Inspectierapport SamSam Westerpark BV (KDV) Gosschalklaan 6 8 1014 DC Amsterdam Registratienummer: 603089021
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 31-08-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 09-10-2015
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
1/16
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
2/16
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 31 augustus 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. De locatie is geopend sinds 2005. In 2015 is de rechtspersoon gewijzigd: de eenmanszaak SamSam is omgezet in de besloten vennootschap SamSam Westerpark B.V. Onder deze houder is de locatie in exploitatie vanaf 5 augustus 2015. Er is een volledig onderzoek uitgevoerd op alle domeinen omdat voor deze locatie nog geen risicoprofiel is opgesteld.
Beschouwing Het kinderdagverblijf is sinds 2005 geopend. In 2015 is de eenmanszaak SamSam omgezet in de besloten vennootschap SamSam Westerpark B.V. De eigenares van de eenmanszaak is de enige bestuurder van SamSam Westerpark BV. Het kinderdagverblijf is gevestigd in twee naast elkaar gelegen panden op het Westergasfabriek-terrein. Ieder pand heeft een eigen adres. De directeur is vier dagen per week aanwezig. Zij wordt ondersteund door de organisatorisch leidinggevende (hierna: leidinggevende). De leidinggevende heeft een pedagogische achtergrond en is vier dagen per week aanwezig. De leidinggevende is tevens de vertrouwenspersoon voor het personeel. De directeur en leidinggevende zijn verantwoordelijk voor de afhandeling van klachten. Er wordt gewerkt volgens een duidelijke pedagogische visie, die gericht is op creatieve, sociale en cognitieve ontwikkeling en natuurbeleving. Daarbij worden veel culturele uitstapjes gemaakt. Op alle groepen wordt met een thema gewerkt dat iedere twee maanden wisselt en er hangen grote prikborden, waarop foto's, verhalen en afbeeldingen te zien zijn die met het thema te maken hebben. Momenteel is de directeur samen met een binnenhuisarchitect bezig om de inrichting van het kinderdagverblijf aan te passen, zodat deze meer aansluit bij de pedagogische visie van de houder. Dit zal in november 2015 gerealiseerd worden.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
3/16
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Voor het kinderdagverblijf is een pedagogisch beleidsplan opgesteld. In het onderzoek na aanvraag d.d. 30 juni 2015 is beoordeeld dat dit beleidsplan aan de kwaliteitseisen voldoet. Sinds dit onderzoek is het beleidsplan niet gewijzigd. In het pedagogisch beleidsplan is de voor SamSam kenmerkende visie op de omgang met kinderen beschreven. Hierin is onder andere beschreven dat de opvoeding bij SamSam is gericht op de ontplooiing van kinderen tot creatieve, sociaalvaardige mensen vol zelfvertrouwen die in staat zijn zichzelf te sturen. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden tot de ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Dit is verwoord in eigen opvoeddoelen, zoals het bieden van een veilige omgeving, het stimuleren van de zintuiglijke, motorische, cognitieve, sociale en creatieve ontwikkeling, het stimuleren van de ontwikkeling van de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen, en het leren omgaan met elkaar. Tevens is in het pedagogisch beleidsplan in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze voor de achterwachtregeling en de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroepen beschreven. Ook is er beschreven bij welke activiteiten de kinderen de stamgroep verlaten, op welke wijze het vierogenprincipe is vormgegeven en op welke wijze kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen dat beroepskrachten bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen signaleren. Dit is echter niet duidelijk en observeerbaar: er staat niet op welke wijze zij dit doen en op welke wijze ouders worden doorverwezen naar passende instanties die daarbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Bovendien is niet in het pedagogisch beleidsplan opgenomen op welke wijze beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. De directeur verklaart dat het kinderdagverblijf hier wel beleid voor heeft. Zij is dan ook in staat gesteld dit beleid op te nemen in het pedagogisch beleidsplan. Hier heeft zij op 7 september 2015 gehoor aan gegeven: er is een aangepaste versie van het pedagogisch beleidsplan die voldoet aan de kwaliteitseisen toegestuurd. Naast het pedagogisch beleidsplan is er een pedagogisch werkplan, waarin het pedagogisch beleid is uitgewerkt zodat voor beroepskrachten duidelijk is hoe zij moeten handelen. Hierin is bijvoorbeeld opgenomen dat de beroepskrachten een voorbeeldfunctie hebben en welke regels er in de groepsruimte gelden. Pedagogische praktijk Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld op basis van observaties tijdens een eet- en drinkmoment en het vrij spelen op de groep. Uit deze observaties is gebleken dat er voldoende invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen, te weten het waarborgen van de emotionele veiligheid, de mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties en de overdracht van normen en waarden. Hieronder worden enkele voorbeelden beschreven waaruit dit blijkt. Emotionele veiligheid Tijdens het inspectiebezoek zijn enkele kinderen in een van de babygroepen onrustig: een kind wil graag vastgehouden en geknuffeld worden (zo legt de beroepskracht uit) en huilt als de beroepskracht dit niet doet. Een ander kind kruipt enthousiast door de groepsruimte en stoot daarbij tegen een ander kind aan, waarop dit kind begint te huilen. De beroepskracht is op dat moment alleen in de groep, de tweede beroepskracht heeft middagpauze. Ondanks de huilende kinderen heerst er een prettige sfeer in de groep. De beroepskracht heeft een rustige wijze van communiceren, waarbij zij sensitief is voor de behoeftes van de kinderen. Zij merkt bijvoorbeeld op dat zij denkt dat de kinderen moe zijn, een knuffel willen of het vervelend vinden dat een ander kind tegen ze aan botst. Zij spreekt de kinderen op liefdevolle wijze aan, en gaat bij hen op de grond zitten en verdeelt haar aandacht tussen alle kinderen. Af en toe neemt ze een kind bij zich op schoot of geeft het een knuffel. De beroepskracht benoemt haar handelingen, waardoor deze voorspelbaar zijn voor de kinderen. Als zij een kind in een hangwieg legt, zegt zij: 'Ik leg je even in de wieg, dit stuk vind je nooit zo leuk hè? Maar als je zo lekker ligt, vind je het vast heel fijn'. Persoonlijke competentie Tijdens het inspectiebezoek wordt de zelfstandigheid van de kinderen tijdens de lunch duidelijk gestimuleerd, doordat de kinderen veel dingen zelf mogen doen. Op de babygroep mogen twee kinderen die zelfstandig kunnen zitten samen aan een tafel op kindhoogte hun boterham smeren en opeten. De jongere kinderen krijgen een boterham en mogen deze zelf in stukjes scheuren om op te kunnen eten. De kinderen van de peutergroepen krijgen een eigen smeermes en hebben 'echt servies'. De beroepskracht legt uit dat het idee hierachter is dat SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
4/16
kinderen leren dat het servies breekbaar is, het misschien één keer misgaat maar zij er uiteindelijk voorzichtiger mee omgaan. De beroepskracht stimuleert de kinderen tijdens de lunch om zelf een boterham te pakken, te kiezen wat zij erop willen en de boterham hiermee te besmeren. Er wordt weinig nadruk gelegd op 'goed of netjes' eten, maar de beroepskracht ziet er wel op toe dat de kinderen voldoende eten. De beroepskracht geeft de kinderen complimenten. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Pedagogisch beleidsplan, versie juli 2015, reeds in het bezit van de GGD - Pedagogisch beleidsplan, versie augustus 2015, ontvangen op 7 september 2015 - Pedagogisch werkplan, versie januari 2015, ontvangen op 7 september 2015 - Observaties op de groepen, tussen 11.30 en 13.30 uur - Gesprek met de directeur, d.d. 2 september 2015
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
5/16
Personeel en groepen Bij het kinderdagverblijf zijn 15 vaste beroepskrachten, stagiairs, groepshulpen, de leidinggevende en de directeur werkzaam. Sinds het onderzoek na aanvraag op 30 juni 2015 is er één nieuwe beroepskracht in dienst getreden. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het onderzoek na aanvraag in dienst is getreden. Ten tijde van het onderzoek na aanvraag is er geen verklaring omtrent het gedrag van de houder overgelegd. Wel is deze voor het besluit tot het toewijzen van de aanvraag overgelegd aan Bureau Kinderopvang. In het huidige inspectieonderzoek is beoordeeld dat deze verklaring omtrent het gedrag voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het onderzoek na aanvraag in dienst is getreden. Opvang in groepen Er zijn vier stamgroepen: - Babygroep 1 met maximaal tien kinderen van 6 maanden tot 2,5 jaar; - Babygroep 2 met maximaal twaalf kinderen van 10 weken tot 2,5 jaar; - Peutergroep 1 en 2 met maximaal twaalf kinderen van 2 tot 4 jaar. Ieder kind is geplaatst in een van de vaste stamgroepen, en alle kinderen worden dagelijks in groepen opgevangen. Ouders worden in het intakegesprek geïnformeerd over welke vaste beroepskrachten op welke dag in de groep van het kind werkzaam zijn. Kinderen van de babygroepen worden niet opgevangen in een tweede stamgroep indien er extra opvangdagen worden aangeboden. Kinderen van de peutergroep kunnen in een andere stamgroep dan de eigen worden opgevangen bij de afname van extra opvangdagen. Ouders geven hiervoor via het digitale kindplanningssysteem vooraf toestemming. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In Babygroep 1 worden namelijk acht kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In Babygroep 2 worden ook acht kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In Peutergroep 1 worden zeven kinderen opgevangen door één beroepskracht en in Peutergroep 2 worden tien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 5 tot en met 31 augustus 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: 7.45 tot 16.45 uur en 9.15 tot 18.15 uur. Indien er een beroepskracht met een tussendienst wordt ingezet, werkt deze van 8.45 tot 17.45 uur. Als er twee beroepskrachten werkzaam zijn op een groep, pauzeren zij ieder 60 minuten tussen 13.00 en 15.00 uur. Indien er een derde beroepskracht wordt ingezet, wordt deze overgenomen door de leidinggevende zodat er genoeg personeel achterblijft op de groep. De beroepskracht pauzeert dan 45 minuten tussen 13.00 en 13.45 uur. Met deze werktijden wordt er redelijkerwijs niet voldaan aan de regelgeving omtrent het afwijken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio: er wordt namelijk mogelijk langer dan drie uur afgeweken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio. Sinds de zomer van 2015 is er een systeem in gebruik waarin beroepskrachten de breng- en haaltijden van de kinderen registreren. Dit systeem is nog niet volledig geïmplementeerd, waardoor op sommige dagen informatie ontbreekt of onjuist is ingevuld. De beroepskrachten verklaren tijdens het inspectiebezoek dat de meeste kinderen rond 9.00 uur worden gebracht en vanaf ongeveer 17.00 uur worden opgehaald. Op basis hiervan kan echter niet worden beoordeeld of wordt voldaan aan de eisen omtrent de afwijking van de vereiste beroepskracht-kind-ratio. Dit zal in het eerstvolgende inspectieonderzoek worden onderzocht. Het kinderdagverblijf wordt in beide panden geopend en afgesloten door twee beroepskrachten. Het komt dus niet voor dat er een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, omdat de roosters zodanig zijn opgesteld dat er te allen tijde door minimaal vier beroepskrachten wordt geopend en afgesloten. De beroepskrachten kunnen bij calamiteiten een beroep doen op de leidinggevende of de beveiliging van het Westerpark. SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
6/16
Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Onderzoek na aanvraag, d.d. 30 juni 2015 - Gesprek met de leidinggevende, d.d. 1 september 2015 - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de directeur, d.d. 7 oktober 2015 - Verklaring omtrent het gedrag en diploma, ontvangen op 7 september 2015 - Pedagogisch beleidsplan, versie juli 2015, reeds in het bezit van de GGD - Presentielijsten periode 5 augustus tot en met 31 augustus, ontvangen op 8 september 2015 - Werkroosters periode 5 augustus tot en met 31 augustus, ontvangen op 7 september 2015
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
7/16
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Per stamgroep is er met behulp van de 'bolletjeslijsten' een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Per risico is aangegeven of de kans dat dit zich voordoet uitgesloten, klein of groot is. Ook is er in de risico-inventarisatie opgenomen of er direct actie moet worden ondernomen om het risico te reduceren. In de risico-inventarisaties veiligheid zijn de veiligheidsrisico's geïnventariseerd die zich voordoen in de ruimtes waartoe de kinderen van de betreffende stamgroep toegang hebben. Aan de groepsruimte van beide babyruimtes grenst een keuken. In de risico-inventarisatie veiligheid van Babygroep 1 en 2 zijn daarom bijvoorbeeld de veiligheidsrisico's in deze ruimtes geïnventariseerd. Alle stamgroepen maken gebruik van de buitenspeelruimte. In iedere risico-inventarisatie veiligheid zijn daarom de veiligheidsrisico's die zich voordoen in de omgeving van het kindercentrum geïnventariseerd. Op basis van een steekproef is beoordeeld dat de veiligheidsrisico's op alle verplichte thema's (zoals verbranding en vergiftiging) zijn geïnventariseerd. Ook de gezondheidsrisico's zijn voor iedere stamgroep geïnventariseerd op de verplichte thema's (ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen). Uit de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid is een aantal eenmalig te nemen maatregelen voortgekomen, die zijn vastgelegd in het actieplan. Per actie is beschreven wanneer de actie uitgevoerd dient te zijn en wie hiervoor verantwoordelijk is. Het plan van aanpak bestaat daarnaast uit protocollen, waarin de gedragsmaatregelen zijn beschreven die het personeel van alle groepen dient uit te voeren om de risico's te reduceren. De directeur zorgt er voldoende voor dat het personeel kennis kan nemen van de risico-inventarisaties en het bijbehorende plan van aanpak. In iedere groepsruimte staat een map met daarin het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Wekelijks ontvangen de beroepskrachten van de directeur per e-mail een memo, waarin onder meer actualiteiten op het gebied van kinderopvang en veranderingen binnen het kindercentrum zijn opgenomen. Ook staat er in iedere memo wat inhoudelijke informatie voor de beroepskrachten. Daarnaast wordt er eenmaal per twee maanden een teamvergadering georganiseerd, waarin thema's op het gebied van veiligheid en gezondheid worden besproken. De kennis en naleving van het veiligheids- en gezondheidsbeleid is tijdens het inspectieonderzoek beoordeeld op basis van thema's. Op het gebied van veiligheid is aandacht besteed aan het ontruimingsplan. Op het gebied van gezondheid is aandacht besteed aan ventilatie in de groepsruimte en in de slaapkamers. Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van het geldende beleid over deze onderwerpen en ook hiernaar handelen in de praktijk. Hieronder volgt een toelichting. Veiligheid Dagelijks is er in ieder pand minimaal één beroepskracht aanwezig met een bedrijfshulpverleningscertificaat (BHV). De beroepskrachten zijn op de hoogte van de maatregelen bij een mogelijke ontruiming. De beroepskrachten zeggen in het geval van een ontruiming de presentielijst mee te nemen, zodat zij ervan op de hoogte zijn hoeveel kinderen er die dag aanwezig zijn. Ook weten zij op welke plek er verzameld wordt bij een ontruiming. De slaapkamers van het kinderdagverblijf zijn gevestigd op de eerste verdieping van de twee huisjes. Daarom is specifiek gelet op de wijze van ontruimen vanuit de slaapkamers. De hoofd-bhv'er legt uit dat er bij een ontruiming vanuit de slaapkamers gebruik wordt gemaakt van branddekens. Twee beroepskrachten kunnen hiermee samen meerdere kinderen tegelijk vervoeren. Ook vertelt zij dat er minimaal eens per jaar een brandoefening wordt gehouden, en dat deze vervolgens geëvalueerd wordt. Gezondheid De beroepskrachten verklaren dat zij de hele dag de ramen open laten staan ter ventilatie van de groepsruimte. De ramen worden alleen ter preventie van inbraak gesloten als er niemand in de groepsruimte is (bijvoorbeeld tijdens het buiten spelen). Daarnaast is er een mechanisch ventilatiesysteem dat de ghele dag aanstaat. Tijdens het inspectiebezoek zijn er metingen gedaan van de CO2-waardes, de uitkomst van deze metingen geeft een indicatie dat er voldoende geventileerd wordt (gemeten waardes tussen 500 en 720 ppm, ideaal is tussen 600 en 800 ppm). De directeur vertelt dat het kinderdagverblijf beschikt over een eigen CO2-meter, waarmee regelmatig metingen worden gedaan van de luchtkwaliteit. De beroepskrachten vertellen tijdens het inspectiebezoek dat het op zonnige dagen warm kan worden in de slaapkamers. De beroepskrachten kunnen de temperatuur in de slaapkamer aflezen op een thermometer die in de ruimte hangt. Tijdens het inspectiebezoek is het 22 graden Celcius, de beroepskracht is op de hoogte van de ideale temperatuur voor een slaapkamer (tussen 15 en 17 graden). De beroepskracht verklaart bij hoge temperaturen maatregelen te nemen: kinderen worden te slapen gelegd in alleen een (dunne) slaapzak en er wordt op gelet dat zij niet te warme kleding dragen of zweten. Ook staat het raam de hele dag open, zodat er voldoende geventileerd wordt. De gemeten CO2-waarde in de slaapkamer is ideaal. Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld op 7 juli 2015. Er is hiervoor gebruikgemaakt van de meldcode die is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. De meldcode is op de locatie aanwezig en wordt regelmatig worden besproken in de teamvergadering, die eenmaal per twee maanden plaatsvindt. Ook is de SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
8/16
signalenlijst en het stappenplan in een personeelsruimte opgehangen, waar zij deze kunnen lezen. De leidinggevende is de aandachtsfunctionaris kindermishandeling. De beroepskrachten zijn voldoende op de hoogte van mogelijke signalen van kindermishandeling en de stappen uit het stappenplan. Vierogenprincipe Er zijn nooit beroepskrachten alleen in de twee panden aanwezig. Tussen 7.45 en 8.00 uur zijn er weinig kinderen aanwezig, de aanwezige kinderen worden 's ochtends vroeg samen in één groep per pand opgevangen door twee beroepskrachten. Zodra er meer kinderen gebracht worden, gaat iedere beroepskracht naar de eigen groep. Daarna kan het voorkomen dat een beroepskracht alleen in de groep aanwezig is. Dit kan ook voorkomen tijdens pauzetijden en aan het einde van de middag. Op dat moment zijn de deuren van de groep geopend. Tevens is er dagelijks een groepshulp aanwezig in ieder pand en zijn de directeur en/of leidinggevende aanwezig. De beroepskrachten vertellen regelmatig bij elkaar naar binnen te lopen. Verder worden er babyfoons met beeld gebruikt in de slaapkamers en de snoezelruimte. De deuren van de sanitaire ruimtes en peutertoiletten zijn altijd geopend indien deze worden gebruikt. Daarnaast gaan er bij uitstapjes altijd minimaal twee beroepskrachten mee. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de directeur, d.d. 1 september 2015 - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Babygroep 1 (juni 2015) - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Babygroep 2 (juni 2015) - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Peutergroep 1 (juni 2015) - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Peutergroep 2 (juni 2015) - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Snoezel (juni 2015) - Pedagogisch beleidsplan, versie augustus 2015 - Protocol 4 ogen principe, versie december 2014, reeds in het bezit van de GGD - Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (versie juli 2013; ontvangen op 7 juli 2015)
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
9/16
Accommodatie en inrichting Het kinderdagverblijf is gevestigd in twee monumentale panden op het Westergasfabriek-terrein in AmsterdamWest. Ieder pand is gevestigd op een eigen adres, te weten Gosschalklaan 6 en Gosschalklaan 8. Binnenspeelruimte Babygroep 1 en Peutergroep 1 zijn gevestigd in één pand (huisnummer 8). Op de begane grond van dit pand zijn twee stamgroepsruimtes. De groepsruimte van Babygroep 1 heeft een oppervlakte van ongeveer 39 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van tien kinderen. De groepsruimte van Peutergroep 1 bestaat uit ongeveer 44 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van twaalf kinderen. Babygroep 2 en Peutergroep 2 zijn gevestigd in het andere pand (huisnummer 6). Op de begane grond is de groepsruimte van Peutergroep 2 gevestigd. Deze groepsruimte bestaat uit ongeveer 44 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van twaalf kinderen. De groepsruimte van Babygroep 2 is verdeeld in twee delen: op de begane grond is een groepsruimte met een oppervlakte van ongeveer 39 m², en op de eerste verdieping is de 'snoezelruimte', die bestaat uit ongeveer 19 m². In deze babygroep kunnen dagelijks maximaal twaalf kinderen worden opgevangen. De directeur heeft verklaard dat er op de begane grond maximaal tien kinderen zullen worden opgevangen. Indien er meer dan tien kinderen aanwezig zijn, zullen er maximaal vier kinderen worden opgevangen in de snoezelruimte. Met deze werkwijze is er redelijkerwijs voldoende binnenspeelruimte beschikbaar per kind. De binnenruimtes zijn passend ingericht en in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. In iedere groepsruimte zijn voldoende zitplaatsen voor het aantal op de vangen kinderen. In iedere babygroep is een box aanwezig. In de peutergroepen zijn verschillende speelhoeken, met onder andere een poppenhuis en een keuken. In alle groepen is voldoende los speelmateriaal, zoals bouwmaterialen (Duplo, Kapla en houten blokken), verkleedkleding, een treinbaan en prentenboeken. In ieder pand is één slaapkamer, gelegen op de eerste verdieping. Per slaapkamer zijn er veertien bedden beschikbaar. Daarnaast zijn er enkele hangwiegen in de snoezelruimte en in één van de babygroepen. Er zijn voldoende slaapplaatsen voor het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Het kinderdagverblijf maakt gebruik van een openbare buitenspeelruimte, die grenst aan één van de twee panden van het kindercentrum. Deze ruimte biedt voldoende speelruimte voor het aantal op te vangen kinderen. De ruimte is passend ingericht en in overeenstemming met de leeftijd en het aantal op te vangen kinderen. Er staan bijvoorbeeld verschillende houten speeltoestellen in de buitenspeelruimte, zoals een klimrek en schommels. Wanneer de baby's naar buiten gaan, worden er kleden neergelegd en is er een parasol beschikbaar. Daarnaast is er buiten een peutertoilet. Het gebruik van een openbare buitenspeelruimte brengt extra risico's met zich mee. Bij het kindercentrum zijn adequate afspraken gemaakt om deze risico's te waarborgen. Zo controleren de beroepskrachten voorafgaand aan het buiten spelen de ruimte op zwerfvuil, het peutertoilet wordt bijvoorbeeld alleen gebruikt door het kinderdagverblijf en de kinderen dragen hesjes, zodat de beroepskracht in één oogopslag de kinderen van het kinderdagverblijf kunnen herkennen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Onderzoek na aanvraag, d.d. 30 juni 2015 - Plattegrond bij omgevingsvergunning pand huisnummer 6 (d.d. 17 april 2012) - Plattegrond bij omgevingsvergunning pand huisnummer 8 (d.d. 17 april 2012) - Gesprek met de leidinggevende, d.d. 1 september 2015 - Gesprek met de directeur, d.d. 1 september 2015
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
10/16
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over alle vereiste onderwerpen door middel van de website www.kdvsamsam.nl. Op de website is onder andere informatie opgenomen over de groepen, het pedagogisch beleid, het veiligheids- en gezondheidsbeleid en het personeel. Op de website is het meest recente inspectierapport geplaatst. Ouders kunnen op de website tevens inloggen in het ouderportaal, waarin zij onder andere het volledige pedagogisch beleidsplan en de protocollen kunnen downloaden. Ook plaatst de directeur de nieuwsbrieven (memo's), die eenmaal per twee weken per e-mail aan de ouders worden verstuurd, in het ouderportaal. Klachten De houder heeft een klachtenbeleid voor ouders en de oudercommissie ingesteld. Ouders en de oudercommissie kunnen deze raadplegen via het ouderportaal op de website. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. Als bijlage bij het klachtenbeleid is het klachtenreglement opgenomen, waarin het klachtenbeleid nader is uitgewerkt. Het klachtenreglement geeft weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan wenden. Gebruikte bronnen: - Website www.kdvsamsam.nl (geraadpleegd op 4 september 2015) - Klachtenbeleid (ongedateerd; reeds in het bezit van de GGD) - Klachtenreglement (herzien in juli 2015; reeds in het bezit van de GGD) - Aansluiting sKK; ingezien op www.klachtkinderopvang.nl (geraadpleegd op 4 september 2015)
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
11/16
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
12/16
B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
13/16
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
14/16
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
SamSam Westerpark BV 000007508794 http://www.kdvsamsam.com 46 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
SamSam Westerpark BV Garenkokerskade 87 2013 AL Haarlem 62547739
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. E. van den Heuvel, MSc
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
: : : : :
31-08-2015 29-09-2015 07-10-2015 09-10-2015 09-10-2015
: 09-10-2015 :
15/16
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.
SamSam Westerpark BV - Jaarlijks onderzoek 31-08-2015
16/16