WERKEN IN DE ZORG
Examendraaiboek
©KPC Groep Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
1 VOORAF
3
2 WAT U MOET WETEN OM U GOED VOOR TE BEREIDEN
4
OP HET EXAMEN 2.1 Wie betaalt de kosten van het examen?
4
2.2 Ouders en kandidaten informeren over het belang van de
4
cursus ‘Werken in de zorg’ en het belang van het certificaat 2.3 Het besluit is genomen om kandidaten voor te dragen voor
5
het examen
Inhoud
2.4 U meldt de kandidaten aan voor het examen bij het SVA
6
Examenbureau 2.5 U informeert ouders en kandidaten over de gang van zaken
7
3 HET GEREEDMAKEN VAN DE EXAMENRUIMTEN VOOR
8
HET EXAMEN 3.1 Het gereedmaken van een centrale examenruimte
8
3.2 Wat is in de centrale examenruimte aanwezig?
8
4 HET FEITELIJKE VERLOOP VAN HET EXAMEN
10
4.1 De observant controleert met u of alles in orde is
10
4.2 De procedure bij het afnemen van het examen wordt
10
doorgesproken 4.3 Enkele nadere bepalingen met betrekking tot het afnemen
11
van het examen 4.4 Evaluatie
11
4.5 Voorbeeld van een examenprogramma
12
5 HET EXAMENREGLEMENT
14
5.1 SVA-certificaat
14
5.2 Organisatie examen
14
5.3 De examenlocatie
14
5.4 Het aantal examengelegenheden
14
5.5 Voorwaarden deelname examen
15
5.6 Afnemen examen
15
5.7 Inzagerecht
15
5.8 Fraudebepaling
15
5.9 De beroepsprocedure in verband met het examen
16
6 PROTOCOLLEN EN OBSERVATIELIJSTEN VOOR HET
17
PROEFEXAMEN TRADITIONEEL 7 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN
Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
42
1 VOORAF Voor u ligt het herziene draaiboek 'Werken in de zorg'. In het draaiboek staat informatie over het examineren van kandidaten door het SVA Examenbureau. De kandidaten zijn geschoold in het verrichten van werkzaamheden binnen een zorginstelling en hebben het programma 'Werken in de zorg’ gevolgd (KPC Groep, 's-Hertogenbosch 2003). Het in deze notitie beschreven examen is door KPC Groep voor het SVA Examenbureau ontwikkeld om vast te stellen of de kandidaat aan de in het programma 'Werken in de zorg' beschreven kwaliteit voldoet en in aanmerking komt voor een certificaat. Door Calibris Contract, een onderdeel van Calibris, het kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport, worden de procedures rondom het examen evenals de examenonderdelen zelf op kwaliteit beoordeeld en goed bevonden. In het kader van deze kwaliteitsborging zullen ad random een of meerdere examens door een waarnemer van Calibris Contract worden bijgewoond. KPC Groep wil hiermee de kwaliteit van het examen van het programma 'Werken in de zorg' bewaken. Het SVA Examenbureau verzorgt de examinering van de eindtermen. Het examen bestaat uit twee delen. Het eerste deel omvat twee variabele taken. Het tweede deel zijn werkzaamheden die op het stageadres worden beoordeeld door de stagebieder. Het eerste deel heeft betrekking op specifieke werkzaamheden binnen de zorg zoals specifieke schoonmaaktaken (reinigen rolstoelen; glazenwassen) en andere ondersteunende taken (bed verschonen, wasverzorging). Belangrijk: de ervaring wijst uit dat leerlingen tijdens hun stage andere werkzaamheden verrichten dan de hier genoemde: rolstoel reinigen, glazen wassen en bed verschonen. In dat geval wordt het examen daarop aangepast. Ook in het geval wanneer de werkzaamheden op een andere wijze worden uitgevoerd. Neem in voorkomende gevallen tijdig contact op met het SVA Examenbureau om het examen aan te passen aan de stageplaats. Een tweede deel van het examen wordt op de stageplaats afgenomen. Het gaat om de onderdelen 'Assisteren bij maaltijdverdeling' en 'Assisteren bij recreatie'. Deze taken worden door de stagebieder op de stageplaats beoordeeld. Voor de beoordeling worden de in deze notitie opgenomen gespreksprotocollen en observatielijsten gebruikt. Deze dienen met 'voldoende' of 'goed' te zijn beoordeeld. Op de dag van het officiële examen zijn de beoordelingen voor de observant van het SVA Examenbureau in te zien. U dient zelf met het zorgcentrum afspraken te maken voor het afnemen van het examen. In deze brochure wordt u geïnformeerd over de voorbereidingen die door de school moeten worden getroffen en over het feitelijke verloop van het examen zelf. Tevens bevat deze notitie de protocollen en de observatielijsten die gebruikt worden door de observanten van het SVA Examenbureau. Aan de hand van een gespreksprotocol wordt de vakkennis getoetst, zowel vooraf als achteraf. Met behulp van een observatielijst wordt de praktische vaardigheid beoordeeld. Ongeacht of een kandidaat wordt voorgedragen voor het examen: de protocollen en de observatielijsten zijn goede instrumenten in de begeleiding van de kandidaat gedurende de arbeidstoeleiding. Belangrijk Vanaf schooljaar 2011 – 2012 wordt de IBI-verklaring verplicht gesteld voor het programma Pagina 3/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
‘Werken in de zorg’. Leerlingen ontvangen de IBI-verklaring als zij met goede gevolg het programma ‘Schoonmaken in de groothuishouding’ hebben gevolgd.
2 WAT U MOET WETEN OM U GOED VOOR TE BEREIDEN OP HET EXAMEN 2.1 Wie betaalt de kosten van het examen? Voordat u met de kandidaten over het examen spreekt is bovenstaande vraag beantwoord. Wat zijn de kosten? Het examen moet kostendekkend kunnen worden uitgevoerd. De prijzen die door het SVA Examenbureau worden berekend zijn all-in prijzen (voorbereidende administratieve handelingen, het samenstellen van de examenmap, het reizen, het examen zelf, het gereedmaken van het certificaat, de administratieve afhandeling en de nazorg). De kosten voor een examen bedragen € 350,-- per dagdeel (exclusief 21% btw). Per dagdeel kunnen maximaal vier kandidaten geëxamineerd worden. Het financiële aspect van het examen is geregeld Voordat u de kandidaat aanmeldt voor het examen informeert u de ouders en de kandidaat over het belang van het examen. Er moet vooraf duidelijkheid bestaan over de wijze waarop het examen wordt gefinancierd. Scholen voeren hierin een eigen beleid. -
Er zijn scholen die aan de ouders een bijdrage vragen. Het (mee) betalen aan het examen versterkt de betrokkenheid van de ouders bij de scholing, maar vaak behoren ouders tot een financieel niet-draagkrachtige groep.
-
Scholen maken een budget vrij voor het financieren van het examen. In het financiële beleid van de school worden prioriteiten gesteld.
-
Scholen leggen contacten met het UWV/CVI of met een lokale werkgever voor aanvullende middelen. Kandidaten die de school verlaten zonder een vorm van kwalificatie kunnen worden gezien als ‘voortijdige schoolverlaters’. UWV/CVI voeren beleid om dit zoveel mogelijk te voorkomen.
-
Scholen wenden ESF-subsidie aan om de kosten voor het examen te betalen.
-
Een combinatie van bovenstaande mogelijkheden.
2.2 Ouders en kandidaten informeren over het belang van de cursus ‘Werken in de zorg’ en het belang van het certificaat In het programma worden kandidaten voorbereid op het verrichten van werkzaamheden in een specifieke omgeving: de zorg. Het geeft steun aan die kandidaten uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs die stage lopen in zorginstellingen. Het programma is ontwikkeld op basis van de werkzaamheden die stagiaires van de school voor praktijkonderwijs te Breda tijdens hun stage verrichtten. Kandidaten van de school liepen stage in verzorgingstehuizen en ziekenhuizen. Daar werden door hen de volgende werkzaamheden verricht: -
dagelijks onderhoud: verkeersruimten, kamers van bewoners (inclusief de keuken en de douche/toilet), kantoorruimte (in omvang variërend van 100% tot 80% van het totale takenpakket);
-
reinigen rolstoelen;
-
glazenwassen zonder gebruik van klimmaterialen;
-
verschonen van een bed;
-
wasverzorging;
-
assisteren bij het uitdelen van de maaltijden;
-
assisteren bij de recreatie.
De nadruk binnen alle stages lag op het dagelijks onderhoud. Het werk dat door stagiairs wordt Pagina 4/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
verricht heeft relaties met twee kwalificatiedossiers, die van ‘Facilitair medewerker’ en die van ‘Zorghulp’. In de praktijk zien wij dat stagiairs voornamelijk worden ingezet bij schoonmaakwerkzaamheden, die een onderdeel zijn van ‘Facilitair medewerker’ maar ook van
‘Zorghulp’. Het kwalificatiedossier van ‘Facilitair medewerker’ omvat echter in principe veel meer taken: -
hij neemt goederen in ontvangst en distribueert deze;
-
hij voert verbruikte goederen en afvalstoffen af;
-
hij assisteert bij het schoonmaakonderhoud;
-
hij verricht hand- en spandiensten, zoals assisteren bij verplaatsingen;
-
hij assisteert bij vergaderservice (koffie- en theerondes, lunch en hapjes en drankjes);
-
hij bereidt voedingscomponenten en assisteert bij cateringwerkzaamheden en voedingstaken;
-
hij verzorgt textiel;
-
hij assisteert bij de verzorging van post en assisteert bij Arbo-taken;
-
hij verricht receptiewerkzaamheden;
-
hij sorteert en verwerkt de post.
Kortom een veelzijdige functie op het mbo-niveau 2. Ofschoon het accent bij stage ligt op de schoonmaakwerkzaamheden zoeken wij de aansluiting met het kwalificatiedossier van ‘Zorghulp’; ook al omdat deze kwalificatie op niveau 1 van het mbo kan worden afgesloten. Schoolverlaters van het praktijkonderwijs die de ambitie hebben om in een zorginstelling te gaan werken stromen in sommige gevallen door naar het mbo ‘Zorghulp’ niveau 1. Om in aanmerking te komen voor een SVA2-examen is stage een verplicht onderdeel. De stage en het stageverslag dienen met 'voldoende' of 'goed' te zijn beoordeeld door de stagebieder. Bij het examen zijn de beoordelingen door de observant van SVA Examenbureau in te zien. Indien deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. 2.3 Het besluit is genomen om kandidaten voor te dragen voor het examen U neemt een proefexamen af Voor kandidaten uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs is de mogelijkheid om gecertificeerd te worden een grote stimulans. Het is niet alleen motiverend voor de kandidaten maar ook voor de leerkracht. Er kan immers gericht gewerkt worden naar een certificerende afronding: het examen. Wij vragen van scholen om slechts die kandidaten voor te dragen voor het examen waarbij men zelf heeft geconstateerd dat zij aan de beschreven norm kunnen voldoen. De beste manier om dit vast te stellen is om de in dit draaiboek opgenomen gespreksprotocollen en observatieformulieren zelf eerst bij de kandidaten af te nemen: het proefexamen. Het ‘mes ’snijdt daarbij aan twee kanten: de leerkracht krijgt een beeld welke kandidaten voorgedragen kunnen worden voor het examen en de kandidaten ervaren wat het examen inhoudt. Het proefexamen Zodra het besluit is genomen kandidaten voor te dragen voor het examen neemt u bij alle kandidaten een proefexamen af. Kandidaten die het proefexamen op alle onderdelen voldoende of goed scoren en die in de praktijk ook goed functioneren mag u voordragen voor het examen. Voor kandidaten die onvoldoende scoren op een of meerdere onderdelen van het proefexamen en die ook in de praktijk niet voldoende functioneren kunt u geen examen aanvragen. U kunt de kandidaat zo mogelijk met een schoolcertificaat waarderen.
Pagina 5/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Bij een proefexamen worden bij elke kandidaat alle onderdelen afgenomen. U maakt daarbij gebruik van zowel de gespreksprotocollen als de observatielijsten. De resultaten van het proefexamen worden door de school per kandidaat vastgelegd in een verzamelstaat.
Deze verzamelstaten zijn voor de observant van het SVA Examenbureau, die bij het examen aanwezig is, in te zien. Als de verzamelstaten niet door de observant zijn in te zien wordt er geen examen afgenomen. De beoordeling van die onderdelen, die niet in het examen zijn opgenomen, wordt uit de resultaten van het proefexamen overgenomen (voor de cijferlijst). Ongeacht of een kandidaat wel of niet wordt voorgedragen voor het examen, zijn de protocollen en de observatielijsten goede instrumenten in de begeleiding van de kandidaat gedurende de arbeidstraining. De onderdelen van het proefexamen die door de school worden afgenomen (al of niet op school of op het stageadres) zijn: -
glazenwassen zonder gebruik van een trap/ladder;
-
reinigen van een rolstoel;
-
verschonen van een bed.
De onderdelen van het proefexamen die op het stageadres worden afgenomen (al of niet door de stagebiedende instelling of door de stagebegeleider): -
assisteren bij het uitdelen van de maaltijden;
-
assisteren bij de recreatie.
Alle beoordelingen worden op een verzamelstaat van de kandidaat vastgelegd (zie hoofdstuk 7 van dit draaiboek). Deze verzamelstaat is bij het examen voor de observant beschikbaar en in te zien. Wasverzorging Het onderdeel ‘Wasverzorging’ is facultatief en komt aan de orde als het voor de stageplek van de kandidaat relevant is. Glazenwassen Het onderdeel 'Glazenwassen' kan deel uitmaken van het examen. De instructie is onderdeel van het SVA-programma ‘Schoonmaken in de groothuishouding’. 2.4 U meldt de kandidaten aan voor het examen bij het SVA Examenbureau Voordat u kandidaten gaat aanmelden heeft u zich georiënteerd op de volgende vragen. -
In welke periode kan het examen worden afgenomen?
-
Is er een voorkeursdag?
-
Op welke locatie wordt het examen afgenomen?
-
Welke kandidaten waarvan u voldoende zeker bent dat zij zullen slagen voor het examen, worden voorgedragen (is er toestemming nodig van de ouders)?
Aanmelden gebeurt via de website www.scholingvoorarbeid.nl. Tot zes weken voor de datum waarop het examen wordt afgenomen kunt u wijzigingen aanbrengen. Daarna wordt het examen afgenomen zoals is afgesproken. In principe kunt u zich het hele jaar door aanmelden voor het examen. De praktijk leert echter dat voor de maanden mei, juni en juli veel scholen een verzoek indienen. Wilt u er zeker van zijn dat het examen plaatsvindt op de dag die voor u het meest geschikt is, dan is tijdig aanmelden van belang. De praktijk wijst uit dat scholen al in de maanden september en oktober van het nieuwe schooljaar examens laten vastleggen. Pagina 6/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
In overleg met de school stelt het SVA Examenbureau een programma op voor het examen. Aan de school wordt gevraagd of direct aansluitend op het examen, de certificaten worden
uitgereikt. De observant kan in dat geval hierbij een rol spelen. Daarover maakt de school eventueel afspraken met de observant. De school wordt erop gewezen dat de school zelf verantwoordelijk is voor de (feestelijke) uitreiking van de certificaten. Ook dient de school erop toe te zien dat er voor de kandidaten, die onverhoopt niet mochten voldoen aan de criteria, een vervangende verklaring beschikbaar is. De school is hiervoor verantwoordelijk. Gelet op de intensiviteit waarmee het examen wordt uitgevoerd is het aan te bevelen dat er voor het afnemen van het examen bij een grote groep kandidaten, meer dan één leerkracht beschikbaar is, zodat men kan afwisselen. Belangrijk De school is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. De ervaring leert dat de leerlingengegevens zoals deze zijn opgenomen in het leerlingendossier van de school niet altijd correct zijn (gegevens en schrijfwijze). Raadzaam is de gegevens schriftelijk te laten controleren door de ouders/verzorgers van de kandidaat. De gegevens van de kandidaten dienen uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum in bezit te zijn van het SVA Examenbureau. Gezien de ervaringen in het verleden zijn wij helaas genoodzaakt € 20,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening te brengen bij te late aanlevering en bij de wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens. Bij het verzetten van een reeds aangevraagde en ingeplande examendatum worden € 40,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening gebracht. En verder U dient zelf met het zorgcentrum afspraken te maken over het mogen gebruiken van ruimten voor het afnemen van het examen. 2.5 U informeert ouders en kandidaten over de gang van zaken U informeert ouders over de gang van zaken bij het examen. Het examen bestaat voor alle kandidaten uit twee van de volgende onderdelen: rolstoel reinigen, glazen wassen en bed verschonen. De kandidaat en zijn ouders worden schriftelijk geïnformeerd door de school over: -
Pagina 7/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
de datum en de tijd waarop het examen wordt afgenomen;
-
de plaats waar het examen wordt afgenomen;
-
het tijdstip waarop de kandidaat tenminste aanwezig moet zijn;
-
de ruimte waar de kandidaat wacht tot het moment waarop het examen start;
-
enkele kledingvoorschriften: gemakkelijke schoenen; goed bedekkende kleding;
-
waar en wanneer de certificaten worden uitgereikt.
3 HET GEREEDMAKEN VAN DE EXAMENRUIMTEN VOOR HET EXAMEN De dag voor het examen maakt u de centrale examenruimte en de aanvullende examenruimten in gereedheid. 3.1 Het gereedmaken van een centrale examenruimte Voor het afnemen van het examen moet een examenruimte beschikbaar zijn. De ruimte waarin geëxamineerd wordt, mag gedurende het examen door niemand anders dan door de observant, de leerkracht die het examen begeleidt en de kandidaat worden betreden. In deze examenruimte zijn aanwezig: -
de gegevens van de kandidaten;
-
de verzamelstaten met de resultaten van het proefexamen. Het proefexamen dient te zijn afgenomen voor alle onderdelen, ook de onderdelen die op de stageplek zijn geëxamineerd, en deze dienen beoordeeld te zijn met 'voldoende' of 'goed'.
In het geval het examen op de school wordt afgenomen heeft het de voorkeur dat de taken ‘glazenwassen’, ‘bed verschonen’ en ‘rolstoel reinigen’ in deze centrale examenruimte kunnen worden uitgevoerd. Ook vindt in de examenruimte de nabespreking van het examen plaats. In het geval het examen in een zorginstelling wordt afgenomen dan wordt de centrale examenruimte alleen benut om het examen voor te bespreken en voor de nabespreking. De taken, ‘het reinigen van een rolstoel', 'het verschonen van een bed' en 'het wassen van glas’ worden bij voorkeur in de nabijheid van de centrale examenruimte uitgevoerd. Tappunt voor water In of in de directe nabijheid van de centrale examenruimte is er gelegenheid voor het tappen van koud (en zo mogelijk ook voor warm) water. Indien dit niet te realiseren is, dan dient dit vooraf aan het SVA Examenbureau te worden gemeld. Er is dan overleg over oplossingen. 3.2 Wat is in de centrale examenruimte aanwezig? De centrale examenruimte is voor de duur van het gehele examen uitsluitend beschikbaar voor leerkracht, de observant en de kandidaten. Voor derden is dit duidelijk aangegeven. Alle materialen die nodig zijn voor het uitvoeren van de taken In de examenruimte zijn de verschillende materialen, die tijdens het examen nodig zijn aanwezig. 1
Enkele reinigingsmiddelen, waaronder tenminste een allesreiniger (of een interieurreinigingsmiddel), een vloerreinigingsmiddel, een sanitairreinigingsmiddel. Op de flacons staat informatie (waaronder een of meer picto' s en de hoeveelheid die men moet gebruiken). De reinigingsmiddelen zitten in doseerflacons.
2
Alle materialen die nodig zijn voor de taken ‘rolstoel reinigen’, ‘bed verschonen’ en ‘glas wassen’: -
rode en blauwe werkdoek/emmer, witte handpad, borstel, interieurreiniger;
-
een hoeslaken, een molton, een dekbedhoes/een kussensloop, eventueel een onderlegger, een wasmand, een stoel (wijkt de procedure bij het bed verschonen af dan zoals deze in het proefexamen wordt beschreven dan wordt dit vooraf gemeld bij het SVA Examenbureau);
Pagina 8/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
zeem, emmer, spons of inwasser met inwashoes, dweil, raamwisser (zo mogelijk een glazenwasserkoppel), glasmesje met houder.
In het geval de facultatieve taak ‘wasverzorging’ in het examen is opgenomen: -
wasgoed dat bestaat uit ‘goed’ uit elke categorie: wit, licht en donker bont en handwas. Bij het donkere bont is een donkere broek met in de zakken een voorwerp, met geopende rits en met een opvallende vlek; wasmiddel.
De school is verantwoordelijk voor de goede staat van de materialen. In de centrale examenruimte is een tafel met tenminste drie stoelen (een voor de leerkracht, een voor de kandidaat en een voor de observant). In de centrale examenruimte is voor de observant in te zien: -
de verzamelstaten van alle kandidaten met daarop de resultaten van het proefexamen,
-
De IBI-verklaring van de kandidaten;
-
De stageverslagen van de kandidaten.
inclusief die onderdelen die op de stageplek zijn geëxamineerd;
Pagina 9/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
4 HET FEITELIJKE VERLOOP VAN HET EXAMEN 4.1 De observant controleert met u of alles in orde is De observant controleert met de docent de gegevens van de kandidaten. Tevens wordt het examenpakket van elke kandidaat aan de leerkracht bekend gemaakt. Met de leerkracht wordt de examenruimte geïnspecteerd. Gecontroleerd wordt of alle middelen zoals is voorgeschreven, aanwezig zijn. De observant inspecteert met de leerkracht de ruimte waar ‘wasverzorging’ (in het geval dit aan de orde is) wordt geëxamineerd. Nagegaan wordt of het tappen van water geen probleem oplevert. 4.2 De procedure bij het afnemen van het examen wordt doorgesproken -
De observant verwelkomt de kandidaat en informeert hem globaal over het verloop van het examen.
-
De observant geeft aan welke opdrachten de kandidaat moet uitvoeren.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de eerste taak, terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de kandidaat tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier.
-
De leerkracht neemt het voorbereidende gespreksprotocol af van de tweede taak, terwijl de observant scoort op het formulier. De observant observeert de kandidaat tijdens de taakuitvoering, de leerkracht neemt het afsluitende gespreksprotocol af, terwijl de observant scoort op het formulier.
-
Nabespreking tussen de observant en de leerkracht; vaststellen van de eindbeoordeling.
Aanwijzingen voor de leerkracht tijdens de uitvoering van de opdracht door de kandidaten 1
De leerkracht stelt de vragen die in het gespreksprotocol voorkomen op een dusdanige wijze dat er sprake is van een zo natuurlijk mogelijk gesprek (niet sec een vraag stellen).
2
De leerkracht geeft ondersteuning aan de kandidaat als dit uit oogpunt van de veiligheid noodzakelijk is. De ondersteuning blijft beperkt tot het voorkomen van risico's.
3
Op vragen van de kandidaat geeft de leerkracht antwoord. In het antwoord beperkt de leerkracht zich tot de gestelde vraag.
4
In geval de kandidaat niet meer resultaatgericht werkt, corrigeert en instrueert de leerkracht de kandidaat (geen 'paniek' bij de kandidaat laten ontstaan).
Pagina 10/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
4.3 Enkele nadere bepalingen met betrekking tot het afnemen van het examen Tijdsbewaking De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreven en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de observant als 'fout' gekenmerkt. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (storingen van buitenaf; de leerkracht start later met het examen dan gepland bijvoorbeeld). De eindbeoordeling van de kandidaat De leerkracht en de observant spreken met elkaar af of de kandidaat na het uitvoeren van de twee taken aansluitend wordt geïnformeerd over de eindbeoordeling of dat men dit doet aan het einde van de examendag. De voorkeur gaat uit naar een aansluitende eindbeoordeling om de spanning niet extra te vergroten voor de kandidaat. In de eindbeoordeling wordt ook aangegeven waar de kandidaat aandacht voor moet hebben. In geval de kandidaat niet aan de beschreven norm voldoet Direct na afloop van ieder examen overleggen de observant en de leerkracht kort over hun bevindingen. Na afloop van het totale examenprogramma is er tussen de leerkracht en de observant meer uitvoerig overleg over die kandidaten waarvan de observant van mening is dat deze niet voldoen aan de criteria. Hierbij kunnen gegevens van het proefexamen worden ingebracht. De observant neemt uiteindelijk een beslissing. In het geval er geen overeenstemming wordt bereikt over de eindbeoordeling beslist de observant. De totaalbeoordeling wordt door leerkracht en observant ondertekend of alleen door de observant. De leerkracht maakt in het laatste geval een notitie op de totaalbeoordeling. Daarin wordt de reden vermeld waarom de totaalbeoordeling niet door de leerkracht is ondertekend. Vervangende verklaring In geval aan een kandidaat geen certificaat ‘Werken in de zorg’ kan worden toegekend, zorgt de school voor een vervangende verklaring (schoolverklaring). Er wordt bij uitreiking van de certificaten niet gesproken over 'gezakt zijn': er zijn leerlingen die een certificaat 'Werken in de zorg' krijgen en leerlingen die een schoolverklaring ontvangen. 4.4 Evaluatie De school ontvangt na afloop van het examen per e-mail een verzoek tot invullen van een digitaal evaluatieformulier voor het evalueren van het verloop van het examen en de dienstverlening van het SVA Examenbureau. De school wordt nadrukkelijk verzocht dit evaluatieformulier in te vullen. De observant meldt de school op welke punten de aanpak van het programma op school verbetering behoeft (voorzieningen, materialen, instructie). De observant meldt zijn bevindingen bij het SVA Examenbureau.
Pagina 11/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
4.5 Voorbeeld van een examenprogramma Voorbeeld van een examenprogramma. Tijd
Programma
09.30 uur
Observant en leerkracht zijn aanwezig
09.30 - 09.45 uur
Observant controleert met de leerkracht de ruimten waarin de verschillende examenonderdelen worden afgenomen: Voor het examineren van specifiek praktische vaardigheden: -
een rolstoel;
-
een ruimte waar een bed staat;
-
een ruimte met scheidingsglas;
-
eventueel een ruimte voor wasverzorging.
De observant ziet de beoordelingen in die gemaakt zijn van de onderdelen 'Assisteren bij de maaltijdverstrekking’ en ‘Assisteren bij recreatie’. 09.45 - 10.30 uur
Examinering van de vakkennis en de specifiek praktische vaardigheden
10.30 - 11.15 uur
Examen tweede kandidaat
11.15 - 12.00 uur
Examen derde kandidaat
12.00 - 12.45 uur
Examen vierde kandidaat
12.45 - 13.30 uur
Pauze
13.30 - 14.15 uur
Examen vijfde kandidaat
14.15 - 15.00 uur
Examen zesde kandidaat
15.00 - 15.45 uur
Examen zevende kandidaat
15.45 - 16.30 uur
Examen achtste kandidaat
16.30 uur
De observant stelt de definitieve uitslag vast. Bekendmaking aan de
van de eerste kandidaat inclusief een korte nabespreking
kandidaten (en eventueel uitreiking van de certificaten). In elke 45 minuten dat een kandidaat wordt geëxamineerd is er ook een korte nabespreking tussen leerkracht en observant. Het tijdsschema per kandidaat ziet er als volgt uit. Start examen Maximaal vijf minuten: verwelkoming van de kandidaat door de observant, informatie geven over het verloop van het examen. Eerste opdracht -
Voorbereidend gesprek.
-
Uitvoering van de opdracht.
-
Nabespreking; binnen 15 minuten.
In het geval dat door de kandidaat de emmers met water moeten worden gevuld valt dit buiten de tijdsmeting. Tweede opdracht -
Voorbereidend gesprek.
-
Uitvoering van de opdracht.
-
Nabespreking; binnen 15 minuten.
In het geval dat door de kandidaat de emmers met water moeten worden gevuld valt dit buiten de tijdsmeting. Pagina 12/45
Afronding en nabespreking (maximaal tien minuten)
Januari 2013
-
WW3.12.0120 (12070)
De kandidaat verlaat de ruimte.
Pagina 13/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
Korte nabespreking van het verloop en de resultaten.
-
Eindbeoordeling (eventueel het uitreiken van de certificaten).
5 HET EXAMENREGLEMENT 5.1 SVA-certificaat Kandidaten die het examen met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen van het SVA Examenbureau een SVA-certificaat. Een SVA-certificaat heeft betrekking op werknemersvaardigheden in een specifieke branche van de arbeidsmarkt. SVA-certificaten worden door het betreffende kenniscentrum/brancheorganisatie erkend. 5.2 Organisatie examen Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van het examen staan in het examendraaiboek omschreven. 5.3 De examenlocatie De examenlocatie is conform de richtlijnen zoals vermeld in het examendraaiboek ingericht. Indien de examenlocatie niet voldoet aan de omschreven richtlijnen beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd of dat de examenlocatie alsnog binnen beperkte tijd in gereedheid moet worden gemaakt waarna het examen wel kan plaatsvinden. De locatie waar geëxamineerd wordt, mag gedurende het examen door niemand anders dan door de observant, de docent die het examen begeleidt en de kandidaat worden betreden. 5.4 Het aantal examengelegenheden -
De kandidaat komt één maal in aanmerking voor het maken van het examen.
-
Als een kandidaat niet slaagt voor het examen, kan hij/zij zich opnieuw aanmelden voor
-
Het examen dient minimaal acht weken voor de gewenste examendatum te worden
-
De school is verantwoordelijk voor het correct aanleveren van de gegevens van de
het examen. Hieraan zijn extra kosten verbonden. aangevraagd bij het SVA Examenbureau. kandidaten: naam en roepnaam, de geboortedatum en geboorteplaats. Deze gegevens van de kandidaat worden uiterlijk zes weken vóór de afgesproken examendatum aangeleverd. -
Bij te late aanlevering en bij de wijziging van een certificaat door foutief aangeleverde gegevens wordt € 20,-- exclusief 21% btw administratiekosten in rekening gebracht. Bij annulering van een examen wordt € 120,-- exclusief 21% btw in rekening gebracht. Bij het verzetten van een reeds aangevraagde en ingeplande examendatum wordt € 40,-exclusief 21% btw in rekening gebracht, mits dit minimaal één week voorafgaand aan de geplande examendatum is gecommuniceerd. Verplaatsingen binnen een week voorafgaand aan de geplande examendatum worden beschouwd als een annulering; de kosten van het examen worden doorberekend.
-
Voor het examen ontvangt de school een oproep van het SVA Examenbureau. De school is verantwoordelijk voor het informeren van de kandidaten en de ouders over: - tijdstip aanvang examen; - gebruik van werkkleding, handschoenen en veiligheidschoenen; - examenlocatie; - het verloop van het examen; - uitreiking certificaten.
-
Kandidaten die te laat komen, mogen het examen uitvoeren binnen de resterende tijd.
-
In het geval dat de kandidaat afwezig is, is de kandidaat niet geslaagd. Hij overlegt zo spoedig mogelijk aan het SVA Examenbureau een verklaring waarop de reden van het verzuim is vermeld. Het SVA Examenbureau oordeelt over de geldigheid van het verzuim
Pagina 14/45
en bericht de kandidaat hierover. Voor kandidaten die een geldige reden hadden komt de
Januari 2013
eerst volgende examengelegenheid in de plaats van de verzuimde examengelegenheid.
WW3.12.0120 (12070)
Voor cursisten die geen geldige reden hadden, is de verzuimde examengelegenheid geldig en worden de kosten van het examen doorberekend. 5.5 Voorwaarden deelname examen Als voorbereiding op het examen door het SVA Examenbureau, neemt de school zelf bij alle kandidaten een proefexamen af. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal drie maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld. De resultaten en de datum van afname worden door de school per kandidaat vermeld op een verzamelstaat. Deze verzamelstaat dient bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Indien deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn of als de resultaten niet voor alle onderdelen voldoende of goed zijn beoordeeld, beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. De kosten van het examen worden wel bij de school in rekening gebracht. Om in aanmerking te komen voor een SVA-2 examen is stage een verplicht onderdeel. De stage en het stageverslag dienen met 'voldoende' of 'goed' te zijn beoordeeld door de stagebieder. Bij het examen zijn de beoordelingen door de observant van SVA Examenbureau in te zien. Indien deze gegevens ontbreken, onvolledig zijn of de stage niet voldoende of goed beoordeeld is, beslist de observant dat het examen niet kan worden uitgevoerd. De kosten van het examen worden wel bij de school in rekening gebracht. 5.6 Afnemen examen -
Het SVA Examenbureau bepaalt vooraf ad random welke praktijkonderdelen bij elke
-
De docent neemt het examen af bij de kandidaat.
-
De observant ziet er op toe of dit volgens de richtlijnen gebeurt zoals beschreven in het
kandidaat worden geëxamineerd.
examendraaiboek. In onderling overleg kan de observant desgewenst het examen afnemen. -
De observant bewaakt de tijd en geeft aan wanneer een tijdslimiet is overschreven en er gestopt moet worden met het desbetreffende onderdeel. Niet beantwoorde vragen of werkzaamheden die niet zijn afgerond binnen de gestelde tijd worden door de observant als 'onvoldoende' gekenmerkt. De observant bepaalt of er sprake is van een tijdsoverschrijding waaraan de kandidaat niet debet is (storingen van buitenaf; de docent start later met het examen dan gepland is bijvoorbeeld).
-
De observant maakt ter plekke de uitslag van het examen bekend bij de kandidaat.
5.7 Inzagerecht Alle materialen die te maken hebben met het examen inclusief de beoordeling(en) van de observator worden bewaard door het SVA Examenbureau. De bewaartermijn bedraagt een jaar. De termijn gaat in na de einduitslag van het desbetreffende certificaat. Gedurende deze periode hebben belanghebbenden die beroep hebben aangetekend (9) recht op inzage en heeft de kandidaat recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling. Na afloop van deze periode worden de materialen vernietigd. 5.8 Fraudebepaling Een ieder die betrokken is bij het examen en vermoedt dat er sprake is van fraude is verplicht dit te melden bij het SVA Examenbureau. Het SVA Examenbureau kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van het examen onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de kandidaat Pagina 15/45
gehoord. Het staat ter beoordeling van het SVA Examenbureau om gedragingen, handelingen
Januari 2013
en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid.
WW3.12.0120 (12070)
Alle partijen worden van de maatregel die het SVA Examenbureau neemt schriftelijk in kennis gesteld. De maatregelen kunnen zijn: -
het ongeldig verklaren van de uitslag van het desbetreffende examen;
-
het uitsluiten van (verdere) deelname aan SVA-examens.
Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van medewerkers van het SVA Examenbureau of van personen die door het SVA Examenbureau zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden maatregelen zoals bedoeld onder fraudebepaling slechts toegepast voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid. 5.9 De beroepsprocedure in verband met het examen Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen die betrekking hebben op het examen schriftelijk beroep aantekenen bij het SVA Examenbureau. Het beroepschrift dient binnen drie weken nadat de bestreden beslissing ter kennis aan de kandidaat is gesteld, bij het SVA Examenbureau te worden ingediend. Het beroepsschrift moet door de kandidaat te zijn ondertekend en bevat tenminste: -
naam en adres van de kandidaat;
-
omschrijving en zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep/bezwaar is gericht;
-
de gronden van het beroep/bezwaar;
-
dagtekening.
Het beroepschrift wordt voorgelegd aan een beroepscommissie bestaande uit een vertegenwoordiger van de school/instituut, een vertegenwoordiger van de betreffende brancheorganisatie/kenniscentrum en een vertegenwoordiger van het SVA Examenbureau. De uitspraak van deze beroepscommissie is bindend.
Pagina 16/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
6 PROTOCOLLEN EN OBSERVATIELIJSTEN VOOR HET PROEFEXAMEN TRADITIONEEL Deze gespreksprotocollen en observatielijsten worden ook bij het examen gebruikt, voor de onderdelen:
Pagina 17/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
rolstoelreiniging;
-
glazenwassen;
-
bed verschonen;
-
wasverzorging (indien van toepassing).
GLAZENWASSEN ZONDER GEBRUIK TE MAKEN VAN TRAP OF LADDER Deze taak kan deel uitmaken van het examen. Praktijkopdracht De kandidaat reinigt scheidingsglas. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Reinigen glas’ Beoordelingspunten 1
Pt.
Score
3
Je gaat het scheidingsglas wassen. Kun jij mij zeggen wat je nodig hebt? (in willekeurige volgorde):
2
-
zeem (0,5);
-
emmer, water en reinigingsmiddel (0,5);
-
spons of inwasser met inwashoes (0,5);
-
dweil (0,5);
-
raamwisser (0,5);
-
glazenwasserkoppel (0,5) zo mogelijk;
-
eventueel: glasmesje met houder.
Kun je mij vertellen waarom het werken met een glazenwasserkoppel het
0,5
werk vergemakkelijkt? 3
Welk reinigingsmiddel ga je gebruiken?
0,5
4
Als een bewoner zegt dat je ammoniak in het water moet doen; doe je dat
0,5
dan? 5
Als je binnen een glas gaat wassen zal je misschien wat water morsen of
0,5
spetteren. Wat doe je voordat je met het werk begint? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd. Antwoorden voorgesprek ‘Glazenwassen’ 1
Nodig zijn: -
zeem (0,5);
-
emmer, water en reinigingsmiddel (0,5);
-
spons of inwasser met inwashoes (0,5);
-
dweil (0,5);
-
raamwisser (0,5);
-
glazenwasserkoppel (0,5);
-
(eventueel: glasmesje met houder).
2
Je hebt alle materialen bij je en je raakt nooit iets zoek.
3
Een interieurreiniger.
4
Je gebruikt nooit ammoniak; dat is slecht voor het milieu en bovendien laat het vaak strepen achter (blauwe gloed).
5
Spullen uit de vensterbank halen (indien van toepassing); radiator afschermen door er een dweil op te leggen; spullen uit de directe omgeving halen.
Pagina 18/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Observatielijst praktijkopdracht ‘Glazenwassen’ De kandidaat wast een glas zonder gebruik te maken van trap of ladder. Beoordelingspunten
Pt.
1
De kandidaat doet voor ¾ water in de emmer; handwarm.
2
2
De kandidaat neemt het juiste reinigingsmiddel.
1
3
De kandidaat voegt de juiste hoeveelheid van het reinigingsmiddel toe
3
aan het water. 4
De kandidaat spoelt de zeem en vouwt de zeem van beide zijden naar
2
binnen. 5
De kandidaat rolt de zeem stevig open, stopt de zeem in de
2
glazenwasserkoppel (in het geval de kandidaat deze gebruikt). 6
De kandidaat maakt de directe omgeving van het glas vrij en dekt de
3
radiotor af met een dweil (indien van toepassing is). 7
De kandidaat maakt de spons nat en knijpt deze iets uit.
2
8
De kandidaat maakt met de spons het raam vochtig (inzetten) van boven
5
naar beneden/de banen overlappen elkaar iets. 9
De kandidaat spoelt de spons/knijpt de spons goed uit en neemt met de
2
spons de directe omlijsting af. 10 11
De kandidaat werkt ergonomisch correct.
2
De kandidaat neemt de wisser en neemt zichtbaar het rubber af met de
2
spons. 12
De kandidaat beweegt de wisser van links boven naar rechts boven en zo
5
naar beneden. 13 14
De wisser behoudt het contact met het glas.
2
De kandidaat maakt vloeiende bewegingen en de banen overlappen
4
elkaar enigszins. 15
16
De kandidaat controleert zichtbaar: -
met uitgeknepen spons eventueel lekwater weghalen en
-
met de zeem eventuele fouten verstellen.
De kandidaat ruimt de materialen op.
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 40 punten
Pagina 19/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
2
1
Score
Nabespreking nadat de opdracht ‘Glazenwassen’ is uitgevoerd Vragen
Pt.
1
Waar heb je het glasmesje voor nodig?
1
2
Vertel mij hoe je een sticker van het glas weg kan halen.
1
Volgens welke methode heb jij het glas gewist:
2
3
4
-
volgens de doorwismethode;
-
volgens de horizontale wismethode;
-
volgens de verticale wismethode.
Kun je mij zeggen waarom je de spons niet te nat moet maken?
Score
1
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Glazenwassen’ 1
Voor het verwijderen van aangekleefd vuil.
2
De sticker op een punt lossteken en dan eraf trekken; het vuil met de spons wegspoelen.
3 -
Volgens de doorwismethode.
of -
Volgens de horizontale wismethode.
of -
4
Volgens de verticale wismethode.
Anders maak je de directe omgeving onnodig nat; dat moet je weer herstellen en dat kost weer tijd.
Pagina 20/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Totaalbeoordeling ‘Glazenwassen’ Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
0 Ja
tijdslimiet
0 Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst ‘Glazenwassen’: Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De kandidaat behaalt geen certificaat ‘Werken in de zorg'
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 21/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
REINIGEN ROLSTOEL Deze taak kan deel uitmaken van het examen. Praktijkopdracht De kandidaat moet een rolstoel reinigen. Het reinigen kan het beste plaats vinden in een natte ruimte. Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Reinigen rolstoel’ Vragen
Pt.
1
Welk materiaal heb je nodig voor het reinigen van een rolstoel?
0,7
2
Neem van tafel het reinigingsmiddel voor het reinigen van een rolstoel.
0,7
3
Staan er picto's op de fles? Wat betekenen deze picto's?
0,7
4
Lees op het etiket hoeveel reinigingsmiddel je nodig hebt.
0,7
Op welke wijze voeg je de juiste hoeveelheid van het reinigingsmiddel
0,7
5
Score
aan het water toe? Hoe doe je dat? (In het geval dat de kandidaat de eerste is die het water gebruikt, wordt er reinigingsmiddel aan het water toegevoegd.) 6
Pak de witte handpad. Waar heb je die voor nodig?
0,7
7
Pak de blauwe en rode werkdoek.
0,8
Wat maak je schoon met de rode werkdoek? Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek ‘Reinigen rolstoel’ 1
Blauwe en rode werkdoek, witte handpad, handborstel, reinigingsmiddel, emmer met handwarm water.
2
De kandidaat neemt de juiste flacon.
3
De kandidaat vertelt de betekenis van de op de fles voorkomende picto's.
4
De kandidaat leest de informatie op het etiket.
5
Met een doseerdop. De doseerdop vol laten lopen en 'over' de andere dop uitschenken (of ander doseersysteem).
6
De witte handpad gebruikt men voor het schoonmaken van aangekleefd vuil. Je wrijft er het vuil mee los van spaken, velgen en voetsteunen. Met de handborstel worden de loopvlakken van de wielen gereinigd.
7
Met de rode werkdoek wordt het volgende schoongemaakt: -
Pagina 22/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
de wielen van de rolstoel: spaken/vellingen.
Observatielijst praktijkopdracht ‘Rolstoel reinigen’ De kandidaat heeft alle materialen die hij nodig heeft. De kandidaat gaat nu naar de ruimte waar de rolstoel gereinigd wordt. Beoordelingspunten
Pt.
1
De kandidaat kijkt wat de aard van de vervuiling is.
2
2
De kandidaat spoelt de blauwe doek uit; wringt de doek correct uit tot de
2
doek nagenoeg droog is (klamvochtig). 3
De zitting en rugleuning, de armleuningen, duwstangen worden
4
klamvochtig afgenomen. 4 5
De kandidaat neemt het stalen frame af met de blauwe werkdoek.
3
De blauwe doek uitspoelen en zo droog mogelijk uitwringen. Met de
4
blauwe doek wrijft de kandidaat de zitting, de rugleuning, de armleuningen en het stalen frame droog; daarna spoelen en droog wringen. 6
De kandidaat maakt indien nodig (als er sprake is van zichtbare
3
vervuiling) het loopvlak van de wielen schoon met een handborstel. Met de witte handpad maakt de kandidaat de wielen schoon: de spaken, de velgen en voetsteunen. Daarna neemt de kandidaat alles af met de rode werkdoek. 7
De kandidaat vouwt het werkdoekje regelmatig om en spoelt op tijd de
2
doek uit. 8
De kandidaat wringt de doek juist uit (let op de polsen).
5
9
Er wordt ergonomisch verantwoord gewerkt (hurkzit bij laag werk).
5
10
De kandidaat controleert na afloop zichtbaar het werk.
4
Het gebruikte materiaal wordt gespoeld, droog gewrongen en in de kast
4
11
teruggeplaatst. 12
De kandidaat ruimt het materiaal op.
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 40 punten
Pagina 23/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
2
Score
Nabespreking nadat de opdracht ‘Rolstoel reinigen’ is uitgevoerd De kandidaat is klaar met het reinigen van de rolstoel. Hij heeft het werk gecontroleerd. Vragen 1
Pt.
Wat moet je, gelet op de hygiëne, nooit vergeten als je klaar bent met het
Score
1
schoonmaakwerk? 2
Waarom is het belangrijk dat je de zitting en rugleuning van de rolstoel zo
1
droog mogelijk maakt? 3 4
Waarom werkt het makkelijker als je de rolstoel op de rem zet?
1
Bij het schoonmaken werk je altijd van schoon naar vuil: wat zal bij een
1
rolstoel vaak het vuilste zijn? 5
Werk je met één of met twee emmers sop?
1
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Rolstoel reinigen’ 1 2
Handen wassen. Wanneer de rolstoel weer gebruikt wordt moeten de zitting en de rugleuning zeker weer droog zijn.
3
Dan blijft de stoel staan en rolt niet steeds weg.
4
De (loopvlakken van de) wielen.
5
Voor het reinigen van meerdere rolstoelen gebruik je twee emmers: een om de blauwe werkdoek in uit te spoelen en een om de rode werkdoek in uit te spoelen. Bij het reinigen van een rolstoel heb je aan één emmer sop genoeg.
Pagina 24/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Totaalbeoordeling ‘Rolstoel reinigen’ Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Opdracht uitgevoerd binnen
O
Ja
de tijdslimiet?
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst ‘Rolstoel reinigen’: Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De kandidaat behaalt geen certificaat ‘Werken in de zorg’
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 25/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
EEN BED VERSCHONEN Deze taak kan deel uitmaken van het examen. Praktijkopdracht Protocol vakkennis bij het voorbereiden van ‘Een bed verzorgen’ Beoordelingspunten 1
Pt.
Je gaat een bed verschonen. Waar moet je altijd op letten als je het bed
Score
1
veilig wilt opmaken? 2 3
Wat moet je doen voordat je het bed gaat opmaken? Leg klaar wat je nodig hebt voor het verschonen van het bed; benoem
1 0,6
wat je klaar legt (willekeurige volgorde). -
Een hoeslaken.
4
-
Een molton.
0,6
5
-
Een dekbedhoes/een kussensloop.
0,6
6
-
Een eventuele onderlegger.
0,6
7
-
Een wasmand.
0,6
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek ‘Een bed verschonen’ 1
Het bed voor het opmaken op een goede hoogte instellen (hoog) zodat zo min mogelijk gebukt moet worden.
Pagina 26/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
2
De handen wassen; hand en polssieraden afdoen.
3
Een hoeslaken.
4
Een molton.
5
Een dekbedhoes/een kussensloop.
6
Eventueel een onderlegger.
7
Een wasmand.
Observatielijst praktijkopdracht ‘Een bed verschonen’ Beoordelingspunten
Pt.
1
De kandidaat doet de hand - en polssieraden af.
2
2
De kandidaat wast de handen.
2
De kandidaat legt klaar: een hoeslaken, een molton, een dekbedhoes en
3
3
sloop, een onderlegger, een wasmand voor het 'vuile' goed, stoel. 4
De kandidaat zet zo nodig is het bed op een 'goede' hoogte voor het
2
verschonen. 5
De kandidaat haalt de hoes van het dekbed en de sloop van het kussen
2
en doet dit in de wasmand. 6
De kandidaat legt het dekbed en kussen weg (over een stoel).
2
7
De kandidaat haalt het hoeslaken en de molton weg; het hoeslaken en de
2
molton doet de kandidaat in de wasmand. 8
De kandidaat strijkt de onderlegger glad; de onderlegger ligt op de plaats
2
waar het onderlichaam ligt. 9
De kandidaat legt de molton in het bed.
2
10
De kandidaat legt het hoeslaken om het matras.
3
11
De kandidaat draait de dekbedhoes binnenste buiten.
2
12
De kandidaat pakt de punten van het dekbed samen met de punten van
3
de dekbedhoes. 13
De kandidaat trekt de hoes in een beweging over het dekbed, zorgt dat
3
het dekbed netjes in de hoes zit en trekt de hoes recht. 14
De kandidaat legt het dekbed in het bed met de instopstrook aan het
2
voeteneind. 15
De kandidaat stopt de instopstrook onder het matras.
2
16
De kandidaat draait de kussensloop binnenstebuiten; pakt de punten van
2
het kussen samen met de punten van de kussensloop. 17
De kandidaat trekt de kussensloop samen met de punten van de
2
kussensloop. 18
De kandidaat controleert of het bed goed is opgemaakt en stelt (eventueel) het bed weer op de juiste hoogte en ruimt de vuile was op.
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 40 punten
Pagina 27/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
2
Score
Nabespreking nadat de opdracht ‘Een bed verschonen’ is uitgevoerd Vragen 1
Pt.
Heb je het bed hoger/lager moeten zetten?
Score
1
En waarom wel/niet? 2
Wanneer vervang je de onderlegger?
1
3
Wat doe je als je merkt dat het dekbed vochtig is?
1
4
Wat moet met het afgehaalde beddengoed gebeuren?
1
Ligt in alle bedden een onderlegger?
1
5
Wanneer is een onderlegger niet noodzakelijk? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Een bed verschonen’ 1
Het werkt makkelijker en is ook voor je rug beter als voor het verschonen van het bed de bodem hoog is ingesteld.
Pagina 28/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
2
Als de onderlegger (klam)/vochtig is.
3
Vervangen.
4
In de was.
5
Is niet noodzakelijk voor bewoners die niet incontinent zijn.
Totaalbeoordeling ‘Een bed verschonen’ Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
O
Ja
tijdslimiet
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst ‘Een bed verschonen’ Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
De kandidaat behaalt geen certificaat ‘Werken in de zorg’
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 29/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
WASVERZORGING Facultatief onderdeel in geval het relevantie heeft voor de stage/werkplek. De school geeft zelf aan of deze taak in het examen kan worden opgenomen. Er moet voldoende was zijn om de opdracht uit te kunnen voeren. De opdracht wordt na vijf minuten beëindigd. Praktijkopdracht Protocol vakkennis bij het voorbereiden van de opdracht ‘Wasverzorging’ Beoordelingspunten 1
Pt.
Waarom spaar je het vuile goed op totdat je voldoende hebt voor een
Score
1
volle wasmachine? 2
Waarin bewaar je het vuile wasgoed?
1
Wat is daarbij van belang? 3
Vertel mij waarop je vuil goed dat nat is niet in de wasmand mag doen?
4
Wat moet je doen voordat je een donkere broek/rok in de
1 0,25
wasmand/wasmachine doet (in willekeurige volgorde)?
5
-
De zakken controleren of er iets in zit.
-
Broek/rok binnenstebuiten keren.
0,25
-
De rits van de broek/rok sluiten.
0,25
-
Eventueel vlekken voorbewerken.
0,25
Je kunt niet al het vuile goed in een keer wassen.
0,4
Je moet groepen maken van vuile was dat op dezelfde manier gewassen kan worden. Waar let je op bij het maken van groepen (in willekeurige volgorde)? -
De temperatuur waarop het gewassen mag worden.
-
De kleur van het goed.
0,3
-
Het materiaal waarvan het goed gemaakt is.
0,3
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek: ‘Wasverzorging’ 1
Met een halfvolle wasmachine draaien: -
kost het wassen gemiddeld meer geld;
-
is slecht voor het milieu (waterverbruik).
2
In een wasmand die goed ventileert.
3
Anders gaat het wasgoed schimmelen en muf ruiken.
4
Zakken controleren; de broek/rok binnenstebuiten keren; de rits van de broek/rok sluiten en eventuele vlekken voorbewerken.
Pagina 30/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
5
De temperatuur waarop het goed moet worden gewassen worden; de kleur van het goed; het materiaal waarvan het goed gemaakt is.
Observatielijst praktijkopdracht: ‘Wasverzorging’ Deze praktijkopdracht wordt in twee stappen uitgevoerd: -
de voorbereiding en het starten van het wasprogramma voor de donkere bonte was;
-
na afloop van het wasprogramma.
Het wasgoed dat wordt gebruikt voor de opdracht bestaat uit goed uit elke categorie: wit, licht en donker bont en handwas. Bij het donkere bont is een donkere broek met in de zakken een voorwerp, met geopende rits en met een opvallende vlek. Beoordelingspunten 1
De kandidaat sorteert het aan hem/haar aangeboden wasgoed in vier
Pt. 5
groepen: witte was, licht bonte was, donker bonte was en handwas. 2
De kandidaat controleert de donker bonte was waaronder een donkere
5
broek: -
controleert of er iets in de zakken zit;
-
sluit de rits;
-
draait het wasgoed binnenste buiten.
3
De kandidaat bewerkt voorkomende vlekken.
4
4
De kandidaat stopt de gesorteerde donkere bonte was in de wasmachine
2
zodat een handbreedte aan ruimte overblijft. 5
De kandidaat neemt daarbij de hurkzit aan.
4
6
De kandidaat sluit de deur van de wasmachine.
1
7
De kandidaat kiest het juiste wasmiddel.
4
8
De kandidaat kiest de juiste dosering.
4
9
De kandidaat neemt de juiste dosering en schakelt het juiste
4
wasprogramma in (temperatuur/tijd). 10
De kandidaat draait de waterkraan open en schakelt de stroom in; de
2
kandidaat zet de wasmachine aan. Onderbreking van het examen Een mogelijkheid is dat men de stappen 9 en 10 door de kandidaat laat vertellen en vervolgens ook de stappen 11 tot en met 13 laat verwoorden (en laten zien). 11
De kandidaat haalt de was uit de machine en sorteert de was: wat drogen
2
moet door het op te hangen en in wat in de wasdroger kan. 12
De kandidaat doet het wasgoed in de droger; controleert het pluizenfilter
2
en stelt de droger in. 13
De kandidaat start de wasdroger.
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 40 punten
Pagina 31/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
1
Score
Nabespreking nadat de opdracht: ‘Wasverzorging’ is uitgevoerd Vragen 1
Pt.
Score
3
In het wasgoed vind je, als het goed is, een etiket. Op het etiket staat hoe je het moet wassen. Wat betekenen de symbolen? -
het symbool bakje water met de temperatuur (1 punt);
-
het symbool driehoek (0,3 punt);
-
het symbool strijkijzer (0,3 punt);
-
het symbool vierkant met daarin een cirkel (1 punt);
-
het symbool cirkel met daarin letter P (0,3 punt).
2
Hoe was je een nieuwe zwarte bloes?
0,5
3
Wat is het voordeel van een wasdroger?
0,5
4
Wat is het nadeel van een wasdroger?
0,5
Wat moet je, nadat de was gedroogd is, van de wasdroger
0,5
5
schoonmaken? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Wasverzorging’ 1
-
Het symbool bakje water met de temperatuur: de temperatuur waarop gewassen mag worden.
2 3
-
Het symbool driehoek of men al of niet mag bleken.
-
Het symbool strijkijzer: het al of niet mogen strijken.
-
Het symbool vierkant met daarin een cirkel: het al of niet machinaal mogen wassen.
-
Het symbool cirkel met daarin letter P: of chemisch reinigen wel of niet mag.
Met de hand; de bloes kan afgeven. De kandidaat noemt tenminste een van de mogelijkheden: snel droog; je hoeft de was niet af te geven; het wasgoed wordt zacht.
4
De kandidaat noemt tenminste een van de mogelijkheden. Je gebruikt veel energie; soms krimpen de materialen; het textiel slijt sneller.
5
Pagina 32/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Het pluizenfilter.
Totaalbeoordeling ‘Wasverzorging’ Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de
O
Ja
tijdslimiet
O
Nee
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst het onderdeel ‘Wasverzorging’ Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 33/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
ASSISTEREN BIJ HET UITDELEN VAN DE MAALTIJDEN Belangrijk! Dit onderdeel wordt door de leerkracht/stagebegeleider op de stageplek afgenomen. Praktijkopdracht De kandidaat assisteert bij het uitdelen van de maaltijden.
Protocol achtergrondkennis Vragen 1 2
Pt.
Kan jij vertellen wat 'ontkoppeld koken' betekent?
1
Het middageten wordt al vroeg klaar gemaakt. Is het dan niet koud als de
1
Score
bewoners het opeten? Hoe blijft het eten warm? 3
De maaltijden komen in containers aan. Een container bestaat uit twee
1
delen. Kan jij mij vertellen welke twee delen dat zijn? 4
Op elk plateau staat de naam van de bewoner voor wie het eten is. Wat
1
staat er nog meer op die bon? 5
Waarom is het zo belangrijk dat iedere bewoner krijgt wat hij heeft
1
besteld? Tijdslimiet: 5 minuten Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden voorgesprek ‘Assisteren bij het uitdelen van maaltijden’ 1
De maaltijden worden niet in het zorgcentrum bereid maar elders op een centrale plaats voor meerdere zorgcentra.
2
De maaltijden worden in containers bewaard en bij aankomst 'geregenereerd' (opnieuw verwarmd).
3
Een koud en een warm deel: het koude of gekoelde deel is bestemd voor het toetje en de dranken; het warme deel is bedoeld voor de soep en de hoofdschotel.
4 5
Op de bon staat precies wat voor de bewoner is bestemd (c.q. wat hij heeft besteld). Bij het samenstellen van de maaltijd wordt rekening gehouden met de voedingsvoorschriften/het dieet van de bewoner.
Pagina 34/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Observatielijst praktijkopdracht ‘Assisteren bij het uitdelen van maaltijden’ Beoordelingspunten 1
De kandidaat ziet er verzorgd uit en heeft schone handen. Hij luistert naar
Pt. 4
de opdracht en neemt de container mee. 2
3 4
De kandidaat verplaatst de container correct: -
niet te hard;
-
zonder te botsen;
-
in een goede houding.
4
De kandidaat komt op de juiste afdeling aan.
4
De kandidaat opent de container en oriënteert zich op de inhoud:
4
volgorde bepalen van uitdelen. De kandidaat heeft een logische volgorde bij het uitdelen. 5
De kandidaat controleert de 'pakbon'.
4
6
De kandidaat klopt aan en begroet de bewoner.
3
De kandidaat plaatst de maaltijd op de tafel en verlaat de kamer. Hij
3
7
wenst de bewoner smakelijk eten. 8
De kandidaat buigt door de knieën om laag geplaatste maaltijden uit de
3
container te nemen. 9
De kandidaat slaat geen kamer over en levert alle maaltijden correct af.
3
10
De kandidaat haalt de vuile vaat op.
4
11
De kandidaat brengt de vuile vaat naar de spoelkeuken.
4
Tijdslimiet: geen; assisteren bij het uitdelen. Score maximaal 40 punten
Pagina 35/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Score
Nabespreking nadat de opdracht is uitgevoerd Vragen 1
Pt.
Wat moet je doen als op de 'pakbon' iets anders staat geschreven dan op
Score
1
het dienblad staat? 2
De bewoner zegt dat hij niet heeft besteld wat jij komt brengen. Wat is je
1
reactie? 3
De bewoner heeft bezoek en vraagt of je nog een bordje soep erbij wilt
1
zetten. Wat is je reactie? 4
Bij het ophalen van het vaatwerk merk je dat de bewoner niets of bijna
1
niets heeft gegeten. Wat doe je? 5
Er is van het toetje nog een restje over; de bewoner zegt dat jij dat mag
1
opeten. Wat is je reactie? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Assisteren bij het uitdelen van de maaltijden’ 1
Nog eens controleren en als het inderdaad niet klopt dit melden aan de leiding.
2
Eerst kijken op de pakbon of alles klopt; als dat zo is dan dat aan de bewoner melden en eventueel de pakbon tonen. Is er inderdaad een fout gemaakt (op de pakbon staan andere gerechten) dan de leiding waarschuwen.
Pagina 36/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
3
Vriendelijk melden aan de bewoner dat dat helaas niet kan.
4
Aan de bewoner vragen waarom hij/zij niets heeft gegeten. Dit melden aan de leiding.
5
Niet aannamen en beleefd bedanken.
Totaalbeoordeling ‘Assisteren bij het uitdelen van de maaltijden’ Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Achtergrondkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst ‘Assisteren bij het uitdelen van maaltijden’ Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 37/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
ASSISTEREN BIJ DE RECREATIE Belangrijk! Dit onderdeel wordt door de leerkracht/stagebegeleider op de stageplek afgenomen.
Praktijkopdracht: ‘Assisteren bij een recreatieve activiteit’
Protocol achtergrondkennis Beoordelingspunten 1 2
Pt.
Kun je enkele voorbeelden noemen van 'recreatie'?
1
Noem minstens twee redenen waarom het voor de bewoner fijn is dat jij
2
Score
erbij bent? 3
Assisteren wil niet zeggen dat jij alles moet doen?
2
Het is de bewoner helpen bij de recreatie. Kun jij voorbeelden noemen hoe jij bij de bingo helpt: -
een bewoner die niet goed kan zien;
-
een bewoner die niet goed kan horen;
-
een bewoner die niet kan schrijven.
Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden achtergrondkennis ‘Assisteren bij de recreatie’ 1 2
3
Wandelen, spelletjes doen, gymnastiek. Assistentie is nodig: -
omdat de bewoner niet zelf naar de recreatiezaal kan gaan;
-
voor hulp tijdens het spel;
-
voor een praatje.
Assistentie bij bingo: -
voor een bewoner, die niet goed kan zien, het nummer aanwijzen op de kaart;
-
voor een bewoner, die niet goed kan horen, het nummer herhalen wat getrokken is;
-
voor een bewoner, die niet kan schrijven/vastpakken, het nummer aankruisen of fiche neerleggen.
Pagina 38/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Observatielijst praktijkopdracht ‘Assisteren bij de recreatie’ Beoordelingspunten
Pt.
1
De kandidaat ziet er verzorgd uit.
5
2
De kandidaat verplaatst de bewoner met zorg naar de recreatiezaal:
5
3
-
begeleiden;
-
ondersteunen/arm geven;
-
rolstoel duwen.
De kandidaat is onderhoudend en gaat in op de conversatie van de
5
bewoner. 4
De kandidaat is onderhoudend en neemt initiatief in de communicatie met
5
de bewoner. 5
De kandidaat is niet betuttelend maar respectvol.
5
6
De kandidaat respecteert de wensen en gewoonten van de bewoner.
5
7
De kandidaat respecteert de waarden en normen van de bewoner:
5
omgangsvormen, begroeten en weggaan. 8
De kandidaat gaat in op de zorgvraag van de bewoner.
Tijdslimiet: geen, assisteren bij recreatie Score maximaal 40 punten
Pagina 39/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
5
Score
Nabespreking nadat de opdracht 'Assisteren bij recreatie' is uitgevoerd Vragen 1
Pt.
De bewoner kan niet tegen haar/zijn verlies en wil niet meer verder
Score
1
spelen. Wat is je reactie? 2
De bewoner wil per se winnen en hij/zij speelt vals.
1
Wat is je reactie? 3
Als je een bewoner komt halen voor de recreatie ligt deze in bed. Hij zegt
1
dat hij niet mee wil. Wat is je reactie? 4 5
Twee bewoners krijgen tijdens het spel ruzie. Wat is je reactie?
1
Het spel is nog niet uit maar de bewoner wil terug naar zijn kamer. Wat is
1
je reactie? Tijdslimiet: 5 minuten. Score maximaal 5 punten
Vragen die niet binnen de tijdslimiet zijn beantwoord worden als fout geregistreerd.
Antwoorden nagesprek ‘Assisteren bij de recreatie’ 1 -
Je zegt dat hij/zij in het spel plezier moet hebben of anders moet stoppen (1).
-
Je lacht en je zegt dat je dat flauw/kinderachtig vindt (0,5).
-
Je zegt dat hij/zij verder moet spelen want nu stoppen is niet leuk voor de andere spelers (0,5).
-
Je zegt dat hij/zij door moet spelen of anders nooit meer mee mag doen (0,0).
2 -
Je lacht, en zegt: U vergist zich, zal ik het voor u verbeteren? (1).
-
Je doet net of je niets merkt (0,5).
-
Je zegt niets maar je maakt het 'vals' spel weer ongedaan (0,5).
-
Je roept hard: hij/zij speelt vals en je wijst naar de bewoner/ster (0,0).
3
De leiding waarschuwen.
4 -
Je waarschuwt de leiding (1).
-
Je negeert de ruzie (0,5).
-
Je zegt dat zij opmoeten houden (0,5).
-
Je brengt een van de ruziemakers de zaal uit (0,0).
5
Pagina 40/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
-
Je meldt het aan de leiding en je gaat met de bewoner terug naar zijn kamer (1).
-
Je gaat met de bewoner terug naar de kamer (0,5).
-
Je zegt dat eerst het spel af moet en je blijft zitten (0,0).
Totaalbeoordeling ‘Assisteren bij de recreatie’ Naam van de kandidaat: Datum proefexamen: Score van de kandidaat Achtergrondkennis
Maximaal 5
Uitvoering
Maximaal 40
Nabespreking
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
De kandidaat beheerst de opdracht: 'Assisteren bij de recreatie' Criteria Goed
50 - 45
Voldoende
44 - 40
Onvoldoende
39 of minder
Score van de kandidaat
Bovenstaande gegevens worden overgenomen op de verzamelstaat van de leerling.
Pagina 41/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
7 VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN De resultaten van het proefexamen zijn bij het examen beschikbaar voor de observant van het SVA Examenbureau. Deze resultaten zijn informatief: -
in geval er twijfel is over de mate waarin de kandidaat tijdens het examen de getoetste
-
bij een duidelijke afwijking van het resultaat bij het proefexamen;
-
voor het overnemen van de totaalbeoordeling voor die onderdelen die niet tijdens het
vaardigheid beheerst;
examen zijn getoetst. De school heeft voor elke kandidaat een verzamelstaat ingevuld. Dit overzicht en de scoreformulieren dienen bij het examen voor de observant beschikbaar te zijn. Het proefexamen dient recent te zijn afgenomen (maximaal ongeveer twee maanden voor het examen) en de resultaten van alle onderdelen dienen voldoende of goed te zijn beoordeeld. Is dit niet het geval, dan neemt de observant geen examen af bij de betreffende kandidaat.
Pagina 42/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
VERZAMELSTAAT RESULTATEN PROEFEXAMEN Naam kandidaat: ...........................................................................................................................
Glazenwassen (geëxamineerd door de vakdocent)
Datum proefexamen:
Traditioneel/Microvezel Score van de kandidaat
Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
O Ja O Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Reinigen rolstoel (geëxamineerd door de vakdocent)
Datum proefexamen:
Traditioneel/Microvezel Score van de kandidaat
Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
O Ja O Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Pagina 43/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Een bed verschonen (geëxamineerd door de vakdocent)
Datum proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
O Ja O Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Wasverzorging (geëxamineerd door de vakdocent) Facultatief onderdeel
Datum proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Uitgevoerd binnen de tijdslimiet
O Ja O Nee
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Pagina 44/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)
Assisteren bij de maaltijden (geëxamineerd door de stagebieder/stagebegeleider)
Datum proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Assisteren bij de recreatie (geëxamineerd door de stagebieder/stagebegeleider)
Datum proefexamen: Score van de kandidaat Werkvoorbereiding (theorie)
Maximaal 5
Uitvoering (praktijk)
Maximaal 40
Nabespreking (theorie)
Maximaal 5
Totaalbeoordeling
Maximaal 50
Goed
: 45 - 50 punten
Voldoende
: 40 - 44 punten
Onvoldoende : 39 punten of minder
Pagina 45/45 Januari 2013 WW3.12.0120 (12070)