Genezen van verslaving: ‘Yes you can!’
Sinds de oprichting van de Alcoholics Anonymous (A.A.) in 1935 is de wereld bekend met een spirituele aanpak van verslavingen. De twaalf stappen van A.A., zoals door Bill Wilson in het ‘Big Book’ beschreven, vormen een stap-voor-stap handleiding naar een leven in overgave. Als oplossing voor zijn verslaving leert de alcoholist zijn eigen wil – die van het verslaafde Ik – in dienst te stellen van de wil van een hogere macht. De aanpak van A.A. is niet alleen effectief, zij geeft ook een nieuw, ander inzicht in de dynamiek van verslavingen: in de kern is elke verslaving een spiritueel probleem.
Volgens het wetenschappelijke paradigma, dat de mens als een biologische machine beschouwd die wordt aangestuurd door een brein (de computer), is elke fysieke aandoening of ziekte een fysiek probleem. Zo ook verslavingen. Mensen die, door welke omstandigheid dan ook, verslaafd worden, zouden een fysiek en mentaal probleem hebben. Hun brein is verslaafd geraakt aan de impulsen die de verslavende substantie afgeeft, of het nu gaat om alcohol, tabak, drugs, gokken, eten, winkelen of sex. Als gevolg is de mentale wil – een relatief nieuwe functie van de denkende, zelfbewuste mens – slaaf geworden van een ‘craving’: de zucht of hunkering die zetelt in het oudste, meest primitieve deel van onze hersenen: het reptielenbrein. Omdat de activiteiten in dit ‘prehistorische’ deel van het brein direct verbonden zijn met de werking van instincten, hebben ‘cravings’ als drankzucht stuurvoorrang op mentale functies, zoals de wil van het Ik. Vandaar dat geen verslaafde met de beste wil van de wereld op basis van wilskracht alleen de verslaving ongedaan kan maken. Toch is dit dé wijze waarop in de westerse wereld verslavingen behandeld worden. Geen wonder dat Amy Winehouse in ‘Rehab’ zong: ‘They tried to make me go to rehab, but I said ‘no, no, no’.’ Deze noodkreet, die Amy uiteindelijk fataal is geworden, legt niet alleen de onmacht van de wil bloot. Maar zij werpt nog een ander licht op de destructieve relatie tussen verslaving en de menselijke wil. ‘No, no, no’ De verslaafde wil helemaal niet geholpen worden. Wat een verslaafde op bewust niveau ook denkt te willen, op de onderbewuste niveaus van emoties en instincten wil een verslaafde verslaafd blijven. De verslaving is namelijk een verslaafde zijn grootste goed. Het is zijn kostbaarste juweel, zijn reddingsboei die hem als enig iets in het leven een middel geeft om te overleven. Het is een trieste constatering: in de onderbewuste lagen van de psyche heeft de verslaving – een levensgevaarlijke levensstrategie – de functie van overlevingsmechanisme. De verslaafde vecht voor zijn leven met een wapen dat zich uiteindelijk altijd tegen hem keert, als een pistool dat op zichzelf gericht is. Waar vecht de verslaafde eigenlijk voor? Vanwaar is het leven van een verslaafde veranderd in ‘overleven’: een strijd van leven op dood? Vraag een verslaafde hoe het komt dat zijn leven veranderd is in een doodstrijd en je krijgt 101 versies van hetzelfde verhaal. Ooit, vaak in de vroegste kindertijd, heeft de verslaafde een traumatische ervaring ondergaan. Het begrip ‘trauma’, oorspronkelijk 1 © 2011, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl
bedacht door Freud, geeft een ‘psychische verwonding’ aan. Het is gemeengoed geworden om het oplopen van trauma’s te koppelen aan concrete, dramatische gebeurtenissen, zoals incest of verkrachting, de scheiding van ouders of een ‘in-yourface’ afwijzing. Maar trauma’s – het erfdeel van iedereen – zijn in het gros van de gevallen gekoppeld aan meer subtiele psychische krachten. In onze vroegste levensjaren, wanneer onze mentale afweermechanisme voor pijnlijke ervaringen nog onderontwikkeld zijn, dringt elk signaal – positief of negatief – zonder censuur de psyche van het kind binnen. Hier nestelt het signaal zich in het binnenste van de ziel, waar zij uitgroeit tot een trauma of – in het geval van een positief signaal – een positieve, bekrachtigende overtuiging. Trauma’s lopen we allemaal op. De impact van negatieve signalen en het vermogen van het individu om hier, in een meer bewuste fase, een antwoord op te geven dat de traumatische ervaring integreert in plaats van wegdrukt, bepaalt of een traumatische ervaring blijvende pijn veroorzaakt of niet. De ‘ongelukkigen’, in wie de pijn van vroeger nog steeds doorwerkt, zijn meer vatbaar voor verslavingen dan anderen. Dit is de uiteindelijke functie van verslaving: pijn stillen. Zo bezien is een verslaving een inadequate respons van het individu op een traumatische ervaring. Het is in dit licht logisch dat elke verslaafde zich letterlijk met heel zijn leven vastklampt aan de verslaving. De roes van alcohol, drugs en seks voorkomt dat het bewustzijn geconfronteerd wordt met de vaak uiterst pijnlijke emoties die, verborgen in de spelonken van de ziel, de psyche dag en nacht terroriseren. Voor de verslaafde is maar een iets angstwekkender dan het oorspronkelijke trauma: het loslaten van de verslaving, waardoor de confrontatie met de oorspronkelijke pijn onvermijdelijk wordt. ‘No, no, no…’, zong Amy. Psychologie biedt geen antwoord ‘Yes you can!’, het antwoord van een positiviteitsgoeroe of een goed bedoelend cognitief psycholoog, haalt in dit geval niets uit. Zij is als de piep van een muisje die, staand in de ingang van een kilometersdiep spelonk, de verborgen emotionele monsters uitdaagt. Je via de bewuste wil uit de verslaving proberen te sturen (‘vandaag stop ik echt’) komt altijd op hetzelfde neer: ‘dit was echt de laatste keer’ (gevolgd door: ‘morgen stop ik echt’). Het is geen wonder dat afkickklinieken gouden zaken doen. Ze zijn, hoe wrang het ook klinkt, dankzij hun cognitieve en gedragsmatige behandelmethoden verzekerd van een vaste klantenkring. Het is tijd voor een andere kijk op verslaving. Een spirituele aanpak. Een die de grondoorzaken van de verslaving – het emotioneel trauma – aanpakt, waardoor de verslaving als vanzelf verdwijnt. Zonder pijn is er geen noodzaak tot zelfmedicatie, dit snapt zelfs het reptielenbrein. Ja, onze natuur zit mild in elkaar. Geen mens houdt vast aan zijn verslaving als de oorzaak ervan – de permanente pijn, uitgezonden door niet verwerkt leed – is weggenomen. Het bewijs van deze stelling zien we op indirecte wijze terug in de natuur. Dieren, die geen zelfbewustzijn bezitten, hebben geen last van verslaving. Heb je ooit een sexverslaafde aap of een hond met boulimia gezien? Verslavingen komen in het dierenrijk niet voor omdat dieren – de hoger ontwikkelde zoogdieren en primaten daargelaten – niet aan trauma’s lijden. Zonder zelfbewustzijn is er immers geen zelfconcept aan de hand waarvan een emotie als ‘negatief’ of ‘pijnlijk’ beoordeeld kan worden. Dieren voelen zich dan ook niet afgewezen wanneer hun 2 © 2011, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl
moeder hen alleen achterlaat. Ze registeren slechts het signaal ‘moeder = weg’, zonder er oordelen op te plakken als: ‘Ik ben niet goed genoeg’. Zonder trauma heeft een dier geen last van chronisch leed, waardoor de noodzaak tot zelfmedicatie via verslaving ontbreekt. Natuurlijk, dieren lijden ook. Bijvoorbeeld wanneer een muis in de klauwen van mijn kat belandt. En een antilope dat oog in oog met een leeuw staat schrikt zich uiteraard dood. Maar bij de laatste trekt de ervaring ogenblikkelijk volledig door lijf en leden heen, zonder conceptualisatie. Mocht de antilope de leeuw weten te ontvluchten, dan hoeft zij – anders dan een mens die oog in oog heeft gestaan met een leeuw – de rest van haar leven niet te vluchten voor de angst die aan de ervaring verbonden is. Het verschil? De antilope heeft geen concept van zichzelf en daardoor ook niet van verleden of toekomst. De dag erna is het dier de angstaanjagende ontmoeting vergeten. Zonder een besef van de toekomst, heeft zij evenmin benul van wat haar eventueel nog te wachten te staat. De mens daarentegen heeft de doodsangst ter plekke, in een fractie van een seconde, middels cognitieve afweermechanismen onderdrukt en vastgezet in zijn onderbewuste. Zolang hij de doodsangst niet ten volle beleeft, draagt hij deze in elk toekomstig moment met zich mee, waardoor hij zich de rest van zijn leven in het hol van de leeuw bevindt. (Deze heeft op zijn beurt zijn hol in het onderbewuste van de ongelukkige!) Denkend ‘no, no, no’ zal de getraumatiseerde mens, als hij deze ervaring niet boven laat komen en integreert, zijn pijn voortdurend proberen te dempen... De eerste stap Ik ben blij dat ik in een wereld leef die kennis heeft gemaakt met de twaalf stappen van A.A. Na jarenlang op basis van mijn eigen wil het eenzame pad van verslaving te hebben bewandeld (‘struikelen’ is een toepasselijkere term), zette ik tijdens mijn eerste A.A.meeting de eerste stap op weg naar herstel: de erkenning dat ik machteloos stond tegenover mijn verslaving en dat mijn leven stuurloos was geworden. Dit te erkennen kwam mij in eerste instantie ‘onmachtig’ voor – het gaf weinig vertrouwen in de toekomst. Al snel kreeg ik echter in de gaten dat door het capituleren van mijn eigen, kleine wil – de piep van de muis – een andere, veel machtigere wil de ruimte geboden werd. Het was de wil van mijn hogere, spirituele macht, welke de confrontaties met pijnlijke emoties – de grondoorzaak van elke verslaving – niet uit de weg gaat. Zonder te vervallen in allerlei religieuze confessies, kan ik in alle nuchterheid constateren dat sinds het zetten van die eerste stap het herstelproces is begonnen. Natuurlijk is dit met vallen en opstaan gegaan. De muis stond immers bij de ingang van een diep en duister spelonk van waaruit gevaarlijke stemmen spraken over pijnlijke ervaringen uit het verleden. Toch, in deze duisternis bleek een nieuwe toekomst te gloren. Naarmate ik, ondersteund door Jungiaanse analytische therapie, meditatie en het volgen van A.A.-meetings, dieper in de duisternis van mijn onbewuste psyche doordrong, ontvouwden zich nieuwe perspectieven in het licht van mijn groeiend bewustzijn. Ik heb op deze ontdekkingsreis ook mijn waardevolste spirituele les geleerd, namelijk nederig te zijn. Want, ad fundum is verslaving het gevolg van hoogmoed. Zij komt voort uit de onjuiste keuze van het ego om niet op het levensproces met haar ervaringen – hoe pijnlijk ook – te vertrouwen, maar om de confrontaties en verantwoordelijkheden die het leven biedt uit de weg te gaan. In die ene seconde waarop we oog en oog met een bedreigende emotionele ervaring komen te staan, maken we een misstap door niet op onze hogere wil te vertrouwen. 3 © 2011, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl
Onze hogere wil is een uitdrukking van onze spirituele kern. Deze handelt altijd vanuit ons hoogste belang en met het zicht van het hoogste perspectief. Het is in ons hoogste belang dat we in bewustzijn groeien. Dit kan alleen langs de weg van het leven die langs positieve en negatieve ervaringen loopt. Vanuit het hoogste perspectief van de ziel bezien kan iets wat nu pijnlijk is (bijvoorbeeld scheiding, ziekte of ontslag) op den duur ten goede van ons bewustwordingsproces werken. Daarom gaat de ziel van nature geen enkele ervaring uit de weg. Dat doen alleen wij wanneer we, bevangen door de wil van het ego of ‘Ik’ die, vanuit een beperkt, aan ruimte en tijd gebonden bewustzijn, oordeelt en zo bepaalde ervaringen uit de weg probeert te gaan. De derde stap uit het spirituele programma van A.A. heeft als doel de misstappen van het ego – nu en in de toekomst – ongedaan te maken door ons blijvend te behoeden voor hoogmoed. Zij luidt: ‘Ik besluit om mijn wil en mijn leven over te dragen aan de zorg van God, zoals ik God begrijp.’ Ja, het heeft ook mij moeite gekost… Maar uiteindelijk is het me toch gelukt. Dit is een stap waarvan mijn innerlijke positiviteitsgoeroe zegt: ‘Yes you can!’
4 © 2011, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl
Over de auteur Sander Videler (1976) is Jungiaans analytisch therapeut, auteur en spreker op het gebied van spiritualiteit, gnosis en dieptepsychologie. Van zijn hand verschenen o.a. de boeken ‘De weg naar je Zelf’ en ‘Het wezen van de mens’. Meer informatie: www.degoudgeleweg.nl of www.sandervideler.nl
5 © 2011, Sander Videler www.degoudgeleweg.nl