WONEN MET ZORG Uitgave van het Gelders Steunpunt Wonen voor Ouderen
Jaargang 6, nummer 1 april 2005
Kleinschalig groepswonen voor dementerenden Het huidige kwaliteitsniveau van verpleeghuiszorg staat ter discussie. Daarom is het niet toevallig dat kleinschalig groepswonen voor dementerenden erg in opmars is. In dit woonconcept wonen veelal zo’n zes bewoners bij elkaar. De beperkte schaalgrootte spreekt zowel de cliënten als hun mantelzorgers aan. Wat zijn de voordelen van kleinschalig wonen, hoe wordt deze woonvorm gefinancierd en in welke setting is zij ontstaan? De projecten liggen doorgaans in de wijk. Kan kleinschalig wonen ook plaatsvinden in of nabij een verpleeghuis?
In dit nummer
● ● ● ● ● ●
Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie Het Weidepad De Melkweg Bewoner aan het woord Actualiteiten Slim bouwen
Kleinschalig groepswonen biedt veiligheid, geborgenheid en huiselijkheid aan bewoners die zich kwetsbaar voelen en de grip op hun omgeving kwijt zijn. In een tijd waarin de gewenste kwaliteit van de zorgverlening van de traditionele instellingen steeds meer onder vuur ligt, gaat dit woonconcept uit van de individuele wensen en behoeften van de bewoner; van persoonsgericht in plaats van taakgericht denken van de zorgbegeleider. Het blijkt dan ook dat een beperkte groepsgrootte weliswaar een belangrijke voorwaarde is voor kleinschalig groepswonen, maar dat het verlenen van persoonsgerichte zorg essentieel en hét kenmerk van kleinschalig groepswonen is. Deze nieuwsbrief Wonen met Zorg gaat in op de uitgangspunten van groepswonen voor dementerenden, de wijze van zorgverlening en de financieringsvorm. Daarnaast gaan we op bezoek bij twee verschillende typen kleinschalig groepswonenprojecten in Gelderland. Het Weidepad van Sensire in Doetinchem, gerealiseerd in februari 2005, ligt tegen het verpleeghuis Den Ooijman aan. Daarentegen ligt De Melkweg in Wageningen midden in een woonwijk. Hoe zijn beide initiatieven ontstaan en waarom zijn bepaalde keuzes gemaakt. In de rubriek Bewoner aan het woord vertelt mevrouw Wulf haar ervaringen over het wonen in De Melkweg te Wageningen.
●
Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie Als thuis wonen niet meer mogelijk is en wonen in een verpleeghuis niet gewenst, dan is een kleinschalig groepswonenproject een alternatief voor dementerende ouderen. In een dergelijk project gaat het er aan toe zoals in een gewoon huis. Het leven volgt zoveel mogelijk zijn normale loop. De belangrijkste uitgangspunten van kleinschalig wonen zijn geborgenheid, veiligheid, vertrouwdheid, rust en privacy. De bewoners kiezen en doen zoveel mogelijk zelf, waar nodig met ondersteuning. In Gelderland zijn dertien van dit soort initiatieven bekend. Zes projecten zijn inmiddels gerealiseerd: in Wageningen, Westervoort, Eefde, Nijkerk, Doetinchem en Hulshorst. Hoewel het merendeel van de bouwaanvragen nog steeds voor traditionele verpleeghuisvoorzieningen is, blijkt kleinschalig wonen voor dementerende ouderen duidelijk in de lift te zitten.
Twee typen projecten De eerste kleinschalige groepswoningen waren voornamelijk in de wijk gesitueerd. De Melkweg in Wageningen is hier een goed voorbeeld van. De gedachte hierachter is het bevorderen van maatschappelijke integratie (normalisering) en deïnstitutionalisering van de zorg. Zo zou gebruik van wijkvoorzieningen (winkels, buurthuis) en de eerstelijnsvoorzieningen in de wijk (huisarts, fysiotherapeut) worden vergemakkelijkt. Kleinschaligewonenprojecten kunnen ook ontstaan uit het ombouwen van (een deel van de) verpleeghuisplaatsen naar kleinschalige woongroepen, omdat bestaande voorzieningen niet meer voldoen aan de huidige maatstaven. Zorgaanbieder Sensire realiseerde onlangs zo’n groepswonenproject in Doetinchem (Het Weidepad). Hier wordt het traditionele verpleeghuiszorg fasegewijs omgezet naar kleinschalig wonen.
Veiligheid en geborgenheid Mensen met dementie zijn kwetsbaar. Ze raken de grip op de omgeving kwijt en hebben daarom behoefte aan geborgenheid, veiligheid en huiselijkheid. Thuis is het veilig. Kleinschalig groepswonen biedt de vertrouwde thuissfeer en het zo veel mogelijk voortzetten van het eigen leven: zelf koken, opstaan
2
wanneer je wilt en doen wat je wilt. De mantelzorger, partner of familie, is op een vanzelfsprekende manier bij het leven van de bewoner betrokken. De meningen over de gewenste groepsgrootte lopen uiteen. Maar om een gewoon en herkenbaar huishouden te kunnen voeren en persoonlijke zorg en continuïteit te bieden, wordt gepleit voor een beperkte groepsgrootte. Met zes mensen kun je rond de tafel zitten, kun je met een gewone keukenuitrusting koken en is het koken te overzien. Bij een grotere groep gaat het toe naar instellingskoken. Soms kiest men om redenen van exploitatie voor een iets grotere groepsgrootte, meestal zeven, zelden acht. Volgens Erik Krijger van het NIZW heeft een grote groep nadelen omdat dit eerder een instellingssfeer geeft.
In kleinschaligwonenprojecten gaat het om een ander type zorg: persoonsgericht en kleinschalig. De bewoners zijn geen patiënten, maar bewoners. Dat vraagt om andere vaardigheden van de verzorgenden. Medewerkers hebben meer eigen verantwoordelijkheid en moeten niet taakgericht, maar persoonsgericht denken. Zij moeten leren bewoners te stimuleren zelf iets te doen in plaats van dat voor hen te doen. Zij hebben hier bepaalde vaardigheden, motivatie en attitude bij nodig. Dit vraagt nadrukkelijk om een cultuuromslag. Voor de traditionele zorgsector is de omslag naar nieuwe concepten lastig te maken. Belangen zijn in het geding en hardnekkige gewoonten zijn moeilijk te veranderen. Ook gelden moeten op een andere manier gestroomlijnd worden, van de indi-
Kleinschalig wonen draait om meer dan de groepsgrootte. Het NIZW komt tot de volgende karakteristieken van kleinschalige woonprojecten voor dementerenden: • Er is een vast team medewerkers, waardoor medewerkers en bewoners elkaar goed kennen. • Bewoners koken zoveel mogelijk zelf. • Bewoners kunnen opstaan, naar het toilet gaan en naar bed gaan wanneer ze zelf willen. • Bewoners mogen er blijven wonen tot aan hun dood (een aantal kleinschaligwonenprojecten voldoen niet aan dit criterium). • De bewoners richten zelf de woning (grotendeels) in. • Bewoners, familie en het team bepalen samen de dagelijkse gang van zaken. • Het personeel loopt niet in uniform. • Er ligt een visie aan ten grondslag die uitgaat van de behoeften van mensen met dementie. • De zorg is georganiseerd zoals in een ‘normaal’ huishouden. • Het team is in staat om een huiselijke sfeer te creëren.
GSOH Wonen met Zorg, nummer 1, april 2005
recte ondersteunende diensten (bijvoorbeeld instandhouden van de centrale keuken) naar de directe zorg.
Geen blauwdruk Voor de ideale oppervlakte van een appartement in een groepswonenproject voor dementerende ouderen bestaat geen blauwdruk. Per project verschilt de kamergrootte van 15 tot 20 vierkante meters voor een kleine kamer tot een ‘volwaardig’ appartement van 40 tot 45 vierkante meters. Belangrijk voor de woonkwaliteit is dat de bewoners voldoende privacy hebben, een eigen zit/slaapkamer met eigen spulletjes, waardoor een individuele benadering mogelijk is en een gezamenlijke huiskamer. In de praktijk blijkt dat bewoners veel gebruik maken van de gezamenlijke huiskamer. Daar is het gezelliger om de andere bewoners te ontmoeten. De bouwer dient in het programma van eisen rekening te houden met de Arbowetgeving die ruimtelijke eisen stelt omtrent het leveren van de zorg. Deze kunnen op gespannen voet staan met de huiselijke sfeer van het project. Hoog-laag bedden geven bijvoorbeeld een ziekenhuissfeertje aan een kamer, maar zijn wel noodzakelijk voor het leveren van goede zorg, nu en in de toekomst. Vaak zijn woningcorporaties voor het bouwen van kleinschalige woonprojecten de aangewezen partner. Een belangrijke overweging voor de woningcorporatie bij het bepalen van de woninggrootte is de toekomstige verhuurbaarheid van het woonproject. Door flexibiliteit en terugbouwbaarheid (eventueel voor een andere doelgroep) op te nemen in het programma van eisen, zorgt de corporatie voor een goede verhuurbaarheid van het pand in de toekomst.
Financiering De initiatiefnemer moet kiezen tussen twee financieringsvormen: scheiden van wonen en zorg of financiering binnen de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi), voorheen WZV. De voor- en nadelen van beiden zijn op een inzichtelijke wijze samengevat in het artikel ‘Wet ziekenhuisvoorzieningen of scheiden wonen en zorg’ (H. Nouws, 2003). De keuze voor een bepaalde vorm is afhankelijk van de visie op kleinscha-
lig wonen, de samenwerkende partijen en de financiële situatie. Wanneer de visie zich kenmerkt door genormaliseerd wonen, wordt vaak gekozen voor de regeling scheiden van wonen en zorg. In dit model wordt gebouwd volgens het bouwbesluit en betaalt de AWBZ alleen de zorg. De bouwer, veelal de woningcorporatie, bepaalt zelf de grootte van het appartement. Om een hogere woonkwaliteit te realiseren, kan de corporatie de extra financiering voor eigen rekening nemen. De cliënt of mantelzorger betaalt zelf de kosten van de huisvesting (de huur) en regelt de huishouding. Voorwaarde voor een werkbare situatie is een actieve en ondersteunende mantelzorg. Bewoners van deze projecten zijn vaak aangewezen op een kale AOWuitkering zonder aanvullend pensioen. Met scheiden van wonen en zorg kan de betaalbaarheid van het wonen en de zorg (de huishouding) voor deze groep een probleem zijn. Om die kosten betaalbaar te houden, moet een beroep worden gedaan op diverse subsidies en regelingen. Denk aan huursubsidie, Wet Voorzieningen Gehandicapten, AWBZ voor zorginfrastructuur, ziekenfonds voor ziektekosten en bijzondere bijstand voor inrichtingskosten. Het grote voordeel van financiering binnen de Wet Toelating Zorginstellingen is dat alles binnen één regime geregeld kan worden. Het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) bepaalt de kwaliteitseisen ten aanzien van het minimale bouwoppervlakte. Voor de bewoners betekent dit dat de kosten van het wonen, de zorg en de huishouding betaald worden uit de AWBZ en dat zij het geheel kunnen overlaten aan een professionele instelling. De bewoner betaalt een inkomensafhankelijke bijdrage. Dit model is, afgezet tegen de visie dat kleinschalig wonen zoveel mogelijk de thuissituatie moet benaderen, een afwijking van het normale.
Samenwerking maakt sterk Voordeel van samenwerking met andere zorgaanbieders en het delen van voorzieningen is een meer rendabele exploitatie. Dit geldt vooral voor de exploitatie van de nachtdienst. De kwetsbaarheid van een
GSOH Wonen met Zorg, nummer 1, april 2005
zorgteam kan ook worden verholpen. Door het clusteren van meerdere woongroepen voor dementerende ouderen, door met andere doelgroepen samen te werken in één project of met andere zorgaanbieders binnen de wijk samen te werken is het kleinschaligwonen financieel haalbaar. Bijvoorbeeld samenwerken met stichting Fokus of in combinatie met een woonzorgcomplex, want ook daar is vaak iemand ’s nachts ‘standby’.
Keuzevrijheid is uitgangspunt Voor veel verpleeghuizen is er weinig reden om hun zorgconcepten anders te ontwikkelen of te vernieuwen. De vraag komt veelal niet van de cliënten zelf. Sommige zorgaanbieders zijn daarentegen wel vernieuwend. Belangrijk speerpunt van hun beleid is klantgericht werken en het bieden van keuzevrijheid. Ook een woningcorporatie kan voor de nodige vernieuw- ende impuls zorgen in het kader van activiteiten op het gebied van zorg en welzijn. Mensen willen kiezen waar ze wonen. Sommige ouderen willen zo lang mogelijk thuis of in een appartement van het woonzorgcomplex wonen. Anderen wonen graag in een kleinschaliggroepswonenproject óf in het verpleeghuis. Om ouderen van nu - en zeker in de toekomst keuzemogelijkheden te bieden is een breder aanbod van diverse woonconcepten, waaronder kleinschalig wonen, een must.
Aanbevolen literatuur ‘Kleinschalig wonen voor dementerenden, een waaier aan ervaringen’, IWZ, 2000 ‘Wet ziekenhuisvoorzieningen of scheiden wonen en zorg’, H. Nouws, 2003 ‘Functioneel programma van eisen voor kleinschalig wonen voor dementerenden; aanzet tot een standaard’, van der Leeuw, 2004 Handleiding kleinschalig wonen voor mensen met dementie, inhoudelijke en praktische adviezen, E.Krijger, IWZ en Amstelring, 2004 Stappenplan voor het realiseren van kleinschalig groepswonen voor mensen met dementie, E.K. Hoekstra, IWZ en Amstelring, 2004 Video Thuis, over de kleinschalige woonvorm voor dementerenden SIMNIA te Domburg, www.iwz.nl De internetsites www.kenniscentrumwonenzorg.nl, www.nizw.nl, www.iwz.nl.
● 3
Sensire pilot Het Weidepad
ners te stimuleren iets zelf te doen in plaats van dat het voor hen gedaan wordt. Minder zorg dus. Niet meer denken in termen van efficiënte werkpatronen, maar denken in wat de bewoner wil. Westen geeft aan dat het voor haar als leidinggevende betekent dat het coachen, faciliteren van medewerkers en het structureel bespreken van de visie en de oorspronkelijke uitgangspunten van kleinschalig wonen noodzakelijk blijft.
Zorgaanbieder Sensire heeft een nieuw paviljoen met vier groepswoningen van ieder tien bewoners aan haar verpleeghuis Den Ooijman in Doetinchem gebouwd. Nathalie Westen, zorgmanager van het nieuwe paviljoen Het Weidepad, vertelt met trots hoe deze pilot kleinschalig wonen is ontstaan en welke discussies en overwegingen er aan vooraf gingen.
Binnenstraat 'Het Weidepad'
De zorgaanbieder biedt met Het Weidepad bewoners de mogelijkheid om zich thuis te voelen in veelal hun laatste huis. Belangrijke begrippen daarbij zijn een huiselijke sfeer, privacy en veiligheid. Bewoners worden ondanks hun beperkingen en afhankelijkheid van de zorg, gestimuleerd om zo veel mogelijk zelf te doen. Westen: “We prikkelen de bewoners en nodigen hen uit om iets te doen met elkaar. Gezamenlijk eten, opruimen, afwassen en de krant lezen.”
Amsterdamse paaltjes Bij binnenkomst in het paviljoen komen we terecht op het dorpsplein, compleet met wegwijsbordjes, een kinderspeelhoek, winkeltje, Amsterdamse paaltjes en een Engelse telefooncel. Vanaf het plein loopt de binnenstraat ‘Het Weidepad’. Hier komen de vier groepswoningen op uit. De bewoners hebben ieder een eigen kamer, die ze zelf inrichten. De badkamer wordt gedeeld door twee bewoners. Een aantal kamers is groter, zodat twee bewoners er samen kunnen wonen, bijvoorbeeld een echtpaar. In het Weidepad kunnen de bewoners blijven wonen tot hun dood. De tien bewoners van de woongroep zijn geselecteerd aan de hand van hoe de bewoners met elkaar omgingen in het oude verpleeghuis. Bewoners waar het mee klikt en die naar elkaar toe trokken, wonen nu samen.
4
Keuzemogelijkheden Sensire wil diverse woontypen aanbieden aan haar (potentiële) cliënten. Het Weidepad is de eerste kleinschalige woonvorm. De zorgaanbieder wil het kleinschalig wonen faseringsgewijs invoeren. Koploper zijn, heeft zijn nadelen. Nathalie Westen vertelt dat zij samen met haar team alles zelf moesten ontwikkelen en ontdekken. “We zijn op werkbezoeken geweest bij verschillende instellingen die al werken vanuit de visie van kleinschaligheid en ‘gewoon wonen’ voor mensen met een psychogeriatrische (PG) problematiek. De rest van de organisatie is niet ingericht op kleinschalige zorg. Dat maakt het soms moeilijk om dit te kunnen leveren. Kleinschalig wonen heeft namelijk ook effect op de rest van de organisatie. Neem bijvoorbeeld aanpalende diensten, zoals de kok, het restaurant en de wasserij. Kleinschalig wonen kan een bedreiging zijn voor hen, omdat veel van deze activiteiten nu in het groepswonen zelf worden gedaan en niet centraal worden afgenomen. Daarom moet het management van de organisatie volledig achter dit woonconcept staan. Anders blijven er cultuurverschillen ontstaan tussen de traditionele afdelingen en de zorgverleners van kleinschalig wonen.” Cultuurverandering is wellicht de grootste verandering binnen de organisatie. Medewerkers moeten van taakgericht naar persoonsgericht denken. Ze moeten leren bewo-
Sensire heeft bewust gekozen om het paviljoen naast het verpleeghuis te bouwen. Het verpleeghuis biedt bescherming en veiligheid, er is altijd extra hulp en er zijn specialisten aanwezig. Efficiency heeft een belangrijke rol gespeeld bij de keuze van de locatie. Westen: “Omdat we naast het verpleeghuis zitten, zijn we ons bewust van de valkuil om weer intramuraal te denken. Vooral ook omdat wij de eerste en nog enige kleinschalige woonvorm van Sensire zijn. Vooral de kleinschalige zorg bij deze woonvorm vraagt continu om aandacht.”
De toekomst Het volgende project van Sensire is De Rauwe Weijde in Dichteren, een samenwerkingsproject met Sité Woondiensten. Discussies over de verschillende programma’s van bouwkundige eisen zijn goed verlopen. Sité heeft minder strakke normen dan de zorgaanbieder. Wel stelt Sité extra eisen aan woningoppervlakte. Dit heeft te maken met de mogelijkheid van ombouw van de woning voor een andere doelgroep of als zelfstandig appartement. Sensire stelt meer eisen aan de bouwmaterialen. Die worden intensief gebruikt en moeten daarom tegen een stootje kunnen. De Rauwe Weijde is midden in de wijk gepland. In de bouw speelt de betrokkenheid van de buurt een grote rol. Via de wijkcoördinator wordt structureel teruggekoppeld met organisaties in de wijk: school, kinderdagverblijf, naschoolse opvang, welzijnsinstelling. “We willen zo veel mogelijk voorzieningen met buurtorganisaties samen doen. Bijvoorbeeld het beheer van de kinderboerderij en onderhoud van de moestuin”, aldus Westen.
●
GSOH Wonen met Zorg, nummer 1, april 2005
De Melkweg De Melkweg in Wageningen is een kleinschalig woonproject met 24-uurszorg voor dementerende ouderen. Het zit tussen zelfstandig wonen en verpleeghuiszorg in. Ine Driesprong, locatiemanager van de Melkweg en Hans van Es, tijdens de realisering projectleider namens woningcorporatie de Woningstichting te Wageningen, leggen uit hoe de Melkweg is ontstaan en nu functioneert. De Melkweg, geopend in 2002, is een initiatief van verpleeghuis de Pauwenhof, Kruiswerk West-Veluwe, SMD voor Thuiszorg, Stichting Welzijn Ouderen en de Woningstichting. Van Es: “Het was wel een hele klus om op één lijn te komen met zoveel partijen.” Het project bestaat uit drie woningen voor elk zes bewoners. De bewoners hebben een eigen kamer van 18 m2. De gemeenschappelijke woonkamer meet circa 45 m2. Per huis zijn twee badkamers. Ook is er voor de drie huizen een gezamenlijke recreatieruimte. Daarnaast zijn er vier logeerkamers waar ouderen tijdelijk terechtkunnen, bijvoorbeeld ter ontlasting van de mantelzorg of als pre-opname om te kijken of iemand geschikt is om in een van de groepen te gaan wonen. De logiesfunctie wordt minder gebruikt dan van te voren verwacht. Het blijkt toch vaak een te grote belasting voor de doelgroep om tijdelijk uit de vertrouwde omgeving weg te zijn.
Meer dan pillen De Melkweg oogt huiselijk; een bewoner schilt de aardappels voor het avondeten, het hondje van een van de bewoners stiefelt door de gezamenlijke huiskamer. Op de achtergrond het geluid van een
Bewoners van de Melkweg
draaiende wasmachine. “Die huiselijke sfeer is ook echt onze bedoeling”, vertelt Ine Driesprong. “Een mens is meer dan pillen en wonden. Wij kijken hier niet alleen door een medische bril, maar letten ook op wat onze bewoners los van de pillen nodig hebben. Dat blijkt vooral veiligheid te zijn. Vaak krijgt een dementerende wanneer hij onrustig wordt een pilletje, maar onrust los je zo niet op. Wij geven een bewoner wat extra aandacht om de oorzaak van de onrust op te sporen.”
Woonwijk De Melkweg ligt midden in een woonwijk. Driesprong en Van Es vertellen dat dit een bewuste keus is geweest. “We willen dat de woonsituatie zo veel mogelijk lijkt op die van zelfstandig wonende ouderen. Bewoners worden ook zo veel mogelijk betrokken bij dagelijkse activiteiten, zoals koken en boodschappen doen. De recreatieruimte kan door buurtbewoners gebruikt worden, maar in praktijk gebeurt dit weinig. Er oefent elke donderdagavond een koor uit de buurt, maar er is verder geen inloop. Wel hebben we aan activiteiten, die we in het begin voor de buurt organiseerden, een aantal vrijwilligers overgehouden die nu het tuinonderhoud doen. De buurman houdt in de gaten of de containers en het oud papier wel op tijd aan de weg staan en we krijgen een signaal als er een bewoner loopt te dwalen. We hadden gehoopt dat de buurt het project echt zou adopteren, maar dat blijkt achteraf te hoog gegrepen. Ons primaire doel is dat onze bewoners tevreden zijn, integratie in de wijk komt op de tweede plaats.”
Balans “Van tevoren hadden we de filosofie dat we het dementeringsproces zouden kunnen stoppen door bewoners veel te activeren. Inmiddels zijn we GSOH Wonen met Zorg, nummer 1, april 2005
erachter dat je de snelheid van achteruitgang hoogstens kunt remmen. Het is een hele kunst om een balans te vinden tussen voldoende rust en voldoende mogelijkheden voor activering. Wanneer je veel activiteiten aanbiedt, kunnen mensen ook overprikkeld raken. Als ze rustig in hun stoel zitten, betekent dit niet automatisch dat ze zich vervelen. We merken dat bewoners vooral genieten van contact met kinderen en dieren.”
Wonen en zorg Bewoners krijgen een zorgpakket op maat en sluiten hiervoor een zorgovereenkomst af met de zorgstichting. Deze bestaat uit Kruiswerk West-Veluwe, SMD voor Thuiszorg en verpleeghuis de Pauwenhof. Voor het wonen, sluiten ze een huurovereenkomst af met de Woningstichting. Het is mogelijk om huursubsidie te krijgen. De huur- en zorgovereenkomst zijn onlosmakelijk verbonden, zodat de Woningstichting de huur op kan zeggen wanneer een bewoner niet meer in de Melkweg kan blijven wonen.
Multifunctioneel centrum Driesprong en van Es verwachten dat de Melkweg zich ontwikkelt tot een multifunctioneel centrum. Een steunpunt van de thuiszorg, dagopvang voor dementerende ouderen en peuterspeelzaal behoren tot de mogelijkheden. Ook dan weer is het zaak goed te letten op het welzijn van de bewoners; te veel inloop verstoort de rust van de bewoners. “We zouden heel graag nog een dergelijk initiatief realiseren in de stad, vertelt Hans van Es, we krijgen veel aanvragen en hebben de know-how. Het is voor ons een onrendabele activiteit, maar het past helemaal in onze missie en bij onze primaire taak als woningcorporatie.”
●
5
Maria Wulff in de Melkweg te Wageningen “Wat echt opvalt aan deze woongroep is de sfeer. Die is heel apart, heel vredig.” Sinds zo’n acht maanden woon ik hier in de Melkweg in Wageningen. Ik ben afkomstig uit Elst, in de provincie Utrecht. Daar woonde ik alleen in een groot huis met veel spullen. Nadat ik zo’n drie jaar geleden een herseninfarct heb gehad, werd het alleen wonen steeds moeilijker. Ik voelde me alsmaar eenzamer worden en niet prettig meer, alleen in dat grote huis. Gelukkig kwam mijn dochter de Melkweg op het spoor, een kleinschalig woonproject voor dementerende ouderen. Samen met mijn dochter ben ik twee keer gaan kijken en vervolgens ben ik hier komen wonen, de eerste twee maanden op proef. Ik voel me hier echt thuis. Er heerst zo’n prettige sfeer. Veel spullen heb ik niet mee kunnen nemen. Ik heb een selectie moeten maken uit mijn boeken en beelden. En omdat veel meubels van mij erg groot waren, heb ik nieuwe spulletjes gekocht.
Eensgezindheid De Melkweg bestaat uit drie woningen, elk voor zes bewoners. Gezamenlijk hebben we een tuin en een grote recreatieruimte. In het huis waar ik woon, wonen zes dames. Ik ben, met mijn 73 jaar, de jongste; de
oudste is al in de negentig. We hebben allemaal een eigen zit/slaapkamer, met drie bewoners delen we een ruime badkamer met toilet en er is nog een gezamenlijke huiskamer met open keuken. Daar zitten we vaak, we eten altijd samen en als we bezoek krijgen, ontvangen we die ook meestal in de gezamenlijke woonkamer. Het is er gezellig, we doen spelletjes, lezen en kijken soms tv. Er is veel eensgezindheid in de dingen die we doen. We amuseren ons daar eigenlijk altijd wel. In de recreatieruimte worden verschillende activiteiten voor de drie huizen samen georganiseerd. Ik ga altijd naar de zangochtend en de gymnastiek. Verder wandel ik nog weleens een stukje. Maar niet te ver bij het huis vandaan. Ik herken de omgeving vaak niet. Dat werkt heel beangstigend. Ik raak heel snel de weg kwijt. Terwijl ik vroeger toch altijd veel gereisd heb.
Sfeer
We hebben veel vrijheid hier. Je kunt volledig je eigen gang gaan. Je gaat naar bed als je wilt en bepaalt zelf wanneer je opstaat. Er zijn geen vaste tijden voor ontbijt. Bezoek kan de hele dag binnenlopen. Mijn dochter uit Veenendaal komt ook regelmatig op visite.
Bewoners De helft van de huidige bewoners zit er sinds het begin (2002). De gemiddelde leeftijd ligt rond de 85 en het merendeel is vrouw. Bewoners van de Melkweg komen uit het hele land. Het is wel van belang dat er familie in de buurt woont, want voor begeleiding van bezoekjes aan bijvoorbeeld ziekenhuis, opticien, tandarts moet de bewoner terugvallen op familie.
Wachtlijst Er is een kleine wachtlijst voor de Melkweg. Het feit dat bewoners er niet gegarandeerd tot aan hun dood kunnen blijven wonen, blijkt een obstakel. Wanneer de gezondheid van een bewoner dusdanig verslechtert dat hij of zij niet meer binnen de Melkweg functioneert, volgt een overplaatsing. Voor in- en uitstroom zijn duidelijke criteria geformuleerd. ‘’We hebben ook wel eens een tijdje leegstand gehad, omdat een juiste mix van bewoners voor ons heel belangrijk is”, aldus locatiemanager Ine Driesprong.
6
Met de buurt rondom De Melkweg heb ik nauwelijks contact. Waarschijnlijk dat dit wel wat meer op gang komt als het beter weer wordt en iedereen wat meer naar buiten gaat.
Wat echt opvalt aan deze woongroep is de sfeer. Die is heel apart, heel vredig. Het is heel bijzonder dat er eigenlijk nooit ruzie is onderling, zelfs geen stemverheffing. Iedereen heeft veel respect voor elkaar. Er is nooit narigheid. Volgens mij is dat heel uniek voor een groep. Met z’n allen vormen we een soort gezin. Er zijn overdag steeds twee begeleiders aanwezig. ’s Nachts draait één persoon dienst voor de drie huizen samen. De begeleiding zorgt in principe overal voor. We krijgen de verzorging die we nodig hebben. Er wordt voor ons gekookt, schoongemaakt en de was gedaan. Als een bewoner wil helpen, bijvoorbeeld met eten koken, dan is dat prima, maar het is niet verplicht. Sommigen vinden het leuk om te koken en die helpen dan ook mee. Maar als je niet wilt, dan is dat ook goed. Alles mag, niets moet. Ik ben dan ook heel blij dat ik hier woon.
●
GSOH Wonen met Zorg, nummer 1, april 2005
Actualiteiten Groepswonen van ouderen De provincie Gelderland heeft een nieuwe brochure ‘Zelfbeheer en nabuurschap‘ uitgebracht. De brochure gaat over woongroepen van ouderen in Gelderland. Zes projecten staan beschreven waarin betrokken ouderen, gemeenten, woningcorporaties en provincie hun visie geven op het groepswonen. Ook staan tien tips voor een succesvolle realisatie van groepswonenprojecten. De brochure is onderdeel van een serie uitgaven van het programma Ontgroening en Vergrijzing. De brochure is te bestellen bij: Programmasecretariaat Ontgroening en Vergrijzing, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem.
Quick Scan Domotica De provincie biedt Gelderse woningbouwcorporaties, zorginstellingen en gemeenten de mogelijkheid een domotica-advies (quick scan) aan te vragen. Domotica is een verzamelbegrip voor technische voorzieningen in en om de woning die mensen in staat stellen (langer) zelfstandig te blijven wonen. De scan dient als instrument bij beleidsvorming of concrete projecten rond domotica. De provincie draagt de helft van de kosten (maximaal 4000 euro) bij, voor twintig Quick Scans Domotica per jaar. De quick scan inventariseert per doelgroep mogelijke domoticaoplossingen. Meer informatie en aanvraagformulier via Programmasecretariaat Ontgroening en Vergrijzing, telefoon (026) 359 9312, e-mail
[email protected].
Zorgkantoor Arnhem stemt woon/zorgbehoefte af Het Menzis Zorgkantoor Arnhem gaat zich samen met de gemeenten Wageningen, Ede, Scherpenzeel en Barneveld meer richten op de toekomstige woon- en zorgbehoefte van ouderen in die gemeenten. Hiertoe hebben het zorgkantoor en
de vier betrokken gemeenten op 21 februari een intentieverklaring getekend. Het doel is om beleid en bouwplannen voor ouderenhuisvesting de komende tien jaren beter te laten aansluiten op de behoeften van de ouderen zelf.
Sociale Checklist online De sociale checklist, ontwikkelt door de provincie Gelderland in samenwerking met Spectrum, helpt te beoordelen hoeveel sociale voorzieningen er in een wijk, dorp, stad of regio nodig zijn. Er is informatie in opgenomen over de procedures die in de ruimtelijke ordening aan de orde zijn. Beleidsambtenaren kunnen de informatie en cijfers uit de checklist gebruiken, maar het is ook een bruikbaar instrument voor instellingen werkzaam op het sociale terrein en allerlei betrokken publieksgroepen, waaronder belangengroepen en bewonersgroepen. Ook voor planologen en professionals die in de ruimtelijke sector werkzaam zijn, is de checklist een praktisch instrument. U kunt informatie over de checklist vinden op www.socialechecklist.nl.
Samenwerking Vestia en Thomashuizen Woningcorporatie Vestia en de Stichting Thomashuizen Nederland gaan samenwerken. Vestia neemt het vastgoed van vier bestaande projecten over. Samen willen ze de komende jaren een landelijk netwerk van honderd Thomashuizen realiseren. De huizen zijn ontwikkeld voor mensen met een verstandelijke handicap. Het concept kan ook gebruikt worden voor huizen voor mensen met dementie of met psychiatrische problemen. Huizen voor mensen met dementie worden ontwikkeld onder de naam De Herbergier. De vier huizen waarvan Vestia het vastgoed overneemt, staan in Standaardbuiten, Lochem, Posterholt en Vaals. Het streven is jaarlijks minstens acht nieuwe projecten te realiseren. Vestia treedt dan op als ontwikkelende partij en verhuurder. De Stichting Thomashuizen bewaakt de formule, selecteert de ondernemers en draagt de projecten aan. De ondernemers zijn vervolgens zelf verantwoordelijk
GSOH Wonen met Zorg, nummer 1, april 2005
voor de selectie van de bewoners en de exploitatie.
Opplussen van eengezinswoningen Op aandringen van Aedes, Arcares, LVT en MOgroep gaan de ministeries van VROM en VWS na hoeveel eengezinswoningen voor ouderen worden verbeterd (Opgeplust). Tot 2009 zijn 255.000 woningen extra nodig voor ouderen en mensen met een handicap. Tot 2015 zouden zelfs 395.000 extra woningen beschikbaar moeten komen door nieuwbouw, verbouw en woningverbetering. Tot nu is uitgegaan van het opplussen van meergezinswoningen en seniorenwoningen. Aedes, Arcares, LVT en MOgroep wijzen erop dat de meeste ouderen nu in een eengezinswoning wonen en daar ook de voorkeur aan geven. In grote delen van het land is nauwelijks hoogbouw aanwezig, slechts 30 procent van de woningvoorraad bestaat uit flatwoningen, en meer wil men er niet van hebben. Juist daarom is het van belang om de mogelijkheden van het opplussen van eengezinswoningen te onderzoeken.
Project!mpulse Het Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen-Zorg organiseert in april 2005 weer vier Project!mpulsbijenkomsten verspreid over het land. Dat gebeurt in opdracht van de brancheorganisaties Aedes, Arcares, LVT en MOgroep. In 2004 trokken de bijeenkomsten ruim 1.100 deelnemers. Per dag worden in de ochtend vier sessies gehouden met state-of-the-art inleidingen rond vier thema’s, die ieder een keer worden herhaald. ’s Middags worden per keer vijf workshops gehouden, waarin dieper op de behandelde onderwerpen wordt ingegaan. De middagworkshops zijn onder andere gewijd aan de samenhang van wonen, welzijn en zorg in de wijk, de effectieve samenwerking in woonzorgzones, zorg op afstand (telethuiszorg) en betere werkruimte in zorgwoningen. Meer informatie is te vinden op www.kenniscentrumwonenzorg.nl.
7
Druten krijgt verpleeghuiszorg Drutenenaren die verpleeghuiszorg nodig hebben, hoeven over twee jaar niet meer uit hun dorp weg. Zorggroep Maas en Waal, de stichting waar De Kasteelhof onder valt, heeft vergevorderde nieuwbouwplannen voor een afdeling verpleegzorg. In de nieuwe situatie komen veertig verzorgingsplaatsen en 36 verpleeghuisplaatsen. Bewoners krijgen een eigen kamer, die in zestallen gegroepeerd zijn rond een gezamenlijke huiskamer. Het zijn een soort woongroepen, bedoeld voor dementerenden die permanent toezicht nodig hebben.
Berkelland zet in op landelijk zorgproject De gemeente Berkelland heeft zich ingeschreven voor een landelijk zorgproject. Het nieuwe college zet in op de ouderenzorg en wil een proeftuingemeente worden. De nieuwe trend is zelfstandige woonruimte voor ouderen en zorg die naar de ouderen toekomt. In Neede wordt inmiddels al een paar jaar gewerkt aan de ontmanteling van de huidige werkwijze. Woonzorgcentrum Meijersveld wordt gesloopt en de ouderen krijgen zoveel mogelijk een eigen zelfstandige woonruimte in het dorp. Consequentie van dat plan is dat de zorg die de ouderen anders in het woonzorgcomplex ontvangen, in de nieuwe situatie meeverhuist naar de woningen van de ouderen. De zorgorganisatie zet daarom mobiele zorgteams in. Dit initiatief van de voormalige gemeente Neede, Thuiszorgorganisatie Sensire, zorg-
Colofon stichting Nijenborch en woonstichting ProWonen verdient navolging in Berkelland en via de inschrijving tot proeftuingemeente mogelijk in het hele land.
Wonen met Zorg Een uitgave van GSOH Gelders Steunpunt Wonen voor Ouderen Jaargang 6, nummer 1 april 2005
Dienstenabonnement in Renkum
Verschijnt vier maal per jaar. Oplage 1100 exemplaren
Stichting Mensen Vrij Leven (MVL) is de naam van een nieuwe stichting in de gemeente Renkum, die tot doel heeft ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Via een abonnement kunnen diensten worden afgenomen die variëren van alarmering, zorg en welzijn tot alles voor huis, tuin en dier. MVL is een initiatief van de Stichting Thuiszorg Midden Gelderland (STMG), Vilente Rijnoeverhoven (waaronder vijf verzorgingshuizen in Renkum vallen) en Vilente Thuiszorg (SMD). De stichting is gevestigd bij woningcorporatie Vivare, waarmee ook wordt samengewerkt. Abonnees hebben één aanspreekpunt voor informatie, hulpmiddelen en diensten. Belangrijk onderdeel is de alarmeringsdienst, die garandeert dat er binnen een kwartier na alarmering een professionele hulpverlener voor de deur staat. Vooralsnog beperkt de stichting zich tot inwoners van Renkum, Heelsum en Doorwerth. Daarnaast leent MVL in de vestiging bij Vivare in Renkum hulpmiddelen uit. MVL is een stichting en heeft dus geen winstoogmerk. Ze wordt voor de komende drie jaar gesubsidieerd door het Zorgkantoor van de AWBZ. MVL denkt over drie jaar minimaal vijftienhonderd abonnees te moeten hebben om door te kunnen gaan.
Redactie-adres: GSOH Postbus 8007 6880 CA Velp e-mail: redwonenmetzorg@ spectrum-gelderland.nl www.spectrum-gelderland.nl tel. (026) 384 63 16 Eindredactie: Paul van Dijk Redactie: Andrea Kuijpers Ellen Oomen Mieke Sanders Vormgeving: Gerard Wagemans, Velp Drukwerk: Drukkerij De Rijn, Velp Fotografie: Spectrum, tenzij anders vermeld GSOH is ondergebracht bij Spectrum, Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland © overnemen van artikelen alleen toegestaan na overleg met redactie.
Website Bezoek onze website www.gsoh.nl voor meer informatie
Slim bouwen
In het volgende nummer:
Een vorig jaar gerenoveerde woning aan het Hongarenburg in Den Haag had de primeur: de toiletlift. In één ruimte is een combinatie gemaakt van een toilet en lift. Dankzij deze toepassing kunnen bewoners van eengezinswoningen over een lift beschikken zonder dat dit extra ruimte in beslag neemt. Dit biedt perspectieven voor mensen die slecht ter been zijn. Initiatiefnemer van het project is woningcorporatie Vestia. De lift is voorzien van een klapstoel en heeft zodanige
8
afmetingen dat er een kleine rolstoel in kan. De toiletpot zelf is met een vermaler en pomp aangesloten op het riool. Bedenker van de toiletlift is architect Maarten van der Breggen uit Alphen aan de Rijn. In samenwerking met liftfabrikant KONE en Leune Installatietechniek is het idee verder uitgewerkt.
Foto: Vestia
Wereldprimeur, een toilet als lift
Zelfbouw, oftewel particulier opdrachtgeverschap. Hoe kunnen particulieren zelf invloed uitoefenen op de totstandkoming van hun eigen woning.
GSOH Wonen met Zorg, nummer 1, april 2005