van
Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg naar
Steunpunt Jeugdhulp
Werkingsverslag januari 2010 – december 2010
CELLEBROERSSTRAAT 16 – 1000 BRUSSEL – WWW.STEUNPUNTJEUGDHULP.BE
VOORWOORD
2010. Kijkend naar het activiteitenoverzicht, heeft OSBJ niet stilgezeten. En kijkend naar de algemene inleiding, heeft OSBJ afscheid genomen. Van een heleboel waardevolle medewerkers. Van een project-positie. Van een exclusiviteitscontract met het Agentschap Jongerenwelzijn. Bedankt voor het loslaten.
2011. De lente is in het land. Steunpunt Jeugdhulp ontkiemt. 10 jaar geleden startten we een beperkte uitvoering aan de maatschappelijke beleidsnota van 1999 op. Deze lente verwachten we nieuwe aanbevelingen van het Vlaamse parlement: waar moet het met de jeugdhulp naartoe? Het gaat niet enkel over wachtlijsten. Het gaat ook over kwaliteitsvolle begeleiding van kinderen, jongeren en hun gezinnen. Een overheid die (terecht) eisen stelt aan de hulpverlening die ze subsidieert, mag de voorzieningen die dit dag in dag uit waarmaken, niet in het koude water gooien om te zwemmen. Wij staan klaar om de zwemmers te ondersteunen.
VOORWOORD
1
VOORWOORD
2
INHOUD VOORWOORD INHOUD INLEIDING. VAN OSBJ NAAR STEUNPUNT JEUGDHULP
p. 1 p. 3 p. 5
WERKINGSVERSLAG HOOFDSTUK I: BINC, van pilootfase naar implementatie Afronding pilootfase Ontwikkeling BINC 2.0 Implementatie Ondersteuning BINC Stuurgroep HOOFDSTUK II: Juridische ondersteuning, van vraag naar antwoord Juridische helpdesk Juridische FAQ Jeugdrecht.be Besluit HOOFDSTUK III: Informatie Webstatistieken www.osbj.be 2010 E-zine Facebook Jeugdrecht.be Steunpunt Jeugdhulp HOOFDSTUK IV: Basispakket vorming Doelgericht werken Het beroepsgeheim in de praktijk De rol van de bijstandspersoon HOOFDSTUK V: Stent, van bilateraal overleg naar integraal overleg Provincie Antwerpen Provincie Oost-Vlaanderen Provincie Vlaams-Brabant Brussel Provincie West-Vlaanderen Provincie Limburg Bij de afsluiting van de opdracht van de OSBJ inzake Stent hoort een laatste beleidsadvies
p. 15 p. 15 p. 15 p. 17 p. 18 p. 19 p. 20 p. 20 p. 25 p. 26 p. 30 p. 31 p. 31 p. 32 p. 33 p. 33 p. 33 p. 35 p. 35 p. 35 p. 36 p. 38 p. 38 p. 39 p. 39 p. 40 p. 40 p. 40 p. 40
HOOFDSTUK VI: Methodieken uitwisselen, van praktijkervaring naar kennisdeling
p. 42
HOOFDSTUK VII: HCA, van project naar reguliere werkvorm Van Project naar reguliere werkvorm Ondersteuning in 2010
p. 44
HOOFDSTUK VIII: Aanbod op maat, van gratis naar betalend
INHOUD
p. 44 p. 45 p. 46
3
BIJLAGEN BIJLAGE 1: Activiteitenoverzicht 2010 BIJLAGE 2: Overzicht betalend aanbod 2010 BIJLAGE 3: Cijfernota HCA 2009 BIJLAGE 4: Convenant 2010
p. 51 p. 61 p. 62 p. 93
Rapporten waarnaar verwezen wordt in het jaarverslag staan ook op www.steunpuntjeugdhulp.be, doorklikken naar rapporten
INHOUD
4
INLEIDING. VAN OSBJ NAAR STEUNPUNT JEUGDHULP 1. Een beetje geschiedenis De officiële oprichting van de vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg (OSBJ) vond plaats op 17 mei 1999. In 1999 werkten heel wat individuen en organisaties van zowel binnen als buiten de Bijzondere Jeugdzorg mee aan de oprichting van een ondersteuningsstructuur. De voorbereidende initiatieven vertrokken vanuit de maatschappelijke beleidsnota van het Vlaamse Parlement van maart 1999, nummer 17, die stelt: “De Vlaamse Gemeenschap bouwt een ondersteuningsstructuur uit in de vorm van een steunpunt voor inhoudelijke en methodische ontwikkeling binnen de bijzondere jeugdzorg. In die ondersteuningsstructuur moeten zowel de particuliere sector, de overheid, de verwijzende instanties, en het cliënteel, alsook het wetenschappelijk onderzoek worden betrokken. Die ondersteuningsstructuur zorgt ook voor de effectevaluatie bij vernieuwende methodieken, werkvormen en projecten in de Bijzondere Jeugdzorg.” Na een intensieve onderhandelingsfase ondertekende de OSBJ een projectovereenkomst met de Vlaamse Gemeenschap. Sinds juni 2001 kreeg de OSBJ projectsubsidies van de Vlaamse Gemeenschap. De toenmalige projecten draaiden rond ondersteuning voor de herstelgerichte afhandelingsvormen van jeugddelinquentie en voor de implementatie van de kinderrechten in de hulpverlening in de Bijzondere Jeugdzorg. De statutaire doelstellingen die opgemaakt werden bij de stichting van de vzw bleven behouden. Vanaf 2003 kreeg de vzw extra middelen om ruimere ondersteuningsprocessen op te zetten ten behoeve van de private organisaties Bijzondere Jeugdzorg. Deze beweging werd in 2009 gekeerd: het Agentschap Jongerenwelzijn snoeide drastisch in de opdrachten en middelen die het ons toekende. De huidige projectsubsidie voor ondersteuning van de Bijzondere Jeugdzorg legt de nadruk op de realisatie en implementatie van een registratiesysteem voor de private voorzieningen, naast een meer algemene informatieopdracht en een ingeperkte juridische ondersteuning van de jeugdhulpverleners. Er werd wel een basisovereenkomst voor vijf jaar voorzien (2010-2014) met jaarlijkse bijlagen. In 2010 werden naast de 3 basisopdrachten ook een bundeling van methodieken voor ambulante begeleidingen, een cijferrapport van de herstelgerichte afhandelingen, een basispakket vormingen voor de Bijzondere Jeugdzorg en de overdracht van het Stentproject aan Integrale Jeugdhulp gesubsidieerd. Vanaf 2011 blijven slechts 3 basisopdrachten: Binc, juridische informatie en algemene informatie. De doelgroep werd voor de informatieopdrachten verbreed naar zowel de jeugdhulpverleners in de private voorzieningen van de Bijzondere Jeugdzorg als in de Gemeenschapsinstellingen. Daarnaast kunnen ook jeugdhulpverleners uit het Algemeen Welzijnswerk beroep doen op de juridische dienstverlening. Ook de personeelsleden van het Agentschap Jongerenwelzijn, consulenten, multidisciplinaire teams, … mogen op basis van de convenant op ons beroep doen. In de voorbije jaren werden af en toe ook projecten uitgewerkt die niet door het Agentschap Jongerenwelzijn werden gefinancierd: denken we aan het fotoproject “ ’t Is hier veel ça va ” in 20072008, maar vooral ook aan het Stentproject in 2007-2009, uitgevoerd met de steun van Cera.
INLEIDING
5
2. Van Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg naar Steunpunt Jeugdhulp Eind oktober 2010 besliste de Algemene Vergadering tot een statutenwijziging en een naamsverandering. OSBJ vzw gaat voortaan door het leven als Steunpunt Jeugdhulp vzw. Daarmee ligt de nadruk op de verbreding van de doelgroep. De inhoudelijke inspiratie verduidelijkten we op onze inspiratiedag van 28 oktober 2010. De opdracht voor de komende jaren ligt in het realiseren van deze verbreding. Missie: Passie voor jeugdhulp Het Steunpunt Jeugdhulp ondersteunt als autonoom en pluralistisch steunpunt jeugdhulpverleners en hun organisaties in hun centrale drijfveer: hulpverlening aan kinderen, jongeren en hun gezinnen. Samen realiseren we een krachtgerichte, professionele en participatieve hulpverlening. Het Steunpunt Jeugdhulp bevindt zich op het snijpunt tussen praktijk, beleid, opleiding en theorie. Het Steunpunt Jeugdhulp neemt de positie in van een autonoom en praktijkgericht steunpunt 1 . We richten ons vooral op de kern van de hulpverleningspraktijk: de relatie tussen de hulpverlener en de cliënt. Dat betekent dat het vooral de praktijk is die ons aanstuurt. Over de specifieke functie van zulk steunpunt en de maatschappelijke meerwaarde ervan, wil het Steunpunt Jeugdhulp de oefening maken samen met alle geledingen van de organisatie (team, leden en bestuursleden) én samen met de andere steunpunten (tegen 2014). De jeugdhulp in het algemeen en de sector Bijzondere Jeugdzorg in het bijzonder onderschrijven de nood aan ondersteuning. Ondersteuning op het kruispunt tussen het werkveld en de overheid, tussen de theorie en de praktijk. Het Steunpunt Jeugdhulp ziet voor zichzelf een opdracht in het vertalen van regelgeving, onderzoek, deontologie en instrumenten naar de praktijk. Organisaties en netwerken zullen bij het steunpunt expertise kunnen bekomen om hen bij te staan in de vertaalslag naar de praktijk van de hulpverleningssituatie. Doelgroep Het Steunpunt Jeugdhulp zet de in de voorbije jaren opgebouwde knowhow in om jeugdhulpverleners uit alle jeugdhulpsectoren te ondersteunen en deskundiger te maken. Onze roots in de Bijzondere Jeugdzorg zijn daarbij een basis en een kracht. Het Steunpunt Jeugdhulp biedt ook ondersteuning aan voorzieningen uit andere sectoren, met een andere vorm van financiering. Hiertoe kan het Steunpunt Jeugdhulp ook samenwerken met andere vormingsdiensten of organisaties betrokken op jeugdhulpverlening. Voor de financiering van opdrachten kan het Steunpunt Jeugdhulp zich wenden tot Agentschappen of departementen bevoegd voor de sectoren van de Vlaamse jeugdhulp of andere overheden. We staan ook open voor betalende opdrachten vanuit de organisaties in de sector(en) zelf. Daarnaast mikken we op projectfinancieringen allerhande.
1
Algemeen geschetst is er sprake van drie soorten diensten: 1) interne studiediensten binnen de overheidsdiensten, met de nadruk op 1° de ontwikkeling, het beheer en de exploitatie van statistisch materiaal; 2° het aansturen van beleidsrelevant onderzoek (oproepen, selectie, begeleiding, stuurgroepen, rapportering, valorisering); beleidsvoorbereiding en -ondersteuning (eerder op korte termijn); 2) praktijkgerichte steunpunten, met de nadruk op 1° praktijkondersteuning op allerlei manieren (helpdesk, procesbegeleiding, faciliteren van overleg en intervisie…); 2° opleiding; 3° vertaling van beleid en onderzoek naar de praktijk 3) onafhankelijke wetenschappelijke kenniscentra of expertisecentra, liefst met een mix van fundamenteel en beleids- of praktijkgericht onderzoek.
INLEIDING
6
3. Werkdomeinen De OSBJ was in 2010 vooral actief op volgende domeinen. Registratie: de OSBJ werkt mee met de Vlaamse overheid aan de ontwikkeling van een uniform registratiesysteem BINC op het niveau van de private voorzieningen. Juridische info: de OSBJ informeert de organisaties van de Bijzondere Jeugdzorg over de rechten van minderjarigen en hun gezin. De OSBJ coördineert onder andere een juridische helpdesk voor medewerkers in de Bijzondere Jeugdzorg en is verantwoordelijk voor de realisatie van het e-zine en databank Jeugdrecht.be (www.jeugdrecht.be). Beroepsgeheim blijft een hot item. Jeugddelinquentie: de OSBJ had tot 2008 een specifieke opdracht in het ondersteunen van de werking van de HCA-diensten (herstelrechtelijke en constructieve afhandelingen). Die bijzondere band vertaalt zich nog steeds in vlotte contacten. Dit thema kadert thans ook in de juridische informatietaak. De medewerkers van de OSBJ blijven op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen. Integrale Jeugdhulp: de OSBJ volgt de ontwikkelingen van Integrale Jeugdhulp op. De basisvormingen bijstandspersoon en beroepsgeheim sloten ook aan bij de implementatie van het decreet rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp. Methoden en methodieken: de OSBJ verzamelde een beperkt aantal in de praktijk toegepaste methodieken en stelt deze online voor. Op een studiedag voor de thuisbegeleidingsdiensten werden methodieken toegelicht door de hulpverleners. Participatieve hulpverlening: de OSBJ implementeert en ondersteunt een meer participatieve hulpverlening aan minderjarigen en hun gezin in de Bijzondere Jeugdzorg. STENT – project: als vervolg op het door Cera gefinancierde project, zorgde de OSBJ in 2010 voor continuering en overdracht aan Integrale Jeugdhulp. Basispakket vorming: de OSBJ organiseerde in 2010 drie vormingsreeksen: vorming over doelstellingen in de hulpverlening, over de bijstandspersoon in de jeugdhulp, en over het beroepsgeheim. Procesbegeleiding: de OSBJ ondersteunde het project “Waar buitenschoolse kinderopvang en opvoedingsondersteuning elkaar ontmoeten” in de wijk Kuregem. Dit project loopt nog verder in 2011. Ontwikkeling van een herstelgerichte pedagogiek: de OSBJ startte samen met PC Wagenschot het Cera-project voor deskundigheidsbevordering van begeleiders “Iedereen in beeld”.
4. Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur De Algemene Vergadering keurde op 3 februari 2010 de jaarrekening en de budgetten goed. Op 28 oktober 2010 kwam zij nogmaals samen in een bijzondere meerderheid, voor een wijziging van de statuten en het statutaire doel. In de Raad van Bestuur werden een paar nieuwe mensen verwelkomd. Het aangepaste statutaire doel luidt voortaan als volgt: “De vereniging heeft als doel: Het op autonome wijze stimuleren, inrichten of coördineren van alle activiteiten en diensten die bijdragen tot een praktijkgerichte, permanente en multidisciplinaire ondersteuning van de diverse organisaties en diensten die werkzaam zijn in de dienst- en hulpverlening aan jongeren en
INLEIDING
7
jongvolwassenen van de Vlaamse Gemeenschap. De vereniging kan daartoe onder andere allerlei initiatieven nemen die gericht zijn op deskundigheidsbevordering, projectwerking, innovatie, methodiekontwikkeling, documentatie, vorming, inhoudelijke praktijkondersteuning en doorstroming van relevante en actuele inzichten, het ontwikkelen en bevorderen van (actie) onderzoek, zowel binnen als buiten de jeugdhulpsectoren van Integrale Jeugdhulp, met inbegrip van preventie. De vereniging wil hierin een gesprekspartner zijn van de overheid en een constructieve bijdrage leveren aan visieontwikkeling, de samenwerking in en tussen de jeugdhulpsectoren bevorderen, communiceren in open dialoog, in vertrouwen en met wederzijds respect. Met de oprichting van de vzw Steunpunt Jeugdhulp beogen we de kwaliteit van de hulpverlening naar jongeren en hun context positief te beïnvloeden. Zij mag eveneens alle activiteiten ondernemen die dit doel kunnen bevorderen. Zij kan in die zin ook, doch slechts op bijkomstige wijze, handelsdaden stellen, enkel voor zover de opbrengst hiervan besteed wordt aan het doel waarvoor zij werd opgericht.” De beurtrol voor het voorzitterschap werd uit de statuten verwijderd. Voortaan duidt de Raad van Bestuur zonder beperkingen haar voorzitter aan. In de Raad van Bestuur zetelden Wim Van Esch, voorzitter tot 31 augustus 2010, Jan Bosmans, voorzitter vanaf 1 september 2010, Hans Paredis, Bart D’Hooghe, Rudi Van Eeckhout, Vincent Vanhumbeeck tot 3 februari 2010, Hilde Geudens tot 28 oktober 2010. Nieuwe bestuursleden die op 28 oktober 2010 werden aangeduid zijn Jos Corveleyn en Jenneke Christiaens. Min Berghmans nam als directeur deel aan de vergaderingen. Hilde Engelbeens, administratief verantwoordelijke, verzorgt de verslaggeving. De data van samenkomst waren: - 3 februari 2010 - 10 maart 2010 - 7 juni 2010 - 30 september 2010 Op 26 november vond een virtuele Raad van Bestuur plaats. Belangrijke agendapunten op de Raad van Bestuur waren: § Een conceptnota voor het nieuwe Steunpunt Jeugdhulp § De ontwikkelingen inzake het expertiseplatform § De verhouding met het IVA Jongerenwelzijn, werkoverleg en stuurgroepen § Samenstelling van de raad van bestuur § Opvolging van het algemeen beleid, het personeelsbeleid en het financieel beleid van de OSBJ
5. Stuurgroep en werkoverleg De contacten met de subsidiërende Vlaamse Overheid worden geconcretiseerd in 2 soorten overleg. In de stuurgroep staat de opvolging van het project Ondersteuning van de Bijzondere Jeugdzorg centraal en dit zowel wat betreft de planning als wat betreft de opvolging. In 2010 ging deze stuurgroep door op 4 november 2010 en werd ook de bijlage 2011 voor de convenant besproken. De verdere onderhandelingen gebeurden schriftelijk. Het definitieve voorstel was op 29 november 2010 klaar. Deze vergadering was samengesteld - vanuit het IVA Jongerenwelzijn - uit David Debrouwere, afdelingshoofd voorzieningenbeleid en Geert Michiels, verantwoordelijke projecten. Het kabinet Welzijn, Volksgezondheid en Gezin verontschuldigde zich in 2010. Vanuit de OSBJ namen Jos Corveleyn, Jan Bosmans en Bart D’Hooghe deel als (afgevaardigde) leden van de Raad van Bestuur, samen met de directeur.
INLEIDING
8
Specifiek voor de opvolging van het registratieproject Binc gaat er regelmatig een aparte stuurgroep door, onder voorzitterschap van administrateur-generaal Stefaan Van Mulders. Hierover lees je meer in het hoofdstuk Binc in dit jaarverslag. Naast de stuurgroep is er ook het werkoverleg wat betreft de andere opdrachten. Op 23 februari, 28 juni en 4 november werden de algemene en juridische informatieopdracht besproken tussen Geert Michiels, verantwoordelijke voor de projecten en Min Berghmans, directeur.
6. Organogram vzw OSBJ
AV
RvB
Directeur
Projectmedewerkers subteam A (Jeugdrecht.be)
Projectmedewerkers subteam B (vormingen, method)
Ondersteuning administratie / communicatie
Projectmedewerkers subteam C (Binc)
Projectmedewerkers subteam D (Stent)
7. Samenstelling van het team We geven een overzicht van de evolutie van het personeelsbestand van de OSBJ. Een aantal mensen verlieten ons in de loop van 2010, tengevolge van de verminderde opdrachten voor het IVA Jongerenwelzijn. Stefaan Viaene verliet het team half januari 2010 en vervoegde Samenlevingsopbouw Vlaanderen. Hij was verantwoordelijk voor Binc. Anje Van Biesen, onze communicatieverantwoordelijke, verliet de organisatie in mei. Ze werkt voortaan als zelfstandige. Ook Sofie Van Rumst, medewerkster aan Jeugdrecht.be en voorheen aan de opdracht inzake jeugddelinquentie verliet de OSBJ. Zij is advocaat aan de balie te Gent. Joz Vanden Eynden werkte tot 1 oktober 2010 halftijds als inhoudelijk verantwoordelijke voor de opdracht Stent en is thans directeur van vzw Onderweg, dienst voor pleegzorg. Veerle Verlinden verliet de organisatie op 15 november 2010. Zij was verantwoordelijk voor het pakket basisvorming. Ze ging terug naar de praktijk bij Joba vzw, als pedagogisch verantwoordelijke. Kim Alliet, als juriste verantwoordelijk voor Jeugdrecht.be, keerde op 1 november 2010 terug naar de balie te Mechelen. Kurt De Backer, verantwoordelijk voor het thema kinderrechten, de verzameling van methodieken en procesbegeleider, startte op 1 januari 2011 als teamverantwoordelijke binnen het CAW te Leuven. Chantale Staelens, logistiek medewerkster, verliet de OSBJ einde december 2010. We wensen haar succes! INLEIDING
9
Annemie Van Looveren verwerkt sinds september de juridische helpdeskvragen tot juridische FAQ items voor de website. We startten in december ook de aanwervingsprocedure voor een extra Binc-medewerker. In januari 2011 zijn de teamleden van het Steunpunt Jeugdhulp de volgende. § § § § § § § §
Lieve Balcaen (Binc en herstelgerichte pedagogiek - 50%) Min Berghmans (directeur - 80% sedert 1 augustus, voordien 100%) Kurt De Backer (opvoedingsondersteuning Kuregem - 20%) Wederik De Meersman (eindverantwoordelijke Binc, communicatie - 75%) Hilde Engelbeens (eindverantwoordelijke administratie en documentatie - 100%) Lydwine Huizinga (Binc, 100 %) Annelies Peeters (eindverantwoordelijke Jeugdrecht.be - 50%) Annemie Van Looveren (juridische FAQ – 33%)
Organisatiestructuur in 2010
Intern
Extern overleg
overleg
algemeen team (14 daags)
subteams
Ad hoc projecten
Binc (maandelijks)
Jeugdrecht (tweemaandelijks)
IVA Jongerenwelzijn
Stuurgroep ondersteuniing
werkoverleg
Stent www.stentproject.be
Binc www.binc.vlaanderen .be
Jeugdrecht www.jeugdrecht.be
regionaal overleg
Stuurgroep Binc
Stuurgroep met SAW (2 maal per jaar)
Overleg IJH
Technische stuurgroep / opvolgingsverg.
Redactieraad (5 maal per jaar)
Opvoediingsondersteuniing
Herstelgerichte pedagogiek
Stuurgroep
werkgroep
Stent (tweemaandelijks)
Administratie (maandelijks)
8. Beleidsplan 2010 was een jaar met vooral vraagtekens over de toekomst en zoeken naar een nieuw perspectief. Met de ontwikkeling van de conceptnota voor het Steunpunt Jeugdhulp, werden de eerste lijnen uitgezet. Prioriteit gaat naar een blauwdruk voor een organisatorische hervorming. De herprofilering van de vroegere OSBJ moet zich vertalen in alle geledingen van de organisatie: de Algemene Vergadering (AV), de Raad van Bestuur (RvB) en het team. De knowhow uit de andere sectoren van de jeugdhulpverlening krijgt zo binnen het Steunpunt Jeugdhulp ook een gezicht.
INLEIDING
10
De rol en ruimte voor oude en nieuwe leden van de AV en RvB zal evenwichtig bepaald worden. Een verbreding van de samenstelling van de Raad van Bestuur zal gepaard gaan met een omschrijving van functies en taken, met als doel een professionalisering van de Raad van Bestuur onder het motto van deugdelijk bestuur.
9. Netwerken De OSBJ nam ook in het voorbije jaar deel aan allerlei intersectoraal overleg met vele externe partners. Dit versterkt en waarborgt de structurele samenwerking met een aantal andere actoren die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn bij de Bijzondere Jeugdzorg. De verbreding van ons draagvlak vindt hierin inspiratie. We vinden dit systematisch overleg belangrijk om de structurele samenwerking met heel wat andere sectoren wiens werking direct of indirect grenst aan de hulpverlening uit de Bijzondere Jeugdzorg te kunnen waarborgen. Informatie-uitwisseling, zoeken naar complementariteit en naar samenwerkingskansen, delen van expertise en ervaring, het organiseren van/deelnemen aan vorming zijn hier belangrijke elementen.
10. Werkingsverslag We vertrekken vanuit de convenant-doelstellingen. We brengen verslag uit van hoe we deze doelstellingen gerealiseerd hebben, welke acties we hiervoor ondernomen hebben, welke de indicatoren zijn waaraan we de realisatie kunnen aftoetsen en tot welke producten deze leidden. Daarnaast schetsen we kort welke activiteiten we los van de convenant met het IVA Jongerenwelzijn ontplooiden. We zetten in op vorming en procesbegeleiding tegen betaling, op een project opvoedingsondersteuning te Kuregem en een door Cera ondersteund project tot deskundigheidsbevordering van jeugdhulpverleners. In de loop van het voorbije jaar brachten we over dit alles ook op andere manieren verslag uit. Publicaties, artikels, aanbevelingsnota’s, rapporten en beleidsadviezen getuigen van een sterke dynamiek. Je kan ze terugvinden op www.steunpuntjeugdhulp.be.
Veel leesgenot!
INLEIDING
11
INLEIDING
12
WERKINGSVERSLAG
HOOFDSTUK I: BINC, VAN PILOOTFASE NAAR IMPLEMENTATIE DOELSTELLING 1: De initiatiefnemer werkt mee aan de ontwikkeling, de implementatie, de opvolging en de evaluatie van BINC (Begeleiding in Cijfers), het registratiesysteem voor de private voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand. 2010 was een erg druk BINC-jaar. De pilootfase werd afgerond en alles werd in gereedheid gebracht voor de implementatie van het registratiesysteem in meer dan 300 voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg. In dit hoofdstuk gaat de aandacht vooral naar de cijfers van 2010. Gelukkig is BINC meer dan alleen cijfers; we onthouden ook de vele discussies tussen de BINC stafmedewerkers, de contacten met de mensen uit de praktijk en het vele opzoek- en schrijfwerk. Op www.steunpuntjeugdhulp.be is meer achtergrondinformatie terug te vinden.
Afronding Pilootfase Officieel werd de pilootfase afgerond op 1 maart 2010, na exact 1 jaar proefdraaien. De informatie die we tijdens de pilootfase hadden verzameld werd aangevuld met de resultaten van een online enquête die liep in maart en april 2010. Alle deze informatie werd gebundeld in een eindrapport dat, samen met een brief van minister Vandeurzen werd verzonden naar alle private voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg. Dit eindrapport diende niet alleen om de pilootvoorzieningen feedback te geven over de eerste voorlopige resultaten van een jaar registreren, maar was voor vele voorzieningen ook de eerste kennismaking met het nieuwe registratiesysteem. De pilootfase leerde ons vooral dat § BINC gebruiksvriendelijker moet § de link met de dagelijkse praktijk onvoldoende aanwezig was § er een grote vraag is naar werkvormspecifieke modules De uitgebreide conclusies zijn na te lezen in het eindrapport (te raadplegen op onze website).
Ontwikkeling BINC 2.0 Inhoudelijke ontwikkeling Om het werkveld maximaal te betrekken, werd reeds in 2007 de werkgroep BINC opgericht waarin verschillende werkvormen zijn vertegenwoordigd. Deze groep staat mee in voor de inhoudelijke uitwerking van het project. Hiervoor werd o.a. gebruik gemaakt van casussen. Ze inventariseerde welke informatie we willen bekomen en werkte ook de verdere conceptualisering en operationalisering uit. Dit jaar kwam deze werkgroep samen op 15 januari en op 22 april 2010. Naast deze bijeenkomsten werden de werkgroepleden regelmatig telefonisch gecontacteerd met inhoudelijke vragen. We willen hen dan ook graag bedanken voor hun gewaardeerde inbreng. Om de implementatie van BINC te laten slagen was een grondige aanpassing van de toepassing nodig. Eerst en vooral werd de algemene module een stuk gebruiksvriendelijker gemaakt. BINC oogt nu niet alleen veel mooier, maar is vooral duidelijker opgebouwd zodat de gebruikers makkelijk hun weg vinden in de toepassing. Naast de mogelijkheid om rapporten op te vragen in BINC (zowel op dossierniveau als overzichtsrapporten) werd een functie ingebouwd waarmee gebruikers sjablonen voor verslaggeving kunnen downloaden die deels zullen worden ingevuld met gegevens uit BINC. Dit is WERKINGSVERSLAG
15
een belangrijke uitbreiding die het ‘nut’ van BINC en de link met de dagelijkse praktijk moet vergroten. Wat betreft de werkvormspecifieke modules, werden de modules thuisbegeleiding/dagcentra en HCA (herstelrechtelijke en constructieve afhandelingen) inhoudelijk afgewerkt. In de module voor de thuisbegeleidingsdiensten en dagcentra werden een uitgebreid onderdeel opgenomen om ook het gezinsfunctioneren in kaart te brengen. De 26 vragen werden geselecteerd uit de Vragenlijst Gezinsfunctioneren (VGF). De ontwikkeling van de HCA-module was in meerdere opzichten minder evident. Vooreerst is de finaliteit van HCA niet uitsluitend of hoofdzakelijk hulpverlening maar wel een reactie op een delict waar herstel, responsabilisering en/of normbevestiging wordt nagestreefd. Daarom sluit het niet helemaal aan bij de doelstellingen van BINC dat niet alleen de doelgroep in kaart wil brengen maar ook het hulpverleningsproces. Bovendien beschikten de HCA-diensten reeds over een uitgebreid en eenvormig registratiesysteem dat sterk afweek van BINC. Omdat we graag de volledige doelgroep van de Bijzondere Jeugdzorg in beeld wilden brengen, werd beslist om HCA onder te brengen in BINC. Gezien de specificiteit van HCA waren er twee mogelijkheden: een minimale registratie in BINC en daarnaast een eigen HCAregistratie ofwel een volledige integratie in BINC. Er werd geopteerd voor het laatste. Een derde complicatie is dat HCA op zichzelf reeds een verzamelterm is voor vier verschillende afhandelingen met name gemeenschapsdienst, leerprojecten en hergo (herstelgericht groepsoverleg) zodat hier drie verschillende modules voor werden uitgewerkt. De module voor gemeenschapsdienst/leerprojecten sluit het best aan bij de algemene module omdat de ‘cliënt’ hier uitsluitend de jongere is. Voor bemiddeling en hergo worden ook de gegevens van de slachtoffers geregistreerd en hebben de begeleidingsgegevens vooral betrekking op het bemiddelingsproces en de mate van participatie van de deelnemers. Functioneringsgegevens werden dan weer weggelaten voor bemiddeling. Tenslotte gaf ook de doelstellingenregistratie veel stof tot discussie. Met uitzondering van de leerprojecten, vonden de HCA-medewerkers dat er voor gemeenschapsdienst, bemiddeling en hergo geen jongere-specifieke doelstellingen konden geformuleerd worden. Er werd daarom afgesproken dat deze afhandelingen enkele meer algemene doelstellingen zouden formuleren die voor elke jongere (en liefst ook voor elke dienst) dezelfde zijn. Dit zette de diensten ertoe aan om – eerst per dienst- te reflecteren over deze doelstellingen per afhandeling. In 2011 zal dit verder worden ontwikkeld op het coördinatorenoverleg waar alle HCA-diensten zijn vertegenwoordigd. Voor de opbouw van de HCA-module vonden verschillende vormen van overleg plaats: § Werkgroepen registratie waar het bestaande registratiesysteem werd geëvalueerd en aangepast: 21 januari – 4 februari – 4 maart. § Deelname aan het coördinatorenoverleg waar de kansen en risico’s van de integratie van het bestaande registratiesysteem in BINC werd besproken. Ook het Agentschap Jongerenwelzijn nam deel aan dit overleg: 21 april – 12 mei – 23 juni – 22 september. Ook voor Pleegzorg, Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) en Crisishulp aan Huis (CaH) zijn al stappen gezet voor de ontwikkeling van specifieke modules. Ook deze ontwikkelingen gebeurden steeds in overleg met de praktijk. § Pleegzorg 18 februari § BZW 22 februari (en tevens besproken op vergaderingen van de federatie BZW) § CaH 5 mei - 29 september Tenslotte werd gezocht naar een geschikte toepassing voor het gebruikersbeheer van BINC. Deze toepassing moest voldoen aan twee voorwaarden: voorzieningen moeten zelf kunnen instaan voor het beheren van gebruikers, en de privacy van de jongeren moet absoluut gegarandeerd zijn. Uiteindelijk werd gekozen om te werken met het bestaande systeem van de sociale zekerheid op het e-Health platform. Dit systeem bleek te voldoen aan de voorwaarden, maar is allesbehalve WERKINGSVERSLAG
16
gebruiksvriendelijk, mede omdat het voor andere toepassingen dan BINC is ontwikkeld. De kosten (in tijd en geld) om een eigen systeem te ontwikkelen zouden echter te hoog oplopen. Uiteraard heeft de povere gebruiksvriendelijkheid zijn impact gehad op het aantal helpdeskvragen (zie verder). Technische ontwikkeling Een aanzienlijk deel van onze tijd ging naar het opvolgen van de technische ontwikkeling. Dit gebeurde dit jaar niet alleen op de technische stuurgroep, maar ook op de tweewekelijkse opvolgingsvergaderingen die eind 2009 zijn opgezet. Hierin zitten vertegenwoordigers van het IVA Jongerenwelzijn, Smals (de software-ontwikkelaar) en het Steunpunt Jeugdhulp. Onze rol blijft vooral het bewaken van het inhoudelijk concept van BINC. We fungeren als doorgeefluik voor de gebruikers en blijven waken over de gebruiksvriendelijkheid en bruikbaarheid van het systeem. Een overzicht van de verschillende overlegmomenten is te vinden in het activiteitenoverzicht in de bijlagen.
Implementatie Infomomenten In het najaar organiseerden we 3 infomomenten voor niet-piloot voorzieningen. Hiermee werd het startschot gegeven voor de implementatie van BINC in de hele sector. In september kregen de directies een uiteenzetting over BINC, ingeleid door Stefaan Van Mulders (Agentschap Jongerenwelzijn) en afgerond door Jan Bosmans (Vlaams Welzijnsverbond). In oktober waren de toekomstige registratieverantwoordelijken aan de beurt. Aantal deelnemers: § 3 september (Brussel) – 131 directieleden (± 118 voorzieningen) § 8 oktober (Schaarbeek) – 125 deelnemers (± 62 voorzieningen) § 12 oktober (Gent) – 177 deelnemers (± 98 voorzieningen) Op het programma van de infomomenten voor registratieverantwoordelijken stond op de eerste plaats de kennismaking met de (vernieuwde) toepassing. Uiteraard voorafgegaan door een korte uiteenzetting over het waarom van registreren. Daarnaast vonden we het ook belangrijk één van de pilootvoorzieningen aan het woord te laten. We interviewden hiervoor 3 registratieverantwoordelijken van vzw De Touter en registreerden hun bevindingen op film. Het filmpje is te bekijken via onze Facebookpagina of op YouTube. Alle informatie van deze infodagen is nog steeds beschikbaar via onze website. Uit de evaluatieformulieren bleek dat de infomomenten aan de verwachtingen van de deelnemers voldeden en dat de informatie duidelijk werd gebracht. Dit bleek echter niet voldoende om de deelnemers met een gerust gemoed naar huis te sturen. Het bleef voor veel deelnemers enigszins onduidelijk wat BINC precies gaat teweegbrengen. Dat is begrijpelijk en bevestigt alleen maar dat we het komende jaar maximaal moeten inzetten op de ondersteuning van de diensten. Gelukkig weten de meeste deelnemers wel zeer goed waar ze met vragen en feedback terecht kunnen. 1= helemaal oneens, 2= gedeeltelijk oneens, 3= niet eens, niet oneens, 4= gedeeltelijk eens, 5= helemaal eens 8 oktober 2010 12 oktober 2010 Schaarbeek Gent 38 formulieren 87 formulieren Het informatiemoment voldeed aan mijn verwachtingen.
4,2
4,0
4,1
De informatie werd op begrijpbare manier gepresenteerd.
4,4
4,4
4,4
WERKINGSVERSLAG
17
Ik heb een duidelijk beeld op wat in de toekomst met BINC gaat gebeuren.
3,9
3,6
3,75
Ik heb voldoende informatie om mijn collega’s in te lichten over BINC.
3,8
3,35
3,6
Ik weet duidelijk wat van mij als registratieverantwoordelijke verwacht wordt.
3,8
3,7
3,75
Ik weet waar ik met mijn vragen en feedback over BINC terecht kan.
4,5
4,4
4,45
Ik weet duidelijk wat ik van de OSBJ mag verwachten.
3,9
4,1
4,0
4,1
3,9
4,0
Naast deze 3 infomomenten werden ook twee info- en DRA momenten voor de pilootvoorzieningen georganiseerd (22 en 30 september). DRA staat voor Dialoog, Reflectie en Actie. Ook de pilootvoorzieningen konden een blik werpen op de vernieuwde toepassing. Bovendien discussieerden we een eerste keer met hen over de geregistreerde cijfers. We leerden hier in eerste instantie uit dat we voorzichtig zullen moeten blijven bij de interpretatie van cijfers … De verslagen van deze Dialoog-, Reflectie-, en Actiemomenten werden besproken op de stuurgroep van 8 december. Opleidingen Een volgende stap in het implementatieproces waren de opleidingen. Deze richtten zich in de eerste plaats naar de registratieverantwoordelijken (zowel van piloot- als van nieuwe voorzieningen). In november en december 2010 werden 33 opleidingsmomenten georganiseerd in Brussel, goed voor 302 deelnemers. (In januari 2011 werden nog eens 130 registratieverantwoordelijken opgeleid. De HCA-medewerkers krijgen hun opleiding in april 2011.) In samenwerking met GiVi werd ook een nieuwe handleiding geschreven voor de nieuwe versie van BINC. Deze handleiding werd ter beschikking gesteld aan de registratieverantwoordelijken die de opleidingen in Brussel bijwoonden. De handleiding wordt up-to-date gehouden door het Steunpunt Jeugdhulp en kan ook steeds gedownload worden van onze website.
Ondersteuning BINC Een belangrijke opdracht voor de stafmedewerkers BINC is en blijft de ondersteuning van de gebruikers. Dit gebeurt op verschillende manieren: Helpdesk en FAQ (
[email protected]) We bemanden een permanente helpdesk waarop deelnemers zowel met inhoudelijke als technische vragen terecht konden. De meeste vragen konden worden opgelost door onszelf. Indien nodig stuurden we de vraag door naar de juiste instantie (Smals, Jongerenwelzijn, Eranova). In 2010 ontvingen we een 70-tal telefoons en meer dan 200 mails. In het voorjaar waren dit vooral vragen van pilootvoorzieningen (info over gebruik van rapporten, technische problemen i.v.m. inloggen, gebruikersbeheer). Naarmate de implementatie van BINC op gang kwam, kregen we uiteraard meer vragen van ‘nieuwe’ voorzieningen. Hoe zal de implementatie verlopen, wie moet registreren, welke dossiers? De meeste vragen hadden echter betrekking op het nieuwe gebruikersbeheer dat nu via de site van de Sociale Zekerheid verloopt. Dit bleek een hele klus voor heel wat voorzieningen. Er ontstond ook wat verwarring omwille van het feit dat het gebruikersbeheer in een andere toepassing gebeurt met ook nog eens een andere inlogprocedure. In principe dienden gebruikers met vragen over gebruikersbeheer contact op te nemen met het contactcenter van Eranova. In vele gevallen bleken ze toch eerst ons te contacteren … WERKINGSVERSLAG
18
Uiteraard zal de helpdesk in 2011 een veelvoud aan vragen te verwerken krijgen (in januari 2011 registreerden we bijvoorbeeld al 50 telefonische en een 60-tal elektronische helpdeskvragen). De meest voorkomende vragen publiceren we op de FAQ pagina van onze website. BINC on Tour Met dit concept willen we voorzieningen ter plaatse inhoudelijk en technisch ondersteunen. In 2010 lag de nadruk vooral op het voorstellen van BINC aan niet-piloot voorzieningen. In maart trokken we naar een aantal thuisbegeleidingsdiensten in Gent. In april deden we dat over voor een aantal directeurs uit het Antwerpse. Op 6 oktober hielpen we vzw De Hand bij het uittekenen van hun gebruikersbeheer en op 8 november stelden we BINC voor aan de vzw Don Bosco (Eeklo). Het spreekt voor zich dat we volgend jaar volop moeten blijven inzetten op deze ondersteuning ter plaatse. De nadruk zal dan veel meer liggen op de technische en inhoudelijke ondersteuning en het integreren van BINC in de dagelijkse werking. Communicatie Naast de infomomenten (cf. supra) werd de sector regelmatig op de hoogte gehouden van de stand van zaken via de e-zines van de OSBJ/het Steunpunt Jeugdhulp en de extra BINC Nieuwsflash e-zines (juni, oktober en december 2010). Geïnteresseerden konden en kunnen steeds meer details vinden op onze website door te klikken op het BINC logo.
Stuurgroep BINC De stuurgroep, met vertegenwoordigers van het Agentschap Jongerenwelzijn, het kabinet en het Steunpunt Jeugdhulp, kwam samen op 25 februari, 20 mei, 13 september en 8 december 2010. De stuurgroep bewaakt de grote lijnen van het project. Dit jaar werd vooral stilgestaan bij het implementatietraject en de communicatie naar de sector.
WERKINGSVERSLAG
19
HOOFDSTUK II: JURIDISCHE ONDERSTEUNING, VAN VRAAG NAAR ANTWOORD DOELSTELLING 2: De initiatiefnemer informeert jeugdhulpverleners uit de bijzondere jeugdbijstand en het algemeen welzijnswerk over de juridische aspecten van hun werk in relatie tot minderjarigen en hun (gezins)context. De ondersteuning die de OSBJ hierbij opneemt is: informeren en leren omgaan met een juridische achtergrond van het handelen binnen de jeugdhulpverlening. Professionele hulpverlening kent en houdt rekening met de juridische achtergrond. De OSBJ vervult hierin een vertaalfunctie waarbij concrete vragen geduid worden binnen het regelgevend kader. Deze ondersteunende rol wordt ingevuld via drie pijlers. Dit gebeurt via de juridische helpdesk waar de professionaliteit van jeugdhulpverleners ondersteund wordt door het op vraag verstrekken van informatie over juridische regels in hun relatie tot de cliënten en over juridische procedures. Via het online helpdeskformulier bereiken vragen vanuit het werkveld het juridisch team. De Bijzondere Jeugdzorg en het Algemeen Welzijnswerk vormen hierin de primaire doelgroep. Vragen van externen over de Bijzondere Jeugdzorg worden eveneens beantwoord. Particulieren worden doorverwezen. Een tweede pijler is de juridische FAQ-lijst op de website. De meest gestelde helpdeskvragen worden op een korte, toegankelijke wijze in de FAQ-lijst opgenomen. Zo vinden jeugdhulpverleners met juridische vragen een mogelijk antwoord of begin van antwoord. Een derde pijler is Jeugdrecht.be. Jeugdrecht.be – www.jeugdrecht.be – bestaat uit een online databank met artikels en een tweemaandelijks e-zine. Tot slot, in het kader van de opdracht ‘Basispakket vorming’ gaf het juridisch team mee vorm aan de studiedagen beroepsgeheim. (zie Hoofdstuk IV)
Juridische helpdesk Met de helpdesk wordt een belangrijke ondersteunende functie naar het werkveld uitgewerkt. Uit het werkveld komt duidelijk een nood naar juridische toetsing van de mogelijkheden van handelen binnen een correct juridisch kader. Dit zowel door individuele hulpverleners in concrete casussen, als door leidinggevenden en teamverantwoordelijken die de handelingswijze van de voorziening willen toetsen aan het regelgevend kader. Daarnaast zijn vragen ook gericht op het inwinnen van correcte informatie om de cliënt zo goed mogelijk te kunnen verder helpen. De antwoorden zijn er op gericht het regelgevend kader aan te geven rond een bepaalde materie of handelswijze, evenals het vertalen van het regelgevend kader. Vanuit de helpdesk wordt er dan ook naar gestreefd om een voor de praktijkwerker toegankelijk antwoord te formuleren, toegepast op de concrete situatie. Hoeveel vragen werden er gesteld? In 2010 registreerden we 403 juridische helpdeskvragen, wat overeenkomt met 33,6 vragen gemiddeld per maand. Ten opzichte van 2009 daalde het aantal helpdeskvragen lichtjes, we WERKINGSVERSLAG
20
registreerden toen 435 vragen. In de periode 2007-2010 stellen we lichte schommelingen vast, met een duidelijke verhoging van het aantal vragen in 2008.
Jaar
Aantal
2007 2008 2009 2010
348 448 435 403
Aantal helpdeskvragen 2007-2010 500 450 400 350 300 250
Aantal
200 150 100 50 0 2007
2008
2009
2010
Alle helpdeskvragen worden in principe beantwoord binnen de vooropgestelde tijd van twee weken. In 2010 werden van de 403 vragen, 7 vragen niet binnen deze termijn beantwoord. Het ging hier om complexe vragen die meer opzoekwerk of bevraging bij externe deskundigen vereisten. Wie zijn de vraagstellers? Van de 403 vragen werden 333 vragen gesteld door de ‘ruime sector Bijzondere Jeugdzorg’. 22 helpdeskvragen werden door CAW’s gesteld. 45 vraagstellers behoorden tot een andere (jeugd)hulpsector. Omdat particulieren meteen doorverwezen worden, zijn deze gegevens niet opgenomen in onderstaand overzicht. Bekijken we de Bijzondere Jeugdzorg meer in detail, dan stellen we vast dat in 2010 186 vragen gesteld werden door voorzieningen uit de Bijzondere Jeugdzorg, 81 door diensten voor pleegzorg, 38 door IVA Jongerenwelzijn (Comités, Gemeenschapsinstellingen, Jo-lijn, Sociale diensten Jeugdrechtbank) en 16 door HCA-diensten. 12 vragen werden gesteld door pleegouders.
WERKINGSVERSLAG
21
Sector
N
%
AWW - CAW BJB - voorzieningen BJB - diensten voor pleegzorg BJB - pleegouder BJB - HCA IVA Jongerenwelzijn Andere - restcategorie Andere - VAD Andere - KRC Andere - onderwijs Andere - CLB Andere - IJH Andere - VAPH Andere - GGZ Andere - Parket Andere - Jeugdwerk Andere - OCMW Onbekend
22 186 81 12 16 38 13 7 1 5 1 1 9 3 1 2 2 3
5,5% 46,2% 20,1% 3,0% 4,0% 9,4% 3,2% 1,7% 0,2% 1,2% 0,2% 0,2% 2,2% 0,7% 0,2% 0,5% 0,5% 0,7%
Totaal
403
100,0%
Wie stelt er een vraag aan de juridische helpdesk? (detail) Andere Andere - GGZ IJH 1% Andere - onderwijs Andere - CLB 0% Andere 1% 0% Andere - KRC VAPH 0% Andere - VAD 2% 2% Andere restcategorie 3%
Andere - Jeugdwerk Andere 0% Andere - OCMW - Parket 0% 0% Onbekend AWW - CAW 1% 5%
IVA Jongerenwelzijn 9%
BJB - HCA 4% BJB - pleegouder 3% BJB - voorzieningen 46% BJB - diensten voor pleegzorg 20%
WERKINGSVERSLAG
22
Welke vragen worden er vooral gesteld? Ruim één vierde van de vragen gaan over beroepsgeheim, verslaggeving, dossier, doorgeven van informatie. Verder komen vragen over de verhouding tussen jongeren en ouders (18,6 %) vaak terug. Veel van deze vragen houden verband met de gezinscontext en hebben betrekking op complexe gezinsvormen. Bijna 10 % van de vragen handelen over privacy. Al deze materies zorgen in de praktijk nog voor veel vragen over toepassing in concrete situaties. Ook de verhoogde aandacht voor het Decreet Rechtspositie Minderjarigen maakt dat jeugdhulpverleners veel aandacht hebben voor toetsing van hun handelswijze aan de hierin bestaande kaders. Een extract van de inhoud van de gestelde vragen in deze materies betreffen vooral: de grenzen van verslaggeving in verhouding met de plicht tot verslaggeving aan verwijzer, de inkijkrechten in een dossier en de samenstelling van dossiers, beroepsgeheim en de relatie met de gezinscontext en andere betrokken hulpverleners, privacy bij het gebruik van nieuwe media en de relatie met de pers. De complexiteit van de regelgeving in de Bijzondere Jeugdzorg komt regelmatig tot uiting. Zowel praktijkwerkers, als leidinggevenden stellen hierover vragen. Er is nood aan een deskundige bron en specifieke expertise. Ook in de andere categorieën wordt de helpdesk geconfronteerd met steeds terugkerende vragen en toepassing van het regelgevend kader. Het betreft vragen m.b.t. pleegzorg, jeugddelinquentie, financiële aspecten,… Hoofdthema (meest toepasselijk)
%
Beroepsgeheim en dossier
26,6%
Bijzondere Jeugdzorg
18,6%
Ouders/vertegenwoordiging/bekwaamheid
19,9%
Pleegzorg
10,7%
Privacy
9,7%
Jeugddelinquentie
5,7%
Leefomgeving van de jongere
5,2%
Misdrijven en hun gevolgen
4,7%
Jongeren en financiële aspecten
2,7%
Blanco
0,7%
Meerderjarigen
0,7%
Vreemdelingen
0,7%
WERKINGSVERSLAG
23
Welke vragen worden het meeste gesteld? (hoofdthema) Vreemdelingen 1%
Blanco 1%
Privacy 10%
Pleegzorg 10% Ouders/vertegenw oordiging/ bekwaamheid 14%
Misdrijven en hun gevolgen 5% Meerderjarigen 1% Jongeren en financiële aspecten Jeugddelinquentie 3% 6%
Beroepsgeheim en dossier 26%
Bijzondere jeugdzorg 18%
Leefomgeving van de jongere 5%
Omdat bepaalde vragen steeds terugkomen, werd de FAQ-lijst grondig uitgebreid (zie verder). Toch stellen we vast dat jeugdhulpverleners vaak een concrete juridische toetsing willen van de situatie waarmee ze geconfronteerd worden. Een goed uitgeruste helpdesk blijft dus onmisbaar. Enkele abstracten van vragen gesteld aan de helpdesk: § Een jongere uit de voorziening wordt gecontacteerd om mee te werken aan een reportage waarbij zijn verhaal in woord en beeld wordt gebracht. Als voorziening staan wij hier niet echt achter gezien de gedragsproblematiek van de jongere mogelijk tot negatieve beeldvorming kan leiden. Mag de jongere in beeld gebracht worden? Kan de jeugdrechter hierin toestemming verlenen? § Een hulpverlener vraagt of hij kopij van een dossier of verslag kan maken over verloop van de hulpverlening indien hij weet dat dit door de ouder gebruikt zal worden in het kader van een vechtscheiding? § Een hulpverlener wordt geconfronteerd met een vraag van ouders tot inzage in een dossier van hun kind dat intussen meerderjarig werd. Dient hij hen inzage te verschaffen ? Moet de jongere hiertoe toestemming geven? § Hulpverleners willen een infoavond organiseren voor ouders over de werking binnen de voorziening. Kunnen zij daarbij de jongeren zelf aan het woord laten en beelden laten zien van de dagelijkse werking? § Een hulpverlener stelt zich de vraag of hij moet ingaan op een uitnodiging van een onderzoeksrechter om vragen te beantwoorden over een minderjarige die hij heeft begeleid. Wat als de vraag door de politie wordt gesteld? Ben je als hulpverlener verplicht hierop in te gaan? § Een hulpverlener krijgt van een stiefouder informatie over het dagelijks leven in het gezin, maar de stiefouder wil dat deze vertrouwelijk blijft en niet in het verslag wordt opgenomen. Hoe moet een hulpverlener met deze vraag omgaan?
WERKINGSVERSLAG
24
§ §
§
§
§
Een stiefouder eist inzage in het dossier van de minderjarige. De hulpverlener vraagt zich af of zij toegang heeft tot het dossier en welke gegevens zij mag inkijken. Een hulpverlener vraagt hoe om te gaan met toevallig ontdekte informatie op een sociale netwerksite, m.b.t. een gezin dat hij begeleidt. Dient deze informatie meegenomen te worden in het verslag aan verwijzer? Een voorziening stelt een vraag m.b.t. het toetsen van haar beleid inzake drugscontrole en de samenwerking hierin met de plaatselijke politiedienst aan het regelgevend kader. Onder welke voorwaarden is een kamerdoorzoeking juridisch verantwoord ? Een dienst voor begeleiding van pleeggezinnen stelt de vraag hoe ze moet omgaan met verhalen van een pleegkind over seksueel misbruik. In de concrete situatie werd aangemeld bij de consulent maar evalueerde deze en vindt het niet nodig om klacht in te dienen. De begeleidingsdienst stelt vragen omtrent haar betrokkenheid: dient zij toestemming te hebben van consulent om klacht in te dienen? Kan het pleeggezin klacht indienen? Kan de hulpverlener nog aangesproken worden voor schuldig hulpverzuim? Een dienst voor pleegzorg stelt vragen m.b.t. bewaartermijn van dossiers en inzagerecht in dossiers van ondertussen meerderjarig geworden cliënten.
De juridische FAQ De juridische FAQ is een lijst met veel gestelde juridische vragen, te raadplegen via het menu juridische ondersteuning op de website. Via een systeem van trefwoorden vindt de gebruiker vragen over een specifiek thema terug. In de juridische FAQ worden de meest gestelde vragen opgenomen. De FAQ-vragen zijn gebaseerd op de helpdeskvragen, maar overstijgen de individuele toepassing van een helpdeskvraag. Ze zijn algemeen, kort en toegankelijk geformuleerd. De FAQ is tevens verbonden met de databank Jeugdrecht.be. Wie meer achtergrondinformatie zoekt, kan vanuit het concrete FAQ-antwoord doorklikken naar een artikel op Jeugdrecht.be. In die zin is er naast vraag en antwoord ook een link opgenomen naar een aansluitend Jeugdrecht.be artikel. Daarbij geldt wel de beperking dat Jeugdrecht.be enkel toegankelijk is voor geregistreerde gebruikers. De juridische FAQ biedt jeugdhulpverleners handvaten om een moeilijk juridisch kader zelf toe te passen op een concrete situatie. Een goed uitgebouwde juridische FAQ daagt hen uit om zelf actief een antwoord te formuleren. Daarom besteden we veel aandacht aan de juridische FAQ. Uit de helpdeskvragen van 2007 tot nu filteren we de meest gestelde en voor de jeugdhulpverleners meest interessante vragen. Eind 2010 werd de FAQ-lijst reeds uitgebreid met 70 nieuwe vragen over beroepsgeheim, dossier, verslaggeving, privacy, pers en media. In 2011 bereiden we de FAQ-lijst verder uit met nieuwe vragen over andere thema’s. In 2011 zullen we ook de gebruiksvriendelijkheid van de juridische FAQ verhogen. Er komt een aparte zoekfunctie en een handige woordenwolk. De juridische FAQ telde op 31 december 2010, 228 vragen. Bekijken we onderstaande tabel van meest bekeken vragen in 2010, dan valt op dat vragen in verband met gezin, familie, (ouderlijk gezag, onderhoudsplicht, afstamming,…) vaak aangeklikt worden. Opmerkelijk is dat, net zoals bij de online helpdesk, vragen met betrekking tot beroepsgeheim en dossier frequent terugkomen. Tot slot merken we op dat vragen over de Bijzondere Jeugdzorg en seksualiteit in de top 15 voorkomen.
WERKINGSVERSLAG
25
Vraag (aantal pageviews per dag – periode 1 januari 2010 tot 31 december 2010) 1 Wat is ontzetting uit het ouderlijk gezag? Wanneer kan het? 2 Wat is een burgerlijke partijstelling? 3 Kan je je beroepsgeheim als hulpverlener doorbreken als je merkt dat een kind ernstig in gevaar is? 4 In welke mate kan een MOF (een als misdrijf omschreven feit) geherkwalificeerd worden naar een POS (problematische opvoedingssituatie)? 5 Kan de erkenning van een kind ongedaan worden gemaakt? 6 Is een ouder onderhoudsplichtig ten aanzien van zijn 18 jaar geworden zoon? Kan de ouder van zijn zoon eisen dat hij ergens anders gaat wonen? 7 Kan een minderjarige bekomen dat de vrijwillige hulpverlening wordt stopgezet? 8 Wat verstaat men onder het gedeeld beroepsgeheim? 9 Wanneer stopt de onderhoudsplicht van de ouders ten aanzien van hun kinderen? 10 Hebben ouders recht op een kopie van verslag gemaakt over hun kind? 11 Wanneer kan je als hulpverlener je beroepsgeheim doorbreken? 12 Seks in de voorziening, mag dat? 13 Een jongen van 16 jaar heeft in een voorziening seksueel contact met een meisje van 13 jaar. Moeten de ouders hierover worden ingelicht? Moet de politie worden ingelicht? 14 Hoe lang mogen dossiers van minderjarigen in de hulpverleningsinstanties worden bewaard?
aantal 746 372 334 327 304 289 229 226 212 203 189 175 174 172
15 Wanneer een minderjarig kind in een instelling wordt geplaatst door de jeugdrechter, moeten de ouders dan bijdragen in de kosten van deze plaatsing? Wat gebeurt er met het kindergeld bij plaatsing?
172
Jeugdrecht.be Jeugdrecht.be is het resultaat van een samenwerking tussen de OSBJ en het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (SAW). Jeugdrecht.be maakt de praktijkwerker wegwijs in de rechtspositie van jongeren en jongvolwassenen in de hulpverlening. www.jeugdrecht.be bestaat uit een online databank met ruim 200 artikels. In elk artikel wordt een praktijksituatie uitgediept en theoretisch en praktisch toegelicht. Een tweemaandelijks e-zine brengt de gebruiker op de hoogte van nieuwe en aangepaste artikels.
De website Het bezoekersaantal bleef in 2010 vrijwel stabiel. Het totaal aantal pageviews van de homepagina www.jeugdrecht.be bedroeg 20 012 (in 2009: 21 427 pageviews). Jeugdrecht.be is een relatief vaak bezochte site. Op weekdagen kan het aantal unieke bezoekers oplopen tot ongeveer 100 à 200 bezoekers per dag. In het weekend ligt het aantal unieke bezoekers relatief laag (ongeveer 50 bezoekers per dag).
Het e-zine In 2010 verscheen het e-zine Jeugdrecht.be 6 maal. In totaal werden er 22 artikels aangepast of toegevoegd.
WERKINGSVERSLAG
26
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Titel artikel 2010-01/02 Geldspelletjes en minderjarigen 2010-01/02 Het minderjarig slachtoffer in de herstelbemiddeling 2010-01/02 Maatschappelijk onderzoek: wat wel, wat niet? 2010-01/02 Minderjarigen en alcohol 2010-01/02 Minderjarigen, seks en het Grondwettelijk Hof 2010-03/04 Minderjarigen en roken 2010-03/04 Toegang tot het dossier in de Bijzondere Jeugdzorg 2010-03/04 Toegang tot het medisch dossier 2010-05/06 Afdwingen van contactrecht door een minderjarige 2010-05/06 Apart slapen, vanaf welke leeftijd? 2010-05/06 Contact met stiefbroer en stiefzus 2010-05/06 Stiefouderschap 2010-07/08 Budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling: enkele definities 2010-07/08 Duidelijke regels voor alimentatie van ouders voor hun kinderen 2010-07/08 Geadopteerd, of dan toch weer niet? 2010-07/08 Ongeplande huisbezoeken? 2010-09/10 De collectieve schuldenregeling nader bekeken 2010-09/10 De Everbergwet: wat tijdelijk moest zijn, werd definitief 2010-09/10 Jong en op eigen benen: centen en BZW 2010-11/12 De huurwaarborg 2010-11/12 Jong en op eigen benen: betaalbare woning gezocht 2010-11/12 Ouders van vreemde nationaliteit spoorloos
Status nieuw nieuw nieuw update nieuw update nieuw nieuw nieuw nieuw nieuw update
E-zine jan/feb jan/feb jan/feb jan/feb jan/feb maart/april maart/april maart/april mei/juni mei/juni mei/juni mei/juni
update juli/aug nieuw nieuw nieuw nieuw update nieuw nieuw nieuw nieuw
juli/aug juli/aug juli/aug sept/okt sept/okt sept/okt nov/dec nov/dec nov/dec
De databank met artikels Gebruikers hebben toegang tot een databank met alle up-to-date artikels. Een handige zoekmodule laat toe zeer gericht te zoeken. Zo vindt de gebruiker een antwoord op een juridische vraag. De inhoud van de artikels wordt aangeleverd door een redactieraad die tweemaandelijks bijeenkomt. Daarnaast vormen ook de juridische helpdeskvragen een belangrijke bron van informatie. Bekijken we de meest gelezen artikels sinds de lancering van de vernieuwde website in september 2007, dan valt op dat bepaalde ‘oude’ artikels zeer regelmatig geconsulteerd worden. Merk op dat artikels over beroepsgeheim (nrs. 7, 8, 19, 20, 21 en 25) zéér frequent in de top 25 voorkomen. Ook het thema familie en gezin scoort hoog. In dit verband valt op te merken dat artikels over echtscheiding (nrs 2, 11) populair zijn. Daarnaast worden de artikels over OCMW en leefloon (nrs 1, 6) vaak gelezen. Tot slot zal de aandachtige lezer opmerken dat Bijzondere Jeugdzorg en justitie geliefkoosde thema’s zijn (nrs 10,16, 18, 20, 23).
WERKINGSVERSLAG
27
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Meest gelezen artikels 2007-2010 2009-09 Studenten, OCMW en onderhoudsplicht van de ouders 2008-01 Ouderlijk gezag en omgangsrecht, twee verschillende juridische begrippen 2009-07/08 Minderjarigen en seks 2007-11 Domicilie, referentieadres en ambtelijke schrapping 2009-12 Jong en vader: erkenning van het vaderschap 2009-09 Het recht op leefloon voor studenten 2006-06 Beroepsgeheim van een hulpverlener bij minderjarige cliënten 2009-11 Cliëntoverleg en beroepsgeheim: need to know 2008-05 Kan een minderjarige veroordeeld worden om schade te vergoeden? 2008-10 Een jeugdadvocaat, wat is dat? 2009-03 Bij mama of papa wonen: mag het kind kiezen? 2009-07/08 Seks tussen familieleden, verboden of toegelaten? 2008-11 School- en studiekeuze: wie beslist? 2008-06 Gratis en anoniem naar je huisarts? 2009-05 Spijbelen: wat doet het CLB? 2008-11 Het verschil tussen verlengde minderjarigheid, verlengde hulpverlening en maatregelen na 18 2003-07/08 Wie betaalt de schade? 2008-02 Politieverhoor van minderjarigen 2002-11/12 Ouderlijk gezag en beroepsgeheim 2005-11/12 Beroepsgeheim voor de hulpverleners in de bijzondere jeugdbijstand 2007-09 Wat als jongeren over zelfmoord spreken? 2009-06 Geesteszieke minderjarigen 2009-04 Het nieuwe decreet inzake bijzondere Jeugdbijstand, vernieuwing aan de horizon? 2008-04 Studentenarbeid 2006-11 Het gedeeld beroepsgeheim in de integrale jeugdhulp
Gebruikers en abonnementen Het totaal aantal gebruikers steeg in 2010 lichtjes. Begin 2010 bedroeg het exact aantal gebruikers 845. Eind december 2010 ontvingen in totaal 896 geregistreerde gebruikers een e-zine. Datum 14/01/10 29/04/10 5/11/10 31/12/10
Totaal 845 862 893 896
Betalend 259 251 251 250
Gratis 586 611 642 646
De ‘ruime sector Bijzondere Jeugdzorg’ bestaande uit voorzieningen, consulenten, Gemeenschapsinstellingen en de Centra Algemeen Welzijnswerk of kortweg CAW’s vormen de groep gratis gebruikers. Andere sectoren (onderwijs, CLB, VAPH, justitie, gemeente/OCMW, GGZ, CLB, advocatuur, K&G, studenten,…) betalen een jaarlijkse bijdrage van 20 euro. Vanaf 10 abonnementen per organisatie is er groepskorting mogelijk.
WERKINGSVERSLAG
28
Aantal abonnementen 2010 1000 900 800 700 600 Totaal
500
Betalend 400
Gratis
300 200 100 0 14/01/10
29/04/10
5/11/10
31/12/10
Jeugdrecht.be draagt een sectoroverschrijdende boodschap. De gebruikers komen uit verschillende sectoren. De ‘ruime sector Bijzondere Jeugdzorg’ vormt de grootste groep. Naast voorzieningen maken ook consulenten en pleegouders handig gebruik van Jeugdrecht.be. De CAW’s vormen met 12,61 % de tweede grootste groep. De CLB’s en onderwijsinstellingen vormen samen het grootste aandeel betalende gebruikers. Jeugdrecht.be brengt bovendien verbinding tussen het recht en de praktijk. Ook (jeugd)advocaten, jeugdrechters, politie,… vinden op Jeugdrecht.be hun gading. De categorie ‘andere’ bestaat uit redactieraadleden, stuurgroepleden en andere betrokkenen op de realisatie van Jeugdrecht.be enerzijds en uit studenten anderzijds. Sector Advocaat Andere Arts CAW BJZ CIG CLB Gemeente/OCMW GGZ Justitie K&G Onderwijs Pleegouders Politie VAPH Totaal
WERKINGSVERSLAG
N 40 74 2 113 451 1 48 22 11 3 5 39 55 19 13 896
% 4,46% 8,26% 0,22% 12,61% 50,33% 0,11% 5,36% 2,46% 1,23% 0,33% 0,56% 4,35% 6,14% 2,12% 1,45% 100,00%
29
Onderwijs 4% K&G 1% GGZ 1%
Abonnees per sector op 31/12/2010 VAPH Pleegouders Politie 2% 2% 6%
Justitie 0%
Advocaat 5%
Andere 8%
Gemeente/OCMW 3% CIG 0%
Arts 0%
CAW 13%
CLB 5%
BJZ 50%
Besluit De juridische ondersteuning van de OSBJ groeide de laatste jaren uit tot een geïntegreerd aanbod dat steunt op verschillende pijlers. Dankzij degelijke cijferregistratie en -analyse sinds 2007 hebben we een goed zicht op de noden en behoeften van jeugdhulpverleners, de ruime sector Bijzondere Jeugdzorg en de CAW’s (JAC’s) in het bijzonder. Uit analyse van de helpdeskvragen, de vaak geraadpleegde FAQ-vragen en de meest gelezen Jeugdrecht.be artikels blijkt dat jeugdhulpverleners onder meer nood hebben aan concrete informatie en ondersteuning met betrekking tot beroepsgeheim, dossier, privacy, familierecht en specifieke regelgeving inzake de jeugdhulpverlening. Louter het aanbieden van informatie volstaat hier niet. Jeugdhulpverleners zijn op zoek naar bevattelijke informatie ‘op maat’ en willen hierbij concrete toetsing en bevestiging van deskundigen. Beroepsgeheim en dossier blijven doorheen de jaren op alle vlakken ‘hot items’. De complexiteit van de helpdeskvragen neemt toe. Dit komt onder meer tot uiting door het toenemende aantal vragen in verband met complexe gezinsvormen en zeer specifieke vragen over de regelgeving in de Bijzondere Jeugdzorg. De online helpdesk, de juridische FAQ, Jeugdrecht.be en de vormingen beroepsgeheim zijn complementair ten opzichte van elkaar. Deze pijlers vormen één geïntegreerd allesomvattend geheel. Zo staat de OSBJ, intussen omgedoopt tot Steunpunt Jeugdhulp, garant voor een sterk juridisch aanbod. Een kwaliteitsvol aanbod garanderen, vraagt tijd, ervaring en deskundigheid. Sinds de vermindering van de middelen staat de juridische ondersteuning onder druk. Dit aanbod in de toekomst verzekeren, blijft een uitdaging én bekommernis.
WERKINGSVERSLAG
30
HOOFDSTUK III: INFORMATIE DOELSTELLING 3: De initiatiefnemer verwerft, verwerkt en ontsluit relevante informatie die de jeugdhulpverleners van private en publieke organisaties in de Bijzondere Jeugdbijstand helpt bij de optimalisering van hun opdracht. In 2010 werd de website van de OSBJ tot twee maal toe grondig aangepast. Eerst was er de restyling begin februari 2010. De vernieuwde site oogde frisser en overzichtelijker, dankzij de twee ingekorte menu’s en de logo’s van onze belangrijkste ‘producten’. De bedoeling van deze restyling was het toegankelijker maken van onze site. Eind 2010 volgde dan de naamswijziging van de vzw. Ook dit bracht enkele wijzigingen met zich mee, zij het deze maal puur esthetisch.
Webstatistieken www.osbj.be 2010 Omwille van de nieuwe opbouw en menu’s kunnen we niet alle cijfers van dit jaar vergelijken met die van vorige jaren. Aantal pageviews (01/01/10 – 01/01/11) Onderwerp
2010
HOME Vacatures Kalender Publicaties Juridische ondersteuning Over de Bijzondere Jeugdzorg Thema's Bijzondere Jeugdzorg Jeugdrecht.be Over de OSBJ Methodieken Basispakket vorming Aanbod op maat Juridische helpdesk Nieuws Archief BINC Werking Organisaties Onderzoek Links Adressen BJZ
118439 117601 26209 20937 19076 18918 12439 10302 9535 8646 7997 7917 7679 7614 7127 6941 6104 5255 4697 4526
In 2010 werden 255 vacatures online geplaatst door -letterlijk- 101 verschillende voorzieningen. Daarnaast plaatsen we ongeveer 98 kalenderpunten en posten we 73 nieuwsberichtjes op de homepagina (ongeveer 2 per week, de zomermaanden niet meegerekend). Bezoekers bekijken gemiddeld 3,9 pagina’s per bezoek. Dit is een goede score. Bezoekers vinden onze site rechtstreeks of via Google. De meeste bezoekers gebruikten nog steeds volgende zoektermen: ‘osbj’, ‘bijzondere jeugdzorg’ of ‘osbj vacatures’. WERKINGSVERSLAG
31
6,45%
Zoekmachines (Google)
26,50%
Direct verkeer Verwijzende sites
67,05%
Aantal unieke bezoekers per maand maand
2010
2009
december
15105
13 759
november
16816
19 005
oktober
15478
19 610
september
14758
16 813
augustus
12741
12 837
juli
10640
11 244
juni
12393
14 657
mei
13472
16 319
april
12506
14 302
maart
13669
15 609
februari
13171
15 304
januari
18902
15 430
Gemiddeld kent de site tussen de 450 en 650 unieke bezoekers per dag (op weekdagen). We merken dit jaar opnieuw een stijgende lijn in het aantal unieke bezoekers. 55 % bezocht onze site meer dan 1 keer het afgelopen jaar (bezoekersloyaliteit).
E-zine Het aantal abonnees op het e-zine blijft ook in 2010 stijgen. In december 2009 telden we nog 2377 abonnees, ondertussen zijn dit er reeds 2491 (december 2010). Dat betekent ongeveer 10 nieuwe abonnees per maand. Alle sectoren uit de Integrale Jeugdhulp zijn vertegenwoordigd naast nationale en regionale overheden, OCMW’s, hogescholen (lectoren, docenten, studenten) en de academische wereld. Het blijft een uitdaging het e-zine verder bekend te maken bij alle sectoren van de jeugdhulp. We verstuurden 10 e-zines + 3 BINC Nieuwsflash e-zines. Alle e-zines kan je nalezen op www.steunpuntjeugdhulp.be.
WERKINGSVERSLAG
32
Facebook Sinds februari 2010 heeft de OSBJ een ‘fanpagina’ op Facebook. Via deze weg hopen we vooral de begeleiders in de voorzieningen meer te bereiken en hen zo de weg te wijzen naar onze website. Het is ook een ideale plek om foto’s te plaatsen of stellingen te lanceren. Het aantal ‘fans’ van de OSBJ groeit gestaag. Eind december telden we er 193. Uit de statistieken blijkt duidelijk dat we vooral de jongere begeleiders bereiken. Totaal aantal "fans" 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
55+ 45-54 35-44
Man 26%
25-34
Vrouw 74%
18-24 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Jeugdrecht.be Bij de bezoekerscijfers van onze site moeten we ook het aantal bezoekers tellen van www.jeugdrecht.be. Zie daarvoor hoofdstuk II.
Steunpunt Jeugdhulp In oktober besliste de Algemene Vergadering van de OSBJ om de naam te wijzigen in Steunpunt Jeugdhulp. Dit betekent dat onze website voortaan te bereiken is via www.steunpuntjeugdhulp.be. Een nieuwe naam, dus ook een nieuw logo. Begin 2011 werd de lay-out van onze site daar dan ook op afgestemd. WERKINGSVERSLAG
33
Het volgende jaar zal de voornaamste uitdaging er uit bestaan onze site verder af te stemmen op en bekend te maken bij de andere jeugdhulpsectoren. Het blijft een constante opdracht om de veelheid aan informatie op onze site toegankelijk te maken voor de bezoekers. Bovendien zal deze informatie enkel toenemen nu we ons als steunpunt richten naar alle sectoren van de jeugdhulp.
WERKINGSVERSLAG
34
HOOFDSTUK IV: BASISPAKKET VORMING Doelstelling 4: het aanbieden van een basispakket vorming voor jeugdhulpverleners uit de bijzondere jeugdbijstand rond volgende thema’s: formuleren van doelstellingen, beroepsgeheim en omgaan met het dossier in de dagelijkse praktijk.
Doelgericht werken De OSBJ organiseerde in samenwerking met Informant drie regionale trainingsdagen over ‘Doelgericht werken’. Tijdens deze vormingen werden de jeugdhulpverleners en verwijzers uit de Bijzondere Jeugdzorg getraind op het formuleren van doelstellingen. Met een stukje theorie over SMART en andere handvatten om een doel te beoordelen op zijn vorm. En vooral met veel oefenen en bijschaven van praktijkvoorbeelden. De vormingen gingen door te Antwerpen, Leuven en Brugge, respectievelijk op 7, 9 en 16 september 2010 en werden gegeven door Marleen Vandenberghe (De Triade vzw). De opkomst was een succes: het maximum aantal van 20 deelnemers per dag werd behaald. De meeste deelnemers evalueerden de vorming als zeer positief. De vorming voldeed grotendeels aan hun verwachtingen en de spreker had degelijke kennis van zaken.
Het beroepsgeheim in de praktijk In het najaar 2010 organiseerde de OSBJ drie studiedagen over 'Het beroepsgeheim in de praktijk'. Tijdens deze studiedagen leerden de jeugdhulpverleners en verwijzers uit de Bijzondere Jeugdzorg omgaan met het beroepsgeheim. De nadruk lag daarbij op het vertalen van theoretische uitgangspunten naar de praktijk, aan de hand van casussen. Een studiedag ging door op 23 september 2010 te Hasselt, de andere op 29 oktober 2010 te Gent. Op de studiedag die plaatsvond op 15 oktober 2010 te Brussel kwam een extra aspect van gedeeld beroepsgeheim aan bod met jeugdhulpverleners uit andere sectoren. Inhoud De OSBJ schetste eerst het theoretische kader van het beroepsgeheim. Vervolgens werd door diverse workshopbegeleiders, met praktijkvoorbeelden, in 2 x 2 workshops de vertaling naar de concrete praktijk gemaakt. De focus lag op de relatie tussen hulpverleners, ouders, kinderen en verwijzers. Tijdens de studiedag in Brussel gingen we dieper in op het afstemmen van de informatie tussen de verschillende domeinen van de jeugdhulp, met aandacht voor het medische beroepsgeheim.
WERKINGSVERSLAG
35
Programma: 9u00: 9u30: 9u45: 11u00: 11u30: 12u45: 13u45: 15u00: 16u00:
Onthaal Inleiding door Veerle Verlinden, stafmedewerker OSBJ Uiteenzetting beroepsgeheim door Kim Alliet, juridisch stafmedewerker OSBJ Pauze Workshop/casusbespreking 1 en 2 Middagpauze Workshop/casusbespreking 3 en 4 Plenaire nabespreking casussen door Veerle Verlinden, stafmedewerker OSBJ Einde
Deelnemers en evaluatie Het aantal deelnemers varieerde van 25 in Hasselt, over 41 in Brussel tot 45 in Gent. Globaal gezien evalueerden de deelnemers de theoretische uiteenzetting als moeilijk. Er werd wel voldoende informatie gegeven. Deze voldeed aan de verwachtingen van de deelnemers. De bespreking van praktijkvoorbeelden die heel wat interactie met zich meebracht, werd zeer gesmaakt. De deelnemers verwachtten wel een terugkoppeling van deze besprekingen naar de theorie. De afweging van belangen, opvoedingstaken, recht op privacy en anderzijds ook transparantie, recht op begeleiding en recht op eigen initiatief, blijft een zeer feitelijk en concreet gegeven waarbij met vele elementen rekening moet worden gehouden. De deelnemers gaven aan dat ze op zoek zijn naar concrete juridische handvaten. De workshop ‘beslissingsboom’ gaf hierop een antwoord. Deze informatie werd achteraf ook online via de website ter beschikking gesteld. De nood aan concrete werkinstrumenten en praktijkgerichte toetsing blijft echter groot.
De rol van de bijstandspersoon in de Bijzondere Jeugdzorg In maart 2010 organiseerde de OSBJ in samenwerking met de Unie van Jeugdadvocaten drie vormingsnamiddagen over ‘De rol van de bijstandspersoon in de Bijzondere Jeugdzorg’. Met dit vormingsinitiatief wilden we de jeugdhulpverleners vertrouwd maken met de meerwaarde van een open relatie met de jeugdadvocaat als bijstandspersoon van een minderjarige cliënt. Daarnaast beoogden we de kennis van jeugdadvocaten over het decreet rechtspositie en de afdwingbaarheid van deze rechten te verhogen. De vormingen vonden plaats in Mechelen, Brugge en Hasselt. Inhoud De OSBJ leidde de namiddagen in met een beknopt overzicht van het decreet rechtspositie. De Unie van Jeugdadvocaten lichtte toe hoe een jeugdadvocaat wordt aangesteld, hoe men contact kan opnemen met de jeugdadvocaat en wat een jeugdadvocaat kan ondernemen voor zijn minderjarige. De rest van de namiddag werden praktijkvoorbeelden besproken onder begeleiding van een jeugdadvocaat en de OSBJ. Volgende inhoudelijke topics kwamen aan bod: § de samenstelling van het dossier in de voorzieningen en CBJ’s, de agogische exceptie en de rol van de bijstandspersoon daarin.
WERKINGSVERSLAG
36
§ §
de rol van de jeugdadvocaat als (blijvende) vertrouwenspersoon van een minderjarige is sterk aanwezig in, maar niet beperkt tot de gerechtelijke hulpverlening. het voordeel van een open relatie met de bijstandspersoon, van een betrokken ‘buitenstaander’.
Programma: 13u00: 13u30: 14u00:
14u45:
15u45: 16u45:
Ontvangst Inleiding en beknopt overzicht van het decreet rechtspositie (OSBJ) Toelichting door de Unie van Jeugdadvocaten. Er wordt toegelicht hoe een jeugdadvocaat wordt aangesteld? Hoe je contact kan opnemen met een jeugdadvocaat? Wat kan een jeugdadvocaat ondernemen voor zijn minderjarige? Bespreking praktijkvoorbeeld 1 onder begeleiding van een jeugdadvocaat en OSBJ. Aan de hand van praktijkvoorbeelden gaan we na waar, wanneer en hoe een jeugdadvocaat een plaats kan krijgen binnen de hulpverlening. Jeugdadvocaten en hulpverleners gaan hierover samen in dialoog. Bespreking praktijkvoorbeeld 2 onder begeleiding van een jeugdadvocaat en OSBJ Afronding
Deelnemers en evaluatie Deze vorming stond open voor medewerkers van de Bijzondere Jeugdzorg (BJZ) en (jeugd)advocaten. Op donderdag 11 maart 2010 waren er in Mechelen 9 medewerkers uit de BJZ en 12 advocaten. Op donderdag 18 maart 2010 waren er in Brugge 19 medewerkers uit de BJZ en 8 advocaten. In Hasselt namen op donderdag 25 maart 2010 14 medewerkers uit de BJZ en 7 advocaten deel. De meeste jeugdhulpverleners vonden de uiteenzetting van de OSBJ interessant en duidelijk. Enkelen vonden het minder interessant omwille van een reeds eerder gevolgde meerdaagse opleiding van de OSBJ. De uiteenzetting van de Unie van Jeugdadvocaten was voor de jeugdhulpverleners globaal gezien duidelijk en interessant. De casusbesprekingen waren volgens de hulpverleners vooral zinvol of interessant. De advocaten evalueerden zowel de uiteenzetting van de OSBJ als deze van de Unie van Jeugdadvocaten als interessant en duidelijk. De evaluatie van de aansluitende casusbesprekingen in gemengde groepen ging van verhelderend, over zinvol naar interessant. Overal werd door deelnemers mondeling toegelicht dat de kennismaking met ‘echte’ jeugdadvocaten voor de hulpverleners op zich al een meerwaarde betekent. De advocaten gaven aan dat zij op deze manier een zinvolle tijdsinvestering kunnen verantwoorden die hen de hulpverlening beter leert kennen. De ‘eerste kennismaking’ werd op prijs gesteld. Men kijkt uit naar een vervolg …
WERKINGSVERSLAG
37
HOOFDSTUK V: STENT, VAN BILATERAAL OVERLEG NAAR INTEGRAAL OVERLEG DOELSTELLING 5: een continuering van het project Stent dat zich richt op de samenwerking tussen geestelijke gezondheidszorg en bijzondere jeugdbijstand, met een klemtoon op de volgende elementen: verhogen van de betrokkenheid van de voorzieningen erkend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; onderzoeken op welke wijze het Stent-opzet in de reguliere structuren van Integrale Jeugdhulp kan worden ingebed. Het project wordt definitief stopgezet eind 2010, waardoor een bijzondere aandacht aan overdraagbaarheid en eindproducten wordt geschonken. In de loop van maart 2007 startte de OSBJ, met hulp van Cera, het vooronderzoek Stent – als opvolger van Bijpass. Het onderzocht de mogelijkheden en moeilijkheden in de samenwerking tussen de Bijzondere Jeugdzorg (BJZ) en de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). In september 2007 ging het project van start, dat in alle provincies de samenwerking organiseerde en bevorderde en haar slotmoment kende op het Stentcongres van november 2009. In 2010 vroeg het Agentschap Jongerenwelzijn de OSBJ de overdracht van de Stentoverleggen naar Integrale Jeugdhulp te faciliteren. Wat volgt is een overzicht van de acties van de OSBJ in 2010. De overdracht naar Integrale Jeugdhulp is intussen een feit.
Provincie Antwerpen In de provincie Antwerpen zijn de overleggen arrondissementeel georganiseerd. Zo is er een Stent overleg in Turnhout en Mechelen. Daarnaast werd in de samenwerking BJZ-GGZ 1 project ‘druggerelateerde hulp’ ingediend voor de hele provincie. Op provinciaal niveau is er driemaandelijks een overleg voorzien waarin rapportage van de stand van zaken in de 3 arrondissementen centraal staan en waar eventueel kan bijgestuurd worden. Het project startte in januari 2010 en loopt over een periode van 3 jaar. Elk arrondissement heeft ook zijn eigen ‘denkgroep’ voor dit project. Antwerpen In Antwerpen organiseert Integrale Jeugdhulp reeds het cliëntoverleg volgens de door CAPRI ontwikkelde methodiek van het ‘netwerkoverleg’ of netwerktafels (cfr. Bijpass, prof. Deboutte). Een paar voorzieningen hebben individuele contracten voor betalend consult afgesloten. Sinds 2009 werden door de OSBJ pogingen ondernomen om ook in Antwerpen het ‘goede voorbeeld’ van nauwere samenwerking tussen (ambulante) GGZ en BJZ ingang te doen vinden. Het plan was om de uitbouw van een Stent-werking voor te bereiden via een bevraging : hoe – in cijfers uitgedrukt – verloopt in Antwerpen de samenwerking tussen de Bijzondere Jeugdzorg, de Geestelijke Gezondheidszorg en de kinder- en jeugdpsychiatrie ? Ondanks de mondelinge toezegging van meerdere diensten en voorzieningen om mee te werken aan de bevraging, kregen we slechts 3 ingevulde formulieren opgestuurd. In september 2010 werd dan op vraag van enkele diensten in een eerste echte samenkomst een aanzet gegeven. Met medewerking van L. Crayebeckx (Agentschap Jongerenwelzijn) kwam een 5-tal kleinere voorzieningen samen die een nood aan vorming/intervisie uitdrukten. De grotere Antwerpse voorzieningen doen (voorlopig) niet mee, het gaat om kleine voorzieningen met beperkte middelen maar wel nood aan dit initiatief.
WERKINGSVERSLAG
38
Mechelen In Mechelen werd een samenwerkingsverband tussen de verschillende voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg en het Centrum Geestelijke Gezondheid De Pont ontwikkeld. Prioriteiten in deze samenwerking zijn: elkaar beter leren kennen, de deskundigheid vergroten en samenwerken rond crisis. Dit resulteerde in structureel casusoverleg in de voorzieningen. Het accent van dit overleg is ondersteuning bij diagnosestelling met indien nodig hieraan gekoppeld een maatgericht behandelingsplan. Het Stentoverleg te Mechelen organiseerde met de steun van de OSBJ een vorming-intervisie m.b.t. het IZIKA-instrument door Astrid Janssens in november 2010. Turnhout In Turnhout werd de huidige samenwerking tussen beide sectoren in kaart gebracht door middel van een bevraging bij zestien voorzieningen uit de Bijzondere Jeugdzorg. CGGZ Kempen bouwt haar consultfunctie verder uit in nauw overleg met de sector Bijzondere Jeudzorg. Samenwerking MPI De Mast (GO): de OSBJ stelde de Stentwerking in het voorjaar van 2010 voor in MPI de Mast. Sinds mei 2010 nemen zij deel aan de Stentvergadering. Ook het OPZ Geel is aanwezig.
Provincie Oost - Vlaanderen In Oost-Vlaanderen organiseerde Stent een rondvraag over samenwerking bij alle voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg en Geestelijke Gezondheidszorg. 54 voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg en 23 voorzieningen Geestelijke Gezondheidszorg reageerden. De resultaten van deze rondvraag vormen de basis van het regionaal actieplan. Stent Oost-Vlaanderen maakte van elkaar beter leren kennen, het voornaamste actiepunt. Er werd een draaiboek voor de provincie ontwikkeld waarin een beschrijving van beide sectoren, samenwerkingsverbanden en tips voor een goede samenwerking beschreven staan. Deze afspraken worden regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd. Ook de mensen van de afdeling jeugd- en kinderpsychiatrie van het UZ Gent zijn betrokken bij het Oostvlaamse overleg. Samenwerking VAPH: op het Miges-overleg (cat 11, 14 en OBC en COS) in september 2010 te Gent was de OSBJ met twee vertegenwoordigers van het Stentoverleg aanwezig. Er werd afgesproken dat 2 vertegenwoordigers van de MPI’s categorie 11 en 14 zullen deelnemen aan het Stent-overleg en dit in naam van alle diensten en voorzieningen die werken met kinderen en jongeren met gedrags- en/of emotionele stoornissen.
Provincie Vlaams-Brabant Er wordt geen Stentoverleg georganiseerd in Vlaams-Brabant. In 2009 nam de OSBJ deel aan de adviesgroep van LINK. Het LINK-project breidt uit richting regio Halle-Vilvoorde. In dit overleg werken hulpverleners uit beide sectoren samen om linken te leggen tussen de Bijzondere Jeugdzorg en de Geestelijke Gezondheidszorg. Door het opvolgen en analyseren van casussen zoeken ze naar gepaste trajecten voor kinderen en jongeren die in de hulpverlening uit de boot vallen. Deelnemers aan dit overleg engageren zich en nemen verantwoordelijkheid op in de voorliggende casussen. Naast de uitwisseling van kennis en expertise bieden de partners elkaar ondersteuning bij het werken met jongeren met een psychiatrische problematiek, stippelen ze individuele trajecten uit en doen preventieve beleidsvoorstellen.
WERKINGSVERSLAG
39
Brussel In Brussel diende Integrale Jeugdhulp in samenwerking met beide sectoren het project 1+1=3 in bij het VGC. Dit project dat de samenwerking rond jongeren met complexe (gemengde) problematiek wil bevorderen kreeg positief advies. Doel van het project is competenties versterken, psychiatrische consult organiseren en mogelijk vorming organiseren.
Provincie West-Vlaanderen In West-Vlaanderen evalueerde Stent het samenwerkingsprotocol, gelanceerd door het Bijpassproject. Dit protocol beschrijft naast afspraken over informatie-uitwisseling ook afspraken omtrent het opnemen van engagementen. Op basis van deze evaluatie ontwikkelde Stent West-Vlaanderen een meer gebruiksvriendelijk instrument. Dit stappenplan verspreidt men verder in de provincie West-Vlaanderen met het oog op goede samenwerking in de toekomst. In navolging van de Stent-werking Oost-Vlaanderen wil men in West-Vlaanderen ook werken met kenniskaarten. Er werd energie gestoken in het vinden van het juiste sjabloon en de verzameling van de ingevulde kenniskaarten. Het verzamelen van de informatie gebeurde door de OSBJ. Daarnaast is er in West-Vlaanderen ook een vraag naar vorming. De brugfunctie West-Vlaanderen stelt een expertengroep samen over problemen rond verslaggeving tussen psychiatrie en jeugdrechtbank (for-K). De OSBJ zegde haar medewerking toe. Samenwerking VAPH: eind mei werd de Stent-werking West-Vlaanderen voorgesteld aan het provinciaal overleg VAPH. Daar werd beslist om specifiek de GES-voorzieningen te informeren, desgevallend uit te nodigen.
Provincie Limburg De OSBJ sloot aan bij het vanuit Spil georganiseerde overleg met Bijzondere Jeugdzorg. Het Spiloverleg kreeg tweemaal een financiële ondersteuning van de provincie Limburg om consult te organiseren. De meerwaarde bestaat uit expertise-uitwisseling, een betere begeleiding van de cliënt, beide sectoren leren elkaar beter en de draagkracht van het team vergroot. Beide partijen evalueerden deze vorm van samenwerken als positief. Het RIZIV stelt problemen bij verdere financiering van dit project omdat er geen patiëntbehandeling bij is. IJH (knelpuntdossiers) maakt gebruik van de TP-tafels. IJH wil dit soort van cliëntoverleg verder ondersteunen maar vraagt dan ook kennisname van de verslagen. Samenwerking VAPH: de groep is er nog niet uit welke voorzieningen betrokken zouden kunnen worden. Allemaal of slechts doelgroepgebonden? Het is wel een thema dat weerhouden wordt ter verdere bespreking op dit overleg.
Bij de afsluiting van de opdracht van de OSBJ inzake Stent hoort een laatste beleidsadvies. We bezorgden in december 2010 aan de agentschappen Jongerenwelzijn, Zorg en Gezondheid en het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin evenals aan de ministers van Welzijn, Sociale Zaken en Justitie dit eindadvies, met de belangrijkste aandachtspunten voor de continuering van de regionale samenwerkingsgroepen Geestelijke Gezondheidszorg – Bijzondere Jeugdzorg. Je kan het nalezen op www.stentproject.be, beleid, en op www.steunpuntjeugdhulp.be . Stent vroeg aandacht voor een blijvende erkenning van het belang van regionale differentiatie, voor de informele circuits ten opzichte van te uitgebreide officiële procedures, voor de vragen naar vorming en kennisdeling en naar een voorrangsregeling voor individuele therapieën in de CGG’s. WERKINGSVERSLAG
40
Daarnaast is de cruciale rol van de kinder- en jeugdpsychiatrie in de verf gezet. Samenwerking is niet alleen in crisis- of multicomplexe situaties nodig, maar er is ook nood aan een algemene cultuur van samenwerking, met preventieve effecten.
WERKINGSVERSLAG
41
HOOFDSTUK VI: METHODIEKEN UITWISSELEN, VAN PRAKTIJKERVARING NAAR KENNISDELING DOELSTELLING 6: het samenstellen van een methoden- en techniekenbundel gericht op de ondersteuning van interventies in gezinnen. Het luik uitwisseling en ter beschikking stellen van methodieken vulden we vooral in door verzameld materiaal toegankelijk te maken via de website. Een systematisch uitgebouwde verzameling stelt hoge eisen. Het resultaat van de inventarisatie moet valide zijn. Hierbij onderstrepen we het belang van een kwaliteitsvolle verzamelfase. Wanneer de verzameling te breed gebeurt (iedereen mag inzenden) dan is het nodig om een filter in te bouwen. De beschrijving moet beantwoorden aan de realiteit op het werkveld en ze moet voldoende uitgebreid zijn en op een min of meer uniforme wijze gebeuren zodat vergelijking mogelijk wordt. M.a.w. er zou een soort handleiding bij gegeven moeten worden en een beoordeling door bijvoorbeeld een ‘commissie’ zou moeten worden voorzien. We hielden dan ook rekening met het breder opgevatte initiatief van de afdeling beleidsontwikkeling WVG na het symposium “Protocolleren in de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector” van eind 2008. Zij maakten een eerste actieplan “kennisdeling efficiënte en effectieve praktijken”, dat in toepassing gebracht werd sinds het voorjaar van 2010. Wat deden wij concreet. We beslisten om de gelegenheden die zich voordeden om op ruimere schaal methodieken, methoden en technieken te verzamelen, te benutten. De beschrijving van de methodiek door de voorzieningen zelf is immers op zich reeds een proces dat bijdraagt tot een meer effectieve hulpverlening (reflectie en explicitering van doelstellingen doelgroep – methodiek – theoretische onderbouw…). (zie effectiviteitsladder Van Yperen) § §
§
Een kennisdelingsmoment van Crisishulp aan Huis in 2009 resulteerde in een eerste reeks van methoden en technieken, die we in 2010 ontsloten. De studiedag 20 jaar thuisbegeleiding van oktober 2010 vulde deze reeks aan. Beide momenten waren haast uitsluitend gericht op het uitwisselen van methoden en technieken die in de dagelijkse praktijk gebruikt worden. Het verzamelde materiaal vindt u op de site. Een werkgroep met de OSBJ en vertegenwoordigers van het categoriaal overleg van de thuisbegeleidingsdiensten (Ivan Nulens, Hilde Celis, Karine Dewaele, Andree Van Lommel, Kris Nelen en aanvankelijk ook Jan De Backer) kwam een 8-tal keer samen in de periode november 2009-november 2010. We beslisten om vooral de uitwisseling van methodieken centraal te zetten en beperkt aandacht te besteden aan de evoluties van de werkvorm op de studiedag in oktober, die (bijkomend) gedeeltelijk werd gesubsidieerd. Er werd beslist een dag te organiseren met een beperkte inleiding door sprekers, en met een ruim aanbod aan workshops die door de verschillende diensten zelf werden uitgewerkt. In de aanloop naar de studiedag werden heel wat methodieken verzameld, besproken en verwoord. Het resultaat vindt u terug op onze website. We kozen om de methoden en technieken kort voor te stellen (niet gestandaardiseerd) en om telkens te verwijzen naar de organisatie die er al mee aan de slag is. Op die manier dragen we bij aan kennisdeling en contact tussen de organisaties. Verder is het in de meeste gevallen zo dat een mondelinge toelichting door iemand die de methode hanteert, aangewezen is om de do’s en don’ts van de methoden te leren kennen. We maken ook ruimte voor informatie die we tijdens de loop van het jaar opgevangen hebben over experimenten met methodieken (vb. Non Violence Resistance, ouderkompas).
WERKINGSVERSLAG
42
De woorden ‘methodieken, methoden en technieken’ worden door elkaar gebruikt op de site. We maken geen onderscheid tussen de benamingen, omdat elk onderscheid erg relatief en theoretisch is. Daarmee komt het accent te liggen op het prikkelen van nieuwsgierigheid en mogelijkheden tot kennisdeling. De website dient ter inspiratie. Verder roept elke methodiek ook de discussie op of die wel evidence based, dan wel practice based is. Vandaar dat we op de methodiekenpagina’s verwijzen naar die discussie op onze site. We verwijzen ook naar de NJI database voor wie meer informatie en inspiratie wil. Methodieken, methoden en technieken horen tot de gereedschapskist van de begeleider. Maar worden gebruikt in een specifieke context en afhankelijk van de individuele casus. Ze zijn zelden zo maar van het net te plukken en te gebruiken. De hulpverlener heeft er alleszins nog werk mee om ze specifiek in bepaalde situaties te gebruiken, soms door beperkte aanpassingen, soms is een ingrijpendere vertaling naar de eigen situatie nodig. Vaak bouwt de hulpverlener door ervaring de kennis op om hier de ene, daar de andere methodiek in te zetten. In 2011 hoort dit thema niet meer tot onze opdrachten in de convenant met het Agentschap Jongerenwelzijn. Waar mogelijk zullen wij verder onze medewerking verlenen aan het actieplan van de afdeling beleidsontwikkeling WVG. We verspreidden zo reeds de oproep voor modellen en ideeën voor continuïteit in de hulpverlening aan jongvolwassenen.
WERKINGSVERSLAG
43
HOOFDSTUK VII: HCA, VAN PROJECT NAAR REGULIERE WERKVORM DOELSTELLING 7: het aan Jongerenwelzijn aanreiken van een cijfertabel (overzichtstabel met per dienst het aantal aanmeldingen opgesplitst per werkvorm) en een cijfernota inzake het aanbod herstelgerichte en constructieve afhandeling van de delicten.
Van project naar reguliere werkvorm Met de erkenning van de HCA-diensten als reguliere werkvorm in januari 2009 2, werd de implementatieperiode voor HCA definitief afgesloten. De diensten hebben hun plaats verworven. De herstelrechtelijke en constructieve afhandelingen zijn niet meer weg te denken uit het aanbod van reacties op jeugddelinquentie. We durven beweren dat de OSBJ hieraan een substantiële bijdrage heeft geleverd. We installeerden begin deze eeuw de arrondissementele stuurgroepen, met deelname van de verschillende actoren die betrokken zijn bij de reacties op jeugddelinquentie. Deze stuurgroepen gaven mee vorm aan de specificiteit van de werking van de verschillende diensten. We herinneren ons vooral de levendige discussies over de plaats van de verschillende afhandelingen ten opzichte van elkaar en in het bijzonder over de verhouding van bemiddeling ten aanzien van justitie. Een steeds terugkerend thema was het vertrouwelijk karakter van de bemiddeling. Parketmagistraten wilden graag meer informatie over de motivatie van partijen om deel te nemen aan de bemiddeling. Dit stond haaks op het vertrouwelijk karakter van de bemiddeling als essentiële voorwaarde. Deze debatten vormden baanbrekend werk voor de latere regelgeving voor bemiddeling en hergo. Het vertrouwelijkheidsbeginsel werd uitdrukkelijk opgenomen in de nieuwe jeugdwet van 2006. Ook van een seponeringsgarantie op het niveau van het parket was geen sprake. Een aantal richtlijnen in de Ministeriële Omzendbrief concretiseerde het vertrouwelijkheids- en vrijwilligheidsbeginsel nog verder. We droegen bij aan de voortdurende deskundigheidsbevordering van de begeleiders in de HCAdiensten. We denken aan de jaarlijkse vijfdaagse introductiecursus voor bemiddelaars die door de voortdurende instroom van bemiddelaars veel succes kende. Nadien volgde een introductiecursus voor hergomoderatoren. De OSBJ zorgde ook voor uitwisseling tussen de diensten zodat ze van elkaar konden leren en tegelijk beter op elkaar afgestemd raakten zonder hun eigenheid te verliezen. Dit gebeurde tijdens de jaarlijkse ervaringsuitwisselingsdagen per afhandeling. De tweemaandelijkse intervisies voor hergomoderatoren waren (en zijn nog altijd) een must. Deze nieuwe methodiek is nog in ontwikkeling en de reflectie op praktijkervaringen is hierbij een belangrijke motor. De OSBJ droeg bij aan de theorievorming door mee te werken aan studiedagen en artikels in tijdschriften. We kijken dus met tevredenheid terug op deze dynamische tienjarige periode en met enige weemoed laten we de diensten nu hun eigen koers varen. We weten dat de diensten en de begeleiders voldoende professioneel zijn en ook voldoende ingebed binnen hun eigen arrondissement om op eigen kracht verder te gaan.
2
Besluit van16 januari 2009 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, B.S. 31 maart 2009
WERKINGSVERSLAG
44
Toch blijft er ook bezorgdheid. We blijven er van overtuigd dat een extern steunpunt meer ruimte kan creëren voor reflectie. De diensten kunnen weliswaar zelf vormingen en reflectiedagen organiseren maar ze hebben niet het mandaat om vanuit een neutrale positie het geheel te overschouwen. Bovendien is er de druk van de dagdagelijkse praktijk waardoor het moeilijk is om voldoende tijd vrij te maken voor reflectie.
Ondersteuning in 2010 §
Overleg in het kader van BINC In 2010 hadden we regelmatig overleg met de HCA-diensten voor de opbouw van de BINCregistratiemodule. Vooral de registratie van doelstellingen gaf aanleiding tot reflectie. De vraag: “wat willen we bereiken met HCA” bleek een zeer pertinente maar moeilijk te beantwoorden vraag, vooral binnen het hulpverleningskader van BINC. We nemen dit zeker mee naar 2011.
§
Cijfernota 2009 Tenslotte werd ons voor de laatste keer gevraagd om op basis van de cijfers, geregistreerd in het registratiesysteem van de OSBJ, een becommentarieerde cijfernota te maken. U vindt deze nota in bijlage.
In het eerste deel overlopen we het aantal verwijzingen, de kenmerken van de jongeren (geslacht, leeftijd, etnische afkomst), welke de verwijzende instantie was en de aard van de feiten waarvoor de jongeren werden doorverwezen. In deel twee bespreken we de dossiers van herstelbemiddeling. We overlopen de kenmerken van de slachtoffers (statuut, geslacht en etnische afkomst). Nadien nemen we de interacties onder de loep (verloop van het bemiddelingsproces, de mate waarin het eventuele akkoord wordt uitgevoerd en de mate waarin men erin slaagt een rechtstreeks gesprek tot stand te brengen tussen de partijen). In deel drie gaan we dieper in op de cijfers van de leerprojecten en de gemeenschapsdiensten. We bekijken achtereenvolgens het aantal opgelegde uren, de mate waarin de maatregel tot een goed einde werd gebracht, de redenen waarom een maatregel soms niet wordt uitgevoerd, en de begeleidingsduur. In het vierde deel tenslotte geven we nog enkele cijfers over het aantal verwijzingen voor hergo en welk het resultaat was van het hergoaanbod. Daarnaast wilden we ook graag een verhaal brengen bij de cijfers. De ervaring leerde dat verschillen niet eenvoudig te verklaren zijn. We stelden vast dat er telkens vele factoren verantwoordelijk waren en dat het bovendien vaak gissen was naar oorzaken zonder dat er een causaal verband kon worden bewezen. We schroefden daarom onze ambitie terug tot een meer droge voorstelling van de cijfers. De lezer zal ook geen algemene aanbevelingen aantreffen. Dit doet immers onrecht aan de verschillen tussen de arrondissementen. Elke dienst heeft een eigen geschiedenis die is ontstaan doorheen de intense samenwerking met de magistratuur, de sociale dienst van de jeugdrechtbank, de balie en vele andere actoren die betrokken zijn bij HCA. Beslissingen over de criteria en de procedure van de verwijzingen en het concrete aanbod van de diensten worden genomen in overleg met al deze actoren en zijn hierdoor ook deels arrondissementeel bepaald. Om de hongerige lezer toch wat achtergrondinformatie mee te geven, lieten we de diensten zelf aan het woord met een compilatie van beschouwingen vanuit de jaarverslagen van de verschillende diensten. Dit kan u terugvinden in de integrale versie van de cijfernota op onze website www.steunpuntjeugdhulp.be 3
3
Start > Over de Bijzondere Jeugdzorg > Cijfergegevens > HCA
WERKINGSVERSLAG
45
HOOFDSTUK VIII: AANBOD OP MAAT, VAN GRATIS NAAR BETALEND De verzelfstandiging van de vzw en de sterk verminderde middelen, zetten ons ertoe aan om ook een aanbod op maat voor voorzieningen uit te werken. In de loop van 2010 deden een aantal diensten op ons beroep.
Decreet Rechtspositie We lichtten op vraag van de Brusselse Welzijnsraad, een CKG, de Karel de Grote Hogeschool, vijf voorzieningen uit de Bijzondere Jeugdzorg, Kind en Gezin (opleiding CKG’s), het Decreet Rechtspositie van de Minderjarige in de Integrale Jeugdhulp of specifieke aspecten ervan toe. Dit kon in de vorm van een theoretische uiteenzetting met vragenuurtje, maar vaker gebeurde het in de vorm van intervisiebegeleiding of procesbegeleiding. Participatie van kinderen en jongeren, aspecten van bekwaamheid, hoe jongeren informeren en toegang geven tot het dossier waren thema’s die op sommige dagen werden uitgediept.
Opleiding magistraten In opdracht van het Instituut voor de Gerechtelijke Opleiding lichtten we het herstelrechtelijk en constructief aanbod toe, en gaven we uitleg aan het subarrondissementeel platform kindermishandeling te Brussel over informatiedoorstroom en beroepsgeheim in de Vlaamse jeugdhulpverlening.
Procesbegeleiding We begeleidden de denktank over het zorgtekort in de Vlaamse jeugdhulpverlening bij het Kinderrechtencommissariaat.
Statuut pleegouders We verzorgden samen met de pleegouderverenigingen een uiteenzetting op het Pleegzorgcongres over de stand van zaken inzake een duidelijker statuut voor pleegouders.
Beroepsgeheim We verzorgden toelichting en vormingen over het beheer van persoonsgegevens en beroepsgeheim in de jeugdhulpverlening, voor herstelbemiddelaars, kamertrainingscentra en een dienst voor pleegzorg. De Unie Vrijzinnige Verenigingen (UVV) vroeg eveneens een uiteenzetting over dit thema in haar vorming voor morele consulenten.
Ouderlijk gezag We gaven een schets van het juridisch kader van vertegenwoordiging van minderjarigen en de evoluties in de maatschappelijke opvattingen over het ouderlijk gezag voor herstelbemiddelaars.
20 jaar thuisbegeleiding We organiseerden, met steun van het Agentschap Jongerenwelzijn, de studiedag te Leuven op 18 oktober (zie ook hoofdstuk VI). WERKINGSVERSLAG
46
Opvoedingsondersteuning in Kuregem We verzorgden procesbegeleiding bij het project ‘Waar buitenschoolse kinderopvang (BKO) en opvoedingsondersteuning elkaar ontmoeten’. Dit project richt zich op het versterken van de begeleiders van BKO in hun dagelijkse omgang met kinderen en ouders. Daarnaast willen de samenwerkende partners in Kuregem een visie op opvoedingsondersteuning ontwikkelen en op basis hiervan opvoedingsondersteunende initiatieven uitwerken.
WERKINGSVERSLAG
47
WERKINGSVERSLAG
48
BIJLAGEN
BIJLAGE 1: ACTIVITEITENOVERZICHT
Januari 2010 5/01/10 Vorming geven over HCA aan jeugdadvocaten (org. Orde Vlaamse Balies) 5/01/10 Statusvergadering Binc 7/01/10 Stent-overleg met Eddy Van den hove (Vlaams Welzijnsverbond) 8/01/10 Binc technische werkgroep 11/01/10 Stent-overleg Mechelen 12/01/10 Stent-overleg Brussel Overleg met Patrick Bedert (Beleidsondersteunend team Integrale Jeugdhulp) 13/01/10 i.v.m. Stent Opstartvergadering dossier 'Jongeren, seks & wet' (org. 14/01/10 Kinderrechtencommissariaat) 14/01/10 Kennismaking met Hefboom 14/01/10 Overleg met Brusselse welzijnsraad i.v.m. vorming cliëntparticipatie 15/01/10
Binc werkgroep
19/01/10 20/01/10 21/01/10 21/01/10 21/01/10
Statusvergadering Binc Overleg met coach Katholieke Hogeschool Kempen Overleg met Frank van Holen (Opvang vzw) i.v.m. non violent resistance Redactieraad Jeugdrecht.be Werkgroep registratie HCA Voorbereiding vorming 'De rol van de bijstandspersoon in de Bijzondere Jeugdzorg' met Eric Van der Mussele en Geert Decock (Unie Jeugdavocaten)
22/01/10 26/01/10
Binc projectcharter
26/01/10 Overleg met Johan Moreels (Informant) i.v.m. samenwerking 26/01/10 Werkgroep ondersteuning van jongeren met complexe zorgvragen 27/01/10 Vragenuurtje over beroepsgeheim in Gemeenschapsinstelling De Markt te Mol 29/01/10 Voorbereiding Stent-overleg Antwerpen Februari 2010 2/02/10
Binc technische stuurgroep
2/02/10 3/02/10 4/02/10 4/02/10 8/02/10 8/02/10 8/02/10
Werkgroep jeugdsanctierecht Werkgroep studiedag '20 jaar thuisbegeleiding' Opening De Switch (proeftuinproject van De Wissel) Werkgroep registratie HCA Overleg met Crisishulp aan Huis i.v.m. ambulante interventies JET- Jong & Energiek Toekomstcongres Stent-overleg Turnhout
9/02/10
Binc usability overleg
9/02/10 9/02/10 10/02/10
JET- Jong & Energiek Toekomstcongres Rondetafel Bijzondere Jeugdzorg (org. Cera) Overleg met coach Katholieke Hogeschool Kempen
BIJLAGEN
Lieve Wederik Joz Wederik Joz Joz Min Veerle Min Kurt Lieve / Wederik Wederik Min Kurt Kim / Min Lieve Min / Veerle Lieve / Wederik Kurt Joz Min Joz Lieve / Wederik Min Kurt Min Lieve Kurt / Veerle Kurt / Veerle Joz Lieve / Wederik Kurt / Veerle Lieve / Min Min
51
10/02/10 10/02/10 10/02/10 11/02/10 11/02/10
Overleg met Hugo Henneman (LOGO Brussel) i.vm. cijfermateriaal Bijzondere Jeugdzorg Redactieraad Alert Stent-overleg Antwerpen Redactieraad Handboek Integrale Jeugdhulp Vorming geven over Decreet Rechtspositie Minderjarigen aan de jeugdadvocaten te Antwerpen
16/02/10
Binc opvolgvergadering
18/02/10 18/02/10 22/02/10
Overleg met Annemiek Wolthuis (onderzoekster) i.v.m. evaluatie bemiddeling Binc Werkvorm specifieke module pleegzorg Binc Werkvorm specifieke module BZW
23/02/10
Binc usability gebruikers
23/02/10
Studiedag 'Politiezorg voor jongeren: een vak apart?' (org. Centrum voor Politiestudies vzw) Vorming 'Timemanagement' (org. Upgrading vzw)
25/02/10
Stuurgroep Binc
25/02/10 25/02/10 26/02/10
Stuurgroep Jeugdrecht.be Voorbereiding dialoogdag 'Kwaliteit van samenwerking' Overleg met coach Katholieke Hogeschool Kempen Overleg met Johan Moreels (Informant) en Marleen Vandenberghe i.v.m. vorming over doelstellingen Situering van Decreet Rechtspositie Minderjarigen op themadag 'Werken met jongeren en hun ouders: het cliëntperspectief in de jeugdhulpverlening onder de loep' (org. Brusselse Welzijnsraad & Integrale Jeugdhulp)
23/02/10
26/02/10 26/02/10
Maart 2010 1/03/10 Werkgroep jeugdbeleidsplan 2/03/10 Overleg met Cedric Collet (Curious) i.v.m. website 2/03/10
Overleg online bevraging Binc
3/03/10
Stent-overleg Antwerpen Overleg met Bruno Vanobbergen en Mie Jacobs (Kinderrechtencommissariaat) i.v.m. Jeugdrecht.be Werkgroep registratie Hergo Toelichting Binc aan thuisbegeleidingsdiensten te Gent Stent-overleg West-Vlaanderen Overleg met coach Katholieke Hogeschool Kempen Stent-overleg Brussel Stuurgroep Decreet Rechtspositie Minderjarigen (Beleidsondersteunend team Integrale Jeugdhulp) Vorming geven over beroepsgeheim voor Open Thuis, dienst voor pleegzorg (Kessel-Lo)
4/03/10 4/03/10 5/03/10 5/03/10 8/03/10 8/03/10 8/03/10 8/03/10 9/03/10
Binc opvolgvergadering
9/03/10
Opleiding projectmanagement (org. Kluwer) Vorming 'De rol van de bijstandpersoon in de Bijzondere Jeugdzorg' te Mechelen (org. OSBJ i.s.m. Unie Jeugdadvocaten)
11/03/10
BIJLAGEN
Wederik Kurt Joz Joz Kim / Veerle Lieve / Wederik Lieve Wederik Wederik Lieve / Wederik Veerle Kim Min / Wederik Kim / Min Kurt Min Veerle Kurt
Kurt Min Lieve / Wederik Joz Min Lieve Wederik Joz Min Joz Min Kim / Veerle Lieve / Wederik Min Kim / Veerle
52
11/03/10 11/03/10 12/03/10 12/03/10
16/03/10 16/03/10
Werkgroep jeugdbeleidsplan Werkgroep registratie bemiddeling Congres 'Jeugd in Onderzoek' (org. Nederlands Jeugdinstituut) Stent platformoverleg Oost-Vlaanderen Voorbereiding vorming Decreet Rechtspositie Minderjarigen in Hof ter Welle (Beveren) Opleiding projectmanagement (org. Kluwer) Stent-overleg Mechelen
16/03/10
Binc werkvergadering
17/03/10 17/03/10 18/03/10
23/03/10
Stent-overleg met Patrick Bedert (Integrale Jeugdhulp) Voorbereiding studiedag '20 jaar thuisbegeleiding' met provincie Vlaams-Brabant Overleg met Kaat Boon (Provincie Vlaams-Brabant) i.v.m. verzekeringen Vorming 'De rol van de bijstandpersoon in de Bijzondere Jeugdzorg' te Brugge (org. OSBJ i.s.m. Unie Jeugdadvocaten) Werkgroep jeugdbeleidsplan Overleg met Geert Desloovere (IVA Jongerenwelzijn) en Bruno Deprins (boekhouder) Werkgroep cliëntenfeedback Focusgesprek met Jeugd en Seksualiteit vzw Vorming geven over Decreet Rechtspositie Minderjarigen in Hof Ter Welle (Beveren) Informatiebijeenkomst mecenaatprogramma AG insurance en BNP Parisbas Fortis (Fortis Foundation) Vorming geven over HCA aan jeugdmagistraten (org. Instituut voor Gerechtelijke Opleiding) Opleiding projectmanagement (org. Kluwer)
23/03/10
Binc opvolgvergadering
24/03/10
Werkbezoek aan Amsterdam Stichting Alexander
24/03/10
Coördinatorenoverleg HCA
16/03/10
18/03/10 18/03/10 19/03/10 19/03/10 23/03/10 23/03/10 23/03/10 23/03/10
25/03/10 25/03/10 26/03/10 29/03/10
Vorming 'De rol van de bijstandpersoon in de Bijzondere Jeugdzorg' te Hasselt (org. OSBJ i.s.m. Unie Jeugdadvocaten) Werkgroep jeugdbeleidsplan Opening De Patio (Brugge) Toelichting Decreet Rechtspositie Minderjarigen tijdens Algemene Vergadering van OOOC ELkeen (Lommel) Opleiding projectmanagement (org. Kluwer) Vorming 'Timemanagement' (org. Upgrading vzw) Stent-overleg Brussel
30/03/10 30/03/10 31/03/10 April 2010 1/04/10 Opleiding over sociale inspectie (org. Upgrading) Overleg met Karin Maes (Kinderrechtswinkels) en Kris Stas (Steunpunt Algemeen 1/04/10 Welzijnswerk) i.v.m. Jeugdrecht.be 2/04/10 Overleg met uitgeverij Politeia i.v.m. Jeugdrecht.be 2/04/10 Redactieraad Alert 8/04/10
BIJLAGEN
Overleg Binc-HCA
Kurt Lieve Kurt/Wederik Joz Kurt Min Joz Lieve / Wederik Joz / Min Kurt Lieve Kim / Min / Veerle Kurt Hilde / Min Wederik Veerle Kurt Hilde Lieve Min Lieve / Wederik Kurt Lieve / Wederik Kim / Min / Veerle Kurt Min Kurt Min Kim Joz Min Min Min Kurt Lieve / Wederik 53
8/04/10
Binc presentatie DoMinO
12/04/10 21/04/10 21/04/10 21/04/10
22/04/10 22/04/10
Binc opvolgvergadering Binc Werkvorm specifieke module HCA Redactieraad Alert Vraagverheldering over vorming bij Malpertuus (Buken) Gastcollege geven over 'Armoede en Kinderrechten' (org. Permanente vorming UGent) Redactieraad Jeugdrecht.be Toelichting Binc aan Vlaams Welzijnsverbond
22/04/10
Binc werkgroep
22/04/10
23/04/10 23/04/10 26/04/10 27/04/10 29/04/10 29/04/10 29/04/10 29/04/10 30/04/10 Mei 2010 3/05/10 3/05/10 4/05/10 5/05/10 6/05/10
Publieke moraal en de eenzame professional'. Gastcollege door Prof. Dr. E. Tonkens (org. Faculteit Sociale Wetenschappen KULeuven) Stent-overleg Limburg Werkgroep jeugdbeleidsplan Overleg met Mie Jacobs (Kinderrechtencommissariaat) i.v.m. procesbegeleiding Voorbereiding vorming Decreet Rechtspositie Minderjarigen in Hof ter Welle (Beveren) Binc opvolgvergadering Overleg met Dave Geentjens, Johan Van der Auweraert & Jean-Pierre Vanhee (Beleidsondersteunend team Integrale Jeugdhulp) i.v.m. handboek Integrale Jeugdhulp Uitreiking 'Prijs van de jeugdzorg' Stent-overleg Antwerpen Overleg met coach Katholieke Hogeschool Kempen Werkgroep jeugdbeleidsplan Stent-overleg Brussel Binc Werkvorm specifieke module Crisishulp aan Huis Stuurgroep Jeugdrecht.be
6/05/10
Binc technische werkgroep
6/05/10 7/05/10
Werkgroep jeugdbeleidsplan Overleg met Ludo Serrien (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk) i.v.m. steunpunten Voorstelling boek 'Talent en bezieling' (Lerend netwerk) in Plantijnhogeschool Antwerpen
7/05/10 10/05/10
Binc opvolgvergadering
10/05/10
Werkgroep studiedag '20 jaar thuisbegeleiding' Voorbereiding vorming Decreet Rechtspositie Minderjarigen in CKG De Schommel (Heverlee) Redactieraad Handboek Integrale Jeugdhulp Werkgroep jeugdsanctierecht Coördinatorenoverleg HCA Overleg met studenten i.v.m. participatie van jongeren Vorming geven over Decreet Rechtspositie Minderjarigen in Malpertuus (Kampenhout)
11/05/10 11/05/10 11/05/10 12/05/10 12/05/10 18/05/10 BIJLAGEN
Lieve / Wederik Wederik Wederik Kurt Kurt Kurt Kim Wederik Lieve / Wederik Kurt Joz Kurt Kurt Kurt Lieve / Wederik Kurt / Min Min Joz Min Kurt Joz Wederik Kim / Min Lieve / Wederik Kurt Min Kurt Lieve / Wederik Kurt Kurt Min Min Lieve Kurt Kurt 54
18/05/10 20/05/10 20/05/10 20/05/10
Werkgroep +18 CAW Artevelde Adviesraad & voorstelling Kenniscentrum Kinderrechten Dialoogdag 'Kwaliteit van samenwerking' (org. Ariadne) Overleg met MPI De Mast (Beerse)
20/05/10
Stuurgroep Binc
21/05/10
Workshop ‘Beroepsgeheim in de Bijzondere Jeugdzorg’ op de studiedag van het Samenwerkingsverband trainingscentra voor Kamerbewoning (STK)
25/05/10
Binc opvolgvergadering
25/05/10
Binc technische werkgroep
26/05/10 26/05/10 26/05/10 27/05/10 27/05/10 27/05/10 28/05/10 31/05/10 31/05/10 31/05/10
Labo Appreciative Inquiry i.f.v. procesbegeleiding voor Kinderrechtencommissariaat Studiedag 'Het beleid van de jeugdmagistraat' (org. KU Leuven) Stent-overleg Antwerpen Overleg met Els Meert (IVA Jongerenwelzijn) i.v.m. HCA Overleg met Lies Vandemaele (Brugfunctie Oost- en West-Vlaanderen) i.v.m. rapporteren GGZ - justitie Vorming geven over Decreet Rechtspositie Minderjarigen in Home Boeckenberg (Antwerpen) Overleg met Inne Van de Ven (Steunpunt Expertise Netwerken) i.v.m. steunpunten Stent-overleg Mechelen Stent-overleg Turnhout Vorming geven over Decreet Rechtspositie Minderjarigen in CKG De Schommel Ambermodule (Heverlee)
Joz Min Kurt Joz Lieve / Min / Wederik Min Lieve / Wederik Lieve / Wederik Kurt Min Joz Lieve Min Kurt Min Joz Joz Kurt
Juni 2010 2/06/10
Binc finaliseren eindrapport
3/06/10 3/06/10
Opleiding projectmanagement (org. Kluwer) Stent-overleg met Patrick Bedert (Integrale Jeugdhulp) Studiedag 'Binnen(ste) buiten: rechtswaarborgen voor minderjarigen in detentie doorgelicht' (org. Kinderrechtencommissariaat) Studiedag 'Kwaliteit in Zorg en Welzijn' (org. PROSE) Redactieraad Alert Denktank i.v.m. seks in jeugdhulp (org. Kinderrechtencommissariaat) Overleg met Mie Jacobs (Kinderrechtencommissariaat) i.v.m. procesbegeleiding Stent-overleg West-Vlaanderen Studiedag 'Helpende handen, over armoede en gehechtheid' (org. De Doorzetters vzw) Intervisieforum over kennisdeling efficiënte en effectieve praktijken (org. Afdeling beleidsontwikkeling Welzijn, Volksgezondheid en Gezin) Binc opvolgvergadering Debat over gesloten opvang (org. Cidar) Seminarie 'De socialprofitsector tussen algemeen belang en markt: Toepassing van de Europese interne markt regels en de dienstenrichtlijn' (org. Vleva) Redactieraad Jeugdrecht.be
3/06/10 3/06/10 4/06/10 8/06/10 8/06/10 8/06/10 11/06/10 15/06/10 16/06/10 16/06/10 16/06/10 17/06/10 BIJLAGEN
Lieve / Wederik Min Joz Kim Kurt Kurt Kurt Kurt Joz Min Kurt Wederik Kurt Min Kim / Min 55
17/06/10 18/06/10 18/06/10 18/06/10 23/06/10
Scriptiebeoordeling Karel de Grote-Hogeschool (Antwerpen) Stent-overleg Oost-Vlaanderen Stent-overleg West-Vlaanderen Werkgroep cliëntenfeedback Coördinatorenoverleg HCA
23/06/10
Overleg met Cedric Collet en Jan Deschuttere (Curious) i.v.m. website
28/06/10 28/06/10 29/06/10 29/06/10 29/06/10 29/06/10 29/06/10 Juli 2010 1/07/10 1/07/10
Overleg met KIK (Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht) i.v. m. procesbegeleiding Stuurgroep Decreet Rechtspositie Minderjarigen (Beleidsondersteunend team Integrale Jeugdhulp) Binc opvolgvergadering Overleg met Bruno Vanobbergen en Mie Jacobs (Kinderrechtencommissariaat) i.v.m. Jeugdrecht.be Overleg met Mie Jacobs (Kinderrechtencommissariaat) i.v.m. procesbegeleiding Overleg met Valerie Carette (Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Leuven) i.v.m. onderzoek thuisbegeleidingsdiensten Steunpunten overleg
Interview met Edith Gysen (De Grubbe) i.v.m. gesloten opvang Werkgroep gezonde voeding (org. LOGO Brussel) Procesbegeleiding bij denktank ‘Waar wachten we op? Denktank over zorgtekort 5/07/10 in de jeugdhulpverlening. (org. Kinderrechtencommissariaat) 6/07/10 Interview met Magda Massoels (De Hutten) i.v.m.gesloten opvang Kennismaking met Van Montfoort b.v. (Kennisonderneming voor de publieke 6/07/10 sector, Woerden, Nederland) 7/07/10 Overleg met Johan Moreels (Informant vzw) i.v.m. samenwerking Overleg met KIK (Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht) i.v. m. 7/07/10 procesbegeleiding 15/07/10 Werkgroep jeugdsanctierecht 19/07/10 Binc opvolgvergadering 22/07/10 Overleg met Kaat Boon (Provincie Vlaams-Brabant) i.v.m. verzekeringen Overleg met Tinne Berbez (Centrum Morele Dienstverlening) i.v.m. vorming 27/07/10 beroepsgeheim 29/07/10 Overleg met Victor Haenecour (La Porte Ouverte) i.v.m. statuut pleegouders Augustus 2010 9/08/10 Overleg met Cecilia Verheyden (3'sacrowd) over filmscenario 12/08/10 Overleg Binc handleiding 24/08/10
Binc technische stuurgroep
26/08/10 Voorstelling Handboek Jeugdbeschermingsrecht 31/08/10 Overleg met Mie Jacobs (Kinderrechtencommissariaat) i.v.m. procesbegeleiding 31/08/10 Procesbegeleiding Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht September 2010 Werkgroep bemiddelingsproject i.v.m. racisme (org. Centrum voor gelijkheid van 2/09/10 kansen) 2/09/10
BIJLAGEN
Overleg met IVA Jongerenwelzijn i.v.m. Binc
Min Joz Joz Wederik Lieve Hilde / Min / Wederik Kurt Min Lieve / Wederik Min Kurt Kurt Min Kim / Kurt Wederik Kurt Kim / Kurt Min Kurt / Min Kurt Min Wederik Lieve / Min Min Min Wederik Wederik Lieve / Wederik Min Kurt Kurt Lieve Lieve / Min / Wederik 56
2/09/10 2/09/10
Redactieraad Jeugdrecht.be Stuurgroep Jeugdrecht.be
3/09/10
Binc infodag voor directies te Brussel
7/09/10
Binc opvolgvergadering
7/09/10 7/09/10 7/09/10 8/09/10 9/09/10 9/09/10 9/09/10 13/09/10
Procesbegeleiding bij denktank ‘Waar wachten we op? Denktank over zorgtekort in de jeugdhulpverlening. (org. Kinderrechtencommissariaat) Overleg met David Peirs (Curious) i.v.m. website Trainingsdag 'Doelgericht werken' te Antwerpen (org. OSBJ i.s.m. Informant) Voorbereiding studiedag '20 jaar thuisbegeleiding' met provincie Vlaams-Brabant Overleg met Mie Jacobs (Kinderrechtencommissariaat) i.v.m. procesbegeleiding Studiedag 'Adolescentenpsychiatrie' (org. ZNA Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen) Trainingsdag 'Doelgericht werken' te Leuven (org. OSBJ i.s.m. Informant) Procesbegeleiding bij denktank ‘Waar wachten we op? Denktank over zorgtekort in de jeugdhulpverlening. (org. Kinderrechtencommissariaat)
13/09/10
Stuurgroep Binc
13/09/10
Binc testing
14/09/10
Overleg met PC Wagenschot i.v.m. project 'Herstelgericht werken'
15/09/10
Overleg met Patrick Bedert (Integrale Jeugdhulp) i.v.m. overdracht Stent
15/09/10 15/09/10 16/09/10 16/09/10 16/09/10
17/09/10
Redactieraad Alert Stent-overleg Brussel Congres 'Zorgen voor pleegzorg' (org. Pleegzorg Vlaanderen) Overleg met partners Sint-Jorissite (org. De Overmolen vzw) Trainingsdag 'Doelgericht werken' te Hasselt (org. OSBJ i.s.m. Informant) Uiteenzetting 'Statuut van pleegouders' op congres 'Zorgen voor pleegzorg' (org. Pleegzorg Vlaanderen) Stuurgroep project KIK (Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht)
21/09/10
Binc opvolgvergadering
17/09/10
22/09/10
Voorbereiding procebegeleiding 'Participatie van ouders & kinderen' in Hof Ter Welle (Beveren) Werkgroep studiedag '20 jaar thuisbegeleiding'
22/09/10
Binc Dialoog-, Reflectie- en Actiegroepen voor pilootvoorzieningen te Brussel
22/09/10 22/09/10 23/09/10 23/09/10 23/09/10
Coördinatorenoverleg HCA Procesbegeleiding Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht Overleg met DC De Tandem (Antwerpen) i.v.m. Binc Intervisiegroep Stent Antwerpen Procesbegeleiding Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht
23/09/10
Vorming 'Het beroepsgeheim in de praktijk' te Hasselt (org. OSBJ)
24/09/10 24/09/10 27/09/10
Stent-overleg West-Vlaanderen Werkgroep cliëntenfeedback Stent-overleg Turnhout
21/09/10
BIJLAGEN
Kim / Min Kim / Min Lieve / Min / Wederik Lieve / Wederik Kurt Hilde / Min Veerle Kurt Kurt Joz Veerle Kurt Lieve / Min / Wederik Lieve / Wederik Kurt / Lieve Joz / Min / Veerle Kurt Joz Min Hilde Veerle Min Kurt Lieve / Wederik Kurt Kurt Lieve / Wederik Lieve Kurt Lieve Joz Kurt Kim / Min / Veerle Joz Wederik Joz 57
28/09/10
Overleg met Smals i.v.m. Binc-HCA
28/09/10
Interview over Binc in DC De Tandem (Antwerpen)
29/09/10
Binc Werkvorm specifieke module Crisishulp aan Huis
30/09/10
Binc Dialoog-, Reflectie- en Actiegroepen voor pilootvoorzieningen te Gent
30/09/10 Procesbegeleiding Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht Oktober 2010 1/10/10 Overleg met Johan Moreels (Informant) i.v.m. vorming 2/10/10 Ontmoetingsdag Cera Overleg met Marianne Schapmans (Steunpunt vakantieparticipatie) i.v.m. 4/10/10 vorming 4/10/10
Binc opvolgvergadering
5/10/10 6/10/10
Monteren interview over Binc van DC De Tandem Binc usermanagement vzw De Hand (Hoboken) Uiteenzetting over informatie en beroepsgeheim op suboverleggroep kindermishandeling parket Brussel
6/10/10 8/10/10
Binc dag te Brussel
8/10/10
Stent-SPIL overleg Workshop geven over beroepsgeheim aan consulenten van Unie Vrijzinnige Verenigingen
8/10/10 12/10/10 14/10/10 14/10/10 14/10/10 15/10/10 15/10/10 15/10/10 16/10/10
Binc dag te Gent Overleg met Annelien Maebe en André Verdegem (Vrije CLB Koepel) i.v.m. uitbreiding redactieraad Jeugdrecht.be Procesbegeleiding Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht Vorming geven over ouderlijk gezag en bekwaamheid van minderjarigen voor Suggnomè Studiedag '30 jaar Lejo' (org. Lejo vzw) Workshop geven over beroepsgeheim aan consulenten van Unie Vrijzinnige Verenigingen Vorming 'Het beroepsgeheim in de praktijk in het kader van STENT' te Brussel (org. OSBJ)
20/10/10 21/10/10
Visiedebat over Bijzondere Jeugdzorg (org. Sp.a) Studiedag '20 jaar thuisbegeleiding' (org. OSBJ met de steun van IVA Jongerenwelzijn & Provincie Vlaams-Brabant) Overleg met Suggnomè i.v.m. registratie en bescherming van persoonsgegevens Procesbegeleiding Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht
22/10/10
Binc testing
22/10/10
Binc opvolgvergadering
22/10/10
Werkgroep jeugdsanctierecht Workshop geven over beroepsgeheim aan consulenten van Unie Vrijzinnige Verenigingen Overleg Binc handleiding
18/10/10
22/10/10 26/10/10 BIJLAGEN
Lieve Lieve / Wederik Wederik Lieve / Wederik Kurt Veerle Min Min Lieve / Wederik Wederik Wederik Min Hilde / Lieve / Wederik Min Min Hilde / Lieve / Min / Wederik Min Kurt Kim / Min Kurt Min Annelies / Kim / Min / Veerle Min Hilde / Kurt / Wederik Min Kurt Lieve / Wederik Lieve / Wederik Min Min Wederik 58
28/10/10
Gastcollege geven over Decreet Rechtspositie Minderjarigen aan Karel de GroteHogeschool (Antwerpen)
28/10/10
Inspiratievoormiddag 'Passie voor de jeugdzorg' (org. OSBJ)
29/10/10
Binc testing
29/10/10
Vorming 'Het beroepsgeheim in de praktijk' te Gent (org. OSBJ)
November 2010 4/11/10 Overleg Binc handleiding 4/11/10
Redactieraad Jeugdrecht.be
4/11/10 8/11/10
Stuurgroep OSBJ Toelichting Binc in Don Bosco (Eeklo)
9/11/10
Binc opvolgvergadering
9/11/10
16/11/10
Overleg Binc handleiding Bijeenkomst jeugdinformatieactoren i.v.m. landschapstekening jeugdinfo (org. Kinderrechtencommissariaat) Begeleiding intervisie over bekwaamheid en informatie voor CKG 's (org. Kind & Gezin) Hergo-overleg
16/11/10
Binc opleiding
17/11/10 17/11/10 18/11/10 18/11/10
Denktank 'Sociaal werk en politiek' (org. Pluralistisch Overleg Welzijnswerk) Binc opleiding Jurylid tijdens projectoproep deskundigheidsbevordering in de BJB (org. Cera) Binc opleiding Studiedag 'Vier jaar werken met het decreet rechtspositie: realisaties en aanbevelingen' (org. Integrale Jeugdhulp) Binc opleiding Deelname aan panelgesprek tijdens studiedag 'Vier jaar werken met het decreet rechtspositie: realisaties en aanbevelingen' (org. Integrale Jeugdhulp)
9/11/10 16/11/10
19/11/10 19/11/10 19/11/10 23/11/10
Binc opleiding
24/11/10 24/11/10
Coördinatorenoverleg HCA Binc opleiding
24/11/10
Binc opvolgvergadering
25/11/10
Binc opleiding
26/11/10 29/11/10 29/11/10
Binc opleiding Stent-overleg Mechelen Stent-overleg Turnhout Studiedag 'Jongeren & psychiatrie' (org. Unie Jeugdadvocaten i.s.m. Kinderrechtswinkel vzw) Binc opleiding
30/11/10 30/11/10 BIJLAGEN
Veerle Annelies / Kurt / Min / Lieve / Veerle / Wederik Lieve Annelies / Kim / Min / Veerle Wederik Annelies / Min Min Wederik Lieve / Wederik Wederik Annelies / Min Kurt Lieve Lieve / Wederik Kurt Wederik Min Wederik Kurt Wederik Min Lieve / Wederik Lieve Wederik Lieve / Wederik Lieve / Wederik Wederik Min Min Min Wederik 59
December 2010 1/12/10 Procesbegeleiding Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht 1/12/10 Binc opleiding 2/12/10 Vorming geven over het dossier in De Touter-Tandem (Antwerpen) 2/12/10
Binc opleiding
7/12/10 8/12/10 8/12/10 8/12/10
Stuurgroep Decreet Rechtspositie Minderjarigen (Beleidsondersteunend team Integrale Jeugdhulp) Vragenuur over het dossier in Tonuso (Anderlecht) Binc opleiding Stent-overleg West-Vlaanderen Bekendmaking laureaten projectoproep Cera ‘Deskundigheidsbevordering van begeleiders in de bijzondere jeugdzorg’ Binc opleiding Overleg met Patrick Bedert (Integrale Jeugdhulp) i.v.m. Stent Binc opleiding Procesbegeleiding Buitenschoolse kinderopvang Anderlecht
8/12/10
Stuurgroep Binc
9/12/10
Binc opleiding
10/12/10 10/12/10
Begeleiding intervisie over het dossier voor CKG's (org. Kind & Gezin) Binc opleiding Overleg met Ludo Serrien (Steunpunt Algemeen Welzijnswerk) i.v.m. samenwerking steunpunten
2/12/10 2/12/10 3/12/10 3/12/10 7/12/10
10/12/10 10/12/10
Stuurgroep Jeugdrecht.be
13/12/10 13/12/10 14/12/10
Binc opleiding Werkgroep jeugdsanctierecht Procesbegeleiding 'Participatie van ouders & kinderen' in Hof Ter Welle (Beveren)
14/12/10
Binc opleiding
15/12/10 15/12/10
Binc opleiding Binc opvolgvergadering
16/12/10
Binc opleiding
16/12/10 17/12/10 21/12/10 23/12/10
Overleg met Luc Wasteels (Interdiocesaan Centrum) i.v.m. verzekeringen Binc opleiding Binc opvolgvergadering Overleg met MPI Wagenschot en vzw Alba over project 'herstelgericht werken'
BIJLAGEN
Kurt Wederik Kurt Lieve / Wederik Min Kurt Wederik Min Min Wederik Min Wederik Kurt Lieve / Min / Wederik Lieve / Wederik Min Wederik Min Annelies / Min Lieve Min Kurt Lieve / Wederik Wederik Wederik Lieve / Wederik Hilde Wederik Wederik Lieve
60
BIJLAGE 2: OVERZICHT BETALEND AANBOD 2010 §
Situering van decreet rechtspositie minderjarigen op themadag 'Werken met jongeren en hun ouders: het cliëntperspectief in de jeugdhulpverlening onder de loep' (org. Brusselse Welzijnsraad & Integrale Jeugdhulp) op 26 februari 2010
§
Vorming over beroepsgeheim voor Open Thuis, dienst voor pleegzorg te Kessel-Lo op 8 maart 2010
§
Vorming over HCA aan jeugdmagistraten (org. Instituut voor Gerechtelijke Opleiding) op 23 maart 2010
§
Workshop over beroepsgeheim in de Bijzondere Jeugdzorg op de studiedag van het Samenwerkingsverband Trainingscentra voor Kamerbewoning (STK) op 21 mei 2010
§
Vorming over decreet rechtspositie minderjarigen voor CKG De Schommel - Ambermodule te Heverlee op 31 mei 2010
§
Procesbegeleiding voor het project Kuregem ‘Waar buitenschoolse kinderopvang en opvoedingsondersteuning elkaar ontmoeten’ voor de periode juli 2010 t/m december 2010
§
Procesmatig begeleiden van denktank ‘Waar wachten we op? Denktank over zorgtekort in de jeugdhulpverlening. (org. Kinderrechtencommissariaat) op 5 juli, 7 en 13 september 2010
§
Uiteenzetting over ‘Statuut van pleegouders' op congres 'Zorgen voor pleegzorg' (org. Pleegzorg Vlaanderen) op 17 september 2010
§
Uiteenzetting over informatie en beroepsgeheim op suboverleggroep kindermishandeling parket Brussel (org. Instituut voor Gerechtelijke Opleiding) op 6 oktober 2010
§
Organisatie van studiedag ’20 jaar thuisbegeleiding’ door OSBJ vzw op 18 oktober 2010 te Leuven
§
Vorming over beslissingsboom beroepsgeheim voor Unie Vrijzinnige Verenigingen op 8, 15 en 22 oktober 2010
§
Vorming over ouderlijk gezag en bekwaamheid van minderjarigen voor Suggnomè op 14 oktober 2010 te Brussel
§
Overleg met Suggnomè i.v.m. registratie en bescherming van persoonsgegevens op 20 oktober 2010
§
Gastcollege over decreet Rechtspositie minderjarigen aan Karel de Grote-Hogeschool te Antwerpen op 28 oktober 2010
§
Vorming decreet rechtspositie minderjarigen voor De Steiger (Mobile) te Sint Amandsberg op 3 december 2010
§
Begeleiding intervisie over bekwaamheid en informatie voor CKG 's (org. Kind & Gezin) op 16 november 2010
§
Begeleiding intervisie over dossier voor CKG 's (org. Kind & Gezin) op 10 december 2010
§
Procesbegeleiding over participatie van ouders en kinderen voor Hof Ter Welle te Beveren op 23 maart en 14 december 2010
§
Vorming over het dossier voor De Touter-Tandem te Antwerpen op 2 december 2010
§
Vragenuurtje over het dossier voor Tonuso te Anderlecht op 2 december 2010
BIJLAGEN
61
BIJLAGE 3: CIJFERNOTA HCA
Cijfernota 2009 Bemiddeling – Gemeenschapdienst – Leerprojecten – Hergo Voor deze nota maken we gebruik van het registratiesysteem van de OSBJ, dat samen met de diensten werd ontworpen. Vanaf 2011 zal BINC in werking treden. Dit is een uniform registratiesysteem voor de hele Bijzondere Jeugdzorg. Voor HCA wordt een specifieke module ontworpen waardoor we nog een aantal extra variabelen zullen kunnen registreren. In een eerste deel bespreken we een aantal tabellen die betrekking hebben op bemiddeling, gemeenschapsdienst, leerprojecten en Hergo. We geven informatie over het aantal verwijzingen, de kenmerken van de jongere en de aard van de gepleegde feiten. Het betreft telkens de dossiers die werden aangemeld in 2009. In de volgende delen bespreken we de vier afhandelingen afzonderlijk. We behandelen hier voornamelijk de dossiers die werden afgesloten in 2009. In de commentaren bij de tabellen beperken we ons tot enkele markante vaststellingen. Het is namelijk niet mogelijk of weinig relevant om eventuele evoluties te verklaren. Het ene jaar merken we een stijging, het andere jaar een daling. Het is niet altijd duidelijk waaraan dit te wijten is. Wat geldt voor het ene arrondissement, is dan weer heel anders binnen een ander arrondissement en veel hangt af van de verwijzers. Het is vaak gissen naar de beweegredenen van de verwijzers. Om de hongerige lezer toch wat achtergrondinformatie mee te geven, voegden we een compilatie met beschouwingen vanuit de jaarverslagen van de verschillende diensten in bijlage.
BIJLAGEN
62
1. Analyse dossiers voor bemiddeling, gemeenschapsdienst en leerprojecten en Hergo 1.1. Aantal verwijzingen Eerst geven we een overzicht van het aantal verwezen jongeren per afhandeling en per dienst. Nadien geven we een tabel met het aantal verwezen jongeren per afhandeling per arrondissement. De cijfers per arrondissement zijn niet altijd dezelfde als de cijfers per dienst omdat een aantal diensten in meerdere arrondissementen werkt en in het arrondissement Antwerpen zijn twee diensten actief. Bovendien is er een licht verschil tussen de cijfers per arrondissement en de cijfers per dienst omdat diensten soms ook werken met jongeren (of ouders en slachtoffers) uit andere arrondissementen (bijvoorbeeld omdat de jongere niet verblijft in het arrondissement dat voor hem bevoegd is). Met uitzondering van EXIT bieden alle HCA-diensten de vier afhandelingen aan. Exit heeft enkel een aanbod voor leerprojecten voor jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag stellen. 1.1.1. Aantal verwijzingen per dienst Tabel 1: Aantal verwijzingen per afhandeling per dienst aangemeld in 2009 BAAB Brugge COHEsie Kortrijk DIVAM Ieper/Veurne EXIT West-Vlaanderen HCA Oost-Vlaanderen ADAM Antwerpen Elegast Antwerpen CAFT Turnhout BIC Mechelen Alba Leuven Alba Brussel BAAL Limburg Eindtotaal
GD 26 4% 68 9% 17 2% 164 93 73 33 17 18 66 165 737
22% 13% 10% 4% 2% 2% 9% 22% 100%
LP 44 76 23 3 76 139 114 30 31 54 54 195 839
5% 9% 3% 0% 9% 17% 14% 4% 4% 6% 6% 23% 100%
4
HSB 329 422 116
8% 10% 3%
Hergo 1 7 2
613 517 555 205 454 398 223 218 4050
15% 13% 14% 5% 11% 10% 6% 5% 100%
8 24 11 8 1 26 19 7 114
1% 6% 2% 0% 7% 21% 10% 7% 1% 23% 17% 6% 100%
Eindtotaal 400 7% 573 10% 158 3% 3 0% 858 15% 773 13% 753 13% 276 5% 503 9% 496 9% 362 6% 585 10% 5740 100%
1.1.2. Aantal verwijzingen per arrondissement De tabellen 2 en 3 zijn vergelijkbaar. De absolute cijfers zijn identiek maar de percentages werden anders berekend. Tabel 2 geeft een beeld van het aandeel van de afhandelingen over de arrondissementen heen. In tabel 3 geven we de percentages van het aantal verwijzingen per afhandeling binnen hetzelfde arrondissement om na te gaan hoe sterk elke afhandeling afzonderlijk is vertegenwoordigd binnen elk arrondissement.
4
BIC, CAFT en BAAL geven ook leerprojecten SIB-M (slachtoffer in beeld minderjarigen) in de Gemeenschapsinstelling. DIVAM geeft sociale vaardigheidstraining, gecombineerd met Rots en Watertraining binnen het JEZ11project. Deze dossiers werden niet opgenomen in deze tabel. Ze worden afzonderlijk vermeld onder de leerprojecten (tabel 30). De dossiers leerprojecten verwerkt in deze tabel voldoen aan de criteria van de ministeriële omzendbrief van 21 december 2006.
BIJLAGEN
63
Tabel 2: Aantal verwijzingen per arrondissement 2009 – percentage per arrondissement binnen eenzelfde afhandeling Brugge Kortrijk Ieper Veurne Gent Oudenaarde Dendermonde Antwerpen Turnhout Mechelen Brussel Leuven Hasselt Tongeren Eindtotaal
GD 26 68 17 0 52 25 85 166 33 17 65 19 69 95 737
4% 9% 2% 0% 7% 3% 12% 23% 5% 2% 8% 3% 9% 13% 100%
LP 44 78 17 7 24 9 43 254 30 31 57 51 88 104 839
5% 9% 2% 1% 3% 1% 5% 30% 4% 4% 7% 6% 11% 12% 100%
HSB 329 422 82 34 312 74 227 1072 205 454 223 396 41 179 4050
8% 11% 2% 1% 8% 2% 6% 26% 5% 11% 5% 10% 1% 4% 100%
Hergo 1 1% 7 6% 2 2% 0 0% 1 1% 0 0% 7 6% 35 31% 8 7% 1 1% 19 16% 26 22% 3 3% 4 4% 114 100%
Eindtotaal 400 7% 575 10% 118 2% 41 1% 389 7% 108 2% 362 6% 1527 27% 276 5% 503 9% 364 6% 492 9% 201 4% 382 7% 5740 100%
In 2009 waren er 737 verwijzingen voor gemeenschapsdienst, 839 verwijzingen voor leerprojecten en 4050 voor bemiddeling en 114 voor hergo. Het arrondissement Antwerpen krijgt nog steeds het leeuwendeel van de verwijzingen. Ongeveer één derde van de leerprojecten en hergo, één vierde van de gemeenschapsdienst en van de bemiddelingen wordt aangeboden in Antwerpen. Antwerpen, Leuven en Brussel zijn samen goed voor 69% van alle hergo’s. In de andere arrondissementen is het aantal verwijzingen zeer miniem. We moeten er rekening mee houden dat sommige jongeren werden doorverwezen in het kader van een combinatiedossier waarbij meer dan één vorm van HCA werd opgelegd of aangeboden. Het aantal verwijzingen ligt dus hoger dan het aantal jongeren. De meest voorkomende combinatie is deze van gemeenschapsdienst en leerproject maar er zijn ook diensten waar weinig gecombineerde maatregelen worden opgelegd. Tabel 3: Aantal jongeren per arrondissement 2009 – percentage per afhandeling binnen eenzelfde arrondissement Brugge Kortrijk Ieper Veurne Gent Oudenaarde Dendermonde Antwerpen Turnhout Mechelen Brussel Leuven Hasselt Tongeren Eindtotaal
GD 26 68 17 0 52 25 85 166 33 17 65 19 69 95 737
7% 12% 14% 0% 13% 23% 23% 11% 12% 3% 18% 4% 34% 25% 13%
LP 44 78 17 7 24 9 43 254 30 31 57 51 88 104 839
11% 14% 14% 17% 6% 8% 12% 17% 11% 6% 16% 10% 44% 27% 15%
HSB 329 422 82 34 312 74 227 1072 205 454 223 396 41 179 4050
82% 73% 69% 83% 80% 69% 63% 70% 74% 90% 61% 80% 20% 47% 71%
Hergo 1 0% 7 1% 2 2% 0 0% 1 0% 0 0% 7 2% 35 2% 8 3% 1 0% 19 5% 26 5% 3 1% 4 1% 114 2%
Eindtotaal 400 100% 575 100% 118 100% 41 100% 389 100% 108 100% 362 100% 1527 100% 276 100% 503 100% 364 100% 492 100% 201 100% 382 100% 5740
In 2009 was het relatieve aandeel van de verschillende afhandelingen over heel de Vlaamse gemeenschap ongeveer hetzelfde als in 2008 (12% voor GD, 14% voor LP en 74% voor HSB). Hergo was nog niet opgenomen in dit overzicht. Ook gemeenschapsdienst scoort relatief hoog in de Limburgse arrondissementen (Tongeren (25%) en Hasselt (34%)), op de voet gevolgd door Oudenaarde en Dendermonde. Brussel scoort met 18% nog ruim boven het gemiddelde. In Veurne (0%), Mechelen (3%), Leuven(4%) en BIJLAGEN
64
Brugge(7%) zijn er zeer weinig verwijzingen naar gemeenschapsdienst. Dit is in grote lijnen dezelfde verdeling als in 2008. Alleen in Turnhout zien we een gewijzigd aandeel van 4% naar 12% en in Dendermonde van 13% naar 23%. Het aandeel van de leerprojecten binnen het geheel van HCA is bijzonder hoog in Hasselt (44 %), gevolgd door Tongeren (27%). In de meeste arrondissementen schommelt het aantal verwijzingen rond het Vlaamse gemiddelde van 15%. Uitschieters naar beneden zijn Mechelen(6%), Gent(6%), Oudenaarde(8%) en in mindere mate Leuven(10%) en Brugge(11%). Ook hier zien we grotendeels dezelfde verdeling als in 2008 Kijken we naar het aandeel van bemiddeling, dan valt het hoge aantal verwijzingen op in Brugge, Gent, Mechelen en Leuven waar absolute prioriteit gegeven wordt aan bemiddeling. De Limburgse arrondissementen krijgen relatief zeer weinig verwijzingen voor bemiddeling. Dit was ook zo in 2008.Toch enkele opvallende stijgers (met minstens 10%) met name Kortrijk (van 63% naar 73%), Dendermonde (van 63% naar 77%), Turnhout (van 74% naar 87%). Dalers waren Brussel (van 76% naar 61%), Leuven (van 89% naar 80%) en vooral Hasselt (van 35% naar 20%) Het relatieve aandeel van Hergo blijft bijna overal zeer miniem. In vijf arrondissementen bleef dit zelfs onder de drempel van 1%. (Brugge, Veurne, Gent, Oudenaarde en Mechelen).De arrondissementen Brussel en Leuven halen met 5% de hoogste score.
BIJLAGEN
65
1.2. Evolutie in het aantal verwijzingen voor gemeenschapsdienst, leerprojecten en bemiddeling 1.2.1. Overzicht van de evolutie 2005 - 2009 over heel Vlaanderen (inclusief Brussel) Tabel 4: Evolutie in het aantal verwijzingen 2005 - 2009 Gemeenschapsdienst
Leerprojecten
Bemiddeling
Hergo
Totaal
2005 2006 2007 2008 2009 2005 2006 2007 2008 2009 2005 2006 2007 2008 2009 2007 2008 2009 2005 2006 2007 2008 2009 BAAB Brugge COHEsie Kortrijk DIVAM Ieper/ Veurne
37
37
45
39
26
18
19
26
45
44
148
172
313
564
329
0
3
1
203
228
384
651
400
47
60
50
106
68
29
38
38
110
76
142
181
302
378
422
5
5
7
218
279
395
599
573
13
21
3
7
17
16
20
20
23
23
47
45
158
149
116
0
0
2
76
86
181
179
158
1
8
3
1
8
3
EXIT HCA OVL ADAM Antwerpen Elegast Antw. CAFT Turnhout BIC Mechelen Alba Leuven Aba Brussel BAAL Limburg Totaal
BIJLAGEN
0
107
135
71
105
162
20
37
37
49
76
238
177
445
504
613
5
8
8
365
349
558
666
859
158
157
80
102
93
258
326
141
139
139
120
207
342
459
517
4
22
24
536
690
567
722
773
115
98
70
90
73
256
281
150
128
114
194
250
492
452
555
5
6
11
565
629
717
676
753
23
26
19
14
33
2
6
10
27
30
133
101
181
284
205
0
3
8
158
133
210
328
276
1
32
27
17
26
35
35
22
31
154
281
442
512
454
0
3
1
180
317
509
570
503
41
25
31
27
18
28
27
33
37
54
221
298
349
523
398
5
9
26
290
350
418
596
496
23
31
47
50
66
10
26
35
42
54
77
187
269
311
223
18
13
19
110
244
369
416
362
76
96
76
121
165
18
37
48
141
195
146
228
202
228
218
2
2
7
240
361
328
482
585
640
687
524
688
738
681
852
574
771
839
1620 2127 3495 4364 4050 44
74
114
2941 3666 4637 5897 5741
66
Figuur 1. Evolutie in het aantal verwijzingen 2005 – 2009 7000 6000 5000 4000 3000
Gem.dienst
2000
Leerproject
1000 0
Bemiddeling 2005
2006
2007
2008
2009
Hergo
Gem.dienst
640
687
524
688
738
Totaal
Leerproject
681
852
574
771
839
Bemiddeling
1620
2127
3495
4364
4050
44
74
114
4637
5897
5741
Hergo Totaal
2941
3666
Bovenstaande figuur laat een gestage stijging zien van het aantal verwijzingen voor HCA tot 2008. In 2009 stagneerde het totaal aantal verwijzingen op 5854. Deze stijging is bijna volledig toe te schrijven aan het toegenomen aantal verwijzingen voor bemiddeling. Na de stijging in 2007 met 62 % is er in 2008 opnieuw een stijging van het aantal verwijzingen met 27 %. In 2009 is er een lichte terugval met 10%. De stijging in 2007 en 2008 is het gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe jeugdwet op 1 april 2007. Hoewel het niet expliciet in de jeugdwet staat interpreteren de meeste parketmagistraten de verplichting om bij dagvaarding te motiveren waarom geen bemiddeling wordt aangeboden, als een verplichting om een bemiddelingsaanbod te doen.
Figuur 2. Evolutie in het aantal verwijzingen gemeenschapsdienst en leerprojecten 2005 - 2009
Het hoge aantal verwijzingen voor bemiddeling in figuur 1 vertekent het beeld van de evolutie van het aantal verwijzingen voor gemeenschapsdienst en de leerprojecten. Figuur 2 geeft een meer genuanceerd beeld. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe jeugdwet op 1 april 2007 kwam er een sterke terugval van het aantal verwijzingen. In 2008 en 2009 heeft het aantal verwijzingen voor gemeenschapsdienst en leerprojecten zich hersteld tot het niveau van vóór de nieuwe jeugdwet. Het aantal verwijzingen voor gemeenschapsdienst overstijgt zelfs dit niveau.
BIJLAGEN
67
1.2.2. Evoluties per afhandeling en per dienst Figuur 3. Evolutie in het aantal verwijzingen voor gemeenschapsdienst
Evolutie gemeenschapsdienst 2005 - 2009 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
2005 2006 2007 2008 2009
Op Vlaams niveau heeft het aantal verwijzingen zich na de daling in 2007 opnieuw hersteld in 2008 en 2009. Er zijn echter grote verschillen tussen de arrondissementen. In Oost-Vlaanderen en Limburg zien we een zeer sterke stijging in 2009. In Turnhout en Brussel is de stijging minder 5 uitgesproken. Daarentegen zien we in de arrondissementen Antwerpen, Mechelen , Leuven en Brugge opnieuw een daling van het aantal verwijzingen. Deze arrondissementen komen niet terug op het niveau van 2005/2006. In Veurne werd geen enkele gemeenschapsdienst opgelegd. De piek in 2008 in Kortrijk kan verklaard worden door het hoge aantal gecombineerde maatregelen in dat jaar. Hierdoor waren er in Kortrijk in 2008 opvallend meer maatregelen maar er dit betekende niet dat er zoveel meer jongeren een maatregel kregen opgelegd.
Figuur 4. Evolutie in het aantal verwijzingen voor leerprojecten
Evolutie leerprojecten 2005 - 2009 350 300 250 200 150 100 50 0
2005 2006 2007 2008 2009
Ook voor de leerprojecten zien we grote verschillen in de evolutie afhankelijk van het arrondissement. In Antwerpen is er een stagnatie op het niveau van 2007. Dit is minder dan een halvering van het aantal verwijzingen in 2006. Ook hier zijn Limburg en Oost-Vlaanderen bij de stijgers, samen met Leuven en Brussel. In de andere arrondissementen bleef het aanbod stabiel
5
In het arrondissement Mechelen werd de gemeenschapsdienst op jeugdrechtbankniveau in 2005 en 2006 voornamelijk begeleid door de AGM-diensten Mechelen en Lier. Hierover hebben we geen cijfers.
BIJLAGEN
68
met uitzondering van Kortrijk waar we een daling vaststellen van het aantal maatregelen die mogelijks te wijten is aan de terugval van het aantal gecombineerde maatregelen in 2009. Figuur 5. Evolutie in het aantal verwijzingen voor bemiddeling
Evolutie bemiddeling 2005 - 2009
700 600 500 400 300 200 100 0
2005 2006 2007 2008 2009
In de meeste arrondissementen zien we een daling van het aantal verwijzingen, die zelfs zeer uitgesproken is in Brugge. In Kortrijk , Antwerpen en Oost-Vlaanderen daarentegen blijft het aanbod verder stijgen. 1.3. Kenmerken jongere 1.3.1. Geslacht Tabel 5: Geslacht jongeren aangemeld in 2009 GD
M V Eindtotaal
680
LP 93%
HSB
675
89%
Eindtotaal
3533
89%
4888
90%
53
7%
81
11%
434
11%
568
10%
733
100%
756
100%
3967
100%
5456
100%
Figuur 6: Evolutie percentage jongens 96% 94% 92% 90% 88% 86% 84% 82% 80%
BIJLAGEN
GD LP Bem 2006
2007
2008
2009
GD
92%
95%
93%
93%
LP
87%
91%
91%
89%
Bem
85%
88%
93%
89%
Totaal
88%
91%
91%
90%
Totaal
69
Net zoals de vorige jaren betreft slechts één op de tien verwijzingen een meisje. Bij gemeenschapsdienst zijn de jongens iets beter vertegenwoordigd met name tussen 92% en 95%. Bij de leerprojecten schommelt hun aandeel tussen 87% en 91% en bij bemiddeling ligt dit tussen 85% en 93%. We zien geen duidelijke toename of afname van deze percentages. 1.3.2. Leeftijd Tabel 6: Leeftijd op moment van de feiten per afhandeling 2009 GD <=11
LP
HSB
Eindtotaal
0
0%
1
0%
76
2%
77
2%
12
11
2%
7
2%
144
4%
162
4%
13
13
3%
34
7%
337
10%
384
9%
14
64
14%
66
14%
569
16%
699
16%
15
124
27%
108
23%
814
23%
1047
23%
16
121
26%
141
30%
800
23%
1063
24%
17
121
26%
102
22%
757
21%
980
22%
>=18
10
2%
5
1%
28
1%
43
1%
Eindtotaal
464
100%
464
100%
3525
100%
4455
100%
Figuur 7: Leeftijdscurve 2007
Leeftijdscurve 2007 35% 30% 25%
GD
20%
LP
15%
Bem
10% 5% 0% <=11
12
13
14
15
16
17
>=18
Figuur 8: Leeftijdscurve 2008 leeftijdscurve 2008 40,00% 35,00% 30,00% 25,00%
GD
20,00%
HB
15,00%
LP
10,00% 5,00% 0,00% <=11
BIJLAGEN
12
13
14
15
16
17
>=18
70
Figuur 9: Leeftijdscurve 2009
Leeftijdscurve 2009 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
GD LP HSB
<=11
12
13
14
15
16
17
>=18
De leeftijdscurve van 2007 en 2008 zijn nagenoeg identiek met een oververtegenwoordiging van de 17-jarigen bij gemeenschapsdienst en leerprojecten. Voor bemiddeling lag de leeftijd doorgaans lager en lag het zwaartepunt bij de 15- tot 17-jarigen. In 2009 zien we een verjonging voor de gemeenschapsdienst en leerprojecten en sluit de curve dichter aan bij deze van bemiddeling. Het percentage 13- en 14-jarigen is toegenomen tegenover 2008 en blijft relatief sterker vertegenwoordigd bij bemiddeling. 1.3.3. Etnische afkomst 6
Tabel 7: Etnische afkomst van de jongeren aangemeld in 2009 GD
HB
LP
Totaal
België
368
51%
2210
68%
385
56%
2964
64%
Maghreb
115
16%
352
11%
94
14%
561
12%
Turkije
68
9%
67
2%
46
7%
181
4%
Balkan
22
3%
90
3%
32
5%
144
3%
Zwart Afrika
28
4%
40
1%
15
2%
191
4%
West-Europa
24
3%
33
1%
20
3%
77
2%
Oost-Europa
11
2%
31
1%
12
2%
54
1%
27
1%
Rusland
4
1%
18
1%
5
1%
Midden-Oosten
8
1%
11
0%
4
1%
21
0%
Azië
11
2%
12
0%
12
2%
35
1%
Andere
17
2%
114
3%
29
5%
51
1%
Onbekend
15
2%
168
5%
21
3%
204
4%
Niet bevraagd
27
4%
116
4%
7
1%
150
3%
Eindtotaal
718
100%
3262
100%
682
100%
4660
100%
6
Lijst met landen per regio Criterium: etnische afkomst volgens de persoon zelf (vragen aan de jongeren en de ouders welke hun etnische afkomst is – indien de vraag niet werd gesteld maakt de bemiddelaar of de begeleider zelf een inschatting) Op basis van de lijst van de 152 landen met de meeste inwoners werd een indeling gemaakt volgens regio Maghreb: Marokko, Algerije en Tunesië Balkanlanden: Servië, Montenegro, Kroatië, Griekenland, Albanië, Bosnië/Herzegovina, Kosovo, Macedonië en Bulgarije Zwart-Afrika: alle landen onder de Sahara Oost-Europa: alle Oost-Europese landen zonder de Balkanlanden Midden-Oosten: Iran, Irak, Libië, Egypte, Syrië, Oman, Jordanië, Israel, Saoedi-Arabië, Jordanië, Koeweit, Jemen, Libanon, Palestijnse gebieden, Soedan en de Verenigde Arabische Emeritaten Amerika: continent Centraal-Azië: Turkmenistan, Afghanistan, Oezbekistan, Kazachstan, , Kirgizië, Armenië en Azerbeidjan BIJLAGEN
71
Figuur 10: Evolutie etnische afkomst
Percentage van Belgische afkomst 80% 70% 60% 50% GD
40%
LP
30%
HB
20%
2006
2007
2008
2009
GD
53%
59%
56%
51%
LP
54%
58%
56%
56%
HB
75%
74%
72%
68%
Eindtotaal
66%
70%
68%
64%
Eindtotaal
In deze algemene cijfers kunnen we een zeer lichte daling vaststellen van het aantal jongeren van Belgische afkomst. Bij bemiddeling is deze daling meer uitgesproken. Differentiatie volgens arrondissement geeft meer genuanceerde cijfers. Tabel 8: Etnische afkomst gemeenschapsdienst Brugge
Ieper/Veurne Kortrijk
Antwerpen Antwerpen
Mechelen
BAAB
DIVAM
COHEsie
ADAM
Elegast
BIC
N
%
N
%
N
%
N
%
N
%
N
België
22
85%
17
100%
39
61%
19
21%
36
51%
Marokko
0
0%
0
0%
4
6%
38
41%
16
Turkije
1
4%
0
0%
2
3%
8
9%
Oost-Europa
0
0%
0
0%
1
2%
12
Andere
2
8%
0
0%
6
9%
Onbekend
1
4%
0
0%
12
19%
Totaal
26
nietbevraagd
BIJLAGEN
17
Turnhout Oost-Vl HCA CAFT OVL
Leuven
Brussel
Limburg
Gambas
Gambas
BAAL
%
N
%
N
N
%
N
%
N
%
3
18%
26
79%
85
56%
17
74%
18
90%
67
47%
23%
7
41%
4
12%
13
9%
2
9%
1
5%
14
9%
0
0%
3
18%
0
0%
15
10%
1
3%
0
0%
39
27%
13%
7
10%
1
6%
1
3%
6
4%
0
0%
0
0%
5
3%
15
16%
11
16%
3
18%
1
3%
33
2%
3
13%
1
5%
18
13%
0
0%
0
0%
0
0%
1
3%
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
64
92
70
6
1
3
17
33
152
23
20
143
1
2
1
22
72
Tabel 9: Etnische afkomst leerprojecten Brugge
Ieper/Veurne Kortrijk
Antwerpen
Antwerpen Mechelen
BAAB
DIVAM
COHEsie
ADAM
Elegast
BIC
N
%
N
%
N
%
N
%
N
%
N
België
39
88%
32
97%
52
72%
27
21%
38
50%
Marokko
0
0%
0
0%
5
7%
47
37%
9
Turkije
1
2%
0
0%
1
1%
6
5%
Oost-Europa
1
2%
0
0%
2
3%
19
Andere
1
2%
1
3%
4
6%
Onbekend
2
4%
0
0%
8
11%
Totaal
44
nietbevraagd
Turnhout Oost-Vl HCA CAFT OVL
Leuven
Brussel
Limburg
Gambas
Gambas
BAAL
%
N
%
N
N
%
N
%
N
%
8
26%
23
77%
48
63%
24
89%
42
82%
42
41%
12%
9
29%
3
10%
0
0%
0
0%
2
4%
12
12%
2
3%
4
13%
0
0%
4
5%
1
4%
0
0%
31
30%
15%
7
9%
2
6%
2
7%
8
10%
2
7%
1
2%
3
3%
27
21%
20
24%
8
26%
2
7%
16
21%
0
0%
6
12%
15
15%
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
0
0%
33
72
126
76
1
5
13
39
31
30
76
27
51
103
2
Tabel 10: Etnische afkomst bemiddeling Brugge
Ieper/Veurne Kortrijk
Antwerpen Antwerpen Mechelen
BAAB
DIVAM
COHEsie
ADAM
België
286
88%
94
90%
330
81%
104
Marokko
0
0%
0
0%
6
1%
Turkije
1
0%
0
0%
0
Oost-Europa
4
1%
0
0%
Andere
11
3%
10
10%
Onbekend
22
7%
0
0%
Totaal
324
nietbevraagd 2
Turnhout Oost-Vl HCA CAFT OVL
Leuven
Brussel
Limburg
alba
alba
BAAL
Elegast
BIC
22%
99
64%
281
61%
188
92%
388
95%
245
85%
128
62%
76
71%
173
36%
16
10%
114
11%
5
3%
0
0%
12
4%
25
12%
5
5%
0%
13
3%
1
1%
14
3%
0
0%
10
2%
1
0%
3
2%
20
19%
4
1%
63
13%
14
9%
13
3%
1
0%
3
0%
6
2%
9
4%
0
0%
9
2%
84
17%
24
16%
35
8%
9
4%
4
1%
17
6%
26
13%
6
6%
56
14%
41
9%
0
0%
0
0%
2
1%
2
0%
6
2%
14
7%
0
0%
104
405
478
154
10
16
13
377
457
205
407
287
205
107
210
11
18
110
Tabel 11: Percentage jongeren van Belgische afkomst per dienst Antwerpen
Mechelen Antwerpen
Limburg Kortrijk O-Vlaand Turnhout Leuven Brussel Brugge Ieper/V
ADAM
BIC
BAAL
Elegast
COHEsie HCA OVL CAFT
GambL Gamb B BAAB
DIVAM
Gemeenschapsdienst
21%
18%
51%
47%
61%
56%
79%
74%
90%
85%
100%
Leerproject
21%
26%
50%
41%
72%
63%
77%
89%
82%
88%
97%
Bemiddeling
22%
61%
64%
76%
81%
95%
92%
85%
62%
88%
90%
Bovenstaande tabellen brengen de diversiteit tussen de afhandelingen en tussen de diensten onderling in beeld. In tabel 11 staan de diensten gerangschikt volgens het percentage jongeren van Belgische afkomst. Hier zien we dat de dienst ADAM, die vooral werkzaam is in de binnenstad van Antwerpen, bijna vier op vijf jongeren telt van allochtone afkomst. Vooral voor bemiddeling is de kloof met de andere diensten zeer groot. In de andere bemiddelingsdiensten maken deze jongeren hoogstens 39% uit. Voor gemeenschapsdienst en de leerprojecten is de cesuur tussen de diensten minder scherp. BIC-Mechelen sluit nauw aan bij ADAM(Antwerpen). Dan volgen BAAL(Limburg) en Elegast (Antwerpen) met percentages die dicht bij het gemiddelde liggen . De andere diensten zitten hierboven. Opvallend zijn ook de verschillen binnen West-Vlaanderen. De HCA-diensten van Brugge, Ieper en Veurne tellen het minste jongeren van allochtone afkomst. In Kortrijk BIJLAGEN
73
daarentegen zijn ongeveer 40% van de jongeren die gemeenschapsdienst kregen opgelegd van allochtone afkomst. Een terugkerend gegeven is dat bemiddeling doorgaans veel meer jongeren van Belgische afkomst telt dan de andere afhandelingen. Het gerechtelijk arrondissement Brussel en in mindere mate ADAM vormen hierop de uitzondering. 1.4. Aard van de feiten 7 Tabel 12: Aard en aantal van de feiten per HCA dossier, aangemeld in 2009
7
Vermogensdelicten
GD N 737
Oplichting Beschadigingen Diefstal met verzwarende omstandigheden Gewone diefstal Diefstal met geweld Diefstal van een voertuig Winkeldiefstal Brandstichting Poging tot diefstal Heling Huisdiefstal Persoonsdelicten
0 85 225 150 112 74 34 24 22 9 2 299
Opzettelijke slagen en verwondingen Afpersing Bedreigingen zedenfeiten Inbreuk op de wapenwet Onopzettelijke slagen en verwondingen Verkrachting Stalking/Belaging Poging tot doodslag Verkeersinbreuken Drugs Onbekend Andere Eindtotaal
172 57 29 10 10 5 10 4 2 7 110 3 103 1249
% 59% 0% 7% 18% 12% 9% 6% 3% 2% 2% 1% 0% 24% 14% 5% 2% 1% 1% 0% 1% 0% 0% 1% 9% 0% 8% 100%
HB N 2856 48 980 350 395 326 364 208 108 50 1 26 1182 902 68 85 28 0 42 26 31 0
1 112 4151
% 69% 1% 24% 8% 10% 8% 9% 5% 3% 1% 0% 1% 28% 22% 2% 2% 1% 0% 1% 1% 1% 0% 0% 0% 0% 3% 100%
LP N 501 0 63 106 87 127 54 23 28 7 3 3 450 248 64 52 30 10 14 24 5 3 3 128 6 90 1175
% 43% 0% 5% 9% 7% 11% 5% 2% 2% 1% 0% 0% 38% 21% 5% 4% 3% 1% 1% 2% 0% 0% 0% 11% 1% 8% 100%
Eindtotaal N % 4094 62% 48 1% 1128 17% 681 10% 632 10% 565 9% 492 7% 256 4% 160 2% 79 1% 13 0% 31 0% 1931 29% 1322 20% 189 3% 166 3% 68 1% 20 0% 61 1% 60 1% 40 1% 5 0% 10 0% 238 4% 10 0% 305 5% 6575 100%
Er kunnen meerdere feiten per dossier worden geregistreerd
BIJLAGEN
74
2. Herstelbemiddeling Na het overzicht van de verwezen dossiers bespreken we achtereenvolgens de kenmerken van slachtoffers (statuut, etnische afkomst en geslacht), verwezen in 2009, de kenmerken van de interacties, afgesloten in 2009 (bemiddelingsproces, mate van uitvoerig akkoord, mate van directe bemiddeling). 2.1. Overzicht dossiers, jongeren, slachtoffers, interacties Tabel 13 : Aantal dossiers, jongeren, interacties, verwezen in 2009 Dienst
dossiers
jongeren
slachtoffers
interacties
BAAB
235
329
327
429
COHEsie
297
422
412
541
DIVAM
114
116
157
158
HCA OVL
391
613
593
946
ADAM
307
517
426
723
Elegast
299
555
491
849
CAFT
116
205
165
295
BIC
334
454
357
476
BAL
285
398
398
520
Bemiddelingsburo
129
223
333
509
BAAL
132
218
173
299
Totaal
2639
4050
3832
5745
Tabel 14 : Aantal dossiers, jongeren, interacties, afgesloten in 2009 Dienst
dossiers
jongeren
slachtoffers
interacties
BAAB
270
426
358
620
COHEsie
271
384
399
536
DIVAM
103
111
109
117
HCA OVL
344
540
486
733
ADAM
360
589
474
811
Elegast
298
526
448
778
CAFT
129
224
163
277
BIC
305
474
320
489
BAL
288
431
398
597
Bemiddelingsburo
112
205
224
362
BAAL
119
212
171
343
Totaal
2599
4122
3550
5663
BIJLAGEN
75
2.2. Slachtoffers In bovenstaande tabel zien we dat er een bemiddelingsaanbod werd gedaan aan 3832 slachtoffers 2.2.1. Statuut Tabel 15: Statuut van de slachtoffers verwezen in 2009 Natuurlijk persoon
2691
77%
Rechtspersoon
792
23%
Eindtotaal Niet ingevuld : 349
3483
Tabel 16: Evolutie percentage natuurlijke personen 2005-2009 2005 81% 2006 74% 2007 76% 2008 77% 2009 77% Ongeveer drie vierden van de slachtoffers zijn natuurlijke personen. Dit gegeven blijft constant door de jaren heen. 2.2.2. Etnische afkomst Tabel 17: Etnische afkomst natuurlijke personen slachtoffers verwezen in 2009 België
1902
86%
Turkije
6
0%
Maghreb
34
1,5%
West-Europa
11
0%
Balkan
8
0%
Amerika
3
0%
Oost-Europa
1
0%
Rusland
1
0%
Onbekend
198
9%
Andere
42
2%
Eindtotaal Niet ingevuld : 485
2206
Tabel 18: Evolutie 2005 – 2009: percentage slachtoffers van Belgische afkomst 2005 92% 2006 91% 2007 91% 2008 89% 2009 86% Over de jaren stellen we een lichte toename vast van de slachtoffers van allochtone afkomst.
BIJLAGEN
76
2.2.3. Geslacht Tabel 19: Geslacht natuurlijke personen slachtoffers verwezen in 2009 M V Eindtotaal Niet ingevuld: 30
1796 865 2661
67% 33% 100%
Ook in deze verhouding zit weinig evolutie. Het aandeel van de vrouwen schommelt doorheen de jaren rond de 33 %. 2.3. Interacties Vanaf hier geven we de cijfers van de dossiers die werden afgesloten in 2009 (Deze bevatten ook dossiers die werden verwezen in 2008.) 2.3.1. Bemiddelingsproces Tabel 20: Aard van het bemiddelingsproces, interacties van afgesloten dossiers 2009
Andere
N 2005 1179 99 128
2005 (%) 49% 4% 5%
N 2006 1253 139 92
2006 (%) 44% 5% 3%
N 2007 2.204 273 377
2007 (%) 55% 7% 9%
N 2008 3365 277 670
2008 (%) 61% 5% 12%
N 2009 3136 284 207
2009 (%) 56% 5% 4%
Benadeelde heeft intussen geen vraag meer
320
13%
297
11%
552
14%
666
12%
784
14%
Dader wenst geen bemiddeling
79
3%
94
4%
163
4%
368
7%
447
8%
211 72
9% 3%
292 47
8% 2%
272 135
7% 3%
287 125
5% 2%
320 111
6% 2%
270 1079 26 112 941 172 68 76 28
11% 44% 1% 5% 39% 7% 3% 3% 1%
292 1224 39 192 993 203 90 85 28
11% 46% 2% 7% 37% 8% 3% 3 ,2 % 1%
18% 33% 1% 4% 28% 6% 3% 3% 1% 0%
987 2060 37 330 1690 308 109 119 80
18% 37% 1% 6% 30% 6% 2% 2% 1%
100%
58 2655
2% 100%
11% 37% 2% 8% 27% 5% 2% 3% 1% 0% 0% 98%
972 1790 43 231 1516 304 153 151 28 4
2430
432 1.481 69 314 1.098 198 95 101 21 7 1 3.912
5491
100%
5584
100%
Louter contactname Alles is al geregeld
Minstens één van de partijen onbereikbaar Ontkennende dader(s) Slachtoffer wenst geen bemiddeling Volledig doorlopen Gedeeltelijk akkoord Geen akkoord Volledig akkoord Voortijdig gestopt Dader haakt af Slachtoffer haakt af Andere Niet geselecteerd Onbekend Totaal
We stellen vast dat meer dan de helft van de interacties beperkt blijft tot een louter contactname en dat de bemiddeling dus niet opstart. Het is wel belangrijk om er op te wijzen dat de registratie op interactieniveau het beeld vertekent vanuit het perspectief van de jongere. Het percentage van jongeren waarvoor een bemiddeling opstart ligt hoger dan het percentage van de interacties waarvoor de bemiddeling opstart. Een voorbeeld maakt dit duidelijk. Als een jongere bemiddelt met slechts één van de drie slachtoffers, werd er wel bemiddeld met deze jongere maar op het niveau van de interacties geeft dit 66% louter contactnames. Voor het jaar 2011, na de inwerkingtreding van BINC, zullen we kunnen differentiëren in hoeveel percent van de jongeren, de slachtoffers en de interacties een bemiddeling tot stand kwam.
BIJLAGEN
77
Tabel 21: Verloop van het bemiddelingsproces op niveau interacties afgesloten dossiers 2009 BAAB
DIVAM
COHEsie
ADAM
Elegast
BIC
CAFT
HCA OVL
BAL
Bemburo
N
%
N
BAAL
N
%
N
%
N
%
N
%
N
%
N
%
N
%
N
Louter contactname
369
56%
46
39%
286
53%
507
63%
486
64%
281
57%
120
44%
423
66%
270
45%
172 47%
176 51%
3136 56%
Volledig doorlopen
176
27%
69
59%
228
42%
256
32%
209
28%
197
40%
136
50%
208
33%
275
46%
146 40%
160 47%
2060 37%
Voortijdig gestopt
74
11%
2
2%
18
3%
33
4%
55
7%
7
1%
16
6%
9
1%
43
7%
40
11%
8
2%
308
6%
Andere
39
6%
0
0%
5
1%
11
1%
4
1%
3
1%
0
0%
0
0%
8
1%
10
3%
0
0%
80
1%
Eindtotaal
658
117
537
807
754
488
272
640
596
%
N
Eindtotaal
368
%
344
N
%
5584
In gemiddeld 44% van de interacties wordt de bemiddeling gestart. Vooral Oost-Vlaanderen en het arrondissement Antwerpen kennen zeer lage opstartscores (ts 34% en 37%). Deze beide regio's behandelen ongeveer 40% van de aangemelde dossiers en wegen dus sterk door op het algemene gemiddelde. De meeste diensten halen een opstartscore van boven de 50%. Het hoogste opstartpercentage vinden we in Ieper/Veurne (61%), gevolgd door Turnhout (56%).
Tabel 22: Louter contactnames op niveau interacties afgesloten dossiers 2009 BAAB
DIVAM
COHEsie
ADAM
Elegast
BIC
N
%
N
%
Alles is al geregeld
29
8%
20
Benadeelde geen vraag meer
66
18% 1
Dader wenst geen bemiddeling
84
N
%
N
%
N
%
N
%
43% 22
8%
15
3%
14
3%
34
12% 34
2%
44
15% 83
16% 68
23% 3
6%
21
7%
79
16% 144 29% 25
9%
Minstens 1 van de partijen onbereikbaar 1
0%
4
9%
10
3%
20
4%
11
2%
34
Ontkennende dader(s)
22
6%
4
9%
14
5%
6
1%
6
1%
7
Slachtoffer wenst geen bemiddeling
93
25% 13
28% 112 39% 304 60% 222 46% 62
22% 14
Andere
74
20% 1
2%
3%
Totaal
369
46
63 286
22% 0 507
0%
24 486
CAFT
HCA OVL BAL
N
N
8
N
N
%
N
%
284
9%
%
16% 28
16% 16
9%
36% 53
31% 76
43% 784
25%
8%
53
5%
4%
5%
447
14%
12% 3
3%
124 29% 36
2%
12% 5
1%
12% 72
17% 48
17% 24
14% 23
13% 987
31%
0%
0%
3%
16%
0%
7%
281
15
0 120
0 423
7%
%
Totaal
43
10
28% 29
N
BAAL
37% 140 33% 98
14% 111 39% 44
5%
%
Bemburo
12% 13
24
8 270
7
8
13% 26
15% 51
29% 320
10%
9%
3%
1%
4%
6
28 172
2
0 176
111
207 3136
We bekijken de redenen van de louter contactnames van naderbij: - 31% van de slachtoffers wenst geen bemiddeling en 25% heeft geen vraag meer meer. - Slechts 14% van de jongeren wenst niet deel te nemen.
BIJLAGEN
78
Tabel 23: Gestarte interacties in afgesloten dossiers 2009 BAAB
DIVAM
COHEsie
ADAM
Elegast
BIC
N
N
%
HCA OVL
BAL
Bemburo
BAAL
Totaal
%
N
%
N
%
N
%
N
%
N
%
N
N
%
N
%
N
%
N
Volledig doorlopen
176 70% 69 97%
228
93%
256
89%
209
79%
197
95%
136
90%
208
96%
275
86%
143
78%
160
95%
2057 87%
Volledig akkoord
160 64% 44 62%
170
69%
226
78%
190
72%
159
77%
129
85%
123
57%
224
70%
130
71%
135
80%
1690 71%
Gedeeltelijk akkoord
1
0%
0
6
2%
2
0%
6
2%
3
1%
5
3%
0
0%
9
3%
1
0%
4
2%
37
2%
Geen akkoord
15
6%
25 35%
52
21%
28
10%
13
5%
35
17%
2
1%
85
39%
42
13%
12
6%
21
13%
330
14%
Voortijdig gestopt
35
14% 2
3%
13
5%
22
8%
51
19%
7
3%
16
10%
9
4%
35
11%
30
16%
8
5%
228
10%
Dader haakt af
14
6%
2
3%
6
2%
8
3%
21
8%
1
0%
10
7%
5
2%
15
5%
25
14%
2
1%
109
5%
Slachtoffer haakt af
21
8%
0
0%
7
3%
14
5%
30
11%
6
3%
6
4%
4
2%
20
6%
5
3%
6
4%
119
5%
Andere
39
16% 0
0%
5
2%
11
4%
4
2%
3
1%
0
0%
0
0%
8
3%
10
5%
0
0%
80
3%
Totaal
250
71
%
CAFT
0%
246
289
264
207
152
217
318
183
168
2365
Eens de bemiddeling werd gestart, wordt ze in 87% van de gevallen ook volledig doorlopen en in 71% van de gestarte bemiddelingen wordt ook een overeenkomst bereikt.
BIJLAGEN
79
2.3.2. Verband tussen participatiegraad en de wijze van contactname Net zoals vorig jaar probeerden we na te gaan of er een verband kan gevonden worden tussen het zogenaamd laagdrempelig werken en de participatiegraad. We gaan dan uit van de hypothese dat partijen die in een persoonlijk gesprek, goed geïnformeerd worden over de kansen en risico's van deelname aan bemiddeling makkelijker bereid zullen gevonden worden om deel te nemen aan een bemiddeling. Sommige feiten lijken deze hypothese te bevestigen. COHEsie ging over van hoogdrempelig werken naar laagdrempelig werken en zag haar opstartpercentage lichtjes stijgen. De dienst ADAM werkte in 2009 ook meer laagdrempelig (zonder daarom meteen over te schakelen naar systematische huisbezoeken) en zag een lichte toename in de opstartpercentages. Toch is dit niet helemaal overtuigend. De HCA-dienst van Oost-Vlaanderen is na een experimentele periode van 6 maanden laagdrempelig werken opnieuw overgeschakeld naar hoogdrempelig werken omdat de gewijzigde methodiek geen invloed had op de opstartpercentages. De dienst BAAL haalt, ondanks een hoogdrempelige methodiek opstartpercentages van 47% en scoort daarmee boven het gemiddelde. Haar opstartpercentages zijn dit jaar gestegen van 38% naar 47% zonder iets te wijzigen aan de hoogdrempelige wijze van contactname. Ondanks de grote tijdsinvestering, kiezen de meeste diensten voor een laagdrempelige werkwijze. Een hogere participatie van de partijen is hierbij niet de belangrijkste motivatie. Het is vooral de ervaring dat mensen het erg op prijs stellen om goed geïnformeerd te worden over de mogelijke reacties op de gepleegde feiten die doorslaggevend is. Het stelt de mensen in staat om een meer bewuste keuze te maken want bemiddeling is toch nog steeds relatief onbekend. COHEsie ging bijvoorbeeld na hoeveel mensen effectief werden bereikt wanneer ze overschakelden naar een laagdrempelige methodiek. Ze stelden vast dat 98% van de jongeren werd bereikt en dat bij 90% van de jongeren een effectief gesprek doorging. Bij de slachtoffers werd 95% bereikt en vond er met 63% een eerste gesprek plaats. Dit neemt niet weg dat motieven van efficiëntie ook moeten kunnen meespelen. Vooral wanneer de verplaatsingen groot zijn (dit is meer het geval bij gecentraliseerde provinciale diensten) en/of wanneer er een wachtlijst dreigt te ontstaan, neigt men meer naar een hoogdrempelige methodiek. 2.3.3. Uitvoering van het akkoord Tabel 24: Uitvoering akkoord op niveau interacties afgesloten dossiers 2009 (volledig doorlopen) Niet uitgevoerd Gedeeltelijk uitgevoerd Volledig uitgevoerd Eindtotaal
35 33 1544 1612
2% 2% 96%
Tabel 25: Evolutie in de uitvoeringsgraad Volledig uitgevoerd
2005
2006
2007
2008
2009
88%
91%
96%
97%
96%
De uitvoeringsgraad van de bereikte overeenkomsten blijft zeer hoog. In de nieuwe jeugdwet wordt bepaald dat de bemiddelaar ook een eindverslag moet bezorgen aan de verwijzer. In dat verslag wordt meegedeeld of de overeenkomst al dan niet werd uitgevoerd. De bemiddelaar heeft dus de wettelijke opdracht om de uitvoering op te volgen. Vóór de inwerkingtreding van de nieuwe jeugdwet sloten sommige bemiddelingsdiensten de bemiddeling af bij het bereiken van de overeenkomst. De opvolging werd overgelaten aan de partijen zelf.
BIJLAGEN
80
2.3.4. Gezamenlijk gesprek Tabel 26: Aantal interacties met gezamenlijk gesprek in de interacties afgesloten in 2009 dossiers waarin bemiddeling werd gestart
BAAB
COHEsie DIVAM
ADAM
Elegast
BIC
CAFT
BAL
Bemiddelingsburo BAAL
Eindtotaal
2007 26
33% 25
24% 12
19% 9
8%
23
14% 20
9%
39
51% 65
37% 34
21% 19
13% 305 21%
2008 66
33% 56
26% 40
28% 17
9%
65
30% 14
8%
74
50% 77
30% 13
7%
37
33% 553 28%
2009 60
20% 57
23% 14
20% 47
16% 57
21% 32
15% 68
45% 57
17% 17
8%
30
18% 439 19%
Indien partijen ermee akkoord gaan, kan er een gezamenlijk gesprek doorgaan. Dat is echter geenszins een verplichting. Partijen moeten het als een meerwaarde ervaren binnen het bemiddelingsproces. Naast het gezamenlijk gesprek, in aanwezigheid van de bemiddelaar, kan er ook een gezamenlijk gesprek doorgaan zonder bemiddelaar. Dit wordt echter niet systematisch geregistreerd zodat we dit niet opnamen in de cijfers. We stellen vast dat er grote verschillen zijn tussen de bemiddelingsdiensten, gaande van 8% directe bemiddelingen tot 45%. Na een toename van het aantal gezamenlijke gespreken zien we nu een terugval naar ongeveer 20%. Het is onduidelijk welke factoren maken dat een gezamenlijk gesprek mogelijk wordt. Het blijft een belangrijk thema binnen de diensten. 2.4. Verwijzende instantie Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe jeugdwet in april 2007, worden de gemeenschapsdiensten en de leerprojecten steeds opgelegd door de jeugdrechter of de jeugdrechtbank zodat we dit niet langer registreren. Bemiddeling kan daarentegen zowel op parketniveau als op jeugdrechtbankniveau worden aangeboden. Tabel 27: Verwijzingen door parket – door parket met gelijktijdige vordering van de Jeugdrechtbank Percentage verwijzingen Dienst Percentage verwijzingen van parket met gelijktijdige vordering van JRB parket
jeugdrechtbank
BAAB
100%
0%
60%
COHEsie
99%
1%
30%
DIVAM
100%
0%
Onbekend
HCA OVL
99%
1%
Onbekend
ADAM
95%
5%
57%
Elegast
96%
4%
33%
CAFT
99%
1%
Onbekend
BIC
99%
1%
Onbekend
Bemiddelingsburo
65%
35%
0%
BAL
100%
0%
32%
BAAL Hasselt
100%
0%
Onbekend
BAAL Tongeren
93%
7%
Onbekend
Het percentage van de verwijzingen door het parket geeft weer hoeveel procent van de jongeren werden doorverwezen vanuit het parket tegenover het aantal verwijzingen vanuit de jeugdrechtbank.
BIJLAGEN
81
Het percentage parket met gelijktijdige vordering van de jeugdrechtbank geeft het percentage van de verwijzingen weer waarbij het parket gelijktijdig met het bemiddelingsaanbod ook de jeugdrechtbank vorderde. Omdat deze variabele niet werd ingebouwd in het registratiesysteem van de OSBJ zijn we voor deze cijfers afhankelijk van de registratie door de diensten. Niet alle diensten registreren dit. De cijfers van BAAB, COHEsie, ADAM en Elegast betreffen de jongeren die werden verwezen in 2009. De cijfers van de BAL betreffen de dossiers die werden afgesloten in 2009. In Brussel wordt nooit een vordering ingesteld gelijktijdig met een bemiddelingsaanbod door het parket. Het relatief hoge aantal verwijzingen van bemiddeling door het parket heeft veel te maken met de procedure die de Vlaamse verwijzers volgen. In alle arrondissementen, met uitzondering van Brussel, kan het parket tegelijk de jeugdrechtbank vorderen en doorverwijzen naar bemiddeling. Dit betekent dat het parket ook de dossiers die nog behandeld zullen worden door de jeugdrechter, vaak de “zwaardere” dossiers, doorverwijst naar bemiddeling. In Wallonië en Brussel H-V vordert de parketmagistraat ofwel onmiddellijk de jeugdrechtbank, ofwel verwijst ze door naar bemiddeling. Als de bemiddeling uitmondt in een akkoord en het akkoord wordt uitgevoerd, volgt seponering van het dossier. Kleine feiten worden hier nog steeds zonder meer geseponeerd. Indien de bemiddeling niet lukt, volgt meestal een vordering voor de jeugdrechtbank. Ongeveer een derde van de dossiers van het arrondissement Brussel-HalleVilvoorde wordt verwezen door de jeugdrechtbank. Er zijn echter wel verschillen tussen de arrondissementen in de mate waarin het parket deze mogelijkheid om een parallelle vordering in te stellen ook daadwerkelijk benut (in Turnhout bijvoorbeeld zeer weinig).
BIJLAGEN
82
3. Gemeenschapsdienst en leerproject Omdat het landschap van de leerprojecten erg geschakeerd is, starten we met een overzicht van de bestaande leerprojecten en het aantal verwijzingen per dienst. We vullen dit overzicht aan met de leerprojecten die niet werden opgelegd door de jeugdrechter en de begeleidingen voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. Na deze introductie geven we een aantal kenmerken van gemeenschapsdiensten en leerprojecten zoals het slaagpercentage, de redenen waarom een afhandeling niet werd afgerond en de begeleidingsduur. Het betreft uitsluitend dossiers die werden afgerond in 2009 3.1. Overzicht van de leerprojecten Naast een overzicht van de leerprojecten in de strikte zin (opgelegd door de jeugdrechter en met een bepaalde termijn), geven we hier volledigheidshalve ook de leerprojecten weer die werden gevolgd op vrijwillige basis, of als onderdeel van een ruimer behandelingsplan, of de ambulante begeleidingen. Het gaat wel altijd om jongeren die een delict pleegden. Tabel 29 geeft een overzicht van de leerprojecten die opgelegd worden door de jeugdrechtbank als vaste modules van 20u of 40 tot 45u. Tabel 30 geeft de leerprojecten weer die worden aangeboden op specifieke vraag van bepaalde voorzieningen. Daarnaast geven we in tabel 31 een overzicht van ambulante begeleidingen voor jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag stellen.
COHEsie
37
39
76
DIVAM
23
23
EXIT HCA OVL
56
ADAM
4
Elegast
88
BIC 43
BAAL TOTAAL
-
BIJLAGEN
191
35
3
3
20
76
9
38
16
139 114
26 8
30
4
18
9
31
21
14
21
76
103
123
143
22
CAFT
Gambas
37
TOTAAL 44
In Intake
4
LP 40u
40
LP SGG
R&W 20u
BAAB
ILOM 20u
SOVA 20u
SIB-M 20u
Drugs 20u
Tabel 28. Overzicht van de verwijzingen in 2009 binnen de verschillende leerprojecten per dienst
2
108
7
195
16 137
108
50
71
16
839
ILOM: Leerproject op maat (individueel project) Drugs: leerproject voor jongeren die drugdelicten pleegden (groeps- en/of individueel project) SIB-M: Leerproject slachtoffer in beeld voor minderjarigen (groepsproject) R&W: Leerproject rots en water (psychofysieke training – groepsproject) LP SGG: leerproject voor jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag stellen (individueel) LP 40u: langerdurend leerproject. Inhoudelijk en methodisch verschilt dit van dienst tot dienst. In intake: nog niet duidelijk welk type leerproject het zou worden op 31 dec. 2009
83
Tabel 29: Leerprojecten op initiatief van specifieke voorzieningen DIVAM Proeftuin JEZ11
BAAL+BIC Totaal 13
13
GI MOL TOTAAL
BAAL + CAFT
13
12
12
24
12
12
37
DIVAM (SOVA) en CAFT-BIC-BAAL (SIB-M) geven leerprojecten op vraag van specifieke voorzieningen. Deze leerprojecten worden niet opgelegd door de jeugdrechter. Bij SIB-M gebeurt de deelname op vrijwillige basis aan jongeren die verblijven in gemeenschapsinstelling De Kempen. In JEZ11 wordt de sova-training opgenomen in het begeleidingsaanbod. Deze leerprojecten mogen mee verrekend in de caseload van de betrokken diensten maar worden afzonderlijk vermeld omdat het niet om leerprojecten gaat in de strikte zin. Tabel 30: Ambulante begeleidingen bij s.g.g. per verwijzer jeugdrechter vrijwillig Totaal EXIT 6 25 31 ITER 9 10 19 Totaal 15 35 50 ITER en EXIT geven naast de leerprojecten ook ambulante begeleidingen aan jongeren die s.g.g. stellen. Deze cijfers werden niet opgenomen in de voorgaande tabellen. - Het betreft 15 begeleidingen, opgelegd door de jeugdrechter en 35 begeleidingen via andere 8 verwijzers - Voor 3 maatregelen van EXIT die werden opgelegd door de jeugdrechter was het op het ogenblik van de verwijzing nog niet duidelijk of het een leerproject betrof dan wel een ambulante begeleiding. Jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag stellen vormen een zeer specifieke doelgroep binnen HCA. Vaak is een ambulante begeleiding meer aangewezen. (Lees meer hierover bij de beschouwingen door de diensten, p.43.) 3.2. Opgelegd bij beschikking of bij vonnis? Tabel 31: Percentage van de leerprojecten en gemeenschapsdiensten opgelegd bij beschikking of vonnis Gemeenschapsdienst
Leerprojecten
Beschikking
Vonnis
Beschikking
Vonnis
BAAB
50%
50%
36%
64%
COHEsie
20%
80%
0%
100%
DIVAM
0%
100%
10%
90%
HCA OVL
70%
30%
91%
9%
ADAM
85%
15%
81%
19%
ELEGAST
75%
25%
25%
75%
CAFT
27%
73%
63%
37%
BIC
47%
53%
87%
23%
Gambas Leuven
10%
90%
8%
92%
Gambas Brussel
18%
82%
31%
69%
BAAL
55%
45%
53%
47%
Eindtotaal
49%
51%
50%
50%
Maatregelen opleggen bij beschikking of bij vonnis…. Het is reeds jarenlang voorwerp van discussie. Vanuit pedagogisch standpunt heeft het kort op de bal spelen onmiskenbare voordelen 8
CAW’s, CLB’s, kinder en jeugdpsychiaters, MPI’s, VK’s, scholen, CLB’s en voorzieningen BJB.
BIJLAGEN
84
en zou men pleiten voor een procedure bij beschikking omdat dit sneller gaat. Juridisch zijn er ernstige bezwaren. In de voorlopige fase mag de jeugdrechter geen sanctionerende maatregelen opleggen omdat er nog geen uitspraak mag zijn over de schuld van de jongere. Dit kan pas bij vonnis. Dit betekent dat in principe een leerproject of gemeenschapsdienst pas kan opgelegd worden na vonnis, tenzij we deze maatregelen beschouwen als onderzoeksmaatregelen. Reeds vóór de nieuwe jeugdwet sprak het Hof van Cassatie zich meermaals in die zin uit. De nieuwe jeugdwet heeft deze redenering gevolgd en toegestaan dat een gemeenschapsdienst kan opgelegd worden bij beschikking voor maximum 30 uren als onderzoeksmaatregel. Een leerproject kan gewoon bij beschikking. We merken nog steeds grote verschillen tussen de arrondissementen gaande van geen enkele beschikking (leerprojecten Kortrijk en gemeenschapsdienst Ieper/Veurne) tot 91% beschikkingen (leerprojecten Oost-Vlaanderen) Tabel 32: Evolutie percentage verwijzingen bij beschikking of vonnis Gemeenschapsdienst Leerprojecten Beschikking Vonnis Beschikking Vonnis 2006 44% 56% 57% 43% 2007 35% 65% 50% 50% 2008 40% 60% 45% 55% 2009 49% 51% 50% 50%
Figuur 10: Percentage beschikkingen voor leerprojecten en gemeenschapsdienst 60% 50% 40% 30%
Gemeenschapsdienst Leerprojecten
20% 10% 0% 2006
2007
2008
2009
Het percentage beschikkingen en vonnissen ligt nu voor de beide maatregelen rond 50%.
BIJLAGEN
85
3.3. Aantal uren 3.3.1. Aantal uren gemeenschapsdienst Tabel 33: aantal opgelegde uren GD, afgesloten dossiers 2009 < 20
20-29
30
31-60
61-100
101-150
Eindtotaal
BAAB COHEsie DIVAM HCA OVL ADAM ELEGAST CAFT BIC Gambas Leuven Gambas Brussel BAAL
2 5 6 3 8 7 0 0 0
5% 5% 32% 2% 7% 10% 0% 0% 0%
6 52 8 8 19 6 7 3 2
15% 49% 42% 5% 18% 9% 23% 23% 13%
21 14 1 115 66 47 9 5 7
54% 13% 5% 70% 61% 67% 30% 38% 44%
7 30 1 27 9 8 12 4 7
18% 28% 5% 16% 8% 11% 40% 31% 44%
0 6 3 10 3 2 2 1
0% 6% 16% 6% 3% 3% 7% 8% 0%
3 0 0 1 3 1 0 0
8% 0% 0% 1% 3% 1% 0% 0% 0%
39 107 19 164 108 70 30 13 16
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
0
0%
6
13%
14
31%
20
44%
5
11%
4
9%
45
100%
12
8%
25
17%
70
47%
41
27%
2
1%
0
0%
150 100%
Eindtotaal
41
6%
143
19%
355
48%
174
23%
52
7%
15
2%
742
Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe jeugdwet kan de gemeenschapsdienst in de voorlopige fase nog maximaal 30 uur bedragen. Bijna de helft van de opgelegde maatregelen bedraagt 30u. In de fase ten gronde kan een gemeenschapsdienst oplopen tot maximaal 150 uur. Een gemeenschapsdienst boven de 100 uur blijkt echter de uitzondering (2%). 3.3.2. Aantal uren leerprojecten -
-
Alle diensten bieden leerprojecten van 20 uur aan. Slechts een paar diensten hebben ook een aanbod van het langerdurend leerproject tot 45 uur. Deze diensten zijn ADAM (arrondissement Antwerpen), Elegast (arrondissement Antwerpen), het Basta-project van Gambas (arrondissementen Brussel en Leuven), EXIT (West-Vlaanderen) De beoogde doelgroep van het lange leerproject van ADAM en Elegast zijn recidiverende jongeren. Het Basta-project richt zich op jongeren die uit de gemeenschapsinstelling of Everberg komen of dreigen geplaatst te worden. EXIT is een leerproject voor daders van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
3.4. Evaluatie Tabel 34: Evaluatie afgesloten dossiers 2009 gemeenschapsdienst en leerproject Gemeenschapsdienst Niet Afgerond gestart N % N % BAAB Brugge 72% 4 10% 28 COHEsie 90% 6 6% 96 DIVAM Ieper Veurne 68% 2 10% 13 HCA Oost-Vlaanderen 115 78% 16 11% ADAM Antwerpen 82% 7 6% 89 Elegast Antwerpen 78% 6 9% 52 CAFT Turnhout 80% 0% 24 0 BIC Mechelen 54% 1 7% 7 Gambas Brussel 94% 0 0% 46 Gambas Leuven 75% 2 12% 12 BAAL Limburg 1% 124 83% 2
Stopgezet N % 18% 7 5% 5 21% 4 9% 13 11% 12 13% 9 20% 6 38% 5 6% 3 12% 2 16% 24
Eindtotaal
90
606
81%
46
5%
Leerprojecten Totaal N 39 107 19 148 108 67 30 13 49 16 150
12% 592
Afgerond N % 81% 46 91% 102 87% 20 65% 30 52% 49 57% 62 76% 26 63% 19 80% 28 79% 30 80% 80
Niet gestart N % 9% 5 3% 3 4% 1 7% 3 23 24% 11 10% 15% 5 10% 3 3% 1 2% 1 5% 5
Stopgezet N % 10% 6 6% 7 9% 2 28% 13 24% 23 32% 35 9% 3 27% 8 17% 6 18% 7 15% 15
Totaal N 57 112 23 46 95 108 34 30 35 38 100
492
61
125
668
74%
9%
19%
Tabel 35 : Evaluatie: vergelijking slaagpercentage 2008-2009 BIJLAGEN
86
Gemeenschapsdienst Leerprojecten 2008
2009
2008
2009
%
%
%
%
BAAB Brugge
83%
72%
71%
81%
COHEsie
88%
90%
83%
91%
DIVAM Ieper Veurne
100%
68%
41%
87%
HCA-OVL
84%
78%
59%
65%
ADAM Antwerpen
74%
82%
68%
52%
Elegast Antwerpen
85%
78%
66%
57%
CAFT Turnhout
64%
80%
77%
76%
BIC Mechelen
72%
54%
61%
63%
Gambas Brussel
93%
94%
88%
80%
Gambas Leuven
65%
75%
74%
79%
BAAL Limburg
89%
83%
86%
80%
Eindtotaal
83%
82%
70%
74%
Het slaagpercentage voor gemeenschapsdienst (80%) ligt hoger dan voor de leerprojecten (74%). Er zijn grote verschillen tussen de arrondissementen. Tabel 36: Reden niet afgerond, afgesloten dossiers 2009 GD en LP (stopgezet) GD jongere kwam afspraken niet na
LP
Eindtotaal
N
%
N
%
N
%
59
63%
64
52%
123 56%
herziening maatregel wegens nieuwe feiten
6
6%
12
10%
18
8%
herziening maatregel wegens andere redenen
11
12%
14
11%
25
11%
(plotse) onbereikbaarheid van de jongere
2
2%
6
5%
8
4%
jongere is niet langer gemotiveerd
4
4%
4
3%
8
4%
stopzetting door dienst
1
1%
5
4%
6
4%
verhuis jongere wijziging in de situatie van de jongere bijv. verhuis, ziekte, … Onbekend
0
0%
1
1%
1
1%
4
4%
3
3%
7
3%
5
5%
11
9%
16
7%
Andere
2
2%
4
3%
6
3%
Eindtotaal
94
100%
124 100%
218 100%
De redenen voor de stopzetting van de maatregel zijn erg gelijklopend voor de gemeenschapsdienst en leerprojecten. In meer dan de helft van de gevallen komt de jongere de afspraken niet na. Ongeveer een vijfde van de maatregelen wordt stopgezet omwille van een herziening van de maatregel, al dan niet omwille van nieuwe feiten. Achter deze droge cijfers zitten telkens weer zorgvuldige afwegingen. Wanneer beëindig je een maatregel? Hoeveel kansen krijgt een jongere? Diensten blijven in beweging in hun zoektocht naar de optimale voorwaarden om van de opgelegde maatregel een succeservaring te maken.
BIJLAGEN
87
3.5. Begeleidingsduur gemeenschapsdiensten en leerprojecten. Tabel 37: Begeleidingsduur(datum aanmelding – datum versturen eindverslag), afgesloten dossiers 2009 GD en LP GD 0 tot 1 maand 4% 26 4% 1 tot 2 maanden 18% 104 14% 2 tot 3 maanden 36% 135 18% 3 tot 4 maanden 52% 118 16% 4 tot 5 maanden 65% 93 13% 5 tot 6 maanden 74% 69 9% 6 tot 7 maanden 80% 43 6% 7 tot 8 maanden 85% 38 5% 8 tot 9 maanden 90% 35 5% 9 tot 10 maanden 94% 31 4% 10 tot 12 maanden 97% 22 3% meer dan 12 maanden 22 100% 3% Eindtotaal 736 100% Gemiddelde: 4 maanden 20 d. Maximum: 3 jaar en 4 maanden
LP 8 1% 1% 25 5% 4% 66 14% 9% 99 14% 28% 106 15% 43% 96 14% 57% 69 10% 67% 65 76% 9% 44 82% 6% 87% 37 5% 93% 43 6% 99% 40 6% 698 99% Gemiddelde: 6 maanden Maximum: 2 jaar en 5 maanden
De gemiddelde duur van de gemeenschapsdienst is 4,5 maanden. Voor een leerproject is dit zes maanden. Drie vierde van de dossiers voor gemeenschapsdienst wordt afgerond na 6 maanden, Voor leerprojecten is dit pas na 8 maanden. Reden voor vertragingen in de uitvoering zijn ondermeer: - jongeren die pas kunnen starten na een plaatsingsmaatregel - wachttijd om een groep samen te stellen - maatregelen gecombineerd met andere maatregelen - langerdurende leerprojecten We moeten in deze tabel rekening houden met het feit dat ook de niet gestarte en vroeger afgeronde dossiers opgenomen zijn. Aangezien de leerprojecten vaker vroegtijdig worden stop gezet of niet worden opgestart, de verschillen dus nog groter.
BIJLAGEN
88
4. Hergo 4.1. Aantal verwijzingen Tabel 38: Aantal dossiers, jongeren, slachtoffers, verwezen in 2009 Dienst
dossiers
jongeren
slachtoffers
BAAB COHEsie DIVAM Hca-Oost-Vlaanderen ADAM Elegast CAFT BIC BAL Bemiddelingsburo BAAL TOTAAL
1 2 2 6 19 7 8 1 15 13 7 81
1 7 2 8 24 11 8 1 26 19 7 114
1 3 3 17 28 18 13 2 22 29 30 166
Hoewel we een gestage stijging vaststellen van het aantal verwijzingen kunnen we nog niet spreken van een doorbraak van hergo. Met uitzondering van de arrondissementen Leuven, Brussel en Antwerpen ligt het aantal verwijzingen nog altijd heel laag. De mogelijke redenen van het gebrek aan verwijzingen werden vorig jaar uitvoerig toegelicht. We sommen nog eens de belangrijkste redenen op: - De verwijzingsprocedure waardoor veel jongeren al op niveau van het parket een bemiddelingsaanbod krijgen zodat de jeugdrechter hen geen hergo meer kan voorstellen. - Verwijzers die het aanbod nog steeds niet voldoende kennen of er geen vertrouwen in stellen - Het lage opstartpercentage bij de hergo’s die worden verwezen. - Gebrek aan duidelijke verwijzingscriteria. Er is dus nood aan reflectie, zowel over de sensibiliseringsstrategie als over het concept. 4.2. Aantal hergo’s Tabel 39: Aantal dossiers jongeren en slachtoffers, verwezen in 2009 waarbij de Hergo doorging dossiers jongeren slo’s met Hergo Dienst ergo ergo BAAB COHEsie DIVAM HCA-Oost-Vlaanderen ADAM Elegast CAFT BIC BAL Bemiddelingsburo BAAL TOTAAL Tabel 40 : Verhouding aantal jongeren met Hergo, zonder Hergo, in voorbereiding BIJLAGEN
89
Dienst BAAB
Hergo 0
Geen Hergo In voorbereiding 1
TOTAAL 1
COHEsie
0
3
7
DIVAM
1
1
2
HCA-Oost-Vlaanderen
1
7
8
ADAM
6
18
24
Elegast
0
11
11
CAFT
6
0
BIC
0
1
BAL
12
11
Bemiddelingsburo
7
12
19
BAAL
0
7
7
TOTAAL
33
72
4
2
8 1
3
26
9
114
Slechts 30% van de doorverwezen jongeren en 25% van de slachtoffers namen daadwerkelijk deel aan een hergo.
4.3. Redenen waarom Hergo niet doorging Tabel 41: Redenen waarom Hergo niet doorging (geregistreerd per jongere) Slachtoffer wenst niet mee te werken of haakt af
54
Dader wenst niet mee te werken of haakt af
11
Andere
11
TOTAAL
76
-
-
BIJLAGEN
In 71% van de Hergo’s die niet doorgaan is de reden te vinden in een gebrek aan bereidheid van het slachtoffer. Er zijn opvallend weinig jongeren die niet wensen in te gaan op dit aanbod. Dit zou kunnen liggen aan de preselectie door de jeugdrechter en de sociale dienst van de jeugdrechtbank. Alleen de jongeren die zich reeds uitdrukkelijk akkoord verklaarden met het aanbod worden doorverwezen naar de diensten. In de categorie “andere” vinden we volgende motieven terug: o Feiten te licht o Verkiezen bemiddeling boven Hergo o Dader ontkent o Te grote onenigheid over de feiten o Meer prangende problemen die onmiddellijk aandacht vroegen (hergo kwam niet op het gepaste moment voor de jongere)
90
Samenvatting 1. Het aantal verwijzingen. In 2009 waren er 737 verwijzingen voor gemeenschapsdienst, 839 verwijzingen voor leerprojecten , 4050 voor bemiddeling en 114 voor Hergo. 27% van de verwijzingen situeren zich in het arrondissement Antwerpen. 1.1. Bemiddeling Na de sterke stijging van het aantal verwijzingen voor bemiddeling in 2007 en 2008 - ten gevolge van het in werking treden van de nieuwe jeugdwet - zien we in 2009 een lichte terugval met 10%. in 2007 en 2008 van het aantal verwijzingen bereikte het aantal verwijzingen voor gemeenschapsdiensten en leerprojecten opnieuw het niveau van 2005 na een terugval in 2007. Er zijn echter grote verschillen tussen de arrondissementen. In de meeste diensten zien we een stijging van het aantal gemeenschapsdiensten en vooral van de leerprojecten. Antwerpen daarentegen bereikte nooit opnieuw het niveau van 2005. Desondanks blijft het arrondissement Antwerpen goed voor één vierde van de gemeenschapdiensten en één derde van de leerprojecten in Vlaanderen. 1.2. Gemeenschapsdienst en leerprojecten Bij de inwerkingtreding van de nieuwe jeugdwet op 1 april 2007, kwam er een sterke terugval van het aantal verwijzingen. IN 2008 en 2009 heeft het aantal verwijzingen zich hersteld tot het niveau van voor de nieuwe jeugdwet. 1.3. Gemeenschapsdienst Er zijn echter grote arrondissementele verschillen. In Antwerpen, Mechelen, Leuven en Brugge blijft het aantal verwijzingen voor gemeenschapsdienst veel lager dan in 2005, terwijl we in OostVlaanderen en Limburg een sterke stijging zien. 1.4. Leerprojecten In de meeste arrondissementen is er een stijging van het aantal verwijzingen. In Antwerpen bedraagt het aantal verwijzingen nog steeds minder dan de helft van het niveau in 2006. 1.3. Hergo Er is een gestage stijging van het aantal verwijzingen (van 44 in 2007 tot 76 in 2008 en 114 in 2009) maar dit aanbod situeert zich vooral in de arrondissementen Antwerpen, Brussel en Leuven die samen goed zijn voor 69% van het totaal aantal verwijzingen.
2. Jongeren De kenmerken van de jongeren liggen in de lijn van wat ook vroeger en in andere onderzoeken wordt vastgesteld. 2.1. Leeftijd In 2009 zien we een verjonging voor de gemeenschapsdienst en leerprojecten maar de zestien en zeventienjarigen blijven het best vertegenwoordigd. Het percentage 13- en 14-jarigen is toegenomen tegenover 2008 en blijft relatief sterker vertegenwoordigd bij bemiddeling. 2.2. Geslacht Slechts 10 % van de aanmeldingen betreft een meisje. Dit aandeel blijft constant over de jaren heen. 2.3. Etnische afkomst 64% is van Belgische origine. N 2008 bedroeg dit gemiddelde nog 68%. We stellen dus een lichte daling vast. Er zijn vrij grote verschillen tussen de afhandelingen vast te stellen. Gemeenschapsdienst en leerprojecten tellen respectievelijk slechts 51% en 56% jongeren van Belgische afkomst en herstelbemiddeling 68%. Ook de verschillen tussen de arrondissementen blijven een constante. Vooral ADAM die hoofdzakelijk werkt met jongeren uit de binnenstad van Antwerpen telt veel jongeren van allochtone afkomst (78%).
BIJLAGEN
91
3. Bemiddeling 3.1. Slachtoffers Een ‘gemiddeld’ slachtoffer binnen bemiddeling is een natuurlijk persoon (77%), mannelijk (67%) en van Belgische origine (86%). 3.2. Bemiddelingsproces Het aantal niet gestarte bemiddelingen is met 56% gedaald tegenover 2008 (61%) maar blijft toch zeer hoog. De belangrijkste reden waarom de bemiddeling niet doorgaat is de weigering tot deelname vanwege het slachtoffer (31%), gevolgd doordat de benadeelde geen vraag meer heeft (25%). Slechts 14% van de niet gestarte bemiddelingen zijn te wijten aan een weigering van de jongere. In de gestarte interacties wordt in 71% ook een volledig akkoord bereikt dat zo goed als altijd wordt uitgevoerd (97%). 3.3. Gezamenlijk gesprek In één op vijf van de bemiddelingen die worden gestart, komt men tot een gezamenlijk gesprek tussen de partijen in aanwezigheid van de bemiddelaar. 3.4.Verwijzende instantie Met uitzondering van het arrondissement Brussel, gebeuren 93% tot 100% van de verwijzingen door het parket. Er wordt niet systematisch geregistreerd hoeveel van deze parketverwijzingen gepaard gaan aan een gelijktijdige vordering van de jeugdrechtbank. Voor zover we over cijfers beschikken varieert dit tussen 30% en 60%.
4. Gemeenschapdiensten en leerprojecten 4.1. Het aantal opgelegde uren - Bijna de helft van de gemeenschapsdiensten bevat 30u. Dit hangt samen met de nieuwe jeugdwet die de gemeenschapsdienst toelaat bij beschikking maar enkel als onderzoeksmaatregel voor maximum 30u. Slechts 2% van de gemeenschapsdiensten bedraagt meer dan 100 uren. Ongeveer de helft van de gemeenschapsdiensten worden opgelegd bij beschikking - De Vlaamse overheid legde aan de diensten (ministeriële omzendbrief van 21 december 2006) een standaardduur op voor de leerprojecten van 20uren. Alle diensten bieden leerprojecten van 20 uur aan. Een paar diensten, ADAM, Elegast en BAS bieden ook langerdurende leerprojecten aan. Ook EXIT, leerproject voor daders van seksueel grensoverschrijdend gedrag, heeft een leerproject van 40 uur. Ongeveer de helft wordt opgelegd bij beschikking. 4.2. Aantal volledig beëindigde gemeenschapsdiensten en leerprojecten De succesratio ligt hier zeer hoog. Iets meer dan acht op de tien dossiers voor gemeenschapsdienst wordt met succes uitgevoerd. Voor de leerprojecten ligt de succesratio op 74%. 4.3. Duur van de afhandeling Drie vierden van de gemeenschapsdiensten zijn binnen een termijn van zes maanden afgerond. De helft van de leerprojecten is afgerond na acht maanden.
5. Hergo Er werden 114 Hergo’s aangemeld in 2009. Dit is reeds gevoelig meer dan in 2008 (76) maar het blijft erg beperkt. Slechts 30% van de doorverwezen jongeren namen ook daadwerkelijk deel aan een hergo. Deze participatiegraad ligt dus nog lager dan voor bemiddeling. Voor 71% van de hergo’s is dit toe te schrijven aan het gebrek aan bereidheid van het slachtoffer om deel te nemen.
BIJLAGEN
92
BIJLAGE 4: BIJLAGE BIJ CONVENANT 2010
BIJLAGEN
93
BIJLAGEN
94
BIJLAGEN
95
BIJLAGEN
96
BIJLAGEN
97
i 200
januari 2008 – december 2008 r 2008
BIJLAGEN
2