Aan de ouders/ verzorgers
De overgang naar groep 3 is voor de meeste kinderen een hele grote stap. Dit boekje geeft u informatie over de leerstof en de manier van werken in groep 3. Op de kijkavond kunt u met eigen ogen zien en zelf ervaren hoe er gewerkt wordt in de klas. Indien u vragen heeft betreffende de leerstof of specifieke vragen m.b.t. uw kind, dan kunt u na schooltijd altijd terecht. U kunt ook een afspraak maken voor een ander moment.
Leerkracht van groep 3
1
Algemene zaken in groep 3 Kringgesprek Elke maandag beginnen we met een kringgesprek. De kinderen mogen om de beurt vertellen wat ze meegemaakt hebben. De kinderen mogen elkaar ook vragen stellen.. Op deze manier stimuleren we de kinderen goed naar elkaar te luisteren en geïnteresseerd te zijn in elkaar. Soms houden we op een ander tijdstip een gebonden kringgesprek. Bij een dergelijk kringgesprek wordt over een vaststaand onderwerp gesproken.
Gymnastiek We hebben gym op dinsdag (O.I.B.-lessen) en op vrijdag (spellessen). Graag een tas meegeven met gymkleding en goede schoenen.
Dagopeningen Na de kerstvakantie beginnen we een aantal dagen van de week met een dagopening. Eén van de leerlingen mag de dag starten met een zelfgekozen activiteit. De kinderen krijgen tegen die tijd een kalender met de data waarop ze aan de beurt zijn. Achterop deze kalender staan een paar belangrijke tips. Een kind komt twee keer per schooljaar aan de beurt. We stimuleren de kinderen zoveel mogelijke verschillende presentaties te bedenken, zoals toneelspelen, poppenkast, spreekbeurt, kwis enz. Na afloop mogen de kinderen, op een positieve manier, hun mening geven. Ouders zijn van harte welkom om te komen kijken in de klas tijdens een dagopening.
2
Klassendienst Vanaf groep 3 hebben de leerlingen bij ons op school klassendienst. Na schooltijd helpen 2 kinderen mee om de klas netjes achter te laten, bord uitvegen, vloer vegen, opruimen etc. Een aardige bijkomstigheid bij deze taak is dat de leerkracht de gelegenheid heeft om eens apart met de kinderen te kletsen en ze eens aparte aandacht te geven. Het duurt ongeveer tot 15.05 uur . U kunt natuurlijk altijd binnen wachten op uw kind.
Rapport Vanaf groep 3 krijgen de kinderen bij ons op school een rapport. In groep 3 werken we in een speciaal rapportboekje dat hoort bij de methode ‘Veilig Leren Lezen’. De kinderen werken driemaal per jaar in dit boekje en krijgen dit tegelijk met de groepen 4 t/m 8 mee naar huis. Voorafgaand aan de rapportuitreiking vinden de contactgesprekken plaats. Tijdens dit gesprek willen wij graag weten hoe uw kind de school ervaart, en bespreken wij met u hoe het met uw kind gaat op het gebied van sociaal emotionele aspecten en op het gebied van schoolvorderingen.
3
Veilg Leren Lezen: Kim versie
Didactiek technisch lezen en spellen De nieuwste didactiek voor technisch lezen en spellen in Veilig Leren Lezen kenmerkt zich onder andere door een gestructureerde opbouw van het letteraanbod. De kinderen verkennen letters vanuit verschillende invalshoeken: luisteren, kijken, schrijven, voelen en ordenen. De nieuwe letters oefenen ze systematisch bij het lezen en spellen in een context van bekende letters. Telkens één nieuwe letter Het inslijpen van teken-klankkoppelingen doen we onder meer door telkens maar één nieuwe letter in het leerproces van de kinderen te introduceren. De klank van het structureerwoord is hierbij het startpunt. Elk nieuw structureerwoord bevat één nieuwe klank/letter. De rest van het woord bestaat uit klanken en letters die al bekend zijn bij de leerlingen. start: kern 1: kern 2: kern 3: kern 4: kern 5: kern 6:
ik - kim - sim kip - aap - raak - rem - vis maan - pet - meet - been - boot doos - doek - zee - ijs - haar wip - zon - zak - bus - jas jeuk - ziek - lijm - hout - vuur mug - saus - muis - duif - geit
We bieden de kinderen extra houvast door de letters te ordenen in vier letterfamilies. Dit zorgt ervoor dat leerlingen zich sneller bewust zijn van de verschillende letters en klankeigenschappen. Het geeft hen inzicht in de woordstructuur. Bij het lezen en de spelling van woorden ervaren ze daar veel steun bij.
4
Woordstructuur leren ontdekken en gebruiken Door in de structureerwoorden een letter te vervangen of weg te laten, ontstaan weer nieuwe woorden. Dit zijn de ‘zoekwoorden’ in de nieuwe Veilig leren lezen. De structureerwoorden vormen een kapstok om de kinderen overeenkomsten en verschillen in woorden te laten zien en te leren gebruiken op alle niveaus. Bijvoorbeeld kip – koop; kip – lip; kip – kin. Op die manier krijgen ze inzicht in de ‘structuur’ van woorden. Focus op strategieën als zoemend lezen In de methode speelt het ‘zoemend lezen’ een belangrijke rol als strategie om kinderen te helpen eerder een woord in zijn geheel te kunnen lezen in plaats van spellend. Door niet vast te houden aan het hakken en plakken, zetten leerlingen sneller de stap naar het direct lezen van groepen letters die ze al kennen. Het hakken blijft een belangrijke strategie, maar dan in de vorm van auditieve analyse voor het spellen. En dus niet voor het lezen. Het zoemend lezen houdt in dat een leerling tijdens het lezen van een woord de klanken van het woord aanhoudt én verbindt, bijvoorbeeld in ‘vvvisss’. Voor klanken die niet zijn aan te houden, zoals de ‘p’, leren kinderen hun mondstand klaar te zetten Differentiatie De methode werkt vanaf de kern Start met twee leerlijnen (maanlijn en zonlijn) en drie aanpakken (maan, ster, zon). Tussen de leerlijnen is er altijd een nauwe verbinding in instructie en materialen. Maan Leerlingen met een normale leesontwikkeling volgen de leerlijn maan.
5
Ster Leerlingen met een moeizame leesontwikkeling volgen eveneens de maanlijn, maar krijgen extra aandacht in de vorm van preteaching, extra instructie en/of begeleide inoefening. Zon Met leerlingen die al beschikken over een volledige letterkennis, wordt een ‘zongroep’ gevormd. Aan het eind van de kern Start bepaalt een toets welke leerlingen de leerlijn zon gaan volgen. Naast volledige letterkennis vragen we van deze leerlingen ook een vlotte beheersing van de letters en het voldoende vlot kunnen lezen van klankzuivere woorden met een medeklinker-klinker-medeklinker structuur. Bovendien is het belangrijk dat zij zelfstandig kunnen werken. Leerlingen die de zonlijn volgen, werken veelal zelfstandig in leesboekjes en werkboekjes met leerstof op een hoger niveau.
Elke kern begint met een ankerverhaal waarmee het thema van de kern wordt geïntroduceerd:.
De thema’s: kern Start kern 1 kern 2 kern 3 kern 4 kern 5 kern 6 kern 7 kern 8 kern 9 kern 10 kern 11 kern Afsluiting
Jij en ik Beestenboel Dag en nacht Hoe voel jij je? Waar woon jij? Mag dat wel? Verhalen in je buik Spannend! Wat kan jij? Hoe kan dat? Kijk eens om je heen Wat bewaar jij? Een wereld vol boeken
Voor meer informatie over Veilig leren lezen kunt u kijken op de site van Veilig Leren Lezen.
6
Computers De kinderen oefenen met het computerprogramma van Veilig Leren Lezen. Ze worden daarbij begeleid door Zoem. Er is ook een versie voor thuisgebruik; u krijgt een brief waarmee u zich kunt aanmelden om hier gebruik van te maken. Het programma sluit precies aan bij de kernen. De kinderen werken aan opdrachten op hun eigen niveau, het programma schakelt automatisch door naar een hoger of lager niveau.
Vrij lezen Al na enkele weken hebben de kinderen regelmatig de tijd om vrij te lezen. Op deze manier stimuleren we het plezier in lezen. We hebben een groot aanbod aan bibliotheekboeken. De kinderen kiezen zelf een boek uit op hun eigen niveau. Wat kunt u thuis doen om uw kind nog beter te laten lezen? Kinderen die thuis veel lezen gaan op school met sprongen vooruit. Lezen is een techniek die nu eenmaal frequent geoefend moet worden. U kunt daar thuis aan bijdragen door uw kind elke dag een stukje hardop te laten lezen. We adviseren een lidmaatschap van de bibliotheek, wanneer uw kind dat nog niet heeft. Het is gratis voor kinderen. ! Voorlezen Laat de kinderen niet alleen zelf lezen, maar blijf ook voorlezen. Dit vinden de kinderen nog erg leuk en het is enorm stimulerend voor de taalontwikkeling van uw kind! Op school leest de leerkracht regelmatig voor. Woordenschat We proberen de woordenschat van alle kinderen zoveel mogelijk uit te breiden; ook dit is opgenomen in de methode Veilig leren lezen.
7
Schrijven De kinderen leren schrijven met de methode Pennenstreken 2 Het verbonden schrift van deze methode sluit aan bij de taalmethode Veilig leren lezen. In de les van Veilig Leren Lezen leren de kinderen een nieuw woord en een letter uit dat woord. In de schrijfles leren de kinderen deze letter meteen op de juiste methodische manier schrijven. Ook leren de kinderen dit schooljaar aan elkaar te schrijven. Vanaf de tweede helft groep 3 is Pennenstreken gekoppeld aan de leerlijn spelling van Veilig Leren Lezen De kinderen leren leesbaar en voldoende vlot te kunnen schrijven. Letters worden aangeleerd in twee lessen; een inoefeningsles en een toepassingsles Ook biedt iedere les twee motorische activiteiten aan met aanwijzingen voor een goede schrijfhouding, papierligging, schrijfbeweging of pengreep. Deze methode begeleidt elke leerling naar geschikt schrijfmateriaal, of dit nu een potlood, pen of vulpen is. Onze letters en cijfers zien er zo uit:
8
9
Rekenen De kinderen leren rekenen met de methode De Wereld in Getallen.
De stof is opgedeeld in acht blokken van vier of vijf weken. Elk blok heeft dezelfde opbouw. In de eerste vier weken van een blok van vijf weken wordt de basisstof behandeld. Elk blok wordt afgerond met een toets. Eén les duurt 50 tot 60 minuten. Organisatie van een week: maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
Les Les Les Les
1 2 3 4
getallen bewerkingen projectles bewerkingen afsluiting
Elke les begint met een gezamenlijke startactiviteit, gevolgd door een instructie voor de hele groep. Vervolgens werken de kinderen in deel 3a zelfstandig aan de volgende opgaven in het werkboek. In deel 3b maken de kinderen zelfstandig opgaven in het takengedeelte van het werkboek. De weektaak in deel 3b is opgedeeld in 3 niveaus: Weektaak op minimumniveau Weektaak op basisniveau Weektaak op plusniveau Vanaf blok twee is er verlengde instructie mogelijk. Deze instructie is bedoeld voor kinderen die na de klassikale instructie behoefte hebben aan meer uitleg.
Leerstofoverzicht in groep 3: In deel 3 A: Oriëntatie op de getallen: o verkennen van de telrij eerst tot 20, geleidelijk wordt de telrij uitgebreid tot 30 en daarna tot 40 o de structuur van de getallen; hiervoor wordt het rekenrekje gebruikt
10
Resultatief tellen; dat is het tellen van hoeveelheden waar herkennen van getalbeelden een belangrijke rol speelt. Daarmee wordt voorkomen dat de kinderen één voor één blijven tellen. Ze oefenen bijvoorbeeld met dobbelsteen structuren Structureren: het kunnen splitsen van getallen in splitsrijtjes: 8 = 1 +7, 2+6, enz Optellen en aftrekken tot 10; het vergelijken van aantallen, het kunnen aangeven of het er meer zijn, minder of evenveel Meten: in praatplaten worden begrippen groot/klein, voor/achter, hoog/laag, enz. herhaald Tijd: dagen van de week Geld: de munten van 1, 2 en 5 cent worden geïntroduceerd. Daarbij komen bedragen tot 20 cent aan de orde Meetkunde: begrippen als voor/achter,links/rechts en boven/beneden komen in verschillende lessen aan de orde
In deel 3B: Oriëntatie op de getallen tot en met 100; o Telrij en met sprongen o Verkenning kralenstang met 100 kralen o Schrijfwijze van de getallen o Contexten Optellen, aftrekken en splitsen tot en met 10 en later tot en met 20 Geld: alle munten, biljetten van 5 en 10 euro, geldbedragen leggen en aflezen en gepast betalen Tijd: hele uren analoog, tijdbalk en maandkalender Meten: lengte, oppervlak en omtrek ( eerste verkenning van de begrippen), inhoud en gewicht Meetkunde: van vogelvluchtperspectief naar plattegrond, routes zoeken op plattegrond en standpunt bepalen
Bij deze methode is een oefenprogramma ontwikkeld voor op de computer. Het schrijven van de cijfers wordt met onze schrijfmethode ingeoefend. Techniek Er zijn 4 techniekmiddagen voor de groepen 3/ 4. Iedere techniekmiddag werken de kinderen de helft van de les onder begeleiding van de leerkracht aan een opdracht, de
11
andere helft van de les werken de kinderen onder begeleiding van hulpouders in tweetallen aan verschillende opdrachten. Het ontdekken staat centraal. Verkeer Let's go! is een verkeersmethode gericht op praktisch en interactief verkeersonderwijs. De lessen worden klassikaal doorlopen via het digibord. Hierbij is veel aandacht voor interactie tussen de kinderen. Samen leren ze de regels en ontdekken ze het belang van veilig verkeersgedrag. Ook is er verwerking met werkbladen. Expressie
Muziek Voor muziek gebruiken we de digitale methode: 123 ZING. Er wordt elke week gezongen in de klas.
Handvaardigheid en tekenen Handvaardigheid en tekenen komen wekelijks aan bod. Onze methode heet: Uit de kunst. Bij de les handvaardigheid worden verschillende technieken aangeleerd. Er wordt gewerkt met een vaste opdracht in het platte vlak of ruimtelijk. We gebruiken o.a. met papier, karton, klei, papier-maché, restmateriaal, lapjes, wol. Bij tekenen wordt een opdracht gegeven naar aanleiding van een thema of seizoen. We gebruiken verf, krijt, kleurpotlood, viltstift, houtskool, inkt, ecoline. De kinderen leren kijken naar kleur en vorm, vlakverdeling, ruimte. Bovendien letten we op de verzorging van het werk. Natuurlijk staat voorop dat de kinderen plezier beleven aan de expressieopdrachten.
12
Het circuit In de klas werken we in het begin drie keer in de week aan het circuit. Tijdens het circuit zijn de kinderen spelenderwijs bezig met lezen, rekenen, schrijven, constructie en expressie. Ze werken in een groepje aan dezelfde activiteit. Activiteiten die in het circuit kunnen zitten, zijn: kleurplaat met woorden, een rekenspel, schrijven of stempelen, Loco, bouwen met een constructiemateriaal, boetseren etc. Deze activiteit is vooral bedoeld om de overgang naar groep 3 te vergemakkelijken. Sociaal emotionele ontwikkeling De methode die we gebruiken heet Kinderen en hun sociale talenten. De volgende thema’s komen aan de orde: Ervaringen delen Aardig doen Samen spelen en werken Een taak uitvoeren Jezelf presenteren Een keuze maken Opkomen voor jezelf Omgaan met ruzie We behandelen deze onderwerpen op verschillende manieren. Bijvoorbeeld met een kringgesprek, een voorleesverhaal met gesprekje een tekenopdracht of een toneelstukje.
13