Visie schuldhulpverlening Grip op de knip
Zevenbergen, oktober 2008 Afdeling Strategie en Advies Judith Schoenmakers
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE................................................................................................................................. 2 OPZET EN SAMENVATTING................................................................................................................. 3 HOOFDSTUK 1 1.1 1.2
AANLEIDING ................................................................................................................................ 4 PROBLEEM- EN DOELSTELLING ..................................................................................................... 4
HOOFDSTUK 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
HUIDIG BELEID/WERKWIJZE................................................................................ 8
INLEIDING .................................................................................................................................... 8 HUIDIG BELEID/WERKWIJZE .......................................................................................................... 8 TAKEN EN DIENSTEN SCHULDHULPVERLENING DIE NU VERVULD WORDEN ........................................ 9 BUDGETTEN .............................................................................................................................. 10 KNELPUNTEN ............................................................................................................................ 10 SAMENVATTING ......................................................................................................................... 11
HOOFDSTUK 4 4.1 4.2
THEORETISCH KADER.......................................................................................... 6
INLEIDING .................................................................................................................................... 6 EUROPEES BELEID ...................................................................................................................... 6 RIJKSBELEID ............................................................................................................................... 6 PROVINCIAAL BELEID ................................................................................................................... 7 REGIONAAL BELEID ...................................................................................................................... 7 HET COLLEGEWERKPROGRAMMA EN GEMEENTELIJK BELEID ........................................................... 7 SAMENVATTING ........................................................................................................................... 7
HOOFDSTUK 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
INLEIDING ............................................................................................................... 4
DE TOEKOMSTIGE SCHULDHULPVERLENING................................................ 12
INLEIDING .................................................................................................................................. 12 VISIE / STRATEGIE ..................................................................................................................... 12
HOOFDSTUK 5
VAN BELEIDSTHEMA NAAR ACTIEPUNTEN .................................................... 15
5.1 INLEIDING EN UITGANGSSITUATIE ................................................................................................ 15 5.2 OUTPUTDOELSTELINGEN............................................................................................................ 15 5.3 VAN BELEIDSTHEMA NAAR ACTIEPUNTEN..................................................................................... 15 5.3.1 Preventie.......................................................................................................................... 15 5.3.2 Curatief ............................................................................................................................ 17 5.3.3 Nazorg ............................................................................................................................. 18 5.3.4 Overig .............................................................................................................................. 19 BIJLAGE 1
PROCES SCHULDHULPVERLENING ....................................................................... 21
BIJLAGE 2
VORMEN VAN MINNELIJKE SCHULDHULPVERLENING....................................... 24
BIJLAGE 3
PROFIEL VAN DE CLIËNTEN IN SCHULDHULPVERLENING ................................ 25
BIJLAGE 4
HUIDIGE PREVENTIEVE INSTRUMENTEN .............................................................. 26
BIJLAGE 5
HUIDIGE CURATIEVE INSTRUMENTEN................................................................... 28
BIJLAGE 6
LITERATUURLIJST .................................................................................................... 29
BIJLAGE 7
LIJST MET AFKORTINGEN ....................................................................................... 30
BIJLAGE 8
PLANNING................................................................................................................... 31
BIJLAGE 9
CAPACITEITSRAMINGEN PER JAAR ...................................................................... 32
BIJLAGE 10
KOSTENOVERZICHT ................................................................................................ 33
2
Opzet en samenvatting Steeds meer mensen hebben schulden die ze zelf niet meer kunnen oplossen. Landelijk is het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening de laatste jaren toegenomen met ruim 30%. De Vereniging voor Schuldhulpverlening en sociaal bankieren ( NVVK) maakte onlangs zelfs bekend dat de schuldhulpverlening van de Kredietbanken de afgelopen 5 jaar met 50% is toegenomen. In Moerdijk is deze tendens eveneens zichtbaar; reden om een nieuwe visie schuldhulpverlening op te stellen. In hoofdstuk 1 gaat het om het formuleren van de probleem-en doelstelling als uitgangspunt van beleid. Zoals in het beleidsplan werk en inkomen 2008-2010 ook is vermeld is een goed, toepasbaar beleid een voorwaarde voor de sociaal-economische kracht van een gemeente; daarbij zijn de sociale partners onmisbaar. Zij dragen mede bij aan het verder uitvoering geven van beleid om de participatie van onze inwoners te vergroten. Hoofdstuk 2 handelt over het theoretisch kader (Rijk, provincie) en er wordt stilgestaan bij de regionale ontwikkelingen en het collegewerkprogramma. Zowel het rijk, de provincie als de Europese Unie (EU) hebben beleid ontwikkeld om gemeenten in hun taak te ondersteunen. De huidige werkwijze van schuldhulpverlening wordt behandeld in hoofdstuk 3. In het kort komt het er op neer dat de huidige werkwijze voldoende is, echter er zijn wel een aantal knelpunten zichtbaar: • • • •
vroegsignalering / preventie vindt nog te weinig plaats er is geen benchmarking mogelijk er is sprake van redelijke recidive/hoge uitval er is onvoldoende managementinformatie voorhanden om beleidsmatig te sturen.
Op basis van de knelpunten en de te wensen koers is de visie voor de komende periode als volgt geformuleerd: Met een actief , preventief en integraal schuldhulpverleningsbeleid levert de gemeente Moerdijk een bijdrage aan de maatschappelijke participatie van inwoners die anders zouden worden uitgesloten. Het draagt bij aan een volwaardig bestaan.Schuldhulpverlening gebeurt vanuit de visie dat iedereen zoveel mogelijk moet kunnen participeren in de samenleving en is daarmee onderdeel van het sociaal beleid.Hierbij dient de eigen verantwoordelijkheid van de burger niet uit het oog te worden verloren In hoofdstuk 4 wordt hier verder op in gegaan. In hoofdstuk 5 staat vermeld welke outputdoelstellingen we met de nieuwe visie willen bereiken: • Het aantal verzoeken om schuldhulpverlening daalt van 70 naar 50 in 2011. • Terugdringen van de hoogte van de schulden. • Het aantal geslaagde schuldhulpverleningstrajecten verhogen van 30% via een glijdende schaal naar 50% in 2011. • De wachtlijsten moeten vanaf 2009 nul zijn en blijven. • Het aantal recidivisten wordt teruggebracht van 30% naar 20% in 2011. In dit hoofdstuk wordt eveneens stilgestaan bij de acties die de komende periode worden ingezet om de outputdoelstellingen te bereiken.
3
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Aanleiding Steeds meer mensen hebben schulden die ze zelf niet meer kunnen oplossen. Landelijk is het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening de laatste jaren toegenomen met ruim 30%. De Vereniging voor Schuldhulpverlening en sociaal bankieren ( NVVK) maakte onlangs zelfs bekend dat de schuldhulpverlening van de Kredietbanken de afgelopen 5 jaar met 50% is toegenomen. Tussen de 1,7% en 3,9% van de huishoudens met een inkomen tot 150% van het netto sociaal minimum heeft een problematische schuld. Slechts één op de zes huishoudens zoekt hiervoor hulp. Een deel van de huishoudens die geen hulp zoekt, denkt niet de problemen op te kunnen lossen zonder hulp1. Deze cijfers geven in kort bestek aan wat de omvang van de schuldenproblematiek bij huishoudens met lagere inkomens is. Opmerkelijk is ook dat slechts een klein deel van deze huishoudens hulp zoekt. Buiten deze ontwikkeling zijn er nog andere landelijke tendensen waarneembaar, namelijk: • de schulden onder jongeren nemen toe. Ter indicatie: Bijna 40% van de werkende jongeren onder de 25 jaar had eind 2006 een schuld van gemiddeld € 900,00. Van de jongeren die bij hun ouders wonen heeft 1 op de 3 een schuld van € 750,00. Als ze alleen wonen is het aantal personen en het bedrag verdubbeld en heeft maar liefst twee op de drie jongeren een schuld van gemiddeld € 1750.--. 2 • roodstanden op betaalrekeningen stijgen • hypothecaire leningen worden vaker gebruikt voor consumptie • het bedrag en de uitstaande vorderingen neemt jaarlijks toe • met name rekeningen die verband houden met zorgkosten blijven liggen; verwacht wordt dat de druk op de huishoudens verder wordt vergroot door vorderingen van de belastingdienst inzake de huur- en zorgtoeslag • stijging aanmeldingen schuldhulpverlening • sterke toegenomen complexiteit van de schuldsituaties • internationalisering van schulden (via internet meer leningen in bv België) • ingewikkelde regelingen zoals de zorg-en huurtoeslag leiden tot veel problemen De afgelopen jaren zien we dus al dat er sprake is van een toegenomen beroep op schuldhulpverlening en gezien de bovenstaande ontwikkelingen heeft de hulpvraag de potentie nog verder toe te nemen dan nu al het geval is. Deze toegenomen vraag wordt ook landelijk onderkend. Zo is recent een motie in de Tweede Kamer aangenomen om financiële (niet-geoormerkte) middelen aan gemeenten beschikbaar te stellen. Ook in Moerdijk is de toename van de problematiek zichtbaar; met name de hoogte en complexiteit van de schulden neemt toe, het aantal aanvragen blijft echter vrij stabiel. In het beleidsplan werk en inkomen 2008-2010 is aangegeven dat er, door de gewijzigde omstandigheden en de complexiteit van de vraag, een nieuwe visie schuldhulpverlening opgesteld dient te worden. 1.2
Probleem- en doelstelling
Probleemstelling Op welke wijze kan het schuldhulpverleningsbeleid verder vorm worden gegeven, zodat de mate van zelfredzaamheid en participatie van de inwoners nog meer wordt vergroot.
Deze probleemstelling sluit exact aan binnen de probleemstelling zoals die verwoord is in het beleidsplan werk en inkomen 2008-2010, namelijk:
1 2
Schulden: een (on)dragelijke last? IVA beleidsonderzoek en –advies Tilburg www.nibud.nl
4
“De ontwikkelingen in de uitvoering van de sociale zekerheid vragen een nieuwe visie op de vraag hoe het dienstverleningsproces naar de cliënt kan worden ingevuld. Uitgangspunt is om te komen tot een cliëntgerichte en resultaatgerichte organisatie, waarbij deelname aan de samenleving boven inactiviteit en financieel onvermogen gaat. Door de schuldhulpverlening anders te gaan organiseren wordt getracht dit financieel onvermogen te beperken cq te voorkomen, waardoor iemand weer zo snel mogelijk kan participeren “. Doelstelling
Het bieden van een financiële ondergrens , waardoor mensen gestimuleerd worden (opnieuw) te participeren in de samenleving.3
Ook hierbij wordt aangesloten bij de doelstelling uit het beleidsplan werk en inkomen 2008-2010. Het is voor gemeenten namelijk van belang een actief beleid te voeren op het gebied van armoedebestrijding, schuldhulpverlening en volledige benutting van de aanwezige voorzieningen. Langdurige ineffectiviteit kan namelijk leiden tot sociaal isolement en armoede.
3
in het kort komt het er op neer dat het streven is ervoor te zorgen dat mensen geen schulden maken, beter kunnen omgaan met geld en weerbaarder worden, waardoor ze weer volwaardig kunnen meedoen in de samenleving.
5
Hoofdstuk 2
Theoretisch kader
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het wettelijke kader en de uitgangspunten mbt schuldhulpverlening; per bestuurslaag zal hier apart aandacht aan worden geschonken. 2.2 Europees Beleid De Europese Unie (EU) wil een stimulans geven aan de bestrijding van sociale uitsluiting en armoede. De EU heeft zich ertoe verbonden het aantal personen dat aan een risico van armoede blootstaat vóór 2010 aanzienlijk te verminderen. Om die doelstelling te bereiken heeft de Europese Raad in maart 2000 een open coördinatiemethode goedgekeurd die op het niveau van de EU doelen stelt en actieplannen lanceert die aan de nationale situatie zijn aangepast. In het kader van die methode hebben het Europees Parlement en de Europese Raad een actieprogramma (EAP) voor de periode 2002-2006 goedgekeurd, waardoor de EU en de lidstaten de doelmatigheid van hun beleid ter zake kunnen opvoeren. 2.3 Rijksbeleid Het rijk heeft het besluit dat de Europese Raad heeft genomen nader uitgewerkt in het Nationaal Actieplan ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (NAP). Het NAP 2003 is het tweede nationaal actieplan ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, dat sinds 2001 is verschenen. In het NAP 2003 zijn hoofddoelstellingen geformuleerd, die passen binnen de doelstellingen zoals geformuleerd door de Europese Raad. Deze zijn: • Verhogen van maatschappelijke participatie in de vorm van betaald werk of maatschappelijk zinvolle onbetaalde activiteiten. • Waarborgen van een minimuminkomen. • Bevorderen van toegankelijkheid van voorzieningen. • Verbeteren van de positie van de meest kwetsbaren. • Mobilisatie van alle actoren bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Wat het laatste punt betreft het volgende.Er is een duidelijke tendens zichtbaar dat het aantal problematische schulden steeds meer toeneemt. Om die reden heeft het kabinet een aantal maatregelen genomen om te voorkomen dat mensen problematische schulden opbouwen. De belangrijkste maatregelen staan hieronder vermeld: • Kredietreclames worden aan banden gelegd. Reclames op tv en internet worden voorzien van een waarschuwing dat te veel lenen je in onoverkomelijke problemen kan brengen. Advertenties waarin de mogelijkheid wordt geboden de zogeheten BKR-registratie te omzeilen, worden verboden. Het kabinet doet dat om mensen meer bewust te maken van hun leengedrag. • De mogelijkheden om rood te staan, worden beperkt. Op roodstand voor een periode langer dan een maand worden de regels van de Wet op het financieel toezicht van toepassing waardoor bijvoorbeeld de kredietwaardigheidtoets moet worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor roodstand bij vertrekkers van creditcards en cliëntenkaarten. Het kabinet wil zo voorkomen dat mensen schuld op schuld stapelen. • Wie een lening afsluit die korter duurt dan één maand, moet verplicht worden geïnformeerd over de kosten en voorwaarden. • Het kabinet gaat samen met gemeenten het zogeheten niet-gebruik van inkomensvoorzieningen aanpakken. Het verbetert de informatie daarover voor burgers en uitvoerders. Speciale aandacht is er voor AOW’ers die recht hebben op aanvullende bijstand en dat nu niet aanvragen. • Het kabinet ondersteunt het ontwikkelen van een certificaat voor schuldhulpverleningsorganisaties. • Het kabinet verzoekt gemeenten om mensen met schulden snel door te verwijzen naar bijvoorbeeld budgetcursussen, schuldsanering of budgetbeheer (waarbij de uitkering door iemand anders wordt beheerd die de vaste lasten betaalt). Het geven van bijzondere bijstand in de vorm van een lening, wordt ontmoedigd; het geven van giften wordt toegejuicht. • Er zijn convenanten afgesloten met “grote”schuldeisers, denk daarbij aan convenant met Essent, Nuon, Eneco etc.
6
Ook wil het kabinet zorgen dat mensen die onverhoopt toch problematische schulden hebben goede hulp krijgen.In het deelakkoord participatie SZW-VNG is daarom de ambitie afgesproken om in de periode 2008-2011 een extra impuls te geven aan schuldhulpverlening. Het kabinet heeft daarom een bedrag oplopend tot € 80 miljoen structureel beschikbaar te stellen en toe te voegen aan het gemeentefonds. Voor de gemeente Moerdijk betekent dit dat voor de perioden 2007-2009 resp. € 28.252,--, € 18.050,-- en € 14.708,-- beschikbaar is. De verdeling is gebaseerd op het aantal bijstandsontvangers en huishoudens met een laag inkomen. De bedragen voor 2007 en 2008 zijn ingezet voor het wegwerken van de wachtlijsten. Het bedrag voor 2009 is in de begroting opgenomen ter uitvoering van deze visie. Verder is er op Prinsjesdag 2008 het volgende afgesproken: Het kabinet wil het aantal mensen met een problematische schuld terugdringen met de helft in 2011 en de wachtlijsten van de schuldhulpverlening beperken. Staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat wettelijke eisen stellen aan de gemeentelijke schuldhulpverlening. In de regels komt bijvoorbeeld te staan hoe lang iemand met schulden maximaal op een gemeentelijke wachtlijst mag staan en hoe lang de gemeente erover mag doen om een oplossing voor te stellen. Ook kan Aboutaleb regelen welke vormen van hulp de gemeente aan moet kunnen bieden. Aboutaleb gaat met de betrokken partijen overleggen over de precieze regels en stuurt eind 2008 een uitgewerkt plan naar de Tweede Kamer. 2.4 Provinciaal beleid De provincie heeft in 2007 € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor armoedebestrijding o.a. voor projecten om mensen te activeren voor bv vrijwilligerswerk. Voor schuldhulpverlening is er momenteel geen subsidie beschikbaar. 2.5 Regionaal beleid Op het terrein van schuldhulpverlening wordt momenteel regionaal niet samengewerkt. In het kader van de mogelijke intergemeentelijke samenwerking wordt dit in de toekomst mogelijk wel het geval. 2.6 Het collegewerkprogramma en gemeentelijk beleid Gemeenten hebben bij schuldhulpverlening de regie in handen. Zij kunnen zelf prioriteiten stellen en kiezen hoe zij de schuldhulpverlening willen organiseren. Voor de financiering van de schuldhulpverlening kunnen gemeenten gebruik maken van het fictief budget bijzondere bijstand. Dit budget is onderdeel van het gemeentefonds. Ook kunnen gemeenten eigen middelen inzetten. In het collegewerkprogramma 2006-2010 “van Ambitie naar realisatie” staat de hulpverlening bij programma drie, economie 0nderdeel H, Werk en Inkomen centraal. Hierin is namelijk het volgende opgenomen: “Het voorkomen en bestrijden van armoede, zodat mensen zoveel mogelijk op een volwaardige wijze kunnen participeren in de samenleving. In het beleidsplan 2008-2010 zijn een aantal actiepunten opgenomen ter bestrijding van armoede; het opstellen van een visie schuldhulpverlening is een van deze punten “. Vooruitlopend daarop heeft de gemeenteraad in 2007 extra middelen beschikbaar gesteld voor de schuldhulpverlening om de destijds aanwezige wachtlijsten te beperken. 2.7 Samenvatting Het hebben van schulden en daarmee het verlenen van hulp daarbij is steeds meer toegenomen. Om gemeenten hierbij te ondersteunen hebben zowel de EU, het Rijk en de provincie beleid ontwikkeld cq middelen beschikbaar gesteld. In het collegewerkprogramma en het beleidsplan werk en inkomen 2008-2010 is schuldhulpverlening ook als speerpunt opgenomen.
7
Hoofdstuk 3
Huidig beleid/werkwijze
3.1 Inleiding De visie op schuldhulpverlening van de gemeente Moerdijk is niet verwoord in een aparte nota of beleidsplan. In het beleidsplan werk en inkomen 2008-2010 is wel een voorzet gemaakt (zie hoofdstuk 1). Vooralsnog wordt ad hoc gehandeld cq acties ingezet zonder dit te toetsen aan een visie. 3.2 Huidig beleid/werkwijze In het proces schuldhulpverlening is een drietal partijen zichtbaar. Dat zijn de gemeente, als opdrachtgever, een schuldhulpverleningsorganisatie die de financiële dienstverlening regelt en het Maatschappelijk Werk dat zorgt voor maatschappelijke, psychosociale, en sociaaljuridische dienstverlening. In de Moerdijkse uitvoering zijn de kernorganisaties Frontoffice zorg, Kredietbank Breda en Stichting de Markenlanden. In de praktijk werken de kernorganisaties samen in het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk. Iedere 5 weken vindt er op uitvoerend niveau overleg plaats om casussen te bespreken. Ook is er regelmatig contact tussen de uitvoerende instanties.Verder is er beleidsmatig overleg tussen de ketenorganisaties, waarin beleidsmatige zaken besproken en uitgediscussierd worden en is onlangs het gehele proces schuldhulpverlening geüpdate. (zie bijlage 1) Gemeente Moerdijk: Jaarlijks melden zich zo’n 70-tal cliënten aan voor financiële schuldhulpverlening. Via een intake wordt vastgesteld dat de meeste cliënten komen voor een schuldregeling. In geringe mate gaat het ook om inkomensbeheer. De dienstverlening vanuit het cluster zorg beperkt zich tot het doorverwijzen van cliënten met problematische schulden naar Kredietbank Breda en Stichting de Markenlanden. Daarnaast is er overleg met woningbouwverenigingen om huisuitzettingen te voorkomen en huurschulden te verminderen. Kredietbank Breda: De gemeente Moerdijk en de Kredietbank Breda hebben een zakelijke opdrachtgever- opdrachtnemer relatie. Voor iedere afgemelde zaak ontvangt de Kredietbank Breda een bepaald bedrag. Na aanmelding start de schuldregelingsvraag met: 1.
2.
fase 1: Inventarisatie van schulden, vaste lasten, Plan van Aanpak, beslissing: “wie moet er in budgetbeheer, wie niet”. Mensen moeten zelf gegevens aanleveren. De doorlooptijd is 30 dagen. Lukt het niet binnen die tijd (cliënten krijgen nog een aanmaning) dan wordt de aanvraag voor een schuldregeling afgewezen. In de praktijk wordt die grens nogal eens opgerekt als blijkt dat cliënten er wel serieus mee bezig zijn. Soms willen cliënten ook gewoon niet meewerken. In deze fase wordt eveneens de indicatiestelling gedaan voor flankerende hulpverlening. fase 2: Daarin worden, in een 120 dagen traject, alle schuldeisers benaderd of ze akkoord gaan met een regeling. Zo ja, dan volgt het minnelijke traject waarin de schulden voor de cliënt worden geregeld met een maximum looptijd van 3 jaar. Zo nee, dan volgt de afgifte van een Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) verklaring en een Wsnp traject waarin een schuldregeling wettelijk wordt afgedwongen.(voor verdere informatie: zie bijlage 2) Een bewindvoerder wordt aangesteld en regelt het schuldtraject met schuldeisers en cliënt. Let wel: de 120-dagen norm wordt mogelijk ter discussie gesteld; door de complexiteit van aanvragen is deze norm lang niet altijd haalbaar meer.
Ook heeft de Kredietbank preventiemedewerkers in dienst, die verantwoordelijk zijn voor het activeren en toerusten van diverse instellingen op het gebied van schuldhulpverlening en het terugdringen van het niet-gebruik van voorzieningen middels voorlichting en info-advies acties. Daarnaast is het haar taak om zorg te dragen voor het optimaliseren van het gebruik van financiële instrumenten en voor nauwe samenwerking tussen relevante organisaties. Over het algemeen is het beeld over de uitvoering van de financiële schuldhulp positief. De dienstverlening is goed, echter wel met een aantal aandachtspunten: • Momenteel is er een wachtlijst; de verwachting is dat die nog dit jaar weggewerkt is, aangezien de Kredietbank dan weer geheel op personele sterkte is.
8
• • •
Net als landelijk het geval is, is er een redelijk hoge uitval, namelijk 70%. Een andere constatering is dat een redelijke groep cliënten die is afgehaakt, zich later weer opnieuw aanmeldt. Er is onvoldoende managementinformatie voorhanden om beleidsmatig te sturen. Een landelijk hoogwaardig managementsysteem is momenteel wel in ontwikkeling.
Stichting de Markenlanden: De Stichting Markenlanden wordt gesubsidieerd voor de diensten die zij uitvoeren. Basis van de subsidie is een subsidie overeenkomst waarin de wederzijdse verplichtingen zijn opgenomen. De stichting levert verschillende diensten in de eerste lijn: schuldhulpverlening en maatschappelijk werk. De schuldhulpverleners geven onder andere hun cliënten individueel budgetadvies, bemiddelen bij (nog) niet problematische en/of enkelvoudige schulden tussen cliënt en schuldeiser om tot een betalingsregeling te komen. Per jaar zijn ongeveer 125 dossiers in begeleiding. 30% van deze groep meldt zich binnen een aantal jaar weer met schulden. (voor de overige cliëntprofielen, zie bijlage 3) Het maatschappelijk werk komt in actie bij kwetsbare en weinig zelfredzame groepen, vaak ook in samenwerking met specialistische hulpverleners, zoals de GGZ. De afgelopen jaren waren er enorme wachtlijsten. Hierop heeft de raad besloten extra middelen ter beschikking te stellen tot 1 januari 2009 ter voorkoming van deze wachtlijsten. De laatste informatie is dat er geen wachtlijst meer is. Toch blijven er wel een aantal punten van aandacht: 1. De monitoring van de stichting kan verbeterd worden. Zo is het niet altijd duidelijk hoeveel tijd besteed wordt aan de individuele cliënten cq producten, indirecte uren, doorlooptijden etc. Deze voorwaarde is sinds kort wel gesteld. 2. Het aantal succesvol afgesloten trajecten was beperkt en er is veel recidive. (landelijke tendens). Door de inzet van extra middelen, kunnen trajecten echter eerder opgepakt worden. Door de hoge wachtlijsten haakten namelijk veel personen af, waardoor een traject niet succesvol kon worden afgesloten. 3. Er is veel uitval. De reden is identiek als die vermeld onder punt 2.
3.3 Taken en diensten schuldhulpverlening die nu vervuld worden De drie bovenvermelde partijen zetten voor de uitvoering van de schuldhulpverlening een aantal instrumenten in, dat zowel op het vlak van preventie als op het vlak van curatieve schuldhulpverlening kan liggen, namelijk: 1. preventie en vroegsignalering. Preventieve schuldhulpverlening is gericht op het voorkomen van schulden. Vroegsignalering van schulden en activiteiten gericht op het opsporen van de doelgroep zijn belangrijke vormen van preventieve schuldhulpverlening. In bijlage 4 leest u welke preventieve activiteiten momenteel uitgevoerd worden. Hier blijkt uit dat de huidige preventieve instrumenten momenteel vrij beperkt zijn. 2. curatieve schuldhulpverlening.Curatieve schuldhulpverlening gaat uit van het helpen van mensen die daadwerkelijk in een problematische schuldsituatie verkeren. In bijlage 5 bevindt zich een overzicht van de huidige curatieve instrumenten In onderstaand schema worden de verschillende instrumenten in Moerdijk in een model van een basispakket schuldhulpverlening ondergebracht.
9
Preventie
Aanmelding bij gemeente
Adviesgesprek
Case manage-
Intake Kredietbank
Intake Markenlanden
ment Budget beheer
Schuld Regeling
Schuld regeling
Psychosoc. hulpverl WSNP
Nazorg
verklaring Niet (volledig)ingevuld
Markenlanden Gemeente Moerdijk
Kredietbank
3.4 Budgetten Het budget mbt schuldhulpverlening dient in drie componenten verdeeld te worden: De gemeente Moerdijk heeft een capaciteit van 1 fte voor de uitvoering van de schuldhulpverlening. Stichting de Markenlanden ontvangt structureel ongeveer € 80.000,-- , zijnde 1 fte voor de uitvoering van de schuldhulpverlening. In 2007/2008 heeft de gemeenteraad besloten incidenteel € 157.000,-euro toe te kennen voor de inhuur van 2 extra fte. Kredietbank Breda ontvangt van de gemeente een vast bedrag per dossier, kosten bedragen om en nabij € 80.268,-- euro per jaar. 3.5 Knelpunten Op basis van de huidige werkwijze en gesprekken met de partijen kunnen de volgende huidige knelpunten benoemd worden: • • •
•
•
•
Er is in beperkte mate sprake van nazorggesprekken. Een aantal cliënten heeft dergelijke begeleiding nodig om terugval in een nieuwe schuldsituatie te voorkomen. Op het hele beleidsniveau van schuldhulpverlening is er te weinig inzichtelijke managementinformatie, waardoor (bij)sturing en evaluatie op de resultaten van de geboden dienstverlening niet of onvoldoende plaatsvindt. Een hoge uitval/recidive. 70% van de trajecten wordt vroegtijdig beëindigd om allerhande redenen (zie bijlage 3). Dit is een landelijke tendens. Helaas is het niet mogelijk om de Moerdijkse cijfers mbt uitval, geslaagde trajecten en recidive af te zetten tegen het landelijke gemiddelde. Navraag bij zowel het ministerie van SZW en een aantal gerenommeerde bedrijven mbt schuldhulpverlening geven aan dat iedere gemeente zijn eigen werkwijze hanteert inclusief de daarbij behorende definities. Met andere woorden: benchmarking is niet mogelijk. Hoewel de maatschappelijke relevantie van het nemen van maatregelen ter voorkoming van schulden in het algemeen wordt onderschreven, is het preventieve aanbod nog beperkt. Er is weliswaar positieve aandacht voor specifieke doelgroepen, zoals jongeren, nieuwkomers en ouderen. Ook goede voorlichting gericht op het voorkomen van schulden ontbreekt. Voor mensen met een uitkering ontbreekt vroegsignalering van schulden vanuit de WWB. Casemanagers van de Sociale Dienst zien zeker nut in een aanpak waarbij zij (problematische) schulden al in een vroeg stadium signaleren. Maar een actieve vroegsignalering heeft pas echt zin als het schuldhulpverleningstraject wat volgt minder vrijblijvend is van opzet, sluitende trajectonderdelen heeft waarop trajectregie wordt toegepast en de casemanagers inzicht geeft in de trajectstappen en de resultaten van hun cliënten. Steeds vaker komt het voor dat het budgetplan te “krap”is en het huishoudgeld in feite de sluitpost is.
10
• • •
Er is een tendens zichtbaar dat steeds meer cliënten op langere termijn niet in staat zijn om zelf hun financiële huishouding te voeren. De proactieve rol van de gemeente in het kader van vroegsignalering van schulden bij schuldeisers is beperkt. De formatie van schuldhulpverlening bij stichting de Markenlanden blijft een punt van aandacht
3.6 Samenvatting In Moerdijk is de schuldhulpverlening bij een aantal partijen neergelegd. Mensen met problematische schulden kunnen terecht bij de financiële hulpverlening (m.n. schuldregeling) en de maatschappelijke hulpverlening (begeleiding, aanleren van ander gedrag, etc.). De samenwerking is dusdanig goed en effectief dat in deze visie niet stilgestaan zal worden bij het inzetten van nieuwe partijen tijdens het primaire proces. Er dienen wel een aantal aandachtsgebieden vermeld te worden: • • • •
vroegsignalering / preventie vindt nog te weinig plaats er is geen benchmarking mogelijk er is sprake van redelijke recidive/hoge uitval (landelijke tendens) er is onvoldoende managementinformatie voorhanden om beleidsmatig te sturen.
11
Hoofdstuk 4
De toekomstige schuldhulpverlening
4.1 Inleiding In het beleidsplan werk en inkomen 2008-2010 zijn een aantal visie-elementen opgenomen, een daarvan is: “ Door middel van participatie en minimabeleid, rekening houdend met de eigen verantwoordelijkheid van de burger, komen tot een integrale aanpak van armoede en vergroten van deelname aan de samenleving. “ 4.2 Visie / Strategie Rekening houdend met deze elementen en de bredere aanpak die ingezet gaat worden is de visie voor de komende periode de volgende: Met een actief , preventief en integraal schuldhulpverleningsbeleid levert de gemeente Moerdijk een bijdrage aan de maatschappelijke participatie van inwoners die anders zouden worden uitgesloten. Het draagt bij aan een volwaardig bestaan.Schuldhulpverlening gebeurt vanuit de visie dat iedereen zoveel mogelijk moet kunnen participeren in de samenleving en is daarmee onderdeel van het sociaal beleid.Hierbij dient de eigen verantwoordelijkheid van de burger niet uit het oog te worden verloren. Deze integrale visie op schuldhulpverlening kost geld, daar kunnen we niet omheen. Wat echter vaak onderbelicht blijft, is het maatschappelijk rendement van integrale schuldhulpverlening. Dit bestaat enerzijds uit het voorkomen van hoge maatschappelijke kosten , bv: • Het aantal huisuitzettingen met daarbij behorende kosten neemt af • Kosten bijzondere bijstand voor huisuitzetting • Reïntegratie naar werk verloopt soepeler, waardoor het beroep op een bijstandsmiddelen afneemt. • Er zijn minder faillissementen van kleine ondernemers. • De uitval uit trajecten schuldhulpverlening vermindert • De doorlooptijd per trajectfase wordt korter • Structurele vermindering van cliënten die terugvallen en anderzijds uit het vergroten van het succes en het effect van andere gemeentelijke beleidsterreinen als reïntegratiebeleid en het sociale activeringsbeleid. Een ander aspect dat genoemd kan worden als maatschappelijk rendement van schuldhulpverlening is de toename van het welzijn van de schuldenaar en zijn directe (gezins) omgeving. Om integrale schuldhulpverlening op deze manier in te voeren moet aan de volgende randvoorwaarden worden voldaan: • De werkwijze blijft zoals hij is. Uit het werkproces blijkt dat er geen dubbelingen qua werkzaamheden zijn, iedere organisatie heeft zijn kennis en kunde, dat er op sommige terreinen nog verbeteringen doorgevoerd kunnen worden, moge duidelijk zijn. • Er moeten voldoende middelen beschikbaar worden gesteld om de genoemde ambities waar te maken; • De beschreven integrale visie moet bestuurlijk gedragen worden. Verder dienen de volgende uitgangspunten gehanteerd te worden:
De Uitgangspunt 1 De cliënt en zijn probleem zijn uitgangspunt, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt centraal staat. Inzet van het gehele instrumentarium is om de kracht van mensen te versterken. Zelfredzaamheid, in dit geval zelfstandig een gezonde financiële huishouding voeren, is het doel. Om effectief hulp te kunnen bieden is het van belang om gebruikers van de hulp duidelijk te maken, dat de hulp vrijwillig is, maar niet vrijblijvend. Wederzijdse verwachtingen zullen helder, uitgesproken en begrepen moeten zijn. Tegelijk is het van belang dat de hulp aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de hulpvragers. Overigens geldt voor mensen met een WWB uitkering een medewerkingplicht aan het
12
reïntegratietraject / activeringstraject. Als schuldhulpverlening hiervan onderdeel uitmaakt, geldt die verplichting om mee te werken ook hier. Uitgangspunt 2 Preventie en vroegsignalering moeten proactief worden opgepakt en laagdrempelig zijn.
We ondersteunen de cliënt op weg naar financiële onafhankelijkheid en bieden ondersteuning bij het voorkomen of oplossen van zijn/haar problematische schulden. Wij willen liever voorkomen dan genezen: leren budgetteren heeft voorrang boven budgetbeheer. De gemeente biedt daarom zowel preventieve als curatieve instrumenten aan, waarbij de nadruk meer naar preventie schuift. De gemeente zal een nog actiever beleid voeren om het gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen voor alle groepen die daar recht op hebben te bevorderen, zodat mensen een hoger besteedbaar inkomen hebben en mogelijk minder schulden hebben. Uitgangspunt 3 De aanpak van schulden moet oplossingsgericht zijn en leiden tot het voorkomen van terugval
Educatie wordt als uitgangspunt gekozen om mensen te leren om beter met de eigen financiële huishouding en eventuele schulden om te gaan en te voorkomen.
Uitgangspunt 4 De prioriteit van schuldhulpverlening wordt gelegd bij mensen met een inkomen tot 125% van de bijstandsnorm en gezinnen met kinderen. De Gemeente Moerdijk stelt hulp bij schuldenproblematiek open voor alle inwoners voor de Gemeente Moerdijk. Afgaande op het gebruik dat wordt gemaakt van de bestaande schuldhulpverlening geven we de prioriteit aan mensen met een inkomen tot 125% van de geldende bijstandsnorm en hun kinderen. Dit sluit aan bij de criteria die opgesteld zijn in ons armoedebeleid. Niet alle groepen huishoudens worden in dezelfde mate getroffen door armoede. Dit hangt onder meer samen met de gezinssamenstelling, de inkomensbron en de etnische herkomst4. Binnen deze categorie mensen met een laag inkomen onderscheiden we de volgende groepen (deze groepen corresponderen niet geheel toevallig met de onder handen zijnde dossiers bij de Kredietbank Breda en stichting de Markenlanden, zie namelijk bijlage 3) 1. Werkende armen: De groep “werkende armen, kleine zelfstandigen en werknemers in loondienst is een kwetsbare groep, temeer omdat deze groep niet goed in beeld is, vaak wel een laag inkomen heeft en te maken krijgt met de zogenaamde armoedeval, namelijk: Wie er in inkomen op vooruitgaat, loopt het risico niet meer in aanmerking te komen voor inkomensafhankelijke regelingen, zoals huurtoeslag en kwijtschelding gemeentelijke belastingen. Hierdoor kan het gebeuren dat hij of zij door een inkomensverbetering uiteindelijk in koopkracht gelijkblijft of erop achteruitgaat. De kans om schulden te maken ligt hierdoor op de loer. 2. Mensen met een Wwb-uitkering: Eveneens een kwetsbare groep, die goed zichtbaar is. Op 1 januari 2008 werden er 238 uitkeringen verstrekt. Bijna 200 kinderen leven in een huishouding met een Wwb-uitkering. Onder de mensen met een Wwb-uitkering onderscheiden we in het bijzonder:
4
www.armoedemonitor.nl
13
2a. Eenoudergezinnen : Eenoudergezinnen, meestal met een vrouw als gezinshoofd, vormen een kwetsbare groep omdat ze vaker in deeltijd werken (minder gemakkelijk beschikbaar zijn in verband met de zorg voor hun kinderen), minder verdienen, vaak een lagere opleiding hebben en vaker een Wwb-uitkering hebben. 2b. Ouderen : Alhoewel ouderen boven de 65 jaar vaak minder te maken hebben met schuldenproblematiek dan de jongere leeftijdscategorieën, behoren ze in bepaalde gevallen toch tot een kwetsbare groep. Ouderen hebben vaker een laag inkomen. Tevens neemt naarmate men ouder wordt in het algemeen de zelfredzaamheid af. Zij hebben ook vaker te maken met psychogeriatrische problemen, waardoor het moeilijker is de financiële huishouding op orde te houden. Ouderen zijn ook minder vaak op de hoogte van inkomensondersteunende voorzieningen, of maken hier uit schaamte geen gebruik van. Er dient echter nog 1 groep aan toegevoegd te worden, namelijk de jongeren tot 20 jaar. Die doen momenteel nog niet erg veel beroep op de mogelijkheden van schuldhulpverlening (1.6%. Dit lage aantal is te verklaren, doordat veel schulden betrekking hebben op belrekeningen, die door een groot gedeelte door de ouders worden voorgeschoten. Overigens in de leeftijdgroep 20-30 jaar, is dit percentage 15.3%), maar in het kader van de preventie gaan we tot slot prioriteit geven aan de categorie jongeren, de nieuwkomers als het gaat om economische zelfstandigheid en het voeren van een eigen huishouding. Met veel uitdagingen en wensen en met als grote valkuil de kleine ruimte van de portemonnee.Jongeren moeten worden beschouwd als een bijzondere aandachtsgroep, voor wie het vaak moeilijk is om weerstand te bieden aan de aanschaf van allerlei consumptiegoederen. Dat geldt vooral voor jongeren die laag zijn opgeleid en die zich in een lage sociaal-economische positie bevinden. Voorkomen moet worden dat zij ‘creatieve oplossingen’ gaan zoeken om hun financiën te vergroten. Vaak blijkt dat achter een financieel probleem nog andere problemen schuilgaan, op school, met ouders of op het werk.
Uitgangspunt 5 De Wwb, de WMO en educatie (wet participatiebudget) worden optimaal ingezet voor schuldhulpverlening. Het hebben van (hoge) schulden heeft grote invloed op het participeren in de samenleving. Actieve participatie is vrijwel onmogelijk zonder huisvesting of financiële middelen. Het heeft geen zin om dure reïntegratietrajecten in te kopen voor een schuldenaar zonder iets aan zijn schulden te doen. De cliënt heeft geen enkel belang om aan het werk te gaan. Hij zal er, zonder dat zijn schulden worden opgelost, niets op vooruit gaan. De verslaafde kan pas echt goed geresocialiseerd worden als zijn schuldenproblematiek is aangepakt of op zijn minst is gestabiliseerd. De WMO en de WWB bevorderen beide participatie van kwetsbare groepen. Via de WMO wordt algemene maatschappelijke dienstverlening geregeld en specifieke dienstverlening aan mensen met psychische problemen en verslaafden. Via de WWB worden inkomen, zorg en reïntegratie van WWB-uitkeringsgerechtigden georganiseerd. Gecombineerd met cultuur, volksgezondheid, onderwijs, vrijwilligersbeleid en sport vormen de WMO en de WWB het sociaal beleid van de gemeente.Vanuit educatie tenslotte wordt schuldhulpverlening benaderd vanuit preventief oogpunt. Educatie bevordert de zelfredzaamheid van kwetsbare groepen. Daar waar mensen nog leerbaar zijn kan hun zelfredzaamheid op het terrein van financiën en schulden worden vergroot met een educatief aanbod. Maar ook in bredere preventieve zin kan vanuit het educatieve veld worden ingespeeld op het inzicht en de vaardigheden van mensen in het omgaan met geld.
Uitgangspunt 6 Nazorg dient gegarandeerd te zijn.
Effectief beleid voeren betekent ook dat we meer aandacht moeten geven aan de nazorg van cliënten die een schuldverleningstraject hebben afgerond. Te vaak blijkt dat schuldenvrij zijn slechts tijdelijk is. Nazorg dus, om terugval te voorkomen.
14
Hoofdstuk 5
Van beleidsthema naar actiepunten
5.1 Inleiding en uitgangssituatie De visie,bovenstaande uitgangspunten en outputdoelstellingen van de gemeente (zie hoofdstuk 4) vormen de basis van waaruit de onderstaande voorgestelde instrumenten voor schuldhulpverlening worden beschreven en waarmee gewerkt kan worden aan een effectieve en duurzame oplossing en een volledige dekking van het basispakket schuldhulpverlening, zoals hieronder vermeld is. Rekening houdend met de doelstelling en de doelgroepen dienen een aantal nieuwe instrumenten (naast de huidige instrumenten, zie hoofdstuk 1 en bijlagen 4 en 5 ) te worden ingezet ter voorkoming en terugdringing van de schuldenproblematiek. Bij de instrumenten onderscheiden we een viertal typen. Namelijk preventie, curatieve instrumenten, nazorg en overig. Omdat we ons richten op maatwerk voor de cliënt, is het mogelijk dat meerdere instrumenten per cliënt worden ingezet. 5.2 Outputdoelstelingen Met de nieuwe visie verwachten we in 2010 de volgende outputdoelstellingen te garanderen: • Het aantal verzoeken om schuldhulpverlening daalt van 70 naar 50 in 2011. Let wel; uitgangspunt is preventie. De verwachting is dat preventie leidt tot daling van het aantal aanvragen. Aan de andere kant kan vroegsignalering leiden tot toename van het aantal aanvragen. • Terugdringen van de hoogte van de schulden. • Het aantal geslaagde schuldhulpverleningstrajecten verhogen van 30% via een glijdende schaal naar 50% in 2011. • De wachtlijst moeten vanaf 2009 nul zijn en blijven. • Het aantal recidivisten wordt teruggebracht van 30% naar 20% in 2011. Om deze ambitieuze doelstellingen te bereiken dienen de bestaande instrumenten uitgebouwd te worden en nieuwe ontwikkeld. In de volgende paragrafen zal hier verder op in worden gegaan.
5.3
Van beleidsthema naar actiepunten
5.3.1 Preventie Het doel is mensen te helpen hun eigen financiële huishouding te voeren en alert te zijn op valkuilen. Het verkrijgen van inzicht, vaardigheden en gedragsverandering om schulden te voorkomen is de rode draad. Ander belangrijk instrument, dat de gemeente ten dienste staat, wordt gevormd door de inkomensondersteunende voorzieningen. Het verhogen van de draagkrachtgrens voor de bijzondere bijstand, het vinden van nieuwe vormen voor bijstand, het vergemakkelijken van het aanvragen en het actief informeren van burgers over hun mogelijkheden verruimt de financiële mogelijkheden van meer burgers en helpt daarmee schulden te voorkomen. De preventieve activiteiten zijn gratis voor Moerdijkse burgers. Uitvoering vindt plaats door de gemeente en door samenwerkende instanties.
15
Actie 1 Aanpak
Opstellen foldermateriaal Ontwikkelen en samenstellen van voorlichtingsmateriaal voor de verschillende doelgroepen in samenspraak met vertegenwoordigers van de groepen en externe organisaties Onbekend. Kosten kunnen vergoed worden uit het budget: armoedebeleid of Activiteit Keuze Kosten extra middelen schuldhulpverlening. Markenlanden, Kredietbank Vanaf eerste kwartaal 2009. Externen Breda, Stichting Cliëntenraad Planning Moerdijk, FO Capaciteit Trekker: Communicatie (20 uur). Prestatie Vanaf 2010 is er 1 gezamenlijke folder Geen extra uren FO past binnen norm schuldhulpverlening. de huidige formatie.
De voorlichting van de drie partijen dient meer op elkaar te worden afgestemd cq te worden uitgebouwd. De kortste weg naar zelfredzaamheid is de insteek van ieder begeleidingstraject. We verwachten daarom van cliënten dat ze een beroep doen op hun privé-netwerk voordat ze bij de gemeente aankloppen. Daarom richten we onze voorlichting in de toekomst ook op het sociale netwerk van de cliënt.
Actie 2
Opzetten van budgetvoorlichting en budgetlessen op basisscholen en voortzetting hiervan op de middelbare school Aanpak Uit het oogpunt van preventie wordt bekeken of (gratis) klassikaal voorlichtingsbijeenkomsten op de basisscholen (groep 8) en klas 1 van de middelbare school georganiseerd kan worden. € 5000,00 per jaar voor vier scholen. Kosten kunnen vergoed worden uit het Activiteit Keuze Kosten budget: armoedebeleid of extra middelen schuldhulpverlening Scholen, preventiemedewerker Eerste kwartaal 2010 Externen Kredietbank Breda en Stichting Planning de Markenlanden Capaciteit Trekker: S&A (50 uur) Prestatie Vanaf 2011 wordt er jaarlijks op 4 scholen aandacht geschonken aan norm schuldhulpverlening.
Het is belangrijk dat kinderen al op jonge leeftijd leren omgaan met geldkwesties, aangezien deze groep steeds meer met schulden in aanmerking komt. Het is dus zinvol hier al op jonge leeftijd aandacht aan te besteden dmv een cursus die op alle scholen in de gemeente Moerdijk gegeven wordt. Er wordt in de cursus ingegaan hoe om te gaan met geld en het maken van keuzes.Wel of geen merkkleding, wel of niet roken of gokken, een fiets of een scooter Tijdens de lessen worden de jongeren uitgenodigd na te denken over hun inkomsten en uitgavenpatroon.Dit, om bij de eigenlijke doelstelling, bewustwording stil te staan.
16
Actie 3 Aanpak
Trainen van intermediairs en casemanagers Organiseren van jaarlijkse bijeenkomsten/trainingen voor deelnemers van het armoedeplatform voor het signaleren van schuldensituaties, het bieden van hulp en het doorverwijzen naar de betreffende instanties. € 2000,00 per jaar. Kosten kunnen vergoed worden uit het budget: Activiteit Keuze Kosten armoedebeleid of extra middelen schuldhulpverlening Leden Armoedeplatform, Vanaf 2009 jaarlijks Externen Kredietbank Breda, Stichting de Planning Markenlanden. Capaciteit Trekker: FO, geen extra uren Prestatie Vanaf 2009 zullen de deelnemers van past binnen de huidige formatie. norm het armoedeplatform jaarlijks getraind worden over het herkennen van schulden en de rol die ze in dit kader (kunnen) hebben.
De training kan gegeven worden door preventiemedewerkers. Tijdens deze training kunnen de volgende aspecten aan bod komen: Voorkom onderbenutting: wat zijn de mogelijkheden voor financiële ondersteuning voor ouderen (WMO, Huurtoeslag, AWBZ, Bijzondere bijstand, Seniorentoeslag, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, wet op inkomstenbelasting). Het diagnosticeren van schulden; hoe onderken je schulden bij inwoners? Typen schulden; om welk soort schuld gaat het en welke aanpak hoort hierbij? Welke instrumenten heb je om hier iets aan te doen (bemiddeling en budgetbeheer)? In het beleidsplan werk en inkomen is eveneens een preventieve actie opgenomen die ook een hele directe link heeft met schuldhulpverlening, namelijk het opstellen van een actieplan om het gebruik van voorzieningen te vergroten. Door de inkomenspositie van de burgers met een laag inkomen te versterken wordt bijgedragen aan (het mogelijk) voorkomen van financiële nood. 5.3.2 Curatief Curatieve schuldhulpverlening gaat uit van het helpen van mensen die daadwerkelijk in een problematische schuldsituatie verkeren.
Actie 4 Aanpak
Verplichte cursus “omgaan met geld” voor alle schuldhulpverleningscliënten Budgetteringscursussen worden georganiseerd om mensen te leren hoe zij een overzichtelijke administratie kunnen voeren,begrotingen kunnen maken en verantwoord met geld kunnen omgaan. Maximaal € 6000,00 per jaar voor 2 cursussen. Kosten kunnen vergoed Activiteit Keuze Kosten worden uit het budget: armoedebeleid of extra middelen schuldhulpverlening. Stichting de Markenlanden, Eerste kwartaal 2010 Externen Planning Kredietbank Breda, ROC Capaciteit Trekker: FO, geen extra uren Prestatie Vanaf 2010 zullen alle cliënten die een past binnen de huidige formatie. norm schuldhulpverleningstraject volgen verplicht een cursus moeten volgen. Vanaf 2010 worden 2 cursussen georganiseerd .
Om uitstroom uit budgetbeheer te bevorderen, instroom in de budgetbeheer te beperken en een bijdrage te leveren aan het slagen van een schuldregeling is het zinvol een cursus te ontwikkelen. Op die manier wordt mensen in een groep vaardigheden aangeleerd zodat zij (zoveel mogelijk)zelfstandig in staat zijn hun inkomen te beheren. Deze wordt speciaal ontwikkeld voor personen die voor hun schuldenproblematiek in behandeling zijn bij de gemeente,stichting de
17
Markenlanden of Kredietbank Breda. Het regionaal opleidingscentrum (ROC) biedt deze cursus al aan via de Web-middelen. Voor dit actiepunt zal het MSM een samenwerking aangaan met het ROC. Door de combinatie van werken aan een oplossing voor hun financiële probleem en het aanleren van vaardigheden verwachten we dat de zelfredzaamheid van de cliënt wordt verhoogd en de kans op recidive wordt verlaagd.
Actie 5 Aanpak
Inventarisatie veelvoorkomende schuldeisers Een lijst met veelvoorkomende (lokale) schuldeisers opstellen en met deze goede afspraken maken. Activiteit Keuze Kosten Niet van toepassing Stichting de Markenlanden, Eerste kwartaal 2010 Externen Kredietbank Breda, Planning (lokale)schuldeisers Capaciteit Trekker inventarisatie: FO 0 uur, Prestatie In 2011 zijn afspraken gemaakt met de past binnen de huidige formatie. norm meest voorkomende schuldeisers over Trekker afspraken: S&A ( 100 beperken/verminderen en evt.afwikkeling uur) van schulden.
Met een aantal landelijke koepelorganisaties zijn afspraken gemaakt met betrekking tot schulden. Met Aedes, de landelijke koepelorganisatie is een landelijke voorbeeldregeling vastgelegd hoe woningbouwcorporaties dienen om te gaan met huurders die betalingsachterstanden hebben. Dit geldt ook voor Essent. We zien echter ook dat steeds meer lokale schuldeisers gaan ontstaan, waarmee nog geen afspraken gemaakt zijn. Om die reden is het noodzakelijk te inventariseren welke schuldeisers veelvoorkomend zijn en met deze groep goede afspraken te maken. Hierdoor kunnen er meer cliënten via het minnelijk traject worden geholpen.In het beleidsplan werk en inkomen is eveneens een actie opgenomen die ook een hele directe link heeft met schuldhulpverlening, namelijk het instellen van een noodfonds. De bedoeling van het fonds is dat indient er onoverkomelijke financiële problemen zijn, die op geen enkele wijze bekostigd kunnen worden, het noodfonds mogelijk een uitkomst is. Deze middelen kunnen ook gebruikt worden voor de eerste opstart van een schuldhulpverleningstraject. 5.3.3 Nazorg Effectief beleid voeren betekent ook dat we meer aandacht moeten geven aan de nazorg van cliënten die een schuldverleningstraject hebben afgerond. Te vaak blijkt dat schuldenvrij zijn slechts tijdelijk is. Nazorg dus, om terugval te voorkomen.
Actie 6 Aanpak
Houden van nazorggesprekken Na afronding van het schuldhulpverleningstraject zullen gedurende het daaropvolgende jaar 3 nazorggesprekken plaatsvinden. € 3000,00 per jaar. Kosten kunnen vergoed worden uit het budget: Activiteit Keuze Kosten armoedebeleid of extra middelen schuldhulpverlening Externen Stichting de Markenlanden Planning Eerste kwartaal 2009 Capaciteit Trekker: FO,geen extra uren past Prestatie Vanaf 2009 zal iedereen wiens traject is binnen de huidige formatie afgesloten 3 nazorggesprekken krijgen. norm
Goede nazorg voorkomt uitval. Het blijkt namelijk dat het voor veel mensen moeilijk is zich met een grote schuldenlast 3 jaar aan een strak regime van financieel beheer te onderwerpen. Het vraagt vasthoudendheid en een rechte rug. Zeker in de beginfase , waarin de mogelijkheden van een schuldenregeling nog worden onderzocht, is bovendien de druk van de schuldeisers nog extra groot. Ook ontbreekt op voorhand de garantie op succes. Als er onvoldoende vertrouwen in de toekomst is, is de kans op uitval groot. Om hieraan weerstand te bieden is begeleiding onontbeerlijk niet alleen
18
tijdens, maar ook zeker na het afsluiten van het traject, immers het is van groot belang dat voorkomen wordt, dat mensen weer terugvallen.
Actie 7 Aanpak
Thuisadministratie Door het aanbieden van laagdrempelige hulp kan in een vroeg stadium hulp geboden worden , opdat er geen echte ernstige problemen ontstaan. € 2500,00 per jaar. Kosten kunnen vergoed worden uit het budget: Activiteit Keuze Kosten armoedebeleid of extra middelen schuldhulpverlening Externen Stichting de Markenlanden Planning Vanaf tweede kwartaal 2010 Capaciteit Trekker: S&A 50 uur Prestatie In 2010 krijgen 10 cliënten ondersteuning bij het ordenen en norm bijhouden van hun financiële administratie.
Een groeiend aantal mensen slaagt er niet in (ook na 3 jaar Wsnp,budgetbeheer en begeleiding) de eigen financiële huishouding op orde te houden. Uit ervaringen van professionele schuldhulpverleners blijkt dat veel problemen voorkomen kunnen worden als vrijwilligers hulp bieden bij het ordenen en bijhouden van hun financiële administratie. De waarde van de inzet van vrijwilligers is(naast dat het minder financiële middelen vraagt), dat de vrijwilliger een gelijkwaardige relatie met de cliënt heeft en zelf bepaalt hoeveel tijd hij of zij in wil zetten. 5.3.4
Overig
Actie 8 Aanpak
Structureel inzicht managementinformatie deelnemende partijen Vanaf 1 juli 2009 geven de deelnemende partijen per kwartaal inzicht in de afgesproken managementinformatie. Activiteit Keuze Kosten Niet van toepassing Stichting de Markenlanden, Vanaf eerste kwartaal 2009 Externen Planning Kredietbank Breda Capaciteit Trekker: S&A, geen extra uren, Prestatie Vanaf 2009 geven de deelnemende past binnen reguliere partijen per kwartaal inzicht in de norm werkzaamheden. afgesproken managementinformatie.
Zoals al in hoofdstuk 3 is aangegeven is er momenteel onvoldoende managementinformatie van de deelnemende partijen aanwezig om onze regierol op ons te nemen. Hier zal de komende periode meer aandacht aan moeten worden besteed.
Actie 9 Aanpak Activiteit Externen Capaciteit
Onder de loep nemen van contract met Kredietbank Breda Het contract met Kredietbank Breda is gedateerd. Reden om dit weer te actualiseren. Keuze Kosten Niet van toepassing Kredietbank Breda Planning Derde kwartaal 2010 Trekker: S&A, geen extra uren, Prestatie Op 2011 is het huidige contract geheel past binnen reguliere gescreend. norm werkzaamheden.
Het contract met de Kredietbank Breda dateert al van jaren terug. Reden om eea onder de loep te nemen en indien nodig te actualiseren.
19
Actie 10 Aanpak
Structurele capaciteitsinzet Markenlanden Vanaf 2009 zal er structureel 1 fte schuldhulpverlening worden toegevoegd aan de huidige formatie.Verder zal er ruim € 40.000,00 (halve fte)gereserveerd worden om een halve fte flexibel in te zetten. Per kwartaal zal eea gemonitord worden. € 83.000 00 structureel Activiteit Keuze Kosten € 42.000,00 flexibel inzetbaar ( budget structurele raadsprioriteiten) Externen Stichting de Markenlanden Planning Vanaf eerste kwartaal 2009 Capaciteit Trekker: S&A , geen extra uren, Prestatie In het verlengde van de laatste periode past binnen reguliere 2008 zijn er in 2009 ook geen norm werkzaamheden. wachtlijsten.
In de raadsvergadering van 29 maart 2007 is een motie ingediend om extra middelen voor schuldhulpverlening in te zetten. Concreet betekende dit dat gedurende de periode 1 juli 2007 tot en met 1 januari 2009 2 extra fte (€ 157.000,00) ingezet is om de wachtlijsten weg te werken. Door gedurende die periode maandelijks te monitoren is gebleken dat er structureel 1 fte extra ingezet dient te worden om de reguliere werkzaamheden te behappen, zonder dat er opnieuw weer wachtlijsten ontstaan. Let wel: indien zich onvoorziene situaties voordoen (denk aan extra toename aanvragen, toename doorlooptijden) is 1 fte niet voldoende. Vandaar dat voorgesteld wordt een bedrag van € 42.000,00 (zijnde 0.5 fte) te reserveren en flexibel in te zetten. Door dit flexibele budget kan direct ingesprongen worden bij calamiteiten en reguliere werkzaamheden doorgang vinden en kunnen niet opnieuw wachtlijsten ontstaan.
20
Bijlage 1
Proces schuldhulpverlening
Werkproces schuldhulpverlening van de cluster zorg van de gemeente Moerdijk
Onderdeel A: Een cliënt meldt zich (telefonisch of in het gemeentehuis) met financiële problemen bij de consulent schuldhulpverlening. 1.
De consulent heeft een kort, inventariserend, gesprek met de cliënt. xxxxxxxxxx
2.
De consulent schuldhulpverlening geeft of stuurt nog dezelfde dag aan de cliënt: a. Een gespreksbevestiging, waarin de volgende cliëntgegevens: 1. de naam. 2. het adres. 3. de geboortedatum. 4. het telefoonnummer. 5. de datum van de melding om hulp bij schulden. 6. dat het een aanvraag betreft in verband met schulden. b. Een aanvraagformulier schuldhulpverlening. c. Een begeleidende brief, waarin vermeld: 1. instructies voor de cliënt voor het invullen van het aanvraagformulier. 2. wat de cliënt aan gegevens moet opzoeken en sorteren. d. De folder, waarin de werkwijze van het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk staat vermeld. e. Een model overeenkomst schuldhulpverlening. In de overeenkomst is ook een verklaring opgenomen m.b.t. de uitwisseling van cliëntgegevens tussen de 3 partijen binnen het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk. xxxxxxxxxx
3.
De consulent schuldhulpverlening legt in zijn elektronische agenda vast wanneer de cliënt het aanvraagformulier schuldregeling met de bijbehorende stukken komt inleveren en reserveert een spreekkamer. Deze inleverdag, tevens dag van het vervolggesprek met de cliënt, wordt ingepland binnen 5 werkdagen. xxxxxxxxxx
4.
De consulent schuldhulpverlening completeert de cliëntgegevens vanuit de Gemeentelijke Basis Administratie met: a. een print van de persoonsgegevens van de cliënt. b. een print van het woningregister vermeldende de actuele bewoners. c. een print van de vorige adressen van de cliënt. vanuit de administratie van sociale zaken met: d. een print van de openstaande vordering(en) van sociale zaken. xxxxxxxxxx
21
Onderdeel B: Vervolggesprek met de cliënt. 1. 2. 3.
4.
5. 6. 7.
De consulent schuldhulpverlening heeft op de afgesproken dag het gesprek met de cliënt. De consulent schuldhulpverlening controleert het, door de cliënt thuis ingevulde, aanvraagformulier schuldhulpverlening. De consulent schuldhulpverlening maakt in tweevoud kopieën van de van belang zijnde gegevens en wel: a. voor het dossier van sociale zaken b. en voor het dossier van de G.K.B. Breda De consulent schuldhulpverlening neemt samen met de cliënt de overeenkomst schuldhulpverlening door, waarin de voorwaarden staan vermeld, die aan de schuldhulpverlening zijn verbonden. De consulent schuldhulpverlening verstrekt, nà ondertekening door de cliënt en de consulent schuldhulpverlening, een kopie van die overeenkomst aan de cliënt. De consulent schuldhulpverlening geeft op de overeenkomst schuldhulpverlening aan of de cliënt is verwezen naar de afd. schuldhulpverlening van Stichting de Markenlanden. De consulent schuldhulpverlening stuurt, als er sprake is van een woninghuur- schuld, binnen 3 werkdagen aan de woningverhuurder bericht, dat de cliënt een aanvraag schuldhulpverlening heeft ingediend. xxxxxxxxxx
Onderdeel C: Vervolgacties door de consulent schuldhulpverlening. Zorgt ervoor, dat de aanvraag schuldhulpverlening door een collega van de administratieve ondersteuning wordt ingebracht in de module werkbeheer. 1. Vult, gebruik makend van de schriftelijke en mondelinge informatie van de cliënt, het groen/witte formulier voor de G.K.B. in. 2. Maakt een toelichtende rapportage voor de G.K.B. Breda. 3. Maakt, wanneer er een noodzaak is voor budgetbeheer, daarvan melding in de rapportage. 4. Meldt zelf de rapportage in de module werkbeheer. 5. Zendt de aanvraag met alle bijbehorende stukken binnen 5 werkdagen nà het inleveren van de aanvraag door naar de G.K.B. Breda . 6. Meldt zelf de doorzending naar de G.K.B. Breda in de module werkbeheer. 7. Geeft van de doorzending schriftelijk bericht aan de cliënt en stuurt een kopie van dit bericht naar de woningverhuurder. 8. Zorgt ervoor, dat het advies, dat terugkomt van de G.K.B. Breda, in de module werkbeheer wordt verwerkt door een collega van de administratieve ondersteuning. 9. Controleert de nota’s van de G.K.B. Breda voordat er betaalbaarstelling plaatsvindt. xxxxxxxxxx
Onderdeel D: Afhandeling van de adviezen van de G.K.B. Breda. 1. 2.
Alle adviezen worden afgehandeld door de consulent schuldhulpverlening. Dat wil zeggen, dat de consulent schuldhulpverlening schriftelijk reageert op de adviezen van de G.K.B. Breda. Als het een cliënt betreft, die ook op de wachtlijst staat van of in traject is bij Stichting de Markenlanden – S.H.V. dan wordt een kopie van de reactie door de consulent schuldhulpverlening op het advies van de G.K.B. aan Stichting de Markenlanden verzonden.
xxxxxxxxxx
22
Onderdeel E: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
De consulent schuldhulpverlening van de gemeente Moerdijk bereidt de bijeenkomsten van het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk (MSM Moerdijk) voor, waarin cliëntsituaties besproken moeten worden. De consulent schuldhulpverlening maakt daarom een overzicht van cliënten, die besproken moeten worden in de eerstvolgende bijeenkomst van het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk. De consulent schuldhulpverlening zorgt voor vastlegging van besluiten budgetbeheer tijdens de bijeenkomsten van het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk en wel op briefpapier van de gemeente Moerdijk. De consulent schuldhulpverlening geeft de originele besluiten budgetbeheer aan het einde van iedere bijeenkomst van het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk mee aan de vertegenwoordiger van de G.K.B. Breda. De consulent schuldhulpverlening geeft aan het einde van iedere bijeenkomst van het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk een kopie van de besluiten budgetbeheer aan de vertegenwoordigers van Stichting de Markenlanden – S.H.V., echter alleen in die gevallen, dat cliënten op de wachtlijst van of in traject zijn bij Stichting de Markenlanden – S.H.V. De consulent schuldhulpverlening zorgt voor de verslaglegging van de bijeenkomsten van het Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk. xxxxxxxxxx
Onderdeel F: Opbergen van de aanvragen schuldregeling in de gemeente Moerdijk. 1.
In de persoonsdossiers worden de aanvragen schuldhulpverlening steeds opgeborgen achter een tabblad “G.K.B.”
23
Bijlage 2
Vormen van minnelijke schuldhulpverlening
Schuldbemiddeling De schulden worden opgelost door te bemiddelen tussen de cliënt, de schuldeisers en anderen. Er wordt geen krediet verleend, de schuld wordt afgelost op basis van de aflossingscapaciteit van de cliënt. Schuldsanering De cliënt krijgt een krediet om zijn schulden af te lossen. Dit krediet moet in maximaal drie jaar worden afgelost. Budgetbegeleiding De cliënt krijgt advies over zijn financiële situatie en wordt begeleid bij het aanleren van een nieuw uitgavenpatroon. Het doel is dat de cliënt uiteindelijk in staat is om zelfstandig en op verantwoorde wijze zijn financiën te beheren. Budgetbeheer Er wordt iemand (de Sociale dienst of kredietbank) aangesteld die het budget van de cliënt beheert. Deze beheerder ontvangt het inkomen en verzorgt de betalingen op zo'n manier dat de schulden worden afgelost en dat er geen nieuwe schulden ontstaan. Indien het minnelijk traject (schuldbemiddeling tot en met budgetbeheer) niet slaagt kan de wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) worden aangevraagd. Hierbij wordt de zaak overgedragen aan de rechter en wordt het wettelijke traject ingezet. Als de rechter beslist of iemand tot het wettelijk traject wordt toegelaten wordt een saneringsplan opgesteld waarin de aflossing van de schulden wordt geregeld. Een cliënt kan daarna met een schone lei beginnen. Let wel: voor het minnelijk en het wettelijk traject geldt dat deze periode in principe maximaal 36 maanden bedraagt.
24
Bijlage 3
Profiel van de cliënten in schuldhulpverlening (2007, 124 personen in begeleiding)
Leeftijdsopbouw: 12 tot 20 jaar 20 tot 30 jaar 30 tot 40 jaar 40 tot 50 jaar 50 tot 65 jaar ouder dan 65 jaar onbekend
1,6% 15,3% 26,6% 30,7% 21,8% 1,6% 2,4%
Samenlevingsverband: Eenpersoonshuishouding Samenwonend zonder kinderen Samenwonend met kinderen Eenoudergezin Overig Herkomst: Zevenbergen Klundert Moerdijk Fijnaart
36,6% 14,6% 13,8% 22,8% 12,2%
89,5% 8,9% 0,8% 0,8%
waarvan: Man Vrouw Autochtoon Allochtoon
51,6% 48,4% 92,7% 7,3%
Hoofdproblematiek afgesloten projecten: Inkomensbesteding 78,9% Inkomensverwerving 15,8% Echtscheiding 3,5% Huisvesting 1,8%
Reden beëindiging hulpverlening: Hulpverlening afgerond 31,6% Cliënt stopt voortijdig 42,1% Hulpverlener stopt voortijdig 3,5% Verhuizing 12,3% Overig 8,7% Onbekend 1,8%
Inkomenssituatie: Loondienst 42,3% WIA 17,9% WWB 11,4% Ziektewet 8,1% Werkloosheidsuitkering 6,5% Onbekend 4,9% Zonder inkomen 4,1% AOW/ANW 2,4% Overig 2,4%
25
Bijlage 4
Huidige preventieve instrumenten
Dienstverlening/Instrumenten
Beschrijving
Cursus omgaan met geld
Al langere tijd worden er cursussen ‘uitkomen met inkomen’ of ‘omgaan met geld’ gegeven, waarin mensen leren om beter met hun geld om te gaan. Deze worden preventief ingezet om te voorkomen dat mensen in de problemen komen. Ook worden ze wel tijdens een lopend schuldhulpverleningstraject ingezet.
Voorkomen huisuitzetting en oplopende huurschuld
Zowel de woningbouwcorporaties als de gemeente Moerdijk krijgt regelmatig te maken met (dreigende) huisuitzettingen. De huisuitzettingen zijn om financiële redenen niet wenselijk. Denk bv aan de kosten van aanschrijvingen en deurwaarders eveneens het Gemeentelijk Aannemingsbedrijf, die de woningbouwcorporaties inschakelen bij ontruimingen. Een andere negatieve bijkomstigheid is dat de ontruimingen de leefbaarheid in de wijk verminderen en een uitzetting het gehele leven van de verhuurder op zijn kop kan zetten, zeker als er sprake is van een gezin met kinderen. Om die reden is er een convenant opgesteld tussen de vier grootste woningbouwcorporaties, de Gemeente Moerdijk, Kredietbank Breda en Stichting de Markenlanden. Doel van het convenant is om uitzettingen en huurschulden te voorkomen/
Stichting de Markenlanden, Kredietbank Breda en Gemeente Moerdijk
Cursus jeugd
Op de middelbare scholen wordt een preventieve cursus gegeven over schulden De preventiemedewerker is verantwoordelijk voor het activeren en toerusten van diverse instellingen op het gebied van
Stichting de Markenlanden
Preventiemedewerkers
Uitvoerende organisatie Stichting de Markenlanden, Kredietbank Breda
Kredietbank Breda
26
schuldhulpverlening en het terugdringen van het nietgebruik van voorzieningen middels voorlichting en infoadvies acties. Daarnaast is het haar taak om zorg te dragen voor het optimaliseren van het gebruik van financiële instrumenten en voor nauwe samenwerking tussen relevante organisaties.
27
Bijlage 5
Huidige curatieve instrumenten
Dienstverlening/Instrumenten
Beschrijving
Curatieve voorlichting, informatie, verwijzing, oplossen lichte schuldvragen
De Moerdijkse burgers op de hoogte stellen van de aanwezige instrumenten cq instanties mbt schuldhulpverlening.
Financieel/maatschappelijke dienstverlening en bewindvoering Wsnp
Begeleiding bij cq oplossen van schulden door middel van diverse financiële instrumenten. Begeleiding bij cq oplossen van schulden door middel van (niet-financiële) begeleiding.
Psychosociale./maatschappelijke begeleiding Maatschappelijk Werk Juridische en financiële hulpverlening (budgetbeheer)
Uitvoerende organisatie Cluster zorg gemeente Moerdijk, Stichting de Markenlanden en Kredietbank Breda Kredietbank Breda
Stichting de Markenlanden
28
Bijlage 6
Literatuurlijst
Aanpak schuldhulpverlening 2007-2010, gemeente Delft, 2007 Accentverschuivingen schuldhulpverleningsbeleid, gemeente Zwijndrecht, 2005 Beleidsplan werk en inkomen 2008-2010, gemeente Moerdijk, Zevenbergen 2008 Collegewerkprogramma 2006-2010, Van Ambitie naar Realisatie, gemeente Moerdijk, Zevenbergen 2006 Gemeentelijk armoedebeleid,Stimulansz/SGBO Handreiking integrale schuldhulpverlening, Stimulansz/Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening, september 2004 Implementatiemodel integrale schuldhulpverlening, Preventie schuldhulpverlening & leven zonder schulden, gemeente Purmerend, maart 2007 Schulden een (on)dragelijke last, IVA beleidsonderzoek en- advies, Tilburg Uitvoeringsplan schuldhulpverlening 2007-2008, gemeente Schiedam, 2007 Website armoedebeleid www.armoedebeleid.nl Website Nibud www.nibud.nl Website ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. www.minszw.nl
29
Bijlage 7
Lijst met afkortingen
Afdeling S&A
Afdeling Strategie en Advies
AFM
Autoriteit Financiële Markten
AOW
Algemene Ouderdomswet
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BKR
Bureau Kredietregistratie
EAP
Europees Actieprogramma
EU
Europese Unie
FO
Frontoffice
LIS
Landelijk Informatiesysteem Schulden
MSM
Meldpunt Schuldhulpverlening Moerdijk
NAP
Nationaal Actieprogramma
Nibud
Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting
NVVK
De Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren
ROC
Regionaal Opleidingscentrum
SZW
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WEB-middelen
Middelen in kader van wet educatie en beroepsonderwijs
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Wsnp
Wet schuldsanering natuurlijke personen
WWB
Wet Werk en Bijstand
30
Bijlage 8
Planning
Activiteitenplanning afd. S en A Preventief Actie 1: Opstellen foldermateriaal Actie 2: Opzetten budgetvoorlichting en budgetlessen op basisscholen en voortzetting hiervan op de middelbare school Actie 3: Trainen van intermediairs en casemanagers Curatief Actie 4: Verplichte cursus “omgaan met geld”voor alle schuldhulpverleningsclienten Actie 5: Inventarisatie veelvoorkomende schuldeisers Nazorg Actie 6: Houden van nazorggesprekken Actie 7: Thuisadministratie Overig Actie 8: Structureel inzicht managementinformatie deelnemende partijen Actie 9: Onder loep nemen contract Kredietbank Breda Actie 10: Structurele inzet Markenlanden/Kredietbank Breda
2009 2010 1 2 3 4 1 2 3 4 *
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
31
Bijlage 9
Capaciteitsramingen per jaar
Extra capaciteitsraming 2009 niet passend binnen reguliere werkzaamheden (in uren) Actie Actiepunt 1 Actiepunt 2 Actiepunt 3 Actiepunt 4 Actiepunt 5 Actiepunt 6 Actiepunt 7 Actiepunt 8 Actiepunt 9 Actiepunt 10 Totaal
S&A 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
FO 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
PJC 20 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Tot. 20 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20
Capaciteitsraming 2010 niet passend binnen reguliere werkzaamheden (in uren) Actie Actiepunt 1 Actiepunt 2 Actiepunt 3 Actiepunt 4 Actiepunt 5 Actiepunt 6 Actiepunt 7 Actiepunt 8 Actiepunt 9 Actiepunt 10 Totaal
S&A 0 50 0 0 100 0 50 0 0 0 200
FO 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
PJC 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Tot. 0 50 0 0 100 0 50 0 0 0 200
32
Bijlage 10
Actiepunt 1 Actiepunt 2 Actiepunt 3 Actiepunt 4 Actiepunt 5 Actiepunt 6 Actiepunt 7 Actiepunt 8 Actiepunt 9 Actiepunt 10 Totaal
Kostenoverzicht 2009 € 2000,00 € 3000,00 € 125.000,00 € 130.000,00
2010 € 5000,00 € 2000,00 € 6000,00 € 3000,00 € 2500,00 € 125.000,00 € 143.500,00
33