WOORD VOORAF Voor u ligt de schoolgids van de Prinses Julianaschool voor het schooljaar 2013-2014. De schoolgids is samengesteld voor ouders/verzorgers van (toekomstige) kinderen van onze school. Hij geeft u informatie over de inhoud van ons onderwijs, de zorg die we besteden aan de kinderen en diverse praktische schoolzaken. Daarnaast gaan we in deze gids in op waar we als protestants christelijke school voor staan. Wij streven ernaar een goede en zorgzame school voor uw kind(eren) te zijn waar we kwalitatief hoogwaardig en uitdagend onderwijs bieden. Een mooie plek waar leerlingen de ruimte krijgen om uit te groeien tot ontwikkelde, zorgzame en weerbare kinderen. Kinderen die willen bijdragen aan een rechtvaardige en solidaire samenleving. Met veel plezier en passie willen wij hen daarin ondersteunen. We hopen dat het lezen van deze schoolgids zal leiden tot een nadere kennismaking. Een schoolgids kan immers slechts een gedeelte van de werkelijkheid beschrijven. De sfeer, de inzet, de overtuiging en het enthousiasme waarmee we ons werk doen zijn niet in een schoolgids te vangen. Daarom nodigen we u van harte uit om een afspraak te maken voor verdere kennismaking, waarbij we u ook zullen rondleiden in ons schoolgebouw. Hierbij het vermelden waard is het schitterende gebouw waarin de Prinses Julianaschool is gehuisvest. Het dateert uit 1924 en heeft nog diverse originele details, zoals tegeltableaus en glas-in-loodramen. Naast de klaslokalen beschikken we over een goed uitgeruste eigen gymzaal voor de groepen 1 t/m 8. Een gebouw waar we zuinig op zijn! Graag nog een praktische opmerking bij het lezen van de schoolgids. In de gids verwijzen we soms voor het verkrijgen van uitgebreidere of actuele informatie naar de website van de school. Op de website is eveneens het ‘School-ABC’ opgenomen met daarin actuele informatie over namen en adresgegevens van personen/instanties, vakantieperiodes, groepsindelingen enzovoorts. Wij wensen u veel succes bij de begeleiding van uw kind(eren). Uw steun en medewerking is onontbeerlijk voor het goed functioneren van onze school. Wij hopen dat de schoolgids beantwoordt aan uw verwachtingen en wensen u veel leesplezier. Namens de leerkrachten, Nelleke van Dijk (Financiën en Beheer) Frans Polet (Onderwijs, Personeel, Organisatie en Communicatie) Directie Prinses Julianaschool Prinses Julianaschool Burgemeester Martenssingel 38 2806 CV Gouda 0182 – 514581
[email protected] www.julianaschool-gouda.nl
-2-
INHOUDSOPGAVE 1. CHRISTELIJKE NATIONALE SCHOLEN (CNS)
4
2. WAAR DE PRINSES JULIANASCHOOL VOOR STAAT
5
3. DAAR WERKEN WE VOOR! 3.1 Visie op onderwijs en vorming 3.2 Visie op integratie van kinderen met een (functionele) beperking 3.3 Leef- en leerklimaat van onze school
7 7 8 8
4. DE INHOUD VAN ONS ONDERWIJS 4.1 Inleiding 4.2 Werkvormen en methoden 4.3 Werkvormen en methoden groepen 1 en 2 4.4 Werkvormen en methoden groepen 3 t/m 8 4.5 Onderwijsgegevens/schoolvakken 4.6 Huiswerk
9 9 9 10 11 11 17
5. LEERLINGENZORG 5.1 Meten van resultaten 5.2 Rapporten 5.3 Interne begeleiding en leerlingenzorg 5.4 Ondersteunende instanties 5.5 Leerlingenraad
18 18 18 18 19 21
6. PRAKTISCHE INFORMATIE 6.1 Aanmelding van nieuwe leerlingen 6.2 Groepssamenstelling/voorkomen van lesuitval 6.3 Schooltijden 6.4 Overblijven 6.5 Reglement inzake leerplicht/verlof/(ziekte)verzuim 6.6 Veiligheid op school 6.7 Schoolongevallenverzekering 6.8 Reglement inzake privacy 6.10 Klachtenregeling 6.11 Overige praktische schoolzaken
22 22 23 23 23 24 25 26 27 27 28
7. CONTACTEN MET OUDERS/VERZORGERS 7.1 Ouderparticipatie 7.2 Activiteitencommissie 7.3 Gebedsgroep 7.4 Contactmomenten 7.5 Informatievoorziening 7.6 Medezeggenschapsraad 7.7 Ouderbijdrage
31 31 31 31 31 32 32 33
8. NIET BIJ KENNIS ALLEEN…
34 -3-
1. CHRISTELIJKE NATIONALE SCHOLEN (CNS) Het onderwijs aan de Prinses Julianaschool gaat uit van de Vereniging tot stichting en instandhouding van Christelijk Nationale Scholen (CNS) te Gouda. De Vereniging is opgericht op 1 maart 1864 en is aangegaan voor onbepaalde tijd. De Johannes Calvijnschool en de Livingstoneschool in Gouda vallen eveneens onder de Vereniging. De grondslag van de Vereniging is Gods Woord, namelijk de Heilige Schrift overeenkomstig de Drie Formulieren van Enigheid. Deze grondslag is het uitgangspunt bij het onderwijs aan en bij de opvoeding van de kinderen op de Prinses Julianaschool. Het bestuur van de Vereniging bestaat een directeur bestuurder en het toezichthoudend bestuur. Jaarlijks wordt (ten minste) een algemene ledenvergadering gehouden. Het bestuur van de Vereniging brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van het in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Tevens worden in deze vergadering nieuwe bestuursleden gekozen. Iedereen die kan instemmen met de grondslag van de Vereniging en bereid is jaarlijks een bescheiden contributie te betalen, kan zich bij het bestuur aanmelden als lid. Het bestuur beslist over de toelating van nieuwe leden. Aanmeldingsformulieren kunt u aanvragen bij het secretariaat van het Bestuur. De adresgegevens staan in het ‘School-ABC’ op onze website.
-4-
2. WAAR DE PRINSES JULIANASCHOOL VOOR STAAT De Prinses Julianaschool is een protestants christelijke basisschool. Fundamenteel voor de identiteit van ons onderwijs is dan ook de protestants christelijke geloofsovertuiging. Daarin belijden wij dat God Zelf Zich plaatsvervangend toegekeerd heeft naar en ontfermd heeft over Zijn schepping die, in de weigering van de mens aan zijn roeping en bestemming te beantwoorden, van Hem vervreemd en zó in zichzelf verloren is. Deze eenzijdige, plaatsvervangende en ontfermende toewending van God, Zijn Verbond, schept een nieuwe werkelijkheid waarin Hij in en door Zijn woord en Geest mensen oproept én vernieuwt om, in navolging van Zijn Zoon, onze Heer, Jezus, de Christus, aan Zijn ontferming in de wereld gestalte te geven. Onze visie op (levensbeschouwelijke) opvoeding en vorming is het ‘in relatie staan’. Dit veronderstelt een levenshouding waarin verzoening, gerechtigheid en vrijheid vorm krijgen in een positief kritische houding ten aanzien van onszelf, onze medemens en de samenleving. Een voortdurende weg van 'leren en geleerd worden'. Concreet betekent dit dat we aandacht besteden aan de manier waarop we met elkaar omgaan, dat we verschillen erkennen en die zoveel mogelijk tot hun recht laten komen. Eveneens dat we kinderen aanspreken op hun mogelijkheden en hen helpen deze te realiseren en dat er steeds een mogelijkheid is om ‘opnieuw’ te beginnen. Op de Prinses Julianaschool zetten de leerkrachten zich in deze christelijke geloofsovertuiging te vertalen naar het onderwijs/opvoeding en de onderlinge omgang. In essentie staat onze school voor een veilige leefgemeenschap waarin de kinderen zich veilig en geborgen voelen, hun mogelijkheden optimaal kunnen ontplooien en leren verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf en de ander. De Prinses Julianaschool heeft gemiddeld 400 leerlingen die over zeventien groepen verdeeld zijn. In totaal werken er vijfendertig fulltime en parttime personeelsleden. De school staat in de wijk Kort Haarlem, nabij het centrum van de stad. Er is sprake van een pluriforme schoolpopulatie, dit wil zeggen dat de kinderen afkomstig zijn uit verschillende sociale milieus. De Prinses Julianaschool hanteert een zogenaamd open toelatingsbeleid. Kinderen van ouders met een niet-kerkelijke achtergrond of andere geloofsovertuiging zijn op onze school van harte welkom. Voorwaarde is echter wel, dat de kinderen aan alle onderdelen en activiteiten van het schoolgebeuren volledig deelnemen - inclusief de activiteiten die de protestants christelijke identiteit betreffen - en daarbij een actieve betrokkenheid tonen. In de schoolovereenkomst die ouders bij de inschrijving van hun kind ondertekenen, verklaren zij hiervan kennis te hebben genomen en in te stemmen met de genoemde uitgangspunten. De Prinses Julianaschool staat voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Een professionele organisatie en professionele kwaliteit van de leerkrachten zijn hierin belangrijke voorwaarden. De Prinses Julianaschool is gevoelig voor signalen hierover van leerlingen en ouders/verzorgers, maar ook signalen vanuit aanpalende organisaties, de regio, de arbeidsmarkt en (landelijke) wet- en regelgeving. Deze signalen vertalen we in het ontwikkelen of bijstellen van beleid, leerprocessen, verbeteracties en dergelijke.
-5-
Daarnaast hechten we grote waarde aan nascholing en deskundigheidsbevordering van de leerkrachten. Regelmatig vinden bij de Prinses Julianaschool kwaliteitstoetsingen plaats. De Inspectie van het Onderwijs controleert periodiek de kwaliteit van ons onderwijs. De uitkomsten van deze controle gebruiken we om verbeteringen aan te brengen in het onderwijs. Eveneens vinden (interne) kwaliteitsonderzoeken plaats, die aanleiding kunnen zijn tot verbeteracties.
-6-
3. DAAR WERKEN WE VOOR! 3.1 Visie op onderwijs en vorming De algemene doelstelling van de Prinses Julianaschool is kinderen kennis en vaardigheden bijbrengen die overeenkomen met zijn/haar mogelijkheden en die een goede basis vormen voor het vervolgonderwijs. De uitgangspunten bij deze doelstelling zijn: 1. Ons onderwijs is zodanig ingericht dat elk kind zichzelf kan ontwikkelen tot een zelfstandig, positief kritisch, verantwoordelijk en met anderen samenwerkend individu. 2. Leren hebben we zodanig georganiseerd dat het uitdagend, betekenisvol en van betekenis is: uitdagend: leerlingen zijn intrinsiek gemotiveerd om zelf en/of in samenwerking met anderen kennis te genereren. betekenisvol: wat en hoe kinderen leren heeft een sterke relatie met de maatschappelijke werkelijkheid (‘de wereld in school halen’). van betekenis: wat en hoe kinderen leren moet zodanig zijn, dat het attitude en vaardigheden aanbrengt die relevant zijn voor hun (latere, volwassen) mens zijn. Belangrijke kernwaarden binnen onze visie op onderwijs en vorming zijn: Het kind zien we als een persoon die gaandeweg zijn/haar ontwikkeling in staat is tot het vragen naar en het geven van redenen om zo te komen tot een ‘gedeeld werkelijkheidsbegrip’. Om die reden streven we naar veel interactie: we investeren in persoonlijke relaties en de dialoog met en tussen kinderen. We betrekken kinderen zoveel mogelijk bij beslissingen die we nemen. We praten niet alleen over, maar vooral met kinderen.
Leerlingen sturen, afhankelijk van hun mogelijkheden, in hoge mate hun eigen leerproces. Daarbij is sprake van een evenwichtige bemiddeling tussen initiatieven en belangstelling van kinderen en initiatieven van de leerkracht (op grond van observaties) en (onderwijs)doelen. Echter, de competenties die we beschouwen als doelen die voor elke leerling gelden zijn niet ‘onderhandelbaar’.
Leren begint bij vragen en thema’s die voor de leerlingen ertoe doen en hen uitdagen tot spelen, onderzoeken en nadenken. Leerlingen verwerven kennis over complexe, levensechte vraagstukken en ontwikkelen vaardigheden als lezen, schrijven, rekenen en gespreks- en samenwerkingsvaardigheden. Dat gebeurt op een natuurlijke manier, met een ruim en zorgvuldig samengesteld aanbod van materialen, opdrachten en activiteiten op cognitief, sociaal, motorisch en creatief terrein.
Leren zien we als een gezamenlijk proces van verkennen, experimenteren, nadenken en argumenteren. Daardoor ontstaan nieuwe vragen en inzichten. Leren is enerzijds ‘zelf kennis maken’ en anderzijds ‘ingeleid worden’ in de cultureelmaatschappelijke verworvenheden van voorgaande generaties.
-7-
Leren vindt zowel binnen als buiten de school plaats. Mensen/instanties van buitenaf leveren als ervaringsdeskundigen/ervaringsmogelijkheid hun onmisbare bijdrage. Immers, leerlingen leren niet voor de school, maar voor het leven.
Kortom, kinderen komen naar school om te leren en dat moet zo goed mogelijk gaan! 3.2 Visie op integratie van kinderen met een (functionele) beperking Op de Prinses Julianaschool zijn binnen de kaders van het toelatingsbeleid alle kinderen welkom, dus ook kinderen met een (functionele) beperking. Het bezoeken van een reguliere basisschool kan voor deze kinderen heel gunstig zijn. Ze gaan naar dezelfde school als de kinderen uit hun woonomgeving en dat kan de sociale integratie vergroten. Daarnaast kan de aanwezigheid van kinderen met een (functionele) beperking een waardevolle uitwerking hebben op de ontwikkeling van leerlingen zonder beperking. Door samen op te groeien leren ze rekening te houden met elkaar en worden ze voorbereid op een maatschappij waarin mensen met een (functionele) beperking in toenemende mate een volwaardige plaats innemen. Ouders/verzorgers die een kind met een (functionele) beperking willen aanmelden, kunnen contact opnemen met de directie. Meer informatie over het beleid ten aanzien van plaatsing van kinderen met een beperking is te lezen op onze www.julianaschool-gouda.nl. 3.3 Leef- en leerklimaat van onze school De meest essentiële voorwaarde voor het leer- en leefklimaat van onze school is dat kinderen zich veilig en geborgen voelen. Daarnaast vinden we het van groot belang aandacht te hebben voor en betrokken te zijn bij de leefwereld van het kind. We geven daarom ruimte aan de eigen beleving van het kind en de verwerking/ontwikkeling daarvan. Ook staan we open voor de eigenheid van het kind. Binnen het onderwijskundig leef- en leerklimaat is het van belang kinderen niet ‘vol te pompen’ met allerlei wetenswaardigheden. De wijze waarop kinderen leren heeft een ‘dialogisch’ karakter (veel in gesprek zijn met elkaar). Zo maken kinderen zich de betekenissen van de werkelijkheid steeds meer eigen. In het onderwijs besteden we nadrukkelijk aandacht aan het vergroten van de zelfstandigheid, autonomie en competenties van het kind. Daarbij maken we gebruik van verschillende activiteiten, werkvormen en methoden (zie hoofdstuk 4).
-8-
4. INHOUD VAN ONS ONDERWIJS 4.1 Inleiding De Wet op het Primair Onderwijs geeft aan in welke vakken kinderen onderwezen moeten worden. De inhoud van deze vakken met bijbehorende kerndoelen kunt u opvragen bij de directie. Wij geven onderwijs aan de hand van zorgvuldig gekozen methoden. Deze methoden stimuleren en motiveren kinderen niet alleen, maar zorgen er ook voor dat kinderen zich kennis en vaardigheden eigen maken volgens de huidige inzichten. De inhoud van het onderwijs dat wij geven sluit aan bij de ontwikkeling van het kind. Het aanvankelijk spelenderwijs en thematisch ontdekken van en leren omgaan met de werkelijkheid maakt geleidelijk plaats voor een meer systematische en methodische benadering. Vanaf het begin werken we bovendien stapsgewijs aan de ontwikkeling van een zelfstandige (werk)houding, waardoor kinderen steeds beter in staat zijn zelf problemen op te lossen. De ervaring zelf iets goed te kunnen is positief voor het zelfbeeld en het zelfvertrouwen van kinderen. Wanneer eigen pogingen niet tot een gewenst resultaat leiden, stimuleren we kinderen samen te werken. Bijvoorbeeld door aandacht te besteden aan het durven en kunnen stellen van hulpvragen. De Wet op het Primair Onderwijs biedt schoolbesturen de mogelijkheid om kinderen, op verzoek van ouders/verzorgers, vrij te stellen van deelname aan bepaalde onderwijsactiviteiten. Op de Prinses Julianaschool maken wij van deze mogelijkheid geen gebruik. Alle leerlingen nemen in principe deel aan alle onderwijsactiviteiten, inclusief godsdienstige vorming en bewegingsonderwijs. In het laatste geval zijn er uiteraard ontheffingen mogelijk als door een lichamelijke oorzaak het volgen van dit onderwijs problemen oplevert. 4.2 Werkvormen en methoden De Prinses Julianaschool volgt hoofdzakelijk het zogenaamde leerstofjaarklassensysteem. Dit systeem houdt in dat leerlingen van dezelfde leeftijd bij elkaar in een groep zitten en in grote lijnen dezelfde leerstof krijgen aangeboden. Dit biedt voordelen vanwege de heldere structuur, maar kent ook nadelen omdat het uitgaat van de ‘gemiddelde’ leerling. Deze gemiddelde leerling bestaat echter niet; ieder kind is anders. Om kinderen volledig tot hun recht te laten komen werken wij naast het leerstofjaarklassensysteem volgens de principes van het ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO). Bij OGO is het streven het onderwijs zo goed mogelijk aan te passen aan de behoeften van de individuele leerling. Het gaat bij dit ‘onderwijs op maat’ onder andere om een werkwijze die ervoor zorgt dat kinderen op hun eigen niveau geschikte ondersteuning krijgen. Hierdoor ontdekken kinderen hun eigen mogelijkheden en leren ze die in te zetten bij het uitvoeren van uiteenlopende taken. Hierbij is van wezenlijk belang dat kinderen leren inzien dat verschillen er mogen zijn. Hierdoor leren ze elkaar te accepteren en krijgen ze het gevoel erbij te horen. Het gaat uiteraard niet alleen om verschillen op cognitief gebied. Kinderen verschillen bijvoorbeeld ook op het gebied van persoonlijke behoeften en belangstelling en de mate waarin ze sociaal vaardig zijn. We staan voor de uitdaging kinderen een plaats te bieden waar zij in alle opzichten tot hun recht komen. -9-
Daarnaast zetten we ons in voor een brede persoonsontwikkeling van de kinderen. Deze komt mede tot stand door het leren van kennis en vaardigheden. Daaraan zijn altijd aspecten van een brede ontwikkeling verbonden, zoals samenwerken, communiceren, initiatieven nemen en plannen maken. We streven er dan ook naar dat de diverse activiteiten op school zoveel mogelijk overeenkomen met de realiteit. We vinden het bijvoorbeeld belangrijk met enige regelmaat uitstapjes te organiseren, om de onderzoekende houding van de kinderen te versterken. De rol van de leerkracht is binnen ontwikkelingsgericht onderwijs erg belangrijk. Hij/zij verzorgt een thematisch samenhangend aanbod van activiteiten, waarin kinderen inbreng hebben in keuze en planning. De leerkracht helpt bij het maken van die keuzes, het nemen van initiatieven en het opzetten van plannen. Bij het uitvoeren van de activiteiten zetten we veel instrumenten in, zoals lezen, schrijven, tellen, meten, wegen, het gebruik van boeken en rekenmachines. De leerkracht observeert voortdurend het spel van kinderen en reflecteert daarop, zodat hij/zij de juiste beslissingen kan nemen voor het begeleidend handelen. De leerkracht is naast een ‘leerbron’ dus ook leider en begeleider van de activiteit. Leiden doet hij/zij door mee te doen met het spel van de kinderen en samen te werken. Begeleiden doet hij/zij door bijvoorbeeld samen een plan te maken en suggesties te doen voor de ontwikkeling van het spel. Door op deze wijze samen te werken met de kinderen kan de leerkracht het kind in de ‘zone van naaste ontwikkeling’ brengen. De zone van de naaste ontwikkeling is geen ‘eigenschap’ van de leerling, maar het resultaat van de interactie tussen het kind en een meerwetende partner. In de praktijk gaat het om het samen uitvoeren van een activiteit, waarbij de meerwetende partner hardop voordenkt en de belangrijkste ingrediënten aanreikt. 4.3 Werkvormen en methoden groepen 1 en 2 In de kleutergroepen werken we volgens het principe van basisontwikkeling. Dit houdt in dat we niet werken vanuit methodes, maar proberen de kinderen in hun ontwikkeling te volgen en deze te stimuleren en te activeren. Kinderen in deze groepen leren door middel van spelactiviteiten op basis van een bepaald thema. De kinderen kunnen zelf een thema aandragen, soms wordt een thema bepaald door de tijd van het jaar, maar ook een (prenten)boek kan aanleiding zijn tot de keuze voor een specifiek thema. De leerkracht maakt bij elk thema passende (functionele) hoeken, waar de kinderen pas verworven informatie uiten in hun spel en tevens leren met en van elkaar. Een groep begint de schooldag in de kring. Als kinderen wat willen vragen/vertellen krijgen zij daartoe de gelegenheid. Ook godsdienst vindt plaats in de kring. De leerkracht bidt en zingt elke dag met de kinderen. Een aantal keren in de week vertelt de leerkracht een Bijbelverhaal of leert hij/zij de kinderen een Bijbels lied. Andere kringactiviteiten zijn voorlezen, taalspelletjes, telspelletjes, muziek, poppenkast en spelletjes rondom de zintuigen. Na de kring begint de speel-/werktijd. Daarbij gebruiken we een planbord dat in alle kleutergroepen aanwezig is. Op het planbord zijn de activiteiten uitgebeeld waaruit een kind kan kiezen. Zo leren kinderen zelfstandig keuzes te maken en hier ook gericht mee bezig te zijn. - 10 -
De leerkracht observeert het spel om te kijken wat er gebeurt en hoe er wordt gespeeld door één of meerdere kinderen. Ook nodigt de leerkracht kinderen uit om mee te doen met een activiteit in ‘de kleine kring’, waarin we beter kunnen inspelen op de individuele onderwijsbehoefte van het kind. Daarin is dan ook ruimte voor onderlinge gesprekken, wat goed is voor de taalontwikkeling. Bovendien zal de leerkracht regelmatig meespelen in een hoek om zo de kinderen te leren hoe het spel kan worden uitgebreid. Als een kind niet tot (zinvol) spel kan komen, zal de leerkracht samen met het kind naar functionele alternatieven zoeken. 4.4 Werkvormen en methoden groepen 3 t/m 8 Vanaf groep 3 geven we op een meer methodische wijze een vervolg aan wat in de groepen 1 en 2 op het gebied van voorbereidend lezen, schrijven en rekenen aan de orde is geweest. De spelactiviteiten van de kinderen gaan geleidelijk over in bewuste leeractiviteiten. Leeractiviteiten in de hogere groepen hebben vooral een onderzoekskarakter. Dit uit zich in de vragen die kinderen stellen naar juiste antwoorden en in werkwijzen om te komen tot oplossingen voor problemen. Ook ontwikkelen de kinderen een meer onderzoekende houding om te weten te komen hoe iets werkt. Daarvoor leren we vaardigheden aan die van belang zijn in het onderzoeksproces. Het gaat hierbij om gespreks-, samenwerkings- en presentatievaardigheden. Tijdens de overige leermomenten werken we op een methodische wijze. Sommige onderdelen van de leerstof lenen zich hier goed voor. Dat neemt echter niet weg dat we opgedane kennis en vaardigheden altijd op een functionele (betekenisvolle) manier willen inzetten. Vanaf de groepen 3 en 4 werken de kinderen met dagtaken. Vanaf groep 5 met weektaken die de kinderen in de hoogste groepen zelf plannen. Tijdens momenten van zelfstandig werken besteedt de leerkracht in de kleine kring en in instructiehoeken structureel tijd aan het individueel begeleiden van de kinderen. Ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs oefenen de kinderen in de groepen 7 en 8 met het gebruik van een schoolagenda. 4.5 Onderwijsgegevens/schoolvakken Godsdienstige vorming Lezen Begrijpend lezen Taal Engels Schrijven Rekenen Geschiedenis Aardrijkskunde Natuuronderwijs Wereldoriënterende vakken Muziek Kunst
groep 1-8 groep 3 groep 4-8 groep 4-8 groep 5 t/m 8 groep 3 en 4 groep 5 t/m 8 groep 3-8 groep 5-8 groep 5-8 groep 3-8 groep 1-2 groep 1-8 groep 3 t/m 8 - 11 -
Startpunt Veilig leren lezen Tekstverwerken Taal actief The Team Pennenstreken Handschrift Alles telt Bij de tijd Een wereld van verschil Leefwereld Activiteitenmappen Muziek moet je doen Kunst moet je doen
Handvaardigheid Tekenen Bewegingsonderwijs Verkeer
groep 3-8 groep 3-8 groep 3-8 groep 1-8 groep 7
In clusters verwerkt In clusters verwerkt Basislessen Wegwijs Proefexamens
Godsdienstonderwijs Elke schooldag starten we met godsdienstige vorming. Zo is er dagelijks een dagopening en dagsluiting met gebed. De methode die we daarvoor in alle groepen gebruiken is Startpunt. De klas zingt psalmen, gezangen en andere Bijbelliederen en de leerkracht vertelt of leest met de kinderen verhalen uit de Bijbel en bespreekt deze. We streven in de vertellingen en gesprekken ernaar om de praktische betekenis van de Bijbelse boodschap duidelijk te maken. Lezen Vanaf groep 3 krijgen kinderen methodische begeleiding bij het technisch lezen. In groep 4 krijgt dit een vervolg door het lezen in niveaugroepen, leesinstructie en tutorlezen. Drie keer per jaar testen we de kinderen op hun vorderingen (AVI- en DMT-toets) met betrekking tot de leesvaardigheid. Op grond van de uitslag van de test delen we de kinderen in groepen in. Begrijpend lezen Vanaf groep 4 besteden we methodisch aandacht aan begrijpend lezen. Kinderen leren dan onder andere teksten op soort en structuur te doorzien. In de loop van de jaren maken ze zich ook een aantal studietechnieken eigen. De methode Tekstverwerken biedt verschillende differentiatiemogelijkheden waardoor deze ruimschoots tegemoet komt aan de verschillen tussen kinderen. De methode bestaat uit dertig lessen per leerjaar, verdeeld over vijf blokken. Elk blok sluiten we af met een toets. Analyse van de uitkomsten laat de leerkracht zien of de leesdoelen van dat blok zijn gehaald of dat extra begeleiding noodzakelijk is. Taal Sinds het schooljaar 2009-2010 werken we in de groepen 3 met de methode ‘Veilig Leren Lezen’ (VLL). De methode maakt gebruik van veel verschillende materialen en werkvormen. De kinderen leren in de eerste helft van het schooljaar alle letters van het alfabet en in het tweede halfjaar passen ze deze kennis toe in talige situaties. Tijdens de methode werken we aan de hand van twaalf aansprekende thema’s (kernen) die, uitgezonderd de eerste kern, allemaal drie weken duren. Voorbeelden hiervan zijn ‘mijn klas’, ‘mijn lijf’, ‘schatgravers’, ‘op het podium’. Tijdens de laatste twee á drie dagen van een kern toetsen we de kinderen. De leerkracht kijkt dan of de letters/stof voldoende geoefend en geautomatiseerd is. Vier keer per jaar toetsen we de kinderen uitgebreid. Veilig Leren Lezen biedt goede mogelijkheden om gedifferentieerd te werken. De meeste kinderen kennen, als ze in groep 3 komen, al wat letters en beheersen alle voorwaarden om te leren lezen. Ze staan aan het begin van een avontuur, dat veel kinderen geweldig interessant vinden. Deze grote gemiddelde groep heeft in de methode de maan als symbool en heet dan ook de MAAN-groep. Kinderen die aan het begin van groep 3 al kunnen lezen (dat wil zeggen dat ze leesniveau avi 1/avi M3 goed beheersen) en goed zelfstandig kunnen werken, werken binnen - 12 -
hetzelfde thema als de MAAN-groep, maar met andere materialen. Deze groep noemen we de ZON-groep. Hun werk is herkenbaar aan de zonsymbolen op de boekjes en de werkschriften. Voor kinderen die snel klaar zijn met het reguliere MAAN-werk, maar nog niet toe zijn aan werken met de ZON-materialen, is er extra werk dat net even iets moeilijker is en meer van de kinderen vraagt. Deze groep noemen we dan de RAKET-groep en op hun materialen is de maan afgebeeld met een klein raketje erbij. De methode biedt ook ruimte aan kinderen die gaandeweg moeite krijgen met het leren lezen en extra ondersteuning nodig hebben. Deze kinderen zitten in de STER-groep en maken gebruik van extra begeleide oefeningen en een iets makkelijkere verwerking. Het verschil in de groepen creëert structuur in de lessen en geeft duidelijkheid aan de kinderen. Wanneer uit de toetsen blijkt dat een kind in een andere groep meer op zijn plek is, dan kan hij/zij in een andere groep worden geplaatst . De groepen 4 t/m 8 gebruiken de methode ‘Taal Actief’. Deze methode bestaat uit de leerlijnen taal, spelling en woordenschat voor meertalige en taalzwakke kinderen. Deze leerlijnen zijn qua thematiek aan elkaar gekoppeld. Binnen de leerlijn Taal behandelen we de taalaspecten 'luisteren, spreken, gesprek', 'stellen', 'taalbeschouwing', 'woordenschat' en 'informatiemiddelen' in afzonderlijke lessen. In de toepassingsopdrachten integreren we de apart geleerde vaardigheden. De methode biedt een differentiatie op drie niveaus: leerlingen die weinig tot geen instructie nodig hebben, leerlingen die kunnen volstaan met de basisinstructie en leerlingen die extra instructie nodig hebben. De leerlijn Taal is opgebouwd uit tien jaarlijks terugkerende thema's. Een thema duurt drie weken. In de eerste twee weken geven we de basislessen. Dan volgt aan het begin van de derde week een taaltoets. De uitkomsten van de toets geven aan welke leerlingen voor de verschillende differentiatiemogelijkheden in aanmerking komen. Uitgangspunt van de leerlijn Spelling zijn de spellingcategorieën en, bij werkwoordspelling, de veranderlijke woorden. Net als bij Taal nemen we bij Spelling na de basislessen als toets een signaaldictee af. Op grond van de uitkomst daarvan kunnen we differentiëren naar verschillende niveaus. Een controledictee is een tweede moment om de voortgang van de kinderen te beoordelen. Voor kinderen die uitvallen op het onderdeel Woordenschat heeft Taal actief een aparte leerlijn. Daarbij komen dezelfde thema’s aan de orde als bij de onderdelen Taal en Spelling. Voor alle bovengenoemde onderdelen zijn interactieve digitale hulpmiddelen beschikbaar. Engels The Team probeert de positieve houding die veel kinderen vann de basisschoolleeftijd hebben ten aanzien van Engels vast te houden, zodat ze gemotiveerd aan Engels in het voortgezet onderwijs beginnen. Door allerlei activiteiten laat deze methode binnen thema’s kinderen zich bewust worden van de rol die Engels speelt in hun belevingswereld. Luister- en spreekvaardigheden krijgen de meeste aandacht. Lee- en schrijfvaardigheid zijn voornamelijk ondersteunend. De luisteractiviteiten helpen ook de gevoeligheid voor uitspraak, klemtoon en intonatie van natuurlijk Engels te ontwikkelen. Alleen de grammaticale constructies die noodzakelijk zijn voor de basiscommunicatie worden - 13 -
aangeleerd. Er wordt niet ingegaan op regels, maar er is des te meer aandacht voor het gebruik van Engels. The Team voldoet aan de kerndoelen van het basisonderwijs. De methode maakt gebruik van Dr. Digi digibordsoftware. Deze bevat o.a. alle luisterteksten en woordenlijsten, uitgesproken door native speakers (karaoke)liedjes met bijbehorende blad muziek. Schrijven Schrijven vereist veel oefening van diverse vaardigheden. Kleuters ontdekken tekenend en schrijvend lettervormen. Met die tekeningen en krabbels willen ze vaak gevoelens en fantasieën uitdrukken. Soms willen ze ook een boodschap overbrengen, al komt die in deze voorfase van het leren schrijven zonder mondelinge toelichting meestal niet over. De fantasierijke letterreeksen van kleuters zijn meestal afgeleid van de eigen naam of nagebootst van anderen. Schrijven in groep 3 sluit aan op de ontwikkelingen in de kleuterperiode, maar kenmerkt zich hier vooral als technische vaardigheid. De kinderen moeten de schrijfrichting van een letter in zich opnemen: welke beweging maak je van begin- tot eindpunt? De hoofdletters en de verbindingen van hoofd- naar kleine letters komen in groep 4 aan de orde. In groep 5 staat het herhalen en automatiseren van het methodisch schrift centraal en in groep 6 maken de kinderen een begin met temposchrijven en de reflectie op het eigen werk. In groep 7 en 8 gaat de aandacht uit naar het versnellen van het handschrift en het bekijken van eigen schrijfresultaten en die van andere kinderen. Rekenen De huidige rekenmethoden bevatten veel minder dan vroeger bladzijden vol met sommen. Rekenopgaven worden tegenwoordig aangeboden in een realistische context. Opgaven staan in een ‘logische omgeving’. Deelvaardigheden, zoals het leren van de tafels, oefenen we nog steeds apart. Belangrijke aspecten van het rekenonderwijs zijn: vlot kunnen optellen en aftrekken redelijk vlot kunnen hoofdrekenen het bespreken van verschillende oplossingsstrategieën het geautomatiseerd beheersen van de tafels het beheersen van cijfermatige bewerkingen onderwerpen als geld, tijd, meten, wegen, tabellen en grafieken. Geschiedenis Bij het vak Geschiedenis spelen verhalen een belangrijke rol. Hierbij is ons uitgangspunt om het geschiedenisonderwijs 'kind-nabij' vorm te geven. Immers, als kinderen door verhalen geboeid raken door het onderwerp is het onderwijs veel bevredigender en effectiever. De methode Bij de tijd die wij gebruiken geeft in haar beschrijving van de geschiedenis een genuanceerd beeld vanuit verschillende invalshoeken (zoals economisch, sociaal-politiek, in tijd en ruimte). Kinderen leren bij geschiedenisonderwijs een historisch besef te ontwikkelen en krijgen inzicht in relaties tussen het verleden en heden. In groep 3 en 4 gaat het om de ontwikkeling van het tijdsbesef. Bijvoorbeeld het benoemen en in de goede volgorde zetten van dagdelen, van dagen, seizoenen, maanden en jaren. Daarnaast maken we aan de hand van thema's een begin met het ontwikkelen van het historisch besef, bijvoorbeeld door het heden te vergelijken met het (recente) verleden vanuit voor kinderen herkenbare contexten en voorbeelden. - 14 -
Bij de ontwikkeling van het historisch besef besteden we vanaf groep 5 expliciet aandacht aan geschiedenis. Dit houdt in dat we vanaf groep vijf ieder leerjaar zes periodes/thema’s in dezelfde volgorde aanbieden (prehistorie, Romeinse tijd, Middeleeuwen, 16e en 17e eeuw, 18e en 19e eeuw en de 20e eeuw). Elk jaar breiden we op die manier de kennis van een periode uit. Bovendien kent elk leerjaar een eigen geografisch accent vanwege de herkenbaarheid voor de kinderen en de plaatsgebondenheid van gebeurtenissen. Aardrijkskunde Bij Aardrijkskunde staan de ruimtelijke aspecten van het menselijk bestaan centraal. Hierbij gaat het om beeldvorming van de wereld om ons heen, waarbij kinderen: zicht krijgen op verschijnselen die samenhangen met economische, sociale, politieke, culturele, individuele en natuurlijke aspecten. hun eigen gezichtspunten leren af te zetten tegen die van anderen. begrip krijgen voor de relatie tussen mens en milieu. oog krijgen voor de verschillende belangen die het gebruik van de ruimte beïnvloeden. begrip krijgen van verschillende soorten kaarten en gedegen functionele topografische kennis opdoen. Natuuronderwijs Natuuronderwijs verschaft kinderen kennis, vaardigheden en inzicht om zich bewust te worden van hun leefomgeving. Gedurende dit onderwijs komen de (niet-)levende natuur, de bevordering van gezond gedrag, de leefomgeving en het milieu aan de orde. Kinderen leren hun leefomgeving te interpreteren, te waarderen en hierin zo verantwoord mogelijk te handelen. Wereldoriëntatie Binnen de wereldoriënterende thema’s besteden we aandacht aan de wijze waarop onze samenleving is georganiseerd (politiek systeem, maatschappelijke ontwikkelingen) en hoe dat elders in de wereld is geregeld. Ook bespreken we met elkaar waarom er wereldwijd verschillen zijn en hoe samenlevingen met deze verschillen omgaan. Daarbij komen ook de betrekkingen van ons land als politiek-maatschappelijke en culturele samenleving in relatie tot andere landen aan de orde. Diverse wereldoriënterende onderwerpen krijgen binnen de thema’s van de kleutergroepen al een plaats. Vanaf groep 3 verdiepen we dit themagerichte werken op het gebied van de wereldoriëntatie en breiden we dit verder uit. Binnen verschillende clusters bevragen en bestuderen we terreinen vanuit verschillende perspectieven (zoals aardrijkskundig, natuurkundig en historisch). Expressievakken Uiteraard gaat het bij de ontwikkeling van een kind niet alleen om zaken die je met je hoofd doet (de zogenaamde cognitieve aspecten). Vandaar dat we aandacht besteden aan tekenen, handvaardigheid, kunst en muziek. Ook met deze expressievakken geven we inhoud aan ‘betekenisvol leren’. De culturele werkelijkheid, onze leefwereld, vormt immers het referentiekader voor elke zingeving. Zingeving, met andere woorden ‘betekenis geven aan’, stimuleren we ook in deze expressievakken.
- 15 -
Verkeer Voor het verkeersonderwijs gebruiken we de methode Wegwijs. Deze methode maakt een duidelijke koppeling tussen verkeerstheorie (regels en borden) en de dagelijkse verkeerspraktijk. Wegwijs gebruiken we in de groepen groep 1 t/m 8 waar dezelfde jaarthema’s aan de orde komen: ‘school en verkeer’, ‘weer en verkeer’, ‘beroepen en verkeer’, ‘de buurt en verkeer’ en ‘reizen en verkeer’. Uitgangspunt van Wegwijs is de rol van het kind als verkeersdeelnemer. In de onderbouw ligt het accent op de rol van het kind als voetganger en passagier. In de bovenbouw op de rol van het kind als fietser en passagier in het openbaar vervoer. De leerdoelen van Wegwijs zijn opgezet volgens de richtlijnen van de Regionale Organen Verkeersveiligheid en de eisen die in de kerndoelen zijn geformuleerd. Na de theorielessen volgen praktijklessen waarin de eigen verkeersomgeving van de kinderen centraal staat. Zij passen dan de theorie op een speelse manier toe in simulaties en oefeningen in een computerprogramma. Naast de buitenopdrachten (op het schoolplein) zijn er ook kopieerbladen voor thuis beschikbaar waarop kinderen en ouders informatie over het verkeer krijgen aangeboden. Bewegingsonderwijs De lessen bewegingsonderwijs vormen een vast en verplicht onderdeel van het lesrooster. Kinderen van groep 1 en 2 krijgen tweemaal per week bewegingsonderwijs. Bij mooi weer spelen de kinderen dagelijks buiten. De kinderen van groep 3 t/m 8 hebben tweemaal per week bewegingsonderwijs. Dit vindt plaats in de gymzaal die in school gevestigd is en in enkele gevallen in een gymzaal buiten de school (Wilsonplein). Voor de kinderen van deze groepen zijn eenvoudige gymkleren en sportschoenen verplicht. Sportschoenen mogen geen zwarte zolen hebben, omdat deze zwarte strepen op de vloer van de gymzaal achterlaten. Ook balletschoenen zijn niet toegestaan, aangezien deze erg glad en dus gevaarlijk zijn.
Burgerschap en sociale integratie De samenleving verwacht dat het onderwijs inspeelt op maatschappelijke veranderingen. In de Wet op het Primair Onderwijs staat dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten bevorderen en ervoor moeten zorgen dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen. Het doel is dan ook dat de school bijdraagt aan de vorming van leerlingen tot verantwoordelijke en (zelf)kritische mensen die met gevoel voor identiteit, respect en vertrouwen kunnen deelnemen aan een levensbeschouwelijk pluriforme en democratische samenleving. Deze vorming willen we gestalte geven vanuit onze christelijke visie op mens en samenleving, zoals verwoord in hoofdstuk 2. Al is ‘burgerschap en sociale integratie’ op onze school geen afzonderlijk vakgebied, toch besteden we vanuit verschillende perspectieven aandacht aan de vorming van kinderen op dit terrein:
Vanuit onze levensbeschouwelijke identiteit besteden we tijdens de ‘godsdienstige’ vorming nadrukkelijk aandacht aan waarden en normen die niet alleen de persoon van het kind zelf betreffen, maar ook de wijze waarop wij ons tot elkaar, tot anderen en de samenleving als geheel verhouden. Fundamenteel voor onze visie op - 16 -
(levensbeschouwelijke) opvoeding en vorming is het ‘in relatie staan’ en deze levenshouding veronderstelt een met de ontwikkeling van het kind toenemende verwerkelijking van vrijheid, autonomie en verantwoordelijkheid. Concreet betekent dit dat we aandacht besteden aan de wijze waarom we met elkaar omgaan, dat we verschillen erkennen en die zoveel mogelijk tot hun recht laten komen, dat we kinderen aanspreken op hun mogelijkheden en deze helpen realiseren, en dat er steeds een mogelijkheid is om ‘opnieuw’ te beginnen.
Binnen de wereldoriënterende thema’s besteden we aandacht aan de wijze waarop onze samenleving is georganiseerd (politiek systeem, maatschappelijke ontwikkelingen) en hoe dat elders in de wereld is geregeld. Ook bespreken we met elkaar waarom er wereldwijd verschillen zijn en hoe samenlevingen met deze verschillen omgaan. Daarbij komen ook de betrekkingen van ons land als politiekmaatschappelijke en culturele samenleving in relatie tot andere landen aan de orde.
Op onze school is sprake van een zogenaamd ‘open toelatingsbeleid’. Kinderen van ouders met een niet-kerkelijke achtergrond of andere geloofsovertuiging maken deel uit van de leerlingenpopulatie. Ook in dit opzicht kan er vanuit het ‘in relatie staan’ niet anders dan worden gewerkt aan het ontwikkelen van begrip voor elkaars levensbeschouwelijke en culturele opvattingen en gebruiken.
De Prinses Julianaschool wil actief werken aan de positie van de leerlingen op onze school. We zien kinderen als personen die kunnen en willen deelnemen aan tal van betekenisvolle (dat wil zeggen aan de maatschappelijk-culturele werkelijkheid gerelateerde) activiteiten en daaraan een eigen bijdrage kunnen leveren. We streven dan ook een brede persoonsontwikkeling na, waarbij we ‘communiceren’, ‘samenwerken’, ‘initiatieven nemen’ en ‘plannen maken en uitvoeren’ als belangrijke vaardigheden beschouwen. Dit heeft er eveneens toe geleid dat de Prinses Julianaschool een leerlingenraad heeft (zie 5.5).
Computers De laatste jaren is het computergebruik in het onderwijs een steeds grotere rol gaan spelen. In het algemeen vinden we het belangrijk dat de kinderen vaardig worden in het hanteren van informatie- en communicatietechnologie. Dat gebeurt onder meer met behulp van de computer. In ieder lokaal staan minimaal twee multimediacomputers die we gebruiken als ondersteuning bij het dagelijks onderwijs. De computers zijn onderling verbonden in een netwerk. We beschikken over programma´s voor taal, lezen, rekenen en wereldoriëntatie. Daarnaast kunnen leerlingen veilig gebruikmaken van internet. De groepen 3 t/m 8 beschikken over een digitaal schoolbord. 4.6 Huiswerk In principe maken de kinderen hun werk op school. In incidentele gevallen kan het voorkomen dat de leerkracht u vraagt thuis extra aandacht te besteden aan bijvoorbeeld lezen of het leren van een woordpakket. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen ook huiswerk. Dit blijft beperkt tot het leren van topografie. Vanaf groep 6 bestaat het huiswerk uit het leren van repetities voor het vakgebied Wereldoriëntatie. De leerkracht geeft het werk daarvoor ruim van te voren op. In groep 8 neemt de hoeveelheid huiswerk wat toe om de overgang naar het voortgezet onderwijs soepel te laten verlopen. - 17 -
5. LEERLINGENZORG 5.1 Meten van resultaten De Prinses Julianaschool maakt gebruik van het leerlingvolgsysteem om de ontwikkeling van een kind goed te kunnen volgen. Bij de kleuters gebruiken we daarvoor het observatieen registratiesysteem ‘Kijk’. Dit systeem geeft per kennis-, begrips- of gedragsonderdeel de ontwikkelingslijn van een kind weer. Daarnaast gebruiken we bij de kleuters ook een aantal CITO-toetsen. In de groepen 3 t/m 8 toetsen we kinderen drie tot vier keer per jaar op verschillende onderdelen (sociaal-emotionele ontwikkeling, taal/lezen, rekenen). We maken voor de ‘leervakken’ gebruik van methodeonafhankelijke toetsen van het CITO. Dat zijn toetsen die op redelijk objectieve wijze inzicht geven in zowel de individuele vorderingen als de vorderingen op groeps- en schoolniveau. Op grond van de uitkomsten van deze toetsen worden groeps- en hulpplannen gemaakt. We beogen daarmee een aan de onderwijsbehoeftes van leerlingen een passend onderwijsarrangement te bieden In de groepen 3 t/m 8 gebruiken we daarnaast methodegebonden toetsen. Dat zijn toetsen die in de gebruikte methoden zijn opgenomen. In hoofdstuk 7 van deze informatiegids is beschreven op welke wijze de vorderingen van uw kind(eren) met u als ouders/verzorgers worden besproken. U kunt informatie over de schoolkeuze voortgezet onderwijs van leerlingen uit groep 8 en de uitstroomgegevens van de Prinses Julianaschool vinden op onze website. 5.2 Rapporten Tweemaal per jaar krijgen de kinderen uit de groepen 3 t/m 8 een rapport mee. De precieze data staan vermeld op de jaarkalender. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen eenmaal per jaar een overzicht mee waarin het accent ligt op de ontwikkelingsvoortgang op het gebied van zintuiglijke, expressieve, motorische, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. 5.3 Interne begeleiding en leerlingenzorg De zorg voor de kinderen is uiteraard in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de eigen leerkracht. Leerkrachten krijgen daarbij hulp van interne begeleiders. Zij adviseren de leerkrachten, coördineren de zorg voor de individuele leerling en verzorgen de begeleiding van collega’s in geval van specifieke leerlingenzorg. Ook organiseren zij leerlingenbesprekingen met leerkrachten en/of ouders en voeren ze overleg met externe deskundigen. Tenslotte coördineren zij het leerlingvolgsysteem. Naast de interne begeleiders zijn twee collega’s gedragsspecialist een collega RT-er en een collega leescoach. Als een kind meer begeleiding nodig heeft, onderscheiden we verschillende niveaus van leerlingenzorg: 1. Extra begeleiding door de eigen leerkracht in de groep. Vooral tijdens momenten van zelfstandig werken is hier gelegenheid voor. 2. Wanneer een kind onder de minimumscore van de hierboven genoemde toetsen blijft, doen we onderzoek naar de oorzaak daarvan. Vanuit dit onderzoek stellen we in overleg met de interne begeleider een hulpplan op, dat de leerkracht uitvoert. Na een vooraf - 18 -
vastgestelde periode vindt een evaluatie plaats, waarin we bekijken of het kind de (minimum)doelen kan behalen. 3. Indien de geboden hulp in de klas onvoldoende is, schakelen we de specialistische hulp van de RT’er in. 4. Een vervolgonderzoek vindt plaats wanneer na evaluatie blijkt dat de geboden (interne) begeleiding onvoldoende resultaat heeft opgeleverd. Hierbij kunnen we de onderwijsbegeleidingsdienst inschakelen. De deskundigen van deze dienst kunnen onderzoek doen naar de mogelijkheden en onderwijsbehoeften van het kind waarop we het onderwijsaanbod moeten afstemmen. Ook andere deskundigen zoals een logopedist, een fysiotherapeut, een schoolarts of een medewerker van Jeugdzorg kunnen begeleiding bieden, onder meer door het geven van adviezen. Regelmatig vindt op school een meerpartijenoverleg (MPO) plaats, waarbij gecompliceerde problemen vanuit verschillende disciplines worden bekeken. 5. Daarnaast kan hulp worden ingeroepen van een Preventief Ambulant Begeleider van de Park en Dijkschool voor speciaal basisonderwijs binnen het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS). Deze deskundige adviseert de interne begeleider en de leerkracht voor de begeleiding van een kind. 6. Wanneer bovengenoemde interventie onvoldoende werkt en de ontwikkeling van een kind stagneert, kan een aanmelding volgen bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze onafhankelijke commissie beslist uiteindelijk op basis van het door de school opgestelde onderwijskundig rapport of een leerling toegelaten kan worden op een school voor speciaal onderwijs. Op deze scholen zijn de klassen kleiner en is de specifieke deskundigheid, die nodig is om deze leerlingen op een adequate wijze te kunnen begeleiden, ruimschoots aanwezig. Het spreekt voor zich dat we ouders/verzorgers intensief betrekken bij een begeleidingstraject ten gevolge van onderwijs- of begeleidingsbehoeften met leren c.q. gedragsproblematiek op school. Een leerlingendossier kunnen ouders/verzorgers op afspraak met de interne begeleider inzien. Boven beschreven gang van zaken zal per augustus 2014 veranderen in verband met de invoering van Passend onderwijs. 5.4 Ondersteunende instanties Weer Samen Naar School Het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS) is een federatie van Protestants Christelijke scholen in Gouda en Omstreken die samen een school voor speciaal basisonderwijs in stand houden (Park en Dijk). Doel van het samenwerkingsverband is de deelnemende basisscholen beter toe te rusten, zodat een adequate opvang/begeleiding van kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden op de scholen mogelijk is. Het samenwerkingsverband heeft een zorgplan ontwikkeld waarin staat op welke wijze de extra zorg aan leerlingen wordt georganiseerd. Ook kiest het samenwerkingsverband jaarlijks enkele speerpunten in het zorgbeleid waarin we ons gezamenlijk verdiepen. Tenslotte organiseert het samenwerkingsverband jaarlijks een studiedag op het gebied van de zorg. - 19 -
MPO Twee tot drie keer per jaar vindt een Meerpartijen overleg plaats. In dit overleg worden kinderen met specifieke problemen besproken door Schoolmaatschappelijk werk, de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts, de preventief ambulante begeleider (PAB’er) van het Samenwerkingsverband, jeugdzorg en de IB’ers. Doel is om de zorg voor deze kinderen te bespreken, een goed advies voor de school op te stellen en eventueel door te verwijzen naar een specialistische instantie. De leerkracht vraagt altijd toestemming aan de ouders om het kind in dit overleg te mogen bespreken. Brede School Onze school maakt deel uit van Brede School Centrum-Oost. Een Brede School is geen aparte school, maar een samenwerkingsverband van voorzieningen rondom de school op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn. De Prinses Julianaschool werkt samen met de andere basisscholen in de wijk, de bibliotheek, sportverenigingen enzovoorts. Doel van een Brede School is het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen. In nauw overleg met alle betrokkenen werkt de Brede School vanuit vijf thema’s: buitenschoolse activiteiten (sport en spel, taalstimulering, cultuur en techniek) ouderbetrokkenheid, met als doel ouders in staat te stellen de ontwikkeling van hun kind te volgen en te stimuleren voorschoolse activiteiten (afstemming peuterspeelzalen en basisscholen) zorgverbreding (vroegtijdige signalering van problemen) opvang (gericht op de kwaliteit van de tussen-schoolse opvang). Kinderen van onze school kunnen zich inschrijven voor activiteiten van de Brede School. Bij de beide ingangen op het schoolplein staan kastjes met aanmeldingsformulieren. De activiteiten staan vermeld op de prikborden. Kinderen kunnen zich aanmelden door de ingevulde formulieren met de financiële bijdrage te deponeren in de daarvoor bestemde lade. Via de contactpersoon Brede School krijgen de kinderen te horen of en wanneer ze zijn ingedeeld. Schoolarts Kinderen uit de groepen 2 en 7 worden door de GGD Midden-Holland opgeroepen voor een preventief gezondheidsonderzoek. De schoolarts (en/of een assistent) voert dit onderzoek uit. Naar aanleiding van de bevindingen controleert de schoolarts kinderen, indien nodig, na een bepaalde periode opnieuw. Na het onderzoek vindt overleg plaats met de leerkracht om relevante zaken rondom het onderwijs te bespreken. De jeugdarts behandelt niet zelf, maar verwijst zo nodig door naar huisarts of (jeugd)hulpverleningsinstanties. De onderzoeken vinden plaats op school of in het gebouw van de GGD. Schoolmaatschappelijk werk Ouders/verzorgers kunnen via de intern begeleider een beroep doen op schoolmaatschappelijk werk. Dit werk is gericht op vroegtijdige signalering, hulp en ondersteuning van sociaal-emotionele en gedragsmatige problemen van kinderen. Daarnaast heeft de maatschappelijk werker een bemiddelende rol naar andere (jeugdzorg) instellingen. De belangrijkste taken van schoolmaatschappelijk werk zijn:
informatie en advies geven aan school (hulpvraag verduidelijken) - 20 -
informatie en advies geven aan de ouders/verzorgers en hulpverleners kortdurende hulpverlening bieden aan kinderen en jongeren het bieden van opvoedkundige ondersteuning bemiddeling tussen ouders/verzorgers en hulpverlening signaleren en leiden naar (geïndiceerde) zorg.
Logopedie Eén keer per week is een logopedist(e) van GGD Midden-Holland op school aanwezig. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die veel problemen hebben bij het spreken, geremd kunnen worden in hun ontwikkeling. De logopedist(e) is de deskundige die deze kinderen kan helpen. Om problemen vroegtijdig te signaleren screenen we alle kleuters in hun eerste schooljaar. De ouders/verzorgers krijgen bericht over deze screening en over wat er eventueel verder gaat gebeuren. De logopedist(e) heeft daarnaast de taak kinderen met stem-, spraak- en taalproblemen te behandelen. Deze behandeling kan op school plaatsvinden. Tussentijds contact met de logopedist(e) is op afspraak mogelijk.
Onderwijsbegeleidingsdienst Onze school werkt samen met Driestar-Educatief Leerlingenzorg. Deze heeft onderwijsadviseurs in dienst zoals onderwijskundigen, organisatiedeskundigen, psychologen en orthopedagogen. Zij adviseren en/of begeleiden scholen bij onderwijs- en schoolontwikkeling en leveren een bijdrage aan onderzoek naar kinderen die speciale zorg nodig hebben. Bibliotheek De Prinses Julianaschool beschikt over een goed uitgeruste schoolbibliotheek. Ouders/verzorgers beheren deze bibliotheek. Eenmaal per week kunnen de kinderen een boek lenen uit de bibliotheek, wat zij in de klas op de daartoe bestemde momenten kunnen lezen. Een aantal groepen bezoekt jaarlijks de Openbare Bibliotheek. Voor de kinderen is dit een leerzame ervaring. Zij maken voor het eerst of opnieuw kennis met de verschillende mogelijkheden van een bibliotheek.
- 21 -
6. PRAKTISCHE INFORMATIE 6.1 Aanmelding van nieuwe leerlingen Ouders/verzorgers die belangstelling hebben voor aanmelding van hun kind(eren) bij de Prinses Julianaschool kunnen een afspraak maken met de directie voor een oriënterend gesprek. Tijdens dit gesprek geven we meer uitleg over de Prinses Julianaschool en de inhoud van ons onderwijs. Ook is het mogelijk een rondleiding door het gebouw te krijgen, zodat u een wat beter beeld krijgt van onze school. Als ouders/verzorgers voorkeur hebben voor de Prinses Julianaschool - en daarmee de protestants christelijke identiteit van de school respecteren – vullen zij een inschrijfformulier in en ondertekenen ze de schoolovereenkomst. Wij verwerken de gegevens, waarna de ouders/verzorgers een bevestiging van de inschrijving ontvangen. Voorwaarde voor inschrijving is dat de ouders/verzorgers alle informatie over de ontwikkeling van hun kind die voor de school relevant is doorgeven. Een goed inzicht in de ontwikkeling van het kind is een belangrijke voorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs. We verzoeken ouders/verzorgers dan ook een aantal maanden voor de daadwerkelijke plaatsing een formulier in te vullen met betrekking tot de ontwikkeling van hun kind. Kleuters die zijn aangemeld voor groep 1 krijgen de gelegenheid om een dagdeel voorafgaand aan de officiële startdatum te ‘wennen’. Ze krijgen hiervoor een uitnodiging van de leerkracht van groep 1, die ook verdere afspraken maakt met betrekking tot de eerste schooldag. We organiseren één wenmoment voor kinderen die direct na de zomervakantie voor het eerst naar school gaan en voor kinderen die worden geplaatst in een nieuw op te starten groep. 6.2 Groepssamenstelling/voorkomen van lesuitval Op de Prinses Julianaschool zitten gemiddeld 25 kinderen in iedere groep. Indien de groepen groter zijn dan dit gemiddelde is er zo nodig extra ondersteuning door bijvoorbeeld onderwijsassistentes. In een groep zitten leerlingen van dezelfde leeftijd. Een leerkracht heeft niet altijd elk jaar dezelfde jaargroep. Aan het eind van een schooljaar maken we de groepsindeling bekend in een nieuwsbrief en het ‘School-ABC’. Wettelijk is bepaald hoeveel uren kinderen les behoren te krijgen. In de onderbouw (groep 1 t/m 4) is dat minimaal 3520 uur, in de bovenbouw (groep 5 t/m 8) 4000 uur. Bij ziekte komt er zoveel mogelijk een invalleerkracht voor de klas. Als deze niet beschikbaar is, verdelen we de kinderen over de andere groepen. Voorgaande betekent dat kinderen bij ziekte van een collega nooit onverwacht weer huiswaarts keren. In uiterste noodgevallen is het mogelijk dat een klas geen les kan krijgen. Ouders/verzorgers krijgen dat altijd een dag van tevoren te horen.
- 22 -
6.3 Schooltijden De schooltijden zijn op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: de ochtenden van 8.45 uur tot 12.15 uur de middagen van 13.15 uur tot 15.15 uur De schooltijden zijn op woensdag: van 8.45 uur tot 12.30 uur Uitzonderingen: De groepen 1 t/m 4 gaan op maandag-, dinsdag- en donderdagmorgen om 11.45 uur uit. De groepen 1 t/m 3 hebben vrijdagmiddag vrij. De deur van de school gaat om 8.35 uur open en dan mogen de kinderen naar binnen. De eerste bel gaat om 8.40 uur als teken dat ouders/verzorgers afscheid van hun kind(eren) dienen te nemen. Om 8.45 uur gaat de tweede bel, het teken dat de lessen beginnen. Vanwege een verantwoord toezicht op de leerlingen die overblijven is het schoolplein ’s middags pas vanaf 13.00 uur toegankelijk voor (niet overblijvende) kinderen. ’s Middags mogen de kinderen om 13.05 uur naar binnen. De eerste bel gaat om 13.10 uur. Bij de tweede bel om 13.15 uur beginnen de lessen. De groepen hebben op verschillende tijden pauze, waardoor de kinderen meer speelruimte op het schoolplein hebben: Groepen 1 en 2 - 9.15 uur tot 10.00 uur Groepen 3 en 4 - 10.05 uur tot 10.20 uur Groepen 5 en 7 - 10.20 uur tot 10.35 uur Groepen 6 en 8 - 10.35 tot 10.50 uur Het jaarlijkse vakantierooster vindt u op de schoolkalender en in het ‘School-ABC’. 6.4 Overblijven De Prinses Julianaschool heeft een overblijfregeling. Kinderen kunnen, met uitzondering van de woensdag, tussen de middag op school eten. Er zijn zeven aparte groepen: de leerlingen van groep 1, groep 2, groep 3, groep 4, groep 5, groep 6 en gecombineerd groep 7 en 8. Het streven is een maximale groepsgrootte van vijftien kinderen met één overblijfouder. Indien de groep groter is, zijn twee overblijfouders aanwezig. We openen de maaltijd met gebed en eindigen met Bijbellezen en gebed of het zingen van een Bijbellied. De kinderen krijgen na het eten de gelegenheid om buiten te spelen met het aanwezige spelmateriaal. Indien vanwege weersomstandigheden buiten spelen niet mogelijk is, kunnen zij in het overblijflokaal spelen. Kinderen die overblijven mogen tussen de middag het schoolplein niet verlaten. Alleen zo kunnen we zorgen voor een verantwoord toezicht.
- 23 -
Bij de groepen 3 t/m 8 hangt op het prikbord in de gang een lijst waarop u kunt aangeven wanneer uw kind overblijft. De kosten voor het overblijven bedragen € 2,00 per keer. Maandelijks ontvangt u via uw kind(eren) een afrekening. Het verschuldigde bedrag kunt u per giro voldoen. De school is eindverantwoordelijk voor het overblijven. 6.5 Reglement inzake leerplicht/verlof/(ziekte)verzuim Leerplicht Kleuters van vier jaar zijn nog niet leerplichtig, maar in vrijwel alle gevallen gaan zij al wel naar school. Kinderen zijn vanaf vijf jaar leerplichtig. Het is echter mogelijk om voor hen af te spreken om een aantal uren per week structureel te verzuimen. Deze uren zijn niet bestemd om zomaar vrij te geven, maar kunnen voor een kind om specifieke redenen nog nodig zijn. In de praktijk wordt hier weinig tot geen gebruik van gemaakt en het spreekt voor zich dat dit de meest ideale situatie is. Vanaf zes jaar zijn kinderen volledig leerplichtig. Verlof Aan leerplichtige leerlingen wordt slechts in uitzonderingsgevallen extra verlof verleend. A. Extra vakantieverlof Een verzoek tot extra vakantieverlof betreft alleen de volgende situaties: wanneer wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders/verzorgers het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan de vakantie de enige vakantie in dat jaar is voor het desbetreffende gezin wanneer een werkgeversverklaring wordt overlegd, waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële schoolvakantie mogelijk is. Extra vakantieverlof mag: eenmaal per schooljaar onder strikte voorwaarden worden verleend niet langer dan tien dagen duren niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar. Ouders/verzorgers moeten een verzoek voor extra vakantieverlof minimaal zes weken van tevoren schriftelijk aan de directeur van de school voorleggen. Alle andere verzoeken voor extra vrije dagen, bijvoorbeeld om voor een vakantie eerder te kunnen vertrekken om files te voorkomen, honoreren we niet. U wordt geadviseerd, om teleurstellingen te voorkomen, geen vakanties te boeken of tickets te kopen voordat u toestemming heeft gekregen van de directie of leerplichtambtenaar. B. Buitengewoon verlof Buitengewoon verlof mag de directie toekennen in de volgende gevallen: om te voldoen aan een wettelijke verplichting (bijvoorbeeld een rechtbankbezoek), voor zover dit niet buiten de lesuren kan gebeuren. voor verhuizing, voor hooguit één dag.
- 24 -
voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten in de eerste t/m de derde graad voor ten hoogste twee dagen, afhankelijk van het feit of het huwelijk binnen of buiten de regio gesloten wordt. bij ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad (duur in overleg met de directie te bepalen). bij overlijden van bloed- of aanverwanten: in de eerste graad maximaal vier dagen, in de tweede graad maximaal twee dagen en in de derde graad maximaal één dag. bij het 25-, 40-, en 50-jarig jubileum op het werk van de ouders/grootouders voor ten hoogste één dag. bij het 12,5-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders/grootouders voor ten hoogste één dag. voor overige gewichtige omstandigheden, alleen geldig in bijzondere situaties, na beoordeling van de directie. Wellicht ten overvloede: de overheid erkent verjaardagen niet als bijzondere familieomstandigheden. Een verzoek voor buitengewoon verlof dient, indien mogelijk, twee weken voor het ontstaan van de verhindering schriftelijk aan de directie van de school te worden voorgelegd. (Ziekte)Verzuim Verzuim vanwege bijvoorbeeld ziekte of bezoek aan een arts kunt u tussen 8.00 uur en 8.30 uur telefonisch melden bij één van de leerkrachten. Op maandag en vrijdag zijn de leerkrachten tussen 8.15 uur en 8.30 uur niet bereikbaar vanwege een gezamenlijke weekopening en weeksluiting. Geeft u ziekte door dan hoeft u niet te vragen naar de desbetreffende juf of meester aangezien bij de telefoon een lijst hangt waar ziekmeldingen worden genoteerd. De Prinses Julianaschool is wettelijk verplicht ongeoorloofd schoolverzuim of vermoedens daarvan te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Gouda. 6.6 Veiligheid op school We vinden het van groot belang zorg te dragen voor de veiligheid van uw kind. We maken daarbij een onderscheid tussen de fysieke en sociale veiligheid. De fysieke veiligheid heeft te maken met de veiligheid van het gebouw, materialen in de gymzaal, de speeltoestellen op het plein en een aantal schoolregels. Jaarlijks laten we de materialen in onze eigen gymzaal onderhouden en controleren. Na elke controle volgt een uitgebreid rapport waarin de staat van de materialen wordt beschreven. Indien noodzakelijk volgt advies voor vervanging. De speeltoestellen op het plein voldoen aan de wettelijke eisen op het terrein van ontwerp, fabricage en onderhoud. Periodiek laten we de toestellen inspecteren. Jaarlijks doen we in het kader van onderhoud een inspectieronde. De uitkomsten hiervan staan beschreven in een onderhoudsplan. Uiteraard stellen we ons ook open voor signalen of suggesties vanuit uw kant als het gaat om onderhoud en veiligheid. De Prinses Julianaschool heeft gekwalificeerde bedrijfshulpverleners. Bedrijfshulpverlening omvat levensreddende eerste hulp, brandbestrijding en ontruiming. Onze bedrijfshulpverleners zijn geschoold in het gebruik van brandslangen en - 25 -
poederblussers die op school aanwezig zijn. Deze apparatuur wordt jaarlijks geïnspecteerd. Jaarlijks vindt een ontruimingsoefening plaats en volgen de bedrijfshulpverleners nascholingscursussen. De namen van de bedrijfshulpverleners staan vermeld in het ‘School-ABC’. De sociale veiligheid heeft te maken met het welbevinden van de kinderen. Helderheid inzake de manier waarop we met elkaar omgaan vinden we van groot belang. De regels van de maand spelen daarbij een belangrijke rol. Ze geven duidelijkheid over de vraag waarop we elkaar kunnen aanspreken. Maandelijks krijgt een bepaalde regel of afspraak extra aandacht. De leerkrachten bespreken de regels met de kinderen in de klassen. In de gangen en lokalen hangen we posters op die de bij de regels en afspraken horen, zodat we er voortdurend aan worden herinnerd. Bij grensoverschrijdend gedrag in de sociale omgang treden we op. Als sprake is van pesten handelen we overeenkomstig het pestprotocol van de Prinses Julianaschool. Daarin hebben we duidelijk beschreven wat we verstaan onder pesten en op welke wijze we hiermee omgaan. Meer informatie over het pestprotocol vindt u op onze website. 6.7 Schoolongevallenverzekering In en om de school kunnen ongelukken voorkomen. Een ziektekostenverzekering en bestaande sociale verzekeringen dekken meestal niet alle financiële gevolgen hiervan. Een ongevallenverzekering kan dit gedeeltelijk opvangen. In het kader van de schoolongevallenverzekering zijn verzekerd:
de leerlingen van de Prinses Julianaschool tijdens schooluren en tijdens andere activiteiten in schoolverband en wel gedurende de tijd dat zij onder toezicht staan van leerkrachten en/of hulpkrachten bestuursleden, leerkrachten en het onderwijsondersteunend personeel van de Prinses Julianaschool alsmede stagiaires, vrijwilligers, inleenkrachten, aan de school verbonden gedetacheerden en iedereen die aan (buiten)schoolse - min of meer met de school verband houdende - activiteiten deelneemt.
Voor beide groepen geldt dat de verzekering van kracht is tijdens evenementen in schoolverband, alsmede één uur voor de aanvang en één uur na afloop ervan, of zoveel langer als het rechtstreeks gaan naar en komen van de bedoelde schoolactiviteiten vergt. Over wat precies een ongeval is, zeggen de polisvoorwaarden het volgende: ‘Onder een ongeval wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de verzekerde plotseling en onafhankelijk van zijn/haar wil wordt getroffen door een van buiten komend onmiddellijk op hem/haar inwerkend geweld, met als gevolg een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel’. Voor schade aan of vermissing van persoonlijke eigendommen van kinderen zijn we niet verzekerd.
- 26 -
6.8 Reglement inzake privacy De Prinses Julianaschool gaat met de grootst mogelijke zorgvuldigheid om met privacygevoelige informatie en gegevens. Informatie over kinderen bewaren we in de zogenaamde leerlingendossiers. Deze dossiers liggen op aanvraag voor ouders/verzorgers op school ter inzage. Soms is het noodzakelijk informatie uit de dossiers aan derden te verstrekken, bijvoorbeeld bij het afnemen van onderzoeken, bij het opstellen van onderwijskundige rapporten of als een kind verhuist naar een andere school. Deze informatie verstrekken we alleen aan derden als ouders/verzorgers daar toestemming voor hebben gegeven. Op de Prinses Julianaschool gaan we ook op zorgvuldig wijze om met het maken van foto’s en video-opnamen van kinderen. Ouders/verzorgers kunnen bezwaar maken tegen vastlegging van beelden van hun kinderen. Bij eventuele opnamen houden we daar dan rekening mee. Jaarlijks verstrekken we per groep een lijst met namen, adressen en telefoonnummers van de kinderen. Ouders/verzorgers kunnen vooraf bezwaar aantekenen tegen de verspreiding van deze gegevens. Desgewenst verwijderen we bepaalde gegevens van de lijsten. 6.9 Klachtenregeling De Prinses Julianaschool heeft een klachtenregeling met richtlijnen voor het indienen, behandelen en afhandelen van klachten over (het nalaten van) gedragingen en beslissingen van personen die bij de school betrokken zijn. Naast personeel kunnen ook leerlingen, ouders/verzorgers gebruik maken van deze regeling. De volledige regeling ligt bij de directie ter inzage. Indien ouders/verzorgers een klacht/onvrede hebben, is het wenselijk dat zij eerst de desbetreffende groepsleerkracht of, afhankelijk van de aard van de klacht, de schoolleiding benaderen. Veelal kunnen we klachten op deze wijze naar tevredenheid afhandelen. Klachten werken daarmee als een belangrijk signaal naar school of naar elkaar om samen na te denken over (verbetering van) de kwaliteit van de leefgemeenschap die we als school nastreven. Mocht een gesprek met de groepsleerkracht c.q. schoolleiding onverhoopt niet tot het gewenste resultaat leiden, dan kunnen ouders/verzorgers gebruik maken van de officiële klachtenregeling. De contactpersoon van de Prinses Julianaschool is aanspreekpunt voor klachten over de schoolsituatie wanneer ouders geen gehoor vinden bij desbetreffende teamleden en directie. De titel 'contactpersoon' is voorbehouden aan een personeelslid dat uitvoering geeft aan klachtbehandeling in het kader van de Kwaliteitswet/het klachtrecht. De contactpersoon werkt bij klachtenbehandeling samen met de externe vertrouwenspersoon. Er zijn verschillende mogelijkheden voor het indienen van een klacht: 1. De contactpersoon van de Prinses Julianaschool verwijst de ouders/verzorgers door naar een onafhankelijke vertrouwenspersoon. Deze vertrouwenspersoon onderzoekt of afhandeling van de klacht/onvrede door bemiddeling mogelijk is of dat er grond is voor het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. In het laatste geval handelt de Landelijke Klachtencommissie van de Besturenraad Protestants Christelijk Onderwijs (BPCO), waarbij onze school is aangesloten, de klacht af. 2. Via het bestuur van CNS; deze handelt de klacht zelf af of verwijst door naar de vertrouwenspersoon of de Landelijke Klachtencommissie. - 27 -
3. Direct bij de Landelijke Klachtencommissie. Buiten deze klachtenregeling is de mogelijkheid om, bij klachten over seksuele intimidatie of geweld, direct contact op te nemen met een vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. De vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt voor betrokkenen bij scholen en helpt bij het zoeken naar oplossingen. Verdere informatie over de contactpersoon en instanties treft u aan onder ‘Klachtenregeling’ in het ‘School-ABC’. 6.10 Overige praktische schoolzaken Fietsend naar school De ruimte om fietsen te stallen is beperkt. Om op het plein zoveel mogelijk ruimte over te houden voor de kinderen om te kunnen spelen, is de ‘wandel-grens’ ingevoerd (zie School ABC). Op de kaart is te zien waar deze lijn loopt. Kinderen die maximaal tien minuten nodig hebben om lopend op school te komen, worden vriendelijk verzocht om ook lopend te komen. Zo creëren we maximale speelruimte voor de leerlingen om lekker buiten te kunnen spelen. Denkt u eraan de fiets op slot te zetten! Fruitdag Iedere woensdag is het op de Prinses Julianaschool school ‘fruitdag’. Het zou fijn zijn als dan alle kinderen fruit in plaats van een koek en drinken meekrijgen. Vanzelfsprekend vormen traktaties hierop een uitzondering, net als kinderen die allergisch zijn voor fruit. Gevonden voorwerpen Gevonden voorwerpen bewaren we in de hal bij de trap in kratten. In de nieuwsbrief vermelden we wanneer de kratten worden geleegd. Voorwerpen die niet voor de desbetreffende datum zijn opgehaald gaan naar een goed doel. Hoofdluis Om hoofdluis te voorkomen is op school een team van ouders actief, dat regelmatig controles uitvoert. Na elke vakantie controleren zij de kinderen in de verschillende groepen op de aanwezigheid van hoofdluis. Na een controle stellen zij de ouders van kinderen bij wie luizen en/of neten zijn aangetroffen schriftelijk op de hoogte. Ook geven zij dan aan hoe de behandeling dient plaats te vinden. De data waarop de controles plaatsvinden staan aangegeven op de kalender. We beseffen dat hoofdluis een ‘netelig’ onderwerp is en gaan dan ook op een zorgvuldige wijze om deze problematiek. Zo maken we bijvoorbeeld duidelijk dat het voorkomen van hoofdluis niets te maken heeft met persoonlijke hygiëne. Mocht u het desondanks ongewenst vinden dat we uw kind op de aanwezigheid van hoofdluis controleren, dan kunt u dat doorgeven aan de leerkracht van uw kind. Bij controles slaan we uw kind dan over. Uiteraard is het verstandig uw kind zelf regelmatig te controleren op luizen en/of neten. Mocht u luizen of neten ontdekken bij uw kind, wilt u dit dan melden aan de leerkracht (ook als u al behandeld heeft!)? We kunnen dan maatregelen nemen om verdere verspreiding te voorkomen.
- 28 -
Kinderpostzegels In het najaar (zie de schoolkalender voor de exacte data) doen de groepen 7 en 8 mee met de jaarlijkse, landelijke Kinderpostzegelactie. Meedoen is geen verplichting, maar wel een uitdaging om voor minder bedeelde kinderen een stapje extra te doen. Kinderen hoeven door de huidige aanpak niet meer met geld over straat, waardoor de veiligheid aanmerkelijk is toegenomen. Leerlingenadministratie Bij aanmelding van uw kind(eren) geeft u een aantal wettelijk verplichte gegevens door aan de school. Het is noodzakelijk om wijzigingen zo spoedig mogelijk door te geven aan de directie om de leerlingenadministratie zo actueel en volledig mogelijk te houden. U kunt hierbij denken aan hele praktische zaken zoals een wijziging in het nummer van een mobiele telefoon of een wijziging van een eventueel tweede telefoonnummer. Het is heel lastig om bij problemen (bijvoorbeeld als een kind op school ziek wordt) niemand te kunnen bereiken. Schoolfotograaf Elk jaar bezoekt de schoolfotograaf onze school. Daarvan stellen we u ruim van tevoren op de hoogte. De schoolfotograaf maakt dan individuele foto’s, groepsfoto’s en gezinsfoto’s. Schoolreis/schoolkamp De groepen 3 t/m 7 gaan ieder jaar op schoolreis. Groep 8 gaat in het najaar op schoolkamp. De data staan vermeld op de kalender (zie website: www.julianaschoolgouda.nl). Ruimschoots van tevoren stellen we u op de hoogte van de bestemming en de kosten. Sparen van batterijen/cartridges Lege batterijen kunt u kwijt in de speciale ton, links van de trap. Hoe meer gewicht in de ton, hoe meer punten de Prinses Julianaschool spaart. Wanneer er genoeg punten zijn, zoeken we hiervoor buitenspeelmaterialen uit. In de speciale box, eveneens links van de trap, worden lege cartridges gespaard. De Prinses Julianaschool ontvangt van de organisatie Recall geld voor deze lege cartridges. Dit geld investeren we in computerzaken op onze school. Stagiaires Onze school is stageschool van onder andere de Christelijke Hogeschool De Driestar en de Christelijke Hogeschool Ede. Dit houdt in dat een aantal weken per jaar stagiaires onder leiding van de groepsleerkracht lesgeven in de verschillende groepen. Op de Prinses Julianaschool worden ook LIO-stagiaires geplaatst, die in het laatste jaar van hun opleiding zitten. Zij geven gedurende een aantal maanden volledig les aan een groep, waarbij de leerkracht van de groep uiteraard de eindverantwoordelijkheid draagt. Traktaties Bij verjaardagen is het de gewoonte alleen de eigen klas te trakteren. Er zijn geen vaste regels met betrekking tot hetgeen kinderen uitdelen. Wel is het wenselijk dat enigszins rekening wordt gehouden met het gebit van de kinderen. Ook zijn er kinderen in verschillende groepen die niet alles mogen eten (zoals diabetespatiënten). We stellen het op prijs als u ook aan deze kinderen denkt. - 29 -
Natuurlijk willen ook de andere juffen en meesters de jarige feliciteren. Dit gebeurt in de pauze in de keuken waar zij gezamenlijk koffiedrinken. Zendingsgeld Elke maandagmorgen halen we in de groepen zendingsgeld op. Uiteraard gebeurt dit geheel op vrijwillige basis. Onze school heeft drie sponsorkinderen via de Stichting Compassion. Op de begane grond en op de 1e etage is een prikbord aanwezig met informatie over deze kinderen. Iedere maand neemt een groep contact met hen op. Soms gebeurt dat in de vorm van (Engelse!) brieven, dan weer met tekeningen. De kinderen vinden het erg leuk als ze een berichtje terug krijgen van de sponsorkinderen. Naast dit sponsorprogramma doet onze school ieder jaar mee met de actie schoenendoos (stichting Edukans). U krijgt hierover ruim van tevoren bericht.
- 30 -
7. CONTACTEN MET OUDERS/VERZORGERS 7.1 Ouderparticipatie Ouders en leerkrachten ondersteunen elkaar bij de opvoeding van het kind. Daarom is het van groot belang dat er sprake is van wederzijds vertrouwen, gelijkwaardigheid en belangstelling naar elkaar. Bij de Prinses Julianaschool nodigen we ouders van harte uit te participeren bij diverse schoolactiviteiten. Deze participatie omvat zowel ondersteuning met betrekking tot schoolse en buitenschoolse activiteiten als betrokkenheid en overleg bij de inhoudelijke aspecten van het onderwijs. Met elkaar samenwerken kan zowel thuis als op school gebeuren, bijvoorbeeld: het thuis verrichten van onderwijsondersteunende activiteiten, zoals huiswerk controleren, belangstelling tonen voor allerlei schoolse zaken en het lezen van de schoolinformatie het bijwonen van ouderavonden en door de school georganiseerde evenementen het verlenen van hand- en spandiensten aan de school (zie 6.2). 7.2 Activiteitencommissie Op de Prinses Julianaschool zijn ouders op verschillende terreinen actief. Zij helpen bij niveaulezen, reprowerk, het beheren van de bibliotheek, begeleiding van sporttoernooien, het voorkomen van hoofdluis en het organiseren van bijvoorbeeld het Sinterklaasfeest. Uiteraard zijn we blij met alle hulp die we krijgen, want zonder de inzet van ouders zijn veel activiteiten niet te organiseren. Jaarlijks ontvangt u een schrijven waarop u kunt aangeven bij welke activiteiten u kunt helpen. 7.3 Gebedsgroep Binnen de Prinses Julianaschool is een gebedsgroep actief. Deze groep bestaat uit ouders van kinderen uit verschillende groepen. Maandelijks komt de gebedsgroep bij elkaar om te bidden voor zaken die van belang zijn voor de school. Op het prikbord bij de kleuteringang hangt een aankondiging wanneer de gebedsgroep bijeenkomt. Ouders zijn van harte welkom bij deze gebedsgroep aanwezig te zijn of gebedspunten aan te dragen. 7.4 Contactmomenten Kennismakingsavond Aan het begin van ieder schooljaar organiseren we kennismakingsavonden. Ouders/verzorgers van de kinderen in de groepen 1 t/m 8 kunnen dan nader kennismaken met de leerkracht en aangeven wat zij voor hun kind dit jaar van deze leerkracht in deze groep verwachten MR- en informatieavond Naast de kennismakingsavond is er de MR-informatieavond. Na een presentatie van de MR krijgt u de gelegenheid de groepen te bezoeken waar de leerkracht informatie geeft over de leerstof en de werkwijze binnen de desbetreffende groep. Ouderavonden Tweemaal per jaar wordt een tien minutengesprek gehouden. Tijdens dit gesprek bespreekt u met de leerkracht de vorderingen en resultaten van uw kind aan de hand van het ontwikkelingsverslag/rapport. Mocht deze tijd onvoldoende zijn - bijvoorbeeld vanwege - 31 -
bijzondere omstandigheden of problemen - dan kunt u altijd een andere afspraak maken met de desbetreffende leerkracht. In maart worden de schoolkeuzegesprekken met de ouders/verzorgers van de leerlingen uit groep 8 gehouden. De leerlingen zijn hierbij zelf ook aanwezig. Leerkracht spreken Indien u vragen heeft of iets wilt bespreken met de leerkracht is dit op afspraak altijd mogelijk. Wij verzoeken u vooraf (telefonisch) een afspraak met de leerkracht te maken. Voor dringende zaken kunt u altijd, dus ook tijdens schooluren, bij de directie van de Prinses Julianaschool terecht. In zeer uit uitzonderlijke gevallen kunt u de directie ook privé benaderen. Daarnaast bent u van harte welkom om contact op te nemen met de directie indien u vragen heeft of iets wilt bespreken. 7.5 Informatievoorziening Digitale nieuwsbrief Eén keer per twee weken komt er een digitale nieuwsbrief van de Prinses Julianaschool uit. Deze wordt geplaatst op de website. Met deze nieuwsbrief houden we u op de hoogte van actuele zaken over de school. Schoolkalender Op de website staat de schoolkalender waarop belangrijke gegevens vermeld staan. Bijvoorbeeld het vakantierooster, data voor ouderavonden en data van schoolreisjes en het schoolkamp. 7.6 Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van leerlingen, ouders en leerkrachten. Hierbij blijft het belang van de school voorop staan. De MR bestaat uit vertegenwoordigers van het personeel en de ouders. Twee MR-leden hebben ook zitting in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), een gezamenlijke MR voor de drie scholen die onder het CNS-bestuur vallen. In de wet staat dat de GMR een aantal taken heeft. Zo moet het bestuur, voordat het bepaalde besluiten neemt en wil uitvoeren, de GMR om advies en soms zelfs om instemming vragen. De (G)MR kan over veel onderwerpen ongevraagd adviseren. Een andere taak van de (G)MR is het mede bewaken van de kwaliteit van het onderwijs. Het is van belang dat er goede contacten zijn tussen ouders/verzorgers, leerkrachten, bestuur en directie. U kunt als ouder/verzorger via de mail (
[email protected]) uw vragen, opmerkingen en ideeën kenbaar maken. Ook kunt u persoonlijk een MR-lid benaderen (zie het ‘School-ABC’ voor nadere gegevens). Vertegenwoordigers van de ouders worden gekozen voor een periode van drie jaar. Deze periode kan met drie jaar verlengd worden. U kunt zich als ouder voor de MR verkiesbaar stellen.
- 32 -
7.7 Ouderbijdrage De jaarlijkse vrijwillige bijdrage van ouders/verzorgers vormt het ouderfonds. De penningmeester van de Medezeggenschapsraad beheert het geld. De besteding hiervan betreft uitsluitend de kinderen: een aardigheidje voor een kind dat in het ziekenhuis ligt of al langere tijd ziek is, Sinterklaascadeautjes voor de kinderen van groep 1 t/m 4, een attentie met het Kerstfeest, de Paasmaaltijd en wat lekkers bij bijvoorbeeld sportactiviteiten. Bovendien betalen we de Bijbels, die kinderen van groep 8 bij het verlaten van de Prinses Julianaschool school ontvangen, gedeeltelijk uit het ouderfonds. De ouderbijdrage staat vermeld in het ‘School-ABC’.
- 33 -
8. NIET BIJ KENNIS ALLEEN.......... De meeste tijd op school besteden we aan onderwijs. Maar er is meer! Ook vieringen, festiviteiten en andere activiteiten krijgen de gewenste tijd en ruimte: Bijzondere aandacht besteden we aan de christelijke feesten. De kerstviering vindt plaats in de kerk, waarbij jaarlijks kinderen van een bepaalde leeftijdsgroep een belangrijke rol vervullen. Kinderen van andere leeftijdsgroepen vieren het kerstfeest in hun eigen klaslokaal. Met Pasen is er voor de kinderen in het klaslokaal een maaltijd. Deze dag houden we een Paasviering met de groepen 1en 2, 3 en 4, 5 en 6 en 7 en 8. Periodiek zijn er gezinsdiensten met de Protestante Kerk Nederland (PKN), gemeente De Oostpoort. Verjaardagen van leerkrachten en kinderen vieren we in de groep. Elk jaar organiseren we voor de kleuters een themafeest en gaan de groepen 3 t/m 7 op schoolreis. Groep 8 gaat elk jaar op kamp en sluit het schooljaar af met een musical. Onze sportactiviteiten omvatten deelname aan een voetbaltoernooi, korfbaltoernooi en de (jeugd)avondvierdaagse. Afwisselend organiseren we elk jaar een fancyfair of een sportdag. In samenhang met verschillende lesthema’s op school organiseren we jaarlijks excursies naar musea en andere culturele aangelegenheden. Bovendien bezoeken de hogere groepen scholen voor voortgezet onderwijs.
Contactgegevens Brede school
(administratie-co@ bsgouda.nl)
- 34 -