werken aan zuiver water
Jaarverslag 2011 Dichter bij onze klanten
Dichter bij onze klanten
Jaarverslag 2011
2
Jaarverslag 2011
12
Inhoud 4
Aquafin kort
Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2011
8
Voorwoord
52
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
70
Jaarrekening
3
4
Jaarverslag 2011
Aquafin kort EEN STERKE PARTNER VOOR HET VLAAMSE GEWEST Aquafin is in 1990 opgericht door het Vlaamse Gewest om de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen verder uit te bouwen, te exploiteren en te financieren. Aquafin vangt het huishoudelijke afvalwater van de gemeentelijke riolen op in verzamelriolen en voert het naar zuiveringsinstallaties, waar het wordt behandeld volgens de Europese en Vlaamse normen. De kosten voor de uitgevoerde infrastructuurwerken en de werkingskosten van Aquafin worden via de drinkwatermaatschappijen gedeeltelijk doorgerekend aan de drinkwaterverbruiker. Hiermee volgt het Vlaamse Gewest het ‘de vervuiler betaalt’-principe, dat door Europa aangemoedigd wordt. Het saldo wordt aan de drinkwatermaatschappijen betaald via een werkingstoelage uit het Minafonds. Aquafin staat voor een goed beheer van de zuiveringsinfrastructuur en een sterk vermogen tot innovatie. Zo liggen methodologieën van Aquafin aan de basis van de gebiedsdekkende uitvoeringsplannen, die duidelijk aangeven op het gemeentelijke grondgebied welke infrastructuur er wanneer door het gewest of door de gemeente moet worden voorzien. Door zijn opgebouwde knowhow en jarenlange ervaring is Aquafin ook een gegeerde partner in binnen- en buitenlandse onderzoeksprojecten, gericht op de implementatie van de Europese kaderrichtlijn Water. De kennis die Aquafin zo verwerft, komt ten goede aan het Vlaamse Gewest en de gemeenten.
5
6
Jaarverslag 2011
n Infrastructuur in beheer voor het Vlaamse Gewest
n Voor de industrie in Vlaanderen en buitenlandse partners
Eind 2011 was Aquafin verantwoordelijk voor de exploitatie van 256 rioolwaterzuiveringsinstallaties. Om het afvalwater naar de zuiveringsinstallaties te transporteren, had Aquafin 4.914 km bovengemeentelijke collectoren voor huishoudelijk afvalwater en 1.252 bovengemeentelijke pompstations in beheer. In 2011 voldeden 98,8% van de rioolwaterzuiveringsinstallaties alle opgelegde emissiegrenswaarden. Dat is het beste resultaat ooit bereikt.
Aquaplus NV, het dochterbedrijf van Aquafin, richt zich in het binnenland op de noden van de industrie om aan de Europese richtlijnen te voldoen. Het bedrijf voert er vooral advies-, bouwkundige en ontwerp -en exploitatieopdrachten uit. Op de internationale markt neemt Aquaplus als consultant deel aan open internationale aanbestedingsprocedures. Meestal is het bedrijf dan onderaannemer. De focus ligt op de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, met opdrachten voor de Europese Commissie, voor nationale overheden, steden, gemeenten en nutsbedrijven binnen alle stadia van de afvalwaterzuiveringscyclus. Buiten Europa is Aquaplus vooral actief in het Midden Oosten en in China. Via joint venture ASEWater Technologies ontwikkelt het ook activiteiten in India.
PRODUCTEN EN DIENSTEN BUITEN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST n Voor de Vlaamse gemeenten
Aquafin biedt zijn diensten ook aan voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijke stelsel. Een stad of gemeente kan kiezen voor een samenwerking op lange termijn via een concessie, of ad hoc opdrachten toewijzen aan Aquafin. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om in te stappen in samenwerkingsverbanden die Aquafin heeft met drinkwatermaatschappijen AWW en TMVW (rio-link), VMW (RioAct en Rio-P) en Vivaqua.
KERNCIJFERS Bedragen in 000 euro Bedrijfsopbrengsten Te bestemmen winst Balanstotaal Eigen vermogen Financiering korte termijn Financiering lange termijn Medewerkers Aquafin Medewerkers VMM Medewerkers totaal (aantal)
2007 324.730 10.339 2.398.467 166.592 204.800 1.269.125 777 98 875
2008 326.340 6.289 2.280.359 169.908 82.994 1.192.967 820 95 915
2009 352.047 6.531 2.429.354 167.236 30.500 1.303.608 854 92 946
2010 362.540 7.084 2.671.015 216.561 140.600 1.355.481 882 89 971
2011 426.391 9.585 3.021.359 230.545 82.006 1.724.036 892 87 979
PROJECTEN IN PORTEFEUILLE VOOR HET VLAAMSE GEWEST 31 december 2011 Opgeleverd Gegund en aanbesteed In ontwerp Totaal
Aantal projecten 2.268 330 986 3.584
Waarde (mio euro) 2.964,21 403,51 934,03 4.301,75
Aquafin kort
7
8
Jaarverslag 2011
Voorwoord KWALITEIT OP MAAT VAN DE KLANT Vóór de opstart van Aquafin, werd amper 28% van het huishoudelijke afvalwater in Vlaanderen gezuiverd. Twintig jaar later is de kloof in zuiveringsgraad met de buurlanden duidelijk aan het dichtgroeien en bedraagt de zuiveringsgraad 80%. In agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalent zijn alle zuiveringsinstallaties opgeleverd. Ook alle collectoren zijn er in gebruik genomen. In agglomeraties tussen 2.000 en 10.000 inwonersequivalent is er nog één zuiveringsinstallatie in aanbouw en 13 collectoren in uitvoering. Medio 2012 zal het Vlaamse Gewest volledig voldoen aan de richtlijn Stedelijk Afvalwater. De actieve opdrachtenportefeuille met investeringsprojecten voor het Vlaamse Gewest bedroeg op 31 december 2011 ruim 1,3 miljard euro voor 1.316 projecten. Aquafin leverde tot die datum 2.268 investerings- en renovatieprojecten op voor bijna 3 miljard euro. Ook midden in de Europese soevereine schuldcrisis, bleven de financiers vertrouwen houden in Aquafin, dat de uit te voeren werken voor het gewest prefinanciert. Er was wel een gedeeltelijke verschuiving merkbaar van bancaire leningen naar institutionele investeerders.
9
10
Jaarverslag 2011
Wat betreft de kwaliteit van het gezuiverde huishoudelijke afvalwater, is Vlaanderen al een koploper in Europa. Voor 2011 kan Aquafin bovendien de beste zuiveringsresultaten ooit voorleggen. De goede weersomstandigheden hebben zeker een rol gespeeld, maar onze nauwgezette procesopvolging heeft de doorslag gegeven. Bij onze inspanningen voor beken en rivieren houden we ook andere milieu-aspecten in het achterhoofd. Waar we kunnen doen we aan energiebesparing en hergebruik van grondstoffen, maar nooit ten koste van de effluentresultaten. De minister-president en de minister van Leefmilieu stimuleren Aquafin om onze knowhow te valoriseren bij de gemeenten en de industrie in Vlaanderen, maar ook in het buitenland. Dankzij het maatwerk voor de klant dat in ons aanbod vervat zit, zijn we de grootste speler op de gemeentelijke markt. Dochtermaatschappij Aquaplus heeft het voorbije jaar een nieuwe stap gezet met de oprichting van ASEWater Technologies, een joint venture met een Indische partner. Intern zijn we verder gegaan met de transformatie van een aanbod- naar een vraaggericht bedrijf, om nog beter op maat van onze klanten te kunnen werken. Dat houdt in dat we het procesmatig werken verder hebben uitgerold over de organisatie en tegelijk een grotere regelvrijheid hebben ingesteld voor individuele medewerkers en teams. Een passie voor techniek, technologie en het milieu, dat is wat de medewerkers van Aquafin bindt. Samen hebben we voor een kennisopbouw in de hele waterzuiveringscyclus gezorgd, die Aquafin uniek maakt in Europa. We zijn ons bewust van de waarde van de medewerkers voor dit bedrijf en we zijn ervan overtuigd dat we op hen kunnen rekenen om de toekomstambities van Aquafin waar te maken.
Luc Bossyns gedelegeerd bestuurder
Marc van den Abeelen voorzitter
Voorwoord
11
12
Jaarverslag 2011
Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2011 overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het wetboek van vennootschappen
Corporate governance verklaring Verslag van de raad van bestuur Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest Bouwactiviteit per bekken in 2011 Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest Onderzoek en productontwikkeling Belangrijkste risicofactoren Belangrijkste evoluties na het boekjaar Commentaar bij de balans Commentaar bij de resultatenrekening Voorstel aan de algemene vergadering
14 23 24 28 32 36 41 43 45 47 48 50 51
13
14
Jaarverslag 2011
Corporate Governance Verklaring ALGEMEEN Het eerste Aquafin corporate governance charter (Charter) werd door de raad van bestuur op 26 januari 2006 goedgekeurd. Dit charter werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Belgische corporate governance code van 9 december 2004. Ingevolge de bekendmaking van de nieuwe versie van de code van maart 2009 en wegens de uitgifte van de obligatielening diende het Charter te worden aangepast. De raad van bestuur heeft op 14 januari 2010 dit Charter goedgekeurd. De meest recente versie kan geraadpleegd worden via de website (www.aquafin.be).
RAAD VAN BESTUUR n Samenstelling
Sinds 3 augustus 2010 is de raad van bestuur samengesteld zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Naam
Aard mandaat/onafhankelijk/(niet-)uitvoerend
VOF Thedes, vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen
Voorzitter, onafhankelijk, niet-uitvoerend
Einde mandaat 2014
Luc Bossyns
Gedelegeerd bestuurder, uitvoerend
2014
Alain Bernard
Niet-uitvoerend
2014
Pol Cools
Niet-uitvoerend
2014
Marijke Mahieu
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Francine Swiggers
Niet-uitvoerend
2014
Jhony Van Steen
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Ivo Van Vaerenbergh
Niet-uitvoerend
2014
Vlaamse Milieuholding NV, vertegenwoordigd door Matrix NV,
Niet-uitvoerend
2014
vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck
De raad van bestuur wordt bijgestaan door de secretaris, Alain Vanden Bon.
Verslag van de raad van bestuur
15
16
Jaarverslag 2011
n Voorstelling van de bestuurders
Marc van den Abeelen Marc van den Abeelen is doctor in de rechten van de Vrije Universiteit Brussel. Hij werd hoogleraar Fiscaal Recht en was directeur-generaal van de Hoge Raad voor Diamant. Vanaf 1976 was hij gemeenteraadslid van Aartselaar, van 1988 tot 1993 schepen en vanaf 1993 burgemeester. Tussen 1995 en 2009 was hij volksvertegenwoordiger. Van 1999 tot 2004 was hij voorzitter van de Commissie Financiën en vanaf 2004 tot 2009 voorzitter van de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van het Vlaams Parlement. Sinds 2004 is hij bestuurder bij het Pensioenfonds van het Vlaams Parlement en sinds 2008 is hij bestuurder bij CEGEKA NV. Daarnaast is hij voorzitter van het World Trade Center Antwerpen. In 2009 werd hij voorzitter van Aquafin. Luc Bossyns Luc Bossyns is burgerlijk ingenieur scheepsbouwkunde van de Rijksuniversiteit Gent. Hij behaalde een extra postuniversitair diploma Bedrijfsbeheer aan de UFSIA (Antwerpen). Hij begon zijn professionele loopbaan bij Cockerill Yards Hoboken in 1977. Daarna werkte hij voor CMB (hoofd nieuwbouwafdeling) en Boelwerf (technisch directeur). Van 1993 tot 1995 was hij directeur-generaal en bestuurder van Boelwerf Vlaanderen. Daarna maakte hij de overstap naar Stork MEC, waar hij afgevaardigd bestuurder was. Van 1995 tot 2011 was hij ook vereffenaar van alle middelgrote scheepswerven in Vlaanderen. Daarnaast is hij sinds 1995 ook zaakvoerder van Bamboss BVBA en vanaf 2003 bestuurder bij de firma Etap NV. In mei 2000 is hij aangesteld als gedelegeerd bestuurder bij Aquafin NV. Alain Bernard Alain Bernard is burgerlijk ingenieur bouwkunde en burgerlijk ingenieur industrieel beleid, afgestudeerd aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij T.V. Zeezand voor de uitbouw van de buitenhaven van Zeebrugge. Tussen 1982 en 1985 werkte hij als projectmanager bij NV Dredging International. Daarna werd hij directeur-generaal bij NV Hydro Soil Services. Vanaf 1990 werkte hij opnieuw voor de NV Dredging International, eerst als directeur van de Benelux-divisie en van 1995 tot 2006 als directeur-generaal. Van 1997 tot 2006 was hij eveneens actief als chief operating officer van D.E.M.E.-Group (Dredging Environmental & Marine Engineering). Sinds 2006 is hij chief executive officer van D.E.M.E.-Group en bestuurder bij verschillende dochterbedrijven uit de D.E.M.E.-Group: DEC, C-POWER, Scaldis, GEOSEA…
Sinds 2004 is hij eveneens voorzitter van de Belgische Baggerfederatie. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van Aquafin NV. Pol Cools Pol Cools studeerde aan de Rijksuniversiteit Gent af als burgerlijk ingenieurarchitect en ingenieur in de milieusanering. Hij startte zijn loopbaan in 1972 bij het Wegenfonds en was in 1976 attaché bij het kabinet van minister van Openbare Werken Defraigne. In 1977 vestigde hij zich als zelfstandig architect, eerst met het bureau ir Pol Cools, vanaf 1990 met de studievennootschap Arch & Teco NV, waarvan hij bestuurder was. Hij bouwde het oorspronkelijke architectuuratelier uit tot Arch & Teco Group. Deze multidisciplinaire studie- en consultinggroep bestaat uit acht autonome business units, opgericht door Pol Cools tussen 1977 en 2005. Tot de activiteiten behoren: architectuur, restauratie en ruimtelijke planning; stabiliteit, burgerlijke bouwkunde en waterbouwkunde; infrastructuur; wegenisen rioleringsontwerp; uitrustingstechnieken; EPB en EPC; veiligheidscoördinatie, expertise; milieutechnieken; telecomnetwerken en GIS-projecten; change management; facility management; consulting; projectmanagement en - coördinatie. In 2005 breidde Pol Cools zijn activiteiten op internationaal vlak uit met de oprichting van de joint venture Ase Structure Design Pvt Ltd in Chennai (India), waarvan hij bestuurder is. Sinds 2006 is hij eveneens lid van het College van Vereffenaars bij Berlaymont NV 2000. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van NV Aquafin. Marijke Mahieu Marijke Mahieu is licentiate in de rechten, afgestudeerd aan de Universiteit Gent. Van 1975 tot 1981 werkte ze als advocaat in Gent. Sinds 1981 is ze ambtenaar bij de stad Gent. Tot 1995 werkte ze op de Juridische dienst in verschillende functies. Daarna promoveerde ze tot directeur-manager van de dienst Administratie Technische Diensten. In 1999 werd ze directeur-manager van de dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling en in 2001 waarnemend directeur-generaal van het departement Economie, Milieu en Volksgezondheid. Sinds 2003 is ze departementshoofd Werk en Economie en lid van het managementteam van de stad Gent. Vanuit haar functie is ze ook lid van het directiecomité van het Innovatie- en incubatiecentrum NV van de Universiteit Gent, lid van het directiecomité en bestuurder van de NV De Punt Gent, lid van de raad van bestuur van VZW Startpunt Gent, voorzitter van de raad van bestuur van VZW Labeur Gent en lid van de raad van bestuur van Max Mobiel Gent. In 2007 werd ze benoemd tot bestuurder van Aquafin NV.
Erik Matthijs Erik Matthijs is doctor in de veeartsenijkunde, afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij was praktiserend dierenarts tot oktober 1992. In 1986 werd hij schepen van financiën van de stad Eeklo. In oktober 1992 werd hij aangeduid als nationaal gecoöpteerd senator. Hij zetelde in de Belgische Senaat tot juni 1995. Op 1 januari 1995 werd hij burgemeester van de Stad Eeklo, een ambt dat hij bekleedde tot eind december 2006. Hij was in die periode ook lid van de raad van beheer van de Katholieke Hogeschool voor gezondheidszorg te Gent. In 1995 en 1999 werd hij rechtstreeks verkozen als lid van het Vlaams Parlement voor het arrondissement Gent-Eeklo. In juni 2004 werd hij opnieuw verkozen tot Vlaams volksvertegenwoordiger, maar dan voor de provincie Oost-Vlaanderen. In de Senaat was hij lid van de Commissie Onderwijs en Wetenschap en het Adviescomité voor Europese Aangelegenheden. In het Vlaams Parlement was hij gedurende meer dan tien jaar vast lid van de Commissie Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening. Van 2004 tot 2009 was hij eveneens ondervoorzitter van de Commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting van het Vlaams Parlement. Hij is medeauteur van het vernieuwde Bodemsaneringsdecreet en werkte eind 2004 ook mee aan de reorganisatie van de watersector in Vlaanderen. In mei 2009 werd hij aangeduid als bestuurder van Aquafin NV en voorzitter van het auditcomité. Francine Swiggers Francine Swiggers is licentiate toegepaste economische wetenschappen en master in business administration van de Katholieke Universiteit Leuven. Zij begon haar professionele loopbaan bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. In 1977 maakte zij de overstap naar Bacob bank. Sinds 1997 is zij actief bij Groep ARCO en verantwoordelijk voor de opvolging van de financiële participaties. In 2007 werd ze tot voorzitter benoemd van het directiecomité. Naast bestuurdersmandaten in de maatschappijen van Groep ARCO is zij ook lid van de raad van bestuur bij Dexia SA, Dexia Crédit Local (France), VDK, Censor bij de Nationale Bank van België en voorzitter van Procura vzw. In 1998 werd zij bij Aquafin benoemd tot bestuurder.
Roland Van Dierdonck Prof. Dr. Roland Van Dierdonck is burgerlijk werktuigkundig-elektrotechnisch ingenieur van de Universiteit Gent en doctor of business administration van de Harvard University. Van 1978 tot 1980 doceerde hij aan IMD in Lausanne. In 1980 keerde hij naar België terug om les te geven aan de Universiteit Gent. Van 1987 tot 1990 en vanaf 1996 tot 1998 was hij voorzitter van de School voor Management van de Universiteit Gent. In de periode 1985 tot 1992 was hij gastprofessor bij Insead, École National des Ponts et Chaussées in Parijs en de University of North Carolina in Chapel Hill. Van 1995 tot 2001 was hij gastdocent aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit. Van 1998 tot 2007 was hij decaan van de onafhankelijke Vlerick Leuven Gent Management School. Op 1 oktober 2007 werd hij professor emeritus van de Universiteit Gent. Hij was lid van de raad van bestuur van diverse profit en non-profit organisaties. Sinds september 2010 is hij associate director van de European Foundation for Management Development. Op dit ogenblik is hij voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse Milieuholding NV en lid van de raad van bestuur van Indaver NV en Aquafin NV. Jhony Van Steen Na het beëindigen in 1970 van zijn studies economische wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, was Jhony Van Steen tot 1978 verbonden aan de universiteit als wetenschappelijk medewerker. In 1978 stapte hij over naar de ASLK, waar hij verantwoordelijk was voor de jongerenpolitiek en homebanking introduceerde in 1985. Van 1989 tot 1992 was hij achtereenvolgens adviseur, kabinetschef en adjunct-kabinetschef op het kabinet PTT en het kabinet Overheidsbedrijven. Tussen 1992 en 1993 vervulde hij de functie van bestuurder-directeur bij ASLK Verzekeringen. Van januari 1994 was hij actief als directeur Publieke en Social Profit Sector voor Fortis. Hij bekleedde verschillende bestuursmandaten in verzekeringsmaatschappijen in België en Luxemburg, bij ES-finance, Belgacom, GIMV, PMV/ VPM, VIOM en de scholengroep Dender. Ook vandaag is hij nog actief in diverse raden van bestuur in de publieke en de social profit sector. Sinds 2001 is hij bestuurder bij Aquafin NV en voorzitter van het Benoemings- en remuneratiecomité.
Verslag van de raad van bestuur
17
18
Jaarverslag 2011
Ivo Van Vaerenbergh Ivo Van Vaerenbergh is burgerlijk werktuigkundig ingenieur en ingenieur in de milieusanering van de Vrije Universiteit Gent. Hij behaalde een postgraduaat bedrijfskunde en een master in business administration aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij de diensten Eerste Minister-Programmatie van het Wetenschapsbeleid. Als operationeel directeur stond hij in voor de nationale R&D programma’s Energie, Leefmilieu en Secundaire Grondstoffen. Vanaf 1979 tot in 1994 was hij afgevaardigd bestuurder van Metallo Chimique NV. Hij was voorzitter van de raad van bestuur van het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol (1986-1989) en van de Vlaamse Milieuholding (1994-2002). Als ondernemer is hij sinds 1986 voorzitter-afgevaardigd bestuurder van de REM.B/Morssinkhof Hydraulics Group (Beerse, Roosdaal) en bestuurder bij Renewable Ventures Fund cvba, ENERGIUS NV, Thenergo NV en W-Kracht NV. Verder is bij bestuurder bij Reynaers Aluminium NV, Ziekenhuis Netwerk Antwerpen vzw, Lanbokas en Edan Business Systems NV. Gedurende twintig jaar was hij in de Kempen voorzitter van Voka - Kamer van Koophandel Kempen en tot op heden zit hij de Regionale Nucleaire Coördinatiecel (RNC) voor. Sinds 1995 is hij bestuurder bij Aquafin NV. Tussen 1999 en mei 2009 was hij voorzitter.
n Activiteitenverslag en aanwezigheden
Naast de uitoefening van de bevoegdheden zoals omschreven in het charter, heeft de raad van bestuur in het afgelopen boekjaar eveneens aandacht besteed aan het verder opzetten en uitbouwen van samenwerkingsverbanden, de financiering en het budgetbeheer voor investeringsprojecten. Tijdens 2011 vergaderde de raad van bestuur acht keer. Tijdens twee vergaderingen waren alle bestuurders aanwezig. Op drie vergaderingen waren negen bestuurders aanwezig en op de overige drie bijeenkomsten waren acht bestuurders aanwezig. Drie bestuurders waren elk op één vergadering verontschuldigd. Drie andere bestuurders waren verontschuldigd voor twee vergaderingen.
AUDITCOMITÉ n Samenstelling
Voorzitter
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs Pol Cools Marijke Mahieu Francine Swiggers Vlaamse Milieuholding, vertegenwoordigd door Matrix NV, vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck
n Activiteitenverslag en aanwezigheden
Naast de uitvoering van de activiteitsdomeinen die specifiek toevertrouwd werden aan het auditcomité, werd onder meer de onafhankelijkheid van de commissaris geëvalueerd, op basis van de verklaring in de management letter per 31/12/2010. Na toelichting van het aanbestedingsverslag ter benoeming van de commissaris adviseerde het comité om de opdracht te gunnen aan Ernst & Young. Inzake het rentemanagement gaf het comité advies voor een aantal hedgingvoorstellen. Ook de impact die de IFRS conversie heeft op een aantal rubrieken uit de balans en/of resultatenrekening werd uitvoerig besproken, net zoals de toelichtingen onder IFRS. Het comité gaf eveneens advies over een aantal punten, die betrekking hebben op de relatie met de economisch toezichthouder. In 2011 kwam het auditcomité viermaal samen. Tijdens één bijeenkomst was het comité voltallig, tijdens de overige vergaderingen was telkens één bestuurder afwezig. Twee bestuurders woonden alle vergaderingen van het comité bij, de drie overige bestuurders waren elk op één vergadering verontschuldigd.
BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITÉ n Samenstelling
Voorzitter
Jhony Van Steen Alain Bernard Ivo Van Vaerenbergh
n Activiteitenverslag en aanwezigheden
Naast de opname van de gebruikelijke domeinen inzake loonpolitiek, extra legale voordelen, CAO- onderhandelingen, de opstelling van de doelstellingen voor het directiecomité en de evaluatie van de realisatie van deze doelstellingen, adviseerde het comité de raad van bestuur over de door het management voorgestelde aanpassing van de organisatie, volgend uit het strategisch plan van Aquafin. Ook de implicaties van de regeringsverklaring op de arbeidskosten werden in een eerste lezing bekeken. Tijdens het voorbije boekjaar kwam het benoemings- en remuneratiecomité drie keer samen. Twee vergaderingen vonden plaats in aanwezigheid van alle leden, op één vergadering was één bestuurder verontschuldigd.
DIRECTIECOMITÉ n Samenstelling
Gedelegeerd bestuurder Directeur Operaties Directeur Infrastructuur Commercieel directeur Directeur Procesinnovatie en Informatiesystemen
Luc Bossyns Erik Poppe Dirk De Waele Boudewijn Van De Steene Danny Baeten
VOORNAAMSTE ELEMENTEN VAN HET EVALUATIEPROCES VAN DE RAAD VAN BESTUUR, DE COMITÉS EN DE INDIVIDUELE BESTUURDERS De leden van de raad van bestuur evalueren op regelmatige basis de omvang, samenstelling en werking van dit orgaan. Ook wordt de relatie en interactie met het directiecomité bekeken. De bestuurders ontvangen hierover een analyse van het benoemings- en remuneratiecomité. Om deze interactie te beoordelen, komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste éénmaal per jaar samen zonder de gedelegeerd bestuurder. Binnen het evaluatieproces van het auditcomité worden de volgende elementen behandeld: het interne reglement, de samenstelling en benoeming, de vergaderingen, de opleiding van de leden en de middelen hiervoor, de klokkenluidersprocedure en de relatie met de raad van bestuur. Er wordt ook een evaluatie gemaakt van de verantwoordelijkheden inzake de financiële rapportering van de vennootschap, de interne controle en risicobeheerssystemen en tenslotte de interne en externe audit.
Verslag van de raad van bestuur
19
20
Jaarverslag 2011
Het benoemings- en remuneratiecomité maakt om de twee jaar een evaluatie van haar eigen efficiëntie en doeltreffendheid. Voor deze zelfevaluatie wordt een individuele vragenlijst voorgelegd aan de leden van het comité. De resultaten worden besproken tijdens een vergadering van dit comité en voorgelegd aan de raad van bestuur. Verder wordt een analyse gemaakt van de interactie tussen het directiecomité en de raad van bestuur. Het comité geeft tenslotte advies over de prestaties van de individuele bestuurders met het oog op hun eventuele herbenoeming, en heeft bijzondere aandacht voor de evaluaties van de verschillende voorzitters.
REMUNERATIEVERSLAG n Niet-uitvoerende bestuurders
De algemene vergadering besliste in 2005 om een vaste vergoeding per jaar uit te betalen, aangevuld met een vergoeding per bijgewoonde vergadering van de raad van bestuur of één van haar comités. Deze bedragen worden verhoogd met 20% voor de voorzitter van de raad van bestuur en de voorzitters van de comités. Indien de bestuurders een taak uitoefenen die losstaat van hun normale taken als bestuurder, wordt hun overeenkomstig de beslissing in 2009 een onkostenvergoeding toegekend. Het betreft enkel opdrachten die door de raad van bestuur of het directiecomité af en toe aan individuele bestuurders worden toevertrouwd. De vergoedingen worden ten laste genomen van de algemene kosten.
n Uitvoerend bestuurder
De totale bruto-vergoeding die over 2011 door de vennootschap BVBA Bamboss, waarvan de zaakvoerder de uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder is, aan Aquafin werd gefactureerd is als volgt samengesteld: Basisvergoeding: Variabel deel: Pensioenrechten: Andere vergoedingsbestanddelen:
€ 384.415,30 € 139.620,01 nvt € 1.895,95
Hij ontvangt geen vergoeding als bestuurder (binnen de raad van bestuur). n Directiecomité
De totale bruto-verloning die over 2011 aan de leden van het directiecomité – met uitzondering van de uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder – werd toegekend, bedraagt: Basissalaris: Variabel deel1: Pensioenrechten: Andere vergoedingsbestanddelen:
Naam VOF Thedes, vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen
€ 622.501 € 65.986,25 € 120.471,06 € 127.220,35
Ontvangen bedrag totaal (V)
Alain Bernard
€ 38.231,44 € 12.838,94
Pol Cools
€ 13.155,95
Marijke Mahieu
€ 12.786.10
Francine Swiggers Jhony Van Steen
€ 12.469,09 (V)
Ivo Van Vaerenbergh
€ 13.842,81
VMH NV, vertegenwoordigd door Matrix NV, vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs
€ 15.301,06
€ 12.469,09 (V)
€ 15.681,47
((V) = voorzitter)
1 Het totale bedrag van dit inkomstenbestanddeel wordt verdeeld in een bedrag dat als brutopremie wordt uitgekeerd en ook onder deze rubriek is opgenomen en een bedrag dat deel uitmaakt van de pensioenrechten en opgenomen werd in de rubriek met die naam.
VOORNAAMSTE KENMERKEN VAN DE INTERNE CONTROLE- EN RISICOBEHEERSSYSTEMEN VAN DE VENNOOTSCHAP De raad van bestuur is zich bewust van haar verantwoordelijkheden en houdt rekening met de risico’s bij het bepalen van de strategische richting die het bedrijf uitgaat. Op haar vergaderingen komen de risicogerelateerde onderwerpen aan bod. Ook het directiecomité is zich bewust van het belang van een goede interne controle en een goed risicobeheer. Risicogerelateerde onderwerpen worden besproken op de wekelijkse vergaderingen.
n Algemeen
Na advies van het benoemings- en remuneratiecomité wordt door de raad van bestuur het verloningsbeleid zowel voor het uitvoerend management als voor de gedelegeerd bestuurder vastgelegd. Dit beleid beoogt het aantrekken, behouden en motiveren van bekwame en deskundige personen. De omvang van de vergoeding houdt rekening met de individuele taken en verantwoordelijkheden van de leden van het directiecomité. De prestaties van het directiecomité worden eenmaal per jaar in aanwezigheid van de gedelegeerd bestuurder beoordeeld. Uiteraard is de gedelegeerd bestuurder afwezig bij zijn eigen beoordeling. Het benoemings- en remuneratiecomité volgt de procedure nauwgezet, die door de raad van bestuur wordt goedgekeurd. Elk jaar worden op basis van het reglement bedrijfs-, persoonlijke en commerciële doelstellingen geformuleerd. Aan elk van deze doelstellingen wordt vooraf een bepaald gewicht in de evaluatie toegekend. Voor 2011 hadden de elementen van evaluatie betrekking op onder meer organisatorische, budgettaire, economische en ecologische aspecten en/of resultaten. Naast de evaluatie op basis van de geformuleerde doelstellingen wordt ook het totale functioneren van het directielid beoordeeld. De periode waarbinnen deze prestaties beoordeeld werden, loopt van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. Er werden geen aandelen(opties) en/of rechten om aandelen te verwerven toegekend aan de leden van het uitvoerend management (inclusief de gedelegeerd bestuurder). Er werden geen arbeidsovereenkomsten gesloten met de gedelegeerd bestuurder of een ander lid van het directiecomité op of na 1 juli 2009.
Binnen alle afdelingen wordt een risicobeheerbeleid gevoerd, waarbij de beleidslijnen zijn bepaald, procedures werden uitgeschreven, handtekeningbevoegdheden bepaald werden, knipperlichten werden ingebouwd en gebruik gemaakt wordt van checklists. Ook de wijzigingen in de wetgeving worden opgevolgd. Er werden ook de nodige maatregelen getroffen voor de beveiliging van informatie. Een aantal specifieke afdelingen focussen zich sterk op risico’s: Preventie en Bescherming, Milieu, Compliance Management, de verantwoordelijke Minder Hinder, de ombudsman en de interne auditor. Daarnaast maakt de vennootschap ook werk van de opvolging en rapportering van risico’s. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een betrouwbaar informatiesysteem en de Balanced Scorecard, als meetinstrument en als rapporteringssysteem. Op de geïnstalleerde procedures worden intern kwaliteitsaudits uitgevoerd. Zowel de interne auditor, de externe auditor als de economisch toezichthouder van het Vlaamse Gewest houden toezicht op de vennootschap.
CONTROLE VAN DE VENNOOTSCHAP Op 8 juni 2011 werd Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, J. Englishstraat 52 te Borgerhout, vertegenwoordigd door Ronald Van den Ecker door een algemene vergadering benoemd als commissaris van de vennootschap. Het mandaat van de commissaris eindigt bij het sluiten van de algemene vergadering die zich uitspreekt over de jaarrekening in 2014. De jaarlijkse vergoeding van de commissaris voor de statutaire controle over de jaarrekening van de vennootschap bedraagt 45.000 euro (exclusief BTW). In het kader van de begeleiding van de omschakeling naar IFRS werd aan de commissaris voor bijzondere opdrachten en aan personen met wie hij beroepshalve in samenwerkingsverband staat een bedrag van 25.000 euro (exclusief BTW) betaald. Verdere informatie is terug te vinden in de toelichting bij de jaarrekening.
Verslag van de raad van bestuur
21
22
Jaarverslag 2011
AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR EN KRUISPARTICIPATIES
TRANSACTIES MET VOORWETENSCHAP EN MARKTMISBRUIK
De Vlaamse Milieuholding bezit alle aandelen van Aquafin NV. Er bestaan geen kruisparticipaties.
Vermits de richtlijn 2003/6/EC betreffende de handel met voorwetenschap en marktmanipulatie sinds de uitgifte van de obligatielening van toepassing is op de vennootschap, werden in het vernieuwde charter (goedgekeurd door de raad van bestuur op 14 januari 2010) maatregelen opgenomen om in overeenstemming te zijn met de bepalingen van deze richtlijn. De rol van de compliance officer voor de naleving van de toepasselijke bepalingen en de nodige informatieverstrekking werd omschreven. Een verhandelingsreglement zal indien nodig worden opgesteld door de raad van bestuur.
TOELICHTING BIJ DE AFWIJKING TEN OPZICHTE VAN DE CODE Aquafin past de bepalingen zoals vastgesteld in de Belgische corporate governance code voor genoteerde bedrijven toe. In bepaalde gevallen wordt afgeweken van de code, wegens het eigen karakter van het aandeelhouderschap van de onderneming. De bepalingen van de code die niet nageleefd worden, worden hierna verder toegelicht. • Bepaling 5.2/4: meerderheid van onafhankelijke bestuurders in het auditcomité. Het comité heeft een samenstelling die beantwoordt aan de vereisten van de wetgeving (art. 526bis W. Venn.) • Bepaling 5.4/1: meerderheid van onafhankelijke bestuurders in het benoemings- en remuneratiecomité. Om de continuïteit binnen dit comité te waarborgen, werd geopteerd om de heer Van Vaerenbergh, die geen onafhankelijk bestuurder is, maar die het bedrijf en de specifieke context waarbinnen het moet werken door en door kent, aan te stellen als lid van dit comité. • Bepaling 8.9: samenroepen van algemene vergaderingen. In de statuten van de vennootschap is de wettelijke drempel van 20% voor de bijeenroeping van een algemene vergadering opgenomen. Gelet op de eigenheid van het aandeelhouderschap van de vennootschap heeft een verlaging van deze drempel vandaag geen nut.
De heer A. Vanden Bon, secretaris van de raad van bestuur, is aangesteld als compliance officer. In 2011 werden er geen meldingen gedaan waarop deze bepalingen van toepassing zijn.
Verslag van de raad van bestuur Getrouw aan ons strategisch plan, is Aquafin verder gegaan met de uitbreiding en uitdieping van onze kernactiviteiten volgens het gekozen model van ‘customer intimacy’. Het volume aan studies en aanbestede projecten voor het Vlaamse Gewest en de gemeentelijke klanten samen, lag bijzonder hoog in 2011. Operationeel scoorden we zeer goed, met een kwaliteit van het gezuiverde water die beter was dan ooit tevoren. Met die resultaten konden we onze reputatie als kenniscentrum in de hele afvalwatercyclus verder versterken in binnen- en buitenland.
Verslag van de raad van bestuur
23
24
Jaarverslag 2011
Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar VAN AANBOD- NAAR VRAAGGERICHT BEDRIJF Wat Aquafin uniek maakt, is onze volledige kennis van de afvalwatercyclus. We spelen op Europees niveau mee aan de top binnen elk aspect van waterzuivering: van gebiedskennis, technische en technologische kennis tot operationele ervaring, asset management en financiële expertise. Daardoor kunnen we onze klanten een totaalpakket aan diensten aanbieden, binnen een bedrijfsmodel van ‘customer intimacy’. Voor onze klanten betekent dat maatwerk binnen een transparant budget en een duidelijke timing. We streven echter niet alleen naar tevreden klanten die terugkeren. Voor al onze stakeholders moet contact met Aquafin een aangename ervaring zijn.
n Opstart procesgerichte teams
Om te werken op maat van de klant, moest Aquafin transformeren van een aanbod- naar een vraaggericht bedrijf. In 2011 zijn we verder gegaan met de implementatie van procesgericht werken doorheen de hele organisatie. In dat kader werd ook de volledige ICT-architectuur hertekend. In 2012 vinden al de eerste migraties plaats. Vraaggericht gaan werken, houdt echter veel meer in dan het kantelen van de structuur van het bedrijf. Om succesvol te zijn, moet het lerend vermogen van de organisatie worden aangescherpt en moet de autonomie van de medewerkers worden vergroot. Binnen het bedrijf maken we werk van multidisciplinaire teams die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor een volledig proces en stappen we meer en meer af van gespecialiseerde afdelingen. De grootste stap op dit gebied was de installatie van de business units eind vorig jaar, die de interactie moeten bevorderen tussen de kernprocessen Visievorming op het netwerk en Versnelde uitvoering en het sturend proces Accountmanagement. n Duidelijke engagementen naar stakeholders
Hoe groter de autonomie van teams en individuele medewerkers, hoe duidelijker het voor iedereen moet zijn waar het bedrijf voor staat en welke richting het uit wil. Aquafin had al een duidelijke missie, een uitgeschreven visie en expliciete bedrijfswaarden. Deze waarden hebben we het voorbije jaar verder vertaald in concrete engagementen naar al onze stakeholders. Het gaat niet om wetten, maar om een kader dat duidelijk maakt hoe elke medewerker in contacten met klanten en andere stakeholders volgens de bedrijfsfilosofie moet handelen, zonder dat telkens te moeten afchecken met de hiërarchische lijn. Daardoor komt er meer ruimte vrij voor eigen initiatief.
FINANCIERING VAN AQUAFIN IN EEN GEWIJZIGDE MARKT n Verschuiving naar institutionele investeerders
In 2011 was de financieringsbehoefte voor Aquafin veel groter dan voorgaande jaren. Dat kwam vooral door de aankoop van de VMM-gronden en installaties die het gewest opgedragen had. In de huidige financiële situatie is het aan te raden om financieringen vast te leggen nog voordat ze nodig zijn, ook al heeft Aquafin nooit problemen op dat gebied gehad. Na de banken- en financiële crisis is het financieringslandschap drastisch gewijzigd. De ‘cost of fund’ van de banken is sterk gestegen en er is een grote diversificatie tussen de banken ontstaan.
CONTINU VERBETEREN Continu Verbeteren zien we zozeer als noodzaak, dat de manier waarop we die organisatiegroei willen realiseren gedefinieerd werd als een proces binnen Aquafin. Het wordt vorm gegeven door verbetervoorstellen samen te brengen over de afdelingen heen en ze te prioriteren aan de hand van business cases, door de realisaties op te volgen en het bereikte resultaat te controleren. Binnen de afdeling Business Excellence, die in 2011 werd opgericht, zijn specifieke disciplines van Continue Verbetering samengebracht die voorheen verspreid over de organisatie werden uitgevoerd: Process Management, Kenniscreatie, Kostenmanagement en Energiemanagement.
Daardoor waren de banken beperkt in hun mogelijkheden om bijkomende leningen te verstrekken, maar de mogelijkheden via commercial paper bij andere investeerders was voldoende ruim. Aquafin kwam daar met zijn sterke rating zeker voor in aanmerking. Die alternatieve financiering is gevonden bij Belgische institutionele investeerders, op basis van onze eigen leningdocumentatie, en gezocht via BNP Paribas Fortis en Dexia Bank België (Belfius). n Nieuwe lening bij de Europese Investeringsbank
Ook met de Europese Investeringsbank is Aquafin in onderhandeling voor een nieuw krediet. De EIB en Aquafin werken al sinds 1994 samen. Aquafin is deze instelling zeer dankbaar voor het advies en de ondersteuning gedurende al die tijd. Met de achtste lening die in aantocht is meegerekend, heeft de Europese Investeringsbank de waterzuiveringssector in Vlaanderen al voor 1,4 miljard euro gesteund.
Verslag van de raad van bestuur
25
26
Jaarverslag 2011
n Nieuwe financieringsuitdagingen
De evolutie op de financiële markten heeft een impact op de structuur waaronder Aquafin haar financiële behoeften invult. Tot 2010 was er een match tussen de betalingen van de aflossingen van de leningen op lange termijn en de ontvangsten uit de facturatie aan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen. Door de gewijzigde marktomstandigheden kan Aquafin de financieringsbehoefte niet steeds invullen met kredieten die de gewenste kenmerken hebben (leningen met kortere looptijden dan 30 jaar en ‘bullet’ leningen waarbij enkel interest betaald wordt en geen kapitaal, in plaats van leningen met een aflossend karakter). Het wordt dus mogelijk dat op jaarbasis de betalingen door de drinkwatermaatschappijen de terugbetalingen van de leningen niet volledig dekken, waardoor het risico ontstaat dat er geen financiering tegen redelijke condities beschikbaar is in de geld- of kapitaalmarkt op het moment dat bestaande financieringsarrangementen komen te vervallen. Aquafin zal wel altijd voldoende aanspraken op de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest hebben om alle leningen terug te betalen. Dat laatste is uitdrukkelijk opgenomen voor de kredieten op lange termijn, die onder de affectatieovereenkomst vallen (de affectatieratio). n Uitvoering fase 2 aankoop VMM-activa
Naast de financiering van het optimalisatieprogramma, is financiering op lange termijn aangetrokken om installaties en de bijhorende gronden van de Vlaamse Milieumaatschappij aan te kopen. De eerste fase van de aankoop vond plaats in 2010, voor een waarde van ruim 150 miljoen euro. In 2011 werd de tweede fase van deze operatie uitgevoerd en heeft Aquafin voor bijna 154 miljoen euro gronden en installaties van het VMM-patrimonium aangekocht. In het kader van de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en Aquafin kreeg het bedrijf in 1994 het gebruiksrecht van de installaties die al opgericht waren voordat het bedrijf actief was. Deze installaties staan niet op de balans van Aquafin. De investeringen voor renovaties en uitbreidingen van deze installaties, die Aquafin de voorbije jaren heeft uitgevoerd, staan wel op onze balans. Omdat het beheer van dit patrimonium door twee partijen niet efficiënt bleek, had de Vlaamse Regering beslist om de installaties en de bijhorende gronden die in handen zijn van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) door Aquafin te laten aankopen, exploiteren en financieren. Om de financiering van de uitgaven voor deze aankoop van VMM-installaties mogelijk te maken, zijn de beheersovereenkomst en de affectatieovereenkomst aangepast.
Een gedeelte van de aankoop is niet met vreemde middelen maar met eigen middelen gefinancierd, en wordt niet doorgerekend in de drinkwaterfactuur. Wel zal bij een eventueel einde van de beheersovereenkomst het overeenkomstige bedrag in één keer doorgerekend kunnen worden. Het gedeelte gefinancierd met vreemde middelen wordt doorgerekend over een periode van 20 jaar. Voor de financiering van de aankoop heeft Aquafin beroep gedaan op niet-financiële instellingen waaronder verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen, die door hun eigen verplichtingen (cf. Solvency II) te vinden waren voor deze kredietformule. Deze toonden over het algemeen interesse voor een amortizerend karakter van de schuldaflossing op 20 jaar, wat overeenkomt met de facturatiestromen richting de drinkwatermaatschappijen. n Rating Aquafin volgt beoordeling van het Vlaamse Gewest
Kredietbeoordelaar Moody’s verlaagde eind 2011 de rating van België. Kort daarop volgde ook een ratingverlaging voor het Vlaamse Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest. Het Vlaamse Gewest is met twee niveaus omlaag gebracht naar Aa2, met een negatieve outlook. Deze rating blijft hoger dan die van België, die op Aa3 staat. De beoordeling van de kredietwaardigheid van Aquafin is op hetzelfde niveau als het Vlaamse Gewest gebracht. Deze aanpassing is alleen geïnspireerd door de nauwe band die Aquafin heeft met het Vlaamse Gewest. Ze is niet beïnvloed door de financiële structuur van Aquafin, die ongewijzigd is gebleven. De P-1 rating op korte termijn bleef onveranderd. Ook met deze aangepaste rating blijft Aquafin tot de top van kredietwaardige bedrijven behoren. Het bedrijf bleef het vertrouwen genieten van diverse kredietverstrekkers. n Actief rentemanagement
Door het renterisico actief te beheren, wil Aquafin de financieringskost optimaliseren. In mei 2006 heeft de raad van bestuur de krijtlijnen van een dynamisch beheer van het renterisico goedgekeurd. In 2008 werd het rentebeleid aangepast. In 2009 werden voornamelijk de omschrijvingen en definities aangepast. Aan de principes zelf werd niets gewijzigd. Het actief rentemanagement mag toegepast worden op maximum 35% van de onderliggende schuld van Aquafin’s totale schuld op lange termijn en heeft als doel om rentebesparingen te realiseren. De portefeuille mag als volgt opgebouwd zijn: minimum 65% vastrentend karakter en 35% vlottend karakter, waarvan 25% met ultiem plafond en 10% volledig vlottend.
Voor de indekking van toekomstige financieringsbehoeften voorziet het rentebeleid in een dynamisch rentemanagementprogramma tot maximum 50% van de toekomstige schuld op lange termijn, met een horizon van 5 jaar. Hierbij dient er steeds voor gezorgd te worden dat de risico’s ingedekt zijn en er telkens een onderliggende lening overeenkomt met een indekkingstructuur. Het financiële resultaat van het rentemanagement wordt berekend tegen individuele benchmarks (het resultaat van een individuele strategie in vergelijking met de geldende swap rente op het moment van het opzetten/uitvoeren van de structuur). De rentekost van de onderliggende lening moet worden samengenomen met het resultaat van de structuur die hierop gebouwd is, om de uiteindelijke financieringslast te kennen. Het financiële resultaat wordt verrekend met de drinkwatermaatschappijen. In 2011 zijn er nieuwe structuren opgezet voor onze toekomstige financieringsbehoefte. Ook de bestaande strategieën zijn geoptimaliseerd. Aquafin blijft hierbij binnen de vooropgezette 35% en 50%. De helft van de opbrengst van het rentemanagement wordt onmiddellijk in mindering gebracht van de factuur aan de drinkwatermaatschappijen. De andere helft wordt binnen het bedrijf gehouden als een buffer voor eventuele optimalisaties. Op het einde van het jaar wordt het globale resultaat bekeken van alle hedging operaties samen, zodat voor elke euro die naar de buffer gaat, er een in mindering van de factuur aan de drinkwatermaatschappijen komt.
n Boekhouding overgeschakeld op internationale standaard
Aquafin rapporteert vanaf de jaarafsluiting per 31 december 2011 volgens de IFRS-standaarden die van toepassing zijn. Naast de rapportering volgens de algemeen aanvaarde Belgische boekhoudnormen (Belgian GAAP) worden er ook geconsolideerde IFRS-financiële staten opgemaakt. Ze omvatten een balans, een overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, een mutatieoverzicht van het eigen vermogen, een kasstroomoverzicht en uitgebreide toelichtingen, inclusief waarderingsregels.
EU-BOETE VOOR BELGIË - EEN LAATSTE STAND VAN ZAKEN Op het moment voldoet België nog niet aan de bepalingen van de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater voor de agglomeraties boven 10.000 inwoners. Europa legde in dit dossier een verzoekschrift neer bij het Europese Hof met het oog op een veroordeling van België. Wat Vlaanderen betreft gaat het nog om één enkele agglomeratie/zuiveringsinstallatie die niet volledig in orde is, met name die van Beersel. Die installatie is operationeel, maar er konden nog voor geen volledig jaar de verplichte staalnames voorgelegd worden.
Verslag van de raad van bestuur
27
28
Jaarverslag 2011
Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest In de loop van 2011 hebben we de mensen die werken aan de processen Visie op het netwerk, Versnelde uitvoering van projecten en Account management samengebracht in business units. Zo hebben we onze kernprocessen klaargemaakt voor groei in de toekomst. Ondanks die interne focus werden er bijzonder veel projecten voor de uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen uitgevoerd. Als we de aanbestedingsbedragen voor het gewest en voor klant-gemeenten optellen, blijkt 2011 zelfs één van de beste jaren ooit. We verwachten dat het werken in business units in 2012 echt gaat renderen, zodat we projecten volledig ontwerpen, uitvoeren en afwerken volgens onze eigen hoge kwaliteitstandaarden en we tegelijkertijd het resultaat leveren dat de klant vraagt.
De opgestarte business units zullen ook de samenwerking met de operationele teams verdiepen, om zo te komen tot optimaal werkende zuiveringsgebieden. Vooral de gebiedsingenieurs binnen het proces Visie, zullen een belangrijke rol spelen binnen ons asset management. n Verhoogd aanbestedingsvolume
De actieve opdrachtenportefeuille met investeringsprojecten voor het Vlaamse Gewest bedroeg op 31 december 2011 ruim 1,3 miljard euro voor 1.316 projecten. Aquafin leverde tot die datum 2.268 investerings- en renovatieprojecten op voor bijna 3 miljard euro.
WAARDE PROJECTENPORTEFEUILLE n In ontwerp:
934,03 mio euro
Aquafin bracht in 2011 voor 154 miljoen euro aan projecten op de markt voor het Vlaamse Gewest. Dat is 3 miljoen euro meer dan in 2010. De target van 160 miljoen euro werd bijgesteld naar 157 miljoen, op basis van de werkelijke prijzen die de aannemers indienden bij de aanbestedingen van projecten. Van dat bedrag is 98% gerealiseerd. Doordat de richtlijn Stedelijk Afvalwater bijna volledig is uitgevoerd, waren de projecten die moesten worden aanbesteed relatief klein. Zulke projecten vragen veel technische en administratieve opvolging, maar dragen elk apart weinig bij aan het globale aanbestedingsvolume. Voor 2012 ligt de target op 183 miljoen euro, vooropgesteld dat die doelstelling past binnen de budgetten van het Vlaamse Gewest. Door samenwerking met gemeentes en intercommunales steeg het bedrag van 154 miljoen euro dat Aquafin voor het gewest realiseerde tot 250 miljoen euro.
n Opgeleverd
2.964,21 mio euro
Voor de aanbesteding van commerciële projecten was 2011 een topjaar, met een totaalbedrag van ruim 45 miljoen euro. Beide soorten projecten gecombineerd, geeft één van de hoogste aanbestedingsvolumes ooit voor projecten voor de uitbouw en optimalisatie van de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen.
n Gegund en
aanbesteed: 403,51 mio euro
n Visie-ontwikkeling over de uitbouw en het beheer van
de zuiveringsinfrastructuur In hydraulische studies worden de fysische parameters van het stelsel geregistreerd en vastgelegd. In 2011 heeft Aquafin 36 hydronautstudies opgeleverd, voor een totaal van ruim 3 miljoen euro. Hiervan waren 25 studies nodig voor de uitbouw van het rioolstelsel, de overige 11 studies hadden tot doel de kennis over de zuiveringsgebieden te vergroten.
Voor alle agglomeraties was bepaald welke zuiveringsinfrastructuur prioritair is om aan de richtlijn Stedelijk Afvalwater te voldoen. In agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalent zijn alle zuiveringsinstallaties opgeleverd. Alle collectoren zijn al in gebruik genomen, maar drie projecten moeten nog wel nog worden opgeleverd. In agglomeraties tussen 2.000 en 10.000 inwonersequivalent ontbreekt er begin 2012 nog slechts één zuiveringsinstallatie in Melsbroek. Deze installatie zal in de loop van 2012 operationeel worden. De resterende 13 prioritaire collectoren zijn allemaal in uitvoering.
Vorig jaar maakten we werk van een multilaterale overeenkomst voor studieopdrachten. Zo willen we een relatie op lange termijn uitbouwen met kwalitatief goede studiebureaus en kunnen we capaciteit reserveren op de markt zonder die te verstoren. Deze werkwijze moet ook de doorlooptijd verkorten bij toewijzing van opdrachten. De oproep voor kandidatuurstelling is gelanceerd.
Verslag van de raad van bestuur
29
30
Jaarverslag 2011
AANBESTEDINGSRITME (in miljoen euro)
OPLEVERINGSRITME (in miljoen euro)
300
300
250
250
200
200
150
150
100
100
50
50
0
0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 n Aquafin n Aandeel andere instanties
n Evenveel projecten afgewerkt maar minder opgeleverd
In 2011 heeft Aquafin voor het Vlaamse Gewest projecten opgeleverd voor een totaal van 146 miljoen euro. We hebben voor 158 miljoen euro projecten uitgevoerd, volgens de afgesproken target, maar door vormelijke tekortkomingen in onze opleveringsdossiers, heeft de klant maar voor 146 miljoen euro aan projecten als opgeleverd beschouwd. Alle gebouwde zuiveringsinfrastructuur is wel in dienst genomen en de vormelijke aspecten in de resterende dossiers werden begin 2012 recht gezet.
2004
2005 2006
2007
2008 2009
2010
2011
n Budget n Totaal opgeleverd
In 2011 werden 13 nieuwe zuiveringsinstallaties opgeleverd: in Engsbergen, Sint-Joris-Winge, Kemmel, Vissenaken, Wetteren-Westrem, Kruiseke, Bavegem, Heldergem, Oplinter, Asse-Bekkerzeel, Duffel-Mijlstraat, Hoepertingen en Geetbets. Vier zuiveringsinstallaties werden gerenoveerd. Het gaat om de installaties in Sint-Amands, Heist, Bocholt en Itegem.
De target voor 2012 bedraagt ook voor de opleveringen 183 miljoen euro, ook hier mits de nodige budgetten en middelen worden goedgekeurd. Deze doelstelling is de laatste 10 jaar niet meer zo hoog geweest. Ook de targets voor de commerciële projecten in opdracht van de gemeenten liggen elk jaar hoger.
Om het afvalwater naar de zuiveringsinstallaties te transporteren heeft Aquafin 171 km bijkomende leidingen en 55 nieuwe pompstations in exploitatie genomen. Eind 2011 had Aquafin in totaal 256 zuiveringsinstallaties, 1.252 pompstations en 4.914 km leidingen in beheer. Van die leidingen is 3.734 kilometer door Aquafin zelf aangelegd. De overige 1.180 kilometer is overgenomen infrastructuur.
WATERZUIVERING IN VLAANDEREN BIJNA OP HET NIVEAU VAN DE BUURLANDEN Voor de opstart van Aquafin, werd amper 28% van het huishoudelijke afvalwater in Vlaanderen gezuiverd. Twintig jaar later is de kloof in zuiveringsgraad tussen de verschillende bekkens duidelijk aan het dichtgroeien en is de totale hoeveelheid gezuiverd water meer dan verdubbeld tot 80%. Daarmee nadert het gewest het zuiveringsniveau van de buurlanden. Onze buurlanden begonnen in 1991 aan de uitvoering van de richtlijn Stedelijk Afvalwater met een veel hogere zuiveringsgraad dan Vlaanderen: 94% in Nederland, 69% in Frankrijk, 83% in Engeland en 86% in Duitsland. Vandaag ligt de zuiveringsgraad er 5% tot 14% hoger, terwijl Vlaanderen in die periode een vooruitgang maakte van 52%. In absolute cijfers werden er in de buurlanden natuurlijk méér inwoners aangesloten de voorbije twintig jaar, maar toch mogen we trots zijn op de bereikte resultaten. De vooruitgang die geboekt werd is vooral opmerkelijk omdat het in Vlaanderen complexer is om de nodige zuiveringsinfrastructuur uit te bouwen dan in de buurlanden. Dat komt door onze grote hoeveelheid lintbebouwing. Duitsland en Nederland bijvoorbeeld, hebben zeer geconcentreerde woonkernen, waardoor het mogelijk is om honderdduizenden inwoners op één zuiveringsstation aan te sluiten met een beperkter aantal leidingen. In Vlaanderen zijn er om datzelfde aantal inwoners aan te sluiten, veel meer collectoren en meer kleine stations nodig. Procestechnologisch zijn die kleine installaties ook nog eens complexer. Op gebied van de kwaliteit van het gezuiverde huishoudelijke afvalwater, is Vlaanderen al een koploper in Europa. Onze zuiveringsinstallaties zitten bij de top voor de verwijdering van de aangevoerde vuilvracht. Engeland en Wales bijvoorbeeld, kunnen wel een zuiveringsgraad van 97% voorleggen, maar slechts de helft (47%) van de zuiveringsstations verwijdert de nutriënten stikstof en fosfor. Een aantal jaren geleden gebeurde dat in Frankrijk ook slecht op 42% van de stations.* In Vlaanderen daarentegen worden nutriënten verwijderd uit 98% van het rioolwater dat op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten is. * Bron: Eurostat.
Verslag van de raad van bestuur
31
32
Jaarverslag 2011
Bouwactiviteit per bekken in 2011 IJZER - BRUGSE POLDERS - GENTSE KANALEN - LEIE KNOKKE ● ● HEIST
BRUGGE ● OOSTENDE
●
● EEKLO
BRUGSE POLDERS
● JABBEKE
WATERVLIET ● BOEKHOUTE ● ● SINT-JAN-IN-EREMO
MALDEGEM ●
ZELZATE ● ERTVELDE
IJZER KOEKELARE
WULPEN ●
●
● ADINKERKE
● PERVIJZE
WATOU ●
●
● WINGENE KORTEMARK ● ● HOOGLEDE STADEN HAZELSTRAAT ● ● PITTEM ROESELARE ●
LO ●
●
RUDDERVOORDE BALIEBRUGGE ●
WOUMEN ●
ROESBRUGGE
BEERNEM ZOMERGEM ● AALTER ● ● ● SINT-PIETERSVELD
● VLETEREN
● DEINZE
MOERBEKE
GENTSE KANALEN
●
● STEKENE ● SINAAI
● SINT-NIKLAAS SINT-NIKLAAS ● HEIMOLEN
● EVERGEM
● GENT
NEVELE ● TIELT ●
●
MOERBEKE KRUISSTRAAT ●
●
● LATEM DEURLE
● OLSENE
● INGELMUNSTER ● POPERINGE WESTOUTER ● ● LOKER
IEPER ZONNEBEKE ● ● ● VLAMERTINGE
●
IEPER - HOLLEBEKE ● ●
MOORSLEDE
● ● LEDEGEM
KRUISEKE
KEMMEL
LEIE ● HEULE
● WAREGEM ● BEVEREN-LEIE ● HARELBEKE
● MENEN
l in exploitatie genomen in 2011
IJZER
GENTSE KANALEN
Zuiveringsgraad: 76,5% (75,6% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 19 RWZI’s l 90 pompstations l 385 km leidingen
Zuiveringsgraad: 80,6% (80,2% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 15 RWZI’s l 89 pompstations l 385 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
16
13.809.864 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
6
3.982.998 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
12
18.020.557 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
11
14.244.233 €
BRUGSE POLDERS
LEIE
Zuiveringsgraad: 84,9% (84,4% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 12 RWZI’s l 101 pompstations l 342 km leidingen
Zuiveringsgraad: 72,8% (69,4% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 17 RWZI’s l 69 pompstations l 350 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
8
4.645.629 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
6
8.678.909 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
12
7.790.739 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
6
5.994.334 €
BENEDEN-SCHELDE - BOVEN-SCHELDE - DENDER BERENDRECHT ●
BENEDEN-SCHELDE ●
ANTWERPEN - NOORD KIELDRECHT DE KLINGE
● BRASSCHAAT
●
KALLO ●
SCHOTEN MERKSEM ● ● ● SCHILDE ● DEURNE BURCHT ● ● WOMMELGEM
● BEVEREN ●
ANTWERPEN - ZUID
DESTELBERGEN ● MERELBEKE DE PINTE - ZEVERGEM ● EKE ● GAVERE ● KRUISHOUTEM ●
BOVEN-SCHELDE
AALBEKE TOLPENHOEK ● ● ROLLEGEM
● HELKIJN
● LOKEREN
OVERSCHELDE ● ● ● MELLE ● WETTEREN
ZELE ● BERLARE ● ● WICHELEN ●
LEDE
OOSTERZELE ●
● DIKKELVENNE
● BAMBRUGGE BAVEGEM ●
HELDERGEM ● ZWALM
TEMSE ● ● ● HAMME BORNEM
●
● AALST
●
● BOOM ● ● BLAASVELD RUISBROEK
SINT-AMANDS ●
● DENDERMONDE ● LONDERZEEL ● LEBBEKE - ROOIEN ● MERCHTEM
LIEDEKERKE ●
● ASSE - BOLLEBEEK
●
ASSE - BEKKERZEEL
DENDER SINT-ANTELINKS ● ● NINOVE SINT-MARIA-LIERDE ● ● ELSEGEM BRAKEL ● ● ● ZANDBERGEN SCHORISSE ● ● GERAARDSBERGEN PARIKE ● KLUISBERGEN ● AVELGEM ● GALMAARDEN ● RONSE ● OUDENAARDE
● BOECHOUT
● EDEGEM ● AARTSELAAR
l in exploitatie genomen in 2011
BENEDEN-SCHELDE
DENDER
Zuiveringsgraad: 88,3% (87,6% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 41 RWZI’s l 166 pompstations l 767 km leidingen
Zuiveringsgraad: 79,4% (78,6% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 12 RWZI’s l 101 pompstations l 439 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
15
17.114.997 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
6
10.347.616 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
14
11.184.237 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
13
10.087.725 €
BOVEN-SCHELDE Zuiveringsgraad: 68,1% (65,1% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 16 RWZI’s l 34 pompstations l 182 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
14
8.252.966 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
10
11.343.568 €
Verslag van de raad van bestuur
33
34
Jaarverslag 2011
DIJLE - NETE RAVELS ●
BEERSE MALLE ●
OUD-TURNHOUT ● ● TURNHOUT ● VOSSELAAR
●
VIERSEL HOVE ● LIER ●
DUFFEL - MIJLSTRAAT DUFFEL ●
MECHELEN - NOORD ZEMST - KESTERBEEK
● NIJLEN
● LICHTAART GROBBENDONK ● HERENTALS
HEIST-OP-DEN-BERG ●
● HULSHOUT
BONHEIDEN ● ZEMST - HOFSTADE ● ● ● BOORTMEERBEEK
● DESSEL
● GEEL - MOSSELGOREN ● MOL
NETE
● GEEL ● WESTERLO
● WOLFSDONK
● KAMPENHOUT ●
STEENOKKERZEEL - NOORD
● KORTENBERG
DIJLE NEGENMANNEKE ● SINT-PIETERS-LEEUW
● LEUVEN ● BIERBEEK
TERVUREN ●
LENNIK - VARENBERGBEEK
●
●
MORKHOVEN ● ● ITEGEM
● BERLAAR
●
● ● HUMBEEK ● GRIMBERGEN
ZEMST - LAREBEEK
●
●
● MOL-POSTEL ● RETIE
● ZOERSEL PULDERBOS ●
● ARENDONK
● OUD-HEVERLEE
● HULDENBERG
● BEERSEL
l in exploitatie genomen in 2011
DIJLE
NETE
Zuiveringsgraad: 72,0% (71,2% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 19 RWZI’s l 133 pompstations l 488 km leidingen
Zuiveringsgraad: 75,7% (75,1% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 32 RWZI’s l 126 pompstations l 528 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
8
8.341.831 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
21
29.751.301 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
11
12.040.044 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
8
7.543.414 €
DEMER - MAAS
ESSEN ●
KALMTHOUT ●
● POPPEL
HOOGSTRATEN ● ● LOENHOUT ● BRECHT
● ZONDEREIGEN
MAAS
● MERKSPLAS ACHEL ● ● HAMONT LOMMEL ●
● OVERPELT
EKSEL ●
● LOZEN ● BOCHOLT ● BREE
● PEER
KINROOI ● KESSENICH ●
● NEEROETEREN MAAS BEVERLO ● ● DILSEN ● KOERSEL ● HEUSDEN ENGSBERGEN HOUTHALEN - CENTRUM ● ● ZICHEM ● ● ● HOUTHALEN - OOST MESSELBROEK LUMMEN - GENEIKEN ZONHOVEN ● ● ● ● ● EISDEN ZOLDER ● AARSCHOT ● ● DIEST HASSELT - KIEWIT ● ● RILLAAR KERMT ● HALEN ● BOORSEM ● ● ● ● GENK BOKRIJK HASSELT ● LANAKEN ROTSELAAR TESSENDERLO
SINT-JORIS-WINGE
DEMER
●
SINT-TRUIDEN ● ZOUTLEEUW ●
VISSENAKEN
ROOSBEEK ● NEERVELP BIERBEEK - KLEINBEEK ● ●
●
TIENEN ●
● HOEGAARDEN
●
OPLINTER
ALKEN ● ● WIMMERTINGEN
● BILZEN
● HOESELT ● RIEMST BORGLOON - TIVOLI ● ● HASSELT - KIEWIT ● ● BORGLOON - NEREM ● ZICHEN ● ● GELMEN TONGEREN ●
HOEPERTINGEN
● LANDEN RUMSDORP
MOELINGEN
● VOEREN - VEURS
l in exploitatie genomen in 2011
DEMER
MAAS
Zuiveringsgraad: 70,7% (69,8% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 42 RWZI’s l 129 pompstations l 601 km leidingen
Zuiveringsgraad: 84,4% (84,0% in 2010) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: l 30 RWZI’s l 98 pompstations l 452 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
17
22.750.843 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
17
23.775.986 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
20
29.830.070 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
11
20.036.682 €
Verslag van de raad van bestuur
35
36
Jaarverslag 2011
Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest In 2011 behaalde Aquafin de beste zuiveringsresultaten voor het aangevoerde huishoudelijke afvalwater ooit. Voor een stuk zijn de goede resultaten te danken aan de weersomstandigheden, maar onze goede procesopvolging heeft wel de doorslag gegeven. De effluentresultaten van 2011 werden geëvalueerd voor 249 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Dat zijn de zuiveringsinstallaties waarvan het Vlaamse Gewest in 1994 de exploitatie aan Aquafin toevertrouwde en de installaties die Aquafin zelf bouwde en opleverde aan de aannemer vóór juli 2011 én waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij een controleprogramma lopende heeft.
RECORD AANTAL ZUIVERINGSINSTALLATIES VOLDEED AAN ALLE NORMEN
GROOTSTE HOEVEELHEID NUTRIËNTEN OOIT AANGEVOERD ÉN VERWIJDERD
In 2011 voldeden 246 installaties of 98,8% aan alle opgelegde emissiegrenswaarden (oranje balken in de figuur). De grafiek toont de evolutie slechts over de jongste tien jaren, maar het leidt geen twijfel dat dit de beste effluentresultaten zijn sinds de oprichting van Aquafin.
Het gemiddelde verwijderingspercentage blijft al sinds een paar jaren stabiel voor BZV (98%), CZV (90%) en zwevende stoffen (96%). Voor stikstof en fosfor heeft de Vlaamse regering in 1995 een norm van 75% vastgelegd voor de totaliteit van de openbare waterzuiveringsinstallaties. Deze targets werden ook in 2011 ruim gehaald, met 82% voor stikstof en bijna 86% voor fosfor. 2011 was een topjaar met nieuwe record- verwijderingspercentages voor alle parameters. Bovendien werden er nog nooit zo’n grote vuilvrachten fosfor en stikstof aangevoerd én verwijderd.
Eén waterzuiveringsinstallatie (paars balkje in de grafiek) voldeed niet aan de effluentnormen van de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater. Dezelfde normen waren tot april 2004 ook de sectorale normen van het Vlaamse Gewest. RWZI Jabbeke voldeed niet ten gevolge van een teveel aan lichte normoverschrijdingen voor BZV en CZV. De installatie behaalde ook niet het verplichte verwijderingspercentage voor deze parameters en voor zwevende stoffen. Twee andere zuiveringsinstallaties voldeden enkel en alleen niet door de strengere normen van de VLAREM-Kleine trein-wijziging. Ze worden in de figuur aangegeven met een blauw balkje. RWZI Lede strandde op een tekort van 4 procent voor het verplichte verwijderingspercentage voor stikstof. Het jaargemiddelde voor fosfor van RWZI Eksel lag 0,1 mg/l te hoog.
EVALUATIE VAN DE WERKING VAN DE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
n Voldaan t.o.v. alle normen n Niet voldaan (t.o.v. de strengere normen Vlarem Kleine Trein) n Niet voldaan (t.o.v. de normen van 2003)
Verslag van de raad van bestuur
37
Jaarverslag 2011
VERWIJDERDE VUILVRACHT EN ZUIVERINGSRENDEMENT VAN ALLE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES
65
90
60
85
80
100
110
95
100
90
90
85
80
80
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11
n Chemisch zuurstofverbruik
n Stikstof
200
190
95
180 90 170 85
160
80
150
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
100
Verwijderingspercentage
95
120
20
85
18
80
16
75
14
70
12
65
10
60
Verwijderingspercentage
70
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
100 Verwijderingspercentage
75
55
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
n Zwevende stoffen
Verwijderingspercentage
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
n Biologisch zuurstofverbruik
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 55
8 n Fosfor
3,2
‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 90
85 2,8 80 2,4 75
2,0
70 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11
Verwijderingspercentage
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
38
In de grafieken wordt de verwijderde vuilvracht van de totaliteit van de rioolwaterzuiveringsinstallaties voorgesteld evenals het verwijderingspercentage. Per gemeten parameter (BZV, CZV, zwevende stoffen, stikstof en fosfor) wordt het verschil bepaald tussen de biologisch behandelde vuilvracht en de restvuilvracht die geloosd wordt na biologische zuivering. Het verschil is de verwijderde vuilvracht, aangegeven in 1.000 ton/jaar. Het verwijderingspercentage is gelijk aan de tijdens de biologische behandeling verwijderde vuilvracht, gedeeld door de totale biologisch behandelde vuilvracht. n Verwijderde vuilvracht l Verwijderingspercentage
OPNIEUW MEER VUILVRACHT AANGEVOERD EN BIOLOGISCH VERWERKT De gemeten vuilvrachten die op de rioolwaterzuiveringsinstallaties aangevoerd worden, kunnen worden omgezet in het aantal inwoners die al op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten zijn. Het Vlaamse Gewest telt ruim 6,25 miljoen inwoners. Aangezien in 2011 de zuiveringsgraad ongeveer 78% bedroeg, zijn er in theorie 4,9 miljoen inwoners aangesloten op de collectieve waterzuivering. Trekt men hiervan de Vlaamse huishoudens af waarvan het afvalwater in de twee Brusselse zuiveringsinstallaties behandeld wordt, dan komt men op 4,8 miljoen inwoners waarvan de vuilvracht zou moeten aangesloten zijn op zuiveringsinstallaties van Aquafin. De vuilvracht van de bedrijven die aangesloten zijn op de collectieve zuivering, is niet meegeteld. Voor het ontwerp van rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt rekening gehouden met de theoretische dagelijkse vuilvracht van elke Vlaming: 54 g BZV, 135 g CZV, 90 g zwevende stoffen, 10 g stikstof en 2 g fosfor. Als we de vuilvrachten die in 2011 aangevoerd werden herrekenen naar deze hoeveelheden, zou er momenteel een vuilvracht van 4,7 miljoen inwoners aangevoerd worden (gemiddelde van de schattingen op basis van de 5 parameters). De gegevens over nutriënten geven een overschatting, de gegevens over BZV en zwevende stoffen een onderschatting. Deze cijfers kloppen qua grootorde met de vuilvracht die theoretisch zou moeten toekomen op de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Voor de onderschatting op basis van de BZV-gegevens zijn er twee verklaringen. Metingen uitgevoerd op het rioolstelsel van Tielt hebben een daling van de BZV-concentratie van 18% aangetoond ten gevolge van biodegradatie: micro-organismen breken het BZV in de riool af. Bovendien blijkt de theoretische dagelijkse vuilvracht waar men vanuit gaat, niet te kloppen. Een inwoner zou volgens een EPAS-studie in opdracht van VMM geen 54 g BZV per dag lozen, maar slechts 44 g. Latere studies van EPAS gaven een gemiddelde BZV-vracht van maar 38 g per inwoner. Als het aantal aangesloten inwonersequivalenten op basis van 44 g/IE/dag bepaald wordt, dan is het resultaat voor BZV ook 4,7 miljoen IE. Tijdens het afvalwatertransport gebeurt er geen nutriëntverwijdering. Organische stikstof wordt weliswaar bacterieel omgezet in ammonium, maar dit vermindert de totale stikstofvracht niet. De overschatting voor nutriënten kan verklaard worden door nutriëntenrijk insijpelend of geloosd grondwater en water van aangesloten grachten.
BENCHMARKS BEVESTIGEN GOEDE OPERATIONELE AANPAK In 2011 heeft Aquafin opnieuw aan twee internationale benchmarks deelgenomen, waarbij de resultaten in de lijn van de verwachtingen lagen. Deelname aan zulke oefeningen is ook interessant, omdat het mogelijkheden tot kennisuitwisseling biedt met de andere deelnemers. Het eerste onderzoek werd uitgevoerd door de European Benchmarking Cooperation, een non-profit organisatie die de prestaties van (afval)waterbedrijven onderling vergelijkt. Aan hun jongste project namen 28 voornamelijk Europese afvalwateroperatoren deel. De oefening wees uit dat Aquafin een heel hoog investeringsritme aanhoudt, vergeleken met de andere bedrijven. Onze personeelskost per gezuiverde kubieke meter afvalwater is bij de laagste bedragen. Dat betekent dat we efficiënt werken, zeker gezien de hoge loonkosten in België. Het tweede onderzoek werd opgezet door het Duitse Aquabench, een organisatie vergelijkbaar met EBC, maar dan specifiek voor Duitse (afval)waterbedrijven. Acht operatoren in afvalwaterzuivering van verschillende grootte deden mee. Bij deze oefening scoorde Aquafin (als enige buitenlandse participant) opnieuw goed op operationeel gebied, in onze kost per gezuiverd inwonersequivalent. Die ligt bij Aquafin zo’n 20% lager dan bij de andere deelnemers, al komt dat deels door andere lokale omstandigheden. Uit de cijfers blijkt zeer duidelijk dat onze installaties ten opzichte van hun ontwerpcapaciteit hoog belast worden. Qua verbruik van elektrische energie zitten we gemiddeld. De Duitse bedrijven scoren wel opvallend hoger op de productie van groene energie, maar ook dat komt grotendeels door een andere influentsamenstelling en meer mogelijkheden op het gebied van covergisting.
Verslag van de raad van bestuur
39
40
Jaarverslag 2011
NORMEN VOOR GEZUIVERD HUISHOUDELIJK AFVALWATER Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet aan bepaalde normen voldoen, die afhankelijk zijn van de agglomeratiegrootte waarvoor de installatie gebouwd is. Tot 2004 waren deze normen een kopie van de Europese normen, opgelegd via de richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveau werden ze door een Vlarem-wijziging tussen 2004 en 2006 verstrengd. Aquafin volgt vijf parameters op: biologisch zuurstofverbruik (BZV), chemisch zuurstofverbruik (CZV), totaal stikstof, totaal fosfor en zwevende stoffen. Het biologische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.
Bij hoge BZV-waarden ontwikkelen de bacteriën zich zo snel dat het risico bestaat dat ze door hun ademhaling alle zuurstof uit het water opnemen. Het chemische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om de aanwezige vuilvracht volledig te oxideren. De parameter zwevende stoffen geeft een maat voor de zwevende (niet oplosbare) stoffen die in het gezuiverde afvalwater mogen achterblijven. Te veel stikstof en fosfor in het water, brengt een explosieve algenbloei op gang. ’s Nachts onttrekken deze algen zuurstof aan het water, waardoor vissen, waterplanten en andere organismen het moeilijk krijgen.
Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest De minister van Leefmilieu stimuleert Aquafin om onze knowhow te valoriseren bij de gemeenten en de industrie in Vlaanderen, maar ook in het buitenland. Dankzij het maatwerk voor de klant dat in ons aanbod vervat zit, zijn we de grootste speler op de gemeentelijke markt. Steeds meer steden en gemeenten kiezen voor een overeenkomst met Aquafin, al dan niet in samenwerking met een drinkwatermaatschappij. Dochtermaatschappij Aquaplus is het voorbije jaar in het binnenland een naam geworden voor de exploitatie van industriële zuiveringen. In het buitenland hebben we onze blik verruimd met de oprichting van ASEWater Technologies, een joint venture met een Indische partner.
BETROUWBARE PARTNER VOOR DE UITBOUW EN BEHEER VAN DE GEMEENTELIJKE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR Om in orde te zijn met de kaderrichtlijn Water, wacht de gemeenten nog een investering van bijna 7 miljard euro. Een deel daarvan (0,7 miljard) heeft het gewest overgenomen via het Lokaal Pact met de gemeenten. Maar het gaat nog steeds om enorme investeringen, waarvoor de meeste gemeenten zelf niet de nodige technische kennis in huis hebben.
Verslag van de raad van bestuur
41
42
Jaarverslag 2011
Sinds 2004 mag Aquafin mee concurreren met de andere riooloperatoren op de gemeentelijke markt. Gemeenten kunnen kiezen voor een rechtstreekse concessieovereenkomst met Aquafin, of aansluiten bij één van de samenwerkingsverbanden die Aquafin is aangegaan met Vivaqua, VMW (RioAct en Rio-P) en TWVW en AWW (rio-link).
Door de bundeling binnen Aquafin van de processen Visievorming, Versnelde uitvoering van projecten en Account management in business units, zullen we ongetwijfeld nog beter tegemoet kunnen komen aan de wensen van onze klanten.
Aquafin trad in maart toe tot rio-link door de verwerving van een derde van de aandelen. De overige aandelen zijn in handen van de cvba water-link. Op die manier kan de eerdere samenwerking tussen AWW en Aquafin (onder de naam RI-ANT) verder gevaloriseerd worden binnen rio-link.
ONDERSTEUNING VAN DE INDUSTRIE EN BUITENLANDSE PROJECTEN VIA AQUAPLUS
Operationeel werkt rio-link in twee business units, waarbij de unit in Antwerpen instaat voor het rioolbeheer van de saneringsvennoten van AWW en het team in Gent voor de saneringsvennoten van TMVW.
In 2011 ging er één nieuwe concessie van start en kozen er drie gemeenten voor uitgebreide Rio-Totaalcontracten met verschillende modules. Drie gemeenten sloten aan bij RioAct en twee gemeenten bij Rio-P. Eén gemeente heeft de samenwerking met Aquafin verbroken. Begin 2012 hebben er al 87 steden of gemeenten een contract met Aquafin afgesloten, hetzij rechtstreeks met Aquafin hetzij in combinatie met een andere partij. We realiseerden zowel binnen onze concessies als binnen onze samenwerkingsverbanden een sterke groei in het aantal aanbestedingen en opleveringen. Steeds meer projecten in uitvoering vloeien ook voort uit eigen voorstellen voor renovatie, optimalisatie of aansluiting van resterende lozingspunten. We verwachten dat de omzet op de gemeentelijke markt de volgende jaren verder zal toenemen, al blijft dat volume niet substantieel ten opzichte van de omzet binnen onze gewestelijke opdracht.
Aquaplus NV, het commerciële dochterbedrijf van Aquafin, richt zich in het binnenland op de noden van de industrie. In het buitenland biedt Aquaplus ondersteuning aan overheden, administraties en bedrijven bij het behalen van hun milieunormen. Aquaplus biedt oplossingen op maat aan voor alle stadia binnen de afvalwatercyclus. In Vlaanderen heeft Aquaplus mooie opdrachten lopen, die aansluiten bij de kernactiviteiten van Aquafin. De jongste jaren was er vooral een duidelijke toename in grote exploitatiecontracten voor bedrijven. Het Vlaamse Gewest heeft echter duidelijk de vraag gesteld om de kennis en ervaring van Aquafin ook in het buitenland te verzilveren. Aquaplus heeft zelf niet genoeg naamsbekendheid of financiële middelen om grote projecten te kunnen aantrekken en uitvoeren. Meestal is onze dochteronderneming dus als onderaannemer verantwoordelijk voor de aanbreng van specifieke kennis in buitenlandse projecten. Maar nu bewandelt Aquaplus een tweede piste. In november 2011 werd ASEWater Technologies boven de doopvont gehouden, een joint venture tussen Aquaplus en het Indo-belgische ASE Structure Design. Door deze samenwerking met een buitenlandse partner, die goed verankerd is in de lokale markt, verwacht Aquaplus om deze obstakels te kunnen vermijden en een grote afzetmarkt te penetreren. De opgerichte vennootschap wil zich immers profileren als een Indisch bedrijf, maar met Europese knowhow.
PROTOCOL VOOR COMMERCIËLE OPDRACHTEN In 2011 heeft Aquafin een protocol getekend met het Vlaamse Gewest, waarin wordt bepaald onder welke voorwaarden Aquafin mensen en middelen ter beschikking mag stellen van Aquaplus en voor gemeentelijke opdrachten. Dit protocol brengt duidelijkheid voor beide partijen.
Onderzoek en productontwikkeling De onderzoeksactiviteiten van Aquafin maken het mee mogelijk om op maat gesneden duurzame technologische oplossingen aan te bieden aan onze klanten. In Vlaanderen worden we beschouwd als dé technisch expert voor de werking van de hele afvalwatercyclus. Ons direct toepasbaar onderzoek is gericht op kostenbeheersing, de garantie van de effluentnormen en de introductie van best beschikbare technologieën. Het strategisch onderzoek is gegroepeerd rond de pijlers klimaatverandering, integraal waterbeheer en asset management van de (riool)infrastructuur.
DIRECT TOEPASBAAR ONDERZOEK Met Aqua3M, onze eigen ontwikkelde dynamische RWZImodellering, werden in 2011 voorstellen gedaan om de bedrijfsvoering van zes zuiveringsinstallaties een stuk duurzamer te maken. Dezelfde oefening werd gedaan voor een buitenlandse klant van dochterbedrijf Aquaplus. Het Vlaamse gewest (CIW) deed beroep op de kennis en ervaring met integrale detail modellering van onze hydraulische experts in het kader van de herziening van de Code van Goede Praktijk voor het ontwerp van een rioolstelsel. We hebben ook belangrijke stappen gezet voor de concrete realisatie van real time control van het rioolstelsel in het studiegebied Kessel-lo. In de loop van het jaar werd een nieuwe methodiek voor corrosiebescherming op punt gesteld en gevalideerd aan een aantal testcases.
Verslag van de raad van bestuur
43
44
Jaarverslag 2011
Het platform Aqua3S voor dynamische modellering van de vorming van sulfiden in rioolstelsels is klaar om gevalideerd te worden aan de hand van meetresultaten. Een nieuw, geautomatiseerd ruimingsprogramma voor riolen is vorig jaar eveneens op punt gesteld.
STRATEGISCH ONDERZOEK In 2011 was Aquafin actief in vijf onderzoeksprojecten met externe partners. Sewage+ is een Vlaams onderzoeksproject gefinancierd in het kader van MIP2 en gecoördineerd door Vito. Het doel is het ontwikkelen van nieuwe concepten in waterzuivering voor een maximale energierecuperatie, bijvoorbeeld door huishoudelijk afvalwater te mengen met geconcentreerde afvalstromen. Vier projecten worden gefinancierd door Europa en zijn vorig jaar nieuw gestart. In een stedelijke omgeving kan de warmte die nog aanwezig is in de riolen nuttig worden hergebruikt. Aquafin onderzoekt binnen het project INNERS mee de mogelijke voordelen voor het milieu van een toepassing op grote schaal. Minotaurus test nieuwe technologieën uit om organische vervuilende stoffen uit afvalwater, grondwater en de bodem te verwijderen. In de toekomst zullen de normen waaraan het gezuiverde afvalwater moet voldoen, immers alleen maar strenger worden. Sanitas wil de impact van het stedelijk watersysteem op klimaatverandering minimaliseren en omgaan met toekomstige variaties in waterkwantiteit en -kwaliteit. Binnen Raingain wordt gewerkt aan de beschikbaarheid van gedetailleerde neerslag- en wateroverlastgegevens. Die moeten operationele waterbeheerders in de stad in staat stellen adequaat te reageren op hevige neerslag en de schade door wateroverlast te voorkomen.
MEMBRAANEXPERT Aquafin voerde van bij de opkomst van membraantechnologie intensief pilootonderzoek uit, dat al snel gevolgd werd door de eerste operationele membraanbioreactor in de Benelux. Ondertussen wordt het afvalwater op verschillende grote en kleinschalige installaties gezuiverd met behulp van deze technologie. Op basis van onze ervaring ontwikkelden we een eigen hybride zuiveringsproces, met een demo-installatie op RWZI Aartselaar. Het concept van Aquafin onderscheidt zich van andere concepten doordat het gebruik maakt van slechts één gemeenschappelijke bioreactor én doordat de processturing gebeurt in functie van droogweer- of regenweeromstandigheden. Daardoor is het uitermate geschikt voor capaciteitsuitbreiding van klassieke actiefslibsystemen, waar weinig extra ruimte voorhanden is.
Belangrijkste risicofactoren Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de ontwikkelingen in dossiers die enig risico inhouden.
JURIDISCHE GESCHILLEN n Wateroverlast in een woonwijk
Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998. Eind 2010 deed de rechter een voor Aquafin gunstige uitspraak, waarbij het overgrote deel van de eisen als verjaard, niet toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld. Tegen deze uitspraak is door de tegenpartijen in april 2011 beroep ingesteld. Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding om de vroegere beslissing geen provisie aan te leggen, te wijzigen.
VERZEKERINGSDOSSIERS n Onvoldoende betonwapening op RWZI Deurne
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels gedekt door onze Alle Bouwplaats Risicoverzekering (ABR) en deels door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau.
Verslag van de raad van bestuur
45
46
Jaarverslag 2011
In 2008 werd gezocht naar een geschikte herstelmethode, de meest voor de hand liggende herstelperiode en een geschikte aannemer. In 2009 werd effectief gestart met het herstel. Op vandaag zijn de werkzaamheden beëindigd. De vragen tot terugbetaling voor de herstelwerken die tot nu toe werden ingediend, heeft de ABR-verzekeraar effectief vergoed. Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag werd in 2011 deels teruggevorderd van het studiebureau dat de ontwerpfout maakte en deels van het controleorganisme dat op de werf actief was. Deze recuperatieprocedures lopen. Voor het niet door de ABR-verzekeraar betaalde gedeelte werd voorzichtigheidshalve een provisie aangelegd.
De eigenlijke herstelling werd uitgevoerd in de afgelopen jaren en wordt in 2012 voortgezet. De kosten van het eerst vermelde deel van het herstel worden door de aannemer gedragen, de kosten van het laatste gedeelte door Aquafin. Er is een dading afgesloten tussen de verzekeringsmaatschappij en de verzekerden en tussen de verzekerden onderling. De ABR-verzekeraar ACI is voor een aanzienlijk bedrag tussen gekomen. Dit bedrag dekte enerzijds de al uitgevoerde herstelen beschermingsmaatregelen en zal anderzijds dienen om de kost van de nog uit te voeren werken te dekken. In dit dossier wijzen de feiten niet op een noodzaak van het aanleggen van een provisie.
n Betonproblematiek op RWZI Brugge
Bij de voorlopige oplevering van de renovatie van de zuiveringsinstallatie van Brugge werd in een beluchtingsbekken een aftekening van de wapening in het beton vastgesteld. Later kwam vast te staan dat de schade zich verder zet, en niet alleen in dit bekken. Een analyse die Aquafin bestelde, duidde twee oorzaken aan: een onvoldoende betondekking en verhoogde chloridewaarden. In samenspraak met de aannemer werd een herstelmethode uitgewerkt. Waar nodig moet de beton worden hersteld en aangevuld. Bijkomend moet er ook een zogenaamde kathodische bescherming worden aangebracht.
FINANCIËLE VERSLAGEN Aangezien de systematiek van de beheersovereenkomst voorziet in een a posteriori goedkeuring van het jaarlijks financieel verslag van Aquafin, is het niet uit te sluiten dat bepaalde vergoedingen uiteindelijk niet worden goedgekeurd door het Vlaamse Gewest.
Belangrijkste evoluties na het boekjaar GOEDKEURING OPTIMALISATIEPROGRAMMA 2013 Op 16 december 2011 heeft de Vlaamse Regering het budget voor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur voor het programmajaar 2013 opnieuw vastgelegd op 250 miljoen euro. Op 31 januari 2012 werd de opdracht tot uitvoering van dit programma door Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege overgemaakt aan Aquafin. Het optimalisatieprogramma 2013 voorziet budget voor 134 nieuwe projecten en 21 projecten die werden doorgeschoven naar dit programma. Verder wordt er voor 10 projecten alleen het studiewerk (opmaak technisch plan) opgedragen. De initiële raming van deze projecten bedraagt 112 miljoen euro, waarvan 74 miljoen euro is toegewezen voor investeringen in het kader van het lokaal pact met de gemeenten. Om de toekomstige prijsstijgingen voor deze projecten op te vangen, werd er 88 miljoen euro voorzien. De resterende 50 miljoen euro is in dit programma expliciet ter beschikking gesteld voor de afbouw van de gecumuleerde overschrijding van het investerings- en het renovatieprogramma van vroegere programmajaren. De optimalisatieprogramma’s worden opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij, in overleg met Aquafin, de provincies en de bekkenbesturen. Ze omvatten projecten gericht op de bijkomende sanering van lozingspunten, de bouw van kleinschalige zuiveringsinstallaties en de aanleg van strategische regenwaterleidingen om de bestaande infrastructuur te verbeteren. Bij de keuze van de projecten wordt gelet op hun ecologisch en economisch rendement.
Verslag van de raad van bestuur
47
48
Jaarverslag 2011
Commentaar bij de balans Op het einde van het boekjaar bedraagt het balanstotaal 3.021 miljoen euro, 350 miljoen euro hoger dan vorig boekjaar. Deze toename is enerzijds een gevolg van de netto-aangroei van de investeringen in de waterzuiveringsinfrastructuur, uitgevoerd in opdracht van het Vlaamse Gewest. Zo werden in 2011 investeringsen optimalisatieprojecten opgeleverd voor een totale aannemingswaarde van bijna 146 miljoen euro. Anderzijds kocht Aquafin in 2011 installaties van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) aan voor bijna 154 miljoen euro in het kader van de uitvoering van addendum N° 7 aan de beheersovereenkomst. Alle installaties blijven eigendom van Aquafin tot het einde van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. In 2011 bleef de bouwactiviteit stabiel ten opzichte van het voorgaande jaar. Doordat de investeringen in nieuwe activa in aanbouw de opleveringen in waarde overstegen, kenden de activa in aanbouw een stijging met 8% tot 271 miljoen euro. Onder de financiële vaste activa is onder andere de meerderheidsparticipatie opgenomen van Aquafin in Aquaplus, ten bedrage van 0,694 miljoen euro. Per 31 december 2011 werd deze participatie bij Aquafin gewaardeerd op basis van de meest recente financiële informatie. De prestaties buiten het kader van de beheersovereenkomst die nog niet voltooid zijn, worden opgenomen onder de rubriek ‘bestellingen in uitvoering’. De enige uitzondering hierop vormen de projecten voor de uitvoering van transportdiensten. Die worden opgenomen onder de materiële vaste activa, aangezien deze activa eigendom blijven van Aquafin. Door de toegenomen bouwactiviteit buiten het kader van de beheersovereenkomst groeiden de voorraden en bestellingen in uitvoering met 88% tot 83 miljoen euro.
In 2011 werd Aquafin geconfronteerd met een grotere financieringsbehoefte dan voorgaande jaren, omwille van de aankoop van gronden en installaties van de VMM in het kader van addendum N° 7 aan de beheersovereenkomst. De banken waren beperkt in hun mogelijkheden om bijkomende leningen te verstrekken, doordat ze zelf geconfronteerd werden met gestegen kosten en nieuwe regulering. Belgische institutionele investeerders hadden wel veel interesse om Aquafin te financieren. Deze opportuniteit werd dan ook ten volle benut: er werd voor 285 miljoen euro aan financiering opgehaald via dit kanaal. Doordat dit volledige bedrag niet onmiddellijk kon aangewend worden voor de financiering van projecten, ontstond een tijdelijk kasoverschot en werd voor bijna 53 miljoen euro belegd. In 2012 worden deze fondsen aangewend voor de financiering van projecten. In het kader van de financiering van de hoger vermelde aankoop van installaties van VMM werd op 13 december 2011 het kapitaal verhoogd met 50 miljoen euro. Hiervan werd 12,5 miljoen euro volstort. Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling aanvaardt, wordt de wettelijke reserve met 0,480 miljoen euro verhoogd. De beschikbare reserve wordt verhoogd met 1 miljoen euro, om de nodige fondsen te voorzien voor eventuele participaties in structurele samenwerkingsverbanden en de activiteiten van Aquaplus N.V.
De voorziening voor risico’s en lasten heeft betrekking op juridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst, verwerking van het slib gebufferd in de installaties en brugpensioenen. De financiering op lange termijn is gebaseerd op de affectatieovereenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de toekomstige aanspraken die Aquafin heeft op de drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde gedeelte van de investeringsprojecten die al opgeleverd zijn. Per einde 2011 was dit bedrag 1.495 miljoen euro. In 2011 heeft Aquafin 510 miljoen euro kredieten op lange termijn opgenomen, waarvan 75 miljoen euro bij de Europese Investeringsbank, 150 miljoen euro bij commerciële banken en 285 miljoen euro bij institutionele investeerders. Rekening houdend met de terugbetalingen van al eerder opgenomen leningen bedraagt het saldo van de bankleningen op lange termijn onder affectatie 1.459 miljoen euro, waarvan bijna 157 miljoen euro binnen het jaar moet worden terugbetaald.
In uitvoering van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest werden de investeringen initieel terugbetaald over 15 jaar. Doordat dit terugbetalingsritme sneller verliep dan de afschrijvingen, ontstond een positief saldo voor de verdere financiering van de afschrijvingen na de terugbetalingsperiode. Dit positief saldo werd met goedkeuring van de Commissie Boekhoudkundige Normen op een speciale passiefrekening geregistreerd, namelijk ‘Vergoeding Vlaamse Gewest’. Eind 2008 werd de termijn van de jaarlijkse vergoeding voor aannemingen bouwkunde van 15 jaar op 30 jaar gebracht voor de opleveringen vanaf 1 januari 2009. Dat gebeurde via een addendum aan de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en Aquafin. Deze nieuwe termijn sluit beter aan bij de economische levensduur van de infrastructuur. In 2009 werd ook de resterende terugbetalingstermijn van bouwkundige projecten opgeleverd vóór 1 januari 2009 verdubbeld. Deze aanpassing ging in op 1 januari 2010. In 2011 daalde hierdoor de ‘vergoeding Vlaams Gewest’ van 808 miljoen euro tot 800 miljoen euro. De voorziening voor risico’s en lasten neemt af ten opzichte van 2010. Op basis van de meest recente gegevens werden de nodige aanpassingen gedaan. Op te merken valt dat het aantal lopende juridische geschillen verder blijft dalen.
Per einde 2011 werd de financiering op korte termijn sterk afgebouwd in functie van de financiering op lange termijn van de aangekochte VMM-activa. In het afgelopen boekjaar was er een afname van de financiering op korte termijn via commercial paper van 140,6 miljoen euro per einde 2010 naar 73,0 miljoen euro per einde 2011. Aquafin beschikt over een kredietlijn van 180 miljoen euro, inclusief de gesyndiceerde lening voor de financiering op korte termijn van activiteiten binnen het kader van de beheersovereenkomst. Binnen deze kredietlijn werden geen opnames verricht per einde 2011. Voor de financiering op korte termijn van gemeentelijke projecten heeft Aquafin een kredietlijn van 17 miljoen euro beschikbaar. Hiervan werd 9 miljoen opgenomen per einde 2011.
Verslag van de raad van bestuur
49
50
Jaarverslag 2011
Commentaar bij de resultatenrekening In de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest is bepaald dat de vergoeding van Aquafin gebeurt op basis van de doorrekening van alle redelijke kosten, verhoogd met een vergoeding voor de aandeelhouders die gebaseerd is op hun inbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten en opbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar. De verhoging van de kosten en in het bijzonder die van de diensten en diverse goederen, bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, ligt in de lijn van de groei van de infrastructuur die door Aquafin geëxploiteerd en uitgebouwd wordt, zowel binnen als buiten het kader van de beheersovereenkomst. Het steeds groeiende patrimonium verklaart ook de continue groei van de afschrijvingen. Sinds 2007 participeert Aquafin in de exploitatiekosten van de zuiveringsinfrastructuur van het Brusselse Gewest. Einde 2007 werd het contract tussen beide gewesten deels overgenomen door de respectieve bedrijven belast met de zuiveringsopdracht. Doel van deze overdracht was de betalingsstromen op een meer efficiënte wijze te regelen. De beweging op de waardeverminderingen en provisies heeft betrekking op waardeverminderingen en provisies voor bedragen die het Vlaamse Gewest tijdens het afgesloten boekjaar heeft betwist. Voor nieuwe juridische geschillen werd beslist een provisie aan te leggen ter waarde van de redelijke inschatting van de claim, rekening houdend met de slaagkans. De sterke toename van de financiering met vreemd vermogen resulteert in een stijging van de kosten van schulden met 5,7 miljoen euro ten opzichte van boekjaar 2010.
Met een actief beheer van het renterisico wil Aquafin de financieringskost optimaliseren. Sinds 2006 heeft de raad van bestuur de implementatie van een dynamisch beheer van het renterisico goedgekeurd, waarbij de krijtlijnen voor het rentemanagement zijn uitgetekend. Na verrekening van de provisies, de waardeverminderingen en de niet aan het Vlaamse Gewest doorgerekende kosten en opbrengsten, inclusief het resultaat van de commerciële activiteiten, wordt de winst voor belastingen 11,56 miljoen euro. Vanaf aanslagjaar 2007 werd het begrip notionele interestaftrek ingevoerd in de vennootschapsbelasting, waardoor de kost van de waterzuivering voor de burger beperkt blijft. Ook de toepassing van de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen en milieuvriendelijke investeringen voor Onderzoek en Ontwikkeling heeft een gunstige invloed op de vennootschapsbelasting.
Voorstel aan de algemene vergadering Rekening houdend met de winst na belastingen van het boekjaar van 9.580.265,23 euro en een overgedragen winst van 5.231,19 euro, bedraagt de te bestemmen winst 9.585.496,42 euro. l l l l
toevoeging aan de wettelijke reserve: toevoeging aan de beschikbare reserve: vergoeding van het kapitaal: overgedragen winst:
480.000,00 euro 1.000.000,00 euro 8.096.193,56 euro 9.302,86 euro
Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling goedkeurt, zal op 23 april een bruto dividend uitbetaald worden van: l l
10,09 euro voor de aandelen die volledig volstort zijn 0,12 euro voor de aandelen die niet volledig volstort zijn.
Verslag van de raad van bestuur
51
52
Jaarverslag 2011
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Concrete engagementen naar stakeholders Proactief financieel beleid voor onze aandeelhouder Bouwen aan een duurzame relatie met onze klanten Respect voor het milieu Oog voor onze omgeving Zorg voor medewerkers
54 56 57 58 63 66
53
54
Jaarverslag 2011
Concrete engagementen naar stakeholders Waterzuivering evolueert steeds meer van een eindoplossing naar een deel van een grondstoffenkringloop. Ook het bedrijf zelf richt zich steeds meer op integratie in de maatschappij. In 2011 hebben we onze bedrijfswaarden vertaald in duidelijke engagementen naar onze aandeelhouder, onze klanten, onze omgeving, het milieu en onze medewerkers. Zo willen we onze activiteiten aan die van onze stakeholders verbinden en het draagvlak voor onze activiteiten vergroten.
WAARDEN n Klantgericht
n Gedreven
We onderhouden een duurzame en persoonlijke relatie met onze klanten. We gaan actief op zoek naar de behoeften van onze klanten en helpen ze te definiëren. We houden ons aan gemaakte afspraken en communiceren duidelijk welke behoeften Aquafin kan invullen en welke niet. Klanttevredenheid is het doel, zowel intern als extern.
Wij zijn trots op de aard en de kwaliteit van de dienstverlening die we bieden aan onze klanten en aan de maatschappij. Daardoor hebben we plezier in ons werk en willen we steeds het beste resultaat leveren voor onze klanten, het milieu en de maatschappij. n Open
n Resultaatgericht
We leveren kwalitatief hoogstaand werk binnen de gestelde timing en het afgesproken budget. We voelen ons persoonlijk verantwoordelijk voor het bereiken van het gewenste eindresultaat.
We staan open voor mensen en ideeën. We zijn niet bang voor invloeden van buitenaf of voor verandering. In al onze samenwerkingsverbanden streven we transparantie na. Intern is openheid en vertrouwen tussen collega’s een voorwaarde om tot optimale resultaten te komen.
n Vooruitstrevend
n Respectvol
We leren voortdurend uit gesprekken met onze klanten en partners, uit maatschappelijke en technologische evoluties. De inspiratie en kennis die we daardoor opdoen, ontwikkelen we verder binnen de organisatie en implementeren we in efficiëntieverbeteringen of in nieuwe producten en diensten. We zijn flexibel en durven onszelf en onze werkwijzen continu in vraag te stellen. Feedback is positief en constructief.
We hebben respect voor de mensen met wie we werken, het milieu en de behoeften van de maatschappij. Intern houden we ons aan mondelinge en schriftelijke afspraken. Collega’s waarderen elkaars expertise en verantwoordelijkheid, waardoor werken bij Aquafin een aangename ervaring is.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
55
56
Jaarverslag 2011
Proactief financieel beleid voor onze aandeelhouder Aquafin engageert zich om steeds de belangen van de aandeelhouder voor ogen te houden, weliswaar in evenwicht met de andere gedefinieerde domeinen. Aquafin gaat zeer omzichtig om met de financiële middelen die worden geïnvesteerd in de zuiveringsinfrastructuur van het gewest. We zorgen voor deze infrastructuur alsof die eigendom van het bedrijf is. Zo doen we aan rentemanagement voor een deel van onze leningen op lange termijn, ook al heeft het bedrijf zelf daar geen directe baten bij. Aquafin gaat ook steeds vroeg mee met interessante evoluties op de financiële markt. Het bedrijf was bij de eerste in de sector om een commercial paper-programma op te zetten, of om een obligatielening uit te geven waar ook particulieren op konden intekenen. Door onze hoge rating, maar ook door het feit dat we onze beloftes in de financiële wereld altijd nakomen, geniet Aquafin het volle vertrouwen van de bankwereld. Daardoor kunnen we de zware investeringen in de zuiveringsinfrastructuur voor het gewest optimaal financieren. Bij elk projectvoorstel wordt zorgvuldig afgewogen of het beoogde resultaat een meerwaarde biedt voor de aandeelhouder, die opweegt tegen de interne kost. Activity based costing (ABC) is hierbij een ondersteunend instrument, dat een duidelijk zicht geeft op de kostprijs van de activiteiten van het bedrijf. De modellen werden in 2011 verder verfijnd en er werd gestart met de implementatie ervan in een specifieke ABC-software. Deze software zou moeten toelaten om de kostprijsmodellen flexibel aan te passen aan wijzigingen in de organisatie en moet tevens goede rapportering mogelijk maken.
Bouwen aan een duurzame relatie met onze klanten We bieden onze klanten een producten- en dienstenaanbod dat gestoeld is op onze missie en onze kernactiviteiten. We streven in overleg naar oplossingen die gebaseerd zijn op het principe van duurzaamheid op lange termijn. We bieden hen een doeltreffende totaaloplossing voor een correcte prijs, waarbij de klanttevredenheid primeert. We engageren ons om de beloofde timings, kwaliteitsnormen en het vooropgestelde budget te behalen, dit zowel voor de targets die impliciet als expliciet gesteld werden. Een afspraak is immers een afspraak. Om die belofte waar te maken, hebben we ons in 2011 intern meer procesmatig georganiseerd. De account managers leiden vanaf 2012 variabel samengestelde klantenteams. De leden streven er elk vanuit hun eigen achtergrond naar om de relatie met de gemeentelijke klanten en bovengemeentelijke bekkenvertegenwoordiging optimaal te houden.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
57
58
Jaarverslag 2011
Respect voor het milieu Aquafin engageert zich om respectvol om te gaan met het milieu en ecosystemen niet te verstoren. Maar we willen als bedrijf méér doen. Het uiteindelijke doel is om het aangeleverde rioolwater zo goed mogelijk te zuiveren met een zo laag mogelijke voetafdruk op het milieu. We streven naar een duurzaam gebruik van materialen, grondstoffen, energie en ruimte.
ENERGIEVERBRUIK VERLAGEN OP DE ZUIVERINGSINSTALLATIES Uit audits blijkt dat onze zuiveringsinstallaties qua energieverbruik efficiënt ontworpen zijn. Toch blijft het zuiveringsproces behoorlijk energie-intensief. De energiekost voor de zuivering van afvalwater, bedraagt immers zo’n 25 miljoen euro per jaar, een kwart van de totale operationele kost van Aquafin. Op het gebied van on-line sturing van het zuiveringsproces, zijn we al bij de voorlopers in Europa. Sensoren voor zuurstof-, nitraat-, ammonium-, fosfaat- en turbiditeitsmetingen, helpen om het zuiveringsproces op de installaties zo precies mogelijk te sturen, zodat er geen kostbare energie verspild wordt. Aquafin wil werk maken van een nog meer doorgedreven energiebeheer. Het bedrijf wil de volgende jaren telkens minstens 2% besparen op zijn energiefactuur. Aquafin wil ook elk jaar minstens 500.000 euro aan energieprojecten besteden. Wanneer alle in 2011 gedefinieerde projecten uitgevoerd zijn, zullen ze een besparing opleveren van 755.000 euro per jaar.
ENERGIEBELEIDSVERKLARING
Het Trias Energetica model:
e am urz ing du kk ik we bru op Ge ergie 2 en
Om het energieverbruik terug te dringen volgt Aquafin de filosofie van de Trias Energetica. Het model maakt gebruik van drie stappen, die achtereenvolgens doorlopen moeten worden. De eerste en de belangrijkste stap is energieverbruik vermijden. Elke kWh die we niet verbruiken, hoeft namelijk ook niet opgewekt te worden. We willen dat elke medewerker het energieverbruik in het achterhoofd houdt bij het op punt stellen van processen, de aankoop van materialen en de exploitatie van onze infrastructuur. De volgende stap is de benodigde energie zoveel mogelijk duurzaam opwekken. We willen een maximaal rendement uit onze slibgistingen halen, op een ethisch verantwoorde manier. De groene energie die we niet zelf kunnen opwekken, zullen we aanvullen met de aankoop van groene stroom tot minstens de besparing van 20% op primaire energie en 13% groene stroomproductie.
Stap drie is de ‘eindige’ fossiele energiebronnen zo efficiënt mogelijk gebruiken. Daartoe zoeken we continu naar verbeteringen, zowel in de processen als in de apparatuur die we inzetten.
M en inim erg a iev lise er e 1 rbru ik
De energiebeleidsverklaring van Aquafin is gestoeld op de Europese Klimaatdoelstelling. Tegen 2020 willen we 20% primaire energie sparen, 20% op transport sparen en 13% groene stroom opwekken, wat ook de doelstelling voor lidstaat België is.
3 Efficiënt gebruik fossiele brandstof
ENERGIE BESPAREN ZONDER KWALITEITSVERLIES Met Aqua3M, ons eigen platform voor dynamische RWZImodellering, hebben we in 2011 de bedrijfsvoering doorgelicht van zes zuiveringsinstallaties (in Aartselaar, Antwerpen-Noord, Deurne, Harelbeke, Oostende en Sint-Truiden). Daaruit volgden voorstellen voor de meest optimale bedrijfsvoering wat betreft energieverbruik, slibproductie en chemicaliënverbruik. Zo realiseren we een daling in de kost per IE, zonder de kwaliteit van het gezuiverde water in gevaar te brengen.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
59
Jaarverslag 2011
ENERGIERECUPERATIE EN -PRODUCTIE UIT SLIB
n Elektriciteit en warmte door biogasproductie
Tijdens het waterzuiveringsproces worden grote hoeveelheden zuiveringsslib geproduceerd. In die actief-slibmassa leven miljoenen bacteriën en andere micro-organismen. Ze verbruiken de vervuiling in het rioolwater als voedsel. Door de gunstige leefomstandigheden in het afvalwater, groeit de massa snel aan. Het slib dat overtollig is, wordt in aanzienlijke mate beperkt door indikking, vergisting, ontwatering en droging. De verwerking en afzet van resterend zuiveringsslib is niet alleen een zware kost voor Aquafin, maar ook een belasting voor het milieu, door de vele duizenden transporten aan vloeibaar slib en gedroogd slib per jaar. Een berekeningsmodel optimaliseert de logistieke keten van de slibverwerking. Het model maakt het eenvoudiger om strategische beslissingen te nemen, maar biedt ook de mogelijkheid om wekelijkse fluctuaties in de slibtransporten te minimaliseren. In 2011 werd 94.624 ton drogestof slib verbrand, co-verbrand of gebruikt in de afdeklagen van een stortplaats. Daarnaast werd nog een kleine fractie hiervan gerecycleerd als entslib om waterzuiveringsinstallaties van Aquafin of derden op te starten.
Bij het vergisten van waterzuiveringsslib wordt organisch materiaal bacterieel afgebroken en omgezet in biogas. Hierdoor vermindert het volume slib dat nog verder moet behandeld worden. Dit biogas is bovendien een energiedrager. Het bevat ongeveer 65% methaan, dat zowel in warmte als in elektriciteit kan omgezet worden. De opwekking van elektriciteit gebeurt met gasmotoren, die een elektrisch vermogen hebben van 200 tot 500 kWelektrisch. De koelingswarmte van de gasmotoren wordt bovendien gebruikt voor de verwarming van de slibgisting en in een aantal gevallen ook voor de verwarming van de dienstgebouwen. De geproduceerde groene elektriciteit wordt steeds op de zuiveringsinstallatie zelf gebruikt. Daardoor moet Aquafin minder elektriciteit aankopen en krijgt het bedrijf al sinds 2002 groenestroomcertificaten. Een groenestroomcertificaat toont aan dat 1.000 kWh elektriciteit werd opgewekt uit een hernieuwbare energiebron. Op de site van RWZI Deurne wordt het biogas niet omgezet in elektriciteit, maar verbrand in een stookketel om zuiveringsslib te drogen. Het geproduceerde biogas vervangt dus aardgas in verbrandingsprocessen.
EINDAFZET VAN HET ONTWATERDE ZUIVERINGSSLIB
100% n Bodemverbeteraar/landbouw n Storten (eventueel na solidificatie) n Afdichting stortplaats n Verbranding n Co-verbranding na droging
80%
60%
40%
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
0%
1998
20%
1997
60
In 2011 werd ongeveer 53% van al het geproduceerde slib vergist. Alle gasmotoren samen produceerden 8,3 miljoen kWhelektrisch. Dat is 1.300.000 kWh of 19% meer dan in 2010, terwijl er geen bijkomende slibgistingen in gebruik genomen werden. Onze verhoogde aandacht voor de productie van groene energie heeft ertoe geleid dat er op twee jaar tijd 66% meer groene elektriciteit is geproduceerd. In 2010 was RWZI Antwerpen-Zuid de eerste installatie die een jaarproductie van meer dan 1 miljoen kWh heeft gehaald. In 2011 heeft ook de zuivering van Hasselt deze kaap overschreden. In 2012 verwachten we dat nog minstens 1 bijkomende installatie deze productie haalt. Alle energieprojecten samen met ook de productie van biogas meegeteld, leidden in 2011 tot een besparing van minstens 14.500.000 kWh/j. Dat is 15% beter dan in 2010 en kan worden vergeleken met het elektriciteitsverbruik van een stad als Veurne of Herk-de-Stad. n Slibpellets als bron van thermische energie
Om het niet-vergiste slib en het overblijvende slib na de slibgisting te drogen, heeft Aquafin vier drooginstallaties in gebruik. Ze vormen een milieutechnische eenheid met de RWZI’s van Deurne, Houthalen, Leuven en Brugge. Sinds de opstart van de slibdrooginstallatie van Leuven in 2003 is de voorziene slibdrogingsinfrastructuur van Aquafin volledig uitgebouwd. De drogers van Brugge en Houthalen dateren van 2001, die van Deurne van 1998. Waar 10 jaar geleden het drogen nog voor 100% gebeurde in installaties van derden, wordt het slib momenteel voor 99,96% gedroogd in drooginstallaties van Aquafin. De slibdroging, in 1997 nog maar goed voor 5% van de afzet werd belangrijker waarbij het aandeel slib dat gedroogd werd in 2011 een 34% bedroeg. Hierin is het slib dat in Brugge gedroogd wordt alvorens ter plaatse verbrand te worden niet meegerekend; het is vervat in de categorie ‘verbranding’. Drogen van ontwaterd slib levert een drogestofgehalte op van ca. 90%. Het zuiveringsslib wordt gedroogd tot korrels met een calorische waarde gelijk aan deze van bruinkool. Hierdoor kan het gedroogde slib gebruikt worden om andere brandstoffen te vervangen in steenkool- of bruinkoolgestookte elektriciteitscentrales en in cementovens; in 2011 ging het over 32.721 ton droge stof. Men spreekt in dit geval van co-verbranding. Ook ontwaterd niet-gedroogd slib kan co-verbrand worden. n Verbranden van slib
In 2011 werd in het totaal 56.657 ton slib omgerekend naar droge stof verbrand. 55,8 % daarvan werd verbrand in de SLECO verbrandingsoven te Beveren en 44,2 % in de slibverbrandingsinstallatie van Brugge die Aquafin in dienst heeft.
ONDERZOEK MOET BIOGASPRODUCTIE VERHOGEN Op RWZI Hoogstraten bestudeerden we de haalbaarheid van een co-vergisting van slib met glycerol, een commercieel verkrijgbaar product. De gemeten biogasproductie was nog hoger dan theoretisch verwacht en er waren geen operationele problemen. In alle onderzochte scenario’s bleek de terugverdientijd voor het implementeren van een co-vergisting minder dan vijf jaar.
HERGEBRUIK VAN AFVALWARMTE VAN DERDEN In de slibdrogingsinstallatie van Houthalen wordt geen biogas of aardgas ingezet. Aquafin gebruikt er de warmte van de naastliggende huisvuilverbrandingsinstallatie van Bionerga. De warmte die ontstaat bij de verbranding van het restafval wordt in stoom omgezet, die aan Aquafin wordt verkocht. Bionerga leverde in 2011 bijna 24 miljoen kWhthermisch.
PRODUCENT VAN GRIJS WATER Niet alleen in het zuiden, maar ook in het noorden van Europa is de druk op de natuurlijke waterbronnen hoog. Gezuiverd huishoudelijk afvalwater kan een aanvullende bron van water zijn voor bedrijven uit verschillende sectoren in de buurt van een zuiveringsinstallatie.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
61
62
Jaarverslag 2011
Om onze natuurlijke watervoorraden te beschermen, heeft de overheid de voorwaarden voor het oppompen van grondwater en het gebruik van oppervlaktewater verstrengd. Bedrijven die in hun productieproces veel water gebruiken, moeten daardoor op zoek gaan naar alternatieve bronnen van waterbevoorrading. Een optie is de toepassing van gezuiverd huishoudelijk afvalwater, geleverd door de zuiveringsinstallaties van Aquafin. Aquafin heeft verspreid over Vlaanderen 256 installaties in dienst voor de zuivering van rioolwater, die samen jaarlijks 800 miljoen m³ behandeld water produceren. In principe kan dat water opgewaardeerd worden tot elke gevraagde waterkwaliteit, als de juiste technologieën ingeschakeld worden. Gezuiverd afvalwater kan met een kleine voorbehandeling worden gebruikt voor laagwaardige industriële toepassingen die geen drinkwaterkwaliteit vereisen, zoals reinigingswater of koelwater. Tot nu toe maken 6 bedrijven en intercommunales gebruik van het gezuiverde water van Aquafin. Daarnaast hebben we contracten met 15 ruimfirma’s, die op de zuiveringsinstallatie zelf water komen afhalen voor reinigingsdoeleinden. Met meer voorafgaande behandelingen, kan het gezuiverde rioolwater worden opgewaardeerd tot drinkwater, zoals drinkwatermaatschappij IWVA met het effluent van RWZI Wulpen doet. In principe kan effluentwater zelfs verder worden gezuiverd tot ultrapuur water, dat de kwaliteit van drinkwater overschrijdt, zoals nodig voor de productie van elektronica. Hergebruik van gezuiverd afvalwater is dus een milieuvriendelijke manier om de druk op de natuurlijke watervoorraden te verlichten. Aquafin wil deze optie in de toekomst blijven benadrukken, zowel bij bedrijven als bij de overheid.
PRODUCENT VAN GRONDSTOFFEN Een zuiveringsinstallatie levert meer op voor de maatschappij dan gezuiverd water en energie, ze is ook een producent van grondstoffen. Ontwaterd slib kan nuttig gebruikt worden in de afdichtlagen van stortplaatsen. Zo’n laag moet voorkomen dat water het stort zou binnendringen. Hydrostab® is een alternatief voor klassiek gebruikte afdichtingsmaterialen als zand-bentonietmengsels. In het Hydrostabprocedé worden afvalstoffen gebruikt in plaats van natuurlijke bodemmaterialen. In 2011 werd 5.118 ton slib omgerekend naar droge stof afgezet voor gebruik als afdichtlaag op de gesaneerde stortplaats Hooge Maey in Antwerpen. Ook de vliegassen van de slibverbrandingsoven van Brugge krijgen hierbij een nuttige toepassing. De zuivering van huishoudelijk afvalwater kan ook bijdragen aan de instandhouding van de fosforkringloop. Hoewel de nadruk nu nog ligt op een teveel aan fosfaat in de bodem en in het water, is het grootste probleem eigenlijk een tekort aan fosfaat om de wereldbevolking te kunnen blijven voeden. Op 33 van onze grootste zuiveringsinstallaties (goed voor 2.480.000 IE) gebeurt de defosfatatie van het afvalwater niet chemisch maar biologisch. Bij de bouw werden ze voorzien van een anaerobe tank om met behulp van een specifieke bacteriesoort voldoende fosfor uit het afvalwater te verwijderen. Doordat bij deze techniek fosfor niet chemisch gebonden wordt, vormt de mogelijkheid tot fosforrecuperatie een bijkomend ecologisch voordeel.
Oog voor onze omgeving Bij onze focus op het milieu verliezen we ook de mens niet uit het oog. We zijn ons bewust van de impact van onze werken op onze omgeving en doen er via ons Minder Hinder-programma alles aan om die te minimaliseren. Daarnaast willen we het draagvlak voor onze activiteiten bij het brede publiek verhogen. Hoe groter het wederzijds begrip, hoe vlotter we kunnen werken en hoe sneller we het gewenste milieuresultaat bereiken.
OMGEVINGSVRIENDELIJK WERKEN Infrastructuurwerken in woongebieden of langs drukke verkeersaders brengen onvermijdelijk hinder met zich mee. Door een goede planning van de werken en voldoende communicatie met de handelaars en buurtbewoners, kan die hinder wel aanzienlijk beperkt worden. Aquafin wordt erkend als voortrekker op het gebied van hinderbeperking door verschillende overkoepelende instanties, gemeenten, nutsmaatschappijen en technische partners. Zowel voor de aanleg van riolering als voor de bouw of renovatie van zuiveringsinstallaties volgen we een Minder Hinderdraaiboek, dat regelmatig wordt bijgewerkt op basis van onze ervaringen en die van onze partners.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
63
64
Jaarverslag 2011
Aquafin heeft in 2011 de gezamenlijke aanvulling van de rioolbeheerders op het Standaardbestek 250 voor de Wegenbouw mee vorm gegeven. Dat was een initiatief van Vlario om de eenvormigheid van bestekken te bevorderen. Naast meer technische zaken, werden ook een groot aantal Minder Hindermaatregelen van Aquafin toegevoegd aan de nieuwe versie. Intern werkten we aan een standaardisatie van de haalbaarheidstudies, die worden uitgevoerd door studiebureaus om het meest geschikte tracé te kiezen. Een zorgvuldige uitvoering van die studie is zeer belangrijk om de doorlooptijd van een project zo kort mogelijk te houden en extra kosten te vermijden. Ook onze eigen medewerkers worden voordurend gemotiveerd om handelaars en buurtbewoners zoveel mogelijk bij de projecten te betrekken. Aquafin wil samen met andere partners in de sector van omgevingsvriendelijk werken een noodzaak maken voor aannemers om een attest van goede uitvoering te krijgen. Daartoe werden in 2011 de eerste stappen gezet. Tegelijkertijd wordt onderzocht hoe een beoordeling op omgevingsvriendelijkheid een rol kan krijgen in de toewijzing van opdrachten.
AWARD VOOR AANNEMERS EN STUDIEBUREAUS In oktober 2011 reikten we de jaarlijkse awards uit waarmee we kwaliteitsvol en omgevingsvriendelijk werken waarderen. De Minder Hinder award werd voor de vijfde keer uitgereikt aan de aannemer van rioleringswerken die het meest rekening hield met de omgeving waarin gewerkt moest worden. De jury rangschikt de aannemers die meer dan één project voor het bedrijf hebben uitgevoerd volgens 5 criteria: de Minder Hinderinspanningen van de aannemer, gecombineerd met de veiligheidsstatistieken, schadegevallen, noodoproepen en het aantal klachten. Dit jaar viel Wegenwerken De Moor in de prijzen, een bedrijf dat al verschillende jaren genomineerd was. Een vlotte projectuitvoering start natuurlijk al bij het ontwerp. Aquafin reikte daarom voor de tweede keer een award uit aan het studiebureau dat het afgelopen jaar het meest kwalitatief, kostenbewust en klantgericht te werk ging. Bureau Cnockaert, dat vorig jaar ook al genomineerd was, kaapte nu de award weg.
INTERNE METING VAN ONZE INSPANNINGEN In de balanced scorecards van de directie Infrastructuur wordt opgevolgd of de vereiste informatievergaderingen voor de buurt wel degelijk worden georganiseerd. In 2011 hebben er 195 plaats gevonden. We volgen ook op of de projectinformatie op de website voldoende vaak vernieuwd wordt. Voor de projectmanagers, gebiedsingenieurs en account managers organiseerden we opleidingen ‘Klantvriendelijke communicatie en agressiemanagement’ en ‘Communicatie- en spreektechnieken voor gevorderden’, met een focus op infoavond 1 en infoavond 2.
Na de uitvoering van een rioleringsproject houden we een enquête bij de leidend ingenieur van het studiebureau, de projectmanager, de werftoezichter, de verantwoordelijke van de Technische dienst van de gemeente/stad en verantwoordelijken van andere betrokken besturen die de werken mee hebben opgevolgd. Zo gaan we na in welke mate onze waarden en besteksvoorschriften worden gerespecteerd op de werf.
Anderzijds voert Aquafin na werken in dichtbewoonde gebieden ook een tevredenheidsonderzoek uit bij de buurtbewoners. Zo gaan we na of we tijdens de werken voldoende gecommuniceerd hebben en of de genomen maatregelen de hinder daadwerkelijk beperkt hebben. De resultaten van beide onderzoeken worden aan de projectmanager bezorgd, die ze voorlegt op één van de laatste werfvergaderingen. Zo krijgen zowel medewerkers van Aquafin als de aannemer en de gemeente de kans om eruit te leren en te bespreken of de werkwijze al dan niet bij volgende projecten moet worden aangepast.
ENQUÊTES UITGEVOERD IN 2011 73 technische enquêtes, waarvoor 317 formulieren werden uitgestuurd. De responsgraad was 71%. 56 tevredenheidsonderzoeken, waarvoor 8.925 formulieren werden verstuurd. De responsgraad was 12%.
OMBUDSMAN ALS BEMIDDELAAR TUSSEN BURGER EN BEDRIJF In 2011 registreerde de ombudsman 370 ontvankelijke klachten. 71% had te maken met werken in uitvoering en 29% ging over de bestaande infrastructuur. Twee soorten klachten springen eruit: lawaai-, trillings- en geurhinder, gevolgd door een onvoldoende goed herstel in oorspronkelijke staat van privaat terrein of openbaar domein. Een kleine groep betreft de moeilijke toegankelijkheid van straten en woningen. Ondanks onze inspanningen gaat een klein percentage van de klachten nog steeds over ontoereikende of nietgeactualiseerde communicatie over aanvang, duurtijd en verdere planning van de werken.
Telkens ging er een ruime groep mensen op ons aanbod in. Tijdens zo’n bezoek leggen we uit hoe de installatie functioneert en hoe ze maximaal werd aangepast om zo goed mogelijk in de buurt geïntegreerd te worden. Scholen en verenigingen kunnen op weekdagen op 24 installaties terecht voor een geleid bezoek. We registreerden in totaal 750 groepsbezoeken. Daarnaast stelt Aquafin educatief materiaal ter beschikking van scholen, verenigingen en gemeenten. RWZI Adinkerke is specifiek uitgerust om jonge bezoekers te ontvangen, naar aanleiding van een akkoord tussen Plopsaland en Aquafin voor de bouw van de installaties op een grond die eigendom was van het pretpark.
DRAAGVLAK VERGROTEN BIJ HET BREDE PUBLIEK Om onze activiteiten bekender te maken bij het grote publiek, hebben we in 2011 drie reportages gemaakt die werden uitgezonden op alle regionale TV-zenders. Daarmee hebben we meer dan één miljoen kijkers bereikt. We adverteerden in elke editie van het ledenblad van Natuurpunt en leverden ook redactionele bijdragen voor Lokaal (VVSG) en een aantal gemeentelijke informatiebladen. Om onze naambekendheid bij het grote publiek te vergroten, stapten we opnieuw mee in de Big Jump. Naast sponsoring van het evenement, waren ook medewerkers van Aquafin zelf aanwezig op alle officiële springplaatsen. We verstuurden 67 persberichten, de meeste in het kader van lopende of aangekondigde projecten. De precieze activiteiten van Aquafin zijn de jongste jaren beter bekend bij de lokale pers. Door de nationale pers worden we steeds meer beschouwd als kenniscentrum voor vragen rond rioolbeheer, waterzuivering en alle andere aspecten van de waterzuiveringscyclus.
Vorig jaar werd een klachtenmatrix opgesteld, waarbij ontvangen klachten worden getoetst aan het risicomodel van het bedrijf, in functie van de frequentie en de ernstgraad van de klachten.
BEZOEKEN AAN ZUIVERINGSINSTALLATIES We tonen onze installaties en onze realisaties omdat we trots zijn op ons werk. In 2011 organiseerde Aquafin voor de inwoners van zeven wijken waarin een nieuwe zuiveringsinstallatie gebouwd werd, de mogelijkheid tot een bezoek aan de afgewerkte installatie.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
65
66
Jaarverslag 2011
Zorg voor medewerkers De sterkte van Aquafin ligt in onze kennis en ervaring met de hele afvalwatercyclus. Vermits kennis wordt opgebouwd door mensen, vormen onze medewerkers het hart van het bedrijf. We willen garant staan voor een stimulerende werkomgeving en veilige werkomstandigheden, zodat we geëngageerde mensen kunnen blijven aantrekken en behouden. In 2011 hebben we samen met de sociale partners werk gemaakt van een transparant loonbeleid waarin zowel waarden en competenties als prestaties worden beloond. Daardoor hebben de medewerkers zelf de groei van hun loon meer in de hand. Ook de functiebeschrijvingen worden in de loop van 2012 vereenvoudigd, eveneens om de transparantie te vergroten.
VERANTWOORDELIJKHEID TERUG NAAR DE WERKVLOER Een correct loon is een basisvoorwaarde, maar niet voldoende om competente medewerkers aan te trekken en te behouden. Echte jobtevredenheid wordt bepaald door de mogelijkheid tot persoonlijke groei, voldoende autonomie, ruimte en vrijheid om je werk zelf te organiseren, en een goede balans tussen werktijd en privé-tijd. Aquafin wil ook aan deze behoeften tegemoet komen door de overgang naar procesgericht werken binnen de organisatie.
INVESTEREN IN MENSEN Aquafin spant zich in om een omgeving te bieden waarin elke medewerker optimaal kan werken en zich kan ontwikkelen. Bij de selectie wordt niet alleen gekeken naar de geschiktheid van de kandidaat voor de functie, maar ook naar zijn of haar inpasbaarheid binnen het team en de waarden van het bedrijf. We hebben in 2011 verder werk gemaakt van de opleiding van peters en meters voor de nieuwkomers, zodat die zich snel kunnen thuis voelen in het bedrijf. Om de bedrijfsdoelstellingen te realiseren en medewerkers te motiveren, is een constante aandacht voor opleiding en ontwikkeling een noodzaak. Het opleidingsgemiddelde bedraagt ruim drie dagen per persoon en per jaar. Aquafin investeert ook sterk in een gerichte en uitgebalanceerde opleiding voor de leidinggevenden, die als coach een cruciale rol vervullen in de ontwikkeling van hun medewerkers. In 2011 werden ook sociale media in het bedrijf geïntroduceerd om kennisdeling te stimuleren.
BALANS WERK-PRIVÉ Een goede balans tussen werk en privé-leven staat bij de meeste mensen hoog op het verlanglijstje bij de zoektocht naar een job. Bij Aquafin zijn er flexibele werkuren van toepassing. Om het fileleed van zijn medewerkers te verminderen, opende Aquafin in 2009 twee satellietkantoren. Zowel in Herentals als in Gent heeft het bedrijf kantoorruimte ter beschikking voor mensen die in die regio wonen, of aan projecten in de buurt werken. Ook naar rekrutering van nieuwe medewerkers zijn de satellietkantoren een sterke troef voor Aquafin. In 2012 voeren we een experiment uit met ‘hotspots’ in verschillende teamcentra in het Dijlebekken, zodat medewerkers die al op de baan zijn, zich minder ver moeten verplaatsen om bureauwerk uit te voeren. We zullen ook uittesten of een derde satellietkanoor in Leuven voldoende rendabel is.
DIALOOG TUSSEN MEDEWERKERS EN MANAGEMENT Resultaten van werkgroepen worden bekend gemaakt via posters, nieuwsbrieven en middagvergaderingen, die ook opgenomen worden en later via het intranet verspreid worden. Op aanvraag worden thema’s ook mondeling toegelicht buiten het hoofdkantoor. Elke week wordt intern de agenda verspreid met de punten die aan bod kwamen op de vergadering van het directiecomité.
ENGAGEMENT NAAR ALLE MEDEWERKERS In 2011 heeft een bedrijf een duidelijk engagement naar de medewerkers uitgeschreven. Aquafin wil jobs bieden die iedereen de mogelijkheid geven om technische kennis met menselijke warmte te combineren. We stimuleren ieders unieke talenten en moedigen creatief denken aan om tot de meest geschikte oplossing voor onze klanten te komen. We garanderen expliciet een veilige werkomgeving en creëren voldoende ruimte om privé-tijd en werktijd met elkaar in balans te brengen.
De leidinggevenden krijgen een mondeling verslag van de afgehandelde punten, voor de andere medewerkers wordt er een samenvatting op het intranet geplaatst. Zo krijgt iedereen de kans om op de hoogte te blijven van organisatienieuws en organisatieveranderingen. Tegelijkertijd stimuleert Aquafin bottum-up participatie in denkoefeningen. Bij de uitwerking van het procesgericht werken en de vorming van de business units, hebben verschillende teams van medewerkers suggesties gedaan. De engagementen naar onze stakeholders werden afgetoetst tijdens een World Café, waaraan maar liefst 30% van de medewerkers heeft deelgenomen.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
67
68
Jaarverslag 2011
VEILIGE WERKOMSTANDIGHEDEN Het preventiebeleid wordt vooral beheerd op de werkvloer. Veiligheidsinstructies- en regels worden niet alleen via de hiërarchische lijn doorgegeven, maar ook op persoonlijke wijze door de afdeling Preventie en Veiligheid overgebracht aan elk niveau binnen het bedrijf. De preventiedienst verzorgde halfjaarlijks de uitwisseling van veiligheidsinformatie in interactieve sessies met de operationele basis in 101 infosessies van 2 uur. Bijkomend werden verschillende veiligheidsopleidingen georganiseerd, voor in totaal 396 personen. Nieuwe medewerkers kregen 8 uur veiligheidsopleiding en een begeleidende meter of peter in hun directe werkomgeving. In 2012 zullen we in ons preventiebeleid extra wijzen op de gevaren van afleidende factoren bij de uitvoering van risicovolle taken, omdat dat een nevenoorzaak was van de meeste arbeidsongevallen in 2011. De ernstgraad van de ongevallen lag te hoog voor onze interne doelstelling. Positief is wel dat we in het laatste kwartaal voor het bedrijf een recordtermijn bereikten van 104 dagen zonder arbeidsongeval. De ernst-maal-frequentiegraad van ongevallen ligt nog steeds drie keer lager dan het gemiddelde voor de chemiesector in 2010. In onze eigen sector haalde Aquafin de beste score, al blijft elk ongeval er natuurlijk één te veel. In 2011 zijn we gestart met de veiligheidscoördinatie bij ontwerp op 71 transportprojecten en 7 zuiveringsprojecten. De veiligheidscoördinatie bij uitvoering vond plaats voor 92 projecten. We hebben indienststellingsonderzoeken uitgevoerd op zuiveringsinstallaties, pompstations en bergbezinkingsbekkens, 2DWA-leidingprojecten en naar aanleiding van installatieaanpassingen. Bijkomend werden ook audits uitgevoerd op bestaande installaties. De BSC-rapportering van de directie Operaties volgt op of onze infrastructuur volledig veiligheidstechnisch in orde is, om ongevallen te voorkomen. In 2011 scoorden we tot nu toe het best voor deze indicator. Om de veiligheid van onze medewerkers te garanderen bij het beheer van infrastructuur van derden, hebben we ook op 41 pompstations die onder een commercieel contract vallen audits en indienststellingen uitgevoerd.
NAAMSBEKENDHEID OP DE ARBEIDSMARKT VERDER GESTEGEN Een studie van een onderzoeksbureau onder 300 ingenieurs in 2011, wees uit dat de naamsbekendheid van Aquafin verder toegenomen is. Het bedrijf heeft de toppositie ten opzichte van onze concurrenten op de arbeidsmarkt waarmee de vergelijking gemaakt werd. Maar liefst 50% van de bevraagde ingenieurs vindt Aquafin een aantrekkelijke organisatie om voor te werken. Aquafin wordt gezien als een bedrijf met visie dat interessant werk aanbiedt en veel opleidingsmogelijkheden geeft. Net zoals vorige jaren blijven de maatschappelijke relevantie van onze opdracht en de relatieve werkzekerheid grote troeven.
Schadevrij en veilig werken moeten een evidentie zijn voor onze eigen medewerkers, maar ook voor het personeel van aannemers en onderaannemers. De evolutie van het aantal openstaande veiligheidsopmerkingen 10 weken na de voorlopige oplevering van een project wordt opgevolgd in de BSC-rapportering van de directie Infrastructuur. In 2011 waren er beduidend minder openstaande veiligheidsinbreuken, wat betekent dat er korter op de bal wordt gespeeld bij bestaande overtredingen, en dat er aan de basis minder overtredingen gebeuren doordat het duidelijk is dat Aquafin een nultolerantie aanhoudt. De beste veiligheidsprestaties van de technische partners worden jaarlijks ook onder de belangstelling gebracht bij de toekenning van een Minder Hinder Award.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
69
70
Jaarverslag 2011
Jaarrekening Verslag van de commissaris Balans en resultatenrekening Waarderingsregels Bijkomende info Belangrijkste risicofactoren Affectatie-overeenkomst
72 74 86 89 90 91
71
72
Jaarverslag 2011
Verslag van de commissaris VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN AQUAFIN NV OVER DE JAARREKENING OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2011 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen.
VERKLARING ZONDER VOORBEHOUD OVER DE JAARREKENING Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2011, opgesteld overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 3.021.358.732,75 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 9.580.265,23. n Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor het
opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. n Verantwoordelijkheid van de commissaris
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controleinformatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de vennootschap met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van de vennootschap. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. n Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2011 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap, overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.
BIJKOMENDE VERMELDINGEN Het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, alsook het naleven door de vennootschap van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten, vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen: • Het jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat. • Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. • Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen zijn gedaan of genomen. De verwerking van het resultaat die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.
Antwerpen, 8 maart 2012 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA vertegenwoordigd door
Ronald Van den Ecker Vennoot Ref: 12RVE0086
Jaarrekening
73
74
Jaarverslag 2011
Balans en resultatenrekening BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
VASTE VASTE ACTIVA
20/28
2.841.823.646
2.609.878.006
Materiële vaste activa
22/27
2.841.027.061
2.609.105.322
Terreinen en gebouwen
22
177.472.127
124.055.184
Installaties, machines en uitrusting
23
2.387.830.311
2.228.707.005
Meubilair en rollend materieel
24
2.412.177
2.434.681
Leasing en soortgelijke rechten
25
932.058
1.150.746
Overige materiële vaste activa
26
1.394.815
1.489.176
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
27
270.985.574
251.268.529 772.684
Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen Deelnemingen Andere financiële vaste activa Aandelen Vorderingen en borgtochten in contanten VLOTTENDE ACTIVA Voorraden en bestellingen in uitvoering Bestellingen in uitvoering Vorderingen op ten hoogste één jaar Handelsvorderingen Overige vorderingen Geldbeleggingen Overige beleggingen
28
796.585
280/1
693.753
691.974
280
693.753
691.974
284/8
102.832
80.710
284
100.062
78.375
285/8
2.770
2.335
29/58
179.535.087
61.137.337
3
83.067.381
44.253.419
37
83.067.381
44.253.419
40/41
16.767.380
9.312.538
40
11.790.549
5.152.356
41
4.976.831
4.160.182
50/53
52.976.316
2.600.000
51/53
52.976.316
2.600.000
Liquide middelen
54/58
18.435.787
1.154.070
Overlopende rekeningen
490/1
8.288.223
3.817.310
20/58
3.021.358.733
2.671.015.343
TOTAAL DER ACTIVA
PASSIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
10/15
1.030.788.194
1.024.917.616
10
210.900.006
198.400.000
Geplaatst kapitaal
100
248.400.024
198.400.000
Niet opgevraagd kapitaal
101
37.500.018
EIGEN VERMOGEN Kapitaal
Reserves
13
19.635.855
18.155.855
Wettelijke reserve
130
11.036.336
10.556.336
Beschikbare reserve
133
8.599.519
7.599.519
Overgedragen winst
14
9.303
5.231
Kapitaalsubsidies
15
800.243.030
808.356.530
16
2.257.366
2.402.328
160/5
2.257.366
2.402.328
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN Voorzieningen voor risico's en kosten Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Overige risico's en kosten SCHULDEN Schulden op meer dan één jaar Financiële schulden Leasingschulden en soortgelijke schulden Kredietinstellingen
160
513.981
263.244
163/5
1.743.386
2.139.084
17/49
1.988.313.172
1.643.695.399
17
1.568.387.524
1.217.527.696
170/4
1.568.254.056
1.217.408.148
172
1.757.658
2.122.018 1.215.286.130
173
1.566.496.398
Overige schulden
178/9
133.468
119.548
Schulden op ten hoogste één jaar
42/48
403.816.284
412.568.470
42
157.904.151
140.433.149
Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen Financiële schulden
43
84.145.080
142.198.178
Kredietinstellingen
430/8
84.145.080
142.198.178
Handelsschulden
44
75.572.249
72.093.300
440/4
75.572.249
72.093.300
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
46
69.073.593
42.204.556
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
45
9.010.457
8.901.957
Belastingen
450/3
1.760.669
1.690.515
Bezoldigingen en sociale lasten
454/9
7.249.789
7.211.442
Leveranciers
Overige schulden Overlopende rekeningen TOTAAL DER PASSIVA
47/48
8.110.754
6.737.330
492/3
16.109.365
13.599.233
10/49
3.021.358.733
2.671.015.343
Jaarrekening
75
76
Jaarverslag 2011
RESULTATENREKENING Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
70/74
426.391.389
362.540.101
70
382.196.646
336.890.604
en in de bestellingen in uitvoering
71
38.813.962
20.229.026
Geproduceerde vaste activa
72
Bedrijfsopbrengsten Omzet Toename in de voorraad goederen in bewerking en gereed product
Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
11.674
74
5.380.782
5.408.797
60/64
350.261.834
295.899.275
60
89.980.165
82.980.793
600/8
89.980.165
82.980.793
Diensten en diverse goederen
61
72.992.685
42.601.669
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
62
59.187.009
55.981.587
630
123.917.384
111.261.036
631/4
255.269
-244.970
(toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)
635/7
-144.961
-75.272
Andere bedrijfskosten
640/8
4.074.283
3.394.431
9901
76.129.555
66.640.826
75
2.232.214
844.956
751
2.184.562
729.709
Aankopen
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) Voorzieningen voor risico's en kosten
Bedrijfswinst Financiële opbrengsten Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Financiële kosten Kosten van schulden
752/9
47.652
115.247
65
66.803.254
59.500.869
650
63.827.754
58.087.176
652/9
2.975.500
1.413.693
9902
11.558.515
7.984.913
76
1.779
2.417
761
1.779
2.417
9903
11.560.294
7.987.330
Belastingen op het resultaat
67/77
1.980.028
909.703
Belastingen
670/3
1.980.028
1.149.462
Andere financiële kosten Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, voor belasting Uitzonderlijke opbrengsten Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa Winst van het boekjaar voor belasting
Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen Winst van het boekjaar TE BESTEMMEN WINST VAN HET BOEKJAAR
77
239.759
9904
9.580.265
7.077.627
9905
9.580.265
7.077.627
RESULTATENVERWERKING Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
9906
9.585.496
7.083.965
9905
9.580.265
7.077.627
14P
5.231
6.338
691/2
1.480.000
355.000
Aan de wettelijke reserves
6920
480.000
355.000
Aan de overige reserves
6921
1.000.000
Te bestemmen winstsaldo Te bestemmen winst van het boekjaar Overgedragen winst van het vorige boekjaar Toevoeging aan het eigen vermogen
Over te dragen winst Uit te keren winst Vergoeding van het kapitaal
14
9.303
5.231
694/6
8.096.194
6.723.734
694
8.096.194
6.723.734
Jaarrekening
77
78
Jaarverslag 2011
TOELICHTING STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
TERREINEN EN GEBOUWEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8191P
154.267.674
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8161
54.599.652
8191
208.867.327
8321P
30.212.490
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8271
1.182.710
8321
31.395.200
22
177.472.127
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8192P
3.470.722.363
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa
8162
94.117.201
Overboeking van een post naar een andere
8182
186.228.757
8192
3.751.068.322
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8322P
1.242.015.358
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8272
121.222.654
8322
1.363.238.011
23
2.387.830.311
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8193P
13.986.492
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8163
1.043.318
8193
15.029.810
8323P
11.551.811
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8273
1.065.821
8323
12.617.633
24
2.412.177
LEASING EN SOORTGELIJKE RECHTEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8194P
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8194
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
4.373.770 4.373.770
8324P
3.223.024
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR Waarvan terreinen en gebouwen
8274
218.689
8324
3.441.713
25
932.058
250
932.058
TOELICHTING STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
OVERIGE MATERIELE VASTE ACTIVA Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8195P
5.352.758
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8165
133.149
8195
5.485.907
8325P
3.863.581
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8275
227.511
8325
4.091.092
26
1.394.815
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8196P
251.268.529
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa
8166
205.945.803
Overboeking van een post naar een andere
8186
-186.228.757
8196
270.985.574
27
270.985.574
Codes
Boekjaar
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
STAAT VAN DE FINANCIELE VASTE ACTIVA
Vorig boekjaar
VERBONDEN ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8391P
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8391
Waardeverminderingen per einde van het boekjaar
1.938.284 1.938.284
8521P
1.246.310
Mutaties tijdens het boekjaar Teruggenomen want overtollig Waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8481
1.779
8521
1.244.531
280
693.753
ANDERE ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8393P
78.375
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen
8363
21.687
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8393
100.062
284
100.062
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR ANDERE ONDERNEMINGEN - VORDERINGEN NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
285/8P
2.335
Mutaties tijdens het boekjaar Toevoegingen
8583
1.675
Terugbetalingen
8593
1.240
285/8
2.770
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
Jaarrekening
79
80
Jaarverslag 2011
TOELICHTING INLICHTINGEN OMTRENT DE DEELNEMINGEN DEELNEMINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RECHTEN AANGEHOUDEN IN ANDERE ONDERNEMINGEN Aquaplus NV Ingberthoeveweg 21 B-2630 Aartselaar 0462.755.821 Aangehouden maatschappelijke rechten - aandelen op naam rechtstreeks aantal: 39.999 rechtstreeks %: 99,99 Gegevens geput uit de laatste beschikbare jaarrekening per 31 december 2011 eigen vermogen: 693.752 euro Nettoresultaat: 1.779 euro
OVERIGE GELDBELEGGINGEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
53
52.976.316
2.600.000
8686
52.976.316
2.600.000
OVERIGE GELDBELEGGINGEN Termijnrekeningen bij kredietinstellingen Met een resterende looptijd of opzegtermijn van hoogstens één maand OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa Voorafbetaalde kosten
1.072.129
Projecten buiten overeenkomst
1.878.721
Aankoop VMM deel eigen vermogen
2.500.574
Overlopende rente
2.836.799
STAAT VAN HET KAPITAAL EN DE AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
STAAT VAN HET KAPITAAL Maatschappelijk kapitaal Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
100P
Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
100
248.400.024
Codes
Bedragen
Wijzigingen tijdens het boekjaar Kapitaalsverhoging
Niet-gestort kapitaal
248.400.024 8702
1.001.613 1.001.613
Codes
Niet-opgevraagd bedrag
101
37.500.018
Niet-opgevraagd kapitaal Aandeelhouders die nog moeten volstorten: Vlaamse Milieuholding NV
Aantal aandelen
50.000.024
Gewone aandelen Op naam
198.400.000
37.500.018
Opgevraagd, niet gestort bedrag
TOELICHTING VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO’S EN KOSTEN Uitsplitsing van de post 163/5 van de passiva
Boekjaar
Voorziene kosten voor laattijdigheid
22.745
Voorziene kosten voor juridische geschillen
1.128.600
Voorziene kosten voor geschillen mbt de beheersovereenkomst
266.633
Voorziene kosten geschillen diverse
162.000
Voorziene kosten afvoer slib
163.407
STAAT VAN DE SCHULDEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN
Codes
Boekjaar
8801
157.904.151
UITSPLITSING VAN DE SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAARGELANG HUN RESTERENDE LOOPTIJD Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen Financiële schulden Leasingschulden en soortgelijke schulden
8831
364.419
Kredietinstellingen
8841
157.539.731
42
157.904.151
Financiële schulden
8802
754.664.888
Leasingschulden en soortgelijke schulden
8832
1.689.060
Kredietinstellingen
8842
752.975.827
Overige schulden
8902
133.468
8912
754.798.355
8803
813.589.168
TOTAAL DER SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR DIE BINNEN HET JAAR VERVALLEN Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar maar hoogstens 5 jaar
TOTAAL DER SCHULDEN MET EEN RESTERENDE LOOPTIJD VAN MEER DAN 1 MAAR HOOGSTENS 5 JAAR Schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar Financiële schulden Leasingschulden en soortgelijke schulden
8833
68.598
Kredietinstellingen
8843
813.520.571
8913
813.589.168
9073
1.760.669
9077
7.249.789
TOTAAL DER SCHULDEN MET EEN RESTERENDE LOOPTIJD VAN MEER DAN 5 JAAR SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN Belastingen Niet-vervallen belastingschulden Bezoldigingen en sociale lasten Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva Te betalen interesten
14.669.305
Interest rentemanagement
1.145.256
Overige overlopende posten
294.804
Jaarrekening
81
82
Jaarverslag 2011
TOELICHTING BEDRIJFSRESULTATEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
882
BEDRIJFSKOSTEN Werknemers ingeschreven in het personeelsregister Totaal aantal op de afsluitingsdatum
9086
892
Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten
9087
846
827
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
9088
1.384.725
1.374.124
Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen
620
42.552.326
39.840.095
Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen
621
11.597.101
11.339.140
Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen
622
2.710.733
2.445.765
Andere personeelskosten
623
2.216.388
2.270.976
Pensioenen
624
110.462
85.611
635
250.737
-41.822
Personeelskosten
Voorzieningen voor pensioenen Toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) Waardeverminderingen Op handelsvorderingen Geboekt
9112
653.077
539.351
Teruggenomen
9113
397.808
784.321
Toevoegingen
9115
1.048.072
610.896
Bestedingen en terugnemingen
9116
1.193.034
686.168
Voorzieningen voor risico's en kosten
Andere bedrijfskosten Bedrijfsbelastingen en -taksen Andere
640
3.666.860
2.778.164
641/8
407.424
616.267
9096
12
7
Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen Totaal aantal op de afsluitingsdatum Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten
9097
8,9
4,4
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
9098
17.338
8.593
617
463.557
252.505
47.652
115.247
2.975.326
1.404.710
173
8.983
Kosten voor de onderneming FINANCIELE EN UITZONDERLIJKE RESULTATEN Uitsplitsing van de overige financiële opbrengsten Overige financiële opbrengsten Uitsplitsing van de overige financiële kosten Bankkosten Overige financiële kosten
BELASTINGEN EN TAXEN
Codes
Boekjaar
9134
1.980.028
9135
1.980.028
BELASTINGEN OP HET RESULTAAT Belastingen op het resultaat van het boekjaar Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen
TOELICHTING Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
BELASTINGEN OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN In rekening gebrachte belasting op de toegevoegde waarde Aan de onderneming (aftrekbaar)
9145
129.169.161
113.661.328
Door de onderneming
9146
78.389.947
68.864.540
9147
12.168.810
11.398.789
Ingehouden bedragen ten laste van derden als Bedrijfsvoorheffing
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Boekjaar
BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN TOT AANKOOP VAN VASTE ACTIVA Gegunde nog niet geactiveerde projecten
315.174.844
Aankoopverplichtingen
BETREKKINGEN MET VERBONDEN ONDERNEMINGEN
3.901.064
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
Financiële vaste activa
280/1
693.753
691.974
Deelnemingen
280
693.753
691.974
9291
183.990
96.907
9311
183.990
96.907
Codes
Boekjaar
VERBONDEN ONDERNEMINGEN
Vorderingen Op hoogstens één jaar
FINANCIELE BETREKKINGEN MET DE COMMISSARIS EN DE PERSONEN MET WIE HIJ VERBONDEN IS Bezoldiging van de commissaris
9505
47.755
95063
25.000
Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
Boekjaar
AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN DIE NIET GEWAARDEERD ZIJN OP BASIS VAN DE REELE WAARDE Schatting van de reële waarde Hedging Strategies
-135.278.690
De onderneming heeft geen geconsolideerde jaarrekening en geconsolideerd jaarverslag opgesteld, omdat zij daarvan vrijgesteld is om de volgende reden: de onderneming is zelf dochteronderneming van een moederonderneming die een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt en openbaar maakt. Op 18 april 2011 besliste de algemene vergadering unaniem om gebruik te maken van de in artikel 113 W. Venn. voorziene vrijstelling tot consolidatie voor het boekjaar 2011. Moederonderneming Vlaamse Miliueuholding NV Oude Graanmarkt 63 1000 Brussel 1 0440.019.813
Jaarrekening
83
84
Jaarverslag 2011
SOCIALE BALANS STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN
Codes
Totaal of totaal in voltijdse equivalenten (VTE)
Voltijds
Deeltijds
Boekjaar
Boekjaar
Boekjaar
Vorig boekjaar
715,4
172,2
845,8 (VTE)
827,3 (VTE)
206.567
1.384.725 (T)
1.374.124 (T)
WERKNEMERS INGESCHREVEN IN HET PERSONEELSREGISTER Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers
100
Aantal gepresteerde uren
101
1.178.158
Personeelskosten
102
50.112.253
Voordelen bovenop het loon
103
8.964.295 59.076.547,79 (T) 55.895.975,49 (T) 488.692,85 (T)
522.229,49 (T)
Totaal in voltijdse equivalenten
Codes
Voltijds
Deeltijds
105
725
167
851,8
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
110
720
167
846,8
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
111
5
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister Volgens de aard van de overeenkomst 5,0
Volgens het geslacht en opleidingsniveau Mannen
120
597
63
Secundair onderwijs
1201
350
47
387
Hoger niet-universitair onderwijs
1202
162
12
170,6
Universitair onderwijs
1203
85
4
88,3
Vrouwen
645,9
121
128
104
205,9
Secundair onderwijs
1211
35
31
58,6
Hoger niet-universitair onderwijs
1212
42
44
74,8
Universitair onderwijs
1213
51
29
72,5
134
725
167
851,8
Volgens beroepscategorie Bedienden
UITZENDKRACHTEN
Codes
Uitzendkrachten
TIJDENS HET BOEKJAAR Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen
150
8,9
Aantal daadwerkelijke gepresteerde uren
151
17.338
Kosten voor de onderneming
152
463.557
SOCIALE BALANS TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR
Codes
Voltijds
Deeltijds
Totaal in voltijdse equivalenten
INGETREDEN Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven
205
47
2
48,7
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
210
42
2
48,7
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
211
5
305
32
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
310
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
311
Pensioen
340
1
Brugpensioen
341
Afdanking
342
Andere reden
343
Volgens de aard van de overeenkomst 5,0
UITGETREDEN Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam
7
36,7
29
5
32,6
3
2
4,1
2
1,6
6
2
7,2
25
3
26,9
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst
INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDING VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR
1,0
Codes
Mannen
Codes
Vrouwen
5801
686
5811
193
Totaal van de opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers Aantal gevolgde opleidingsuren
5802
16.958
5812
4.292
Nettokosten voor de onderneming
5803
1.371.250
5813
347.049
waarvan brutokosten rechtstreeks verbonden met de opleiding
58032
1.432.889
58131
362.649
waarvan ontvangen tegemoetkomingen (in mindering)
58033
61.639
58133
15.600
Totaal van de minder formele en informele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers
5821
201
5831
119
Aantal gevolgde opleidingsuren
5822
1.925
5832
1.126
Nettokosten voor de onderneming
5823
91.844
5833
53.729
5841
0
5.851
0
Totaal van de initiële beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers Aantal gevolgde opleidingsuren
5842
0
5.852
0
Nettokosten voor de onderneming
5843
0
5.853
0
Jaarrekening
85
86
Jaarverslag 2011
Waarderingsregels 1. OPRICHTINGSKOSTEN - KOSTEN KAPITAALVERHOGING
n voor vaste activa eigen aan de projecten
Oprichtingskosten worden geboekt tegen aanschaffingswaarde en worden ten laste gelegd van het boekjaar waarin de kosten gemaakt of waarvoor verbintenissen aangegaan worden. Kosten van kapitaalverhogingen zijn ten laste van het boekjaar waarin de kapitaalverhoging gebeurt.
2. MATERIËLE VASTE ACTIVA Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffingswaarde, d.i. de aankoopprijs en de bijkomende kosten. Vanaf boekjaar 2003 werd krachtens artikel 196, $ 2 WIB 92 opgelegd dat de eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebrachte vaste activa slechts als beroepskosten aangemerkt wordt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht. Voor het boekjaar 2003, 2004 en 2005 werd hiervoor aan Aquafin NV een afwijking toegestaan. Vanaf boekjaar 2006 wordt dit artikel integraal toegepast op basis van een proratering op maandbasis. Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast: n voor vaste activa eigen aan het hoofdkantoor
-
kantoormateriaal: meubilair: rollend materieel: telefooninstallatie: computer hard- en software: installatie- en inrichtingskosten van gehuurde gebouwen: machines en uitrusting: inrichting labo: geleasde kantoorgebouwen: installatie- en inrichtingskosten van geleasde gebouwen: hydronautprojecten na oplevering:
lineair 20,00% lineair 15,00% lineair 25,00% lineair 20,00% lineair 33,00% lineair 33,00% lineair 20,00% lineair 20,00% lineair 5,00% lineair 33,00% lineair 6,667%.
Deze activa worden overgeboekt van werken in uitvoering naar materiële vaste activa op het ogenblik van de oplevering van een project. Vier klassen worden onderscheiden in functie van hun economische levensduur. Hiervoor worden volgende afschrijvingspercentages toegepast: -
klasse 1: klasse 2: klasse 3: klasse 4:
lineair 25,00% lineair 14,25% lineair 6,66% lineair 3,03 %.
Volgende investeringen behoren tot klasse 1: Computers, kantoormachines, software, telemetrische apparatuur, draagbaar gereedschap en uitrusting, radiouitrusting, telecommunicatie-apparatuur, monsternameapparatuur, meetapparatuur, grasmaaiers, laboratoriumuitrusting, personenwagens, lichte bedrijfsvoertuigen. Eveneens tot klasse 1 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen & aanpassingen, gedeelte lichte uitrusting. Deze lijst is niet limitatief. Volgende investeringen maken deel uit van klasse 2: Draagbare pompen, beluchters, mixers en generatoren van < 25 KW, landbouwuitrusting, renovatie van de gebouwen, meubels, zwaar rollend materieel zoals wagens voor slib, vrachtauto's, tractoren en frontladers. Eveneens tot klasse 2 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen & aanpassingen, gedeelte zware uitrusting. Deze lijst is niet limitatief. Volgende investeringen maken deel uit van klasse 3: Omheiningen, monster- en meetstations, werkplaatsmachines, verplaatsbare kranen, of pompen en generatoren > 25 KW, stalen opslagtanks, vaste elektrische en mechanische uitrusting van nieuwgebouwde installaties. Eveneens tot klasse drie behoren de tot 1 januari 2005 genaamde éénmalige kosten, met uitzondering van verzekeringskosten, schadeclaimkosten, kosten controlebureau en kosten bouwplaatsbeschrijving. Eveneens tot klasse 3 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. vervangingsinvesteringen en verbeteringen & aanpassingen (gedeelte EM). Deze lijst is niet limitatief.
Volgende investeringen maken deel uit van klasse 4:
n Voor aankoop van VMM-activa
Wegen, constructies voor rioolwaterzuiveringsinstallaties en pompstations, gebouwen, lozingsconstructies, riolen: collectoren, prioritaire riolen, persleidingen, inspectieputten, rolbruggen, beplantingen. Eveneens tot klasse 4 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen & aanpassingen, gedeelte bouwkunde. Deze lijst is niet limitatief.
In het kader van addendum 7 aan de beheersovereenkomst worden een aantal VMM-activa aangekocht, gespreid over 2010, 2011 en 2012. Voor de aangekochte VMM-activa is een aanpassing van de bestaande waarderingsregels noodzakelijk. Vermits het gaat om reeds bestaande, operationele installaties, wordt de economische levensduur geschat op 20 jaar.
Aanverwante kosten worden, gronden uitgezonderd, bij de oplevering van een project in het resultaat van het boekjaar opgenomen.
In overeenstemming met het verslag van de raad van bestuur 2010/101 zijn de waarderingsregels voor deze activa als volgt vastgelegd: de activa, gronden uitgezonderd, aangekocht van VMM, inclusief gerelateerde kosten, worden lineair afgeschreven over een periode van 20 jaar.
n Voor vaste activa eigen aan de directie Operaties
Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast : - voor de investeringen m.b.t. de renovatie aan ter beschikking gestelde gebouwen: lineair 14,25% - voor de investeringen m.b.t. de oprichting van dienst- of kantoorgebouwen: lineair 3,03%. Verder worden er twee klassen onderscheiden in functie van de economische levensduur, waarvoor volgende afschrijvingspercentages worden gebruikt : - klasse 1: - klasse 2:
lineair 25,00% lineair 14,25%.
Niet limitatieve opsomming van de inhoud van klassen 1 en 2 is terug te vinden onder het vorige punt. n Voor renovatie van VMM-installaties
De herstellingswerken waarvoor een technisch plan wordt opgemaakt, worden geactiveerd. Volgens de overeenkomst met het Vlaamse Gewest zijn dit de herstellingswerken met een geschatte minimale levensduur van meer dan 7 jaar. Deze activa worden overgeboekt van ‘Werken in uitvoering’ naar ‘Overige materiële vaste activa’ op het ogenblik van de oplevering van een project. De opdeling in klassen en de daarmee samenhangende afschrijvingspercentages zijn analoog aan die voor de vaste activa eigen aan de projecten.
Op materiële vaste activa in aanbouw worden geen afschrijvingen geboekt. Op materiële vaste activa kunnen aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen genomen worden, wanneer door verandering of wijziging van de economische en technologische omstandigheden, de gebruikswaarde voor de onderneming lager is dan de boekwaarde. Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn of niet meer duurzaam bijdragen tot de activiteit, zullen bijkomend worden afgeschreven zodat de waarde overeenstemt met de geraamde realisatiewaarde. Facturen van activa met een bedrag van minder dan 2.500 euro worden onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen met uitzondering van: - activa opgericht in het kader van een goedgekeurd technisch plan - voorschotfacturen - facturen die betrekking hebben op gedeelten of uitbreidingen van activa. Activa aangekocht in het kader van specifieke projecten worden lineair afgeschreven over de looptijd van deze projecten.
Jaarrekening
87
88
Jaarverslag 2011
3. FINANCIËLE VASTE ACTIVA De deelnemingen, aandelen en vastrentende effecten worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Waardeverminderingen worden geboekt wanneer de realisatiewaarde bij het afsluiten van het boekjaar lager ligt dan de boekwaarde.
7. LIQUIDE MIDDELEN Waardeverminderingen op deelnemingen en aandelen kunnen worden geboekt in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding, verantwoord door de toestand, de rendabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelnemingen of aandelen worden aangehouden.
Liquide middelen worden geboekt tegen nominale waarde. Waardeverminderingen worden geboekt wanneer de realisatiewaarde bij het afsluiten van het boekjaar lager ligt dan de boekwaarde.
4. VORDERINGEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR
8. SCHULDEN
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde met uitzondering van de vorderingen onder de vorm van vastrentende effecten, die tegen de laagste van volgende waarden worden geboekt, de aanschaffingsprijs of de terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Een waardevermindering wordt toegepast indien de betaling op de vervaldag onzeker is.
Schulden worden geboekt tegen nominale waarde.
9. VREEMDE VALUTA Schulden en vorderingen uitgedrukt in vreemde valuta worden bij het afsluiten van het boekjaar gewaardeerd aan de wisselkoers van de laatste werkdag van het boekjaar.
10. OVERLOPENDE REKENINGEN 5. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR Vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde. Vastrentende effecten worden gewaardeerd aan het laagste van volgende bedragen, aanschaffingswaarde of terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Waardeverminderingen worden toegepast indien voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling ervan op de vervaldag.
6. GELDBELEGGINGEN Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd aan nominale waarde. Effecten worden gewaardeerd aan de laagste van volgende bedragen, aanschaffingsprijs of terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
De overlopende rekeningen worden geboekt en gewaardeerd aan aanschaffingswaarde en in de balans opgenomen van het gedeelte dat betrekking heeft op volgend boekja(a)r(en).
11. BESTELLINGEN IN UITVOERING WAARDERING VAN PROJECTEN BUITEN DE UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST Kosten opgelopen in het kader van projecten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest worden in de jaarrekening verwerkt als ‘Bestellingen in uitvoering’. Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs.
Bijkomende info n Waarderingsmethode t.e.m. boekjaar 2010:
Het positief verschil tussen de verkoopprijs en de vervaardigingsprijs (winst) wordt pas in de resultatenrekening tot uitdrukking gebracht na volledige uitvoering van de bestelling. Ten aanzien van bestellingen in uitvoering worden op afsluitdatum waardeverminderingen toegepast indien hun vervaardigingsprijs, vermeerderd met het geraamd bedrag van de nog te maken kosten, hoger is dan de netto verkoopprijs of de contractueel bedongen prijs. n Waarderingsmethode vanaf boekjaar 2011:
Op balansdatum wordt een inschatting gemaakt van het resultaat van het project – verschil tussen de geraamde verkoopprijs en de vervaardigingsprijs – evenals het stadium van afwerking van de projectactiviteiten. Deze afwerkingsgraad wordt toegepast op de geraamde vervaardigingsprijs en de verkoopprijs om het bedrag van kosten en opbrengsten te bepalen dat in de resultatenrekening van de periode komt. Indien op afsluitdatum een verlies verwacht wordt op het commercieel project, wordt dit onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen. Door de wijziging van de waarderingsregels m.b.t. de in resultaat name van commerciële projecten wordt in 2011 een winst van 1.878.720 euro gerealiseerd.
EIGEN VERMOGEN: KAPITAALSUBSIDIES VERVANGEN DOOR ONTVANGEN VERGOEDINGEN DRINKWATERMAATSCHAPPIJEN/VLAAMSE GEWEST De ontvangen vergoedingen van de drinkwatermaatschappijen/Vlaamse Gewest zijn de vergoedingen toegekend door het Vlaamse Gewest aan de vennootschap uit hoofde van tijdens het afgelopen boekjaar door de vennootschap aan het Vlaamse Gewest opgeleverde installaties. Deze vergoeding wordt ten gunste van het resultaat gebracht ten belope van hetzelfde bedrag van de afschrijvingskost waarop de vergoeding betrekking heeft. n Niet in balans opgenomen rechten en verplichtingen
Tegoeden op de drinkwatermaatschappijen/Vlaamse Gewest: 1.495.003.000 euro Deze tegoeden betreffen de nog niet door het Vlaamse Gewest terugbetaalde investeringskosten van projecten die reeds aan het Vlaamse Gewest werden opgeleverd.
OVERDRACHT ACTIVA BIJ AFLOOP VAN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST Aquafin NV houdt de volle eigendom van de installaties die worden opgericht op terreinen die deel uitmaken van het openbaar domein omdat het Vlaamse Gewest gedurende de hele duur van de overeenkomst afziet van het recht tot natrekking. Vanaf het ogenblik dat de overeenkomst afloopt, wordt het eigendomsrecht op deze installaties en andere bouwwerken aan het Vlaamse Gewest overgedragen zonder dat deze tot betaling van enige vergoeding verplicht is. Indien Aquafin NV op eigen terreinen allerlei installaties of andere bouwwerken opricht die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van een technisch plan, dan worden deze na afloop van de overeenkomst overgedragen aan het Vlaamse Gewest zonder dat dit tot betaling van de vergoeding verplicht is.
Jaarrekening
89
90
Jaarverslag 2011
Belangrijkste risicofactoren JURIDISCHE GESCHILLEN n Wateroverlast in een woonwijk
Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998. Eind 2010 deed de rechter een voor Aquafin gunstige uitspraak, waarbij het overgrote deel van de eisen als verjaard, niet toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld. Tegen deze uitspraak is door de tegenpartijen in april 2011 beroep ingesteld. Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding om de vroegere beslissing geen provisie aan te leggen, te wijzigen.
VERZEKERINGSDOSSIERS n Onvoldoende betonwapening op RWZI Deurne
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels gedekt door onze Alle Bouwplaats Risicoverzekering (ABR) en deels door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau. In 2008 werd gezocht naar een geschikte herstelmethode, de meest voor de hand liggende herstelperiode en een geschikte aannemer. In 2009 werd effectief gestart met het herstel. Op vandaag zijn de werkzaamheden beëindigd. De vragen tot terugbetaling voor de herstelwerken die tot nu toe werden ingediend, heeft de ABR-verzekeraar effectief vergoed. Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag werd in 2011 deels teruggevorderd van het studiebureau dat de ontwerpfout maakte en deels van controleorganisme dat op de werf actief was. Deze recuperatieprocedures lopen. Voor het niet door de ABR-verzekeraar betaalde gedeelte werd voorzichtigheidshalve een provisie aangelegd.
n Betonproblematiek op RWZI Brugge
Bij de voorlopige oplevering van de renovatie van de zuiveringsinstallatie van Brugge werd in een beluchtingsbekken een aftekening van de wapening in het beton vastgesteld. Later kwam vast te staan dat de schade zich verder zet, en niet alleen in dit bekken. Een analyse die Aquafin bestelde, duidde twee oorzaken aan: een onvoldoende betondekking en verhoogde chloridewaarden. In samenspraak met de aannemer werd een herstelmethode uitgewerkt. Waar nodig moet de beton worden hersteld en aangevuld. Bijkomend moet er ook een zogenaamde kathodische bescherming worden aangebracht. De eigenlijke herstelling werd uitgevoerd in de afgelopen jaren en wordt in 2012 voortgezet. De kosten van het eerst vermelde deel van het herstel worden door de aannemer gedragen, de kosten van het laatste gedeelte door Aquafin. Er is een dading afgesloten tussen de verzekeringsmaatschappij en de verzekerden en tussen de verzekerden onderling. De ABR-verzekeraar ACI is voor een aanzienlijk bedrag tussen gekomen. Dit bedrag dekte enerzijds de al uitgevoerde herstel- en beschermingsmaatregelen en zal anderzijds dienen om de kost van de nog uit te voeren werken te dekken. In dit dossier wijzen de feiten niet op een noodzaak van het aanleggen van een provisie.
FINANCIËLE VERSLAGEN Aangezien de systematiek van de beheersovereenkomst voorziet in een a posteriori goedkeuring van het jaarlijks financieel verslag van Aquafin, is het niet uit te sluiten dat bepaalde vergoedingen uiteindelijk niet worden goedgekeurd door het Vlaamse Gewest.
Affectatie-overeenkomst Aquafin NV heeft tijdens het boekjaar 1994 een affectatieovereenkomst ondertekend. Deze overeenkomst tussen Aquafin NV, het Vlaamse Gewest, de Europese Investeringsbank en Dexia (Belfius) bepaalt dat, in geval Aquafin NV in gebreke blijft, de verplichtingen ten opzichte van zijn lange termijn-financiers na te komen, de aanspraken op het Vlaamse Gewest voor de investeringen en de interesten op de leningen niet langer door het Vlaamse Gewest aan Aquafin zullen betaald worden. Deze vergoedingen zullen door het Vlaamse Gewest als solvens van Aquafin aan Dexia (Belfius), dat als agent van de lange termijn-kredietverleners van Aquafin optreedt, betaald worden. Lange termijn-kredieten met een originele looptijd langer dan of gelijk aan 5 jaar vallen onder deze overeenkomst.
Jaarrekening
91
AQUAFIN NV Colofon Verantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder Aquafin NV Grafische vormgeving: Altera • Druk: … Fotografie: fotovdb.com, Jan Locus, Misjel Decleer en medewerkers van Aquafin NV Het jaarverslag 2011 is ook beschikbaar in het Engels en het Frans. U kan de drie taalversies downloaden op www.aquafin.be, of extra exemplaren aanvragen via
[email protected]
Aquafin ontwikkelt en implementeert doeltreffende oplossingen die zorgen voor zuivere waterlopen en duurzaam water(her)gebruik. We spelen proactief in op te verwachten evoluties in de watersector. Hierdoor brengen wij op maat en in nauwe relatie met onze klanten de realisatie van de Europese doelstellingen elke dag opnieuw dichterbij.
Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar Tel. 03 450 45 11 n fax 03 458 30 20 n e-mail: info@aquafin.be n www.aquafin.be V.U.: Luc Bossyns Also available in English n Aussi disponible en français