XGGD X Amsterdam
x
Inspectierapport Hestia Rivierenbuurt B.V. (KDV) Uiterwaardenstraat 542 1079 AZ AMSTERDAM Registratienummer: 128536111
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 20-08-2015 ype onderzoek: Jaarlijks onderzoek
Status: de[initief Datum vaststellen inspectierapport: 19-10-2015
Hestia Rivierenbuurt BV. - Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veirigheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Hestia Rivierenbuurt BV. - Jaarlijks onderzoek 20-06-2015
B~Iage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze Hestia Rlvlerenbuurt kdv Op 16 oktober 2015 heeft op het kantoor van de GGD te Amsterdam hoor en weder hoor plaatsgevonden betreft de inspectie van Hestia kinderopvang Rivierenbuurt van 20 en 26 augustus 2015 Hierbij waren aanwezig Grace Stek, Bertel van der Zee, Deen Purperhart en Hannie Mooijman. Het gesprek was een prettig en verhelderd gesprek voor beide partijen. Hestia heeft vanaf de start van haar bestaan veel tijd en aandacht gegeven aan de pedagogische kwaliteit van de organisatie. Bij de bouw van haar eigen pand in de Rivierenbuurt aan de Uiterwaardenstraat is er alles aan gedaan om een bijzonder gebouw voor kinderen neer te zetten. Zowel van klanten als externe bezoekers krijgen wij hier veel complimenten over. Jaarlijks worden wij door organisaties ut binnen- en buitenland bezocht om te kijken naar onze bijzondere aanpak en locatie . Hestia heeft voor haar pand diverse nominaties ontvangen. Zo is Hestia in 2012 genomineerd voor de Arie Keppier prijs. Een prijs voor ruimtelijke kwaliteit. http://www .wznh.nu/projecten-en-publicaties/arie-keppler-prjs In het jaarboek 20 12/ 2013 van SNA stond Hestia met een eervolle vermelding http://www .kabk.nVnewsitemNL.php?newsid=0315&cat=12 In 2014 is Hestia genomineerd voor de gouden piramide een Rijksprjs voor inspirerend opdrachtgever schap. http://www .goudenpiramide.nV Waarom in deze zienswijze al deze vermeldingen van nominatles? Na het gesprek van 16 oktober bijkt de GGD inspectie goed op de hoogte te zijn van het bijzondere feit dat een houder een zo bijzonder gebouw particulier laat bouwen omdat dit nodig was om de pedagogiek volledig vorm te geven en ze het beste voor heeft met kinderen en alles in het werk stelt een plek te creëren waar kinderen zich kunnen ontplooien. Aanvankelijk lijkt bij het lezen van het inspectie rapport van de GGD inspectie van Amsterdam dat de indruk wordt gewekt dat de houder geen oog heeft voor de pedagogische kwaliteit. Tijdens het gesprek blijkt dat de GGD veel waardering heeft voor de visie van Hestia. Fris zeer regelmatig overleg met de OAC. Ondergetekende heeft verschillende overleggen gevoerd - ook individuele — met OAC leden. Hestia wil constant verbeteren en ziet ook nog genoeg zaken die ze nog beter kan doen. Wij zeggen niet voor niets het is nooit af, omdat wij voor onszelfde lat steeds iets hoger leggen. Klopt er dan niets wat de inspectie gezien heeft? Wij willen niet zeggen dat de inspecteur alles verkeerd heeft gezien. Waar mensen werken worden fouten gemaakt. Indien wij zien dat deze fouten structureel gemaakt worden of regelmatig terug keren nemen wij maatregelen. De inspecteur heeft een aantal zaken gezien waar Hestia ook van vindt dat dit moet veranderen. Zo heeft Hestia een beleid wiegendood. Hierin staat dat medewerkers elke 10 minuten moeten kijken naar een slepend kind. De inspecteur constateert dat dit niet gedaan is. Dit is zeer kwa ijk en is direct met de desbetreffende medewerkers opgepakt Hestia besteedt veel tijd aan de begeleiding van medewerkers en geeft hen de kans om te kunnen voldoen aan onze hoge eisen. Als ze er uiteindelijk niet aan voldoen, nemen wij afscheid van deze persoon; alleen zo kan je komen tot een goede kwaliteit. Eénvan onze externe adviseurs heeft ook gezegd dat bi hoge kwaliteitseisen een hoger personeelsverloop zichtbaar is. Zie hiervoor ook het blog over Hestia op de FCB site. http://www.fcb.nVoverfcb/samenwerken--samen-leren/vragen/professionele organisatie/hestia-kinderopvang/ Beschouwingen van de inspecteur In het inspectie rapport schrijft de inspecteur dat er diverse overtredingen zijn. Hier zit een aantal feitelijke onjuistheden in en de Inspecteur doet tegenstrijdige uitspraken. De inspecteur beschrijft dat er geen native speakers onder de Engelse medewerkers zijn (die zijn er overigens wel). Hestia kiest ervoor om met native en near native medewerkers te werken. De medewerkers moeten het Engels op minimaal niveau B2 kunnen spreken, lezen en luisteren. Later in het rapport beschrijft de inspecteur dat de Engelse medewerkers niet alle documenten kunnen lezen omdat niet alles vertaald is. De inspecteur beschrijft verder ook in het rapport dat de Engelse medewerkers Nederlands spreken. Dit is een tegenstrjdigheid. Dit is één van de voorbeelden uit het rapport waarbij de inspecteur zichzelf tegen spreekt. Overigens is het za dat native English speakers op het kinderdagverblijf natuurlijk ook de Nederlandse taal machtig kunnen zijn. Het gaat bij native Englsh speakers om de kwaliteIt van de gesproken taal (minimaal 32). Hoe kan het dat iets dat niet aanwezig is, later als van onvoldoende kwaliteit wordt omschreven? Iets dat niet aanwezig is, heeft geen kwaliteit, iets wat wel aanwezig is kan van onvoldoende kwaliteit zijn. De inspecteur beschrijft dat de OAC ontevreden is over de kwaliteit van het personeel en tegerjk zijn deze zelfde OAC leden en de inspectie niet tevreden met het personeelsverloop. Indien er personeel is dat niet goed functioneert, moet Hestia deze personeelsleden vervangen. Bovendien was er sprake van ernstig zieke medewerkers die vervangen moesten worden waardoor het verloop werd verhoogd. Hestia wil het liefst zo min mogelijk verloop, maar beseft tegelijk met de hoge eisen dat di wel het geval kan zijn. Wij zuilen een nog strengere selectie aan de poort toepassen. Pedagogische praktijk Hestia werkt met de pedagogische uitgangspunten van Reggio Emilla. Volgens de inspecteur wordt er niet gewerkt volgens deze werkwijze. De inspecteur kan dit echter niet duidelijk aantonen waarom er niet wordt gewerkt volgens deze werkwijze. Het enige punt dat de inspecteur aandraagt is dat er een nieuw team is. De inspecteur beschrijft op bladzijde vijf van het rapport dat er een rustige en ontspannen sfeer heerst. Tijdens de observaties van beide inspecteurs blijkt dat er op de gele groep een goed en veilig klimaat is. Er Is een rustige en ontspannen s eer. De beroepskracht heeft aandacht voor alle kinderen, ook wanneer zij bezig is met organisatorische taken zo vermeld de inspecteur in het rapport. Ook de tweede beroepskracht communiceert op een rustige toon met de kinderen en maakt veel contact met de kinderen. Hestia Riv erenbuurt BV. - Jaarlijks onderzoek 20.08-20 5
19122
De inspectie constateert tevens dat er op een positieve wijze wordt gewerkt met de kinderen in de groene groep. De beroepskrachten communiceren met alle kinderen tijdens de fruit hap en doen een activiteit interactjeve voorstelling “ waarde kinderen zichtbaar veel plezier aan beleven. Tijdens de observatie in de Blauwe groep constateert de inspecteur dat de start in de blauwe groep volgens een bekende werkwijze voor de kinderen verloopt. En dat de beroepskracht contact onderhoud met de kinderen in haar nabijheid maar niet met de kinderen die achter aan cle tafel zitten. Er is met de beroepskrachten ~i een overleg afgesproken dat zij hun aandacht verdelen over alle kinderen die aan tafe zitten, dus ook met de kinderen die achter aan de tafel zitten. De beroepskracht die bovenstaande activiteit aanbood en daarmee niet aansloot bij de behoeften van de kinderen in de groep is niet meer in dienst van Hestia omdat wij vonden dat zij niet kon voldoen aan de kwaliteitseisen die wij stellen. Op bladzijde zes in het inspectierapport schrijft de inspecteur: “Zo zou een prettige sfeer gecreëerd worden door geur olie en muziek”. Dit heeft de inspecteur nooit gehoord of geroken. Maar er was wel een prettige sfeer. Het gebruik van geur olie en muziek is een hulpmiddel om een prettige sfeer te ondersteunen. Daar maken we gevarieerd gebruik van in situaties waar het past. Muziek en olie alleen zijn niet genoeg om een sfeer te creëren, het vraagt inzicht in de situatie. Zo kunnen bepaalde geuren juist rust of activiteit ondersteunen (net aLs bepaalde muziek en ook kleuren dat kunnen). Voorsdiooise educatie Op de blauwe groep wordt WE aangeboden met behulp van het programma Startblokken. Medio 2016 zal de gemeente Amsterdam haar beleId aanpassen en worden alle WE programma’s goedgekeurd. Per 1 oktober 2015 is de gemeente Amsterdam een pilot gestart om te zien wat de ervaringen hierin zijn. Bij Hestia is een aantal medewerkers in het bezit van een kwalificatie voor een ander WE programma. De inspecteur schrijft in haar rapport dat ~opnieuw” bbjkt dat de uitvoering van het WE programma onvoldoende gewaarborgd is’. De VVE bij Hestia is door een andere inspecteur geïnspecteerd. Deze heeft in december 2014 en juni 2015 plaatsgevonden, Op donderdag 1 oktober heeft de beleidsmedewerker van de gemeente haar oordeel uitgesproken dat Hestia voldoet aan de eisen om een gesubsidieerde Voorschool te worden. Tweetalig aanbod Hestia heeft ervoor gekozen om tweetalige kinderopvang aan te bieden. Dit kan niet op de WE groep. Vanwege handhaving heeft Hestia helaas 2 medewerkers moeten laten gaan. Omdat er onzekerheid was over de doorgang van de pilot tweetaligheid en deze medewerkers voor hun 3e contract stonden, konden wij het risico niet nemen dat die medewerkers buiten de norm zouden vallen. Hestia heeft er zorg voor gedragen dat deze medewerkers elders een werkplek hebben gevonden. Voor de babygroep is Hestia opzoek naar een nieuwe EngeLstalige medewerker. Dit is een langdurig proces dat veel tijd vraagt omdat officiële erkenning verkregen moet worden voor het dIploma en de verklaring omtrent gedrag. Daarnaast Is het vinden van geschikte mensen moeilijk. Een fysiek veilige situatie is een voorwaarde voor het uitvoeren van activiteiten. Daarnaast bieden wij emotionele ondersteuning zodat ieder kind zich veilig en op zijn gemak voelt. Hierdoor kan een kind zijn aandacht richten op zijn omgeving en is hij vrij om nieuwe indrukken op te doen en te leren van wat hij ervaart. Het bieden van emotionele veiligheid wordt door verschillende vaardigheden ondersteund. Communicatie is hierin een belangrijk onderdeel. De beroepskracht die op de groene groep werkt is een native speaker. De beroepskracht beheerst de Nederlandse taal niet, zij is slechts in staat twee-woord zinnen in te zetten. D~ heeft de medewerkster gedaan omdat een kind haar niet begreep in het Engels en zij koos voor de veiligheid van het kind. Wij zullen bij deze medewerker en alle andere Engelse medewerkers benadrukken dat zij alleen de Engelse taal spreken en een Nederlandse collega om hulp vragen indien nodig. Personeel Hestia vindt het van be ang dat kinderen in een emotioneel veilige omgeving worden opgevangen. Hestia doet er alles aan om zorgvuldig het personeel te plannen. Daarnaast werkt Hestia met vaste flex medewerkers die de kinderen goed kennen, zodat in geval van calamiteiten kinderen niet met onbekende gezichten worden geconfronteerd. Volgens de rispecteurs worden de ouders niet geïnformeerd over welke beroepskracht, op welke dag bij welke groep hoort. Ten tijde van de inspectie dragen de beroepskrachten een Hestia shirt dat aangeeft op weke groep zij werkzaam zijn, geel, groen of blauw. De foto’s die normaal bij de entree hangen waren verwijderd om het bord schoon te maken, Dezelfde dag zijnde foto’s van de beroepskrachten wederom op het whiteboard geplakt zodat ouders ook op deze manier geïnformeerd worden over wie waar werkt. De gekleurde shirts zijn erom het duidelijk aan te geven. Tijdens eerdere bezoeken heeft de inspecteur gezien dat de foto’s hangen op het whiteboard bij de entree. Passende beroepskwa Ilficatle Hestia doet er alles aan om zorgvuldig het personeel te plannen. Voor de Engelstalige medewerker op de groene groep wordt gewerkt met een ontwikkeClan. Deze medewerker heeft een master titel als Engels docent. Tevens heeft er op 27augustus2015 een personeelsbeoordeling plaatsgevonden. De inspecteur heeft geen navraag gedaan of er een ontwikkelplan aanwezig is voor de Engelstalige beroepskracht. Dit is wel het geval. Dit plan is in het Nederlands en in het Engels opgesteld. De inspecteur zal aan haar advies aan de gemeente deze informatie alsnog doorgeven. Dat was fijn om te horen. Hestla hecht er belang aan dat ten minste een van de beroepskrachten aanwezig is die is toegewezen aan de betreffende stamgroep. Sinds 1juli2015 is een beroepskracht van de groene groep voor een half jaar gedetacheerd - voor 24 uur - naar een andere organisatie. De inspecteurs constateren op grond van de overzichten van de beroepskrachten en de presentieljsten van de kinderen ii de maanden juli en augustus dat op meerdere dagen de kinderen worden opgevangen door beroepskrachten die niet aan hen zijn toegewezen. De flex kracht van Hestia Rivierenbuurt die alle kinderen kent van de groene groep heeft zijn plek ingenomen. In de zomerperiode is er inderdaad op 1 dag met de planning iets mis gegaan. Dat betreurt Hestia. Hestia zal in de toekomst hierop toezien dat er altijd een beroepskracht aanwezig is die is toegewezen aan de betreffende Hestia Rivierenbuurt BV. -Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
20122
stamgroep. Beroepskracht — kind - ratio Hestia hecht er belang aan de LKR (leidster-kind-ratio) te volgen. Dagelijks wordt hierop toegezien en gecontroleerd. Onder aan het rooster staat de uItleg van een tsterdienst. Een persoon dle een ster dIenst heeft, kan gevraagd worden om een half uur langer te blijven of een half uur eerder te komen (indien nodig). Op grond van een steekproef blijkt dat op de groene groep op een aantal dagen in juh langer dan drie uur is afgeweken, Op grond van deze overtreding zal er per direct weer aandacht worden geschonken aan de sterdienst en zal er aan beroepskrachten gevraagd worden langer te blijven waardoor er niet wordt afgeweken van de LKR. Hestia zal zorgen dat deze informatie ook voor de inspectie inzichteljk is. De medewerkers leveren elke maand uren briefjes in. Hierop is te zien of de extra uren gemaakt zijnen ook hoelang er gepauzeerd is. VeIligheid en gezondheId Hestia voert jaarlijks een risico inventarisatie veiligheid en gezondheid uit. Deze inventarisatie wordt met de beroepskrachten besproken en op de maandelijkse team overleggen komen telkens items uit de Risico inventarisatie aan de orde. Hestia betreurt het zeer dat de beroepskrachten wel op de hoogte zijn rondom de maatregelen omtrent wiegendood (dat erom de tien minuten iemand de slaapkamer ingaat om bij de slapende kinderen te controleren) maar dat dit op het moment van inspectie niet plaatsvindt. Er zijn direct maatregelen genomen door het aanschaffen van een kookwekker en het protocol wiegendood te bespreken op een extra ingesteld groepsoverleg. Gezondheidsbeleid Plan van aanpak met betrekking tot het binnenmilieu. Hestia hecht er waarde aan dat het pand goed wordt onderhouden. Hiervoor huurt Hestia 4 dagen per week een schoonmaakbedrijf in; Select. De nieuwe teamleider heeft bij haar aanstelling direct gesprekken met het schoonmaakbedrijf gevoerd over het feit dat Hestia ontevreden is over de schoonmaak. Tevens heeft de teamleider een offerte aangevraagd voor schoonmaak van de ventilatoren in het hele pand en in de keuken ii het bijzonder. Deze afspraak was al ingepland voor de inspectie. De teamleider heeft niet gezegd dit te zullen bespreken met de schoonmaakdienst. Het is onjuist dat de roosters die hoog in het pand zitten schoongemaakt moeten worden door de beroepskrachten. Hestia kookt al jaren met kinderen en voorziet hen van een warme gezonde maaltijd. In de 12 jaar van haar bestaan heeft er nog nooit een incident plaatsgevonden met voeding. Kinderen zijn nog nooit ziek geworden door maaltijden die door de medewerkers van Hestia zijn bereid. Tijdens de inspectie constateert de inspecteur dat de beroepskracht die opdat moment kookt niet op de hoogte is van de maatregelen die genomen moeten worden bij bijvoorbeeld het (her) opwarmen van maaltijden. Direct na het constateren van deze tekortkoming is er een vergadering belegd met de beroepskrachten en is het protocol “Hygiëne code kleine instellingen” en” veilig voeding bewaren” wederom besproken. Tevens is het item opgehangen in de klapper in de Piazza. Het plan van aanpak is vertaald in het Engels en is direct onder de aandacht gebracht van de Engelstalige beroepskracht. Accommodatie en inrichting Hestia heeft een sterk pedagogisch concept dat uitgaat van het competente kind. Hestia gelooft in de mogelijkheden van kinderen en biedt hen deze ruimte om te ontdekken en onderzoeken. In de afgelopen 12 jaar blijkt telkens weer dat inspecteurs naar Hestia kijken vanuit de traditionele kinderopvang visie. De pedagogische werkwijze van Reggh Emilia die uit gaat van het krachtige en competente kind is bij hen onbekend. De inspecteur constateert tijdens de observatie In de gele groep dat er niet genoeg ruimte aan de eettafel is voor alle aanwezige kinderen. Hestia kiest er bewust voor om juist in de baby groep niet met een hele groep aan tafel te zitten. Dit past bij de werkwijze. Het pand wordt binnen de Hestia werkwijze gezien als 3e pedagoog. De ruimte stuurt hierbij het gebruik. Gekozen is om de ruimte zo danig te maken dat het medewerkers dwingt om te spitsen. Er is ook bewust gekozen om een kleine tafel in de groep te plaatsen waar niet met de hele groep aan gezeten kan worden. Ook op deze manier wordt er gestuurd. Er moet gesplitst worden en in kleine groepjes gewerkt worden, zodat de kinderen alle aandacht krijgen. Het is de bedoeling dat wanneer de tussendienst of late dienst start de groep wordt gespitst en de oudste baby’s naar de kleine piazza gaan. Daar staat — zeer — klein meubilair waarde kinderen het fruit krijgen aangeboden en waar activiteiten plaatsvinden. In het verslag van de inspecteur staat dat de leidinggevende heeft gezegd dit direct op te lossen. De oplossing zit hem in het feit dat de afspraak is dat de groep wordt gesplitst. Buitenruimte In het pedagogisch plan is beschreven dat alle kinderen, inclusief de baby’s dagelijks naar buiten gaan. De baby’s slapen buiten, dus zjn deze dagelijks buiten. De oudste kinderen van de babygroep gaan — met vaste beroepskrachten — naar de buitenruimte die grenst aan het kinderdagverblijf. Daarnaast wordt met de allerkleinsten een wandeling over het schoolplein gemaakt in de kinderwagen. Ouderrecht Hestia Kinderopvang heeft per bcatie een ouder adviescommissie (OAC) die zich bezighoudt met diverse zaken dle van belang zijn voor de ouders. Zij heeft een adviserende, signalerende en stimulerende taak. De ouder adviescommissie overlegt met de teamleider over alles wat kan bijdragen aan de goede opvang van de kinderen. De huidige OAC Rivierenbuurt bestaat uit meer dan 7 leden. De teamleider heeft de voorzitter hierop aangesproken. Het ~ de teamleider niet duidelijk wie er in de OAC zit omdat er leden komen en vertrekken. De tearnleider heeft met een van de OAC leden in een billateraal overleg gesproken over het personeelsbeleid. Zie eerder beschreven in de zienswijze. Hestia vindt het goed om personele zaken met de OAC te bespreken. De OAC wil redenen weten waarom een contract van een beroepskracht niet wordt verlengd. Hestia doet dit niet omdat dit privacy gevoelige hformatie is, die valt onder de bedrijfsvoering en onder de relatie tussen werkgever en werknemer. Hestia Rivierenbuurt BV. - Jaarlijks onderzoek 20.08-2015
21122
Hestia heeft in 2015 het pedagogisch werkplan voorgelegd aan de GAC en de DAC heeft ermee ingestemd. Op 18 november 2014 heeft Hestia een brief verstuurd naar de OAC betreft “adviesaanvraag prijs kinderopvang 2015”. In deze aanvraag geeft Hestia duidelijk aan waarom ze haar prijs wil verhogen. Na deze aanvraag heeft er een gesprek plaats gevonden met de voorzitter van de oac. Hestia heeft een reactie aan de OAC op het negatieve adviseren over de voorgenomen prijsverhoging gestuurd. Volgens de Inspectie heeft Hestia een onvoldoende gemotiveerde reactie gestuurd aan de DAC, hier is Hestia het niet mee eens. Hestia zal er alles aan doen om de kwaiteit van onze dienstverlening te blijven waarborgen. Hannie Mooijrnan Teamleider Hestia.
Hestia Rivierenbuurt BV. - Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 20augustus2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwabteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoproriel de belangrijkste kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personee, aan de beroepskracht kind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vernield. Hestia Rivierenbuurt is sinds 2012 erkend als voorziening waar voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wordt aangeboden. Tijdens het jaarlijkse inspectieonderzoek d.d. december 2014 en het nader onderzoek d.d. juni 2015 Is geconstateerd dat niet volledig wordt voldaan aan de wettelijke voorwaarden met betrekking tot de WE en de aanvullende voorwaarden uit de Amsterdamse Verordening. Bureau Kinderopvang (6K) is hiervoor een handhavingstraject gestart. Tijdens het huidige inspectieonderzoek is het handhavingstraject nog gaande. In samenwerking met 6K is een verbeterplan opgesteld en een termijn gegeven waarbinnen dit plan moet zijn uitgevoerd. De bcatiemanager verklaart dat er sinds het laatste inspectieonderzoek d.d. juni 2015 vanwege de hersteltermijn nog geen wijzigingen zijn doorgevoerd. De toezichthouder heeft daarom in het huidige onderzoek slechts de wettelijke voorwaarden beoordeeld; in een incidenteel onderzoek dat in het najaar van 2015 zal plaatsvinden, zullen de voorwaarden uit de Arnsterdamse Verordening opnieuw worden beoordeeld. Op 26 augustus 2015 heeft de toezichthouder een signaal ontvangen van de ouderadviescomn,issie (OAC) van Hestia Rivierenbuurt B.V. De OAC meldt dat er emstige zorgen bestaan over de uitvoering van het pedagogisch beleid, de kwaliteit van het personeel en de uitvoering van het veilgheidsbeleid. De toezichthouder heeft naar aanleiding van de melding het inspectieonderzoek uitgebreid. Zo heeft er op 11 september 2015 een tweede inspectiebezoek aan de locatie plaatsgevonden waarbij onder andere is onderzocht in hoeverre beroepskrachten zijn ingewerkt. Daarnaast zijn documenten opgevraagd waaronder EHBO-certificaten van de beroepskrachten, ongevallenregistratieformulieren en de reactie van de houder op het negatieve advies van de OAC ten aanzien van de jaarlijkse prijsverhoging.
Beschouwing Organisatie Hestia Rivierenbuurt BV. maakt deel uit van Hestia Holding BV. De eindverantwoordelijke voer het te voeren beleid is de directeur; zij is tevens de bestuurder en enig aandeelhouder van Hestia Holding B.V. dat in totaal bestaat uit vier ondernemingen niet drie kinderdagverblijven en een buitenschoolse-opvanglocatie in AmsterdamZuid en Amstelveen. In haar werkzaamheden werd de directeur tot voor kort ondersteund door onder andere de manager kinderopvang. Sinds juli 2015 Is deze echter uit dienst. Voor de vier vestigingen zijn twee locatiemanagers aangesteld; één locatiemanager stuurt de vestiging In Amstelveen aan en is tevens de WE-coördinator binnen de organisatie. De andere locatienianager stuurt de vestigingen in Amsterdam aan. Zij is recentelijk gestart met de aansturing van de vestigingen in de Rivierenbuurt; de vorige locatiemanager is sinds juni 2015 uit dienst. De locatiemanager is verantwoordeijk voor de dagelijkse gang van zaken in het kindercentrum en onderhoudt de contacten met de ouders en de beroepskrachten. Via intranet kunnen de beroepskrachten onder andere het digitale kwaliteitshandboek van Hestia raadplegen. In dit handboek zijn alle protocollen en beleidsstukken van Hestia opgenomen. Daarnaast beschikken de beroepskrachten over een app ‘Speak-app’ waarmee zij verschillende beleidsstukken en protocollen kunnen inzien via hun telefoon. Kenmerkend voor de houder is dat deze zich bij de inrichting van de vestigingen en het opstellen van het pedagogsch beleid, heeft laten inspireren door onder andere Reggio Emila. Voor het personeel is een externe vertrouwenspersoon aangesteld. Kinderdagverblijf Hestla Rivierenbuurt Kinderdagverblijf Hestia Rivierenbuurt is, samen niet de gelijknamige buitenschoolse opvang, gevestigd in een pand in de Rivierenbuurt. Het kinderdagverblijf bestaat uit drie horizontale groepen, waarvan één groep ook voorschoolse educatie ontvangt. Een ander kenmerk van deze vestiging is dat er in twee talen kinderopvang wordt aangeboden, namelijk in het Nederlands en in het Engels. Dit is opgenomen in het pedagogisch beleidsplan en voor de tweetalige opvang is een aparte gedragscode opgesteld. Vanwege het nog vast te stellen toeztht- en handhavingsbeleid met betrekking tot de tweetaigheid is de betreffende voorwaarde in dit onderzoek niet beoordeeld. In dit onderzoek zijn meerdere overtredingen geconstateerd met betrekkhg tot de uitvoering van het pedagogisch beleid, de inzet van vaste beroepskrachten, de afwijking van de beroepskracht-kind-ratio, het veiligheids- en gezondheidsbeleld en het adviesrecht van de oudercommissie. De toezichthouder constateert dat vee van deze overtredingen samenhangen met het personeelsbeleid. Tijdens het huidige onderzoek blijkt dat, met uitzondering van het management, 80% van het team sinds het laatste inspectieonderzoek in december 2014 is vervangen. Mede door het personeelsverloop wordt onvoldoende uitvoering gegeven aan het pedagogisch beleid. Zo is slechts één beroepskracht in het bezit van een certificaat voor het VVE-programma dat wordt geboden en is de Engelstalige beroepskracht geen native speaker. Een overtreding met betrekking tot het veiligheids- en gezondheidsbeleid is reeds in een eerder inspectieonderzoek geconstateerd. OudercommissIe De toezththouder heeft, buiten de melding d.d. 26augustus2015 om, contact met de ouderadviescommissie Hestia Rivierenbuurt BV. . Jaarlijks onderzoek 20.08-2015
3!22
(OAC) opgenomen om te informeren naar de tevredenheid over de kwariteit van de kinderopvang. Uit het contact brdkt het volgende: De OAC verklaart dat zij u~ zes leden bestaat, eenmaal per kwartaal komen zij bij elkaar in aanwezigheid van het management van -lestia. De OAC maakt zich emstlge zorgen over het personeeisbeleid, omdat het gevoerde beleid leidt tot veel (onvrgwillige en gedwongen) verloop en wissehngen onder het personeel, Dit verloop en de wLsselingen heeft tot gevolg dat er maar weinig (nieuwe/ flex) beroepskrachten zijn die goed bekend zijn met het pedagogisch beleid van Hestia en ook wordt ervaren dat de wisse~ngen ertoe leiden dat de (nieuwe! flex) beroepskrachten niet goed bekend zijn met de persoonlijke eigenschappen van de kinderen. Over de vaardigheden van het personeel is de OAC derhalve matig tevreden. De OAC benadrukt dat de ouders bij Hestia over het algemeen zeer bewust hebben gekozen voor de locatie vanwege het pedagogisch beleid. De OAC betreurt het dan ook zeer, dat hieraan onvoldoende uitvoering wordt gegeven. Nieuwe! flex beroepskrachten zijn onvoldoende op de hoogte van de pedagogische visie, er worden geen (Engelstailge) native speakers ingezet en er is een gebrek aan persoonlijke aandacht voor de kinderen. Deze zorgen zijn al meer dan eens besproken met het management, maar er is nog geen sprake van verbetering. De OAC geeft aan dat de communicatie met het management al enige jaren moeizaam verloopt. Met betrekking tot de inrichting van de binnen- en buitenruimte is de OAC tevreden. Al is de verlichting in de bu~enruimte op bepaalde momenten onvoldoende. Ook met betrekking tot het veiligheids- en gezondheidsbeieid is de OAC over het algemeen tevreden. Aandachtspunten zijn de Overschoenen in de entree dle niet tIjdig worden vervangen en de inzet van het personeel gedurende de dag. Als de groepen uit minder dan 15 kinderen bestaan, zijn er aan het einde van de dag wanneer de ‘vroege dienst’ naar huis gaat of wanneer een beroepskracht gaat koken, vaak nog veel kinderen aanwezig die dan moeten worden opgevangen door éénberoepskracht.
De zorgen van de OAC stemmen overeen met de bevindingen van de toezichthouder.
Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.
Hestia Rivierenbuurt BV. -Jaaflijks onderzoek 20.08-2015
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Voor de hele organisatie is een algemeen pedagogisch beleidsplan opgesteld, daarnaast is er specifiek voor deze locatie een aanvullend werkplan opgesteld. In het pedagogisch werkplan wordt onder andere de visie van Hestia Kinderopvang beschreven en de wijze waarop de vier pedagogische doelen, waaronder het waarborgen van de emotionele veiligheid, wordt gewaarborgd. Zo worden op basis van de vier pedagogische basisdoelen vijf pedagogische uitgangspunten gehanteerd bnnen Hestia: Vertrouwen, Zelf, Samen, Ontdekken en Plezier. Dit houdt onder andere in dat kinderen een (emotionele) basisveihgheid nodig hebben om zich op een gezonde manier verder te kunnen ontwikkelen en dat zijde ruimte krijgen om zich in eigen tempo en op eigen manier te ontwikkelen. Ook wordt beschreven dat het inzetten van vaste pedagogisch medewerkers één van de kwaliteitseisen is. Centraal staat de visie van Reggio Emilia. Via de Hestia-academie worden beroepskrachten (vaste en invalkrachten) getraind in het werken vanuit deze vîsie; dit is een training van zeven maanden. Het kinderdagverblijf bestaat uit drie groepen namelijk, de blauwe, groene en gele groep. 0p de blauwe groep wordt met behulp van het programma Startblokken vroeg- en voorschoolse educatie (WE) aangeboden aan kinderen vanaf 1,5 jaar. Op de groene en gele groep wordt opvang in twee talen aangeboden, namelijk ii het Nederlands en in het Engels. In het werkplan is beschreven dat uitvoering wordt gegeven aan de tweetalige opvang doordat zowel Nederlands- als EngeLstakge beroepskrachten worden ingezet die werken volgens de zogenoemde ‘éénpersoon - één taal strategie’. Daarnaast zijn er leesboekjes zowel in het Engels als in het Nederlands beschikbaar en worden activiteiten in beide talen aangeboden aan de kinderen. Daamaast is een beschrijving opgenomen van het dagprograrnma in het kinderdagverblijf. In de ochtenduren worden de kinderen en ouders ontvangen en dragen de beroepskrachten zorg voor een rustige sfeer door onder andere muziek en geurolie, maar ook door activiteiten waaronder voorlezen en ledjes zingen. De khderen gaan tevens dagelijks naar buiten; er is een ‘blotevoetenbad’ in het pand en een verticale moestuin’. In het pedagogisch werkplan is opgenomen dat slecht weer niet bestaat, enkel ‘slechte kleding’. Met behu~, van onder andere de observatiernethode Horeb (behorend bij het VVE-programma Startblokken) en de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling signaleren beroepskrachten bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen. Hierbij kunnen zij ondersteund worden door de iocatienianager, maar ook door medewerkers van OKIDO. Door middel van werk- en teamoverleg worden de beroepskrachten hienn begeleidt. Pedagogische praktijk Observaties van de pedagogische praktijk hebben plaatsgevonden in alle groepen gedurende de ochtend. Hieruit blijkt dat de ontwikkeling van sociale en persoonlijke competenties wordt gestimuleerd. De emotionele veiligheid en de uitvoering van het pedagogisch beleid wordt echter niet gewaarborgd. Hieronder is beschreven waarop de oordelen zijn gebaseerd. In de gele (baby-)groep seen beroepskracht aanwezig wanneer de toezlchthouder arriveert, opdat moment heerst er een rustige ontspannen sfeer. De beroepskracht heeft aandacht voor alle kinderen, ook wanneer zij bezig is niet organisatorische taken waaronder het klaarmaken van het fruithapje en het verschonen van een van de kinderen. Zij maakt continu contact met alle kinderen, onder andere door te reageren op hun geluidjes. Ook wordende kinderen consequent op ooghoogte aangesproken. Wanneer om iets voor half tien een kind wordt gebracht, wordt dit hartelijk begroet door de beroepskracht. Na het fruit eten, neemt de beroepskracht een aantal kinderen mee naar de Piazza voor een activiteit. Om half tien arriveert de tweede beroepskracht. Ook zij communiceert op rustige toon met de kinderen en maakt veel contact met hen. Afspraken en regels worden door de beroepskrachten uitgelegd en gehandhaafd. Zo probeert een kind meerdere malen op de tafe te klimmen tijdens de activiteit. De beroepskracht zegt dat dit niet is toegestaan en legt ook uit waarom dit niet is toegestaan. Een deel van de knderen van de groene groep verblijft op de patio tijdens de observatie. Een klein groepje van ongeveer vier kinderen verblijft met één beroepskracht in de groepsruirnte, om zo de rust in de patio te bewaren. (Op dit moment zit de blauwe groep namelijk ook in de patio.) Twee beroepskrachten zitten met de kinderen aan tafel; ze gaan fruit eten. Terwijl het fruit door een van de beroepskrachten wordt gesneden, zit de andere beroepskracht bij de kinderen aan tafel en voert zij gesprekjes met hen. De beroepskracht heeft aandacht voor alle kinderen in de groep. Later op de ochtend gaan twee beroepskrachten met een dee van de groep naar buiten. Eénvan de beroepskrachten neemt een kartonnen doos mee en twee handpoppen. Een beroepskracht neemt plaats achter de kartonnen doos waarin een gat (een venster) is utgesneden en begint een poppenkastshow. De kinderen mogen zelf bepalen of zijde show willen zien, een groot aantal kinderen neemt plaats voor de poppenkast. De beroepskracht die de show verzorgt, draagt zorg voor contact met alle kinderen die deel uitmaken van het publiek. Het is een interactieve voorstelling waarde kinderen zichtbaar veel plezier aan beleven. Hestia Riv erenbuurt SV. - Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
5/22
In de blauwe groep zittende kinderen in een kring. De beroepskrachten nemen het dagprogramma met hen door. Na het kringnioment gaan de kinderen in een trein naar de patio voor het fruit eten. De kinderen zijn bekend met deze werkwijze. Een beroepskracht neemt in de patio met de kinderen plaats aan tafel, de andere beroepskracht is in de keuken bezig met het snijden van fruit. De beroepskracht maakt wel contact met de kinderen die in haar directe nabijheid zitten, maar niet met de kinderen die achter aan de tafel zitten. Wanneer er vervolgens een liedje door de beroepskracht wordt gezongen, reageren deze kinderen er ook niet echt op. Na het fruit eten gaan de kinderen weer naar de groepsniimte waar zij plaats moeten nemen op het kleed om voorgelezen te worden. Deze activiteit skjit niet geheel aan op de behoefte van de groep. Tot dan toe hebben zij vanaf het kringmoment alleen maar gezeten. terwijl een beroepskracht voorleest, verschoont de andere beroepskracht de kinderen. Uitvoering oedaciogisch beleid en emotionele veiboheid Tijdens het onderzoek blijkt dat er onvoldoende uitvoering wordt gegeven aan het pedagogisch beleidsplan en dat daardoor de emotionele veiligheid onvoldoende wordt gewaarborgd. Dit is gebaseerd op grond van het volgende: Inzet vaste bemepskrachten Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat, op enkele beroepskrachten na, het volledige team van het kinderdagverbijf recentelijk is aangesteld. Zo zijn drie van de vier vaste beroepskrachten van de groene groep pas een halfjaar geleden aangesteld, twee van de drie vaste beroepskrachten van de blauwe groep zijn sinds enkele maanden aangesteld, en gedurende de looptijd van het huidige inspectieonderzoek heeft in deze groep ook weer een wissekng plaatsgevonden en is een nieuwe beroepskracht aangesteld. Op grond van de roosters van de maanden juli en augustus (2015) bijkt dat, ondanks de inzet van de (nieuwe) vaste beroepskrachten het aantal verschillende beroepskrachten dat wekelijks op de groepen wordt ingezet groot is. Zo zijn in de gele groep in de maanden juli en augustus elf verschillende beroepskrachten ingezet en in de groene groep in deze periode zestien verschillende beroepskrachten. Hiermee wordt de emotionele veIligheid onvoldoende gewaarborgd. Ook stemt het niet overeen met de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waarin is beschreven dat de houder zorgt voor vaste gezichten op de groep . De uitgangspunten van de houder ten aanzien van vertrouwen en plezier worden niet gehanteerd op het moment dat er zon groot personeelsverloop is. In het pedagogisch beleidsplan is tevens beschreven dat rituelen houvast en veiligheid bieden en dat in dit kader dageijks bepaalde ochtendrituelen worden uitgevoerd. Zo zou een prettige sfeer en rust in het kindercentrum worden bewerkstelligd door muziek en geurolie. Tijdens geen van de flspectiebezoeken die hebben plaatsgevonden in augustus en september is geconstateerd dat geurolie wordt gebruikt in het kindercentrum; slechts eenmaal is op de gele groep geconstateerd dat er muziek werd gedraaid. Reggio Em//tja Mede doordat het team zeer ‘jong is wordt er geen uitvoering gegeven aan het pedagogisch beleidsplan met betrekking tot Reggio Emillia. Tijdens het inspectiebezoek blijkt slechts éénberoepskracht bekend te zijn met de werkwjze volgens deze visie; en wordt er daardoor slechts op de groene groep uitvoering gegevenaan deze werkw]ze. Op bijvoorbeeld de gele groep hebben twee van de drie vaste beroepskrachten (sinds juni 2015 werkzaam) nog geen training gehad in de ‘Reggo Emi~a pedagogiek. Uit de gesprekken met alle beroepskrachten van deze groep blijkt dat er onvoldoende kennis is van deze visie. Een van de beroepskrachten die zelf niet is ingewerkt blijkt de derde vaste beroepskracht te hebben ingewerkt. De locatiemanager verklaart dat er een opleidingsplan voor de beroepskrachten zal worden opgesteld, waarin wordt opgenomen wanneer zij zullen beginnen met de scholing op dit gebied. WE Sinds 2012 is Hestia een erkende WE-voorzienng. In de blauwe groep wordt WE aangeboden met behulp van het programma Startblokken. Tijdens het huidige onderzoek blijkt opnieuw dat de uitvoering van het WEprogramma onvoldoende gewaarborgd is doordat ongecertificeerd personeel wordt ingezet. Slechts één van de vaste beroepskrachten van de blauwe groep is gecertificeerd voor het aanbieden van het WE-programma Startblokken, zij wordt echter slechts een of twee dagen per week Ingezet. Uit gesprekken met de beroepskrachten bl~kt dat een aantal beroepskrachten in september (2015) zullen starten met de verschillende trainingen. Tweetal/ge opvangln het pedagogisch beleidsplan is opgenomen dat op de gele en groene groep opvang wordt geboden in zowel het EngeLs als in het Nederlands, conform de ‘één persoon - één taal strategie’. In de praktijk wordt in de gele groep geen tweetalige opvang geboden, de vaste beroepskrachten zijn allebei Nederlandstalig en ook de invalkrachten die worden ingezet zijn Nederlandstalig. In de groene groep wordt sinds eind augustus 2015 een Engelssprekende beroepskracht ingezet. Zij is echter geen native speaker. De uitvoering van eerdergenoemde strategie wordt ook niet consequent uitgevoerd. De Engelssprekende beroepskracht schaket soms wanneer kinderen haar niet meteen begrijpen toch over op het Nederlands, Samenvattend Door gebrek aan stabiliteit in het kindercentrum wordt onvoldoende uitvoering gegeven aan het pedagogisch beleidsplan. Het personeelsverlc’op en de inzet van verschillende inval- of uitzendkrachten in de groepen leidt ertoe dat er geen sprake is van ‘vaste gezichten op de groep’ en brengt met zich mee dat de ‘emotionele (basis )veiligheid’ niet wordt gewaarborgd. Daarnaast wordt er geen uitvoerrig gegeven aan het pedagogisch beleidsplan omdat de beroepskrachten niet geschoold zijn in de ‘Reggio Emilia - pedagogiek’, er nauwelijks gecertificeerde beroepskrachten worden ingezet op de VVE-groep en er geen Engelstalige native speakers worden hgezet in het kindercentrum. Hestia Rivierenbuurt sv. - Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
6/22
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: • De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid’ art 1.50 lid 1 lid 2 sub fWet nderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
artS lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen.
• De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 art 1.50 id 1 lid 2 sub fWet nderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; kinderopvang en peuterspeelzalen art
artS lid 2 Ud 3 lid 4 Besluit kwaliteit lid ‘sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Voorschoolse educatie In de blauwe groep wordt gebruikgemaakt van het WE-programma Startblokken. Er is een handhavingstraject gestart door de gemeente met betrekking tot de uitvoering van het WE programma omdat tijdens eerdere onderzoeken is gebleken dat aan een groot aantal voorwaarden niet is/wordt voldaan. In het kader van het handhavingstraject heeft op 20juli2015 een gesprek plaatsgevonden tussen de gemeente en de houder. Tijdens dit gesprek is een verbeterplan besproken en is een termijn afgesproken waarbinnen de verbetermaatregelen in behandeling moeten zijn genoemen dan wel zijn uitgevoerd. De toezichthouder zal de aanvullende kwaliteitseisen met betrekking tot de uitvoering van de Amsterdamse Verordening daarom in een apart incidenteel onderzoek in het najaar van 2015 opnieuw onderzoeken. Tijdens het huidige onderzoek blijkt namelijk dat het verbeterplan nog moet worden uitgevoerd. De toezichthouder constateert wel dat er nu een beroepskracht bij het kinderdagverbkjf werkt, die gecertificeerd is voor het programma Startblokken. Deze beroepskracht blijkt echter in de weken 26 t/m 31(2015) slechts één keer per week te zijn ingezet en In de weken 32 t/m 34 (2015) slechts twee keer per week. Hiermee Is niet gewaarborgd dat het WE-programma wordt uitgevoerd. De overige vaste beroepskrachten zijn niet n het bezit van een certificaat voor Startblokken, maar hebben wel schobng gevolgd met betrekking tot het verzorgen van voorschoolse educatie. In het algemeen opleidingsplan, dat is opgesteld voor alle beroepskrachten binnen de holding Hestia, is opgenomen dat twee beroepskrachten in het jaar 2015 - 2016 scholing met betrekking tot het WE-progran,nia Startblokken zullen volgen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: • Voor de voorschooise educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwkkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.SOb wet kinderopvang en kwaliteitseisen p uterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse ed tie.)
Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie 2, jun 2015 - Observatie pedagogische praktijk - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten en leidinggevende - Overzicht personeel stamgroepen, ontvangen op 26augustus 2015 - Presentieljsten van de gele, groene en blauwe groep (juli en augustus 2015), ontvangen op 26augustus2015 - Inzet beroepskrachten In de weken 26 t/m 34(2015) - Arschriften WE-certificaten - Verbeterplan, ontvangen via de gemeente op 18september2015 - Opleidingsplan 2015 -2015
Hestia Rivierenbuurt BV. - Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Personeel en groepen Het team bestaat uit tien vaste beroepskrachten; zij worden aangestuurd door een locatiernanager. De afgelopen jaren is geconstateerd dat het personeelsverloop hoog is en ook tijdens het huidige inspectieonderzoek blijkt dat er sprake is van veel verloop. Uit de contracten van het huidige team blijkt dat slechts twee van tien beroepskrachten een vaste aanstelling hebben. De overige beroepskrachten zijn in het bezit van een oproep-, 0-uren’- of tijdelijk dienstverband van gemiddeld zeven maanden waardoor niet is gewaarborgd dat zij voor langere tijd zullen blijven. Daarnaast is het zorgelijk dat er tijdens het huidige onderzoek slechts twee beroepskrachten zijn, die langer dan een jaar werkzaam zijn in het kinderdagverblijf. Het merendeel van de beroepskrachten is gestart in 2015, waarvan er vier korter dan twee maanden werkzaam zijn bij de vestiging. Ook de locatiemanager is recentekjk aangesteld zij is sinds juni 2015 werkzaam in het kinderdagverblijf. Zij stuurt tevens een andere vestiging aan die vat onder de holding, Hestia B.V. Naast de vaste beroepskrachten worden regelmatig inval- of uitzendkrachten ingezet in het kindercentrum en ook de locatiemanager vat af en toe in voor een beroepskracht. Op grond van de presentielijsten blijkt dat bijvoorbeeld op de gele groep, naast de vaste beroepskrachten, bijna dagelijks een inval- of uitzendkracht wordt ingezet. Opmerkelijk is dat binnen het tijdsbestek van één week verschillende frival-/ uitzendkrachten worden ingezet. Ondanks dat minimaal een van de vaste beroepskrachten aanwezig is, is dit niet bevorderlijk voor de emotionele vedigheid. Bijvoorbeeld in week 28 (2015) zijn op de maandag, dinsdag en woensdag drie verschillende invalkrachten ingezet. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de verklaringen omtrent het gedrag (VOGs) opgevraagd van alle beroepskrachten dle sinds het najaar van 2014 in dienst zijn getreden. Op grond van de toegestuurde documenten en eerder inspectieonderzoek is geconstateerd dat alle beroepskrachten die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige VOG die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Passende beroepskwalltlcatie De toezichthouder heeft beoordeeld dat alle beroepskrachten die sinds het najaar van 2014 werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalficatie zoais in de cao Kinderopvang is opgenomen. De Engelssprekende beroepskracht, die sinds augustus 2015 in dienst Is, is nog in opleiding (PMIO-er). Tijdens het huidige onderzoek is er nog geen ontwikkeiplan voor haar opgesteld. De leidinggevende heeft verklaard dat dit binnen twee maanden, conform wet- en regelgeving, zal gebeuren. Voor de betreffende beroepskracht Is echter niet aangetoond dat zij in het bezit is van een diploma op minimaal MBO3-niveau of relevante werkervaring en een buitenlands d~zbma waarvan nog niet bekend is of de kwaliteit geijk is aan de kwalficatie-eis voor de functie van pedagogisch medewerker. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan; • Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden, overeenkomstig de voorwaarden in de cao kinderopvang. (art 150 lid 1 lid 2 sub c wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Opvang in groepen Het kindercentrum bestaat uit drie stamgroepen: - de gele groep bestaat uit maximaal twaalf kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar; - de groene groep bestaat uit maximaal zestien kinderen in de leeftijd van 1 tot 4 jaar; - de blauwe groep bestaat uit maximaal zestien kinderen in de leeftijd van 1,5 tot 4 jaar. De locatiemanager verklaart vanwege de kindbezetting, de groepen niet samen te voegen. Ieder kind is geplaatst in één van de vaste stamgroepen en alle kinderen worden dagelijks in de stamgroepen opgevangen. In het pedagogisch werkplan is opgenomen dat kinderen in een tweede stamgroep opgevangen kunnen worden indien er extra opvangdagen worden aangeboden en er geen plaats meer is In de eigen stamgroep. Ouders dienen dan vooraf schriftelijk toestemming te verlenen. Gedurende de onderzochte periode IS dit niet voorgekomen. Tijdens het inspectieonderzoek blijkt dat ouders niet worden geïnformeerd over welke beroepskracht, op welke dag bij welke groep hooft. Dagelijks dienen kinderen door ten minste één van de beroepskrachten die zijn toegewezen aan de betreffende stamgroep, te worden opgevangen. De toezichthouder heeft verzocht om een overzicht waarop staat welke beroepskrachten aan welke groep zijn toegewezen. Op grond van dit overzicht en de presentleljsten van de maanden juli en augustus (2015) blijkt dat de kinderen van de groene groep, op meerdere dagen te zijn opgevangen door beroepskrachten die niet aan hen zijn toegewezen. Geen van de vaste beroepskrachten was aanwezig op de volgende dagen: - op 9juli zijn een invalkracht en de beroepskracht van de gehjknamige BSO ingezet; - op 14juli zijn een beroepskracht van de blauwe groep en twee invalkrachten ingezet; Hestia Rivierenbuurt BV. -Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
8/22
-
op 21 juli zijnde locatiemanager, een invakracht en een uitzendkracht ingezet; op 23 juli zijn een beroepskracht van de blauwe groep en een invalkracht ingezet; op 30juli zijn twee beroepskrachten van de blauwe groep ingezet.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: • De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verbijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 1 lid 2 sub c sub d art 1.54 lid 1 Id 4 Wet kinderopva g en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; en 5 lid 1. ~d 4 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; artS lid 2 Regeing kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen,)
• Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 149 lid 1 art 1.50 lid 1 lid 2 sub d sub wet nderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art S lid 4 Besluit kwariteit kinderopvang en peuterspeelzalen; artS lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In de gele groep worden negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten, in de groene groep worden dertien kinderen opgevangen door drie beroepskrachten en in de gele groep worden zeven kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentieljsten van jul en augustus (2015) en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks een van de volgende werktijden: 7.30 tot 16.30 uur, 8.00 tot 17.00 uur, 8,30 tot 17.30 uur, 8.45 tot 17.45 uur en 9.30 tot 18.30 uur. Indien twee beroepskrachten Ingezet zijn op de groep, pauzeren zij ieder een uur. Indien er drie beroepskrachten werkzaam zijn op de groep dan heeft de beroepskracht met de vroegste dienst een pauze van een half uur en de overige twee een pauze van drie kwartier. Op grond van een steekproef blijkt dat er in de groene groep op een aantal dagen langer dan drie uur wordt afgeweken. Dit komt met name voor wanneer er twee beroepskrachten zijn ingezet. Bijvoorbeeld op 2,9 en 10juli2015 is langer dan drie uurargeweken. Het komt in principe niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Op grond van de roosters blijkt dat dagelijks minimaal door twee beroepskrachten geopend wordt en door minimaal drie beroepskrachten afgesloten wordt. Daarnaast wordt het pand gedeeld met de gelijknamige bu’itenschoolse opvang van de houder die op dezelfde tijd sluit. Er is een achterwachtregeling opgesteld. De leidinggevende is vier dagen per week boventallig in het kindercentrum aanwezig, daarnaast kunnen de medewerkers van het hoofdkantoor binnen vijftien minuten aanwezig zijn in het kindercentrum. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: • Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesbten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 149 lid 1 art 1.50 ~id lid 2 sub csub d wet knderopvang en kwalteitselse pa ter eelzale ‘ a 4 Ii 2 lid 3 sub b sub t kwaliteit kinde pv ng en peuterspeelzalen; arts Id 10 Regeling kwaliteit kind opvang e pe te pe talen.)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Hestia Rivierenbuurt biedt opvang in zowel de Nederlandse als Engelse taal aan. Hiervoor is een gedragscode opgesteld. In deze gedragscode is onder andere opgenomen dat dager~ks opvang in zowel het Nederlands als het Engels wordt geboden (met uitzondering van de groep waarin WE wordt aangeboden), dat beroepskrachten de taal voldoende beheersen en dat informatie aan ouders in zowel het Engels als Nederlands beschikbaar is. Ondanks dat er een gedragscode is vastgesteld, wordt hiermee niet voldaan aan de wetgeving. In de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen (art 1.55 lid 1 lid 2) is opgenomen: 1: Bij kinderopvang in een kindercentrum of ineen voorziening voor gastouderopvang wordt de Nederlandse taal als voertaal gebruikt. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese taal of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. 2: in afwijking van het eerste lid kan mede een andere taal als voertaal worden gebezigd, indien de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder van het kindercentrum of van het gastouderbureau vastgestelde gedragscode. Vanwege het nog vast te stellen toezicht- en handhavingsbeleid over de tweetalige opvang is de voorwaarde met betrekking tot de voertaal in dit onderzoek niet beoordeeld. Hier zal een apart onderzoek voor plaatsvinden in het najaar van 2015. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten en leidinggevende - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht personeel Rivierenbuurt, ontvangen op 26augustus 2015 Hestia Riv erenbuurt BV. - Jaarlijks Onderzoek 20-08-2015
Besluit
-
Overzicht personeel stamgroepen Hestia Rivierenbuurt, ontvangen op 26 augustus 2015 Overzicht inzet beroepskrachten week 26 t/m 34 (2015) Overzicht presentje van de gele, groene en blauwe groep van de maanden juli en augustus 2015 Pedagogisch werkfln, versie 2, juni 2015
Hestia Rivierenbuurt BV. - Jaari jks onderzoek 20-08-2015
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veirigheld en gezondheid Jaarlijks worden de veiligheids- en gezondheidsrisicos geïnventariseerd. Aan de hand van de risico-inventarisaties wordt een plan van aanpak opgesteld. Dit bestaat bij Hestia uit protocollen en werkinstructies. Daarnaast wordt structureel werkoverleg georganiseerd en wordt tweemaal per jaar een studiedag gehouden. In het huidige onderzoek is op basis van een steekproef het plan van aanpak beoordeeld. De volgende onderwerpen zijn onderzocht: Veiboheid: - Plan van aanpak bij ongevallen; - Plan van aanpak ter voorkoming van wiegendood; Gezondheki: - Plan van aanpak bij het opdienen van warme maaltijden; - Plan van aanpak met betrekking tot het binnenmilieu. Veilioheidsbeleid Plan van aanpak hij ongevallen Wanneer zich ongevallen voordoen in het kinderdagverblijf dienen de beroepskrachten adequaat hiernaar te handelen en vervolgens een registratieformulier in te vullen waarin in ieder geva is opgenomen wat er is gebeurd, of het ongeval voorkomen had kunnen worden en in hoeverre het kind verwond was. Uit de to gezonden registratieformurieren blijkt dat de beroepskrachten handelen conform het beleid. De toezichthouder heeft tevens naar aanleiding van signalen vanuit de oudercommissie documenten opgevraagd waaruit blijkt dat de beroepskrachten kennis hebben van de wijze waarop zij dienen te handelen bij een ongeval. De leidinggevende heeft in reactie hierop certificaten aangeleverd van de cursus ‘kinder eerste hulp en reanimatie’; dit Is een eendaagse cursus van drie uur. Op grond van de certificaten blijkt dat vijf van de vaste beroepskrachten in het bezit zijn van een dergeijk certificaat en dat dagelijks een van hen werkzaam is in het kinderdagverblijf. Plan van aanpak ter voorkoming van wiegendood Tijdens het inspectiebezoek zijn er twee beroepskrachten aanwezlg In de gele groep. Een van de beroepskrachten zit in de kleine piazza met een klein groepje kinderen, de andere beroepskracht zit in de groepsruimte met een aantal kinderen. Op het moment dat de tweede beroepskracht start met haar dienst ligt er een kind in bed in de slaapruimte. Wanneer het kind al ruini een kwartier op bed ligt zonder dat een beroepskracht in de slaapkamer is geweest, informeert de toezichthouder naar de maatregelen omtrent wiegendood. De beroepskracht blijkt goed op de hoogte te zijn van de afspraken en benoemt onder andere dat erom de tien minuten iemand de slaapkamer ingaat om bij de slapende kinderen te controleren. De toezichthouder constateert echter dat de beroepskracht er niet van op de hoogte is dat er op dit moment een kind in de slaapkamer ligt. Nadat er in totaal minimaal een half uur verstreken is, gaat een beroepskracht naar de slaapkamer. De beschreven maatregelen in het plan van aanpak worden in de praktijk niet uitgevoerd. Ook op een later moment, wanneer een groot aantal kinderen buiten spelen wordt het plan van aanpak onvoldoende uitgevoerd. De toezichthouder die op het moment ook buiten is vemeemt dat een van de kinderen die ligt te slapen in een buitenbed aan het huden is. Het duurt echter meer dan tien minuten voordat een beroepskracht bij het kind gaat kijken. Opnieuw wordt de beschreven maatregel niet uitgevoerd. Daarnaast merkt de toezichthouder op dat het kind mogelijk niet gehoord is door de beroepskrachten doordat erop dit moment buiten gespeeld wordt. Tot slot constateert de toezichthouder dat de Engelstalige beroepskracht niet alle werkinstructies in de groepsruimte kan doornemen omdat deze in het Nederlands zijn opgesteld. Zo hangt er een beddenschema op de groene groep met bijzonderheden van de kinderen zoals wie er met een speen slaapt etc. Deze instructies zijn echter enkel in het Nederlands opgesteld. Hierdoor kan de beroepskracht geen kennis nemen van het plan van aanpak. Gezondheidsbeleid Plan van aanpak met betrekking tot het binnenmilieu Evenals tijdens het inspectieonderzoek d.d. december 2014 is geconstateerd dat de ventilatieroosters in de keuken en piazza dicht zitten met grote hoeveelheden stof. Hiermee is niet gewaarborgd dat het ventilatiesysteem naar behoren functioneert. De maatregel hangt daardoor onvoldoende samen met het risico. Daamaast is opnieuw geconstateerd dat onder andere de verlichting in de gele groep onder het stof zit. De locatiemanager is op de hoogte van de ontoereikende schoonmaak en geeft aan dat dit punt wordt opgepakt met de schoonmaakdienst. Tijdens het inspectiebezoek wordt niet duidekjk wie verantwoordelijk is voorde schoonmaak van de onderdelen. Uit het gesprek met een van de beroepskrachten blijkt name ijk dat dit tot de taak van de pedagogische medewerkers behoort. Plan van aanpak bij het opdienen van warme maaltijden De houder biedt warme maaltijden aan, aan de kinderen. Deze rnaatijden worden in het kinderdagverblijf bereid, geserveerd en bewaard. Beroepskrachten zijn onvoldoende op de hoogte van de werkwijze bij het aanbieden van warme ma&tijden. Zo weten niet alle beroepskrachten dat er een plan van aanpak is met betrekking op dit onderwerp. Daarnaast blijken de beroepskrachten niet op de hoogte te zijn van de maatregelen dle genomen Hestia Rivierenbuurt BV. -Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
11/22
moeten worden bij bijvoorbeeld het (her-)opwarmen van maaltijden. Samenvattend - Uit het voorgaande blijkt dat de houder de risico’s verkeerd inschat; er wordt vanuit gegaan dat veiligheidsrisico’s die zich kunnen voordoen op het gebied van wiegendood en gezondheidsrisico’s die zich kunnen voordoen met betrekking tot het binnenmilieu, worden gereduceerd doordat de in het beleid beschreven maatregelen worden uitgevoerd. De maatregelen volstaan echter niet: de werkwijze in de praktijk komt namekjk niet overeen met het vastgestelde velligheids- en gezondheidsbeleld. - De houder draagt er onvoldoende zorg voor dat de Engelssprekende beroepskracht kennis kan nemen van het plan van aanpak veiligheid. - De houder draagt er onvoldoende zorg voor dat de beroepskrachten kennis kunnen nemen van het plan van aanpak met betrekking tot het serveren van warme maaltijden. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: • In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievehjk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 Wet kinderopvang en kwariteitsejsen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinde opvang en peuterspeelzalen.)
• De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 art 1.50 ~,d 1 lid 2 sub a art 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art2 lid t lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwateit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
• In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op Welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid t lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid t sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
• De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 Wet k d ropva gen kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b BesluIt kwaliteit kinderopvang en peut rspeelza n art 2 lid 4 R ling kwalite t kinderopvang en peuterspeelzalen
Meldcode kindermishandeling De Organisatie heeft een meldcode huseljk geweld en kindermishandeling vastgesteld. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De houder heeft de meldcode aangepast in verband met het nieuwe meldpunt Veiïg Thuis. In de sociale kaart behorend bij de meldcode is beschreven welke personen zijn aangesteld als vertrouwenspersoon voor respectievelijk het personeel en de ouders. De vertrouwenspersoon voor de ouders is echter niet meer werkzaam binnen de organisatie; dit dient derhaN’e te worden aangepast. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode door deze structureel te bespreken tijdens werkoverleg. Vierogenprincipe Het pand waarin het kinderdagverblijf gevestigd is, is transparant. Zo zijnde groepsruimtes voorzien van glazen deuren en gedeeltelijk glazen wanden waardoor er vanaf de piazza’s zicht op is. De gele en groene groep grenzen beide aan de kleine piazza. Tijdens het inspectiebezoek lopen de beroepskrachten geregeld door de piazza, waardoor beroepskrachten in de groepen gezien en/of gehoord kunnen worden. De groene en blauwe groep delen een verschoonruimte, Waarvan de deuren tijdens het inspectiebezoek bijna altijd open staan. Daamaast lopen de beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek geregeld bij elkaar naar binnen en is ook de locatiemanager boventallig aanwezig in het kinderdagverblijf. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskrachten en locatiemanager - Stroomschema (buiten-]slapen, ontvangen op 4 december 2014 - Notulen werkoverleggen d.d. 16juni en 21juli2015 - Ongevallenregistratieforrnulieren, ontvangen op 1 september2015 - Afschriften van EHBO-certificaten, ontvangen op 1 september 2015 - Opleidingsplan 2015 -2016, ontvangen op 10september2015 - RIVM en Hygienecode Hestia (2012), ontvangen op 9 december 2014 - Inspectiebezoeken d.d. 20augustus en 11 september 2015 - F4efricode huiselijk geweld en kindermishandeling van Hestia
Hestia Rivierenbuurt Sv. - Jaarl~ks onderzoek 20-08-2015
Accommodatie en inrichting Het kinderdagverblijf is gevestigd in een pand dat voor kinderopvang is ingericht. In het pand is tevens de geljknarnlge buitenschoolse opvang en een voorschool van een andere houder gevestigd. Binnenspeeb-uimte Het kinderdagverblijf bestaat uit meerdere activitetenruimtes. Naast de drie stamgroepsruimtes is er beschikking overeen bibliotheek, een ate~er, een sit-in en een kleine en grote piazza. De groepsruimtes grenzen aan de grote of kleine piazza en zijn vanuit de piazza’s ook te zien; het kinderdagverblijf is transparant. Alle groepsruimtes zijn passend ingericht. De groepsruimte van de gele groep is ingericht met matrasjes, boekjes en ander los speelmateriaal, Tijdens het inspectiebezoek is er niet genoeg ruimte aan de eettafel voor alle aanwezige kinderen. De Iedinggevende verklaart dat dit direct op te lossen door een tweede bank in de groepsruimte te plaatsen. De buitenbedjes kunnen worden gezien vanaf de groepsruimte. In de groene groepsruimte ligt al het speefrnateriaal op kindhoogte. Er is een huishoek, er zijn houten treintjes en er is leesmateriaal. Aan de muur hangt een knutseiwerk waarop te zien is met welk thema gewerkt wordt tijdens het inspectieonderzoek. De blauwe groep Is ingericht onder andere met leesmateriaal en een thematafel. De huishoek is ingericht met keukenmateriaal en het aanwezige ontwikkelmateriaal houdt rekening met het thema. De kleine piazza is ingericht met een tafel op kindhoogte en dient als ruimte waarin onder andere groepsactiviteiten worden georganiseerd. De grote piazza of patio is teven de ruimte waarin de groene en blauwe groep lunchen. De ruimte Is ingericht met twee eettafels en voldoende zitplaatsen voor het aantal aanwezige kinderen. Het atelier is ingericht met knutsel- en tekenmateriaal en de biblbtheek met leesmateriaal
Buitenspeelruimte De buitenruimte grenst direct aan het kinderdagverbijf en is zodanig ingericht dat verschillende activiteiten uitgevoerd kunnen worden. Zo is er een zandbak en zijn er paden en een loopbrug ingericht met behulp van houten materialen. De leidinggevende verklaart dat met betrekking tot de buitenruimte een paar acties openstaan waaronder het repareren van een aantal plankjes. In het pedagogisch beleidsplan is beschreven dat alle kinderen, inctisief de baby’s dagelijks naar buiten gaan. De kinderen die nog niet kunnen lopen, zouden dan gebruik maken van een klein grasveidje dat grenst aan de gele groep. Dit is een grasveidje van ongeveer 2,5 m’ en afgezet met een houten hekwerk. De smalle ingang van het veldje wordt tijdens het onderzoek geblokkeerd door de bultenbedclen dle horen bij de groep. De toezichthouder heeft niet kunnen beoordelen in hoeverre de gele groep daadwerkelijk gebruik maakt van deze ruimte. Gebruikte bronnen: - Gesprek met de beroepskrachten en leidinggevende - Inspectieonderzoek
-lestia Rivierenbuurt BV. . Jaarlijks onderzoek 20.08-2015
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een OAC ingesteld, waarin zes leden zitting hebben. Eenmaal per kwartaal komt de OAC bij elkaar ii aanwezigheid van het management van Hestia. Uit het contact met de OAC en de aangeleverde documenten blijkt dat (ongevraagde) adviezen niet altijd worden overgenomen. Zo is al meerdere malen advies gegeven met betrekk ng tot het personeeisbeleid, omdat het personeelsverloop al jaren zeer hoog is. Advies met betrekking tot dit onderwerp wordt echter structureel niet overgenomen. De houder stelt in een schrifteijke reactie hierop dat de OAC geen adviesrecht heeft met betrekking tot het personeeisbeleid. De toezichthouder constateert echter dat de OAC wel adviesrecht heeft over ‘de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50 [Wko], eerste lid, of artikel 1.56, eerste lid. Ook heeft de OAC het advlesrecht over het pedagogisch beleidsplan waarin beschreven is dat de emotbnele veiligheid door middel van onder andere vaste beroepskrachten, gewaarborgd wordt. Op grond hiervan is geconstateerd dat de houder de OAC niet ii de gelegenheid stelt advies uit te brengen. De houder heeft in het afgelopen jaar onder andere het prijsbeleid gewijzigd. Tijdens het inspectieonderzoek d.d. december 2014 is reeds geconstateerd dat de houder de prijsverhoging ter advies heeft voorgelegd aan de OAC en dat de OAC hier niet mee akkoord ging. Tijdens dat inspectieonderzoek had de houder nog niet gereageerd op het negatieve advies; het was nog niet duidelijk of zij het zou overnemen. Tijdens het huidige onderzoek is beoordeeld of de houder het advies van de OAC ten aanzien van het prijsbeleid heeft overgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat de houder het advies van de OAC niet heeft overgenomen. De houder mag in principe niet afwijken van een gegeven advies. Slechts wanneer de houder schriftelijk en gemotiveerd onderbouwt dat, in dit geval, het hanteren van hetzelfde tarief aLs bi 2014 zich verzet tegen het belang van de kinderopvang, kan een dergelijke wijziging alsnog worden doorgevoerd. De toezichthouder heeft de schriftelijke reactie van de houder op het negatieve advies opgevraagd. Op grond van deze reactie constateert de toezichthouder dat de houder onvoldoende motiveert waarom het belang van de kinderopvang zich tegen het advies van de OAC verzet. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voidaan: • De houder stet de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwa iteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 sub a sub b sub c sub d sub e sub twet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
• Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schrifte~k en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 wet kinderopvang en kwaliteitse sen peuterspeelzalen.)
Gebruikte bronnen: - Notulen van de OAC-vergadering d.d. 6juli2015 - Adviesaanvraag en reactie OAC inzake pedagogisch werkplan, ontvangen op 26 augustus 2015 - Reactie op adviesaanvraag tvm prijsverhoging d.d. 18 november 2014, ontvangen op 10 september 2015 Schriftebjke reactie OAC, ontvangen op 18 september 2015
Hestia Rivierenbuurt BV. - Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan • In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veilgheid van kinderen wordt gewaarborgd de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. • Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. • Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voorde taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Pedagogische praktijk • De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. • De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. • De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de moge ijkheid krijgen om tot ontwikkeing van persoonlijke competentie te komen. • De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de moge jkheid krijgen om tot ontwikkeing van sociale competentie te komen. • De houder draagt zorg voorde overdracht van normen en waarden. Voorschoolse educatie • De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. • De groep bestaat uit ten hoogste 16 feiteli k aanwezige kinderen • De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties aS bedoeld in artikel S van de Algemene wet erkenning EG beroepskwalificaties. • A. Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschooLse educatie. Of 8. De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scho ing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. • De houder sta jaarlijks een opleidingsplan op. • Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, rnotodek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag • De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum expbiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is argegeven na 1 maart 2013. • Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vé6raanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. • Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalWicatie • Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalficatie zoale in de cao kinderopvang is opgenomen. • Bj de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden, overeenkomstig de voorwaarden in de cao kinderopvang. Opvang in groepen • De opvang vindt plaats in stamgroepen. Hestia Rivierenbuurt BV. - Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
15/22
• De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. • A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
of
B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. • Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. • Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskraçht-kind-ratio • De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; 1 beroepskracht perS aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in ééngroep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverl-ieid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratb slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. -
• • • •
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Veiligheid en gezondheid RIsIco-inventarIsatie veiligheid
en gezondheid
• In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen n verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. • De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeva zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. • De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-Inventarisatie veiligheid. • In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievehjk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de ma atregele n. • De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling • De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. • De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprinclpe • De houder organiseert de opvang op zodanige wjze, dat de beroepskracht of de beroepskracht In opleiding de werkzaamheden utskiitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruinitc • Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsnilmte. • De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Bultenspeelrulmte • De buitenspeetuimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
1-lestia Rivierenbuurt BV. -Jaarlijks onderzoek 20-06-2015
16/22
Ouderrecht Oudercommissie • De houder heeft een oudercommissie ingesteld. • De houder sta de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. • Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftekjk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
Hestia Riv erenbuurt Bv. - Jaarlijks onderzoek 20-08-2015
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindpiaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
Hestia Rivierenbuurt BV. 000020595603 http://www .hestiakinderopvang.nI 44 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
Hestia Rivierenbuurt B.V. Uiterwaardenstraat 542 1079 AZ AMSTERDAM 50177753 www.hestiakinderopvang.n
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. G. Stelk
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
Gemeente Amsterdam Amstel 1 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoeic Opstellen concept inspectierapport Ziensw~ze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
1-jestia Rivierenbuuit BV. - JaarI~ks onderzoek 20-08-2015
20 08-20 15 01-10-2015 16-10-2015 19-10-2015 19-10-2015 19-10-2015