6
Bouwregels in de praktijk | november 2014
Impressie elfde jaarcongres Vereniging BWT Nederland
Samen werken aan kwaliteit jaarcongres vbwtn
Tekst ing. Frank de Groot, Beeld Liesbeth van Asselt
Op 16 oktober 2014 vond het elfde jaarcongres van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland plaats in de Heerlickheijd van Ermelo. Maar liefst 470 BWT-medewerkers kwamen naar het fraaie Ermelo om kennis te nemen van de ontwikkelingen die het vakgebied van bouw- en woningtoezicht de komende jaren fors zullen veranderen. Voorbeelden zijn de private kwaliteitsborging, aardbevingsbestendig renoveren en bouwen, de Omgevingswet en vergunningvrij bouwen. Belangrijke conclusie: de verantwoordelijkheid voor bouwkwaliteit wordt duidelijker neergelegd waar die hoort: bij de aannemer en niet bij Bouw- en Woningtoezicht.
Dagvoorzitter Angelique Krüger heet de volle zaal welkom.
O
ok voor de elfde editie van het jaarcongres moesten weer BWT-leden worden teleurgesteld: het congrescentrum was weer tot de laatste plaats gevuld. Enerzijds een heuglijk feit,
anderzijds een signaal dat veel BWT’ers met vragen zitten over hun toekomst. Wat wordt de rol van Bouw- en Woningtoezicht bij private kwaliteitsborging? Wat moeten we verwachten van de nieuwe Omgevingswet? Waar zijn wij nog van?
Wat mag er allemaal vergunningvrij? Op deze pagina’s een impressie van het plenaire programma in de ochtend. Elders in deze uitgave een verslag van één van de vele workshops: ‘Energieprestatie naar 0,4: hoe krijgen we dit nu voor elkaar?’
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Burgemeester André Baars: ‘Handhaven wordt onbetaalbaar’ Ook dit jaar mocht burgemeester André Baars als gastheer het jubileumcongres openen. De aanwezigen kwamen via dagvoorzitter Angelique Krüger te weten dat Baars in zijn carrière ook vele jaren docent bouwtechniek/ bouwkunde was aan de LTS te Doesburg. Nog interessanter werd het toen bovendien bleek dat hij Wico Ankersmit, directeur van de Vereniging BWT Nederland, nog timmerles had gegeven. ‘Zo zie je maar weer dat we samen toch nog goed terecht zijn gekomen! Bovendien is het goed dat we beiden niet meer timmeren!’, aldus de burgemeester. Ook dit jaar bleef een lofzang over de fraaie gemeente Ermelo niet achterwege. Maar ook in Ermelo merken ze de veranderingen bij de handhavingstaken: ‘Ook hier hebben we te maken met herstructurering, vorming en uitbouw van regionale uitvoeringsdiensten en verschuiving van verantwoordelijkheden naar de private markt. Als portefeuillehouder Handhaving merk ik dat veel handhaving ontstaat doordat mensen denken dat iets vergunningvrij is. Men ziet door de bomen het bos niet meer. Als een vergunningplichtige bouwactiviteit achteraf niet te legaliseren is, dan is het leed vaak niet te overzien. Een melding vooraf had dan veel problemen kunnen voorkomen. Bovendien lopen de legesinkomsten terug door vergunningvrij bouwen en private kwaliteitsborging, maar we moeten achteraf wel controleren. Waar halen we het geld vandaan om goed te blijven handhaven? Achteraf handhaven is veel duurder dan vooraf alles goed regelen.’
7
8
Bouwregels in de praktijk | november 2014
Minister Stef Blok: ‘Meer verantwoordelijkheid bij de markt’
‘We moeten eerst het probleem helder krijgen, voordat we oplossingen aandragen’, opende minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst zijn bijdrage aan het congres. ‘Door uw goede werk zijn woningen en gebouwen in Nederland van goede kwaliteit. Maar toch ontvang ik signalen uit de markt dat er problemen zijn. Als bijvoorbeeld mensen een verbouwing laten uitvoeren dan hebben ze meer klachten dan je zou verwachten. Het betreft vooral klachten die zich enige tijd na oplevering openbaren, zoals scheurvorming in muren of problemen met leidingen en installaties. Vaak is de garantieperiode dan al verstreken. Verder wijst onderzoek van de Wereldbank uit dat Nederland qua hoeveelheid vergunningen wereldwijd zelfs buiten de Top 100 valt. We maken het dus te ingewikkeld. De rol van de overheid is hier te groot. Andere landen leggen de verantwoordelijkheden veel meer waar die hoort.’ Volgens Blok hebben gemeenten daarnaast met afnemende legesinkomsten te maken door de sterk teruggelopen bouweconomie. ‘Het wetsvoorstel Wet Kwaliteitsborging biedt handvatten voor de genoemde problemen. Het conceptvoorstel heeft tot een enorm aantal reacties uit de markt geleid. Het is nu de taak van de Kamer en mij om uit die enorme hoeveelheid reacties de goede keuzes te maken. Daarbij moeten we kijken
naar de beginvraag: wat wil de consument? Die wil meer kwaliteit, minder regels en meer veiligheid. Als je dat voor ogen houdt dan levert dit wetsvoorstel een mooi kindje op!’ Wegvallende leges Burgemeester Baars vraagt zich ten overstaan van de minister af wie er straks verantwoordelijk is voor een instortend dak: ‘We hebben recentelijk bij een hoogbouwproject drie keer om een nieuwe constructieve berekening gevraagd, omdat die niet klopte. Hoe gaat dat straks als de markt dat zelf moet doen?’ Volgens Blok is de bouwer verantwoordelijk: ‘Je kunt niet pleiten voor minder regels en dan de stap niet durven zetten.’ De minister geeft ook aan dat gemeenten waarschijnlijk voor eenvoudige bouwactiviteiten de verantwoordelijkheid overnemen, zodat mensen voor een aanbouw of dakkapel niet een dure gecertificeerde marktpartij hoeven in te schakelen voor de kwaliteitsborging: ‘We hebben berekend dat dit ook betaald kan worden uit de Algemene Middelen. Politiek betaal je nu eenmaal niet uit de boetes van overtredingen. Toezicht en Handhaving worden overigens nu ook al betaald uit de Algemene Middelen.’ De zaal blijft twijfels houden: ‘Bouwend Nederland heeft geen enkele kwaliteitscriteria waaraan een aannemer moet voldoen om een woning te mogen bouwen. Sterker nog: iedereen mag in Nederland zelf een huis bouwen, zonder diploma’s! Als je maar aan het Bouwbesluit voldoet. Bij een vakbekwame aannemer gaat het allemaal goed, maar hoe zit dat bij een aannemer die krap bij kas zit? Die gaat bezuinigen op wellicht vitale onderdelen en laat bijvoorbeeld de dampremmende laag weg. Daar is dan uiteindelijk de bewoner de dupe van, doordat zich na enige jaren bouwfysische klachten openbaren.’ Blok herkent de problematiek: ‘Daarom hebben we in het wetsvoorstel ook een verruiming van het opschortingsrecht van de particuliere opdrachtgever in het Burgerlijk Wetboek van drie naar vijftien maanden opgenomen. Hierdoor is een aannemer langer aansprakelijk voor fouten.’ Vanuit de zaal komt het voorstel om in de wet vast te leggen dat een aannemer alleen een project mag uitvoeren als het bouwbedrijf een eigen vermogen heeft dat voldoende is om toekomstige fouten te herstellen. Blok reageert: ‘Wij houden ons daarmee bezig. Bij welke type gebouw hoort de verantwoordelijkheid bij de bouwer of overheid te liggen?’
Wico Ankersmit, directeur Vereniging BWT Nederland, overhandigt minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst de 18 pagina’s tellende reactie van de vereniging op het concept Wetsvoorstel Kwaliteitsborging waar tot 15 september op kon worden gereageerd. Ankersmit: ‘Onze reactie ligt natuurlijk al bij u, maar ik overhandig u graag toch nog persoonlijk onze positief kritische reactie.’
9
BIM Media | www.bouwregelsindepraktijk.nl
Margriet Drijver, Human Capital Agenda: ‘Neem het heft in eigen hand’
‘De bouw is mannelijk, blond, van middelbare leeftijd en hetero’, aldus de genadeloze conclusie van Margriet Drijver van Drijver Advies en Toezicht. Zij is één van de trekkers in de Actieagenda Bouw, die in juli 2014 werd beëindigd, en was teamvoorzitter van de Human Capital Agenda van het Actieteam Menselijk Potentieel. ‘Uit de ‘Verwachtingen
bouwproductie en werkgelegenheid’ van het EIB blijkt dat de werkgelegenheid in de bouw in de periode 2015-2019 snel gaat oplopen. In totaal met 60.000 arbeidsjaren. En dat terwijl de instroom naar bouwgerelateerde opleidingen terug is gelopen. We hebben jaarlijks een instroom nodig van 4.500 vakmensen, maar de verwachting is dat dit aantal de komende jaren blijft steken bij 3.500. Tel daar de uitstroom als gevolg van de reorganisaties en de komende ‘grijze golf’ bij op en er gaat een echt probleem ontstaan. Nu we net weer wat uit de crisis opkrabbelen, is de sense of urgency niet erg groot, maar het is tijd om weer vooruit te gaan kijken. Er moet nogal wat veranderen in de sector bouwnijverheid. Cultuur, leiderschapstypen, omgaan met de klant, veranderende markten, inspelen op duurzaamheid en ‘green’, andere behoeften van jonge generaties, meer generieke opleidingen, et cetera. Er zijn majeure inspanningen nodig om voldoende menselijk potentieel voor de sector te realiseren.’ Margriet Drijver heeft een duidelijke boodschap voor de BWT-medewerkers in de zaal: ‘Diversiteit is een absolute voorwaarde om de sector te veranderen. Technische competenties zijn heel belangrijk, maar het gaat ook over processen en samenwerken met andere disciplines. Vooral samenwerken vinden we in de bouw heel moeilijk. Toch zien we steeds meer ketensamenwerking, waarbij zelfs gemeenten onderdeel zijn van die keten. Mijn boodschap is: neem het heft in eigen hand. Accepteer dat de markt verandert, kijk naar uw eigen competenties!’
Eric Heerkens, projectmanager NAM: ‘Eurocode 8 maakt aardbevingsbestendig bouwen toetsbaar’ ‘De afwikkeling van de aardbevingsschade in Groningen komt in handen van een nieuwe regionale organisatie: het Centrum voor Veilig Wonen. De Nederlandse Aardolie Maatschappij doet per 1 januari 2015 een stap terug’, aldus Eric Heerkens, projectmanager uitvoering van NAM bij het project ‘Groningen Aardbevingen – Bouwkundig Versterken’. ‘We hebben helaas het vertrouwen verloren in het Noorden, dus is het beter de organisatie in handen van andere partijen te leggen. De organisatie komt in handen van ingenieursbureau Arcadis, schadespecialist CED en een groep regionale bouwbedrijven.’ ‘Het Groninger gasveld is één van de grootste gasvelden ter wereld met een totaal productievolume van 2.800 miljard m3. Sinds het gasveld in productie kwam begin jaren zestig, is er 2.020 miljard m3 gewonnen. Door deze gaswinning wordt in 2070 in het midden van het gebied een maximale bodemdaling geprognotiseerd van maximaal 47 cm. Ook wordt een geleidelijke toename verwacht van geïnduceerde aardbevingen. De beving op 16 augustus 2012 in Huizinge met een kracht van 3.6 op de Schaal van Richter paste echter qua zwaarte niet in de voorspelde bevingen. Dit heeft dan ook geleid tot nader onderzoek naar het seismisch gedrag van gebouwen en een herstelprogramma.’ Heerkens wijst erop dat de beving met een kracht van 3.6 internationaal weinig voorstelt, maar dat buitenlandse deskundigen toch wel op het puntje van hun stoel gaan zitten als ze horen dat de Peak Ground Acceleration (maximale grondversnelling) boven de 0,3 g (versnelling van de zwaartekracht) lag bij Huizinge. ‘Door de slappe bovengrond, in combinatie met een bevingsdiepte van 3 kilometer, ontstaan bevingseffecten die men elders in de wereld niet kent. Bovendien tref je veel metselwerk aan in onze gebouwen en juist metselwerk is slecht bestand tegen bevingen.’ Schadeherstel ‘Sinds de beving in Huizinge hebben we 25.000 schademeldingen ontvangen. Dat betreft alleen cosmetische schade, zoals scheuren. Sommige panden moeten we echter bouwkundig versterken, zodat het veiligheidsrisico wordt beperkt. De risico’s tot nul reduceren kunnen we niet, dan kun je ook niet meer in de auto stappen.We moeten dus goed kijken wat maatschappelijk aanvaardbaar is’, aldus Heerkens. De aanpak bouwkundige versterking van gebouwen zal worden gebaseerd op seismische, bouwkundige en implementatie studies. Van belang is vooral Eurocode 8 ‘Ontwerp en berekening van aardbevingsbestendige constructies’. Deze is volgens Heerkens in Nederland echter nog niet van toepassing, maar in 2016 verschijnt er een Nederlandse Annex. ‘Uiteindelijk zal dat in 2016 ook leiden tot eisen voor aardbevingsbestendig bouwen in het Bouwbesluit. Dan pas is er ook een toetsingskader voor aardbevingsbestendig bouwen. Zo werkt Eurocode 8 met vier risicoklassen voor gebouwen. Een ziekenhuis valt bijvoorbeeld in de hoogste klasse en een schuur in de laagste klasse. Vervolgens kijk je naar de te verwachten PGA in een gebied en hoeveel PGA je toestaat binnen een risicoklasse. Daarnaast geven het type gebouw, de constructie en het materiaalgebruik een indicatie van de bevingsgevoeligheid.’ Inmiddels liggen er talrijke maatregelen voor ter versterking van gebouwen, zoals plaatselijk aanpassen van onderdelen, wegnemen van onregelmatigheden in boven- en zijaanzicht, verlagen van de massa, verstevigen van de constructie, vergroten van de taaiheid, aanvullende capaciteit om energie te absorberen en een dempende fundering. Dat leidt soms – zoals Heerkens in een voorbeeld laat zien – tot het compleet inwendig strippen en vervolgens bouwkundig verstevigen van een woning met een schuimbeton fundering, stalen kooiconstructie, en verstijven van de verdiepingsvloer van een woning. ‘Het zal je woning maar zijn’, aldus een veel gehoord gemompel uit de zaal. Voor het herstelprogramma worden in ieder geval zoveel mogelijk plaatselijke bedrijven ingeschakeld, vanwege de zware economische omstandigheden in Groningen. ‘Desgewenst zullen regionale bedrijven worden opgeleid en gecertificeerd voor aardbevingsbestendig bouwen.’
10
Bouwregels in de praktijk | november 2014
Aan het eind van het congres werd afscheid genomen van Ing. Gert-Jan van Leeuwen (midden). Rechts voorzitter Henk Beekhuis en links directeur Wico Ankersmit. Van Leeuwen volgde na de HBSb en de HTS de architectenopleiding AvB en werkte tot begin 1994 als architect, vooral in stadsvernieuwing en herbestemming. Daarna ging hij aan de slag bij de overheid als hoofd toezicht ontwikkelingsprojecten Nederlandse Antillen. In 1999 stapte hij over naar de gemeente Delft waar hij in 2002 sectorhoofd Bouw en Milieu werd. In 2005 werd hij de eerste directeur van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (tot 1-1-2011). Tot het congres was hij sr. Adviseur van de vereniging. Gert-Jan van Leeuwen blijft nog actief als kwartiermaker van het Instituut voor Bouwkwaliteit.