WERKEN IN DE ZORG Er wordt gewerkt met microvezelmaterialen Draaiboek toetsing schooljaar 2008-2009
©KPC Groep november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Th.W. Winnubst
1 VOORAF
3
2 WAT U MOET WETEN OM U GOED VOOR TE BEREIDEN
5
OP DE EINDTOETS 2.1 Wie betaalt de kosten van de eindtoets
5
2.2 Ouders en kandidaten informeren over het belang van de
5
cursus ‘Werken in de zorg’ en het belang van de verklaring 2.3 Zijn de kandidaten voor wat de schoonmaakwerkzaamheden
6
betreft geïnstrueerd conform de SVS-richtlijnen?
Inhoud
2.4 Het besluit is genomen kandidaten voor te dragen voor een
7
eindtoets 2.5 U meldt de kandidaten aan voor een eindtoets bij Bureau
8
Toetsing & Verklaring 2.6 Welke gegevens zijn er nodig?
9
2.7 U informeert ouders en kandidaten over de gang van zaken
9
3 HET GEREEDMAKEN VAN DE TOETSRUIMTEN VOOR
12
DE EINDTOETS 3.1 Het gereedmaken van een centrale toetsruimte
12
3.2 Wat is in de centrale toetsruimte aanwezig?
12
3.3 Het gereedmaken van de aanvullende toetsruimten
13
4 HET FEITELIJK VERLOOP VAN EEN EINDTOETS
14
4.1 De observant controleert met u of alles in orde is
14
4.2 De procedure bij het afnemen van de eindtoets wordt
14
doorgesproken 4.3 Enkele nadere bepalingen met betrekking tot het afnemen
15
van de eindtoets 4.4 Voorbeeld van een toetsprogramma
15
5 HET TOETSREGLEMENT
17
6 PROTOCOLLEN EN OBSERVATIELIJSTEN VOOR DE
19
PROEFTOETSING MICROVEZEL 7 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFTOETSING
november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
72
1 VOORAF Dit draaiboek, voor het toetsen van kandidaten voor het behalen van een verklaring ‘Werken in de zorg’, is vastgesteld voor het schooljaar 2008-2009. Na elk schooljaar wordt het draaiboek opnieuw beoordeeld en met eventuele wijzigingen daarna voor het daaropvolgende schooljaar vastgesteld. In het draaiboek staat informatie over het toetsen van kandidaten door Bureau Toetsing & Verklaring. De kandidaten zijn geschoold in het verrichten van werkzaamheden binnen een zorginstelling en hebben het programma 'Werken in de zorg’ gevolgd (KPC Groep, 's-Hertogenbosch 2003). De in deze notitie beschreven toets is door KPC Groep voor Bureau Toetsing & Verklaring ontwikkeld om vast te stellen of de kandidaat aan de in het programma 'Werken in de zorg' beschreven kwaliteit voldoet en in aanmerking komt voor een verklaring. Door OVDB (= Landelijke Stichting Opleiding Verzorgende en Dienstverlenende Beroepen), nu Calibris, zijn de procedures rondom de toetsing evenals de toetsonderdelen zelf op kwaliteit beoordeeld en goed bevonden. In het kader van deze kwaliteitsborging worden ad random een of meerdere examens door een waarnemer van Calibris bijgewoond. KPC Groep bewaakt daarmee de kwaliteit van de toetsing van het programma 'Werken in de zorg'. Bureau Toetsing & Verklaring (BT&V) verzorgt de toetsing van de eindtermen. De eindtoets bestaat uit drie delen, het eerste deel omvat een taak ‘sanitaironderhoud’ en een tweede deel omvat twee variabele taken. Het derde deel zijn werkzaamheden die op het stageadres worden beoordeeld door de stagebieder. -
Het eerste deel heeft betrekking op een belangrijk onderdeel van een van de twee kerntaken: de zorghulp biedt ondersteuning bij het wonen en huishouden. Het schoonhouden van de woonomgeving is daarvan een belangrijk onderdeel (naast het verzorgen van textiel en schoeisel en het leveren van een bijdrage aan de zorg voor de voeding). In het SVA-programma ‘Schoonmaken in de groothuishouding’ leert de kandidaat het verrichten van dagelijks onderhoud. In de opleiding krijgt het dagelijkse onderhoud in de omgeving van een zorginstelling speciale aandacht: het stofwissen, enkelvoudig moppen, interieuronderhoud, sanitaironderhoud. Omdat het sanitaironderhoud de meest complexe, maar ook de belangrijkste vaardigheid van deze vier schoonmaakmethodieken, is dit een vast onderdeel van de toets. Kandidaten die een IBI-verklaring hebben, zijn voor dit onderdeel vrijgesteld. De IBI-verklaring wordt afgegeven als de kandidaat inzetbaar is bij dagelijks onderhoud.
-
Het tweede deel heeft betrekking op de meer specifieke werkzaamheden binnen de zorg zoals specifieke schoonmaaktaken (reinigen rolstoelen; glazenwassen) en andere ondersteunende taken (bed verschonen, wasverzorging). Belangrijk: de ervaring wijst uit dat leerlingen tijdens hun stage andere werkzaamheden verrichten dan de hier genoemde: rolstoel reinigen, glas wassen en bed verschonen. In dat geval wordt de eindtoets daarop aangepast. Ook in het geval wanneer de werkzaamheden op een andere wijze worden uitgevoerd. Neem in voorkomende gevallen tijdig contact op met het Bureau Toetsing & Verklaring om de eindtoets aan te passen aan de stageplaats.
-
Een derde deel van de toets wordt op de stageplaats afgenomen. Het gaat om de onderdelen 'Assisteren bij maaltijdverdeling' en 'Assisteren bij recreatie'. Deze taken worden door de stagebieder op de stageplaats beoordeeld. Voor de beoordeling worden de in deze notitie opgenomen gespreksprotocollen en observatielijsten gebruikt. Op de dag van de officiële toetsing zijn de beoordelingen voor de observant van Bureau Toetsing & Verklaring in te zien.
In deze brochure wordt u geïnformeerd over de voorbereidingen die door de school moeten Pagina 3/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
worden getroffen en over het feitelijke verloop van de toetsing zelf.
Tevens bevat deze notitie de protocollen en de observatielijsten die in het schooljaar 2008-2009 gebruikt worden door de observanten van Bureau Toetsing & Verklaring. Aan de hand van een gespreksprotocol wordt de vakkennis getoetst, zowel vooraf als achteraf. Met behulp van een observatielijst wordt de praktische vaardigheid beoordeeld. Ongeacht of een kandidaat wordt voorgedragen voor een eindtoets: de protocollen en de observatielijsten zijn goede instrumenten in de begeleiding van de kandidaat gedurende de arbeidstoeleiding.
Pagina 4/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
2 WAT U MOET WETEN OM U GOED VOOR TE BEREIDEN OP DE EINDTOETS 2.1 Wie betaalt de kosten van de eindtoets Voordat u met de kandidaten over een eindtoets spreekt is bovenstaande vraag beantwoord. Wat zijn de kosten? De toetsing moet kostendekkend kunnen worden uitgevoerd. De prijzen die door BT&V worden berekend zijn all-in prijzen (voorbereidende administratieve handelingen, het samenstellen van de toetsmap, het reizen, de toetsing zelf, het gereedmaken van de verklaring, de administratieve afhandeling en de nazorg). De kosten voor een toetsing zijn in vergelijking met de vorige schooljaren niet verhoogd en bedragen voor cursusjaar 2008-2009 € 315,-- per dagdeel (exclusief 19% btw). Hoeveel kandidaten er op een dagdeel getoetst kunnen worden hangt af van de vraag of de kandidaten wel of niet in het bezit zijn van een IBI -verklaring. IBI staat voor Instructie Bij Introductie en is een branche-erkende verklaring dat de eigenaar inzetbaar is bij het dagelijkse onderhoud van kantoren. De IBI-verklaring is de afsluitende verklaring van het SVA-programma ‘Schoonmaken in de groothuishouding’. In het geval de kandidaten allen een IBI-verklaring hebben kunnen per dagdeel vier kandidaten getoetst worden. Hebben de kandidaten allen geen IBI-verklaring dan kunnen er per dagdeel niet meer dan drie kandidaten worden getoetst. Kostenoverzicht (exclusief btw) -
Bij één tot en met vier kandidaten die allen in het bezit zijn van een IBI-verklaring: er wordt op één dagdeel getoetst; kosten totaal € 315,-- exclusief 19% btw
-
Beschikken de kandidaten nog niet over een IBI-verklaring dan kunnen er drie kandidaten op één dagdeel getoetst worden: € 315,-- exclusief 19%.
-
Beschikken de kandidaten niet over een IBI-verklaring dan duurt een examen globaal 20 minuten langer.
Het financiële aspect van de toetsing is geregeld Voordat u de kandidaat aanmeldt voor een eindtoets informeert u de ouders en de kandidaat over het belang van de toetsing. Er moet vooraf duidelijkheid bestaan over de wijze waarop de toets wordt gefinancierd. Scholen voeren hierin een eigen beleid. -
Er zijn scholen die aan de ouders een bijdrage vragen. Het (mee)betalen aan de eindtoets versterkt de betrokkenheid van de ouders bij de scholing; maar vaak behoren ouders tot een financieel niet-draagkrachtige groep.
-
Scholen maken een budget vrij voor het financieren van de toetsing; in het financiële beleid van de school worden prioriteiten gesteld.
-
Scholen leggen contacten met het UWV/CVI of met een lokale werkgever voor aanvullende middelen. Kandidaten die de school verlaten zonder een vorm van kwalificatie kunnen worden gezien als ‘voortijdige schoolverlaters’. UWV/CVI voeren beleid om dit zoveel mogelijk te voorkomen.
-
Scholen wenden ESF-subsidie aan om de kosten voor een eindtoets te betalen.
2.2 Ouders en kandidaten informeren over het belang van de cursus ‘Werken in de zorg’ en het belang van de verklaring In het programma worden kandidaten voorbereid op het verrichten van werken in een specifieke omgeving: de zorg. Het geeft steun aan die kandidaten uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs die stage lopen in zorginstellingen. Het programma is ontwikkeld op basis van de werkzaamheden die stagiaires van de school Pagina 5/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
voor praktijkonderwijs te Breda tijdens hun stage verrichtten. Kandidaten van de school liepen stage in verzorgingstehuizen en ziekenhuizen.
Daar werden door hen de volgende werkzaamheden verricht: -
dagelijkse onderhoud: verkeersruimten, kamers van bewoners (inclusief de keuken en de douche/toilet), kantoorruimte (in omvang variërend van 100% tot 80% van het totale takenpakket);
-
reinigen rolstoelen;
-
glazenwassen zonder gebruik van klimmaterialen;
-
verschonen van een bed;
-
wasverzorging;
-
assisteren bij het uitdelen van de maaltijden;
-
assisteren bij de recreatie.
De nadruk binnen alle stages lag op het dagelijkse onderhoud. Het werk dat door stagiairs wordt verricht heeft relaties met twee kwalificatiedossiers van Calibris; die van ‘Facilitair medewerker’ en die van ‘Zorghulp’. In de praktijk zien wij dat stagiairs voornamelijk worden ingezet bij schoonmaakwerkzaamheden, die een onderdeel zijn van ‘Facilitair medewerker’ maar ook van ‘Zorghulp’. Het kwalificatiedossier van ‘Facilitair medewerker’ omvat echter in principe veel meer taken: -
hij neemt goederen in ontvangst en distribueert deze;
-
hij voert verbruikte goederen en afvalstoffen af;
-
hij assisteert bij het schoonmaakonderhoud;
-
hij verricht hand- en spandiensten, zoals assisteren bij verplaatsingen;
-
hij assisteert bij vergaderservice (koffie- en theerondes, lunch en hapjes en drankjes);
-
hij bereidt voedingscomponenten en assisteert bij cateringwerkzaamheden en voedingstaken;
-
hij verzorgt textiel;
-
hij assisteert bij de verzorging van post en assisteert bij Arbo-taken;
-
hij verricht receptiewerkzaamheden;
-
hij sorteert en verwerkt de post.
Kortom een veelzijdige functie op het mbo-niveau 2. Ofschoon het accent bij stage ligt op de schoonmaakwerkzaamheden zoeken wij de aansluiting met het kwalificatiedossier van ‘Zorghulp’; ook al omdat deze kwalificatie op niveau 1 van het mbo kan worden afgesloten. Schoolverlaters van het praktijkonderwijs die de ambitie hebben om in een zorginstelling te gaan werken stromen in sommige gevallen door naar het mbo ‘Zorghulp’ niveau 1. 2.3 Zijn de kandidaten voor wat de schoonmaakwerkzaamheden betreft geïnstrueerd conform de SVS-richtlijnen? U heeft zich er van overtuigd dat de kandidaten zijn geïnstrueerd en getraind conform de richtlijnen van SVS met betrekking tot het stofwissen, het enkelvoudig moppen, interieur- en sanitairreiniging. Belangrijk is dat de nadruk daarbij ligt op leren door doen. Zodra de kandidaat goed is geïnstrueerd en hij heeft aangetoond het werk te kunnen doen, gaat hij bij voorkeur de praktijk in. Gedurende de cursus wordt de kandidaat ingezet bij het dagelijkse onderhoud in een zorginstelling. De kandidaat wordt daarbij begeleid en gecoacht, zodat hij zich verder zal bekwamen. In de meeste gevallen zal de kandidaat stage lopen in de facilitaire dienst en dan met name bij het onderdeel onderhoud. In de praktijk kunnen zich daarbij een aantal dilemma’s voordoen. -
De zorginstelling waar de kandidaat stage loopt, werkt niet volgens de richtlijnen van SVS.
-
Pagina 6/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
In de zorginstelling werkt men met andere materialen.
De facilitaire dienst van de zorginstelling waar de kandidaat stage loopt, werkt niet volgens de richtlijnen van SVS Het komt voor dat kandidaten stage lopen bij de facilitaire dienst van een zorginstelling die het niet zo nauw neemt met de richtlijnen. Bij het werven van stageplaatsen moet de school zich goed laten informeren over de werkcultuur binnen de facilitaire dienst. Bovendien moet binnen de instelling een mogelijkheid zijn voor het geven van begeleiding aan de stagiair. In de scholing van de kandidaten zal men overigens aandacht moeten schenken hoe kandidaten later, als zij werk vinden in de schoonmaakbranche, met dilemma’s omgaan: collega’s die niet volgens de voorschriften werken of moeten werken met slechte, vervuilde materialen. In de praktijk ziet men: -
dat de werkdoek als een prop in de hand wordt gehouden;
-
dat men een groot aantal stofwisdoeken onder de wisvoet klemt;
-
dat men geen handschoenen gebruikt bij sanitaironderhoud;
-
dat men een groot aantal sanitaire units met een ‘Spaansche mop’ ‘schoon’ maakt;
-
dat er met een vervuilde mop gewerkt wordt;
-
dat de materiaalwagen beladen is met allerlei artikelen en middelen die niet specifiek voor een onderhoudstaak nodig zijn;
-
dat het materiaal in algemene zin niet wordt onderhouden of de werkkast niet op orde is.
Soms ontbreekt er een schoonmaakprogramma of is er geen resultaatscontrole. De facilitaire dienst van de zorginstelling werkt met andere materialen Ook komt het voor dat stagiairs bij de facilitaire dienst van de zorginstelling bedrijven komen waar men met andere materialen werkt dan men op school gewend was, bijvoorbeeld een ‘vlakmop’. Bij het werven van stageplaatsen let de school er op of er afwijkende materialen worden gebruikt zodat men de kandidaat daarop kan voorbereiden. OPGELET De scholing ‘uitbesteden’ aan medewerkers van een facilitaire dienst is geen garantie dat de kandidaten goed worden geschoold. Vergewist u zich ervan dat deze schoonmakers zijn opgeleid volgens de normen van SVS en overtuig u ervan dat zij de capaciteit hebben kandidaten te trainen. 2.4 Het besluit is genomen kandidaten voor te dragen voor een eindtoets U neemt een proeftoets af Voor kandidaten uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs is de mogelijkheid om gekwalificeerd te worden een grote stimulans. Het is niet alleen motiverend voor de kandidaten maar ook voor de leerkracht. Er kan immers gericht gewerkt worden naar een kwalificerende afronding: de eindtoets of, zoals de kandidaten het noemen, het examen. Wij vragen van scholen om slechts die kandidaten voor te dragen voor een eindtoets waarbij men zelf heeft geconstateerd dat zij aan de beschreven norm kunnen voldoen. De beste manier om dit vast te stellen is om de in dit draaiboek opgenomen gespreksprotocollen en observatieformulieren zelf eerst bij de kandidaten af te nemen: de proeftoetsing of het proefexamen. Het ‘mes’ snijdt daarbij aan twee kanten: de leerkracht krijgt een beeld welke kandidaten voorgedragen kunnen worden voor een eindtoets en de kandidaten ervaren wat de eindtoets inhoudt. De proeftoets Zodra het besluit is genomen kandidaten voor te dragen voor een eindtoets neemt u bij alle Pagina 7/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
kandidaten een proeftoets af. Kandidaten die de proeftoets op alle onderdelen voldoende of goed scoren en die in de praktijk ook goed functioneren kunt u ‘met een gerust hart’ voordragen voor een eindtoets. Voor kandidaten die onvoldoende scoren op een of meerdere onderdelen
van de proeftoets en die ook in de praktijk niet voldoende functioneren vraagt u geen eindtoets aan. U kunt de kandidaat zo mogelijk met een schoolcertificaat waarderen. Bij een proeftoetsing worden bij elke kandidaat alle onderdelen afgenomen. De resultaten van de proeftoets worden door de school per kandidaat vastgelegd in een verzamelstaat Deze zijn voor de observant van BT&V, die bij de eindtoets aanwezig is, in te zien. De beoordeling van die onderdelen, die niet in de eindtoets zijn opgenomen, wordt uit de resultaten van de proeftoets overgenomen (voor de cijferlijst). Ongeacht of een kandidaat wel of niet wordt voorgedragen voor een eindtoets zijn de protocollen en de observatielijsten goede instrumenten in de begeleiding van de kandidaat gedurende de arbeidstraining. De onderdelen van de proeftoets die door de school worden afgenomen (al of niet op school of op het stageadres) zijn: -
stofwissen;
-
enkelvoudig moppen;
-
interieurreiniging (appartement);
-
sanitairreiniging;
-
glazenwassen zonder gebruik van een trap/ladder;
-
reinigen van een rolstoel;
-
verschonen van een bed.
De onderdelen van de proeftoets die op het stageadres worden afgenomen (al of niet door de stagebiedende instelling of door de stagebegeleider): -
assisteren bij het uitdelen van de maaltijden;
-
assisteren bij de recreatie.
Het onderdeel ‘Wasverzorging’ is facultatief en komt aan de orde als het voor de stageplek van de kandidaat relevant is. Alle beoordelingen worden op een verzamelstaat van de kandidaat vastgelegd. Deze verzamelstaat is bij de eindtoets voor de observant beschikbaar en in te zien. Glazenwassen Het onderdeel 'Glazenwassen' maakt deel uit van de eindtoets. De instructie is onderdeel van het SVA-programma ‘Schoonmaken in de groothuishouding’. 2.5 U meldt de kandidaten aan voor een eindtoets bij Bureau Toetsing & Verklaring Voordat u kandidaten gaat aanmelden heeft u zich georiënteerd op de volgende vragen. -
In welke periode kan de eindtoets worden afgenomen?
-
Is er een voorkeursdag?
-
Op welke locatie wordt de eindtoets afgenomen?
-
Welke kandidaten waarvan u voldoende zeker bent dat zij zullen slagen voor een eindtoets, worden voorgedragen (is er toestemming nodig van de ouders)?
Aanmelden van kandidaten gebeurt via de website www.kpcgroep.nl/sva Tot zes weken voor de geplande datum waarop de eindtoets wordt afgenomen kunt u wijzigingen aanbrengen. Van de website kunt u ook de draaiboeken voor toetsing downloaden. In principe kunt u zich het hele jaar door aanmelden voor een eindtoets. De praktijk leert echter dat voor de maanden mei, juni en juli veel scholen een verzoek indienen. Wilt u er zeker van zijn dat de eindtoets plaatsvindt op de dag die voor u het meest geschikt is, dan is tijdig aanmelden van belang. De praktijk wijst uit dat scholen al in de maanden september en oktober Pagina 8/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
van het nieuwe schooljaar toetsingen laten vastleggen.
Belangrijk Het komt zelden voor, maar toch kan het gebeuren dat een school een eerder gemaakte afspraak voor een eindtoets later wil wijzigen. Dat brengt extra administratief werk met zich mee. Voor het opnieuw inplannen van een reeds aangevraagde en ingeplande toetsdatum worden € 40,-- exclusief 19% btw extra administratiekosten in rekening gebracht. In overleg met de school stelt BT&V een programma op voor de eindtoets. Aan de school wordt gevraagd of direct aansluitend op de eindtoets, de verklaringen worden uitgereikt. De observant kan in dat geval hierbij een rol spelen. Daarover maakt de school eventueel afspraken met de observant. De school wordt erop gewezen dat de school zelf verantwoordelijk is voor de (feestelijke) uitreiking van de verklaringen. Ook dient de school erop toe te zien dat er voor de kandidaten, die onverhoopt niet mochten voldoen aan de criteria, een vervangende verklaring beschikbaar is. De school is hiervoor verantwoordelijk. Gelet op de intensiviteit waarmee de eindtoets wordt uitgevoerd is het aan te bevelen dat voor het afnemen van de eindtoets er meer dan één leerkracht beschikbaar is, zodat men kan afwisselen. 2.6 Welke gegevens zijn er nodig? BT&V neemt, nadat de school kandidaten voor toetsing heeft aangemeld, schriftelijk contact op met de school om de volgende gegevens van de kandidaten op schrift te verkrijgen: -
de naam en roepnaam van de kandidaat;
-
de geboortedatum;
-
de geboorteplaats.
De school is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. De ervaring leert dat de kandidatengegevens zoals deze zijn opgenomen in het kandidatendossier van de school niet altijd correct zijn (gegevens en schrijfwijze). Raadzaam is de gegevens schriftelijk te laten controleren door de ouders/verzorgers van de kandidaat. Belangrijk De school verplicht zich de getypte gegevens van de kandidaten uiterlijk één maand vóór de afgesproken toetsdatum aan te leveren bij BT&V. Gezien de ervaringen in het verleden zijn wij helaas genoodzaakt € 20,-- exclusief 19% btw administratiekosten in rekening te brengen bij te late aanlevering en/of bij een noodzakelijke wijziging van een certificaat op grond van foutief aangeleverde gegevens. SVS rekent BT&V kosten voor elk certificaat dat geleverd wordt. Scholen brengen soms op het laatste moment nog veranderingen aan in het aantal kandidaten of wisselen kandidaten. Zes weken voor de geplande datum waarop de eindtoets zal worden afgenomen wordt het toetsprogramma uitgevoerd zoals was overeengekomen (aantal kandidaten). Het wisselen van kandidaten brengt administratieve ‘rompslomp‘ met zich mee, daarom wordt voor elke wisseling/wijziging een bedrag van € 20,-- administratiekosten in rekening gebracht. En verder Aan de school wordt gevraagd met welke zorgcentra de school contacten onderhoudt. Van belang is te weten of de school met een zorgcentrum afspraken heeft gemaakt over het mogen gebruiken van ruimten voor het afnemen van de toets. 2.7 U informeert ouders en kandidaten over de gang van zaken U informeert ouders over de gang van zaken bij een eindtoets. De eindtoets bestaat voor alle Pagina 9/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
kandidaten uit het onderdeel sanitaironderhoud en daarnaast een van de overige drie onderdelen (stofwissen, enkelvoudig moppen of interieuronderhoud).
De kandidaat en zijn ouders worden schriftelijk geïnformeerd door de school over:
Pagina 10/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
-
de datum en de tijd waarop de eindtoets wordt afgenomen;
-
de plaats waar de eindtoets wordt afgenomen;
-
het tijdstip waarop de kandidaat tenminste aanwezig moet zijn;
-
de ruimte waar de kandidaat wacht tot het moment waarop de eindtoets start;
-
enkele kledingvoorschriften: gemakkelijke schoenen; goed bedekkende kleding;
-
informatie waar en wanneer de verklaringen worden uitgereikt.
ALS U CONTACT OPNEEMT MET BUREAU TOETSING & VERKLARING WORDT DE VOLGENDE INFORMATIE AAN U GEVRAAGD De vraag 1
Heeft u de kandidaten geïnstrueerd in het dagelijkse onderhoud op de traditionele manier of met microvezelmaterialen?
2
Is de instructie gebaseerd op het programma ‘Schoonmaken in de groothuishouding‘ 2007?
3
In het geval u bij de instructie gebruik heeft gemaakt van de materialen van 2000 heeft u volgens de nieuwe richtlijnen (mogelijk uitgezonderd de kleuren geel en groen) de kandidaten geïnstrueerd?
4
Hoeveel kandidaten wilt u aanmelden voor een eindtoets? Waar wordt de eindtoets afgenomen?
5
Is het financiële aspect dat aan een eindtoets verbonden is binnen uw situatie geregeld (wie betaalt wat)?
6
Welke datum/data heeft uw voorkeur waarop de eindtoets wordt afgenomen?
7
Is er een afwijkend kleurgebruik voor de emmers en de doeken? (Blauw voor het minder vuile werk en rood voor het meer vuile werk in het sanitair; groen voor het minder vuile werk en geel voor het meer vuile werk in het interieur)
8
Zijn de werkprocedures voor het reinigen rolstoel, verschonen van een bed conform de procedures zoals in de observatielijsten staan beschreven? Wordt de taak ‘Wasverzorging’ gedaan?
9
Kunt u beschikken over een centrale toetsruimte en aanvullende toetsruimten in de nabijheid van de centrale toetsruimte?
10
Worden de verklaringen direct uitgereikt? Verwacht u van de observant dat hij/zij
Pagina 11/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
daarbij een rol vervult?
De afspraak - regeling
Bekend
3 HET GEREEDMAKEN VAN DE TOETSRUIMTEN VOOR DE EINDTOETS De dag voor de eindtoets maakt u de centrale toetsruimte en de aanvullende toetsruimten in gereedheid. 3.1 Het gereedmaken van een centrale toetsruimte Voor het afnemen van de eindtoets moet een toetsruimte beschikbaar zijn. In deze toetsruimte zijn de gegevens van de kandidaten (eventueel het leerlingenboek en verplicht de verzamelstaat met de resultaten van de proeftoetsing) aanwezig en in te zien door de observant van BT&V. In het geval de eindtoets op de school wordt afgenomen heeft het de voorkeur dat de taken ‘Glazenwassen’, ‘Bed verschonen’ en ‘Rolstoel reinigen’ in deze centrale toetsruimte kunnen worden uitgevoerd. In de centrale toetsruimte wordt de taak 'Sanitaironderhoud' (in het geval het om een kandidaat gaat die niet in het bezit is van een IBI-verklaring) uitgevoerd. Ook vindt in de toetsruimte de nabespreking van de eindtoets plaats. In het geval de eindtoets in een zorginstelling wordt afgenomen dan wordt de centrale toetsruimte alleen benut om de eindtoets voor te bespreken en voor de nabespreking. De taken ‘het reinigen van een rolstoel, het verschonen van een bed en het wassen van glas’ worden bij voorkeur in de nabijheid van de centrale toetsruimte uitgevoerd. Tappunt voor water In of in de directe nabijheid van de centrale toetsruimte is er gelegenheid voor het tappen van koud (en zo mogelijk ook voor warm) water. Indien dit niet te realiseren is, dan dient dit vooraf aan BT&V te worden gemeld. Er is dan overleg over oplossingen. 3.2 Wat is in de centrale toetsruimte aanwezig? De centrale toetsruimte is voor de duur van de gehele eindtoets uitsluitend beschikbaar voor leerkracht, de observant en de kandidaten. Voor derden is dit duidelijk aangegeven. Alle materialen die nodig zijn voor het uitvoeren van de taken In de toetsruimte zijn de verschillende materialen, die tijdens de toets nodig zijn aanwezig. 1
Alle materialen die nodig zijn voor sanitaironderhoud (indien aan de orde is).
-
Bewaarbox voor klamvochtige werkdoeken.
-
Wasnet voor gebruikte werkdoeken.
-
Rode werkdoeken sanitairreiniging.
-
Witte handpad.
-
(sproei)Flacon met sanitairreiniger.
-
Werkhandschoenen (wegwerphandschoenen of gebruikshandschoenen).
-
Toiletborstel (als deze niet in de toiletruimte zelf staat).
-
Navulartikelen: bijvoorbeeld toiletpapier, zeep, papieren handdoekjes, maandverbandzakjes (afhankelijk van wat in de sanitaire voorziening waar de taak wordt uitgevoerd bijgevuld kan worden).
-
Afvalzak(ken).
-
Stoffer en blik.
2
Alle materialen die nodig zijn voor de taken ‘Rolstoel reinigen’, ‘Bed verschonen’ en ‘Glas wassen’:
Pagina 12/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
-
rode werkdoek/emmer, witte handpad, borstel;
-
een hoeslaken, een molton, een dekbedhoes/een kussensloop, eventueel een onderlegger, een wasmand (wijkt de procedure bij het bed verschonen af dan zoals deze in de proeftoets wordt beschreven dan wordt dit vooraf gemeld bij BT&V);
-
zeem, emmer, spons of inwasser met inwashoes, dweil, raamwisser (zo mogelijk een glazenwasserkoppel), glasmesje met houder.
In het geval de facultatieve taak ‘Wasverzorging’ in de toets is opgenomen: -
wasgoed dat bestaat uit ‘goed’ uit elke categorie: wit, licht en donker bont en handwas. Bij het donkere bont is een donkere broek met in de zakken een voorwerp, met geopende rits en met een opvallende vlek; wasmiddel.
4
In de toetsruimte staat verder:
-
materiaalwagen sanitair.
De school is verantwoordelijk voor de goede staat van de materialen. In de centrale toetsruimte is een tafel met tenminste drie stoelen (een voor de leerkracht, een voor de kandidaat en een voor de observant). In de centrale toetsruimte is voor de observant in te zien: -
de verzamelstaten van alle kandidaten met daarop de resultaten van de proeftoetsing;
-
het certificaat van deelname van de docent aan de voorscholing ‘Schoonmaken in de groothuishouding’ of een vervangend document (SVS-vakgeschoolde schoonmaker bijvoorbeeld).
3.3 Het gereedmaken van de aanvullende toetsruimten Voor het toetsen van sanitaironderhoud (in het geval de kandidaat niet over een IBI-verklaring beschikt) moet een aanvullende toetsruimte beschikbaar zijn. De sanitaire unit wordt tijdens de toets niet gebruikt. Ook voor het facultatieve onderdeel ‘Wasverzorging’ zal een speciale toetsruimte nodig zijn, voorzien van wasmachine, droger en een werktafel. Ruimte voor toetsing van sanitaironderhoud De aanvullende toetsruimte voor sanitaironderhoud is binnen loopafstand van de centrale toetsruimte (de afstand is maximaal niet meer dan 50 meter). Deze unit is vooraf grondig gereinigd en wordt gedurende de toetsing niet gebruikt. De unit omvat, naast toilet en waterspoeling, zo mogelijk -
toilettafel;
-
spiegel;
-
lichtschakelaar;
-
zo mogelijk een planchet;
-
prullenbak;
-
toiletborstel (indien deze ontbreekt dan wordt een toiletborstel op de wagen meegenomen). Het verkeer in de buurt van de sanitaire unit wordt tijdens de toetsing zoveel mogelijk beperkt.
Pagina 13/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
4 HET FEITELIJK VERLOOP VAN EEN EINDTOETS 4.1 De observant controleert met u of alles in orde is De observant controleert met de docent de gegevens van de kandidaten. Tevens wordt het toetspakket van elke kandidaat aan de leerkracht gegeven. Met de leerkracht wordt de toetsruimte geïnspecteerd. Gecontroleerd wordt of alle middelen zoals is voorgeschreven, aanwezig zijn. De observant inspecteert met de leerkracht de ruimten waar sanitaironderhoud (in het geval dit aan de orde is) en ‘Wasverzorging’ (in het geval dit aan de orde is) worden getoetst. Nagegaan wordt of het tappen van water geen probleem oplevert. 4.2 De procedure bij het afnemen van de eindtoets wordt doorgesproken De toetsing verloopt als volgt. -
De observant verwelkomt de kandidaat en informeert hem globaal over het verloop van de toetsing; indien van toepassing en gewenst is, neemt de observant kennis van de gemaakte opdrachten in het leerlingenboek.
-
De observant geeft aan welke opdrachten de kandidaat, naast sanitaironderhoud (in het geval de kandidaat niet beschikt over een IBI-verklaring), moet uitvoeren.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de eerste taak, terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de kandidaat tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de tweede taak, terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de kandidaat tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de derde taak (in het geval de kandidaat geen IBI-verklaring heeft voert hij drie taken uit), terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de kandidaat tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier (idem voor de tweede opdracht).
-
Nabespreking tussen de observant en de leerkracht; vaststellen van de eindbeoordeling.
Aanwijzingen voor de leerkracht tijdens de uitvoering van de opdracht door de kandidaten 1
De leerkracht stelt de vragen die in het gespreksprotocol voorkomen op een dusdanige wijze dat er sprake is van een zo natuurlijk mogelijk gesprek (niet sec een vraag stellen).
2
De leerkracht geeft ondersteuning aan de kandidaat als dit uit oogpunt van de veiligheid noodzakelijk is. De ondersteuning blijft beperkt tot het voorkomen van risico's.
3
Op vragen van de kandidaat geeft de leerkracht antwoord. In het antwoord beperkt de leerkracht zich tot de gestelde vraag.
4
In geval de kandidaat niet meer resultaatgericht werkt, corrigeert en instrueert de leerkracht de kandidaat (geen 'paniek' bij de kandidaat laten ontstaan).
Pagina 14/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
4.3 Enkele nadere bepalingen met betrekking tot het afnemen van de eindtoets Tijdsbewaking De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreven en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de observant als 'fout' gekenmerkt. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (storingen van buitenaf; de leerkracht start later met de toets dan gepland bijvoorbeeld). De eindbeoordeling van de kandidaat De leerkracht en de observant spreken met elkaar af of de kandidaat na het uitvoeren van de twee taken aansluitend wordt geïnformeerd over de eindbeoordeling of dat men dit doet aan het einde van de toetsdag. De voorkeur gaat uit naar een aansluitende eindbeoordeling om de spanning niet extra te vergroten voor de kandidaat. In de eindbeoordeling wordt ook aangegeven waar de kandidaat aandacht voor moet hebben. In geval de kandidaat niet aan de beschreven norm voldoet Direct na afloop van iedere toetsing overleggen de observant en de leerkracht kort over hun bevindingen. Na afloop van het totale toetsingsprogramma is er tussen de leerkracht en de observant meer uitvoerig overleg over die kandidaten waarvan de observant van mening is dat deze niet voldoen aan de criteria. Hierbij kunnen gegevens van de proeftoetsing worden ingebracht. De observant neemt uiteindelijk een beslissing. In het geval er geen overeenstemming wordt bereikt over de eindbeoordeling beslist de observant. De totaalbeoordeling wordt door leerkracht en observant ondertekend of alleen door de observant. De leerkracht maakt in het laatste geval een notitie op de totaalbeoordeling. Daarin wordt de reden vermeld waarom de totaalbeoordeling niet door de leerkracht is ondertekend. Vervangende verklaring In geval aan een kandidaat geen Verklaring ‘Werken in de zorg’ kan worden toegekend, zorgt de school voor een vervangende verklaring (schooldiploma). Er wordt bij uitreiking van de verklaringen niet gesproken over 'gezakt zijn'. 4.4 Voorbeeld van een toetsprogramma Voorbeeld van een toetsprogramma in het geval dat alle kandidaten over een IBI -verklaring beschikken. Tijd
Programma
09.30 uur
Observant en leerkracht zijn aanwezig
09.30 - 09.45 uur
Observant controleert met de leerkracht de ruimten waarin de verschillende toetsonderdelen worden afgenomen. Voor het toetsen van specifiek praktische vaardigheden: -
een rolstoel;
-
een ruimte waar een bed staat;
-
een ruimte met scheidingsglas;
-
eventueel een ruimte voor wasverzorging.
De observant ziet de beoordelingen in die gemaakt zijn van de onderdelen 'Assisteren bij de maaltijdverstrekking’ en ‘Assisteren bij recreatie’. Pagina 15/76
09.45 - 10.30 uur
eerste kandidaat inclusief een korte nabespreking
november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Toetsing van de vakkennis en de specifiek praktische vaardigheden van de
10.30 - 11.15 uur
Toetsing tweede kandidaat
Tijd
Programma
11.15 - 12.00 uur
Toetsing derde kandidaat
12.00 - 12.45 uur
Toetsing vierde kandidaat
12.45 - 13.30 uur
Pauze
13.30 - 14.15 uur
Toetsing vijfde kandidaat
14.15 - 15.00 uur
Toetsing zesde kandidaat
15.00 - 15.45 uur
Toetsing zevende kandidaat
15.45 - 16.30 uur
Toetsing achtste kandidaat
16.30 uur
De observant stelt de definitieve uitslag vast. Bekendmaking aan de kandidaten (en eventueel uitreiking van de verklaringen).
In elke 45 minuten dat een kandidaat wordt getoetst is er ook een korte nabespreking tussen leerkracht en observant. Het tijdsschema per kandidaat ziet er als volgt uit. Start toetsing -
Maximaal vijf minuten: verwelkoming van de kandidaat door de observant, informatie geven over het verloop van de toetsing en inzien van het leerlingenboek/stageboek in het geval dat het op prijs wordt gesteld.
Eerste opdracht -
Voorbereidend gesprek.
-
Uitvoering van de opdracht.
-
Nabespreking; binnen 15 minuten.
In het geval dat door de kandidaat de emmers met water moeten worden gevuld valt dit buiten de tijdsmeting. Tweede opdracht -
Voorbereidend gesprek.
-
Uitvoering van de opdracht.
-
nabespreking; binnen 15 minuten.
In het geval dat door de kandidaat de emmers met water moeten worden gevuld valt dit buiten de tijdsmeting. Afronding en nabespreking (maximaal tien minuten)
Pagina 16/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
-
De kandidaat verlaat de ruimte.
-
Korte nabespreking van het verloop en de resultaten.
-
Eindbeoordeling (eventueel het uitreiken van de verklaring)
5 HET TOETSREGLEMENT 1
De school is verantwoordelijk voor de informatie over de toetsing aan de ouders van de kandidaten en aan de kandidaten zelf. Voordat de school de kandidaat definitief aanmeldt voor toetsing zijn de ouders en de kandidaat over het belang van de toetsing geïnformeerd. Aan de toetsing zijn kosten verbonden; het is belangrijk dat het financiële aspect is geregeld voordat de school de kandidaat voordraagt voor toetsing.
2
Als voorbereiding op de toetsing door BT&V, neemt de school zelf bij alle kandidaten een proeftoetsing af. De proeftoetsing bestaat uit:
bij kandidaten die nog geen IBI-verklaring bezitten: 1
gespreksprotocollen en observatielijst voor het stofwissen;
2
gespreksprotocollen en observatielijst voor het enkelvoudig moppen;
3
gespreksprotocollen en observatielijst voor het interieuronderhoud (kamer/keuken);
4
gespreksprotocollen en observatielijst voor het sanitaironderhoud (douche/toilet).
bij alle kandidaten, die ook een IBI-verklaring bezitten: 1
gespreksprotocollen en observatielijst voor glazenwassen zonder gebruik van trap/ladder;
2
gespreksprotocollen en observatielijst voor het reinigen van een rolstoel;
3
gespreksprotocollen en observatielijst voor het verschonen van een bed;
4
(facultatief) gespreksprotocollen en observatielijst voor wasverzorging.
bij de stageplaats wordt de kandidaat/stagiair beoordeeld op de volgende taken: 1
assisteren bij het uitdelen van maaltijden;
2
assisteren bij recreatie.
De resultaten worden door de school per kandidaat vastgelegd in een verzamelstaat (zie achterin dit draaiboek). Van elke kandidaat die in aanwezigheid van een observant van BT&V door de eigen leerkracht wordt getoetst, is deze verzamelstaat tijdens de toetsing aanwezig en is in te zien door de observant. 3
Toetsing in aanwezigheid van een externe observant kan inhouden dat een kandidaat naar het oordeel van de observant van BT&V niet voldoet aan de eindtermen. De school zorgt in dat geval voor vervangende 'schoolcertificaten'.
4
Per dagdeel kan maximaal bij vier kandidaten de eindtoets worden afgenomen; na overleg met BT&V kan dit aantal uitgebreid worden tot maximaal vijf kandidaten.
5 6
De toetsruimte zijn conform de richtlijnen ingericht (hoofdstuk 3). De school is verantwoordelijk voor het toezicht houden op de kandidaten die op een toetsing wachten of die zijn getoetst. De kandidaten worden aan het begin van de toetsing buiten de toetsruimte opgevangen. De school is er verantwoordelijk voor dat de kandidaten op tijd zijn voor de toetsing. Kandidaten die te laat komen moeten de toets uitvoeren binnen de resterende tijd. In het geval dat de kandidaat afwezig is, is de kandidaat niet geslaagd.
7
De ruimte waarin getoetst wordt, mag gedurende de toets door niemand anders dan door de observant, de leerkracht die de toets begeleidt en de kandidaat worden betreden.
Pagina 17/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
8
Na afloop van de toetsing evalueert de school met de observant het verloop van de toets en de dienstverlening van BT&V. De evaluatie wordt schriftelijk vastgelegd op een daarvoor door de observant aangereikt formulier. De school wordt nadrukkelijk verzocht om de toetsing schriftelijk te evalueren. De evaluatie kan aan de observant worden meegegeven.
9
De observant meldt de school op welke punten de aanpak van het programma op school verbetering behoeft (voorzieningen, materialen, instructie).
10
De observant legt deze punten schriftelijk vast op een evaluatieformulier en stuurt deze aan BT&V.
Pagina 18/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
6 PROTOCOLLEN EN OBSERVATIELIJSTEN VOOR DE PROEFTOETSING MICROVEZEL
Pagina 19/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
TOETSPAKKET NUMMER 1
Pagina 20/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Stofwissen met een microvezeldoek Praktijkopdracht De kandidaat moet losliggend stof en vuil dat ligt op een vlakke gesloten vloer met een stofwisser verwijderen. Het gaat om een niet bezette 'vrije' ruimte van minimaal 2 bij 6 meter. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Stofwissen’. Vragen
Pt.
1
0,5
Je moet losliggend stof en vuil van de vloer verwijderen. Welk materiaal gebruik je daarvoor? Pak dit materiaal. Antwoord: een stofwisser.
2
Benoem de delen van de stofwisser.
0,5
Antwoord: steel, zool of frame (goed als deze beide delen zijn benoemd); mogelijk: koppeling). 3
Wat heb je naast de stofwisser nog meer nodig?
0,5
Pak deze materialen. Antwoord: blauwe werkdoek voor het verwijderen van vochtplekken, bewaarbox voor werkdoeken, stofwisdoek, waszak en wasnet voor stofwisdoeken, blik en veger, afvalzak (goed als alle materialen zijn benoemd). 4
Waar moet je op letten voordat je begint met het stofwissen?
0,5
Het antwoord is goed: men staat rechtop. De telescoopsteel is op de juiste lengte gebracht (iets onder schouderhoogte). Als toevoeging kan de kandidaat de wijze waarop de stofwisdoek aan de zool wordt gehecht beschrijven: de zool op de stofwisdoek plaatsen; met de voeten op beide zijden de stofwisdoek aan de zool vastdrukken. 5
Vertel de werkvolgorde bij het stofwissen. Waar begin je? En hoe werk je verder? Antwoord: Eerst langs de plinten, dan de vrije ruimte (goed als het antwoord van de kandidaat dit bevat). Eindigen waar je begonnen bent.
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Uitgebreide beschrijving van de werkvolgorde. a
Natte plekken verwijderen met een klamvochtige blauwe werkdoek.
b
Eén stofwisdoek vastmaken.
c
Langs de kanten beginnen (naast de stofwisser lopen, korte kant tegen de plint).
d
Daarna onder tafels en stoelen stofwissen.
e
Vrije ruimten zoals gangen stofwissen (loop achter de stofwisser).
f
Je werk controleren en eventuele fouten herstellen.
g
Het losliggende vuil opvegen met stoffer en in de afvalzak doen; de stofwisdoek verwijderen en in het wasnet doen.
Pagina 21/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
3
Observatielijst praktijkopdracht ‘Stofwissen’ De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft voor het stofwissen van de vloer verzameld. De kandidaat krijgt nu de opdracht om de vloer te stofwissen met een droogmop. Beoordelingspunten 1
De vloer wordt zichtbaar vooraf gecontroleerd op vocht of grof vuil. Eventuele
Pt. 3
vochtplek wordt met blauwe werkdoek weggenomen. 2
Het eerste deel van de werkprocedure: de voorbereiding
10
De kandidaat controleert of de steel de juiste lengte heeft. De kandidaat legt de stofwisdoek op de vloer, plaatst de zool op de stofwisdoek met de brede kant naar voren. De kandidaat drukt met de voet de zool vast aan de stofwisdoek. 3
Het tweede deel van de werkprocedure: het stofwissen zelf
10
De kandidaat begint aan de kanten en loopt naast de wisser; de kandidaat 'stapt met de wisser mee'. De zool behoudt contact met de vloer. De kandidaat doet na de kanten de vrije ruimte en loopt in banen achter de stofwisser. 4
De kandidaat werkt ergonomisch verantwoord
5
De steel wordt losjes vastgehouden op ellebooghoogte. Gedurende de uitvoering van de opdracht houdt de kandidaat de rug recht. 5
De kandidaat controleert na afloop zichtbaar het werk
6
Het derde deel van de werkprocedure: het opruimen De kandidaat verwijdert de stofwisdoek op de juiste wijze van de zool; met beide voeten op de uiteinden van de stofwisdoek gaan staan en de zool optillen waardoor de stofwisdoek loslaat. Let op: de verdere werkprocedure wijkt af van hetgeen beschreven staat in het leerlingenboek op bladzijde 20 (uitgave 2003). De kandidaat veegt grof vuil, voor de stofwisdoek liggend, van de doek af. De kandidaat pakt de vuile stofwisdoek aan het schone gedeelte en legt deze dubbelgevouwen op het stofblik. Het losse vuil veegt de kandidaat in de afvalzak. De vuile stofwisdoek doet de kandidaat in het wasnet. Het resultaat wordt gecontroleerd en eventuele fouten worden hersteld.
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 40 punten
Pagina 22/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
10
Nabespreking nadat de opdracht ‘Stofwissen’ is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het stofwissen. De stofwisdoek is opgeruimd en het werk is gecontroleerd. Vragen
Pt.
1
Waarin bewaar je de gebruikte stofwisdoeken?
1
2
Waarvoor gebruik je de stofzuiger?
1
Gebruik je de stofwisdoek:
2
3
-
4
droog;
-
klamvochtig;
-
nat?
Hoe krijg je de stofwisdoek weer schoon?
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Stofwissen’
Pagina 23/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
1
In een wasnet.
2
Voor tussendoor reinigen van de stofwisdoek.
3
Droog.
4
Wassen in de wasmachine, zonder bleekmiddel of wasverzachter.
1
Totaalbeoordeling ‘Stofwissen’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
0 Ja
de gestelde tijdslimiet?
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst de methode 'Stofwissen': Criteria
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
De kandidaat behaalt geen IBI-verklaring
Pagina 24/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Handtekening
Handtekening
docent
observant BT&V
...............
...............
TOETSPAKKET NUMMER 2
Pagina 25/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Moppen Praktijkopdracht De kandidaat moet lichtklevend vuil dat ligt op een vlakke gesloten vloer of op een tegelvloer met een mop verwijderen. Tijdens de eindtoets wordt een oppervlakte van twee bij vier meter van de vloer van de toetsruimte gemopt. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Enkelvoudig moppen’ Vragen
Pt.
1
0,5
Je moet lichtklevend vuil dat op een vlakke gesloten vloer (of tegelvloer) ligt verwijderen. Welk materiaal heb je daarvoor nodig? Pak dit. Antwoord: Een mopapparaat en een klamvochtige microvezelmop.
2
Welk materiaal heb je nog meer nodig?
0,5
Pak dit materiaal. Antwoord: een gevaren driehoek, een wasnet en waszak voor de gebruikte werkdoeken, een wasnet en waszak voor gebruikte moppen, bewaarbox voor de klamvochtige moppen, stoffer en blik en een afvalzak. 3
Als je een ruimte gaat moppen dan plaats je een gevarendriehoek.
0,5
Waarom mag je dat niet vergeten? Antwoord: als je mopt, wordt de vloer vochtig en daardoor ook glad. Een voorbijganger moet daarvoor worden gewaarschuwd zodat hij niet uitglijdt. 4
Waarom gebruik je geen vloerreiniger?
0,5
Vloerreiniger gebruik je alleen als de vloer erg vervuild is. Je doet dan een kleine hoeveelheid vloerreiniger in de sproeiflacon water. Nu is dat niet nodig want het gaat om dagelijks onderhoud. 5
Vertel de werkvolgorde bij het enkelvoudig moppen. Waar begin je? En hoe werk je verder? Het antwoord is goed als alle volgende elementen genoemd worden: -
direct langs de plint beginnen;
-
hoeken uitnemen;
-
nadat de 'maat' is gezet mop je een baan langs wat al gemopt is, je loopt
-
met kleine elkaar overlappende banen mop je met zigzagbewegingen
achter de mop; (zoals bij het stofzuigen) de middenruimte. Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Pagina 26/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
3
Observatielijst praktijkopdracht ‘Enkelvoudig moppen’ De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft voor het enkelvoudig moppen verzameld. De kandidaat krijgt nu de opdracht om de vloer te moppen. Beoordelingspunten 1
Eerste deel van de werkprocedure: voorbereiding
Pt. 4
De steel wordt op de juiste hoogte afgesteld. De microvezelmop wordt aan de zool bevestigd: -
microvezelmop ligt op de vloer (een punt);
-
de zool wordt op de mop geplaatst (een punt);
-
met de voeten wordt de mop vastgedrukt (een punt).
De kandidaat plaatst een gevarendriehoek (een punt). 2
Tweede deel van de werkprocedure: het moppen
8
Er wordt langs de plint/rand gemopt; daarbij wordt naast de mop gelopen. De hoek wordt goed uitgenomen; draai de zool in de hoek. 3
Derde deel van de werkprocedure: moppen van de vrije ruimte
12
Als de 'maat' is gezet loopt de kandidaat terug en mopt een baan naast de baan die al gedaan is (licht overlappend). De kandidaat loopt daarbij achter de mop. De kandidaat beweegt de mop zijwaarts voor hem heen en weer (zaagtandbewegingen). De kandidaat slaat niets over. 4
Er wordt ergonomisch goed gewerkt
4
De mop wordt licht over de vloer bewogen. Er wordt met rechte rug gewerkt; mop vlak voor de voeten. 5
De kandidaat controleert zichtbaar na afloop het werk
4
6
Laatste deel van de werkprocedure: opruimen
8
De mop wordt na verloop van tijd vervangen door een nieuwe mop: -
met de voeten wordt de mop van de zool verwijderd (een punt);
-
de wingvoet wordt dwars op de mop geplaatst (een punt);
-
met de hand wordt de mop aan de bovenzijde van de wingvoet gehaald zonder dat de vuile kant wordt geraakt (drie punten).
De mop wordt in het wasnet gedaan; de materialen worden met een blauwe werkdoek schoongemaakt. Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 40 punten
Pagina 27/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Nabespreking nadat de opdracht ‘Enkelvoudig moppen’ is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het moppen en het werk is gecontroleerd. Vragen
Pt
1
1
2
Hoe krijg je de vuile moppen weer schoon? Wat zeg je tegen mensen die vinden dat deze manier van schoonmaken niet goed kan zijn?
3
Wat zeg je tegen mensen die staan te praten in de gang en jij moet de gang moppen?
4
1
Je bent de hal aan het moppen en er wil iemand door de hal gaan. Wat zeg je dan?
5
1
1
Als in de gang waar jij moet moppen zichtbaar zand of modder ligt, wat doe je dan?
1
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden op de vragen uit de nabespreking 1
In een wasnet; in de wasmachine; de wasvoorschriften lezen; geen bleekmiddel of wasverzachter gebruiken.
2
Ik werk met een microvezelmop. Deze mop schraapt het vuil van de vloer. Het vuil dringt diep door in de mop. Een reinigingsmiddel is niet nodig en ook gebruik ik minder water. Dat is heel milieuvriendelijk.
Pagina 28/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
3
Zou u ergens ander kunnen gaan staan, ik moet hier de vloer moppen. Dank u wel hoor!
4
Past u op, ik heb de vloer net gemopt en deze kan glad zijn.
5
Met een blik en veger weghalen.
Totaalbeoordeling ‘Enkelvoudig moppen’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst de methode 'Enkelvoudig moppen': Criteria
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
De kandidaat behaalt geen IBI-verklaring
Pagina 29/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Handtekening
Handtekening
docent
observant BT&V
...............
...............
TOETSPAKKET NUMMER 3
Pagina 30/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Interieuronderhoud Praktijkopdracht De kandidaat moet een appartement (woon-/slaapgedeelte en keuken) reinigen (dagelijkse onderhoud) waarbij het volgende werkrooster geldt: -
prullenbak legen; zo nodig de plastic zak vervangen;
-
vingertasten verwijderen;
-
vensterbanken, lage kasten, open vlakken of rekken, de tafel en de stoelleuningen afnemen;
-
telefoontoestel en hoorn afnemen;
-
tippend stofzuigen, rolvegen of stofwissen.
Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Interieuronderhoud’ Beoordelingspunten 1
Je gaat het appartement van een bewoner een kantoor reinigen: de
Pt. 2
zit/slaapkamer en het keukenblok. Je gaat de materiaalwagen klaar maken. 2
Er staat een bewaarbox op de materiaalwagen. Waarvoor is deze bewaarbox
0,1
bedoeld? 3
Je werkt met een microvezelwerkdoek. Je gebruikt geen reinigingsmiddel?
0,2
Vertel mij dat je met zo’ n werkdoek toch goed kan schoonmaken. 4
Je hebt ook geen water bij je. Waarom heb je geen water nodig?
0,2
5
Laat mij zien hoe je de werkdoek vouwt.
0,2
6
Pak blauwe werkdoek. Wat maak je schoon met de blauwe werkdoek? Leg de
0,1
werkdoeken op de materiaalwagen in de emmer/doos. 7
Je moet ook de vloer reinigen. Wat heb je daarvoor nodig? (Bij stofzuigen:
0,2
Wat moet je controleren?) 8
Wat is de werkvolgorde bij het schoonmaken van een kantoor?
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Pagina 31/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
2
Antwoorden voorgesprek ‘Interieuronderhoud’ 1
De materiaalwagen interieuronderhoud (interieurwagen; let op: vaak is er maar één wagen op school aanwezig; deze wordt steeds aangepast). -
materiaalwagen met afvalzak;
-
witte handpad;
-
stoffer en blik;
-
prullenbakzakken;
-
bewaarbox voor werkdoeken;
-
blauwe werkdoeken van microvezel;
-
waszak en wasnet voor gebruikte werkdoeken.
Afhankelijk van de vloerbedekking: rolveger, stofzuiger of stofwisser met stofwisdoek. 2
De bewaarbox is voor het bewaren van de blauwe werkdoeken van microvezel.
3
Als je werkt met microvezelmaterialen is een reinigingsmiddel overbodig; als je het wel zou gebruiken wordt de werking van de doek zelfs minder.
4
Het vuil dringt diep in de microvezeldoek; om de doek schoon te maken heeft spoelen geen zin. Het vuil gaat er alleen uit in de wasmachine.
5
De kandidaat vouwt de werkdoek in vieren of achten naar gelang de voorkeur (grote van de handen).
6
Met de blauwe werkdoek maak je het interieur schoon.
7
Afhankelijk van wat gebruikt wordt: stofwisser, stofzuiger, rolveger.
8
Er wordt gewerkt van hoog naar laag en van buiten naar binnen.
Of: kort benoemen wat schoongemaakt moet worden in de goede volgorde. 1
De wagen gereedmaken (onder andere werkdoeken, handpad en ook een wasnet).
2
De prullenbakken legen.
3
De zakken van de prullenbakken vervangen bij klevend vuil of bij gescheurde zakken.
4
De blauwe werkdoek: als het werkvlak vuil is van werkvlak wisselen. Als de werkdoek te droog wordt, een andere werkdoek nemen.
Pagina 32/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
5
Vervolgens deuren, telefoontoestellen, bureaus, tafels en stoelen schoonmaken.
6
Niet aan computers en papieren komen.
7
Vlakke vloeren: droogmoppen, tapijtvloeren: rolvegen of stofzuigen.
8
De stoelen netjes zetten.
9
Je werk controleren en eventuele fouten herstellen.
10
Alle schoonmaakmaterialen opruimen.
Observatielijst praktijkopdracht ‘Interieuronderhoud’ De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft op de materiaalwagen verzameld. De kandidaat gaat nu naar de ruimte die gereinigd moet worden. Beoordelingspunten 1
Deel een van de werkprocedure: de voorbereiding
Pt. 5
De leerling kijkt zichtbaar wat het reinigen van het interieur inhoudt. De prullenbak wordt geleegd indien nodig is, de afvalzak wordt indien nodig vervangen. 2
Onderdeel twee van de werkprocedure: het volgen van een
10
werkroute het verwijderen van vingertasten en het stof afnemen De werkvolgorde wordt aangehouden (van hoog naar laag; van buiten naar binnen). Reinigen van de zit-/slaapkamer: vensterbank, telefoontoestel, tafel, stoelleuningen, lage kasten, open vlakken en rekken worden afgenomen (niets vergeten). Voorwerpen op vensterbank en lage kasten worden tijdens het afnemen opgetild en weer neergezet. Vingertasten worden van deuren verwijderd. De kandidaat gebruikt een blauwe werkdoek. Reinigen van de keuken: kraan, boven- en binnenzijde van de wasbak wordt met de handpad afgenomen en daarna met de rode werkdoek schoongemaakt; vingertasten worden van de kastdeurtjes verwijderd het aanrechtblad wordt afgenomen. De kandidaat scoort niet als een element wordt overgeslagen dat zichtbaar vuil is. De kandidaat scoort minder dan 10 punten als hij niet aan alle beoordelingspunten voldoet: werkt niet volgens een route (min 2 punten) werkt met veel overlap (min 2 punten). 3
Er wordt ergonomisch verantwoord gewerkt.
4
4
Onderdeel drie van de werkprocedure: het gebruik van het werkdoekje
10
Het werkdoekje wordt op een goede manier opgevouwen. Het werkoppervlak van het doekje (zeker na een vuilplek verwijderd te hebben en voor het reinigen van de hoorn van de telefoon) wordt gewisseld. De kandidaat scoort 5 punten minder als hij voor het reinigen van de telefoonhoorn niet een nieuw werkvlak neemt van de werkdoek. De vuile werkdoek wordt vervangen door een schone klamvochtige doek. De klamvochtige werkdoek laat geen sporen na. 5
Onderdeel vier van de werkprocedure: reinigen vloer
5
Het tapijt wordt tippend gezogen/met rolveger schoongemaakt/met een stofwisser gewist. 6
Afronding van het werk
4
Stoelen worden recht gezet. 7
Na afloop wordt het werk zichtbaar gecontroleerd en de handen worden gewassen. De gebruikte werkdoek wordt in het wasnet gedaan.
Tijdslimiet: 5 minuten (exclusief de voorbereiding) Score maximaal 40 punten Pagina 33/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
2
Nabespreking nadat de opdracht ‘Interieuronderhoud’ is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het reinigen van het interieur. Hij heeft het werk gecontroleerd. Met de materiaalwagen gaat de kandidaat terug naar de toetsruimte. Ja
Vragen
Pt.
1
Wat moet je doen als de tafel vol ligt met tijdschriften en brieven?
0,8
Hoe begroet je de bewoner als deze op zijn kamer aanwezig is,
0,7
2
Nee
die jij moet schoonmaken? 3
Wat moet je doen de bewoner zegt dat je niet goed
0,7
schoonmaakt? 4
Wat moet je doen als iemand zegt dat het schoonmaken van zijn
0,7
kamer nu niet kan? 5
Wat zeg je als iemand je vraagt om ook zijn planten water te
0,7
geven? 6
Wat is, gelet op de veiligheid, van belang als je werkt in de
0,7
omgeving van stopcontacten? 7
Als je schoonmaakt waar moet je dan heel voorzichtig bij zijn?
0,7
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Antwoorden nagesprek ‘Interieuronderhoud’ 1
Daar mag je nooit aankomen; eromheen werken.
2
Vele antwoorden mogelijk. De essentie is dat de kandidaat de aanwezige begroet; zegt waarvoor hij komt, vraagt of het uitkomt en aan het werk gaat.
3
De kandidaat gaat niet in discussie. Hij zegt dat daarover contact opgenomen moet worden met de voorvrouw/voorman.
4
De kandidaat gaat niet in discussie, gaat bijvoorbeeld eerst een andere kamer schoonmaken en meldt dit aan de voorvrouw/voorman.
5
Dit behoort niet tot de taak van de interieurverzorger. De kandidaat kan antwoorden: zou het graag doen, maar ...
6
Nooit met vochtige doeken bij stopcontacten komen.
7
Op bureau en werkbladen met een klamvochtige doek het stof afnemen, zonder dat eventuele documenten nat worden. Of: nooit aan de computer of andere apparatuur (tv, fax, radio) komen.
Pagina 34/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Totaalbeoordeling ‘Interieuronderhoud’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst het ‘Interieuronderhoud’: Criteria
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
De kandidaat behaalt geen IBIverklaring
Pagina 35/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Handtekening
Handtekening
docent
observant BT&V
...............
................
TOETSPAKKET NUMMER 4
Pagina 36/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Sanitaironderhoud (vast onderdeel van de toets als de kandidaat niet in het bezit is van een IBI-verklaring) Praktijkopdracht De kandidaat moet een sanitaire unit reinigen (dagelijkse onderhoud): toiletpot, wastafel, spiegel, planchet, afvalemmer, zeepautomaat. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Sanitaironderhoud’ Ja
Vragen
Pt.
1
Welke materiaalwagen heb je nodig voor sanitaironderhoud?
0,2
Neem van tafel het reinigingsmiddel voor het inzetten van de
0,2
2
toiletpot (deze zit met water verdund in een sproeiflacon). 3
Neem een glasdoek. Hoe gebruik je deze?
0,2
4
Pak de witte handpad. Waar heb je die voor nodig? Leg
0,2
de handpad op de materiaalwagen. 5
Pak de rode werkdoeken. Waarom is één kleur doek voldoende?
0,8
Leg de werkdoeken in de bewaarbox. 6
Er ontbreken nog een paar dingen op de materiaalwagen voor het
0,2
onderhouden van het sanitair. Welke zijn dat? Zeg wat het is en leg deze op de materiaalwagen. 7
Hygiëne is bij sanitaironderhoud heel belangrijk.
0,2
Noem twee voorbeelden van beschermende kleding. 8
Wat is de werkvolgorde is bij het schoonmaken van het sanitair?
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Pagina 37/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
3
Nee
Antwoorden voorgesprek ‘Sanitaironderhoud’ 1
De materiaalwagen sanitaironderhoud (let op: vaak is er maar één wagen op school aanwezig; deze wordt steeds aangepast). Bij sanitaironderhoud wordt een wagen gebruikt. Voor de toets wordt de vloer niet gereinigd.
2
De kandidaat neemt de sproeiflacon met sanitairreiniger.
3
De glasdoek wordt droog gebruikt.
4
De witte sanitairpad gebruikt men voor het schoonmaken van de kraan, boven- en binnenzijde wastafel, de hendel van de zeepautomaat, het planchet. Je wrijft er het vuil mee los.
5
Met de rode werkdoek wordt eerst het minder vuile deel van het sanitair gereinigd en daarna wordt het vuilere deel van het sanitair gereinigd (de pot, achterwand enzovoort). Daarna gaat de rode werkdoek in het wasnet. Voor elk toilet neem je een schone werkdoek.
6
Bewaarbox werkdoeken, wasnet en waszak voor gebruikte werkdoeken, afvalzakken, veger en blik, navulartikelen, handschoenen.
7
Werkjas en werkhandschoenen.(huishoudhandschoenen of wegwerphandschoenen)
8
De werkvolgorde is:
-
van schoon naar vuil;
-
van buiten naar binnen;
-
van hoog naar laag.
Of: -
aanvullen van artikelen;
-
afvalemmer legen;
-
closetpot doorspoelen, met sproeiflacon de pot met reiniger inzetten, borstelen en borstel erin;
-
spiegel;
-
met witte handpad: tegelwand boven wastafel, kraan, planchet, boven- en binnenzijde
-
met rode werkdoek: planchet, handdoekautomaat, zeepautomaat, wastafel, vingertasten,
-
toilet borstelen en doorspoelen;
-
met rode werkdoek: borstelhouder, tegelwand achter toiletpot, waterreservoir, boven- en
wastafel, hendel zeepautomaat; lichtschakelaar, deurknop en kozijn, toiletrolhouder, bovenzijde waterreservoir;
onderkant toiletbril en -deksel, buiten- en bovenzijde toiletpot; -
Pagina 38/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
vloer reinigen (blijft achterwege tijdens de toets).
Observatielijst praktijkopdracht ‘Sanitaironderhoud’ De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft op de materiaalwagen verzameld. De kandidaat gaat nu naar de ruimte die gereinigd moet worden. Ontbreekt er een afvalemmer, dan een punt bij de eindscore optellen. Ja
Beoordelingspunten
Pt.
1
10
Eerste deel van de werkprocedure: controle, aanvullen en voorbereiding De kandidaat kijkt wat de vervuiling is. Toiletpapier, zeep en handdoek worden nagegaan en zo nodig is aangevuld. De leerling werkt met handschoenen. Afvalemmer wordt zonodig is geleegd en buiten het toilet geplaatst. De wc wordt doorgespoeld; met een sproeiflacon wordt sanitairreiniger aangebracht aan de binnenkant van de toiletpot. De pot wordt geborsteld en de borstel blijft in de pot staan.
2
Het tweede deel van de werkprocedure: het minder vuile werk
10
Spiegel wordt gereinigd (licht met vingerspatjes water aanbrengen en met glasdoek spiegel reinigen). Hendel zeepautomaat, planchet, kraan, boven- en binnenzijde wastafel worden met witte handpad schoongemaakt. Spoel onder de kraan de sanitairpad uit. Planchet, handdoek- of papierautomaat, zeepautomaat, onder-, boven- en binnenzijde wastafel, deurknop en kozijn, lichtschakelaar, toiletpapierhouder, bovenzijde waterreservoir/ druktoets worden met rode werkdoek schoongemaakt. 3
Het derde deel van de werkprocedure: het meer vuile werk
10
Toiletpot wordt geborsteld en doorgespoeld. Borstelhouder, tegelwand achter toiletpot, waterreservoir, toiletbril en -deksel, buiten- en bovenzijde toiletpot worden met rode werkdoek schoongemaakt. Daarna de afvalemmer terugplaatsen. 4
Er wordt ergonomisch verantwoord gewerkt.
4
Bij het afnemen van de onderkant van de toilettafel, de toiletpot en bril werkt de kandidaat vanuit een knielstand; er wordt een droge dweil onder de steunknie gelegd. 5
De kandidaat werkt op een goede manier met de werkdoeken:
4
De werkdoek is goed gevouwen. Er wordt van werkoppervlak gewisseld. De doek wordt vervangen als deze vuil is. 6
De leerling controleert na afloop zichtbaar het werk, doet de gebruikte werkdoeken in het wasnet en wast de handen (eerst met handschoenen - tenzij wegwerphandschoenen worden gebruikt - en daarna de handen zelf).
Tijdslimiet: 10 minuten Score maximaal 40 punten Pagina 39/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
2
Nee
Nabespreking nadat de opdracht ‘Sanitaironderhoud’ is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het reinigen van de sanitaire unit. Hij heeft het werk gecontroleerd. Met de materiaalwagen gaat de kandidaat terug naar de toetsruimte. Ja
Vragen 1
Wat moet je, gelet op de hygiëne, nooit vergeten als je klaar bent
Pt.
Nee
1
met het schoonmaakwerk? 2
Wat zeg je als tijdens het schoonmaken iemand van het toilet
1
gebruik wil maken? 3
Wat doe je als er nog iemand in de sanitaire ruimte aanwezig is
1
als jij er wilt schoonmaken? 4
Weet jij hoe vaak je een toilet minimaal moet schoonmaken?
1
5
Waarom moet je de rode werkdoek na het schoonmaken van het
1
sanitair niet gebruiken voor interieurreiniging? Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Antwoorden nagesprek ‘Sanitaironderhoud’ 1
Met de handschoenen aan de 'handen' wassen. Vervolgens de handschoenen uit doen en dan je handen wassen (behalve bij wegwerphandschoenen).
2
Vele antwoorden mogelijk. De essentie is dat de kandidaat de ander erop wijst dat hij hier moet werken en of de persoon daar rekening mee wil houden (ergens anders naar het toilet gaan).
3
Je wacht buiten de unit totdat de persoon het toilet verlaten heeft.
4
Minimaal éénmaal per dag.
5
Voor het interieuronderhoud en het sanitaironderhoud worden aparte werkdoeken gebruikt, vanuit hygiënisch oogpunt.
Pagina 40/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Totaalbeoordeling ‘Sanitaironderhoud’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst het ‘Sanitaironderhoud’: Criteria
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
De kandidaat behaalt geen IBIverklaring
Pagina 41/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Handtekening
Handtekening
docent
observant BT&V
.............
...............
TOETSPAKKET NUMMER 5
Pagina 42/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Glazenwassen zonder gebruik te maken van trap of ladder Praktijkopdracht De kandidaat reinigt scheidingsglas. Deze taak kan deel uitmaken van de eindtoets. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Reinigen glas’ Beoordelingspunten 1
Pt. 3
Je gaat het scheidingsglas wassen. Kun jij mij zeggen wat je nodig hebt? (In willekeurige volgorde):
2
-
zeem (0,5);
-
emmer (0,5);
-
spons of inwasser met inwashoes (0,5);
-
dweil (0,5);
-
raamwisser (0,5);
-
glazenwasserkoppel (0,5) zo mogelijk;
-
eventueel: glasmesje met houder.
Kun je mij vertellen waarom het werken met een glazenwasserkoppel het
0,5
werk vergemakkelijkt? 3 4
Welk reinigingsmiddel ga je gebruiken?
0,5
Als een bewoner zegt dat je ammoniak in het water moet doen; doe je dat
0,5
dan? 5
Als je binnen een glas gaat wassen zal je misschien wat water morsen
of
0,5
spetteren. Wat doe je voordat je met het werk begint? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek ‘Glazenwassen’ 1
Nodig zijn: -
zeem (0,5);
-
emmer (0,5);
-
spons of inwasser met inwashoes (0,5);
-
dweil (0,5);
-
raamwisser (0,5);
-
glazenwasserkoppel (0,5);
-
(eventueel: glasmesje met houder).
2
Je hebt alle materialen bij je en je raakt nooit iets zoek.
3
Een interieurreiniger.
4
Je gebruikt nooit ammoniak; dat is slecht voor het milieu en bovendien laat het vaak strepen achter (blauwe gloed).
Pagina 43/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
5
Spullen uit de vensterbank halen (indien van toepassing); radiator afschermen door er een dweil op te leggen; spullen uit de directe omgeving halen.
Observatielijst praktijkopdracht ‘Glazenwassen’ De kandidaat wast een glas zonder gebruik te maken van trap of ladder. Beoordelingspunten
Pt.
1
De kandidaat doet voor ¾ water in de emmer; handwarm.
2
2
De kandidaat neemt het juiste reinigingsmiddel.
1
3
De kandidaat voegt de juiste hoeveelheid van het reinigingsmiddel toe aan het
3
water. 4
De kandidaat spoelt de zeem en vouwt de zeem van beide zijden naar
2
binnen. 5
De kandidaat rolt de zeem stevig open, stopt de zeem in de
2
glazenwasserkoppel (in het geval de kandidaat deze gebruikt). 6
De kandidaat maakt de directe omgeving van het glas vrij en dekt de radiotor
3
af met een dweil (indien van toepassing is). 7
De kandidaat maakt de spons nat en knijpt deze iets uit.
2
8
De kandidaat maakt met de spons het raam vochtig (inzetten) van boven naar
5
beneden/de banen overlappen elkaar iets. 9
De kandidaat spoelt de spons/knijpt de spons goed uit en neemt met de
2
spons de directe omlijsting af. 10 11
De kandidaat werkt ergonomisch correct.
2
De kandidaat neemt de wisser en neemt zichtbaar het rubber af met de
2
spons. 12
De kandidaat beweegt de wisser van links boven naar rechts boven en zo
5
naar beneden. 13 14
De wisser behoudt het contact met het glas.
2
De kandidaat maakt vloeiende bewegingen en de banen overlappen elkaar
4
enigszins. 15
16
De kandidaat controleert zichtbaar: -
met uitgeknepen spons eventueel lekwater weghalen en
-
met de zeem eventuele fouten verstellen.
De kandidaat ruimt de materialen op.
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 40 punten
Pagina 44/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
2
1
Nabespreking nadat de opdracht ‘Glazenwassen’ is uitgevoerd Vragen
Pt.
1
Waar heb je het glasmesje voor nodig?
1
2
Vertel mij hoe je een sticker van het glas weg kan halen.
1
Volgens welke methode heb jij het glas gewist:
2
3
4
-
volgens de doorwismethode;
-
volgens de horizontale wismethode;
-
volgens de verticale wismethode.
Kun je mij zeggen waarom je de spons niet te nat moet maken?
1
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Antwoorden nagesprek ‘Glazenwassen’ 1
Voor het verwijderen van aangekleefd vuil.
2
De sticker op een punt lossteken en dan eraf trekken; het vuil met de spons wegspoelen.
3 of -
Volgens de doorwismethode.
of -
Volgens de horizontale wismethode.
of -
4
Volgens de verticale wismethode. Anders maak je de directe omgeving onnodig nat; dat moet je weer herstellen en dat kost weer tijd.
Pagina 45/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Totaalbeoordeling ‘Glazenwassen’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst ‘Glazenwassen’: Criteria
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
De kandidaat behaalt geen verklaring ‘Werken in de zorg
Pagina 46/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Handtekening
Handtekening
docent
observant Bureau Toetsing & Verklaring
...............
................
TOETSPAKKET NUMMER 6
Pagina 47/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Reinigen rolstoel Praktijkopdracht De kandidaat moet een rolstoel reinigen. Het reinigen kan het beste plaats vinden in een natte ruimte. Deze taak kan deel uitmaken van de eindtoets. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Reinigen rolstoel’ Vragen
Pt.
1
Welk materiaal heb je nodig voor het reinigen van een rolstoel?
1
2
Waarom gebruik je geen reinigingsmiddel ?
1
3
Pak de witte handpad. Waar heb je die voor nodig?
1
4
Wat maak je schoon met de rode werkdoek?
1
5
Vertel de werkvolgorde
1
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek ‘Reinigen rolstoel’ 1
Rode werkdoek, witte handpad, handborstel..
2
Je gebruikt geen reinigingsmiddel bij microvezeldoeken.
3
De witte handpad gebruikt men voor het schoonmaken van aangekleefd vuil. Je wrijft er het vuil mee los. Met de handborstel worden de loopvlakken van de wielen gereinigd.
4
Met de rode werkdoek wordt het volgende schoongemaakt: -
5
de wielen van de rolstoel: spaken/vellingen.
De rugleuning, zitvak en armsteunen afnemen; loopvlakken met handborstel reinigen, velgen reinigen met handpad, eventueel opwrijven van de velgen.
Pagina 48/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Observatielijst praktijkopdracht ‘Rolstoel reinigen’ De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft. De kandidaat gaat nu naar de ruimte waar de rolstoel gereinigd wordt. Beoordelingspunten
Pt.
1
De kandidaat kijkt wat de aard van de vervuiling is.
2
2
De zitting en rugleuning, de armleuningen, duwstangen worden afgenomen.
5
3
De kandidaat neemt het stalen frame af met de rode werkdoek.
5
De kandidaat maakt met de witte handpad de wielen schoon: de spaken, de
5
4
vellingen. Het loopvlak van de wielen maakt de kandidaat zo nodig (al er sprake is van zichtbare vervuiling) met een handborstel schoon. Ook de voetsteunen worden gereinigd. Daarna neemt de kandidaat alles af met de rode werkdoek. 5
De kandidaat vouwt het werkdoekje regelmatig om.
5
6
De kandidaat wringt de doek juist uit (let op de polsen).
5
7
Er wordt ergonomisch verantwoord gewerkt (knielstand bij laag werk).
5
8
De kandidaat controleert na afloop zichtbaar het werk
3
9
De kandidaat ruimt het materiaal op.
5
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 40 punten
Pagina 49/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Nabespreking nadat de opdracht ‘Rolstoel reinigen’ is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het reinigen van de rolstoel. Hij heeft het werk gecontroleerd. Vragen 1
Wat moet je, gelet op de hygiëne, nooit vergeten als je klaar bent met het
Pt. 1
schoonmaakwerk? 2
Waarom is het belangrijk dat je de zitting en rugleuning van de rolstoel zo
1
droog mogelijk maakt? 3 4
Waarom werkt het makkelijker als je de rolstoel op de rem zet?
1
Bij het schoonmaken werk je altijd van schoon naar vuil: wat zal bij een
1
rolstoel vaak het vuilste zijn? 5
Waarom gebruik je geen reinigingsmiddel.
1
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Rolstoel reinigen’ 1 2
Handen wassen. Wanneer de rolstoel weer gebruikt wordt moeten de zitting en de rugleuning zeker weer droog zijn.
Pagina 50/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
3
Dan blijft de stoel staan en rolt niet steeds weg.
4
De (loopvlakken van de) wielen.
5
Bij gebruik van microvezelmaterialen gebruik je geen reinigingsmiddel.
Totaalbeoordeling ‘Rolstoel reinigen’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst ‘Rolstoel reinigen’: Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De kandidaat behaalt geen verklaring ‘Werken in de zorg’
Pagina 51/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Handtekening
Handtekening
docent
observant Bureau Toetsing & Verklaring
.............
...............
TOETSPAKKET NUMMER 7
Pagina 52/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Een bed verschonen Praktijkopdracht Deze taak kan deel uitmaken van de eindtoets. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van ‘Een bed verzorgen’ Beoordelingspunten 1
Je gaat een bed verschonen. Waar moet je altijd op letten als je het bed veilig
Pt. 1
wilt opmaken? 2
Wat moet je doen voordat je het bed gaat opmaken?
3
Leg klaar wat je nodig hebt voor het verschonen van het bed; benoem wat je
1 0,6
klaar legt (willekeurige volgorde). -
Een hoeslaken.
4
-
Een molton.
0,6
5
-
Een dekbedhoes/een kussensloop.
0,6
6
-
Een eventuele onderlegger.
0,6
7
-
Een wasmand.
0,6
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek ‘Een bed verschonen’ 1
Het bed voor het opmaken op een goede hoogte instellen (hoog) zodat zo min mogelijk gebukt moet worden.
Pagina 53/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
2
De handen wassen; hand en polssieraden afdoen.
3
Een hoeslaken.
4
Een molton.
5
Een dekbedhoes/een kussensloop.
6
Eventueel een onderlegger.
7
Een wasmand.
Observatielijst praktijkopdracht ‘Een bed verschonen’ Beoordelingspunten
Pt.
1
De kandidaat doet de hand- en polssieraden af.
2
2
De kandidaat wast de handen.
2
De kandidaat legt klaar: een hoeslaken, een molton, een dekbedhoes, een
3
3
onderlegger, een wasmand voor het 'vuile' goed. 4
De kandidaat zet zonodig is het bed op een 'goede' hoogte voor het
2
verschonen. 5
De kandidaat haalt de hoes van het dekbed en doet dit in de wasmand.
2
6
De kandidaat legt het dekbed weg (over een stoel).
2
7
De kandidaat haalt het hoeslaken en de molton weg; het hoeslaken en de
2
molton doet de kandidaat in de wasmand. 8
De kandidaat strijkt de onderlegger glad; de onderlegger ligt op de plaats
2
waar het onderlichaam ligt. 9
De kandidaat legt de molton in het bed.
2
10
De kandidaat legt het hoeslaken om het matras.
3
11
De kandidaat draait de dekbedhoes binnenste buiten.
2
12
De kandidaat pakt de punten van het dekbed samen met de punten van de
3
dekbedhoes. 13 14
De kandidaat trekt de hoes in een beweging over het dekbed.
3
De kandidaat legt het dekbed in het bed met de instopstrook aan het
2
voeteneind. 15
De kandidaat draait de kussensloop binnenstebuiten; pakt de punten van het
2
kussen samen met de punten van de kussensloop. 16
De kandidaat trekt de kussensloop samen met de punten van de
2
kussensloop. 17
De kandidaat stopt de instopstrook onder het matras.
2
18
De kandidaat stelt (eventueel) het bed weer op de juiste hoogte en ruimt de
2
vuile was op. Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 40 punten
Pagina 54/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Nabespreking nadat de opdracht ‘Een bed verschonen’ is uitgevoerd Vragen 1
Heb je het bed hoger/lager moeten zetten?
Pt. 1
En waarom wel/niet? 2
Wanneer vervang je de onderlegger?
1
3
Wat doe je als je merkt dat het dekbed vochtig is?
1
4
Wat moet met het afgehaalde beddengoed gebeuren?
1
Ligt in alle bedden een onderlegger?
1
5
Wanneer is een onderlegger niet noodzakelijk? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Een bed verschonen’ 1
Het werkt makkelijker en is ook voor je rug beter als voor het verschonen van het bed de bodem hoog is ingesteld.
Pagina 55/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
2
Als de onderlegger (klam) vochtig is.
3
Vervangen.
4
In de was.
5
Is niet noodzakelijk voor bewoners die niet incontinent zijn.
Totaalbeoordeling ‘Een bed verschonen’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst ‘Een bed verschonen’: Criteria
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
De kandidaat behaalt geen verklaring ‘Werken in de zorg’
Pagina 56/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Handtekening
Handtekening
docent
observant Bureau Toetsing & Verklaring
...............
................
TOETSPAKKET NUMMER 8
Pagina 57/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Wasverzorging Facultatief onderdeel in geval het relevantie heeft voor de stage/werkplek. Deze taak is facultatief. De school geeft zelf aan of deze taak in de eindtoets kan worden opgenomen. Er moet voldoende was zijn om de opdracht uit te kunnen voeren. De opdracht wordt na vijf minuten beëindigd. Praktijkopdracht Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Wasverzorging’ Beoordelingspunten 1
Waarom spaar je het vuile goed op totdat je voldoende hebt voor een volle
Pt. 1
wasmachine? 2
Waarin bewaar je het vuile wasgoed?
1
Wat is daarbij van belang? 3 4
Vertel mij waarop je vuil goed dat nat is niet in de wasmand mag doen? Wat moet je doen voordat je een donkere broek/rok in de
1 0,25
wasmand/wasmachine doet (in willekeurige volgorde)? -
5
De zakken controleren of er iets in zit.
Broek/rok binnenstebuiten keren.
0,25
De rits van de broek/rok sluiten.
0,25
Eventueel vlekken voorbewerken.
0,25
Je kunt niet al het vuile goed in een keer wassen.
0,4
Je moet groepen maken van vuile was dat op dezelfde manier gewassen kan worden. Waar let je op bij het maken van groepen (in willekeurige volgorde)? -
De temperatuur waarop het gewassen mag worden.
De kleur van het goed.
0,3
Het materiaal waarvan het goed gemaakt is.
0,3
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek: ‘Wasverzorging’ 1
Met een halfvolle wasmachine draaien is: -
het wassen kost gemiddeld meer geld;
-
slecht voor het milieu (waterverbruik).
2
In een wasmand die goed ventileert.
3
Anders gaat het wasgoed schimmelen en muf ruiken.
4
Zakken controleren; de broek/rok binnenstebuiten keren; de rits van de broek/rok sluiten en eventuele vlekken voorbewerken.
5
De temperatuur waarop het goed moet worden gewassen worden; de kleur van het goed; het materiaal waarvan het goed gemaakt is.
Pagina 58/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Observatielijst praktijkopdracht: ‘Wasverzorging’ Deze praktijkopdracht wordt in twee stappen uitgevoerd: -
de voorbereiding en het starten van het wasprogramma voor de donkere bonte was;
-
na afloop van het wasprogramma.
Het wasgoed dat wordt gebruikt voor de opdracht bestaat uit goed uit elke categorie: wit, licht en donker bont en handwas. Bij het donkere bont is een donkere broek met in de zakken een voorwerp, met geopende rits en met een opvallende vlek. Beoordelingspunten 1
De kandidaat sorteert het aan hem/haar aangeboden wasgoed in vier
Pt. 5
groepen: witte was, licht bonte was, donker bonte was en handwas. 2
De kandidaat controleert de donker bonte was waaronder een donkere broek: -
controleert of er iets in de zakken zit;
-
sluit de rits.
5
3
De kandidaat bewerkt voorkomende vlekken.
4
4
De kandidaat stopt de gesorteerde donkere bonte was in de wasmachine
2
zodat een handbreedte aan ruimte overblijft. 5
De kandidaat neemt daarbij de hurkzit aan.
4
6
De kandidaat sluit de deur van de wasmachine.
1
7
De kandidaat kiest het juiste wasmiddel.
4
8
De kandidaat kiest de juiste dosering.
4
9
De kandidaat neemt de juiste dosering en schakelt het juiste wasprogramma
4
in (temperatuur/tijd). 10
De kandidaat draait de waterkraan open en schakelt de stroom in; de
2
kandidaat zet de wasmachine aan. Onderbreking van de toets Een mogelijkheid is dat men de stappen 9 en 10 door de kandidaat laat vertellen en vervolgens ook de stappen 11 tot en met 13 laat verwoorden (en laten zien). 11
De kandidaat haalt de was uit de machine en sorteert de was: wat drogen
2
moet door het op te hangen en in wat in de wasdroger kan. 12
De kandidaat doet het wasgoed in de droger; controleert het pluizenfilter en
2
stelt de droger in. 13
De kandidaat start de wasdroger.
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 40 punten
Pagina 59/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
1
Nabespreking nadat de opdracht: ‘Wasverzorging’ is uitgevoerd Vragen 1
Pt.
In het wasgoed vind je, als het goed is, een etiket.
3
Op het etiket staat hoe je het moet wassen. Wat betekenen de symbolen? -
het symbool bakje water met de temperatuur (1 punt);
-
het symbool driehoek (0,3 punt);
-
het symbool strijkijzer (0,3 punt);
-
het symbool vierkant met daarin een cirkel (1 punt);
-
het symbool cirkel met daarin letter P (0,3 punt).
2
Hoe was je een nieuwe zwarte bloes?
0,5
3
Wat is het voordeel van een wasdroger?
0,5
4
Wat is het nadeel van een wasdroger?
0,5
5
Wat moet je nadat de was gedroogd is van de wasdroger schoonmaken?
0,5
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Wasverzorging’ 1
-
Het symbool bakje water met de temperatuur: de temperatuur waarop gewassen mag worden.
-
Het symbool driehoek of men al of niet mag bleken.
-
Het symbool strijkijzer: het al of niet mogen strijken.
-
Het symbool vierkant met daarin een cirkel: het al of niet machinaal mogen wassen.
Het symbool cirkel met daarin letter P: of chemisch reinigen wel of niet mag. 2 3
Met de hand; de bloes kan afgeven. De kandidaat noemt tenminste een van de mogelijkheden: Snel droog; je hoeft de was niet af te geven; het wasgoed wordt zacht.
4
De kandidaat noemt tenminste een van de mogelijkheden. Je gebruikt veel energie; soms krimpen de materialen; het textiel slijt sneller.
5
Pagina 60/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Het pluizenfilter.
Totaalbeoordeling ‘Wasverzorging’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst het onderdeel ‘Wasverzorging’: Criteria
Pagina 61/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Handtekening
Handtekening
docent
observant Bureau Toetsing & Verklaring
...............
................
TOETSPAKKET NUMMER 9
Pagina 62/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Naam van de school
:..................................
Naam van de kandidaat
:..................................
Toetsdatum
:..................................
Assisteren bij het uitdelen van de maaltijden Belangrijk! Dit onderdeel wordt door de leerkracht/stagebegeleider op de stageplek afgenomen. Praktijkopdracht De kandidaat assisteert bij het uitdelen van de maaltijden. Protocol achtergrondkennis Vragen
Pt.
1
Kan jij vertellen wat 'ontkoppeld koken' betekent?
1
2
Het middageten wordt al vroeg klaar gemaakt. Is het dan niet koud als de
1
bewoners het opeten? Hoe blijft het eten warm? 3
De maaltijden komen in containers aan. Een container bestaat uit twee delen.
1
Kan jij mij vertellen welke twee delen dat zijn? 4
Op elk plateau staat de naam van de bewoner voor wie het eten is. Wat staat
1
er nog meer op die bon? 5
Waarom is het zo belangrijk dat iedere bewoner krijgt wat hij heeft besteld?
1
Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek ‘Assisteren bij het uitdelen van maaltijden’ 1
De maaltijden worden niet in het zorgcentrum bereid maar elders op een centrale plaats voor meerdere zorgcentra.
2
De maaltijden worden in containers bewaard en bij aankomst 'geregenereerd' (opnieuw verwarmd).
3
Een koud en een warm deel: het koude of gekoelde deel is bestemd voor het toetje en de dranken; het warme deel is bedoeld voor de soep en de hoofdschotel.
4 5
Op de bon staat precies wat voor de bewoner is bestemd (c.q. wat hij heeft besteld). Bij het samenstellen van de maaltijd wordt rekening gehouden met de voedingsvoorschriften/dieet van de bewoner.
Pagina 63/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Observatielijst praktijkopdracht ‘Assisteren bij het uitdelen van maaltijden’ Beoordelingspunten 1
De kandidaat ziet er verzorgd uit en heeft schone handen. Hij luistert naar de
Pt. 4
opdracht en neemt de container mee. 2
3 4
De kandidaat verplaatst de container correct: -
niet te hard;
-
zonder te botsen;
-
in een goede houding.
4
De kandidaat komt op de juiste afdeling aan.
4
De kandidaat opent de container en oriënteert zich op de inhoud: volgorde
4
bepalen van uitdelen. De kandidaat heeft een logische volgorde bij het uitdelen. 5
De kandidaat controleert de 'pakbon'.
4
6
De kandidaat klopt aan en begroet de bewoner.
3
De kandidaat plaatst de maaltijd op de tafel en verlaat de kamer. Hij wenst de
3
7
bewoner een smakelijk eten. 8
De kandidaat buigt door de knieën om laag geplaatste maaltijden uit de
3
container te nemen. 9
De kandidaat slaat geen kamer over en levert alle maaltijden correct af.
3
10
De kandidaat haalt de vuile vaat op.
4
11
De kandidaat brengt de vuile vaat naar de spoelkeuken.
4
Tijdslimiet: geen; assisteren bij het uitdelen. Score maximaal 40 punten
Pagina 64/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Nabespreking nadat de opdracht is uitgevoerd Vragen 1
Wat moet je doen als op de 'pakbon' iets anders staat geschreven dan op het
Pt. 1
dienblad staat? 2
De bewoner zegt dat hij niet heeft besteld wat jij komt brengen. Wat is je
1
reactie? 3
De bewoner heeft bezoek en vraagt of je nog een bordje soep erbij wilt zetten.
1
Wat is je reactie? 4
Bij het ophalen van het vaatwerk merk je dat de bewoner niets of bijna niets
1
heeft gegeten. Wat doe je? 5
Er is van het toetje nog een restje over; de bewoner zegt dat jij dat mag
1
opeten. Wat is je reactie? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Assisteren bij het uitdelen van de maaltijden’ 1
Nog eens controleren en als het inderdaad niet klopt dit melden aan de leiding.
2
Eerst kijken op de pakbon of alles klopt; als dat zo is dan dat aan de bewoner melden en eventueel de pakbon tonen. Is er inderdaad een fout gemaakt (op de pakbon staan andere gerechten) dan de leiding waarschuwen.
Pagina 65/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
3
Vriendelijk melden aan de bewoner dat, dat helaas niet kan.
4
Aan de bewoner vragen waarom hij/zij niets heeft gegeten. Dit melden aan de leiding.
5
Beleefd bedanken.
Totaalbeoordeling ‘Assisteren bij het uitdelen van de maaltijden’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Achtergrondkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst ‘Assisteren bij het uitdelen van maaltijden’: Criteria
Pagina 66/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Handtekening
Handtekening
docent
beoordelaar
.............
...............
Assisteren bij de recreatie (wordt afgenomen op de stageplaats) Belangrijk! Dit onderdeel wordt door de leerkracht/stagebegeleider op de stageplek afgenomen. Praktijkopdracht: ‘Assisteren bij een recreatieve activiteit’ Protocol achtergrondkennis Beoordelingspunten
Pt.
1
Kun je enkele voorbeelden noemen van 'recreatie'?
1
Noem minstens twee redenen waarom het voor de bewoner fijn is
2
2
dat jij erbij bent? 3
Assisteren wil niet zeggen dat jij alles moet doen?
2
Het is de bewoner helpen bij de recreatie. Kun jij voorbeelden noemen hoe jij bij de bingo helpt: -
een bewoner die niet goed kan zien;
-
een bewoner die niet goed kan horen;
-
een bewoner die niet kan schrijven.
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden achtergrondkennis ‘Assisteren bij de recreatie’ 1 2
3
Wandelen; spelletjes doen; gymnastiek. Assistentie is nodig: -
omdat de bewoner niet zelf naar de recreatiezaal kan gaan;
-
voor hulp tijdens het spel;
-
voor een praatje.
Assistentie bij bingo: -
voor een bewoner, die niet goed kan zien, het nummer aanwijzen op de kaart;
-
voor een bewoner, die niet goed kan horen, het nummer herhalen wat getrokken is;
-
voor een bewoner, die niet kan schrijven/vastpakken, het nummer aankruisen of fiche neerleggen.
Pagina 67/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Observatielijst praktijkopdracht ‘Assisteren bij de recreatie’ Beoordelingspunten
Pt.
1
De kandidaat ziet er verzorgd uit.
5
2
De kandidaat verplaatst de bewoner met zorg naar de recreatiezaal:
5
3 4
-
begeleiden;
-
ondersteunen/arm geven;
-
rolstoel duwen.
De kandidaat is onderhoudend en gaat in op de conversatie van de bewoner.
5
De kandidaat is onderhoudend en neemt initiatief in de communicatie met de
5
bewoner. 5
De kandidaat is niet betuttelend maar respectvol.
5
6
De kandidaat respecteert de wensen en gewoonten van de bewoner.
5
7
De kandidaat respecteert de waarde en normen van de bewoner:
5
omgangsvormen; begroeten en weggaan. 8
De kandidaat gaat in op de zorgvraag van de bewoner.
Tijdslimiet: geen, assisteren bij recreatie Score maximaal 40 punten
Pagina 68/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
5
Nabespreking nadat de opdracht 'Assisteren bij recreatie' is uitgevoerd Vragen 1
Pt.
De bewoner kan niet tegen haar/zijn verlies en wil niet meer verder spelen.
1
Wat is je reactie? 2
De bewoner wil per se winnen en hij/zij speelt vals.
1
Wat is je reactie? 3
Als je een bewoner komt halen voor de recreatie ligt deze in bed.
1
Hij zegt dat hij niet mee wil. Wat is je reactie? 4 5
Twee bewoners krijgen tijdens het spel ruzie. Wat is je reactie?
1
Het spel is nog niet uit maar de bewoner wil terug naar zijn kamer.
1
Wat is je reactie? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Assisteren bij de recreatie’ 1 -
Je zegt dat hij/zij in het spel plezier moet hebben of anders moet stoppen (1).
-
Je lacht en je zegt dat je dat flauw/kinderachtig vindt (0,5).
-
Je zegt dat hij/zij verder moet spelen want nu stoppen is niet leuk voor de andere spelers (0,5).
-
Je zegt dat hij/zij door moet spelen of anders nooit meer mee mag doen (0,0).
2 -
Je lacht, en zegt: U vergist zich, zal ik het voor u verbeteren? (1).
-
Je doet net of je niets merkt (0,5).
-
Je zegt niets maar je maakt het 'vals' spel weer ongedaan (0,5).
-
Je roept hard: hij/zij speelt vals en je wijst naar de bewoner/ster (0,0).
3
De leiding waarschuwen.
4 -
Je waarschuwt de leiding (1).
-
Je negeert de ruzie (0,5).
-
Je zegt dat zij opmoeten houden (0,5).
-
Je brengt een van de ruziemakers de zaal uit (0,0).
-
Je meldt het aan de leiding en je gaat met de bewoner terug naar zijn kamer (1).
-
Je gaat met de bewoner terug naar de kamer (0,5).
-
Je zegt dat eerst het spel af moet en je blijft zitten (0,0).
5
Pagina 69/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Totaalbeoordeling ‘Assisteren bij de recreatie’ Naam van de kandidaat: Datum van toetsing: Achtergrondkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst de opdracht: 'Assisteren bij de recreatie' Criteria
Pagina 70/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Score van de kandidaat
Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Handtekening
Handtekening
docent
beoordelaar
...............
................
7 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFTOETSING De resultaten van de proeftoetsing zijn bij de bij de definitieve toetsing beschikbaar voor de observant van het Bureau Toetsing & Verklaring. Deze resultaten zijn informatief: -
in geval er twijfel is over de mate waarin de kandidaat tijdens de eindtoets getoetste
-
bij een duidelijke afwijking van het resultaat bij de proeftoetsing;
-
voor het overnemen van de totaalbeoordeling voor die onderdelen die niet tijdens de
vaardigheid beheerst;
definitieve toetsing zijn getoetst. De school heeft voor elke kandidaat een verzamelstaat ingevuld. Dit overzicht en de scoreformulieren zijn tijdens de definitieve toetsing beschikbaar.
Pagina 71/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFTOETSING Naam kandidaat
: …………………………………………………………………
Stofwissen (getoetst door de vakdocent)
Datum proeftoetsing:
Traditioneel/Microvezel
Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Enkelvoudig moppen (getoetst door de vakdocent)
Datum proeftoetsing:
Traditioneel/Microvezel
Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Pagina 72/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Interieuronderhoud: kamer/keuken (getoetst door de vakdocent)
Datum proeftoetsing:
Traditioneel/Microvezel
Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Sanitaironderhoud: douche/toilet (getoetst door de vakdocent)
Datum proeftoetsing: Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Pagina 73/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Glazenwassen (getoetst door de vakdocent)
Datum proeftoetsing: Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Reinigen rolstoel (getoetst door de vakdocent)
Datum proeftoetsing: Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Pagina 74/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Een bed verschonen (getoetst door de vakdocent)
Datum proeftoetsing: Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Wasverzorging (getoetst door de vakdocent) Facultatief onderdeel
Datum proeftoetsing: Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Pagina 75/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)
Assisteren bij de maaltijden (getoetst door de stagebieder/stagebegeleider)
Datum proeftoetsing: Achtergrondkennis (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
0 Ja 0 Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 – 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Assisteren bij de recreatie (getoetst door de stagebieder/stagebegeleider)
Datum proeftoetsing: Achtergrondkennis
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Pagina 76/76 november 2008 RH5.08PCZJ.0490 (VO6943)