werken aan zuiver water
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
2
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
10
Verkorte financiële staten
16
Inhoud 3
Verklaring verantwoordelijke personen
Verslag van de commissaris
4
Tussentijds beheersverslag
17
Algemene informatie
8
Kerncijfers op 30 juni 2013
9
Operationele activiteiten
Verklaring verantwoordelijke personen De ondergetekenden verklaren dat : ■ De verkorte geconsolideerde financiële overzichten, die opgesteld zijn in dit rapport overeenkomstig de geldende IFRS-
standaarden, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Aquafin. ■ Het tussentijds financieel verslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling, de resultaten en van de positie van Aquafin,
evenals een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee Aquafin geconfronteerd wordt. Aartselaar, 29 augustus 2013
Luc Bossyns Gedelegeerd Bestuurder
VOF Thedes, vast vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen Voorzitter
3
4
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Tussentijds beheersverslag BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN TUSSEN 1 JANUARI 2013 EN 30 JUNI 2013 ■ Nieuwe samenstelling directiecomité
Op 6 december 2012 besliste de raad van bestuur om, op advies van het benoemings- en remuneratiecomité, drie nieuwe directeurs/leden van het directiecomité te benoemen: Hans Bruynooghe, Johan Maes en Sabine Schellens. De vernieuwde samenstelling van het directiecomité ging officieel in op 1 januari 2013. ■ Goedkeuring optimalisatieprogramma 2014
Op 19 oktober 2012 heeft de Vlaamse Regering het budget voor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur voor het programmajaar 2014 opnieuw vastgelegd op 250 miljoen euro. Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege gaf op 4 januari 2013 aan Aquafin de opdracht om dit programma uit te voeren. Het optimalisatieprogramma 2014 voorziet budget voor 126 nieuwe projecten en 21 projecten die werden doorgeschoven naar dit programma. Voor 9 projecten werd enkel het studiewerk (opmaak technisch plan) opgedragen. In totaal wordt 139,5 miljoen euro voorzien voor al deze projecten, waarvan 71,5 miljoen euro is toegewezen voor investeringen in het kader van het lokaal pact met de gemeenten. Om de toekomstige prijsstijgingen voor deze projecten op te vangen, werd er 60 miljoen euro voorzien. De resterende 50 miljoen euro is in dit programma ter beschikking gesteld voor de afbouw van de gecumuleerde overschrijding van het investerings- en het renovatieprogramma van vroegere programmajaren. ■ Model prestatiebudget goedgekeurd
Op 7 juni keurde de Vlaamse Regering een nieuw begrotingsmodel goed, waarbij het budget werkingskosten van Aquafin voor de activiteiten binnen de beheersovereenkomst afhankelijk gesteld wordt van een aantal enveloppes, het patrimonium en de behandelde vuilvracht. Aquafin zal door toepassing van dit begrotingsmodel vergoed worden volgens de geleverde prestaties, vandaar de benaming prestatiebudget. Het begrotingsmodel werd uitgewerkt door Aquafin en kwam er op vraag van de kabinetten van Begroting en Leefmilieu en van de inspecteur van Financiën. In het begrotingsmodel wordt het totaalbudget voor de werkingskosten berekend, dat intern zal toegekend worden aan afdelingen in functie van de behoeften. Aquafin zal bijgevolg zelf het management van activiteiten en kosten op zich kunnen nemen.
■ EIB stelt tweede schijf van achtste lening ter beschikking
Op 15 maart ondertekenden de Europese Investeringsbank en Aquafin de tweede schijf van de lening van 200 miljoen euro die in oktober 2012 werd toegezegd. Met deze ondertekening kwam een kredietlijn van 150 miljoen euro ter beschikking. Het gaat om de achtste lening van de Europese Investeringsbank aan Aquafin sinds 1994, wat de totale steun van deze instelling voor investeringen in de Vlaamse waterzuiveringsinfrastructuur op 1,4 miljard euro brengt. Aan de toekenning van deze achtste lening ging een due-diligence audit vooraf, waarin Aquafin werd gescreend op de kostprijs van de waterzuivering, maar ook op zijn toekomstgerichtheid. Inspanningen om te anticiperen op de klimaatverandering, de technologische performantie van het bedrijf en zijn innovatieve kracht waren bepalend voor het voortzetten van het partnership. ■ Moody’s rating ongewijzigd
De doorlichting van de kredietwaardigheid van Aquafin wordt jaarlijks opgevolgd door kredietbeoordelaar Moody’s. In de analyse komt duidelijk de nauwe band met het Vlaamse Gewest naar voren. Bij de kredietanalyse in maart 2013 bleef de rating onveranderd. Met een Aa2 rating heeft Aquafin dan ook dezelfde beoordeling als het Vlaamse Gewest, die hoger blijft dan de rating van België. De rating voor de korte termijn is een P-1 rating. Daarmee behoort Aquafin tot de top van kredietwaardige bedrijven, wat ook blijkt uit het vertrouwen dat Aquafin geniet bij de diverse kredietverstrekkers. ■ Europese Commissie daagt België voor Hof van Justitie
In maart meldde de Europese Commissie dat ze de federale staat België opnieuw voor het Hof van Justitie daagt, omdat er nog steeds agglomeraties zijn die niet aan de Richtlijn Stedelijk Afvalwater voldoen. Er was sprake van vier Vlaamse agglomeraties die toch nog niet zouden voldoen. Sinds augustus 2012 voldoet Vlaanderen evenwel als enige van de gewesten volledig aan deze richtlijn. Het kabinet Leefmilieu heeft hierop formeel gereageerd. ■ Nieuw protocol met Boerenbond en Algemeen Boeren-
syndicaat Aquafin, de Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat ondertekenden in maart een nieuw protocol, dat het oude uit 2004 vervangt.
Het protocol als doelstelling om bij de aanleg, het onderhoud of de exploitatie van rioolwaterzuiveringsinfrastructuur de schade aan landbouwgronden te vermijden of minimaal te houden en te streven naar een uniformisering van eventuele schaderegelingen. Het vormt dan ook een goede onderhandelingsbasis voor de grondverwerving bij tijdelijke werkzones, vestiging van erfdienstbaarheid en aankoop in volle eigendom. ■ RioPACT verwerft stad Leuven als klant
De stad Leuven en Aquafin werken al geruime tijd samen op het vlak van rioolbeheer. Leuven was destijds de eerste Vlaamse stad die samen met Aquafin een RioPlan-studie heeft opgemaakt. De voorbije jaren mocht Aquafin een aantal losse opdrachten vervullen voor de stad, zoals hydraulische screenings en begeleidingsadvies bij afkoppelingen. Eind maart 2013 besliste de Leuvense gemeenteraad om op een meer structurele basis samen te werken met RioPACT, het samenwerkingsverband dat Aquafin heeft met De Watergroep.
BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN NA AFSLUITING VAN DE PERIODE 1 JANUARI 2013 - 30 JUNI 2013 ■ Goedkeuring van het Financieel Verslag 2011
Op 19 juli 2013 heeft de Vlaamse Regering beslist om het financieel verslag voor het boekjaar 2011 goed te keuren. Een bedrag van 2.665 EUR werd verworpen. Dit verslag werd opgemaakt conform art.5 bis-1 van de beheersovereenkomst. Het gaat op een gedetailleerde wijze in op de financiële inkomsten en uitgaven. Het schetst hoe de middelen die aan Aquafin toegewezen zijn op een redelijke wijze benut worden.
OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN In de periode 1 januari 2013 - 30 juni 2013 hebben geen transacties met verbonden partijen plaatsgevonden, die materiële gevolgen hebben gehad voor de financiële positie of resultaten van Aquafin.
TREINONGELUK WETTEREN: EXPERTISE AQUAFIN HIELP DE GEVOLGEN BEPERKEN In Wetteren ontspoorde op 4 mei een goederentrein, waardoor er brand ontstond en het giftige acrylonitril vrij kwam. Het provinciale rampenplan werd onmiddellijk afgekondigd. Het bluswater kwam in de riolering terecht en kon zich op die manier verspreiden in het centrum van Wetteren, richting rioolwaterzuiveringsinstallatie. Van zodra Aquafin op de hoogte was van het incident, hebben we het pompstation dat zich nabij het ongeluk bevindt, stilgelegd. Aquafin was tien dagen lang aanwezig in de operationele basis van het crisiscentrum om advies te verlenen. Ondertussen werkten veel medewerkers op het terrein mee om de situatie onder controle te krijgen. Een deel van de acrylonitril kon via het stilgelegde pompstation verwijderd worden. Om de restanten uit het rioleringsstelsel te verwijderen, moest dit zo snel mogelijk gespoeld worden, rekening houdend met een zo min mogelijke belasting voor het Scheldewater. Het labo van Aquafin heeft een analysemethode uitgewerkt om de aanwezigheid van acrylonitril te bepalen in een waterige fase en het nam ook een groot deel van de staalanalyses tijdens de crisisperiode voor zijn rekening. Onze technische mensen hebben de zuiveringsinstallatie van Wetteren continu van op afstand bijgestuurd om de afbraak van acrylonitril in het beluchtingsbekken te optimaliseren, terwijl onze gebiedsingenieurs een zicht hielden op de bergingscapaciteit in het rioolstelsel. Dat laatste was goed mogelijk omdat er voor het betrokken grondgebied in het kader van de concessie die Wetteren met Aquafin heeft, een riooldatabank is opgemaakt waarin zowel de gemeentelijke als de bovengemeentelijke riolen opgenomen zijn. Op 9 mei kon de RWZI Wetteren opnieuw worden opgestart en op 23 mei kon het laatste pompstation terug in dienst genomen worden.
Tussentijds beheersverslag
5
6
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
VOORNAAMSTE RISICO’S EN ONZEKERHEDEN VOOR DE RESTERENDE MAANDEN VAN HET BOEKJAAR ■ Opleveringsdossiers voor het Vlaamse Gewest
De oplevering van nieuwe installaties door Aquafin aan het Vlaamse Gewest blijft, meer dan vroeger, vragen genereren omtrent de redelijkheid van bepaalde kosten. Aquafin bereidt de dossiers nog beter voor en speelt proactief in op eisen en vragen vanuit het Vlaamse Gewest. Volgende resultaten werden geboekt: • Vilvoorde: Aquafin beriep zich op de ambtshalve oplevering, waardoor het volledige investeringsbedrag alsnog kan doorgerekend worden. • Tielrode (Temse): de expertise overeenkomstig art. 55.3 van de beheersovereenkomst liep af. Terwijl oorspronkelijk ongeveer 660.000 EUR als niet redelijke kosten verworpen werd, zullen de uiteindelijk verworpen kosten ongeveer 25.000 EUR bedragen. • Kruibeke: Aquafin heeft voorgesteld om een expertise te organiseren overeenkomstig art. 55.3 van de beheersovereenkomst. Het betwiste bedrag bedraagt (afgerond) 215.500 EUR. ■ Juridische geschillen
WATEROVERLAST IN EEN WOONWIJK Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998. Het beroep tegen de voor Aquafin gunstige uitspraak uit 2010 loopt nog steeds. Gelet op de ongewijzigde situatie is er geen aanleiding om de beslissing geen provisie aan te leggen, te wijzigen.
RWZI DEURNE – INSTORTING TUSSENMUUR Op RWZI Deurne stortte in september 2012 de muur tussen het anaërobe bekken en een beluchtingsbekken in. De instorting bracht een aanzienlijke materiële gevolgschade met zich mee. Het puin van de ingestorte tussenmuur werd intussen geruimd en na het bouwverlof 2013 zal op basis van een specifiek ontwerp gestart worden met de herstelling. Op 21 augustus 2013 is de derde fase van de expertise ingegaan. In deze fase zullen de mogelijke oorzaken van de instorting en de gebreken die daarvan aan de basis liggen, worden gezocht. Op dit ogenblik lijkt het aanleggen van een provisie niet nodig.
■ Verzekeringsdossiers
ONVOLDOENDE BETONWAPENING OP RWZI DEURNE In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren, als gevolg van een ontwerpfout. De Alle Bouwplaatsrisico (ABR)-verzekeraar van Aquafin betaalde 1.233.619,81 EUR. De vordering ten aanzien van Arcadis en diens beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar resulteerde uiteindelijk in de betaling van een som van 215.000 EUR door deze partijen. Seco en zijn verzekeraar hebben tot nog toe niet gereageerd. Dit dossier wordt verder actief opgevolgd. De aangelegde provisie kan voor een groot deel teruggenomen worden, gezien de gunstige evolutie in dit dossier.
BETONPROBLEMATIEK OP RWZI BRUGGE Bij de voorlopige oplevering van de renovatie van RWZI Brugge werd in een beluchtingsbekken een aftekening van de wapening in het beton vastgesteld. Later kwam vast te staan dat deze schade zich verder zet en niet alleen in dit bekken. Een analyse door Aquafin besteld, duidde twee oorzaken aan: een onvoldoende betondekking en verhoogde chloridewaarden. Op basis van de studie werd in samenspraak met de aannemer een herstelmethode uitgewerkt. Waar nodig moest de beton worden hersteld en aangevuld en moest er ook een zogenaamde kathodische bescherming worden aangebracht. De eigenlijke herstellingen werden uitgevoerd in de afgelopen jaren. Ze worden in 2013 afgerond. Het bedrag waarvoor de ABR-verzekeraar van Aquafin tussenkwam, volstaat nog steeds om de nog uit te voeren herstel- en beschermingsmaatregelen te dekken en maakt het aanleggen van een provisie overbodig.
FINANCIËLE VERSLAGEN Aangezien de systematiek van de beheersovereenkomst voorziet in een a posteriori goedkeuring van het jaarlijks financieel verslag van Aquafin, is het niet uit te sluiten dat bepaalde vergoedingen uiteindelijk niet worden goedgekeurd door het Vlaamse Gewest.
VOORUITZICHTEN VOOR HET BOEKJAAR ■ Opleveringen en aanbestedingen
De target voor aanbestedingen in 2013 ligt op 170 miljoen euro. Eind augustus was daarvan 47 miljoen euro aanbesteed. Voor de projecten die al werden aanbesteed, lag het bedrag van de gunning aanzienlijk lager dan het geraamde bedrag. Ondanks de belangrijke inspanningen die nog moeten geleverd worden, verwachten we wel het beoogde aantal projecten aan te besteden. De target voor opleveringen voor 2013 ligt op 160 miljoen euro, waarvan eind augustus voor 105 miljoen euro was voorgelegd voor oplevering. Voor vier projecten zijn expertises georganiseerd (zie ook ‘Voornaamste risico’s en onzekerheden voor de resterende maanden van het boekjaar’). Het gaat om de RWZI’s Kruibeke, Temse-Tielrode, Wielsbeke en Vilvoorde. Daarnaast zijn een aantal opleveringen verschoven door de strenge en lange winterperiode. Ook voor de opleveringen zullen nog extra inspanningen nodig zijn, maar we verwachten ook hier dicht bij de doelstelling te eindigen.
■ Winstprognose
Zowel voor de bovengemeentelijke als gemeentelijke activiteiten wordt Aquafin geconfronteerd met de krappe budgetten van de opdrachtgevers. Dit vraagt van het bedrijf een flexibele opstelling om zo veel mogelijk toegevoegde waarde te leveren tegen een redelijke kost. Niettegenstaande deze beperkingen blijven omzet en resultaat in lijn van de prognoses. ■ Invulling financieringsbehoeften
Aquafin is in 2013 verder het pad blijven bewandelen om via alternatieve financieringsbronnen de financieringsbehoeften op de gewenste termijnen in te vullen en dit op basis van een eigen documentatie. In april en mei 2013 zijn op deze manier twee obligatieleningen uitgegeven, samen voor een bedrag van 140 miljoen euro. Daarnaast is een bedrag van 25 miljoen euro opgenomen op 30 jaar bij de Europese Investeringsbank. In het najaar staat nog eens een opname van 50 miljoen euro ingepland op basis van een in maart afgesloten kaderovereenkomst.
■ Effluentresultaten
Eind juni 2013 voldeden 81,8% van de RWZI’s aan alle opgelegde effluentnormen, wat 4% minder is dan in 2012. Met een uitzonderlijk lange winter kende 2013 een moeizame start. Tijdens de eerste drie maanden van het jaar werden in Ukkel al 35 sneeuwdagen geteld. Dat er ook in maart nog 11 sneeuwdagen waren, is zeer uitzonderlijk. Bovendien was het voorjaar ook erg koud: een gemiddelde temperatuur van 3,0°C is zeer buitengewoon en komt minder dan een keer op honderd jaar voor. Het ijskoude smeltwater, de strooizouten en de lage temperaturen beïnvloedden het waterzuiveringsproces negatief door de vorming van drijflagen en het stilvallen van de nitrificatie. In de maand mei viel dan weer twee keer meer regen dan normaal. Door deze grillige weersomstandigheden voldoen relatief meer RWZI’s (nog) niet aan de normen voor verwijderingspercentages en jaargemiddelden. Toch kan er in de tweede helft van 2013 nog veel rechtgezet worden. Het warmere weer in juli zorgde alvast voor een halvering van de achterstand ten opzichte van 2012, en dit op één maand tijd.
Tussentijds beheersverslag
7
8
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Kerncijfers op 30 juni 2013 KERNCIJFERS Bedragen in 000 euro
30-06-2013
31-12-2012
Geleverde diensten 162.185 Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 5.042 Balanstotaal 2.426.987 Eigen vermogen 236.064 Financiering korte termijn 142.200 Financiering lange termijn 1.763.136 Medewerkers Aquafin 920 Medewerkers VMM 78 Medewerkers totaal (aantal) 998
338.574 9.695 2.445.148 240.241 127.000 1.755.663 921 81 1.002
PORTEFEUILLE BOVENGEMEENTELIJK Opgeleverd (1) Gegund en aanbesteed (2) In ontwerp (3) Totaal (2) + (3)
Aantal projecten
Waarde (mio euro)
2.452 346 936 1.282
3.173,39 409,68 952,06 1.361,74
1 Exclusief RWZI Laarne, in beheer van Aquafin, maar geëxploiteerd door derden.
Per 30 juni 2013 was Aquafin verantwoordelijk voor de exploitatie van 267 rioolwaterzuiveringsinstallaties1. Om het afvalwater naar de zuiverings-installaties te transporteren, heeft Aquafin 5.234 km leidingen in beheer. Aquafin beheert 1.358 bovengemeentelijke pompstations en bergbezinkingsbekkens.
Operationele activiteiten UITBOUW EN EXPLOITATIE VAN DE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR ■ Opleveringen en aanbestedingen
De target voor aanbestedingen in 2013 ligt op 170 miljoen euro. Eind augustus was daarvan 47 miljoen euro aanbesteed. Voor de projecten die al werden aanbesteed, lag het bedrag van de gunning aanzienlijk lager dan het geraamde bedrag. Ondanks de belangrijke inspanningen die nog moeten geleverd worden, verwachten we wel het beoogde aantal projecten aan te besteden.
COMMERCIËLE ACTIVITEITEN Naast de activiteiten binnen de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest, biedt Aquafin zijn diensten ook aan de gemeenten aan. Op de markt van de gemeentelijke sanering treedt Aquafin op naast een aantal andere spelers. Aquafin heeft zijn plaats in deze markt verworven en tracht in te spelen op huidige en toekomstige behoeften van zijn klanten. De commerciële activiteiten leveren een bijdrage tot de winst van Aquafin, maar qua omzet blijven deze gemeentelijke projecten beperkt.
De target voor opleveringen voor 2013 ligt op 160 miljoen euro, waarvan eind augustus voor 105 miljoen euro was voorgelegd voor oplevering. Voor vier projecten zijn expertises georganiseerd (zie ook ‘Voornaamste risico’s en onzekerheden voor de resterende maanden van het boekjaar’). Het gaat om de RWZI’s Kruibeke, Temse-Tielrode, Wielsbeke en Vilvoorde. Daarnaast zijn een aantal opleveringen verschoven door de strenge en lange winterperiode. Ook voor de opleveringen zullen nog extra inspanningen nodig zijn, maar we verwachten ook hier dicht bij de doelstelling te eindigen. ■ Effluentresultaten
Eind juni 2013 voldeden 81,8 % van de RWZI’s aan alle opgelegde effluentnormen, wat 4 % minder is dan in 2012. Met een uitzonderlijk lange winter kende 2013 een moeizame start. Tijdens de eerste drie maanden van het jaar werden in Ukkel al 35 sneeuwdagen geteld. Dat er ook nog 11 sneeuwdagen in maart waren, is zeer uitzonderlijk. Bovendien was het voorjaar ook erg koud: een gemiddelde temperatuur van 3,0°C is zeer buitengewoon en komt minder dan een keer op honderd jaar voor. Het ijskoude smeltwater, de strooizouten en de lage temperaturen beïnvloedden het waterzuiveringsproces negatief door de vorming van drijflagen en het stilvallen van de nitrificatie. In de maand mei viel dan weer twee keer meer regen dan normaal. Door deze grillige weersomstandigheden voldoen relatief meer RWZI’s (nog) niet aan de normen voor verwijderingspercentages en jaargemiddelden. Toch kan er in de tweede helft van 2013 nog veel rechtgezet worden. Het warmere weer in juli zorgde alvast voor een halvering van de achterstand ten opzichte van 2012, en dit op één maand tijd.
Operationele activiteiten
9
10
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Verkorte financiële staten BASIS VOOR DE PRESENTATIE VAN DE FINANCIËLE STATEN Aquafin rapporteert vanaf de jaarafsluiting per 31 december 2011 volgens de IFRS-standaarden die van toepassing zijn. Naast de rapportering volgens de algemeen aanvaarde Belgische boekhoudnormen (Belgian GAAP) worden er ook geconsolideerde IFRS-financiële staten opgemaakt. Ze omvatten een balans, een overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, een mutatieoverzicht van het eigen vermogen, een kasstroomoverzicht en uitgebreide toelichtingen, inclusief waarderingsregels.
TOELICHTING BIJ BALANS EN RESULTATENREKENING ■ Commentaar bij de geconsolideerde balans
Op het einde van het eerste halfjaar 2013 bedraagt het balanstotaal 2.427 miljoen euro, 18 miljoen euro lager dan vorig boekjaar. De afname situeert zich binnen de vordering op lange termijn in het kader van de beheersovereenkomst. Enerzijds is er een sterke afname van de reële waarde ‘financiële instrumenten’ per einde juni 2013. Aquafin gebruikt derivaten om renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit de financieringsactiviteiten. De (negatieve) marktwaarde van de hedgingstructuren is opgenomen onder de overige langlopende financiële verplichtingen. Vermits financieringskosten redelijke kosten zijn in het kader van de beheersovereenkomst, wordt de tegenwaarde van deze verplichting erkend als een onderdeel van de vordering op lange termijn binnen de beheersovereenkomst. Anderzijds is er een (beperkte) netto-aangroei van de investeringen in de waterzuiveringsinfrastructuur, uitgevoerd in opdracht van het Vlaamse Gewest. Zo werden in het eerste semester van 2013 investerings- en optimalisatieprojecten opgeleverd voor een totale aannemingswaarde van bijna 31 miljoen euro. Tevens is er een aangroei van de activa in uitbouw. Onder de overige financiële activa worden o.a. de nog te factureren vergoedingen m.b.t. prestaties buiten het kader van de beheersovereenkomst opgenomen.
De voorziening voor risico’s en lasten heeft betrekking op juridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en verwerking van het slib gebufferd in de installaties. De financiering op lange termijn is gebaseerd op de affectatieovereenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de toekomstige aanspraken die Aquafin heeft op de drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde gedeelte van de investeringsprojecten die al opgeleverd zijn. Per einde juni 2013 was dit bedrag 1.760 miljoen euro. In het eerste semester van 2013 heeft Aquafin 165 miljoen euro kredieten op lange termijn opgenomen, inclusief de herfinanciering van de einde mei 2013 vervallen private placement obligatielening ten bedrage van 100 miljoen euro. Rekening houdend met de terugbetalingen van al eerder opgenomen leningen bedraagt het saldo van de bankleningen op lange termijn onder affectatie 1.598 miljoen euro, waarvan 145 miljoen euro binnen het jaar moet worden terugbetaald. In het afgelopen halfjaar was er een afname van de financiering op korte termijn via commercial paper van 127 miljoen euro per einde 2012 naar 117,5 miljoen euro per einde juni 2013. Aquafin beschikt over een kredietlijn van 385 miljoen euro, inclusief de gesyndiceerde lening voor de financiering op korte termijn van activiteiten binnen het kader van de beheersovereenkomst. Binnen deze kredietlijn werden voor 10 mio euro aan opnames verricht per einde juni 2013. Voor de financiering op korte termijn van gemeentelijke projecten werd 14,7 miljoen opgenomen per einde juni 2013. Aquafin gebruikt derivaten om renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit de financieringsactiviteiten. De (negatieve) marktwaarde van de hedgingstructuren is opgenomen onder de overige langlopende financiële verplichtingen.
■ Commentaar bij de geconsolideerde winst- en verlies-
rekening en het overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten In de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest is bepaald dat de vergoeding van Aquafin gebeurt op basis van de doorrekening van alle redelijke kosten, verhoogd met een vergoeding voor de aandeelhouders die gebaseerd is op hun inbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten en opbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar.
Het grootste deel van de wijziging van de marktwaarde van de hedgingstructuren over het eerste semester van 2013 – gedeelte dat betrekking heeft op kwalificerende kasstroomafdekkingen – wordt opgenomen in het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Aangezien Aquafin binnen de beheersovereenkomst het recht heeft om voor financieringskosten een vergoeding te ontvangen, worden wijzigingen in de marktwaarde van de financiële instrumenten als vordering erkend, ten opzichte van de niet-gerealiseerde resultaten.
De evolutie van de kosten en in het bijzonder die van gronden hulpstoffen, diensten en diverse goederen, personeelkosten ligt in de lijn van de groei van de infrastructuur die door Aquafin geëxploiteerd en uitgebouwd wordt, zowel binnen als buiten het kader van de beheersovereenkomst. De afname van de financieringskosten resulteert uit de wijziging van de marktwaarde van de hedgingstructuren over het eerste semester van 2013, m.b.t. het gedeelte opgenomen in de winst- en verliesrekening. Met het actief beheer van het renterisico wil Aquafin de financieringskost optimaliseren. Sinds 2006 heeft de Raad van Bestuur de implementatie van een dynamisch beheer van het renterisico goedgekeurd, waarbij de krijtlijnen voor het rentemanagement zijn uitgetekend. Na verrekening van de provisies, de waardeverminderingen en de niet aan het Vlaamse Gewest doorgerekende kosten en opbrengsten, inclusief het resultaat van de commerciële activiteiten, wordt de winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 5,04 miljoen euro. Vanaf aanslagjaar 2007 werd het begrip notionele interestaftrek ingevoerd in de vennootschapsbelasting, waardoor de kost van de waterzuivering voor de burger beperkt blijft. Het gedeelte van de vennootschapsbelasting ten laste van de activiteiten binnen de beheersovereenkomst kan als redelijke kost doorgerekend worden naar de drinkwatermaatschappijen.
Verkorte financiële staten
11
12
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
GECONSOLIDEERDE BALANS (per 30 juni 2012) (in 000 euro)
Toelichting
Juni 2013
2012
Lange termijn vordering beheersovereenkomst
5.0
2.201.963
2.220.984
Overige financiële activa
5.1
37.525
38.663
2.239.488
2.259.648
ACTIVA VASTE ACTIVA
Totaal VLOTTENDE ACTIVA Korte termijn vordering beheersovereenkomst
5.0
135.266
134.552
Handelsvorderingen en overige vorderingen
5.2
23.755
45.864
Overige financiële vlottende activa
5.3
20.676
974
Geldmiddelen en kasequivalenten
5.4
7.802
4.110
187.498
185.500
2.426.987
2.445.148
5.5
210.900
210.900
5.6 & 5.7
25.164
29.341
Eigen vermogen toe te rekenen aan houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij
236.064
240.241
Totaal eigen vermogen
236.064
240.241
5.8
1.625.630
1.510.594 187.190
Vaste activa of groepen van activa aangehouden voor verkoop TOTAAL ACTIVA
EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN EIGEN VERMOGEN Geplaatst kapitaal Groepsreserves
LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN Rentedragende leningen Overige langlopende financiële verplichtingen
5.9
138.116
Voorzieningen
5.10
7.453
7.357
Pensioenverplichting
5.11
15.294
14.770
1.786.493
1.719.911
Totaal KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN Handelsschulden en overige te betalen posten
5.12
86.398
81.570
Rentedragende leningen
5.8
287.637
373.827
Overige kortlopende financiële verplichtingen
5.13
28.590
14.305
Te betalen belasting
5.14
1.806
15.294
404.430
484.997
2.190.923
2.204.907
2.426.987
2.445.148
Totaal Totaal verplichtingen TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING (over het 1e semester 2013) (in 000 euro)
Toelichting
Juni 2013
Juni 2012
VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN Geleverde diensten
6.0
Opbrengsten
162.185
163.011
162.185
163.011
Overige bedrijfsopbrengsten
6.1
762
8.297
Grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen
6.2
-88.944
-89.655
Personeelskosten
6.3
-32.174
-31.095
Afschrijvingen, amortisaties en bijzondere waardevermindering
6.4
-451
-172
Overige lasten
6.5
-578
-1.715
Financieringskosten
6.6
-37.799
-46.141
Financieringsopbrengsten
6.7
Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
2.041
2.048
5.042
4.579
Belastingslast
6.8
-1.605
-1.181
Doorrekening belastingslast via vordering beheersovereenkomst
6.8
1.605
1.181
5.042
4.579
5.042
4.579
5.042
4.579
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten NETTOWINST Toe te rekenen aan: Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij Winst per aandeel (€) gewone winst per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
5,03
4,57
verwaterde winst per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
5,03
4,57
gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
5,03
4,57
verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
5,03
4,57
Winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten (€)
Verkorte financiële staten
13
14
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (over 2013) (in 000 euro)
Toelichting
Juni 2013
Juni 2012
5.042
4.579
5.9
30.948
-30.278
Doorrekening via vordering beheersovereenkomst
5.9
-30.948
30.278
Actuariële winsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen
5.11
0
282
Doorrekening via vordering beheersovereenkomst
5.11
0
-282
0
0
5.042
4.579
5.042
4.579
NETTOWINST NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN Netto waardestijging op kasstroomafdekkingen
Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen TOTALE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN NA BELASTINGEN Toe te rekenen aan: Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN (per 30 juni 2013)
EIGEN VERMOGEN TOE TE REKENEN AAN DE HOUDERS VAN EIGEN-VERMOGENSINSTRUMENTEN VAN DE MOEDERMAATSCHAPPIJ (in 000 euro)
PER 1 JANUARI 2013
Geplaatst kapitaal
Groepsreserves
Totaal eigen vermogen
210.900
29.341
240.241
5.042
5.042
0
0
0
5.042
5.042
0
0
0
-9.218
-9.218
25.164
236.064
Winst over het boekjaar Niet-gerealiseerde resultaten GEREALISEERD EN NIET-GEREALISEERD RESULTAAT Kapitaalsvolstorting Dividenden PER 30 JUNI 2013
210.900
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (over het 1e semester 2013) (in 000 euro)
Toelichting
Juni 2013
Juni 2012
OPERATIONELE ACTIVITEITEN Betalingen aan leveranciers
-100.846
-77.645
-32.174
-31.095
255.429
221.943
-90
-1.007
122.319
112.196
Aanschaffingen binnen vordering beheersovereenkomst
-95.462
-162.933
Netto investerings cash flow
-95.462
-162.933
Betalingen aan personeel Ontvangsten klanten Betaalde vennootschapsbelasting Netto operationele kasstroom
7.1
INVESTERINGSACTIVITEITEN
FINANCIERINGSACTIVITEITEN Ontvangsten financiering
187.846
97.734
Aflossing financiering
-157.954
-69.743
-19.013
-23.301
0
0
Betaalde intresten Ontvangsten uit kapitaalverhoging Uitgekeerde dividenden
-9.218
-8.096
Overige investeringstransacties (netto)
-24.826
-4.006
Netto financieringscashflow
-23.166
-7.412
3.692
-58.149
KAS EN KASEQUIVALENTEN BEGIN PERIODE
4.110
71.763
KAS EN KASEQUIVALENTEN EINDE PERIODE
7.802
13.614
CONTROLE MET BALANS
7.802
13.614
Netto toename kas en kasequivalenten
Verkorte financiële staten
15
16
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Verslag van de commissaris VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE AANDEELHOUDERS VAN AQUAFIN NV OVER HET BEPERKT NAZICHT VAN DE TUSSENTIJDSE VERKORTE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN VOOR DE PERIODE VAN 6 MAANDEN AFGESLOTEN PER 30 JUNI 2013
Een beperkt nazicht is aanzienlijk minder uitgebreid dan een audit uitgevoerd in overeenstemming met de Internationale Controlestandaarden (ISA’s). Bijgevolg waarborgt een beperkt nazicht niet dat wij kennis zouden krijgen van alle belangrijke elementen die bij een volledige controle aan het licht zouden komen. Daarom onthouden wij ons van een auditopinie.
■ Inleiding
■ Conclusie
Wij hebben de bijgevoegde tussentijdse verkorte financiële toestand van het geconsolideerd geheel (“de balans”) van Aquafin NV (de “Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen “de Groep”) per 30 juni 2013 nagekeken, alsook de bijhorende tussentijdse verkorte geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor de periode van 6 maanden afgesloten op deze datum, en de toelichtingen, gezamenlijk, de “Tussentijdse Verkorte Geconsolideerde Financiële Staten”. Deze staten tonen een geconsolideerd balanstotaal van € 2.427.987 (000) en een geconsolideerde winst voor de periode van 6 maanden afgesloten op deze datum van € 5.042 (000). Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en het voorstellen van deze Tussentijdse Verkorte Geconsolideerde Financiële Staten in overeenstemming met de International Financial Reporting Standard IAS 34 Tussentijdse Financiële Verslaggeving (“IAS 34”) zoals goedgekeurd voor toepassing in de Europese Unie. Onze verantwoordelijkheid bestaat erin een conclusie te formuleren over deze Tussentijdse Verkorte Geconsolideerde Financiële Staten op basis van ons beperkt nazicht.
Op basis van ons beperkt nazicht wijst niets erop dat de bijgevoegde Tussentijdse Verkorte Geconsolideerde Financiële Staten geen getrouw beeld geven van de financiële toestand van de Groep per 30 juni 2013, en van haar resultaat en kasstromen voor de periode van 6 maanden afgesloten op die datum, in overeenstemming met IAS 34.
■ Draagwijdte van ons nazicht
Wij hebben ons beperkt nazicht uitgevoerd in overeenstemming met de Internationale Standaard voor Beoordelingsopdrachten 2410 “Beoordeling van tussentijdse financiële informatie uitgevoerd door de onafhankelijke auditor van de entiteit”. Een beperkt nazicht van tussentijdse financiële informatie bestaat uit het bekomen van informatie, hoofdzakelijk van personen verantwoordelijk voor financiële en boekhoudkundige aangelegenheden, en uit het toepassen van analytische en andere werkzaamheden.
Antwerpen, 29 augustus 2013 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris Vertegenwoordigd door
Ronald Van den Ecker Vennoot Ref: 14RVE0025
Algemene informatie Op 25 april 1990 werd Aquafin opgericht als een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, voor een onbepaalde duur. Aquafin heeft zijn maatschappelijke zetel te Dijkstraat 8, BE-2630 Aartselaar (telefoon: +32 3 450 45 11). Het ondernemingsnummer is 0440.691.388. De rechtstreekse aanleiding voor de oprichting van Aquafin was de Europese Richtlijn “Stedelijk Afvalwater” (91/271), die de lidstaten verplichtte om al het huishoudelijk afvalwater te collecteren en te zuiveren tegen eind 2005. Door deze richtlijn ging het Vlaamse Gewest vanaf 1990 fors investeren in waterzuivering en richtte het in 1990 Aquafin NV op met als opdracht de versnelde realisatie en exploitatie van de bovengemeentelijke rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. Sinds 22 december 2000 is ook de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht, die een goede kwaliteit beoogt van het grondwater en van het oppervlaktewater, waarin ook het gezuiverd rioolwater geloosd wordt.
Aquafin heeft één dochtervennootschap, Aquaplus, die zich richt op buitenlandse consultancy-opdrachten en op de industrie in Vlaanderen. De Commissaris van Aquafin is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA, met maatschappelijke zetel te De Kleetlaan 2, BE-1831 Diegem, vertegenwoordigd voor het uitvoeren van hun opdracht door de heer Ronald Van den Ecker. Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA is lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. De statuten van Aquafin en bijkomende informatie, vindt u op www.aquafin.be.
Kernactiviteit is de uitbouw, de financiering en het beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest. Daarnaast biedt Aquafin diensten aan buiten de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest, voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijk stelsel. Per einde juni 2013 bedraagt het geplaatste kapitaal 248.400.000 euro, waarvan 210.900.000 euro volstort. Het kapitaal bestaat uit 800.000 volledig volstorte aandelen en 201.613 aandelen die voor 25% volstort zijn. De Vlaamse Milieuholding NV, Oude Graanmarkt 63, BE-1000 Brussel, bezit 100% van de aandelen. De aandelen van Aquafin zijn niet beursgenoteerd.
Algemene informatie
17
18
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Toelichtingen bij de interim geconsolideerde financiële staten per 30 juni 2013 Algemene informatie De tussentijdse verkorte financiële overzichten verschaffen niet het geheel van de informatie en informatieverschaffingen vereist in een jaarrekening, en dienen daarom te worden gelezen in combinatie met de meest recente jaarrekening.
Voor een beschrijving van de voornaamste activiteiten verwijzen we naar het jaarverslag. De interim geconsolideerde financiële staten over het 1ste half jaar 2013 werd goedgekeurd voor publicatie door de raad van bestuur van 29 augustus 2013.
INFORMATIE OVER DE ONDERNEMING Aquafin is een naamloze vennootschap die werd opgericht op 25 april 1990. De vennootschap is gevestigd in België, te 2630 Aartselaar. Aquafin heeft op 29 september 2009 een obligatielening uitgegeven die noteert op Euronext Brussels (http://www.aquafin.be/UserFiles/File/pdf/KT_-_Fortis_ Aquafin_-_Prospectus__final.pdf).
Aquafin NV is een 100% dochtervennootschap van de Vlaamse Milieuholding.
Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving, inclusief cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden GRONDSLAG VOOR DE OPSTELLING, WAARDERINGSREGELS EN CONSOLIDATIE ■ Voorstellingsbasis
De interim geconsolideerde financiële staten werden opgesteld op basis van de historische kostprijsmethode met uitzondering van de afgeleide producten die aan reële waarde worden gewaardeerd. De rekeningen worden voorgesteld in (duizend) euro.
a. Dochterondernemingen Dochterondernemingen zijn ondernemingen waarover de groep een beslissende invloed (‘zeggenschap’) uitoefent. Er is sprake van zeggenschap als de groep de macht heeft om, direct of indirect, het financiële en operationele beleid van een entiteit te sturen om voordelen te verkrijgen uit de activiteiten van die entiteit. De jaarrekening van een dochteronderneming wordt in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum van verwerving tot het einde van de zeggenschap.
■ Overeenstemmingsverklaring
De interim financiële staten van de groep werden opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de IASB en aanvaard binnen de Europese Unie. ■ Basis voor de consolidatie
De interim geconsolideerde financiële staten over het 1ste half jaar 2013, eindigend op 30/06/2013, omvat de vennootschap en haar dochteronderneming (verder ‘de groep’ genoemd) en het belang van de groep in geassocieerde deelnemingen. Alle entiteiten van de groep hanteren dezelfde grondslagen voor financiële verslaggeving.
b. Geëlimineerde transacties bij de consolidatie Alle intragroepsaldi, -baten en -lasten en ongerealiseerde baten, lasten en dividenden voorvloeiend uit transacties binnen de groep worden bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening volledig geëlimineerd.
BELANGRIJKE BOEKHOUDKUNDIGE BEOORDELINGEN, SCHATTINGEN EN VERONDERSTELLINGEN ■ Beoordelingen
Het management is van oordeel dat voorzieningen voor personeelsbeloningen, bijzondere waardeverminderingen e.d. ingeschat werden op basis van marktconforme parameters. De brugpensioenregeling wordt tevens verwerkt als toegezegde pensioenregeling, aangezien de groep een feitelijke verplichting heeft tegenover de betrokken werknemers. De groep erkent een voorziening op de balans die berekend werd volgens de “projected unit credit-methode”. ■ Schattingen en veronderstellingen
Voor de uitvoering van zijn (bovengemeentelijke) opdrachten sloot Aquafin NV een beheersovereenkomst af met het Vlaamse Gewest. In de beheersovereenkomst wordt bepaald wat de taken van Aquafin NV zijn en welke vergoeding hiervoor aan het bedrijf toekomt. Onderstaande elementen uit deze beheersovereenkomst zijn cruciaal in de verdere beoordeling van de rekeningen. • Alle redelijke kosten die Aquafin NV maakt in het kader van de bovengemeentelijke sanering worden vergoed door het Vlaamse Gewest via de drinkwatermaatschappijen. • De beheersovereenkomst heeft een rollend karakter, wat betekent dat ze automatisch jaarlijks wordt verlengd, tenzij één van de partijen de overeenkomst heeft opgezegd. De opzegtermijn bedraagt wel 20 jaar. • Tijdens de uitvoering van de beheersovereenkomst heeft Aquafin NV het recht van gebruik en genot op de door het bedrijf opgerichte, aangekochte of geleasde infrastructuur. Aan het einde van de beheersovereenkomst – na verrekening van alle resterende verschuldigde vergoedingen – gaat het eigendomsrecht van deze infrastructuur “om niet” over op het Vlaamse Gewest. • Tijdens de uitvoering van de beheersovereenkomst blijft het bouw- en exploitatierisico voor rekening van Aquafin NV. De interpretatie IFRIC 12 - Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten is van toepassing op publiek-private overeenkomsten als aan de volgende voorwaarden voldaan is: • de concessieverlener (zogenaamde ‘grantor’) controleert of reguleert welke diensten de operator dient te leveren met de infrastructuur, aan wie deze diensten moeten geleverd worden en tegen welke prijs;
• de concessieverlener controleert door eigendom het uiteindelijk recht. Anders gesteld, de concessieverlener heeft controle over enige significante residuele waarde in de infrastructuur op het einde van de looptijd van de overeenkomst. Het belangrijkste kenmerk van de bovenvernoemde interpretatie is de aard van de diensten. De activiteiten van de operator dienen van ‘publiek nut’ te zijn (de zogenaamde ‘public service obligation’). De diensten met betrekking tot de infrastructuur worden verstrekt door Aquafin aan het publiek (in ruime betekenis) binnen een vooropgesteld beleid, nl. de beheersovereenkomst. Die bepaalt welke ‘publieke’ diensten moeten worden geleverd, namelijk de uitbouw en het beheer van de bovengemeentelijke infrastructuur voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater. Infrastructuur-activa binnen het toepassingsgebied zijn deze die gebouwd of verworven worden met het oog op gebruik binnen de concessieovereenkomst of bestaande infrastructuur waarover de operator toegang verleend wordt. Alle door Aquafin NV opgerichte, aangekochte of geleasde infrastructuur in het kader van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest valt binnen het toepassingsgebied van deze interpretatie. Bijgevolg wordt de betreffende infrastructuur niet verwerkt als materiële vaste activa in de jaarrekening van de onderneming.
GRONDSLAGEN VOOR ELEMENTEN VAN DE BALANS ■ Immateriële activa
Onderzoek en ontwikkeling Uitgaven ten gevolge van onderzoeksactiviteiten worden ten laste genomen van het resultaat in de periode dat ze gemaakt worden. ■ Lease-overeenkomsten
a. De groep als leasingnemer De groep heeft een aantal operationele leaseovereenkomsten afgesloten. Ze bevatten dus geen overdracht van de wezenlijke risico’s en voordelen inherent aan de eigendom. Bij operationele leases worden de leasebetalingen als kosten opgenomen en lineair gespreid over de leaseperiode.
Toelichtingen
19
20
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
b. De groep als leasinggever Leaseovereenkomsten waarbij de groep optreedt als leasinggever classificeren als financiële lease wanneer de groep nagenoeg alle – aan de eigendom van een actief verbonden – risico’s en voordelen overdraagt aan de leasingnemer. De groep zal een vordering opnemen in de balans, gelijk aan de netto-investering in de lease.
c. Geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen omvatten contanten en direct opvraagbare deposito’s. Kasequivalenten zijn kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen. d. Voor verkoop beschikbare financiële activa
■ Financiële activa
a. Vorderingen in het kader van de concessieovereenkomst In het kader van de toepassing van IFRIC 12, past de groep het “financiële actiefmodel” toe. Dit is van toepassing wanneer de exploitant beschikt over een onvoorwaardelijk recht om geldmiddelen of een ander financieel actief te ontvangen van de concessieverlener. In ruil voor de geleverde prestaties in het kader van de concessieovereenkomst, heeft de groep als exploitant een onvoorwaardelijk contractueel recht en wordt ze contractueel – binnen het kader van de beheersovereenkomst – vergoed door de cedent of toekenner (het Vlaamse Gewest). Dit financieel actief zal door de groep als een vordering worden beschouwd die valt onder de categorie “Leningen en vorderingen”. Bij een eerste opname wordt de vordering erkend aan reële waarde – rekening houdend met de context waarin de groep opereert – die in substantie overeenstemt met de nominale waarde van de vordering. Immers enerzijds draagt de vordering geen interest maar anderzijds vergoedt het Vlaamse Gewest ook de financieringskost. Verder wordt de vordering gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, die wordt berekend aan de hand van de zogenaamde effectieve rentemethode. Door de specifieke context waarin de groep haar activiteiten uitoefent en doordat de groep geen interestvergoeding mag aanrekenen, heeft de berekening van de effectieve rentevoet geen impact. b. Handelsvorderingen en overige vorderingen Deze financiële activa worden in overeenstemming met IAS39 §46 (a) – bij initiële opname aan reële waarde vermeerderd met eventuele transactiekosten – aan geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. De waardering van vastrentende effecten volgt dezelfde regels. Op elke balansdatum worden de oninbare vorderingen afgeschreven tegenover de betreffende provisierekening. Zowel toevoegingen aan deze provisierekening als terugnames worden gerapporteerd in de winst-enverliesrekening.
Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn die niet-afgeleide financiële activa die worden aangemerkt als voor verkoop beschikbaar of die niet worden geclassificeerd als (a) leningen en vorderingen, (b) tot einde looptijd aangehouden beleggingen of (c) financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening. Ze worden gewaardeerd aan reële waarde in de balans met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten. ■ Schulden
a. Financiële schulden Bij eerste opname in de balans worden financiële verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitgifte van de financiële verplichting. Na de eerste opname worden deze financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij gebruik wordt gemaakt van de effectieve rentemethode. b. Handelsschulden en andere schulden op korte termijn Handelsschulden en andere schulden op korte termijn worden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. ■ Voorzieningen
Voorzieningen worden in de balans opgenomen als: • de groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; • het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen; • een betrouwbare schatting van het bedrag van de verplichting kan worden gemaakt. Met andere woorden, voorzieningen worden opgenomen als ze waarschijnlijk zijn en als er een huidige verplichting op balansdatum bestaat.
Voorwaardelijke activa worden niet getoond in de balans, maar worden opgenomen in de toelichtingen, als een instroom van economische voordelen waarschijnlijk is. Voorwaardelijke verplichtingen worden niet getoond in de balans, maar worden opgenomen in de toelichtingen, tenzij de kans op een verlies gering is. De last die met een voorziening samenhangt, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. De groep neemt de zekere vergoedingen (van het Vlaams Gewest of van de verzekeringsmaatschappij) op als actief. Als de invloed door verdiscontering van de toekomstige benodigde kasuitgaven materieel is, worden de voorzieningen jaarlijks geactualiseerd aan de hand van op balansdatum algemeen gehanteerde verdisconteringsvoeten, die de tijdswaarde van geld uitdrukken.
■ Belastingen
a. Winstbelastingen Actuele belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande perioden worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de (Belgische) belastingautoriteiten. Conform artikel 43 van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest worden alle redelijke kosten van de groep gemaakt in het kader van deze overeenkomst vergoed door de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest, inclusief alle heffingen en belastingen door de groep verschuldigd voor de uitvoering van deze overeenkomst. b. Omzetbelasting
Voorzieningen voor personeelsbeloningen Binnen de groep bestaan er twee types van pensioenplannen: de toegezegde bijdrageregeling en de toegezegde pensioenregeling. Verplichtingen aangaande toegezegde bijdrageregelingen worden onmiddellijk ten laste van de winst-en-verliesrekening genomen. De periodieke premiebetaling wordt als periodekost geregistreerd. De schuld of eventueel vordering uit toegezegde pensioenregelingen wordt opgenomen in de balans. Bij dergelijke regelingen komt het bedrag in de balans (de nettoverplichting) overeen met de contante waarde van de brutoverplichting, verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen en aangepast voor niet-opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd.
Opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen na aftrek van de omzetbelasting, behalve: • als de omzetbelasting over de aankoop van activa of diensten niet van de belastingautoriteit kan worden teruggevorderd, in welk geval de omzetbelasting wordt opgenomen als onderdeel van de kosten van de verwerving van het actief of als onderdeel van de kostenpost; • vorderingen en schulden die inclusief de omzetbelasting worden verantwoord. Het nettobedrag van de omzetbelasting die kan worden teruggevorderd van of betaalbaar is aan de belastingautoriteit wordt opgenomen als een onderdeel van de vorderingen en schulden in de balans. c. Uitgestelde belastingen
Om de toekomstige verplichting getrouw te kunnen inschatten, wordt er een beroep gedaan op een specifieke actuariële berekening, de zgn. projected unit credit-methode. Voor de behandeling van actuariële winsten en verliezen werd geopteerd voor het onmiddellijk in mindering brengen van het eigen vermogen via een mutatieoverzicht van het eigen vermogen. Brugpensioenregelingen worden ook verwerkt als toegezegde pensioenregelingen. De groep neemt een voorziening op die berekend werd volgens de projected unit credit-methode.
Gelet op de specifieke bepalingen binnen de beheersovereenkomst, heeft de groep geen tijdelijke verschillen op activa of verplichtingen die aanleiding zouden geven tot het opzetten van een uitgestelde belastingschuld of -vordering.
GRONDSLAGEN VOOR ELEMENTEN VAN DE WINST- EN VERLIESREKENING ■ Opbrengsten
Conform de beheersovereenkomst worden alle redelijke kosten van de onderneming vergoed door het Vlaamse Gewest via de drinkwatermaatschappijen.
Toelichtingen
21
22
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Opbrengsten worden opgenomen als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de onderneming zullen vloeien en als het bedrag van de opbrengsten op een betrouwbare manier kan gemeten worden. Omzet wordt opgenomen na aftrek van omzetbelastingen en kortingen. Opbrengsten uit de verkoop van goederen of levering van diensten worden opgenomen als de levering en de volledige overdracht van risico’s en voordelen heeft plaatsgevonden. Dividenden worden opgenomen op het ogenblik dat het recht van de aandeelhouder op ontvangst vastgelegd is. a. Onderhanden projecten in opdracht van derden Voor onderhanden projecten in opdracht van derden die niet onder de concessieovereenkomst vallen, wordt de opbrengst volgens het stadium van afwerking van de projectactiviteiten in winst-en verliesrekening genomen (de percentage of completion-methode). Deze methode kan enkel worden toegepast als het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden op betrouwbare wijze kan worden ingeschat. Op balansdatum maakt de groep een inschatting van het resultaat van het project: het verschil tussen de verwachte contractopbrengsten en contractkosten, evenals het stadium van afwerking van de projectactiviteiten. Op verslagdatum wordt deze afwerkingsgraad toegepast op het totaal van de verwachte opbrengsten en kosten om het bedrag van kosten en opbrengsten te bepalen dat in de winst- en verliesrekening van de periode komt. Als de groep een verlies verwacht op het onderhanden project in opdracht van derden, wordt dit onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen. Wanneer het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden niet op een betrouwbare manier kan worden geschat, worden enkel opbrengsten opgenomen ten belope van de kosten die waarschijnlijk zullen kunnen worden gerecupereerd. ■ Financieringskosten
Financieringskosten worden door de groep onmiddellijk als last opgenomen in de periode waarin ze zijn gemaakt. De groep heeft geen in aanmerking komende activa waarvoor de financieringskosten moeten geactiveerd worden. ■ Afdekking
De groep gebruikt derivaten om renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit de financieringsactiviteiten.
Het actief rentemanagement wordt gevoerd in overeenstemming met de doelstellingen en regels die door het bestuursorgaan werden vastgelegd. Het is de politiek an de groep om geen speculatieve transacties of transacties met een hefboomeffect aan te gaan. Hedge categorieën Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee hedge categorieën: reëlewaardeafdekkingen en kasstroomafdekkingen. Reëlewaardeafdekkingen zijn afdekkingen van het risico van veranderingen in de reële waarde van opgenomen activa en verplichtingen. Zowel de derivaten die werden aangemerkt als reëlewaardeafdekkingen als hun afgedekte activa of verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde in de balans en veranderingen in reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Wanneer een afdekking niet langer zeer effectief blijkt, wordt de hedge accounting stopgezet en wordt de aanpassing aan de boekwaarde van het afgedekte rentedragende financieel instrument lineair afgeschreven in de winst-en-verliesrekening tot op de vervaldag van de afgedekte positie. Kasstroomafdekkingen zijn afdekkingen van de mogelijke variabiliteit van toekomstige kasstromen die verband houden met opgenomen activa of verplichtingen, zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transacties of niet-opgenomen vaststaande toezeggingen. Veranderingen in de reële waarde van een afdekkingsinstrument dat voldoet als zeer effectieve kasstroomafdekking worden in het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten verwerkt, meer bepaald in de afdekkingsreserve. Het niet-effectieve deel ervan wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Als de afgedekte kasstroom resulteert in de opname van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting, worden de gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen van het derivaat niet langer opgenomen in het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten, maar begrepen in de initiële waardering van de kostprijs of de boekwaarde van het actief of de verplichting. In alle andere gevallen worden de gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen van het derivaat getransfereerd van het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten naar de winst-en-verliesrekening op het ogenblik dat de afgedekte vaststaande toezegging of de voorziene transactie resulteert in het opnemen van een winst of een verlies. Indien een afdekking niet langer zeer effectief blijkt, wordt de hedge accounting stopgezet, maar niet met terugwerkende kracht. In dit geval blijven de gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen op het afdekkingsinstrument behouden in het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten tot de toegezegde of voorziene transactie zich voordoet.
Gekwalificeerd
Niet-gekwalificeerd
Reëlewaardeafdekking
Kasstroomafdekking
• Variatie in tijdswaarde = impact op resultatenrekening
• Variatie in tijdswaarde = impact op resultatenrekening
• Variatie in intrinsieke waarde = onderling te compenseren
• Variatie in intrinsieke waarde = component van niet gerealiseerde resultaten
• Coupon: pro rata over het jaar verrekend
• Coupon: pro rata over het jaar verrekend
• Variatie in totale waarde = impact op resultatenrekening
• Variatie in totale waarde = impact op resultatenrekening
• Coupon: kasstroom in dat jaar
• Coupon: kasstroom in dat jaar
Wanneer verwacht wordt dat een toegezegde of voorziene transactie zich niet meer zal voordoen, worden de gecumuleerde reëlewaardeaanpassingen getransfereerd van het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten naar de winst-en-verliesrekening. Boeking van de bewegingen Het onderscheid tussen gekwalificeerde en niet-gekwalificeerde financiële instrumenten bepaalt de verwerkingswijze. ■ Gebeurtenissen na balansdatum
Gebeurtenissen na balansdatum die bijkomende informatie verschaffen omtrent de situatie van de onderneming zoals die bestond op balansdatum (zogenaamde adjusting events) worden verwerkt in de jaarrekening. Andere gebeurtenissen na balansdatum (zogenaamde non-adjusting events) worden enkel vermeld in de toelichtingen als ze belangrijk geacht worden. ■ Gesegmenteerde informatie
Voor managementdoeleinden is de groep georganiseerd in twee operationele segmenten. Enerzijds worden er bedrijfsactiviteiten uitgeoefend binnen de concessieovereenkomst (beheersovereenkomst) met het Vlaamse Gewest, anderzijds worden er commerciële activiteiten uitgeoefend, voornamelijk voor (Vlaamse) steden en gemeenten. Binnen dit laatste segment staat de groep in onmiddellijke concurrentie met andere rioolbeheerders.
NIEUWE STANDAARDEN, INTERPRETATIES EN WIJZIGINGEN TOEGEPAST DOOR DE GROEP De boekhoudgrondslagen die werden toegepast bij het opmaken van de tussentijdse geconsolideerde financiële overzichten zijn in overeenstemming met dewelke werden toegepast bij het opmaken van de jaarrekening voor het boekjaar dat eindigt op 31 december 2012, met uitzondering van de eerste toepassing van de nieuwe standaarden en interpretaties vanaf 1 januari 2013, hieronder omschreven:
• IAS 1 Presentatie van elementen in niet-gerealiseerde resultaten – Wijziging aan IAS 1 • IAS 1 Verduidelijking van de vereisten rond vergelijkende cijfers – Wijziging aan IAS 1 • IAS 32 Winstbelastingen op uitkeringen aan houders van eigen vermogensinstrumenten (Wijziging) • IAS 34 Tussentijdse financiële verslaggeving en segmentrapportering omtrent totale activa en verplichtingen (Wijziging) • IAS 19 Personeelsbeloningen (Herziening) • IFRS 7 Financiële Instrumenten: Informatieverschaffingen – Compensatie van financiële activa en verplichtingen – Wijziging aan IFRS 7 • IFRS 13 Reële waardebepaling Zoals vereist door IAS 34, wordt de aard en de invloed van deze wijzigingen hieronder besproken IAS 1 – Presentatie van elementen in niet-gerealiseerde resultaten (wijziging) De wijzigingen in IAS 1 hebben betrekking op de groepering van elementen die opgenomen zijn het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten. Elementen die op een toekomstig tijdstip in resultaat zouden kunnen worden genomen (bijvoorbeeld nettowinsten op afdekkingen van netto-investeringen in een buitenlandse entiteit, wisselkoersverschillen bij de consolidatie van een buitenlandse activiteit, netto-veranderingen op kasstroomafdekkingen en netto-verliezen of winsten op voor verkoop beschikbare financiële activa) zouden worden afgezonderd van de andere elementen die nooit kunnen worden overgeboekt naar de resultatenrekening (bijvoorbeeld de actuariële winsten en verliezen op toegezegde pensioenplannen en de herwaardering van gronden en gebouwen). De wijzigingen hebben enkel een invloed op de presentatie en hebben geen invloed op de balans of resultaten van de Groep.
Toelichtingen
23
24
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
IAS 1 - Verduidelijking van de vereisten rond vergelijkende cijfers (wijziging) De wijziging verduidelijkt het onderscheid tussen de bijkomende vergelijkende informatie die vrijwillig werd verschaft en de minimum op te nemen vergelijkende informatie. Een entiteit dient vergelijkende cijfers in de betreffende toelichtingen van de jaarrekening op te nemen indien het vrijwillig bijkomende vergelijkende cijfers verschaft die betrekking hebben op boekjaren die het vorige boekjaar voorafgingen. De bijkomende vrijwillig opgenomen vergelijkende cijfers dienen echter niet te worden opgenomen in de volledige jaarrekening. Een openingsbalans (ook wel derde balans genoemd) dient te worden opgenomen wanneer de onderneming een boekhoudgrondslag met terugwerkende kracht toepast, het vorige boekjaar aanpast of de presentatie in de overzichten wijzigt, op voorwaarde dat deze wijzigingen een belangrijke invloed hebben op de openingsbalans van de voorafgaande periode. De wijziging verduidelijkt dat voor deze derde balans geen vergelijkende informatie in de toelichtingen dient te worden verschaft. In de standaard IAS 34 behandelen de minimumvereisten voor verkorte financiële overzichten niet het verschaffen van een derde balans. IAS 32 – Winstbelastingen op uitkeringen aan houders van eigen vermogensinstrumenten (wijziging) De wijziging aan IAS 32 Financiële instrumenten: Presentatie verduidelijkt dat winstbelastingen die het gevolg zijn van uitkeringen aan houders van eigen vermogensinstrumenten volgens de standaard IAS 12 dienen te worden verwerkt. De wijziging doet afstand van de bestaande verplichtingen voor winstbelastingen volgens IAS 32 en verplicht entiteiten om de standaard IAS 12 toe te passen op elke winstbelasting die ontstaat uit uitkeringen aan houders van eigen vermogensinstrumenten. De wijziging had geen impact op de verkorte financiële overzichten van de Groep, gezien er geen winstbelastingen worden geheven op uitkeringen in kasstromen of niet-kasstromen. IAS 34 – Tussentijdse financiële verslaggeving en segmentrapportering omtrent totale activa en verplichtingen (wijziging) De wijziging verduidelijkt de vereisten in IAS 34 omtrent de vermelding van gesegmenteerde informatie voor de totale activa en verplichtingen van ieder operationeel segment om aldus bij te dragen tot een consistente toepassing van de vereisten in IFRS 8 Operationele segmenten.
De totale activa en verplichtingen van een operationeel segment dienen enkel te worden opgenomen indien de bedragen regelmatig aan het hoofd van de operationele afdeling worden gerapporteerd en indien er voor dit operationele segment sprake is van een belangrijke wijziging ten opzichte van het totale bedrag dat in de geconsolideerde jaarrekening van vorig boekjaar werd opgenomen. De Groep heeft deze informatie opgenomen, daar deze wordt gerapporteerd aan het hoofd van de operationele afdeling. Als gevolg van deze wijziging verschaft de groep nu ook informatie over de gesegmenteerde verplichtingen aangezien deze eveneens aan het hoofd van de operationele afdeling worden gerapporteerd. IAS 19 – Personeelsbeloningen (herziening) De IASB heeft tal van wijzigingen gepubliceerd omtrent de boekhoudkundige verwerking van toegezegde pensioenverplichtingen onder IAS 19. Deze omvatten fundamentele veranderingen zoals de verwerking van actuariële winsten en verliezen in de niet-gerealiseerde resultaten en de definitieve uitsluiting van de verwerking ervan in de resultatenrekening, het niet langer opnemen van de verwachte rendementen op fondsbeleggingen in de winst-en-verliesrekening, maar in plaats hiervan de verplichting om de rendementen op de netto schuld (vordering) te verwerken in de winst-en-verliesrekening, dewelke bepaald worden aan de hand van de disconteringsvoet die werd gebruikt bij het waarderen van de pensioenverplichting, en tot slot de verwerking van de nog niet verworven kosten van verstreken diensttijd in de winst-en-verliesrekening op de datum waarop de wijziging in het pensioenplan plaatsvond of, indien vroeger, de datum waarop de herstructurering of opzegvergoedingen worden verwerkt. Andere wijzigingen betreffen nieuwe toelichtingen zoals kwantitatieve informatie rond gevoeligheidsanalyses. De overschakeling naar IAS 19R heeft voor de groep een impact gehad op de netto uitstaande verplichting voor toegezegde pensioenverplichtingen omwille van het verschil in de boekhoudkundige verwerking van enerzijds de rendementen op fondsbeleggingen en anderzijds de nog niet verworven kosten van verstreken diensttijd. IFRS 7 – Financiële Instrumenten: Informatieverschaffingen – Compensatie van financiële activa en verplichtingen (wijziging) Deze wijzigingen verplichten een entiteit tot het verschaffen van informatie over de rechten tot compensatie en bijhorende regelingen (bijvoorbeeld waarborgen).
Deze toelichtingen zouden de lezers informatie verschaffen dat waardevol is bij de beoordeling van de impact van compensatieregelingen op de balans van de onderneming. De nieuwe informatieverschaffingen zijn vereist voor alle opgenomen financiële instrumenten die werden gecompenseerd volgens IAS 32 Financiële Instrumenten: Presentatie. Bovendien worden entiteiten verplicht om bijkomende informatie te verschaffen omtrent opgenomen financiële instrumenten die het voorwerp zijn van een ‘master netting’ of gelijkaardige regeling, ongeacht of deze volgens IAS 32 in aanmerking kwamen voor compensatie. Gezien de groep geen gebruik heeft gemaakt van de compensatieregeling voor financiële instrumenten en geen belangrijke compensatieovereenkomsten heeft, zullen deze wijzigingen geen impact hebben op de balans of de resultaten van de Groep. IFRS 13 – Reële waardebepaling IFRS 13 behandelt de praktische toepassing van de reële waardebepaling wanneer dit door een andere standaard wordt verplicht of toegestaan. IFRS 13 heeft niet de intentie om te bepalen in welke omstandigheden activa of verplichtingen aan reële waarde dienen te worden verwerkt. De toepassing van deze standaard heeft geen belangrijke invloed gehad op de reële waardebepalingen van de groep. IFRS 13 vereist bovendien specifieke informatieverschaffingen rond de reële waarden, waarvan sommige de reeds in andere standaarden opgenomen vereiste informatieverschaffingen zullen vervangen (waaronder IFRS 7 Financiële instrumenten: informatieverschaffingen). Sommige van deze informatieverschaffingen worden expliciet door IAS 34 vereist in de tussentijdse financiële verslagen, waardoor de toelichtingen door deze wijziging werden beïnvloed. De groep heeft geen standaard, interpretatie of wijziging vervroegd toegepast.
Toelichtingen
25
26
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Toelichtingen bij de geconsolideerde balans TOELICHTING 5.0 CONCESSIECONTRACTEN (IFRIC 12) IFRIC 12 betreffende de dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten wordt toegepast in de geconsolideerde jaarrekening van Aquafin.
Het belangrijkste deel van de activa van Aquafin wordt gebruikt voor de uitoefening van een concessieovereenkomst. Meer bepaald gaat het om de activa die gebruikt worden voor de uitoefening van de taken binnen de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. ■ Toepasbaarheid van IFRIC 12
■ Activiteiten van Aquafin
Aquafin NV is in 1990 opgericht door het Vlaamse Gewest, om in Vlaanderen versneld werk te maken van de uitbouw van de bovengemeentelijke rioleringsinfrastructuur. Om die doelstelling te realiseren, legt het Vlaamse Gewest jaarlijks in een programma de opdrachten van Aquafin vast. De Vlaamse Milieumaatschappij ziet toe op de economische en de ecologische resultaten van Aquafin. Voor de uitvoering van deze opdracht werd een beheersovereenkomst opgesteld tussen Aquafin en het Vlaamse Gewest. Wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke beheersovereenkomst worden vastgelegd in addenda. In het kader van de beheersovereenkomst verzamelt Aquafin het afvalwater van de Vlaamse gezinnen in hoofdriolen en voert het naar zuiveringsinstallaties. Daarvoor bouwt Aquafin eerst de noodzakelijke infrastructuur uit: collectoren voor afvalwater, pompstations en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Aquafin prefinanciert de opgedragen projecten en de drinkwatermaatschappijen betalen de investeringen terug. Voor projecten opgeleverd vanaf 1 januari 2009 bedraagt de terugbetalingstermijn voor de elektromechanische werken 15 jaar en voor de bouwkundige werken 30 jaar. Aquafin is ook verantwoordelijk voor het onderhoud en de exploitatie van het bovengemeentelijk rioleringsstelsel en de waterzuiveringsinstallaties. Het gezuiverde afvalwater moet aan Vlaamse en Europese normen voldoen. Buiten de beheersovereenkomst heeft Aquafin nog een specifiek aanbod ontwikkeld voor steden en gemeenten. Een aantal steden en gemeenten hebben de aanleg en het onderhoud van hun riolen volledig uitbesteed aan Aquafin. Ook een aantal bedrijven laten hun afvalwater verwerken door Aquafin.
De interpretatie IFRIC 12 – Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten is van toepassing op publiekprivate overeenkomsten indien aan de volgende voorwaarden voldaan is: • de cedent controleert of reguleert welke diensten de exploitant dient te leveren met de infrastructuur, aan wie deze diensten moeten geleverd worden en tegen welke prijs; • de cedent controleert door eigendom het uiteindelijk recht, anders gesteld de cedent heeft controle over enige significante residuele waarde in de infrastructuur op het einde van de looptijd van de overeenkomst. Infrastructuur-activa binnen het toepassingsgebied zijn deze die gebouwd of verworven worden met het oog op gebruik binnen de concessieovereenkomst, of bestaande infrastructuur waarvoor de exploitant toegang verleend wordt. De interpretatie is gestoeld op het ‘controle’ concept, i.e. wie controleert het recht op het gebruik van de infrastructuur. Samenvattend kunnen we dus stellen dat de volgende criteria dienen vervuld te zijn om binnen het toepassingsgebied van de interpretatie te vallen (IFRIC 12 §5,7): • de overeenkomst is een public to private concessie; • de cedent heeft zeggenschap over of reguleert welke diensten de exploitant met behulp van de infrastructuur moet verlenen; • de cedent heeft zeggenschap over enigerlei significant overblijvend belang in de infrastructuur; • de infrastructuur wordt gebouwd of verworven door de exploitant met als doel deze te gebruiken in het kader van de concessieovereenkomst; • het contract tussen de exploitant en de cedent bepaalt tegen welke prijs hij de diensten moet leveren.
■ Analyse van de concessieovereenkomst
De dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten Eén van de kenmerken van een dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten is de aard van de diensten. De activiteiten van de exploitant dienen van ‘publiek nut’ te zijn. (zogenaamde public service nature of the obligation). De diensten met betrekking tot de infrastructuur moeten worden verstrekt door de exploitant aan het publiek (in ruime betekenis) binnen een vooropgesteld beleid. De beheersovereenkomst zet de dienstverlening tussen Aquafin en de overheid contractueel uiteen en bepaalt welke ‘publieke’ diensten moeten worden geleverd, namelijk de uitbouw en het beheer van de bovengemeentelijke infrastructuur voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater. Een tweede voorwaarde is dat Aquafin verantwoordelijk is voor ten minste een deel van het beheer van de infrastructuur en aanverwante diensten en niet opereert louter als een agent voor rekening van het Vlaamse Gewest. Hieromtrent vermelden we dat Aquafin wel degelijk een operationeel risico loopt, hoewel beperkt, bijvoorbeeld wanneer het de vooropgestelde oplevering van infrastructuurwerken niet haalt. Een derde voorwaarde behandelt de vergoedingen voor de dienstverlening. De beheersovereenkomst bepaalt in artikel 48 de wijze van betaling (namelijk een facturatieovereenkomst tussen Aquafin en de gebruiker, met name de Vlaamse drinkwatermaatschappijen) en impliciet ook de prijs die mag geheven worden door Aquafin.
Er is sprake van een contractueel recht indien de cedent de betaling contractueel waarborgt van: a) gespecificeerde of bepaalbare bedragen, of b) het eventuele negatieve verschil tussen van gebruikers van de openbare dienst ontvangen bedragen en gespecificeerde of bepaalbare bedragen, ook al is de betaling afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de exploitant ervoor moet zorgen dat de infrastructuur aan gespecificeerde kwaliteitsof efficiëntievereisten voldoet. De diverse vergoedingen die het Vlaamse Gewest verschuldigd is aan Aquafin worden gestipuleerd in Art. 43 van de beheersovereenkomst tussen Aquafin en het Vlaamse Gewest en passen binnen de hierboven gestelde voorwaarden om te voldoen aan de definitie van financieel actief. Art. 43 van de beheersovereenkomst stelt immers: “Voor het vervullen van haar taken overeenkomstig deze overeenkomst, zijnde de totstandbrenging en exploitatie van rioolwaterzuiveringsinfrastructuur, heeft Aquafin recht op een vergoeding vanwege het Vlaamse Gewest die alle gemaakte redelijke kosten moet dekken en rekening houdend met het genomen risico een minimum aanvaardbaar rendement moet waarborgen voor de aandeelhouders.
Tot slot is er nog een voorwaarde met betrekking tot het eigendom van de infrastructuur aan het einde van de overeenkomst. Op het einde van de concessieovereenkomst wordt de volledige infrastructuur (om niet) overgedragen aan de overheid. Dit betekent dat Aquafin in feite de infrastructuur niet ‘controleert’ (in de betekenis van IFRS) en de infrastructuur dus niet kan vervreemden of in pand geven. De verwachte economische levensduur van de activa is langer dan de duurtijd van de concessie.
Deze vergoeding dekt alle effectief door Aquafin reëel gemaakte redelijke kosten in de zin van art. 35 van deze overeenkomst, alsmede alle heffingen en belastingen door Aquafin verschuldigd voor de uitvoering van deze overeenkomst, milieuheffingen inbegrepen, alle vergoedingen aan derden verschuldigd en alle aan het Vlaamse Gewest te betalen vergoedingen met uitzondering van boetes, schadevergoedingen voor laattijdige oplevering onder de bepalingen van art. 41.3, 41.4 en 41.5 van deze overeenkomst, forfaitaire schadevergoedingen onder art. 41 van deze overeenkomst en schadevergoedingen aan derden wegens onrechtmatige daad, en wordt overeenkomstig dit hoofdstuk betaald.
De interpretatie IFRIC 12 – Dienstverlening uit hoofde van concessieovereenkomsten, zoals bekrachtigd op 25 mei 2009 door de Europese Commissie, is van toepassing bij Aquafin voor wat betreft de activiteiten binnen de beheersovereenkomst.
Onverminderd het bepaalde in art. 18 van deze overeenkomst, bestaat deze vergoeding uit vier elementen, nl. recuperatie van (a) Investeringsuitgaven, (b) Werkingsuitgaven, (c) Vaste Kosten en (d) Financieringskosten.”
Binnen IFRIC 12 wordt zulke infrastructuur niet erkend als materiële vaste activa, maar als financiële activa (financial asset model) in het geval van Aquafin.
Art. 43 geeft een onvoorwaardelijk contractueel recht weer om een vergoeding te ontvangen van de Vlaamse Overheid (in haar hoedanigheid als cedent). Tevens heeft de cedent weinig tot geen mogelijkheden om de betaling van de vergoedingen te vermijden, aangezien deze effectief in rechte afdwingbaar is.
■ Financieel actief model
De exploitant neemt een financieel actief op in zoverre er een onvoorwaardelijk contractueel recht bestaat op geldmiddelen of een ander financieel actief voor het leveren van diensten.
Toelichtingen
27
28
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
De voornaamste impact van het model op de financiële positie en resultaten van de groep, heeft betrekking op de behandeling van haar materiële vaste activa. De materiële vaste activa die binnen het toepassingsgebied van deze interpretatie vallen, worden niet erkend als materieel vast activum, maar als financieel activum dat de te ontvangen vergoedingen uit de exploitatie en oprichting van de concessie omvat. Cfr. Art. 43 van de beheersovereenkomst zijn de contractuele rechten van Aquafin onvoorwaardelijk en voldoen ze bijgevolg aan de definitie van het financieel actief model. ■ IFRIC-12 vordering opgenomen in de balans
Lange termijn vorderingen beheersovereenkomst De vorderingen op lange termijn (= vorderingen op meer dan een jaar) ingevolge de toepassing van IFRIC 12 bevatten onderstaande categorieën: De tegoeden gecreëerd n.a.v. opleveringen opgenomen binnen de IFRIC 12 – vordering omvatten: • Waterzuiveringsinfrastructuur opgeleverd aan het Vlaamse Gewest. Voor het nog niet terugbetaalde gedeelte van deze investeringsprojecten en vervangingsinvesteringen op verslagdatum, die pas over meer dan een jaar zullen teruggevorderd worden, erkent de groep een vordering op lange termijn ten aanzien van de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest, gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. (in 000 euro)
• Infrastructuur overgenomen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Ook hiervoor heeft de groep recht een vergoeding te ontvangen van het Vlaamse Gewest ter waarde van het nog niet terugbetaalde gedeelte en gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. In de vorderingen op lange termijn wordt het gedeelte opgenomen dat zal teruggevorderd worden over meer dan een jaar. • Hydronautstudies zijn studies die worden uitgevoerd om tot een correct ontwerp te komen van het gerelateerde bovengemeentelijke investeringsproject. Ook in het kader van het beheer van bestaande infrastructuur worden hydronautstudies uitgevoerd. Ze worden op 15 jaar doorgerekend aan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen. Voor het nog niet terugbetaalde gedeelte van deze studies op verslagdatum, dat over meer dan een jaar zal teruggevorderd worden, wordt een vordering op lange termijn erkend. • Investeringen in hardware, software, labo-uitrusting, meubilair, materialen en uitrusting nodig voor de werking van het hoofdkantoor en investeringen in hardware, software, labo-uitrusting, vervangingsinvesteringen electromechanica, buitengewoon onderhoud bouwkunde en electromechanica, meubilair, … worden doorgerekend aan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen a rato van de geboekte afschrijvingen. Voor het nog niet terugbetaalde gedeelte van deze investeringen op verslagdatum dat over meer dan een jaar zal teruggevorderd worden, wordt een vordering op lange termijn erkend. Juni 2013
2012
Lange termijn IFRIC 12 vordering
2.201.963
2.220.984
Korte termijn IFRIC 12 vordering
135.266
134.552
2.337.229
2.355.536
1.470.168
1.512.800
350.058
357.889
Hydronautstudies
18.874
18.791
Investeringen Hoofdkantoor & Operaties
IFRIC 12 VORDERING PER VERVALJAAR
TOTAAL IFRC 12 VORDERING IFRIC 12 VORDERING PER CATEGORIE Waterzuiveringsinfrastructuur - opgeleverd Aankopen VMM installaties
13.810
14.864
Hoofdkantoorgebouw
7.513
7.699
Gebouwen in leasing
604
713
326.000
244.897
Activa in aanbouw Provisie pensioenen Reële waarde financiële instrumenten Overige (op te stellen CN's) TOTAAL
14.465
13.941
135.443
184.747
294
-805
2.337.229
2.355.536
• Investeringen in het hoofdkantoorgebouw (Dijkstraat 8). Deze worden doorgerekend aan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen a rato van de afbetaling van de hiertoe aangegane lening. Voor het nog niet terugbetaalde gedeelte van deze investeringen op verslagdatum dat over meer dan een jaar zal teruggevorderd worden, wordt een vordering op lange termijn erkend. • Door te rekenen kosten van de twee gebouwen die de groep in leasing heeft. De leasingcontracten voldoen aan de criteria van financiële leasing. De leasingkosten worden doorgerekend aan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen a rato van de afschrijvingen. Voor het nog niet terugbetaalde gedeelte van de gebouwen in leasing op verslagdatum dat over meer dan een jaar zal teruggevorderd worden, wordt een vordering op lange termijn erkend. De totale boekwaarde voor leasing valt uiteen in een IFRIC 12-vordering op korte termijn van telkens 219k euro (= de jaarlijkse afschrijving doorgerekend aan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen) en een IFRIC 12 – vordering op lange termijn voor het gedeelte dat pas in de daarop volgende jaren zal teruggevorderd worden van het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen. • Activa in aanbouw. Naast de opgeleverde projecten heeft de groep een groot aantal projecten in uitvoering en dus ook een significant bedrag aan activa in aanbouw. Ook voor deze activa heeft de groep een onvoorwaardelijk contractueel recht om een vergoeding te ontvangen van de Vlaamse Overheid. Voor hun waarde wordt een vordering erkend. De provisie pensioenen heeft betrekking op toegezegde pensioenregelingen en brugpensioenen: • Provisie toegezegde pensioenregelingen. Aquafin kent twee types van pensioenregelingen: een toegezegde pensioenregeling en toegezegde bijdrageregeling. Alle bewegingen aangaande toegezegde bijdrageregelingen worden erkend in de winst- en verlies-rekening. Voor de verplichtingen aangaande de toegezegde pensioenregelingen werd cfr. IAS 19 een actuariële berekening uitgevoerd, cfr. toelichting 5.11. Aangezien de groep cfr. de beheersovereenkomst een onvoorwaardelijk contractueel recht heeft om voor de provisies voor toegezegde pensioenregelingen een vergoeding te ontvangen van het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen, wordt deze als vordering erkend.
• Provisie brugpensioen. Cfr IAS 19 werd een actuariële berekening uitgevoerd van de provisie voor brugpensioenen. Toelichting omtrent deze berekening wordt verschaft in toelichting 5.10. Aangezien de groep volgens de beheersovereenkomst een onvoorwaardelijk contractueel recht heeft om voor de provisies voor toegezegde pensioenregelingen een vergoeding te ontvangen van het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen, wordt deze als vordering erkend. Reële waarde financiële instrumenten • Aangezien de groep volgens de beheersovereenkomst het recht heeft om voor financieringskosten een vergoeding te ontvangen, worden wijzigingen in de marktwaarde van de financiële instrumenten als vordering erkend, ten opzichte van de niet-gerealiseerde resultaten. Toelichting omtrent de berekening van de wijzigingen in deze marktwaarde wordt verschaft in toelichting 5.9. Korte termijn vorderingen beheersovereenkomst De vorderingen op korte termijn (= vorderingen op ten hoogste een jaar) ingevolge de toepassing van IFRIC 12 bevatten onderstaande categorieën: De tegoeden gecreëerd n.a.v. opleveringen opgenomen binnen de IFRIC 12 – vordering omvatten: • waterzuiveringsinfrastructuur opgeleverd aan het Vlaamse Gewest; • infrastructuur overgenomen van de Vlaamse Milieumaatschappij; • hydronautstudies; • investeringen in hardware, software, labo-uitrusting, meubilair, materialen en uitrusting nodig voor de werking van het hoofdkantoor en investeringen in hardware, software, labo-uitrusting, vervangingsinvesteringen electromechanica, buitengewoon onderhoud bouwkunde en electromechanica, meubilair, … nodig voor de operationele activiteiten; • investeringen in het hoofdkantoorgebouw (Dijkstraat 8); • door te rekenen kosten van de twee gebouwen die de groep in leasing heeft. Een beschrijving van deze posten werd opgenomen onder de vorderingen op lange termijn IFRIC 12. Voor het gedeelte van deze vorderingen dat binnen het jaar teruggevorderd wordt, wordt een vordering op korte termijn erkend. Deze vorderingen worden effectief ontvangen in jaar n+1. De overige vorderingen op korte termijn IFRIC 12 hebben voornamelijk betrekking op nog op te stellen creditnota’s/ facturen voor werkingskosten.
Toelichtingen
29
30
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Na facturatie aan de drinkwatermaatschappijen op basis van ramingen gedurende het jaar, wordt op jaareinde de totaalfactuur in detail berekend. Voor de correcties ten opzichte van de eerder gefactureerde bedragen worden nog op te stellen facturen/creditnota’s erkend in de balans.
TOELICHTING 5.1 OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA De overige financiële activa bedragen 37.525k EUR per 30 juni 2013. Ten opzichte van de balans op 31 december 2012 betekent dit een daling met 1.138k EUR. Binnen de overige financiële activa onderscheiden we meerdere types. (in 000 euro)
Voor verkoop beschikbare financiële beleggingen Waarborgen
Juni 2013
2012
139
139
13
12
Lange termijn vordering gemeentelijke transportdiensten
6.604
5.391
Nog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciële projecten Aquafin
25.051
27.390
Nog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciële projecten Aquaplus Lange termijn vordering m.b.t. voorzieningen - tussenkomsten van derden TOTAAL
■ Voor verkoop beschikbare financiële beleggingen
Onder deze categorie vallen oa de deelnemingen van de Groep: • in de Rio-P waterdienst West-Vlaanderen en in de Rio-P waterdienst Oost-Vlaanderen (samenwerking met drinkwatermaatschappij VMW); • in rio-link (samenwerking met drinkwatermaatschappijen AWW en TMVW). Gelet op het geringe materieel belang van deze deelnemingen worden deze voorgesteld onder ‘voor verkoop beschikbare financiële beleggingen’. ■ Vordering op lange termijn m.b.t. gemeentelijke transport-
diensten In het kader van de commerciële contracten met de gemeenten neemt Aquafin transportdiensten op zich waarbij op vraag van de gemeenten een systeem van betalingsmodaliteiten kan worden uitgewerkt. Voor de projecten die in dit kader worden uitgevoerd en op termijn terugbetaald worden door de betrokken gemeenten, erkent de groep een vordering op lange termijn ten bedrage van het gedeelte dat op meer dan een jaar zal teruggevorderd worden van de betrokken gemeenten.
-20
65
5.738
5.667
5.738
5.667
■ Nog te factureren vergoedingen m.b.t. commerciële
projecten Aquafin Naast de projecten binnen het domein van de beheersovereenkomst, voert Aquafin ook commerciële projecten uit. Het dienstenverleningspakket Rio-Totaal, dat Aquafin in dit kader aanbiedt aan de gemeenten, is modulair opgebouwd. Het laat toe dat de gemeenten voor die aspecten van uitbouw en beheer van een rioleringsstelsel waarvoor er een behoefte is, een beroep doen op Aquafin. Dit modulaire aanbod is voornamelijk interessant voor steden en gemeenten met een goed uitgebouwde eigen technische dienst, die specifieke ondersteuning voor één of enkele aspecten van het rioolbeheer wensen. Naast dit modulaire aanbod kunnen de gemeenten ook opteren voor een totaalaanbod, het Rio-Totaal-dienstenpakket onder de vorm van een concessie van openbare dienst. Deze samenwerkingsvorm laat de steden en gemeenten toe om zelf accenten te leggen en te beslissen over timing, budget, prioriteiten en werkwijzen. Om het integrale drinkwaterbeleid een stap dichterbij te brengen ondertekende Aquafin akkoorden voor structurele samenwerking met drinkwatermaatschappijen. Gemeenten kunnen ook opteren om via deze weg aan hun saneringsplicht te voldoen. Een belangrijk gedeelte van de opbrengsten m.b.t. dergelijke commerciële projecten, namelijk 25.051k EUR, betreft nog te factureren vergoedingen per einde juni 2013. Dit bedrag ligt in lijn met de toestand per einde 2012.
■ Vordering op lange termijn met betrekking tot voorzieningen – tussenkomst van derden
Vanaf 2011 wordt onder de voorzieningen het brutobedrag van de verplichting opgenomen en worden de recuperaties van derden opgenomen onder de overige financiële vaste activa.
TOELICHTING 5.2 HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGEN De handelsvorderingen en overige vorderingen bedragen 23.755k EUR op het einde van juni 2013. Dit betekent een afname met 22.109k EUR ten opzichte van de balans per 31 december 2012. De handelsvorderingen en overige vorderingen kunnen uitgesplitst worden in volgende categorieën: (in 000 euro)
Juni 2013
Korte termijn vordering gemeentelijke transportdiensten Handelsdebiteuren
311
494
18.628
45.282
4.817
88
23.755
45.864
Diverse vorderingen TOTAAL HANDELSVORDERINGEN EN OVERIGE VORDERINGEN
2012
■ Vordering op korte termijn m.b.t. gemeentelijke transportdiensten
In het kader van de commerciële contracten met de gemeenten neemt Aquafin transportdiensten op zich, waarbij op vraag van de gemeenten een systeem van betalingsmodaliteiten kan uitgewerkt worden. Voor de projecten die in dit kader worden uitgevoerd en op termijn terugbetaald worden door de betrokken gemeenten, erkent de groep een vordering op korte termijn ten bedrage van het gedeelte dat binnen het jaar zal teruggevorderd worden van de betrokken gemeenten. ■ Handelsdebiteuren
Onderstaande tabel illustreert de bruto- en de netto-handelsvordering: (in 000 euro)
Juni 2013
2012
Brutoboekwaarde
19.692
46.442
Waardeverminderingen voor dubieuze debiteuren
-1.064
-1.161
18.628
45.282
HANDELSDEBITEUREN
NETTOBOEKWAARDE
De handelsdebiteuren zijn niet intrest-dragend en hebben over het algemeen een betaaltermijn van 30 tot 60 dagen. ■ Diverse vorderingen
De diverse vorderingen omvatten voornamelijk terug te vorderen BTW.
TOELICHTING 5.3 BIJ DE BALANS ‘OVERIGE FINANCIËLE VLOTTENDE ACTIVA’ De overige financiële vlottende activa bedragen 20.676k EUR per 30 juni 2013. Ten opzichte van de balans op 31 december 2012 betekent dit een toename met 19.702k EUR. Het betreft hier voornamelijk overlopende rekeningen die betrekking hebben op voorafbetaalde herfinancieringskosten.
Toelichtingen
31
32
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
TOELICHTING 5.4 GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN
Anderzijds werden in het 1ste semester 2013 voor 9.218k EUR aan dividenden uitgekeerd (m.b.t. het resultaat 2012).
De geldmiddelen en kasequivalenten bedragen 7.802k EUR per 30 juni 2013. Ten opzichte van de balans op 31 december 2012 betekent dit een toename met 3.692k EUR.
In overeenstemming met IAS 10 – Gebeurtenissen na balansdatum – worden dividenden toegekend na het boekjaar niet als een verplichting opgenomen, vermits ze pas na het einde van het boekjaar betaalbaar worden.
TOELICHTING 5.5 GEPLAATST KAPITAAL Per einde juni 2013 bedraagt het geplaatste kapitaal 248.400k EUR, waarvan 210.900k EUR volstort. In het 1ste semester 2013 vonden er geen kapitaalsbewegingen plaats. Het kapitaal wordt vertegenwoordigd door 1.001.613 aandelen zonder vermelding van de nominale waarde. De aandelen zijn op naam en worden opgetekend in een register van aandelen op naam. Het kapitaal bestaat uit 800.000 volledig volstorte aandelen en 201.613 aandelen die voor 25% volstort zijn.
TOELICHTING 5.6 GROEPSRESERVES De groepsreserves per einde juni 2013 bedragen 25.164k EUR; dit is een daling met 4.177k EUR in vergelijking met de balans per 31 december 2012. Enerzijds is er een toename van de groepsreserves met 5.042k of de gerealiseerde winst over het 1ste semester 2013.
TOELICHTING 5.7 GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN De niet-gerealiseerde resultaten m.b.t. kasstroomafdekkingen moeten beschouwd worden als recycleerbaar (d.w.z. kunnen nog eventueel via de winst- en verliesrekening lopen bv bij stopzetting van de kasstroomafdekking), de actuariële winsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen als niet-recycleerbaar. De niet-gerealiseerde resultaten m.b.t. kasstroomafdekkingen worden verder besproken in toelichting 5.9; de actuariële winsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen in toelichting 5.11. De niet-gerealiseerde resultaten m.b.t. kasstroomafdekkingen moeten beschouwd worden als recycleerbaar (d.w.z. kunnen nog eventueel via de winst- en verliesrekening lopen bv bij stopzetting van de kasstroomafdekking), de actuariële winsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen als nietrecycleerbaar.
(in 000 euro)
Toelichting
Juni 2013
Juni 2012
5.042
4.579
5.9
30.948
-30.278
Doorrekening via vordering beheersovereenkomst
5.9
-30.948
30.278
Actuariële winsten en verliezen op toegezegde pensioenregelingen
5.11
0
282
Doorrekening via vordering beheersovereenkomst
5.11
0
-282
0
0
5.042
4.579
NETTOWINST NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN Netto waardestijging op kasstroomafdekkingen
Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen TOTALE GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN NA BELASTINGEN
TOELICHTING 5.8 RENTEDRAGENDE LENINGEN – LANGLOPENDE EN KORTLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN ■ Overzicht rentedragende leningen – langlopend en kortlopend per 30 juni 2013
Per 30 juni 2013 kunnen de uitstaande financiële schulden opgesplitst worden als volgt: • financiële schulden op lange termijn, op meer dan 1 jaar: 1.625.630k euro ; • financiële schulden op lange termijn, welke binnen 1 jaar vervallen: 145.437k euro ; • financiële schulden op korte termijn: 142.200k euro. Detail van de financiële schulden volgens categorie: (in 000 euro)
Rentevoet % (gemiddeld)
Looptijd
Juni 2013
2012
Lange termijn bankschulden onder affectatie
4,33%
2013-2042
1.597.885
1.491.467
Private placement
4,25%
2013
Retail obligatie
4,00%
2015
100.000 150.000
150.000
Lange termijn bankschulden aankoop Dijkstraat 8
4,79%
2029
8.074
8.074
Lange termijn bankschulden commerciële activiteiten
4,46%
2024-2025
13.547
6.122
Leasingschulden
7,48%
2015-2016
1.561
1.758
1.771.067
1.757.421
127.500
127.000
TOTAAL LT FINANCIËLE SCHULDEN Korte termijn bankschulden (Commercial Paper)
0,41%
2013
Korte termijn bankschulden commerciële activiteiten
0,96%
2013
14.700
0
Totaal korte termijn financiële schulden
142.200
127.000
TOTAAL LT & KT FINANCIËLE SCHULDEN
1.913.267
1.884.421
■ Bankschulden op lange termijn onder affectatie per
30 juni 2013 De kredieten op lange termijn worden gebruikt ter financiering van de investeringsuitgaven die door het Vlaamse Gewest, en sinds 1 januari 2005 door de drinkwatermaatschappijen met het Vlaamse Gewest als co-debiteur, gespreid in de tijd worden terugbetaald. De financiering op lange termijn is gebaseerd op de affectatie-overeenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de aanspraken die Aquafin heeft op de drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde gedeelte van de al opgeleverde investeringsprojecten. In 2010, 2011 en het 1ste semester 2012 werd Aquafin door het Vlaamse Gewest opgedragen om activa van de Vlaamse Milieumaatschappij aan te kopen. Initieel werd de financiering daarvoor met financiering op korte termijn overbrugd. Per einde 2011 werd het commercial paper sterk afgebouwd in functie van de financiering op lange termijn van deze VMM-activa.
Per 30 juni 2013 is een nominaal bedrag van 2.822.980 k EUR opgenomen, waarvan 1.597.885 k EUR nog niet is afgelost. In het 1ste semester 2013 heeft Aquafin de financieringsbehoefte op lange termijn kunnen invullen met nieuwe leningen ten bedrage van 165 mio EUR. De leningen hebben over het algemeen volgende structuur: • opname in euro • vaste rente voor de volledige looptijd ofwel variabele rente ingedekt met een maximum plafondrente • looptijd van 15 jaar (t.e.m. 2008) en 30 jaar (vanaf 2009) • gelijke semesteriële kapitaalaflossingen • semesteriële interestbetalingen ■ Obligatieleningen per 30 juni 2013
Obligatie-uitgifte 2006 (Private placement) Op 30 mei 2006 heeft Aquafin een obligatielening uitgegeven op zeven jaar, voor een bedrag van 100 mio euro. Deze fondsen werden op vervaldag (30 mei 2013) integraal terugbetaald. De betreffende financieringsbehoefte werd vervolgens ingevuld door middel van LT kredieten bij verschillende kredietverschaffers (cfr supra).
Toelichtingen
33
34
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Obligatie uitgifte 2009 (Retail obligatie)
Commercial paper
De netto-opbrengst van de retail obligatielening wordt in eerste instantie gebruikt voor de gedeeltelijke herfinanciering van de bestaande schulden van Aquafin en voor algemene vennootschapsdoeleinden. Daaronder valt de financiering van de werken in uitvoering voor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen.
Kenmerken:
De inschrijving voor de obligatielening die Aquafin uitgaf heeft volgende kenmerken: • • • • • • • •
opname: 150 mio euro uitgifte boven pari: 101,639% vaste rente voor de volledig looptijd: coupon van 4,00% jaarlijks bruto rendement: 3,69% terugbetaling: 100% op vervaldag looptijd van 6 jaar jaarlijkse terugbetaling intresten notering: Euronext Brussels
■ Banklening aankoop kantoorgebouw Dijkstraat 8 per
30 juni 2013 Voor de aankoop en renovatie van het kantoorgebouw te Dijkstraat 8, werd in september 2009 een langetermijnlening afgesloten voor 8.700.000 euro met een looptijd van 20 jaar en een vaste rente van 4,79% over de ganse looptijd. ■ Bankschulden m.b.t. commerciële activiteiten gemeenten
• uitgifteprogramma van 400 miljoen euro aan thesauriebewijzen. • de arranger en domicilieagent is BNP Paribas Fortis. • dealers zijn BNP Paribas Fortis, Belfius en KBC. • looptijd minimum 7 dagen en maximum één jaar. • in 1ste semester 2013 geen uitgiftes op de secundaire markt > 1 jaar • de allereerste emissie door Aquafin vond plaats op 22 juni 2000 Het commercial paper programma wordt gedekt door 100 mio EUR back-up lijnen. In het kader van de regelgeving rond Basel-III zijn de korte termijnlijnen heronderhandeld en werden twee van de drie back-uplijnen omgevormd tot general purpose lijnen. Per 30 juni 2013 is voor 117,5 mio EUR aan commercial paper uitgegeven. Kredietlijnen Per 30 juni 2013 werd 10 mio EUR opgenomen binnen de beschikbare bilaterale kredietlijnen (285 mio EUR). Binnen de revolving credit facility (100 mio EUR) werden er geen opnames verricht.
per 30 juni 2013 In het kader van de commerciële contracten met de gemeenten neemt Aquafin transportdiensten op zich, waarbij op vraag van de gemeenten een systeem van betalingsmodaliteiten kan uitgewerkt worden. In 2013 zijn ook enkele nieuwe te financieren projecten van start gegaan (Brasschaat, Geel). ■ Leasingschulden per 30 juni 2013
Onder deze rubriek bevinden zich de schulden met betrekking tot gebouwen in leasing: Dijkstraat 10 en Delta voor een totaal nog af te lossen bedrag van 1.561k euro. ■ Bankschulden op korte termijn per 30 juni 2013
De financiering op korte termijn wordt in hoofdzaak aangewend om de werken in uitvoering vóór oplevering te financieren. De retail obligatielening die Aquafin heeft uitgegeven vormt de basis van de financieringsbehoefte voor de werken in uitvoering en verklaart het lage niveau.
■ Bankschulden op korte termijn m.b.t commerciële
activiteiten per 30 juni 2013 In het kader van de contracten met de gemeenten, die buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest zijn afgesloten, neemt Aquafin bepaalde saneringstaken op zich, waarbij op vraag van de gemeenten een systeem van betalingsmodaliteiten kan worden uitgewerkt. Voor de werken in uitvoering financiert Aquafin zich op korte termijn. Per 30/06/2013 werd binnen de bestaande kredietlijnen 14.700k EUR opgenomen.
TOELICHTING 5.9 OVERIGE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN ■ Hedge accounting – afgeleide financiële instrumenten (in 000 euro)
Financiële instrumenten ter indekking van het renterisico aan marktwaarde
Juni 2013
2012
137.936
187.011
180
179
138.116
187.190
Overige verplichtingen TOTAAL OVERIGE LANGLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN
■ Rentebeleid
Aquafin heeft belangrijke rentelasten. Daar gaat een renterisico mee gepaard door mogelijke veranderingen in de rentestanden. Zowel een nadeel door een rentestijging als het missen van een voordeel door een rentedaling vormt een renterisico. Met het actief beheren van het renterisico, door gebruik te maken van financiële instrumenten om de geldstromen zo te laten plaatsvinden dat het risico beperkt is, wil Aquafin de financieringskost optimaliseren. In mei 2006 heeft de Raad van Bestuur van Aquafin de implementatie van een dynamisch renterisico beheer goedgekeurd. Er is een rentebeleid uitgeschreven waarbij de krijtlijnen voor het rentemanagement zijn uitgetekend, en goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Per 30/06/2013 heeft Aquafin een uitstaande lange termijn schuld van 1,8 miljard EUR. Het actief rente management mag toegepast worden op maximum 35% van deze schuld. Aquafin heeft niet alleen een bestaande schuld die actief beheerd kan worden, ook de toekomstige gebudgetteerde schuld kan ingedekt worden. Op basis van de door het Vlaamse Gewest aan Aquafin opgedragen investeringsprogramma’s kan Aquafin een paar jaar vooruit kijken en de financieringsbehoeften voor de toekomst inschatten. Voor de indekking van toekomstige financieringsbehoeften voorziet het rente beleid in een programma tot maximum 50% van de geraamde toekomstige lange termijn schuld met een horizon van 5 jaar. Er dient steeds een onderliggende lening gebudgetteerd te zijn tegenover een indekkingsstructuur. In de eerste helft van 2013 is door middel van het actief beheren van het renterisico een rentebesparing gerealiseerd van 1,66 mio EUR. Dit financiële resultaat is het verschil van de financieringslast waaraan Aquafin ontleent door middel van het rentemanagement ten opzichte van de financieringslast waaraan Aquafin ontleend zou hebben aan vaste rente zonder actief beheer enerzijds, en de bedragen gebruikt voor de optimalisatie van het rentemanagement anderzijds. De eerste vergelijking gebeurt op basis van de zogenoemde benchmark.
De benchmark is de geldende rente, de vaste rente waaraan de onderliggende lange termijn lening opgenomen zou worden overeenkomstig de kenmerken (looptijd, aflossingsschema), op het ogenblik van het vastleggen van de financiële instrumenten. Verschillende financiële instrumenten samen vormen de opbouw van een structuur. De rentekost van de onderliggende lening en de geldstromen uit de overeenkomstige structuur worden samengevoegd en geven zo de uiteindelijke financieringslast voor Aquafin. Per afgesloten jaar wordt de finale verrekening gemaakt met de drinkwatermaatschappijen. Van een besparing wordt minimum 50% in mindering gebracht van de factuur aan de drinkwatermaatschappijen. ■ Toepassing Hedge Accounting
De variatie in de waarde van de financiële instrumenten ter indekking van het renterisico kan via hedge accounting opgevangen worden in de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, als deze aan bepaalde voorwaarden voldoen. In het andere geval wordt de impact verrekend in de winsten verliesrekening. Er wordt een onderscheid gemaakt naar twee hedge categorieën. 1. Fair value hedge (of reëlewaarde-afdekking) als indekking van een wijziging in de reële waarde van een financieel actief of financiële verplichting. Aquafin heeft financiële instrumenten gebaseerd op bestaande leningen met vaste rente die worden geclassificeerd als fair value hedge. 2. Cash flow hedge (of kasstromenafdekking) als indekking van de variabiliteit in kasstromen, die ofwel toe te schrijven is aan een bepaald risico van een erkend financieel actief of financiële verplichting, ofwel een zeer waarschijnlijke verwachte toekomstige transactie. Aquafin heeft financiële instrumenten op bestaande leningen met variabele rente die worden geclassificeerd als cash flow hedge evenals die op toekomstige leningen die met een grote waarschijnlijkheid voorspelde financieringsbehoefte invullen.
Toelichtingen
35
36
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Binnen deze twee hedge categorieën kunnen de structuren ‘kwalificeren’ voor hedge accounting als deze voldoen aan de voorwaarde dat de onderliggende lening, in geval van een bestaande lening, een perfecte match is met de structuur of, ingeval van een toekomstige lening, de gebudgetteerde lening met zekerheid zal opgenomen worden overeenkomstig de opgezette structuur. Als een van de voorwaarden onzeker is, dan heeft Aquafin ervoor geopteerd de structuur niet te kwalificeren. Volgende tabel geeft een indeling van de structuren volgens hedge categorie, kwalificatie, uitstaand bedrag (van de onderliggende lening of de toekomstig ingeplande lening) en hun marktwaarde. De marktwaarde van de structuren wordt berekend als de verdisconteerde waarde van de geschatte toekomstige kasstromen en weerspiegelt de verkoopwaarde op het moment van de geldende marktrente (30/06/2013 en 31/12/2012).
(in euro)
Uitstaand bedrag 30/06/2013
Marktwaarde 30/06/2013
Marktwaarde 31/12/2012
Kwalificerend
Aantal
Reëlewaardeafdekking
Neen
0
-
-
99
Reëlewaardeafdekking
Ja
3
107.750
5.291
7.146
Kasstromenafdekking
Neen
1
100.000
-1.088
-20.155
Kasstromenafdekking
Ja
32
777.083
-142.139
-174.101
36
984.833
-137.936
-187.011
HEDGE CATEGORIE
TOTAAL STRUCTUREN
Per 30/06/2013 is er geen niet-kwalificerende structuur met reële waarde afdekking, deze bereikte op 30/05/2013 zijn vervaldag. De evolutie in de totale marktwaarde van de financiële instrumenten is toe te schrijven aan de stijgende rente en de optimalisatie van de portefeuille. Het opzetten van de structuur gebeurt bij implementatie aan zero cost. Het gebruik van opties zoals vaste rente floors hebben bij dalende rente een waardeverminderend effect en bij een stijgende rente een waardevermeerderend effect. Per 30/06/2013 heeft Aquafin een dynamisch rentebeheer uitgebouwd voor 36 structuren. Daarvan is er één die niet kwalificeert voor hedge accounting. De impact van dit onderdeel wordt volledig opgenomen in het resultaat. Van de 35 kwalificerende structuren zijn er 3 die als reële waarde afdekking ingedeeld zijn. Deze structuren werden geënt op een bestaande lening met vaste rente en nadien gevariabiliseerd. Op deze structuren gebeurt een reële waardeaanpassing op de nominale waarde van de onderliggende lening. De resterende structuren kwalificeren allen voor kasstromenafdekking. Elke afdekkingstransactie is bij het afsluiten ervan volledig gedocumenteerd. Dit omvat de identificatie van de onderliggende positie, de doelstellingen van het rentebeleid, de aard van de ingedekte positie en van de financiële instrumenten.
Binnen IFRS is de waardering van financiële instrumenten ter indekking van het renterisico gecategoriseerd in drie levels: 1) marktprijzen, 2) van marktprijzen afgeleide waarderingen (observeerbare input) en 3) waarderingsmodellen zonder observeerbare input. De Aquafin structuren zijn ingedeeld als level 2 zoals voorgeschreven in IFRS. De marktwaarde van financiële instrumenten bestaat uit verschillende componenten zoals de intrinsieke waarde (waarde van het instrument op zich), tijdswaarde (de waarde tussen tijdstip en vervaldag) en coupons (nog af te rekenen intresten). Volgende tabel geeft de marktwaarde aan met aanduiding welke structuren volledig via de resultatenrekening lopen en welke gedeeltelijk opgenomen worden in de gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten. Voor de kasstromenafdekkingen loopt de intrinsieke waarde via de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten maar de tijdswaarde gaat naar de resultatenrekening.
(in euro)
30/06/2013
31/12/2012
FINANCIËLE INSTRUMENTEN TER INDEKKING VAN HET RENTERISICO AAN MARKTWAARDE VIA DE RESULTATENREKENING Reëlewaardeafdekking - niet kwalificerend
-
98.950
Reëlewaardeafdekking - kwalificerend
5.290.653
7.145.880
Kasstromenafdekking - niet kwalificerend
-1.087.624
-20.155.206
-142.139.256
-174.100.824
-137.936.228
-187.011.200
FINANCIËLE INSTRUMENTEN TER INDEKKING VAN HET RENTERISICO AAN MARKTWAARDEVIA DE GEREALISEERDE EN NIET GEREALISEERDE RESULTATEN Kasstromenafdekking - kwalificerend TOTAAL
De reëlewaardeafdekkingen die niet kwalificeren worden volledig opgenomen in het resultaat. Dit geldt ook voor de kasstromenafdekking, waarvoor Aquafin geopteerd heeft deze niet te kwalificeren. De reëlewaardeafdekkingen die wel kwalificeren, worden verrekend in het resultaat en tegelijkertijd wordt de nominale waarde van hun onderliggende leningen ook aangepast. De kwalificerende kasstromenafdekkingen hebben door middel van hedge accounting een beperkte impact op het resultaat. Volgende tabel geeft de impact weer op de resultatenrekening enerzijds en anderzijds het gedeelte dat geabsorbeerd wordt via de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. De impact op de resultatenrekening over de periode 30/06/2012 – 30/06/2013 bedraagt 18.127.041 EUR. Dit is te verklaren door de herstructurering van een niet kwalificerende structuur. Voor de kwalificerende reële waarde afdekkingen gebeurt een aanpassing aan de nominale waarde van de onderliggende leningen. Op die manier is er een compensatie in het resultaat van enerzijds de structuur en anderzijds de onderliggende lening. Voor de eerste helft van 2013 is een waardedaling van de onderliggende lening van 2.423.025 EUR te compenseren door een waardestijging van de structuur voor hetzelfde bedrag. Op die manier is er een offset in min en plus van het resultaat. Daarnaast is er ook de impact van de variatie in de coupon. (in euro)
RESULTATENREKENING Impact van alle structuren Impact coupon
30/06/2013
30/06/2012
18.127.041
-3.517.483
20.608.945
-6.947.173
-58.879
-22.603
Aanpassing hedge structuur van de kwalificerende reëlewaardeafdekking
-2.423.025
3.452.293
(in euro)
30/06/2013
31/12/2012
30.947.930
-52.965.017
30.947.930
-52.965.017
GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN Impact gekwalificeerde kasstromenafdekkingen
■ Renterisico
Algemeen kan gesteld worden dat een verandering in de rente geen impact heeft op het resultaat van Aquafin. De bepalingen van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest die over de vergoeding gaan, stipuleren namelijk dat alle redelijke kosten vergoed worden. Renteaflossingen zijn net zoals alle financiële kosten een redelijke kost.
Onder het actief rentemanagement zijn de risico’s volledig afgedekt en is er steeds een onderliggende lening die met de indekkingstructuur overeenkomt. Het renterisico voor Aquafin situeert zich voornamelijk op de middel- tot lange termijn financieringsnoden. Het rentebeleid bepaalt dat 50% van deze gebudgetteerde financieringsnoden met 5 jaar vooruit afgedekt kunnen worden.
Aquafin heeft belangrijke rentelasten en met het actief beheren van het renterisico wil Aquafin de financieringskost optimaliseren.
Toelichtingen
37
38
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
■ Sensitiviteitsanalyse
Een groot gedeelte van de financiële verplichtingen van Aquafin zijn vastrentende lange termijn leningen, waar een rente wijziging geen enkele invloed op heeft. Sinds de implementatie van het rentebeleid is daar verandering in gekomen en zijn enerzijds een aantal leningen met vaste rente gevariabiliseerd en anderzijds een aantal leningen op lange termijn afgesloten (of nog af te sluiten) aan variabele rente. Voor de swap-transacties waarbij variabele rente gewisseld wordt voor vaste rente is de impact van een rentewijziging nul door de volledig neutralisatie. Daarnaast zijn er een aantal transacties met opties (caps, floors) waarbij een verandering in de rente – binnen een bepaalde tunnel/collar – een invloed heeft op de renteaflossingen. Volgende tabel illustreert de verdeling vaste versus vlottende rente zoals de leningen zijn opgenomen (zonder rekening te houden met een structuur). Tot en met 2011 werd elke lening met vlottende rente volledig ingedekt met een structuur (cap). Een lening met vlottende rente zonder indekking is sinds 2012 toegestaan onder het nieuwe rente beleid (cf. 10% regel). Per 30 juni 2013 is er één lening volledig vlottend opgenomen en dit voor een uitstaand bedrag van 24,2 mio euro. (in 000 euro)
30/06/2013
31/12/2012
1.208.006
1.311.246
447.083
329.583
114.417
114.833
1.769.506
1.755.663
VERDELING VASTE / VLOTTENDE RENTEVOETEN UITGEDRUKT IN NOMINALE WAARDE Vaste rentevoet Vlottende rentevoet (ingedekt) Vlottende rentevoet (niet ingedekt) TOTAAL
Een sensitiviteitsanalyse maakt gebruikt van forward rates om de impact van een shift in de rente in te schatten. Forward rates zijn de geschatte toekomstige rentes in de veronderstelling dat alle andere variabelen in de markt constant gehouden zijn. Op basis daarvan wordt de impact van een rentedaling en -stijging vertaald naar een rentekost of rente-opbrengst. De tabel hieronder illustreert de impact. Netto resultaat impact per 31/12/13
(in 000 euro)
Impact per 31/12/2013
-0,50%
13.307
Impact per 31/12/2013
-0,25%
13.208
Impact per 31/12/2013
0,00%
13.231
Impact per 31/12/2013
0,25%
13.207
Impact per 31/12/2013
0,50%
11.646
Impact per 31/12/2013
1,00%
11.466
De interestlasten zijn berekend op basis van de forward rates zoals vastgelegd op 30/06/2013. Zo zijn de interestlasten op 31/12/2013 geraamd op basis van de geschatte langetermijnrente overeenkomstig de onderliggende leningen. Op basis van deze forward rates – met alle variabelen constant gehouden – is het netto effect per 31/12/2013 plus 13 miljoen EUR. De theoretische benadering waarbij een shift van de rente gesimuleerd wordt gaat van -50bp tot +100bp. De structuren zijn opgezet aan zero cost ( met o.a. verkoop van floors) en dit resulteert bij rentedalingen in een negatieve impact. Bij een stijging van de rente is er beperkte positieve impact.
De veronderstelde beweging zoals uitgedrukt in basispunten voor de sensitiviteitsanalyse van de rente is gebaseerd op marktomstandigheden die hoge volatiliteit kennen. ■ Liquiditeitsrisico
Bronnen van lange termijn financiering worden gediversifieerd via de uitgifte van een private en publieke obligatie-emissies. Daarnaast is er ook een commercial paper programma, een revolving credit facility en er zijn krediet- en back-uplijnen bij verschillende banken. In het kader van de regelgeving rond Basel-III zijn de korte termijnlijnen heronderhandeld en werden twee van de drie back-uplijnen omgevormd tot general purpose lijnen. ■ Financiële risico’s
Aquafin heeft leningen uitstaan en moet in staat zijn deze terug te betalen. De korte termijn leningen worden in hoofdzaak aangewend om de werken in uitvoering te financieren. De financiering op lange termijn is gebaseerd op de affectatie - overeenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de aanspraken die Aquafin heeft op de drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde gedeelte van de al opgeleverde investeringsprojecten. Aan de covenanten met de kredietverstrekkers is voldaan.
Hierna volgt een opsplitsing van de financiële instrumenten volgens jaar van afwikkeling (nominale waarde in ‘000 EUR).
(in 000 euro)
Vervaljaar 2013
Vervaljaar 2014-2017
Vervaljaar ≥ 2018
Totaal
13.500
113.167
858.167
984.833
VERDELING VOLGENS AFWIKKELINGSJAAR (AAN NOMINALE WAARDE) Uitstaande schuld
■ Herfinancieringsrisico
De evolutie op de financiële markten heeft een impact op de structuur waaronder Aquafin haar financiële behoeften invult. Volgens de Affectatie-overeenkomst dient er een match te zijn tussen enerzijds de betalingen van de aflossingen van de lange termijnleningen en anderzijds de ontvangsten uit de facturatie aan het Vlaamse Gewest / de drinkwatermaatschappijen. Aangezien het grootste deel van de werken gefactureerd worden over een periode van 30 jaar, stelt Aquafin hier idealiter aflossende financieringen tegenover met eveneens een looptijd van 30 jaar. Door de gewijzigde marktomstandigheden kan Aquafin deze financieringsbehoefte op 30 jaar niet altijd meer verwezenlijken. Sinds 2010 bevat de kredietportefeuille van Aquafin ook leningen met kortere looptijden dan 30 jaar. Sinds 2011 bevat deze ook bullet-leningen in plaats van leningen met een aflossend karakter. Deze wijziging in financieringsstructuur kan aanleiding geven tot een situatie waarbij op jaarbasis de betalingen door de drinkwatermaatschappijen de terugbetalingen van de leningen niet volledig dekken. Hierdoor zal een herfinancieringsrisico bij Aquafin ontstaan. Dit is evenwel louter een timing effect. Het is duidelijk dat Aquafin steeds voldoende aanspraken op de drinkwatermaatschappijen/het Vlaamse Gewest zal hebben om alle leningen terug te betalen. Dit laatste is voor de lange termijnkredieten, die onder de affectatie-overeenkomst vallen, uitdrukkelijk opgenomen (de affectatieratio).
TOELICHTING 5.10 OVERIGE VOORZIENINGEN De voorzieningen opgenomen per 30 juni 2013 hebben o.a. betrekking op juridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en verwerking van het slib gebufferd in de installaties. (in 000 euro)
30/06/2013
Bruto verplichtingen Tussenkomsten van derden Netto voorzieningen
31/12/2012
7.453
7.357
-5.738
-5.666
1.715
1.691
Evolutie voorzieningen per aard:
(in 000 euro)
VOORZIENINGEN PER 31/12/2012
Laattijdigheid
Juridische geschillen
Verzekeringsdossiers
14
6.216
912
Toevoegingen Terugnames ongebruikte bedragen
Geschillen beheersovereenkomst
Slibbuffers
Totaal
40
175
7.357
316 -5
316
-215
-220
Aanwendingen VOORZIENINGEN PER 30/06/2013
0 9
6.001
912
356
9
6.001
912
356
Kortlopend 30/06/2013 Langlopend 30/06/2013
175 175
7.453 175 7.278
Toelichtingen
39
40
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
De voorziening voor verwerking van het slib gebufferd in de installaties kan onmiddellijk doorgerekend worden naar de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest, aangezien ze valt onder de noemer “redelijke kosten”, zoals voorzien in de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. De overige posten m.b.t. voorzieningen kunnen niet of slechts op langere termijn doorgerekend worden naar de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest mits uitgebreide motivatie van de redelijkheid van de betreffende kosten. ■ Voorziening voor laattijdigheid
Voor vertragingen in de oplevering van investeringsprojecten, in vergelijking met de overeengekomen opleveringsdatum, is de groep van rechtswege een schadevergoeding verschuldigd. Voor dergelijke vertragingen die per 30 juni 2013 reeds konden voorzien worden, werden provisies genomen. De provisie voor laattijdigheid bedraagt 9.194 EUR voor twee projecten. ■ Voorziening voor juridische geschillen
Voor juridische geschillen wordt een provisie aangelegd ter waarde van een redelijke inschatting van de vordering in het geval dat de kans dat de groep het geschil verliest waarschijnlijk is. Per 30 juni 2013 bedraagt de provisie voor juridische geschillen 6.000.369 EUR voor 143 geschillen. ■ Voorziening voor verzekeringsdossiers
Per 30 juni 2013 bedraagt de provisie 911.874 EUR voor vier verzekeringsdossiers. ■ Voorziening voor diverse geschillen in het kader van
de beheersovereenkomst Onder deze voorziening worden alle resterende risico’s in het kader van de beheersovereenkomst opgenomen, in het bijzonder m.b.t. mogelijke inbreuken op de beheersovereenkomst of het risico op niet-redelijkheid en dus nietterugbetaling van bepaalde investerings- of werkingskosten. De toename van de provisie heeft in het bijzonder betrekking op investeringskosten (kosten opgeleverde projecten en nagekomen kosten projectopleveringen) en houdt verband met de gewijzigde houding van de Economisch Toezichthouder in de beoordeling van de redelijkheid van dergelijke kosten.
(in 000 euro)
■ Voorziening voor slibbuffers
Elk jaar wordt een provisie aangelegd voor de verwerkingskost van het slib dat zich in de buffers bevindt. De verwerkingskost van het gebufferde slib valt onder de noemer “redelijke kosten” zoals voorzien in de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest.
TOELICHTING 5.11 PENSIOENVERPLICHTING Binnen de pensioenverplichtingen onderscheidt men: 1. Provisies voor toegezegd pensioenregelingen 2. Provisies voor brugpensioenen. 1. Provisies voor toegezegde pensioenregelingen Binnen de groep bestaan er twee types van pensioenplannen: toegezegde pensioenregeling en toegezegde bijdrageregeling. • Verplichtingen aangaande toegezegde bijdrageregelingen worden onmiddellijk ten laste van de winst-en-verliesrekening genomen. De periodieke premiebetaling wordt als periodekost geregistreerd. • De schuld of eventueel vordering uit toegezegde pensioenregelingen wordt opgenomen in de balans. Bij dergelijke regelingen komt het bedrag in de balans (de nettoverplichting) overeen met de contante waarde van de brutoverplichting, verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen en aangepast voor niet-opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd. Om de toekomstige verplichting getrouw te kunnen inschatten, wordt er een beroep gedaan op een specifieke actuariële berekening, de zogenoemde projected unit credit-methode. De provisie voortvloeiend uit deze berekening bedraagt 13.485k EUR op 31 december 2012 en 13.955k EUR op 30 juni 2013. De actuariële berekening per 30 juni 2013 houdt rekening met dezelfde assumpties als deze gehanteerd per einde 2012.
Juni 2013
2012
13.955
13.485
1.339
1.285
15.294
14.770
PENSIOENVERPLICHTING Provisie toegezegde pensioenregelingen Provisie brugpensioenen TOTAAL
2. Provisies voor brugpensioen Brugpensioenregelingen worden ook verwerkt als toegezegde pensioenregelingen. De groep neemt een voorziening op die berekend werd volgens de projected unit credit-methode. De brugpensioenverplichting bedraagt 1.285k EUR per 31 december 2012 en 1.339k EUR per 30 juni 2013. Hier staan geen activa tegenover. In de berekening werd gewerkt met dezelfde assumpties als deze per 31 december 2012.
TOELICHTING 5.12 BIJ DE BALANS ‘HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE TE BETALEN POSTEN’ De handelsschulden en overige te betalen posten bedragen 86.398k EUR per 30 juni 2013. Ten opzichte van de balans op 31 december 2012 betekent dit een stijging met 4.828k EUR. Binnen de handelsschulden en overige te betalen posten onderscheidt men: leveranciers, schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten, ontvangen voorschotten en ontvangen borgtochten. (in 000 euro)
Juni 2013
2012
Leveranciers
79.913
74.027
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten
6.346
7.406
136
136
3
1
86.398
81.570
Ontvangen voorschotten Ontvangen borgtochten TOTAAL
TOELICHTING 5.13 BIJ DE BALANS ‘OVERIGE KORTLOPENDE FINANCIËLE VERPLICHTINGEN’ De overige financiële vlottende activa bedragen 28.590 k EUR per 30 juni 2013. Ten opzichte van de balans op 31 december 2012 betekent dit een stijging met 14.285 k EUR. Het betreft hier overlopende rekeningen van het passief; in hoofdzaak te betalen intresten.
TOELICHTING 5.14 BIJ DE BALANS ‘TE BETALEN BELASTING’ De te betalen belastingen bedragen 1.806 k EUR per 30 juni 2013. Ten opzichte van de balans op 31 december 2012 betekent dit een afname met 13.488 k EUR. De uitstaande verplichting per 31 december 2012 had voornamelijk betrekking op nog te betalen BTW.
Toelichtingen
41
42
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Toelichtingen bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening TOELICHTING 6.0 GELEVERDE DIENSTEN De groep realiseerde in het 1ste semester 2013 een opbrengst van 162.185k EUR uit geleverde diensten ; in 2012 bedroeg de opbrengst over dezelfde periode 163.011k EUR. (in 000 euro)
Juni 2013
Juni 2012
Activiteiten binnen beheersovereenkomst
-127.065
-126.993
Activiteiten buiten beheersovereenkomst
-35.121
-36.018
-162.185
-163.011
TOTAAL
Hiervan heeft 127.065k EUR betrekking op activiteiten binnen de beheersovereenkomst, ten opzichte van 126.993k EUR in het 1e semester 2012. Voor de activiteiten buiten de beheersovereenkomst werd een opbrengst van 35.121k EUR gerealiseerd versus 36.018k EUR in 2012.
TOELICHTING 6.1 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN De overige bedrijfsopbrengsten bedragen 762k EUR in het eerste half jaar 2013 en 8.297k EUR in 2012.
In het kader van de beheersovereenkomst verzamelt Aquafin het afvalwater van de Vlaamse gezinnen in hoofdriolen en voert het naar zuiveringsinstallaties. Daarvoor bouwt Aquafin eerst de noodzakelijke infrastructuur uit: collectoren voor afvalwater, pompstations en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Aquafin prefinanciert de opgedragen projecten en de drinkwatermaatschappijen betalen de investeringen terug. Voor projecten opgeleverd vanaf 1 januari 2009 bedraagt de terugbetalingstermijn voor de elektromechanische werken 15 jaar en voor de bouwkundige werken 30 jaar. Voor activa die overgekocht werden van de Vlaamse Milieumaatschappij bedraagt de terugbetalingstermijn 20 jaar.
Het betreft hier voornamelijk recuperaties van kosten die niet tot de reguliere omzet kunnen gerekend worden.
Aquafin is ook verantwoordelijk voor het onderhoud en de exploitatie van het bovengemeentelijk rioleringsstelsel en de waterzuiveringsinstallaties. Het gezuiverde afvalwater moet aan Vlaamse en Europese normen voldoen.
Overige posten hier zijn: doorfacturatie aan derden van de kosten van incidenten, doorfacturatie van nutsvoorzieningen indien derden gebruik maken van de nutsvoorzieningen van de groep, doorfacturatie van kosten gemaakt voor het zuiveren van afvalwater afkomstig van buiten het werkingsgebied van de groep (bv. afvalwater uit Noord-Frankrijk), doorfacturatie van extra slibkosten indien het gebruikelijke slibverwerkingsbedrijf niet de afgesproken hoeveelheid kan verwerken, opbrengsten van groene stroomcertificaten, recuperaties met betrekking tot firmawagens en onderzoeksprojecten.
Buiten de beheersovereenkomst heeft Aquafin nog een specifiek aanbod ontwikkeld voor steden en gemeenten. Een aantal steden en gemeenten hebben de bouw en het onderhoud van hun riolen volledig uitbesteed aan Aquafin. Ook een aantal bedrijven laten hun afvalwater verwerken door Aquafin.
De afname van deze post heeft voornamelijk betrekking op de wijziging in marktwaarde m.b.t. reëlewaardeafdekkingen (kwalificerend en niet-kwalificerend) en niet-kwalificerende kasstroomafdekkingen. Op basis van de concessieovereenkomst met het Vlaamse Gewest wordt deze wijziging in marktwaarde gecompenseerd op de IFRIC 12 vordering. Wijzigingen in marktwaarde van kwalificerende kasstroomafdekkingen lopen niet via de overige bedrijfsopbrengsten, maar via het overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten (in plus en min).
TOELICHTING 6.2 GROND- EN HULPSTOFFEN, DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN De kosten van grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen bedragen 88.944 k EUR in het 1e semester 2013 en 89.655k EUR in dezelfde periode 2012. Voornaamste kostenbestanddelen zijn onder andere: verbruik van gas- en elektriciteit, afvoer- en stortkosten van zand en slib, onderhoudskosten, verbruik van chemicaliën, zuig- spuit en ruimingswerken en exploitatiekosten aangerekend door het Brusselse Gewest voor zuivering van afvalwater afkomstig uit het Vlaamse Gewest, studiebureaukosten, externe medewerkers en wagenkosten, kosten voor studiebureau en bouwkunde in het kader van commerciële activiteiten.
TOELICHTING 6.3 PERSONEELSKOSTEN De personeelskosten bedragen 32.174k EUR in het eerste half jaar 2013 en 31.095k EUR in 2012. Onder de personeelskosten zijn opgenomen: bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen, werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen, werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen, andere personeelskosten en brugpensioenvergoedingen. (in 000 euro)
Juni 2013
Juni 2012
Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen
22.989
22.049
Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen
6.568
6.317
Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen
1.456
1.698
Andere personeelskosten
1.092
976
69
55
32.174
31.095
DETAIL PERSONEELSKOSTEN
Pensioenen TOTAAL
De toename van de personeelskosten is een gevolg van de personeelstoename, indexaties en verhogingen. Per einde juni 2013 telde de groep 873,9 VTE’s. Alle personeelsleden hebben een bediendenstatuut.
TOELICHTING 6.4 AFSCHRIJVINGEN, AMORTISATIES EN BIJZONDERE WAARDEVERMINDERING Aangezien de groep geen materiële vast activa erkent op de balans, heeft deze post enkel betrekking op amortisaties en waardeverminderingen. Meer bepaald betreft het hier mutaties in provisies voor voorzieningen, toegezegde pensioenregelingen en brugpensioenen en mutaties in waardeverminderingen op vorderingen.
(in 000 euro)
Rente op kredieten en overige financieringskosten Financieringskosten m.b.t. financiële leaseovereenkomsten Wijziging marktwaarde hedgingstructuren naar winst en verlies TOTALE FINANCIERINGSKOSTEN
TOELICHTING 6.5 OVERIGE LASTEN De overige lasten bedragen 578 EUR in het 1e semester 2013 en 1.715 k EUR in 2012. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op bedrijfsbelastingen: niet-aftrekbare BTW, onroerende voorheffing, gewestelijke belastingen en andere fiscale bedrijfskosten.
TOELICHTING 6.6 FINANCIERINGSKOSTEN De financieringslasten hebben voornamelijk betrekking op de kosten van rentedragende leningen, op lange en korte termijn en wijzigingen in de marktwaarde van de hedging structuren (zie ook de toelichtingen 5.8 en 5.9). De afname van deze post is een gevolg van de wijziging in de marktwaarde van de hedgingstructuren naar de resultatenrekening. Juni 2013
Juni 2012
38.537
39.116
64
78
-802
6.947
37.799
46.141
Toelichtingen
43
44
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
TOELICHTING 6.7 FINANCIERINGSOPBRENGSTEN De financieringsopbrengsten bedragen 2.041k EUR in het 1e semester 2013 en 2.048k EUR in 2012. Het betreft hier voornamelijk de opbrengsten uit het rentemanagement, intresten uit beleggingen en ontvangen verwijlintresten. Een stijging wordt opgetekend in de opbrengsten van het rente management.
TOELICHTING 6.8 WINSTBELASTINGEN Actuele belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voorgaande perioden worden gewaardeerd tegen het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de (Belgische) belastingautoriteiten. Gelet op de specifieke bepalingen binnen de beheersovereenkomst, heeft de groep geen tijdelijke verschillen op activa of verplichtingen die aanleiding zouden geven tot het opzetten van een uitgestelde belastingschuld of -vordering. Immers volgens artikel 43.1 van dezelfde beheersovereenkomst worden alle door Aquafin gemaakte redelijke kosten vergoed door het Vlaamse Gewest – via de drinkwatermaatschappijen – inclusief alle heffingen en belastingen door Aquafin verschuldigd voor de uitvoering van deze overeenkomst. De belangrijkste componenten van de belastingslast: (in 000 euro)
Juni 2013
Juni 2012
1.605
1.181
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING Actuele belastingslast Aanpassing belastingslast voorgaande jaren Winstbelasting cfr geconsolideerde winst- en verliesrekening
0 1.605
1.181
5.042
4.579
Aansluiting tussen de effectieve belastingsdruk en de theoretische belastingsdruk: Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten Niet-gerealiseerde resultaten
0
0
Onderhanden projecten in opdrachten van derden: % of completion
0
0
1.605
1.181
6.647
5.760
2.259
1.958
Doorrekening belastingen in het kader van de concessieovereenkomst WINST VOOR BELASTINGEN Tegen het wettelijke tarief van toepassing in België (34%) Aanpassing winstbelasting vorige jaren Niet-aftrekbare kosten Aftrek voor risicokapitaal Investeringsaftrek Tegen het effectieve tarief van toepassing WINSTBELASTING OPGENOMEN IN DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING
14
0
405
395
-1.073
-1.171
0
-110
1.605
1.181
1.605
1.181
In het kader van de concessieovereenkomst met het Vlaamse Gewest werd 1.605k EUR aan vennootschapsbelasting doorgerekend naar de drinkwatermaatschappijen / het Vlaamse Gewest in het 1e semester 2013.
TOELICHTING 6.9 WINST PER AANDEEL (in 000 euro)
Toelichting
NETTOWINST
Juni 2013
Juni 2012
5.042
4.579
5.042
4.579
Toe te rekenen aan: Houders van eigen-vermogensinstrumenten van de moedermaatschappij WINST PER AANDEEL (€) Gewone winst per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
5,03
4,57
Verwaterde winst per aandeel, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
5,03
4,57
Gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
5,03
4,57
Verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten, toe te rekenen aan houders van gewone aandelen van de moedermaatschappij
6.9
5,03
4,57
WINST PER AANDEEL UIT VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN (€)
Alle aandelen van de groep zijn in handen van de Vlaamse Milieuholding. Sinds 13 december 2011 bestaat het kapitaal uit 1.001.613 aandelen : 800.000 volledig volstorte aandelen en 201.613 aandelen die voor 25% volstort zijn.
Toelichtingen
45
46
Geconsolideerd halfjaarlijks verslag Aquafin 2013
Toelichtingen bij het geconsolideerde kasstroomoverzicht TOELICHTING 7.1 BIJ HET GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT – ONTVANGSTEN VAN KLANTEN (in 000 euro)
Juni 2013
Juni 2012
Klanten beheersovereenkomst
218.186
189.444
Waarvan:
Bouwactiviteit
66.248
61.898
Diensten
151.938
127.546
37.243
32.500
255.429
221.943
Klanten commercieel TOTAAL
Cfr. Artikel 43 van de beheersovereenkomst heeft Aquafin recht op een vergoeding van het Vlaamse Gewest die alle redelijke kosten moet dekken en rekening houdend met het genomen risico een minimum aanvaardbaar rendement voor de aandeelhouders waarborgt. Binnen deze vergoeding kan een onderscheid gemaakt worden tussen vergoedingen die betrekking hebben op bouwactiviteiten en vergoedingen met betrekking tot diensten. De vergoedingen voor bouwactiviteiten betreffen de terugbetaling van opgeleverde rioolwaterzuiveringinfrastructuur. De terugbetalingstermijn van deze infrastructuur houdt rekening met de verwachte levensduur. In het 1e semester 2013 stijgt deze vergoeding ten opzichte van 2012 ten gevolge van de uitbreiding van het patrimonium. De vergoedingen met betrekking tot diensten betreffen in hoofdzaak een doorrekening van de werkingsuitgaven van hoofdkantoor en operaties en de rentelasten, vermeerderd met een vergoeding voor het eigen vermogen. De uitbreiding van het patrimonium heeft een effect op de werkingskosten en de rentelasten. Bijgevolg merken we ook een toename van de ontvangsten uit dienstverlening binnen het kader van de beheersovereenkomst . Wegens de groei van de commerciële activiteiten stijgen ook de klantenontvangsten in dit segment.
Segmentrapportering Voor managementdoeleinden is de groep georganiseerd in twee operationele segmenten. Enerzijds worden er bedrijfsactiviteiten uitgeoefend binnen de concessieovereenkomst (beheersovereenkomst) met het Vlaamse Gewest (de bovengemeentelijke sanering). Anderzijds worden er commerciële activiteiten uitgeoefend voornamelijk ten behoeve van Vlaamse steden en gemeenten (de gemeentelijke sanering). Binnen dit laatste segment staat de groep in onmiddellijke concurrentie met andere rioolbeheerders. Via de dochteronderneming Aquaplus NV richt de groep zich ook tot de industrie in Vlaanderen en voert ze op beperkte schaal consultancy-opdrachten uit in het buitenland. Cijfermatig: Concessieovk. (in 000 euro)
Commercieel
Totaal
Vlaamse Gewest
Steden & gemeenten
Overige
127.065
34.383
737
PER 30/06/2013 Geleverde diensten Winst voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
162.185
3.824
1.309
-91
5.042
Activa
2.393.393
32.921
673
2.426.987
Verplichtingen
2.162.308
28.558
57
2.190.923
Algemene informatieverschaffing De geconsolideerde rekening over het 1ste half jaar 2013 omvat volgende vennootschappen: • Aquafin NV, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar, België (ondernemingsnummer: 0440 691 388) • Aquaplus NV, Ingberthoeveweg 21, 2630 Aartselaar, België (ondernemingsnummer: 0462 755 821)
Toelichtingen
47
AQUAFIN NV Colofon Verantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder Aquafin NV Grafische vormgeving: Altera Fotografie: fotovdb.com, Jan Locus, Misjel Decleer en medewerkers van Aquafin NV Het geconsolideerd halfjaarlijks verslag 2013 is ook beschikbaar in het Engels.
Aquafin ontwikkelt en implementeert doeltreffende oplossingen die zorgen voor zuivere waterlopen en duurzaam water(her)gebruik. We spelen proactief in op te verwachten evoluties in de watersector. Hierdoor brengen wij op maat en in nauwe relatie met onze klanten de realisatie van de Europese doelstellingen elke dag opnieuw dichterbij.
Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar Tel. 03 450 45 11 ■ fax 03 458 30 20 e-mail: info@aquafin.be ■ www.aquafin.be V.U.: Luc Bossyns Also available in English