gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer Dossiernummer 8 september 2015
15R6523 15bst01161 15.37.351
Commissie notitie Onderwerp: Mogelijke verzelfstandiging Van Abbemuseum.
Inleiding Op 11 maart 2014 heeft de Raad de opdracht gegeven een onderzoek te doen naar mogelijke verzelfstandiging van het Van Abbemuseum. Dit onderzoek is nu afgerond. Middels deze commissienotitie leggen wij het rapport ‘Onderzoek verzelfstandiging Van Abbemuseum’’ aan u voor. In dit onderzoek komen de organisatorische, juridische, inhoudelijke, financiële en zakelijke randvoorwaarden en gevolgen van verzelfstandiging van het Van Abbemuseum aan de orde. Op basis van het rapport hebben we een vijftal scenario’s geschetst: scenario 0 waarin het museum niet verzelfstandigt (onderdeel van de gemeente blijft) en een viertal mogelijke verzelfstandigingsscenario’s.
Wettelijke taak Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk Advies gevraagd aan de commissie om De commissie wordt gevraagd een advies uit te brengen inzake de toekomstige positionering van het Van Abbemuseum: wordt het museum een zelfstandige stichting (scenario 1, 2, 3 of 4) of blijft het museum onderdeel van de gemeentelijke organisatie (scenario 0). Wij vragen u hiertoe kennis te nemen van het rapport ‘Onderzoek verzelfstandiging Van Abbemuseum’ en de vier geschetste scenario’s. Mocht u adviseren het Van Abbemuseum te verzelfstandigen, dan vragen we u eveneens te adviseren ten aanzien van de scenariokeuze en een voorkeur uit te spreken voor scenario 1, 2, 3 of 4. Afhankelijk van de inhoud van uw advies werken we dan het voorkeursscenario nader uit en leggen we dit scenario, met inbegrip van budgettaire consequenties en een dekkingsvoorstel, ter afweging en besluitvorming aan uw Raad voor. Argumenten 1. Het rapport geeft helder inzicht in de gevolgen van verzelfstandiging van het Van Abbemuseum en scenario’s geven zicht op de budgettaire consequenties. In het rapport ‘Onderzoek Verzelfstandiging Van Abbemuseum’ zijn de inhoudelijke en financiële consequenties van verzelfstandiging van het Van Abbemuseum vanuit het perspectief van het Van Abbemuseum helder in beeld gebracht. Op basis van dit rapport zijn – naast scenario 0 (museum blijft onderdeel van de gemeentelijke organisatie) - vier verzelfstandigingsscenario’s uitgewerkt. Op basis van dit geheel wordt de commissie gevraagd een inhoudelijk advies te geven het museum al dan niet te verzelfstandigen, daarbij de financiële consequenties in ogenschouw nemend. De in beeld gebrachte financiële consequenties van de vijf scenario’s
Raadsnummer 15R6523
bieden reële contouren, maar nog geen uitgewerkte oplossingen. Wanneer we de voorkeur van de Raad kennen, werken we financiële (dekkings)kansen en mogelijkheden nader uit op basis van deze voorkeur. 2.
Verzelfstandiging geeft het Van Abbemuseum ruimte zich te ontwikkelen tot culturele ondernemer. Het Van Abbemuseum neemt binnen de gemeente een afwijkende positie in. Zowel binnen het gemeentelijke concern als ten opzichte van andere culturele en museale instellingen in de stad. Dit belemmert het Van Abbemuseum zich te ontwikkelen tot culturele ondernemer. De keuze voor verzelfstandiging maakt de weg vrij voor het museum hier een ontwikkelingsslag te maken. Op termijn ontstaat er meer ruimte en concentratie voor cultureel ondernemerschap omdat de focus verschuift van intern gericht (op concern, politiek) naar extern gericht (RvT model, netwerken, partners, Stichting Cultuur als subsidiegever). Het museum kan zich zo duidelijker positioneren als culturele en maatschappelijke ondernemer met een publieke opdracht en door minder directe invloed van politiek zal het bedrijfsleven dichter bij het museum komen staan, hetgeen mogelijk financiële kansen biedt en versterking van de nationale en internationale positie van het museum. 3.
Museum is geen kerntaak van een gemeente en kunst- en cultuurbeleid wordt meer op afstand geplaatst. De keuze het Van Abbemuseum al dan niet te verzelfstandigen kan niet los gezien worden van de reeds gemaakte keuze een Stichting Cultuur Eindhoven (SCE) op te richten die op afstand van de gemeente kunst- en cultuurbeleid vorm geeft en de subsidiering van culturele instellingen uitvoert. Het binnen de eigen organisatie houden van een museum behoort niet tot de kerntaken van een gemeente en sluit niet goed aan bij het op grotere afstand brengen van kunst- en cultuurbeleid. En bij de bredere heroriëntatie op de rol van overheid waarbij steeds meer nietkerntaken op afstand worden geplaatst en aan anderen worden overgelaten. Het Van Abbemuseum is de enige culturele instelling in Eindhoven die als gemeentelijke sector gevoerd wordt. Bij continuering van deze positie moet een model worden ontwikkeld en ingericht voor de dan complexe relatie tussen het Van Abbemuseum (onderdeel van de gemeente), de gemeente als geheel en de Stichting Cultuur. 4. Verzelfstandiging van het Van Abbemuseum sluit aan bij de keuze voor Stichting Cultuur. Wordt gekozen voor verzelfstandiging van het Van Abbemuseum, dan wordt het Van Abbemuseum één van de culturele instellingen die gesubsidieerd wordt door SCE en heeft 1 daarbij dezelfde juridische vorm als bijvoorbeeld de Effenaar . De eerste gedachten gaan uit naar een stichting als juridische rechtsvorm. Het Van Abbemuseum heeft dan geen directe subsidierelatie meer met de gemeente Eindhoven. Het beleidsplan van het museum (subsidieaanvraag) wordt dan door de SCE getoetst aan het door de raad vastgestelde cultuurbeleid (door SCE opgestelde Cultuurbrief). Dat cultuurbeleid is omgezet in een subsidieregeling op grond waarvan de SCE subsidie verleent aan het Van Abbemuseum. Hiermee wordt gewaarborgd dat het Van Abbemuseum aansluit bij het vastgestelde cultuurbeleid en het beleidsplan en de subsidieaanvraag van het Van Abbemuseum op dezelfde wijze worden gewogen en beoordeeld als de beleidsplannen en subsidieaanvragen van de andere culturele instellingen.
1
De Stichting Van Abbemuseum is niet vergelijkbaar met het Muziekgebouw of het Parktheater. Dit zijn beide NV’s waarvan de gemeente enig aandeelhouder is.
2
Raadsnummer 15R6523
Wordt niet gekozen voor verzelfstandiging en blijft het Van Abbemuseum onderdeel van de gemeentelijke organisatie, dan houdt het Van Abbemuseum een andere positie dan andere culturele instellingen in de stad. Besluitvorming over het Van Abbemuseum kan dan gevoeliger zijn voor politieke trends en bijvoorbeeld voor gemeentelijke bezuinigingen. Het College is in deze situatie niet verplicht advies te vragen aan SCE, maar kan SCE wel verzoeken het beleidsplan van het Van Abbemuseum inhoudelijk te beoordelen en de begroting daaraan te toetsen. Zo kan aansluiting bij het kunst- en cultuurbeleid inhoudelijk toch worden geborgd. Op basis van dit advies kan het College besluiten over het beleidsplan en de inzet van financiële middelen voor het Van Abbemuseum. Voorkomen moet worden dat er onenigheid ontstaat tussen SCE en de gemeente over de financiële middelen voor het Van Abbemuseum. Dat betekent dat in een dergelijk scenario in het advies-verzoek aan SCE duidelijk gesteld moeten worden tot waar het advies ten aanzien van de financiën mag gaan. 5. Verzelfstandiging kan ineens, maar ook met een tussenstap. In het rapport ‘Onderzoek verzelfstandiging Van Abbemuseum’ is de mogelijkheid onderzocht het museum direct geheel te verzelfstandigen. Deze keuze heeft consequenties voor de bedrijfsvoering van het museum en van de gemeente Eindhoven. Er moet bij deze keuze direct ‘ontvlochten’ worden en een geheel eigen bedrijfsvoering bij het museum worden opgebouwd. Dat brengt een incidenteel verzelfstandigingsnadeel en een structureel schaalnadeel met zich mee. Onder meer de keuze ten aanzien van de omgang met WW- en WIA is hierin van betekenis. Om een goede afweging te kunnen maken zijn in totaal 4 scenario’s geschetst: 0. Continuering van de huidige situatie: geen verzelfstandiging en het museum blijft onderdeel van de gemeentelijke organisatie. Voor dit scenario zijn de huidige exploitatiekosten en gemeentelijke bijdragen aan het Van Abbemuseum in beeld gebracht voor de jaren 2015, 2016 (o.b.v. begroting 2016) en 2017 (inschatting o.b.v. voorafgaande jaren). 1. Direct volledige verzelfstandiging, museum draagt premies af voor WIA (geen eigen risicodrager) en WW. Voor dit scenario zijn de extra kosten van volledige verzelfstandiging in beeld gebracht: de meerkosten bovenop de huidige exploitatiekosten en gemeentelijke bijdragen als geschetst in scenario 0. 2. Direct volledige verzelfstandiging, museum draagt geen premies af voor WIA (kiest voor eigen risico-dragerschap WIA), wel voor WW. Voor dit scenario zijn de extra kosten van volledige verzelfstandiging in beeld gebracht: de meerkosten bovenop de huidige exploitatiekosten en gemeentelijke bijdragen als geschetst in scenario 0. 3. Groeimodel: gedeeltelijke verzelfstandiging eerste 3 jaar (primair proces), daarna mogelijk gehele verzelfstandiging. Personeel wordt vanuit gemeente in de aanloopperiode van 3 jaar gedetacheerd naar het museum, eigen risicodragerschap blijft in deze periode bij de gemeente berusten voor WW en WIA. Zelfstandig Van Abbe wordt in bedrijfsvoering in de aanloopperiode van 3 jaar ondersteund vanuit de gemeente (dienstverlening te borgen in een Service Level Agreement). Voor dit scenario zijn de extra kosten van volledige verzelfstandiging in beeld gebracht: de meerkosten bovenop de huidige exploitatiekosten en gemeentelijke bijdragen als geschetst in scenario 0. 4. Groeimodel met blijvende detachering: gedeeltelijke verzelfstandiging eerste 3 jaar (primair) proces, daarna mogelijk gehele verzelfstandiging, waarbij personeel blijvend wordt gedetacheerd vanuit de gemeente naar het museum en eigen risicodragerschap bij de gemeente blijft berusten voor WW en WIA. Zelfstandig Van Abbe wordt in bedrijfsvoering in de aanloopperiode van 3 jaar ondersteund vanuit de gemeente (dienstverlening te borgen in een Service Level Agreement). Voor dit scenario zijn de extra kosten van volledige verzelfstandiging in beeld gebracht: de meerkosten bovenop de huidige exploitatiekosten en gemeentelijke bijdragen als geschetst in scenario 0.
3
Raadsnummer 15R6523
Deze scenario’s zijn beschreven in de bijlagen ‘Scenario 0: exploitatiekosten en gemeentelijke bijdragen Van Abbemuseum als onderdeel van de gemeentelijke organisatie’ en ‘Scenario’s mogelijke verzelfstandiging Van Abbe museum: budgetten verzelfstandiging en ontvlechting’. Op basis van inhoudelijke overwegingen en verschillen in de benodigde en beschikbare budgetten in deze scenario’s kan uw Raad adviseren het museum al dan niet te verzelfstandigen. En bij het advies te kiezen voor verzelfstandiging een voorkeur uitspreken voor een van de vier verzelfstandigingsscenario’s. Kanttekeningen 1. De verzelfstandiging van het Van Abbemuseum is niet de oplossing voor alle vraagstukken van het museum. Verzelfstandiging biedt het Van Abbemuseum een aantal ontwikkelingskansen en past in de beweging die we als overheid nu maken. Tegelijkertijd is verzelfstandiging niet tevens een oplossing voor een aantal vraagstukken waar het museum voor staat. Zo is verzelfstandiging geen manier om te bezuinigen. Voor verzelfstandiging is – ongeacht de scenariokeuze - budget nodig. Van belang is dat bij verzelfstandiging het “huis op orde” is en een goede start waarborgt voor de toekomst. Verzelfstandigen biedt daarnaast ook geen oplossing voor de kernvraag wat we in de toekomst met een museum voor moderne en hedendaagse kunst willen. Daarnaast bevrijdt de verzelfstandiging van het museum de gemeente niet van haar rol als eigenaar van de collectie en van het gebouw. Een museum met een nationaal en internationaal belangrijke collectie voor moderne en hedendaagse kunst heeft een publieke taak. En de gemeente heeft verantwoordelijkheid voor dit openbaar kunstbezit. Verzelfstandiging brengt voorts geen oplossing voor wensen van verkoop van werken ten gunste van museumexploitatie of de gemeentelijke 2 begroting . De collectie blijft eigendom van de gemeente, maar is voor het grootste deel met mengfinanciering aangeschaft. De regels en internationale codes blijven van toepassing evenals verantwoording tegenover publieke en private medefinanciers. Hiervoor verwijzen we naar de uitkomsten van het onderzoek ‘Verkopen Collectie: wanneer wel, wanneer niet?‘ die separaat middels een raadsinformatiebrief aan u zullen worden aangeboden. Tenslotte biedt verzelfstandiging geen productinnovatie. Het kernbusinessmodel van een museum verandert niet in korte tijd. Een museum is gekenmerkt door kerntaken en verplichtingen ten opzichte van zijn maatschappelijke opdracht. 2. Relatie Stichting Cultuur en Van Abbemuseum in 2016 vraagt bijzondere aandacht. De SCE moet in 2015/2016 het proces naar de nieuwe subsidieverlening opzetten. Vanaf de start met een scan van het culturele veld, tot het met het bepalen van de basisinfrastructuur en het beoordelen van subsidieaanvragen voor de periode 2017-2020. Wordt gekozen voor verzelfstandiging van het Van Abbemuseum dan zal het budget voor het Van Abbemuseum mee overgedragen moeten worden naar de SCE, direct of op termijn, waarbij in ieder geval voor de periode 2017-2020 dit budget ook voor het Van Abbemuseum gelabeld zal moeten worden. In dat geval kan beoordeling van de subsidiering niet via de subsidieregeling en moet voor het Van Abbemuseum een separate juridische grondslag voor subsidiering vanuit SCE worden gecreëerd.
2
Wel kan – afhankelijk van het advies van de Raad – worden onderzocht of door verkoop van in het verleden verworven kunstwerken die niet meer passend zijn in het collectieprofiel en –beleid van het museum middelen kunnen worden gegenereerd die kunnen worden ingezet voor collectievorming, waardoor de gemeentelijke bijdrage aan collectievorming incidenteel kan worden ingezet als bijdrage aan verzelfstandigingskosten. Dit wordt nader onderzocht als de raad verzelfstandiging adviseert en de voorkeur uitspreekt voor een verzelfstandigingsscenario.
4
Raadsnummer 15R6523
Hierbij moet een keuze gemaakt worden of het van Abbemuseum onderdeel wordt van de basisinfrastructuur (en dus vier jaar subsidie krijgt). Daarnaast moet het Van Abbemuseum in 2016 subsidie aanvragen voor de periode 2017-2020. In 2016 is het Van Abbemuseum nog geen zelfstandige stichting in bedrijf. Dat betekent dat er een stichting Van Abbemuseum in oprichting moet worden opgezet, om het opstellen en indienen van een subsidieaanvraag mogelijk te maken. Op basis van de Algemene Subsidieverordening (artikel 2 lid 3) is het mogelijk dat een rechtspersoon in oprichting een subsidie aanvraagt én dat ook subsidie wordt verleend aan de rechtspersoon in oprichting. Gelet op risicospreiding is in artikel 10, vierde lid vervolgens wel bepaald dat de bevoorschotting van de subsidie pas kan plaatsvinden nadat de oprichtingsakte is overlegd. Dit geldt voor verstrekking van subsidie door de gemeente. Op het moment dat SCE is opgericht dient SCE een eigen subsidieregeling te maken op grond waarvan subsidie verleend wordt. Het is van belang dat SCE in deze subsidieregeling de mogelijkheid opneemt subsidie te verstrekken aan een rechtspersoon in oprichting. In 2016 bestaan dan het museum binnen de gemeentelijke organisatie en de stichting tijdelijk naast elkaar. Vanaf 1 januari 2017 bestaat dan enkel nog de Stichting Van Abbemuseum. Uitgangspunten, doelstelling en randvoorwaarden Budgettaire randvoorwaarden In het kader van het verzelfstandigingsonderzoek is in beeld gebracht welke budgetten er nodig zijn om het museum als zelfstandige rechtspersoon en organisatie te laten functioneren en 3 bedrijfsvoering in te richten . Er zijn, in aansluiting bij het rapport, vijf mogelijke scenario’s in beeld gebracht met financiële consequenties. 4
In onderstaande tabel zijn de scenario’s kort getypeerd .
3
Zie hiervoor het rapport ‘Onderzoek verzelfstandiging Van Abbemuseum’. Bedragen uit het rapport zijn rekenkundige aannames die in dit dossier op € 1.000 zijn afgerond. De bedragen in scenario 1,2, 3 en 4 betreffen meerkosten van verzelfstandiging die bovenop de exploitatiekosten komen die het museum nu ook kent (scenario 0). Zie hiervoor de bijlage “Scenario 0: exploitatiekosten en gemeentelijke bijdragen Van Abbemuseum als onderdeel van de gemeentelijke organisatie’ 4 Voor een gedetailleerdere analyse met toelichting wordt verwezen naar de bijlage “Scenario’s mogelijke verzelfstandiging Van Abbemuseum, budgetten verzelfstandiging en ontvlechting”.
5
Scenario
Scenario 0: niet verzelfstandigen. Museum blijft onderdeel van de gemeentelijke organisatie.
Scenario 1: Direct volledige verzelfstandiging, museum draagt premies af voor WIA (geen eigen risico-drager) en WW5.
Scenario 2: Direct volledige verzelfstandiging, museum draagt geen premies af voor WIA (kiest voor eigen risicodragerschap WIA) en draagt wel WW premies af6.
Scenario 3: Groeimodel: gedeeltelijke verzelfstandiging eerste 3 jaar (primair proces), daarna mogelijk gehele verzelfstandiging. Personeel wordt vanuit gemeente gedetacheerd naar het museum, eigen risicodragerschap blijft bij gemeente berusten voor WW en WIA. Zelfstandig Van Abbe wordt in bedrijfsvoering ondersteund vanuit de gemeente (dienstverlening te borgen in een Service Level Agreement).
Voorbereidingskosten (incidenteel, betreft o.m.:
n.v.t.
€ 722.000, waarvoor € 357.000 mogelijk dekking beschikbaar en € 365.000 nog benodigd budget (verzelfstandigingsnadeel).
€ 722.000, waarvoor € 357.000 mogelijk dekking beschikbaar en € 365.000 nog benodigd budget (verzelfstandigingsnadeel).
€ 722.000 (€ 299.000 direct bij de start, € 423.000 na 3 jaar of opbouwend in de aanloopperiode), waarvoor € 357.000 mogelijk dekking beschikbaar en € 365.000 nog benodigd budget (verzelfstandigingsnadeel).
Scenario 4: Groeimodel: gedeeltelijke verzelfstandiging eerste 3 jaar (primair proces), daarna mogelijk gehele verzelfstandiging. Personeel wordt blijvend gedetacheerd vanuit de gemeente naar het museum. Eigen risicodragerschap blijft bij de gemeente berusten voor WW en WIA. Zelfstandig Van Abbe wordt in bedrijfsvoering ondersteund vanuit de gemeente (dienstverlening te borgen in een Service Level Agreement). € 688.000 (€ 265.000 direct bij de start, € 423.000 na 3 jaar of opbouwend in de aanloopperiode), waarvoor € 357.000 mogelijk dekking beschikbaar en € 365.000 nog benodigd budget (verzelfstandigingsnadeel).
n.v.t.
€ 244.000, waarvoor € 233.000 mogelijke dekking beschikbaar en € 11.000 nog benodigd budget (verzelfstandigingsnadeel)
€ 244.000, waarvoor € 233.000
€ 244.000 (€ 233.000 direct bij de start, €
€ 233.000 direct bij de start. Voor € 233.000
mogelijke dekking beschikbaar
11.000 na 3 jaar of opbouwend in de
mogelijke dekking beschikbaar en € 0 nog
en € 11.000 nog benodigd
aanloopperiode). Voor € 233.000 mogelijke
benodigd budget.
budget
dekking beschikbaar en € 11.000 nog
(verzelfstandigingsnadeel) € 976.000, waarvoor € 542.000 mogelijk dekking beschikbaar en € 434.000 nog benodigd budget (schaalnadeel)
benodigd budget (verzelfstandigingsnadeel) € 772.000 (direct bij de start) Voor € 542.000 mogelijke dekking beschikbaar en € 231.000 nog benodigd budget voor eerste drie jaren (+ mogelijk PM) (Schaalnadeel). Bij overgang personeel na 3 jaar structureel extra budget benodigd afhankelijk van keuze t.a.v. WW en WIA. Ruimte VAM cultureel ondernemerschap, beweging sluit aan bij veranderende rol van de
oprichting stichting, inschrijving KvK, opzetten AO, accountantscontrole, overdracht vergunningen, collectiebeheersovereenkomst , huurovereenkomst, opbouw infrastructuur en bedrijfsvoering e.d.)
Incidentele kosten (o.m. instellen OR, overdracht dossiers bedrijfsarts, opzetten beoordelingssysteem, overdracht archief, voorziening jubilea).
Structurele kosten (o.m.
n.v.t.
€ 1.147,00, waarvoor € 542.000 mogelijk dekking beschikbaar en € 605.000 nog benodigd budget (schaalnadeel)
Kostenneutraal
Ruimte VAM cultureel ondernemerschap, beweging
WW/WIA, opleidingskosten OR, Dienstverlening bedrijfsvoering, accountantscontrole, bedrijfsarts, verzendkosten, repro, verzekeringen)
Sterkten
5
Voor WW staat wettelijk geen keuze voor eigen risicodragerschap open. 6 Voor WW staat wettelijk geen keuze voor eigen risicodragerschap open.
Ruimte VAM cultureel ondernemerschap, beweging
€ 772.000 (direct bij de start) Voor € 542.000 mogelijke dekking beschikbaar en € 231.000 nog benodigd budget structureel.
Ruimte VAM cultureel ondernemerschap, beweging sluit aan bij veranderende rol van de
Raadsnummer 15R6523
Aandachtspunten
Minder ruimte cultureel ondernemerschap VAM, uitzonderingspositie in Eindhoven blijft in stand. Scenario kent geen verzelfstandigingsnadeel of schaalnadeel. Wel betekent dit scenario dat de relatie met SCE en gemeente als geheel moet worden uitgewerkt en ingericht en mogelijk om extra capaciteit vraagt. Medewerkers blijven bij gemeente in dienst en binnen gemeentelijke cao: hierdoor geen . mogelijk financiële voordeel van overgang in cao.
sluit aan bij veranderende rol van de overheid en de beweging die de stad maakt met ontwikkeling kunst en cultuur op afstand van de gemeente d.m.v. SCE
sluit aan bij veranderende rol van de overheid en de beweging die de stad maakt met ontwikkeling kunst en cultuur op afstand van de gemeente d.m.v. SCE
Overgang naar museum cao biedt beperkt kansen tot verlaging personeelskosten Dekking nodig voor kosten van schaalnadelen en verzelfstandigingsnadelen.
Overgang naar museum cao biedt beperkt kansen tot verlaging personeelskosten Dekking nodig voor kosten van schaalnadelen en verzelfstandigingsnadelen.
Risico van boventalligheid mochten medewerkers niet bereid zijn tot overstap naar een andere cao.
Risico van boventalligheid mochten medewerkers niet bereid zijn tot overstap naar een andere cao. Scenario vraagt besluit van belastingdienst. Uitkomst hiervan ongewis. Zonder akkoord belastingdienst neemt benodigd budget direct toe tot omvang scenario 1. Scenario betekent rol van gemeente als ware deze verzekeraar dan wel bankier. Is deze rol gewenst? Precedentwerking? Financieel risico als er aanspraak wordt gemaakt op WIA.
overheid en de beweging die de stad maakt met ontwikkeling kunst en cultuur op afstand van de gemeente d.m.v. SCE Overgang naar museum cao biedt beperkt kansen tot verlaging personeelskosten.
overheid en bij komst SCE. Kosten relatief beperkt t.o.v. andere verzelfstandigingsscenario’s.
Dekking nodig voor kosten van schaalnadelen en verzelfstandigingsnadelen.
Dekking nodig voor kosten van schaalnadelen en verzelfstandigingsnadelen.
Risico van boventalligheid mochten medewerkers niet bereid zijn tot overstap naar een andere cao (na 3 jaar) Scenario betekent in verhouding tot scenario 1 en 2 lagere kosten voor eerste 3 jaar (aanloopperiode) en ruimte zo efficiënt mogelijk te ontvlechten. Na 3 jaar, bij overgang personeel van gemeente naar museum, komt vraag omtrent financiering WW- en WIA-voorziening. Dan alsnog keuze uit scenario 1 en 2 op dit aspect en structureel extra budget dan benodigd. Detachering van personeel naar museum (eerste drie jaar) raakt wet Markt en Overheid (integrale kostprijs). Juridische en financiële aspecten daarvan moeten nader worden onderzocht bij deze scenariokeuze. Detachering bij een particuliere werkgever – een stichting of een BV- kan tot gevolg hebben dat het ambtenaarschap van de werknemer niet meer erkend wordt. Juridisch moet worden onderzocht of dit van toepassing is in dit scenario en wat daarvan de consequenties
Medewerkers blijven bij gemeente in dienst en binnen gemeentelijke cao. Overgang naar museum-cao biedt mogelijk financiële voordelen. Detachering van personeel naar museum (structureel) raakt wet Markt en Overheid (integrale kostprijs). Juridische en financiële aspecten daarvan moeten nader worden onderzocht bij deze scenariokeuze. Detachering bij een particuliere werkgever – een stichting of een BV- kan tot gevolg hebben dat het ambtenaarschap van de werknemer niet meer erkend wordt. Juridisch moet worden onderzocht of dit van toepassing is in dit scenario en wat daarvan de consequenties zijn. In dit scenario kan mogelijk zeer geleidelijk – en in de pas met natuurlijk verloop van personeel – worden overgegaan naar het in dienst nemen van personeel door de stichting zelf. Bij de keuze voor dit scenario wordt deze mogelijkheid nader verkend.
Raadsnummer 15R6523
zijn.
N.B.: -
-
-
-
Genoemde incidentele verzelfstandigingsnadelen: kunnen mogelijk ten laste worden gebracht van de algemene middelen (jaarrekeningresultaat of reserve). Mogelijk kunnen er ook een structurele middelen beschikbaar gesteld worden ter dekking van voorbereidingskosten en incidentele kosten van samenwerkingen. Genoemd schaalnadeel: dit zijn structurele kosten. Mogelijk kunnen deze worden gedekt 7 uit een te vormen egalisatiereserve adaptieve bedrijfsvoering In deze weergave is geen rekening gehouden met de onzekerheidsmarge van 10% waarmee het VAM in de rapportage heeft gerekend. Bij het advies te verzelfstandigen wordt onderzocht in welke mate de financiële gemeentelijke bijdrage aan collectievorming kan worden ingezet ter dekking van de verzelfstandigingskosten. Daarbij wordt nader uitgewerkt of door verkoop van in het verleden verworven kunstwerken die niet meer passend zijn in het collectieprofiel en – beleid van het Van Abbemuseum mogelijk middelen kunnen worden gegenereerd die kunnen worden ingezet voor collectievorming en aanscherping van het collectieprofiel en de gemeentelijke financiële bijdrage aan collectievorming incidenteel kan worden ingezet 8 als bijdrage aan verzelfstandigingskosten .. Investeringen die noodzakelijk dan wel gewenst zijn ten aanzien van behoud en beheer van de collectie en uitbreiding van depotruimte zijn buiten beschouwing gelaten. Deze investeringsvragen staan feitelijk los staan van het besluit het museum al dan niet te verzelfstandigen. In deze weergave is rekening gehouden met de inzet van een projectleider/kwartiermaker en ondersteuning om de verzelfstandiging en ontvlechting mogelijk te maken. Er kan niet middels verdergaande prioritering in deze inzet worden voorzien binnen de huidige capaciteit.
Het Van Abbemuseum onderzoekt of er mogelijkheden zijn de eigen financiële middelen uit te breiden, onder meer door te verkennen of er op het gebied van Europese samenwerking extra geldstromen voor het museum aangeboord kunnen worden. Vanuit de wetenschap dat het museum internationaal zeer wordt gewaardeerd. Op voorhand moet echter gezegd worden dat dit soort middelen meestal niet inzetbaar zijn voor organisatie en bedrijfsvoering en bedoeld zijn voor inhoudelijke producten en/of activiteiten. Door de taakstellingen zoals beschreven in het beleidsplan van het Van Abbemuseum voor 2016 en 2017 (besparing in combinatie met genereren van extra opbrengsten) is de financiële flexibiliteit van het museum verminderd. Mogelijk kan het museum op termijn schaalvoordelen realiseren en kosten reduceren door samen te werken met andere musea ten aanzien van onder meer bedrijfsvoeringsaspecten. Andere randvoorwaarden De ontvlechtingsconsequenties van verzelfstandiging voor het museum zijn onderzocht en opgenomen in het onderzoeksrapport. Uit het onderzoeksrapport komt een aantal aandachtspunten naar voren waar, mede afhankelijk van de scenariokeuze, goede afspraken 7
Kijken we breder naar schaalverschillen door samenwerkingen, dan zien we de samenwerkingen die schaalvoordelen opleveren en samenwerkingen met schaalnadelen. Onze aanname is dat op de middellange termijn voor- en nadelen grotendeels tegen elkaar zullen wegvallen. Een te vormen reserve adaptieve bedrijfsvoering zou ons helpen positieve en negatieve schaalverschillen met elkaar te compenseren en vergoot ons adaptief vermogen. Met een dergelijke reserve creëren we een beperkte buffer om krimp en groei gemakkelijker te maken. Dit vraagt wel dat we voor onze samenwerkingsinitiatieven de financiële consequenties in beeld brengen om de haalbaarheid van budgettaire neutraliteit op middellang termijn bevestigd te zien. Wanneer samenwerkingsvormen onvoldoende opbrengsten genereren zullen extra bezuinigingen nodig zijn om samenwerkingen mogelijk te maken of moet op andere wijze aanvullend budget worden gevonden. 8
Afstoting van kunst is gebonden aan zorgvuldige en tijdsintensieve procedures die nationaal en internationaal met elkaar zijn afgesproken. Per werk moet worden beargumenteerd waarom het niet in de verzameling past, gebaseerd op het beleidsplan en het collectieplan van het museum. Werken die worden af gestoten zijn voornamelijk de niet courante werken die weinig worden getoond of worden uitgeleend en mogelijk ook weinig financiële waarde hebben.
Raadsnummer 15R6523
over gemaakt moeten worden tussen de Stichting Van Abbemuseum en de gemeente als voor verzelfstandiging wordt gekozen: Inrichten juridische entiteit en governance: Bij verzelfstandiging van het Van Abbemuseum moet een rechtsvorm gekozen worden en een governance structuur worden ingericht. De eerste gedachten gaan uit naar een Stichting met een Raad van Toezicht. Dit moet nader worden uitgewerkt. De overgang van personeel: Als het Van Abbemuseum verzelfstandigd verder gaat als private organisatie met eigen personeel in dienst, ligt het voor de hand dat er een andere rechtspositieregeling gevolgd wordt dan de huidige (CAR/EAR). Onderzocht wordt of de cao gemeenten of de museum cao van toepassing zal zijn waarbij de laatste het meest voor de hand ligt. Met de werknemersvertegenwoordiging van het GO zullen overgangsafspraken gemaakt worden ten aanzien van eventuele verschilpunten tussen de huidige cao en de cao waarvoor wordt gekozen (bv ten aanzien van jubileumgratificaties). Rekening moet daarnaast worden gehouden met kosten van WW- en WIA en van een eigen Ondernemingsraad. De scenariokeuze bepaalt of en op welk moment deze kosten aan de orde zijn (direct dan wel na of tijdens de aanloopperiode van 3 jaar) en wat de hoogte van deze kosten is (onder meer afhankelijk van keuzes ten aanzien van WIA). Eigendom van het museumgebouw en huur: De Stichting Van Abbemuseum gaat het museumgebouw huren van de gemeente Eindhoven. Er is een aantal scenario’s uitgewerkt om de huurrelatie vorm te geven waarin ook rekening wordt gehouden met kosten van onderhoud. Aandachtspunt daarbij zijn de kosten van (brand)veiligheid en installaties en de omgang met indexeringen. Uit deze scenario’s moet een keuze worden gemaakt en de consequenties moeten goed worden bekeken. De scenariokeuze voor huur en onderhoud wordt nader uitgewerkt als de Raad adviseert te verzelfstandigen, in aansluiting op het scenario waar de Raad dan de voorkeur voor uitspreekt. Eigendom en beheer van de collectie: De collectie blijft eigendom van de gemeente Eindhoven. De Stichting van Abbemuseum zal de beheerder en gebruiker van de collectie worden. Er zal een langdurige collectiebeheerovereenkomst tussen gemeente en Stichting Van Abbemuseum gesloten worden, waarin afspraken over eigendom, beheer en onderhoud etc. worden vastgelegd. Het museum heeft budget voor beheer en onderhoud. Deze budgetten staan echter onder druk en zijn niet berekend op uitbreiding van de collectie. Aandachtspunt zijn ook het tekort aan depotruimte (mede in relatie tot de zakelijke ontwikkeling van het museum) en het continu gebruik van de collectie door het museum, nationaal en internationaal. Dit continu gebruik bepaalt mede de relevantie van het behoud van de collectie voor Eindhoven en moet goed worden geborgd. Ook moeten we rekening houden met capaciteit voor toezicht op de naleving van de collectiebeheerovereenkomst. De scenario-keuze heeft hier geen effect op de benodigde budgetten.
-
De overdracht van financiële middelen aan het Van Abbemuseum om de bedrijfsvoering van de stichting in te kunnen richten. Hierbij gaat het om middelen ten behoeve van P&O, financiën, control, administratie, belastingen, verzekeringen, ICT en juridisch advies. De werkgroepen die het onderzoek naar verzelfstandiging hebben gedaan voor deze gebieden hebben in beeld gebracht wat de voorzieningen zijn die een verzelfstandigd Van Abbemuseum nodig heeft en wat welke benodigde budgetten daarbij horen. Daarnaast hebben zij ook de ontvlechtingsconsequenties in beeld gebracht voor de gemeentelijke organisatie. Op basis van deze gegevens kunnen afspraken worden voorbereid. De scenariokeuze bepaalt op welk moment deze kosten aan de orde zijn (direct dan wel na of tijdens de aanloopperiode van 3 jaar) en wat de hoogte van deze kosten is.
Procesafspraken Verzelfstandiging van het Van Abbemuseum is op zijn vroegst mogelijk per 1 januari 2017. Eerder is niet haalbaar gezien de noodzakelijke voorbereidingen en zorgvuldige wijze waarop met contracten, verantwoordelijkheden personeel en financiën moet worden omgegaan en om goede
1 0
Raadsnummer 15R6523
aansluiting te vinden bij de ontwikkelingen met betrekking tot de SCE. Om voortgang in het proces te houden en geen tijd te verliezen wordt gestart met ontvlechting binnen onze eigen bedrijfsvoering van de bedrijfsvoeringsaspecten verbonden aan het Van Abbemuseum. Wanneer uw raad adviseert tot verzelfstandiging wordt een projectorganisatie ingericht (inclusief projectleider voor borging van oprichting en ontvlechting aan gemeentelijke zijde) om het voorkeursscenario van de Raad nader uit te werken, inclusief dekkingsvoorstel, zodat de Raad een goede finale inhoudelijk en financiële afweging kan maken op basis van de scenariovoorkeur van de Raad. Ter inzage gelegde stukken Rapport “Onderzoek verzelfstandiging Van Abbemuseum” Scenario 0: exploitatiekosten en gemeentelijke bijdragen Van Abbemuseum als onderdeel van de gemeentelijke organisatie’. Scenario’s mogelijke verzelfstandiging Van Abbemuseum: budgetten verzelfstandiging en ontvlechting.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
secretaris
1 1