Werken met kwaliteit
Werken met kwaliteit ISBN: 978 90 6053 613 1 Ontwikkeld in samenwerking met:
Stichting Hout & Meubel Internet: www.shm.nl Dit product draagt het SH&M Keurmerk. SH&M verleent haar keurmerk aan onderwijskundige producten die voldoen aan haar kwaliteitseisen, onderwijskundige visie, en waar tevens een duidelijke relatie bestaat tussen content, kwalificatiestructuur en examens.
Voor meer informatie, actualiteiten, errata, nieuwe ontwikkelingen surf naar: www.opleidingenhtm.nl
Copyright © 2007
Uitgeverij Edu’Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel: 0522-235235 Fax: 0522-235222 Internet: www.edu-actief.nl E-mail:
[email protected]
Derde druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Inhoud Inleiding 1 Arbeidsomstandigheden 1.1 1.2
1.3
1.4
Inleiding Veiligheid Bedienen van machines en apparaten Inrichting werkruimte Noodsituaties Bedrijfshulpverlener Gezondheid Werken met gevaarlijke stoffen Afzuiging van houtstof Afzuiging van meubellak en verf Persoonlijke beschermingsmiddelen Lawaai Trillingen Werkplaatsvoorzieningen Werkhoudingen en bewegingen Gezond leven Welzijn
2 De Arbowet 2.1 2.2 2.3
2.4 2.5
2.6
Inleiding Doel en uitgangspunten Uitwerkingen van de wet Beleidsregels Arboinformatiebladen Arbobepalingen in de cao Plichten werkgever Plichten en rechten werknemer Plichten Rechten Personen, organen en instanties Intern Extern
3 Milieu 3.1 3.2 3.3
Inleiding Wat is milieu? Milieuproblemen
5 7 7 8 8 10 11 12 12 13 14 16 17 18 21 22 22 25 29 31 31 31 32 32 32 32 33 34 34 34 34 35 36 39 39 40 40
3
Inhoud
Inhoud
Inhoud
3.4 3.5
Voorbeelden van milieuproblemen Milieuproblemen en het productieproces Milieuzorgsysteem Personen, organen en instanties Milieubewust handelen Materialen Energie Gevaarlijke stoffen Afval
4 Kwaliteit 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Inleiding Zorgsystemen Kwaliteit Kwaliteitszorg Kwaliteitsborging
5 Kwaliteitssystemen 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Kwaliteitssystemen Hoe werkt een kwaliteitssysteem Kwaliteitszorgsysteem Kwaliteitshandboek Certificering in de timmerindustrie
Samenvatting Veiligheid Gezondheid Welzijn De Arbowet Milieu Kwaliteit
Register
4
42 43 45 46 47 47 48 48 51 55 55 56 56 57 58 59 59 60 60 61 63 67 67 67 68 68 69 70 73
Inleiding Als het goed is, gebeuren er geen ongelukken op je werk, word je niet ziek van je werk en vormt het werk een interessante uitdaging. Om dit te bereiken, moet een aantal maatregelen genomen worden. Samen met je werkgever ben je er verantwoordelijk voor dat de maatregelen nageleefd worden. Er moeten zaken geregeld zijn voor arbeidsomstandigheden waarin veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk vastgelegd zijn. Hetzelfde geldt voor het milieu. Wat gezond en veilig is voor de mens is vaak ook goed voor het milieu. Je moet dus weten hoe je milieubewust kunt werken. Natuurlijk is het belangrijk om te weten welke maatregelen er zijn en waarom ze zijn ingesteld. Ook moet je weten wat je moet doen als er toch iets fout dreigt te gaan. Wat leer je precies? Als je dit boek hebt bestudeerd, kun je de volgende dingen omschrijven: hoe je veilig kunt werken hoe je gezond kunt werken wat welzijn op het werk inhoudt wat het doel en de inhoud van de Arbowet zijn welke plichten en rechten de werkgevers en werknemers hebben welke personen, organen en instanties betrokken zijn bij arbozaken wat milieu is en welke milieuproblemen er zijn wat de relatie is tussen milieuproblemen en het productieproces wat het doel en de inhoud van een milieuzorgsysteem zijn hoe je milieubewust kunt handelen tijdens je werk.
Overal waar ‘hij’ staat, bijvoorbeeld als het over een collega of medewerker gaat, worden zowel mannen als vrouwen bedoeld. Veel succes bij het bestuderen van dit boek!
5
Inleiding
Inleiding
6
Arbeids11 Arbeidsomstandigheden Inleiding Arbeidsomstandigheden zijn de omstandigheden waaronder je werkt. Deze kun je verdelen in drie gebieden: veiligheid, gezondheid en welzijn. Deze gebieden worden vaak afgekort tot VGW. Hieronder zie je wat er onder VGW wordt verstaan: Veiligheid is: zorgen dat de werknemers geen ongeluk krijgen. Gezondheid is: zorgen dat de werknemers niet lichamelijk ziek worden van hun werk. Welzijn is: zorgen dat de werknemers niet overspannen raken door hun werk en dat zij zich kunnen ontplooien in hun werk. Het zal duidelijk zijn dat werknemers beter werken, en dus betere producten of diensten leveren, als de arbeidsomstandigheden goed zijn. Anders gezegd: goede arbeidsomstandigheden dragen bij tot een hoge kwaliteit van de arbeid. Als je je goed voelt en het naar je zin hebt, dan doe je het werk met meer plezier en ook met voldoende aandacht en zorg. Daarnaast zijn er nog een paar andere factoren die de kwaliteit van de arbeid bepalen. Denk bijvoorbeeld aan de arbeidsvoorwaarden in je contract, aan de verhoudingen tussen de mensen in het bedrijf, aan de manier waarop het werk is georganiseerd en de inhoud van je werk. De kwaliteit van de arbeid bestaat dus uit: arbeidsomstandigheden (veiligheid, gezondheid en welzijn) arbeidsvoorwaarden (loon/toeslagen, arbeidstijden/verlof, opleidingsmogelijkheden) arbeidsverhoudingen (overleg, hulp/info van leidinggevenden, collegiaal contact, inspraak) organisatie en inhoud van het werk (taken en verantwoordelijkheden, eentonig/gevarieerd werk, hulp van en contact met collega’s, tijdsdruk). Als deze zaken goed geregeld zijn, is het uiteindelijke product ook goed. Dit boek gaat in op de arbeidsomstandigheden. Als het goed is, zorgt ieder bedrijf ervoor dat de arbeidsomstandigheden optimaal zijn. Maar er kunnen dingen misgaan. We spreken hier van arborisico’s. Deze kunnen ontstaan door: technische factoren (bijvoorbeeld oude of slecht onderhouden machines en apparaten, slecht geventileerde ruimten) organisatorische factoren (bijvoorbeeld te lang werken met een trillende machine, onvoldoende voorlichting over veiligheidsvoorschriften) gedragsfactoren (bijvoorbeeld geen beschermingsmiddelen gebruiken, slordig werken, een onverschillige houding hebben ten opzichte van de producten en materialen). 7
1
1.1
Arbeidsomstandigheden
omstandigheden
Het is belangrijk dat iedereen in het bedrijf weet waar hij op moet letten. Hierna zie je een beschrijving van de arbeidsomstandigheden, ingedeeld in veiligheid, gezondheid en welzijn. Bij elk onderwerp lees je hoe je ervoor kunt zorgen dat de arborisico’s zo klein mogelijk zijn. In hoofdstuk 2 kom je een aantal van deze punten weer tegen, maar dan als verplichtingen die de Arbowet voorschrijft.
1.2 Veiligheid Arbeidsomstandigheden
Veiligheid helpt bij het voorkomen van ongelukken. De werkgever moet voor bepaalde voorzieningen zorgen (zoals persoonlijke beschermingsmiddelen). De werkgever moet je ook informatie geven over de veiligheidsvoorschriften. Maar niet alleen de werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid. Jij als werknemer moet die voorzieningen ook goed gebruiken en je moet de voorschriften opvolgen. Samen met je werkgever ben je namelijk verantwoordelijk voor veiligheid op het werk.
1
Veiligheid tijdens het werk heeft betrekking op een aantal gebieden. In deze paragraaf lees je eerst hoe je veilig kunt werken met machines en apparaten. Daarna komt de veilige inrichting van de werkplek aan bod. Ten slotte zie je wat er geregeld moet zijn als er een noodsituatie (zoals brand) ontstaat.
Bedienen van machines en apparaten Bij het werken in de hout- en meubelbranche gebruik je onder andere elektrisch aangedreven machines en apparaten. In de werkplaats gebruik je bijvoorbeeld zaag-, frees- en boormachines. Wanneer je bij de klant thuis of bij een bedrijf werkt, gebruik je bijvoorbeeld accuboor- en nietmachines. Al deze machines en apparaten moeten natuurlijk veilig zijn. Dat betekent dat ze geen mankementen mogen hebben en dat alle beschermingsmiddelen erop zitten. Dit zijn bijvoorbeeld beschermingskappen die ervoor zorgen dat je niet met een lichaamsdeel in de machine terechtkomt. Daarnaast zijn er automatische beveiligingen die ervoor zorgen dat je niet onder stroom komt te staan. Voor elektrische apparaten en machines gelden de volgende veiligheidsregels: Elektrische apparaten moeten voldoen aan internationaal erkende veiligheidsnormen (bijvoorbeeld NEN). Elektrisch handgereedschap moet dubbel geïsoleerd zijn (zodat je geen elektrische schok kunt krijgen). Machines moeten een noodstop hebben (meestal een rode knop). Machines moeten een afremmechanisme hebben waardoor draaiende delen (bijvoorbeeld zaagbladen) snel tot stilstand komen als je de machine uitschakelt. Machines moeten een nulspanningsbeveiliging hebben. (Deze voorkomt dat de machine vanzelf weer gaat draaien als er weer stroom is na een stroomuitval.) Zeer gevaarlijke machines moeten een ‘tweehandbediening’ hebben (twee knoppen tegelijk indrukken om de machine te starten) zodat je niet met je ene hand in de machine komt als je hem aanzet met je andere hand. Apparatuur in vochtige ruimtes moet beschermd zijn tegen het binnendringen van vocht. In geval van brand moet de stroom zo snel mogelijk worden uitgeschakeld, dus iedereen moet weten waar de hoofdschakelaar zit. Bij alle machines moeten, duidelijk zichtbaar, veiligheidskaarten aanwezig zijn.
8
Arbeidsomstandigheden Arbeidsomstandigheden
1 Veiligheidskaart vierzijdige schaafmachine.
Ondanks alle veiligheidsvoorzieningen op de machines, moet je zelf ook veilig werken. Hieronder zie je een aantal tips voor veilig werken met machines en apparaten: Bedien machines en apparaten volgens de veiligheidsvoorschriften die in het machinehandboek of in de gebruiksinstructie staan. Controleer of de beveiligingen op de machine of het apparaat aanwezig zijn en ook werken. Controleer of alle beschermingsmiddelen (kappen e.d.) aanwezig zijn (nooit verwijderen!). Gebruik bij de freesmachine een doorvoerapparaat voor het hout (niet met je handen). Als je een hulpmiddel wilt vervangen, doe dat dan alleen als de machine of het apparaat uitstaat. Gebruik de machine of het apparaat alleen waarvoor hij bedoeld is en niet voor andere bewerkingen. Behandel de machine of het apparaat en de hulpmiddelen zorgvuldig. Zet de machine of het apparaat na gebruik uit (zet hem op de ‘nulstand’). Draag bij het werken met machines geen horloge, sieraden, losse walkmansnoertjes, los lang haar of wijde, loshangende kleding (daarmee kunnen lichaamsdelen in de machine worden getrokken). Draag stevige schoenen met profielzool om je extra grip op de vloer te geven (bij voorkeur veiligheidsschoenen). Hou het snoer tijdens het werken met handgereedschap in de gaten. Om precies te weten wat de veiligheidsvoorschriften zijn bij het gebruik van machines kun je de Beleidsregels lezen. Hierin worden de veiligheidseisen en -voorschriften die de Arbowet voorschrijft, uitgelegd (zie paragraaf 2.3). Ook moet bij elke machine een zogenaamde machinekaart hangen. Op deze kaart staan de beveiligingen en regels om veilig met de machine te werken.
9
Inrichting werkruimte De werkruimte moet zo zijn ingericht dat je je goed kunt bewegen en gemakkelijk je werkstukken en gereedschap kunt hanteren. Maak van je werkplek géén opslagruimte.
1
Arbeidsomstandigheden
Dat geldt niet alleen voor het werken in een werkplaats, maar ook voor het werken bij een klant. Ruim het afval meteen op: als je dat laat liggen, kun je erover struikelen. Zorg ook dat de elektrische bedrading van machines in de werkplaats niet los op de grond ligt. Kabels en snoeren horen in een kabelgoot te zijn weggewerkt. Wanneer je bij de klant werkt, let er dan op dat niemand kan struikelen over de snoeren van je elektrische handgereedschap.
Maak van je werkplaats geen opslagruimte.
In werkplaatsen zijn veiligheidsborden en -stickers aangebracht waar risico’s voorkomen. Let daarop want hierop kun je snel zien wat je wel of niet moet doen en wat het gevaar is. De aanwijzingen op deze borden en stickers zijn als volgt in te delen: gebod verbod waarschuwing veiligheidsvoorziening mededeling. gebod
10
Dit is een rond, blauw bord waarin een wit symbool staat. Bijvoorbeeld de afbeelding hiernaast met een hoofd met een gehoorbeschermingskap. In deze ruimte moet je gehoorbescherming dragen omdat er te veel lawaai is.
Dit is een rond, wit bord met een rode rand en een rode diagonale streep. Hierin staat met zwart aangegeven wat niet mag. Bijvoorbeeld de afbeelding hiernaast met een streep door een sigaret. In deze ruimte mag je niet roken.
Dit is een driehoekig, geel bord met een zwarte rand. Hierin staat met een zwart symbool wat het gevaar is, zoals op de afbeelding hiernaast met een doodshoofd. Dit geeft aan dat er in deze ruimte giftige stoffen zijn.
Dit is een rechthoekig, groen bord met een wit symbool, zoals op de afbeelding hiernaast met een man met een pijl. Dit geeft de richting van de nooduitgang aan.
Dit is een rechthoekig, blauw bord met in witte letters een tekst. Dit kan een aanwijzing zijn die specifiek voor dit bedrijf geldt, zoals een telefoonnummer dat je kunt bellen in noodsituaties.
waarschuwing
1
verbod
Arbeidsomstandigheden Arbeidsomstandigheden
veiligheidsvoorziening
mededeling
BIJ ONGEVAL 06-999 Noodsituaties
Als er in het bedrijf een noodsituatie ontstaat, bijvoorbeeld als er brand uitbreekt, moet je zo snel mogelijk het gebouw uit kunnen. Hiervoor is het nodig dat er nooduitgangen en vluchtroutes zijn. In het Veiligheidsbesluit voor fabrieken en werkplaatsen (zie paragraaf 2.3) staat precies hoe deze uitgangen en routes eruit moeten zien (breedte van deuren en trappen, maximale loopafstand tot nooduitgangen enzovoort). Alle bedrijven, ook kleine werkplaatsen, ateliers en winkels, moeten aan deze veiligheidsvoorschriften voldoen.
11
Arbeidsomstandigheden
Vluchtroute.
1
Bovendien moet elk bedrijf een calamiteitenplan (rampenplan) opstellen. Hierin staat welk alarm er klinkt, waar de vluchtroutes en verzamelplaatsen zijn en welke medewerkers speciale hulptaken hebben (bedrijfshulpverlening) als er een ramp gebeurt. Iedereen moet weten wie de bedrijfshulpverleners zijn en welke aanwijzingen je moet opvolgen. Ook staat er in het calamiteitenplan hoe je een ongeluk of brand kunt melden. Vaak is er een centraal meldpunt of moet je bij de bedrijfshulpverlening zijn.
Bedrijfshulpverlener In overleg met de werkgever wordt een BedrijfsHulpVerlener (BHV’er) aangesteld. Als regel geldt dat er één BHV’er op elke vijftig werknemers aangesteld wordt. Natuurlijk moet er altijd een BHV’er aanwezig zijn. Daarom zullen er vaak minimaal twee BHV’ers aangesteld zijn zodat er altijd één aanwezig is. Een BHV’er moet in ieder geval de volgende vier taken kunnen uitvoeren: eerste hulp verlenen bij ongelukken eenvoudige brandbestrijding alarmeren en evacueren van personeel alarmeren en samenwerken met professionele hulpverleners zoals politie, brandweer en ambulancepersoneel. Het zal duidelijk zijn dat de BHV’er opgeleid wordt voor zijn taak. Het certificaat dat hij heeft, blijft maar één jaar geldig. Hij moet dus elk jaar bijscholing ondergaan om gecertificeerd te blijven. Vaak wordt de BHV’er betrokken bij het opzetten van een rampenplan. Hij kent daardoor het plan en de procedures die gevolgd moeten worden. De precieze invulling van deze veiligheidsprocedures verschilt per bedrijf. Je werkgever moet ervoor zorgen dat hij je op de hoogte stelt van de procedures. Wanneer je bij een extern bedrijf (klant) werkt, moet de klant je op de hoogte stellen van de veiligheidsregels die daar gelden. Het is jouw verantwoordelijkheid om ze op te volgen en natuurlijk ook om te zorgen dat er geen noodsituatie zoals brand of een ongeluk kan ontstaan.
1.3 Gezondheid Gezondheid op het werk betekent dat de werkgever voorkómt dat werknemers ziek worden. Ziek worden heeft te maken met de relatie tussen de belastbaarheid van een persoon (wat hij aankan) en de belasting (wat hij te verduren krijgt). Als de lichamelijke of psychische belasting te groot wordt voor iemand, dan wordt hij ziek. Hij kan lichamelijk ziek worden, maar ook geestelijk (psychisch).
12
Werken met gevaarlijke stoffen
Voorbeelden van kaarten waarop veiligheidsinstructies met betrekking tot gevaarlijke stoffen staan.
Het werken met gevaarlijke stoffen heeft risico’s voor je gezondheid. In de hout- en meubelbranche vinden veel bewerkingen plaats waarbij stoffen vrijkomen die schadelijk kunnen zijn voor je gezondheid. Daarom moet je goede voorzorgsmaatregelen nemen. Voorbeelden van gevaarlijke stoffen zijn: houtstof Door inademen kan houtstof in je longen komen en gaan irriteren of ziektes veroorzaken; door aanraking kan je huid geïrriteerd raken. oplosbare inhoudsstoffen van hout (bijvoorbeeld merbau) Door huidcontact komen die stoffen in je lichaam en veroorzaken daar ziekten. verf, lak en beits Het risico is afhankelijk van de samenstelling van het product (op waterbasis is minder ongezond dan met oplosmiddel) en de manier waarop je het gebruikt (bij het opbrengen met een kwast is er minder risico dat je het inademt dan bij spuiten). lijm Inademen van de dampen die vrijkomen is schadelijk; huidcontact met vloeibare of uitgeharde lijm kan irritaties of allergieën veroorzaken.
13
Arbeidsomstandigheden Arbeidsomstandigheden
Beroepsgebonden ziekte kan leiden tot langdurig ziekteverzuim of zelfs tot arbeidsongeschiktheid. Het is dus heel belangrijk om aandacht te besteden aan gezond werken in een gezonde werkomgeving. In deze paragraaf komt een aantal onderwerpen aan bod dat te maken heeft met gezondheid op het werk. Eerst lees je over het werken met gevaarlijke stoffen en de invloed van lawaai en trillingen op je lichaam. Daarna komen de vereiste werkplaatsvoorzieningen aan bod en de juiste houdingen en bewegingen tijdens het werk. Ten slotte krijg je een aantal algemene tips voor gezond leven.
1
Ziek worden van het werk is vaak een beroepsgebonden ziekte. Dat betekent dat de ziekte wordt veroorzaakt door het soort werk dat je doet. Als je bijvoorbeeld met bepaalde stoffen werkt of als je het werk steeds in dezelfde houding uitvoert, loop je de kans dat je daardoor ziek wordt. Denk bijvoorbeeld aan stoflongen door het werken in een ruimte met houtstof, doorgezakte voeten door stilstaand werk of knieklachten door werk op de grond. Dit zijn vormen van beroepsgebonden ziekten. Een probleem bij beroepsgebonden ziekten is dat ze niet altijd direct optreden, maar vaak pas op langere termijn. Je merkt dan dat er iets niet goed was in de werkomstandigheden als je ziek wordt. Dus eigenlijk als het te laat is. Daarom is het belangrijk om vroegtijdig maatregelen te nemen om te voorkomen dat je ziek wordt door het werk.
Arbeidsomstandigheden
Schade voor je gezondheid treedt pas op als de gevaarlijke stof in contact komt met je lichaam. Dat kan door aanraken, inademen of inslikken. Het effect van de schadelijke stof merk je niet altijd meteen. Soms duurt het maanden of zelfs jaren voordat je iets merkt. In dat geval is er sprake van chronische gezondheidsschade. Voorbeelden van soorten gezondheidsschade zijn: irritatie van huid, ogen en luchtwegen schade aan organen (nieren, longen) allergieën kanker stress.
1
Van een groot aantal stoffen is de Maximaal Aanvaardbare Concentratie (MACwaarde) vastgesteld. Dat wil zeggen de maximale hoeveelheid van die stof die in de lucht mag zitten zonder dat je er ziek van wordt wanneer je de stof inademt. De Arbeidsinspectie heeft een lijst van deze stoffen met hun MAC-waarde. Ook in het bedrijf moet deze lijst aanwezig zijn. Preventie Het bedrijf waar je werkt moet voorzorgsmaatregelen nemen om de werknemers te beschermen tegen gezondheidsschade. Bijvoorbeeld door: afzuiging en ventilatie persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze onderwerpen zullen we hierna nader toelichten.
Afzuiging van houtstof Tijdens het verwerken van massief hout en plaatmateriaal komen spaanders en houtstof vrij. Voor de gezondheid van de werknemer zijn de grove spaanders minder gevaarlijk. Het houtstof is dat wel. Dit komt omdat houtstof zo fijn van structuur is dat het in de lucht blijft zweven. Houtstof dat daardoor met de huid in aanraking komt kan irritaties veroorzaken. Een ander gevaar is dat het stof wordt ingeademd en zich vast gaat zetten in de longen. Daarom moet er op alle machines en gereedschappen die spaanders en stof produceren een afzuiging aanwezig zijn. Ook de elektrische en pneumatische handgereedschappen veroorzaken stof en moeten aangesloten zijn op een afzuiging.
Stofzak aan machine.
Stofzuiger te gebruiken als afzuiging.
Dit kan door een stofzak aan de machine te monteren of de machine aan een stofzuiger te koppelen.
14
Arbeidsomstandigheden Arbeidsomstandigheden
1 Afzuiging bij werkbanken op centrale afzuiging.
Ook kan van de bedrijfsafzuiging gebruik worden gemaakt. De afzuiginstallatie zuigt de lucht af waar het stof inzit. Het stof wordt gefilterd en de schone lucht kan terug geblazen worden in de werkplaats of naar buiten afgevoerd worden. De gezuiverde lucht die teruggeblazen wordt, mag maximaal 0,2 mg/m³ stof bevatten.
Afzuiging in de machinale.
15