Cornelis als informaticus op 4 juli 2012 in vast verband na voltooiing van de proeftijd; Overwegende de vraag van de heer H. Cornelis om volledig voor 1 werkgever tewerkgesteld te worden en in het bijzonder voor de politiezone ZARA zoals bevestigd in het schrijven van 25 augustus 2014; Overwegende het voorstel van de politiecollege van 5 augustus 2014 houdende het verzoek ICT-medewerker Harry Cornelis voltijds te detacheren naar de PZ ZARA; Overwegende het advies van de gemeentesecretaris en de OCMW-secretaris in overleg met het afdelingshoofd Interne en Juridische Aangelegenheden om bij detachering de continuïteit van het ICT-beheer en de integratie met het OCMW te verzekeren en gezamenlijk in vervanging een informaticus aan te stellen; Overwegende dat van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2011 de heer Cornelis Harry betaald is geweest door de politiezone Zara, m.a.w. gedurende een jaar; Overwegende dat van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2014 de heer Cornelis Harry betaald is geweest door de politiezone Zara, m.a.w. gedurende 3 en ½ jaar; Overwegende dat er in totaal voor 2 en ½ jaar voor 50% doorgefactureerd dient te worden aan de politiezone ZARA voor de prestaties van de heer Harry Cornelis aan de politiezone ZARA; Overwegende dat er voorgesteld wordt om het effectief betaalde loon van 2013 als basis te nemen voor de berekening met een index van 1,5% (zowel in + voor 2014 als in – voor 2012); Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen. Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Art.1: Goedkeuring wordt gehecht aan de in bijlage gevoegde detacheringsovereenkomst tussen de gemeente Ranst en de politiezone ZARA. Art. 2: Afschrift van huidige beslissing over te maken aan politiezone ZARA.
04
Wegentracé verkaveling De Winkelhaak 2 - Notaris Daniel Van Bockrijck
Gelet op het gemeentedecreet en in het bijzonder art. 42 en 43; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd op 1 september 2009, en de uitvoeringsbesluiten en in het bijzonder art. 4.2.17, §2 en 4.2.20; Gelet op de verkavelingsaanvraag van Notaris Van Bockrijck Daniel van een grond gelegen te 2520 Emblem (Ranst), De Winkelhaak 2, afdeling 4 sectie C nummers 225V4, 225M4, 226C, 226D; Overwegende het voorstel van stratentracé; Overwegende het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst Openbare Werken van 26 november 2014, met inhoud: “Gelet op artikel 4.2.19 en 4.2.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening houdende het opleggen van voorwaarden en lasten in een stedenbouwkundige vergunning; Overwegende dat de lasten en de voorwaarden die opgelegd worden in een stedenbouwkundige vergunning in verhouding moeten staan tot de te ontwikkelen projecten; Overwegende dat de in deze aanvraag geplande werken niet voorkomen op de lijst van aanvragen die vrijgesteld zullen worden van gratis grondafstand, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 7 november 2013; Overwegende dat huidige aanvraag een herindiening betreft van een eerdere aanvraag; Overwegende dat onze dienst reeds op 5 augustus 2013 een advies uitbracht over de oorspronkelijke vraag; Overwegende dat met betrekking tot onze bevoegdheden geen fundamentele wijzigingen werden aangebracht aan het plan; Overwegende dat ons oorspronkelijk advies kan behouden blijven. Rekeninghoudend met het voorgaande adviseert de gemeentelijke dienst openbare werken om gratis grondafstand op te leggen in de verkavelingsvergunning. De onderstaande bepalingen dienen opgenomen te worden in de verkavelingsvergunning: “De eigenaar dient, in overleg met de gemeentelijke dienst openbare werken, een dossier samen te stellen met tussenkomst van een landmeter en / of notaris. Het dossier dient minimaal volgende stukken te bevatten: Ontwerp van notariële akte; Uittreksel uit kadastrale legger en plan afgeleverd door de administratie van het kadaster; Bodemattest afgeleverd door OVAM; Een hypothecair getuigschrift; 6 originele exemplaren van een opmetingsplan opgemaakt door een landmeter; De over te dragen gronden dienen, met uitzondering van de reeds aanwezige of de eventuele in deze vergunning opgelegde infrastructuurwerken (nutsleidingen, riolering, wegenis,…) vrij te zijn van alle opstanden alvorens ze overgedragen worden. Alle aktekosten die rechtstreeks of onrechtstreeks aan de overdracht verbonden zijn zoals de aktekosten, de meetkosten, plankosten, kosten voor noodzakelijke attesten, getuigschriften, … vallen ten laste van de verkavelaar”. Overwegende het voorstel van het college van burgemeester en schepenen. Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Enig artikel:
Het voorgestelde stratentracé voor de verkavelingsaanvraag door Notaris Van Bockrijck Daniel, voor percelen gelegen te 2520 Emblem (Ranst), De Winkelhaak 2, kadastraal gekend als afdeling 4 sectie C nummers 225V4, 25M4, 226C, 226D wordt goedgekeurd.
05
Aankoop en onderhoud van een vaste digitale snelheidsmeter: lastvoorwaarden
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Overwegende dat in het kader van de opdracht “aankoop en onderhoud van een vaste digitale snelheidsmeter ” een bestek met nr. 2014044 werd opgesteld door de Technische dienst; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 55.650,00 excl. btw of € 67.336,50 incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het MJP 2014-2019; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Art. 1: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 2: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr. 2014044 en de raming voor de opdracht “aankoop en onderhoud van een vaste digitale snelheidsmeter ”, opgesteld door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 55.650,00 excl. btw of € 67.336,50 incl. 21% btw. Art. 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het MJP 2014-2019.
06
Schoolreglement GLS Ranst, GLS Broechem en GLS Oelegem
Dit punt wordt met eenparigheid van stemmen verdaagd naar een volgende zitting.
07
Sportregio sportregio Midden-Provincie: statuten en huishoudelijk reglement
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid de artikels 42, 43 en 195; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 25 juni 2007, houdende de goedkeuring tot het oprichten van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Boechout, Borsbeek, Edegem, Hove, Kontich, Lint, Mortsel, Ranst, Schilde, Wijnegem, Wommelgem, Zandhoven en Zoersel middels de interlokale Sportregio Midden-Provincie; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 13 mei 2013 houdende de aanstelling van schepen J. Verhaegen als afgevaardigde van de gemeente Ranst in het beheerscomité van de interlokale vereniging 'sportregio Midden-Provincie'; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 juni 2014 houdende het voorstel tot de verderzetting van het samenwerkingsovereenkomst waarbij de financiële bijdrage van de gemeente Ranst van 0,025 EUR/inwoner gehandhaafd blijft; Overwegende dat de statuten en het huishoudelijk reglement op de algemene vergadering van de interlokale vereniging 'sportregio Midden-Provincie' op 3 december 2014 werden goedgekeurd; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Art. 1: De verderzetting van de interlokale vereniging 'sportregio Midden-Provincie' goed te keuren. Art. 2: De statuten van de interlokale vereniging 'sportregio Midden-Provincie' goed te keuren. Art. 3: Kennis te nemen van de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de interlokale vereniging 'sportregio Midden-Provincie'.
08
Mobiliteitsonderzoek en startnota Jozef Simonslaan en brug Oelegem II
Gelet op het gemeentedecreet, artikel 42 , 43 en 57; Gelet op het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid; Gelet op de toelichting van de mobiliteitsbegeleider van het departement mobiliteit en openbare werken op 11 december 2014, mw. Nikka Curinckx, houdende de toelichting van de procedure volgens het mobiliteitsdecreet; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 22 april 2013 houdende de oprichting van de gemeentelijke begeleidingscommissie (GBC), inclusief de aanduiding van Fernand Bossaerts als voorzitter, als multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum verantwoordelijk voor:
1° de voorbereiding, de opmaak, de opvolging, de evaluatie en, in voorkomend geval, de herziening van het gemeentelijk of intergemeentelijk mobiliteitsplan; 2° de begeleiding van de voorbereiding, de opmaak, de opvolging en de evaluatie van projecten die aansluiten bij het duurzame lokale mobiliteitsbeleid. Overwegende het voornemen van de Vlaamse Regering om het goederentrafiek over het Albertkanaal te stimuleren ter ontlasting van het vrachtvervoer over het wegennet in Vlaanderen; Overwegende de noodzaak om het Albertkanaal hiervoor te moderniseren met het verhogen van de bruggen over het Albertkanaal; Overwegende dat het in Ranst en specifiek in Oelegem het over drie bruggen gaat: de verhoging van de brug van de Oelegemsesteenweg is in zijn laatste fase, de brug over de E34 wordt verhoogd in samenwerking met het Agentschap Wegen en Verkeer en de brug van de Jozef Simonslaan; Overwegende dat de brug van Jozef Simonslaan een doorvaarthoogte van 7,24m heeft; Overwegende dat deze brug in tegenstelling tot de brug van de E34 evenmin kan verhoogd worden en moet vervangen worden door een nieuwe brug; Overwegende de interne analyse gemaakt door NV de Scheepvaart over de noodzaak tot vervanging van de bruggen; Overwegende dat deze brug Oelegem in deze analyse naar voren kwam als een mogelijke brug die niet vervangen diende te worden en eventueel kon vervangen worden door diverse flankerende maatregelen; Overwegende dat NV de Scheepvaart bereid is bij een niet-vervangen van deze brug te investeren in flankerende maatregelen die een meerwaarde zouden kunnen betekenen voor de mobiliteit in Oelegem; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen zijn goedkeuring én medewerking heeft gegeven aan een onderzoek rond de mobiliteit in Oelegem; Overwegende dat in opdracht van NV de Scheepvaart en met medewerking van de gemeente Mintnv werd aangesteld om de mobiliteit in kaart te brengen en de effecten van het al dan niet-vervangen van de brug te analyseren. Overwegende het Rapport Doorrekeningen mobiliteitsstudie brug Jozef Simonslaan te Oelegem, opgemaakt door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken – Verkeerscentrum in opdracht van NV De Scheepvaart en Mintnv ter uitvoering van het mobiliteitsonderzoek van 2 oktober 2014; Overwegende dat de eerste fase van de studieopdracht afgerond en uiteengezet werd tijdens de hoorzitting van 9 oktober 2014; Overwegende de beraadslaging van de gemeenteraad op 20 oktober 2014; Overwegende het ontwerp van startnota opgesteld door Mintnv die het mobiliteitsonderzoek beschrijft en het stramien volgt van het Besluit van de Vlaamse Regering rond het mobiliteitsdecreet; Overwegende de centrale vraag of de heropbouw van de brug de beste beleidsoptie is voor Oelegem waarbij de probleemstelling geanalyseerd wordt aan de hand van de drie scenario’s (supprimeren, herbouw als volwaardige brug en heropbouw als fietsbrug) met de effecten op de barrièrewerking voor Oelegem Noord en Zuid, de impact op het doorgaand verkeer, impact op verkeersveiligheid, impact op de leefbaarheid en de visies van de bevolking, partners en actoren; Overwegende dat zowel het supprimeren van de brug en het creëren van een fietsbrug significante voordelen biedt op het gebied van verkeersveiligheid en de verkeersveiligheid heeft het negatieve effecten op de barrièrewerking van zowel ten noorden van het kanaal in Oelegem en ten zuiden van het kanaal in Oelegem; Overwegende dat Oelegem in Ranst met het Albertkanaal, de E34 en de E313 al een grote barrière kent ten aanzien van de overige deelgemeenten waardoor het niet heropbouwen
van een volwaardige brug de barrièrewerking alleen maar zal versterken, zeker in het geval van calamiteiten; Overwegende dat er in de studie ook de visies van de bevolking, partners en andere actoren een rol spelen; Overwegende dat het bestuur in de overtuiging is dat het supprimeren van de brug of het bouwen van een fietsbrug niet gedragen wordt door de bevolking volgens de geluiden op de informatievergadering en de petitie overhandigd aan het gemeentebestuur met een raming van circa 1.250 handtekeningen; Overwegende dat het gemeentebestuur meent dat het bestaande wegennet in Oelegem wordt gebruikt om te voldoen aan een afwikkelingsbehoefte die gecreëerd wordt door bovenlokale factoren zoals de mobiliteitsproblematiek van Antwerpen en geheel Vlaanderen; Overwegende dat de deelgemeente Oelegem niet verder afgezonderd dient te worden van de gemeente Ranst om de hierboven aangehaalde mobiliteitsproblemen te counteren; Overwegende dat het bestuur in de volle overtuiging is dat het behoud van de burg gecombineerd met een aantal flankerende maatregelen het beste tegemoet komt aan de verzuchtingen van de bevolking van Oelegem en de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid bevorderd zonder dat de mobiliteitsproblematiek afgewenteld wordt op de omliggende gemeenten; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen ervan overtuigd is dat het een en-en verhaal is met de noodzakelijkheid om bepaalde investeringen te doen om de verkeersleefbaarheid in Oelegem te vrijwaren en te garanderen zoals onder meer circulatiemaatregelen, vrachtverboden, …; Overwegende dat, ondanks de financiële consequenties, het behoud van de brug gecombineerd met de verschillende flankerende maatregelen de beste garantie biedt voor de leefbaarheid en de ontwikkeling van de deelgemeente Oelegem op sociaal en economisch gebied. Gelet op het besluit van het college van burgemeester van schepenen van 16 december 2014 om op de GBC het standpunt van het behoud van de brug te verdedigen op voorwaarde er voldoende flankerende maatregelen onderzocht en gerealiseerd worden om de verschillende verkeersstromen op een zo efficiënt mogelijke manier te scheiden; Gelet op de bijeenkomst van de gemeentelijke begeleidingscommissie op 17 december 2014; Overwegende de bijeenkomst van de regionale mobiliteitscommissie op 22 januari 2014. Overwegende de toelichting van de schepen van Openbare Werken, F. Bossaerts (CD&V): “In opdracht van NV De Scheepvaart en met de medewerking van de gemeente werd studiebureau MINT NV aangesteld om de mobiliteit in kaart te brengen om de effecten van het al dan niet vervangen van de brug van de Jozef Simonslaan te analyseren. Elk scenario heeft immers verschillende gevolgen voor de mobiliteit en de verkeersveiligheid in onze gemeente. Deze uitgebreide mobiliteitsstudie is afgerond en vertaald in een rapport dat de verschillende betrokken actoren kan ondersteunen omtrent de beslissing over het al dan niet vervangen van deze brug. De schepen verwijst naar de druk bijgewoonde hoorzitting georganiseerd om de inwoners hierover te informeren en om te luisteren naar hun vragen, opmerkingen en aanbevelingen. Op basis van deze studie en na geluisterd te hebben naar onze bevolking is het college van burgemeester en schepenen er van overtuigd dat het behoud van een volwaardige brug, inclusief de realisatie van een aantal flankerende maatregelen, ter bevordering van de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid, de beste oplossing is voor onze gemeente. Het niet herbouwen van deze brug of enkel voorzien in een fietsbrug zou grote negatieve gevolgen hebben op de barrièrewerking van Oelegem. Het Albertkanaal, de E34 en de E313 zorgen nu al voor een grote barrière van Oelegem ten opzichte van de overige deelgemeenten. Het niet heropbouwen van deze brug zal deze barrièrewerking alleen maar versterken, zeker in het geval van calamiteiten. De
verkeersdruk op het nieuwe, maar vooral op het bestaande rond punt in Oelegem is nu al groot volgens de schepen. Uit de studie blijkt dat bij het niet vervangen van brug 2 en met de verwachte toename van het verkeer (scenario BAU 2020) zal vooral de avondspits in deze omgeving tot grote vertragingen leiden. Het niet herbouwen van de brug zou ook leiden tot belangrijke verschuivingen van het verkeer die een invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer in onze buurgemeenten. Ook dat is een element wat het college van burgemeester en schepen, in het kader van goed nabuurschap, mee in overweging heeft genomen. De noodzakelijke flankerende maatregelen licht de schepen toe: In de eerste plaats dient men maatregelen treffen om de mobiliteit en de verkeersveiligheid in het centrum van Oelegem te verbeteren. Over welke ingrepen daar passend of noodzakelijk zijn zal er pas kunnen geoordeeld worden na bijkomende studie en analyse van het verkeer in deze omgeving. Het weren van het vrachtverkeer en het herinrichten van enkele straten zal daar zeker deel van uitmaken. Na de constructieve samenwerking met studiebureau Mintnv wilt het college van burgemeester en schepenen we onderzoeken of we in de mogelijkheid zijn dit studiebureau onmiddellijk aan te stellen voor dit bijkomende onderzoek. De resultaten en de voorstellen van deze bijkomende studie zullen de basis vormen voor een mobiliteitsplan voor de deelgemeente Oelegem met de daaraan gekoppelde ingrepen om de mobiliteit, de verkeersveiligheid en leefbaarheid te verbeteren. Een ander belangrijk element in het rapport van Mintnv is de aanbeveling om te werken aan een betere ontsluiting van het bedrijventerrein Ter Straten, via de aanleg van de ‘Nieuwe Maasweg’. Deze nieuwe ontsluitingsweg wordt ook gevraagd door verschillende bedrijfsleiders en ook door de overkoepelende bedrijvenvereniging Bewora. Omtrent de mogelijke aanleg van de nieuwe Maasweg zijn er al enkele verkennende gesprekken gevoerd met een aantal betrokken actoren die mede instaan voor de aflevering van de nodige vergunningen hiervoor. Vanuit deze gesprekken besluit het college van burgemeester en schepenen dat, mits een aantal randvoorwaarden gerespecteerd worden, deze weg kan aangelegd worden. Een betere afwikkeling van het drukke verkeer van en naar het industriegebied ‘Ter Straten’ moet één van de doelstellingen zijn. Daarom is er een tweetal weken geleden aan de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen gevraagd of zij bereid zouden zijn om ons bestuur te adviseren en begeleiden in dit dossier. Samengavat stelt de schepen dat de herbouw van de brug van de Jozef Simonslaan verbonden is met een tweetal andere dossiers die noodzakelijk en tegelijk complementair zijn: De verbetering van de mobiliteit en verkeersveiligheid in het centrum van Oelegem de aanleg van de nieuwe Maasweg Overwegende de toelichting van het raadslid J. De Ryck (N-VA): “Op 9 januari 2015 leest het raadslid in de krant onder de titel “Brug wordt niet vervangen door een fietsbrug” dat het studiebureau Mintnv klaar is met het werk waarbij “…het onderzoek aantoont dat het niet herbouwen van een verhoogde brug de kloof tussen Oelegem en de andere deelgemeenten te groot zou maken, zeker in het geval van een ernstig ongeluk” volgens de burgemeester. Ter voorbereiding van deze gemeenteraad hebben de raadslden twee documenten ontvangen namelijk het verslag van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie van 17 december 2014 en de startnota van Mint NV van 2 januari 2015. Uit de studie blijkt, wat iedere inwoner van Ranst al lang wist, dat er een gebrekkige ontsluiting van het bedrijventerrein Ter Straten is en dat de lokale weginfrastructuur door
doorgaand vrachtverkeer overbelast wordt. Er wordt aangegeven dat tijdens de spitsuren een duidelijke stroom van sluipverkeer doorheen de dorpskernen van Oelegem aanwezig is. Op basis van de wegencategorisering worden de Zandhovensesteenweg – Oelegemsesteenweg – Vaartstraat en Keerbaan ondergebracht onder lokale wegen type I, wat een verbindende functie betekent. Doorgaand verkeer dient zich dan ook te situeren op deze as. De as Jozef Simonslaan – Oudstrijderslaan – Torenplein en Kerkstraat, doorheen de kern van Oelegem is geselecteerd als Lokale weg type II, en hebben een ontsluitende functie voor de kern van Oelegem. De studie is uitgegaan van volgende randvoorwaarden: Het respecteren van de huidige wegencategorisering, waarbij de route via Oelegemsesteenweg – Ter Straten als voorkeursroute voor doorgaand verkeer wordt uitgebouwd; Het zo maximaal mogelijk terugdringen van het sluipverkeer doorheen de kern van Oelegem; Het garanderen van de bereikbaarheid van Oelegem en minimaliseren van de impact op barrierewerking. Het resultaat van deze studie werd voorgelegd aan Mobiliteit en Openbare Werken – Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid, de provincie Antwerpen, het college van burgemeester en schepenen en de politie van ZARA. Van de drie mogelijkheden werd het afbreken en niet heropbouwen van de brug door de 4 actoren terecht verworpen. Mobiliteit en Openbare Werken kiest voor een fietsbrug met als motivatie dat het niet herbouwen van de brug voor gemotoriseerd verkeer een efficiënte oplossing is voor het sluipverkeer, waarbij de omrijfactoren relatief mee vallen. De omrijfactor voor gemotoriseerd verkeer bedraagt maximaal 2,9 km wat overeenkomt met 4 minuten rijtijd. De provincie Antwerpen geeft haar voorkeur aan een fietsbrug omdat het niet-doorrijden van de kern van Oelegem moeilijk afdwingbaar is. De politiezone ZARA gaat ook voor een fietsbrug en stelt dat het weghalen van de brug een enorme ontlasting betekent voor de kern van Oelegem. Er wordt eveneens aangegeven dat ZARA weinig politionele mogelijkheden ziet om mogelijk sluipverkeer bij het behoud van de brug van de Jozef Simonslaan tegen te gaan. Volgens het raadslid wil enkel het college van burgemeester en schepenen de brug van Jozef Simonslaan herbouwen. Zij hebben dus geen meerderheid in dit dossier en daarom vinden wij dat de burgemeester voor zijn beurt heeft gesproken in de krant. In het verslag van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie staat dat er momenteel geen consensus is bereikt tussen de 4 actoren en dat er daarom beslist wordt om de startnota voor te leggen aan RMC de Regionale mobiliteitscommissie om diepgaander advies te vragen. In de ontwerp beslissing leest het raadslid dat de startnota opgesteld door Mint nv de beslissingsorganen moeten faciliteren en ondersteunen in hun keuze. Hij stelt zich de vraag of het enkel het college van burgemeester en schepenen is dat beslist over de toekomst van de brug of moet er ook een akkoord zijn van andere instanties? Het raadslid is verheugd dat de gemeente bevestigd dat ze zich bewust is van de investeringen die noodzakelijk zijn om de verkeersleefbaarheid te vrijwaren van de kern van Oelegem. Er wordt gesteld dat volgende flankerende maatregelen gerealiseerd moeten worden om de verschillende verkeersstromen op een zo efficiënt mogelijke manier te scheiden: Realisatie van de verbindingsweg (de zogenaamde Maasweg) tussen de Terstratenweg en de Oelegemsesteenweg; een aantal circulatiemaatregelen zoals bijvoorbeeld de ombouw van de rotonde Zandhovensesteenweg – Oelegemsesteenweg tot verkeerslichtengeregeld kruispunt;
-
een vrachtverbod in het centrum van Oelegem en/of een verbod doorgaand verkeer via intelligente oplossingen zoals ANPR camera’s, De afdwingbaarheid van deze laatste maatregel wordt zowel door de provincie Antwerpen als door de politie ZARA sterk in twijfel getrokken. Indien het college van burgemeester en schepenen ervan overtuigd is dat ze met verkeerstechnische middelen het sluipverkeer kan terugdringen waarom heeft men dan tot nu toe geen enkele maatregel in die zin genomen. Iedereen kan tijdens de spitsuren in Oelegem zien hoe je met kleine ingrepen het verkeer kan sturen. Hiervoor heb je geen mobiliteitsstudie nodig volgens het raadslid. Het raadslid citeert tevens de burgemeester in september 2014 waarbij hij stelde dat “met het geld dat eventueel uitgespaard zou worden als de brug niet dient vervangen te worden hoopt Ranst een nieuwe weg aan te leggen”. Het raadslid vraagt of hierover een overeenkomst gesloten is met NV De Scheepvaart en wat is het bedrag dat NV De Scheepvaart wil investeren indien er gekozen wordt voor een fietsbrug? Het aanleggen van de nieuwe verbindingsweg en de heraanleg van de rotonde vergen een grote investering van de gemeente. Hij vraagt zich af wat het geschatte bedrag voor deze investeringen is en waar de gemeente dit geld gaat halen? Vervolgens citeert het raadslid opnieuw de burgemeester met de melding dat er pas met de afbraak en heropbouw van de brug aan de Jozef Simonslaan kan gestart worden nadat de nieuwe verbindingsweg is aangelegd. Dit wil zeggen dat er op korte termijn plannen getekend moeten worden, het RUP moet aangepast worden, gronden aangekocht moet worden, de nodige financiële middelen moeten gevonden worden en tenslotte een aannemer moet aangesteld worden om de weg tijdig klaar te hebben. Dat de bruggen over het Albertkanaal moesten verhoogd worden stond reeds in 2009 in de beleidsverklaring van de Vlaamse Regering. De verhoging van de brug over het Akbertkanaal moet een feit zijn tegen 2020. Via een kleine rekensom berekent het raadslid dat er minder dan vijf jaar resteren om de flankerende maatregelen te realiseren. Hij vraagt zich af of er reeds gestart is met de voorbereidende werken of dat het louter beloften zijn die niet tijdig realiseerbaar zijn? Tenslotte zal volgens het college van burgemeester en schepenen het niet heropbouwen van een volwaardige brug de barrièrewerking alleen maar versterken, zeker in het geval van calamiteiten. Deze bewering is volgens het raadslid totaal tegenstrijdig met wat in de studie van Mint staat en hij citeert het verslag dat “Uit navraag bij de hulpdiensten blijkt dat Oelegem bediend wordt door de korpsen Ranst en Zandhoven. Indien noodzakelijk wordt in derde instantie beroep gedaan op de voorpost Schilde, en in vierde instantie op het korps van Wommelgem. Bij dringende hulpverlening wordt beroep gedaan op de ziekenwagens van Zandhoven, Lier, Malle en Borgerhout.”. Geen enkele hulpdienst maakt gebruik van de brug aan de Jozef Simonslaan volgens het raadslid. Het raadslid concludeert dat in de startnota van Mintnv en in het verslag van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie helemaal niet het herbouwen van de brug als de oplossing voorgesteld wordt voor het weren van het sluipverkeer in de dorpskern van Oelegem zoals het college van burgemeester en de schepenen de gemeenteraad en de inwoners van Oelegem wil doen geloven. Hierdoor had het raadslid graag het antwoord gekregen op zijn vragen alvorens het stemgedrag te kunnen bepalen hoe de fractie zal stemmen om al dan niet het standpunt van het college van burgemeester en de schepenen te bekrachtigen; Overwegende het antwoord van de burgemeester, L. Hofmans (Open VLD) en de schepen van Openbare Werken, F. Bossaerts (CD&V) dat er inderdaad naar een consensus gestreefd wordt in dit dossier maar dat de stem van de gemeente zeer belangrijk is. Beiden verwijzen naar de informatievergadering en de raadszitting van oktober om het standpunt van de gemeente in dit belangrijk dossier voor te leggen aan de gemeenteraad en daarna de bevolking te informeren op een informatiebijeenkomst. Ze oordelen beiden dat het dossier
klaar is voor een standpuntbepaling. Deze week zal er op de RMC opnieuw getracht worden een consensus te vinden. Beiden benadrukken dat er geen overeenkomst is met de Scheepvaart NV aangaande de kosten van de flankerende maatregelen in de drie scenario’s. Er is altijd wel geopperd dat bij het niet-volwaardig herbouwen van een brug er compensaties zouden komen voor de verkeersleefbaarheid van Oelegem maar dat is nooit in een overeenkomst gegoten of enig alludatie op cijfers. Er zijn ook enkel maar rudimentaire ramingen gemaakt op basis van vroegere ervaring. Tenslotte verwijzen ze beiden naar de nota van Mintnv aangaande de verhoging van de barrière-werking voor de bevolking van Oelegem aangezien er één verbinding gesupprimeerd wordt. Bij calamiteiten is er zeker dan geen verbinding meer met de andere deelgemeenten. Overwegende de vraag van J. De Ryck (N-VA) houdende het verzoek tot schorsing van de zitting om hun stemgedrag te bepalen; Overwegende het besluit van de voorzitter, S. De Pooter (Open VLD) om de zitting te schorsen om circa 21u05; Overwegende de heropening van de zitting door de voorzitter, S. De Pooter (Open VLD) om 21u20; Overwegende de tussenkomst van J. De Ryck (N-VA) om namens de fracties N-VA, groen en Vlaams Belang hun stemgedrag te motiveren: De beslissing over het heropbouwen van de brug is nog niet genomen. Het dossier over de brug is niet volledig. Er is totale onduidelijkheid over de financiering van de flankerende maatregelen. Er geen antwoord was op de verschillende vragen zoals hierboven beschreven. Besluit met 13 stemmen voor en 12 tegen (L. Redig, L. Van Camp, L. Van Dessel, J. Welz, J. Dillen, J. Oliviers, J. De Ryck, A. Willems, P. Teurfs, L. Baeten, G. Wittocx en C. Engelen): ------------------------------------------------Art. 1: Het standpunt van het college van burgemeester en schepenen op 16 december 2014 te bekrachtigen waarbij het behoud van een volwaardige brug de beste en de meest gedragen oplossing is voor de deelgemeente Oelegem op voorwaarde dat volgende flankerende maatregelen gerealiseerd worden om de verschillende verkeersstromen op een zo efficiënt mogelijke manier te scheiden: 1) realiseren en prioritiseren van de verbindingsweg Terstratenweg – Oelegemsesteenweg als een functionele ontvlechting van de verschillende verkeersstromen 2) een aantal circulatiemaatregelen zoals bijvoorbeeld de omvorming van de rotonde tot VRI 3) een vrachtverbod in het centrum van Oelegem en/of een verbod doorgaand verkeer via intelligente oplossingen zoals ANPR camera’s, Art. 2: De voorzitter van de GBC, schepen F. Bossaerts te mandateren als afgevaardigde van het gemeentebestuur om het standpunt van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad te verdedigen op de regionale mobiliteitscommissie op 22 januari 2014.
09
Overzicht klachtenbehandeling 2012: kennisname
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 197 en 198; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 15 december 2008, houdende het reglement klachtenbehandeling gemeente Ranst; Gelet op het overzicht van de klachten 2012;
Gelet op de synthese en analyse van de klachten 2012. Besluit: ---------Enig artikel. De gemeenteraad neemt kennis van het rapport van de klachtenbehandeling in 2012 van de klachtenbehandelaar.
10
Overzicht klachtenbehandeling 2013: kennisname
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 197 en 198; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 15 december 2008, houdende het reglement klachtenbehandeling gemeente Ranst; Gelet op het overzicht van de klachten 2013; Gelet op de synthese en analyse van de klachten 2013. Besluit: ---------Enig artikel. De gemeenteraad neemt kennis van het rapport van de klachtenbehandeling in 2013 van de klachtenbehandelaar.
11
Overzicht klachtenbehandeling 2014: kennisname
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 197 en 198; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 15 december 2008, houdende het reglement klachtenbehandeling gemeente Ranst; Gelet op het overzicht van de klachten 2014; Gelet op de synthese en analyse van de klachten 2014. Besluit: ---------Enig artikel. De gemeenteraad neemt kennis van het rapport van de klachtenbehandeling in 2014 van de klachtenbehandelaar.
12
Retributiereglement voor de terbeschikkingstelling van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen
Gelet op de artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het feit dat de gemeente vaste gemeentelijke aansluitkasten ter beschikking stelt voor levering van elektriciteit op verschillende openbare plaatsen op haar grondgebied ter gelegenheid van de plaatselijke kermissen en openluchtevenementen (markt, kerstmarkt, concert, feest,…); Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2007 houdende de goedkeuring van het retributiereglement voor het ter beschikking stellen van elektriciteit op foren;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2007 houdende de goedkeuring van het retributiereglement voor het ter beschikking stellen van elektriciteit op markten; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2007 houdende de goedkeuring van het retributiereglement voor het ter beschikking stellen van elektriciteit op openluchtevenementen; Overwegende dat het de voorkeur geniet om nog één retributiereglement te voorzien voor het ter beschikking stellen van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen en dit goed te keuren tot 31 december 2019, opdat alzo bij de overgang naar een nieuwe legislatuur problemen kunnen voorkomen worden; worden; Overwegende het voorstel van het college van burgmeester en schepenen om de gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het retributiereglement voor het ter beschikking stellen van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen aan te passen en enkel nog een retributie op te leggen voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast op kermissen. Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Enig artikel: Met ingang van 20 januari 2015 en eindigend op 31 december 2019 wordt een reglement vastgesteld voor het ter beschikkingstellen van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen op grondgebied van de gemeente, als volgt: “ Art. 1: ter beschikkingstelling van de gemeentelijke aansluitingskast De gemeente stelt aan de kermisuitbaters en organisatoren van openluchtevenementen (markt, kerstmarkt, concert, feest, …) een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied. De kermisuitbaters en organisatoren van openluchtevenementen mogen deze kast niet voor andere doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden. Het college van burgemeester en schepenen dient vooraf zijn toestemming te geven voor elke toegang tot een gemeentelijke aansluitkast. Art. 2: aansluiting §1. Alle kermisuitbaters, die kunnen aansluiten, zijn verplicht aan te sluiten op de gemeentelijke aansluitkast voor terbeschikkingstelling van elektriciteit, tenzij het aantal stopcontacten wordt overschreden of het gevraagde vermogen te hoog is. Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen: naam + voornaam / adres / telefoonnummer / e-mailadres van de foorexploitant deelgemeente van Ranst (Broechem – Oelegem – Ranst) datum van de kermis benaming en aard van de kermisattractie vermogen van de opstelling in kVA type aansluiting: éénfasig of driefasig §2. De kermisuitbater kan voor alle inlichtingen terecht op de technische dienst van de gemeente. Voor de organisatie van openluchtevenementen richt de kandidaat energiegebruiker een aanvraag voor toegang tot de gemeentelijke aansluitkast aan het college van burgemeester en schepenen, dit minstens 30 kalenderdagen voor het betrokken evenement.
Hij bezorgt hiervoor een aanvraag per brief, per fax of per e-mail gericht aan het college van burgemeester en schepenen. Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt: identiteit / adres / telefoonnummer / e-mailadres van de aanvrager situering en doel van het gebruik van de aansluitkast situering (adres) opgesteld vermogen eenfasig of driefasig tijdstip en periode van gebruik (aantal dagen) De kandidaat-energiegebruiker kan voor alle inlichtingen terecht op de technische dienst van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen deelt binnen 10 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mede aan de vereniging of organisatie. Art. 3: gebruiksvergoedingen §1. De kermisuitbater dient, vóór de aansluiting op de foorkast, aan de gemeente een ‘all in’-vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast te betalen. De vergoeding is forfaitair vastgelegd in volgende tabel en gaat uit van het gevraagd vermogen in kVA en het type van de aansluiting (éénfasig of driefasig): - eenfasige aansluiting per kermisweekend: Gevraagd vermogen vaste kost kVA €
-
0,5
43
1
44
1,5
45
2
46
2,5
47
3
48
3,5
49
4
50
4,5
51
5
52
6
54
7
55
8 56 driefasige aansluiting per kermisweekend: Gevraagd vermogen vaste kost kVA € 0,5
43
1
44
2
68
2,5
70
3
71
3,5
72
4
74
4,5
75
5
76
6
80
7
83
8
86
9
89
10
92
11
93
12
94
13
96
14
98
15
101
16
103
17
106
18
109
19
111
20
114
§2. De gebruiksvergoeding dekt zowel de vaste kosten als de variabele kosten van de gemeente en kan jaarlijks worden geactualiseerd. De gebruiksvergoeding is vooraf betaalbaar door storting op het rekeningnummer 0910001107-69, d.w.z. voordat aan de kermisuitbater toegang verleend wordt tot de meterkast. Bij gebrek aan tijdige betaling vervalt de aanvraag van de foorexploitant. §3. De organisator van een openluchtevenement, die toestemming verkregen heeft voor het gebruik van de aansluitkast, wordt vrijgesteld van de betaling van een retributie voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast. Art. 4: toegang en veiligheid §1. De gemeentelijke afgevaardigde zet de installatie in dienst (er is een automaat per stopcontact) op voorwaarde dat de foorexploitant een geldig attest voorlegt inzake de jaarlijkse keuring van zijn binneninstallatie (zie ook verder). De gemeentelijke afgevaardigde wijst aan de energiegebruiker het stopcontact (nummer)/de stopcontacten (nummers) /stroomkring op de gemeentelijke aansluitkast aan waartoe deze toegang bekomt en noteert de gegevens met het oog op de controle tijdens het gebruik van de kast. De gemeentelijke aansluitkast moet te allen tijde gemakkelijk toegankelijk blijven voor de gemeentelijke afgevaardigde, zodat het toezicht steeds mogelijk is. §2. Aansluitkabel van de foorexploitant Met het oog op het aftakken van de eigen installatie levert de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement een soepele kabel met versterkte buitenmantel volgens NBN C32-131 H07RN-F (CTFB-N) van een aan het installatievermogen aangepaste geleiderdoorsnede en voorzien van de overeenkomende industriële EN 60309-1 / en 60309-2 stekker, nl. minimum 5 G 6 met stekker 32 A of minimum 5 G 10 met stekker 63 A. Voor éénfasige toepassingen moet H07RN-F (CTFB-N) kabel 3 G 6 of 3 G 10 worden gebruikt met tweepolige stekker met aarding EN 60309-1 / EN 60309-2. Op het uiteinde van de kabel is de naam aangebracht van de gebruiker. §3. Aarding Wat de terbeschikkingstelling van de aarding betreft, geldt het volgende principe : 1. Indien voor de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement omwille van het regelmatig karakter een vaste gemeentelijke aansluitkast voorzien is, wordt de aarding
ter beschikking gesteld van de foorexploitant. In dit geval moet de kabel die gebruikt wordt voor de verbinding met de gemeentelijke aansluitkast uitgerust zijn met een groen/gele geleider. 2. Indien het om een plaats gaat met occasioneel karakter, moet de gebruiker op eigen kosten een aarding plaatsen. In dit geval moet hij de aarding laten controleren door een erkend organisme. De aansluiting zal slechts na de controle kunnen worden uitgevoerd. Een aansluitkabel die een groen/gele geleider bevat, mag niet aangesloten worden op de aarding van de kermisuitbater of organisator van het evenement. De energiegebruiker zal bij iedere aansluiting van zijn verbindingskabel op de gemeentelijke aansluitkast de continuïteit van de aardgeleider controleren. De verbinding van de aardgeleider met het verdeelbord van de foorinstallatie moet op een correcte wijze worden uitgevoerd. §4. Automatische differentieelschakelaar Overeenkomstig artikel 97.02 van het AREI moeten de beschermingsgeleiders, welke ook de voedingswijze is, met uitzondering van zeer lage voedingsspanning, verbonden zijn met een aardelektrode, waarvan de spreidingsweerstand niet groter is dan 500 Ohm. Alle stroombanen van de installaties van de foorexploitant, met uitzondering van deze, gevoed op zeer lage veiligheidsspanning, moeten ten minste beschermd zijn door een automatische differentieelschakelaar waarvan de aanspreekstroom niet groter is dan 100 mA of door een beschermingsinrichting tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking met een gelijkwaardige veiligheid. De test van de automatische differentieelschakelaars zoals voorzien in artikel 85.12 van het AREI dient door de foorexploitant te worden uitgevoerd onmiddellijk na de verbinding van de stekker in de gemeentelijke aansluitkast. De test moet uitwijzen dat de voeding werkelijk onderbroken wordt. Ieder verslag van een erkend keuringsorganisme moet de aanwezigheid van deze differentieelschakelaar vermelden. §5. Jaarlijkse keuring De aarding en de differentieelschakelaar(s) van de installatie van de kermisuitbater of organisator van het openluchtevenement dienen jaarlijks te worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme. De gemeentelijke afgevaardigde heeft elk moment het recht om het attest inzake jaarlijkse keuring in te zien. Indien de gemeentelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en / of dat de veiligheid in het gedrang komt, heeft hij de bevoegdheid om alle verdere toegang onmiddellijk te weigeren. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de know-how van de distributienetbeheerder. Elke onrechtmatige toegang of onderverhuring zal gerechtelijk worden vervolgd. Art. 5: aansprakelijkheid De gemeente stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de beschikbare aansluitkasten. Nochtans kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient zij in dit geval noch een schadevergoeding noch een vermindering van de gebruiksvergoeding toe te staan. De energiegebruiker dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de gemeentelijke aansluitkast veroorzaakt. Hij dient de gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen. De kermisuitbater of organisator van een openluchtevenement dient verzekerd te zijn voor de schade die hij door het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken.
Art. 6: Ingeval van betwisting tussen de gemeente en de kermisuitbater of organisator van een evenement is het de meest gerede partij die het geschil aanhangig maakt bij het vredegerecht of de bevoegde rechtbank van het gerechtelijk arrondissement van de gemeente. Art. 7: Dit reglement valt onder het algemeen bestuurlijk toezicht zoals bepaald in de artikels 252 en 253 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. Art. 8: Dit reglement vervangt het reglement als goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 16 december 2013 betreffende het ter beschikking stellen van elektriciteit op kermissen en openluchtevenementen.
13
Beheersovereenkomst OCMW - gezamenlijke informaticadienst
Gelet op het gemeentedecreet en in het bijzonder art. 271; Gelet op de omzendbrief BB 2009/2 van 5 juni 2009; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voormaatschappelijk welzijn; Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008 en in het bijzonder art.271; Overwegende het bestuursakkoord 2013-2018 en de strategische meerjarenplanning van de gemeente en het OCMW waarbij gesteld dat de gemeentelijke administratie en het OCMW meer samen moeten werken; Overwegende het regeerakkoord waarbij gesteld wordt dat de gemeente en het OCMW vanaf 2019 geïntegreerd moeten worden; Overwegende de detachering van een voltijds personeelslid als informaticus naar de politiezone ZARA vanaf 1 januari 2015; Overwegende de mogelijkheid om ter vervanging van het gedetacheerde personeelslid samen met het OCMW een gezamenlijke informaticadienst in te richten om op termijn tot een geïntegreerd informatica-beleid en omgeving te komen; Overwegende de besprekingen in het overleg tussen het decretaal kader van de gemeente en het OCMW, in het gezamenlijke managementteam van de gemeente en het OCMW en in het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat de afspraken conform het gemeentedecreet en het OCMW-decreet nog steeds in een beheersovereenkomst moeten gegoten worden; Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen. Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Art. 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de in bijlage gevoegde beheersovereenkomst 2017 tussen de gemeente en het OCMW van Ranst aangaande het geïntegreerd informaticabeleid met een gemeenschappelijke informaticus. Art. 2: Afschrift van huidige beslissing over te maken aan het OCMW Ranst.
14
Gemeentelijke app: Interpellatie N-VA
Het raadslid P. Teurfs (N-VA) haalt aan dat er sinds eind vorig jaar een app is over de gemeente Ranst op het internet waarin een groot aanbod aan informatie staat betreffende onze gemeente. N-VA Ranst vindt dit een heel goede informatiebron als aanvulling op de gemeentelijke webstek die weliswaar nog volledig moet aangepast worden. Het raadslid verwijst naar het verslag van het college van burgemeester en schepenen van 22 december 2014 met de goedkeuring van de licentie voor het hergebruik van overheidsinformatie aan Bart Goris in het kader van de app voor de gemeente Ranst die door hem gratis ontwikkeld werd. Het raadslid vraagt zich af of de app overgedragen is aan de gemeente of is het een louter privé initiatief aangezien Bart Goris deze app gratis ontwikkeld heeft voor de gemeente Ranst. Het raadslid vraagt zich af wie deze app in de toekomst gaat onderhouden. Tenslotte vraagt het raadslid zich af wanneer de nieuwe webstek van de gemeente operationeel zal zijn. De schepen van communicatie, H. Goris (Open VLD), antwoordt dat de app eigendom blijft van de ontwikkelaar en dat hij enkel de gemeentelijke overheidsinformatie mag gebruiken, inclusief het logo op voorwaarde dat het neutrale informatiegaring betreft. Dit wordt gegoten in een licentieovereenkomst die door de ontwikkelaar als het gemeentebestuur ondertekend wordt. Hij zal de app tevens zelf moeten onderhouden. Het is en blijft volledig een privé initiatief dat de gemeente ondersteunt door het aanbieden van informatie. Wat betreft de gemeentelijke website is het lastenboek goedgekeurd en heeft het gemeentebestuur de markt geraadpleegd. Er zijn 5 kandidaten aangeschreven die tijd hebben tot 30 januari 2015 om zich effectief kandidaat te stellen. Vervolgens zullen er demo’s georganiseerd worden. De schepen rekent minimaal 7 tot 9 maanden voor de procedure. Wanneer de nieuwe operationeel is, is op dit moment nog te vroeg om te beantwoorden, besluit de schepen.
15
Heraanplantingsplan speelbos Van Steenbergenlaan: interpellatie N-VA
Het raadslid J. De Ryck (N-VA) verwijst naar het verslag van het college van burgemeester en schepenen van 22 december 2014 met het heraanplantingsplan voor het speelbos Van Steenbergenlaan en de beslissing om het wandelpad dat voorgesteld werd door het Regionaal Landschap te schrappen omwille van de privacy voor de omwonenden te respecteren. Volgens het raadslid raakt dit argument kant nog wal omdat in het speelbos aan de Van Steenbergenlaan er sinds de aanleg steeds een wandelpad is geweest dat liep van aan de Le Roylaan tot aan de Van Steenbergenlaan/ Van Vrieselelaan. Door het gebrek aan onderhoud door de gemeente was het wandelpad volgens het raadslid misschien minder toegankelijk, maar het werd nog steeds gebruikt door de omwonenden. Vermits het hier gaat over openbaar domein vindt het raadslid het noodzakelijk dat dit domein voor iedereen toegankelijk blijft. Het aanleggen van het speelbos en de wegenis was indertijd een onderdeel van het verkavelingsplan. De vergunning voor deze verkaveling werd afgeleverd op 1 maart 1977. Wegenis die reeds 38 jaar bestaat kan volgens het raadslid onmogelijk door een eenzijdige beslissing van het college ongedaan gemaakt worden. Hij vraagt dan ook aan het college van burgemeester en schepenen om terug te komen op haar beslissing van 22 december 2014 om het wandelpad te schrappen en het voorgestelde plan van het Regionaal Landschap in zijn volledigheid te aanvaarden? De schepen van groen, J. Verhaegen (Open VLD), antwoordt dat er nog wat gebeurd is sinds 22 december conform de vergunning. Geheel het terrein is ontbost en geklepeld volgens de vergunning. Volgens de schepen is het geen goed idee om op deze ondergrond een verhard pad te realiseren.
De burgemeester, L. Hofmans (Open VLD) antwoordt dat er nooit een aangelegd wandelpad is geweest. Er is toegang geweest van de Le Roylaan maar geen verhard wandelpad in dat bos als een verbinding tussen de Van Vrieselaan en de Le Roylaan. Hierdoor oordeelt de burgemeester dat het geen goed idee is om daar een officieel wandelpad te realiseren en dat het college van burgemeester en schepenen bij zijn beslissing blijft.
16
Aanvullend verkeersreglement: kruispunt Bolkerhoeveweg Oelegemsesteenweg
Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 117, 119 en 135; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer; Gelet op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van heden om bij hoogdringendheid het agendapunt ‘Aanvullend verkeersreglement: kruispunt Bolkerhoeveweg – Oelegemsesteenweg’ toe te voegen; Gelet op het ministerieel besluit waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van verkeerstekens; Overwegende dat de gemeente de plicht heeft de veiligheid en het gemak van doorgang te waarborgen op zijn grondgebied; Overwegende de geplande markeringen naar aanleiding van de heroprichting van de brug over de Oelegemsesteenweg; Overwegende dat in het verleden en in de huidige toestand het verkeer komende van de Bolkerhoeveweg dat naar Broechem wenst te rijden rekening zal moeten houden met het verkeer komende van de brug en van het rond punt en zal als zodanig een volle witte lijn moeten overschrijden; Overwegende het voorstel van de politie op 13 januari 2015 om omwille van de verkeersveiligheid een aanvullend verkeersreglement aan de aansluiting van de Bolkerhoeveweg op de Oelegemsesteenweg goed te keuren waarbij het verkeer komende van de Bolkerhoeveweg gedwongen wordt om rechts af te draaien op het rond punt en het verboden wordt om rechtstreeks de brug richting Broechem op te draaien; Overwegende het voorstel om bij de aansluiting van de Bolkerhoeveweg op de Oelegemsesteenweg een bord te plaatsen waarbij de bestuurders verplicht rechtsaf moeten draaien en het rond punt moeten nemen om richting Broechem te rijden; Overwegende het voorstel om een onderbroken witte lijn te schilderen naast de ononderbroken lijn ter hoogte van de Bolkerhoeveweg om het verkeer komende van het rond punt toe te laten om de Bolkerhoeveweg in te draaien; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat de gemeenteraad van heden bij eenparigheid van stemmen heeft geoordeeld dat dit punt omwille van bovenstaande gemotiveerde reden als spoedeisend punt aan de agenda van heden wordt toegevoegd. Besluit met eenparigheid van stemmen: ------------------------------------------------Art. 1: Bij de aansluiting van de Bolkerhoeveweg aan de Oelegemsesteenweg een verbod in te
voeren om links af te draaien en een verplichting voor rechts te draaien via de aanduiding met het verkeersbord D1. Art. 2: Een onderbroken witte lijn te schilderen naast de volle (ononderbroken) witte lijn ter hoogte van de Bolkerhoeveweg om het verkeer komende van het rond punt toe te laten de witte lijn te dwarsen en zo de Bolkerhoeveweg in te draaien. Art. 3: Onderhavig reglement zal ter kennisgeving, in drievoud toegezonden worden aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Overheid, Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel.
Gedaan te Ranst in zitting datum als boven. Op bevel, De secretaris,
De voorzitter,