TRIBEFUNDING Stories
YES WE CAN SIMON DOUW & GIJSBERT KOREN
Tribefunding? Crowdfunding is booming! En wij zijn er verslaafd aan geraakt. De afgelopen paar jaren hebben we ons verwonderd over en verdiept in het fenomeen. We hebben honderden crowdfunding initiatieven gezien, waarvan sommigen succesvol en revolutionair. Onder de naam "Tribefunding" gaan we de komende tijd onze ervaringen en observaties publiceren. Waarom tribefunding? De term crowdfunding is eigenlijk een beetje misleidend. Het woord "crowd" gaat uit van een anonieme menigte die je niet kent. Essentieel bij crowdfunding is het inzetten van je eigen netwerk; mensen die je kent en die geloven in wat je doet. Het woord "tribe" is daarom een betere benaming, omdat een tribe gelooft in jou en jouw project en zich in wil zetten voor een lange termijn relatie. Tribefunding dus. Heb je naar aanleiding van dit eerste artikel vragen of opmerkingen, of heb je een suggestie voor een volgend artikel? Laat het ons weten via
[email protected].
Simon Douw & Gijsbert Koren Met een team van jonge hemelbestormers richtten we in 2009 CrowdAboutNow op (het eerste en toonaangevende Nederlandse crowdfunding platform voor ondernemingen). Gijsbert is daarnaast oprichter van crowdfunding weblog Smarter money en co auteur van het boek Crowdfunding - Het Nieuwe Investeren. Momenteel zetten wij ons vanuit Douw&Koren in voor organisaties die aan de slag willen met crowdfunding en geven we regelmatig lezingen en workshops over het onderwerp.
De Amerikaanse verkiezingsstrijd voor 2012 is inmiddels van start. De eerste wapenfeiten hierover rollen al door de media.
Obama
wist in de 3 maanden tot de zomer, maar liefst
86
miljoen dollar
op te halen voor zijn verkiezingscampagne.
De gemiddelde donatie was
69 dollar.
98%
van de donaties was
kleiner dan 250 dollar.
Obama wist hiermee
552462
donateurs
aan zich te binden.
Change we can believe in Het campagneteam van de Amerikaanse presidentskandidaat Barack Obama ontdekte tribefunding als sleutel tot de massa in 2007. De slogans van hun campagne waren tegen die tijd glashelder: "Change we can believe in" en "Yes, we can". Barack Hussein Obama II moest de kandidaat worden die het volk weer aanspreekt op zijn vermogen tot zelfbeschikking. Wilden de Amerikanen verandering ten opzichte van de jaren Bush, dan moesten ze toch echt zelf de handen uit de mouwen steken. Parallellen met J.F. Kennedy’s "ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country" zijn dan ook snel getrokken. Nadat hun boodschap helder was, beten de campaigners zich vast in de verspreiding ervan. En daarvoor is geld nodig. Veel geld. Allereerst werden processen in gang gezet om public funding te verkrijgen: in Amerika is het immers gebruikelijk dat een aanzienlijk deel van het campagnebudget van de overheid afkomstig is. Daarnaast stroomde Obama’s agenda vol met campaign diners en fundraising events, waarbij welgestelde Amerikanen en bedrijven in de watten werden gelegd en werden gevraagd om een financiële bijdrage van formaat.
We gaan het samen doen Het leek zo evident om geld te zoeken bij vermogenden. Toch besluit het campagneteam van Obama om een andere koers te varen: kleine bijdragen ophalen bij de gewone burgers. Pastte dat niet perfect bij Obama’s boodschap? Yes, we can; we gaan het samen doen? Het idee werd omarmd, de infrastructuur bedacht en de promotie voorbereid: Obama nodigde het volk uit om mee te doen met zijn verkiezingsstrijd door zijn campagne mee te financieren. Een paar dollar was genoeg. Op 19 juni 2008 zette Obama deze lijn rigoureus voort door de optie op public funding (financiering vanuit de overheid) publiekelijk af te wijzen. Hij was daarmee de eerste presidentskandidaat die dat deed sinds het systeem in de nasleep van de Watergate affaire in de jaren ’70 werd ingesteld. In zijn woorden: “We have created a parallel public financing system where the American people decide if they want to support a campaign […...] And they will have as much access and influence over the course and direction of our campaign as has traditionally been reserved for the wealthy and the powerful”.
1,5 miljoen ambassadeurs Vriend en vijand waren onder de indruk als enkele maanden later bekend werd dat maar liefst 1,5 miljoen Amerikanen aan zijn oproep gehoor gaf en via de website een donatie hadden gedaan. Negentig procent van deze donateurs gaven 100 dollar of minder; bij 41 procent bedroeg de gift minder dan 25 dollar. In totaal haalden de campaigners via de website 137 miljoen dollar binnen middels kleine bijdragen van burgers. Dat is maar liefst 21% van alle financiering die hij in de totale periode van fundraising binnen haalde. Maar er gebeurde nog iets anders, waaruit de genialiteit van de campagne blijkt. De 1,5 miljoen donateurs begonnen als vanzelfsprekend te vertellen over de donatie die ze hadden gedaan. Eerst thuis aan de eettafel, maar later ook bij de koffieautomaten op het werk, bij de snackbar en in de kerk. Ze shareden, twitterden, blogden, mailden en belden. “Ik heb deze campagne mede mogelijk gemaakt en ga op Obama stemmen. Jij ook?” Effectiever, trouwer en geloofwaardigere ambassadeurs kon Obama zich niet wensen.
President Op 4 november 2008 werd wereldkundig gemaakt dat Barack Obama de verkiezingen won en president werd van de Verenigde Staten. Zijn campagne presenteerde en passant een geniaal concept dat veel breder toepasbaar was dan een verkiezingscampagne alleen. In een tijd waarin mede onder invloed van technologisch vernuft en welvarendheid een herdefiniëring plaatsvond van zowel sociale groeperingen, marketing en communicatie als de rol van instituties en financiering, is de zoektocht gestart naar de sleutel tot de massa. Hoe krijg ik in deze tijdgeest de massa mee met mijn initiatief? Voor Obama was de massa the people, zijn electoraat, wiens stem hij verlangde. Voor bedrijven echter werdd de massa gevormd door potentiële klanten, voor verenigingen door hun leden en voor goede doelen door hun donateurs. Tribefunding gaat uit van een radicale visie op geld als de sleutel tot de massa. Wat denk jij, was Obama’s fundraising campagne op internet succesvol omdat het financiering voor campagne uitingen opleverde, of omdat 1,5 miljoen donateurs zich als fervente ambassadeurs gingen gedragen?