W I E W E E T WA A RO M … WO E P S ! Werken met boeken in de klas Jeugdboekenweek
woord vooraf Omdat het straks weer Jeugdboekenweek is, hebben we een dikke inspiratiebundel voor u samengesteld. De bundel heeft als belangrijkste bedoeling u te helpen om uw leerlingen het plezier van lezen en boeken te laten ontdekken. En daarvoor werken we verder op de principes van de brochure Leesbevordering, hoe doe je dat? (ste en de druk in ). Die principes hebben we nu toegepast op het thema van Jeugdboekenweek : www.woeps.be. De www staat voor ‘wie weet waarom?’ Kennis, wetenschap en filosofie, daar hebben we het over. En de woeps… dat is de relativering: de nonsens, de grapjes, de uitschuivers van ons brein, de zuurstof in de grijze cellen. De redacties van de Jeugdboekenweekpublicaties werken op aansturen van Stichting Lezen. Die vereniging wil ervoor zorgen dat meer mensen vaker gaan lezen. Jeugdboekenweek is één van de acties om jonge mensen de weg te wijzen naar mooie boeken. Succesvolle leesbevordering is gestoeld op de volgende vuistregels: . Kinderen en volwassenen leven samen in dezelfde wereld. Als je wil dat kinderen lezen, moeten ze lezende volwassenen zien. Mooie aanmoedigende woorden van volwassenen zijn niet genoeg om kinderen aan het lezen te krijgen. En hoe vroeger kinderen zien dat volwassenen zich met boeken omgeven, hoe groter de kans dat ze ook nieuwsgierig worden naar het verhaal dat boeken te vertellen hebben. Het mooiste dat er kan gebeuren, vinden wij, is dat kinderen en volwassenen met elkaar praten over wat ze lezen. . Wij willen mensen tot lezen verleiden. Verleiden doe je met het beste dat je in huis hebt. Laten we dus op elk moment kiezen voor kwaliteit in tekst, vormgeving en beeld. Onze samenleving is zeer gericht op het visuele: kleur, beeld en vorm spreken aan, nog voor je één letter gelezen hebt. Als ons aanbod van boeken en teksten er aantrekkelijk uitziet, hebben we alweer een troef méér in handen.
. Je moet kinderen niet geven wat ze vragen. Je moet ze méér geven. Als je mensen wilt bereiken, is het verstandig in te spelen op wat ze interesseert. Deze regel kent iedere leraar. Maar die eigen belangstelling is een vertrekpunt, geen einddoel. Kinderen, mensen alleen maar nóg eens geven wat ze toch al kennen, houdt ze dom en arm. En dat kan nooit zijn waar het ons om te doen is. . Samen kun je meer. Samenwerking is lang niet altijd de makkelijkste weg, maar meestal wel de meest efficiënte. Als het onderwijs kan samenwerken met de bibliotheek en er thuis bij de kinderen ook tijd en plaats is voor lezen, dan zijn we al heel ver. Maar zo’n situatie krijg je zelden cadeau.Waar die samenwerking lukt, hebben mensen zich meestal lang en volhardend ingezet om al die partners te informeren en te motiveren. Maar als dat lukt, is het succes verzekerd. . Lezen is voor iedereen. Bibliotheken zijn gratis en meestal kunnen scholen goede afspraken met ze maken om boeken te lenen voor de klas. Met wat vindingrijkheid kun je nog op
andere manieren overal in de omgeving van kinderen teksten tot leven laten komen. Kopieer een mooi gedicht of een sterke tekst op een kaartje voor een kind dat jarig is of ziek, of gewoon een steuntje nodig heeft. Schrijf een grappige of een ontroerende zin uit een boek op het bord. Moedig ouders aan om boeken cadeau te doen aan de klas. En lees voor, lees voor, lees voor! Vertel ons van uw zorgen en uw successen. Geslaagde projecten krijgen een plaatsje op onze site. Op die manier inspireert u uw collega’s.Want mensen leren van elkaar en vooral van diegenen door wie ze zich begrepen voelen en die ze respecteren. Ook dat is een vuistregel. Majo de Saedeleer
Inhoud Woord vooraf
Wie weet waarom… Woeps! Over het thema Onnozelheid als wapen
Als de redders van de wetenschap
De schijnbare lichtheid van het absurde
Iedereen naar school
Wantrouw wetenschap!
Ongelooflijke binnenkant
Lestips voor kleuters Letters voor jonge denkers
Lestips Makkelijk Lezen (- jaar) Een hoofd vol
Lestips ste leerjaar / groep Kopzorg en trappenvernuft
Lestips de en de leerjaar / groepen en Alles wat je zegt, ben ik zelf
Lestips de en de leerjaar / groepen en Er nog zijn, daar gaat het om
Lestips de leerjaar / groep Tussen jou, mij en mezelf Lestips ste en de middelbaar / brugklas (eerste) en tweede klas
Wie weet waarom… Woeps! Over het thema
Onnozelheid als wapen Bibi Dumon Tak Het begon acht jaar geleden met een klein stukje. Een
plete onwetendheid is mijn wapen. Ik ben het
klein stukje voor een kinderkrant. Of ik iets wilde schrij-
onbeschreven blad aan wie de mensen graag vertellen.
ven over Paul van Ostaijen. Dat moest toch lukken? Ik had er immers voor gestudeerd. Niet voor het schrijven
Na dat ene interview volgden er nog vele. Ik ging langs
voor kinderen, maar wel voor poëzie. En de poëzie van
bij vijfentwintig illustratoren uit België en Nederland.
Van Ostaijen kende ik goed.
Gerda Dendooven, Carll Cneut, Kristien Aertssen, Ingrid
Het bleek een heel karwei.Telkens greep ik naar een
Godon, Thé Tjong-Khing, ze kwamen allemaal aan de
nieuw vel papier. De prullenbak liep over. Het duurde en
beurt. Ik maakte altijd een lijstje met vragen, maar ik haalde
het duurde. Ik las en herlas. Hoe moest dat eigenlijk: schrij-
het zelden te voorschijn.Voordat ik hen bezocht bekeek ik
ven voor kinderen? Non-fictie nog wel? Het was of ik de
vluchtig hun illustraties. Na verloop van tijd schaamde ik
gedichten van Van Ostaijen opnieuw ontdekte. Ik had ze
mij niet meer voor mijn onwetendheid. Juist daardoor
net zo goed voor het eerst kunnen lezen. Alles wat ik tot
leken de geïnterviewden opener. Ze haalden hun mappen
dan toe wist deed niet ter zake. Om er voor kinderen over
met tekeningen boven en begonnen te vertellen. Ze deden
te kunnen schrijven moest ik ze van een andere kant
of ik een kind was. En precies dat had ik nodig voor de
benaderen.
stukjes die ik schreef.
Het stukje van vierhonderd woorden kostte me een week.
Intussen begon ik ook met artikelen voor volwassenen. En
Maar het was een goed stukje. Dat vond de redactie van
precies zoals ik bij de stukjes voor kinderen deed, stortte
het tijdschrift, dus ik werd opnieuw gevraagd. Het moest
ik me onbevangen op een onderwerp. Heel soms her-
iets zijn over uitgestorven dieren. Daar wist ik niets van.
schreef ik die artikelen voor kinderen om ze te publiceren
Maar dat maakte eigenlijk niet uit, dat had ik al ontdekt.
voor de kinderkrant. Maar dat was een hele opgaaf. Het
Dus zocht ik iets op over een vis van miljoen jaar
was net als met Van Ostaijen: je moest het hele onderwerp
oud. Die vis had al lang uitgestorven moeten zijn, maar
op een andere manier bekijken. Herschrijven had geen
opeens dook hij op in een vissersnet. De hele wereld in
zin. Opnieuw schrijven was het enige wat je kon doen.
rep en roer. Ik had er ooit iets over gelezen in een gedicht
Op een goede dag kreeg ik genoeg van al die korte stuk-
van Gerrit Achterberg. Dat was me bijgebleven.
jes. Ik wilde wel eens een boek schrijven, een non-fictie
Toen kwam de dag dat ik erop uit werd gestuurd. Ik moest
boek. Iedere keer dook ik weer voor een weekje in een
gaan interviewen. Iemand die kinderboeken illustreerde.
onderwerp om het daarna helemaal los te laten. Had ik
Wat wist ik daar nu vanaf? Hoe begon je een interview?
net plezier gekregen in de poolvos of in de geheimen van
Wat kon je een tekenaar allemaal vragen? Ik had nog
de diepzee en dan zat ik alweer aan het maximum aantal
nooit goed naar kinderillustraties gekeken. En trouwens, was
woorden. In een boek kon ik eindelijk eens mijn gang
zo’n gesprek wel interessant? Zouden kinderen dat echt alle-
gaan.Wat zou ik een rust krijgen. Eén onderwerp, en dat
maal willen lezen?
tot op de bodem helemaal uitspitten. Alleen… welk
Mijn eerste interview verliep heel aardig. Ik had netjes een
onderwerp?
lijstje met vragen gemaakt. Al gauw merkte ik dat die er
Ik kon alle kanten op. Dat ik voor kinderen wilde schrij-
niet zo toe deden. Het gesprek ging onverwacht een heel
ven stond vast. Ik wilde de dingen opnieuw bekijken. Had
andere kant op. Dus dat liet ik maar zo.Wat kon mij die
Van Ostaijen het daar ook niet over in zijn gedicht Marc
verf eigenlijk schelen? En zo kwam het dat ik van mijn
groet ’s morgens de dingen? Je moet als volwassene alles van je
onnozelheid mijn handelsmerk maakte. Ook nu nog
afleggen en je omgeving met een eerste blik gaan bekijken
komen mijn boeken op die manier tot stand. Mijn com-
zoals kinderen dat vanzelf al doen: dag stoel naast de tafel,
dag brood op de tafel, dag visserke-vis met de pijp. Zo
koe. Onderwijl probeer ik achteloos het verschil uit te
zou ik het gaan aanpakken. Ik zou een onderwerp kiezen
leggen tussen vleesvee en melkvee. Die informatie neemt
dat iedereen allang dacht te kennen, maar dat ik opnieuw
de lezer met zich mee zonder dat hij in de gaten heeft iets
introduceerde. Ik zou niet zoals het hoort netjes via de
te leren.
voordeur naar binnen gaan, maar op mijn gemak door de
Als ik zelf non-fictie lees, wil ik in het boek verdwijnen.
achterdeur.
Als ik het uit heb weet ik opeens alles van gladiatoren of
Het onderwerp dat zich uitstekend voor deze aanpak
dodo’s of ontdekkingsreizigers. Het onderwerp maakt me
leende was de koe. Ga naar de bibliotheek en bekijk de
niet zoveel uit. Als het maar goed geschreven is. Zodra ik
planken met dierenboeken. Geen koe te vinden.Wel paar-
frikkerige teksten lees begin ik te gruwelen. Net als de
den en katten en kasten vol honden. Zelfs tientallen
meeste kinderen. Als ik van die opgelegde non-fictie
boeken over goudvissen en ratten en ‘Hoe verzorg ik
onder ogen krijg scheld ik hardop. Mijn buren moeten
mijn cavia?’Waar bleef het nuttigste, het leukste, het meest
oordopjes in. Ik maak wilde gebaren met mijn armen.
gevarieerde beest op aarde? Het bestond niet, volgens de
Grijp lucht met mijn handen die ik samenpers boven mijn
bibliotheken en boekwinkels. Ik rook mijn kans. Onnozel
hoofd. Mijn hond springt op en verstopt zich in de bad-
als ik was, ik wist genoeg van de koe om zeker te weten
kamer. Arme kinderen, roep ik vertwijfeld tegen het ver-
dat ik er een heel boek mee zou kunnen vullen.
schrikte boek. Het liefst smeet ik het van mijn balkon drie
Niet alle uitgevers waren even enthousiast over dit onder-
verdiepingen naar beneden. Ik ben nogal hartstochtelijk in
werp. Nee, ze vonden het een onverkoopbaar project.
die dingen. Ik maak me boos om mensen die me met hun
Maar Querido begon net aan een informatieve serie
alwetendheid willen verpletteren.Verpletteren doe je met
boeken voor kinderen. De redacteur was een boerenzoon.
woorden, niet met kennis. Zo zit dat voor mij.
Hoera. Hij was minstens even opgetogen als ik. Aan de
Maar o wee als ik mijzelf betrap op betweterigheid. Ik
slag. Maar hoe? Onnozelheid is een prachtig wapen. Maar
hoop vurig dat er sirenes beginnen te loeien als er te veel
je moet het niet overdrijven.
geleerdheid op het papier terecht komt.Toch gebeurt dat. Soms ben ik zo blij dat ik iets heb ontdekt, dat ik mijn
Goede non-fictie is de waarheid in verhalen. Dat bedacht
toetsenbord voorbij schrijf. Ik ram er verstandige woorden
ik niet vooraf. Dat bedacht ik nadat Het koeienboek lang en
op en ben na verloop van tijd uiterst tevreden. Pas ver-
breed in de winkels lag. Ik zat voor een groep van veertig
worven kennis is echt een valkuil. Het liefst wil je het
kinderen. ‘Ze zijn lastig hoor,’ zei de juf vooraf. De juf was
iedereen vertellen: kijk eens wat ik weet! En nu moeten
waarschijnlijk bang dat ik een spreekbeurt ging houden
jullie het ook allemaal weten! Zo’n hoofdstuk schrijf je
over de vier magen van het rund.
vaak in euforie. De volgende dag, bij herlezing, als die
De kinderen waren inderdaad druk. Maar die drukte
nieuw verworven wetenschap al een beetje bezonken is,
ontstond uitsluitend door de verhalen die ik vertelde. Na
dan flitst mijn oog kwaad over het computerscherm. Heb
een half uur had bijna ieder kind wel een vraag gesteld.
ik dat geschreven? Ja, het bewijs staat er, zwart op wit. Ik
Eén daarvan was cruciaal: zijn die verhalen echt gebeurd?
heb het echt geschreven en het is verschrikkelijk.Weg
Ja jongens, al die verhalen zijn echt gebeurd.Veel kinderen
ermee. Opnieuw beginnen.Wat minder met scherp schie-
uit die groep hadden nog nooit een koe aangeraakt.
ten mag ook wel. Het moet een warme zomerbui zijn die
Misschien hadden ze ooit in de verte een kudde zien
je op je lezers afstuurt. Ze mogen best even schrikken,
lopen vanuit het autoraampje op de achterbank.Toen ik
maar staan ze er eenmaal middenin, dan moeten ze willen
wegging was de koe zomaar hun leven binnen gelopen,
dat het nooit meer ophoudt.
met een gemak waar ik zelf verbaasd over was. Feiten en weetjes moet je zo onopvallend mogelijk
Er zijn twee soorten non-fictie schrijvers. De eerste soort
beschrijven. De informatie moet terloops de tekst
is de specialist die een boek schrijft. De tweede soort is de
insluipen. Als ik beschrijf hoe een koe ontsnapt uit het
schrijver die zich specialiseert. De eerste soort is het meest
slachthuis en dagen achtereen door het Friese landschap
vertegenwoordigd. Biologen, historici, archeologen,
rent, achtervolgd door politie, dierenartsen en camera-
medici, taalkundigen, noem maar op. Hebben ze een
ploegen, dan wil iedereen verder hoe het afloopt met die
goede pen, dan schrijven ze ooit een of meerdere boeken
over hun professie. Het struikelblok voor die specialist is:
gruwen, maar ik popel telkens weer.
hoe laat ik de veelheid aan informatie weg? Wat schrap ik,
Ieder onderwerp kan ik het mijne maken, mits ik voor
en wat laat ik staan? Specialisten willen natuurlijk niet
kinderen blijf schrijven. Ik ga op ontdekkingstocht en
onderdoen voor hun collega’s en proberen daarom zo
groei samen met de lezer in het verhaal.Terwijl het mij
volledig mogelijk te zijn. Saai. De specialisten die wel van
langzaamaan duidelijk wordt, begint het de lezer ook te
schrappen weten komen vaak met mooie boeken op de
dagen. Ik deel mijn verwondering. Ik word niet lastig
proppen. Niemand twijfelt aan hun gelijk. En ze worden
gevallen door overtollige kennis. Ik hoef zelden te schrap-
ook nog eens buiten hun vakgebied bekend, bij het grote
pen. Zodra ik genoeg weet stop ik met mijn onderzoek en
publiek. Alleen waagt bijna geen enkele specialist zich aan
orden mijn kennis op papier.
non-fictie voor kinderen. Daar valt geen eer aan te
Die kennis haal ik zelden uit boeken. Die kennis komt van
behalen. Zij die het wel kunnen en doen zijn mijn ware
specialisten die er nooit over zouden piekeren een boek
helden: Govert Schilling (sterrenkundige), Midas Dekkers
over hun vak te schrijven. Als ik over het slachthuis schrijf,
(bioloog).
ga ik dus zelf naar een slachthuis toe. In Verviers kreeg ik
En dan die tweede categorie. Schrijvers die graag over één
een witte jas aan en een naald in mijn hand. Of ik de
bepaald onderwerp schrijven. Sommigen specialiseren zich
goedgekeurde, reeds gevilde koeien, van een labeltje wilde
in een land, in de natuur, of in een historische periode. En
voorzien. Ik naaide dat labeltje in het nog stuiperige vlees:
alweer, zelden worden die boeken geschreven voor
gekeurd op
kinderen. Maar ze zijn er wel: Rindert Kromhout (over
tend aan het werk. Ze vertelden met trots over hun
Italië), Ditte Merle (over dieren), Bas Haring (over weten-
beroep.
schap). In die tweede categorie schrijvers valt nog een
Zo gaan onze koeien dood. Dat kun je alleen maar
zekere subsoort te onderscheiden. De zogenaamde
beschrijven als je het met eigen ogen hebt gezien. Zo
zwevende non-fictie auteur. Dat is de categorie waartoe ik
wordt een kalf geboren. Een veearts uit Sankt-Vith nam
behoor. Er zijn er niet veel van en dat is heel begrijpelijk.
me mee op pad. Zo dresseer je zeeleeuwen. Dat leerde ik
Ik ben een niet gespecialiseerde non-fictie schrijver tegen
van een Roemeens-Belgisch circuspaar. En hoe het leven
wil en dank. Ik heb de waarheid nodig om te kunnen
er achter het rode gordijn uitziet? Dat leerde ik door mee
schrijven. Mijn fantasie slaat op hol zodra ik aan fictie
te reizen met het circus. Niet door boeken te lezen, of
denk. Ik schiet alle kanten op. De feiten houden me op
films te bekijken. Er moeten geuren bij, en stemmen, en
het rechte pad. Ze zijn mijn houvast en daaromheen
verhalen. En omdat ik steeds weer die onwetende schrijver
wikkel ik mijn verhaal. Aan specialiseren kom ik niet toe.
ben, vertellen de mensen graag.
Misschien heb ik een gebrek aan concentratie, maar het
Ik bereid me nooit voor op zo’n ontmoeting. Ik ga zitten,
kan ook zijn dat ik een hang heb naar steeds weer iets
zet mijn cassetterecorder aan en stel mijn eerste vraag. Die
nieuws.
eerste vraag zet de toon. Ik heb weleens gezegd: ‘U bent
Na het boek over koeien verscheen er een boek over het
geboren, en toen?’ Dat was een mooi en onverwacht
leven in het circus, en daarna schreef ik over hoe de film
begin. Ik prent mijzelf steeds in dat je alles mag vragen.
Polleke tot stand kwam. Iedere keer duik ik weer met frisse
En omdat het voor kinderen is mag het al helemaal.
moed in een nieuwe wereld. En iedere keer voel ik me
Iedereen begrijpt dat ik echt niet geïnteresseerd ben in de
weer een beginneling. Al die moeite voor slechts een paar
jaloezie die er heerst in de circuswereld. Of in de orga-
lezers. Dat is waarschijnlijk de reden waarom weinigen
nisatorische problematiek. Ik wil weten wat de leeuwen-
zich aan dit genre wagen.
temmer als eerste doet als hij opstaat. Dan krijg je
BSE. De
mannen in het slachthuis gingen flui-
namelijk nog eens onverwachte antwoorden: Ik hou van het schrijven van non-fictie omdat ik denk
‘Ik schud mijn kussen uit.’
niets anders te kunnen. Ik ben geen specialist, geen expert
‘Uw kussen?’
op dierengebied, noch weet ik iets af van hemellichamen
‘Inderdaad, dat is toch echt nodig als je met twee tijger-
of muziek. Ik weet eigenlijk nergens wat van af. Ik maak
welpen in bed slaapt.’
van mijzelf telkens weer die onnozele schrijver die niet weet waar hij aan begint. Sommige mensen zouden ervan
Direct zit je middenin het interview, want de slaapkamer
iemand die zichzelf verschrikkelijk belangrijk vindt? Na
van de leeuwentemmer, die verlaat je niet meer zo snel.
een aantal dagen was ik helemaal verstrikt in de snoeren.
Wil hij er toch uit, dan duw je hem er zo weer in terug
Ze knepen mijn keel dicht en zodra ik me eruit had
met een volgende onschuldige vraag. En intussen kom je
bevrijd lag er wel weer een kabel klaar om me te tackelen.
ook te weten wie in het circus nog meer met wie slaapt.
Paniek! Dit boek werd een mislukking. Mijn vragen
Dat laatste off the record natuurlijk, maar intussen ben je
bleven hangen in de lucht, want niemand had natuurlijk
kind en volwassene tegelijk. Zo kom je via de voordeur
tijd voor zo’n onnozele kinderboeken-non-fictieschrijver
en de achterdeur van alles te weten. En wat je niet
als ik. Een boek over de film? Dat vonden ze de grap van
gebruiken kunt, dat sla je op. Misschien komt dat bij de
het jaar. In de rubriek wist-u-datjes, die iedere dag bij
trapezist nog eens van pas. Je weet maar nooit. Je bent
wijze van lolligheid aan het draaischema werd toegevoegd,
onnozel, je doet onnozel, maar toch ligt er in een reserve-
stond: wisten jullie dat… er iemand op de set rondloopt die
kamertje heel wat munitie opgeslagen. Geen scherp
een boek schrijft over hoe je een speelfilm maakt? Lachen
geschut, maar scherp genoeg om de lezer een warme
dus. Ik kon wel gillen.
zomerbui te bezorgen.
Ik moest direct mijn onschuld van me afwerpen, anders
Door al die interviews zijn de boeken uniek. De infor-
werd het niets met mij en de filmwereld. Ik liep op
matie komt direct uit de eerste hand. Misschien is niet
verschillende mensen af en zei: ‘Wanneer kan ik met je
altijd alles waar. De ene circusdirecteur zegt dit en de
praten?’ Dan luidde het antwoord steevast dat ze geen tijd
andere zegt dat. Maar je hebt wel een officiële bron waar-
hadden. Maar dan zei ik: ‘Ik vraag niet óf je tijd hebt, maar
achter je je kunt verschuilen. Je kan hier en daar iets over-
wanneer je tijd hebt.’ Dat sloeg in als een bom. Zij cool, ik
drijven, maar zelf verzinnen mag natuurlijk nooit. Om
ook cool. ‘Als je nu even je agenda pakt, dan kunnen we
problemen te voorkomen laat ik iedereen altijd zijn eigen
“tot zaken komen”.’ De snoeren gingen al wat losser om
interview lezen. En achterin het boek vermeld ik alle
mijn nek liggen.
namen van alle mensen met wie ik heb gesproken.
Zo sprak ik één voor één de cameramensen, de geluidsmensen, de jongens van het licht. En in plaats van snoeren
Het lastigste om te schrijven was het boek over de film:
om mijn nek, droeg ik ze na verloop van tijd over mijn
Camera loopt…Actie! Als non-fictie auteur moet je buiten
schouder omdat al die jongens wilden laten voelen hoe
jezelf treden. Je moet niet in je eigen hoofd kruipen en
zwaar hun werk wel niet was. Zwaar, beaamde ik. Maar
daar een wereld creëren zoals bij fictie. Maar je moet juist
liever dat, dan dat ik erin stikte. Zo kwam het op het nip-
in het hoofd van anderen zien te kruipen. De wereld die
pertje toch nog goed met dat boek.
je gaat beschrijven is er namelijk al.Wat je moet doen is die wereld ordenen voor anderen. Het is dus van belang
Het boek waaraan ik nu werk speelt zich af in een ver-
dat je toegang krijgt tot die wereld.
stopte wereld. In plaats van een filmset of een circus, waar
Tot dan toe werd ik overal met open armen ontvangen.
alles zich (hoe ingewikkeld ook) voor je ogen afspeelt,
De meeste mensen vinden het leuk dat je aandacht aan
bezoek ik nu gevangenissen.Want er zijn kinderen die
hen besteedt. De keurmeester van koeien, de tenten-
daar wonen. Het stond in de krant en telkens ben ik er
bouwer, de inseminator, de olifantenverzorger, ze zijn
weer ondersteboven van. Hoe kan dat nou? Wat hebben
allemaal vereerd met een bezoek van mij en mijn cassette-
ze gedaan? Hoe is dat in hemelsnaam mogelijk? Ik zit nu
recorder. En het maakt ze verlegen als ik ze bedank voor
middenin het onderzoek en de interviews. Daar zijn de
het interview.Want ja, zonder al die open armen viel er
open armen weer.
voor mij niet veel te schrijven.
‘Een boek over ons?’ vragen ze met een ongelovig lachje.
Na een middagje op de filmset was ik echter verschrom-
‘Over jullie,’ zeg ik dan.
peld. Ik zat daar met mijn aantekenboekje tussen de
‘Wie wil er nou over ons lezen?’
snoeren en de lampen en verdween het liefst in de
‘Dat weet ik niet. Dat doet er niet toe. Maar ik wil graag
dichtstbijzijnde donkere kamer. Die filmwereld was
over jullie schrijven. Dat doet er wel toe.’
namelijk andere koek. Alle mensen vonden zichzelf verschrikkelijk belangrijk.Wat is er erger dan vragen stellen aan
Zo kom ik bij het allerlaatste punt. Hoe verhalend ik ook probeer te zijn, het blijft non-fictie. Je ziet het op de gezichten van de vaders en moeders die langs de boekenkraampjes lopen. Ze pakken mijn boek op, kijken er even in en leggen een jaar lang ploeteren direct weer terug. Dan zoeken ze een gezellig beeldverhaal uit waar iemand twee weken aan heeft zitten werken en lopen ermee naar de kassa. Al moet ik even slikken als ik zie dat de stapel voor mij op de tafel onveranderd hoog blijft, terwijl de andere slinken, toch blijf ik non-fictie trouw. Het is een manier om een wildvreemde wereld binnen te dringen, en om daarna orde te scheppen in de chaos om je heen. Ik doe het misschien niet eens zozeer voor de lezer, meer voor mijzelf. Als een manier van leven, om de wereld om mij heen helder te houden en om uiteindelijk, in de verre toekomst, mezelf iets minder onnozel te voelen.Voorlopig ben ik dus met schrijven nog lang niet klaar. P.S. Ik
ben stiekem toch aan een tweede non-fictieboek
over koeien begonnen. Een kleine specialisatie binnen mijn schrijverschap. P.P.S.
Ik heb tussendoor toch fictie geprobeerd. Een
voorleesboek over een hond. In maart komt het uit.
Als de redder s van de wetenschap Koen Fillet Het was augustus . In New York stonden de
WTC-
per dag met de waterpas door de gangen patrouilleert.
torens nog overeind. George Harrison leefde nog, Dirk
In die gangen dus, in één van die lokalen gebeurde het dat
Tieleman kwam nog op tv. En Radio zond tussen en
halfweg zes mensen bij elkaar zaten. Ze deelden een
De Zuidkant uit. Kortom: de tijden waren zo slecht nog
grote goesting om de boel een flinke stoemp te geven.
niet.
Hoe en wat, dat wist geen van die zes. Er waren enkel
We leefden in een betere wereld, een mens zou ernaar
vage ideeën. Niets liet vermoeden dat ze op het punt
gaan terugverlangen.
stonden om het spraakmakendste radioprogramma sinds
Toch zaten er een paar mensen met dat knagende gevoel
Het Leugenpaleis te gaan maken. Geen zinnig mens zou
van het kan beter. Geen kwaad woord over die Zuidkant,
eraan denken om dat op Radio te proberen. Om een
niemand die er zich een buil aan viel. Maar kan radio niet
massa volk te bereiken moet je op Donna zijn. Of op
wat risicovoller? Iets interactiefs of zo? Kunnen we de
Radio . Niets liet vermoeden dat ze drie jaar later
luisteraars er niet bij betrekken? De telefoon is tenslotte al
bejubeld zouden worden als de redders van de weten-
een hele tijd uitgevonden, op één of andere wijze moet je
schap. Een succesprogramma brouwen met als voornaam-
daar radio mee kunnen maken. E-mail heeft niet alleen de
ste ingrediënt de wetenschap? Zijdezot? Wie zoiets in
kunst van het schrijven teruggebracht, het is ook een
luidop durfde voorstellen werd bestraft met hoongelach.
manier om luisteraars snel met radiomakers in contact te brengen.Wie een computer en een internetverbinding
De zes in kamer L wilden niet in de eerste plaats een
heeft staat in verbinding met de ganse wereld. Kunnen we
succesprogramma maken.We wilden een programma
daar niks mee doen?
bedenken waar we zelf plezier aan zouden beleven. Soms vragen mensen Sven en mij wel eens wat het geheim is
Ik denk dat het in lokaal L was. Kent u het
VRT-
van het succes van Jongens & Wetenschap. Veel speelt daarbij
gebouw zo’n beetje? Ooit op schoolreis geweest of zo?
een rol, maar het belangrijkste was zeker dat wij er plezier
Dan weet u dat de gangen van de
aan beleefden, en dat je dat eraan kon horen.We vulden
VRT
er allemaal het-
zelfde uitzien. En de lokalen ook. Grijs en saai, typische
elkaar ook wonderlijk aan.We hebben het daar ooit met
kantoorarchitectuur van de jaren ’. Onder ons gezegd
Bart Peeters over gehad. Hij noemt dat het flip- en flap-
en gezwegen: die lokalen op zich zijn het ergst nog niet.
mechanisme. De dikke en de dunne zijn de ultieme flip
Ronduit verlammend voor de geest is de kunst die er aan
en flap. Bart en Hugo zijn dat ook. En Bart en Tom. Sven
de muur hangt. Ik vermoed dat de Vlaamse overheid het
en ik dus ook.
tot haar opdracht rekent kunstenaars te steunen en dus af
Hoe dat werkt en hoe dat zo komt, dat weten we niet.We
en toe wat etsen en litho’s koopt. Niet omdat ze mooi
hebben het toevallig ontdekt. Sven presenteerde Camping
zijn, maar omdat het een sympathieke manier van sub-
Casablanca en verwachtte Roland als gast. Die zou samen
sidiëren is. En die etsen en litho’s, tja, die kun je dan maar
met de luisteraars een lied componeren. Maar Roland had
best ergens ophangen. In de gangen van de
zich overslapen en daagde niet op. In paniek ging de
VRT
bijvoor-
beeld. Zo komt het dat ik dagelijks op weg naar de
campingredactie op zoek naar een vervanger. Ze hadden
koffiemachine mijn blikken moet afwenden van bloedrode
nog een kwartier, en ze kwamen bij mij terecht. Ik moest
kruisen op een somber zwarte achtergrond en van duistere
dus wel, weigeren zou bijzonder oncollegiaal geweest zijn.
geraamtes tegen een knalgele lucht. Iemand heeft daar
Enfin, tien minuten later zat ik totaal onvoorbereid naast
ooit zijn hart en zijn ziel ingelegd, waarschijnlijk niet met
Sven.We improviseerden twee uur radio bij elkaar, en het
de bedoeling dagelijks ergernis te veroorzaken. Af en toe
bolde.Vanzelf. Als ik flip zei, deed Sven flap, en omge-
probeer ik de boel wat op te leuken door de kaders een
keerd. Respect, professionaliteit, vriendschap, liefde, hocus-
tik teven zodat ze vrolijk scheef hangen. Maar een paar
pocus, dat zal er allemaal wel mee te maken hebben, maar
uur later hangen ze weer recht. Ik vermoed dat iemand
ergens moet er ook die klik zijn. Die klik die zich niet
van de dienst Verfraaiing Der Gebouwen meerdere keren
laat definiëren.Vervelend, als je een beetje wetenschap-
pelijk bent ingesteld, dan wil je zoiets analyseren. Dat lukt
Er was al eens een programma geweest waarin wetenschap-
hier dus niet.We mogen al tevreden zijn dat we de dingen
pelijke vragen werden beantwoord, De Groote Magazijnen.
kunnen benoemen: het flip- en flapmechanisme. Met dank
Met twee o’s, de groote oogen van de verwondering. Er
aan Bart Peeters.
werkten mensen aan mee waar Sven en ik nog altijd naar opkijken. Edwin Brys, de man die Hugo Matthyssen ont-
Ik geloof dat ik ben afgeweken.We zaten in lokaal L,
dekte, Karel Vereertbrugghe en Mark Vandenhoof, de man
met zes mensen die haast per ongeluk zouden besluiten
aan wiens lendenen de gelijknamige Adriaan ontsproot. De
dat ze een programma over wetenschap zouden gaan
Groote Magazijnen werd uitgezonden diep in de jaren ’,
maken. Geen van ons zessen had een opleiding waarin
toen Radio nog BRT heette en toen Omroep Brabant
wis- of natuurkunde een rol van betekenis speelden. Er zat
nog een kwaliteitslabel was. Omroep Brabant had in die
een vertaler Duits tussen en een literatuurwetenschapper,
tijd werkelijk geen enkel slecht programma. Ze zonden uit
een ex-leraar, een pol-en-soc’er en een autodidact.
vanuit het Flageygebouw; misschien zat dat er toch voor
Niemand van ons las Natuur en Techniek, laat staan de New
iets tussen. Als je mag werken vanuit art deco-studio’s, dan
Scientist, of Nature.Verder dan het tijdschrift Kijk waren we
móet er pure schoonheid ontstaan. De Jan Van Rompaey
nooit gekomen, en dat was in een ver verleden, toen we
van
nog pubers waren die opgewonden konden geraken van
Brabant was. Annemie Coppieters was een radiogodin
gedetailleerde tekeningen van opengewerkte oorlogs-
zolang ze Domino presenteerde. Kriekelambik, ik denk dat
schepen of onderzeeërs.
het met de toen nog bovenaardse Julien Put was. De jonge
Wij waren zes van die typische VRT-mensen: het omroep-
Herwig Vanhove zat daarin en was toen nog geen knor-
centrum loopt vol boekenliefhebbers, filmliefhebbers,
pot. Zelfs Michel Follet maakte bij Omroep Brabant een
mensen die geregeld naar het theater gaan.Volledige redac-
ochtendprogramma waar je de wekker vroeger liet voor
ties worden bevolkt door mensen die houden van Het
afgaan. Hij heeft zichzelf nooit meer geëvenaard. Allemaal
Woord, en gruwen van cijfers. Het VRT-personeel toont elke
dankzij het rode pluche van dat gebouw aan het
dag dat je de stelling van Pythagoras niet hoeft te kunnen
Flageyplein in Elsene.
TV
is slechts een schaduw van wat hij bij Omroep
bewijzen om levend en wel de straat over te steken. Alfa’s noemt men dat, geloof ik.Wij waren ook alfa’s, alle zes.
In weerwil van onze bewondering besloten we Jongens &
Geen enkele affiniteit met wis- en natuurkunde.
Wetenschap toch een beetje anders aan te pakken dan De Groote Magazijnen. Die redactie ging zélf op zoek naar het
Eén zekerheid hadden we: een radioprogramma moet
antwoord. Een luisteraar stelde een vraag, en meteen
spannend zijn. Je moet je luisteraar vastpakken en mee-
kwam het correcte antwoord. Dat paste in de opdracht
nemen, liefst zo lang mogelijk. En we wisten ook hoe dat
van de toenmalige
kan: je moet een spanningsboog construeren. Bijvoorbeeld:
waren een soort van onderwijzers die de bevolking toe-
aan het begin van het programma een vraag stellen en het
spraken en onderrichtten. Ons leek het leuker om de luis-
antwoord in de lucht laten hangen tot helemaal op het
teraars zelf te laten zoeken en puzzelen. Er is ons wel eens
einde, dat moét werken, voelden we met ons radioinstinct.
verweten dat dat gemakzucht was. Niks van. Het antwoord
Maar waar die vraag dan over moest gaan?
op een vraag kan interessant zijn, en in het beste geval
Het was Sven die voorzichtig wetenschap voorstelde. Niet
verrassend, maar de echte spanning zit hem in de zoek-
omdat hij daarin bovenmatig was geïnteresseerd, wel
tocht naar dat antwoord. Die spanning, daar waren wij
omdat hij al jaren met een programmatitel rondliep. Hij
naar op zoek. Het gissen en het missen, de wilde veronder-
droomde ervan ooit een programma te maken dat zou
stellingen en het wegredeneren van de onzin. Het is zonde
heten: Britse Wetenschappers. Het was hem opgevallen dat
om dat proces te laten verlopen in de beslotenheid van de
het in de krant negen keer op tien Britse wetenschappers
redactie. Laat ons dat open en bloot op de radio doen,
zijn die iets wereldschokkends hebben ontdekt, vandaar.
dachten wij met zijn zessen. Dat is het succes van Jongens
Sven zag zijn kans schoon.Wetenschap zou het zijn, Britse
& Wetenschap geweest.
Wetenschappers zou het heten. De titel sneuvelde, het thema bleef.
BRT: educatie. Radiomedewerkers
Het pakte, en dat zou wel eens te maken kunnen hebben
geheimtaal die handig is als ze met elkaar communiceren,
met de aard van de Vlaming (of toch met de aard van de
maar die onbegrijpelijk is voor Jan met de pet.
Vlaming die naar Radio luistert). Dat zijn mensen met
Informatietechnologen en elektriciens zijn de kampioenen.
een open blik, mensen die interesse hebben voor honderd-
In de geneeskunde doet zich hetzelfde voor, maar drie jaar
en-één dingen. En die niet alleen naar de radio luisteren,
Jongens & Wetenschap heeft ons geleerd dat er een hemels-
maar ook al eens iets lezen, of naar televisiezenders kijken
breed verschil is tussen (pakweg) een chirurg en een oto-
die zich richten tot meerwaardezoekers en actieve ont-
rhino-laryngoloog. Een dokter van die tweede soort zal
dekkers. Luisteraars van Radio zijn dus mensen die
op de radio bijvoorbeeld nooit zeggen dat hij een oto-
weten hoe de vork aan de steel zit. Of die menen te weten
rhino-laryngoloog is. Hij zal zichzelf gewoon neus-, keel-
hoe de vork aan de steel zit, en dat graag willen delen met
en orenspecialist noemen. Daar houden wij van: deskundi-
de rest van de wereld. Zet twee mensen die menen te
gen die de zaak niet nodeloos ingewikkeld maken. Een
weten hoe het zit bij elkaar en er ontstaat een discussie.
neus-, keel- en orendokter zal vervolgens in gewone
En leuke radio.
mensentaal, gebruikmakend van verhelderende beeldspraak,
Iets meer mannen dan vrouwen belden ons, waarschijnlijk
de geheimen van zijn vak uit de doeken doen.Wij hebben
omdat mannen zich gemiddeld wat makkelijker laten ver-
tientallen welbespraakte oto-rhinodinges in onze redac-
leiden tot kijk-mama-zonder-handen-gedrag. Zie eens wat
tionele fichebak zitten. Een pluim voor die beroepsgroep.
ik kan, denkt een man, de relativiteitstheorie, ik weet hoe
Chirurgen zijn andere koek. Een chirurg, dat is toch altijd
dat zit en ik zal u dat eens efkes uitleggen.Vervolgens
zo’n beetje van ‘leg u neer, meneer, dat ik u kan open-
redeneert hij zich vast, met driehonderdduizend luisteraars
gooien, nee ik ga u niet uitleggen wat ik allemaal ga doen,
als publiek. Heerlijk.Vrouwen lopen minder makkelijk in
maar u mag gerust zijn, het komt in orde, ik ken mijn
die val, wellicht zijn ze daar te verstandig voor.
vak.’ De Luc Vandenbossche-houding: ik heb gelijk, maar
De respons verschilde van dag tot dag. Op den duur
ik heb geen zin om u daarvan te overtuigen. Dat is een
begonnen we een patroon te zien. Dieren zijn een
aanpak die perfect werkt in de operatiekamer. Daar is het
garantie voor massaal veel reacties. Geschiedenis scoort
vaak een kwestie van leven en dood, van kostbare secon-
ook niet slecht. En astronomie. Merkwaardig hoeveel de
den. Eerst doen, dan uitleggen. Alle begrip daarvoor, maar
gemiddelde Radio -luisteraar afweet van sterrenkunde.
op de radio werkt de chirurgenaanpak niet.
Hoever staat de maan van de aarde? Vierhonderdduizend kilometer, de mensen weten dat. En ook thematisch is er
Sven en ik en iedereen die achter de schermen ooit aan
een onderscheid tussen mannen en vrouwen. Kinderen en
Jongens & Wetenschap heeft meegewerkt, hebben van de
gezondheid zijn vrouwelijk. Dat klinkt vreselijk rol-
universiteit van Antwerpen een prijs gekregen.Voor onze
bevestigend, maar het bleek uit drie jaar radio maken. En
bijdrage aan de popularisering van de wetenschap. Da’s
Vlaanderen is bijgelovig.Voetreflexologie, maankunde,
lief, we zijn daar blij mee. Bedankt professor Van Dijck en
wichelroedelopers, piramidologen, pisdrinkers, astrologen
professor Wuyts en alle anderen.We hebben nu wel een
en kaartenleggers, ze zijn allemaal boos op ons geweest.
probleem. De prijs is een kunstwerk, en dat laat zich lastig
Omdat we lichtjes met hen durfden te lachen, maar we
verdelen onder tien mensen.We overwegen samen te gaan
pleiten onschuldig, want lachen deden we ook wel eens
wonen in één huis, met één gemeenschappelijke schoor-
met échte fysici, chemici, historici en psychici.
steenmantel waar we onze gemeenschappelijke
Vakgebieden die problemen opleverden? Technologie.
Panamarenko op kunnen zetten.
Computers. Elektriciteit en elektronica. Niet omdat nie-
Hebben we het overigens wel verdiend? We zijn vaak met
mand er wat van afweet, maar wel omdat het moeilijk uit
vuile voeten door de wetenschap gegaan.We hebben de
te leggen is. Als we IT-achtige vragen oplosten, waren
fysica en de scheikunde en de biologie gebruikt als inspi-
Sven en ik keer op keer doodsbang dat we alleen maar
ratiebron om er radio mee te maken.Wetenschap was een
mensen aan de lijn zouden krijgen die het antwoord
middel, geen doel. Het doel was: alle dagen een radio-
kenden, maar die zich vastreden in jargon en onbegrijpe-
uitzending maken die het beluisteren waard was. Dat is
lijk gesmijt met rare terminologie. Dat is een probleem in
gelukt. Ondertussen zijn we ermee gestopt en eerlijk
zowat elk vakgebied: specialisten ontwikkelen een
gezegd, sindsdien is onze interesse voor wetenschap
spectaculair gedaald. Laat ons zeggen dat ze nu een normaal, gemiddeld niveau heeft bereikt. Maar onze reputatie zal ons nog wel een tijdje achtervolgen. Dat de redactie van de Jeugdboekenweek vraagt iets te schrijven over wetenschap is daar een voorbeeld van. Ik ben geen wetenschapper.Vraag daar echte geleerden voor. Dirk Frimout bijvoorbeeld of professor Van Dijck of professor Wuyts. Ik geneer mij een beetje dat ik hier alweer een forum krijg. Het zal maar ophouden, vrees ik, als ik eens heel luid ‘Fuck de wetenschap!’ roep. ‘Fuckerdefuckerdefuck!’ Maar dat gaat me wat te ver.
De schijnbare lichtheid van het absurde Paul Verrept Er was eens een schrijver. Hij schreef plezierige en trieste verhalen.
ophoudt. De lezer loopt als een peuter rond in het absur-
Dat hing ervan af.
disme, nieuwsgierig en angstig, omkijkend naar mama en
‘Mijn werk is zoals het leven zelf,’ kakelde hij graag tegen
papa, maar onvermijdelijk aangetrokken tot het onbe-
bewonderaars,‘immers, ook het leven is soms vrolijk en soms triest!’
kende, heen en weer geslingerd tussen het mogelijke en
Hij was niet zo’n goede schrijver.
het onmogelijke. Het is een avontuurlijke reis voor schrij-
Al had hij flink wat lezers.
ver en lezer, waarbij ze allebei aangewezen zijn op hun
Prijzen kreeg hij nooit. Dat vond hij onbegrijpelijk.
eigen oriëntatievermogen. Soms raakt een schrijver of
Op een dag viel hij in een put, struikelde toen hij eruit kroop,
lezer in een lichte roes: plotseling lijkt alles mogelijk. (Niet
viel voorover tegen de achteruitkijkspiegel van een auto, keek
alleen in de literatuur, trouwens.Wie een absurde toon
zichzelf diep in de ogen en bezweek.Toen maakte hij een
aanslaat, kan Christus aan het kruis zonder veel problemen
wondere reis in zijn hoofd. Het was als een droom waarin alles
een liedje laten aanheffen dat ons adviseert het leven van
samenkwam, alles wat ooit gebeurd was en ooit zou gebeuren.
de zonnige kant te zien.) Op het eerste gezicht is het
Centraal in dat alles lag hij, met een flinke buil en met zijn
absurde veelal een bevrijding.
gezicht in de modder, zachtjes te knorren.
Nog nooit had hij zoiets interessants meegemaakt!
.
Toen hij bijkwam herinnerde hij zich niets meer. Jammer. Hij
Het moment waarop een tekst een absurde wending
kroop overeind, voelde aan de buil op zijn hoofd, keek of
neemt is fascinerend. De absurde toon van auteurs als
niemand zijn gênante val gezien had, en ging zijns weegs.
Lewis Carroll, Franz Kafka, Jorge Luis Borges of Samuel
Thuis ging hij aan zijn schrijftafel zitten. Door het raam viel
Beckett maakt van hun werk een ongrijpbaar avontuur,
een onaards licht in de kamer. Hij kreeg zijn gedachten niet op
waarin lezers steeds weer nieuwe gedachten kunnen ont-
orde en schreef in een ruk een verhaaltje over een dorp waar
dekken.Vandaar een poging om iets van hun werk zeer
iedereen achterwaarts liep. Hij diepte een oud verhaal op dat
kort samen te vatten, uit bewondering.
muurvast zat, maakte de gestorvenen levend en de levenden dood, en schreef met een vaag gevoel van verwondering en angst
Alice valt in een konijnenhol. Eigenlijk valt ze van de
naarstig verder.
wereld, want van dan af aan is alles mogelijk. De Engelse
De schrijver werd nooit meer de oude.
schrijver Lewis Car roll (-) maakt haar groot
Hij won een prijs met zijn nieuwe verhalen.
als een echte reuzin na het eten van een gebakje. Alice
Hij vond het nog altijd onbegrijpelijk.
moet vreselijk huilen, wordt daarop heel klein en verdrinkt bijna in haar eigen reuzentranen.Overgangen tussen
.
gebeurtenissen zijn absurd, zoals in dromen of kinder-
Absurde elementen zijn in een literaire tekst vaak grappig
spelletjes. In het boek dat volgt op Alice in Wonderland
of beangstigend. Er is altijd sprake van eenzelfde procédé.
komt de hoofdpersoon achter een spiegel terecht. Je zou,
De schrijver blaast een brug op tussen zijn tekst en de
mits enige interpretatie, ook kunnen zeggen dat haar
werkelijkheid. Daardoor wint de tekst aan autonomie, ver-
spiegelbeeld verder leeft volgens een volstrekt andere
liest aan directe relevantie, is meer op zichzelf aangewezen.
logica dan de gangbare. De wiskundige Charles Dodgson
Absurde elementen werken als een virus dat een systeem
(Lewis Carroll is een pseudoniem) publiceerde trouwens
aantast. Niets is nog wat het lijkt, we vervreemden van de
onder meer Het spel van de logica, een publicatie voor
beschreven wereld en raken er tegelijk door gefascineerd.
kinderen over begripsverwarring die ontstaat wanneer redeneringen op verschillende niveaus met elkaar gecom-
Absurde teksten halen hun kracht uit de verwarring die
bineerd worden. In Alice in Wonderland komt een kat voor
ontstaat wanneer referenties wegvallen. Een spel van
die alleen uit een hoofd bestaat. Een beul probeert haar
vervreemding én herkenning,want veel blijft ook
vergeefs te onthoofden...Want je zou toch denken dat
vertrouwd, zodat onze twijfel, angst of verwondering nooit
alles wat een hoofd heeft, onthoofd kan worden.
Carroll laat weinig over van de wereld zoals we die ken-
Subtieler en nog beangstigender is de openingszin van
nen. Zijn werk is een stolp waaronder het heerlijk toeven
Het proces: ‘Iemand moest Jozef K. belasterd hebben, want
is, een verleidelijk spel voor kinderen en volwassenen.Voor
zonder dat hij iets kwaads gedaan had, werd hij op een
de Argentijnse (maar sterk door het Westen beïnvloede)
ochtend gearresteerd.’ Zinnen die een hilarische of
schrijver Jorge Luis Borges (-) is literatuur
vreselijke machine in gang zetten, een machine die fasci-
veel complexer. Hij speelt met het gangbare tijdsbesef om
neert en afstoot, die ons dwingt verder te lezen maar
zijn teksten open te breken. In zijn beroemde verhaal De
tegelijk wanhopig maakt. In de verhalen van Kafka lijkt de
Aleph laat hij de tijd samenkomen in een punt in de
afloop op een vreselijke, onvatbare manier onvermijdelijk.
ruimte, in een donkere kelder: de Aleph.
In de roman Amerika probeert de hoofdfiguur Karl zijn
‘Ik sloot mijn ogen, ik opende ze weer.Toen zag ik de
fouten te herstellen, maar in een onontkoombare spiraal
Aleph. Ik kom nu aan de onuitsprekelijke kern van mijn
raakt hij steeds verder weg van de fatsoenlijke mens die hij
verhaal; hier begint mijn wanhoop als schrijver. Elke taal is
probeert te zijn. In een zeer kort verhaal van Kafka vraagt
een alfabet van symbolen waarvan het gebruik een
de ik-figuur de weg aan een agent:
verleden veronderstelt waaraan de gesprekgenoten deel hebben; hoe moet ik dan aan de anderen een beeld geven
‘Hij glimlachte en zei: ‘Van mij wilt u de weg weten?’
van de Aleph, die mijn beschroomd geheugen nauwelijks
‘Ja,’ zei ik,‘omdat ik hem niet vinden kan.’
in zich op kan nemen?’
‘Geef het op, geef het op,’ zei hij en keerde zich met een grote
Borges heft de banale chronologie van de tijd op en we
zwaai om, zoals mensen die met hun lachen alleen willen zijn.
krijgen een lange opsomming van alles wat hij ziet in de donkere kelder.Tegelijk is de schrijver wanhopig, nu hij
De eerste roman van Samuel Beckett (-),
het onnoembare wil benoemen. Het œuvre van Borges is
Murphy, bevat een scène waarin de hoofdpersoon de
een eindeloos cyclisch spiegelpaleis. Hij gebruikt vaak het
schizofrene Endon in bed stopt, knielt, diens hoofd in zijn
beeld van een eindeloze bibliotheek, ‘onbegrensd en
handen neemt en hem in de ogen kijkt.
zichzelf herhalend’, uitpuilend van waarachtigheid en ver-
‘… in het hoornvlies, verschrikkelijk verkleind, verdonkerd
valsingen,waarin een blind geworden bibliothecaris de ene
en vertekend, [ziet hij] zijn eigen beeld en hoort woorden
letter zoekt die God is (Het geheime mirakel) of waarin pel-
die met zoveel nadruk eisten te worden uitgesproken dat
grims op zoek gaan naar het boek waarin hun voor-
hij ze uitsprak…’
bestemming staat (De bibliotheek van Babel).
Daarna gaat Murphy naar buiten, slaagt er niet in zich een bekend beeld voor te stellen, alsof hij zichzelf op Endons
Het werk van Borges is speels (zoals in zijn concrete
hoornvlies achterliet, bindt zich naakt vast aan een schom-
beschrijving van de logische structuur van de bibliotheek),
melstoel en kwam ‘in de vrijheid van een licht en donker
maar tegelijk beangstigend: ‘Misschien bedriegen de
die elkaar niet bestreden… (...) Weldra zou hij vrij zijn.’
ouderdom en de angst me maar ik vermoed dat de men-
In zijn vroege werk was de pessimistische filosoof Arthur
selijke soort – de enige – de neiging vertoont uit te ster-
Schopenhauer van grote invloed op Beckett. De filosoof
ven en dat de bibliotheek zal blijven bestaan: verlicht,
stelde dat we onze onbenullige doelen moeten najagen
eenzaam, oneindig, volkomen onbeweeglijk, uitgerust met
‘zoals we een zeepbel blazen, zo groot als maar mogelijk,
kostbare boekwerken, nutteloos, onomkoopbaar, raad-
hoewel we heel goed weten dat hij uiteen zal spatten.’ Zijn
selachtig.’
theorie dat het lijden toeneemt naarmate men meer kennis vergaart, speelt mogelijk een rol in Becketts keuze voor
.
een ‘binnenwereld’, in zijn eigen hoofd, waarin zijn fan-
Ook het werk van de Oostenrijker Franz Kafka (-
tasie vrijer kan bestaan, waarin hij een taal zoekt om het
) is een absurd doolhof. Kafka schrijft vaak geniale
onnoembare ‘niet-weten’ te beschrijven. Beckett zegt bij
beginzinnen en ondermijnt meteen onzezekerheden.
de grote filosofen ‘geen spoor van een systeem te vinden
‘Toen Gregor Samsa op een morgen uit onrustige dromen
dat de mens troost kan bieden.’ Murphy’s bevrijding is een
ontwaakte, ontdekte hij dat hij in zijn bed in een monster-
zeldzaam maar cruciaal thema in Becketts werk. Niet voor
achtig ongedierte was veranderd.’ (De gedaanteverwisseling)
niets gaat het gepaard met identiteitsverlies.Vervaging van
identiteit zal trouwens een terugkerend thema zijn in het absurde theater, dat Beckett met Wachten op Godot in een klap beroemd maakte. Absurde toevoegingen tasten de psychologie van personages aan. In het absurde theater van Beckett of Ionesco wordt de psyche zelfs vaak onbeduidend en inwisselbaar. . De bevrijding van Murphy is nog op een andere manier veelbetekenend.Waarom hebben schrijvers absurde wendingen nodig? Op Lewis Carroll na springt het pessimisme van de belangrijkste absurde auteurs meteen in het oog. Benauwenis lijkt vaak hun drijfveer, de nood weg te raken uit een vreselijke realiteit. Ook hun persoonlijke levens lijken daarvoor verklaringen te geven: seksuele frustratie (Carroll en Borges), dominantie, miskenning en isolement (Kafka), of een psychisch worstelen met
superioriteitsgevoelens (Beckett). De absurde situaties die oppervlakkig gewoon grappig zijn, blijken allerminst vrolijk. Absurde kunst is speels en fascinerend, ongrijpbaar in zijn rijkdom en meervoudige betekenissen, maar de vele paradoxen en doolhoven getuigen van een diep gevoel van verlorenheid en nutteloosheid. Of om Borges te citeren over de lampen in de eindeloze bibliotheek: ‘Het licht dat ze uitstralen is onvoldoende maar blijft altijd branden.’
Iedereen naar school Luc Rademakers Op school leren we wat we moeten weten om later, als we
begeerte’. Dat betekent: de wijsheid begeren, liefhebben,
groot zijn, niet verloren te lopen in de grote wereld. In de
dus wijsheid belangrijk vinden. De wijsheid die filosofen
lagere school leren we allemaal hetzelfde. Dat moet zo, van
proberen te bereiken is evenwel veel minder belangrijk
mijnheren in Brussel die in lange vergaderingen hebben
geworden dan pakweg jaar geleden. Hoe komt dat?
opgeschreven wat we zeker moeten weten, op het einde
Heel lang geleden hadden de mensen nog tijd genoeg om
van het schooljaar. Daarna, wanneer je naar de grote
na te denken. Nu moeten we vooral doen.We moeten
school mag, ga je steeds meer weten van minder. Je
heel veel doen, elke dag. ’s Avonds stellen we vast dat we
vriendjes ook. Hoe ouder je wordt, hoe minder dingen je
heel veel van wat we van plan waren, niet hebben kunnen
weet die je vrienden ook weten. Een verpleger bijvoor-
doen – simpelweg te weinig tijd gehad. Nadenken wordt
beeld leert heel veel over hoe hij mensen moet verzorgen
nu voornamelijk gebruikt om ons dagelijks leven te plan-
maar over hoe je een huis kunt bouwen leert hij niets.
nen, en veel minder om te verklaren waarom we bepaalde
Een oogdokter weet alles over ogen, maar als je een prob-
dingen wel zouden doen en andere niet.
leem hebt aan je voeten, moet je naar een andere dokter, die alles studeerde over voeten. Hoe meer je wilt weten,
Zijn we daardoor dommer dan onze voorouders?
hoe meer je niet kunt weten.
Natuurlijk niet.We zijn anders.We moeten ook veel meer dan onze voorouders.Werken om voldoende te eten te
We willen zo graag alles weten, zeker wanneer we klein
hebben, is allang voorbijgestreefd. Nu werken we ook om
zijn.We stellen dan de gekste vragen.Waarom zijn bananen
een vakantie te kunnen betalen, en een mooi huis en
krom? Waarom is regen nat? Waarom hebben we twee
kleding die in de mode is en een nieuwe fiets en nieuwe
ogen en niet één? Waarom groeit haar alsmaar door op ons
banden voor de auto.We moeten veel meer, waardoor we
hoofd maar (behalve bij de baard van papa) niet op ons
ook veel meer moeten nadenken over wat we doen:
gezicht? Zulke vragen noemen grote mensen kinderlijk.
brengt het ook iets op, helpt het mij bij het leven dat ik
Gek toch. Ze bedoelen eigenlijk dat zij zich deze vragen
leid? Geleerde mensen noemen dat ‘instrumenteel
niet meer stellen.Volwassenen stellen veel minder waarom-
denken’: het denken dient om iets te bereiken.Vroeger
vragen dan kinderen.Waarom-vragen stel je als je iets niet
was het denken alleen al genoeg.Weinig mensen denken
goed begrijpt. De wereld bijvoorbeeld.Volwassenen hebben
nu nog zonder te denken waarvoor het dient. In kerken
het vaak opgegeven de wereld te begrijpen. Ze willen zich
en kloosters doet men dat wel nog: deze gelovige mensen
enkel nog vragen stellen met een praktisch nut.Wat eten
denken aan God en hopen dat hij hen geluk brengt, maar
we vanavond? Waar gaan we me vakantie? Welk leuk jurk-
zeker zijn ze daar niet van. Hun denken is hopen. Hun
je zou ik kopen? Waarom-vragen vinden ze lastig.Waarom
denken helpt niet bij het kiezen van vers goed bij de
eten wij vanavond wel en zovele arme mensen op de
groentenboer; daarvoor heb je dat andere denken nodig,
wereld niet? Dat is een lastige vraag.Waarom gaan we
het instrumentele denken. Mensen vinden het leuk als iets
eigenlijk met vakantie? Ook vervelend om te vragen.
tot iets dient, als ze zien waarom ze iets doen. Zomaar iets
Waarom heb ik eigenlijk een nieuwe jurk nodig? Ook die
doen vinden ze vaak tijdverlies, maar dat is niet altijd zo.
vraag liever niet.
Als kinderen zomaar spelen, is dat dan tijdverlies? Zeker niet. De meeste volwassen mensen zeggen dat hun kinder-
Als je groot bent, heb je liever vragen over dingen die je
tijd de leukste tijd van hun leven was.Waarom? Omdat ze
weet, vragen waarop je kunt antwoorden. Grote mensen
zo veel dingen zomaar deden, zomaar konden doen, zon-
laten waarom-vragen over aan filosofen. Filosofen denken
der dat iets moest of hoefde, en ze hoopten nog. Ze kon-
de hele dag na over waarom dingen en gebeurtenissen zijn
den nog nadenken over hun toekomst, over hoe het zou
wat ze zijn. Ze stellen vragen maar geven geen antwoor-
zijn als ze groot zijn. Als je ouder wordt, kun je veel meer
den, omdat er heel vaak geen antwoorden mogelijk zijn.
nadenken over hoe het vroeger was en hoef je niet lang na
Voor ‘filosofie’ hebben we nog een ander woord: ‘wijs-
te denken over wat je nog te wachten staat, behalve over
hoe je nog ouder en daarna heel oud wordt.
Om zo veel mogelijk te weten, kijken we naar het tvjournaal en lezen we kranten. Maar de hele wereld elke
Mensen worden gemiddeld zo’n vijfenzeventig jaar oud.
dag samengevat in pakweg veertig pagina’s krantenpapier,
In België loop je ten minste school tot je achttiende, maar
nee, dat kan niet. En we hebben niet eens de tijd om
steeds meer jonge mensen studeren door, tot tweeën-
veertig pagina’s per dag te lezen. Dus kiezen we wat we
twintig, tot dertig zelfs.We brengen dus steeds meer tijd
willen weten, we lezen enkel over wat ons interesseert.
van ons leven door op school, met studeren.We leren
Meestal hebben we enkel belangstelling voor dingen
steeds meer dingen. Gek is dat hoe meer we studeren, hoe
waarover we al iets weten. Ben jij geïnteresseerd in een
meer we vergeten van wat we hebben gestudeerd.We
verandering in de spelling van een taal als pakweg het
kunnen maar een beperkt deel van wat we studeren ook
Deens? Nee, want je kent geen Deens. Hoe je correct
echt onthouden. Het meeste vergeten we gewoon. Kennis
Nederlands moet schrijven, vind je wel belangrijk, want je
die we niet geregeld gebruiken, verdwijnt uit ons hoofd.
schrijft al Nederlands. Is het Nederlands dan belangrijker
Ons hoofd werkt eigenlijk een beetje als een supermarkt.
dan het Deens? Voor jou wel, voor de wereld niet echt. Je
Producten die vaak worden gevraagd, zijn er in overvloed
bepaalt dus zelf wat je belangrijk vindt in het nieuws. Of
en in alle mogelijke soorten.Wat je nooit nodig hebt en
het daarom ook echt belangrijk is?
waar je dus nooit naar vraagt, verdwijnt uit de supermarkt.
Ongemerkt, tussen twee bezoekjes door.
Waarom worden er elke dag nieuwe foto’s gemaakt van
Grappig is dat je ouders meestal ook heel wat dingen uit
Bush, de president van de Verenigde Staten van Amerika?
je schoolboeken kunnen leren. Ze hebben het ook wel
En waarom wordt niet elk kind ter wereld dat sterft van
ooit geleerd en het heeft hen toen zelfs geholpen om nog
de honger gefotografeerd? Omdat veel mensen Bush ken-
verder te studeren, nog meer te leren, maar later hadden
nen, en willen weten waarmee hij bezig is en hoe hij er
ze die kennis allemaal niet meer nodig en vergaten ze wat
vandaag uitziet. Is dat belangrijk? Nee, natuurlijk niet. Het
ze niet meer gebruikten.Weinig ouders zouden in
nieuws wordt voor je uitgekozen. Andere mensen bepalen
schoolexamens slagen als ze er niet eerst voor studeerden.
grotendeels wat jij belangrijk zult vinden. Dat zijn de journalisten, die werken voor een persagentschap. Een
Onze kennis gaat ook dood.We noemen kennis die wordt
persagentschap kiest de berichten en foto’s die het belang-
doorgegeven van grootouders aan ouders, dan aan
rijk genoeg vindt om over de wereld te verspreiden. Het
kinderen, dan aan kleinkinderen enzoverder… Over-
agentschap verdient ook geld met het versturen van die
levering.Tussen het jaar en was er in ons land
foto’s. Het kiest dus niet noodzakelijk alleen de belang-
een heel bloedige oorlog.We noemen hem de Eerste
rijkste foto’s maar ook de foto’s die de kranten en de
Wereldoorlog. Alle soldaten die de oorlog hebben over-
tijdschriften willen en zullen kopen. Op hun beurt kiezen
leefd en ons erover zouden kunnen vertellen, zijn onder-
de journalisten van de kranten nog eens tussen de vele
tussen dood. Niemand kan ons nog vertellen hoe het was.
foto’s die zij dagelijks ontvangen. Die verschijnen dan in
We moeten het ons herinneren uit verhalen die soldaten
de krant. En tenslotte, wie de krant leest, kiest zelf welke
vertelden, uit boeken en tv-programma’s. Om die kennis
foto’s hij aandachtig wil bekijken en welke niet. Heb je
en die herinnering niet verloren te gaan, moeten we heel
dan elke dag de belangrijkste beelden gezien die je echt
hard ons best doen. Elke dag gebeuren er immers nieuwe
moest zien? Nee. Je ziet en weet enkel wat je wordt aan-
dingen en komt er kennis bij, maar zo’n belangrijke en
gereikt en daaruit kies je dan nog eens zelf.
tragische gebeurtenis als een oorlog, mogen we nooit vergeten.
Weten wij te weinig? Nee, we weten heel veel.We mogen echter nooit vergeten dat we heel veel niet weten, omdat
Hoe groter de wereld, hoe minder we erover weten.
we te weinig tijd hebben, omdat niemand het ons heeft
Onze grootouders wisten alles over de mensen en de
verteld, omdat ons hoofd te klein is om alle kennis erin te
straten in hun buurt maar helemaal niets over Irak of over
krijgen en te bewaren.
computers. Nu weten wij wel iets over Irak en een beetje meer over computers, maar veel minder over de buurt.
Wantrouw wetenschap!
spreken over ‘bewijzen’ draagt enkel bij tot de Mythe dat er
Michaël Beck
weer een klein stukje van het Wetenschappelijke landschap in prachtige, waarheidsgetrouwe kleuren op het schilderij
U bent omringd door Wetenschap.
van de kennis is gezet, door Wetenschappers die dapper
Tenminste, door de Mythe van de Wetenschap. De mythe
vorsen tot de laatste witte stukjes canvas zijn opgevuld.
dat wetenschap in staat is alle vragen op te lossen, dat ze
Maar de grijzende man op de schriften en mappen sym-
een niet-aflatende technische vooruitgang zal teweegbren-
boliseert niet de Wetenschapper die als een schilder de laat-
gen, dat ze de fundamenteelste inzichten zal verschaffen in
ste witte vakjes inkleurt. Hij symboliseert de verhouding
alles, inclusief de menselijke ziel, en dat het allerlaatste ele-
inspiratie-perspiratie (een beetje van het eerste, veel van
mentaire deeltje op het punt staat ontdekt te worden als
het laatste), en de noodzaak om oude inzichten overboord
we nog even meebouwen aan een nóg grotere deeltjes-
te gooien om nieuwe te laten gedijen. Misschien inspireert
versneller. U bent omringd door radioprogramma’s die in
hij op die manier sommige pennenzakbezitters wel tot een
twee uur tijd uitsluitsel kunnen geven over alle Weten-
leven van zoeken naar Wetenschappelijke kennis. Maar hij
schappelijke kwesties, en door de gedachte dat de ant-
symboliseert ook zijn eigen onvermogen om de nieuwe
woorden op de vragen die daarna nog zouden overblijven,
fundamentele inzichten van de twintigste eeuw met elkaar
wel op internet kunnen gevonden worden.
te verzoenen, en de frustratie die daaruit volgde. En hij
U bent omringd door winkelrekken vol schoolgerei met
symboliseert de onmacht zichzelf er toe te brengen los te
de beeltenis van Albert Einstein (of een stripfiguur die aan
breken uit de ketenen van zijn eigen Wetenschappelijke
hem doet denken), of van ‘zijn’ wereldberoemde formule E = mc, een formule die in het collectief onderbewustzijn
vooroordelen. Dat is de keerzijde van de Mythe.
gegrift staat, zij het dikwijls zonder de noodzakelijke ver-
is een hulpmiddel, een werkpaardje om dagelijks voor
klaring van de gebruikte symbolen. Ik zou bijvoorbeeld
onze kar te spannen, zonder dat er al te veel lastige vragen
heel ernstig kunnen beweren dat dit de formule is voor de
gesteld worden. Als er op een luie middag ter ontspanning
oppervlakte van een cirkel – u zou mij geen ongelijk kun-
al eens wat over de oorsprong van de Wetenschap gepraat
nen geven – indien we die oppervlakte door E
wordt, dan wenden we ons meestal tot zijn meest
voorstellen, de straal van de cirkel door c, en m definiëren
abstracte, meest nutteloze vormen.We creëren een ideaal-
als het merkwaardige getal ,… Dan houd ik u
beeld van de Wetenschap, waarnaast de filosofie verbleekt
natuurlijk op een Wetenschappelijk correcte manier voor
tot een ‘niet-mathematische tak van de fysica’.Wat er zich
de gek, want om de oppervlakte van een cirkel te kennen,
tussen de heroïsche grondslagen en de bruikbare
hadden we niet tot de twintigste eeuw moeten wachten
vuistregeltjes afspeelt, wordt voor het gemak buiten
op de man wiens afbeelding op al die pennenzakken
beschouwing gelaten. Nochtans is dit met zweet door-
prijkt, en bovendien gebiedt de Wetenschappelijke hoffe-
drenkte werkterrein van de Wetenschap, de plaats waar
lijkheid mij de symbolen A, π en r te gebruiken voor
‘onze’ werkpaardjes gekweekt worden. Dit is het terrein
respectievelijk oppervlakte, ,… en straal, terwijl
waar theorieën met elkaar concurreren, waar elk nieuw
ik de symbolen E, m en c dien voor te behouden voor
model er toch weer niet in slaagt alles te verklaren, maar
energie, massa en de eveneens merkwaardige grootheid
misschien wel in dit of in dat opzicht een helderder kijk
.. m/s (de per definitie exacte snelheid van het
op de dingen oplevert. Uit dit werkterrein komen de
licht in vacuüm).
ideeën, degene die het minst gehavend uit de strijd kwa-
Geregeld vertelt een gerespecteerd tijdschrift, een tele-
men, die voorzichtig in vakbladen gepubliceerd worden
visieprogramma of een vriend ons dat het Weten-
om zich aan bredere kritiek te kunnen toetsen, om dan
schappelijk bewezen is dat het heelal miljard jaar oud
toch toevallig of opzettelijk verkleed als zekerheid op
is, dat zittend plassen gezonder is dan staand, dat… (vul
feestjes te verschijnen.
zelf maar aan met een recent ontdekt wetenswaardig feit
Sommigen van mijn gewezen medestudenten werken in
naar keuze). Natuurlijk is het feit eigenlijk niet echt
die stoeterij, en er zijn echt knappe koppen bij.Wat me
Wetenschappelijk bewezen. Experimenten suggereren
echter opvalt, is dat het voor hen soms zeer moeilijk is om
veeleer dat het tegendeel minder onwaarschijnlijk is. Het
aan een leek uit te leggen wat ze doen en waarom ze het
Voor techneuten is de Wetenschap er om toe te passen. Ze
doen. Dat is geen schande, je kunt nu eenmaal niet in alles
afstammen van mensen die er zonder
even goed zijn, maar het stelt ons wel voor een probleem:
nooit waren geweest. Misschien is dit de start van een van
het ontneemt de samenleving van niet-Wetenschappers
de meest ingrijpende veranderingen in de biologische
haar recht op een behoorlijke verantwoording voor de
geschiedenis van onze soort. En misschien ook niet.
aanwending van haar middelen en het ontneemt haar de
Misschien blijft dit een techniek die mensen de
mogelijkheid kritisch te staan tegenover de Wetenschap:
mogelijkheid zal geven weloverwogen en liefdevol te
een kritische zin die de Wetenschappers onderling
kiezen voor kinderen die ze anders niet zouden kunnen
gebruiken om het Wetenschappelijke kaf van het koren te
hebben – en dat is alles.
scheiden, en die het publiek ten aanzien van de
Als we alles op een rijtje zetten, lijkt het of ik warm en
Wetenschap moet gebruiken om haar (nog steeds even
koud blaas. Ik vraag alleen een uiterst genuanceerde kijk
noodzakelijke) demystificatie te bekomen. Het maakt me
op onze drang naar kennis door het bedrijven van
niet zo veel uit of het over relativistische kwantumvelden,
Wetenschap. De Wetenschap moet geen entertainment
gentechnologie of nieuwe polymeren gaat; er moet een
zijn, maar ze moet wel leuk blijven (en ‘leuk’ heeft
uitleg voor bestaan die noch mythisch, noch simplistisch
gelukkig, net als ‘mooi’, een verschillende betekenis voor
is. Zo niet is alvast míjn wantrouwen gewekt.
verschillende mensen). Het leuke en het mooie, of de
IVF-technieken
hoop daartoe te komen, trekt mensen immers tot haar
Laten we evenmin te ver gaan met ons wantrouwen in de
aan, en houdt ze gemotiveerd. Ze moet niet in veralgeme-
wetenschap. Naar het schijnt heeft de Griekse weten-
nende boutades tot ons komen, maar ze moet wel uit-
schapper Heron in de Egyptische stad Alexandrië in het
gelegd kunnen worden. Zonder verantwoording ontaardt
jaar na Christus een constructie gemaakt waarin uit
ze in intellectuele of industriële spielerei. Daarom moeten
stoom vermogen werd gegenereerd. Hij kon er een bol
we ze kritisch bekijken, met een gezonde portie
mee laten draaien, en de mensen die de uitvinding
wantrouwen, maar we mogen, als de tijd rijp is, op haar
bewonderden, hebben waarschijnlijk gemerkt dat stoom
vertrouwen om onze hele beschaving in een richting te
ook erg geschikt is om luid gefluit voort te brengen. Echt
duwen die we ons voorheen niet eens konden voorstellen.
nuttige toepassingen konden ze er niet voor bedenken. Het ding heeft geen verdere aandacht gekregen, en de Industriële Revolutie werd nog eens een goede zestienhonderd jaar uitgesteld.Toen Joseph J.Thomson in het elektron ontdekte – uw overgrootouders hebben het misschien nog meegemaakt – vroeg hij zich af of er iets nuttelozer kon lijken dan een deeltje met slechts een fractie van de massa van een waterstofatoom. Precies vijftig jaar later werd met de uitvinding van de transistor een nieuw tijdperk ingeluid, en sindsdien beheersen elektronen elk aspect van het moderne leven. Het zijn misschien maar parabels, maar ze zetten aan tot nadenken. Het is bijna zeker dat de mensheid al dikwijls op de drempel heeft gestaan (en staat) van tijdperken waarvan we het begin gewoon niet kunnen zien. Laat uw verbeelding gerust de vrije loop. En er zijn tijdperken waarvan we het begin niet willen zien. Nog niet zo lang geleden werden proefbuisbaby’s (net als klonen nu) verketterd als puur Frankensteinisme, terwijl het onderwerp vandaag nog wel enigszins emotioneel beladen is, maar alleszins bespreekbaar. Morgen zal een niet te verwaarlozen deel van de toekomstige bevolking van deze planeet
Ongelooflijke binnenkant
lestip : ‘ik ver veel me nooit’ (+)
Lestips voor kleuters
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
Inge Verbeeck en Jill Schoonvliet
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
Filosoferen, wetenschap, nadenken en absurdisme is een
Uit: Ik verveel me nooit
bijzonder ruim gegeven, maar ook voor kleuters zijn het
Pieter van Oudheusden, Goele Dewanckel
uitdagende onderwerpen om mee aan de slag te gaan.
De Eenhoorn, . Integrale tekst.
Tekstfragmenten, prenten en gedichten zijn geweldig als aanzet om de wereld met je hoofd te verkennen. Ze zetten
Over de auteur
ons aan tot denken, zoeken, kijken en opnieuw bekijken.
Pieter van Oudheusden studeerde in af aan de kunst-
Van de tekst naar jezelf en de wereld en weer terug.
academie in Rotterdam in de vakken Audiovisuele
Daarom hebben we uit elk boek een kort kernfragment
Vormgeving en Projecten. Hij is schrijver, scenarist en ver-
gekozen waarop we onze tips hebben gebaseerd. Het boek
taler. Sinds de herfst van heeft hij ook twee prenten-
blijft altijd het vertrekpunt.
boeken op zijn naam staan.
Tijdens onze (niet zo makkelijke) zoektocht naar prenten-
Over de illustrator
boeken en gedichten over of rond deze thema’s, blijkt dat
Goele Dewanckel () studeerde aan het Sint-Lucas
auteurs zich vooral lijken te richten tot oudere kinderen.
Instituut in Gent. Ze bleef op deze school werken en
Daarom hebben we per suggestie aangegeven voor welke
doceerde eerst Grafische Vormgeving en later Illustratie.
leeftijd de lestip het best geschikt is.
Einde jaren ’ begon ze kinderboeken te illustreren. In
Wanneer we met prentenboeken werken, gebruiken we de
een Vlag en Wimpel voor de illustraties.
werd Ik verveel me nooit in Nederland bekroond met integrale tekst. In dat geval hebt u dus ook het hele boek nodig. Gemakshalve vindt u fragmenten uit boeken en
Over het boek
gedichten in deze bundel, steeds vóór de bijbehorende
In dit boek gebruikt een meisje de kracht van haar ver-
lestip. Veel lees- en denkplezier!
beelding om de tijd te verdrijven. Ze reist naar Vuurland, speelt spelletjes met de spiegel, kijkt naar de wolken. Als mama eindelijk thuiskomt en haar vraagt of ze zich verveelde, zegt ze: ‘Nooit, of toch, soms.’ Werken met het fragment Als ik me verveel, brengt de spiegel me tot lachen. Hij trekt gekke bekken naar me tot mijn kaken pijn doen. Vooraf Samen met de kinderen verken je de verschillende manieren van spiegelen. Je laat de kinderen experimenteren met hun schaduwen: - Kun je op je eigen schaduw trappen? - Kun je op de schaduw van een ander staan? - Kun je je eigen hand op je schaduwknie of -arm leggen? - Hoe verandert je schaduw op de verschillende momenten van de dag? - Kun je ook schaduwen maken zonder zon?
Een bijzonder schaduwspel is het schimmenspel. Met een
- Waar zijn de ogen van het spiegelbeeld?
sterke spot of overheadprojector en een strak gespannen
- Kijken het spiegelbeeld en het meisje op dezelfde
doek maak je een belicht vlak. De kinderen raden:
manier?
- Vraag: wat zit er achter het doek? - Vraag: wie zit er achter het doek? (Maak de kinderen minder herkenbaar door ze een hoofddeksel op te zetten of wijde kleding aan te trekken.) - Laat de kinderen jouw bewegingen achter het doek nabootsen. - Laat een kind daarna de bewegingen voordoen. De klas bootst na. - Welke hand moet jij omhoog steken als de schim zijn rechterhand opsteekt? Bespreek de bijzonderheden van dit medium: dicht bij het doek, veraf, spiegelbeeld of niet…
Kernactiviteit De kinderen brengen spiegelende voorwerpen mee of zoeken spiegelende voorwerpen in de klas. Je kunt alles gebruiken waarin je jezelf kunt zien. Suggesties: een vol glas water, ruit, thermosfles, lepel, mes, vork, zilverpapier, pot, zakspiegeltje, bolle/holle spiegels, autospiegel, zonnebril, brede zilverkleurige ring, lepel, water… Met deze voorwerpen richten we een experimenteertafel in. Samen bekijk je de voorwerpen, jezelf of andere dingen in de voorwerpen. - Word je groot, klein, dik, dun in de spiegel? - Steek je tong eens uit, verstop je gezicht, knipoog, bestudeer je tanden, kijk verdrietig/blij. - Kun je met z’n tweeën in één lepel kijken? Laat de experimenteertafel in de klas staan en vul aan of laat de kinderen de hoek aanvullen. Verwerking Vraag de kinderen een foto van zichzelf mee te brengen. Je kunt de foto’s (groot) kopiëren of de originelen gebruiken. De kinderen tekenen/schilderen hun gekke spiegelbeeld. De effecten van de spiegelende voorwerpen dienen als inspiratie. Je kunt de bijbehorende prent uit het boek gebruiken ter ondersteuning: - Wie is het echte meisje? Wie is het spiegelbeeld?
lestip ‘kind’ (+)
Kernactiviteit
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
De leidster/juf zegt de Engelse tekst: ‘A cat is no dog. A
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
dog is no cat. And that’s that.’Weet iemand welke taal dit is? Wat betekent het? Vertaal samen met de kinderen.
Uit: Kind
Kennen ze nog woorden in het Engels? De kinderen
Geert De Kockere, Isabelle Vandenabeele
zeggen de tekst eens samen.
De Eenhoorn, . Integrale tekst.
Gebruik volgende (of andere) situaties om samen te dramatiseren rond of praten over ‘dingen die wel/niet
Over de auteur
kunnen’.
Geert De Kockere is geboren in . Hij volgde de
- Ik wil op
opleiding tot onderwijzer en werd nadien journalist. Hij
- Ik wil in de cockpit van een vliegtuig.
werkte voor verschillende dagbladen en tijdschriften voor
- Ik wil eens samen zwemmen met Nemo.
kinderen. Sinds schrijft hij gedichten voor kinderen.
- Ik wil bij de bakker van elk taartje één hap nemen.
In schreef hij zijn eerste verhaal, waarvoor hij de
- Ik wil een raket maken om mijn tandarts naar de maan
Jacob Van Maerlantprijs ontving. Heel wat van zijn boeken
te schieten.
werden bekroond.Veel van zijn werk is in andere talen
De kinderen fantaseren zelf.
TV.
verschenen. Na elk stukje dramatiseren, antwoorden de kinderen met Over de illustrator
het Engelse versje.
Isabelle Vandenabeele studeerde aan het Sint-Lucas Instituut in Gent: eerst Grafische vormgeving en daarna
Verwerking
Grafiek. Haar voorkeur gaat uit naar het grafische werk,
Je verwijst terug naar het steentje van het boek en vraagt
naar lithografie, houtsneden en etsen.Voor haar eerste
de kinderen om zelf iets mee te brengen wat ze willen
prentenboek, Kind, maakte ze gebruik van linosneden, krijt
begraven in een potje. Samen met de kinderen plant je de
en gouache. Het boek werd bekroond met een Boeken-
voorwerpen en laat je hen fantaseren over wat er allemaal
pluim . In werd ze in Nederland bekroond met
uit kan groeien.Wat kan je ermee doen? Hoe ga je het
een Zilveren Penseel voor de illustraties van Rood Rood
noemen? Laat de fantasie de vrije loop.
Roodkapje. Over het boek In dit boek plant Kind een steentje, plast erop en gaat vervolgens zitten wachten tot er wat begint te groeien. Reusachtige dingen groeien in het hoofd van Kind. Als Thuis mee mag gaan kijken, zien ze niets. Eigen schuld, zegt Kind. Werken met het fragment A cat is no dog. A dog is no cat. And that’s that. Vooraf De leidster/juf neemt een bijzonder steentje mee naar de klas. Al dramatiserend vertelt ze iets over het steentje aan de kinderen, vervolgens plant ze het in een potje met aarde en geeft het water. Dan gaat ze zitten en wacht ze. Tot er iets uit groeit. De kinderen zullen reageren. Ga in op hun suggesties, vragen, opmerkingen.
lestip : ‘de dag dat mama even tijd had voor een kopje koffie’ (+)
Het tafelkleed uit het poppenspel wordt de dansvloer
Principe : ‘Wie woorden zaait’
Verzin andere dingen die mama en het mannetje samen
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
kunnen doen, zoals verstoppertje spelen: kleuters kunnen
waarop de poppen gaan dansen.Voorzie leuke muziek.
zich samen met hun figuurtje verstoppen. Uit: De dag dat mama even tijd had voor een kopje koffie Paul Verrept
Verwerking
Afijn, . Integrale tekst.
Speel met de kleuters volgend denkspelletje. Een mannetje komt uit de koffie.Wat zou er uit andere voorwerpen
Over de auteur-illustrator
kunnen komen? Maak het geluid of geef een andere hint
Paul Verrept () is grafisch ontwerper, illustrator en uit-
als de kinderen niets kunnen bedenken.Werk in stijgende
gever. Hij maakt vooral prentenboeken, die hij zelf schrijft
moeilijkheidsgraad. Enkele voorbeelden:
en illustreert. Hij maakte onder meer een reeks die
gietertje kikker
gebaseerd is op gedichten van Paul van Ostaijen.
glas melk koe doos koekjes koekiemonster
Over het boek
appel rups
De dag dat mama even tijd had voor een kopje koffie gaat over een
kraan zeepaardje
drukbezette mama, een aardig mannetje, een papa die ner-
boek …
gens van weet en een jongetje dat met regenwormen speelt.
ei …
Werken met het fragment Toen ze haar eerste slokje wilde nemen, schrok ze zich een aap. In de koffie zat een mannetje. Vooraf Giet het verhaal in een eenvoudig poppenspel (bijvoorbeeld een kring- of tafelpoppenspel). Het verhaal is opgebouwd rond de titel: een drukbezette mama gaat even zitten om een kopje koffie te drinken. Uit haar kopje komt een mannetje. Dat vindt ze eigenlijk wel raar, maar uiteindelijk hebben ze het best gezellig samen. Je kunt hier van de verhaallijn afwijken om moeilijke elementen te omzeilen. Geef de kleuters ruimte om te reageren op de gekke situatie. Benodigdheden: mamafiguur, mannetje, kopje, tafelkleedje met ruitjes (een motief in de illustraties). Kernactiviteit Voorzie blanco silhouetten op karton of stevig papier van een mama en een mannetje. Bied verschillende materialen aan waarmee de kleuters de figuurtjes kunnen bewerken: inkleuren, kleven (stof, verschillende soorten papier, plastic…), schilderen. Bevestig nadien het silhouet onderaan het stokje zodat de kleuters de figuurtjes langs boven kunnen manipuleren.
lestip : ‘een koning van niks’ (+)
Kernactiviteit
Principe : ‘Wie woorden zaait’
Eigenlijk is koning zijn vervelend. De leidster haalt uit een
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
koffer of doos enkele attributen te voorschijn die ze, in haar rol van koning, echt belangrijk vindt: een stoeltje om
Uit: Een koning van niks
op het balkon in de zon te gaan zitten, een konijn en een
Elle van Lieshout, Erik van Os, Paula Gerritsen
viooltje in een pot. Ze vertelt erbij waarom die voorwer-
Lemniscaat, . Integrale tekst.
pen zo belangrijk zijn voor haar.
Over de auteurs
De kleuters brengen van thuis iets mee dat ze quasi elke
Elle van Lieshout () studeerde pedagogie.Voor ze haar
dag gebruiken, een dagelijks gebruiksvoorwerp zoals een
partner, Erik Van Os (), ontmoette, had ze verschil-
tandenborstel, en een voorwerp dat ze niet zouden kun-
lende jobs. Nu schrijft ze samen met hem kinderboeken.
nen missen, een schat, zoals een favoriete knuffel. De leid-
Ze komen uit Nederland.
ster kan ook zelf vooraf voorwerpen verzamelen. Ter voorbereiding van een kringgesprek legt de leidster
Over de illustrator
twee hoepels (of koffers, of…) in het midden van de
Paula Gerritsen werd geboren in Rijswijk in . Ze
kring. In de ene hoepel leg je de voorwerpen die je echt
illustreerde voor verschillende tijdschriften. Omdat
nodig hebt en in de tweede hoepel de voorwerpen die je
kinderen haar zo boeien, verschoof haar werkterrein naar
niet kunt missen.Tijdens het gesprek komen de kleuters
prentenboeken.
achter het verschil. Misschien zullen sommige voorwerpen in beide categorieën horen? Je hebt dingen die je blij
Over het boek
maken en dingen die je nodig hebt.
Koning Tiwos wil niet meer regeren. Hij trekt zich terug
Voorbeelden:
in een flatje.Wat hij nodig heeft om gelukkig te zijn, is
- Een kam heb ik nodig om mijn haar te kammen, want
zijn konijn, een balkon in de zon en een viooltje. Jammer
mijn haar moet verzorgd zijn.
genoeg ziet de koningin de nieuwe levensstijl niet hele-
Anderzijds kan ik mijn dekentje niet missen.
maal zitten.
- Een boterham heb ik nodig, maar een snoepje kan ik niet missen.
Werken met het fragment Verwerking ‘Een koning van niks?’ grinnikte koning Tiwos. ‘Ik heb een konijn,
Je vertelt het verhaal Een koning van niks. Nadien houd je
een viooltje, en een balkon in de zon. Noem dat maar niks!’
een kort gesprekje: - Wat wil de koning wel en wat niet?
Vooraf
- Waarom komt de koningin toch naar het appartementje
De leidster komt in de kring op haar troon zitten. Ze
van de koning?
heeft een kroon op en een (rood) laken rond zich. Ze stelt zich voor als de koning en geeft de kleuters bevelen: - Haal eens een glaasje water. - Kam mijn haar eens met de koninklijke kam. - Krab eens op mijn rug. - Zing eens een liedje voor mij. - Breng mijn boek eens. Ze schrijdt voort als koning en nodigt de kleuters uit om mee te doen. Ze vindt de kroon en de mantel vervelend (want ze valt erover, bijvoorbeeld) en geeft deze aan een andere kleuter. Pas op! De kroon mag niet vallen.
lestip : ‘Dubbel Door tje’ (+)
afdrukken maken in hun silhouet. Een kleuter kan één
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
kant van zijn silhouet schilderen en door middel van vouwdruk een spiegelbeeld maken.
Uit: Dubbel Doortje
Stimuleer de kleuters om zelf fantasiefiguren te creëren:
André Sollie
een dubbele mond, een spiraaltong… Werk met een zwarte
Querido, . Integrale tekst.
achtergrond waartegen de kleuters in felle kleuren vorm geven aan allerlei schepsels uit het hoofd van Doortje.
Over de auteur-illustrator André Sollie is in in Mechelen geboren. Hij volgde
Verwerking
een opleiding grafisch ontwerpen in Brussel. Sinds de
Na al dit geklieder kun je eindigen met een relaxatie-
jaren ’ illustreert hij jeugdboeken. Hij werkte mee aan
moment, voortbouwend op begin en einde van het boek:
verscheidene tijdschriften. Met zijn poëzie won hij in
lampje aan, lampje uit. Probeer je klas te verduisteren. Laat
de tweejaarlijkse prijs Dichter bij jeugd. Hij schreef
de kleuters de lichtjes uitblazen en hun ogen sluiten. Laat
de woorden voor Wachten op matroos () van Ingrid
ze hun knuffel erbij nemen. Luister samen naar regen-
Godon, dat bekroond werd met een Gouden Griffel,
druppels op het raam. Laat de druppels voelen op hun
Boekenpauw, Boekenwelp en een Vlag en Wimpel van de
rug, buik…
penseeljury.
Over het boek Doortje ligt in bed en kan niet slapen. Ze vindt zichzelf erg bijzonder: ze heeft van zoveel dingen twee exemplaren. Maar van andere dingen heeft ze er maar één. Zou ze dan toch niet zo bijzonder zijn? Werken met het fragment En tepels heb ik. Met een s. En later borsten.Twee. Daar doe ik dan nog wel iets mee. Dubbel Doortje. Groot succes. Vooraf Vertel het boek dramatiserend. De juf speelt Doortje die haar eigen lichaam ontdekt. De kleuters doen mee. Probeer te spelen met het rijm en maak de kleuters ervan bewust dat de fantasiefiguren alles hebben wat Doortje mist en wil hebben: een dubbel achterwerk, twee neuzen… Hiervoor heb je de prenten uit het boek nodig. Kernactiviteit Laat elke kleuter liggen op een groot wit blad. Breng de omtrek van de kleuter over op het papier met een dikke zwarte stift. (Ook de illustraties in het boek zijn met dikke stiften gemaakt.) Nu kan je een aantal kanten uit. Laat de kleuters lichaamsdelen uit tijdschriften scheuren en in hun silhouet kleven. Laat de kleuters met verf hand- en voet-
lestip : ‘het hoofd van Mar ieke’ (+)
Kernactiviteit
Principe : ‘Wie woorden zaait’
Vertel het verhaal met als hulpmiddel de prenten uit het
Principe : ‘De boekenbabbel’
boek. Het zou leuk zijn als je een doodshoofd of afbeelding ervan zou kunnen meebrengen. Bekijk het aandachtig met
Uit: Het hoofd van Marieke
de kleuters. Laat ze hun eigen hoofd betasten.Wat voelt
Siska Goeminne,Yvonne Jagtenberg
hard? Wat voelt zacht? Waar voel je niks, waar een holte?
Hillen, . Integrale tekst. Marieke heeft verschillende soorten gedachten. Sta eerst Over de auteur
even stil bij: ‘Wat is een gedachte? Kan je die zien?
Siska Goeminne () schrijft in een heldere en trefzekere
Horen?’Vraag de kleuters hoe je aan de buitenkant kunt
taal over kinderen en hoe zij de wereld ervaren. Het hoofd
zien welk soort gedachten iemand heeft.Wat vinden de
van Marieke is haar debuut en gaat over alle gedachten die
kleuters zelf leuke, droevige, stomme… gedachten.
in het hoofd van kinderen spelen. Marieke heeft ook reuzemoeilijke piekervragen.Verwoord Over de illustrator
als juf een eigen piekervraag.Welke piekervragen hebben
Yvonne Jagtenberg () komt uit Tilburg. Ze studeerde
de kleuters? Laat je leiden door de illustraties uit het boek.
aan de Hogeschool voor de Kunsten te Arnhem. Ze illus-
Vertel aan de kleuters dat gedachten ’s nachts dromen
treert ook voorleesverhalen voor Sesamstraat. Met sobere
worden. Soms kunnen gedachten ook geheimen zijn, nie-
en speelse prenten maakt ze de binnenkant van Het hoofd
mand kent ze, enkel jijzelf.
van Marieke zichtbaar. Verwerking Over het boek
Kopieer voor elke kleuter de laatste prent uit het boek en
Iedereen kan de buitenkant van het hoofd van Marieke
laat ze hun eigen gedachten in beeld brengen.
zien, maar haar hoofd heeft ook een spannende binnenkant, vol griezelige gedachten, fijne fantasietjes, reuzemoeilijke piekervragen en dingen die je aan niemand vertelt. Werken met het fragment Want in het doodshoofd, in de binnenkant zit nog een binnenkant, een spannende, vreemde, ongelooflijke binnenkant… Vooraf Scheur uit tijdschriften prenten van mensen, mensen in actie, mensen met een bepaalde gelaatsuitdrukking. Bespreek deze met de kleuters aan de hand van concrete vragen.Wie zijn deze mensen? Wat zijn ze aan het doen? Waar denken ze aan? Laat de kleuters erop los fantaseren. Waar denken ze op dit moment zelf aan? Het is aan jou als juf om aan de kleuters vragen te stellen als: ‘Jij denkt aan je fiets, hoe kan die nou in je hoofd?’ Zo kun je de overgang maken naar het boek.
lestip : ‘een konijnendenkplek’ (+)
- In de paleistuin: waar vliegt de vogel?
Principe : ‘Wie woorden zaait’
- In het midden van nergens: hoeveel stipjes tel je hier?
Principe : ‘De boekenbabbel’
(Het klooster kun je eventeel overslaan als dat te moeilijk blijkt.)
Uit: Een konijnendenkplek
- In de bergen: welke is de hoogste berg?
Tanneke Wigersma
- Tussen de wolken: welke engel draagt een rode trui?
Lemniscaat, . Integrale tekst.
(De maan sla je best over als dat te abstract blijkt.) - In zee: hoeveel zeesterren tel je?
Over de auteur-illustrator
Uiteindelijk heeft Fino de plek gevonden. Althans, dat
Tanneke Wigersma werd geboren in Deventer in . Ze
denkt hij.
begon te schrijven en te illustreren tijdens haar opleiding aan de kunstacademie van Kampen. In verscheen
Verwerking
haar eerste kinderboek Mijn zusje is een vampier. Een
Maak samen met de kleuters een denkplek.Wat hebben
konijnendenkplek is haar eerste prentenboek.
we nodig? Is het er stil? Licht of donker? Groot of klein? Ben je er alleen? Is het er zacht? Blijf je er eventjes of
Over het boek
liever wat langer? Hoe zullen we onze denkplek noemen?
Een konijnendenkplek gaat over een hond die veel van
Ga samen op zoek naar een leuke samenstelling als
denken houdt. Het liefst denkt hij aan konijnen: grote,
‘konijnendenkplek’.
witte en aan zwarte met witte sokjes. Hij gaat op zoek naar een rustig plekje om over konijnen nadenken. Dat is moeilijker dan je op het eerste zicht zou denken. Werken met het fragment Midden in de zee ligt een rots. Er is niemand die een gedicht opzegt. Er zit niemand hardop te lezen en er is niemand die iets vertelt aan een ander. Het is er stil. Dit is een goede plek om aan konijnen te denken, denkt Fino. Dit is een echte konijnendenkplek. Vooraf Vraag naar de kleuters hun lievelingsplek: thuis, in de klas, waarom is dat zo? Maak de overgang naar het verhaal. Weet je waar ik zou willen zijn? Ik zou graag op een ‘juffensoezelplek’ zijn. Introduceer vervolgens de term ‘konijnendenkplek’. Kernactiviteit Je vertelt het verhaal met het boek. Per plek die Fino betreedt, geef je de kleuters een opdracht. Laat de kleuters per prent zeggen of ze het een goede konijnendenkplek vinden of niet. - De plek met de mooie mevrouwen: hoeveel mooie mevrouwen tel je? - In de keuken: wat ligt er op de tafel? - In het park: welke hond doet een hoopje?
lestip : ‘vandaag doe ik het, dacht Kip’ (+)
Ze ging vandaag extra goed rechtop zitten. Ze sloot haar ogen en
Principe : ‘Wie woorden zaait’
dacht heel hard aan alle vierkante dingen die in haar hoofd
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
zaten. En ze dwong ze naar haar buik. Kip begon luid te kakelen. Het gekakel klonk in elk geval een
Uit: Het zijn toeren!
beetje vierkant, vond Kip zelf. Dat was een goed begin. Ze
Geert de Kockere, Johan Devrome
wiebelde nog wat met haar kont en begon dan te duwen. Zo
De Eenhoorn, .
vierkant als ze maar kon. Nu zou het gebeuren… ‘Het lukt!’ dacht Kip. ‘Het lukt!’Want o, wat deed het pijn.
Over de auteur
Daarom wist Kip dat het zou lukken. ‘Het zijn die hoeken,’
Geert De Kockere is geboren in . Hij volgde de oplei-
dacht Kip. ‘Het zijn die vierkante hoeken.’ Maar het gaf niet.
ding tot onderwijzer en werd nadien journalist. Hij werkte
Dat het pijn deed. Dat was niet zo belangrijk. Dat zou wel
voor verschillende dagbladen en tijdschriften voor kinderen.
overgaan. Dat zou ze snel weer vergeten. Maar een vierkant ei,
Sinds schrijft hij gedichten voor kinderen. In
dat zou nooit meer overgaan. Haar hele leven lang zou ze het
schreef hij zijn eerste verhaal, waarvoor hij de Jacob Van
onthouden. Dat ze vandaag, rond de middag, een vierkant ei had
Maerlantprijs ontving. Heel wat van zijn boeken werden
gelegd. Dat zou ze nooit vergeten.
bekroond.Veel van zijn werk is in andere talen verschenen.
‘Nog even duwen,’ dacht Kip. ‘Nog heel even en het is eruit.’ En ze kakelde steeds luider.
Over de illustrator
‘Gelukt!’ riep ze opeens. Kip stond op en keek tussen haar poten
Johan Devrome () is regent Plastische Opvoeding en
naar het ei dat ze had gelegd. Het was even rond als anders. Een
studeerde Grafische Vormgeving aan de Academie voor
beetje groter misschien, maar even rond. ‘Ach wat,’ dacht Kip, ‘het
Schone Kunsten te Antwerpen. Hij werkte als grafisch
is het idee dat telt…’
ontwerper voor een commerciële televisiezender en illustreert kinderboeken, tijdschriften en cd-roms. Zijn
Werken met het fragment
prentenboeken Mosje en Ik voel iets vielen zeer in de smaak bij de leden van de Kinder- en Jeugdjury’s.
Vooraf Je leest het verhaal dramatiserend voor. Jij bent de kip en
Over het boek
je probeert heel erg een vierkant ei te leggen. Laat de
Het zijn toeren! is een boek met vijftien monoloogjes van
echte ontknoping weg en stop na de zin: “Gelukt!’ riep ze
dieren die zich bijzondere dingen afvragen. Zo is er
opeens.’
Goudvis, die een verre reis maakt in zijn bokaal, Schaap die graag een geit wilde zijn en Kip, die vandaag een
Kernactiviteit
vierkant ei gaat leggen.
De achterliggende idee hierbij is de volgende: ‘Ook dieren kunnen zich anders gedragen dan anders. Als je iets echt
Het fragment
wil, dan kan het ook echt!’
‘Vandaag doe ik het,’ dacht Kip. ‘Vandaag! Rond de middag.’
Je verdeelt de kleuters in kleine groepjes, drie tot vijf
Ze had er lang over nagedacht. Al dagen was ze ermee bezig. En
kleuters per groepje. Doorheen de week herhaal je de
het moest een keertje lukken. ‘Vandaag lukt het!’ dacht Kip. ‘Ik
activiteit met telkens een ander groepje.
voel het.’ Het kriebelde al een hele tijd in haar buik. En ze had heel hard
Ter inspiratie gebruik je de illustraties uit de verhalenbun-
aan vierkante dingen gedacht. Ze kende veel vierkante dingen.
del. Hierbij verzin je samen met de kleuters gekke ver-
En al die vierkante dingen zaten in haar hoofd. En van haar
haaltjes. Schrijf ook echt onder de prent wat de kleuters
hoofd zou ze die vierkante dingen naar haar buik sturen. ‘Zo
verwoorden. Een voorbeeld: je vindt in de bundel een
ongeveer moest het,’ dacht Kip. ‘Het moet lukken,’ kakelde ze.
illustratie van Konijn dat aan een hekje staat te luister-
‘Vandaag leg ik een vierkant ei.’
vinken. Stel vervolgens enkele vragen om de kleuters te
Toen het bijna middag was, ging Kip keurig op haar nest zitten.
inspireren:
- Wat is Konijn aan het doen?
lestip : ‘de deur is moe’ (+)
- Wat hoort hij?
Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
- Waar staat Konijn?
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
- Wie zit, staat, ligt achter de omheining? - Weten zij dat Konijn staat te luisteren?
Uit: Een japon voor mijn kameleon
- Wat doen zij daarachter?
Riet Wille, Kristien Aertssen Averbode, . Blz. .
Verwerking Voer samen met het groepje jullie verhaal op voor de
Over de auteur
andere kleuters. Je moet als juf zelf uitmaken of je een vrij
Riet Wille is geboren in Gent in . Ze is logopediste,
sturende rol opneemt of een die de kleuters wat meer vrij
maar ze maakt ook kinderpoëzie, toneel en kartonboekjes.
laat.
Voor haar poëziebundel Als de koeien bloeien ontving ze in de Plantin Moretusprijs. In kreeg ze de Boekenleeuw voor Raadsels te koop. Over de illustrator Kristien Aertssen () studeerde Grafische vormgeving
en illustratie aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, waar ze nu docent Illustratie is. Ze won de Boekenpauw in voor haar illustraties in Tante Nans zat op een gans.Voor De Knuffelkoningin ontving ze de Kakelbontprijs en de eerste prijs van de Kinder- en Jeugdjury. Over het boek In deze leuke geïllustreerde poëziebundel staan meer dan negentig versjes, gerangschikt per thema. Zo zijn er gedichten over gevoelens, gedichten met taalspel, gedichten over school. Per thema staan de gedichtjes nog eens gegroepeerd per leeftijd. Het fragment Deuren kunnen klappen, draaien, schuiven, piepen, kreunen, kraken, slepen, dichtslaan of op een kier staan om uit te rusten.
Werken met het fragment
worm
wurmt zich door een kiertje
koe
de deuren zwaaien wijd open om haar erdoor te laten
Vooraf Doe samen met de kinderen een rondgang op school, op zoek naar verschillende soorten deuren: klasdeuren, deur van de directeur, poortje van de speelplaats, klapdeurtjes, kastdeuren, schuifdeuren, liftdeur, deurtje van het poppenhuis… Welk geluid maken de deuren? Kleuters openen en sluiten deuren en bootsen het geluid na met stem of lichaam. Is de deur groot, klein, zwaar, licht? Wie zit er achter? Mag je de deur zomaar open doen? Gaat ze moeilijk of makkelijk open? Kernactiviteit De leidster brengt het gedichtje expressief aan met een ingebeelde deur of de deur van de klas. Ze bootst de verschillende bewegingen en geluiden na. Ze maakt hierbij gebruik van instrumentjes. De kleuters herhalen die met handen, voeten, stem. Tijdens de herhaling van het versje vormen de kleuters een klankkoor met de instrumenten die de leidster gebruikt heeft.Volgend lijstje is een suggestie voor de verschillende geluiden uit het versje: klappen
castagnetten
draaien
ratel
schuiven
schuurpapier
piepen
fluitje
kreunen
eigen stem
kraken
kam
slepen
met je schoen over de grond
dichtslaan
trom
uitrusten
snurken/diep ademen (ademcontrole)
Verwerking Twee kleuters vormen samen een deur door de armen voor zich uit te strekken. De andere kleuters komen aanbellen als een bepaald personage dat door de deur naar binnen wilt. De luisteraars doen het klop- of belgeluid na. De deur reageert anders bij elk personage. Enkele voorbeelden: mier
kruipt onder een klein deurtje
vlieg
zoeft erlangs, ernaast, erdoor
koningin
schrijdt door een grote poort
lestip : ‘heelal’ (+)
eindelijk was vergeten,
Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
ontstonden sterrenbeelden
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
en planeten.
Uit: Een reus met lange armen
Zo is het ooit begonnen,
Geert De Kockere, Johan Devrome
zei grote moeder,
De Eenhoorn, .Versje .
helemaal aan het begin, zoals de letters
Over de auteur
samenkomen tot een zin.
Geert De Kockere is geboren in . Hij volgde de opleiding tot onderwijzer en werd nadien journalist. Hij werkte
Werken met het fragment
voor verschillende dagbladen en tijdschriften voor kinderen. Sinds schrijft hij gedichten voor kinderen.
Vooraf
In schreef hij zijn eerste verhaal, waarvoor hij de
Zorg voor realistisch beeldmateriaal over de zon, sterren,
Jacob Van Maerlantprijs ontving. Heel wat van zijn boeken
planeten, de maan, het melkwegstelsel… Denk aan
werden bekroond.Veel van zijn werk is in andere talen
videobeelden, foto’s, dia’s, informatieve boeken… Als alter-
verschenen.
natief zou je ook kunnen werken met alledaagse objecten:
ballen, stukken fruit, kerstballen, strandballen… Ook leuk Over de illustrator
zijn kleefsterren in fluokleuren die licht geven in het
Johan Devrome () is regent Plastische Opvoeding en
donker zodat je een sterrenhemel kunt creëren. In een
studeerde Grafische Vormgeving aan de Academie voor
donker hoekje van de klas, versierd met witte kerstlichtjes
Schone Kunsten te Antwerpen. Hij werkte als grafisch
en wat sfeermuziek kunnen kleuters ook kennis maken
ontwerper voor een commerciële televisiezender en illu-
met de wondere wereld van sterren en planeten. De doel-
streert kinderboeken, tijdschriften en cd-roms. Zijn
stelling achter deze fase is de term ‘heelal’ verduidelijken
prentenboeken Mosje en Ik voel iets vielen zeer in de
aan de kleuters.
smaak bij de leden van de Kinder- en Jeugdjury’s. Kernactiviteit Over het boek
Je zegt de eerste strofe van het gedicht op. Die strofe zal
Deze mooi geïllustreerde bundel bevat vijfendertig
een paar maal herhaald worden, zodat de kleuters ze gelei-
gedichtjes die bevolkt worden door reuzen en ander fan-
delijk mee kunnen zeggen. Om de knal voor te stellen
tasiepersonages.Vier- tot vijfjarigen kunnen zich perfect
prikt de juf een ballon stuk.Voorzie voldoende opgeblazen
inleven in de wereld van de dichter.
ballonnen.
Het fragment
Je zegt de eerste strofe na het refrein op. Rondvliegende vonken kunnen voorgesteld worden met een vuurstokje,
Heelal
zoals je die gebruikt op verjaardagstaarten of op oudejaarsavond. Om brokken in het heelal te laten zwiepen,
Er was een knal,
voorzie je een berg proppen kladpapier die de kleuters in
zei grote moeder,
de lucht mogen gooien.
een knal en een heelal. Je herhaalt het refrein. De vonken vlogen in het rond,
Voor je de tweede strofe opzegt, laat je de kleuters met
o was me dat een knal,
hun handen voor hun ogen een paar keer rond hun eigen
de brokken zwiepten door ’t heelal.
as draaien. Als resultaat zien ze sterretjes.
En toen de knal
Je herhaalt het refrein.
Bij de laatste strofe vervang je de laatste twee regels door
lestip : ‘een vis in het water’ (+)
de volgende: ‘zoals wij samenkomen in een kring’. Dat
Principe : ‘Wie woorden zaait’
laatste doe je ook met de kleuters.Voel zelf aan of
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
kinderen het nog eens willen doen, dat kan ook op een later tijdstip.
Uit: Mijn mond eet graag spinazie, maar ik niet Frank Adam, Kristien Aertssen
Verwerking
Querido, . Blz. .
Vertelpantomime:Vlucht door de sterrenhemel. Alle kleuters en ook de juf liggen op hun buik op een stoel.
Over de auteur
De juf geeft aan wat er gebeurt: ‘We vliegen naar de ster-
Frank Adam werd geboren in Brugge in . Hij
ren, opgepast! Niet tegen het raam botsen, best eerst even
studeerde Arabische, Griekse en Germaanse Taal- en
opendoen, kijk daar, wuiven naar de juffen op de
Letterkunde. Zijn zoontje Dante zette hem aan om
speelplaats, even ons haar uit onze ogen wrijven…’
kinderpoëzie te schrijven. Naast schrijver is hij ook redacteur bij het literaire tijdschrift De Brakke Hond. Hij geeft les aan de schrijversacademie te Brugge. Over de illustrator Kristien Aertssen () studeerde Grafische vormgeving en illustratie aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, waar ze nu docent Illustratie is. Ze won de Boekenpauw in voor haar illustraties in Tante Nans zat op een gans.Voor De Knuffelkoningin ontving ze de Kakelbontprijs en de eerste prijs van de Kinder- en Jeugdjury. Het fragment Een vis in het water Waarom houdt een vis in het water toch altijd weer zijn snater? Zou hij nooit eens willen zeggen: ‘Ik ga spelen, zakdoek leggen, doe je mee?’ Zou hij nooit eens willen schreeuwen: ‘Als het nee is is het nee!’
Droomt een vis
dicht, moet het helemaal stil zijn. Je kunt in stijgende
in zijn kom
moeilijkheidsgraad werken: heel snel open en toe, werken
dan nooit eens
met twee schelpen voor twee groepen…
van een tong en van een eigen stem,
Na strofe : Doe tonggymnastiek met de kleuters: steek je
terwijl hij zwemt?
tong zo ver mogelijk uit, raak met je tong de hoeken van
Of vindt hij praten
je mond, probeer het puntje van je neus te raken, beweeg
in het water,
je tong naar boven en naar onder.
veel te lastig, veel te druk?
Na strofe : Doe samen enkele spraakspelletjes om controle over ademhaling en ademsteun te trainen. Laat de
En zegt hij
kleuters zuchten, blazen, hijgen en doodmoe neerzijgen.
toch maar liever: ‘Blub-blub,
Na strofe : Jabbertalk. Laat de kleuters een blubgesprekje
Blub-blub-blub’?
voeren met elkaar. Kunnen ze elkaar gedag zeggen in vissentaal ofte ‘blubs’? Kunnen ze in ‘blubs’ vertellen wat ze
Werken met het fragment
het allerliefste doen? Je kunt ook ter ondersteuning zelf tegen een kleuter blubben en hem/haar laten antwoorden.
Vooraf
Je kunt de kleuters de vis andere vragen laten stellen.Wat
Je brengt een vis in een bokaal mee naar de klas. Houd
willen ze nog weten over de voorkeuren van de vis?
hem afgedekt en laat de kleuters op basis van de hints die
Bijvoorbeeld: zou je niet liever eens een gewone wc
je geeft, raden wat je bij hebt.
gebruiken in plaats van je kom? Zwem je liever in een
Vervolg met een korte algemene waarneming van de vis.
ronde of in een vierkante bokaal?
Richt je dan op de inhoud van het gedicht. Laat een kleuter eens dicht bij de visbokaal luisteren. Kun je iets
Verwerking
horen?
Zorg ervoor dat elke kleuter een beker of bakje water krijgt of gebruik de wastafel.Verschillende blaasspelletjes
Kernactiviteit
zijn mogelijk: blazen door een rietje, bellen blazen in het
Dan begin je tegen de vis te praten. Je gebruikt hierbij de
water, pingpongballetjes in het water vooruit blazen,
tekst van het gedicht, maar je verandert de persoon van de
papieren bootjes verder blazen. Je kunt ook een wedstrijd-
oorspronkelijke tekst:
je houden: om het eerst naar de overkant. Laat de
‘Waarom houd je in het water / toch altijd / weer je snater? /
kinderen voldoende adempauzes nemen.
Zou je nou eens willen zeggen / ‘Ik ga spelen, / zakdoek leggen / doe je mee?’’ Zorg na elke strofe voor een doe-moment. Enkele suggesties: Na strofe : Speel samen met de kleuters even zakdoek leggen, maar noem het samen zwemmen. Je kunt de tekst wat aanpassen binnen het thema: ‘samen zwemmen / niemand zeggen / ik heb de hele dag geblubd…’ Na strofe :Vorm samen met de kleuters een nee-koor: varieer in volume, lengte van de klank… Gebruik een schelp om het idee voor de kleuters te visualiseren: hou je de schelp helemaal open, dan klinkt ‘nee’, doe je de schelp
Letter s voor jonge denker s
lestip : ‘zokken met de z van zondag’
Lestips Makkelijk Lezen (- jaar)
Principe : ‘Boekrijk’
Rit van den Brekel en Lieve van Buyten
Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
Iedereen, ook het kleinste kind, weet dat oefening kunst
Uit: Zokken met de Z van Zondag
baart. Dat voorlezen aanzet tot lezen is ook al geen nieuws
Gerard Berends, Fleur van der Weel
meer. Dat veel voorlezen veel nieuwe lezers voortbrengt,
Querido, , Blz. -.
ondervinden mensen die met kinderen werken elke dag. Wij mogen kinderen die lezen moeilijk vinden niet
Over de auteur
onderschatten en zeker geen mooie boeken of teksten
Gerard Berends () heeft allerlei beroepen uitgeoefend
ontzeggen. Als de teksten voor hen soms wat moeilijk zijn,
voor hij leraar werd.Vandaag schrijft hij gedichten en ver-
kunnen wij helpen door voor te lezen, in een beurtrol te
halen. Hij tekent en zingt ook graag. Andere recente titels
laten lezen en zinvolle, leuke manieren te zoeken om met
van hem zijn Waaien, hard waaien met Marianne Sligting
de tekst aan de slag te gaan. Genieten is het sleutelwoord
en Altijd zoek.
als het over lezen gaat. Dat kunnen we als geen ander samen met de kinderen rond een boek beleven.
Over de illustrator Fleur van der Weel () studeerde aan de Hogeschool voor Kunsten in Utrecht. Ze is ook grafische vormgever en ontwerpt kindermeubels. Ze is bekend voor haar illustraties in de bekroonde dichtbundel Superguppie van Edward van de Vendel. Over het boek De verhalen in dit boek gaan over een koning en een koningin die heel herkenbare en dikwijls grappige dingen meemaken. De korte verhalen zijn gemakkelijk om te lezen, de taal is eenvoudig en duidelijk. Werken met het fragment Voor het lezen Het verhaal wordt op voorhand door drie leerlingen gelezen. Zij zoeken accessoires die duidelijk maken dat zij koning en koningin zijn, zoals een kroon. De afspraak is dat zij, op voorhand, niet vertellen aan de andere kinderen waarover dit stukje gaat. Bij het lezen Twee kinderen beelden de tekst uit terwijl de derde de tekst leest. De woorden ‘koning’ en ‘koningin’ worden vervangen door ‘man’ en ‘vrouw’. Na het lezen Er volgt een klasgesprek.Wie zijn de hoofdpersonages in dit tekstje? Kunnen die personages op deze manier handelen? Hoe zullen ze in werkelijkheid moeten handelen en
hoe zullen ze worden behandeld? De beperkte vrijheid
lestip : ‘Wat doet de maan ’s nachts?’
van de koning komt duidelijk tot uiting. Hij is als koning
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
helemaal niet vrij om te doen en te laten wat hij graag zou doen.Ook wij kunnen niet altijd onze zin doen, maar
Uit: Wat doet de maan ’s nachts?
misschien wel meer dan de koning. Iedereen is dus meer
Anne Herbauts
koning van zijn eigen wil dan diegene die eigenlijk
Casterman, . Integrale tekst.
koning is. Als kinderen hun eigen zin willen doen, kan dat ook niet altijd. Maar deze beperking is er dikwijls om hen
Over de auteur-illustrator
tegen gevaren te beschermen, terwijl de beperkingen voor
Ann Herbauts () studeerde aan de Koninklijke
een koning dikwijls absurd zijn.
Academie van Schone Kunsten in Brussel. Haar doorbraak kwam er in met het boek Que-fait la lune, la nuit?
Nadien wordt het verhaal uitgebeeld zoals het er in
waarmee ze op de prestigieuze kinderboekenbeurs in
werkelijkheid zou uitzien. De andere teksten worden in
Bologna een Special Mention Award won. Sindsdien is
groepjes gelezen en door elk groepje voor de anderen
haar werk ook in het buitenland bekend en werd het
uitgebeeld.
onder meer in Duitsland, Frankrijk en Japan tentoongesteld. Naast prentenboeken heeft ze ook enkele strips op haar naam staan. Ander werk van haar is Het blauwe huis en
Het dwaaluur. Over het boek Dit indrukwekkende boek vertelt wat er zoal op de agenda van de maan staat. De prenten schitteren in poëtische zeggingskracht en associatieve verbeelding. De maan is een goedhartige, betoverende witte heks die de wereld tot rust brengt. De eenvoudige prenten in dit boek, die dikwijls doen denken aan een collage, zetten zeker aan tot fantaseren. Heel fijn is het hoofdje van de maan dat steeds anders is en zo de verschillende maanstanden suggereert. Werken met het fragment Voor het lezen Je laat het boek zien zonder het te openen en vraagt aan de leerlingen of zij weten welk soort boek je toont: een prentenboek. Je vraagt aan de leerlingen of zij weten wat de maan zoal doet wanneer zij ’s nachts slapen. Je maakt op bord een woordenspin met de antwoorden die de leerlingen geven. Bij het lezen Je leest het boek voor en laat tegelijk de prenten zien. De tekst is voldoende groot zodat de leerlingen eventueel stilletjes kunnen meelezen als ze dat willen. Daarop besteed je meer aandacht aan de tekst. Je leest zin per zin en houdt telkens halt om deze te bespreken.
Mogelijke vragen:
lestip : ‘filosofie voor jonge denker s’
- Wat denk je dat dit betekent?
Principe : ‘Wie woorden zaait’
- Hoe zeggen we dat gewoonlijk? - Sluit ze echt persoonlijk alle luiken?
Uit: Filosofie voor jonge denkers
- Welke geheimen omhult ze in de nacht?
Jeremy Weate, Peter Lawman Callenbach, . Blz. -.
Vergeet niet aandacht te schenken aan de mooie beelden in het boek zoals ‘Ze begiet de grond met dauw’. Je kunt
Over de auteur
tijdens dit gesprek ook dieper ingaan op de gevoelens die
Jeremy Weate werd geboren in Shopshire, Engeland,
kinderen ’s nachts kunnen hebben als ze wakker worden.
studeerde filosofie aan de universiteiten van Hull, Luik en
Geeft de maan hen een rustig gevoel? Of zijn ze bang als
Warwick. Filosofie ligt hem nauw aan het hart, hij wil
de maan schijnt? Geeft het maanlicht hen een gevoel van
kinderen helpen die met levensvragen geconfronteerd
geborgenheid of is dat licht eerder mysterieus?
worden. Zijn boek is in vele talen over heel Europa verspreid.
Na het lezen De gevoelens die de kinderen uitgesproken hebben kun-
Over de illustrator
nen ze in een tekening of collage verwerken. Ook kunnen
Peter Lawman woont en werkt in Zuid-Wales. Hij
de leerlingen een tekening of collage maken over de ster-
studeerde schone kunsten aan het Newport college. Hij
renbeelden die ’s nachts te zien zijn aan de hemel, of ze
stelt tentoon in Londen en werkt vooral met acryl op
kunnen een tekening maken over de geluiden die ze ’s
doek.
nachts horen. Over het boek In groepjes van drie tot vijf leerlingen kunnen ze ook aan
In dit boek worden bekende filosofen op een zeer een-
het werk gaan om een vervolg te schrijven op dit boek.
voudige manier aan de leerlingen voorgesteld. Hun theo-
Over wat de zon doet overdag, wat een vriendelijk woord
rieën worden begrijpelijk gemaakt. Ze staan in chronolo-
zoal kan doen in hun dagelijkse leven, wat een onweer
gische volgorde.
kan doen… Ze kunnen hun fantasie op de vrije loop laten en deze tekstjes kunnen ze zelf illustreren. Nadien
Werken met het fragment
lezen ze hun boek voor aan de leerlingen van de klas. Als je met dit boek wilt werken is het misschien wel aan te raden een weekplanning te maken. Het zou fijn zijn om elke dag een andere filosoof te behandelen. Voor het lezen Voor je het fragment met de kinderen leest, laat je het boek zien en laat hen vertellen welk soort boek dit is. Het is geen klassiek leerboek maar je kunt er wel heel veel uit leren. Het is een informatief boek. Laat de kinderen in de klasbib of de schoolbib andere informatieve boeken halen. De meeste informatieve boeken gaan over een welbepaald onderwerp. In dit boek vind je informatie over de meest gekende filosofen. Kinderen spreken niet zo vaak over filosofen maar toch zullen er wel al een aantal filosofen zijn van wie ze al eens hoorden. Je kunt de kinderen in een encyclopedie enkele filosofen laten opzoeken.
De tekst is voor kinderen met leesmoeilijkheden te klein
lestip : ‘a is een koetje (dat staat op zijn kop)’
gedrukt, maar voorlezen maakt hem begrijpelijker en aan-
Principe : ‘Boekrijk’
genamer. Zorg dat we mee kunnen lezen, op overhead
Principe : ‘Leesland is geen eiland’
bijvoorbeeld.
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
Bij het lezen
Je kunt dagelijks een tekst over een filosoof voorlezen, zijn ideeën in een klassengesprek verduidelijken en toetsen
Uit: A is een koetje (dat staat op zijn kop)
hoeveel de leerlingen van de tekst begrepen hebben.
Rob Berkel, Ferran Bach, Dorus Brekelmans
Er werd telkens een uitspraak van de filosoof op de
Davidsfonds/Infodok, . Blz. en achterflap.
rechterbladzijde in vet en rood gedrukt. Met deze uitspraak kun je aan het werk. Laat de kinderen in hun eigen
Over de auteur
woorden zeggen wat zij hieronder verstaan en hun eigen
Rob Berkel brengt in dit mooie informatieve boek de
mening hierover uiten. Ze moeten wel leren respect op te
geschiedenis van het schrift en het alfabet voor kinderen.
brengen voor de mening van de anderen, zonder dat ze
Hij schrijft in een begrijpelijke taal die nooit saai of
ermee akkoord gaan. Probeer zo veel mogelijk leerlingen
belerend wordt.
bij het gesprek te betrekken. Het is natuurlijk geen
makkelijke opdracht om alle filosofen te bespreken, maar
Over de illustrator
dat hoeft ook niet. Als de leerlingen kennis maken met
Dorus Brekelmans () illustreerde de affiche voor de
enkele, bekende filosofen en hun theorieën hebben ze iets
Jeugdboekenweek . Hij maakte verschillende prenten
moois bijgeleerd. Probeer wel de verschillende filosofen in
en covers voor jeugdboeken, tijdschriften, brochures, web-
chronologische volgorde voor te stellen.
sites. In dit boek staan zijn fijne illustraties als pictogrammen bij het begin van elk hoofdstuk. Ze maken de
Na het lezen
tekst begrijpelijker. Naast zijn illustratiewerk is hij vrij
Je kunt in de klas een tijdlijn maken waarop de besproken
kunstenaar. Ander werk van Dorus Brekelmans is onder
filosofen geplaatst worden. Als je er nog enkele gekende
meer Een huis om in te verdwalen met Hilde Vandermeeren
gebeurtenissen bijplaatst, weten de leerlingen wie wanneer
en Wie heeft de wolken gemolken met Wim Vromant.
geleefd heeft. Soms kennen kinderen ook typische uitspraken die in een
Over het boek
familie gangbaar zijn. Laat hen die op een papierstrook
In dit boek wordt het verhaal van het schrift door de
schrijven. De verklaring voor die uitspraak wordt op een
eeuwen heen op een aangename manier verteld. Elke
andere strook geschreven. Nadien kun je de leerlingen de
letter wordt apart behandeld en krijgt ook nog een
juiste uitspraak bij de juiste verklaring laten leggen.
wetenswaardigheidje mee. Werken met het fragment Voor het lezen Je geeft de leerlingen de opdracht een boodschap op papier te zetten zonder letters te gebruiken. Ze zullen vooral gebruik maken van tekeningen. Je vertelt dat men vroeger ook op deze manier boodschappen aan elkaar doorgaf. Laat hen ook een afbeelding zien van een rotstekening. Bespreek de gevolgen van zulke communicatie. Kun je zo moeilijke informatie delen? Dubbelzinnige dingen zeggen, bijvoorbeeld? Daaruit ontstond de behoefte om tot een andere vorm van geschreven communicatie te komen.
Bij het lezen
lestip : ‘Zootje was hier’
De tekst is voldoende eenvoudig om door de kinderen
Principe : ‘Leesland is geen eiland’
zelf gelezen te worden. Nadat de tekst over één letter
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
gelezen is, geeft de leerling het boek door; de volgende leerling leest de tekst van de volgende letter. Zo kan het
Uit: Zootje was hier
volledige alfabet afgewerkt worden. Om de aandacht
Edward van de Vendel, Carll Cneut
gaande te houden kun je de anderen laten meelezen.
De Eenhoorn, . Blz. .
Bespreek met de leerlingen ook dat letters op zich weinig betekenis hebben en dat ze pas in een woord, in een zin,
Over de auteur
in een tekst en een context betekenis krijgen.
Eward van de Vendel () groeide op in een onderwijzersfamilie en schreef als kind al gedichten en
Na het lezen
teksten.Tijdens zijn middelbare studies maakte hij cabaret
Dan ga je creatief aan het werk. Begin met de bestaande
en schreef hij liedjes.Toen hij met jeugdpoëzie in aanra-
letters in gekleurd papier uit te knippen. Met deze letters
king kwam, ging hij zelf aan het schrijven. Hij schrijft
kun je woorden maken, je naam, je familienaam, dagelijkse
voor alle leeftijden, beoefent verschillende genres en heeft
woorden.
ondertussen al heel wat prijzen gewonnen: de Woutertje
Daarop knip je ook de oervorm van deze letters uit.
Pieterseprijs, Gouden Zoenen, Zilveren Griffels. Bekend
Die vind je in het boek terug.Voor de a is dat bijvoor-
zijn onder meer De dagen van de bluegrassliefde, Superguppie
beeld het teken dat de koe met de horens voorstelt. Met
met Fleur Van der Weel en Rood Rood Roodkapje met illus-
die ‘oude letters’ maak je de woorden na die je net had
traties van Isabelle Vandenabeele.
gemaakt. Leg ze onder elkaar. Zo merken de leerlingen dat je woorden kunt maken die niet altijd leesbaar zijn. Als je
Over de illustrator
niet weet met welke letter een bepaald tekentje
Carll Cneut () volgde grafische vormgeving aan het
overeenkomt, weet je niet wat er staat.
Sint-Lucas Instituut te Gent.Toevallig kwam hij in de illustratiewereld terecht. De illustraties van Carll schilderen
Totnogtoe heb je bestaande woorden gemaakt. Laat hen
een wereld waarin surreële en waarheidsgetrouwe ele-
deze woorden opzoeken in een woordenboek. Laat de
menten samenhoren. Zijn figuren zijn karikaturaal en krij-
kinderen ook woorden maken waarvan ze denken dat ze
gen grote lijven en kleine oogjes. Het gebruik van warme
niet bestaan. Laat ze deze woorden ook opzoeken in een
kleuren en fijne details creërt een sprookjesachtige sfeer.
woordenboek. Bestaat het woord echt niet, dan mag het in
Carll Cneut schreef zelf Het ongelooflijke liefdesverhaal van
een apart woordenboek geschreven worden. De leerlingen
Heer Morf; het mooie Meneer Ferdinand maakte hij samen
zoeken een denkbeeldige betekenis voor deze nonsens-
met Agnes Guldemont.
woorden. Het opstellen van een ‘absurd woordenboek’ kan een rode draad voor de Jeugdboekenweek zijn.
Over het boek In dit boek volgen we het verhaal dat de jongen Tepper
De inhoud van de tekst uit dit boek tot aan bladzijde
vertelt aan de lezer. Hij onthult geleidelijk aan zijn
kan door de leerkracht verteld worden. Je kunt er de aan-
geheimen, tot zijn allergrootste geheim toe, en doet dit in
dacht op vestigen dat in de Middeleeuwen de eerste letter
mooie, eenvoudige zinnen.
van een bladzijde in een boek dikwijls heel mooi versierd werd. Je kunt in een les plastische opvoeding de leerlingen
Werken met het fragment
de eerste letter van hun naam laten versieren zoals de monniken dat deden.Van deze versierde letters maak je een
Voor het lezen
tentoonstelling. Nodig de leerlingen van de andere klassen
Zet de leerlingen in een kring. Fluister in het oor van de
en de ouders uit op je vernissage.
leerling die rechts van je zit een korte zin en vertel erbij dat deze zin een geheim is en dat hij het alleen mag vertellen aan degene die rechts van hem zit. Dit gaat zo
verder tot je linkerbuurman jou een zinnetje in het oor
lestip : ‘de billen van Mamoe’
fluistert. Je vraagt aan je rechterbuurman de zin te her-
Principe : ‘Wie woorden zaait’
halen die je in zijn oor gefluisterd had. Dan zeg jij de zin die je hoorde van je linkse buurman. Heel dikwijls is de
Uit: De billen van Mamoe
zin zo verdraaid dat hij niet meer te herkennen is. Je
Siska Goeminne,Wim Opbrouck
houdt nu een klassengesprek over het vertellen en verder
Afijn, . Blz. .
vertellen van geheimen. Over de auteur
Bij het lezen
Siska Goeminne () studeerde Germaanse Taal- en
De leerkracht leest het fragment voor. Een klassengesprek
Letterkunde aan de
over geheimen en hoe je je daarbij voelt is zeker aan de
Ze schreef veel verhalen voor zichzelf, maar toen haar
orde. Soms kan het een prettig geheim zijn en dan denk je
dochtertje over vreemde gedachten in haar hoofd
er graag aan. Soms is een geheim niet zo prettig en dan
vertelde, kreeg ze een idee waaruit haar eerste boek zou
wil je er liefst niet aan denken. Doordat je er ’t liefst niet
ontstaan. De vragen die kinderen zich stellen houden haar
aan denkt, kun je niet anders dan er toch aan denken en
sterk bezig. Ze schrijft in een heldere, trefzekere taal over
dat maakt het alleen maar erger. Soms helpt het als je je
hoe kinderen de wereld om zich heen ervaren. Haar
geheim opschrijft, maar dan kan iedereen het lezen en
debuut was Het hoofd van Marieke, met illustraties van
bestaat het gevaar dat je geheim uitkomt. De oplossing
Yvonne Jagtenberg.
KU
Leuven, waar ze ook bleef werken.
voor dit probleem is geheimschrift. Over de illustrator Na het lezen
Wim Opbrouck () ken je vast als acteur. Hij
In een klassenschrift schrijft elke leerling iets op in
studeerde aan het Herman Teirlinck Instituut. Hij speelt in
geheimschrift. Zo kan wel iedereen lezen wat er staat
theaterstukken, films en tv-series, zingt bij De Dolfijntjes
maar begrijpen ze het niet. Een voorbeeld uit de oorlogs-
en maakt ook illustraties. Zijn beelden doen denken aan
berichten: ‘De koe heeft gekalfd.’ Daarmee bedoelde men
kindertekeningen en hebben vaak vervreemdende ele-
dat er een nieuwe verzetstrijder in de groep gekomen was.
menten: de meeste hoofden in De billen van Mamoe zijn
De leerlingen kunnen proberen de code van het geheim-
vervangen door een soort vlam of vleugel. Ook oude
schrift te breken.
foto’s nodigen uit tot interpretatie.
In plaats van codetaal kun je op een andere manier gaan schrijven, die ook minder duidelijk is. Schrijven van links
Over het boek
naar rechts, van boven naar onder, letters vervangen door
In dit verhaal volgen we Lieze.We zien hoe zij de wereld
tekentjes, bijvoorbeeld. Ook schrijven zonder spaties geeft
rondom haar ziet. De klare tekeningen suggereren meer
een moeilijk leesbaar resultaat.
dan ze tonen.
Verdeel de leerlingen in groepjes van twee of vier. Laat hen een geheimschrift opstellen en een tekstje in hun
Werken met het fragment
eigen geheimschrift opschrijven. Kijk na of er in de oorspronkelijke tekst geen fouten staan want anders wordt
Voor het lezen
de volgende opdracht nog veel moeilijker. Laat de tekstjes
Bespreek met de leerlingen welke trucs je zoal kunt
(enkele zinnetjes zijn zeker voldoende) doorgeven aan een
gebruiken om iemand iets te laten doen wat hij eigenlijk
ander groepje en laat dit groepje de tekst ontcijferen. De
niet wil doen. Bekende voorbeelden: een kind dat niet wil
leerlingen ontdekken dat dit niet zo eenvoudig gaat.
eten kun je daar misschien toch toe verleiden door vlieg-
Je kunt aan deze lessen ook een les vastknopen over het
tuigje of treintje te spelen met de lepel, en door te vragen
oog en blindheid. Het brailleschrift is eigenlijk ook een
‘de deur van het station’ te openen.
vorm van ‘geheimschrift’, maar dan één dat door blinde mensen kan ontcijferd worden.
Bij het lezen
Lestip : ‘Kleine Dood en het meisje’
Het fragment wordt door de leerkracht voorgelezen.
Principe : ‘Wie woorden zaait’
Tijdens een klassengesprek wordt duidelijk gemaakt dat dit
Principe : ‘De boekenbabbel’
een trucje is van de leraar om de leerlingen aan te zetten om aandachtig te zijn bij het schrijven. Er wordt ook aan-
Uit: Kleine dood en het meisje
dacht besteed aan de heel mooie taal die in dit boekje
Kitty Crowther
gebruikt wordt: ‘We hangen als magneetjes aan hem vast’
Querido, . Integrale tekst.
of ‘Mamoe is doodmoe, denkt Lieze. Dat is veel erger dan gewoon moe, het is moe voor iemand die doodgaat.’
Over de auteur Kitty Crowther () groeide op in Brussel en studeerde
Na het lezen
er beeldende vorming en illustratie aan het Sint-Lucas
De leerkracht heeft ook een schrijfpet voorzien. De leer-
Instituut. Haar illustraties zijn expressief en sober, soms
lingen mogen om beurt deze pet opzetten en dan een zin
karikaturaal en vol met symbolische details. Met dunne
op een reepje papier schrijven. De verschillende zinnen
contourlijnen en een paar sombere kleuren geeft ze de
worden achter elkaar gekleefd in een schrift. Zo ontstaat
sfeer van het verhaal en het gevoel van haar bedreigde
er een nonsensverhaal. Om te beginnen kun je elk kind
personages weer. Ander werk is onder meer Ik en niks, In
een woord geven dat in de zin moet komen. Dit maakt
het pikkedonker en Anna in de wolken.
het voor de leerlingen eenvoudiger om een zin te maken. Nadien kan hetzelfde gedaan worden zonder een gegeven
Over het boek
woord.
In dit boekje wordt de dood op een andere manier
Omwille van de mooie taal die in dit boek gebruikt
bekeken dan je gewend bent. De tekst is heel beknopt.
wordt, raden we aan dit boek helemaal voor te lezen en dieper in te gaan op de woordspelingen.
Werken met de tekst Voor het lezen Laat de leerlingen doodsprentjes, overlijdensberichten... zoeken. Als er kinderen zijn die al in contact kwamen met de dood, kunnen ze vertellen hoe zij zich daarbij voelden.Ook kunnen de leerlingen zich proberen in te leven in de gevoelens van de persoon die sterft. Hoe hebben die de dood ervaren? Hoe staan wij tegenover de dood? Is het normaal dat er mensen zijn die bang zijn voor de dood? Hoe komt dat? Wat gebeurt er zoal als er iemand overleden is? Wat denken en voelen we dan? Bij het lezen De leerkracht leest de volledige tekst voor.We zien hier dat de dood als een verlossing wordt gezien door het meisje. Is dat gemakkelijk, de dood als een verlossing zien? Kun je je voorstellen dat deze gedachte iemand die van iemand afscheid moest nemen, kan troosten? Of zou het ook kunnen dat deze gedachte die persoon juist opstandig maakt? Het zijn enkele vragen die je kunt stellen om tot een gesprek over de dood te komen. Het is belangrijk de kinderen te laten praten over gevoelens bij een overlijden. De leerlingen zullen zich misschien
niet allemaal kunnen inleven in de gevoelens die men
lestip : ‘de kleerkast’
heeft als er iemand overleden is. Zij hebben misschien niet
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
allemaal die ervaring. Misschien hebben zij wel een huis-
dier gehad dat gestorven is. Ook dan kunnen zij zeer
De kleerkast, uit: Kastje, wat past je?
sterke gevoelens van verdriet ervaren. Ook dat moet aan
Riet Wille, Hugo Van Look
bod kunnen komen.
De Eenhoorn, . Blz. .
Na het lezen
Over de auteur
Bij het omgaan met de dood zien we dat dat anders
Riet Wille () is logopediste en ze vindt het zalig om
gebeurt in verschillende culturen. De gebruiken ver-
te werken voor en met kinderen die moeite hebben met
schillen in het Zuiden en het Noorden van elkaar.Waar
lezen en schrijven. Speciaal voor hen schrijft ze boeken
men zich in zuiderse landen overgeeft aan luid geween, zal
die lekker lezen, maar ze maakt ook kinderpoëzie, toneel
men in de meer noordelijke landen proberen zich ‘sterk’ te
en kartonboekjes. Haar gedichten en verhalen zijn
houden.Waar wij ons gaan kleden in donkere kleuren en
humoristisch, beeldend en lezen vlot. Andere titels: Een
zwart, zal men in het oosten wit dragen.
rijm in mijn oor met Geert Vervaeke, Een japon voor mijn
We kunnen met de kinderen op zoek gaan naar de ver-
kameleon met Kristien Aertssen en De deur is moe, ook met
schillen in ‘doodscultuur’ en daar een collage of tekening
Kristien Aertssen.
over maken.We kunnen de leerlingen ook de opdracht geven een kaartje te schrijven om iemand te troosten bij
Over de illustrator
het overlijden van een persoon of dier.
Hugo Van Look () studeerde grafische vormgeving in Antwerpen en later filmanimatie in Gent. Maar boeken en tijdschriften illustreren ligt hem beter. Hij heeft een voorkeur voor met de losse pols getekende lijnen en nietgesloten omtrekken van egaal, in frisse primaire kleuren ingekleurde vakken. Deze stijl leent zich uitstekend voor strips. In zijn illustratiewerk toont hij een voorkeur voor dieren, kleine personages en griezelige verhalen. Misschien ken je zijn werk in Dolfjes dolle vollemaannacht van Paul Van Loon of Lezen met Hanne en Sanne van Bart Demyttenaere, Falzar en Zidrou. Over het boek In dit boek werden korte, eenvoudige raadsels op rijm verzameld. Overal vind je een kast terug: de boekenkast, de kleerkast, de keukenkast... Werken met de gedichten Voor het lezen Zoek een reeks doosjes bij elkaar en stop daar willekeurige raadsels in. Schik deze doosjes zo op en naast elkaar dat ze een kastje vormen. Laat nu door de beste lezers, om de beurt, een raadsel uit een doosje nemen. Laat het luidop voorlezen, de anderen mogen dan deze raadsels oplossen.
Bij het lezen
lestip : ‘vis, vis, ver se vis’
De gedichtjes worden voorgelezen door de leerkracht of
Principe : ‘Bib en school gaan hand in hand’
door de leerlingen zelf. Je kunt er een quiz van maken. De
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
leerkracht verdeelt de klas in verschillende groepen. Ze leest een gedicht of raadsel voor, de leerling die het raadsel
Vis, vis, verse vis, uit: Wie heeft de wolken gemolken?
kan oplossen, steekt de hand op of luidt een belletje.
Wim Vromant, Dorus Brekelmans
Wanneer het antwoord juist is, krijgt de groep van deze
De Eenhoorn, .
leerling een punt en een nieuw gedichtje. Dit wordt luidop voorgelezen, de anderen mogen weer raden en de
Over de auteur
leerling die het antwoord vindt mag weer een raadsel
Wim Vromant () is leraar. Hij beschrijft in zijn
voorlezen. De groep met de meeste punten op het einde
boeken herkenbare scènes uit het kinderleven: het
heeft gewonnen.
schoolleven, relaties met ouders en andere mensen uit de omgeving, problemen bij het opgroeien. Ander werk: Het
Na het lezen
lachje van de Sint met Tine Vercruysse en
De leerlingen kunnen zo ook zelf raadsels maken. Die
Dora-Nora en de maan met Dorus Brekelmans..
moeten dan niet specifiek over kasten gaan maar kunnen een veel ruimer veld beslaan, wat het misschien makkelijker
Over de illustrator
maakt. De leerlingen mogen dan ook zelf hun eigen raad-
Dorus Brekelmans () volgde de opleiding toegepaste
sels voorlezen. Later kunnen die samengebracht worden
grafiek aan de Karel de Grote Hogeschool te Antwerpen
op stroken en in de klas opgehangen worden.
en debuteerde met illustraties voor het verhaal Reuze van
Je kunt de leerlingen de opdracht geven zelf raadsels te
Gregie de Maeyer.Tekenen en schilderen, figuren verzin-
gaan opzoeken in boeken in de bib. Die kunnen dan
nen, dingen, situaties… waren een hobby; nu is het zijn
gedurende de Jeugdboekenweek, op een vooraf bepaald
werk. Hij illustreerde onder meer Mijn naam is Hendrik
ogenblik van de dag, voorgelezen worden.
Simoen van Luc Simoen.
Je kunt ook daar een wedstrijdje van maken.Voor elk aangebracht raadsel krijgt de leerling bijvoorbeeld een
Over het gedicht
kaartje.Wordt het raadsel niet opgelost, dan krijgt de aan-
Het ritme in dit gedicht herinnert je ongetwijfeld aan het
brenger twee kaartjes. De raadsels kunnen door de leerlin-
versje uit lang vervlogen tijd ‘Vis, vis, verse vis / die van-
gen op een strook geschreven worden en die kunnen
nacht gevangen is.’
opgehangen worden aan een waslijn in de klas. De leerlingen kunnen ook raadsels zoeken rond een
Werken met het gedicht
bepaald onderwerp. Dit is natuurlijk veel moeilijker. Deze raadsels kunnen in de doosjes gestoken worden en men
Voor het lezen
kan zo dan verschillende kasten bouwen. Bezoekers aan de
Laat de kinderen op zoek gaan naar spring- en hinkelrijm-
klas, de directie, ouders of andere leerkrachten en leer-
pjes. Zij kunnen er vragen aan hun ouders en/of
lingen moeten proberen de raadsels op te lossen telkens ze
grootouders. Ook in enkele dichtbundels komen deze
in de klas komen.
rijmpjes aan bod. Laat ze de rijmpjes voorlezen en daarna nog eens lezen, terwijl andere leerlingen op het ritme springen. Lees zelf een ander gedicht voor waar niet zoveel ritme inzit. De leerlingen zullen merken dat ze nu niet zo gemakkelijk op het ritme kunnen springen of bewegen. Bij het lezen Het gedicht wordt enkele keren voorgelezen.Vestig de aandacht op het absurde van de tekst. Het rijmen wordt
hier het belangrijkste, terwijl de betekenis van onder-
lestip : ‘g roen’
geschikt belang is. Je kunt de leerlingen, in groepjes van
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
twee, zelf gedichtjes laten schrijven waarin rijmen belangrijker is dan de inhoud. Deze nonsensgedichtjes schrijf je
Groen, uit: Fanfare
op grote bladen en hang je aan de muur in de klas.
Sjoerd Kuyper, Max Velthuijs Leopold, . Blz. .
Na het lezen
Met deze dichtbundel in de hand kun je ook naar de bib
Over de auteur
gaan. Daar laat je de kinderen op zoek gaan naar andere
Sjoerd Kuyper () schreef als jongere gedichten en
dichtbundels. Ze merken dat in de meeste bibs de dicht-
liedjes, bracht een fijne jeugd door in een klein dorp. De
bundels apart gerangschikt zijn. Laat ze de gedichten met
verhalen van Robin zijn gebaseerd op of geïnspireerd
elkaar vergelijken. Ze merken dat er gedichten zijn waar
door zijn eigen jeugd. Hij schreef de hele schoolkrant vol
er veel belang gehecht wordt aan de inhoud, en andere
en brak later zijn studies filosofie af om kinderboeken-
waar het rijmen of het ritme belangrijker zijn.
schrijver te worden. Hij schrijft liedjes, gedichten, verhalen
Bekijk tijdens dit bezoek aan de bib ook de andere
en scenario’s voor tv-series. Zo werd zijn boek Het zakmes
boeken en genres. Je kunt de leerlingen laten opzoeken
verfilmd en hiermee behaalde hij vele prijzen. Misschien
hoe boeken gerangschikt worden in de bib, hoe je boeken
ken je ook De verhalen van Robin of Vos koopt een hoed.
kunt opzoeken. Laat ze uitzoeken hoe ze te werk moeten gaan als ze nog andere gedichten en boeken over, bijvoor-
Over de illustrator
beeld, vissen moeten opzoeken.
Max Velthuijs () volgde een opleiding tot grafisch ontwerper en schilder aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem. Hij kreeg snel internationale erkenning voor zijn werk. ‘Ik heb een wereld gemaakt waarin kinderen zich kunnen verplaatsen, waar ze zich veilig voelen.’ Dit gevoel is in al zijn boeken aanwezig. In zijn Kikker-boeken brengt hij existentiële thema’s terug tot hun essentie: verliefdheid, geborgenheid, vriendschap, tevredenheid. Zijn taal is zeer sober en helder. In won hij de prestigieuze Hans Christian Andersenprijs voor zijn hele oeuvre. Over het boek De tekstjes in dit boek zijn eigenlijk liedjes.Toch worden deze tekstjes even vlot als gedichten gelezen. Werken met het gedicht Voor het lezen Laat de leerlingen geschilderde vlakken in verschillende kleuren zien.Welke gevoelens hebben ze bij een bepaalde kleur? Welke kleur gaan ze gebruiken om een vrolijke tekening te maken? Welke kleur gebruiken ze wanneer ze droevig zijn?
Bij het lezen De tekst kan gemakkelijk door de leerlingen zelf gelezen worden. Misschien is het nodig om enkele woorden te verduidelijken. Let op de nonsenskleuren zoals ‘bakken tjaptjoigroen’. Op het bord worden woordspinnen gemaakt per kleur. Probeer tussen bestaande kleuren zeker ook nonsenskleuren te maken. Zo is ‘roodborstjesrood’ veel intenser dan gewoon rood. Laat deze woordspinnen door de leerlingen op een blad van dezelfde kleur schrijven. Het is zeker niet de bedoeling je aan de vier hoofdkleuren te houden. De leerlingen worden in kleine groepjes verdeeld en ze mogen zelf een soortgelijk gedicht maken. Ze krijgen de keuze om al dan niet de woordspinnen te gebruiken. Na het lezen Wanneer de gedichten klaar zijn, kunnen die op gekleurde stroken geschreven worden. Zo kunnen we een regenboog maken met deze stroken of gekleurde wimpels. De gedichten waarin de kleuren van de seizoenen verwerkt zijn, kunnen ook in een cirkel geschreven worden, zodat er een seizoenskalender ontstaat.
Een hoofd vol
lestip : ‘lees meer dan er is’
Lestips voor het eerste leerjaar / groep
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
Ingrid Antheunis en Hedwige Buys Lees meer dan er is, uit: Een koek met een hap Oeps...Woeps! Hoeveel gedachten en indrukken schieten
Riet Wille, Anne Westerduin
er niet door het hoofd van een kind dat net de stap naar
De Boeck, . Blz. .
de lagere school heeft gezet? Woorden op het bord of op papier krijgen plots betekenis. Gedrukte letters, zinnen en
Over de auteur
teksten bieden hen oneindig veel mogelijkheden om zelf-
Naast kinderboekenschrijfster is Riet Wille () logo-
standig met geschreven taal aan de slag te gaan. Een onge-
pediste voor baby’s en peuters in een revalidatiecentrum
kende wereld gaat open, maar al die kennis legt ook een
en kinderdagverblijf. In haar dagelijkse praktijk werkt ze
last op de kinderschouders. Het móet allemaal opeens en
veel met versjes en boeken.Vanuit die ervaring is ze zelf
het moet ook nog juist zijn.Twijfel komt om de hoek
kinderpoëzie gaan schrijven.
kijken. Over de illustrator
Daarom willen we in deze bundel aan de hand van tek-
Anne Westerduin werd in geboren in Oostende. Ze
sten en tekstfragmenten een aantal indrukken verkennen.
volgde een lerarenopleiding aan het Regentaat Plastische
We kozen niet alleen verhalen die nauw aansluiten bij de
Kunsten in Brugge. Na die studie kwam ze terecht in de
belevingswereld van het kind, maar ook echte kennis die
reclamewereld. Ze maakte collages voor tentoonstellingen,
hongerige hoofden voedt, of teksten die zijn ontstaan uit
verhuisde naar Brussel en begon kinderboeken te illustre-
een spel van beelden, klanken en woorden, vreemde
ren voor verschillende uitgeverijen. Met Een koekje voor
gedachten die omwille van de schrijfstijl, vormgeving en
Blekkie won ze in de Boekenpauw.
inhoud een ander licht op het vertrouwde werpen. Over het boek Kortom, dit zijn teksten waarin naast het exacte vol-
De auteur combineert eenvoudige woorden met een
doende vrijheid is voor nieuwsgierigheid, verbazing en
doordachte lay-out; zo ontstaat vaak een gedicht waarvan
fantasie.We zochten werkvormen waarmee we
de inhoud als het ware zichtbaar wordt gemaakt. Eerste
eersteklassers uitnodigen om de verscheidenheid die het
lezers kunnen ze zelfstandig lezen en zich verwonderen
geschreven woord biedt te herkennen, te plaatsen, te
over de wijze waarop een gedicht een talig en beeldend
gebruiken en vooral ervan te genieten.
kunstwerk kan zijn.
Zo kunnen we de kinderen blijven aantonen dat het goed is om te kennen, te weten, te dromen, te volgen én eigen-
Over het fragment
zinnig te zijn.
Wie poëtische teksten bij kinderen wil brengen kan deze fragmenten gebruiken met het oog op de ontwikkeling van fantasie en verbeelding. Ze horen thuis bij de vrije poëzie en bieden de kans om jonge kinderen het verschil tussen vormvaste en vrije poëzie te leren zien. De fragmenten nodigen tevens uit om stil te staan bij de vormaspecten van het taalgebruik van iemand die niet lijfelijk aanwezig is. Ze zien hoe gespeeld kan worden met woorden en dat is een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling op het gebied van communicatievaardigheid en taalontwikkeling.
Werken met het fragment
- Zit er een ritme in wat je hoort/zegt/leest? Klinkt het als een liedje?
Voor het lezen
- Is de tekst verdeeld in strofen/deeltjes?
Trek met de kinderen naar een ruimte waar ze over vol-
- Hoor je vaak hetzelfde woord/dezelfde zin/dezelfde
doende bewegingsvrijheid beschikken.Vraag hen een plek
klank?
uit te kiezen waar ze de opdrachten ongestoord kunnen uitvoeren.
Lees daarna zelf een aantal gedichten voor zodat ze ook
Individueel:
kennismaken met gedichten waarbij de auteur zich minder
- Ga op je rug liggen en teken met je benen de letter o in
hield aan regels en afspraken rond rijm en metrum.
de lucht.
- Hoor je vaak de/hetzelfde woord/zin/klank?
- Blijf op de grond liggen en vorm een hoek met je
- Zegt de schrijver iets dat je kent maar gebruikt hij daar
lichaam.
andere woorden, zinnen of gedachten voor?
- Ga op je rug liggen en schrijf met je benen je eigen naam.
- Vergelijkt de schrijver dingen met iets dat je kent?
Per twee:
- Rijmt elke zin?
- Beeld samen, op de grond, met je lichaam één letter o uit.
- Zit er ritme in wat je hoort?
- Beeld samen, op de grond, een uitroepteken uit.
- Gebruikt de dichter weinig/meer/andere woorden?
- Vorm samen, op de grond, een vierkant. In groep:
Laat ook de manier zien waarop de gedichten in het boek
- Teken samen, op de grond, een vraagteken.
waaruit je voorleest gedrukt werden. De vormgeving
- Vorm samen, op de grond, de drukletter s.
bepaalt vaak over welk soort tekst het gaat.Voorbeeld uit
- Vorm samen, op de grond, een rechte lijn, een gebogen
Ik heb wel eens een bui (Jan ’t Lam, Doortje van Hannig.
lijn, een vierkant, een muur.
Leopold, ):
Bouw na elke opdracht die per twee of in groep wordt
Je kijkt zo donker
uitgevoerd een moment in waarop de groepjes elkaars
zit er een wolkje
vondsten kunnen bekijken.
in je oog?
Bij het lezen
b. kijken en herkennen
a. luisteren, lezen en herkennen
Bekijk samen de fragmenten in de bundel.Vestig, aan de
Vraag wie een gedicht of versje kan voordragen.Wellicht
hand van vragen, de aandacht van de kinderen op de wijze
komen nu een groot aantal gedichten waarin vooral rijm
waarop de auteur de tekst schreef. De tekst is omgeven
als opvallendste kenmerk aanwezig is aan bod.Vraag de
door veel wit. Daardoor ontstaat een bepaald effect bij de
kinderen hoe ze weten dat ze een gedicht voordragen en
lezer. Laat ze ontdekken dat de auteur gebruik maakt van
geen verhaal vertellen. Lees een aantal gedichten voor en
grafische middelen om de tekst herkenbaar te maken.
ga samen op zoek naar de eigenschappen van een gedicht,
Bij koek en hoek werd er gespeeld met beginletters in
voor zover ze deze met hun lees-/luisterervaring kunnen
combinatie met de grafische vorm.
geven. Zorg voor verscheidenheid in je aanbod, zodat ze
De lijn en muur leveren het beeld van de inhoud door de
zonder de juiste benaming te moeten kennen vertrouwd
herhaling.
raken met verschillende vormvaste gedichten. In bundels
Bij de wip en het omlaag vallen zorgt de plaatsing van de
en bloemlezingen komen onder meer de verhalende
woorden voor het effect dat de inhoud ondersteunt.
gedichten van Annie M.G. Schmidt of gedichten over de
De ruit is wellicht moeilijker, daar we er niet van uit kun-
leef- en belevingswereld van kinderen van Nannie Kuiper
nen gaan dat de meeste kinderen het meetkundige begrip
in aanmerking, maar zorg ook voor limericks, aftelrijm-
‘ruit’ herkennen. Maak van deze uitdaging gebruik om de
pjes, kringliedjes, poëzieversjes, bakerrijmpjes, raadselversjes
manier van kijken, denken en verwoorden klassikaal toe te
of onzingedichten.
passen bij het ontdekken van het woordbeeld.
- Hoor je rijmwoorden op het einde van de zin?
Vraag de kinderen welke tekstsoort ze hier zien.
Is het een verhaal, een weet-tekst die informatie geeft of
lestip : ‘Sus en Jum’
horen de fragmenten thuis bij gedichten? Situeer indien
Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
nodig zelf deze fragmenten bij gedichten en vertel dat de
Principe : ‘Boekenbabbel’
auteur van dit gedicht met woorden (taal) een soort van
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
kunstwerk (beeld) heeft gemaakt. Dit soort teksten horen ook thuis bij poëzie.
Uit: Sus en Jum Joke van Leeuwen
Na het lezen
Querido, . Blz. -.
a. zelf schrijven
Maak de kinderen vertrouwd met deze poëzievorm door
Over de auteur-illustrator
hen zelf aan het schrijven te zetten. Begin met eenvoudige
Joke van Leeuwen werd in in Den Haag geboren.
opdrachten die aansluiten bij de fragmenten die ze eerder
Toen ze veertien was, verhuisde het gezin naar Brussel. Ze
lazen.
volgde een grafische opleiding aan de Kunstacademies van
- omhoog
Antwerpen en Brussel en studeerde geschiedenis. Nadat ze
- ik stap op de trap
een hele tijd in Nederland woonde, is ze weer naar België
- ik daal neer
verhuisd. In verscheen haar eerste kinderboek De
- de zee
Appelmoesstraat is anders. Sindsdien schreef ze tal van
- ik vaar op zee
kinderboeken en werden er een groot aantal van
- ik vaar in de storm
bekroond. Ze illustreert haar werk zelf. Met speelse
- mijn boot zinkt
humor, talige grapjes, kriebelige zwart-wit-illustraties en vaak absurde, meeslepende verhalen geeft ze commentaar
b. zelf lezen
op de wereld om haar heen. Ze schrijft ook romans en
Voorzie in de leeshoek één of meerdere exemplaren van
dichtbundels voor volwassenen. Joke van Leeuwen
het boek zodat de kinderen ze op vrije en vaste
behoort tot de belangrijkste auteurs van het Nederlandse
momenten spontaan kunnen doorbladeren. Zorg, naast
taalgebied.
poëzie die speciaal voor deze doelgroep geschreven werd, ook voor andere poëziebundels waarin kinderen zelf-
Over het boek
standig aan het neuzen gaan. Eens ze het technische
Met dit verhaal richt Joke van Leeuwen zich tot kinderen
leesaspect onder de knie hebben, zorgt ander aansluitend
die lezen net onder de knie hebben. Meteen bezorgt zij
materiaal voor een uitdaging.
hen een pareltje dat het lezen de moeite waard maakt. Het verhaal bestaat uit korte dialogen tussen twee vrien-
c. één keer is niet voldoende
den. Sus is groot en spreekt in grote letters, Jum is klein
Beperk je niet tot één lesje rond poëzie, maar laat het luis-
en drukt zich met kleine letters uit. Ze beleven ogen-
teren en kijken naar een zo verscheiden mogelijk aanbod
schijnlijk weinig spectaculaire dingen. Het is vooral de
geregeld aan bod komen. Zorg voor een ruime bagage,
wijze waarop Joke van Leeuwen de dialogen en illustraties
zodat zowel geplande als occasionele momenten ondersteund
samen verwerkt, die het verhaal zo wonderlijk maken.
kunnen worden. Op die manier maken kinderen niet alleen kennis met diverse vormen; de herhaling zorgt voor
Over het fragment
herkenning en vanuit die herkenning ontstaat vertrouwen.
Sus en Jum zitten verdoken in een hut te schuilen voor de
Een vertrouwen waaruit een brede appreciatie kan groeien.
regen. Dan komen er plots een stel poten, gevlekte buiken
De voorgestelde werkvormen steunen op het werk van
en loeiende hoofden voorbij.
Jacques Vos Het huis lijkt wel een schip (Becadidact, ). Deze bundel bevat naast een duidelijke visie nog meer suggesties en is een aanrader voor al wie teksten en kinderen bij elkaar wil brengen.
Werken met het fragment
Keer tenslotte terug naar de W-vragen op het bord: - Wie waren aan het woord?
Voor het lezen
- Wat gebeurde er?
De kinderen leren zich oriënteren op het verhaal. Noteer
- Waar bevonden zich deze personages?
op het bord de woorden: ‘wie’, ‘wat’, en vul eventueel aan
- Wanneer gebeurde dit?
met ‘waar’ en ‘wanneer’. Lees zelf de vier eerste zinnen van
- Zagen de personages eruit zoals verwacht?
het fragment voor. Gebruik de gepaste intonatie zodat duidelijk is dat hier twee verschillende figuren met elkaar
Laat de kinderen het antwoord zelf zo duidelijk mogelijk
praten. Stel je zodanig op dat de kinderen je niet zien en
formuleren. Besteed hier voldoende tijd aan. Ervaring
op die manier als het ware getuige zijn van een gesprek
wees uit dat nadenken over wat gelezen/getekend werd
dat zich tussen twee personages afspeelt.
evenveel aandacht verdient als correct lezen wat er staat. Zo leg je nu al de basis voor individueel begrijpend en
waar zijn we?
genietend lezen.
ver weg. ver weg van wat?
Bij het lezen
van de zon en van huis.
a. lezen en kijken Verdeel de klas in groepjes van vier en vraag de kinderen
Vraag hen om in kleine groepjes na te denken over het
het vervolg van het verhaal te lezen in hun fragmenten-
gesprek dat ze hoorden.
bundel.Wijs hen vooraf op de lay-out: Sus spreekt in grote
- Wie waren aan het woord?
letters, Jum doet dat in het klein.Vraag hen ook om aan de
- Wat gebeurt er?
hand van de W-vragen dit fragment opnieuw te vertellen.
- Waar bevinden zich deze personages?
Voorzie voor elke groep acht verschillende kopies van de
- Wanneer gebeurt dit?
bijhorende illustraties (blz. -). Geef elk kind twee
- Hoe stellen ze zich de twee figuren voor?
illustraties. Ze laten die aan niemand zien, maar vertellen
Hierbij laten de kinderen zich volledig leiden door hun
om de beurt wat er op hun tekening te zien is. De andere
fantasie. Nodig hen uit om wat ze bedachten zo uitvoerig
leden van het groepje zoeken samen uit bij welk tekstdeel
mogelijk te beschrijven. Bijvoorbeeld niet zomaar een bos,
de tekening kan horen. Op die manier bepalen ze de vol-
maar een donker bos waar oude bomen staan met dichte
gorde van de tekeningen in het verhaal.
takken die geen streepje zonlicht doorlaten. Nadien stellen de verschillende groepjes hun verzonnen situatieschets aan
b. expressief lezen
elkaar voor.
Elk groepje oefent het expressief lezen van de tekst.Twee kinderen nemen de rol van Sus op zich, hun partners lezen
Wie meerdere dagen rond dit boek wil werken, geeft de
het deel van Jum.Wie niet leest toont de bijbehorende
kinderen de opdracht om deze situatie in een tekening om
illustraties. Nadien leest telkens één groep het fragment zo
te zetten. Dat kan de aanzet zijn voor een nieuw verhaal.
expressief mogelijk voor. De luisteraars volgen ook in
Wie het boek gedurende één lestijd gebruikt, stelt nu zelf
welke mate de illustraties in de juiste volgorde werden
beide personages voor aan de hand van wat voorafging aan
gelegd. Om teleurstellingen te voorkomen, controleer je
het fragment. Zorg ervoor dat de kinderen het verhaal
dit zelf zo onopvallend mogelijk tijdens het voorafgaande
visueel kunnen volgen. Dat kan onder de vorm van
oefenmoment.
transparanten van de tekst, grote kopieën of gescande beelden die op een computer met projectie klassikaal te
Na het lezen
volgen zijn. Het zijn vooral de kleine details in de tekenin-
a. Nog meer lezen
gen en de lay-out die het verhaal zo bijzonder maken.Toon
Zorg voor één of meer exemplaren van het boek die door
ze terwijl je voorleest en laat de kinderen zelf de details
de kinderen ontleend kunnen worden.
aanduiden of opmerkingen geven. Leer hen op die manier
Maak ook gebruik van de interesse die voor Joke van
het werk van Joke van Leeuwen als geheel te benaderen.
Leeuwen en haar werk is gewekt om andere boeken van
haar voor te stellen. Na een korte introductie komen de
de drie hoofdkleuren (rood, geel en blauw); zo krijgt de
volgende boeken in aanmerking om door eersteklassers
fries een grotere uniformiteit en eenheid. Ook hier laat je
zelfstandig gelezen te worden:
de lijnen met zwart overtekenen.
- De Appelmoesstraat is anders (La Rivière en Voorhoeve, )
c. de fopdoos
- Sontjeland (Spetterreeks, Zwijsen, )
Een mooie nevenactiviteit is de fopdoos. Hiermee laat je
- Een sok met streepjes (pictoboek, Zwijsen, )
de kinderen aan den lijve ondervinden hoe onze ogen ons
- Ik ben ik (versjes voor beginnende lezers, Zwijsen, )
soms kunnen bedriegen en dat je je nooit mag laten lei-
- Niet wiet, wel nel (Leesleeuw eerste leerjaar, Zwijsen, )
den door een eerste (onvolledige) blik, maar altijd naar het
- Een poosje groot (Leesleeuw eerste leerjaar, Zwijsen, )
totale beeld op zoek moet gaan. De fopdoos is een
- Naar toe toe (Leesleeuw eerste leerjaar, Zwijsen, )
gewone doos die je op z’n kant zet. Uit de bodem snij je
- Wat wil je dan? (Leesleeuw eerste leerjaar, Zwijsen, )
een opening die zo groot als de tekening die erin gekleefd wordt, nodig heeft. Je toont de doos met de tekening aan
b. kijkfriezen
de kinderen en vraagt hen wat ze zien. Als iedereen geant-
Wie meer tijd aan dit boek kan of wil besteden kan
woord heeft, draai je de doos om en toon je hen de
vertrekken van het beeld: Sus en Jum zitten verdoken in een
volledige tekening. De verbazing zal groot zijn en onmid-
hut te schuilen voor de regen. Dan komen er plots een stel
dellijk brandt er een gesprek los.
poten, gevlekte buiken en loeiende hoofden voorbij.
Wat is er nu te zien? Op de gedeeltelijk afgedekte teken-
Iedereen kent het fenomeen van de blik op de natuur
ing zie je een afsluiting met planken. Er zijn twee planken
vanuit een vogelkijkhut, of beter nog, het beeld dat je
weg en door het gat zie je de bonte vlekken en de uier
krijgt wanneer je in een souterrain of kelderkamer zit en
van een koe. Op de volledige tekening is echter een man
naar buiten kijkt: je beeld wordt sterk beperkt door het
te zien met een gevlekt jasje aan en zijn gespreide vingers
smalle kijkraam en plots ziet de wereld er heel vreemd uit.
blijken de uier te zijn.
Als je niet in de gelegenheid bent om met de kinderen
Deze activiteit komt uit het Werkboek intercultureel onderwijs
een dergelijke ervaring in het echt te beleven, kan je
(Marc Coolens,Wim Maes.Wereldwerkplaats Leuven, ).
samen met hen een kijker maken met de koker van een keukenrol. Op het uiteinde kleef je een stukje papier waar je eerst een rechthoekige reep uit geknipt hebt. Laat hen in de klas, de school, op het speelplein of ergens op een veldje rondlopen en alles goed bekijken.Wanneer ze iets gezien hebben dat hen bevalt, nemen ze een mentale foto van dat beeld. (Je legt hen dat natuurlijk eerst goed uit en bespreekt wat de bedoeling is van de opdracht.) Terug in de klas tekenen ze dat smalle beeld. Ze kunnen eerst een schets voor zichzelf maken om het beeld dadelijk vast te leggen. Daarna maken ze de tekening: ofwel op een mooi tekenblad en helemaal ingekleurd, ofwel op een lange strook papier die in hokken verdeeld is. Elk kind krijgt zo’n hok tot zijn beschikking om zijn tekening in te zetten. Zo maken alle kinderen samen een lange kijkfries. Als je op bruin inpakpapier werkt, hoef je zelfs niets in te kleuren. Je kunt de kinderen hooguit hier en daar een deel van de tekening met wit laten invullen, als een soort accent en daarna tekenen ze de lijnen over met dikke, zwarte stift. Op een reep wit papier is kleur misschien toch iets vrolijker, maar je zou hen kunnen beperken tot
lestip : ‘zoveel’
wordt sterk benadrukt door de herhaling in de tekst en
Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
tegelijk geeft dit een gevoel van veiligheid aan kinderen
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
die net kunnen lezen.
Uit: Nel verft wat ze wil
Werken met het fragment
Ben Kuipers,Yvonne Jagtenberg Zwijsen, . Blz. -.
Voor het lezen a. wat zegt een kleur?
Over de auteur
Verdeel de klas in groepjes. Elke groep krijgt de opdracht
Ben Kuipers () werd geboren in Oldenzaal,
om bij een bepaalde kleur zoveel mogelijk zaken of voor-
Nederland. Hij studeerde eerst een paar jaar psychologie,
werpen te bedenken (en te noteren, als de leerlingen dat al
maar koos uiteindelijk voor journalistiek. Hij schreef
kunnen). Je kunt de kinderen ook zoveel mogelijk dingen
onder andere voor het damesblad Margriet en debuteerde
uit de klas (of school) laten bijeenbrengen. Uit elke groep
in met Een zelfgemaakte zomer. Hij is vooral gekend
neem je een tweetal voorwerpen. Kies er enkele die heel
door de verhalen over Job en Diede en de heerlijke
sterk ‘kleurvast’ zijn en enkele die probleemloos van kleur
boeken over Wolf en Lam.
kunnen veranderen. Bespreek met de klas wat de waarde van kleuren is.Waarom moet een banaan geel zijn en niet
Over de illustrator
blauw? Zouden ze een blauwe banaan opeten? Waarom
Yvonne Jagtenberg is geboren in Tilburg, Nederland in
niet of net wel? Waarom kunnen appels rood, geel of
. Ze studeerde aan de Hogeschool voor Kunsten in
groen zijn en vindt niemand dat vreemd?
Arnhem en illustreert voor verschillende auteurs en bij verschillende uitgeverijen.Tevens is ze gekend voor haar
b. hoe voelt een kleur?
illustraties bij de voorleesverhalen van Sesamstraat. Beelden
Aan kleuren hechten we ook gevoelens en waarden,
moeten voor haar een verhaal op zichzelf vertellen.
betekenissen zelfs. Hou een gesprek over kleuren en gevoelens.Welke kleuren zijn voor hen vrolijk, triest, boos,
Over het boek
bang, verlegen? Als het voor de kinderen wat te abstract
Nel verft vaak. ‘Schildert vaak’, zou het moeten zijn, want
wordt, kun je hen vragen welke kleur kleren ze zouden
Nel is duidelijk een kunstzinnig meisje. Nel houdt er ook
dragen bij een boze, blije... dag. Als er kinderen in de klas
heel eigen ideeën op na. Haar schilderkunst of -kunde
zitten die sterk afwijkende kleurkeuzes opgeven, kan je
beperkt zich niet tot het weergeven van de realiteit. Nel
even peilen hoe dat komt. Je kunt natuurlijk gaan
vertelt haar verhalen via kleuren. Haar vriendje Mart heeft
schilderen na dit gesprek en blije, bange, boze… schilde-
het daar soms wat moeilijk mee.
rijen maken met alleen maar kleuren. Daarin kunnen dan
Dit boek in
AVI
is geschikt voor eerste lezers op het
passende woorden, tekeningen of knipsels gekleefd worden
einde van het schooljaar. Gelukkig staan er ook veel
die de sfeer of het gevoel van het schilderij nog sterker
ondersteunende en prikkelende illustraties in. Ze bieden
maken. Dat kan individueel, maar ook in groep.
ondersteuning voor wie lezen moeilijker is. Bij het lezen Over het fragment
Nel weet goed wat ze wil. Dat is duidelijk uit de dialogen
Kijken naar kunst kan een vrijheid inhouden. Een vrijheid
die ze met zichzelf voert. Lees een deel van het fragment
van gedachten en gevoelens. Kijken naar bijvoorbeeld de
tot ‘… En ik weet nog veel meer niet.’ In een aansluitend
Amerikaanse abstract-expressionistische kunst geeft de
gesprek ga je na of de kinderen de inhoud van dit eerste
mogelijkheid om een eigen idee of verhaal te koppelen
deel begrepen. Het vervolg van het fragment lezen ze
aan wat je ziet en dat is net wat Nel doet met haar manier
individueel. Geef hen voldoende tijd om dit deel in te
van schilderen. Diezelfde vrijheid is ook terug te vinden
oefenen. Is dit gebruikelijk, dan kan het tekstje mee naar
in de tekst van het boekje. De dialoog tussen het meisje en
huis om het daar in te oefenen. Het is de bedoeling dat ze
de jongen laat veel pistes open. Het gevoel van ‘alles kan’
zo vertrouwd raken met wat er staat zodat ze de zelfzekere
toon van Nel in hun lezen kunnen weergeven.
verzonnen verhaal is waardevol.Vraag wel waarom ze zo
Terug in de groep kleur je samen de steeds weerkerende
denken.Wat hen precies tot die interpretatie gebracht
zinnen ‘Dat kan. Maar het hoeft niet.’ Laat de kinderen
heeft. Zijn het de kleuren? Een detail? Enkele lijnen?
een kleur kiezen die volgens hen het beste bij deze uit-
Mooi en verrassend is om de kinderen ook over de
spraak past. Stel de klas op in een kring. Om de beurt
grootte van de doeken die ze in kunstboeken zien te laten
leest een kind een zin van het voorbereide stuk; de ge-
fantaseren. Meestal staan de werkelijke afmetingen er wel
kleurde zinnen worden samen gelezen, alsof er een koor
bij vermeld. Probeer de grootte tastbaar te maken – als je
op de achtergrond antwoordt. Herhaal dit een aantal keer
de kans krijgt, ga dan het echte werk bekijken – zodat ze
en laat de kinderen spelen met de intonatie die het ver-
een juist inzicht krijgen en vraag hen dan of het hun ver-
schil tussen vraag en antwoord aangeeft en waarmee de
haal verandert. Je kunt hier nu ook hun zelfgemaakte
vastberadenheid van Nel in de verf gezet wordt. Geen
schilderijen en/of collages bij betrekken.Willen ze nog
spectaculaire werkvorm, wel een prettig alternatief om het
dingen veranderen of bijvoegen? Welke verhalen ‘lezen’ ze
noodzakelijke oefenen in lezen in een eerste klas wat
in elkaars werk?
meer kleur te geven. Link kijken naar kunst en de wijze waarop met creativiteit
Na het lezen
omgesprongen wordt met het prentenboek Een fantastisch
We nemen hier de draad weer op met de inleiding tot het
verjaardagscadeau (Valeri Gorbachev. De Vier Windstreken,
fragment en gaan dieper in op de vrijheid die in kunst
).
vervat zit. Kunstboeken en musea staan en hangen vol met (voor de fantasie) de meest toegankelijke kunstwerken. Je kunt wat dingen voorbereiden door bijvoorbeeld de kleurschilderijen of de kleurinventarislijsten die de kinderen eerder maakten eens grondig te bekijken. In het plaatselijke museum of in de kunstboekenbib zijn er zeker heel wat voorbeelden te vinden van voorwerpen die afwijken van de kleurkeuze van de kinderen. Bekijk samen met hen een aantal schilderijen van groene, rode, oranje, paarse, paarden (terwijl die bij hen bijvoorbeeld enkel in het bruin voorkwamen), of laat ze hen zelf opzoeken in het aanbod kunstboeken dat je in de klas hebt gebracht.Voor de veiligheid bekijk je de boeken best eerst zelf eens om er zeker van te zijn dat er iets bruikbaars in staat. Bespreek wat er te zien is. Kunnen ze daar in komen? Wat roepen deze beelden bij hen op? Welke situaties kunnen ze bedenken bij deze schilderijen? In dezelfde musea of kunstboeken kom je waarschijnlijk ook enkele abstract-expressionistische doeken tegen. Het werk van Jackson Pollock, Sam Francis, Robert Motherwell, Franz Kline en Morris Louis is hiervoor uitermate geschikt, maar ook Mark Rothko’s werk kan de fantasie in die richting stimuleren. Laat de fantasiemolen maar op volle toeren draaien en de kinderen honderduit vertellen wat ze menen te zien. Maak hen duidelijk dat, net als bij muziekbeluistering, er niets fout kan zijn. Elk
lestip : ‘Zip’
Werken met het fragment
Principe : ‘Wie woorden zaait’ Principe : ‘Boekenrijk’
Voor het lezen
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
Toon het boek waaruit dit fragment afkomstig is en peil
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
met de kinderen naar de verwachtingen die de illustratie op de kaft oproept. Lees vervolgens het verhaal van Zip
Uit: Zip
voor. De inhoud is duidelijk en het woordgebruik een-
Wim Hofman
voudig. Het voorlezen vraagt weinig verduidelijking of
Van Holkema & Warendorf, . Blz. -.
interactie. Daardoor kun je dicht bij het verhaal blijven en bij de sfeer die voorlezen op zich oproept. Maak gebruik
Over de auteur
van de illustraties om af en toe een rustpauze in te
Wim Hofman werd op februari in Oostkapelle,
bouwen en de belangstelling te behouden.
Zeeland geboren.Tekenen en schrijven doet hij al van jongs af. Hij groeide uit tot één van de belangrijkste
De juf schreef zijn naam op het bord.
dubbeltalenten uit de Nederlandse jeugdliteratuur. Zijn
‘Wat doe je daar?’ vroeg Zip.
werk werd meermaals bekroond. Hij is een echte taalvir-
‘Daar staat Zip,’ zei Liesje.
tuoos.Vaak gebruikt hij tekeningen en typografie om
‘Niet waar,’ zei Zip. ‘Ik zit hier!’
emoties en sfeer te creëren.
en ‘Dag,’ zegt Liesje.
Over het boek
‘Dag?’ vraagt Zip. ‘En het is nacht!’
Zip is een ruimtemannetje dat toevallig op aarde belandt. Met het leven op aarde is hij niet vertrouwd. Daaruit
Dit zijn grappige uitspraken die omwille van het taalspel
ontstaan grappige situaties. Het verhaal bestaat uit vier
extra aandacht verdienen.
hoofdstukken en is door jonge lezers met enige leeservaring zelfstandig te lezen.
Het laatste hoofdstuk werd, in tegenstelling tot de vorige
In verscheen het verhaal Zip voor het eerst gebun-
hoofdstukken, in de tegenwoordige tijd geschreven. Heeft
deld met drie sprookjes in het boekje Zip en andere
dat een betekenis? Het geeft het voorlezen een extra tintje.
verhalen. Hiervoor kreeg Wim Hofman een zilveren griffel.
Alsof het vertrek van Zip het belangrijkste moment is en
Bij uitgeverij Van Holkema &Warendorf werd het
de beschrijving van wat daarvoor gebeurde, voorafgaat aan
afzonderlijk heruitgegeven en behoort het tot een best
wat heel dichtbij plaatsvindt.
aantrekkelijke serie voor eerste lezers. Ook door Malmberg werd het uitgegeven; hier behoort het als pocket tot de
Controleer in een gesprek achteraf in welke mate het ver-
Boekentoppersreeks voor de eerste graad.
haal aansluit bij de eerdere verwachtingen. Vraag welk soort verhaal dit is. Kan het echt gebeuren?
Over het fragment
Speelt het zich af in een wereld die we kennen?
Het fragment richt zich met eenvoudige zinnen tot eerste lezers en geeft informatie over de auteur van het verhaal.
Bij het lezen
Naast gebruikelijke gegevens over Wim Hofman bevat het
a.Wim Hofman voorstellen
ook zijn eerste verhaal. Een verhaal over een muis, waarin
Lees zelf het fragment uit de bundel voor, behalve het ver-
het woord ‘piep’ dominant aanwezig is. Een gemakkelijk te
haal van de muis.Vraag de kinderen of ze herkennen wat
lezen verhaaltje dat de fantasie op gang brengt.
over Wim Hofman wordt verteld. - Keken zij toen ze nog niet konden lezen ook naar letters? - Waar zagen ze die letters? - Welke letter herkenden ze het eerst? - Hebben ze een lievelingsletter? - Schreven ze ook wel eens een allereerste verhaal?
- Bewaarden ze dat verhaal?
De muizen vertellen elkaar op geheimzinnige wijze waar
- Wat voor tekst is dit? Is het waar wat hier staat? Vergelijk
een voedselvoorraad te vinden is.
met Zip.
De muizen vertellen in geuren en kleuren hoe ze op het nippertje aan de kat zijn ontsnapt.
Toon de tekening over de auteur uit het boek en vergelijk met een foto die je terugvindt in naslagwerken over
Laat iedereen gelijktijdig spelen. Stimuleer de kinderen
auteurs, flappen van boeken, folders of op het internet.
aan de hand van kleine aanwijzingen om hun intonatie
Vervolgens lezen de kinderen het verhaal van de muis
aan te passen aan het gevoel.
zelfstandig. De drempel ligt hier erg laag; laat ze gerust naar hartelust piepen.Vraag ook nu welk soort tekst dit
Maak vervolgens groepjes van ongeveer vier kinderen. Zij
volgens hen is. Is het verzonnen of echt gebeurd? Wil de
vormen een groep muizen die piepend met elkaar com-
schrijver van de tekst ons iets leren?
municeren.Wat er tussen de muizen gebeurt, beelden ze uit. Hun stem en lichaam zorgen ervoor dat de
b. ‘piep,’ zei de muis
toeschouwers weten welke stemming er heerst en
Vergelijk de tekst van Wim Hofman met dit gedicht van
eventueel kunnen afleiden wat er gebeurt. Samen spreken
L.Th. Lehman (De Bezige Bij, ).
ze eerst de situatie af die ze zullen spelen. De volgende vragen kunnen inspiratie bieden.
Gesprek tussen twee muizen
- Wat eten muizen? - Hoe eten muizen?
Piep,
- Voor wie moeten muizen uitkijken?
Piep,
- Hoe bewegen muizen zich voort?
Piep,
- Hoe slaapt een groep muizen?
Piep,
Voorzie informatieve bronnen zoals boeken, tijdschriften,
Piep
video-opnamen, foto’s op het web waarop muizen in hun
Piep, piep!
milieu waar te nemen zijn. Om beurt tonen de
Piep,
muizenkinderen hun situatie. De toeschouwers proberen
Piep,
te achterhalen wat er zich afspeelt.
Piep, piep, piep. Lievier tierks dien pieps!
Na het lezen a. een muizenstrip
Jiep!
Leg de kinderen uit dat ze het muizenverhaal van Wim
Piep, piep, piep!
Hofman in stripvorm zullen uitwerken. Het wordt een
Piep…
stripverhaal met uitsluitend piep-woorden die afhankelijk van de schrijfwijze een ander gevoel weergeven. Probeer
Vraag hen om de tekst van Wim Hofman te lezen alsof ze
samen uit hoe volgende piepen geschreven kunnen worden:
een muis zijn. Hoe klinkt:
- boos
- een bange muis?
- hongerig
- een bazige muis?
- verliefd
- een onzekere muis?
- bang
- een boze muis?
- trots
- een vermoeide muis?
- bazig
- een alleswetende muis? Allereerst zullen ze voor zichzelf uitzoeken welke soort Los van de tekst zoeken de kinderen per twee een plek in
van muis in hun verhaal de hoofdrol zal spelen.
de ruimte waar ze als twee muizen met elkaar commu-
- een grijze huismuis
niceren.
- een bruine veldmuis
- een woelmuis
nadien voor te stellen in de leeskring. De organisatie van
- een spitsmuis
een leeskring vind je terug in het basisboek Leesbevordering,
- een witte laboratoriummuis
hoe doe je dat? (Stichting Lezen, ).
Maak ook hier weer gebruik van informatieve bronnen om een zo goed mogelijk beeld van de muizen te verkrijgen.
c.Wim Hofman op het net Volwassenen zijn inmiddels vertrouwd met de verschil-
Plooi een tekenblad in twee. De muis van hun keuze
lende zoekmogelijkheden die internet biedt.Toon de
vormt zoals Zip de belangrijkste figuur op de voorflap.
kinderen welke zoekinstrumenten bestaan. Bouw een klas-
Op de achterflap tekenen ze zichzelf (ze zijn immers
sikaal moment in waarop jullie samen via Google de naam
auteur en illustrator van het boek) en schrijven ze een
‘Wim Hofman’ intikken. Laat hen ervaren hoeveel aange-
paar zinnen over zichzelf. Het midden, de binnenkant van
boden informatie er plots opduikt en hoe de kleur aan-
het blad verdelen ze in vier gelijke delen. Hierin tekenen
duidt welke info je reeds bekeken hebt.Voorzie een ogen-
ze de belevenissen van hun muis, die er ook altijd het-
blik waarop kinderen zelfstandig in de computerhoek de
zelfde blijft uitzien zoals de muis op de voorflap. Vergelijk
informatie (fotomateriaal) over Wim Hofman kunnen
hiervoor met de illustraties van Zip; die blijft ook dezelfde
bekijken, eventueel in samenwerking met een kind uit een
kleuren en bouw behouden in de verschillende situaties.
hoger leerjaar. Maak meteen gebruik van het e-mailadres van Wim Hofman om hem samen een mail te sturen.
Overloop vooraf samen wat de muis zou kunnen meemaken, zodat er een actie in het verhaal voorkomt. Bouw het stripverhaal samen op volgens een stramien. Voorstellen van de muis: - Er gebeurt iets (aanloop) - Actie - Afloop Stal de stripverhalen nadien uit, zodat kinderen elkaars avonturen kunnen lezen. Ga samen op het web op zoek naar het adres van Wim Hofman en verras hem met een bundel muizenverhalen. b. nog meer Wim Hofman Zorg voor één of meer exemplaren van het boek die door de kinderen ontleend kunnen worden. Maak ook gebruik van de interesse die voor Wim Hofman en zijn werk is gewekt om andere van zijn boeken voor te stellen. Volgende boeken kunnen eerste lezers zelfstandig aan: - Aap en beer (Van Holkema & Warendorf, ook bij Boekentoppers, Malmberg) - Aap en beer gaan op reis (Spetterreeks, Zwijsen) Vlotte lezers raken wellicht geboeid door volgende titels: - Het bos in (Zwijsen, Leesleeuw, tweede leerjaar) - Gered (Zwijsen, Leesleeuw, tweede leerjaar) - Ik vlieg, ik vlieg (Zwijsen, Leesleeuw, tweede leerjaar) - Uk en Bur (Van Holkema & Warendorf) Vraag de kinderen vrijblijvend wie een boek wil lezen om
‘Weet hij waar de muis in het boek verborgen zit?’
lestip : ‘Lot, een hoofd vol’
hun fantasie te toetsen aan de fantasie van de maker.
Principe : ‘Wie woorden zaait’
Mogelijke vragen:
Principe : ‘Boekenbabbel’
- Waarom ligt het meisje in bed?
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
- Is ze ziek? - Is ze moe?
Uit: Lot, een hoofd vol
- Gaat ze slapen of wordt ze net wakker?
Linda Tabak
- Kan je dit zien op de tekening?
Afijn, . Blz. -.
- Waarop baseer je je antwoord? - Helpt de titel?
Over de auteur
- Wat vertelt die ons?
Geen info beschikbaar.
- Er zal dus iets in haar hoofd zitten? - Wanneer zit er iets in je hoofd als je in je bed ligt?
Over het boek
- Ben je dan wakker of slaap je?
Lot loopt helemaal alleen door de stad. Ze voelt zich heel
- Weet je nog wat je gedroomd hebt als je wakker wordt?
erg klein omdat er zoveel te zien is. Soms wordt ze stil,
- Wat is dromen eigenlijk?
bang of blij, want ze komt ook mensen tegen.Wanneer
- Droom je in beelden, in kleuren of in woorden?
haar hoofd vol impressies zit gaat ze naar huis en naar bed.
- Heb je al eens iets geroken in je droom?
In haar droom beleeft ze alles nog een keer opnieuw.
- Kan je je droom beïnvloeden door bijvoorbeeld heel
Dit sterk gestileerde prentenboek laat zich op het eerste
hard aan iets te denken voor je in slaap valt?
gezicht niet makkelijk ontdekken. Door de ogenschijnlijk
- Moet je slapen om te dromen?
eenvoudige en kinderlijke maar tegelijk zeer artistieke en
- Is er een verschil tussen dromen ’s nachts en dagdromen?
uitgepuurde illustraties, weet je niet onmiddellijk wat je
- Wie droomt nooit?
van het boek moet denken. Ook de sobere kleurkeuze versterkt dat gevoel. De compacte tekstblokjes liggen in de
Bij het lezen
stijl van de tekeningen.Toch zit er een eenvoudige en zeer
Dit boek is vooral een visueel festijn. Op de heldere illus-
heldere opbouw in het boek en eens je die ontdekt hebt,
traties is toch veel detail te zien.Wijs de kinderen hierop.
laat het verhaal je meteen niet meer los.
Stel veel vragen over wat ze zien.
Eerst is er de realiteit. Je ziet een klein meisje door de stad
- Waarom zijn bepaalde dingen getekend zoals ze zijn?
lopen en bent getuige van enkele ervaringen die ze
- Zou jij het ook zo doen?
opdoet. De tekst ondersteunt dit. Daarna krijg je een aan-
- Zo nee, hoe zou jij het doen?
tal tekstloze prenten waarop Lot haar eigen gang gaat en
- Kan je begrijpen waarom het hier zo getekend is?
ook jij als lezer je eigen invulling kan geven. Daarna komt
- Wijs op mogelijke inconsequenties in het verhaal.
de droomwereld. Ook hier weer dezelfde opbouw:
Bijvoorbeeld:
prenten met ondersteunende tekst en tekstloze, voor eigen
- Hoe kan het dat Lot al een bloem in haar hand heeft
interpretatie vatbare prenten. De kleurkeuze verdeelt het
voor ze de bloemenvrouw ontmoet?
boek mooi in twee: blauw voor de realiteit en rood voor
Vergelijk de realiteit met de droomwereld.
de droom.
- Ziet elke figuur er hetzelfde uit? - Wat is er anders en wat is er hetzelfde gebleven?
Voor het lezen
Let zowel op de kledij als op de achtergrond, maar zeker
Naar aanleiding van het kaft kan je met de kinderen aan
ook op de veranderingen in de tekst.
voorspellend lezen doen.Toon enkel het kaft van het
- Welke wereld vinden de kinderen prettiger en waarom?
boek. Daarop is een tekening te zien van een meisje in
- Naast de dominante bruine, blauwe en rode tinten is er
bed.Via een aantal gerichte vragen kan je tot een gesprek
maar één andere kleur te zien in het boek.
over dromen komen, maar dat hoeft niet. Gun de
- Ontdekken de kinderen de gele schoentjes van Lot en
kinderen de vrijheid te zien wat ze denken te zien.Tijdens
de gele bloemen?
het werken met het boek is er mogelijkheid genoeg om
- Hebben ze zelf al eens helemaal alleen door de stad
mogen lopen? Vergelijk hun ervaringen met die van Lot. Lees hen de bijbehorende tekstblokjes voor. - Kunnen ze begrijpen hoe Lot zich voelt?
b. droom en werkelijkheid
- Hebben ze zelf gelijkaardige ervaringen?
Alledaagse voorwerpen worden in een droomwereld iets anders (zie: het beeld van de vrouw met de bloemen in
Gezien de moeilijkheidsgraad van de tekst is het wenselijk
haar droom). Maak er een tweeluik van. Op het ene blad
deze in combinatie met de illustraties aan de kinderen
bevindt zich het realistische voorwerp (getekend, uit-
voor te stellen. Maak gebruik van transparanten van de
geknipt). Op de bladzijde ernaast zit het voorwerp ver-
tekst, gescande beelden die op het computerscherm klassi-
weven in een droomsituatie. Kleur, vorm en materi-
kaal te volgen zijn, of kleurenkopies. Het voordeel van
aalkeuze maken het verschil tussen realiteit en droom
kleurenkopies is dat je ze naast elkaar uitgespreid kan
zichtbaar.
leggen om zo makkelijker te vergelijken. Zo kan je niet alleen de scènes onderling vergelijken, maar ook de
c. schimmenspel
realiteit en de droom. Dit verhaal vraagt duidelijk meer
Door enerzijds de grafische kwaliteit van de illustraties en
dan technisch lezen alleen. Het genieten van de tekst en
anderzijds de strakke herhalende structuur van het verhaal
van het boek als geheel vereist dus het begrijpen van de
leent het boek zich uitstekend voor een schimmenspel.
structuur en inhoud. Kom daarom aan de hand van
Schimmenspel is een dankbare, maar weinig gebruikte
bovenvermelde (en andere) vragen samen met de kinderen
techniek. Dankbaar omdat het toelaat veel ‘te doen alsof ’:
tot het nodige tekstbegrip.
niet alles moet realistisch of tot in de puntjes afgewerkt zijn. Het is immers alleen maar de omtrek, het silhouet dat
Na het lezen
te zien is. Het is echte make believe.
a. inspelen op het ‘hoofd vol’ In de titel staat dat Lots hoofd vol zit.
Je kunt op twee manieren een schimmenspel spelen.Voor
- Wat wil men daarmee zeggen?
jonge kinderen is het zelf, met hun eigen lichaam, spelen
- Waarmee zit het hoofd van Lot vol? Met beelden, woor-
het makkelijkste. Hiervoor heb je een ruimte nodig die
den, zorgen, leuke ideetjes.
verduisterd kan worden, een groot wit laken, een draad die
- Wat betekent het begrip ‘vol’? Dat er veel in haar hoofd
van muur tot muur gespannen wordt en een diaprojector
zit of dat er niets meer bij kan?
of een ander groot, sterk gebundeld licht. De lichtbron
- Heb je dat al iemand ook horen zeggen: ‘Mijn hoofd zit
staat aan de achterzijde van het doek, daar waar ook de
vol’? Wat bedoelde die persoon? Of heb je zelf dat gevoel
spelers zullen staan. Je kunt met de kinderen best eerst wat
al meegemaakt?
houdingen oefenen en ook hoe ver of net hoe dicht ze bij
- Kan een hoofd vol raken?
het doek moeten staan.Verdeel de groep altijd in twee
- Betekent dat, dat je niets meer kan leren, of niks meer
zodat een deel van de klas kan kijken. Het is de enige
kan onthouden?
manier om het effect te van het spel te zien en fouten te
- Hoe kan je weer plaats in je hoofd maken? Heeft
verbeteren. Enkele eenvoudige kartonnen voorwerpen zijn
iemand daar een trucje voor?
al voldoende om wat achtergrondinvulling te krijgen. Een veel gesofisticeerder manier van spelen is met een
Laat de kinderen visueel voorstellen waarmee hun hoofd
echt schimmenspel. Hiervoor heb je weer een te verduis-
vol kan zitten. Maak van elk kind uit de klas een silhouet
teren lokaal nodig, een kader of frame dat met kalkpapier
van zijn hoofd met behulp van een projector. Bevestig dit
bespannen is, een lichtbron en figuurtjes uit stevig papier
uitgeknipte silhouet op een groot blad. Knip de bovenkant
geknipt en op stokjes worden bevestigd. Ook hier geldt
van het hoofd af zodat het lijkt alsof het hoofd openklapt.
uiteraard: eerst een oefenfase.
De overgebleven ruimte vullen de kinderen op met ‘Waar
Voor welke speeltechniek je ook kiest, verdeel het verhaal
hun hoofd vol mee zit’, onder de vorm van geschreven of
in fragmenten (scènes) en verdeel die over een gelijk aan-
gestempelde zinnen of woorden, tekeningen, collages...
tal groepen in de klas.
Overloop met elke groep (drie kinderen) welke achter-
lestip : ‘ik kan’
gronden ze nodig hebben en welke personages er gemaakt
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
moeten worden.
Principe : ‘Bib en school gaan boek in hand’
In elke groep stel je twee kinderen aan die de figuren op het juiste moment tonen (of zelf spelen); één kind leest de
Uit: Mijn zak zit vol met niks
tekst voor.
Lydia Rood, Camila Fialkowski
Voorzie verschillende kleuren bij de belichting om de
Zwijsen, .
sfeer te bepalen en zorg voor een passend muziekje om de overgang tussen de scènes duidelijk te maken.
Over de auteur Lydia Rood () werd geboren in Velp, Nederland. Ze
d. link met andere boeken
studeerde Spaanse Taal - en Letterkunde en was geruime
- Een straatje om van Satoshi Kitamura (Van Holkema en
tijd journaliste bij de Volkskrant. In haar vrije tijd schreef
Warendorf, ).
ze boeken, zowel voor volwassenen als voor kinderen.
In dit verhaal gaan een jongetje en zijn hond ‘s avonds
Lydia Rood leeft van haar pen. Op haar veertigste heeft ze
nog een wandeling maken. De jongen voelt zich veilig
al veertig boeken geschreven.
omdat zijn hond erbij is, maar wat hij niet beseft is dat de
hond duidelijk te veel fantasie heeft. Overal in het straat-
Over de illustrator
beeld ziet hij enge dingen en grote griezels opduiken. De
Camila Fialkowski is op januari in Vlissingen
lantaarnpalen beginnen te leven en de brievenbus bijt naar
geboren. Na de middelbare school volgde ze de opleiding
hem met vervaarlijke tanden.
Grafisch Ontwerpen aan de Kunstacademie Sint-Joost in
- In de stad van Wim Hofman (Van Holkema &
Breda. Ze startte haar loopbaan als illustratrice bij het
Warendorf, ).
weekblad Libelle, waarvoor ze gedurende vijftien jaar bijna
Een meisje trekt door de stad met enkel haar pop bij zich.
wekelijks illustraties voor kookrubrieken inmaakte.Voor
Ze beleeft allerlei avonturen.
uitgeverij Zwijsen illustreerde ze vanaf eind jaren tachtig een groot aantal boeken voor het leesonderwijs. Grote bekendheid kreeg ze met haar illustraties in griezelboeken als de Griezelbus-boeken van Paul van Loon. Camila Fialkowski heeft altijd met diverse technieken en materialen gewerkt, vaak verschillend binnen één illustratie. Gouache, aquarel en inkt wisselt ze af met potlood of viltstift. Nu eens gebruikt ze een kroontjespen, dan weer penselen. (Bron: www.leesplein.nl) Over het boek Dit boek maakt deel uit van de derde serie originele en grappige versjes waarbij de natuurlijke aantrekkingskracht die rijm en ritme op jonge kinderen uitoefenen centraal staat. Ze bieden niet alleen een speelse oefening voor het lezen. Ze bevorderen tevens door metrum en klank het taalgevoel van eerste lezers. Over het fragment Dit gedicht beschrijft het kunnen van een leeftijdsgenoot. Het onderwerp is realistisch, eersteklassers zullen de beschreven situatie moeiteloos herkennen.Ware het niet dat de letter h in elk woord, bij deze eenvoudige woorden
telkens vooraan, ontbreekt. Dat vraagt even kijken en
Maak ook gebruik van de stem:
zoeken, maar ontlokt wellicht bij het lezen van de laatste zin een glimlach omwille van het humoristische aspect.
Leuke activiteiten krijgen een enthousiaste klank, een toe-
Naast humor en spelen met letters komt hier ook het
name van volume.
rijmaspect aan bod, vooral onder de vorm van eindrijm en
Minder aangename dingen klinken norser, zeurderig.
zorgen de woorden met de ontbrekende letters voor een apart ritme.
c. rijmwoorden Vraag of er tussen de opgesomde woorden ook rijmwoor-
Werken met het fragment
den te horen waren. Bijvoorbeeld: - rekenen en tekenen
Voor het lezen
- ballen en vallen
a. wat ik kan
- schrikken en prikken
Laat elk kind zijn naam op een klein blaadje schrijven. Dat
- gaan en staan
konden ze al in de kleuterschool; je kan dus gerust
- blijven en schrijven
benadrukken dat iedereen dat kan.
- lopen en hopen
De blaadjes worden dichtgeplooid en verdeeld. Elk kind denkt even na over de naam die op het gekregen blaadje
Noteer deze woorden op het bord zodat de kinderen zien
staat en bedenkt iets wat die persoon heel goed kan. Help
dat rijmende klanken corresponderen met dezelfde letter.
eventueel met het inventariseren van gedachten door te
Eersteklassers zijn vooral vertrouwd met eindrijm; dat
verwijzen naar:
neemt niet weg dat ook andere vormen tot spelen, denken
- momenten op de speelplaats
en verklanken uitnodigen.Vorm een zo lang mogelijke rij
- tijdens sportlessen
met (ook nonsens-)woorden:
- tijdens bepaalde activiteiten in de klas
- waarvan de beginletter hetzelfde is
- momenten waarop je elkaar ziet buiten de school
- waarvan de buik hetzelfde is
hobby’s
Speel ook met het ritme van de woorden:
Iedereen vult afzonderlijk het blaadje aan. Daarna worden
- woorden die uit evenveel letters bestaan
ze weer aan de eigenaars bezorgd.
- woorden die uit evenveel lettergrepen bestaan
b. werkwoordenrondje
Waarom zou je geen gebruik maken van de woordrijen
In een kring leest ieder om beurt voor waar hij volgens
uit het leesboek van de klas? Breng afwisseling in dit oefe-
iemand anders goed in is. Blijf in de kring en maak
nend lezen door ze in een ritme te gieten waar je
gebruik van deze vondsten door te spelen met wat de
eventueel een gevoel aan koppelt. Dreunmomenten wor-
kinderen kunnen. Om beurt met een zekere snelheid en
den op die manier haast poëtische of muzikale momenten.
ritme herhalen de kinderen wat ze kunnen, maar nu mag alleen het woord dat zegt wat ze dan doen/kunnen (een
Bij het lezen
werkwoord) gebruikt worden.
Kondig het fragment aan.
Wijs hen op de grote verscheidenheid aan werkwoorden.
- Het is een tekst die vertelt wat iemand allemaal kan.
Behoud deze werkwijze, maar laat ze nu woorden zoeken
- Het is een tekst waarin een aantal zinnen rijmen op
die zeggen:
elkaar.
- wat ze zouden willen kunnen
- Het is ook een beetje een grappige tekst.
- wat ze thuis doen
- Wat voor soort van tekst zou dit kunnen zijn?
- wat ze alleen maar ‘s avonds doen - wat ze helemaal niet graag doen
Vergroot vooraf de tekst en knip de zinnen los.Voor elke
- wat ze op school doen
zin noteer je een nummer, van tot . Zin noteer je
- wat ze helemaal niet kunnen
op de achterkant van het bord. Zin ----- en (zinnen die rijmen op de voorgaande) krijgen geen num-
mer maar een vraagteken.
Hang de verschillende zinnen van het gedicht in volgorde
Verdeel de klas in kleine groepjes en geef elke groep een
op het prikbord en vul dit gedicht aan met de kleine frag-
zin. Elk groepje onderzoekt wat er mis is met de zin, maar
menten van de kinderen. Laat de gebruikte boeken een
ze houden hun vaststelling geheim tot ongeveer iedereen
tijdje ter inzage in deze hoek liggen.
het probleem herkent. Wanneer iedereen door heeft dat er een letter ontbreekt, proberen ze de woorden weer te vervolledigen. Om het visueel makkelijker te maken gebruiken ze de letters van de letterdoos. Loop controlerend en helpend rond. Wanneer iedereen de letter heeft gevonden begint nummer één met zijn zin en wordt op die manier het hele gedicht opgebouwd. De vierde zin kreeg geen nummer. Vraag de kinderen goed te luisteren.Wie meent een zin te hebben die rijmt op de voorgaande, leest die luidop. Daarna volgt zin , die ook weer uitnodigt tot luisteren en herkennen van de rijmende vervolgzin. Bouw zo samen het hele gedicht opnieuw op. Bij de laatste zin gekomen,
draai je het bord en mogen de kinderen de geheime letter brullen. Individueel lezen de kinderen nog een keer het hele gedicht in hun fragmentenbundel en proberen ze zelfstandig de ontbrekende letters aan te vullen. Laat hen ook hier gebruik maken van hun letterdoos. Na het lezen Geef de kinderen de kans om in de bibliotheek een keuze te maken uit boeken met teksten die ze zelfstandig kunnen lezen.Toon hen het aanbod voor eerste lezers. Houd er rekening mee dat
AVI-aanduidingen
slechts een beeld
geven van de technische moeilijkheidsgraad van een boek. De aanduiding biedt hulp aan wie een boek zoekt dat omwille van leestechnische moeilijkheden niet in aanmerking kan komen om zelfstandig te lezen. Laat deze aanduiding geen beperking vormen in de begeleiding van kinderen op zoek naar aantrekkelijk leesmateriaal. Eens ze een geschikt boek of fragment hebben gevonden, zoeken ze een viertal zinnen die ze overschrijven. Onder deze zinnen noteren ze de titel van het boek waaruit dit fragment afkomstig is, en de naam van de auteur. Daarna kiezen ze één letter die ze met een stift, potlood, kleurpotlood, wasco, toverstift… onzichtbaar maken.Verzamel de fragmenten evenals de boeken waaruit ze afkomstig zijn. Stal de boeken uit en bezorg elk kind een fragment waarmee het aan de slag kan gaan. In de uitgestalde boeken kunnen ze op zoek naar hun aangevuld fragment. En dan maar hopen dat de nieuwsgierigheid gewekt werd.
Kopzorg en trappenver nuft
lestip : ‘zee’
Lestips voor het tweede en derde leerjaar / groepen en
Principe : ‘Wie woorden zaait’
Ingrid Antheunis en Hedwige Buys
Principe : ‘Leesland is geen eiland’ Principe : ‘Boekenbabbel’
Vanaf het tweede leerjaar zijn de meeste kinderen
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
vertrouwd met lezen en komen ze in een fase waarin ze zelfstandig steeds rijkere teksten aankunnen. Een fase
Uit: Een zee heeft geen zeer
waarin het verfijnen van de leestechniek, het leren
Frank Eerhart
beheersen van leesstrategieën en het ontwikkelen en
DiVers, . Blz. .
behouden van leesplezier nog veel aandacht krijgen. Tussen tweede- en derdeklassers valt vooral het grote ver-
Over de auteur
schil in leescapaciteit op. De ene leest kanjers van boeken,
Frank Eerhart werd in in Den Haag geboren. Hij
de andere houdt het nog bij de dunnere exemplaren, ter-
richtte Stichting Plint op, die sinds gedichten op
wijl een derde het informatieve aanbod ontdekt. Daarop
posters en ansichtkaarten uitgeeft. In stopte hij met
willen we met deze suggesties inspelen.
lesgeven en werd hij directeur van Plint. Zelf heeft hij al verschillende gedichtenbundels geschreven.
We kozen niet alleen verhalen die nauw aansluiten bij de belevingswereld van het kind; we wilden ook teksten aan-
Over het gedicht
bieden die hongerige hoofden met reële kennis voeden.
Dit gedicht bestaat uit negen zinnen. Korte zinnen die een
Of teksten die zijn ontstaan uit een spel van beelden,
dialoog weergeven. Zelden lazen we meer poëtische
klanken, woorden of vreemde gedachten die omwille van
zeggingskracht. Met simpele, alledaagse woorden wordt
de schrijfstijl, vormgeving en inhoud een ander licht op
hier een ontroerend moment vastgelegd en aan ons doorge-
wat vertrouwd is werpen. Kortom: teksten met ruimte
geven. Het gedicht roept tegelijk herkenbare en bevreem-
voor het exacte en voor nieuwsgierigheid, verbazing en
dende beelden op, want wie heeft niet zo’n dergelijke
fantasie.
ingetogen mijmering achter de rug? Maar wat doet de spreker hier eigenlijk? Hij/zij heeft een gesprek met iets
Voorlezen, zelf lezen, samen lezen of vrij lezen.We hopen
wat niet kan praten. Is dat wel normaal?
dat jullie samen lezend en pratend over boeken nieuws-, leer- en leesgierigheid weten te prikkelen.
Werken met het fragment Voor het lezen a. onderzoek ‘praten tegen dingen’ Voor we ons aan het gedicht wagen, doen we eerst een klein onderzoek.We gebruiken hiervoor een ander gedicht, een klassieker, nl. Marc groet ’s morgens de dingen van Paul van Ostaijen: Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem ploem ploem dag stoel naast de tafel dag brood op de tafel dag visserke-vis met de pijp en dag visserke-vis met de pet pet en pijp van het visserke-vis goeidag
Daa-ag vis
wat ze horen? Kunnen ze zich een verhaaltje of een
dag lieve vis
gebeurtenis voorstellen bij dit geluid? Wordt er misschien
dag klein visselijn mijn
iets verteld? Is er één iemand aan het woord of zijn er meerdere stemmen?
Laat de kinderen spontaan reageren op het gedicht en stel
Houd een rondje en laat de kinderen vertellen wat ze
hen daarna gerichte vragen:
opgeschreven of getekend hebben. Je kunt een groot vel
- Begrijpen ze wat hier verteld wordt?
papier nemen en daarop schrijven: ‘luisteren naar de zee
- Welk tafereel zien ze voor hun ogen?
is…’ Daarop noteer je heel beknopt alles wat de kinderen
- Wie praat ook wel eens tegen/met dingen?
vertellen. Zo maken jullie samen je eerste zeegedicht.
- Wat zeg je dan en tegen welke voorwerpen praat je?
- In welke situaties praat je tegen dingen? (als troost, als je
Bij het lezen
kwaad bent, altijd…)
Niet alle kinderen kennen het verschil tussen eb en vloed.
- Praten de dingen terug? Of verzin je zelf gesprekjes
Licht daarom deze begrippen vooraf toe.Vraag hen na het
tussen jou en het ding?
lezen van dit fragment wat voor tekst dit volgens hen is en
- Hoor je soms ook anderen om je heen tegen dingen
verwijs naar de activiteit vóór het lezen. Overloop samen
praten?
de eigenschappen van poëzie en benadruk de volgende
- Vind je dat een vreemde gewoonte?
aspecten:
- Waarom doen we dat?
De tekst is omgeven door veel wit en de zinnen lopen op
- Wie zwaait wel eens naar voorwerpen of wie heeft nog
de volgende regel gewoon door. Dat heeft een bepaald
andere ‘vreemde’ gewoonten? (bijvoorbeeld gitaar spelen
effect op de lezer.
op de spijlen van de trap; telkens een streep overslaan bij
In dit gedicht is elk woord belangrijk. De dichter is zuinig
het oversteken van een zebrapad; telkens als je een stok-
met zijn woorden en laat alle overige balast weg. Dit noe-
brood koopt, ertegen zeggen: ‘nu ga ik je bijten’ en er het
men we ‘verdichting’. In verdichting hoor je het woord
topje afbijten)
dichten. Zoek samen de twee betekenissen. Het gedicht bevat geen echt eindrijm, maar er zijn her-
b. schrijven bij geluiden
halingen in de klanken en woorden terug te vinden.
Misschien zitten er wel kinderen in de klas die tegen hun
Naast het poetische gesprek met de zee, die al dan niet
favoriete boom praten of tegen de maan voor ze slapen
echt kan antwoorden, is er ook nog de humor dankzij het
gaan. Dan heb je geluk, want je kan onmiddellijk
spel met letters.
aansluiten met het beluisteren van een fragment met zeegeluiden. Indien er alleen maar heel nuchtere kinderen
Na het lezen
in je klas zitten, zal je de volgende activiteit wat moeten
a. mental map
inkleden.
Heeft water een geheugen? Het is een vraag die weten-
Stel de kinderen voor om samen naar een opname van de
schappers zich al gesteld hebben, maar hebben de
zee te luisteren. Er zijn in de plaatselijke mediatheek zeker
kinderen een ‘watergeheugen’? We kunnen het nagaan
opnames met zeegeluiden te ontlenen. Als je geen geluids-
door met hen een mental map te maken. Mental mapping
opname vindt, kan je ook een grote schelp doorgeven en
verwijst naar het in kaart brengen van ieders eigen
de kinderen hierin laten luisteren. Het vraagt iets meer
omgevingsperceptie, het beeld dat men heeft over plaatsen
fantasie, maar aan de andere kant geeft het onmiddellijk
en gebeurtenissen. Door onze eigen denkkaders te visu-
een speciaal, geheimzinnig sfeertje. Laat hen de ogen
aliseren krijgen we een beter inzicht in onze eigen ideeën
sluiten, want dan gaan de oren wijder open.
en visies; het helpt ons om keuzes te maken en beslissingen te nemen. Op het net zijn er interessante websites te
Vraag hen om dingen op te schrijven of te tekenen terwijl
vinden over deze visie en mogelijke toepassingen.
ze luisteren.Waar denken ze aan als ze deze geluiden
Hoe ga je te werk voor zo’n mental map? Laat de kinderen
horen? Herkennen ze het geluid? Hoe voelen ze zich bij
langs een lijn verschillende situaties noteren waarin water
dit geluidsfragment? Kunnen ze een gevoel koppelen aan
voorkomt. Je kan hen die lijn chronologisch laten opma-
ken (misschien wat moeilijk), maar ook naargelang belang
lestip : ‘juf
of gevoelswaarde. Bijvoorbeeld: de eerste zwemles, het
Principe : ‘Bib en school gaan hand in hand’
avondwasritueel, het eerste zwembrevet, die boottocht op
Principe : ‘Boekenbabbel’
reis, een zwaar onweer op de camping. De lijn gaat van
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
ABC
koopt een tv’
‘supergoed’ naar ‘heel naar’ en hierop plaatsen ze hun (vijf) ervaringen.Vanuit elk feit vertrekt er weer een lijn; deze
Uit: Juf ABC koopt een tv
vormt een kruis met de eerste lijn. Je krijgt dus een hori-
Bas Rompa
zontale lijn met vijf snijdende verticale lijnen. Op deze
De Boeck, . Blz. -.
verticale lijnen komen voorwerpen, herinneringen, personen, geluiden en geuren die met die ene watergebeurtenis
Over de auteur
te maken hebben. Je kan hen die ook weer naar gevoel of
Bas Rompa is geboren in , schreef al drie goed ont-
belang, van positief naar negatief, laten rangschikken, maar
vangen dichtbundels en een aantal verhalen voor kinderen.
dat hoeft niet.
Hij was een tijdlang werkzaam als kleuterleider en pop-
Elke lijn kan het uitgangspunt vormen voor een tekst, een
penspeler.Van tot fungeerde hij als eindredac-
gedicht, een schilderij of tekening of een mooie herin-
teur van het kindertijdschrift Taptoe. Als dichter brak hij
neringskoffer. Hierin komen voorwerpen, foto’s, tekstjes,
door met publicaties in De Blauwe Geruite Kiel, de
tekeningen die met die ene watergebeurtenis te maken
jeugdbijlage van Vrij Nederland.
hebben. Bij gebrek aan echte koffers zijn wijnkistjes of sinaasappelkistjes een mooi en goedkoop alternatief. Als je
Over het boek
ze op hun zijkant zet, krijg je onmiddellijk het kijkkast-
Juf
effect. Al deze kistjes samen vormen misschien wel de start
die tot doel hebben afwisseling te brengen in de oefen-
van een mooie, intieme watertentoonstelling.
leesstof voor eerste lezers. Juf
ABC
koopt een tv behoort tot de Dobbelreeks, boekjes ABC
is meer dan dol op let-
ters. Sinds haar jeugd verzamelt ze letters. Ze wil ze ook b. boekenlink
telkens in de juiste alfabetische volgorde zien. Op straat
Link met het prentenboek De kaart van alles van Sara
komt ze meneer -- tegen. Hij houdt meer van cijfers.
Fanelli (Querido, ). Hierin worden de meest
De beide kronkels in hun gedachtegang zorgen niet altijd
alledaagse dingen (de familie, de straat, de kamer, het
voor een vanzelfsprekende communicatie.
speelplein, een dag) in kaart gebracht. Dit houdt in dat er een expressieve en kleurrijke tekening gemaakt wordt
Over het fragment
waarbij hier en daar woorden geschreven zijn. Dit klinkt
In dit fragment ontmoet juf
vrij gewoontjes en saai, maar één blik in het boek bewijst
tekst wordt ingeleid door een korte schets van juf
het tegendeel. Het boek is een rijke en boeiende
hobby, lijkt het eenvoudig voor de kinderen om zich zelf-
ABC
meneer --. Daar de ABC’s
inspiratiebron, als de kinderen hun waterervaringen in een
standig in te leven in het verhaal.Vanaf het derde leerjaar
tekening willen omzetten.
wordt het gebruik van het alfabet immers intensief geoefend. Werken met het fragment Voor het lezen Vraag de kinderen om hun kleurpotlodendoos boven te halen. Laat ze deze geopend op de bank leggen. Maak klassikaal een wandeling langs de uitgestalde kleurpotlodenverzamelingen en schenk vooral aandacht aan de wijze waarop ze geordend werden. Bespreek met de leerlingen de verschillende rangschikkingen: - van groot naar klein - van klein naar groot
- volgens kleuren die bij elkaar horen
Na het lezen
- van licht naar donker
Laat de kinderen kiezen tussen een aantal voorstellen. De
- van donker naar licht
resultaten worden nadien tentoongesteld; de andere
- helemaal geen ordening
kinderen zoeken op welke manier geordend werd.
Laat de kinderen verduidelijken waarom ze voor een
Noteer het alfabet duidelijk op het bord, zodat de
bepaalde volgorde kiezen. Geef ook wie geen volgorde
kinderen dit als houvast kunnen gebruiken.
verkiest, de kans om dit te motiveren. Zijn er andere
Toen juf
voorwerpen die ze in een bepaalde volgorde bewaren?
Kies één letter en zoek ze in tijdschriften of kranten
Een verzameling, boeken, kleding, knuffelbeesten op het
zoveel mogelijk op. Knip ze uit en kleef ze nadien van
bed? Laat hen ook dit motiveren.
groot naar klein of omgekeerd.
ABC
klein was, knipte ze alle mogelijke letters uit.
Zoek in kranten of tijdschriften de letters van je naam.
Bij het lezen
Kleef ze in de juiste volgorde op. Maak het moeilijker
a. abc
door ervoor te zorgen dat de eerste letter de grootste is,
Toon de cover van het boek en zoek samen het verband
daarna worden ze steeds kleiner.
tussen de titel en de letters op het toilet. Lees daarop
Noteer de lengte van de kinderen van de klas, of van je
aansluitend de inleiding van het verhaal tot en met
groepje. Orden hun namen nadien volgens hun lengte, van
bladzijde voor. Is de wijze waarop juf
groot naar klein of omgekeerd.
ABC
met letters
omgaat gewoon te noemen?
Noteer de namen van de kinderen van de klas, of van je groepje. Orden deze namen volgens het aantal letters, van
Zoek met de kinderen, afhankelijk van de mate waarin ze
meer naar minder of omgekeerd.
vertrouwd zijn met het alfabet, waar in hun omgeving het
Spel de letters van de namen van de kinderen uit je klas of
alfabet gebruikt wordt om iets te ordenen.
groepje zoals juf
- boeken in de bibliotheek
gebruik te maken van uitgeknipte letters.
- namenlijsten in de klas
Verzamel in een beperkte tijd zoveel mogelijk woorden
- namen in een telefoongids
met dezelfde beginletter.Wie heeft het meeste woorden,
- namen in een telefoontoestel (ouders)
met welke letter vind je veel woorden? Met welke letter
Wijs de kinderen tijdens het volgende klassikale biblio-
vind je bijna geen woorden?
theekbezoek op de manier waarop boeken er geordend staan.Vraag ook de bibliotheekverantwoordelijke om het gebruik van een register of computer toe te lichten. b. abc en -- Verdeel de klas in groepen. In elke groep lezen de kinderen om de beurt een deel van de tekst. Sta samen stil bij de wijze waarop meneer -- de dingen ordent. ‘Kijk maar naar de prijs, de appels zijn het duurst.’ Help de kinderen op weg door de illustraties uit het boek te tonen. Hier staat duidelijk de prijs bij de verschillende kisten vermeld. - Hoe zou juf
ABC
deze kisten ordenen?
- Hoe ordent meneer -- de kisten? - Kennen zij manieren van ordenen waarbij de hoeveelheid het belangrijkst is?
ABC
dat zou doen en noteer ze door
lestip : ‘Jot’
doen, vanuit een ogenschijnlijk eenvoudig boekje.
Principe : ‘Wie woorden zaait’ Principe : ‘Leesland is geen eiland’
Werken met het fragment
Principe : ‘Van lezen ga je doen’ Voor het lezen Uit: Jot
a. rariteitenkabinet
Klaas Verplancke
Om een beetje in de stemming te komen van het verhaal
Davidsfonds/Infodok, . Blz. -.
maken we met de kinderen een rariteitenkabinet. Laat hen van thuis een voorwerp meebrengen waarvan ze denken
Over de auteur
dat de anderen niet zullen weten wat het is.Verdeel de klas
Klaas Verplancke () werd geboren in Zwevegem,
in groepjes van vier of vijf en laat hen per groepje de
België. Hij begon als grafisch ontwerper. Momenteel
meegebrachte voorwerpen doorgeven, bekijken en een
werkt hij voor alle belangrijke uitgeverijen in Vlaanderen
betekenis bedenken. Bij elk voorwerp zijn er drie (of vier,
en de ons omringende landen. Zijn werk verscheen in
naargelang de groep) lege briefjes. Daarop schrijft elk kind
meer dan dertig talen. De laatste jaren valt zijn werk ook
dat het voorwerp in handen krijgt, wat hij denkt dat het is
in de prijzen. Jot, zijn auteursdebuut, kwam op de longlist
en vouwt het dicht. De voorwerpen worden samen met
van de Gouden Uil terecht en won een Bologna
de papiertjes doorgegeven tot ieder weer zijn/haar eigen
Ragazzi Award .
voorwerp heeft. Daarna stelt ieder kind zijn voorwerp aan de klas voor. Men begint met eerst de briefjes van de
Over het boek
groepsgenoten voor te lezen, dan pas wordt de werkelijke
Jot heeft een loodzwaar piekerhoofd. Het is zo zwaar dat
betekenis onthuld. Pret verzekerd!
hij moet neerliggen om te denken. Maar dan denkt hij
Je kan hierna alle voorwerpen uitstallen en een andere klas
ook diep na, heel diep. Waarover denkt Jot zo diep na? Jot
uitnodigen. Geef hen een stapel briefje met de correcte
wil iets unieks uitvinden, iets wat nog niemand ooit
benamingen van de voorwerpen en vraag hen die bij het
bedacht heeft. Iets wat nog niet bestaat. Jot denkt zo diep
passende voorwerp te leggen.
en zo lang, dat hij niet merkt dat hij zich afzondert. Op den duur zit hij niet alleen met z’n hoofd in de wolken,
b. museumlink
maar torent hij ook echt boven alles en iedereen uit. Daar
Een leuke aansluitende activiteit is om naar de website van
zit hij dan, tussen de sterren. Al snel gaat Jot zich vervelen.
Het Huis van Alijn te surfen (www.huisvanalijn.be;
Het ster-zijn is helemaal niet zo leuk als hij dacht.Verveeld
klikken op ‘collectie’ en dan naar de ‘identificatiekamer’
gooit hij wat geplukte sterretjes naar beneden.
gaan). Dit volkshistorisch museum in hartje Gent heeft
Klaas Verplancke maakte dit boek helemaal alleen en dat
een kamer met mysterieuze voorwerpen. Er zijn onder-
bleek meteen een schot in de roos. Het boek kreeg een
tussen twee reeksen van twaalf voorwerpen uit de collectie
eervolle vermelding op de prestigieuze kinderboekenbeurs
van het museum. Ze werden nog niet allemaal geïdenti-
in Bologna. Het is een pareltje qua illustraties, tekst en
ficeerd. Iedereen wordt uitgenodigd om de betekenis van
vormgeving; een boek dat kinderen zeker zal inspireren.
de voorwerpen te raden of te verzinnen. Je kan natuurlijk
Door de afwisseling van een geïllustreerde bladzijde en
ook een echt bezoek brengen aan dit boeiende museum.
een tekstbladzijde, het gebruik van een groot lettertype en een zeer gevarieerde lay-out, zal het boek ook de minder
Bij het lezen
sterke lezers aanspreken.
a. Natuuruitvindingen Jot ligt te piekeren over een uitvinding. Bij elke gedachte
Over het fragment
gebruikt hij een werkwoord dat hem doet denken aan een
Het fragment komt uit het begin van het boek.We kozen
dier of een plant: groeien-boom; kakelen-kip; melken-koe.
hiervoor, omdat we net willen inspelen op dat inspirerende
Lees het fragment zelf voor tot op blz. : ‘Maar Jot heeft
waarover we het hierboven hadden.We hopen dat we de
geen blaadjes op zijn hoofd’. Laat de kinderen individueel
kinderen kunnen aanzetten om zelf ook een uitvinding te
of in groepjes bedenken welke uitvindingen de boom alle-
maal doet. Doe hetzelfde met blz. tot ‘Hij zou mis-
nodig te hebben. Dan maken ze eerst enkele ontwerp-
schien wel kunnen kakelen’.Wat vindt de kip uit? En blz.
schetsen. Aan de hand hiervan wordt er uitgevonden en
tot ‘Hij zou misschien wel kunnen loeien’.Wat vindt
gebouwd.Voorzie genoeg hechtingsmateriaal en handige
de koe uit? Lees pas wat de auteur bedacht heeft, nadat de
volwassen helpers.
kinderen hun ideeën opgegeven hebben.
Na de handenarbeid wordt er opnieuw rustiger gewerkt: een naam bedenken, een bijpassend geluid verzinnen en
b. filosoferen over uitvindingen
een handleiding voor gebruik schrijven. Het lokale
Gesprek over de woordkeuze van de auteur. Klaas
uitvindersalon zal zeker veel volk trekken.
Verplancke gebruikt de hele tijd het woord ‘uitvinding’ voor alles wat de boom, de kip en de koe ons geven. Zijn
Op zoek naar een museumlink? Een bezoek aan
dit wel uitvindingen? Wat is een uitvinding dan wel? Als
Technopolis kan een interessante afsluiter zijn, of wie
de leerlingen tot een gemeenschappelijk besluit gekomen
weet, het begin van nog meer. Kijk voor de mogelijkhe-
zijn, laat je hen nadenken over alle mogelijke uitvindingen
den op www.technopolis.be.
die hen te binnen schieten. Ze zeggen ze nog niet luidop. Stel dan de vraag of er zo iets is als ‘de allerbeste menselijke uitvinding aller tijden’. Hier kan je de klas weer in groepjes verdelen. Geef hen de tijd om in groep
over de vraag na te denken.Vraag hen om verschillende mogelijkheden op te schrijven, hierover in groep te discussiëren en er ten slotte één uitvinding uit te kiezen die ze dan zullen verdedigen als zijnde ‘de allerbeste’. Maak op het bord een inventaris van wat de groepjes aandragen en laat de klas samen onderzoeken (door discussie) of ze tot één gemeenschappelijke ‘allerbeste uitvinding’ kunnen komen. Lukt dat niet, dan is dat niet erg. Benadruk dat het waardevol was dat elke groep zijn argumentatie met overtuiging heeft weten te brengen. c. merkwaardige woorden Jot bedenkt ook heerlijk nieuwe woorden voor mogelijke uitvindingen. Lees ze samen met de kinderen luidop en proef van die maffe woordenbrouwsels. Kwamen ze daarnet niet tot een overeenkomst, misschien kunnen ze nu originele nieuwe namen verzinnen voor de uitvindingen die nog op het bord staan. Laat de creatieve woordenmakerij maar beginnen! Na het lezen a. voor wie nog verder wil… Het spreekt voor zich dat we nu zelf aan het uitvinden gaan. Misschien is het binnenkort wel grof huisvuil of is er een containerpark in de buurt. Met de hulp van enkele bereidwillige ouders kan er zeker flink wat afgedankt huisraad zijn weg naar de klas (of overdekte speelplaats) vinden. De kinderen gaan alleen of per twee aan de slag. Ze lopen tussen de rommel en verzamelen wat ze denken
lestip : ‘de aard van het beestje’
neer de ander in de buurt komt. Na beperkte tijd lezen de
Principe : ‘Boekenbabbel’
beide groepen hun resultaat voor. Sta stil bij het soort tekst
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
dat de kinderen schreven.
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
- Waar haalden ze de informatie om te schrijven? Uit eigen ervaring? Op basis van wat ze eerder hoorden?
Uit: De aard van het beestje
- Is dit een tekst die waar gebeurde feiten bevat of is hij
Hans Andreus
verzonnen?
Holland, . Blz. onbekend
- Welke bedoeling kan dit soort tekst hebben? - Hoe zou je deze tekst voorlezen? Als verhaal of als weet-
Over de auteur
tekst?
Hans Andreus was het pseudoniem van Johan Willem van der Zant (Amsterdam, – Putten, ). Hij was korte
Bij het lezen
tijd werkzaam als corrector bij een dagblad en verbleef
a. informatie of poëzie?
lang in het buitenland, onder meer in Rome). Hij hoort
Noteer vooraf het gedicht in doorlopende tekst op de
bij de experimentele dichters van ‘De Vijftigers’, maar
achterkant van het bord en laat dit door de kinderen
schreef ook novellen, hoorspelen en veel kinderboeken.
lezen.
De bekendste kinderboeken zijn wellicht de Pompelmoesboeken.
Vraag je aan een hond waarom hij niet van katten houdt en bromt en gromt en blaft en raast wanneer hij ook maar iets van
Over het gedicht
een kat merkt in de buurt.
‘Als kat en hond’ – bij die uitdrukking kan iedereen zich
Dan zegt hij: ‘Pardon, het is andersom, een kat houdt niet van
wel iets voorstellen. Ook kinderen van een tweede en
honden.’
derde leerjaar kunnen zich voorstellen wat dit letterlijk
En vraag je aan een kat waarom ze die kromme ruggen zet en
zou kunnen betekenen. Dit gedicht wil laten zien waarom
snuift en proest en krijst en blaast wanneer er in de verste verte
kat en hond het vaak niet met elkaar kunnen vinden.
een hond aankomt. Dan zegt die kat: ‘Excuseer, het is volslagen omgekeerd, een hond
Werken met het fragment
houdt niet van katten.’ Zo geeft de een de schuld aan de ander en blijven ze nijdig op
Voor het lezen
elkander.
a. informatie verzamelen Hou een gebonden kringgesprek rond de wijze waarop
Laat de kinderen deze tekst voor zichzelf een aantal keer
verschillende huisdieren met elkaar omspringen.
luidop lezen, dat is belangrijk als je straks het verschil
- Wie heeft een huisdier?
tussen het voorlezen van een zakelijke of verhalende tekst
- Wie heeft meerdere huisdieren?
en een gedicht bespreekt.Vergelijk samen deze tekst met
- Kunnen die huisdieren goed opschieten met elkaar?
wat de kinderen eerder zelf schreven.
- Weet iemand hoe dat komt?
- Komt de inhoud overeen?
Sluit dit gesprek af met de vraag wie kan uitleggen wat
- Geeft de auteur meer informatie dan zij hebben gegeven?
het betekent als je als kat en hond tegenover elkaar bent.
- Is ook dit een tekst met ware feiten of zitten er verzon-
Komt dit overeen met de verhalen van daarnet? Vergelijk
nen delen in?
ook de letterlijke betekenis met de figuurlijke.
- Komen er woorden in voor die je niet begrijpt? - Welke bedoeling kan dit soort tekst hebben?
b. een tekst schrijven
- Hoe ga je deze tekst lezen, als verhaal? Of als weettekst?
Verdeel de klas in twee groepen, de poezenliefhebbers en
Als er kinderen zijn die de rijmvorm opmerken in de laat-
de hondenliefhebbers. Maak ook in deze groepen sub-
ste zin, of in de woorden ‘pardon andersom’ en ‘excuseer
groepjes om de samenwerking te vereenvoudigen. Laat de
omgekeerd’ dan ga je daar op in en laat je dit aansluiten
diverse groepen noteren wat de hond of de kat doet wan-
bij de overgang naar het gedicht. Maken de kinderen geen
opmerkingen over de rijmvorm, de herhaling en de stijl,
bekijken Ze geven bovendien een concert van getjirp,
dan vraag je hen nu het fragment in de bundel te lezen.
gepiep en getok. En via het internet kun je ten slotte zelf
Vraag hen om de tekst uit hun fragmentenbundel een
meeschrijven aan een indrukwekkende verzameling
aantal keer voor zichzelf luidop te lezen en wacht zelf op
weetjes.
de eerste tekens van herkenning.Vergelijk beide teksten met elkaar en laat de kinderen ontdekken dat de wijze waarop de auteur zijn zinnen heeft geplaatst, bepaalt hoe je de tekst interpreteert. Dit is geen weettekst meer, evenmin een verhaal. Het is poëzie.Wijs hen tevens op de witruimte tussen de woorden en zinnen en laat hen experimenteren met de wijze waarop de schikking van de woorden en zinnen het voorlezen beïnvloedt. Na het lezen a. lezen, voorlezen en vertellen Toon de bundel waaruit dit gedicht afkomstig is en lees er zelf een aantal gedichten uit voor. Na elk gedicht vertellen
de kinderen wat er volgens hen in dit gedicht gezegd wordt. Zorg voor zoveel mogelijk poëziebundels waarin de kinderen zelfstandig kunnen lezen.Vraag hen om een gedicht uit te kiezen dat door de wijze waarop het werd gedrukt een speciale manier van kijken, lezen en herlezen vraagt. Ze kiezen er één uit en nemen het in zijn oorspronkelijke vorm over.Voorzie een vast tijdstip per dag waarop een kind zijn gedicht aan de anderen voorleest. De voorgelezen gedichten worden op het prikbord gehangen, waar iedereen ze tussendoor kan bekijke. Achteraf worden ze in de ‘poëziepot’ van de klas bewaard. Wie meer ideeën zoekt rond vormvaste en vrije poëzie herkennen, kan gebruik maken van de suggesties bij de bundel voor het eerste leerjaar. b. boekenlink Je kunt een link maken met het boek De tuinmannen en het oneindige geluk van Geert De Kockere (De Eenhoorn, ), waarin gedetailleerde foto’s van insecten samengaan met poëtische uitspraken. Bij het boek hoort een cd-rom met meer dan tweehonderdtwintig grote detailfoto’s van spinnen, wantsen, sprinkhanen, kevers, libellen, waterjuffers, mieren, bladluizen, bijen, rupsen, vlinders... in tuinen van bij ons, poëtisch in beeld gebracht. Bij elke tuinman schreef Geert De Kockere een verrassend tekstje. Spelen met de tuinmannen kan met een steeds wisselende Memory en Vier-op-een-rij. In een album of via een diavoorstelling kun je de tuinmannen ook één voor één
lestip : ‘zit oef vol pies?’
voorbeeld van. De kinderlijke naïviteit waarmee Oef zich
Principe : ‘Wie woorden zaait’
vragen stelt, gaat in dit verhaal zo ver dat het bijna absurd
Principe : ‘De taalspeeltuin’
wordt.We pleiten in het onderwijs voor doorvragen, maar
Principe : ‘Boekenbabbel’
hier gaan we nog veel verder. Heerlijk om met kinderen
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
rond te werken.
Uit: Oef
De vraag die Oef zich stelt in het fragment heeft veel van
Toshiko Kanzawa,Yosuke Inoue
een existentiële vraag: waaruit is hij gemaakt? Hij weet het
Querido, . Blz. -.
niet en gaat op onderzoek. Hij komt een kip tegen en vraagt haar de oren van de kop.
Over de auteur Toshiko Kanzawa werd in geboren op het zuidelijke
Werken met het fragment
Japanse eiland Kiusju. In verhuisde ze naar Tokio, waar ze haar man leerde kennen.Toshiko was veel ziek en
Voor het lezen
begon tijdens haar gedwongen verblijf in bed verhalen
Vertel de kinderen dat ze een verhaal zullen lezen dat gaat
voor kinderen te schrijven. Nu horen haar prentenboeken,
over een beer die zich afvraagt waarvan hij gemaakt is.
haar avonturen- en fantasyverhalen en haar versjesboeken
Vinden ze dat een goede vraag? Weten zij waarvan een
tot Japans meest geliefde kinderlectuur. In verscheen
beer gemaakt is? Of waarvan zij gemaakt zijn?
er voor het eerst een boek van haar in het Nederlands:
Waarschijnlijk zullen de kinderen vertellen dat ze van huid
Oef. (Bron: www.queridokind.nl)
en spieren en vlees en bloed en botten en ingewanden zijn gemaakt. Hoe weten ze dat? Hoe weten ze wat er binnen
Over de illustrator
in hen zit? Vinden ze hun binnenkant mooi? Kan je aan
Yosuke Inoue is één van Japans bekendste illustratoren.
de buitenkant van een mens zien wat er allemaal binnenin
Zijn tekeningen horen bij Oef zoals die van Fiep
zit? Een mens is dus mooi vanbuiten en lelijk vanbinnen?
Westendorp horen bij Pluk van de Petteflet. (Bron:
Zijn er nog dingen die mooi zijn aan de buitenkant, maar
www.queridokind.nl)
lelijk vanbinnen? En omgekeerd? Een huis, een kiwi, een passievrucht, een boek? Hou een klein onderzoek.
Over het boek Het beertje Oef is de Japanse tegenhanger van Winnie de
Bij het lezen
Poeh of het beertje Pippeloentje. In Japan is hij al meer dan
a. tekstonderzoek
dertig jaar een begrip, een klassieker, dus. Oef verkent de
Deel het fragment aan alle kinderen uit en geef ze vol-
wereld met vallen en opstaan en vraagt zich de vreemdste
doende tijd om het zelfstandig te lezen. Leg nu de link
dingen af. Je krijgt geen Britse Milne-geestigheden in dit
met de vorige activiteit. Bespreek even wat je net gedaan
boek, maar evengoed zijn de verhalen ontwapenend grap-
hebt. Je hebt met hen dingen onderzocht waarvan de bin-
pig. De simpele zwartwittekeningen van Yosuke Inoue
nenkant sterk verschilt met de buitenkant. Kunnen ze nu,
roepen een landelijke kinderwereld op. Elk hoofdstuk van
als ze teruggaan naar de tekst, dingen vinden die beertje
dit boek is als een apart verhaaltje te lezen, wat prettig is
Oef opnoemt die géén binnenkant hebben? Een lepel,
voor kinderen van deze leeftijd. Het geeft hen de kans om
boterham, stoel, fles, knikkers, krant, bord... Let op: mis-
even op adem te komen.Vooral woelwaters houden van
schien zijn er wel kinderen die zo alert zijn dat ze
dergelijke boeken, een lang verhaal is minder aan hen
opmerken dat een fles wel een binnenkant kan hebben, als
besteed. Als voorleesboek is het zeker geschikt voor
ze gevuld is, en dat een krant vol letters en tekst staat, dus
kleuters.
misschien is dat wel de binnenkant.
Over het fragment
b. kleien
Verwondering staat in de verhalen van beertje Oef cen-
Vertel dat ze gaan kleien. Misschien kun je eerst nog de
traal. Het fragment dat we kozen is daar een uitstekend
rest van het verhaal voorlezen. Daarin onderwerpt Oef de
kip aan een verregaand vraaggesprek en maakt hij later
figuurtjes voorstellen en hen doen voorspellen welke rol
een praatje met de vos die Oef met zijn eigen ‘inhoud’
ze in het verhaal zullen spelen.
confronteert. Zo is er meer materiaal om mee te werken,
– Een begeleidende functie. Kleuters vinden het leuk om
maar met het fragment alleen gaat het natuurlijk ook.
tijdens het luisteren ook naar iets te kunnen kijken. Kijken versterkt immers begrijpen van het verhaal. Aangezien
De kinderen maken nu de voorwerpen die in de tekst
onze lezers de handen vol hebben met voorlezen (of
voorkomen. Die gebruiken ze later als ze het verhaal aan
vertellen), is het vierde kind degene die het beeldmateriaal
de kleuters navertellen of voorlezen. Deel al het nodige
aanreikt, hier in de vorm van zelfgemaakte figuurtjes.
materiaal uit en leg hen de beginselen van het kleien uit,
Een combinatie van deze twee rollen is natuurlijk ook
als dat nog nodig zou zijn. Noteer op het bord welke
mogelijk.
voorwerpen er gemaakt moeten worden en verdeel ze als kleiopdracht onder de kinderen.
Na het lezen Wie nog verder wil gaan kan de kinderen vragen om
c. kleionderzoek
röntgenfoto’s of scans mee te brengen. Ook in anatomie-
Wanneer iedereen klaar is, vraag je aan de kinderen die
en biologieboeken zijn interessante afbeeldingen te vinden
een voorwerp gemaakt hebben met een binnen- en
van de binnenkant van de mens. Maar misschien moet je
buitenkant, hoe ze het gemaakt hebben. Zijn ze van bin-
om te starten niet meteen zo ver gaan en eerst beginnen
nenuit begonnen? Iedereen zal enkel de buitenkant van
met de (ongerepte) visie die de kinderen op dat moment
het voorwerp maken; er zal niemand zijn die eraan denkt
hebben van hun binnenkant. Er zullen zeker boeiende en
om met de binnenkant te beginnen en er dan een
verrassende inkijkjes gemaakt worden.
buitenkant omheen te bouwen.Toch is het een leuk
Een leuke manier van werken is de kinderen eerst per
experiment. Een perzik of een pruim zijn ideale dingen
twee aan het werk te zetten en ze elkaars lichaamsomtrek
om het mee uit te proberen.Waaruit is een echte perzik
te laten tekenen. Je knipt grote vellen van een rol bruin
opgebouwd? Eerst een pit, daaromheen de steen, dan het
inpakpapier of van een rol onbedrukt krantenpapier, voor
vruchtvlees en de schil. Is er een verschil te zien tussen
elk kind één vel. Het ene kind gaat op een vel papier
een perzik die op die manier uit klei gemaakt is en één
liggen in een zelfgekozen houding en het andere tekent
gewoon als een bol klei met een gleufje er in? Maakt het
de contouren. Hierna wisselen ze. Dan werkt elk kind op
een verschil als je weet hoe de twee perziken gemaakt
zijn eigen blad verder.Voorzie voldoende verf en goede,
zijn? Verwijs ook even naar de meubels in het lokaal.
flinke borstels. Zeg aan de kinderen dat ze nu hun
Bestaat de kast volledig uit hout of is alleen het buitenste
binnenkant mogen schilderen, alsof hun huid doorzichtig
laagje van hout (zie planken in een rek).
is en we zo bij hen kunnen binnenkijken. Corrigeer niet als het niet strookt met de werkelijkheid. Als ze er de
d. vertellen met beelden
namen van de dingen willen bijschrijven, kan dat. Zo
De voorwerpen die de kinderen gekleid hebben kunnen
worden het echte kaarten van hun binnenkant. Als je op
geschilderd worden als ze droog zijn.We hebben ze nodig
bruin inpakpapier werkt, is het mooi om de achtergrond
als attributen bij ons voorleesmoment.Vertellen of voor-
met een waterig wit laagje te bedekken. Het laat de
lezen aan jongere kinderen is een enorme stimulans om
kleuren binnen in het lichaam beter uitkomen.
aan expressief lezen te doen. Maak groepjes van vier en
Indien gewenst kan je er nu de realiteit bijhalen met de
verdeel het fragment (of het hele verhaal) in drie delen. Je
bovengenoemde materialen.Vergelijken en kijken kan nu
laat de kinderen onderling goed oefenen zodat ze zeker
boeiende gespreksstof opleveren.
zijn van hun kunnen wanneer ze naar de kleuters vertrekken. Het vierde kind oefent mee terwijl de anderen lezen (of vertellen). Haar/zijn rol kan tweevoudig zijn: – Een inleidende functie. Hierbij toont het kind aan de luisteraars de voorwerpen die in het verhaal een rol spelen. Het kan de kleuters laten raden wat de gekleide
lestip : ‘de beer die geen beer was’
fabriek. Maar als de fabriek op een dag zijn deuren sluit,
Principe : ‘Wie woorden zaait’
belandt de beer weer in zijn bos.Wat nu? De beer weet
Principe : ‘Boekrijk’
het niet meer. Maar de natuur gaat zijn gang.
Principe : ‘Leesland is geen eiland’ Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
Het verhaal is herkenbaar, geloofwaardig en met veel
Principe : ‘Boekenbabbel’
ironie opgebouwd. Het hoofdpersonage roept sympathie
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
en medeleven op. De taal is levendig en laat zich vlot en expressief voorlezen. Dit wordt nog versterkt door de
Uit: De beer die geen beer was
originele typografie. De gezellige, ietwat ouderwets aan-
Frank Tashlin, Hafid Bouazza
doende prenten in zwart-wit zijn de perfecte illustraties bij
Van Goor, . Blz. -.
dit verhaal. Zij focussen telkens op de juiste sfeer: rust en verstilling in de natuur, drukte en chaos in de fabriek. De
Over de auteur-vertaler van het verhaal
expressie van de figuren spreekt voor zich en de vele
Hafid Bouazza () verhuisde op jonge leeftijd naar
details zetten je aan tot kijken, zoeken en ontdekken. De
Nederland en studeerde Arabisch. Hij noemt zichzelf een
aanwezige humor werkt aanstekelijk. De satirische manier
‘Nederlandse schrijver van Marokkaanse afkomst met
waarop de beer door zijn nieuwe omgeving vervreemd
Nederlandse nationaliteit.’ In won hij de Gouden Uil
raakt van zichzelf en de eenvoudige humor die in het ver-
Literatuurprijs voor zijn boek Paravion. Hij publiceerde
haal verborgen zit, maken van dit boek een aanrader voor
eerder onder andere De voeten van Abdullah en Momo, hij
jong en oud. (Bron: www.pluizuit.be)
vertaalde poëzie uit het Arabisch en schreef De slachting in Parijs voor Toneelgroep Amsterdam. Begin verscheen
Over het fragment
van hem het Boekenweekessay Een beer in bontjas. Het
We volgen de weg die de beer aflegt nadat hij is ontwaakt
thema van die boekenweek was ‘Het land van herkomst’.
uit zijn winterslaap. Een weg waarin hij tevergeefs tracht zijn ‘werkgevers’ ervan te overtuigen dat hij een beer is.
Over het boek
De situatie wordt vooral versterkt door de illustaties bij de
In verscheen de eerste uitgave van dit verhaal en in
dialogen. Hierin is de groeiende graad van belang van de
werd er door Metro Goldwyn Mayer een tekenfilm
werkgevers karikaturaal zichtbaar. Zorg er dus voor dat de
van gemaakt. De succesrijke Nederlandse auteur Hafid
kinderen de illustraties goed kunnen zien.
Bouazza herontdekte dit schitterende verhaal, vertaalde het en blies het nieuw leven in. Zo kunnen zowel volwassenen
Werken met het fragment
als kinderen met veel plezier en herkenning kennismaken met de lotgevallen van de arme beer die beetje bij beetje
Voor het lezen
zijn identiteit verliest.
Tweede- en derdeklassers weten wat een beer is en zijn
Als de beer de ganzen naar het zuiden ziet vliegen en de
vertrouwd met het uitzicht van het dier. Bouw nu klas-
blaadjes van de bomen vallen, weet hij dat de winter
sikaal een zo volledig mogelijk beeld van het dier op. Op
spoedig komt en kruipt hij in een grot om zijn winter-
die manier zal de link met de uitspraak ‘Jij bent een zielige
slaap te houden. Maar tijdens de winter wordt er een
man die een scheerbeurt nodig heeft en een bontjas
enorme fabriek gebouwd, boven op zijn grot. Als de beer
draagt’ voor de kinderen sneller betekenis krijgen. Zo
in de lente ontwaakt, bevindt hij zich middenin de drukke
kunnen ze zich ook de echte levenswijze van het dier
fabriek. Zowel de ploegbaas, de chef, de derde, de tweede
voorstellen en beter het vervreemdingsproces dat hij
en de eerste onderdirecteur als de grote directeur, evenals
ondergaat begrijpen.
de beren in de dierentuin en de beren in het circus geloven niet dat hij een beer is. Zij vinden hem een
a. als beer verkleed
‘zielige, luie man die een scheerbeurt nodig heeft en een
Vraag de kinderen om zich voor te stellen dat ze zich als
bontjas draagt’. Er zit voor de beer niets anders op dan
beer zouden verkleden.
mee te draaien in het afstompende arbeidssysteem van de
- Hoe ziet een beer eruit?
- Wat hebben ze dan nodig?
Lees het verhaal van de beer die geen beer was voor tot
(De eerste bladzijden van het boek Peppino van Rindert
en met bladzijde . Dankzij een grondige voorbereiding
Kromhout waarnaar we later bij het vrij lezen verwijzen,
vraagt het voorlezen niet echt een interactieve aanpak.
sluiten hier erg mooi bij aan.)
Zorg wel dat de kinderen goed kunnen meekijken op de
- Wanneer of waarom zou je je als beer verkleden?
illustraties, ze bepalen voor een groot stuk de sfeer die het
- Zou je het een tijd als verklede beer kunnen volhouden?
verhaal uitstraalt. Maak gebruik van je stem, rustpauzes en
- Wat zou je als verklede beer goed kunnen?
de suggesties die de lay-out biedt om die sfeer te onder-
- Wanneer zou je het moeilijk hebben of door de mand
steunen en verwijs af en toe naar de kleine details op de
vallen?
tekeningen. Indien mogelijk toon je na bladzijde een klein fragment van de film Modern times waarin Charlie
b. hoe leeft een echte beer?
Chaplin in een fabriek werkt. De hectische sfeer die het
Ga op zoek naar een zo gevarieerd mogelijk aanbod van
fabrieksgebeuren uitstraalt vormt een mooi contrast met
informatie over de werkelijke levenssituatie van beren.
de eerdere rust.
Maak naast informatieve boeken ook gebruik van tijd-
schriften zoals Wakou en Wapiti. (Wakou is de eenvoudi-
Bij het lezen
gere versie van Wapiti en door kinderen van een tweede
a. Spelen dat je geen beer bent
of derde leerjaar zelfstandig te lezen en te begrijpen.)
Controleer snel of iedereen de situatie doorheeft en lees
Beide tijdschriften bieden informatie aan de hand van
de tekst op blz. .
levensechte illustraties. Illustraties zijn ook terug te vinden
Op dat moment kwam er een man naar buiten.
in natuurtijdschriften voor volwassenen, zoals Grasduinen en National Geographic.
‘Hé jij, ga weer aan het werk,’ zei de man. ‘Ik ben de ploegbaas en ik zal in het rapport opnemen dat je niet werkt.’
Wie meer tijd aan dit boek wil besteden kan de kinderen in groepjes de informatie die je vooraf selecteerde en die
De kinderen zoeken per twee een plek in de ruimte waar
zij eventueel aanvullen, laten doornemen. Nadien stellen
ze ongestoord kunnen bewegen. Per twee krijgen ze vier
ze de informatie die ze vonden aan de luisteraars voor.
zinnen:
Maak ook gebruik van video-opnamen: National Geographic of een fragment uit de film The bear. Schenk
Beer: ‘Ik werk hier niet. Ik ben een beer.’
vooral aandacht aan de volgende punten:
Ploegbaas: ‘Wat een goede smoes om niet te hoeven werken.
- de sfeer van de natuurlijke omgeving van de beer, de
Zeggen dat je een beer bent.’
rust, stilte
Beer: ‘Maar ik ben een beer.’
- de bewegingen, gedragingen van de beer in het wild - de winterslaap die de beer houdt
De kinderen voeren de opdrachten gelijktijdig uit. Zowel met hun stem als met hun lichaam experimenteren ze met
Vraag wie er al een beer heeft gezien in een circus of
de zinnen en de houding van de personages die daarbij
dierentuin. Laat de kinderen vrij vertellen en vergelijk deze
hoort.
situatie met wat eerder op de beelden in de natuur te zien was. Spreek gevoelige zieltjes aan met het verhaal over beren
- een ploegbaas die ongelovig klinkt
die vroeger gevangen werden gehouden en op gloeiende
- een ploegbaas die boos wordt
platen moesten dansen. Deze dansende beren vormden een
- een ploegbaas die spottend klinkt
attractie op kermissen en feesten. Hier sluit het prentenboek
- een ploegbaas die zichzelf de baas vindt
Meneer beer en de beer (Frances Thomas, De Vries-Brouwers) bij aan. Leg ook de link met de affiche van de organisatie
- een beer die schrikt
van Gaia waarop wordt geprotesteerd tegen het gebruik van
- een beer die ongelovig reageert
wilde dieren in het circus.Vermeld tevens dat flink wat ste-
- een beer die toch nog wil overtuigen
den in Europa gevolg gegeven hebben aan deze oproep.
- een beer die zich niet begrepen voelt
c. wat voorafging
Na dit klassikale moment proberen ze per twee de dialoog
niet thuis of onbegrepen voelden?
uit, de beer en de ploegbaas. Laat de duo’s gelijktijdig spe-
Situeer het verhaal in zijn tijd, vermeld dat het verfilmd
len en geef zelf onopvallend aanwijzingen aan wie zich
werd. De tekenfilm dateert uit en is, met zijn dertig
nog geremd voelt. Duo’s die dat wensen spelen hun
minuten, een echt pareltje. Jammer genoeg hebben de
dialoog nadien in een toonmoment. De kijkers schenken
MGM-Studio’s
aandacht aan het gevoel dat de beide personages uitstralen.
Prenten uit de film zijn ook moeilijk te vinden.
b. zelf lezen
Na het lezen
De duo’s blijven bij elkaar zitten en lezen per twee het
a. lezen en herbeleven
vervolg in hun fragmentenbundel. Dat doen ze de eerste
Zorg voor één of meerdere exemplaren van het boek in
keer in stilte voor zichzelf. Een tweede keer nemen ze elk
de leeshoek.Volgens een beurtrol kunnen de kinderen het
een rol op zich: een baas en een beer. Bij dit lezen
boek opnieuw zelf lezen en kunnen ze de tekeningen
proberen ze ook weer gebruik te maken van hun stem om
gedetailleerder bekijken.Wie alleen leest en kijkt, doet dit
de sfeer weer te geven.
op eigen tempo en in een rustige situatie. Met z’n tweeën
de film nog niet uitgebracht op vhs of dvd.
kunnen ze elkaar wijzen op details en kunnen ze de c. samen lezen
humor delen.
Breng de volgorde van personages op het bord, zoals ze ook op blz. terug te vinden is en vergelijk de rangorde
b. Nog meer berenverhalen, vrij lezen en de leeskring
met andere reële situaties.
Voorzie een aantal boeken waarin beren de hoofdrol spe-
- de ploegbaas
len.Vraag de kinderen om er één uit te kiezen dat ze
- de chef
gedurende een bepaalde tijd (tijdens het vrij lezen), zelfs-
- de derde onderdirecteur
tandig lezen. In een leeskring die daarop aansluit stellen ze
- de tweede onderdirecteur
hun beer of beren uit het boek aan elkaar voor. Meer
- de eerste onderdirecteur
informatie over het vrij lezen en de leeskring zijn terug te
- de directeur
vinden in het basisboek Leesbevordering, hoe doe je dat?
Speel nu met de zin: ‘Jij bent een zielige man die een
(Stichting Lezen, ).
scheerbeurt nodig heeft en een bontjas draagt.’
Op de site van de Vlaamse Centrale Catalogus van de
- Hoe spreken de verschillende personages hem uit?
Openbare Bibliotheken kun je ook op trefwoord zoeken.
- Hoe staan of zitten ze erbij?
Zo kun je een mooie lijst van thematisch gelinkte boeken
Toon nu ook de illustraties in het boek.
opstellen: www.bib.vlaanderen.be/servlet/ib.vlacc.servlet.VlaccMainServlet
d. hoe het afloopt Je kunt de kinderen situaties laten bedenken bij het
De onderstaande lijst bevat een groot aantal prenten-
bezoek van het gezelschap aan de dierentuin. Laat deze
boeken.Tweede- en derdeklassers zijn het stadium waarin
spelen, tekenen of schrijven. Je kan ook heel dicht bij het
ze werden voorgelezen uit prentenboeken ontgroeid. Dat
verhaal blijven en gebruik maken van de sympathie die
wil echter niet zeggen dat prentenboeken nu tot het
inmiddels voor de beer gegroeid is. Maak het gezellig en
verleden behoren. Minder vlotte lezers vinden steun bij de
lees het vervolg zelf voor. Doordat de kinderen wat tot nu
illustraties. De hoeveelheid tekst is niet zo groot. Dat
gebeurde als het ware doorleefd hebben, zijn ze volledig
maakt de leesdrempel laag.Vooral kinderen met een
vertrouwd met het verhaal en is hun nieuwsgierigheid
beperkte leeshonger of -motivatie kunnen op die manier
gewekt. Breng ook nu weer de tekst tot leven met je stem
zonder onoverkomelijke inspanningen deelnemen aan het
en lichaam en geniet samen van de goede afloop van het
vrij lezen en de leeskring.Voor wie geen problemen heeft
verhaal. In een gesprek dat hierop volgt verwoorden de
met lezen vormen prentenboeken een prettige afwisseling.
kinderen wat ze van het verhaal vonden.
Ze nemen de details in de illustraties beter waar dan
- Kunnen ze zich voorstellen hoe de beer zich voelt?
vroeger en doorzien vaak ook sneller de achterliggende
- Kunnen ze dit vergelijken met situaties waarin ze zich
gedachte bij het verhaal. Hoe groter het aanbod, hoe ver-
scheidener ook de taal en illustratietechnieken zullen zijn
Informatief
waarmee ze in korte tijd kennismaken.
- Dierenrechten/Dierentuinen en wildreservaten (Miles Barton, La Rivière & Voorhoeve, )
Prentenboeken
- Een jaar bij de beren (Dieter Benz, De Vries-Brouwers,
- Brammert en Tissie, diverse delen (Gabrielle Vincent,
)
Lemniscaat, )
- Drie brutale beren (Allan Ahlberg, Arion, )
En verder
- Het grote boek van Kleine Beer (E. Holmelund Minarik,
- Dit is het huis bij de kromme boom (Imme Dros en Harrie
Ploegsma, )
Geelen, Querido, )
- Het beertje Pippeloentje (Annie M.G. Schmidt, Querido,
- Klein groen koffertje (Ted van Lieshout en Daan
)
Remmerts de Vries, Leopold, )
- Rosie en de beren van de stoep (Susie-Jenkin-Pearce,
- Mijn tuin, mijn tuin (Ted van Lieshout en Daan
Ploegsma, )
Remmerts de Vries, Querido, )
- Een gat in mijn emmer (Ingrid en Dieter Schubert,
- Het beertje Pippeloentje (A.M.G. Schmidt en Harrie
Lemniscaat, )
Geelen, Querido, )
- Wanneer komt de lente? (Catherine Walters, De Vries-
- De super-mega-piep-krak-kraan (Johan De Smet en
Brouwers, )
Martine Decroos, Clavis, )
- Peter en de teddybeer (David Mc Kee, Leopold, )
- Een groot aantal gedichten van Annie M.G. Schmidt.
- De beer (Raymond Briggs,Van Holkema & Warendorf,
- De tuinmannen en het oneindige geluk (Geert De Kockere,
)
De Eenhoorn, )
- Blote beer (Daan Remmerts de Vries, Querido, )
- Waar ik niet geweest ben (Anna Höglund, Querido, )
- Prinses Asta (Stna Langlo Ordall, Zirkoon, )
- Ida stak een zebra over (Nikolaas Matsier, Querido, )
- Meneer beer en de beer (Frances Thomas, De Vries-
- De ridder die bang was in het donker (Barbara Shook
Brouwers, )
Hazen,Tony Ross, Sjaloom, )
- Benno en het berenkond (Mario Ramos Rascal, Lemniscaat, )
c.Voorleesspektakel
- Een teddybeer gaat op zoek (Michael Ende, De Vries-
Verwerk het verhaal tot een voorlees- of vertelspektakel
Brouwers, )
voor andere klassen.Verdeel dit spektakel in vier fasen. Voorstellen van de beer. Een aantal kinderen vertellen
Verhalen
rond de eerder verzamelde informatie over beren zodat
- Tijger en beer in het verkeer, diverse delen (Janosch,
ook de kijkers en luisteraars over de nodige voorinfor-
Casterman, )
matie beschikken.
- Olaf de geweldige (Rindert Kromhout, Querido, )
Voorlezen van het eerste deel. Een groepje kinderen
- Bor en de zwerfberen (Tilde Michels, Lemniscaat, )
oefent in het sfeervol voorlezen van dit deel. Schenk hier
- Winnie de Poeh, diverse delen (A.A. Milne,Van Goor, )
ook aandacht aan het gebruik van de stem, het lichaam en
- Paddington (Michael Bond,Van Reemst, )
de ruimte.
- Niemand wil me meer (Clay Carmichael, De Vier
Spelen van het fragment uit de fragmentenbundel. Maak
Windstreken, )
hiervoor gebruik van een schimmenspel. De wijze waarop
- Beertje Bonzibor (Rogier Proper, Leopold, )
dit wordt opgebouwd vind je uitgeschreven in de lessug-
- Flip de beer (Selma Noort, Leopold, )
gesties voor het eerste leerjaar bij het fragment over Lot.
- Peppino (Rindert Kromhout, Querido, )
Splits voor dit schimmenspel het fragment in zes delen,
- Het geheim in het circus (Unni Lindell, Clavis, )
zodat de verschillende personages aansluitend bij het gezag
- Egel en beer, verhalen uit het grote woud (Sergueï Kozlov,
dat ze uitoefenen, vergroot weergegeven worden.Wie
Lannoo, )
spreekt maakt ook gebruik van de intonatie die aansluit
- Mijn beer (Jaak Dreesen, Averbode, )
bij deze personages. Zoek muziek die aansluit bij de sfeer
- Het dikke berenboek (Gertom De Beer, Fontein, )
van het fragment.
Voorlezen van het slot. Een ander groepje kinderen oefent
lestip : ‘waarom hebben we tien tenen?’
in het voorlezen van het vervolg.Voorzie een mogelijkheid
Principr : ‘Bib en school gaan hand in hand’
om (zelfgemaakte) illustraties zichtbaar te maken voor de
Principe : ‘Leesland is geen eiland’
luisteraars.
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
Bij een spektakel horen affiches, een uitnodiging en een
Uit: Waarom hebben we tien tenen?
blaadje waarop enige achtergrond en het verloop van het
Els Hoebrechts, Jeroen Kindt
programma te lezen valt. Ook dit ontwerp je klassikaal.
Infoboek, . Blz. .
Maak op die manier de andere klassen warm voor het prachtige verhaal van de beer die geen beer was.
Over het boek Dit boek maakt deel uit van een informatieve reeks van Zwijsen.Vragen over dagdagelijkse feiten worden hierin op een eenvoudige wijze toegelicht.Wie dieper wil ingaan op de materie vindt de gegeven informatie misschien summier.Voor kinderen van een tweede of derde leerjaar is dit een toegankelijke uitgave waarin ze ook dankzij de illustraties zelfstandig terecht kunnen.
Over het fragment Het fragment legt in heel begrijpelijke taal uit hoe het komt dat de mens tien vingers en tenen heeft. Het geeft meteen een mooi overzicht van de evolutie die het dierenrijk doormaakte. Informatieve boeken zijn voor deze leeftijdsgroep niet dik bezaaid. Meestal is alles nog te moeilijk en is de hulp van een volwassene nodig. Het lijkt ons dat kinderen dit fragment best zelfstandig kunnen lezen én begrijpen. Werken met het fragment Voor het lezen Het fragment biedt een uitgelezen kans om met de kinderen enkele experimenten te doen.Verdeel de klas in groepjes en geef elke groep één opdracht die ze samen moeten proberen uit te voeren. Stel iemand aan als secretaris, zodat die de resultaten van de proefjes kan noteren en ook een verslaggever die later voor de klas rapporteert. Geef als extra opdracht nog mee dat ze ook eigen merkwaardige vinger- of tenentrucjes mogen uitproberen en noteren. Als alle groepen klaar zijn, volgt er een toonmoment, met commentaar van de verslaggever. Mogelijke opdrachten: - Probeer een naald op te pakken zonder je duim te gebruiken. - Probeer met mes en vork te eten zonder je duim te gebruiken.
- Probeer je zakdoek op te rapen met je tenen.
ermee kan doen. Indien mogelijk kiest men bij elk dier
- Probeer je vijf vingers over elkaar te vlechten.Wie kan
ook een verhaal of een gedicht.
het met beide handen!? - Probeer van je beide handen je vier middelste vingers in
Na het lezen
twee groepjes van twee te splitsen. De duim speelt deze
a. tekstvergelijking
keer niet mee. (Denk aan het v-teken van Mister Spock
Er kan hier ingegaan worden op het verschil tussen een
uit Star Trek.)
informatieve tekst en een verhaal. Kies zelf twee duidelijk voorbeelden uit het aanbod dat de kinderen bijeen-
Een mogelijke vraag, als aanloop naar het fragment, is
gebracht hebben. Door de juiste intonatie kan je de klas al
waarom die duim en grote teen toch zo belangrijk zijn.
een eind op weg helpen.Vraag hen of ze verschil gehoord hebben tussen de twee teksten. Hoe was de manier van
Bij het lezen
voorlezen? Waarom verschilt die? Wat weten/leren we uit
a. woordverklaring
de ene tekst, wat uit de andere? Laat kinderen van het
Het fragment wordt nu aan de groepen uitgedeeld en
derde leerjaar, door naar hun eigen teksten te kijken, in
gelezen. Elke kind duidt de moeilijke woorden aan in de
groep nog meer verschillen noteren en rapporteren.
tekst en probeert daarna binnen de groep een verklaring
Misschien zit er in de taalmethode die je gebruikt wel een
te vinden voor deze woorden.
hoofdstuk over deze materie. Het kan een goed moment
Hierna leest één kind het fragment voor en worden alle
zijn om nu deze les aan te pakken.
moeilijke woorden die de groepen hadden aan bord gezet. Per groep geven de kinderen de verklaringen die ze al zelf
b. presentatie
gevonden hadden.Wat nu nog overblijft of wat fout ver-
Presenteer alle werkstukken voor een andere klas met een
klaard was, wordt nu met de hele groep opgelost. In het
mooie tentoonstelling.
tweede leerjaar zal het vooral aan de hand van de context zijn, of door woorden op te splitsen in begrijpbare delen (en natuurlijk met de hulp van de leerkracht), dat er antwoorden gevonden worden. In het derde leerjaar kan dit een opzoekoefening in het woordenboek zijn. b. bibbezoek In het fragment worden heel wat dieren opgesomd, en hun aantal tenen. Laat de kinderen in dezelfde groepjes lijsten maken met zoveel mogelijk diverse dieren. Zuiver de lijsten indien nodig uit zodat niet alle groepen dezelfde dieren hebben. Enige variatie zou aantrekkelijk zijn. Met deze lijsten trekt de klas naar de bib. Maak vooraf een afspraak en leg uit wat je komt doen.Vraag eventueel dat een medewerker de werking van de bib uitlegt en de kinderen bij de zoekopdracht helpt. De kinderen verzamelen zoveel mogelijk informatie over de dieren op hun lijsten. Laat hen ook in de fictieafdeling kijken. Er zijn behoorlijk wat dierenverhalen die handelen over één bepaalde diersoort. Het bruikbare materiaal neem je mee naar school en in de klas wordt alles gesorteerd. Stel nu elke groep verantwoordelijk voor één diersoort en laat hen informatie zoeken over het aantal tenen en poten en wat het dier
lestip : ‘maandag mag je met me mee’
derde en wisselt gewone bindtekst met rijmende gedeelten
Principe : ‘Wie woorden zaait’
af, wat de spanningsboog ten goede komt. Of kinderen
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
spontaan naar dit juweeltje zullen grijpen is de vraag, maar mits goede begeleiding zullen de romantisch ingestelde
Uit: Maandag mag je met me mee
zieltjes uit je klas zeker enthousiast naar het vervolg van
Els Wuyts,Thé Tjong-Khing
het fragment uitkijken.
Querido, . Blz. -. Over het fragment Over de auteur
We kozen voor het dinsdagavontuur. Daarin maken oma
Els Wuyts werd geboren in . Ze werkt als kleuter-
en Emma kennis met een fee. Deze fee heeft van een
leidster, maar volgt naast haar werk de Schrijversacademie
(tover)heer een spiegel gekregen die haar maakt tot wie ze
in Antwerpen. Literatuur en theater zijn haar grote passies.
is. Het fragment begint met een tekstje over de weg die de
Maandag mag je met me mee is haar debuut.
twee afleggen tot bij de fee en heeft een heel ontroerend, rijmend midden waarin de fee over zichzelf vertelt. Het
Over de illustrator
einde herhaalt een aantal elementen uit het voorgaande en
Thé Tjong-Khing (‘Thé’ is zijn familienaam, ‘Tjong’ de
leidt ons zachtjes naar de volgende dag.
naam voor alle kinderen van zijn generatie in zijn familie en ‘Khing’ is zijn voornaam, ‘maar ik luister naar alles’ zegt
Werken met het fragment
hij zelf) werd in in Purworedjo op Midden-Java geboren. Hij heeft, zolang hij het zich kan herinneren,
Voor het lezen
getekend. In kwam Thé naar Nederland om te gaan
Begin, als het kan, een week voor je het boek introduceert
studeren aan de voorloper van de Rietveld Academie. Hij
al met het opbouwen van de sfeer.We zeiden al dat het
begon als striptekenaar, maar maakte de laatste vijfen-
boek sprookjesachtig, mysterieus en poëtisch is. Breng elke
twintig jaar furore als kinderboekenillustrator. Het aantal
dag iets in de klas dat aan die vereisten voldoet.Voorzie
bekroningen die hij voor zijn werk kreeg, is niet meer te
een plekje in de klas waar je elke dag iets aan toevoegt:
tellen.
wierook, kerstlampjes, sterrenstokjes (koudvuur-vuurwerk), een zacht muziekje, een foto van een mooie plek in
Over het boek
de natuur, een toverstokje, een sprookjesfiguur, een potje
Het boek hoort in een reeks dunne boekjes met slappe
met gouden glinstertjes, een flesje met een vreemde,
kaft die Querido uitgeeft en waaronder een aantal heel
geurende, vloeistof. Zeg er niet te veel over. Geef hen wel
eigenzinnige en moeilijk te catalogeren exemplaren zitten.
elke dag de kans te kijken naar het nieuwe element en er
Wat te denken van dit sprookjesachtige, mysterieuze en
samen even over te praten wat dit allemaal zou kunnen
poëtische verhaal over Emma die zich verveelt en daarom
betekenen. Hou de sfeer lekker geheimzinnig. Begin ook
bij oma gaat ‘want die wist altijd wat’. Oma neemt haar
dan al met even een herhaling te houden van de dagen
kleindochter een week (of lijkt het wel een week, maar is
van de week. In veel kleuterklassen hebben de dagen een
het slechts een namiddag?) op sleeptouw langsheen
kleur en een bijbehorende betekenis (maandag = geel =
dansende kikkers, feeën, elfjes, bijzondere torens en zeven
turnen; dinsdag = rood = koken, enzoverder); misschien is
kabouters. De avonturen houden geen steek en het verhaal
het wel leuk om daar even naar te verwijzen. Herinneren
dobbert van het ene poëtische sfeerbeeld naar het andere.
ze zich die codes nog? Waarom gebruikte de kleuterleidster
Tot een echt pointe komt het verhaal niet.
dat? Hebben de kinderen zelf zo’n indeling van de week?
Meester in het vak Thé Tjong-Khing gebruikt in zijn
Hebben ze al een eigen weekschema (maandag =
tekeningen alleen groen en grijstinten en helpt hierdoor
muziekschool; dinsdag = zwemles, enzoverder)? Hebben
mee aan het neerzetten van die vervreemdende sfeer die
ze eigen benamingen voor de dagen van de week? Kan de
het boekje uitstraalt, maar anderzijds geeft dit de kans om
schoolweek met nieuwe namen of codes ingedeeld wor-
vat te krijgen op het verhaal.
den? Bedenk elke dag een naam voor de komende dag.
De tekst is goed leesbaar voor kinderen van het tweede en
Misschien zijn er wel kinderen die de link leggen tussen
de dagelijkse voorwerpen en het weekdagen-namenspel.
spontaan zijn eigen manier van schilderen kiest. Sommigen doen het zeer natuurgetrouw en gedetailleerd,
Bij het lezen
anderen tekenen zoals ze denken dat ze kunnen tekenen,
a. luisteren en herbeluisteren
anderen geven een idealistischer beeld van zichzelf weer.
Laat de kinderen in duo’s werken. Eén kind leest het frag-
We hebben zelf de proef op de som genomen en het is
ment voor terwijl het andere kind met gesloten ogen luis-
echt geen makkelijke opdracht. Gun de kinderen dus de
tert. Na het voorlezen noteren beide kinderen hoe ze zich
tijd om te aarzelen, te oefenen en te herbeginnen. Het
gevoeld hebben tijdens het voorlezen en wat hen
voordeel van schilderen op een spiegel is dat je je fouten
eventueel opviel in de tekst. Er wordt nu gewisseld.
zo weer wegveegt. Hierna nemen we een foto van elk
Opnieuw schrijven ze hun gevoelens op. Zijn er ver-
kind en zijn zelfportret. Leuk is als het kind zelf met zijn
schillen of veranderingen? De kinderen praten eerst met
reflectie in de spiegel op de foto staat.
hun partner over hun notities, daarna brengen diegenen
(Uit: DADA, kunsttijdschrift voor kinderen, ‘sporen’, nr. ,
die dat willen verslag uit voor de rest van de klas.
mei )
Als het algemene leesniveau algemeen niet zo goed is (of
als je dat gewoon leuker vindt om te doen) kan je zelf het
c. tijdschriftlink
fragment voorlezen. Doe dat twee of zelfs drie keer en
(Zelf)portretten kunnen op allerlei manieren gemaakt
geef de kinderen dezelfde opdracht als bij het duovoor-
worden. In het kinderkunsttijdschrift
lezen. Ze noteren hun gevoelens en bevindingen, iedere
wat inspiratie: DADA, ‘schoonheid’, nr. , oktober ;
keer je voorleest. Zitten er verschuivingen in? Merken ze
DADA, ‘portret’, nr. , januari
meer of andere dingen op bij de tweede of derde voor-
augustus .
DADA
vind je heel
; DADA, ‘Picasso’, nr. ,
leesbeurt? Hebben ze de afwisseling tussen de rijmende en niet rijmende stukken opgemerkt? Waarom zou het ver-
Na het lezen
haal zo geschreven zijn?
a. boekenlink
Focus nu op de inhoud.Wat vertelt het rijmende stuk
Een leuk en origineel prentenboek dat mooi bij dit ver-
ons? Hoe kunnen ze zelf zien wie ze zijn? (Spiegels.)
haal aansluit is De puike postbode (J. en A. Ahlberg, Gottmer, ). Hierin trekt een postbode van sprookjes-
a. in de spiegel bekeken
figuur naar sprookjesfiguur. Op de ene bladzijde zie je het
Zorg voor evenveel spiegels als er kinderen zijn.
mannetje met zijn fiets en de bestemmeling, op de andere
Spiegelglas is een dure aankoop (de randen moeten uit
bladzijde vind je de post. Er is een echte envelop en
veiligheid geslepen zijn!), maar het is iets waar de hele
daarin zit dan een zakelijke brief, een postordercatalogus,
school jaren plezier zal aan hebben: oefeningen rond
een prentkaart, een uitnodiging. Je kan de brieven er zo
spiegelen tijdens de wiskundeles, verkleed- en schmink-
uithalen en ongeremd andermans post lezen. Heerlijk!
partijtjes, natuurkundeproefjes, presentatie van materiaal
Een ander inspiratievol prentenboek is Waar ik (niet)
op tentoonstellingen, themahoekjes. Je kan de kinderen
geweest ben (Anna Höglund, Querido, ). Hierin gaat
ook spiegels laten meebrengen van thuis, maar let er dan
Stien (niet) op reis. Op de prachtige, kleurrijke prenten
op dat het grote spiegels zijn, geen handspiegeltjes.
kan je Stiens reis volgen. Ze droomt al die schitterende
We schilderen nu zelfportretten. Niet op papier, maar op
plekken zo levensecht dat het wel een atlas lijkt.
de spiegel zelf terwijl we er in kijken. Zorg ervoor dat de kinderen zo zitten dat ze hun hoofd en schouders goed in
b. sprookjespost
de spiegel kunnen zien. Met gewone plakkaatverf lukt het
Lees samen met de kinderen het hele boek. Schrijf alle figu-
schilderen uitstekend. Belangrijk bij deze opdracht is dat
ren op die oma en Emma ontmoeten.Verdeel ze over even-
de kinderen goed kijken Wat zien we van ons gezicht?
veel groepjes en vraag de kinderen om te verzinnen welk
Hoe zien we onszelf in de spiegel? Of schilderen we ons
soort post ze naar die figuur zouden sturen. Er is dan per
zoals we willen dat men ons ziet? Of zoals we er graag
groep een tekenaar, een knutselaar (de envelop en de post)
zouden uitzien? Je hoeft deze dingen niet op voorhand
en een schrijver die aan de slag gaan. Laat je inspireren door
met de kinderen te bespreken. Je zal zien dat iedereen
De puike postbode en maak een eigen sprookjespostboekje.
c. kaartlezen
lestip : ‘de geitenbreier’
Lees samen met de kinderen het hele boek, maar laat de
Principe : ‘Wie woorden zaait’
illustraties van Thé Tjong-Khing nog niet zien.Verdeel de
Principe : ‘De taalspeeltuin’
dagen van de reis van oma en Emma over evenveel groep-
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
jes en laat de kinderen in kaart brengen hoe zij de plek zien waar de twee op hun dag zijn terechtgekomen. Ook
Uit: De Geitenbreier, de Brillenkoker en andere rare snuiters
de heen- en terugweg mag getekend worden. Spreek op
Johanna Kruit, Annemarie van Haeringen
voorhand formaat, materiaalkeuze (kleur of geen kleur,
Leopold, . Blz. -.
waterverf, potloden, wasco…) en stijl af om later een zo homogeen mogelijk boek samen te stellen. Gebruik als
Over de auteur
inspiratiebron oude kaartenboeken, oude atlassen, oude
Johanna Kruit werd in Zoutelande, Zeeland, in
aardrijkskundige schoolkaarten… In het kunstboek You are
geboren in een gezin van elf kinderen. Zelf kreeg ze twee
here. Personal geographies and other maps of imagination van
kinderen voor wie ze verhalen schreef en liedjes verzon.
Katharine Harmon (Architectural Press Princeton, ) is
Ze debuteerde in met een poëziebundel voor vol-
een schat aan merkwaardige kaarten samengebracht.
wassenen, maar ontwikkelde zich intussen meer als auteur van poëzie en proza voor jongeren. Johanna Kruit houdt
d. jongens- en meisjesboeken?
van contact met kinderen. Ze bezoekt vaak scholen en
Eerder iets voor het derde: meisjes- versus jongensboeken.
bibliotheken waar ze voorleest uit eigen werk en met de
We vermeldden dat dit boek eerder de romantische zieltjes
kinderen praat en poëzieprojecten verzorgt.
uit de klas zal aanspreken. Leuk om even te peilen of dat uitsluitend meisjes zijn, of er ook jongens bij zitten. Zijn
Over de illustrator
het de kinderen van wie je het verwachtte of zitten er ook
Annemarie van Haeringen werd geboren op februari
kinderen bij met een eerder stoer imago? Als je aanvoelt
te Haarlem. Ze volgde de lerarenopleiding tekenen
dat dit onderwerp in je klas leeft, bespreek dan of er vol-
en handvaardigheid in Tilburg en daarna de Rietveld
gens hen aparte jongens- en meisjesboeken bestaan en of
Academie in Amsterdam. Ging meteen in als illustra-
er boeken zijn waar geen geslacht op staat. Maak lijstjes
tor van kinder- en jeugdboeken aan de slag; ze debuteerde
met voorwaarden voor beide soorten boeken. Hou je klaar
in met een eigen boek. Ze groeide op in een ware
voor de meest platte clichés, maar laat hen gerust doen. Er
dierentuin: twintig poezen, drie honden, een pony, konijn,
zal uit beide ‘kampen’ wel spontaan reactie komen. Dit
hazen, schildpadden, muizen, kippen.Vandaar dat dieren zo
wordt gegarandeerd een pittige discussie.
vaak de hoofdrol spelen in haar boeken én dat ze zo goed
Pluis daarna de klas- of schoolbib uit of trek naar de
dieren kan tekenen.
openbare bib om het onderzoek verder te zetten.Vraag ook om de oude kinderboeken van hun ouders mee te
Over het boek
brengen en onderwerp ook die aan een onderzoek. Hou
De verhalen in dit boek worden bevolkt door vreemde
eventueel een tentoonstelling met het gevonden materiaal.
wezens. De éénendertig creaturen die hier in het leven zijn geroepen, zweven op de rand van het reële en het absurde. Aan de ene kant zijn ze zeer herkenbaar en gedragen ze zich als mensen met echte gevoelens, maar dan tonen ze hun fictieve kant weer, zodat je in de war raakt. Het is net dat balanceren tussen realiteit en fantasie, tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik dat ons dit boek deed kiezen. Misschien zijn kinderen in twee en drie nog wat jong voor dergelijke ‘taalspielerei’, maar door hun jonge leeftijd staan ze net weer meer open voor maffe verzinsels. Leestechnisch is dit geen makkelijk boek. Elk verhaal is opgebouwd rond één figuur. Hij/zij wordt geïntroduceerd
door een gedicht, daarna volgt een kort verhaal waarin de
‘O nee, niet wéér, hè!’ riep hij boos en stak zijn armen hoog in
figuur iets beleeft. Soms zijn er ontmoetingen tussen ver-
de lucht.
schillende figuren. Er is ook telkens één tekening, het
Maar het kwaad was al geschied. Nog net zag hij hoe de
portret van het figuurtje. Achter in het boek is een ve-
Alleseter met zijn nieuwe geit achter een boom verdween.
rklarende woordenlijst opgenomen. Johanna Kruit zegt
Zuchtend grabbelde de Geitenbreier een bol blauwe wol uit de
zelf: ‘Al die rare snuiters bestaan echt. Kijk maar, de meeste
mand en zette haastig honderd steken op voor een nieuwe geit.
staan zelfs in het woordenboek. Een enkele snuiter heb ik
Als ik nu een beetje doorbrei, en de Alleseter komt niet meer
zelf bedacht, die heb ik uit mijn duim gezogen.’
terug, dan heb ik nog voor het donker wordt een nieuwe kudde, dacht hij hoopvol.
Over het fragment
Hij veegde de tranen van zijn neus en begon snel te breien.
Omdat de verhalen nogal moeilijk zijn, kozen we ervoor
om enkel de verklarende woordenlijst als fragment op te
Wie kent het woord ‘geitenbreier’? Is het een bestaand
nemen. Ook daar staan voldoende moeilijke woorden in,
woord of verzonnen? Zeg de kinderen dat er in de tekst
zeker voor een tweede leerjaar, maar de uitleg is kort en
aanwijzingen staan dat het woord echt bestaat. Geef de
zal zich makkelijker laten lezen dan een verhaal. Het boek
verklaring (zie woordenlijst in de bundel) en lees daarna
is vooral bedoeld als ‘prikkelaar’, als stimulans om zelf cre-
de tekst nog eens voor. Laat hen ontdekken waar de
atief met taal bezig te zijn. Dat willen we kinderen zo
betekenis in de tekst verwerkt staat.Toon daarna ook de
jong mogelijk aanleren.
illustratie.Wat zit de man te doen? Hij breit echt een geit! Hier kan je het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taal-
Werken met het fragment
gebruik aan de kinderen uitleggen.
Voor het lezen
b. boekenlink
a. voorlezen
Een mooi boekje dat hierbij aansluit is Ida stak een zebra
Voorlezen van het fragment De Geitenbreier, eerste verhaal
over (Nicolaas Matsier, Querido). De titel is al een aanwij-
van het boek.
zing dat het in deze verhalenbundel ook gaat over letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Er staan werkelijk (onder-
Een Geitenbreier
tussen klassiek geworden) pareltjes in zoals het titelverhaal
loopt beslist
over Ida die het zebrapad oversteekt en zich letterlijk een
op geitenwollen sokken.
hoedje schrikt. Het bevalt haar zo, dat ze zich nog vele
Hij breidt zich meestal
keren laat verrassen en met al die hoedjes dan maar een
uit de naad,
hoedenwinkel begint.
al lijkt dat overtrokken. Bij het lezen Jammerend zat de Geitenbreier op de heuvel. De tranen
In het fragment komt nog zo’n vreemde naam voor: de
biggelden langs zijn neus op de grond.
Alleseter.Wat zou dit betekenen? Geef de kinderen de tijd
‘O, o… wat een pech…wat een pech,’ snotterde hij. ‘Al mijn
om hierover te fantaseren.Verwijs nu naar de verklarende
geiten weg, ik krijg ze haast niet bijgebreid!’ Zuchtend hechtte hij
woordenlijst waarvan een deel is opgenomen in de frag-
zijn breiwerk af en liet een nieuwe geit los.
mentenbundel. Geef de verklaring voor de Alleseter en
‘Gelukkig, weer een klaar,’ zei hij.
kies daarna zelf een aantal andere tot de fantasie sprekende
Door de haast van de Geitenbreier was de ene poot van de geit
snuiters uit deze lijst.Verdeel de klas in groepjes en geef ze
eigenlijk een beetje te kort. Ook had hij een paar steken laten
elk een drietal namen. Ze bedenken eerst zelf de moge-
vallen op de rug. Daar zat een flink gat in.
lijke verklaring, geven die dan door aan de klas en daarna
De geit zag er nogal slordig uit zo.
wordt in de woordenlijst de juiste verklaring opgezocht.
Nu ja, zal me een rotzorg zijn, dacht de Geitenbreier.
Als de kinderen de verschillende figuren een beetje
Hij rommelde in de mand met wol.
doorhebben, kiezen ze elk een favoriet personage uit. Ze
Opeens hoorde hij een angstig gemekker en keek op.
gaan die tekenen, groot genoeg om uit te knippen en op
een stokje te kleven.Vorm hierna wisselende duo’s en laat
lestip : ‘Ridder Pr ikneus’
de stokpopjes met elkaar converseren. Benadruk in de
Principe : ‘Wie woorden zaait’
gesprekken die de kinderen voeren het absurde, het over-
Principe : ‘Taalspeeltuin’
drijven, het dooreenweven van de werkelijke betekenis en
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
figuurlijke opvatting. Geef de kinderen voldoende tijd om in de huid van hun personage te kruipen. Moedig hen aan
Uit: Ridder Prikneus
door vragen te stellen die het absurde helpen tot stand
Daan Remmerts de Vries
komen.
Querido, . Blz. -.
Na het lezen
Over de auteur
a. verzinnen en fantaseren
Daan Remmerts de Vries () groeide op in
Het spreekt voor zich dat een dergelijk boek uitnodigt om
Amstelveen. Na de middelbare school volgde hij een
meer fragmenten uit voor te lezen, erover te fantaseren en
opleiding Tekenen en handvaardigheid aan De Witte Lelie
om zelf rare snuiters te verzinnen, erover te gaan schrijven
in Amsterdam en hij stond vervolgens een half jaar voor
en uit te beelden.
de klas. Hij wilde altijd al zanger worden en speelt vanaf
Wat taalbeschouwing betreft kan je hier aan het spelen
zijn twaalfde in bands. Hij besloot om een beroemde band
gaan met werkwoorden en naamwoorden. Laat de
in zijn eentje te worden.Toen hij achtentwintig was, ging
kinderen in groepjes zoveel mogelijk verschillende werk-
hij met een demo naar Londen, waarop hij zelf alle partij-
woorden verzamelen. Ze geven hun verzameling door aan
en zong en speelde. Hij werd overal afgewezen.Toen hij
de volgende groep; deze maakt van de werkwoorden zelf-
terugkwam, had hij alleen nog de verhalen die hij maakte
standige naamwoorden. Maak gebruik van de woorden in
over zijn katten Zippy en Slos. Die werden uitgegeven en
de woordenlijst als opwarming:
dat was het begin van een succesvolle carrière als kinder-
- breien - breier
boekenschrijver.Tegenwoordig woont Daan Remmerts de
- dragen - drager
Vries in Amsterdam.
De nieuwe personages die daaruit ontstaan nemen ze over op een gekleurd blaadje. Elk blaadje krijgt één personage
Over het boek
en wordt in een open doos gestopt. Op een strookje in
Een heerlijk prentenboek waarin tekst en prenten de
een andere kleur noteren de kinderen vervolgens de naam
grenzeloze fantasie van de kleine held duidelijk maken.
van een ding/dier/plant/persoon (een zelfstandig naam-
Wat een gewone, ordinaire dag met zusje Floortje is (afge-
woord). Ook deze strookjes worden verzameld in een
beeld op de grappige platen), wordt in het hoofd van
open doos. Daarna gaan ze aan het combineren; twee
Ridder Prikneus en in de geestige tekst op rijm een
verschillende kleuren vormen samen een nieuwe combi-
gevaarlijke queeste vol monsters en schurken die hij
natie. Uit de verschillende resultaten kiezen ze die duo’s
moeiteloos overwint. Op de laatste bladzijde vallen realiteit
die hen het meest aanspreken en waarmee ze aan het
en fantasie ontroerend samen. (Bron: De Morgen Boeken,
fantaseren en spelen gaan.
//) Over het fragment We kozen voor het eerste deel van dit verhaal over een jongen die zichzelf een ridder waant. De auteur ging rijmend van start en houdt dat, als in een klassiek ridderepos, vol tot het eind van het verhaal. Omwille van dit rijmendritmische aspect hebben wij dit fragment bij poëzie gesitueerd en verwerkt. In dit fragment wordt Ridder Prikneus voorgesteld als een overmoedige held die gevaar noch pittige woorden schuwt. Onderzoek naar het leesgedrag van kinderen
toont aan dat zij graag humoristische gedichten lezen. Dat
Vertel dat een auteur om een rijmend gedicht te schrijven
leek een dankbaar aanknopingspunt om het werk van
moet beschikken over een grote hoeveelheid woorden –
Daan Remmerts de Vries te introduceren.
vooral rijmwoorden. De volgende activiteiten hebben we ontleend aan het boek Het huis lijkt wel een schip van
Werken met het fragment
Jacques Vos (Becadidact, 2002). Ze helpen bij het herkennen van rijm en het spelen met woorden en klanken. Ze
Voor het lezen
komen ook in aanmerking om tussendoor in het lessen-
a. verhaal of gedicht?
rooster te verwerken.
Ga in de bibliotheek op zoek naar prentenboeken waarin de
Laat een voorwerp zien. De kinderen noemen de naam
tekst op rijm werd geschreven of verhalende gedichten waar-
van het voorwerp en zoeken vervolgens rijmwoorden.
in het eindrijm herkenbaar aanwezig is.Voorbeelden zijn:
Noem twee woorden. De kinderen geven aan (door hun
- Dit is het huis bij de kromme boom (Imme Dross en Harrie
hand op te steken) of het woord al dan niet rijmt.
Geelen, Querido, )
De kinderen vullen de openstaande ruimte in met woor-
- Klein groen koffertje (Ted van Lieshout en Daan
den. De woorden op het einde van de zin moeten rijmen:
Remmerts de Vries, Leopold, )
- Geen …. zonder … / geen … zonder …
- Mijn tuin, mijn tuin (Daan Remmerts de Vries en Ted van
- Zoals … hoort bij … / hoort … bij …
Lieshout, Querido, )
- Een … is geen … / een … is geen …
- Rokko krokodil (Ivo de Wijs en Nicolle van den Hurk, Ziederis, )
Bij het lezen
- Het beertje Pippeloentje (A.M.G. Schmidt en Harrie
a. verhalende of rijmende ridders
Geelen, Querido, )
Bouw samen een woordweb op rond ridders. De vol-
Een groot aantal gedichten van Annie M.G. Schmidt
gende vragen kunnen daarbij inspireren, maar gebruik ze
- Brumas en de vreemde vogel (Gitte Spee, Leopold, )
enkel als er geen of nauwelijks respons komt uit de groep.
- De super-mega-piep-krak-kraan (Johan De Smet en
Bij het maken van woordvelden is net het reageren ‘vanuit
Martine Decroos, Clavis, )
de buik’ belangrijk. Zo komen er soms verrassende wendingen die de verwerking alleen maar boeiender maken.
Lees het verhaal/gedicht voor en bespreek vorm en
- Wat dragen ridders?
inhoud ervan.Vraag de kinderen wat voor tekst dit is.
- Wanneer leefden ze?
- Wil de auteur ons iets leren?
- Waar kom je ze nu nog tegen?
- Kan dit echt gebeuren?
- Hoe voelen/gedragen ridders zich?
- Wil de auteur dat we (glim)lachen om wat er geschreven
- Wanneer zou je graag een ridder zijn?
staat?
- Wanneer zou je graag een ridder naast je hebben?
- Is dit een verhaal of een gedicht?
- Ken je verhalen waarin ridders voorkomen?
- Waarom zou je deze tekst tot de verhalen rekenen?
- Welke rol spelen ze in die verhalen?
- Waarom zou je van deze tekst kunnen zeggen dat het
- Stel je voor dat je een heldhaftige ridder bent. Hoe zou
een gedicht is?
je dan lopen? Hoe zou je dan praten?
- Vind je dit een leuk verhaal/gedicht? Waarom?
Kondig daarna het fragment in de bundel aan. Leestechnisch is dit geen echt makkelijke tekst. Laat de
b. rijmen
kinderen hem een paar keer in stilte lezen en lees hem
Als je al andere gedichten uit deze ideeënbundel verwerkte,
daarna zelf met de nodige expressie voor. Leg accenten,
kwamen de eigenschappen van poëzie reeds aan bod.
zodat het fragment duidelijk wordt.Vraag daarna aan de
Haak daarop in door de kinderen voorbeelden te laten
kinderen om wat ze hoorden en zelf lazen, opnieuw te
geven van gedichten waarin het eindrijm helemaal niet
vertellen.
het belangrijkste kenmerk was. Lees een ander verhalend
- Wie kwamen er voor in het verhaal?
gedicht voor. Laat telkens het rijmwoord weg; dat wordt
- Wat deden ze?
door de groep aangevuld.
Keer terug naar het fragment in de bundel en vergelijk dit
wordt. Het makkelijkste is om vier aparte repen karton te
verhaal met het verhalende gedicht dat in de inleiding
knippen, die je later rond het portret niet. De omlijsting
werd gebruikt. De kinderen zullen snel de eigenschappen
kan je ook met de papier-maché-techniek behandelen. Als
van een verhalend gedicht herkennen. Laat hen de rijm-
je vorm op zich al mooi genoeg is, schilder of spuit je
woorden een kleurtje geven en sta stil bij de wijze waarop
hem in het goud.
de auteur met woorden speelde om zo zijn ridderepos tot
Maak van de lange schoolgang een ouderwetse portretten-
stand te brengen.
galerij.Voorzie bij elk portret een passend naambordje en nodig de andere klassen uit.
b. ridderportret Ridder Prikneus voldoet in dit fragment volledig aan het
Na het lezen
clichébeeld dat in veel verhalen over ridders opduikt: hij is
a.voordracht
heldhaftig, stoer, beschermt een vrouw in nood en verdrijft
Het is nooit de bedoeling van een auteur dat zijn gedicht-
een draak.
en uit het hoofd worden geleerd. Dat mag evenmin de
- Hoe zou Ridder Prikneus lopen?
bedoeling zijn van poëzieonderwijs.Wel moeten we de
- Hoe zou Ridder Prikneus zijn zwaard trekken?
leerlingen zo vaak mogelijk in contact brengen met zoveel
- Hoe zou hij kijken?
mogelijk vormen van poëzie.We kunnen alleen maar
- Hoe zou hij eten?
hopen dat de enthousiaste wijze waarop we samen met
Wanneer ze voor zichzelf een idee hebben hoe Ridder
hen de inhoud en vorm exploreren, hen stimuleert om
Prikneus eruit ziet, gaan de leerlingen zijn portret maken.
ook deze tekstsoorten te gaan waarderen.
Bekijk met de kinderen kunstboeken waarin oude, statige
Dít gedicht nodigt echter wel uit tot luidop lezen – of
portretten staan. Bespreek wat ze zien en zoek vooral naar
zelfs voordragen.Vertel de kinderen over de rondtrekkende
gelijkenissen tussen de portretten.
zangers, dichters en troubadours uit de riddertijd. Hoe ze
- Welke houdingen zijn er te zien? (zittend, staand,
de mensen op markten en in burchten en kastelen ver-
zijaanzicht, frontaal)
maakten met hun teksten en liedjes over heldendaden en
- Staat de figuur er volledig op of maar gedeeltelijk?
andere gebeurtenissen. Stel hen voor om het verhaal van
(alleen hoofd, tot aan de schouders, tot het middel,
Ridder Prikneus op die manier voor de groep te brengen.
volledig)
Oefen dit een paar keer in groep, zodat de moeilijke
- Welke uitdrukking heeft het gezicht?
woorden makkelijker over de tong rollen en de houding
- Welke kleren dragen de figuren? (werkkledij, feestkledij,
van Prikneus visueel zichtbaar is. Spreek daarna een tijd-
sportkledij, deftig, slordig)
stip af waarop ze het verhalende gedicht aan de anderen
Bekijk ook de kaders waarin de schilderijen zitten. Zoek
zullen voorstellen, samen met de tekening van hun Ridder
vooral naar dikke, imposante, gouden lijsten met krullen
Prikneus.
en versieringen. Geef de kinderen een stuk karton van circa dertig tot
b. boekenlink
vijftig centimeter. Daarop tekenen ze hun ridder. Als de
Breng het boek in de klas en vergelijk de illustraties in het
tekening klaar is, kiezen ze enkele onderdelen van het
boek met de verschillende versies van de kinderen. Lees
portret dat ze extra in de kijker willen zetten: haar, hoed,
daarna het vervolg voor en geniet samen van het kind
harnas, kleding… Die delen worden nu met papier-maché
achter de ridder.
opgehoogd. Je kunt hiervoor kranten-, wc- of keukenpapier
Meer inspiratie vind je in het prentenboek van Barbara
gebruiken. Maak een papje met koudlijm (behanglijm) en
Shook Hazen en Tony Ross De Ridder die bang was in het
haal de repen papier erdoor. De onderdelen die extra aan-
donker (Sjaloom, ).Vergelijk de inhoud en de manier
dacht verdienen, krijgen nu enkele laagjes papier-maché.
van vertellen.
Laat alles goed drogen en ga daarna aan het schilderen. Ook de opgehoogde delen krijgen een laagje verf.Terwijl de verf droogt, worden de lijsten gemaakt. Hiervoor gebruik je weer karton dat in de gewenste vorm geknipt
Alles wat je zegt, ben ik zelf
lestip : ‘samen in bed’
Lestips voor het vierde en vijfde leerjaar / groepen en
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
Joeri Brands en Wim van Bragt Uit: Samen in bed Iedereen die deze bundel inkijkt, beseft dat boeken een zin-
Gerda Dendooven
volle plek in zijn/haar leven innemen, én dat het waardevol
Querido, . Blz. -.
is die passie voor boeken aan kinderen door te geven. Als je iemand iets graag wil laten doen, moet je vooral de
Over de auteur-illustrator
leuke kanten in de schijnwerpers zetten. Stel dus alles in
Gerda Dendooven () werd na haar eerste werk in de
het werk om je kinderen te laten genieten van lezen. Het
kinderboekenwereld snel bekend als één van de beste
beste middel, beter dan al onze lessuggesties, is jouw
Vlaamse illustratoren.Voor haar illustratiedebuut kreeg ze
enthousiasme.Voer de kinderen mee naar de wereld achter
in een Boekenpauw. Haar stijl is sindsdien sterk
de lettertjes, de woorden, de zinnen, het wit tussen het
geëvolueerd.Vandaag werkt ze duidelijk karikaturaal en
zwart.We hopen dat deze lessuggesties je daarbij kunnen
tekent ze zoals ze de dingen waarneemt. Door haar inle-
helpen.
ving in de wereld van kinderen, haar gevoel voor humor en haar durf verbeeldt ze op een heel persoonlijke manier de gevoelens van personages. Ze won heel wat prijzen,
onder meer een Zilveren Griffel, een Boekenpauw en de Gouden Uil voor Luna van de Boom (met Filip Bral en Bart Moeyaert, Pantalone, ). Ze illustreert o.m. voor De Standaard Magazine, schrijft toneelstukken en staat geregeld zelf op de planken. (Bron: www.ncj.be). Andere titels van haar: Meneer papier gaat uit wandelen (met Elvis Peeters, De Eenhoorn, ) en Engeltjes op zondag, boefjes in de week. Over het boek Vrouwtje is lief en altijd te vinden voor gezelligheid. Het hele dorp is welkom bij haar. Ze maakt een zomerjurkje voor de bakker als die het warm heeft, verpleegt de gewonde kruidenier, eet chocolade met de verliefde melkboer en viert haar verjaardag gezellig samen met iedereen in bed. Werken met het fragment Voor het lezen Voor je aan het verhaal begint, start je een gesprekje over stereotiepe beroepen of bezigheden.Waarom vind je zo weinig vrouwen in garages, in de cockpit van een vliegtuig of in het leger? Waarom zouden zo weinig mannen achter de kassa in de supermarkt staan of in een kledingwinkel? - Wat vinden ze daar van? Zou er iets mogen veranderen? - Wat vinden de kinderen van deze zin?
Een taart is geen taart als ze er niet uitziet als een taart.
jurk over straat loopt. In de geschiedenis was het ook al niet zo vreemd dat mannen met lakens gedrapeerd over
Klopt dit voor alles? Is een huis in de vorm van een boot
hun lichaam rondwandelden. Kondig een paar dagen
geen huis, een aansteker in de vorm van een tennisbal
vooraf een vergelijkende studie aan.Vraag aan de kinderen
geen aansteker? Is een jongen in meisjeskleren geen jon-
om informatie te verzamelen over de Romeinen, de
gen meer? Kunnen ze vertellen wat er typisch voor jon-
Grieken,Turken, Marokkanen en andere culturen waar
gens is of typisch voor meisjes? Waarschijnlijk wordt er de
mannen een soort rok dragen. Dan vergelijk je in de klas
eerste minuten alleen maar gegiecheld, maar blijf doorvra-
al deze informatie, zoek je gelijkenissen en verschillen,
gen.Welk gedrag is typisch voor jongens? Laat een meisje
bespreek je doelen en oorzaken van deze klederdracht.
dit voordoen en vraag dan natuurlijk ook een jongen een
Misschien wordt het tijd om de mythe te doorbreken en
meisje na te doen.
mannen wèl met een jurk de Europese straat op te sturen.
Dit blijft nog steeds oppervlakkig. Probeer nu een gesprek
Enkele jaren geleden heeft een grote (alternatieve)
op gang te trekken over gedachten.Wat zijn typische meis-
kledingketen een poging in die zin gedaan en mannen-
jes- of jongensgedachten? Laat meisjes vertellen hoe ze
rokken in de rekken gehangen. Dit bleek geen groot
denken over een spel spelen, hun kamer inrichten en
succes te zijn. Ondertussen zijn ze alweer verdwenen.
andere alledaagse dingen. Daarna is het de beurt aan de jongens. Bespreek de titel met de kinderen en vertel iets
‘Nou, nou, nou, dit lijkt me wel wat. Dames en heren, hier komt
meer over het boek.
knip, de knappe bakker,’ lachte de bakker en met een schaar knipte hij een gat in het stof. ‘Voor mijn hoofd,’ zei hij. ‘Zo, nu
Bij het lezen
heb ik een jurk, en ik trek hem meteen aan.’
Lees interactief. Laat de kinderen telkens na een kort fragment reacties spuien. Stel luistervragen om weer de aan-
Je kan met de kinderen een lans breken voor hippe man-
dacht bij het verhaal te krijgen.
nenrokken. Groots opgezette campagnes helpen, en video-
Op het eerste gezicht lijkt de titel niets te zeggen. De
en reclameclips brengen iets helemaal in de aandacht.
bakker is namelijk helemaal alleen.Vertel aan de kinderen
De bakker toverde een oud gordijn om in een prachtige
de korte inhoud van het boek, behalve het stukje waarin
jurk. Misschien een idee om met de leerlingen uit te
Vrouwtje een jurk gaat maken voor de bakker. Laat hen
proberen. Je legt een hele hoop materiaal klaar waar de
daarna zelf een vervolg op het bakkersverhaal bedenken
leerlingen over kunnen beschikken (vuilniszakken, scharen,
waarin Vrouwtje op een of andere manier een rol speelt. Je
touw, paperclips, plakband, crêpepapier, linten, verf, teken-
kunt deze vervolgverhalen op allerlei manieren verwerken:
papier, zilverpapier). Daag de leerlingen uit hier zelf een
laten opschrijven en illustreren, of als toneeltje. Probeer wel
leuk pak of jurk van te maken. Deze eigen ontwerpen
telkens een bespreking te houden.Wat was er super? Wat
kunnen later in een heuse modeshow getoond worden aan
vonden ze er zelf van? Hebben de anderen tips om het nog
de klas. Het is leuk als er op de modeshow muziek
beter te maken?
gedraaid wordt die de leerlingen zelf meebrengen. Ook één of meerdere presentatoren inschakelen kan leuk zijn.
Na het lezen
De leerlingen moeten dan vooraf hun eigen ontwerp
Waarom moeten meneren toch altijd een pantalon dragen?
schriftelijk toelichten en dit briefje aan de presentator overhandigen.
Dames mogen in een jurk rondfladderen als de zon onder hun
Tenslotte kan je het boek kopen of lenen en hen het echte
armen plakt.
verhaal voorlezen. Daar is het boekje uiterst geschikt voor
Rokje, japonnetje, een niemendalletje met of zonder mouwtjes…
en er komen, behalve de bakker, nog andere leuke personages in voor. Geniet ervan!
Is dit wel juist? Zijn er geen culturen waarin mannen wèl jurken mogen dragen? In Marokko of Turkije dragen mannen een soort jurken – ze worden niet zo genoemd, maar er zal niemand vreemd opkijken als een man in een
lestip : ‘een vlekje wolf ’
Werken met het fragment
Principe : ‘Van lezen ga je doen’ Voor het lezen Een vlekje wolf, uit: Een vlekje wolf
Vertel je publiek dat je met een gedicht met de titel Een
Sine Van Mol, Isabelle Vandenabeele
vlekje wolf gaat werken.Waaraan denken de kinderen als ze
De Eenhoorn, . Blz. .
deze titel horen? Wat zouden ze tekenen bij deze titel? Met een verhaal of gedicht wil de schrijver ervan meestal
Over de auteur
iets aan de lezer duidelijk maken.Welke boodschap gaat er
Voor haar debuut als auteur gaf Sine Van Mol ()
in deze titel schuil?
ongeveer twaalf jaar les in het basisonderwijs. Stilaan
Na het gesprekje geef je de kinderen per twee een vel pa-
begon ze te schrijven, eerst voor volwassenen, daarna voor
pier en laat je ze aan de slag gaan met illustratiematerialen.
kinderen en jongeren. Het bezorgen van leeskriebels is
Als ze klaar zijn, bespreek je de resultaten in groep. Laat
haar belangrijkste motivatie om voor deze doelgroep te
eerst de groep vertellen welk verhaal er volgens hen
schrijven. Ze schrijft graag voor kinderen, omdat ze even
achter de illustratie zit, alvorens de illustratoren zelf aan
blij, bang, boos en ondeugend kan zijn als zij. Sine Van
het woord te laten. Kwamen de meningen overeen? Als de
Mol is werkzaam als assistente in de bibliotheek van
kinderen opgewarmd zijn, lees je het verhaal voor.
Kalmthout. Haar kinder- en jeugdboeken gaan over
uiteenlopende onderwerpen, maar snijden vaak een
Tijdens het lezen
bepaalde problematiek aan: leermoeilijkheden, seksueel
Het is een kort gedicht waarin de lezer of luisteraar niet
misbruik, kinderprostitutie… Ander werk: Mag ik over-
veel tijd krijgt om “in” het verhaal te komen. Je zal dus
varen? en Ben op de bus.
een locatie moeten kiezen die geschikt is voor dit gedicht: rustig, misschien een beetje donker, eventueel in de natuur.
Over de illustrator
Lees het gedicht voor terwijl de kinderen op hun rug
Isabelle Vandenabeele () studeerde aan het Sint-Lucas
liggen en helemaal in de sfeer zijn. Om extra aandacht te
Instituut in Gent: eerst Grafische vormgeving en daarna
vragen kan je een luisteropdracht geven. Bijvoorbeeld: als
Grafiek. Haar voorkeur gaat uit naar het grafische werk,
ik het gedicht twee keer gelezen heb, vertel je hoe de
naar lithografie, houtsneden en etsen.Voor haar eerste
plaats eruitziet waar dit gedicht zich afspeelt.
prentenboek, Kind, maakte ze gebruik van linosneden, krijt en gouache. Het boek werd bekroond met een
Na het lezen
Boekenpluim . In werd ze in Nederland
Laat voldoende tijd tussen de twee lezingen om de tekst te
bekroond met een Zilveren Penseel voor de illustraties van
laten doordringen bij de kinderen. Bewaar de rust, maar
Rood Rood Roodkapje.
laat de kinderen vertellen welk beeld ze in hun hoofd hebben. Hoe zag de plaats eruit in hun hoofd? Verschilde
Over het boek
dit bij andere kinderen? Zijn er gelijkenissen?
In Een vlekje wolf van Sine Van Mol ondersteunen houtsneden van Isabelle Vandenabeele de verschillende cycli.
Opeens
Het zijn vrouwenfiguren zonder of met afgewende
sluipt
gezichten, of een ondoordringbaar bos, bij korte, zuinig
een zwarte vlek
geschreven natuurimpressies, gebalde mythische verhalen
van stam
in dichtvorm, brieven of mijmeringen. Gewoon heel mooi
naar stam.
gedaan. Een vlekje wolf? Een onduidelijke schim, zich stiekem van boom tot boom verplaatsend, een vlek… Een zwarte vlek… Een wolf? Het lijkt of ik in die wolken een olifant zie, maar jij ziet
een mannetje dat op z’n rug ligt.Vreemd. Kennis,
bos waar ze al de hele week van hebben gedroomd terwijl
verwachtingen, het onderbewustzijn… bepalen dikwijls
in een saai grijs kantoor papieren aan het sorteren waren.
mee wat we (denken te) zien.
De wolven zitten deze keer niet in een schapenvacht, maar
Hier kan je in de klas mee experimenteren. Je maakt een
in een mensenpak. Je kunt dus misschien, als je goed oplet,
aantal kleuren waterige verf klaar. Gebruik liefst niet te
een vlekje wolf ontdekken. De wolven hebben honger. Ze
donkere kleuren; ecoline is heel geschikt, maar niet
kunnen iemand opeten door hem of haar een vette
noodzakelijk. De leerlingen hebben allemaal een rietje. Ze
knipoog te geven, waardoor de natuurliefhebber onmid-
nemen nu een beetje verf op in hun rietje (rietje in de
dellijk in zwijm valt. Het is aan de jagers om de wolven te
verf steken, duim er bovenop, rietje weer optillen) en
ontdekken vóór alle natuurliefhebbers uitgestorven zijn.
blazen dit uit over hun tekenblad. Op deze manier ontstaat
Het is namelijk een bijzondere soort.
een onvoorspelbare vlek. Nu spoor je de leerlingen aan om eens goed naar die vlek te kijken (van dichtbij, veraf, met halfgesloten ogen, knipperend met de ogen, scheel, enzoverder) tot ze er een dier in beginnen te zien. Ze kunnen met verf, stift, wasco dit dier wat benadrukken. Hier kunnen heel leuke resultaten uitkomen. Tussen boom en boom, een fel wit licht, loopt een meisje rood gekleed mand vol bloemen. Deze passage zal veel kinderen doen denken aan een sprookje. Dat het meisje in het rood gekleed is én bovendien een mand met bloemen draagt, stuurt ons in de richting van Roodkapje. Zo roepen de meeste sprookjes spontaan beelden bij ons op.Twee of drie woorden kunnen al genoeg zijn: hutje van steen, glazen muiltje, stiefmoeder). Laat de kinderen nu zelf een gedichtje schrijven, geïnspireerd op een sprookje.Wanneer ze dit later voorlezen, proberen de anderen erachter te komen welk sprookje erin verborgen zit. Je kunt de gedichten eventueel laten illustreren en bundelen tot een grote klassikale sprookjes- en dichtbundel. Hierbij introduceren wij het bosspel ‘Een vlekje wolf ’! De spelregels liggen niet vast; ze kunnen vrij geïnterpreteerd worden. De bedoeling van het spel is dat de wolven worden ontdekt en dat er niemand valt. Alle kinderen krijgen een kaartje waarop staat wat ze zijn. Er zijn twee wolven en twee jagers. De anderen zijn natuurliefhebbers die een daguitstap maken in het bos en genieten van het prachtige
lestip : ‘plotseling g ing de olif ant aan’
op te starten of gaande te houden, zijn:
Principe : ‘De boekenbabbel’
- Vind jullie het normaal dat dieren in verhalen of tvprogramma’s kunnen spreken?
Uit: Plotseling ging de olifant aan
- Waar hebben ze dat geleerd?
Toon Tellegen, Annemarie van Haeringen
- Hoe zit het met jullie huisdieren? Zeggen ze ’s morgens:
Querido, . Blz. -.
‘hallo, prettige nacht gehad? Die van mij was nogal jachtig’?
Over de auteur
- Waarom gebruiken schrijvers zo graag dieren voor
Toon Tellegen () debuteerde met een dichtbundel
kinderboeken en -series?
voor volwassenen in .Voor kinderen heeft hij tot nu toe alleen verhalen geschreven, hoewel die vaak ook heel
Tijdens het lezen
poëtisch aandoen door de sobere taal. Zijn verhalen zijn
Vraag de kinderen tijdens het lezen of voorlezen goed op
filosofisch en stellen meer vragen dan ze beantwoorden.
de karakters van de dieren te letten. Zijn ze zachtaardig of
Soms maakt dat ze absurd grappig, soms een beetje melan-
een beetje onzeker of kwaadaardig? Gunnen ze elkaar iets
cholisch. Ander werk is de verhalenbundel voor volwasse-
goeds? Zijn ze jaloers? Zijn ze blij voor de ander als die
nen De trein naar Pavlovsk en Oostvoorne en het kookboek
iets leuks meemaakt? Bespreek dit opnieuw als het verhaal
Taartenboek. (Bron: www.ncj.be)
verwerkt is. Het is gezellig om het voor te lezen, maar je
kunt het ook door de kinderen zelf laten lezen of misOver de illustrator
schien kunnen ze het aan elkaar voorlezen.
Annemarie van Haeringen werd op februari in Haarlem geboren. Als kind was ze ‘absurd verlegen’ en ze
Na het lezen
denkt vanwege deze eigenschap in het tekenvak te zijn
Vragen die je kunt gebruiken om de karakters te analy-
beland: ‘Dan hoef ik niet zo veel te zeggen.’ Na de
seren, zijn: ‘Wat vond je van de olifant? Lief? Jaloers?
middelbare school ging ze naar het Moller Instituut te
Onzeker? Bang? Goed? Kwaad?’ Doe dit ook zo bij de
Tilburg waar ze haar bevoegdheid voor tekenen en hand-
andere belangrijke karakters.
vaardigheid behaalde. Ze illustreert met pen, inkt, aquarel, potlood en gemengde technieken.
Toen het donker was ging het vuurvliegje aan. De olifant keek opzij. ‘Wat doe je nou?’ vroeg hij verbaasd. ‘Aangaan,’ zei het
Over het boek
vuurvliegje, en hij gloeide zo helder als hij kon.
De olifant leert van het vuurvliegje hoe hij moet ‘aangaan’. De mus leert het nijlpaard hoe hij moet juichen.
Je hebt het ongetwijfeld zelf al meegemaakt. Je komt
De zandtor schrijft een dringende brief aan de regen: hij
iemand tegen en die kan iets wat echt indruk op je maakt.
wil zo graag één keertje horen hoe kletteren klinkt.
Iets wat je zelf heel erg graag zou kunnen. Zo zou de
Annemarie van Haeringen maakte van een aantal nieuwe
olifant heel graag kunnen ‘aangaan’, net zoals het
verhalen van Toon Tellegen animatiefilmpjes voor de tele-
vuurvliegje. Zal hij daarin slagen? Het ene dier is het
visie en selecteerde de vijf mooiste voor dit prentenboek.
andere niet. Ze hebben allemaal eigenschappen die hen bijzonder maken, anders dan de andere soorten. De leer-
Werken met het fragment
lingen zouden hun fantasie kunnen aanspreken om een dier te tekenen waar kenmerken van meerdere diersoorten
Voor het lezen
in voorkomen. Zou een koe met een bek als die van een
Sesamstraat, The Muppet Show, Nijntje – er zijn onnoemlijk
krokodil en vleugels als een arend nog steeds gras eten? Ze
veel verhalen en tv-programma’s waarin dieren kunnen
tekenen hun fantasiedier en wisselen de tekeningen onder-
spreken. Het lijkt vanzelfsprekend. Niemand kijkt nog ver-
ling uit. De leerlingen proberen nu bij elkaar te ontdekken
baasd als er weer eens een dier spreekt. Je kunt hier een
welke dieren er allemaal in hun fantasiedier schuilen. Later
gesprekje over voeren met de kinderen. Als introductie laat
kunnen enkele dieren klassikaal besproken worden.
je een stukje video zien. Mogelijke vragen om het gesprek
Om licht uit een tekening te doen stralen kan je best
werken met felle contrasten. Een techniek die zich hier
Kunnen ze eens even blozen?
uitstekend toe leent is de krastechniek. Je kunt de leerlin-
Bijna ieder mens kan iets waar de anderen niet zo goed in
gen op een vel tekenpapier een olifant laten tekenen.
zijn.Welke talenten hebben de mensen in de straat of in
Rond die olifant wordt de witruimte eerst ingekleurd met
de winkel? Zijn er mensen jaloers op hun talent? Waar
felle kleuren wascokrijt (geel, oranje, lichtgroen...). Nu
zouden ze graag het talent voor hebben?
gaan ze met zwarte wasco over deze felle kleuren. (Dat mag ook met zwarte verf, maar dan moet je een half uurt-
Het vuurvliegje wilde zeggen dat dit geen aangaan was
je tijd voorzien voor het drogen. De kleuren moeten echt
geweest. Echt aangaan was iets anders, iets heel bijzonders,
hemaal bedekt worden. Met een scherp voorwerp (een
wat niemand kon. Maar hij zei niets.
tandenstoker, een balpen waarvan de punt niet uitgeklikt is,
Mensen hebben de bijzondere eigenschap jaloers te kun-
een breipriem…) kunnen nu rond de olifant vuurvliegjes,
nen zijn. Dat heeft zelden leuke gevolgen. Je kan met de
sterren, kortom: lichtgevende zaken aangebracht worden.
kinderen een ochtendgesprekje doen over jaloezie. In
Licht is een leuk gegeven om mee te werken. Zo kan je
welke omstandigheden zijn ze jaloers? In welke situaties is
bijvoorbeeld met je leerlingen een grote ‘klaslamp’ maken.
jaloezie goed, en in welke zou jaloezie beter niet bestaan?
Je hebt hier kippengaas, behangerslijm en gekleurd zijde-
Heeft jaloezie iets met onzekerheid te maken? Voelt de
papier voor nodig. Met het kippengaas maak je een groot
jaloerse persoon zich goed tijdens het jaloers zijn? Hoe
cilindervormig voetstuk. Dan maak je uit kippengaas een
merk je dat iemand jaloers is? Wat kan je er tegen doen?
grote ‘Chinese hoed’ die op het voetstuk past. De leerlingen kunnen dit kippengaas nu bekleven met vormpjes in gekleurd zijdepapier, dat ze bevochtigen met behangerslijm. Als beide delen volgekleefd en droog zijn, worden ze op elkaar gezet.Wanneer je nu binnenin een grote lamp zet, heb je een superleuke klaslamp, waaraan iedereen zijn steentje heeft bijgedragen. Ook de tegenhanger van het licht kan gebruikt worden: donker, de schaduwzijde. Je kunt je klas hiervoor best zo donker mogelijk maken.Tegen de muur hang je een groot zwart blad op. Een leerling gaat voor het blad staan. Hierop richt je een lamp, zodat het silhouet van de leerling op het blad verschijnt. Iemand anders kan dit silhouet nu met een krijtje op het grote blad overtekenen. Leuk is om dit later uit te knippen en ergens op school tegen een raam te hangen. ‘Hoe doe je dat? Aangaan?’ vroeg de olifant nieuwsgierig. Het vuurvliegje was even stil. Dat weet ik niet, dacht hij. Hij haalde zijn schouders op en zei: ‘Tsja, Hoe doe ik dat…’ Hij vond dat een mooi antwoord. Gloeien lijkt het vuurvliegje vanzelfsprekend, iets waar hij niet bij hoeft na te denken. Olifant zou dat ook graag kunnen. Mensen doen dingen waar ze bijna nooit meer over nadenken, zoals ademen, zien, horen, ruiken, blozen, enzoverder. Het is misschien leuk om mensen op straat hier eens mee te confronteren en te vragen waar ze hebben leren ademen.Wie heeft er hen leren denken?
lestip: ‘hij wil zij-waar ts!’
kring zitten. Ze voelen zich allebei door hun beperkingen
Principe : ‘De boekenbabbel’
tekortgedaan. In het gesprek proberen ze elkaar te troosten. Zo vindt een stoel het bijvoorbeeld niet zo leuk dat
Hij wil zij-waarts!, uit: Ik heb het tegen jou.Theaterteksten voor
iedereen op ’m gaat zitten. De balpen vindt dit over-
jongeren
dreven, want hìj wordt altijd tegen het papier gedrukt en
Dimitri Leue, Paul Verrept
de stoel mag tenminste mee aan tafel. Hier zouden best
Afijn, . Blz. -.
wel eens leuke gesprekken uit kunnen voortkomen. Mogelijke voorwerpen: stoel, bal, potlood, eurostuk,
Over de auteur
schooltas…
Dimitri Leue () is schrijver en voor de rest nog heel veel andere dingen. Hij is in de eerste plaats acteur. Op de
Bij het lezen
televisie was hij nog te bezichtigen in Vaneigens, De
Vraag de leerlingen goed op het probleem van de voor-
Liegende Doos, enzoverder. Hij stond ook op het podium
werpen te letten.Waar hebben ze het moeilijk mee?
met De Kakkewieten en bij El Tattoo del Tigre. Zarah is
Nadat de tekst gelezen is, gaan jullie er verder over praten.
een eigen bewerking van een tekst die hij voor theater
Het hele fragment leent zich ook uitstekend tot drama-
schreef.
tisatie. De ene leerling is het hobbelpaard, de andere is het elektrische treintje.Wissel regelmatig de rollen. De tekst
Over de illustrator
kan op deze manier gelezen worden, maar ook uitgebeeld.
Paul Verrept () is grafisch ontwerper, illustrator en uit-
Laat de kinderen de tekst gebruiken, maar spoor hen aan
gever. Hij maakt vooral prentenboeken, die hij zelf schrijft
extra aandacht te schenken aan de manier waarop ze hun
en illustreert. Hij maakte o.m. een reeks gebaseerd op
tekst uitspreken. Klinkt het blij, boos, droevig of juist
gedichten van Paul van Ostaijen.
grappig?
Over het boek
Na het lezen
In dit boek zijn een flink aantal nieuwe theaterteksten van vooraanstaande (jeugd)auteurs samengebracht: korte
HOBBELPAARD: Links!
stukken met weinig personages en een eenvoudige setting.
uit! Maar ik wil opzij! Links! Rechts! Averechts! Als ik nu
Ik heb het tegen jou komt tegemoet aan de behoefte bij
maar eens één keer opzij zou mogen gaan. Maar nee, vooruit.
jongeren aan goede zelfstandige theaterstukken die ze zelf
Achteruit.Vooruit. Achteruit. Ik ben het beu!
Ik wil naar links! Of rechts, maakt niet
kunnen opvoeren. Een hobbelpaard dat zijwaarts beweegt, dat is misschien Werken met het fragment
wel een leuk product om op de markt te brengen. Dagelijks breken een heel aantal knappe bollen hun hoofd
Voor het lezen
om zulke ideeën te vinden. Ze gaan op zoek naar zaken
Vraag de leerlingen of ze al eens een gesprekje tussen
waar de mensen behoefte aan hebben, maar die nog niet
twee stoelen hebben opgevangen. Op deze vraag komt
uitgevonden zijn – wat natuurlijk steeds moeilijker wordt,
ongetwijfeld commentaar. Ze zullen beweren dat dit niet
want we hebben al zoveel! Als ze iets bedacht hebben,
kan. Probeer hen niet van het tegendeel te overtuigen,
gaan ze aan het werk! Creativiteit is zeer belangrijk: je
maar laat hen een redenering opbouwen. Die redenering
moet zijwegen inslaan waar anderen rechtdoor lopen. Ik
ga jij telkens kritisch bevragen, zodat ze zich oefenen in
hoor wel eens vertellen dat vele mensen met het ouder
het redeneren.
worden hun creativiteit beetje bij beetje verliezen.
Vervolgens improviseren de leerlingen een gesprekje.
Zet je leerlingen aan het denken. Spoor ze aan om een
Hiervoor moeten ze zich verplaatsen in een voorwerp. Je
uitvinding te bedenken en deze plannen op papier te
voorziet een zak met kaartjes waarop de benamingen van
zetten (en eventueel, waar mogelijk, uit te werken). De
voorwerpen staan.Twee leerlingen trekken een kaartje,
kinderen die willen, kunnen hun uitvinding later even
krijgen even bedenktijd en gaan dan in het midden van de
klassikaal toelichten.
lestip : ‘pinguïns’ Het hobbelpaard doet zijn beklag bij het elektrische trein-
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
tje. Hij kan niet zijwaarts bewegen en ervaart dit als een ernstig obstakel om gelukkig te zijn. Het treintje vindt
Pinguïns, uit: Alle liedjes met een hoepeltje erom
niet dat het hobbelpaard moet klagen. Hij kan tenminste
Joke Linders,Toin Duijx
nog achteruit ook, het treintje kan alleen maar vooruit.
Van Holkema & Warendorf. Blz. .
Daarmee is het hobbelpaard het niet eens: het treintje kan immers een heel parcours afleggen door bossen, langs een
Over de auteurs
dorpje. Dan heeft het treintje een Eureka!-moment.
Geen informatie beschikbaar.
Beuling!
Over het boek
Pardon?
Joke Linders en Toin Duijx stelden deze liedjesbundel
Iemand die het beu is, is een beuling!
samen, nadat ze hun oor te luisteren hadden gelegd bij studenten van de Universtiteit van Leiden die honderden
Het is een beetje een gek idee dat een schommelpaard aan
kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, kleuterklassen en
het praten is met een treintje. Ze zijn tenslotte niet van
gezinnen bezochten om uit te zoeken welke oude en
dezelfde soort. Een mens kan ook niet met een chim-
nieuwe liedjes het meeste gezongen worden.
pansee zitten keuvelen, ook al hebben ze bijzonder veel
De meer dan tweehonderd bekende en minder bekende
gemeen. Het paard en het treintje moeten dus goed
liedjes zijn ondergebracht in verschillende categorieën:
nagedacht hebben over de woorden. Probeer eens met de
dieren, de seizoenen, verschillende feesten (waaronder een
kinderen te achterhalen hoe het voor de mens in het
uitgebreide verzameling Sinterklaasliedjes), uit de oude
begin moet geweest zijn, toen hij nog niet zo’n uitge-
doos… De bundel bevat ook een heleboel bewegings-
bouwde taal had. Op welke manier communiceerden we
liedjes met telkens een woordje uitleg erbij.Van elk lied
toen? Wat zouden onze eerste woordjes geweest zijn? Je
staat de tekst en muzieknotatie met gitaarakkoorden
kan een dag organiseren zonder het Nederlands. De leer-
duidelijk afgebeeld. Elk liedje werd met een bijpassende
lingen mogen natuurlijk wel een taal ontwikkelen, maar
tekening geïllustreerd door veertien verschillende artiesten,
dan moet de afspraak zijn dat niets zijn originele naam
waaronder Thé Tjong-Khing en Philip Hopman.
krijgt: voor alles wordt een nieuw woord bedacht of een reeds bestaand woord dat eigenlijk naar iets anders verwees.
Werken met het fragment
Hopelijk kan je ze na één dag stoppen. Voor het lezen/zingen Je kunt de klas voor het lied opwarmen door een paar mopjes te vertellen: - Hoe krijg je een olifant in de koelkast? (deurtje open, olifant erin, deurtje toe) - Hoe krijg je een giraf in de koelkast? (deurtje open, olifant eruit, giraf erin, deurtje toe) Teveel praten over mopjes, maakt ze niet beter. Vertel dat je een gelijkaardig liedje voor hen gaat zingen. Tijdens het lezen/zingen Geef hen een luisteropdracht zodat de aandacht bij het lied blijft. Je kan de leerlingen het ritme laten klappen waarin jij het lied zingt.Wanneer je het een keer hebt voorgezongen, vraag je de leerlingen waar het lied over gaat.Verder kan je de gewone liedjesspelletjes doen om
hen het lied aan te leren; meeneuriën, telkens een zin meer
lestip : ‘mijn har t is een pinguïn’
meezingen, radio (luider, stiller, uit, aan), in groepjes zingen.
Principe : ‘De boekenbabbel’
Na het lezen/zingen
Uit: Mijn hart is een pinguïn
Pinguïns, twee pinguïns in de ijskast van mijn oom
Chiharu Sakazaki, Bart Moeyaert
De leerlingen kunnen improviseren op de tekst van het
Pantalone, . Blz. -.
gedicht of lied. Eén leerling zegt de eerste regel, maar verandert ‘pinguïn’ in een ander dier. (Het dier kan best
Over de auteur
uit twee lettergrepen bestaan, zodat het nog binnen het
Chiharu Sakazaki is een Japanse vormgeefster.
ritme past.) Ook ‘ijskast’ wordt vervangen door een andere
plek (aantal lettergrepen: idem). De hele klas (of in
Over de bewerker
kleinere groepjes) zingt/zegt de hele tekst met het nieuwe
Bart Moeyaert werd op juni geboren als jongste
dier en de nieuwe plek.
van zeven broers. In kwam zijn eerste kinderboek
De leerlingen kunnen ook in kleinere groepjes het
uit, Duet met valse noten, waarvoor hij direct een prijs van
gedicht voordragen op verschillende manieren. Bespreek
de Kinder- en Jeugdjury in Vlaanderen kreeg. Moeyaert
met de leerlingen enkele mogelijkheden: opera, rap,
deed de lerarenopleiding en maakte voor zijn afstuderen
griezelverhaal, heel droevig, overdreven blij…
een scriptie over de Engelse jeugdauteur Aidan Chambers.
Pinguïns in de ijskast is absurd, omdat je in een ijskast niet
Hij heeft echter nooit voor de klas gestaan. Moeyaert
onmiddellijk deze beestjes verwacht. In de film Le fabuleux
schreef een groot aantal boeken die veel prijzen in
destin d’Amélie Poulain steelt Amélie de tuinkabouter van
Vlaanderen en daarbuiten opleverden. Moeyaert vertaalt
haar vader en geeft die mee aan een stewardess, zodat die
ook buitenlandse kinder- en jeugdboeken en hij schrijft
er foto’s van kan maken met op de achtergrond een
teksten voor televisie en theater.
piramide, of het vrijheidsbeeld. Ook niet meteen plaatsen waar je zulke ventjes verwacht! Je kunt met de kinderen
Over het boek
een pinguïn-kunstproject doen. Je kan ze gaan bestuderen
Mijn hart is een pinguïn roept een glashelder beeld op, maar
in de dierentuin, op een video of in een boek. Daarna
brengt je daarna in verwarring, want het beeld krijgt maar
construeren ze met ijzerdraad en papier-maché of uit
betekenis naarmate het verhaal zich voor je opent. De
piepschuim hun kunstwerk. Een likje verf kan wonderen
pinguïn laat zich onbevangen van alle kanten zien, van
doen. Daarna kan je kunstwerken in je school, stad of
onder tot boven, met alle conflicten, verlangens en
gemeente gaan plaatsen met een beetje tekst en uitleg erbij.
ervaringen die hij in zich draagt. Het boek vindt zijn oorsprong in de oosterse filosofie. Het verhaal eindigt en
En dan nog een leuk spel dat je kunt spelen wanneer het
begint waar de pinguïn de sprong waagt in een zee van
lied al gekend is. Je voorziet een aantal kaartjes met
gevaren en beloften. Het verhaal lijkt eenvoudig en is zeer
tweelettergrepige dieren (a-pen, paar-den, kat-ten…). Eén
suggestief; het nodigt uit om na te denken en te filosoferen.
leerling gaat de klas uit, een andere leerling verstopt het
Op de bijbehorende cd vertelt Bart Moeyaert in zijn
dier. De vrijwilliger komt de klas terug binnen en zoekt
typische stijl het verhaal, met muziek van Filip Bral. De
het dier. De anderen zullen hem/haar hierbij helpen.
muziek volgt de verhaallijn: dan weer zacht en melodieus,
Wanneer de zoeker in de buurt komt van het dier zullen
dan plots hard en onheilspellend. De muziek is prikke-
ze luider gaan zingen, wanneer hij uit de buurt gaat zullen
lend, net zoals de hele inhoud van het doosje.
ze steeds zachter gaan zingen. De klas zingt het lied, maar in de plaats van ‘pinguïns’ zingen ze ‘mmm-mmm’. Als de vrijwilliger het dier vindt, roept hij meteen welk dier het is (bijv. apen). Het lied wordt nu nog één keer door iedereen uit volle borst gezongen.Waar eerst ‘mmmmmm’ gezongen werd, vullen ze nu het gevonden dier in. En dan mag de volgende vrijwilliger de klas verlaten.
Werken met het fragment
- Wat zou de verteller bedoelen? - Heb jij altijd controle over je lichaam of over je humeur,
Voor het lezen
je buien, je zwarte of witte gedachten? Hoezo wel, hoezo niet?
Met het hart dat je hebt, moet je het doen.
- Worden we met een bepaald lichaam geboren? - Worden we met een bepaald karakter geboren?
Gebruik dit zinnetje om de les te introduceren; het zal
- Worden we met een bepaald humeur geboren?
ook in het fragment voorkomen. Het zinnetje klopt niet.
- Kun je je lichaam nog veranderen? Hoe dan? Hoezo
We leven in de tijd van plastische en andere chirurgie.
niet?
Voor elk scheef botje of bubbeltje vet is er wel een oplos-
- Kun je je karakter veranderen? Hoe wel? Hoezo niet?
sing. Sommige mensen zijn zelfs nog amper te herkennen,
- Kun je je humeur veranderen?
omdat er al zo veel aan hen ‘gewerkt’ is. Het is niet de
- Hoe wel? Hoezo niet?
bedoeling je kinderen warm te maken voor plastische
- Wanneer past jouw hart niet onder je hand?
chirurgie. Ga met de kinderen na wanneer zo’n ingreep
- Is je hart dan te groot?
goed is en wanneer het niet echt nodig is. Als je door-
- Of is je hand te klein?
vraagt, zal de grens heel dun worden.Wat voor de één nodig lijkt, is voor de ander totaal overbodig.
Probeer grote vellen papier te vinden die zo groot zijn als de leerlingen. Behangpapier of inpakpapier kan al gebruikt
Bij het lezen
worden, maar is misschien een beetje te smal. Je vindt wel
Vraag de leerlingen om tijdens het verhaal goed op te let-
een oplossing. Maak kleine groepjes van ongeveer drie
ten. De schrijver van dit verhaal probeert iets te vertellen,
kinderen en vraag één kind per groepje op de grond te
maar wat is niet meteen duidelijk. De kinderen moeten
gaan liggen. De anderen gaan er met een stift omheen en
een beetje dieper graven dan bij een gewoon verhaaltje.
zo heeft ieder groepje een vierde persoon erbij die in een
Na de tekst, die je kunt voorlezen of de kinderen zelf kan
volgende fase naar hartenlust omgebouwd en bijgewerkt
laten lezen, wordt er verder gebabbeld over wat de schrij-
kan worden. Als alle groepjes klaar zijn, hou je een toon-
ver eigenlijk met zijn verhaal wil vertellen.
moment waarop alle bijgewerkte figuren worden voorgesteld door hun chirurgen. Aan alle correcties wordt
Na het lezen
een academische uitleg gegeven.
Mijn hart is een pinguïn. Hij zit hier onder mijn hand.
Met het hart dat je hebt moet je het doen
Soms past hij niet onder mijn hand.
Dat is niet anders En ook niet erg
Dit bijzondere boekje is erg geschikt om te filosoferen
Ik ben blij met mijn pinguïn
met kinderen. Ook al is dit een beetje een voor de hand liggende suggestie: we gaan ze toch geven. Bij het boekje
Het hart is wetenschappelijk gezien een pomp die je bloed
is een filosofiegids gemaakt door Silvie Moors. Daaruit
tot de verste uithoeken van je lichaam stuwt. Je kunt hier
komt volgend fragment.
de leerlingen met een stethoscoop eens laten luisteren naar het pompende geluid van hun eigen hart en dat van
Belangrijk als begeleider van een filosofisch gesprek is dat
anderen. Maar aan een hart wordt dikwijls ook een figuur-
je niet de centrale figuur bent, letterlijk noch figuurlijk. Je
lijke betekenis geschonken. Uitdrukkingen als: ‘luister naar
kunt vragen stellen en moet dan verdergaan op de
je hart’, ‘volg je hart’, ‘een hart onder de riem steken’,
antwoorden van de kinderen; plaats deze naast elkaar, maar
‘mijn hart breekt’… zijn bekend. Het hart staat symbool
probeer nooit blijk te geven van goed of slecht.Wanneer
voor liefde, geweten, warmte… Ga over dit alles een
het gesprek stilvalt en er schiet je geen gepaste vraag meer
gesprek aan met je leerlingen, laat hen zelf invullen waar
binnen, ga dan over naar de volgende.
ons hart allemaal voor staat. Zijn de leerlingen al situaties
- Hoe kan het dat hij niet onder zijn hand past?
tegengekomen in hun leven waar ze hebben geluisterd
naar hun hart? Wat zou ons hart ons allemaal kunnen
lestip : ‘goed en slecht’
influisteren? Leerlingen schrijven enkele mogelijkheden
Principe : ‘De taalspeeltuin’
(reëel of fictief) op; creatievelingen mogen er een gedicht over schrijven. Je kunt nu de zaken die de leerlingen
Uit: Goed en Slecht
hebben neergeschreven opnemen op cd of cassette.
Brigitte Labbé, Michel Puech
Op een schoolfeest, opendeurdag of gewoon zomaar
Het Spectrum, . Blz. -.
ergens in de gang van je school kun je nu een sprekend hart opstellen. Je laat de kinderen een groot hart ontwer-
Over de auteurs
pen (karton, papier, kippengaas, stof, hout, wegwerpmate-
Brigitte Labbé is auteur en werkte vroeger in de commu-
riaal…) dat je ergens een leuke plaats geeft. In de buurt
nicatie. Michel Puech doceert filosofie aan de Universiteit
ervan kan je nu een cassette- of cd-speler verstoppen, die
van Parijs. Ander werk: Leven en dood en Wat je weet en wat
de korte hartcitaten in loop afspeelt. Hopelijk nemen de
je niet weet.
voorbijgangers even de tijd om te luisteren naar het hart. Over het boek Philo & Sophia, de kleine filosofen is een serie filosofieboekjes voor kinderen vanaf tien jaar. Op een heldere, directe en grappige manier helpt deze serie kinderen om ideeën
te vormen en na te denken over belangrijke vragen en thema’s, zoals (in dit geval) goed en slecht. Als iemand de bendeleden betrapt op het lek steken van banden en hen daarop aanspreekt, dan zullen ze zeggen: ‘Het is niet onze fout, wij zijn niet verantwoordelijk. De baas zei dat we het moesten doen!’ Afwachten tot iemand je vertelt wat goed is en wat slecht is, is hetzelfde als stoppen met nadenken. Je hersenen zijn uitgezet. Het is alsof je geen mens meer bent. Werken met het fragment Voor het lezen Een kleuter heeft me ooit eens gezegd: ‘Je hebt goede en slechte mensen. Goede mensen doen soms slechte dingen, maar slechte mensen doen ook soms goede dingen.’ De lijn tussen goed en slecht is soms flinterdun.Vooraleer je met de kinderen het fragment leest, kan je hen al eens aan het denken zetten over ‘goed’ en ‘slecht’. Je kan hiervoor twee grote bladen op de grond leggen. Op het ene blad schrijf je ‘goed’, op het andere ‘slecht’. De kinderen komen nu op de bladen goede en slechte dingen tekenen. Daarna volgt een korte bespreking.Vragen die hier aan bod kunnen komen: Waarom is het goed of slecht? Wie bepaalt dit? Kan je het ergens opzoeken als je twijfelt? Zijn er zaken die zowel goed als slecht zijn? (Als zulke dingen niet voorkomen op de affiches, kan je de leerlingen aansporen er enkele te verzinnen.)
Is iedereen het eens met de plaatsen waar de ‘goede’ en
Wat goed is voor de wolf, is niet zo goed voor het schaap. En
‘slechte’ dingen getekend zijn? Zijn er kinderen die
wat goed is voor het schaap is slecht voor de wolf. Het goede is
bepaalde zaken juist op het andere blad zouden getekend
dus niet voor iedereen hetzelfde, en het slechte ook niet.
hebben? Zijn er kinderen die nog nooit slechte dingen hebben
Vele zaken hebben voor- en nadelen, zowel goede als
gedaan? Ben je een slecht persoon als je iets doet wat
minder goede kanten. Je kunt de leerlingen dit laten
eigenlijk niet zo goed is?
ondervinden in een stellingenspel. Je bakent twee gebieden af: een pro- en een contra-gebied. Je leest een
Bij het lezen
stelling voor en de leerlingen kiezen of ze achter die
Je kunt de kinderen deze tekst in groepjes laten lezen. Op
stelling staan of niet. Ze nemen plaats in het pro- of contra-
het bord kan je enkele vragen zetten die betrekking
gebied. Uit elk gebied wordt één vrijwilliger gekozen. Ze
hebben op het fragment. Binnen de kleine groepjes wordt
nemen plaats op een stoel en zullen elkaar nu proberen te
hierover nagedacht en gepraat.Wanneer iedereen het over
overtuigen. De leerkracht leidt dit gesprek.Wanneer zo’n
de vragen heeft gehad, kan je eens klassikaal overlopen wat
vrijwilliger het gevoel heeft dat hij vast zit, kan hij/zij
er uit de bus is gekomen. Het zou leuk zijn mochten de
afgelost worden door iemand anders. Mogelijke stellingen:
vragen leiden tot een klasdiscussie. Let er dan goed op dat
- Als je echt heel veel honger hebt, maar helemaal geen
de leerlingen echt naar elkaar luisteren; anders gaat de hele
geld, dan is het niet fout om een brood te stelen.
discussie verloren.
- Als de wolf het schaap opeet, dan is dat een stoute wolf. - Als ik euro vind op de grond in een café, steek ik die
Na het lezen
gauw in mijn broekzak.
Bij de Sioux-indianen leren de volwassenen de kinderen om te
Deze les kan je eindigen met een samenvattend gesprek
stelen. Bij ons zouden ze straf krijgen, bij hen worden ze gefeli-
over goed en slecht. Hier worden belangrijke zaken uit
citeerd.
het stellingenspel even samengebracht. Aansluitend hierop kan het leuk zijn de kinderen als huiswerk de opdracht te
Als het enigszins mogelijk is, ga je de straat op en laat je
geven tegen het einde van de week één goede daad te
groepjes kinderen volwassenen interviewen. Je geeft hen
doen. Nadien vertellen ze aan elkaar wat ze precies
twee vragen mee:
hebben gedaan en hoe ze dit hebben ervaren.
- Wat is erg voor een kind?
Een leuke variant om rond deze stellingen te werken is
- Wat is erg voor een volwassene?
een stille-wand-discussie. Er wordt een stelling op bord
Bekijk nadien wat voor antwoorden er zijn gekomen op
geschreven. Geef de leerlingen even de tijd om erover na
deze vragen.Wat vinden zij daarvan? Hadden de volwas-
te denken. Op een bepaald moment open je de discussie.
senen gelijk toen ze de kindervraag moesten beantwoor-
De leerlingen kunnen opstaan en rond de stelling iets gaan
den? Vinden zij dat ook erg? Wat vinden ze van de dingen
schrijven. Daarop kan een andere leerling reageren. Deze
die volwassenen erg vinden? Als al de resultaten binnen
uitwisseling van meningen en bedenkingen gebeurt in
zijn, kan je de studie publiceren in de schoolkrant.
volstrekte stilte!
Je kan een discussie opstarten over punten.Wat zijn goede
Dit boekje of fragment is ook geweldig bruikbaar bij
punten? Wat betekent een zeven voor iemand die altijd
ruzies, want meestal zal ieder van zijn kant beweren dat hij
achten heeft? Wat betekent diezelfde zeven voor iemand
juist handelde. Je kan dit fragment als inleiding gebruiken
die meestal zessen toegeschoven krijgt? Zijn punten
om een manier te vinden om ruzies op te lossen; telkens
belangrijk voor kinderen? Zouden ze zonder punten kun-
verwoordt de één wat de ander z’n bedoeling was of op
nen leven? Wat vinden hun ouders ervan? Zijn er alter-
welke manier hij of zij het goed bedoelde. Daaruit kan
natieven voor een rapport met punten? Je moet natuurlijk
dan al groeien dat ze elkaar begrijpen, om ten slotte een
wel oppassen hoever je hierin gaat, want het school-
oplossing te vinden.Waarschijnlijk lukt hen dit niet alleen,
systeem moet niet té hard onder vuur komen te liggen.
maar kan jij hen hier telkens bij helpen.
lestip : ‘alles wat je zegt’
werking tussen de tekeningen en de tekst. P. en ik is een
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
mooi boekje waar jong en minder jong van zullen genieten.
Alles wat je zegt, uit: P. en ik
Werken met het fragment
Geert de Kockere, Sabien Clement De Eenhoorn/Medaillon, . Blz. .
Voor het lezen Aangezien dit een kort fragment is, moeten de kinderen
Over de auteur
snel in de juiste sfeer zitten. Zorg dat je klas in een poë-
Geert De Kockere is op mei geboren in Tielt. Hij
tische bui raakt, door ze te laten genieten van een paar
studeerde voor onderwijzer aan de normaalschool van
bijzondere gedichten. Bespreek die kort.Wat bedoelt de
Torhout, maar werd later beroepsjournalist. Hij werkte
schrijver met het gedicht? Wat is er bijzonder aan het
onder meer voor De Standaard-Het Nieuwsblad. In de
gedicht? Het fragment Alles wat je zegt komt als laatste.
kinderbijlage De Stipkrant publiceerde hij gedichten. Hij
werkt ook mee aan de tijdschriften van Uitgeverij
Bij het lezen
Averbode. Geert is hoofdredacteur van
De leerlingen lezen het gedicht luidop. Besteed extra aan-
KITS, een
actu-
aliteitenkrant voor jongeren. Momenteel woont hij met
dacht aan de manier waarop. Je kunt misschien zelf eens
zijn vrouw Annemie, dochtertje Jana en zoontje Simon in
een leuk gedicht op een foute manier voorlezen (te snel,
Oudenaarde.
geen intonatie). De leerlingen vertellen je dan hoe het beter zou kunnen. Laat ze er ook bij elkaar op letten als
Over de illustrator
later het fragment wordt voorgelezen.
Sabien Clement () weet nog goed hoe er in het zesde leerjaar besloten werd om een boek te maken. Het stond
Na het lezen
onmiddellijk vast dat zij voor de illustraties zou zorgen.
P. stelde me voor
Ze hoorde voor de eerste keer het woord illustrator en
een mooi gevoel
wist dat zij dat later worden wou. Na de kunsthumaniora
met hem te delen.
trok ze naar Antwerpen, waar ze Grafische en illustratieve
Ik zei ja
vormgeving studeerde aan het Sint-Lucas Instituut. Haar
En P. brak het middendoor.
hobby’s zijn tekenen, tekenen en tekenen (vooral modeltekenen). Sabien houdt van heldere, vrolijke kleuren.
Naar aanleiding van een feest (of gewoon zomaar) kan je
Haar inspiratie doet ze op door in oude boeken te
met de leerlingen hangertjes maken die ze later aan
neuzen, in oude huizen rond te dwalen en oude glorie te
iemand kunnen schenken. Je drukt een beetje klei samen tot een leuk plat vormpje (ongeveer cm). Je maakt er,
bekijken.
terwijl de klei nog vochtig is, met een scherp voorwerp Over het boek
een gaatje in. Als de klei opgedroogd is, kan er geschilderd
Een bundel poëtische gesprekjes tussen P. en ik. Er zijn
worden. Je steekt een touwtje door het gaatje en klaar is
verschillende ontmoetingen tussen de ik-figuur en P., die
kees. Nu nog iemand zoeken waarmee je dat mooie
symbool staat voor Persoon.Tijdens die ontmoetingen
gevoel kan delen.
wisselen zij van gedachten en filosoferen ze over het
Als variant hierop kan je ook een stukje karton
leven. Het zijn pure poëtische taalspelletjes van een hoge
beschilderen. Als dit droog is, kan je het middendoor knip-
kwaliteit. Een boekje dat je doet wegdromen, glimlachen
pen en er twee hangertjes van maken. De ene helft hou je
en tot nadenken stemt. Sabien Clement werkte al eerder
zelf, de andere schenk je aan iemand die je graag hebt.
samen met Geert de Kockere; ze illustreerde het bekroon-
Een mooi gevoel middendoor breken. Ik vind het toch
de Jij lievert (De Eenhoorn, ). Ook dit boek staat bol
wel wat raar, hoor. Ik vraag me af… Is de helft van een
van de speelse tekeningen. Figuurtjes waarvan de verhou-
mooi gevoel nog steeds een mooi gevoel of is het wat
dingen zoek zijn: ze hebben lange armen en korte benen
lelijker geworden? Is een stuk van een gedicht nog steeds
en niet meer dan een stip als oog. Er is een mooie wissel-
een gedicht, of slaat het nergens meer op?
Je zoekt enkele leuke gedichten bij elkaar. Elk gedicht ver-
iedereen die het ziet mee zal lachen? Je kunt op dezelfde
deel je in drie stukken – je kan ze nummeren van tot .
manier te werk gaan met huilen. De eerste zal slechts
Je zorgt ervoor dat iedere leerling een stukje van een
lichtjes de neus ophalen, maar het gesnif wordt ten slotte
gedicht heeft. Geef de leerlingen even de tijd om wat door
een haast oncontroleerbare, hysterische huilbui. Benieuwd?
elkaar te lopen en het oorspronkelijke gedicht weer
Proberen maar.
volledig te krijgen: drie juiste delen in de goede volgorde. Als de tijd om is, komen de gevormde groepjes vooraan en lezen het gedicht voor aan de klas. Als je het met de kinderen over delen wil hebben, kan het leuk zijn dit eerst klassikaal te beleven. Maak met je leerlingen iets lekkers (koekjes, fruitsateetjes, speculoos…). Wanneer dit klaar is, stuur je de leerlingen in groepjes op pad om er alle klassen van de hele school mee te verrassen. In een nabespreking kan je het hebben over delen.Wie deelt er wel eens iets? Waarom? Ben je een egoïst als je je koek niet deelt? Als je iets deelt, moet je dan iets terugkrijgen? Sindsdien delen we een mooi gevoel Je legt de kinderen uit dat ze straks ook mooie gevoelens gaan delen met andere mensen. Door gedichten die ze zelf hebben geschreven, geillustreerd en versierd, uit te delen in de plaatselijke supermarkt of in de dichtstbijzijnde winkelstraat. Uit ervaring weten we dat mensen al vlug weigeren, omdat ze denken dat ze alweer moeten betalen en uiteindelijk des te vriendelijker zijn wanneer ze merken dat deze mooie gevoelens hen gratis worden aangeboden. ‘Een mooi gevoel delen’ klinkt misschien wat gek, maar het is het niet. Gevoelens kunnen soms heel aanstekelijk werken.Wanneer ik met iemand aan het praten ben die echt heel somber is, betrap ik mezelf er soms op dat ik ook een beetje somber word. Of iemand die heel veel en uitbundig lacht, tovert onbewust een glimlach op de gezichten van de mensen rondom. Zo delen we allemaal onze gevoelens een beetje met elkaar. Een leuke dramaoefening is hierop geïnspireerd. Zet een zestal stoelen op een rij en laat daarop zes vrijwilligers plaatsnemen. De persoon op de eerste stoel moet heel zachtjes (haast binnensmonds) beginnen lachen, de tweede pikt hierop in en gaat ook lachen, maar al een beetje luider. Deze lach steekt dan op zijn beurt de derde persoon aan die nog wat harder zal beginnen lachen. Zo bouw je het spel op tot de laatste haast van zijn stoel rolt van het lachen.Wedden dat
lestip : ‘het gat’
Kolet Janssen tovert een heleboel gekke woorden uit haar
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
mouw en fluistert je in hoe je je angst kan overwinnen. Als je dit verhaal verslonden hebt, ben je nooit meer bang.
Uit: Het gat
Voor een keertje mag je trouwens een grote mond
Kolet Janssen,Tim Polfliet
opzetten, want woorden geven je soms net iets meer
Davidsfonds/Infodok, . Blz. -.
kracht… Voor kleine helden vanaf jaar.
Over de auteur
Werken met het fragment
Kolet Janssen werd in Hasselt geboren op april .
Ze beweert dat er in haar omgeving voortdurend rare
Voor het lezen
dingen gebeuren die vragen om opgeschreven te worden.
Als we in de bibliotheek een boek kiezen, zijn er een aan-
Ze gelooft (neen, erger nog: ze is ervan overtuigd) dat er
tal zaken die ons kunnen prikkelen het boek werkelijk te
kabouters en engelbewaarders bestaan. Als er ooit in haar
willen lezen. Een belangrijke prikkel gaat uit van de kaft-
piepkleine stadstuintje een ufo landt, zal ze zonder blikken
illustratie. Samen met de titel zet die je dikwijls aan de
of blozen de grasgroene inzittenden een kopje thee aan-
achterflap van het boek ook eens te gaan lezen.Voor je
bieden. Ze weet dat mensen hun toppunt van verstand
het fragment met de kinderen leest kan je met hen de
bereiken tussen tien en veertien jaar en richt zich daarom
kaftillustratie van het boek eens bespreken.Toon eerst
bijna uitsluitend tot deze groep. Ze schrijft verhalen over
enkel de illustratie en pas later de titel die bij het verhaal
avonturen met vreemde verschijnselen, spannende gezins-
hoort. Enkele mogelijke vragen om het gesprek richting
toestanden of angstaanjagend grappige thema’s.
te geven zijn: - Wat zie je op de prent?
Over de illustrator
- Waar zou het verhaal over kunnen gaan?
Tim Polfliet () tekende al als kleuter. Later volgde hij
- Vind je het een mooie prent?
kunsthumaniora en ging hij naar de academie in Gent. Hij
- Maakt deze prent je nieuwsgierig naar de inhoud van
behaalde zijn diploma grafische vormgeving en schilder-
het boek?
kunst en geeft nu zelf les in Sint-Niklaas. In debu-
- Vind je dat de titel bij de illustratie past?
teerde hij met Wolkje weet het niet (De Eenhoorn, ).
- Dit gesprekje betrekt de kinderen wellicht bij het frag-
Behalve illustraties voor kinderboeken tekent Tim Polfliet
ment dat je gaat lezen.
ook veel cartoons. Zijn tekeningen herken je aan de zachte en warme kleuren.Vuil babyblauw en oudroze
Bij het lezen
komen geregeld terug.Tim Polvliet werkt niet heel ‘net-
Geef de kinderen tijdens het lezen (klassikaal, individueel
jes’. Op zijn tekeningen zie je nog druppeltjes, spatjes en
of in groepjes) de opdracht een zo scherp mogelijk beeld
ruwe potloodlijnen. Maar dat maakt zijn illustraties heel
te maken van de ruimte waarin het verhaal zich afspeelt.
spannend en levendig.
Ze kunnen met een fluostift beschrijvingen markeren die hen hierbij helpen (‘een gat, tussen tafel en aanrecht’).
Over het boek
Nadien kan het leuk zijn de kinderen aan bord de ruimte
Als Jakob op een dag de keuken inloopt, merkt hij het
te laten reconstrueren. Er kan telkens een leerling vooraan
meteen. Een gat. Een donker gat met rafelige randen. In
komen en één element van de ruimte tekenen en benoe-
het midden van de keukenvloer. Hij houdt zijn adem in
men. De anderen letten zeer goed op en denken er eens
en staart verbaasd naar beneden. Hoort hij iets? Kan hij
over na of zij de ruimte hetzelfde zien of niet. Misschien
iets zien? Zijn zus Lisa en zijn ouders lijken helemaal niet
valt op hoe het inwendige beeld dat de lezers hebben over
op te kijken van het gat en dat maakt alles nog vreemder.
personages en ruimtes uit hetzelfde verhaal toch ontzettend
‘s Nachts raakt Jakob maar niet in slaap en hij besluit om
kan verschillen.
op verkenning te gaan. Gewapend met een zaklamp en
Ook kun je elke leerling afzonderlijk de ruimte (en
een stuk touw daalt hij af in het diepe, donkere gat. Daar
eventueel de personages) laten tekenen. Later kan je de
wacht hem een wel heel onaangename verrassing.
tekeningen naast elkaar hangen en eens vergelijken. Ook
hieruit kan een leuk gesprek vloeien. Hoe komt het dat
door de kinderen natuurlijk wordt gebracht, wat de
we eenzelfde verhaal toch zo anders kunnen zien? Is dit
slaagkans van de grap vergroot. Probeer misschien ook een
met een film ook zo?
filmcamera te bemachtigen, zodat er iemand op een verborgen plekje het hele spel kan filmen. Als dit niet lukt,
Na het lezen
kan je nog altijd een fototoestel gebruiken, voor een artikel in het schoolkrantje.
Jakob zag het meteen toen hij na school de keuken inliep. Een gat. Donker en met rafelige randen. In het midden van de
‘Mmm,’ antwoorde Lisa terwijl ze haar koek opknabbelde en in
keukenvloer, tussen de tafel en het aanrecht. Jakob bleef staan en
het krantje bladerde.
staarde naar beneden. Hij zag niets.
‘Maar het went snel. Over een paar dagen valt het je niet eens meer op. Zo gaat het altijd.’
Je kunt een doos bekleden met zwarte stof (of helemaal zwart verven) en er een gat in maken. De leerlingen gaan
We wennen snel aan zaken die helemaal niet vanzelf-
in een kring rond het ‘gat’ zitten. Een vrijwilliger trekt een
sprekend zijn. Dikwijls is het pas wanneer we iets moeten
kaartje waarop een woord staat geschreven. Niemand
missen, dat het ons opvalt hoe normaal we het vonden.
anders mag weten welk woord. Dit kaartje wordt in het
Stom eigenlijk.Wat zouden we allemaal meer-dan-vol-
gat gegooid. De vrijwilliger bereidt zich heel even voor en
tijds-gelukkig zijn, als we nu maar gewoon de zaken niet
gaat dan rustig naar het gat. Hij speelt of hij gaat kijken
zo gauw als vanzelfsprekend zouden beschouwen.
wat erin zit. Hij moet door zijn reactie en de dingen die
Laat de kinderen eens ondervinden waaraan ze zelf
hij zegt aan de anderen duidelijk maken wat er in het gat
gewend zijn geraakt. Daarmee help je hen misschien
zit. Het woord dat op het kaartje stond, mag hij in zijn
bepaalde zaken te herwaarderen. Stuur ze op pad met een
uitleg niet gebruiken.Wie het eerste raadt wat er in het gat
aantal onderwerpen waarover ze het met verschillende
zit, trekt een nieuw kaartje en doet hetzelfde. Enkele
mensen moeten hebben. Mik hierbij voornamelijk op
mogelijkheden: een enge grote spin, een prachtige ruiker
oudere mensen: de leeftijd van hun ouders of liever nog
bloemen, een rottend stuk kaas, ijsblokjes, veel te warme
van hun grootouders. Laat ze een interview afnemen over
frieten.
het onderwijs, op vakantie gaan, televisie, telefoon en gsm,
Je kunt het gat ook op een andere manier gebruiken. Alle
vrije tijd. Het kan handig zijn om klassikaal vooraf rond
leerlingen, behalve één, sluiten hun ogen en oren. De vrij-
deze onderwerpen een aantal gerichte vragen op te
williger steekt nu een voorwerp uit de klas in het gat. De
stellen. Laat de leerlingen hun bevindingen op papier
anderen moeten nu met gerichte ja/neen-vragen proberen
zetten en ze later even klassikaal toelichten. Stimuleer de
te achterhalen wat er in het gat zit.
leerlingen de verschillen met de dag van vandaag te vermelden; laat hen een vergelijkende studie maken. Het is
‘Wat een stomme plaats voor een gat,’ zei hij.
verrassend hoe snel de dingen veranderen en hoe het
Hij probeerde niet paniekerig te klinken.
telkens weer gauw ‘gewoon’ wordt!
‘Mmm,’ antwoorde Lisa terwijl ze haar koek opknabbelde.
Aansluitend is het misschien leuk even verder te denken. Als alles zo snel blijft ontwikkelen en veranderen, hoe zou
Het lijkt wel of iedereen Jakob erin wil luizen en een
de wereld er dan over een slordige vijftig jaar uitzien?
spelletje met hem speelt. Het doet een beetje denken aan
Zouden de hypermoderne zaken van vandaag dan ouder-
verborgen camera. Je kan met de kinderen zelf zo’n pro-
wets zijn?
gramma in elkaar proberen te steken. Het belangrijkste zijn de grappen: niet te voor de hand liggend, maar ook niet te absurd, want dan zal niemand erin trappen. De kinderen zullen waarschijnlijk massaal veel inspiratie hebben. Het is aan jou om die informatie zorgvuldig te leiden en te filteren. In de volgende fase ga je het stukje repeteren, zodat het
lestip : ‘kinder univer siteit’
Bij het lezen
Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
Aangezien het niet zo’n eenvoudige tekst is, is het misschien aangewezen de kinderen in groepjes de tekst te
Uit: Kinderuniversiteit
laten doornemen.Tijdens het lezen van de tekst stellen ze
Ulla Steuernagel, Ulrich Janssen, Matysik Tatjana
er enkele vragen over op. Deze vragen worden later
Lannoo/Het Spectrum, . Blz. .
doorgegeven aan een ander groepje dat ze nu probeert op te lossen. Het helpt de kinderen om rustig door de tekst
Over de auteur
te gaan. Nadien kunnen enkele vragen en antwoorden
Geen informatie beschikbaar.
klassikaal besproken worden.
Over het boek
Na het lezen
Dit boek is de neerslag van een origineel project dat in de zomer van in Duitsland plaatsvond. De universiteit
Het was in elk geval niet zo dat er zes miljoen jaar geleden in
van Tübingen stelde haar deuren op woensdagmiddagen
een kolonie oerapen een paar was dat een pienter kindje kreeg,
open voor zo’n vijfduizend kinderen. Daar beantwoord-
waaruit zich uiteindelijk de mensheid ontwikkelde.
den echte professoren verschillende vragen van hen, zoals
‘Waarom zijn de dinosaurussen uitgestorven?’ of ‘Waarom
Hoe zijn we dan wel gekomen tot de huidige mens? Je
gaan mensen dood?’Twee journalisten bundelden in dit
kunt de leerlingen op onderzoek uitsturen.Verdeel hier-
boek de vragen en antwoorden die op die namiddagen in
voor de klas in groepjes. Iedere groep gaat op zoek in de
de kinderuniversiteit aan bod kwamen.
bibliotheek, op internet… naar informatie over de evolu-
De vragen worden diepgaand en uitvoerig beantwoord.
tie van de mens. Laat ieder groepje op een stuk behang-
Er worden daarbij steeds vergelijkingen gemaakt met de
papier een leuk gedocumenteerde tijdlijn maken, met
leefwereld van kinderen om de inhoud bevattelijk te
tekeningen, foto’s, verhaaltjes, enzoverder. Later kunnen ze
maken. Het boek heeft een wat statige lay-out, maar
hun werkstuk voorstellen aan de rest van de klas.
maakt indruk, net zoals de grote, oude universiteits-
Met de hulp van ouders, grootouders en tantes kan je de
gebouwen bij de kinderen die ze bezochten een diepe
kinderen eens een kleine stamboom laten maken. Je kunt
indruk maakten. Sommige stukjes staan in een kadertje of
hen laten werken met fotootjes, tekeningen, anekdotes…
in het groen naast de tekst gedrukt. De illustraties zijn
Deze stambomen kunnen in de klas worden opgehangen
functioneel en gedetailleerd, tekeningen met aquarel
zodat de anderen kunnen zien van wie hun vriendjes en
ingekleurd en met inkt afgewerkt.
vriendinnetjes eigenlijk afstammen.
Het boek is een aanrader voor leergierige kinderen die
Uiteindelijk komt het er altijd op neer dat degene die het
beschikken over de nodige leeservaring en een uitgebreide
meeste kans heeft om kindjes te maken, ook het meeste
woordenschat, want ook al worden moeilijke dingen in
kans heeft om zijn genen door te geven. Dit wordt door-
een begrijpelijke taal gegoten, de lezer moet toch een
gaans ‘de wet van de sterkste’ genoemd. In die genen zit-
zekere kennis van de wereld hebben.
ten al onze eigenschappen. Die eigenschappen worden wel nog gedeeld met degene met wie we het kindje maken.
Werken met het fragment
Over de wet van de sterkste: je kunt met kinderen nagaan wat ‘sterk’ betekent bij katten, honden, vissen en misschien
Voor het lezen
ook mensen.Wat betekent ‘sterk zijn’, nadat ze dit frag-
Voor je rond dit boek gaat werken met de kinderen is het
ment hebben gehoord of gelezen? Kaas of de evolutietheorie
nuttig het boek een beetje toe te lichten.Vraag aan de
(Bas Haring, Houtekiet/Fontein, ) is hierbij een leuk
kinderen wat ze van het project vinden. Misschien wordt
extraatje. In dit boek wordt op heel eenvoudige en
het idee geopperd dit zelf ook eens te organiseren; het zou
meestal grappige manier uitgelegd hoe het leven is
leuk zijn hierop in te gaan en samen met de kinderen dit
ontstaan en hoe een soort evolueert.
plan uit te werken.
lestip : ‘nachtmer r ie van een eenouderkind’
verlangende en zoekende wereld in onszelf. Hoe groot de
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
samen.
Nachtmerrie van een éénouderkind, uit: Een wereldkaart op ware
Werken met het fragment
wereld ook is, het gedicht balt hem in enkele verzen
grootte Daniel Billiet, Carll Cneut
Voor het lezen
Averbode, . Blz. .
Telkens je met de kinderen rond gedichten werkt, is het belangrijk een goede sfeer te scheppen. De kinderen
Over de auteur
moeten rustig zijn en open staan. Het kan helpen een
Daniel Billiet () was leraar voor hij voltijds poëzie
rustig, passend muziekje te spelen terwijl je hen een
ging schrijven én promoten. Oorspronkelijk schreef hij
gedicht voorleest. De klasopstelling even door elkaar
gedichten voor volwassenen, maar toen hij merkte dat er
gooien, banken aan de kant, kussens in de plaats, kan ook
nauwelijks poëzie voor jongeren was, richtte hij zich tot
een hulp zijn.Wanneer je voelt dat je de juiste sfeer
hen. Bananeschillen in jeans () was zijn jeugddebuut.
gecreëerd hebt, kan je hen het gekozen fragment aan-
Hoewel zijn eerste werk wel eens duister en hermetisch
bieden.
durfde te zijn, wordt hij steeds directer en duidelijker. Jongeren houden van zijn openheid; hij schrijft geen
Bij het lezen
zweverige gedichtjes, maar poëzie die het leven in al zijn
Een gedicht is een speciaal stukje tekst.Veel gedachten zijn
verwarring en complexiteit aan het woord laat. Zijn ori-
dicht bij elkaar gebracht en in een leuke vorm gegoten.
ginele taalgebruik geeft een eigen kijk op de realiteit; met
Om een gedicht tot zijn recht te laten komen, is het
zachte humor relativeert hij de dingen. In later werk
bijgevolg heel belangrijk dat er de nodige aandacht wordt
wordt hij harder en cynischer. (Bron: www.ncj.be)
besteed aan de manier waarop we het lezen.Wanneer je een gedicht leest op dezelfde manier als je een kranten-
Over de illustrator
artikel zou lezen, zal er waarschijnlijk enorm veel van de
Carll Cneut () weet in zijn tekeningen altijd de fan-
inhoud en betekenis verloren gaan.
tasie van de schrijver op een boeiende manier uit te
Lees het gedicht best eerst zelf op een goede manier voor
diepen. Hij heeft een heel eigen, intrigerende stijl.Vooral
(besteed aandacht aan rustpauzes, intonatie…) en vraag aan
zijn figuren zijn fascinerend. De lichaamsdelen zijn vaak
de kinderen waarop je moet letten bij het voorlezen van
buiten proportie en geven elk figuur een eigenzinnig
een gedicht. Laat de kinderen dit nu zelf eens proberen.
karakter. Zijn techniek verfijnt zich steeds. De details in
De anderen luisteren goed en geven de lezer waar nodig
zijn tekeningen zijn soms heel curieus. Hij tekent zijn
advies.
eigen verhaal, speelt als het ware met poppen en zorgt er op die manier voor dat de tekst van het boek wordt ver-
Na het lezen
rijkt. Hij is een veelgevraagd illustrator, tot in Groot-
Vraag aan de kinderen wat ze van het gedicht vinden.
Brittannië en de Verenigde Staten, wat van hem één van
Vinden ze het een goede titel? Zou de schrijver ons iets
de bekendste en grootste illustratoren van Vlaanderen
willen vertellen met het gedicht? Als jij nu de illustrator
maakt.
zou zijn van deze schrijver en je moest één beeld uit het gedicht filteren om erbij te tekenen, welk beeld zie jij dan
Over het boek
voor je?
Wat hebben de pottenbakker, voetbal, gezichtsbedrog, spiegels en lieve regen met elkaar gemeen? Het zijn enkele
Daar gooien de eendjes
stukjes van de puzzel Een wereldkaart op ware grootte. In
Kleine jongetjes naar de kruimels.
deze nieuwe dichtbundel van Daniel Billiet wordt de wereld met grote verwondering in ‘poëziekaart’ gebracht.
Misschien een leuk idee om met de leerlingen eens een
Niet alleen de reële wereld, dichtbij en veraf, maar ook de
soortgelijk gedicht (of opstelletje) te schrijven. Laat de
leerlingen een kort opstelletje of gedichtje schrijven. Ze
leerlingen onderling hun attributen doorgeven, waardoor ze
halen nu enkele woorden (liefst alleen substantieven) door
plots een andere rol moeten vertolken. Het toneelstukje
elkaar en schrijven dit opnieuw. Enkele gedichten kunnen
loopt echter gewoon verder.
nu worden voorgedragen. Je kan bij het oorspronkelijke
Een leuke variant hierop is dat de leerlingen een toneeltje
stukje tekst een tekening maken. Die verdeel je nadien in
opvoeren rond een bepaald woord of gebeurtenis. (Ze
vakjes (voor een A-blad ongeveer in zes). Je knipt die uit
kunnen dit woord kiezen, of je kunt hen een situatie
en kleeft ze op een ander blad, maar haalt ze wel wat door
opgeven.) Eén van de drie personen moet steeds gehurkt
elkaar.
zitten, een ander moet gebukt lopen en de derde loopt rechtop. Op het signaal van de leerkracht nemen ze een
Nachtmerrie van een éénouderkind
andere houding aan. Hiervoor moeten ze elkaar heel goed in het oog houden, opdat er telkens maar één gehurkt, één
Indianen beweren dat als we slapen er altijd goede en slechte geesten zijn die in onze dromen terecht kunnen komen. In het net van een dromenvanger zouden de slechte geesten verstrikt raken. De goede geesten kunnen er doorheen komen en glijden via de draadjes en veren onze dromen binnen.
Je zou, naast het maken van een dromenvanger met de leerlingen, het volgende kunnen doen dat daarop geïnspireerd is. De leerlingen tekenen op de helft van een blad iets dat ze in verband brengen met een nachtmerrie (donkere kleuren), op de andere helft van het blad wordt iets getekend dat voor de leerling iets te maken heeft met goede dromen (heldere kleuren). De leerlingen die hier het eerste mee klaar zijn, kunnen op een heel groot blad met een zwarte kleur een groot net tekenen. De leerlingen kunnen nu de slechte dromen op het net kleven. De goede dromen komen met touwtjes aan het net te hangen. (Deze touwtjes kan je met een stukje kleefband vastmaken; ze zijn beter niet allemaal even lang.) Heel mooi is het als je nu het net aan het plafond bevestigt. Vooraleer ze de jongetjes verscheuren Spelen de kruimels voetbal Met de stoute jongens In het gedicht wordt er gespeeld met woorden. Ze worden door elkaar gegooid en creëren op die manier een leuk en origineel gedicht. Op dezelfde wijze kun je je leerlingen een toneelstukje laten opvoeren waar je deze keer niet de woorden, maar de rollen telkens weer door elkaar gooit. Je zoekt drie personages waarbij telkens een attribuut past. Zo kan je bijvoorbeeld een agent (pet), een dief (muts) en een getuige (sjaal) nemen. Duid nu drie leerlingen aan die vanuit deze rollen een toneeltje improviseren.Telkens wanneer je in je handen klapt, moeten de
gebukt en één rechtop speelt.
lestip : ‘Kweenie’
Werken met het fragment
Principe : ‘Boekrijk’ Voor het lezen Uit: Kweenie
Je kunt op bord de titel van het verhaal schrijven: Kweenie.
Joke van Leeuwen
Vertel aan de leerlingen hoe Joke van Leeuwen deze titel
Querido, . Blz. -.
heeft gekozen bij een verhaal dat ze heeft geschreven. Laat de kinderen hun fantasie eens aanspreken en vraag hen
Over de auteur-illustrator
waarover het verhaal zou kunnen gaan.Wanneer ze hier
Joke van Leeuwen (, Den Haag) woonde in
even over gebrainstormd hebben, laat je hen de kaftillus-
Amsterdam, Brussel en Maastricht. Ze studeerde grafische
tratie zien die bij het verhaal hoort. Nu hebben ze al iets
kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone
meer informatie en kunnen hun vermoedens een beetje
Kunsten in Antwerpen en het Hoger Sint-Lucas Instituut
bijgeschaafd worden. Het lijkt op het eerste zicht misschien
in Brussel, en geschiedenis aan de Vrije Universiteit
een gokspelletje, maar de kinderen die goed hebben
Brussel. In publiceerde ze haar eerste kinderboek.
nagedacht over hoe het verhaal zou kunnen gaan, zijn in
Schrijven en tekenen kwam tot bloei in een reeks kinder-
ieder geval geprikkeld om er meer over te weten te
boeken die lezers kregen van klein tot groot; veel ervan
komen. Dat is in ieder geval een mooie beginsituatie om
werden vertaald en/of bekroond met een Gouden Griffel,
rond het fragment te werken.
Gouden Penseel, een aantal Zilveren Griffels en Penselen, tweemaal de Woutertje Pieterseprijs, de Gouden Uil en de
Bij het lezen
Jonge Gouden Uil, de Theo Thijssenprijs voor haar hele
Laat de kinderen eens in de huid van Kweenie kruipen
oeuvre en een nominatie voor de H.C. Andersenprijs.
terwijl het verhaal gelezen wordt. Hoe voelt hij zich? En
Daarnaast schreef ze een paar televisieseries met korte ver-
waarom? Laat ze misschien meedenken over een oplossing
halen, werd haar werk tentoongesteld, o.m. in Amsterdam,
voor zijn probleem. Als het verhaal uit is, kan je hier met
Bologna en Bratislava. Ze maakt soms een groot schilderij
de leerlingen een klein gesprekje over hebben.
voor vrienden, of speelt een bijrol in een speelfilm. Na het lezen Over het boek Kweenie begon te huilen en dat wilde ik niet. Zo leek het of het Opeens was er wat. Het viel op mijn bed.
vreselijk was bij mij…
Ik wist niet waar het vandaan kwam. Misschien wel van de andere kant van de wereld.
Kweenie is ongelukkig omdat hij zijn verhaal is kwijt-
Het begon te schreeuwen.
gespeeld. Het ik-personage wil het hem naar zijn zin
BWEEEEEEH!
maken en laten zien dat hij op een leuke plaats terecht is
Stil maar, zei ik.
gekomen, maar echt veel helpt dat natuurlijk niet. Je kunt
NEE!
dit met de kinderen naspelen en er telkens andere situaties
Wat is er dan? vroeg ik.
bij verzinnen of het karakter van ‘ik’ veranderen; ‘ik’ blijkt
BEWWEWAWWA!
misschien een vreselijk irritant kereltje te zijn dat Kweenie
Wat zeg je?
liefst zo snel mogelijk weg wil, hem wil omkopen of mis-
BEN GEVALLEUH!
schien de uitgelezen kans ziet om eindelijk verlost te zijn van allerlei vervelende karweitjes.
Kweenie is uit zijn verhaal gevallen en samen gaan ze op
Kweenie is in dit fragment een beetje verlegen en droevig.
zoek naar zijn verhaal. Hun zoektocht leidt hen langs niet-
Laat hem door de kinderen eens minder verlegen, eerder
kunnen-kiezen-verhalen, er-was-eens-wat-er-niet-meer-is-
hebberig of irritant voorstellen. Bespreek elk spel. Laat de
verhalen, verhalen met almaar dezelfde woorden en
kinderen vertellen wat ze goed vonden en wat er volgende
uiteindelijk ook het verhaal van Kweenie.
keer misschien beter kan.
Het leek wel of Kweenie gevuld was met water en verder niks. Hoe lang kan een mens wenen vooraleer hij leeg is? Je kunt met de kinderen filosoferen en opzoeken hoeveel water een mens in zijn lichaam heeft en hoeveel hij daarvan nodig heeft om te overleven.Waar zit dit water dan allemaal? In een speciale opslagtank? Leef je nog lang als je stopt met drinken? Wat gebeurt er met je lichaam, ga je verschrompelen? Wat gebeurt er als je te veel water drinkt en niet gaat plassen? ‘Mijn verhaal, zei Kweenie, ‘ik wil weten waar mijn verhaal is gebleven.’ Organiseer samen met je kinderen een verhalenzoektocht. De essentie van een verhalenzoektocht zijn de verhalen zelf natuurlijk. Die kan je in een eerste fase door de
kinderen in groep laten schrijven. Laat hen er ook rekening mee houden dat hun verhaal in drie of vier stukken wordt geknipt. Als het verhaal klaar is, zoeken ze verstopplekken voor hun fragmenten en denken goed na over de tips die ze op het einde van hun fragmenten schrijven om het volgende fragment te vinden. Om het eerste fragment te vinden hebben ze een ‘alleenstaande’ tip nodig. Als alles veilig verborgen is, haal je iedereen bij elkaar, maak je afspraken en gaan de groepjes een ander verhaal opvissen. Je kan dit een aantal keren herhalen totdat ieder groepje elk verhaal heeft gelezen. Er was eens, er was eens, er was eens, er was eens… Een minuscule lessuggestie: probeer tijdens een verhalenschrijfsessie de kinderen te laten beginnen met een variatie op dit zinnetje. - ‘Er was niet eens…’ - ‘Eens was er…’ - ‘Er was wel eens…’ - ‘Was er wel eens…’
Er nog zijn, daar gaat het om
Leestip : ‘!?’
Lestips voor het zesde leerjaar / groep
Principe : ‘De taalspeeltuin’
Mik Ghys en An Bertels
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’ Principe : ‘Van lezen ga je doen’
Denk eens na. Over jezelf, de anderen de wereld om je heen.
!?, uit Bovenwonder
Denk eens na. Over deze gedichten.
Tim Gladdines, Alice Jetten
Over vraagtekens en uitroeptekens, de betekenis van sym-
DiVers, . Blz. .
bolen. Over leven en dood, zijn of niet zijn.
Over de auteur
Over wel of niet, belangrijke tegenstellingen.
Tim Gladdines werd in geboren in Veldhoven. Na
Over taal, het belang van woorden, spelen met taal, dichten.
zijn opleiding voor sociaal-cultureel werker is hij gaan studeren aan de Toneelacademie in Maastricht. Daarna
Denk eens na. Over deze fragmenten.
werkte hij als regisseur, acteur en leraar. Uiteindelijk is hij
Hoe we steeds meer te weten komen over onszelf en over
gaan schrijven voor kinderen en volwassenen, zowel
de wereld waarin we leven.
verhalen als poëzie.
Hoe het in de toekomst met de mens zal gaan.
Hij is niet onder te brengen in een genre of leeftijds-
Hoe moeilijk het is om te kiezen – grote én kleine dingen.
categorie; hij zoekt per boek gewoon naar de beste stijl.
Hoe we zelf leven kunnen creëren. Hoe we dat ook weer kunnen beëindigen.
Over de illustrator
Hoe we met onze omgeving omgaan.
Alice Jetten () uit Beuningen schrijft, tekent, illus-
Hoe we met onszelf omgaan, met onze innerlijke stemmen.
treert, schildert en maakt sculpturen. Aangespoeld hout,
En hoe we dat alles ook op een andere manier kunnen
afval en andere weggegooide spullen van de stranden van
benaderen, telkens opnieuw.
de Waal en de Middellandse Zee neemt ze mee naar haar atelier. Als een eigentijdse jutter gebruikt ze haar vondsten
Denk eens na.
voor haar objecten. Haar werk, zowel het schrijvende als
En doe dan iets.
het beeldende, zit vol humor. Ze werkte reeds eerder samen met Tim Gladdines, ze illustreerde zijn Teddiewolk. Er verschenen van haar hand ook twee romans voor volwassenen: De winkel van Vrouw Gordijn en Pension Courage bij uitgeverij Cadans. Werken met het gedicht Voor het lezen Laat de kinderen vooraf reclamefoto’s (voldoende groot!) en reclameboodschappen verzamelen. Je start de les met een gesprek over het meegebrachte materiaal. Ga samen met de klas op zoek naar de boodschap achter elk reclamebericht: bespreek het kleurgebruik, ga op zoek naar woordgrapjes, bespreek de vorm, de lay-out (wat springt er in het oog?) en richt je vooral op het interpreteren van de niet-talige boodschappen van reclame.
Bij het lezen
doorgegeven. Ieder groepje probeert nu de geheime
Bied het gedicht aan; de kinderen lezen het in stilte. Je
boodschap van een ander groepje te decoderen. Als je
kunt het gedicht groot op het bord schrijven of maakt er
voldoende tijd hebt, kun je elk groepje zelfs een kort
een poster van. Misschien zie je het wel zitten om het in
verhaaltje laten schrijven waarbij ze zo veel mogelijk
echte graffiti te ontwerpen. Zet de klas vervolgens aan het
woorden vervangen door tekens.
denken over de betekenis van bepaalde zinnen in het gedicht:
c. graffitimuur Een leuk ideetje voor een les muzische vorming. Ontwerp
Een bloot zin loos!
met de klas een echte graffitimuur. Je kunt die laten maken op een rol behangpapier die je later een leuk en
Wat betekent deze zin? Waarom schrijft de auteur dit
opvallend plekje in de school geeft. Of misschien is er wel
woord in twee stukken?
een muur in de school die een opfrisbeurt kan gebruiken.
‘Zin loos’ wil zeggen: zonder betekenis.Wanneer krijgt dit
Het onderwerp van de graffiti pas je aan aan de mogelijk-
‘!’ wel zin?
heden van je klas en/of aan de gekozen verwerking van
Krijgt ‘!’ een betekenis door de herhaling in de volgende
het gedicht !?
zin? Ja? Nee? Leg uit.
Ontwerp leuke graffiti waarin je de tekens uit het
Wat is de bedoeling van de drie hoofdletters in de laatste
doorgeefspel verwerkt.
zin van het gedicht?
Verwerk in de graffiti de geheime boodschappen die je in het partnerwerk hebt laten maken.
Na het lezen
Op de graffitimuur ‘spuit’ ieder zijn eigen gedichtje over
a. doorgeefspel
een teken (het resultaat van het doorgeefspel).
Dit wordt een doorgeefspel met schrijfopdracht. Ieder kind noteert een teken (op A-formaat) op een blad: +, ?,
Filosofeertip
een hartje, een pijl, allerlei pictogrammen.Vervolgens wor-
Je denkt samen met de kinderen na over de betekenis van
den de bladen doorgegeven volgens een afgesproken
allerlei tekens en hun context.
richting. Ieder noteert bij elk teken een korte vraag of
- Wat betekent een bepaald symbool of teken?
associatie en geeft het blad weer verder. Deze doorgeef-
- Is dit altijd zo?
ronde laat je ongeveer tien tot vijftien minuten duren.
- Verandert de betekenis volgens de situatie/context?
Houd wel in de gaten dat iedereen doorwerkt. De vraag
Een voorbeeld. Het teken of symbool is een kaars. Een
of associatie moet spontaan zijn. Lang nadenken hoeft even
kaars bij een verjaardag, bij een begrafenis, bij een doop-
niet.
sel, in een gezellige huiskamer: afhankelijk van de situatie
Hang alle tekens aan bord. Laat de klas rond het bord
waarin een kaars wordt gebruikt, krijgt dit symbool ver-
verzamelen en pik er enkele gekke, opvallende, rare,
schillende betekenissen.
geheimzinnige… associaties uit. Je kunt eventueel uitleg vragen aan degene die dit heeft genoteerd. Tot slot laat je iedereen opnieuw een teken kiezen, maar niet het teken dat ze zelf als start hebben getekend. Ieder schrijft nu minimum drie zinnen over dit teken. Laat enkele vrijwilligers hun resultaat voorlezen. b. geheime boodschap De klas verdeelt zich in groepjes van twee. Elk groepje ontwerpt een geheime boodschap (een zin) waarin ze minimaal drie tekens verwerken. (Uiteraard wordt de boodschap moeilijker naarmate ze meer tekens gebruiken. Als elk groepje klaar is, worden de boodschappen
lestip : ‘wat je weet en wat je niet weet’
volgens het volledige voorwerp en laat hen het gefoto-
Principe : ‘Bib en school gaan boek in hand’
grafeerde detail aanwijzen. (Echte computerfanaten kun-
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
nen deze quiz op computer uitwerken, waarbij van detail
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
naar volledig voorwerp wordt uitgezoomd.)
Uit: Wat je weet en wat je niet weet
Bij het lezen
Brigitte Labbé, Michel Puech
De kinderen lezen het fragment in stilte. Nadien leest een
Het Spectrum, . Blz. -.
vrijwilliger het voorbeeld van Sophia luidop voor. Bespreek het fragment met de klas met vragen als:
Over de auteurs
Zie je het verband tussen het fragment en het inleidend
Michel Puech doceert filosofie aan de universiteit van
spel met de foto’s?
Parijs. Hij is auteur van La philo en clair, een boek dat
Kun je zelf een voorbeeld geven zoals dat van Sophia?
filosofie toegankelijker maakt. In legde hij mee de
Zet de kinderen op weg door hen te laten nadenken over
basis voor de reeks Philo & Sophia, de kleine filosofen, waarin
hoe wij onze zintuigen gebruiken om de wereld rondom
nu al zo’n twintig boeken verschenen zijn, vertaald in vijf-
ons te ontdekken en begrijpen. Bijvoorbeeld: je zet het
tien landen.
eten op tafel en neemt het deksel van de pan. Eerst ruik je
Brigitte Labbé werkte in de communicatiesector, maar legt
het eten, daarna zie je wat het is en vervolgens pas proef je
zich nu toe op het schrijven van toegankelijke werken
het gerecht. Stap voor stap vergaar je zo de nodige infor-
over filosofie. Nadat ze zelf tijdens een cursus aan de
matie over het gerecht dat op de tafel staat.
universiteit had gemerkt dat ze niets begreep van wat de
Herneem met de klas de cursief gedrukte tekst. Bespreek
professor vertelde, merkte ze de noodzaak op van zo’n
vervolgens hoe mensen tijdens hun leven kennis verzamelen.
toegankelijke boeken. Door haar achtjarige dochter raakte
Bijvoorbeeld: je moet van stopcontacten afblijven, omdat
ze geïnspireerd en samen met Michel Puech maakt ze nu
ze gevaarlijk zijn. Eerst leer je dat je er niet mag
filosofische onderwerpen bespreekbaar voor kinderen. Ze
aankomen, omdat ‘mama boos zal worden’.Vervolgens leer
wil in haar tekst vooral interessant en duidelijk zijn; anders
je dat het gevaarlijk is. Later leer je wat dat gevaar precies
mist ze haar doel.
inhoudt. Als je nog wat ouder bent, leer je vanalles over de werking van elektriciteit en misschien word je later wel
Over het boek
elektricien en draai je zelf stopcontacten in elkaar.
Op een duidelijke en grappige manier worden vragen
De kinderen proberen zelf een analoog voorbeeld op te
gesteld waar kinderen van alle leeftijden mee rondlopen.
bouwen vanuit het dagelijks leven of over leerinhouden in
De antwoorden of de uitleg zetten hen aan om verder na
de klassituatie.
te denken over deze levensvragen. Op een ludieke manier worden moeilijke thema’s toegankelijk gemaakt.
Na het lezen a. groepswerk: een tijdlijn
Werken met het fragment
De leerlingen vormen kleine groepjes. Elke groep kiest een belangrijke uitvinding en bouwt hierover een tijdlijn
Voor het lezen
op. Dit betekent dat ze in verschillende stappen het verloop
We starten de les met een kleine quiz. Maak zelf vooraf
schetsen, vanaf de eerste aanzet tot het voorwerp of de
enkele detailfoto’s van eenvoudige, alledaagse voorwerpen.
uitvinding zoals dat/die nu is. Mogelijkheden: fototoestel,
Je kunt dit misschien doen met een digitale camera, zodat
computer, vliegtuigen, televisie, het glasblazen.
je het resultaat nog kan bewerken. (Als je zelf geen toestel
Uiteraard komt bij deze opdracht flink wat opzoekwerk
hebt, kan je eens informeren bij één van de collega’s. Heel
kijken. Benut deze kans en organiseer een opzoeknamiddag
wat scholen zijn ook in het bezit van een digitaal toestel
in de plaatselijke bibliotheek. Maak vooraf duidelijke
voor gemeenschappelijk gebruik in de school.) Verdeel de
afspraken met de verantwoordelijke van de bibliotheek en
klas in kleine groepjes en laat hen, in een quizvorm, raden
bespreek de mogelijkheden: werken met internet, gebruik
tot welk voorwerp het getoonde detail behoort.Toon ver-
maken van knipselmappen, een selectie van boeken klaar-
leggen. Misschien is dit wel het moment om je klas te
Laat de kinderen een onderwerp kiezen waarover ze nu
leren werken met het
een zekere kennis bezitten. Laat hen vervolgens nadenken
SISO-/ZIZO-systeem. Informeer
goed
op welke manier de infoboeken in jouw plaatselijke
over de volgende vragen.
bibliotheek worden gecatalogeerd.
- Wat wist je hier vroeger al over?
Tenslotte stelt elk groepje in de klas zijn tijdlijn voor.
- Omschrijf tot hoever je kennis nu reikt.
Dit kan variëren van een kleine spreekbeurt tot een
- Wat verwacht je hierover in de toekomst nog bij te
presentatie op de computer. Het zou fijn zijn mochten de
leren?
kinderen (enkele) besproken uitvindingen in de klas
Laat ze beginnen met realistische verwachtingen te ver-
kunnen uitproberen.
woorden. Dan laat je hen verder fantaseren; dit mag zelfs leiden tot echt absurde denkpistes.
b. interview met een wetenschapper Nodig een wetenschapper uit in de klas en bevraag hem/haar over zijn/haar werk.Vooraf bereid je met je klas dit interview voor. Welke vragen ga je stellen? Zorg zeker dat je zelf een beetje op de hoogte bent van het betrokken vakgebied. Voorkennis is handig, al moet je niet overdrijven. Het
interview kan zich trouwens ook toespitsen op minder technische aspecten van zijn/haar werk. Verdeel de vragen over je klas en zorg hierbij voor een logische opbouw. Bespreek deze opbouw met je klas. Hoe ga je je gast ontvangen? Een aangepast bedankje schrijven of knutselen? Je kan deze schrijf- en spreekopdracht ook organiseren n.a.v. het groepswerk over de tijdlijnen. De klas vormt duootjes en kiest één van de besproken uitvindingen. Eén kind speelt de rol van uitvinder en de ander is de interviewer. Na een schriftelijke voorbereiding brengt elk groepje zijn vraaggesprek voor de klas. c. zangles Zing samen met de kinderen het overbekende lied ‘En de boom staat op de berg…’ Laat de kinderen in groepjes een soortgelijke tekst op deze melodie bedenken.Ten slotte zingt elk groepje zijn lied, eventueel met aangepaste gebaren. d. bewegingsspel: micro/macro Ieder kind neemt een alledaagse handeling in gedachten. Het kan gaan om kleine gebaren (naaien, schrijven, knipogen, geeuwen) of grote bewegingen (fietsen, zwemmen, klimmen). De kleine gebaren worden door het kind uitvergroot en de grote bewegingen worden tot een minimum herleid. Ieder kind brengt dan zijn omgekeerde beweging voor de klas en de anderen moeten de oorspronkelijke handeling proberen te herkennen. Filosofeertip
lestip : ‘Slopie’
spreekbeurt geven? Laat hen wel de punten motiveren. De
Principe : ‘Boekrijk’
kinderen mogen ook opmerkingen en verbeteringen geven.
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
Vervolgens geef je het fragment aan de kinderen. Laat ze het in stilte lezen. Bespreek met hen de structuur van de
Uit: Slopie
spreekbeurt:
Joke van Leeuwen
Tot waar gaat volgens jullie de inleiding?
Querido, . Blz. -.
Welke informatie krijg je over de dodo? Noteer deze lijst in korte puntjes op bord. Eventueel kan je met de klas
Over de auteur
proberen om de info onder te brengen in kleine rubriek-
Joke van Leeuwen (Den Haag, ) studeerde grafische
jes (uitzicht, leefgewoonten, omgeving…).
kunsten in Antwerpen en Brussel en geschiedenis in
Hoe sluit Slopie de spreekbeurt af?
Brussel. In publiceerde ze haar eerste kinderboek,
Ga zeker in op de verschillende zijsprongen die Slopie in
maar won ze ook een cabaretfestival, zodat ze zes jaar in
haar spreekbeurt maakt. Laat de kinderen de zijsprongen
het cabaretcircuit meedraaide. Daarna verruimde ze haar
opzoeken. Gaat het hier om belangrijke informatie?
bezigheden, zodat er tijd was voor het schrijven en teke-
Waarom geeft Slopie deze informatie? Wat is het effect
nen van kinderboeken. Die vielen zo in de smaak dat ze
voor de luisteraar? Interessante oefening: laat de spreek-
ettelijke prijzen in ontvangst mocht nemen. Ze schreef
beurt herschrijven zonder de zijsprongen. Lees het resul-
voor televisie, werkte mee aan tentoonstellingen en bleef
taat voor.Vergelijk de twee spreekbeurten wat betreft
optreden. Ze is en blijft een creatieve duizendpoot.
inhoud en sfeer. Naar welke van de twee luisteren de kinderen het liefste? Waarom? Ga tot slot met de klas ook
Over het boek
in op de verschillen tussen spreek- en schrijftaal.
De vader van Slopie sloopt gebouwen. Als hij een oude voorzegger uit het theater dakloos maakt, zint die op
Na het lezen
wraak. Slopie kan hem echter tegenhouden door hem
a. ‘Het uitgestorven-beesten-boek’
werk te bezorgen. Het begint met haar spreekbeurt voor
De klas verdeelt zich in groepjes van twee of drie. Elk
school, maar daarna moet ze zelf allerlei klusjes bedenken.
groepje kiest een uitgestorven dier. De groepjes zoeken
Haar ouders zijn zo verrast dat ze alles plots zo goed kan
informatie over dit dier. Grijp deze gelegenheid aan om
onthouden dat ze haar beroemd willen laten worden.
een kort lesje te geven over het raadplegen van bronnen. Waar kunnen de kinderen informatie vinden? Leer hen
Werken met het fragment
het gebruik van een register en een zoekmachine. Elk groepje vat zijn informatie samen op één over-
Voor het lezen
zichtelijke A-pagina met illustratie(s). Als je bij de
Start de les met een kort filmfragment van ongeveer tien
bespreking van Slopies spreekbeurt de informatie hebt
minuten over dinosaurussen. Het aanbod over dit onder-
laten indelen in rubrieken, kun je daar nu naar verwijzen.
werp, fictie en non-fictie, is zachtjes uitgedrukt bijzonder
Een stapel infoboeken waar de kinderen goede voor-
ruim. Enkele titels: Dinosaurs, Jurassic Park, Platvoet en zijn
beelden in terugvinden, kan ook een welkome hulp zijn.
vriendjes (The Land before Time)… Tracht een fragment te kiezen waarin het uitsterven van deze diersoort aan bod
In een tweede luik van deze opdracht spreek je de fantasie
komt.
van de kinderen aan. Stel je voor dat jouw uitgestorven dier nog zou leven.
Bij het lezen
Waar leeft je dier?
De leerkracht speelt de rol van Slopie en vertelt dat ze een
Hoe? In groep, alleen…
spreekbeurt gaat houden.Vervolgens brengt ze vanuit deze
Hoe gaat het dier om met de aanwezigheid van de mens?
rol de spreekbeurt over de dodo voor de klas. De kinderen
Leeft het ver weg van de mens? Heeft het zich kunnen
mogen nu voor één keertje juf of meester spelen en de
aanpassen aan het leven in een stad? Is het geëvolueerd tot
spreekbeurt evalueren. Hoeveel punten zouden ze voor deze
huisdier?
Deze informatie verwerken de kinderen opnieuw tot een
lestip : ‘gup’
infopagina voor het boek. Ook dit keer zorgen ze weer
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
voor de nodige illustratie(s).Tot slot bundelt de leerkracht alles tot een boek, ‘Het uitgestorven-beesten-boek’.Voor
Gup, uit: Superguppie
elk dier zijn er twee pagina’s: één over vroeger en één
Edward van de Vendel, Fleur van der Weel
over nu. Ze worden naast elkaar geplaatst. Uiteraard krijgt
Querido, . Blz. .
dit boek een ereplaats in de boekenhoek. Over de auteur
b. auteur in beeld
Edward van de Vendel () groeide als oudste van drie
Samen met je klas organiseer je een namiddag over Joke
kinderen op in een echt onderwijzersgezin: zijn vader was
van Leeuwen. De klas verdeelt zich in groepen en elke
schooldirecteur, zijn moeder kleuterjuf. Na zijn middel-
groep kiest een andere opdracht. Mogelijke opdrachten:
bare school studeerde hij voor leraar. Daarna richtte hij
Zoek een fragment uit een ander boek van Joke van
met enkele anderen een eigen school op en was er vier
Leeuwen en lees het expressief voor. Besteed ook zeker
jaar directeur.Toen wilde hij zelf weer voor de klas staan,
aandacht aan een goede inleiding op het fragment.
want lesgeven was ook voorlezen. Zijn eerste gedichten
Maak een spreekbeurt over de auteur. Je kunt het groepje
schreef hij tijdens zijn studie; ze werden gepubliceerd in
laten kiezen of ze een serieuze spreekbeurt maken, of dat
de jeugdbijlage van Vrij Nederland. In verscheen zijn
ze het wat grappiger aanpakken, met zijsprongetjes en rare
eerste dichtbundel: Betrap me. Zijn bewerking van Vondels
details, net zoals Slopie. Spreek dan wel goed af dat de
Gijsbrecht leverde hem in een Gouden Zoen op. In
spreekbeurt ook de nodige juiste informatie moet bevatten.
kreeg hij opnieuw een Gouden Zoen voor De dagen
Maak één of meerdere posters met illustraties uit of kaften
van de bluegrassliefde. Dom konijn werd in bekroond
van boeken van Joke van Leeuwen.
met een Zilveren Griffel. Superguppie was in goed
Stel een quiz samen over de auteur en haar boeken.
voor de Woutertje Pieterse Prijs, een Zilveren Griffel en
Uiteraard nodig je (een) andere klas(sen) uit op deze
een Vlag & Wimpel voor de illustrator.Voor Rood rood
namiddag. Het maken van een leuke uitnodiging kan
Roodkapje kreeg hij een Vlag & Wimpel.
weer een nieuwe opdracht zijn. Misschien is er ook een groepje dat zich buigt over de ontvangst van het bezoek
Over de illustrator
(met een hapje en een drankje, bijvoorbeeld).
Fleur van der Weel () studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Behalve illustrator is ze ook
Filosofeertip
grafisch vormgever, vrij schilder (olieverf op doek) en
Een gesprek over uitsterven: Zal de mens ooit uitsterven?
decorateur van kindermeubels.
Hoe? Kunnen we daaraan ontsnappen? Hoe? Werken met het gedicht Voor het lezen Houd een (kort) klasgesprek over huisdieren.Wie heeft er huisdieren? Welke? Is er al eens een huisdier overleden? Hoe? Bij het lezen Bied het gedicht aan. De kinderen lezen het in stilte. Op het bord staat een lijst met gevoelens: onverschillig, verdrietig, boos, tevreden, vrolijk, angstig, onzeker, verbaasd, verwonderd, woedend. Je kan de klas deze lijst nog laten aanvullen. Ieder kind kiest uit deze lijst twee gevoelens die volgens hem/haar bij het gedicht passen. Enkele vrij-
willigers lezen het gedicht expressief voor en proberen
lestip : ‘dat is waar’
hierbij de gekozen gevoelens te uiten. Bespreek telkens
Principe : ‘Boekrijk’
met de klas:
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
- Welke gevoelens uit onze lijst herkende je? - Hoe zag of hoorde je dat … zich … voelde?
Uit: Dat is waar
- Zou jij dat gevoel op dezelfde manier overbrengen? Hoe
Menno Lievers
dan wel?
De Bezige Bij, . Blz. -
- Vind je dit gevoel zelf in het gedicht terug? Waarom wel/niet?
Over de auteur Menno Lievers werd geboren in te Oosterwolde
Verwerking
(Friesland) boven de boekhandel van zijn vader. Hij
a. een strip
studeerde geneeskunde en filosofie te Leiden, terwijl hij
Laat de klas nadenken over wat er vóór dit gedicht is
actief was in de atletiek. In werd hij Nederlands
gebeurd. In kleine groepjes zetten de kinderen deze
Indoorkampioen op de achthonderd meter. Na zijn arts-
gebeurtenis vervolgens om in een kort stripverhaal. Je kan
examen woonde hij in Oxford, waar hij promoveerde. Hij
hen laten werken op A-formaat en daarbij het blad inde-
is docent Taalfilsofie en Filosofie van de geest aan de
len in opeenvolgende vakjes (een vast aantal vakjes met
Universiteit Utrecht en medewerker van
dezelfde grootte of vrije bladspiegel met wisselend aantal en
Handelsblad. Samen met Ferdi Oyen publiceerde hij in
formaat). Of geef hen een groot blad papier (een rol
een medische thriller voor volwassenen, De dokter, de
behangpapier of een bordflap). Laat ze de stripprentjes op
dood en zijn minnares.
NRC-
groot formaat tekenen en plaats ze achter elkaar, zodat de strip leest als een tekenfilm.
Over het boek
Bespreek vooraf dat de kinderen bij het maken van hun
Een filosoof, de ik-figuur uit het boek, wordt tijdens zijn
strip vertrekken vanuit de gevoelens van de hoofd-
werkzaamheden vaak gestoord door twee buurkinderen,
personages. Hoe voelt de poes, hoe voelen de visjes zich?
Elsemiek en Bas. Hun gesprekken, die ontstaan uit een
Hoe kan je dit gevoel uitdrukkingen door de houding en
alledaagse gedachte of handeling, ontaarden telkens in een
de gelaatsuitdrukking van de poes, de visjes?
uitgebreide conversatie, waarbij heel wat overdacht moet
Reserveer ten slotte voldoende tijd om elkaars werk te
worden.Thema’s als de waarheid spreken, één plus één is
bekijken en te bespreken. Hier kan je zeker bestaande
twee, pijn hebben en iets mooi vinden komen ter sprake.
dierencartoons en strips bij betrekken: Garfield, Billy the
De filosoof heeft zelden het laatste woord.
Cat, Bollie en Billie. Leg ook dit keer de klemtoon op de manier waarop de tekenaar de gevoelens van zijn strip-
Werken met het fragment
figuren uitdrukt. Voor het lezen Filosofeertip
Val met de deur in huis met de volgende vraag. Je strandt op een onbewoond eiland, met twee andere personen.Wie
‘Er nog zijn –
zou je het liefst bij je hebben? Waarom? Laat de kinderen
daar gaat het om.’
hier even over nadenken. In kleine groepjes praten de kinderen over hun keuze.
Stel dit in vraag. Is dit inderdaad zo? Wat is het beste lot
(Er hoeft geen verslag uitgebracht te worden voor de hele
voor de gup: alleen overleven of samen met de anderen
groep. Ga langs de verschillende groepjes en leg je oor te
sterven? Trek deze vragen door naar de mensheid. Stel: er
luisteren.)
is een ramp gebeurd (nucleaire ramp, oorlog) en jij bent de enige overlevende. Zou jij alleen willen overblijven?
Bij het lezen De kinderen lezen het fragment in stilte.Voorzie voldoende tijd en rust voor het lezen van dit fragment.
Waarom eens niet met een rustig muziekje op de achter-
brief in het verdere verloop van de oefening niet herken-
grond? Deze tekst stemt tot nadenken en een gesprek met
nen aan het geschrift. Je kan voor deze opdracht een
de kinderen is hier zeker op zijn plaats. Ook nu weer: vol-
onderwerp opgeven, bijvoorbeeld twee leuke bestem-
doende tijd voorzien! Het zou zonde zijn om een goed
mingen voor de schoolreis, of je kan de kinderen vrij laten
gesprek voortijdig af te breken vanwege tijdsdruk.
over het onderwerp. Spreek dan duidelijk af of de kinderen een situatie mogen verzinnen of dat ze moeten
Enkele richtvragen om van start te gaan:
vertellen over een keuze die ze echt ooit hebben moeten
Wie zou jij redden? Waarom?
maken. In de brief stellen ze het probleem duidelijk voor, ze
Voor God zijn alle mensen gelijk, maar voor ons mensen niet.
vertellen wat ze gekozen hebben (of wat ze zouden kiezen) en waarom ze deze keuze maakten. Druk er op
Is deze zin volgens jou waar?
dat de kinderen in de brief geen namen vermelden en dat ze de brief niet ondertekenen.
Dus volgens jou is niemand belangrijker dan een ander?
Ieder stopt zijn brief in een lege fles. Laat de brief nog een
Wie is er belangrijk voor jou? Is die persoon ook belang-
stukje uit de fles steken, zodat je hem er straks nog kunt
rijk voor anderen? Wat maakt iemand belangrijk? Is
uitkrijgen zonder de fles kapot te moeten slaan. Om de
‘belangrijk’ hetzelfde als ‘onmisbaar’?
anonimiteit te verzekeren kan je gebruik maken van alle-
maal dezelfde (plastic) flessen. Tot slot laat je de kinderen over de situatie uit de tekst
De flessen worden vervolgens doorgegeven en ieder leest
nadenken met steeds andere personen die voor hen of
zijn ‘aangespoelde’ brief voor. De klas probeert te raden
meerdere mensen “belangrijk” zijn. Richt je steeds tot de
wie de brief geschreven heeft. Beperk dit stuk echter niet
kinderen met de vraag ‘Wie zou je redden en waarom?’
tot een gewoon raadspelletje.Vraag steeds waarom een
Let op: stel de kinderen niet voor té zware emotionele
kind dacht dat die brief van
dilemma’s. Het is niet nodig ze te laten kiezen tussen papa
wijzing in de brief? Gaat het om een vriendje waar jij iets
en mama.
meer van weet dan de rest van de klas? Ken je het verhaal
X
of
Y
kwam. Zit er een ver-
uit de brief? Na het lezen
De bedoeling is dat je door dit spel inzicht krijgt in de
a. improvisatiespel
vriendschapsbanden in de klas en dat de kinderen elkaar
Verdeel de klas in twee gelijke teams (bij een ongelijk
beter leren kennen.
aantal kinderen duid je één kind aan dat dubbel telt). Uit
Als er in de buurt van de school een beekje loopt, kan je
elk team komt één speler naar voren. De leerkracht stelt
de flessen echt laten aanspoelen. Elk kind zet zijn fles in
een eenvoudige openingsvraag, bijvoorbeeld ‘Hoe gaat het
het water en een eindje verder vist iedereen een fles uit
ermee?’ Eén van de startspelers beantwoordt deze vraag
het water. Misschien kan je ook werken met papieren
met een nieuwe vraag.Vanaf nu moeten de twee spelers
bootjes (liefst heel stevig papier gebruiken en de tekst
een gesprek voeren, waarbij elke vraag beantwoord wordt
laten schrijven met potlood).
met een nieuwe vraag. Als een speler aan de beurt is en geen nieuwe vraag kan bedenken, valt hij af. De volgende
c. muurkrant
van zijn team neemt zijn plaats in en het gesprek wordt
Soms lees je in de krant een bericht dat zo aangrijpend is
verdergezet. Het team dat de minste spelers nodig heeft, is
dat je niet verder kunt lezen. De kinderen knippen
de winnaar. Je kunt dit spel spelen binnen een afgesproken
gedurende een week aangrijpende berichten uit de krant.
tijd, of verder spelen tot één van de teams zonder spelers zit.
Verzamel ze op een muurkrant en geef de kinderen af en toe de gelegenheid om de berichtjes te lezen. Een afslui-
b. brief in een fles
tend klasgesprek is mogelijk. Denk dan aan vragen als:
Elk kind van de klas schrijft een anonieme brief over een
- Wat heeft je in dit bericht aangegrepen?
moeilijke keuze. Om de anonimiteit te versterken, kan je
- Heb je zelf al zoiets meegemaakt of ken je mensen die
de brief laten uittypen. Zo kunnen de kinderen elkaars
dit al eens hebben meegemaakt?
- Hoe zou je reageren als dit jou overkwam?
lestip : ‘doodgewoon geweldig’ Principe : ‘De boekenbabbel’
Filosofeertip
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
Ga tijdens het gesprek naar aanleiding van het fragment
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
dieper in op de antwoorden van de kinderen. De bespreking van het fragment is in feite een rondje filosoferen met
Uit: Doodgewoon geweldig
de klas.
Debi Gliori Prometheus, . Blz. -. Over de auteur Debi Gliori is de auteur en illustrator van de internationaal bekende prentenboeken over Meneer Beer, waarvoor ze de Children’s Book Award kreeg. Ze heeft meer dan honderd prentenboeken geïllustreerd; bij de meeste daarvan verzon ze ook de tekst. Ze tekent haar boeken in een speciale studio in haar achtertuin, waar ze rustig kan werken. Ze heeft een tijdje in Italië gestudeerd, vandaar de Italiaanse namen die ze soms verzint voor haar personages. Ze woont in de omgeving van Edinburgh en brengt de weekends geregeld door aan de westkust van Schotland, samen met haar echtgenoot en vijf kinderen. Doodgewoon magisch, de voorloper van Doodgewoon geweldig, was haar eerste leesboek. Over het boek De bizarre familie Strega-Borgia moet tijdelijk in een hotel verblijven, nadat het dak van hun kasteel is ingestort. Hun vreemde huisdieren (een draak, een krokodil, een yeti en een griffioen) zorgen voor de nodige opschudding. Ondertussen is een experiment van zoon Titus fout gelopen: hij heeft vijfhonderd kleine roze klonen rondlopen.Tot overmaat van ramp wil een op geld beluste aannemer het kasteel liever slopen dan herstellen. Knotsgekke toestanden volgen elkaar op, terwijl de spanning stijgt. Werken met het fragment Voor het lezen Vertrek van de vraag: ‘Wat is een kloon?’ Kinderen zoeken dit op in een woordenboek en trachten uit te leggen wat dit concreet betekent. Daaruit volgt een klasgesprek over de volgende vragen. Zou jij jezelf willen klonen? Waarom? Waarom niet? Zijn er voordelen? Zijn er nadelen?
Bij het lezen
Ten slotte brengt elk groepje zijn verkoopsgesprek voor de
De kinderen lezen het fragment in stilte. Laat de klas fan-
klas. Bespreek elk gesprek vanuit de argumenten die wer-
taseren rond de vraag: ‘Wat gebeurde er vooraf?’ De
den gebruikt. Zijn ze relevant voor die doelgroep? Hoe
kinderen duiden moeilijke woorden aan in de tekst en
zwaar wogen de tegenwerpingen van de klanten?
zoeken de verklaring op. Bestaan al die moeilijke woor-
Weerleggen ze effectief het verkoopsargument?
den echt? Wat zouden ze kunnen betekenen? Zouden ze in de toekomst echt kunnen bestaan?
c. blikvanger De instap voor deze opdracht hangt een beetje af van wat
Na het lezen
je met je klas al hebt gedaan rond dit fragment. Indien je
a. webdesigners
koos voor de oefening ‘van mond tot mond’, kan je
Maak met je klas een lijst van alle websites die in het frag-
onmiddellijk overgaan tot deze creatieve oefening. Anders
ment worden genoemd. Laat de kinderen bedenken welke
verzamel je eerst met je klas bekende reclameslogans.
informatie Titus en Pandora op deze sites kunnen vinden.
Probeer zo veel mogelijk bekende reclameboodschappen
Vervolgens verdeel je de klas in groepjes. Elk groepje
te noteren: radiodeuntjes, slogans op affiches, bekende
bedenkt een nieuwe website waar Titus en Pandora goede
one-liners uit reclamespotjes. Je kunt met je klas een wed-
raad kunnen vinden. De kinderen verzinnen een webadres
strijdje organiseren: verdeel de klas in groepen, geef de
en een oplossing die bij die naam past. Als er veel inspiratie
opdracht en stel een bepaalde tijd in – wie vond de
is, kunnen meerdere websites bedacht worden. Na de
meeste slogans? Vervolgens bedenken de kinderen slogans
uitwerking stellen de groepjes hun website(s) voor aan de
voor een reusachtig reclamepaneel rond het thema ‘Mini-
andere groepjes.Tip: tijdens een les media kan je elk
klonen, handig voor...’ Ze kiezen elk hun favoriete slogan
groepje een echte webpagina laten ontwerpen voor hun
en tekenen of schilderen de affiche. Nadien volgt een
site.
tentoonstelling in de klas.
b. van mond tot mond
d. recht van antwoord
Praat even met je kinderen over het fenomeen ‘verkopen
Titus vindt dat het vernietigen van de kleine klonen
aan de deur’. Hebben kinderen hier al eens mee te maken
moord is. Ga hier verder op in en splits de klas op in
gehad? Hoe proberen deze verkopers te werk te gaan?
voor- en tegenstanders. Elke groep kinderen stelt een lijst
Tracht de kinderen te laten inzien dat deze verkopers snel
op met argumenten om hun standpunt te verdedigen.
je aandacht moeten weten te vangen. Een goede
Tijdens het proces stelt elk groep zijn argumenten voor,
openingszin is dus belangrijk. Hebben ze al eens iets aan
bij monde van een advocaat. Enkel de advocaat is aan het
de deur gekocht? Waarom wel of niet? Hoe probeer je van
woord. Uiteraard neemt elk kind om beurt deze rol op
deze mensen af te raken?
zich. De leerkracht is de rechter die het gesprek in goede
Vorm groepjes. Elk groepje verzint een verkoopspraatje
banen leidt: elke groep om de beurt aan het woord laten,
om klonen aan de man te brengen. De bedoeling is dat
erop toezien dat alle kinderen als advocaat aan de beurt
elk groepje een bepaalde doelgroep (bejaarden, tieners,
komen, erop wijzen wanneer te veel van het thema wordt
leerkrachten, vrachtwagenchauffeurs) kiest die ze willen
afgeweken, enz. Elke groep mag tijdens het proces maxi-
overtuigen van de voordelen van klonen. Het groepje
mum drie keer een overleg aanvragen om samen te
verdeelt zich dan in twee: een deel verkopers en een deel
bespreken hoe ze op het argument van de tegenpartij
potentiële klanten. Elke partij bereidt zijn gesprek vanuit
zullen reageren. Stel nadien de vraag of er kinderen zijn
deze rol voor: de verkopers bedenken argumenten om de
die hun mening herzien na dit proces en bespreek dat
klanten te overtuigen, de klanten proberen tegenwerpin-
samen.
gen te vinden. (De bedoeling is dat het gesprek in twee aparte groepjes wordt voorbereid; klanten en verkopers kennen elkaars argumenten niet voor het gesprek echt begint.)
lestip : ‘wel/niet’
inzicht te laten krijgen in de opbouw van het gedicht. De
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
tekst start met concrete tegenstellingen om verder te gaan naar meer abstracte gegevens. Bouw je vragen zo op dat
Wel/niet, uit: In de groei van je lach
de kinderen dit ontdekken. Laat de tegenstellingen uit het
Ruud Osborne, Annemie Berebrouckx
gedicht opsommen en noteer ze in twee kolommen op
Afijn, . Blz. .
bord. Er komt twee keer in het gedicht een cursief gedrukt
Over de auteur
stukje.Waarom? De schrijver gaat hier telkens een stapje
Ruud Osborne werd geboren in . Hij is huisvader en
verder in de opbouw van zijn voorbeelden naar een
tekstschrijver en werkzaam in de reclamebranche. Sinds
abstract niveau. Laat de kinderen de opgebouwde lijst met
zijn twintigste schrijft hij poëzie, later kwam daar ook
tegenstellingen nogmaals lezen.Waarover gaan de eerste
muziek bij. Hij woont in Bergen (Nederland), is gehuwd
voorbeelden? Gaat het op het laatst nog om een gewone
en heeft drie kinderen.
opsomming? (Het zijn vragen geworden.) Kan je deze vragen beantwoorden?
Over de illustrator Annemie Berebrouckx werd geboren in Ekeren in .
Na het lezen
Ze wist al heel jong dat ze kinderboeken wilde maken. Ze
a. kruip eens in je pen
volgde kunsthumaniora, gecombineerd met avondschool
Je gaat aan het werk met de collages van de start van deze
sierkunsten. In studeerde ze met onderscheiding af
les. Je kan de kinderen de verzamelde lijst eventueel nog
aan het Sint-Lucaspaviljoen Antwerpen en ging als free-
laten aanvullen. De kinderen krijgen de opdracht om
lance illustrator aan de slag. Samen met haar echtgenoot
enkele van deze tegenstellingen te verwerken tot een
richtte ze het grafisch bureau ‘de Witlofcompagnie’ op. In
gedicht. Laat ze zich voornamelijk baseren op de eerste drie
illustreerde ze haar eerste kinderboekje en vele
strofen van het gedicht die nog vrij luchtig van toon zijn. Je
boeken volgden. In verscheen haar eerste eigen
kunt hen de opdracht geven om een serieus of een grappig,
prentenboek, De eend van Jules. De oma van Jules kreeg in
zelfs absurd, gedicht te schrijven, of laat hen volledig vrij.
een Boekenwelp. Haar Jules heeft bij uitgeverij Zwijsen een eigen reeks gekregen.
b. dominospel Je maakt zelf vooraf lege dominostenen.Verdeel een strook
Werken met het gedicht
papier in twee met een dikke lijn en kopieer of kies voor een wat steviger versie in karton.
Voor het lezen
Bij deze opdracht wordt ook gewerkt met de collages uit
Je verdeelt de klas in groepen. Elke groep maakt een col-
de inleiding. Ieder kind kiest één woord uit elke kolom en
lage over tegenstellingen. Je kan de kinderen laten werken
vult deze twee woorden in op zijn steen. Zorg wel dat er
met foto’s en/of woorden. De kinderen knippen die uit
geen woorden dubbel worden gekozen. Je laat bijvoor-
kranten en tijdschriften. Laat wel woorden/foto’s tegen-
beeld elk kind zijn gekozen woorden/foto’s doorstrepen.
over elkaar rangschikken zodat je twee kolommen krijgt.
Je probeert vervolgens met je klas de domino uit te
De collages worden opgehangen en eventjes bekeken.
leggen. Hoever raak je? (Dat hangt uiteraard af van de
Bespreken doe je nog niet; dit materiaal wordt later
gekozen woorden. Je kunt de klas ook in groepen verde-
gebruikt voor een opdracht.
len en elk groepje zijn eigen domino laten maken. Zorg wel voor voldoende stenen.
Bij het lezen
Tip: laat de kinderen de tegenstellingen uitwerken in
De kinderen lezen het gedicht in kleine groepjes. Elk
tekeningen in plaats van alleen in woorden.
groepje verdeelt zelf de tekst over zijn groepsleden en oefent in groep het voorlezen. Elk groepje draagt vervol-
Filosofeertip
gens het volledige gedicht voor.
We kennen vaak de oorzaak van problemen als honger of
Tijdens de bespreking van het gedicht tracht je de klas
oorlog. Dat betekent dat we ook de oplossing kennen.
Hoe komt het dan dat deze problemen toch blijven
lestip : ‘leeuwenjongen’
bestaan? Zet de kinderen op pad met het volgende voor-
Principe : ‘Bib en school gaan boek in hand’
beeld. Er is voldoende eten op de wereld om alle mensen
Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
te voeden.Toch is er op vele plaatsen honger. Hoe komt
Principe : ‘De boekenbabbel’
dit? Waarom wordt dit niet opgelost? Laat de kinderen ook stilstaan bij de mooie woorden die
Uit: Leeuwenjongen
ze spreken, en de inspanning die ze zelf zouden moeten
Zizou Corder
leveren voor al die nobele ideeën.Wat zouden ze zelf echt
Van Goor, . Blz. -.
willen inleveren als het er op aan zou komen? Over de auteur Zizou Corder is een pseudoniem voor Louisa Young en Isabel Adomakoh Young, van wie de namen te lang zijn voor het omslag van een boek. Louisa is een volwassene en heeft al meerdere boeken geschreven. Isabel is haar dochter en zij schrijft voornamelijk voor school. Zij verzon het verhaal en haar moeder schreef het op. Ze wonen in Londen. Dit boek is het eerste deel van een trilogie. De
vertaalrechten werden aan achtentwintig landen verkocht. Ook de filmrechten zijn al verkocht. Over het boek De ouders van Charlie zijn belangrijke wetenschappers. Op een dag worden ze ontvoerd en ontdekt Charlie dat hij zelf ook gevaar loopt. Hij slaat op de vlucht en volgt de weg die zijn ontvoerde ouders ook afgelegd hebben, volgens de katten.Want Charlie verstaat Kats en krijgt daardoor hulp van alle katten die zijn pad kruisen. Zo belandt hij op een circusboot bij de leeuwen. Hij maakt met hen een afspraak: hij helpt hen ontsnappen en zij helpen hem zijn ouders terug te vinden. Werken met het fragment Voor het lezen Praat met je klas over ervaringen van de kinderen in verband met ‘vertellen’. Is er iemand die in de familie iemand heeft die vaak en goed verhalen vertelt? Waarover gaan die verhalen? Zijn ze verzonnen of echt gebeurd? Verandert een verhaal wel eens als de verteller het vaker vertelt? Hoe komt dat? Geloof je alles wat die persoon vertelt, als het om een echt gebeurd verhaal gaat? Waarom wel/niet? Luister je graag naar die verhalen? Waarom? Bespreek met de kinderen waar een goed verteller aan moet voldoen. Tip: je kan met de leerlingen eventueel voorbeelden van goede vertellers bekijken en bespreken. Nodig iemand uit
op school of maak gebruik van bestaand beeldmateriaal
die ze in dit laboratorium kunnen uitvoeren. Ze
(bijvoorbeeld een fragment uit Sterke verhalen van Luk
vertrekken vanuit een bestaand probleem en bedenken
Wyns).
hiervoor een (fictieve) proef: de oplossing. Ze beschrijven
Vertel de klas over verhalen die we nu nog kennen
de proef die ze zouden uitvoeren. Belangrijk is dat ze zo
(sprookjes, mythen en sagen) en die hun oorsprong vinden
veel mogelijk gebruik maken van de voorwerpen die in
in een rijke orale traditie. Heel wat sprookjes zijn ontstaan
het fragment worden beschreven. Elk groepje stelt zijn
uit verhalen die vroeger voor en door volwassenen werden
proef aan de klas voor. Dat kan gaan van een heel een-
verteld.Vaak bevatten deze sprookjes een belangrijke
voudige uitvoering (voorlezen van de proef) tot een echte
levensles die op die manier werd doorgegeven. Kader dit
proefopstelling. De kinderen worden echte professors, met
ook in een maatschappij waarin lezen nog geen gemeen-
een witte labojas en voeren met allerlei flesjes en potjes en
goed was en verhalen vertellen vaak de enige manier van
‘vreemde’ toestellen de proef uit.
ontspanning was. Sluit dit stuk af door de info over de auteurs van het boek aan de klas te vertellen.
b. een wetenschappelijke bibliotheek In samenwerking met de plaatselijke bibliotheek verzamel
Bij het lezen
je een heleboel boeken over wetenschap en wetenschappers.
De leerkracht leest het fragment voor. Laat de kinderen
Zorg ervoor dat allerlei genres in de selectie zijn
vervolgens het fragment in hun eigen woorden
opgenomen. Bekijk en bespreek deze stapel boeken met je
navertellen.Wat is er volgens hen vóór dit fragment
klas. Deel ze in in genres en stel ze vervolgens op deze
gebeurd?
manier op je boekenplank op. Laat je klas voor elk genre
De volgende vragen kunnen de kinderen helpen om het
een leuk pictogram bedenken en breng het bij elk stapeltje
fragment in het ruimere kader van het boek te plaatsen.
boeken aan. Gedurende een aantal vaste momenten in de
- Kun je raden waar en wanneer dit verhaal zich afspeelt?
week laat je je klas vrij lezen in deze boeken. Spreek met
In Londen, in de toekomst? (Er is sprake van ‘Het
hen af dat ze zeker uit drie verschillende genres een boek
Imperium’, dat is een nieuw machtsorgaan in de
moeten kiezen. Maak een werkblad waarmee ze elk
toekomst.)
gekozen en (gedeeltelijk) gelezen boek beoordelen. Enkele
- Waarom heeft Charlies moeder een laboratorium? (Ze is
vragen die je voor dit boekenverhoor kunt gebruiken:
professor en doet belangrijk onderzoek.)
- Hoe luidt de titel van het boek?
‘Charlie hield van het lab.’ Zou jij ook van deze plek
- Wie heeft het boek geschreven?
kunnen houden? Waarom wel of niet? Laat de kinderen
- Waarom heb je dit boek gekozen? Wat verwacht je ervan?
hun antwoord motiveren door verwijzingen naar de
- Wat heeft de illustratie (prent/foto) op de omslag te
beschrijving van het lab.
vertellen? - Hoe ziet het boek er uit? (dik/dun; harde/slappe kaft;
Na het lezen
groot/klein)
a. van woord naar beeld
- Wat staat er op de achterkant van het boek?
Het laboratorium wordt in het fragment heel nauwkeurig
- Als je het boek openslaat, wat zie je dan?
beschreven. Zet met de klas deze talige gegevens om in
(veel/weinig/geen illustraties; zwart-wit/kleur/foto’s; dicht
niet-talige informatie. Of, anders gezegd, laat de kinderen
bedrukt/veel witte onbedrukte ruimte; glimmend/dof
in groepjes een plattegrond van het laboratorium tekenen.
papier; eerder grote/eerder kleine letters)
Ze moeten daarbij gebruik maken van de informatie uit
- Las je het hele boek?
de tekst (Waar bevindt zich de deur? Welke rekken bevin-
- Voldeed het boek aan je verwachtingen? Leg uit.
den zich waar?) en de hiaten aanvullen met hun fantasie.
- Wat vond je goed/niet goed aan het boek?
(Bespreek wel dat ze hun plattegrond logisch aanvullen,
Enkel voor informatieve boeken:
met echte laboratoriumvoorwerpen en inrichting.)
- Staat er een register in het boek?
Uiteraard kan je deze tekenopdracht verder uitbreiden
- Waar?
naar het knutselen van een maquette. Sluit de opdracht af
- Heb je gebruik gemaakt van de inhoudsopgave?
met een schrijfoefening. Elk groepje bedenkt nu een proef
- Wat heb je er mee opgezocht?
Op het einde van deze leesweek stelt elk kind zijn eigen
lestip : ‘wat de ezel zag’
top- samen. De individuele resultaten van de klas worden
Principe : ‘Wie woorden zaait’
dan samengelegd en besproken.Ten slotte wordt een klas
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
top- samengesteld en opgehangen in de boekenhoek. Uit: Wat de ezel zag Filosofeertip
Frank Adam, Klaas Verplancke
Praat met je klas over hoe wij in onze westerse samen-
Davidsfonds/Infodok, . Blz. -.
leving omgaan met natuurlijke rijkdommen.Verzamel informatie over het regenwoud, energiereserves, hout-
Over de auteur
winning… Volgende vragen kunnen met de klas
Frank Adam werd geboren in Brugge in . Hij
besproken worden:
studeerde Arabische, Griekse en Germaanse Taal- en
- Wat halen wij uit de natuur?
Letterkunde. Zijn zoontje Dante zette hem aan om
- Kan deze natuurlijke bron worden ‘aangevuld’ of is de
kinderpoëzie te schrijven. Naast schrijver is hij ook redac-
exploitatie slechts mogelijk tot de bron is ‘opgedroogd’,
teur bij het literaire tijdschrift De Brakke Hond. Hij geeft
uitgeput?
les aan de schrijversacademie te Brugge.
- Gaan wij op een correcte manier met deze natuurlijke
bron om?
Over de illustrator
- Zijn er alternatieven? Zo ja, zijn die haalbaar?
Klaas Verplancke () studeerde Publicitaire Grafiek in
- Welke keuzes zouden jullie maken? Wat zijn de gevolgen
fotografie in Gent. Hij illustreerde tal van kinder- en
van die keuzes?
jeugdboeken voor binnen- en buitenlandse uitgeverijen. Zijn figuren zijn vaak karikaturaal en grappig, met veel oog voor details. De bekroning met de prestigieuze Bologna Ragazzi Award voor zijn illustraties en boekvormgeving in het liederenboek Ozewiezewoze (De Eenhoorn, ) maakte hem internationaal bekend. Zijn eigen boek Jot kreeg een eervolle vermelding. In won hij de Boekenpauw voor zijn illustraties in Heksje Paddenwratje van Henri Van Daele. Daar kwam in datzelfde jaar nog een Nederlandse Vlag & Wimpel bij voor zijn illustraties in Djuk van dezelfde auteur. Over het boek Een kerstvertelling. De ezel hoort een stem, krijgt een voorspelling en raakt daardoor in moeilijkheden. Maria is geneigd om de ezel te geloven; Jozef vindt het allemaal flauwekul.Toch zal hij moeten toegeven dat de ezel gelijk heeft. De belangrijkste raad van de stem is dat de eerste zeven woorden van Jezus erg belangrijk zijn. Alle deelnemers aan het verhaal wachten dan ook vol spanning op die eerste woorden. Werken met het fragment Voor het lezen Geef je klas vooraf de opdracht om opzoekwerk te verrichten over de oerknaltheorie (big bang).
Wat is het?
Uiteraard krijgen deze boeken een ereplaatsje in de
Niet iedereen is het met deze theorie eens.Vind je ver-
boekenhoek en zorg je ervoor dat de kinderen tijd hebben
schillende standpunten terug? Wat denk je er zelf over?
om ze te lezen.
In de klas leg je alle verzamelde informatie samen en overloop je kort met de kinderen wat ze hebben
b. beeldrijke taal
gevonden.
‘Want zo ziet honger eruit: één en al mond, een lege maag met lippen.’ Als je met de klas dit stukje herleest, analyseer
Bij het lezen
dan dit beeld.Waar wordt honger mee vergeleken? Noteer
Laat de klas dit fragment in stilte lezen.Vervolgens noteer
de ‘beelden’ op het bord. De kinderen gaan nu zelf uitge-
je de verschillende rollen op het bord: stem, os,Vladimir,
breide omschrijvingen bedenken voor abstracte begrippen.
Jozef, Maria, verteller (splits deze laatste op in twee).
Maak een lijstje: pijn, verdriet, woede… Je kan werken
Enkele vrijwilligers kiezen een rol en lezen het fragment
met gevoelens of de lijst heel algemeen opbouwen.
luidop voor. Leg de klas de volgende vragen voor om wat
Vervolgens laat je bij elk begrip associaties noteren.Ten
dieper op het fragment in te gaan:
slotte laat je per begrip zinnen vormen vanuit de verza-
Herkennen de kinderen het verhaal?
melde associaties. Ook dit keer kan je de opdracht
‘Wijze mannen met twee hoofden en vier benen.’ Over
uitwerken op verschillende manieren: een individuele
welke personen in het kerstverhaal gaat het hier? Leg deze
schrijfoefening, een groepswerk of een spel.Voor dit laatste
raadselachtige omschrijving uit.
verdeel je je klas in groepen. Nadat je je begrippen en
Lees het stuk ‘Zoveel meer dat Jezus wakker schoot…’ tot
associaties hebt verzameld, zet je de kinderen in groep aan
‘…Mèèèlk! Mèèèlk! Mèèèlk!’ Bedenk en noteer samen
het werk. Elke groep bedenkt een omschrijving voor één
met de klas andere beelden/omschrijvingen van honger.
van de begrippen. De andere groepen moeten dan raden
Heeft de baby honger, volgens jou? Leg uit.Verklaar
om welk begrip het gaat.
waarom hij zwijgt bij het horen van muziek. Tip: je kan bij deze laatste vraag dieper ingaan op het
Filosofeertip
(soms foutief) beoordelen van lichaamstaal.
Praat met je klas eens over innerlijke stemmen: - Bestaan ze? Gaat het hier letterlijk om een stem die je
Na het lezen
hoort met je oren?
a. in een nieuw kleedje
- Hoor jij wel eens een ‘stemmetje in jezelf ’?
Laat het kerstverhaal navertellen vanuit verschillende
- Wanneer gebeurt dat?
standpunten: de os, de ezel, Maria, de kribbe, de ster.
- Wat zegt het dan?
Zeker als je met dit laatste ‘personage’ gaat werken, kan dit
- Helpt het? Of brengt het je in verwarring?
tot vrij absurde versies van het bekende verhaal leiden. Je
- Denk je dat er mensen zijn die echt andere stemmen
kan dit uitwerken als een individuele schrijf- en spreekoe-
horen? Hoe?
fening of je klas in groepjes aan het werk zetten. Nog een mogelijkheid: laat enkele bekende klassiekers/sprookjes herwerken tot een nieuw (grappig) verhaal. Enkele bekende auteurs geven het voorbeeld: - Zwart als inkt van Wim Hoffman (Querido, ) - Gruwelijke rijmen van Roald Dahl (Fontein, ) - De honden van Aktaioon van Anthony Horowitz (Facet, ) - De verliefde prins van Ron Langenus (Davidsfonds, ) - Beroemde verhalen over schurken en superhelden van Tony Bradman (Zirkoon, )
lestip : ‘Sam Smith’
in op het fragment:
Principe : ‘Boekrijk’
Waar speelt het zich af?
Principe : ‘De taalspeeltuin’
Wat voor iemand is Sam?
Principe : ‘Leesbevordering, geen tijdverlies’
Wat wil ‘De School’ zeggen? Waarom die hoofdletters?
Uit: Sam Smith
Na het lezen
Jonas Boets
a. kies je vak
Standaard, . Blz. -.
Sam gaat naar een school om geheim agent te worden. Welke vakken zal hij krijgen? Wat moet hij leren?
Over de auteur
Bespreek met de kinderen welke vakken zeker aan bod
Jonas Boets () studeerde Germaanse Taal- en Letter-
komen.Verdeel de klas in groepjes. Elk groepje stelt een
kunde aan de
uurrooster samen voor Sams opleiding. Je kunt de
UA
(Antwerpen,Wilrijk). Een schrijvende
moeder bracht hem op het idee om zelf ook de pen ter
kinderen een leeg uurrooster ter beschikking stellen of
hand te nemen. Dat leidde tot een grappig boekje voor
hen zelf een dagindeling laten opstellen – want misschien
eerste lezertjes: Piep in het land van kaan. Ondertussen
moeten in een school voor geheimagenten sommige
zijn er al twee sequels verschenen. In zijn vrije tijd speelt
vakken wel op speciale tijdstippen worden gegeven, zoals
Jonas voetbal en houdt hij zich bezig met dj-werk onder
leren sluipen in de nacht. Per vernoemde les wordt even
de naam ‘dj boez’. Hij houdt van uitgaan en muziek, maar
kort de inhoud van dat vak toegelicht. Na een korte
absoluut niet van rode kool of spruitjes.
voorstelling voor de hele klas kan iedereen zijn keuze maken uit het uurrooster dat hem/haar het interessantste
Over het boek
lijkt. Deze opdracht kan ook uitgebreid worden naar
Sam Smith is een grijze muis die plots het aanbod krijgt
andere beroepen: een uurrooster voor een opleiding voor
om zijn leven helemaal te veranderen. Hij zet de stap naar
avonturiers, dronkelappen, feeën, enzoverder.
een nieuw leven en ontdekt daar dat hij eigenlijk aanleg heeft om een goede spion te worden. Zijn opleiding in
b. een dag op ‘De School’
een geheime school raakt in een stroomversnelling als hij
Deze oefening sluit perfect aan bij ‘kies je vak’. Uit de
bij een ingewikkelde ontvoeringszaak betrokken raakt.
verschillende uurroosters maak je samen met je klas een lijst van alle vakken die volgens hen binnen de opleiding
Werken met het fragment
van geheim agent passen. Elk kind kiest vervolgens een vak uit de lijst en bedenkt een les van ongeveer tien
Voor het lezen
minuten die past in de opleiding van Sam. Alles is
Je valt met de deur in huis en geeft de kinderen het
mogelijk: een vraagstuk, een Franse conversatie, turnoe-
vraagstuk uit het fragment en laat ze het zelf oplossen. Het
feningen, ontcijferen van een rebus... Ze brengen hun les
mag voor je klas niet duidelijk zijn dat het hier om een
voor de klas. Misschien zie je het wel zitten om eens een
inleiding op een boek gaat. (Stel deze oefening voor als
dagje leerling op De School te zijn? Vandaag nemen je
het begin van een rekenles. Plan deze les dus zeker niet op
kinderen het heft in handen: zij geven om de beurt les en
je vaste Jeugdboekenweek-moment!) Na een poosje biedt
jij volgt samen met de klas alle vakken. In dit geval kan je
de leerkracht hulp aan door het fragment te geven en te
best gebruik maken van de uurroosters uit de eerste
laten lezen.
oefening. Zo komen er zeker verschillende vakken aan bod en vermijd je dat je vijftien lessen ‘Code ontcijferen’
Bij het lezen
moet uitzitten.
De kinderen lezen in stilte het fragment. Bespreek samen
Tip: Ga vooraf met je klas even in op Sams leerkrachten.
met hen de oplossingen van het vraagstuk. Hoe voelde je
Zouden dat ook geen ‘speciale’ mensen zijn? Bijvoorbeeld
je toen je die oplossingen las? Zou je zelf spontaan aan dit
geheimagenten, mensen met een speciale eigenschap…
soort oplossingen hebben gedacht? Waarom niet? Kan je
Ieder kind kan dan voor zijn les de rol aannemen van zo’n
nu zelf nog andere oplossingen bedenken? Ga dan dieper
‘speciale’ leerkracht.
c. codebrekers
een taalspelletje (kruiswoordraadsel, rebus, droedel) ‘om ter
Codes, geheime taal, geheimschriften… Ze spreken tot de
snelst’. De winnaar van elk wedstrijdje verdient voor zijn
verbeelding. In heel wat kinderboeken wordt er met
team drie punten, de verliezer verdient er twee. Bij gelijk-
geheimschrift of -taal gewerkt. Denk aan een wachtwoord,
spel krijgt elke speler één punt. De leerkracht houdt de
een code… De kinderen kennen zeker de boeken van
scores van de wedstrijdjes bij op een groot scorebord. Op
Harry Potter waarbij elke afdeling zijn kamer enkel kan
het einde van de namiddag wordt het winnende team
betreden door het uitspreken van een wachtwoord. Met
bekend gemaakt.
een beetje zoekwerk kan je nog wel wat boeken vinden
Tip: Als je wilt, kan je de kinderen hier ook opdrachten
waarin dergelijke voorbeelden staan. Schakel de kinderen
uit verschillende vakken aanbieden: vraagstukken, oefe-
zelf in of werk samen met de plaatselijke bib om een
ningen logisch denken, een taaloefening… Zo oefenen de
selectie boeken te verzamelen. Reserveer enkele
kinderen hun leerstof op een speelse manier en ben jij geen
momenten om je klas vrij in deze boeken te laten lezen.
tijd ‘kwijt’.
Op het einde van de week zet je de kinderen zelf aan het werk. De opdracht is dat ze een stuk tekst omzetten in
e. boekenspeurtocht
geheimtaal. Je kunt hier op verschillende manieren te werk
Organiseer met je klas een boekenzoektocht binnen of in
gaan.Voor een korte opdracht bedenken ze een soort
de omgeving van de school. Je hangt op verborgen plekjes
wachtwoord in geheimtaal dat de anderen moeten ont-
allerlei opdrachten met betrekking tot het fragment. Je
cijferen. Je kunt hen ook vragen om een korte tekst (drie
kunt deze opdracht ook organiseren als afsluiter van de
à vier zinnen) te schrijven over een bepaald onderwerp en
Jeugdboekenweek en alle (in plaats van één) fragmenten
deze om te zetten in code. Heel leuk kan het ook worden
erbij betrekken.
als je met het fragment zelf aan de slag gaat. Kopieer het
De voorbereiding van deze zoektocht laat je door de
fragment en knip het in even veel stukjes als er groepen in
kinderen zelf uitvoeren. Je klas verdeelt zich in groepjes
de klas zijn. Elke groep zet nu zijn stukje om in een zelf
van twee. Elk groepje kiest een fragment (als je alle
bedachte geheimtaal. De stukjes worden uitgewisseld en
gelezen fragmenten erbij betrekt) en bedenkt er een
elk groepje moet nu eerst de code breken om te ontdekken
opdracht bij. Maak misschien vooraf met de klas een lijstje
welk stukje uit het fragment ze gekregen hebben.
van mogelijke spelletjes en opdrachten: geheime code,
Een boek dat bijna onmisbaar is voor deze opdracht is
namen van personages bij de juiste titel plaatsen, een
Magische tekens van uitgeverij Leopold. Hierin vinden de
bladzijde kopiëren en daarop tellen hoe vaak het woord
kinderen verschillende vormen van geheimschrift. Ze
‘en’ voorkomt, enzoverder. De leerkracht ziet toe op
kunnen voor deze opdracht gebruik maken van één van
variatie in de opdrachten. Maak ten slotte voor jezelf een
de codes uit het boek of naar analogie met deze voor-
inventaris van de opdrachten en maak een antwoordblad
beelden een eigen geheimtaal ontwikkelen.
dat de kinderen tijdens de zoektocht kunnen meenemen. Op de dag zelf hang je de opdrachten ‘verborgen’ op en
d. meesterbrein
voorzie je de route van pijlen.Tijdens een vrij turnuurtje,
We zetten een namiddagje onze hersenen op scherp.
misschien? De kinderen verdelen zich in groepjes en gaan
Samen met de klas verzamel je allerlei denksporten en
om de zoveel minuten op pad.Wie lost alle opdrachten
spelletjes. Dat kan gaan van bestaande kruiswoordraadsels,
correct op? Misschien kan je de tijd van elk groepje op-
rebussen, droedels… tot gezelschapsspelen zoals Cluedo,
nemen.
Master Mind, schaken, dammen, stratego… Criterium is
Tip: indien je met meerdere klassen op de school de frag-
dat de kinderen moeten denken over taal of strategieën
mentenbundel met lessuggesties hebt gebruikt, kan je deze
om het spel te kunnen spelen. Je kunt de kinderen ook
tocht in samenwerking met je collega’s organiseren.Welke
vooraf zelf een rebus of kruiswoordraadsel laten maken.
klas kent de gelezen fragmenten het best?
Op de namiddag zelf verdeel je je klas in teams van vier tot zes leden. De leden van elk team gaan nu op zoek naar
Filosofeertip
iemand van een ander team om een wedstrijdje tegen te
Verwijs naar de ervaring die de kinderen hadden bij het
spelen. Ze spelen per twee een gekozen spel of ze maken
begin van de les. De klas verwachtte een rekenles en ging
vanuit deze verwachting met het vraagstuk aan de slag. Een andere invalshoek werpt vervolgens een nieuw licht op de situatie. Heb je dit al eens eerder meegemaakt? Vertel. Kun je zelf nog andere voorbeelden/situaties bedenken? Dit fragment kan ook een aanleiding zijn om te praten over de schoolkeuzes voor volgend schooljaar, in de middelbare school.Weet er al iemand welk beroep hij later graag zou hebben? Kun je dat nu al weten? Moet je studiekeuze voor het middelbaar in functie staan van je latere beroep? Als je nog niet weet wat je later wilt worden, kun je dan nu wel een goede studierichting kiezen? Hoe moeilijk is kiezen?
Tussen jou, mij en mezelf
lestip : ‘gezellig op het kerkhof!’
Lestips voor het eerste en tweede middelbaar / brugklas (eerste)
Principe : ‘Wie woorden zaait’
en tweede klas Johan de Paepe en Rina Penasse
Gezellig op het kerkhof!, uit: Ik vind je hiëroglief Frank Pollet, Jef Goedemé
Tussen jou, mij en mezelf gezegd, een boek krioelt altijd
Abimo, . Blz. .
van de letters, maar die letters vormen niet altijd ‘gewone’ verhalen met ‘gewone’ woorden. Boeken herbergen ook
Over de auteur
toneelstukken, dagboeken, wetenschappelijke woorden en
Frank Pollet (), schrijver van onder meer Burenboel en
wetenswaardigheden, poëtische verzen en rijmwoorden.
Crapuultjes!, werd meermaals bekroond als dichter en als
Als je jonge mensen verschillend leesvoer aanbiedt, help je
jeugdauteur.Totnogtoe publiceerde hij zeven poëzie-
ze uitdokteren wat ze heel graag lezen en wat minder. En
bundels voor volwassenen; dit boek is zijn eerste dicht-
met een gedreven, inspirerende leerkracht krijgen ze
bundel voor de jeugd.
misschien zelfs honger naar alles. Help hen, begeleid hen, stimuleer hen. Boeken met de mantel der liefde lezen
Over de bundel
warmer.
Ik vind je hiëroglief is een poëtisch verrassingspakket vol verliefdheid, dagboeken, zitballen, borstjes, wijde truien, lastige buren, honden, twijfels en Toetanchamon. Werken met het fragment Voor het lezen Het oog wil ook wat! Laat eerst de bundel aan de leerlingen zien. Peil naar hun verwachtingen. Lees vervolgens de titel van het boek voor en schrijf hem op bord. Hoe zit het nu met de verwachtingspatronen? Zo nodig geef je hen tips: - Waarom staat er een uitroepteken in de titel? - Welk contrast vind je in de titel? Bij het lezen Vraag de leerlingen welke contrasten ze nog aantreffen in het gedicht. Help hen zo nodig: vlinders – maden; volle maan – dichte mist; alleen – gezelschap – stilte. Maak een positieve en een negatieve kolom op bord en laat de leerlingen bepalen welke begrippen ze waar onderbrengen. Begin een klasgesprek bij de begrippen ‘alleen, gezelschap, stilte’.Wanneer zijn die positief of leuk en wanneer negatief en erg of saai? absurd Een betekenis van het woord ‘absurd’ is ‘wat eigenlijk niet kan’.Vraag aan de leerlingen wat er absurd is aan dit gedicht. Wat kan eigenlijk niet? Hebben ze dat nog meegemaakt, in boek of film, dat iemand die dood is nog denkt en praat?
Stel dan de vraag of er iemand gelooft in leven na de
Na het lezen
dood en modereer zo een gesprek over filosofie en religie.
Vraag de leerlingen alle woorden uit het gedicht die iets
Zorg ervoor dat ook de stille leerlingen hun zegje kunnen
met de natuur te maken hebben op te schrijven. Ze
doen. Nadien kun je hier nog een schrijfopdracht aan
verzinnen zelf een absurd verhaal met deze woorden. Je
koppelen. De leerlingen schrijven een kort tekstje of
kunt het mondeling laten voorbrengen of je maakt er een
gedicht over de tegenovergestelde situatie: een kindje dat
schrijfopdracht van.
nog in de moederbuik zit en toch al praat en denkt. en als we dood zijn… De klas zal wel opschrikken als de leerkracht plots begint te neuriën. Nochtans is het in dit geval didactisch verantwoord. Het gaat om de melodie van ‘En als we dood zijn, groeit er gras op onze buik’.Vraag nadien naar welk liedje verwezen wordt in het gedicht. Geef vervolgens een creatieve schrijfopdracht. De leerlingen maken andere zinnen die beginnen met: ‘En als we dood zijn…’ Er zijn altijd
jongeren die hier vastlopen. Geef hen voorbeelden waarop ze kunnen variëren. Dat verlaagt de drempel aanzienlijk: …spurten er wormen door mijn lijf. …zijn we voeding voor de planten. …zijn we alles vergeten. dat brengt ongeluk Er is sprake van een zwarte kat in het gedicht. Dat brengt ongeluk, zegt de volksmond. Ook sportlui en acteurs zijn heel bijgelovige wezens. Zo dragen sommige voetballers een talisman en volbrengen toneelspelers voor een voorstelling hetzelfde ritueel in dezelfde volgorde. Ze drinken bijvoorbeeld eerst thee met honing, dat is goed voor de stem. Dan kleden ze zich uit, schminken zich, trekken hun kostuum aan, lopen eens over het toneel, gaan eens goeiedag zeggen aan een paar collega’s, bekijken hun tekst nog eens, drinken nog een kop thee en gaan dan de scène op om weer eens te schitteren. Doen leerlingen ook bijgelovige dingen? Bespreek. Ze kennen vast nog ongelukstekens buiten de zwarte kat. Bespreek ze in de klasgroep. Ook hier kun je de leerlingen op weg helpen. Er zijn voorbeelden te over: onder een ladder door lopen, het cijfer dertien, vrijdag de dertiende, een spiegel breken, zout morsen, niet fluiten in een theatergebouw, een zeeman mag je geen goede vaart wensen… Op zich is dit grappig, maar nog leuker wordt het als je tracht om samen de oorsprong en betekenis van deze dingen te achterhalen.
lestip : ‘sig i’ Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
maart Waarom? Bijna alle vragen die Sigi zich stelt, ontstaan vanuit een misnoegdheid; enkel die over het gras, de
Uit: Sigi
Engelsen en de tintenkiller niet. In eerste instantie worden
Jan Simoen
de leerlingen gevraagd een juist antwoord op vijf van de
Averbode, . Blz. - en -.
vragen te formuleren. Nadien mogen ze zich laten gaan en trachten een absurd, zelfbedacht antwoord op vijf van de
Over de auteur
vragen te vinden. Als deze hersengymnastiek vlot verloopt,
Fotografie was een van de eerste liefdes van Jan Simoen
mogen ze proberen zelf negen vragen te formuleren. Maak
(). Net als zingen, boeken en gitaar spelen.Toen hij
de opdracht gevarieerd.Vraag hen bijvoorbeeld drie vragen
foto’s maakte voor een Gents toneelgezelschap, kreeg hij
vanuit een positief gevoel te stellen, drie neutrale en drie
het voorstel zelf een stuk te schrijven.Toneel en proza
negatieve of misnoegde.
vinden elkaar in zijn werk, met ‘veel dialogen en vertelstandpunten’, zegt hij zelf. Zijn eerste adolescentenroman
kleur
Met mij gaat alles goed is ontstaan uit een toneelstuk. Het
Kleur is iets wat ons heel dikwijls, bewust of onbewust,
won een Boekenwelp in . (Bron: www.ncj.be)
bezighoudt. Sigi heeft het gras blauw gekleurd. Niet echt juist, wel creatief. Hoe zouden de leerlingen hun natuur
Over het boek
kleuren? Ze tekenen eerst een grasveld, bloemen, bomen,
Sigiswald Gregorius Fidel Vandebeek (Sigi voor de vrien-
struiken, een beekje… Nadien hebben ze verf ter
den) kan bijna nergens iets aan doen (ook niet aan zijn
beschikking. Met welke kleuren gaan ze schilderen? De
naam), maar heeft wel bijna overal problemen mee.
leerlingen mogen vooral eigenzinnig zijn: kleuren
Moeder, meisjes, puistjes en school zijn zo de meest
gebruiken die ze zelf graag zien, die ze associëren met dat
courante obstakels. Sigi is een geestig dagboek van een
stukje natuur. Ze schilderen nooit realistisch.
coole puber die zich met vallen en opstaan door een
Uiteraard zijn er variaties op hetzelfde thema mogelijk.
woelig schooljaar worstelt.
De leerlingen kunnen na de natuur of ter vervanging ervan, deze zaken schilderen:
Werken met het fragment
- de speelplaats (grond, vuilbakken, bel…) - de klas (stoelen, banken, bord…)
Voor het lezen
- je kamer (bed, lamp, bureau…)
Het is vaak nuttig te starten met een appetizer in de vorm van een klasgesprek.Vraag wie er een dagboek bijhoudt.
schilderen
Waarom doe je dat? Wat is het nut van een dagboek?
Ze denken ook na over kleurcombinaties.Welke kleuren
Schrijf je er alles in?
passen heel goed samen en welke vloeken verschrikkelijk? Het kan best grappig zijn om net die ‘foute’ kleuren toch
januari
samen op papier te zetten.
Iedereen maakt goede voornemens bij het begin van het nieuwe jaar. De leerlingen maken een eigen lijstje van tien
links of rechts?
voornemens.Vertel erbij dat ze vijf voornemens noteren
Als amuse-gueule op dit onderdeel vraag je de leerlingen
van wat ze zullen doen en vijf van wat ze níet zullen
dat ze je precies nadoen. Ze gaan naast hun bank staan.
doen. Stimuleer hen ook om, zeker bij deze tweede reeks,
Steek je rechterarm uit en je linkerbeen. Nadien doe je
absurde voornemens te verzinnen. Een mogelijk alternatief
het omgekeerde. Maak wat dansante bewegingen waarbij
is dat je hen een lijstje laat maken van goede voornemens
telkens een lidmaat zich naar rechts of links beweegt. De
die ze tegenover hun mama, papa, oma, broer, zus, beste
leerlingen zullen in de war zijn omdat ze niet altijd reke-
vriend, leerkracht… willen realiseren.
ning houden met het spiegelbeeld. Maak een afspraak: in het theater noemt men links voor de spelers en dus rechts voor de regisseur ‘côté cour’ en de andere kant ‘côté
jardin’. Die terminologie stamt uit de tijd van Molière,
lestip : ‘de ijzeren wil’
maar dat doet hier niet terzake.Vind met de leerlingen
Principe : ‘De boekenbabbel’
een leuke term waardoor ieder misverstand voortaan uit de weg geruimd is. Bijvoorbeeld: Castor en Polux,Yin en
Uit: De ijzeren wil
Yang, Suske en Wiske, Jules en Louis, chocola en banaan,
Bas Haring
Thelma en Louise…
Houtekiet, . Blz. -.
Nu wordt de klas uitgedaagd om dingen te vinden waarbij links (Engelsen rijden links!) en rechts (postzegels worden
Over de auteur
rechts gekleefd!) belangrijk of gangbaar zijn. Ze werken in
Bas Haring werd geboren in . Hij studeerde natuur-
duo’s. Het groepje dat de meeste voorbeelden vindt, wint.
kunde aan de universiteit van Utrecht en promoveerde
Nadien schrijft ieder individueel een tekstje over links of
met een proefschrift over kunstmatige intelligentie. Hij
over rechts. (De keuze is vrij in een democratie.)
doceert aan de universiteit van Leiden en adviseert bedrij-
Nadien worden de leerlingen uitgenodigd de teksten voor
ven op het gebied van internet en strategie. Kaas en de
te lezen. Het aantal links- en rechts-teksten wordt
evolutietheorie, zijn eerste boek, won heel wat literaire
opgeteld. Klassikaal probeert men te achterhalen waaraan
prijzen.
de voorkeur voor de ene of de andere richting te wijten
is. Je kunt als slot twee partijcongressen laten plaatsvinden,
Over het boek
waarbij de linksen en de rechtsen hun argumenten
De ijzeren wil is een boek over de verschillen tussen
verkopen aan de andere strekking.
mensen, konijnen en computers. Dat computers intelligente machines zijn merken we dagelijks, en konijnen (en
frieten!? Bweik!
dieren in het algemeen) zijn meestal ook niet op hun
Je hoort vaak dat zwangere vrouwen er eigenaardige eet-
achterhoofd gevallen.Toch lijkt het alsof er een speciaal
gewoonten op nahouden. De meest gekke combinaties
plekje is voor ons, de mens, de intelligentste van allemaal.
verdwijnen in die zwangere vrouwen, dingen waar ze vaak
Veel mensen hebben het gevoel dat wij méér hebben of
na de geboorte van kokhalzen. De leerlingen schrijven
zijn ten opzichte van dieren en machines: een ziel,
een recept voor een “onpasselijk” kookboek. Ze vinden
bewustzijn, of een wil. Maar is dit gevoel terecht?
gekke eetcombinaties uit, zoals choco met frieten. Ze
De ijzeren wil gaat over kunstmatige intelligentie en over
kunnen ook hun mosterd bij Sigi halen: Sigi vindt
de filosofische vragen die daaraan gerelateerd zijn.Vragen
gezonde dingen nooit lekker en ongezonde altijd. Zij zijn
als:
vast in staat nog andere voorbeelden te vinden.
- Hoe kan het dat onze gedachten ontspruiten uit ander-
Tot slot kunnen ze voorbeelden opschrijven van gezonde
halve kilo hersenvlees?
dingen die ze wel lekker vinden, bijvoorbeeld een appel,
- Wat is bewustzijn en waar zit het ergens?
en ongezonde die ze niet lusten, zoals oesters.
- Begrijpt een tekstverwerker de tekst die hij verwerkt? - Kan een verzameling domme mieren in zijn totaliteit
tv-discussie
intelligent zijn?
Friends is Sigi’s favoriete tv-programma.Van jou ook?
- Kan een robot bang zijn om te sterven?
Welke reeks verkies jij? De leerlingen vinden argumenten
- Hoe kunnen miljarden losse hersencellen je een gevoel
tegenover elkaar waarom hun programma beter of
van individualiteit geven?
waardevoller is dan andere. De meerderheid wint en er
- Zal er ooit kunstmatig leven bestaan met een wil?
kan beslist worden om een (stuk van) een aflevering te
- Wat is emotie, en waarom hebben wij het?
zien in de klas.
- Kan een computerprogramma slimmer zijn dan zijn programmeur? Bas Haring geeft niet meteen antwoorden, maar laat wel zien hoe je op een intelligente manier met dit soort vragen om kan gaan. Speels, en met voorbeelden uit het dagelijkse leven.
Werken met het fragment
lestip : ‘de kleine pr ins’ Principe : ‘De boekenbabbel’
Voor het lezen Laat de leerlingen even rondkijken in het lokaal. Daarna
Uit: De kleine prins
schrijven ze elk drie voorwerpen op die ze gezien hebben.
Antoine de Saint-Exupéry
De papiertjes worden uitgewisseld. Dan leest elke leerling
Ad. Donker. Blz. -.
hardop één woord voor dat op zijn of haar blad staat. De leerling die dit woord leest, wijst aan wat ermee bedoeld
Over de auteur
wordt. Soms zal dat onmiddellijk duidelijk zijn, meestal is
Antoine de Saint-Exupéry (-) was een schrijver
er meer uitleg nodig. Neem bijvoorbeeld het woord
en piloot. Hij schreef De kleine prins een jaar voor zijn
‘pennenzak’.Welke pennenzak is het? Welke kleur heeft
dood. In dienst van de geallieerden werd hij in tij-
hij? Welke vorm? Van wie is hij? Welk merk is het?
dens een verkenningsvlucht boven bezet gebied neergeschoten.Voor al diegenen die van zijn boeken houden, is
Bij het lezen
Antoine de Saint-Exupéry nog steeds in ons midden en
Lees het fragment voor of laat het voorlezen door een
leeft de kleine prins (met miljoenen verkochte exemplaren
vrijwilliger. Kom terug op de woorden die voor het lezen
en meer dan tachtig vertalingen) meer dan ooit.
van het fragment opgeschreven werden. Laat enkele voorbeelden aanhalen van misverstanden die in de loop van
Over het boek
het schooljaar opgedoken zijn door een gebrekkige
Dit prachtige moderne sprookje, geschreven voor jong en
communicatie. Hoe kwam dat? Ga in op het belang van
oud en schitterend geïllustreerd door de auteur, wordt over
duidelijkheid, van juist woordgebruik; dat je het moet vra-
de hele wereld tot de klassiekers gerekend. De verteller,
gen als je niet begrijpt wat de ander bedoelt. Maak de
een piloot, verhaalt hoe hij na een noodlanding in de
overgang naar het praten over gevoelens. Het is belangrijk
Sahara de kleine prins ontmoet. De wijze en betoverende
om iets ‘van je af te praten’. Het belang van woorden is
verhalen die de kleine prins vertelt over de planeet waar
hierbij niet te onderschatten. Heb je mensen nodig om
hij woont met een hooghartige bloem, over de andere
iets te kunnen ventileren? Kan je met een computer
planeten en hun heersers en over zijn gevecht met de
‘praten’?
slechte zaadjes, maken de kleine prins tot een onvergetelijke figuur.
Na het lezen Gun de leerlingen tijd om enkele minuten na te denken.
Werken met het fragment
Zet een rustig muziekje op, zorg voor een fijne sfeer in het lokaal...Vrijwilligers mogen vertellen wat hun op het
Voor het lezen
hart ligt. Probeer de sfeer niet te breken door te schools te
Vraag de leerlingen waaraan ze denken als ze horen praten
verbeteren, maar zorg er wel voor dat er duidelijkheid is.
over een kleine prins. Geef hints, als ze niet meteen los-
Herformuleren kan helpen:
komen. Denken ze aan een echte prins? Aan een kindje
- Heb ik goed gehoord dat...
dat graag gezien wordt (‘Jij bent mijn kleine prins’)? Aan
- Ik meen verstaan te hebben…
de naam van een huisdier? Alle associaties zijn welkom
- Als ik het goed begrepen heb, dan...
tijdens een brainstorm.
Ervaring leert dat op die manier fijne gesprekken over “het leven” kunnen ontstaan. Leerlingen durven of willen
Bij het lezen
dikwijls meer kwijt dan we denken. De sfeer moet wel
Lees het fragment voor of laat het voorlezen door een
gepast en dus open zijn.
vrijwilliger.Vraag aan de leerlingen of ze nu denken te weten wat met ‘de kleine prins’ in dit boekje bedoeld wordt. - Is dit een droomverschijning, een hemelse boodschapper? Waarom denk je dat?
- De kleine prins zegt dingen over ‘grote mensen’. Hoe
lestip : ‘gespuis’
denk jij over volwassenen?
Principe : ‘Bib en school gaan hand in hand’
- Op welke volwassene zou jij willen lijken? Innerlijk? Uiterlijk? Waarom?
Gespuis, uit: Jij bent mijn mooiste landschap
- De kleine prins vindt dat volwassenen in raadsels
Ted van Lieshout
spreken.Vind jij dat ook? Hoe komt dat?
Leopold, . Blz. .
- Vind jij dat volwassenen en jongeren elkaar beter zouden moeten begrijpen? Wat kan je zelf doen om daarvoor te
Over de auteur-illustrator
zorgen?
Ted van Lieshout (, Eindhoven) kan je bij de grootste
- Voel jij je begrepen door de volwassenen met wie je te
hedendaagse Nederlandse auteurs en illustrators rekenen.
maken hebt?
Misschien kun je hem nog het best vergelijken met Joke
Laat de leerlingen praten over volwassenen die hen wèl en
van Leeuwen. Hij is eigenlijk grafisch vormgever, maar
volwassenen die hen niet begrijpen.
ondertussen heeft hij heel wat verschillende boeken gemaakt, waarvan er enkele grote prijzen hebben gewon-
Na het lezen
nen. In won hij als eerste dichter een Gouden
Laat de leerlingen tijdens de Jeugdboekenweek een dag-
Griffel. Enkele hooftepunten uit zijn werk zijn de jeugd-
boek bijhouden waarin ze hun goede en/of minder goede
roman Gebr. en Papieren museum, een bijzonder boek dat
ervaringen in de omgang met volwassenen neerschrijven.
literatuur, beeldende kunst, fictie en non-fictie versmelt.
Dit hoeft zich niet te beperken tot hun ouders en grootouders. De mevrouw van de viswinkel, de juf of meester,
Over het boek
de coach van de sportclub, de leiding van de jeugd-
Jij bent mijn mooiste landschap is een prachtige verzameling
beweging… kunnen ook een bepaalde indruk nalaten.
van zo’n driehonderd gevoelig geïllustreerde gedichten die eerder in zeven bundels zijn verschenen. Ze gaan over de meest uiteenlopende onderwerpen en dat maakt ze heel geschikt om in de klas mee aan de slag te gaan. Voor het lezen Je toont het boek en leest de titel van het gedicht voor. Wat verwachten de leerlingen? Bij het lezen Je leest het gedicht samen in de klas. Hoe staat het nu met hun verwachtingen? Na het lezen Tracht met de klas te achterhalen wie het ‘gespuis’ is. Zijn het de ‘dodende’ kinderen of de insecten? Of misschien beiden? Vraag welk groot contrast aan bod komt in dit gedicht.Vraag hen ook of ze nog andere begrippen kennen die zo ver uit elkaar liggen als leven en dood. Help hen zo nodig op weg: stil en luid, dag en nacht, wit en zwart, peper en zout. Vraag de leerlingen wat het woord ‘misdaad’ voor hen betekent.Vinden ze dat in dit gedicht misdaden gepleegd worden? Welke? Noem naast wormen de kop afbijten, spinnen minder dan acht poten gunnen, laatste stukje kip
van het bot kluiven, nog misdaden op tegen het insecten-
gereconstrueerd. Elk groepje repeteert nu zijn sprookje.
dom.Wrede suggesties: vlieg, mug of wesp doodmeppen;
Per sprookje moeten minstens de cruciale personages aan-
wesp in cola of andere zoetigheid verdrinken; spin
wezig zijn.Voor ‘De kikkerprins’ heb je dus minimaal een
inclusief web verbranden. Of tegen het dierendom: ratten-
prinses, een koning en een kikker/prins nodig.Voor
val, muizenvergif… De meest bloeddorstige jongeren
‘Sneeuwwitje’ kan je van vier tot elf spelers gaan.
verzinnen er nieuwe.
Sta je er ooit bij stil dat je een dier opeet als je een kip-
De ‘misdaden’ in het gedicht staan in schril contrast met
penbil oppeuzelt? Welke dieren eten we zo nog, dagelijks
het sprookje, hoewel sprookjes ook bijzonder wreed kun-
of af en toe? Koe, paard, kalf, os, varken, lam, schaap, eend,
nen zijn.Vinden de leerlingen hier iets van een sprookje
gans, kangoeroe... Ga naar de bib. Eerst krijgen de leerlin-
terug? Ze komen waarschijnlijk snel op het kussen van de
gen de opdracht de indeling van de bibliotheek te leren
kikker, maar belangrijker voor de analyse van het gedicht
kennen. Zo nodig roepen ze de hulp in van de biblio-
is wat ze hieruit afleiden over de ik-figuur. Misschien
thecaris. Nu krijgt elk groepje (van twee) een dier
moeten ze hier geholpen worden. Het feit dat het
toegewezen, waarover ze naslagwerken moeten vinden. De
waarschijnlijk een “zij” is (vermits de kikkerprins man-
opdracht luidt dat ze tien wetenswaardigheden over hun
nelijk is), is niet zo evident.Wat gebeurt er verder in het
dier moeten opschrijven. Het mogen geen te logische
sprookje van de kikkerprins? De leerlingen reconstrueren
zaken zijn (in de stijl van ‘koeien eten gras’). Nadien in de
kort.
klas wordt mondeling verslag uitgebracht.
Om de rest van de opdrachten tot een goed einde te kunnen brengen, is een bibliotheekbezoek nodig. Stel de leerlingen de vraag welke sprookjes waarin de kus een belangrijke rol speelt, ze nog kennen. Sneeuwwitje, de Schone Slaapster, Doornroosje – het is parate kennis. (De jongeren zijn de sprookjesleeftijd ontgroeid, maar hun kennis desbetreffend is een dankbaar hulpmiddel voor de komende opdrachten.) Verdeel de klas in groepjes. Eerst krijgen de leerlingen de opdracht de indeling van de bibliotheek te leren kennen. Zo nodig roepen ze de hulp in van de bibliothecaris. Nu kan elke groep makkelijk op zoek naar de sprookjesboeken. Elke groep heeft één sprookje toebedeeld gekregen. De groepjes reconstrueren het verhaal en behelpen zich met een vluchtige lectuur van het sprookjesboek. Als het sprookje van de kikkerprins in de klas niet of onvolledig of niet correct verteld is, krijgt een groep de opdracht dit sprookje secuur na te vertellen. De leerlingen onthouden hun sprookje. In de klas wordt er nadien nog iets mee gedaan. Geef nadien de opdracht om andere sprookjesboeken vluchtig te lezen, in de hoop nog ergens een kus aan te treffen.Worden er nog sprookjeskussen gevonden, dan wordt het groepje in twee gedeeld en onthoudt één helft van het groepje dit sprookje. Terug in de klas stel je de kinderen op in cirkeltjes. Eén iemand vertelt de eerste zin van het sprookje. De volgende vertelt verder.Wie niet verder kan, schakelt zijn buurman in. Zo worden de sprookjes in de verschillende groepjes
lestip : ‘Dat iets je x laat doen’
schillen merken en wat die dan precies zijn.
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
Wijs niet enkel op rijm en beknoptheid, maar ook op woordkeuze en de verschillende inhoud.
Dat iets je x laat doen, uit: In de groei van je lach Ruud Osborne, Annemie Berebrouckx
Bij het lezen
Afijn, .
Eerst leest iedereen het gedicht in stilte, daarna lezen enkele vrijwilligers het hardop.
Over de auteur
Naverwerking
Ruud Osborne werd geboren in . Hij is huisvader en
Peil naar de smaak van de leerlingen: wie vindt het een
tekstschrijver en werkzaam in de reclamebranche. Sinds
mooi gedicht? Waarom (niet)? Vinden ze het ook een
zijn twintigste schrijft hij poëzie, later kwam daar ook
moeilijk gedicht? Waarschijnlijk is dit voor veel leerlingen
muziek bij. Hij woont in Bergen (Nederland), is gehuwd
een heel moeilijk gedicht.Vrijwilligers mogen daarom
en heeft drie kinderen.
vertellen wat het gedicht voor hen betekent. Merk duidelijk op dat niets juist of fout is. Het gaat
Over de illustrator
immers over ieders eigen mening en interpretatie van
Annemie Berebrouckx werd geboren in Ekeren in .
deze tekst. Het is veel belangrijker dat je zoveel mogelijk
Ze wist al heel jong dat ze kinderboeken wilde maken.
meningen hoort, dat leerlingen kunnen zeggen wat ze
Ze volgde kunsthumaniora, gecombineerd met avond-
hierbij voelen.
school sierkunsten. In studeerde ze met onderschei-
Zorg nog voor een creatieve opdracht.Vraag aan de leer-
ding af aan het Sint-Lucaspaviljoen Antwerpen en ging als
kracht plastische opvoeding om samen met de leerlingen
freelance illustrator aan de slag. Samen met haar
iets uit te werken rond het gedicht. Geef aan dat ze er alle
echtgenoot richtte ze het grafisch bureau ‘de Witlof-
kanten mee uit kunnen: het gedicht uitwerken in mooie
compagnie’ op. In illustreerde ze haar eerste kinder-
letters, een tekening maken, een collage... Hang of zet de
boekje en vele boeken volgden. In verscheen haar
resultaten in het klaslokaal.
eerste eigen prentenboek De eend van Jules. De oma van Jules kreeg in een boekenwelp. Haar Jules heeft bij uitgeverij Zwijsen een eigen collectie gekregen. Over het boek In de groei van je lach is de toepasselijke titel voor deze geïllustreerde bundel originele gedichten voor opgroeiende tieners van twaalf tot vijftien. De woorden van de gedichten geven uitdrukking aan wat in hen leeft, wat hen beroert, hoe zij tegen het leven aankijken. De vele onderwerpen zijn niet gegroepeerd, maar lopen kriskras door elkaar. Al zappend kan ieder zijn eigen weg erin zoeken en vinden. Werken met het fragment Voor het lezen Vraag aan de leerlingen waar ze aan denken als ze het woord ‘gedicht’ horen.Waarschijnlijk zullen de meesten een gedicht noemen dat ze ooit geleerd hebben, van Annie M.G. Schmidt of zo. Laat een aantal gedichten of nog gekende fragmenten voordragen en deel nadien een kort krantenartikel uit.Vraag de leerlingen of ze ver-
lestip : ‘neen, ik niet’
mimiek (gelaatsuitdrukking), maar ook door positionering
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
in de ruimte (tegenover het angstobject) en lichaamstaal (maakt men zich eerder groot of klein).Wijs de leerlingen
Neen, ik niet, uit: Klein Magazijn.Teksten voor jeugdtheater .
hier op.
Willy Thomas
Met een persoon als focus wordt het iets moeilijker, onder
Afijn, . Blz. -.
meer door het oogcontact of het vermijden ervan. De spelleider gaat in het midden van de ruimte staan. Eén
Over de auteur
voor één komt iedereen het klaslokaal binnen, merkt enkel
Willy Thomas is theatermaker en -schrijver. Hij maakt
de persoon in het midden van de ruimte op en voelt zich
deel uit van de artistieke kern van het Brusselse toneel-
bang tegenover hem of haar. Zo nodig (indien er weer erg
gezelschap Dito’Dito. Zijn toneelstuk voor Oud Huis
‘gespeeld’ werd) kan dit een tweede keer gedaan worden.
Stekelbees
B
= A in bubbels won de Signaalprijs , de
jaarlijkse prijs voor het beste toneelstuk voor kinderen en jongeren, nu omgedoopt tot Watt-prijs.
toneel Angst is maar één zo’n gevoel dat we kennen. Doe dezelfde oefening met andere emoties zoals woede, ver-
Over het stuk
legenheid, blijdschap, verliefdheid, opperste geluk, haat…
Deze monoloog van Willy Thomas werd geschreven voor
Om gevoelens op het toneel te ondersteunen kun je je
de Kopergietery in Gent. Hij en enkele andere auteurs
bedienen van het Kruis van Laban:
(Geertrui Daem, Pascale Platel, Frank Vander Linden, Paul hoog
Pourveur en Rudi Bekaert) kregen de opdracht een monoloog te schrijven voor een echt, bestaand kind, niet breed
voor een verzonnen personage. Een kind door wie de
eng
auteurs zich, in de vorm van briefwisselingen, wandelinlaag
gen, etentjes, gesprekken… lieten inspireren bij het schrijven van hun tekst. De kinderen speelden daarna zelf hun monoloog. Neen, ik niet is het verhaal van Lynn. Het zijn
Laat de leerlingen oefeningen doen op deze vier
flarden gedachten over angst, pesten, katten, haar geboorte
lichaamshoudingen en posities in de ruimte. Het thema
en haar toekomst, nachtmerries en… het Gravensteen.
‘pas geboren zijn’ kan je ‘eng’ uitbeelden. Een ander thema uit het tekstfragment is ‘pesten’: beeld ‘breed’ uit. Ook het
Voor het lezen
Gravensteen in Gent komt aan bod: beeld deze ‘hoge’
Het hoofdthema van het stuk is angst. Start een inleidend
burcht uit. Katten komen eveneens ter sprake: beeld ‘laag’
gesprek over het thema op.Waarvoor ben jij bang?
uit.Wijs erop dat er verschillende mogelijkheden zijn:
Waarom?
- eng: klein zitten in de hoek van de kamer of als een panlat in het midden van de ruimte
Na het lezen schrikspel
- hoog: je lichaam zo veel mogelijk uitrekken met de kin omhoog of op een stoel gaan staan
Je kunt bang zijn voor iets of iemand. De spelleider zet
Uiteraard voert je lichaam nooit één van deze vier rich-
een stoel in het midden van de ruimte. Eén voor één komt
tingen uit, maar altijd twee: hoog en breed, laag en eng,
iedereen het klaslokaal binnen, merkt enkel de “verschrikke-
hoog en eng, laag en breed. Laat de leerlingen nog een
lijke” stoel in het midden van de ruimte op en voelt zich
aantal gevoelens voelen. Ze zullen zich bewuster zijn van
bang tegenover hem of haar.
hoe hun lichaam zich gedraagt en hoe ze zich verhouden
Bij een eerste poging zullen de meeste spelers hun emotie
tot de ruimte waarin ze zich bevinden.
erg uitvergroten en veruiterlijken.Wijs hen daarop. Leg de nadruk op eerlijke inleving. Uiterlijk moet er niet zoveel
karakter
van te zien zijn, als ze het maar eerlijk voelen. Een tweede
Laat de leerlingen een klein fragment uit de tekst leren. Ze
beurt zal “juister” gespeeld zijn. De angst uit zich in
worden gevraagd de tekst vanuit een bepaald gevoel en
een persoonlijkheid te spelen: bang, zelfzeker, kwaad,
lestip : ‘de vreselijke hand’
zacht… Als dit vlot gaat, kan je binnen hetzelfde spelfrag-
Principe : ‘Leesland is geen eiland’
ment verschillende gevoelens na elkaar vragen. Uit: De vreselijke hand Louis Jensen, Cato Thau-Jensen Afijn, . Hoofdstuk -. Over het boek Hoofdstuk : Nu. Hoofdstuk : begint. Hoofdstuk : het verhaal. En het begint met een loslopende hand, een hand die op haar vingers kan lopen. Een hand die niet aan een arm vastzit en die zo groot is als een volwassen man. Maar eerst moet ik vertellen dat ik samen met mijn moeder op een oude boerderij woonde, een eindje buiten de stad. Op het erf bevond zich een waterput die niet meer gebruikt werd. Er zat nog wel water in. Af en toe keek ik over de rand en als ik boos was, riep ik iets lelijks naar beneden. Ja, dat deed ik!
Een heerlijk onvoorspelbaar verhaal met op elke pagina magische illustraties. Over de auteur Jensen, in eigen land bekend, controversieel en vaak geliefd, schreef zowat vijfendertig kinderboeken en tien romans voor volwassenen. Hij zweert bij Hans Christian Andersen, die hij dagelijks herleest. Jensen debuteerde als kinderboekenauteur in met een kort verhaal in een verzameling van fantastische vertellingen. Enkele jaren later verscheen het eerste deel van een reeks van vier boeken over De kristallen man. Het is het begin van een oeuvre van fantastische vertellingen die vaak een reis beschrijven van jong naar oud, met gruwelijke queesten en mythisch aandoende ontmoetingen, met verschrikkingen en droombeelden.Veel van Jensens boeken zijn het onderwerp van de eeuwige discussie over wat aan kinderen wel of niet verteld mag worden. Werken met het fragment Bij het lezen Lees het fragment voor of laat het voorlezen door een vrijwilliger. Na het lezen Vraag aan de leerlingen of ze weten wat het woord ‘absurd’ betekent.Volgens van Dale: ongerijmd, dwaas, zot,
onverstandig, onnozel; strijdig met de rede. Stel vragen die
lestip : ‘het opg roeiboek’
een klasgesprek op gang kunnen brengen. Kunnen
Principe : ‘Voor elk kind is er wat te lezen’
lichaamsdelen een zelfstandig leven leiden? Kan men een lichaamsdeel amputeren? Kan het dan op zichzelf verder
Uit: Het opgroeiboek voor meisjes
leven?
Lynda Madaras, Area Madaras
Vraag aan de leerlingen of ze denken dat de wetenschap er
Manteau/Standaard Uitgeverij, .
ooit in zal slagen om een lichaamsdeel te laten leven. Laat
Blz. - en -.
vooral de leerlingen aan het woord. Ze krijgen de kans te vertellen wat ze weten over klonen, DNA-onderzoek,
Over de auteurs
proefbuisbaby’s, transplantaties...
Lynda Madaras heeft al elf boeken over gezondheid,
Zorg dat je voldoende op de hoogte bent van deze onder-
kinderverzorging en andere onderwerpen voor ouders
werpen. Stel ook de vraag of de mensen honderd jaar
geschreven. Ze geeft al meer dan twintig jaar les over
geleden gedacht zouden hebben dat al die dingen ooit
puberteit aan zowel meisjes als jongens.
zouden kunnen.
Area Madaras was elf toen ze haar moeder in hielp
Vertel kort over het onwaarschijnlijke tempo waarin alles
bij het schrijven van dit boek. Area behaalde een
evolueert. Bijvoorbeeld: mijn grootvader heeft de eerste
universiteitsdiploma in de communicatiewetenschappen.
automobiel nog zien rijden; mijn moeder had geen
Ze is vice-president van een belangrijk internetbedrijf.
keukenrobot; hoe wist je vroeger zonder gsm dat manlief in de file zat? Antwoord: je wist het niet, maar dat was ook
Over de boeken
niet nodig, want files bestonden toen nog niet.
Het is belangrijk dat jongens en meisjes in de puberteit
Je kunt ook een gesprek voeren over de ethische kant van
niet alleen staan met hun vragen en hun problemen. Deze
wetenschappelijke proeven op/met levende wezens.
boeken zijn bedoeld om hen én hun ouders te helpen. Alle mogelijke vragen en probleempunten komen aan bod: de groei en veranderingen in het lichaam, de voortplantingsorganen, de kikker in de keel, lichaams- en gezichtshaar, de lengte van de penis, de ontwikkeling van de borsten, goede en slechte eetgewoonten, lichaams- en gewichtstraining, acnebehandelingen, anorexia nervosa en boulimie, aids, soa’s en voorbehoedsmiddelen. De vele illustraties, anekdoten en getuigenissen maken het boek levendig. Werken met de fragmenten Voor het lezen Leid het gesprek in met de vraag of de deelnemers blij zijn dat ze een jongen of meisje zijn en waarom. Schrijf kernwoorden op bord. Komt het gesprek niet spontaan op de woorden ‘sterk’ en ‘dik’, zorg er dan zelf voor dat het woord valt.Wat noemen zij sterk? Hoe komt het dat je sterker wordt? Wat is precies testosteron? Wat verandert er nog in je puberteit? Wat noem jij dik? Hoe komt het dat je gewicht toeneemt? Meisjes denken heel snel aan diëten. Welke diëten ken je?
Bij het lezen
lestip : ‘tussen zon en maan’
Je leest samen de twee fragmenten over jongens en meisjes.
Principe : ‘Leesland is geen eiland’ Principe : ‘De boekenbabbel’
Na het lezen Er is heel wat te doen rond vermageren en diëten. Kijk in
Uit: Tussen zon en maan
tijdschriften en op tv en je wordt ermee overstelpt. Onze
Herman Kakebeeke
maatschappij is gefixeerd op de slanke lijn. De tijd van
Lannoo, . Blz. .
Rubens lijkt definitief voorbij. Verdeel de klas in twee. De ene helft vindt (per twee) een
Over de auteur
vermageringsdieet uit, de andere helft mag zijn fantasie
Herman Kakebeeke was werkzaam in het onderwijs en in
botvieren op een verdikkingsdieet. Als je wilt, kun je
de literaire vorming. Hij is medeoprichter van het Kinder-
nadien de rollen omkeren.
boekenmuseum en werkte mee aan schoolradio- en tv-
De puberteit is een fase die iedereen doormaakt.
programma’s. Hij publiceert over jeugdliteratuur en
Sommigen met veel last, ruzie en ellende en lichamelijke
poëzie. Hij is betrokken bij de literaire manifestatie
eigenaardigheden; anderen hebben er minder last van. Kun
Dichter aan Huis in Den Haag en bij de Stichting
je daarover schrijven als je midden in die fase zit? Moeilijk,
Kinderen en Poëzie. (Bron: www.lannoo.com)
waarschijnlijk. Maar je kan het wel observeren bij mensen
in je onmiddellijke omgeving.Vraag de leerlingen puber-
Over het boek
anekdotes op te schrijven van hun broer of zus of buur-
In Tussen zon en maan verzamelt Herman Kakebeeke
jongen of -meisje.
prachtige poëzie van nu. Over liefde en verdriet. Over
In de tekst is sprake van de drie mannelijke en de drie
beginnen en over afscheid nemen. Over bijna alles tussen
vrouwelijke lichaamstypes.Vraag de leerlingen om de zes
zon en maan.
types te tekenen. Hoe zien zij die lichamen? De tekeningen worden nadien vergeleken en zo wordt bepaald hoe het
Werken met het fragment
endo-, ecto- en mesomorfische lichaamstype er bij een jongen en een meisje uitzien. De leerlingen verzamelen
Voor het lezen
tegen de volgende les foto’s uit tijdschriften van de drie
Leerlingen die ertoe bereid zijn mogen vertellen over een
mannelijke en de drie vrouwelijke lichaamstypes. Start
ervaring die zij gehad hebben met weggaan. Breng zoveel
met de tekeningen en de foto’s een informele babbel over
mogelijk manieren van weggaan aan: op reis vertrekken,
dit onderwerp.Welk type zijn ze zelf? Wat zouden ze het
emigreren, van school veranderen, echtscheiding, dood...
liefst zijn?
Schrijf het woord ‘weggaan’ op het bord (in het midden)
De leerlingen maken twee kolommen. In de linkerkolom
en schrijf de manieren van weggaan er in een waaier rond.
schrijven ze de typische eigenschappen van jongens op, in de rechter die van meisjes. Ze werken per twee. Nadien
Bij het lezen
worden alle lijstjes vergeleken. Noteer op bord de grootste
Eerst leest iedereen het gedicht in stilte. Daarna lezen
gemene delers. Dit is zonder twijfel stof tot zeer lange en
enkele vrijwilligers het hardop.
hevige discussies. Betrek ook de kernwoorden op het bord hierbij.Tip: breng die dag geen messen of pistolen mee
Na het lezen
naar school.
Laat de laatste zin van het gedicht opnieuw lezen: ‘Dat is wat blijft als je weggaat.’Wat zou de schrijver daarmee kunnen bedoelen? Wijs hen op de waaier die op het bord staat en oriënteer het gesprek hierop. Je kunt het zeker hebben over het verdriet als iemand weggaat, de herinnering aan iemand die weggegaan is, heimwee naar het geboorteland...
Tip: laat de leerlingen woorden opschrijven die een gevoel uitdrukken dat voor hen hoort bij weggaan. Droefheid, jaloezie, moedeloosheid, waardeloosheid, eenzaamheid, angst, achterdocht… maar ook euforie, blijdschap, opluchting, hoop… Vraag om elk van deze begrippen van een kleur te voorzien.Welke kleur hoort bij welk gevoel? Uiteraard kan dit voor iedereen verschillend zijn. Het hangt bijvoorbeeld samen met godsdienst of cultuur. In sommige landen is de rouwkleur wit, in andere zwart. De leerlingen maken nu een collage waarin de woorden en kleuren op een creatieve manier verwerkt worden, bijvoorbeeld in de les plastische opvoeding. Ze kunnen er ook (voor hen) passende muziek bij kiezen, eventueel tijdens de muziekles.
OV E R D E S A M E N S T E L L E R S
INGRID ANTHEUNIS
werkt al jaren op de Pedagogische
KO E N F I L L E T
is radiomaker en vooral bekend van het
Begeleidingsdienst (PBD) van Onderwijs Stad Gent. Zij is
succesprogramma Jongens & Wetenschap, dat hij mee samen-
de boekenjuf voor alle stedelijke scholen van de stad.
stelde en presenteerde. Het werd bekroond met de prijs
Daarnaast geeft ze ook nascholingen en workshops aan
van de Radiokritiek .
kleuterjuffen en leerkrachten over werken met kinderboeken en muzische vorming. Creatief omgaan met taal
MIK GHYS
en beeldend werken zijn daarbij haar favoriete domeinen.
Fnac Antwerpen. Daarnaast is ze recensente voor Pluizuit
Ze schrijft ook boekbesprekeingen voor de website van de
en lector van manuscripten en Engelstalige kinderboeken.
PBD.
Ze kan niet zonder haar dagelijkse portie jeugdliteratuur.
JOERI BRANDS
woont en werkt in Schoten. Hij geeft
is verantwoordelijk voor de jeugdafdeling in
A N B E RT E L S
is boekenjuf op de vrije basisschool Sint-
les in de Tuimelaar, een Freinetschooltje. Hij maakt
Dimphna in Geel. Ze wil haar leerlingen zoveel mogelijk
muziek, knutselt meubeltjes en lampen en ontwikkelt
leeskriebels geven. In haar vrije tijd doet ze graag gekke
foto’s. Boeken beginnen zo langzamerhand een groot deel
dingen met haar zoontje en dochtertje. Ze houdt van
van zijn leven én huis in te palmen. Er wordt zelfs gefluis-
experimenteren in de keuken, speelt af en toe amateur-
terd dat hij een bibliotheek in zijn toilet heeft.
toneel en leest natuurlijk zo veel ze kan, liefst lekker dikke, supergriezelige boeken.
H E DW I G E B U Y S
combineert haar taak als zorgcoördina-
tor met ‘leesbevordering geven’ in een lagere school.Voor
RINA PENASSE
de Stichting Lodewijk De Raet werkt ze mee aan cur-
BSO
sussen voor ouders en leerkrachten. Op die manier ziet ze
delijk voor de schoolbibliotheek. Ze is altijd al gek
wat er leeft in scholen die buiten haar dagelijks werk-
geweest op prentenboeken.
is lerares Nederlands eerste graad
TSO
en
in Regina Mundi in Genk. Ze is er ook verantwoor-
domein vallen en kan ze theorie met praktijk combineren. Ze recenseert kinderboeken in Klapper-Pluizer.
LUC RADEMAKERS
zette mee het concept uit van het
gratis treinblad Metro, waarvan hij bij de lancering in J O H A N D E PA E P E
genoot een opleiding Germaanse
Taal- en Letterkunde en Theaterwetenschappen. Hij is
hoofdredacteur werd. In verhuisde hij als hoofdredacteur naar de Gazet van Antwerpen.
kandidaat in de Rechten, maar vooral schrijver, dramaturg, regisseur, acteur, theaterdocent en leraar Nederlands en
W I M VA N B R AG T
Engels. Hij is artistiek leider van het kindertheater-
Tuimelaar. Hij werkt als (regelr)echte boekenfan voor de
gezelschap Tweelicht & Zoon. Met zijn toneelstuk
eerste keer mee aan de lessuggesties van de Jeugdboeken-
Koekeneiennegenmaanden won hij de Nestor de Tièreprijs.
week.
is collega van Joeri Brands aan de
Hij is hoofdredacteur van DzJeM!, tijdschrift van Jeugd en Muziek en losse medewerker van Stichting Lezen.
L I E V E VA N B U Y T E N
is nominatieleesster van de
KJV
en
schoolbibliothecaris in de openluchtschool Sint-Lutgardis, BIBI DUMON
tak is auteur. Ze studeerde Nederlandse
Brasschaat. Daarnaast vindt ze nog de tijd om bijzonder
Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Utrecht. Ze
actief te zijn als losse medewerkster van Stichting Lezen en
maakte snel naam in de jeugdboekenwereld met uitste-
NCJ/Villa
Kakelbont en gewoon uit puur plezier te lezen.
kende non-fictie: Het koeienboek werd bekroond met een Zilveren Griffel als beste informatieve boek van . Ze
R I T VA N D E N B R E E K E L
schreef al langer, voor de Boekieboekie-krant onder
leerproblemen aan school De Merode. Als echte boeken-
andere. Bibi woont in Rotterdam.
wurm wil ze ook aan deze kinderen plezier aan boeken
geeft les aan leerlingen met
en lezen doorgeven. Ze werkt enthousiast mee aan de cursus leesbevordering voor
VOBO-VOZO-leerkrachten.
PAU L V E R R E P T
is auteur, illustrator en vormgever. Hij is
onder meer bekend van de prentenboeken Ik mis je, De kleine soldaat, Het meisje de jongen de rivier, Meneertje Kokhals met Bart Meuleman en een reeks geïllustreerde gedichten van Paul van Ostaijen. MICHAËL BECK
is burgerlijk natuurkundig ingenieur -
half wetenschapper, half techneut - en doet bij Alcatel Bell onderzoek in het domein van technologie voor datanetwerken en internettoegang.Volgend voorjaar verschijnt hierover bij McGraw-Hill zijn boek Ethernet in the First Mile. Hoewel hij in het dagelijkse leven geen nood meer heeft aan kwantummechanica en deeltjesfysica, heeft hij een gezonde interesse voor de wetenschappelijke vooruitgang behouden. INGE VERBEECK
en
JILL SCHOONVLIET
zijn beide
lector Nederlands in de Initiële Lerarenopleiding Kleuteronderwijs aan de Karel de Grote-Hogeschool in Antwerpen. Prentenboeken zijn hun passie. Ze verkennen samen met hun studenten de brede waaier van mogelijkheden die prentenboeken bieden. Een boeiende ontdekkingstocht.
COLOFON
Eindredactie en coördinatie Mark Cloostermans Gerrit Janssens Silvie Moors Sarah van Tilburg Vormgeving Compagnie Paul Verrept ISBN D/// WD
---
V.u. Majo de Saedeleer, Frankrijklei /, Antwerpen.
De Jeugdboekenweek is een project van Stichting Lezen.
Stichting Lezen komt tot stand met de steun van de Vlaamse Regering.