werken aan zuiver water
Afkoppelen Regenwater en oppervlaktewater moeten ‘afgekoppeld’ worden van de riool en naar de natuur geleid.
Influent Het afvalwater dat de rioolwaterzuiveringsinstallatie binnenstroomt om er behandeld te worden.
BZV Het biologisch zuurstofgebruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.
KWZI of kleinschalige waterzuiveringsinstallatie KWZI’s behandelen een vuilvracht van minder dan 2000 IE.
Collector Collectoren zijn verzamelriolen die het ongezuiverde afvalwater van gemeentelijke rioleringen opvangen en naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie voeren. CZV Het chemisch zuurstofverbruik geeft aan hoeveel chemisch oxideerbaar organisch materiaal in het afvalwater aanwezig is. DWA of droogweerafvoer DWA is de inhoud van een riolering bij droog weer: vooral afvalwater en weinig hemelwater. Effluent Het gezuiverde water dat een rioolwaterzuiveringsinstallatie verlaat. IBA Individuele behandeling van afvalwater voor woningen die niet op de openbare riolering kunnen worden aangesloten. IE of inwonersequivalent Eén IE is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert. Hiervoor wordt een waarde van 150 liter aangenomen. Die waarde ligt hoger dan het gemiddelde van 120 liter water die elke inwoner in Vlaanderen dagelijks verbruikt, omdat er ook rekening wordt gehouden met het sanitaire afvalwater van scholen, ziekenhuizen, KMO’s, … De zuiveringscapaciteit van een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt uitgedrukt in IE.
Ntot: totaal stikstof Overstort Een overstort is een soort nooduitlaat, die het teveel aan sterk verdund afvalwater in de leiding bij een fikse regenbui rechtstreeks in het oppervlaktewater loost.
Aquafin ontwikkelt en implementeert doeltreffende oplossingen die zorgen voor zuivere waterlopen en duurzaam water(her)gebruik. We spelen proactief in op te verwachten evoluties in de watersector. Hierdoor brengen wij op maat en in nauwe relatie met onze klanten de realisatie van de Europese doelstellingen elke dag opnieuw dichterbij.
Aquafin JAARVERSLAG 2009
TERMINOLOGIE
Pompstation Een pompstation pompt het water van een lager naar een hoger gelegen punt. Ptot: totaal fosfor RWA of regenweerafvoer Bij regenweerafvoer wordt het regenwater afzonderlijk van afvalwater in aparte leidingen afgevoerd. Het regenwater wordt dan niet naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie gevoerd, maar naar een waterloop geleid. RWZI of rioolwaterzuiveringsinstallatie RWZI’s behandelen een vuilvracht van meer dan 2000 IE. Slib In een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt het afvalwater vermengd met een slibmassa waarin miljarden microscopisch kleine organismen wemelen (actief slib). Door extra lucht in het water te brengen, worden de micro-organismen actief en gebruiken ze de vervuiling in het afvalwater als voedingsbron. De slibmassa groeit continu aan. Een deel wordt hergebruikt in het zuiveringsproces, de rest wordt afgevoerd voor verwerking. VMM: Vlaamse Milieumaatschappij ZS: zwevende stoffen
JAARVERSLAG 2009
werken aan zuiver water
Afkoppelen Regenwater en oppervlaktewater moeten ‘afgekoppeld’ worden van de riool en naar de natuur geleid.
Influent Het afvalwater dat de rioolwaterzuiveringsinstallatie binnenstroomt om er behandeld te worden.
BZV Het biologisch zuurstofgebruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.
KWZI of kleinschalige waterzuiveringsinstallatie KWZI’s behandelen een vuilvracht van minder dan 2000 IE.
Collector Collectoren zijn verzamelriolen die het ongezuiverde afvalwater van gemeentelijke rioleringen opvangen en naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie voeren. CZV Het chemisch zuurstofverbruik geeft aan hoeveel chemisch oxideerbaar organisch materiaal in het afvalwater aanwezig is. DWA of droogweerafvoer DWA is de inhoud van een riolering bij droog weer: vooral afvalwater en weinig hemelwater. Effluent Het gezuiverde water dat een rioolwaterzuiveringsinstallatie verlaat. IBA Individuele behandeling van afvalwater voor woningen die niet op de openbare riolering kunnen worden aangesloten. IE of inwonersequivalent Eén IE is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert. Hiervoor wordt een waarde van 150 liter aangenomen. Die waarde ligt hoger dan het gemiddelde van 120 liter water die elke inwoner in Vlaanderen dagelijks verbruikt, omdat er ook rekening wordt gehouden met het sanitaire afvalwater van scholen, ziekenhuizen, KMO’s, … De zuiveringscapaciteit van een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt uitgedrukt in IE.
Ntot: totaal stikstof Overstort Een overstort is een soort nooduitlaat, die het teveel aan sterk verdund afvalwater in de leiding bij een fikse regenbui rechtstreeks in het oppervlaktewater loost.
Aquafin ontwikkelt en implementeert doeltreffende oplossingen die zorgen voor zuivere waterlopen en duurzaam water(her)gebruik. We spelen proactief in op te verwachten evoluties in de watersector. Hierdoor brengen wij op maat en in nauwe relatie met onze klanten de realisatie van de Europese doelstellingen elke dag opnieuw dichterbij.
Aquafin JAARVERSLAG 2009
TERMINOLOGIE
Pompstation Een pompstation pompt het water van een lager naar een hoger gelegen punt. Ptot: totaal fosfor RWA of regenweerafvoer Bij regenweerafvoer wordt het regenwater afzonderlijk van afvalwater in aparte leidingen afgevoerd. Het regenwater wordt dan niet naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie gevoerd, maar naar een waterloop geleid. RWZI of rioolwaterzuiveringsinstallatie RWZI’s behandelen een vuilvracht van meer dan 2000 IE. Slib In een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt het afvalwater vermengd met een slibmassa waarin miljarden microscopisch kleine organismen wemelen (actief slib). Door extra lucht in het water te brengen, worden de micro-organismen actief en gebruiken ze de vervuiling in het afvalwater als voedingsbron. De slibmassa groeit continu aan. Een deel wordt hergebruikt in het zuiveringsproces, de rest wordt afgevoerd voor verwerking. VMM: Vlaamse Milieumaatschappij ZS: zwevende stoffen
JAARVERSLAG 2009
JAARVERSLAG 2009
2
JAARVERSLAG 2009
INHOUD
4
VOORWOORD
6
AQUAFIN KORT
10
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING
22
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER HET BOEKJAAR 2009
40
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
60
DUURZAAM ONDERNEMEN
74
JAARREKENING
3
4
JAARVERSLAG 2009
VOORWOORD
STERK DOOR INNOVATIE EN GOED BEHEER Op 20 jaar tijd heeft Aquafin een hele weg afgelegd. Het bedrijf is geëvolueerd van een nieuwe speler in de sector tot een veelzijdige partner voor alle actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het Vlaamse Gewest apprecieert Aquafin om zijn expertise op een breed domein. Het bedrijf verdiende die waardering door de veerkracht die het toonde, zijn voortdurend zoeken naar efficiëntieverbeteringen en innovatieve oplossingen, maar bovenal door zijn brede blik op de waterzuivering en de uitdagingen waar de toekomst Vlaanderen voor stelt. In 2009 is de terugbetalingstermijn voor alle bouwkundige projecten op 30 jaar gebracht, een termijn die meer in overeenstemming is met die in onze buurlanden. Zo wordt de factuur aan de drinkwatermaatschappijen onder controle gehouden, terwijl er toch ruimte blijft voor nieuwe projecten. Ondanks de financiële crisis die nog steeds nawoedt, kon Aquafin de benodigde extra financiering voor deze operatie relatief gemakkelijk rond krijgen. De bankwereld heeft duidelijk een onverminderd vertrouwen in het bedrijf. Ook private investeerders zien Aquafin als een gunstige investering, zo bleek uit de snelle afsluiting van de eerste obligatielening die Aquafin vorig jaar uitgaf. In 2009 werden de laatste projecten in agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalent afgestreept van de lijst met uit te voeren werken. RWZI Tervuren werd officieel in werking gesteld en de laatste grote collector voor het transport van afvalwater werd aanbesteed. De werken in de agglomeraties tussen 2.000 en 10.000 inwonersequivalent zijn op enkele uitzonderingen na allemaal in uitvoering. De laatste zuiveringsinstallatie zal eind 2011 in gebruik worden genomen. De laatste nog ontbrekende collectoren zullen kort daarop afgewerkt zijn, zodat Vlaanderen medio 2012 volledige conformiteit met de richtlijn Stedelijk Afvalwater mag verwachten. Ook de zuiveringsresultaten waren in 2009 positief. Vorig jaar werd een recordhoeveelheid vuilvracht verwijderd uit het stedelijke afvalwater dat op de rioolwaterzuiveringsinstallaties toekomt. Het water dat het bedrijf zuiverde, behaalde bovendien de tweede beste kwaliteit na topjaar 2008. De gemeenten in Vlaanderen erkennen eveneens de knowhow en ervaring die Aquafin heeft opgebouwd. Steeds meer besturen kiezen voor Aquafin als partner voor de verdere uitbouw en het beheer van hun rioolstelsels, in hun streven naar conformiteit met de kaderrichtlijn Water. Deze omzet blijft uiteraard minimaal ten opzichte van de omzet van het bedrijf voor het Vlaamse Gewest. Aquafin vervolgde in 2009 de uitrol van zijn strategisch plan, dat in 2008 de naam Prismaplan meekreeg. Het bedrijf koos voor een klantgericht toekomstmodel waarin de kernactiviteiten in Vlaanderen uitgebreid en verdiept worden, terwijl er ook ruimte is voor nieuwe kansen. Concreet richt Aquafin zich op een vergroting van zijn kennis rond hergebruik van gezuiverd water als proceswater en drinkwater. Deze optie zal ook in Vlaanderen steeds meer aan belang winnen, aangezien de grondwatervoorraad eerder beperkt is. Wij zijn trots op het werk dat Aquafin de voorbije jaren leverde ter bescherming van de huidige en toekomstige generaties. De geboekte resultaten zijn mee te danken aan de grote inzet en het enthousiasme die de medewerkers van Aquafin elke dag tonen. Ook de volgende twintig jaar blijven wij ons ten dienste stellen van alle partijen die samen werk maken van zuiver water in Vlaanderen.
Luc Bossyns gedelegeerd bestuurder
Marc van den Abeelen voorzitter
5
6
JAARVERSLAG 2009
AQUAFIN KORT
EEN STERKE PARTNER VOOR HET VLAAMSE GEWEST Aquafin is in 1990 opgericht door het Vlaamse Gewest om de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen verder uit te bouwen, te exploiteren en te financieren. Aquafin vangt het huishoudelijke afvalwater van de gemeentelijke riolen op in verzamelriolen en voert het naar zuiveringsinstallaties, waar het wordt behandeld volgens de Europese en Vlaamse normen. De kosten voor de uitgevoerde infrastructuurwerken en de werkingskosten van Aquafin worden via de drinkwatermaatschappijen gedeeltelijk doorgerekend aan de drinkwaterverbruiker. Hiermee volgt het Vlaamse Gewest het ‘de vervuiler betaalt’-principe, dat door Europa aangemoedigd wordt. Het saldo wordt aan de drinkwatermaatschappijen betaald via een werkingstoelage uit het Minafonds. Aquafin staat voor een goed beheer van de zuiveringsinfrastructuur en een sterk vermogen tot innovatie. Zo liggen methodologieën van Aquafin aan de basis van de gebiedsdekkende uitvoeringsplannen, die duidelijk aangeven op het gemeentelijke grondgebied welke infrastructuur er wanneer door het gewest of door de gemeente moet worden voorzien. Door zijn opgebouwde knowhow en jarenlange ervaring is Aquafin ook een gegeerde partner in binnen- en buitenlandse onderzoeksprojecten, gericht op de implementatie van de Europese kaderrichtlijn Water. De kennis die Aquafin zo verwerft, komt ten goede aan het Vlaamse Gewest en de gemeenten.
AQUAFIN KORT
7
8
JAARVERSLAG 2009
PRODUCTEN EN DIENSTEN BUITEN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST
Op de internationale markt neemt Aquaplus als consultant deel aan open internationale aanbestedingsprocedures. Meestal is het bedrijf dan onderaannemer. De focus ligt op de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, met opdrachten voor de Europese Commissie, voor nationale overheden, steden, gemeenten en nutsbedrijven binnen alle stadia van de afvalwaterzuiveringscyclus. Buiten Europa is Aquaplus vooral actief in het Midden Oosten en in China.
n Voor de Vlaamse gemeenten
Aquafin biedt zijn diensten ook aan voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijke stelsel. Een stad of gemeente kan kiezen voor een samenwerking op lange termijn via een concessie, of ad hoc opdrachten toewijzen aan Aquafin. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om in te stappen in samenwerkingsverbanden die Aquafin heeft met drinkwatermaatschappijen AWW (Ri-Ant), VMW (RioAct en Rio-P) en Vivaqua.
INFRASTRUCTUUR IN BEHEER Eind 2009 was Aquafin verantwoordelijk voor de exploitatie van 235 rioolwaterzuiveringsinstallaties. Om het afvalwater naar de zuiveringsinstallaties te transporteren, had Aquafin 4.622 km bovengemeentelijke collectoren voor huishoudelijk afvalwater in beheer. Dat is een toename met 195 km ten opzichte van 2008. Sinds zijn oprichting heeft Aquafin al 3.442 km leidingen aangelegd. De overige 1.180 km is overgenomen infrastructuur. Aquafin beheerde 1090 bovengemeentelijke pompstations en bergbezinkingsbekkens, waarvan 872 pompstations door het bedrijf zelf gebouwd zijn.
n Voor de industrie in Vlaanderen en buitenlandse partners
Aquaplus NV, het dochterbedrijf van Aquafin, richt zich in het binnenland op de noden van de industrie om aan de Europese richtlijnen te voldoen. Het bedrijf voert er vooral advies-, bouwkundige en ontwerp- en exploitatieopdrachten uit.
KERNCIJFERS Bedragen in 000 euro
2005
2006
2007
2008
2009
Bedrijfsopbrengsten
276.193
289.539
324.730
326.340
352.047
Te bestemmen winst
11.498
11.917
10.339
6.289
6.531
2.318.206
2.330.447
2.398.467
2.280.359
2.429.354 167.236
Balanstotaal Eigen vermogen
115.471
116.071
166.592
169.908
Financiering korte termijn
403.514
217.270
204.800
82.994
30.500
Financiering lange termijn
1.220.568
1.331.128
1.269.125
1.192.967
1.303.608 854
Aantal medewerkers Aquafin
707
737
777
820
Aantal medewerkers VMM
109
105
98
95
92
Aantal medewerkers totaal
816
842
875
915
946
PROJECTEN IN PORTEFEUILLE VOOR HET VLAAMSE GEWEST OP 31 DECEMBER 2009 Opgeleverd Gegund en aanbesteed In ontwerp Totaal
Aantal projecten
Waarde (mio euro)
2.044
2.658,32
244
386,09
765
829,23
3.053
3.873,64
AQUAFIN IS n Klantgericht
We onderhouden een duurzame en persoonlijke relatie met onze klanten. We gaan actief op zoek naar de behoeften van onze klanten en helpen ze te definiëren. We houden ons aan gemaakte afspraken en communiceren duidelijk welke behoeften Aquafin kan invullen en welke niet. Klanttevredenheid is het doel, zowel intern als extern. n Resultaatgericht
We leveren kwalitatief hoogstaand werk binnen de gestelde timing en het afgesproken budget. We voelen ons persoonlijk verantwoordelijk voor het bereiken van het gewenste eindresultaat. n Vooruitstrevend
We leren voortdurend uit gesprekken met onze klanten en partners, uit maatschappelijke en technologische evoluties. De inspiratie en kennis die we daardoor opdoen, ontwikkelen we verder binnen de organisatie en implementeren we in efficiëntieverbeteringen of in nieuwe producten en diensten. We zijn flexibel en durven onszelf en onze werkwijzen continu in vraag te stellen. Feedback is positief en constructief. n Gedreven
MISSIE Aquafin ontwikkelt en implementeert doeltreffende oplossingen die zorgen voor zuivere waterlopen en duurzaam water(her)gebruik. We spelen proactief in op te verwachten evoluties in de watersector. Hierdoor brengen wij op maat en in nauwe relatie met onze klanten de realisatie van de Europese doelstellingen elke dag opnieuw dichterbij.
Wij zijn trots op de aard en de kwaliteit van de dienstverlening die we bieden aan onze klanten en aan de maatschappij. Daardoor hebben we plezier in ons werk en willen we steeds het beste resultaat leveren voor onze klanten, het milieu en de maatschappij. n Open
We staan open voor mensen en ideeën. We zijn niet bang voor invloeden van buitenaf of voor verandering. In al onze samenwerkingsverbanden streven we transparantie na. Intern is openheid en vertrouwen tussen collega’s een voorwaarde om tot optimale resultaten te komen. n Respectvol
We hebben respect voor de mensen met wie we werken, het milieu en de behoeften van de maatschappij. Intern houden we ons aan mondelinge en schriftelijke afspraken. Collega’s waarderen elkaars expertise en verantwoordelijkheid, waardoor werken bij Aquafin een aangename ervaring is.
AQUAFIN KORT
9
10
JAARVERSLAG 2009
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING ALGEMEEN Het eerste Aquafin corporate governance charter (Charter) werd door de raad van bestuur op 26 januari 2006 goedgekeurd. Dit Charter werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Belgische corporate governance code van 9 december 2004. Ingevolge de bekendmaking van de nieuwe versie van de code van maart 2009 en wegens de uitgifte van een obligatielening door Aquafin diende het Charter te worden aangepast. De raad van bestuur heeft op 14 januari 2010 dit Charter goedgekeurd. De meest recente versie kan geraadpleegd worden via www.aquafin.be.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING
11
12
JAARVERSLAG 2009
RAAD VAN BESTUUR n Samenstelling
Sinds 19 mei 2009 is de raad van bestuur samengesteld zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
BESTUUR VAN AQUAFIN NV Naam
Aard mandaat/onafhankelijk/(niet-)uitvoerend
Marc van den Abeelen
Voorzitter, onafhankelijk, niet-uitvoerend
Einde mandaat
Luc Bossyns
Gedelegeerd bestuurder, uitvoerend
2014
Alain Bernard
Niet-uitvoerend
2014
Pol Cools
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Marijke Mahieu
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Erik Matthijs
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Francine Swiggers
Niet-uitvoerend
2014
Jhony Van Steen
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Ivo Van Vaerenbergh
Niet-uitvoerend
2014
2014
De mandaten van Willy Breesch, Roland Van Dierdonck en André Meers eindigden ter gelegenheid van de algemene aandeelhoudersvergadering. De raad van bestuur dankt hen voor hun inzet voor de vennootschap. Hun kennis en expertise hebben bijgedragen tot de verdere groei van het bedrijf. De raad van bestuur wordt bijgestaan door de secretaris, Alain Vanden Bon.
n Voorstelling bestuurders
Marc van den Abeelen Marc van den Abeelen is doctor in de Rechten van de Vrije Universiteit Brussel. Hij werd hoogleraar fiscaal recht en was directeur-generaal van de Hoge Raad voor Diamant. Vanaf 1976 was hij gemeenteraadslid van Aartselaar, van 1988 tot 1993 schepen en vanaf 1993 burgemeester. Tussen 1995 en 2009 was hij volksvertegenwoordiger. Van 1999 tot 2004 was hij voorzitter van de Commissie Financiën en vanaf 2004 tot 2009 voorzitter van de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van het Vlaams Parlement. Daarnaast is hij voorzitter van het World Trade Center Antwerpen. In 2009 werd hij voorzitter van Aquafin. Luc Bossyns Luc Bossyns is Burgerlijk Ingenieur Scheepsbouwkunde van de Rijksuniversiteit Gent. Hij behaalde een extra postuniversitair diploma Bedrijfsbeheer aan de UFSIA (Antwerpen). Hij begon zijn professionele loopbaan bij Cockerill Yards Hoboken in 1977. Daarna werkte hij voor CMB en Boelwerf als technisch directeur. Van 1993 tot 1995 was hij directeurgeneraal en bestuurder van Boelwerf Vlaanderen.
Daarna maakte hij de overstap naar Stork MEC, waar hij afgevaardigd bestuurder was. Van 1995 tot 2006 was hij ook vereffenaar van alle middelgrote scheepswerven in Vlaanderen. Daarnaast is hij sinds 1995 zaakvoerder van Bamboss BVBA en vanaf 2003 bestuurder bij de firma Etap NV. In mei 2000 is hij aangesteld als gedelegeerd bestuurder bij Aquafin NV. Alain Bernard Alain Bernard is Burgerlijk Ingenieur Bouwkunde en Burgerlijk Ingenieur Industrieel Beleid, afgestudeerd aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij T.V. Zeezand voor de uitbouw van de buitenhaven van Zeebrugge. Tussen 1982 en 1985 werkte hij als projectmanager bij NV Dredging International. Daarna werd hij directeurgeneraal bij NV Hydro Soil Services. Vanaf 1990 werkte hij opnieuw voor de NV Dredging International, eerst als directeur van de Benelux-divisie en van 1995 tot 2006 als directeurgeneraal. Van 1997 tot 2006 was hij eveneens actief als chief operating officer van D.E.M.E.-Group (Dredging Environmental & Marine Engineering). Sinds 2006 is hij chief executive officer van D.E.M.E.-Group en bestuurder bij verschillende dochterbedrijven uit de D.E.M.E.-Group: DEC, C-POWER, Scaldis, GEOSEA… Sinds 2004 is hij eveneens voorzitter van de Belgische Baggerfederatie. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van Aquafin NV.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING
13
14
JAARVERSLAG 2009
Pol Cools Pol Cools studeerde af aan de Rijksuniversiteit Gent als Burgerlijk IngenieurArchitect en Ingenieur in de Milieusanering. Hij startte zijn loopbaan in 1972 bij het Wegenfonds en was in 1976 attaché bij het Kabinet van Minister van Openbare Werken Defraigne. In 1977 vestigde hij zich als zelfstandig architect, eerst met het bureau ir Pol Cools, vanaf 1990 met de studievennootschap Arch & Teco NV, waarvan hij bestuurder was. Hij bouwde het oorspronkelijke architectuuratelier uit tot Arch & Teco Group. De groep bestaat uit acht autonome studie- en consultingbureaus, opgericht door Pol Cools tussen 1977 en 2005, ieder met een eigen specialisatie: architectuur, restauratie en ruimtelijke planning; stabiliteit, burgerlijke bouwkunde en waterbouwkunde; infrastructuur-, wegenis- en rioleringsontwerp; uitrustingstechnieken; EPB en EPC; veiligheidscoördinatie, expertise; milieutechnieken; telecomnetwerken en GIS-projecten; consulting en projectmanagement. In 2005 breidde Pol Cools zijn activiteiten op internationaal vlak uit met de oprichting van de joint venture Ase Structure Design Pvt Ltd in Chennai (India), waarvan hij bestuurder is. Sinds 2006 is hij eveneens lid van het College van Vereffenaars bij Berlaymont NV 2000. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van Aquafin. Marijke Mahieu Marijke Mahieu is Licentiate in de Rechten, afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent. Van 1975 tot 1981 werkte ze als advocaat in Gent. Sinds 1981 is ze ambtenaar bij de Stad Gent. Tot 1995 werkte ze op de Juridische dienst in verschillende functies. Daarna promoveerde ze tot directeurmanager van de dienst Administratie Technische Diensten. In 1999 werd ze directeur-manager van de dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling en in 2001 waarnemend directeurgeneraal van het departement Economie, Milieu en Volksgezondheid. Sinds 2003 is ze departementshoofd Werk en Economie en lid van het managementteam van de Stad Gent. Vanuit haar functie is ze ook lid van het directiecomité van het Innovatie- en incubatiecentrum NV van de Universiteit Gent, lid van het directiecomité en bestuurder van de NV De Punt Gent, lid van de Raad van Bestuur van VZW Startpunt Gent, voorzitter van de Raad van Bestuur van VZW Labeur Gent en lid van de Raad van Bestuur van Max Mobiel Gent. In 2007 werd ze benoemd tot bestuurder van Aquafin NV.
Erik Matthijs Erik Matthijs is doctor in de veeartsenijkunde, afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij was praktiserend dierenarts tot oktober 1992. In 1986 werd hij schepen van Financiën van de stad Eeklo. In oktober 1992 werd hij aangeduid als Nationaal gecoöpteerd Senator. Hij zetelde in de Belgische Senaat tot juni 1995. Op 1 januari 1995 werd hij ook burgemeester van de Stad Eeklo, een ambt dat hij bekleedde tot eind december 2006. Hij was in die periode ook lid van de Raad van Beheer van de KAHOG (de katholieke hogeschool voor gezondheidszorg) te Gent. In 1995 en 1999 werd hij rechtstreeks verkozen als lid van het Vlaams Parlement voor het arrondissement Gent-Eeklo. In juni 2004 werd hij opnieuw verkozen tot Vlaams Volksvertegenwoordiger, maar dan voor de provincie Oost-Vlaanderen. In de senaat was hij lid van de commissie Onderwijs en Wetenschap en het adviescomité voor Europese Aangelegenheden. In het Vlaams Parlement was hij meer dan tien jaar vast lid van de commissie Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening. Van 2004 tot 2009 was hij eveneens ondervoorzitter van de commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting van het Vlaams Parlement. Erik Matthijs is medeauteur van het vernieuwde bodemsaneringsdecreet en werkte eind 2004 ook mee aan de reorganisatie van de watersector in Vlaanderen. In mei 2009 werd hij aangeduid als bestuurder van de NV Aquafin en voorzitter van het Auditcomité. Francine Swiggers Francine Swiggers is licentiate Toegepaste Economische Wetenschappen en Master in Business Administration van de Katholieke Universiteit Leuven. Zij begon haar professionele loopbaan bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. In 1977 maakte zij de overstap naar Bacob bank. Sinds 1997 is zij actief bij Groep ARCO, verantwoordelijk voor de opvolging van de financiële participaties, waar zij in 2007 tot voorzitter werd benoemd van het directiecomité. Naast diverse bestuurdersmandaten in de financieringsmaatschappijen van Groep ARCO is zij ook lid van de raad van bestuur bij Dexia SA, Dexia Bank België, Dexia Crédit Local (France), VDK, Censor bij de Nationale Bank van België en Voorzitter van Procura vzw. In 1998 werd zij bij Aquafin benoemd tot bestuurder.
Jhony Van Steen Na het beëindigen van zijn studies Economische Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, was Jhony Van Steen tot 1978 verbonden aan de universiteit als wetenschappelijk medewerker. In 1978 stapte hij over naar de ASLK, waar hij verantwoordelijk was voor de jongerenpolitiek. Van 1989 tot 1992 was hij achtereenvolgens adviseur, kabinetschef en adjunct-kabinetschef op het kabinet PTT en het kabinet Overheidsbedrijven. Tussen 1992 en 1993 vervulde hij de functie van bestuurder-directeur bij ASLK Verzekeringen. Vanaf januari 1994 was hij actief als directeur Publieke en Social Profit Sector voor Fortis. Hij bekleedde verschillende bestuursmandaten in verzekeringsmaatschappijen in België en Luxemburg, bij ES-finance, Belgacom, GIMV, PMV/ VPM, VIOM en de scholengroep Dender. Sinds 2001 is hij bestuurder bij Aquafin NV en voorzitter van het Benoemings- en remuneratiecomité. Ivo Van Vaerenbergh Ivo Van Vaerenbergh is Burgerlijk Werktuigkundig Ingenieur en Ingenieur in de Milieusanering van de Rijksuniversiteit Gent. Hij behaalde een postgraduaat Bedrijfskunde en een Master in Business Administration aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij de diensten Eerste MinisterProgrammatie van het Wetenschapsbeleid. Als Operationeel directeur stond hij in voor de nationale R&D programma’s Energie, Leefmilieu en Secundaire Grondstoffen. Vanaf 1979 tot de jaren ‘90 was hij afgevaardigd bestuurder van Metallo Chimique NV. Hij was voorzitter van de Raad van Bestuur van het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol (1986-1989) en van de Vlaamse Milieuholding (1994-2002). Als ondernemer is hij sinds 1986 voorzitter-afgevaardigd bestuurder van de REM.B/ Morssinkhof Hydraulics Group (Beerse, Rotterdam). Hij oefent eveneens bij volgende ondernemingen/instellingen bestuursmandaten uit: Reynaers Aluminium NV, VLEEMO NV, Ziekenhuis Netwerk Antwerpen vzw en Lanbokas. Bovendien is hij voorzitter van de Raad van Bestuur van Sustainable Energy Ventures (VMH) . Gedurende twintig jaar was hij in de Kempen Voorzitter van Voka - Kamer van Koophandel Kempen en tot op heden zit hij de Regionale Nucleaire Coördinatiecel (RNC) voor. Sinds 1995 is hij bestuurder bij Aquafin NV. Tussen 1999 en mei 2009 was hij voorzitter.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING
15
16
JAARVERSLAG 2009
Zij wordt enkel uitgekeerd wanneer het directiecomité of de raad van bestuur bestuurders uitdrukkelijk vraagt dergelijke opdracht uit te voeren. Deze regeling geldt niet voor de gedelegeerd bestuurder.
n Activiteitenverslag en aanwezigheden
Naast de uitoefening van de bevoegdheden zoals omschreven in het Charter heeft de raad van bestuur in het afgelopen boekjaar eveneens aandacht besteed aan de verdere uitbouw van de strategische visie, de verdere opzet en uitbouw van samenwerkingsverbanden in de sector en de wijziging van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. In 2009 vergaderde de raad van bestuur acht keer. In haar oude samenstelling vergaderde de raad van bestuur driemaal. Tijdens die vergaderingen woonden acht (van de tien) bestuurders alle vergaderingen bij. Eén bestuurder was éénmaal verontschuldigd en één bestuurder was tweemaal verontschuldigd. In haar nieuwe samenstelling kwam de raad van bestuur vijfmaal bijeen. Tijdens deze vergaderingen waren alle bestuurders (negen) aanwezig. n Belangenconflicten – toepassing van artikel 523 W. Venn.
Tijdens haar bijeenkomst van 10 september 2009 besliste de vergadering om aan bestuurders die een taak uitoefenen die losstaat van de normale taken als bestuurder, een onkostenvergoeding toe te kennen. Het betreft opdrachten die na beraad af en toe aan individuele bestuurders worden toevertrouwd. Hierna volgt de volledige weergave van dit gedeelte uit de notulen van de vermelde vergadering: “De voorzitter deelt aan de leden, van de voltallig aanwezige, raad van bestuur mee dat er een belangenconflict bestaat in hoofde van de leden van deze vergadering. Het belangenconflict bestaat uit het nemen van een beslissing die rechtstreeks een vermogensrechtelijk belang voor de bestuurders vertegenwoordigt. Er ligt immers een voorstel voor om een onkostenvergoeding toe te kennen aan de leden van de raad voor opdrachten die zij voor het bedrijf vervullen. De toe te kennen vergoeding bedraagt 317,01 euro/opdracht.
Vervolgens wordt dit voorstel besproken. Er wordt gewezen op de (steeds) toenemende noodzaak voor bestuurders de vennootschap te vertegenwoordigen en voor haar op te treden (cfr. (obligatie)leningen, onderhandelingen, vergaderingen, …) in het kader van activiteiten die buiten het normale werkterrein van een bestuursmandaat vallen. Daarbij zal enkel op deze mensen een beroep gedaan worden in zoverre hun specifieke knowhow en/of kennis hen bij uitstek geschikt maakt om dergelijke opdrachten uit te voeren. Voormelde activiteiten vergen vanwege hun specifieke karakter ook een specifieke voorbereiding. Deze activiteiten situeren zich in heel Vlaanderen. Zij nemen, mee door de afstand, regelmatig heel wat tijd in beslag en veroorzaken ook reële extra-kosten (transport, maaltijden, …). Daarnaast wordt in het voorstel voorzien in het controleren en beperken van dergelijke onkostenuitgaven en het doelgericht toewijzen van dergelijke opdrachten door in een uitdrukkelijke opdracht van het directiecomité of de raad van bestuur te voorzien. De totale budgettaire impact van deze maatregel kan op circa 6.500 euro geraamd worden. Deze budgettaire weerslag zal deels ook met de winst op commerciële projecten verrekend worden, in zoverre de opdrachten op deze activiteiten betrekking hebben. Het lijkt dan ook redelijk voor deze diensten een billijke vergoeding toe te kennen. Vermits de gedelegeerd bestuurder als bestuurder buiten dergelijke regeling valt, zal hij zich bij de stemming onthouden.
Conclusie: De raad van bestuur kent aan haar leden een onkostenvergoeding van 317,01 euro per opdracht toe voor opdrachten in naam van Aquafin. Deze vergoeding wordt slechts uitgekeerd wanneer hiertoe uitdrukkelijk opdracht werd gegeven door de raad van bestuur of het directiecomité. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen zal de commissaris van dit belangenconflict op de hoogte gebracht worden en zal dit agendapunt integraal opgenomen worden in het jaarverslag dat met het oog op kwijting wordt voorgelegd aan de algemene aandeelhoudersvergadering […].
Tijdens haar bijeenkomst op 3 december 2009 werd een mogelijke samenwerking(structuur) met bepaalde bedrijven besproken. In hoofde van de heer P. Cools bestaat er een belangenconflict. De procedure voorzien in artikel 523 W. Venn. werd toegepast. Vanwege de impact van deze bespreking op het bedrijfsbelang, die rechtstreeks samenhangt met door het bedrijf gemaakte strategische keuzes, volgt hierna een weergave van dit gedeelte uit de notulen van de vermelde vergadering waaruit de verwijzingen, die de identificatie van de betrokken bedrijven mogelijk maken, aangepast dan wel geschrapt zijn: “… Een bestuurder, de heer P. Cools, deelt mee, aan de voltallig aanwezige raad van bestuur, dat er in zijn hoofde ter zake een potentieel belangenconflict bestaat. Hierop neemt hij niet deel aan de verdere bespreking van dit agendapunt. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen zal de commissaris op de hoogte gebracht worden en zal het nodige gedaan worden inzake een correcte verslaggeving in het jaarverslag. Het belangenconflict bestaat uit het nemen van een beslissing die rechtstreeks een vermogensrechtelijk belang voor deze bestuurder vertegenwoordigt. Een bedrijf van deze bestuurder, deel uitmakend van een tijdelijke handelsvereniging, kreeg immers reeds opdrachten [van een bedrijf] met wie een mogelijke samenwerking wordt overwogen. De heer L. Bossyns schetst de raad van bestuur een beeld van de bestaande stand van zaken en de oorsprong van dit dossier. […] Partijen nodigden (de directie van) Aquafin uit om aan [samenwerkings]gesprekken deel te nemen. Na de voorzitter van de raad van bestuur hierover ingelicht te hebben, ging de directie hier op in. Na meerdere vergaderingen op directieniveau werd dan vorige week een vergadering belegd met een vertegenwoordiging van de raad van bestuur (de diverse voorzitters), de directie en de secretaris van de raad van bestuur ter voorbereiding van de vergadering van vandaag.
De voorzitter meent dat dit dossier binnen een ruimer kader dient bekeken te worden. […] Hij meent dat gelet op die context […] het dossier dient te worden bestudeerd om het dan af te handelen in functie van een voortschrijdend inzicht. Anderzijds dient Aquafin vanuit zijn eigen positie en strategie en met oog voor zijn eigen belangen dit dossier te evalueren. Maar bovenal is dit dossier (nog) niet beslissingsrijp. Zo verwijst de voorzitter naar het ontbreken van een degelijk businessplan (verdeling van taken en risico’s, financieel model) en naar de onduidelijke juridische situatie. […]
Conclusie: De raad van bestuur beslist dat aan [de betrokken bedrijven] een brief wordt gestuurd waarin Aquafin stelt bereid te zijn te praten, doch er op wijst dat in dit dossier essentiële financiële, juridische en operationele data ontbreken. Wanneer deze data aangeleverd worden kunnen de gesprekken hervatten. Ondertussen maakt het management een analyse en evaluatie van het voorstel rekening houdend met de strategische keuzes (Prisma) en het businessmodel van het bedrijf met voldoende garanties voor zijn blijvende autonomie. Verder wordt een overzicht voorbereid van de mogelijke aansprakelijkheden/risico’s en hoe die verdeeld worden, dit alles rekening houdend met bestaande contraintes […]. Er dient vastgesteld te worden dat het potentiële belangenconflict overeenkomstig art. 523 zich niet gematerialiseerd heeft, aangezien nog geen beslissing werd genomen over een eventuele samenwerking.
Op laatst vermelde vergadering werden de teksten, die ook aan de bestuurders werden meegedeeld, besproken. Het “structuurschema” dat deel uitmaakt van deze teksten, vat het voorliggend voorstel goed samen. […] De teksten voorzien ook in een “aanbod en invulling”. […]
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING
17
18
JAARVERSLAG 2009
AUDITCOMITÉ
BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITÉ
n Samenstelling
n Samenstelling
Voorzitter
Erik Matthijs (sinds mei 2009)
Voorzitter
Jhony Van Steen
Pol Cools
Alain Bernard
Marijke Mahieu
Ivo Van Vaerenbergh (sinds mei 2009)
Francine Swiggers
André Meers (tot mei 2009)
Willy Breesch (tot mei 2009) Vlaamse Milieuholding, Roland Van Dierdonck (tot mei 2009)
n Activiteitenverslag en aanwezigheden
Naast de activiteitsdomeinen die specifiek toevertrouwd werden aan het auditcomité werd onder meer ook aandacht besteed aan de analyse van het rentemanagement en de vernieuwing van het delegatiebesluit. In maart gaf het comité een positief advies omtrent de opgestelde klokkenluiderregeling. Het auditcomité adviseerde de raad van bestuur eveneens omtrent de uitgifte van de obligatielening en de relatie met de Economisch Toezichthouder. In het kader van de vraag tot bespreking van de aankoopprocedures werd eveneens advies gevraagd. In 2009 kwam het auditcomité viermaal samen. In haar oude samenstelling vergaderde dit comité twee keer. Bij één vergadering was één lid (van de vijf) afwezig, bij de andere bijeenkomst waren twee leden niet aanwezig. In haar nieuwe samenstelling kwam het auditcomité tweemaal samen waarbij alle leden (vier) aanwezig waren.
n Activiteitenverslag en aanwezigheden
Naast de gebruikelijke domeinen inzake loonpolitiek en het opstellen van doelstellingen, adviseerde dit comité de raad van bestuur inzake de oprichting van een nieuwe directie en de nieuwe samenstelling van het directiecomité die hiermee gepaard ging. Tijdens het voorbije boekjaar kwam het benoemings- en remuneratiecomité vier keer samen. In de oude samenstelling vergaderde het tweemaal, waarbij één lid (van de drie) op beide bijeenkomsten afwezig was. In zijn nieuwe samenstelling kwam dit comité nog twee keer samen. Tijdens één vergadering was het comité voltallig (drie leden), bij de tweede samenkomst was één lid afwezig.
DIRECTIECOMITÉ n Samenstelling
Gedelegeerd bestuurder Directeur Operaties
Luc Bossyns Danny Baeten (tot 30 april 2009) Erik Poppe (sinds 1 mei 2009)
Directeur Infrastructuur
Dirk De Waele
Commercieel directeur
Boudewijn Van De Steene
Directeur Procesinnovatie
Danny Baeten (sinds 1 mei 2009)
en Informatiesystemen
VOORNAAMSTE ELEMENTEN VAN HET EVALUATIEPROCES VAN DE RAAD VAN BESTUUR, DE COMITÉS EN DE INDIVIDUELE BESTUURDERS De leden van de raad van bestuur evalueren op regelmatige basis de omvang, samenstelling en werking van dit orgaan. De actuele samenstelling zal getoetst worden aan de gewenste samenstelling. Tevens wordt de relatie en interactie met het directiecomité bekeken. De bestuurders ontvangen hieromtrent een analyse van het benoemings- en remuneratiecomité. Om deze interactie te beoordelen zullen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste éénmaal per jaar samenkomen in afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder. Binnen het evaluatieproces van het auditcomité komen de volgende elementen aan bod: het interne reglement, de samenstelling en benoeming, de vergaderingen, de opleiding van de leden en de middelen hiervoor, de klokkenluidersprocedure en de relatie met de raad van bestuur. Eveneens wordt een evaluatie gemaakt van de verantwoordelijkheden inzake de financiële rapportering van de vennootschap, de interne controle en risicobeheersystemen en zowel de interne als externe audit. Binnen het benoemings- en remuneratiecomité zal om de twee jaar een evaluatie gemaakt worden van de eigen effectiviteit en doeltreffendheid. In het kader van deze zelfevaluatie zal een individuele vragenlijst worden voorgelegd aan de leden van het comité. De resultaten daarvan worden besproken tijdens een comitévergadering en voorgelegd aan de raad van bestuur. Verder wordt een analyse gemaakt van de interactie tussen het directiecomité en de raad van bestuur. Dit comité zal tenslotte adviseren omtrent de prestaties van de individuele bestuurders, met het oog op hun eventuele herbenoeming, met bijzondere aandacht voor de evaluaties van de diverse voorzitters.
REMUNERATIEVERSLAG n Niet-uitvoerende bestuurders
De algemene vergadering besliste in 2005 om een vaste vergoeding per jaar uit te betalen, aangevuld met een vergoeding per bijgewoonde vergadering. Deze bedragen worden verhoogd met 20% voor de voorzitter van de raad van bestuur en de voorzitters van de comités. De vergoedingen worden ten laste genomen van de algemene kosten.
Naam Marc van den Abeelen (V)
Ontvangen bedrag1 (in euro) 16.692,95
Alain Bernard
12.152,08
Pol Cools
13.155,95
Marijke Mahieu
13.842,81
Erik Matthijs (V)
11.272,08
Francine Swiggers
13.842,81
Jhony Van Steen (V)
15.047,44
Ivo Van Vaerenbergh
15.460,15
Willy Breesch
5.677,43
André Meers BVBA
5.550,63
VMH
5.550,63
((V) = voorzitter) 1 Volledigheidshalve wordt er op gewezen dat bepaalde bestuurders – met name de heren W Breesch, A. Meers en R. Van Dierdonck (VMH) – tot 19 mei 2009 een mandaat als bestuurder uitoefenden en anderen – de heren M. van den Abeelen en E. Matthijs – dat vanaf die zelfde datum deden.
Voor de bestuurders die benoemd zijn door de Vlaamse Milieuholding worden vergoedingen in het kader van de werking van de comités aan de Vlaamse Milieuholding uitbetaald tot 1 juli 2009. De met deze vennootschap daaromtrent afgesloten overeenkomst van 14 oktober 2005 werd immers met ingang van die datum opgezegd.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING
19
20
JAARVERSLAG 2009
n Uitvoerend bestuurder
De totale bruto-vergoeding die in 2009 door de vennootschap BVBA Bamboss, waarvan de zaakvoerder de uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder is, aan Aquafin werd gefactureerd is als volgt samengesteld: • • • •
basisvergoeding: een variabel deel: pensioenrechten: andere vergoedingsbestanddelen:
373.013 euro 136.275 euro geen 1.212,58 euro
Hij ontvangt geen vergoeding als bestuurder (binnen de raad van bestuur). n Directiecomité
De totale bruto-verloning1 die in 2009 aan de leden van het directiecomité werd toegekend, met uitzondering van de uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder, bedraagt: • • • •
het basissalaris: het variabel deel2: pensioenrechten: andere vergoedingsbestanddelen:
541.096 euro 43.890 euro 87.925 euro 100.602 euro
n Algemeen
Er vallen geen belangrijke wijzigingen in het remuneratiebeleid te noteren in vergelijking met 2008. Het verloningsbeleid voor het uitvoerend management, met inbegrip van de gedelegeerd bestuurder, wordt vastgesteld door de raad van bestuur, na advies van het benoemingsen remuneratiecomité. Dit remuneratiebeleid is gericht op het aantrekken, behouden en motiveren van bekwame en deskundige personen. De omvang van de vergoeding houdt rekening met de individuele taken en verantwoordelijkheden van de leden van het directiecomité.
1 Een directeur neemt de functie pas sinds 1 mei 2009 waar en kreeg geen variabel loongedeelte. 2 Het totale bedrag van dit inkomstenbestanddeel wordt verdeeld in een bedrag dat als brutopremie wordt uitgekeerd en ook onder deze rubriek is opgenomen en een bedrag dat deel uitmaakt van de pensioenrechten en opgenomen werd in de rubriek met die naam.
Eénmaal per jaar worden de prestaties van het directiecomité geëvalueerd, met het oog op het betalen van een variabel loongedeelte, in aanwezigheid van de gedelegeerd bestuurder. De evaluatie van de gedelegeerd bestuurder gebeurt echter in diens afwezigheid. De gehele procedure wordt nauw opgevolgd door het benoemings- en remuneratiecomité en goedgekeurd in de raad van bestuur. Op basis van een reglement worden elk jaar bedrijfs-, persoonlijke en commerciële doelstellingen geformuleerd. De doelstellingen krijgen elk een vooraf bepaald gewicht in de evaluatie. De elementen van evaluatie hadden in 2009 betrekking op onder meer organisatorische, budgettaire, economische en ecologische aspecten en/of resultaten. Naast de evaluatie op basis van doelstellingen wordt ook het hele functioneren van de betrokkene beoordeeld. De periode waarbinnen deze prestaties beoordeeld werden is 01/01/2008 tot en met 31/12/2008. Er werden geen aandelen(opties) en/of rechten om aandelen te verwerven toegekend aan de leden van het uitvoerend management (inclusief de gedelegeerd bestuurder). Er werden geen arbeidsovereenkomsten gesloten met de gedelegeerd bestuurder of een ander lid van het directiecomité op of na 1 juli 2009.
VOORNAAMSTE KENMERKEN VAN DE INTERNE CONTROLE- EN RISICOBEHEERSSYSTEMEN VAN DE VENNOOTSCHAP De raad van bestuur is zich bewust van zijn verantwoordelijkheden en houdt rekening met de risico’s bij het bepalen van de strategische richting. Op haar vergaderingen, die op regelmatige basis gehouden worden, komen de risicogerelateerde onderwerpen aan bod. Het directiecomité is zich bewust van het belang van een goede interne controle en risicobeheer. Het draagt zorg voor de goede werking van dit beheer en dit thema wordt besproken op de wekelijkse vergaderingen. Binnen alle afdelingen wordt een risicobeheerbeleid gevoerd, waarvoor de beleidslijnen werden bepaald, procedures werden uitgeschreven, handtekeningbevoegdheden werden bepaald, knipperlichten werden ingebouwd en gebruik gemaakt wordt van checklists. Tevens worden de wijzigingen in de wetgeving opgevolgd. De nodige maatregelen ter beveiliging van de informatie zijn voorzien.
Een aantal specifieke afdelingen – Preventie en Bescherming, Milieu en kwaliteit, Minder Hinder, Ombudsman en Interne Audit – focussen zich sterk op risico’s. Daarnaast maakt de vennootschap ook werk van opvolging en rapportering. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een betrouwbaar informatiesysteem en de Balanced Scorecard, zowel als meetinstrument als rapporteringsysteem. Op de geïnstalleerde procedures worden intern kwaliteitsaudits uitgevoerd. Zowel de interne auditor, de externe auditor als de economisch toezichthouder houden toezicht op de vennootschap.
CONTROLE VAN DE VENNOOTSCHAP De commissaris van de vennootschap is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, J. Englishstraat 52 te Borgerhout, vertegenwoordigd door Ronald Van den Ecker.
De bepalingen van deze code die niet nageleefd worden, worden hierna verder toegelicht. • Bepaling 8.9: Samenroepen van algemene vergaderingen In de statuten van de vennootschap is de wettelijke drempel van 20% voor de bijeenroeping van een algemene vergadering opgenomen. Gelet op de eigenheid van het aandeelhouderschap van de vennootschap op vandaag heeft een verlaging van deze drempel geen nut. • Bepaling 5.4/1: meerderheid van onafhankelijke bestuurders in het benoemings- en remuneratiecomité Om de continuïteit binnen dit comité te waarborgen werd geopteerd om de heer Van Vaerenbergh, die geen onafhankelijk bestuurder is, maar die het bedrijf op zich en de specifieke context waarbinnen het moet werken door en door kent, aan te stellen als lid van dit comité.
Het mandaat van de commissaris vervalt bij het sluiten van de jaarvergadering in 2011.
TRANSACTIES MET VOORWETENSCHAP EN MARKTMISBRUIK
De jaarlijkse vergoeding van de commissaris voor de statutaire controle over de jaarrekening van de vennootschap bedraagt 49.350 euro (exclusief BTW), betaald aan Ernst & Young.
Bij de opstelling van het nieuwe Charter werden er maatregelen opgenomen om in overeenstemming te zijn met de bepalingen van de Richtlijn 2003/6/EC betreffende de handel met voorwetenschap en marktmanipulatie, vermits deze sinds de uitgifte van de obligatielening van toepassing is op de vennootschap.
Verder werd er aan de commissaris voor bijzondere opdrachten en aan personen met wie de commissaris beroepshalve in samenwerkingsverband staat, een bedrag van 26.742,10 euro (exclusief BTW) betaald. Verdere informatie is terug te vinden in de toelichting bij de jaarrekening.
AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR EN KRUISPARTICIPATIES
Zo werd omschreven wat de rol van de Compliance Officer is inzake het naleven van de toepasselijke bepalingen en de nodige informatieverstrekking. De raad van bestuur zal zo nodig een zogenaamd verhandelingsreglement opstellen. De heer A. Vanden Bon, secretaris van de raad van bestuur, is aangesteld als Compliance Officer. In 2009 werden er geen meldingen gedaan waarop deze bepalingen van toepassing zijn.
De Vlaamse Milieuholding bezit alle aandelen van Aquafin NV. Er bestaan geen kruisparticipaties.
TOELICHTING BIJ DE AFWIJKING TEN OPZICHTE VAN DE CODE Aquafin past de bepalingen zoals vastgesteld in de “Belgische Corporate Governance Code” voor genoteerde bedrijven toe. In bepaalde gevallen wordt afgeweken van de code wegens het eigen karakter van het aandeelhouderschap van de onderneming.
CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING
21
22
JAARVERSLAG 2009
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OVER HET BOEKJAAR 2009
24
BELANGRIJKSTE EVOLUTIES TIJDENS HET BOEKJAAR
28
UITBOUW EN BEHEER VAN DE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR
31
ONDERZOEK EN PRODUCTONTWIKKELING
32
JURIDISCHE GESCHILLEN EN VERZEKERINGSDOSSIERS
34
BELANGRIJKSTE EVOLUTIES NA HET BOEKJAAR
36
COMMENTAAR BIJ DE BALANS
38
COMMENTAAR BIJ DE RESULTATENREKENING
39
VOORSTEL AAN DE ALGEMENE VERGADERING
23
24
JAARVERSLAG 2009
Aquafin dankt zijn stevige positie in de watersector aan zijn innovatieve instelling en zijn voortdurende focus op efficiëntieverbeteringen. Het bedrijf is een gewaardeerde partner voor het Vlaamse Gewest en de Vlaamse gemeenten bij de realisatie van de doelstellingen in de Europese richtlijnen. Het voorbije jaar ondernam het bedrijf de nodige acties om de relatie met zijn klanten en zijn stakeholders nog te versterken. Zo werd in samenspraak met de banken en het Vlaamse Gewest, de terugbetalingstermijn van alle geprefinancierde bouwkundige projecten verhoogd tot 30 jaar. Op die manier krijgt het Vlaamse Gewest ademruimte om in bijkomende projecten te kunnen investeren.
BELANGRIJKSTE EVOLUTIES TIJDENS HET BOEKJAAR DE KLANT CENTRAAL In zijn strategisch plan voor de toekomst, opgesteld in 2008, koos Aquafin voor de invoering van een business model gebaseerd op “customer intimacy”. Aquafin wil zijn klanten een persoonlijke invulling van hun behoeften geven, gebaseerd op de knowhow en kennis van het bedrijf als expert in waterzuivering. Bovendien wil het bedrijf zijn kernactiviteiten verdiepen en verbreden voor het Vlaamse Gewest, de gemeenten en de industrie, gericht op de realisatie van de Europese doelstellingen inzake water. Tegelijk concentreert Aquafin zich op groeimarkten en wil het kansen aangrijpen voor de valorisatie van knowhow in binnen- en buitenland. In 2009 werd de directie Procesinnovatie en Informatiesystemen opgericht, om het nieuwe business model zo efficiënt mogelijk over het hele bedrijf uit te rollen. De bedrijfsstrategie wordt concreet ingevuld door de directie en teams van medewerkers die top-down en bottom-up samenwerken. De duidelijke keuze voor klantgericht werken heeft immers een impact op de bedrijfsprocessen en op de manier waarop afdelingen en teams samenwerken.
VOORBEREIDING OP EEN RESULTAATSVERBINTENIS Door zich te focussen op procesverbeteringen, bereidt het bedrijf zich eveneens voor op een resultaatsverbintenis met bonussen en malussen. Daartoe werkt de Vlaamse Milieumaatschappij samen met Aquafin een indicatorenkader uit, dat het beheer van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in cijfers uitdrukt.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
25
JAARVERSLAG 2009
TERUGBETALINGSTERMIJN VAN ALLE BOUWKUNDIGE PROJECTEN NAAR 30 JAAR
Voor de projecten waarvoor het Vlaamse Gewest nog vergoedingen verschuldigd is aan Aquafin, ging de verdubbeling van de resterende terugbetalingstermijn in vanaf 1 januari 2010. Door de verdubbelde terugbetalingstermijnen van de lopende projecten zal de investeringsfactuur tot 2018 aanzienlijk lager liggen. In 2010 zal Aquafin 59 miljoen euro minder factureren aan de drinkwatermaatschappijen. Daartegenover staat dan wel dat Aquafin extra financiering op de markt moet aantrekken en dat de rentelast zal stijgen. De evolutie van de extra schuld wordt in de grafiek weergegeven.
In uitvoering van het Lokaal Pact tussen het Vlaamse Gewest en de gemeenten, werd vanaf 2008 het investeringsbedrag dat aan Aquafin wordt opgedragen, gedurende 7 jaar met 100 miljoen euro verhoogd. Om te vermijden dat de facturen aan de drinkwatermaatschappijen te sterk zouden stijgen, werden de termijnen voor de terugbetaling van bouwkundige projecten verhoogd tot 30 jaar. Deze termijn sluit beter aan bij de economische levensduur van de infrastructuur en bij de termijnen die gebruikelijk zijn in de buurlanden. Voor elektromechanische projecten blijft de terugbetalingstermijn 15 jaar. Aquafin heeft geen directe contractuele relatie met de exploitant Aquiris.
BETALINGEN VOOR DE BEHANDELING VAN VLAAMS AFVALWATER OP RWZI BRUSSEL-NOORD In december 2009 legde exploitant Aquiris de zuiveringsinstallatie in Brussel-Noord tijdelijk stil, omdat de veiligheid van de medewerkers op de installatie niet gegarandeerd zou zijn door de hoeveelheid puin die door de riolen aangevoerd werd. De stopzetting van de exploitatie had gevolgen die zich ook in het Vlaamse Gewest lieten voelen. De milieuschade voor de Zenne, de Rupel en de Schelde was aanzienlijk.
In 2008 had Aquafin, in samenspraak met het gewest en de bankwereld, de terugbetalingstermijn van de bouwkundige werken opgeleverd ná 1 januari 2009 al verhoogd tot 30 jaar. In 2009 werd ook de terugbetalingstermijn van bouwkundige projecten opgeleverd vóór 1 januari 2009 verhoogd tot 30 jaar.
IMPACT TERUGBETALING PROJECTEN OPGELEVERD VOOR 01.01.2009 IN 30-STEN 300.000.000 € 250.000.000 € 200.000.000 € 150.000.000 € 100.000.000 € 50.000.000 € 0€
2034
2033
2032
2031
2030
2028
2029
2027
2025
2026
2023
2024
2021
2022
2019
2020
2017
n Extra financieringsbehoefte
2018
2016
2015
2014
2013
2012
2011
-50.000.000 € 2010
26
Naar aanleiding van de stillegging van RWZI Brussel-Noord, werden er vanaf januari 2010 onderhandelingen opgestart tussen alle contracterende partijen, om de betalingen op basis van de overeenkomst tussen de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB) en Aquafin te koppelen aan de goede werking van de Brusselse waterzuivering. Zo wordt voorkomen dat er in de toekomst betalingen gebeuren als de waterzuivering niet naar behoren heeft gefunctioneerd. Aquafin heeft geen directe contractuele relatie met de exploitant Aquiris. In 2007 werden de bestaande overeenkomsten tussen het Brussels Hoofdstedelijke Gewest en het Vlaamse Gewest inzake de bouw, financiering en exploitatie van de waterzuivering op het grondgebied van het Hoofdstedelijk Gewest deels overgedragen aan de BMWB en Aquafin. Ook de gewesten bleven partij in deze overeenkomst. Bedoeling van deze overdracht was de betalingsstromen tussen de gewesten op een efficiëntere wijze te regelen.
FINANCIËLE EVOLUTIES n Vertrouwen van financiers in tijden van crisis
De financiering van de investeringen in de loop van 2009, een financieel moeilijk jaar, was voor veel bedrijven geen evidentie. Dankzij zijn hoge kredietwaardigheid geniet Aquafin echter veel vertrouwen bij de banken. De bilaterale kredieten werden verlengd, de rollende kredietlijn werd vernieuwd en de interesse voor het commercial paper programma van Aquafin bleef groot (een bron van financiering op korte termijn, uitgegeven door openbare instellingen of bedrijven). Moody’s Investor’s Service, een internationaal onafhankelijk rating-kantoor, gaf Aquafin in oktober 2009 opnieuw een Aaa-rating voor leningen op lange termijn. Dat is de hoogst mogelijke score, waarmee Aquafin even kredietwaardig is als het Vlaamse Gewest. Voor Aquafin was de invloed van de crisis dan ook weinig voelbaar. n Nieuwe financieringsovereenkomst met EIB
De Europese Investeringsbank (EIB) verleende Aquafin voor de zevende keer op rij een nieuwe raamovereenkomst. De nieuwe financieringsovereenkomst van 200 miljoen euro wordt aangewend voor de bouw van kleinere zuiveringsinstallaties, de renovatie van oudere installaties en de verdere uitbreiding en optimalisatie van de collectoren. De samenwerking met EIB dateert al van 1994. In totaal heeft de EIB de waterzuiveringssector in Vlaanderen intussen voor meer dan voor 1,2 miljard euro gesteund.
Met de ondertekening van deze nieuwe overeenkomst toonde de EIB haar vertrouwen in Aquafin voor de verdere uitbouw van de waterzuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen. n Eerste obligatielening is een succes
In 2009 heeft Aquafin zijn debuut gemaakt op Euronext Brussels met de verhandeling van obligaties, voor een totaalbedrag van 150 miljoen euro met een looptijd van 6 jaar. Deze obligatielening werd met enthousiasme onthaald door de markt, zodat de plaatsing voortijdig kon worden afgesloten. De netto-opbrengst van de obligatielening wordt in eerste instantie gebruikt voor de gedeeltelijke herfinanciering van de bestaande schulden van Aquafin en voor algemene vennootschapsdoeleinden. Daaronder valt de financiering van de werken in uitvoering voor de uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor stedelijk afvalwater in Vlaanderen. n Dynamisch rentemanagement in volle groei
In mei 2006 heeft de raad van bestuur van Aquafin de implementatie van een dynamisch beheer van het renterisico goedgekeurd. In 2008 werden een aantal aanpassingen doorgevoerd, en opnieuw in 2009. Vorig jaar werden vooral de omschrijvingen en definities aangepast. In 2009 heeft Aquafin nieuwe structuren opgezet met het oog op de toekomstige financieringsbehoeften. Ook bestaande strategieën werden geoptimaliseerd, vanuit de reserve die tijdens de voorgaande jaren werd opgebouwd. Tegelijkertijd stroomde er ook geld naar de reserve, dankzij het positieve resultaat van de opgezette structuren in 2009. n Financieringsbehoeften voor 2010 volledig ingevuld
De financiering nodig om de investeringen in 2010 op te vangen, inclusief de projecten opgedragen in het kader van het Lokaal Pact tussen het Vlaamse Gewest en de gemeenten, is geraamd op 150 miljoen euro. De verdubbeling van de terugbetalingstermijn voor bouwkundige projecten die vóór 1 januari 2009 opgeleverd werden, resulteert nog in een extra financieringsbehoefte van 60 miljoen euro in 2010. Voor de invulling van deze financieringsbehoeften zal Aquafin enerzijds gebruik maken van de raamovereenkomst met de EIB van 200 miljoen euro, en anderzijds terug meer een beroep doen op de commerciële banken. Daarnaast kan het bedrijf rekenen op de beschikbare kredietlijn op korte termijn van 200 miljoen euro en een commercial paper programma van 400 miljoen euro, dat voor 300 miljoen euro back-up lijnen heeft.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
27
28
JAARVERSLAG 2009
UITBOUW EN BEHEER VAN DE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR
De zuiveringsinfrastructuur die nodig is om te voldoen aan de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater, is dankzij de goede samenwerking tussen alle betrokken actoren zo goed als uitgebouwd. In 2009 werd een recordhoeveelheid vuilvracht naar de zuiveringsinstallaties gevoerd én verwijderd. Het huishoudelijke afvalwater dat Aquafin zuiverde, behaalde na topjaar 2008 de beste kwaliteit tot nog toe. Op de gemeentelijke markt geniet Aquafin duidelijk het vertrouwen van de gemeentebesturen voor een professionele uitbouw en beheer van hun rioolstelsels.
GEREGULEERDE ACTIVITEITEN Aquafin is in 1990 opgericht door het Vlaamse Gewest om de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen verder uit te bouwen, te exploiteren en te prefinancieren. De opdrachten voor het Vlaamse Gewest beslaan het overgrote deel van de projectenportefeuille van het bedrijf. n Actieve opdrachtenportefeuille verder aangegroeid
De opdrachtenportefeuille met investeringsprojecten voor het gewest bedroeg op 31 december 2009 ruim 1,2 miljard euro voor 1.009 projecten. Aquafin leverde tot die datum 2044 investerings- en renovatieprojecten op aan het Vlaamse Gewest, voor een totaal van 2.658,3 miljoen euro. n Grote projecten voor richtlijn Stedelijk Afvalwater voltooid
In agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalent zijn sinds begin 2009 alle zuiveringsinstallaties operationeel. RWZI Tervuren, de enige nog ontbrekende grote installatie, werd in het voorjaar van 2009 in gebruik genomen. De laatste collector die meer dan 10.000 inwonersequivalent moet aansluiten op een zuiveringsinstallatie, werd in januari 2010 gegund aan de aannemer.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
29
30
JAARVERSLAG 2009
Eind januari 2010 beschikten dankzij de inspanningen van het Vlaamse Gewest en Aquafin 79 van de 82 agglomeraties over een operationele zuiveringsinstallatie. 90% van de aansluiting van de bestaande riolering op deze zuiveringsinstallaties is uitgevoerd. In de drie overige agglomeraties is de bouw van de zuiveringsinstallatie aangevat. In 2011 zal de laatste zuiveringsinstallatie in gebruik kunnen worden genomen. Op een klein aantal uitzonderingen na, zijn alle bouwwerken voor de ontbrekende collectoren aangevat. n Positieve zuiveringsresultaten
De effluentresultaten van 2009 werden geëvalueerd voor 233 zuiveringsinstallaties. De RWZI’s Melle en Watervliet konden nog niet geëvalueerd worden, omdat ze nog niet bemonsterd werden door de Vlaamse Milieumaatschappij. 223 installaties of 95,7% van de bemonsterde installaties voldeden aan alle opgelegde normen. Daarmee behaalt Aquafin het tweede beste zuiveringsresultaat tot nu toe. n Recordhoeveelheid vuilvracht aangevoerd en verwijderd
De verwijderingspercentages voor alle opgevolgde parameters bereikten in 2009 een nieuw jaarrecord. Ten opzichte van 2008 stegen ook de verwijderde vuilvrachten met 5% tot 11%. Deze stijging was vooral te danken aan de toegenomen vuilvrachten in het afvalwater dat op de installaties toekomt. Toch verminderden ook de restvrachten die door alle zuiveringsinstallaties samen in het oppervlaktewater geloosd worden, voor alle parameters behalve fosfor.
NIET-GEREGULEERDE ACTIVITEITEN Aquafin ondersteunt de Vlaamse gemeenten in hun opdracht door zijn kennis en ervaring aan te bieden voor gemeentelijke projecten. De omzet van Aquafin buiten het contract met het gewest is echter niet substantieel ten opzichte van de totale omzet van het bedrijf. n Uitbreiding klant-gemeenten
Vorig jaar beslisten 12 nieuwe gemeenten om samen te werken met Aquafin, hetzij rechtstreeks, hetzij via een samenwerkingsovereenkomst tussen een drinkwatermaatschappij en Aquafin. n Nieuwe samenwerking met VMW
De samenwerking met drinkwatermaatschappij VMW onder de naam RioAct, kreeg een uitbreiding genaamd Rio-P. Daarin krijgen de gemeenten de kans om het gebruiksrecht van hun riolen over te dragen, in ruil voor een financiële vergoeding en aandelen.
ONDERZOEK EN PRODUCTONTWIKKELING Aquafin ontwikkelt innovatieve oplossingen voor de optimalisatie van bestaande processen en technologieën. De helft van het technologisch onderzoek is direct toepasbaar op de eigen waterzuiveringsinstallaties en het transportnetwerk voor afvalwater, of speelt in op actuele uitdagingen in de afvalwatercyclus. De andere helft van het onderzoek wordt uitgevoerd samen met externe partners en is gericht op toepassing op (middel)lange termijn. Het resultaat is de ontwikkeling van kennis en producten waarmee het bedrijf op maat gesneden oplossingen kan aanbieden aan al zijn klanten. Drie thema’s vormen een prioriteit voor de volgende vijf jaren: inspelen op de gevolgen van de klimaatverandering, integraal waterbeheer en asset management van het rioolstelsel. Voor elk van deze thema’s werden in 2009 goede resultaten geboekt.
TOEWIJZING PERSONEEL PER ONDERZOEKDOMEIN
n Onderzoek op kosten afd. Onderzoek & Productontwikkeling: 36% n EU-gesubsidieerd onderzoek: 12% n Onderzoek op vraag directie Infrastructuur: 6% n Onderzoek op vraag directie Operaties: 7% n Ondersteuning directie Infrastructuur: 9% n Ondersteuning directie Operaties: 11% n Ondersteuning contracten afvalwater industrie: 3% n Ondersteuning commerciële projecten gemeenten: 11% n Ondersteuning projecten Aquaplus: 5%
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
31
32
JAARVERSLAG 2009
JURIDISCHE GESCHILLEN EN VERZEKERINGSDOSSIERS
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de ontwikkelingen in dossiers die enig risico inhouden.
JURIDISCHE GESCHILLEN n Wateroverlast in een woonwijk
Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij meer dan driehonderd bewoners van een woonwijk in 1998. In het in 2006 neergelegde definitieve verslag van de gerechtsexperten werden de technische oorzaken enerzijds gelegd bij een onvoldoende afvoercapaciteit van de Grote Schijn, eigendom van het Vlaamse Gewest, en anderzijds in het niet kunnen functioneren van de overstorten van de Ringcollector, beheerd door Aquafin, op de Schijn. De oorspronkelijk voorziene pleitdatum – 8 september 2009 – werd tweemaal uitgesteld. Een nieuwe pleitdatum dient nog door de rechtbank te worden vastgelegd. n Wateroverlast in een bedrijf
Met een bedrijf liep een geding naar aanleiding van wateroverlast in 1998. In 2008 oordeelde het Hof van Beroep dat het afwateringssysteem zoals het in 1998 bestond niet voldeed. De verzekeringsmaatschappij en het Vlaamse Gewest droegen uiteindelijk de volledige schadevergoeding, voor respectievelijk ongeveer 3 miljoen euro en 2,5 miljoen euro. De argumentatie van Aquafin dat het bedrijf geen fout beging en dat de vergoeding een redelijke kost is, werd door het Vlaamse Gewest aanvaard. Er werd wel, samen met het Gewest, Cassatieberoep ingesteld tegen de eerder vermelde uitspraak van het Antwerpse Hof van Beroep. De uitspraak in Cassatie wordt in de loop van 2010 verwacht. Bij verbreking wordt het dossier door een ander Hof van Beroep opnieuw behandeld.
VERZEKERINGSDOSSIERS n Onvoldoende betonwapening op RWZI Deurne
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels door zijn Alle Bouwplaatsrisico-verzekering (ABR) en grotendeels door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau gedekt.
In 2008 werd gezocht naar een geschikte herstelmethode, de meest voor de hand liggende periode en een geschikte aannemer. In 2009 werd effectief gestart met het herstel. Ondertussen zijn de werkzaamheden grotendeels beëindigd. De tot nu toe ingediende vragen tot terugbetaling voor de herstelwerken werden door de ABR-verzekeraar effectief vergoed. n Betonproblematiek op RWZI Brugge
Bij de voorlopige oplevering van de renovatie van de zuiveringsinstallatie van Brugge werd in een beluchtingsbekken een aftekening van de wapening in het beton vastgesteld. Later kwam vast te staan dat de schade zich voortzet, en niet alleen in dit bekken. Op basis van een door Aquafin bestelde analyse van de oorzaken – een onvoldoende betondekking en verhoogde chloridewaarden – werd in samenspraak met de aannemer een herstelmethode uitgewerkt. Die bestaat uit de aanvulling en herstelling van de beton, en uit het aanbrengen van een zogenaamde kathodische bescherming. De eigenlijke herstelling zal in de loop van 2009, 2010 en 2011 uitgevoerd worden. De kosten van het eerste deel van het herstel worden door de aannemer gedragen, de kosten van het laatste gedeelte door Aquafin. Mocht er definitieve duidelijkheid komen over aansprakelijkheden, worden de kosten in functie van die vaststellingen herverdeeld. Er is nog geen definitieve uitspraak van de ABR-verzekeraar over het al dan niet verzekerd zijn in dit dossier.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
33
34
JAARVERSLAG 2009
BELANGRIJKSTE EVOLUTIES NA HET BOEKJAAR
GOEDKEURING VAN DE FINANCIËLE VERSLAGEN VAN DE BOEKJAREN 2005 - 2007 Op 2 april 2010 heeft de Vlaamse Regering beslist om de financiële verslagen voor de boekjaren 2005, 2006 en 2007 goed te keuren. Deze verslagen werden opgemaakt door Aquafin conform art.5 bis-1 van de beheersovereenkomst. Ze geven een overzichtelijk beeld van de aanwending van de middelen die Aquafin ter beschikking kreeg in uitvoering van de beheersovereenkomst. De beslissing van de Vlaamse Regering impliceert dat er verder geen kosten verworpen worden en dat de aangelegde provisies niet moeten worden aangewend. Deze goedkeuring heeft eveneens als gevolg dat de beschikbare reserves ter waarde van 3 miljoen euro, die vorig jaar werden aangelegd omwille van het uitblijven van deze goedkeuring, terug kunnen worden vrijgegeven. Dit bedrag wordt verwerkt in de winstverdeling en zal aan de aandeelhouder als dividend uitgekeerd worden. Uit voorzichtigheid behoudt Aquafin een provisie van 500.000 euro voor de afrekening van de boekjaren 2008 en 2009. Voor deze jaren heeft het bedrijf nog geen zicht op het advies van het economisch toezicht en bijgevolg ook niet op het standpunt van het Vlaamse Gewest.
OPTIMALISATIEPROGRAMMA 2011 OPGEDRAGEN Op 6 april 2010 besliste de Vlaamse Regering om het investeringsbudget voor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur voor het programmajaar 2011 vast te stellen op 250 miljoen euro. Het optimalisatieprogramma werd opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij, in overleg met Aquafin, de provincies en de bekkenbesturen. Het omvat projecten gericht op de bijkomende sanering van lozingspunten, de bouw van kleinschalige zuiveringsinstallaties en de aanleg van strategische regenwaterleidingen om de bestaande infrastructuur te verbeteren. Naast bovengemeentelijke projecten ter waarde van 99,8 miljoen euro, zullen nog 123 gemeentelijke waterzuiveringswerken ter waarde van eveneens 99,8 miljoen euro uitgevoerd worden.
De Vlaamse Regering besliste in 2008 om gedurende zeven jaar jaarlijks 100 miljoen euro gemeentelijke rioleringsinspanningen ten laste te nemen via het investeringsprogramma opgedragen aan Aquafin. De resterende 50 miljoen euro is bestemd om budgettaire tekorten op te vangen voor projecten die in het verleden werden opgedragen.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
35
36
JAARVERSLAG 2009
COMMENTAAR BIJ DE BALANS
Op het einde van het boekjaar bedraagt het balanstotaal 2.429 miljoen euro, 149 miljoen euro hoger dan vorig boekjaar. Deze toename is een gevolg van de netto aangroei van de investeringen in de waterzuiveringsinfrastructuur, uitgevoerd in opdracht van het Vlaamse Gewest. De installaties blijven eigendom van Aquafin tot het einde van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. Vanaf 2005 worden, als gevolg van de aanpassingen aan de beheersovereenkomst, de aanverwante projectkosten op eenzelfde tempo als de investeringen afgeschreven. Tevens worden de investeringen in de hydronautstudies niet langer onmiddellijk in kosten genomen, maar over een periode van 15 jaar afgeschreven.
In 2008 was er een tijdelijke terugval in de aanbestedingen. Moeilijkheden bij het verkrijgen van de vergunningen, het verwerven van de gronden en een toegenomen administratie bij de projectuitvoering lagen hier aan de basis. Ondanks het herstel van het aanbestedingsniveau in 2009, bleef de bouwactiviteit op het niveau van het voorgaande jaar. Dat vertaalt zich in een afname van de werken in uitvoering met 4% tot 241 miljoen euro. Onder de financiële vaste activa is de meerderheidsparticipatie opgenomen van Aquafin in Aquaplus, ten bedrage van 0,689 miljoen euro. Per 31 december 2009 werd deze participatie bij Aquafin gewaardeerd op basis van de meest recente financiële informatie. Als gevolg daarvan kon op deze deelneming een deel van de vroeger aangelegde minwaarde teruggenomen worden.
De prestaties buiten het kader van de beheersovereenkomst die nog niet voltooid zijn, worden opgenomen onder de rubriek ‘bestellingen in uitvoering’. De enige uitzondering hierop vormt het project te Kapellen voor de uitvoering van transportdiensten, dat opgenomen werd onder de materiële vaste activa, vermits deze eigendom blijven van Aquafin. Door het succes van de publieke uitgifte van een obligatielening in het najaar van 2009 en de lagere graad van bouwactiviteit, ontstond er een beperkt kasoverschot op het einde van het boekjaar. Deze tijdelijke overschotten werden in de loop van januari 2010 gebruikt voor de financiering van de projecten die op stapel staan. Op 29 november 2007 ging de Vlaamse Milieuholding over tot een gedeeltelijke kapitaalvolstorting ten bedrage van 50 miljoen euro. Door de implementatie van een nieuw addendum aan de beheersovereenkomst vanaf dezelfde datum, wordt aan de eigen middelen van Aquafin een aangepaste contractuele vergoeding toegekend. Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling aanvaardt, wordt de wettelijke reserve met 0,327 miljoen euro verhoogd. Door de hoger vermelde beslissing van de Vlaamse Regering van 2 april 2010 wordt de vorig boekjaar aangelegde beschikbare reserve van 3 miljoen euro terug vrijgegeven. In uitvoering van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest worden de investeringen terugbetaald over 15 jaar. Dit terugbetalingsritme verloopt sneller dan de afschrijvingen. Hierdoor ontstaat een positief saldo dat na de terugbetalingen zal aangewend worden om de afschrijvingen verder te financieren. Dit positief saldo wordt – met goedkeuring van de Commissie Boekhoudkundige Normen – op een speciale passiefrekening geregistreerd, namelijk ‘vergoeding Vlaamse Gewest’. Het bedrag van 808 miljoen euro heeft betrekking op alle projecten die tot het einde van het boekjaar werden opgeleverd.
De voorziening voor risico’s en lasten neemt toe ten opzichte van 2008. Op basis van de meest recente gegevens werden de nodige aanpassingen gedaan. Op te merken valt dat het aantal lopende juridische geschillen, in het bijzonder met betrekking tot aangelanden, verder gedaald is. De voorziening voor risico’s en lasten heeft betrekking op juridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst, verwerking van het slib gebufferd in de installaties en brugpensioenen. De financiering op lange termijn is gebaseerd op de affectatieovereenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de aanspraken die Aquafin heeft op de drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde gedeelte van de al opgeleverde investeringsprojecten. Per einde 2009 was dit bedrag 1.252 miljoen euro. In dit kader heeft Aquafin 75 miljoen euro kredieten op lange termijn opgenomen bij de Europese Investeringsbank. Rekening houdend met de terugbetalingen van al eerder opgenomen leningen, de in mei 2006 uitgegeven obligatielening op zeven jaar ten bedrage van 100 miljoen euro en de voorfinanciering van de in het verleden afgesloten BTW-dading, bedraagt het saldo van de bankleningen op lange termijn 1.138 miljoen euro, waarvan 133 miljoen euro binnen het jaar moet worden terugbetaald. De lening die Aquafin aanging bij een consortium van vier banken voor de voorfinanciering van de afgesloten BTW-dading, werd behouden voor de financiering van de investeringsprojecten. Door de uitgifte van deze obligatielening konden de leningen op korte termijn verder worden afgebouwd van 83,0 miljoen euro tot 30,5 miljoen euro per einde 2009. Dit laatste bedrag betreft uitsluitend opnames binnen het ‘commercial paper’ programma ter waarde van 400 miljoen euro. Anderzijds werden geen opnames verricht binnen de bestaande kredietlijnen ten bedrage van 200,2 miljoen euro, inclusief de gesyndiceerde lening.
Eind 2008 werd de termijn van de jaarlijkse vergoeding (cfr. de beheersovereenkomst) voor aannemingen bouwkunde van 15 jaar op 30 jaar gebracht voor de opleveringen van na 1 januari 2009. Dat gebeurde via een addendum aan de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en Aquafin. Deze nieuwe termijn sluit beter aan bij de economische levensduur van de infrastructuur.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
37
38
JAARVERSLAG 2009
COMMENTAAR BIJ DE RESULTATENREKENING In de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest is bepaald dat de vergoeding van Aquafin gebeurt op basis van de doorrekening van alle redelijke kosten, verhoogd met een vergoeding voor de aandeelhouders die gebaseerd is op hun inbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten en opbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar. De verhoging van de kosten en in het bijzonder deze van de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen ligt in de lijn van de groei van de infrastructuur die door Aquafin geëxploiteerd wordt. Het lagere niveau van de diensten en diverse goederen in 2008 resulteert uit de toenmalige activering van de in de vorige jaren gemaakte kosten voor transportdiensten in het project te Kapellen. Het steeds groeiend patrimonium verklaart de continue groei van de afschrijvingen. Vanaf 2006 worden de investeringen pro rata afgeschreven. Vanaf 2007 participeert Aquafin in de exploitatiekosten van de zuiveringsinfrastructuur van het Brusselse Gewest. Einde 2007 werd het contract tussen beide gewesten deels overgenomen door de respectieve bedrijven belast met de zuiveringsopdracht. Doel van deze overdracht was de betalingsstromen op een meer efficiënte wijze te regelen. De beweging op de waardeverminderingen en provisies heeft betrekking op waardeverminderingen en provisies voor bedragen die het Vlaamse Gewest tijdens het afgesloten boekjaar heeft betwist. Voor de werkingskosten van de jaren 2008 en 2009 werd in totaal een provisie opgenomen van 500.000 euro. Deze provisie werd aangelegd uit voorzichtigheid.
De afname van de marktrentevoeten op korte en lange termijn resulteert in een afname van de kosten van schulden met 3,5 miljoen euro. Door een actief beheer van het renterisico wil Aquafin de financieringskost optimaliseren. Door de omzetting van een gedeelte van de schuld van vaste naar variabele rentevoeten, kan worden geprofiteerd van het huidige niveau van de rentevoeten, terwijl een mechanisme ingesteld is om te beschermen tegen het risico van stijgende rentevoeten. Na verrekening van de provisies, de waardeverminderingen en de niet aan het Vlaamse Gewest doorgerekende kosten en opbrengsten, inclusief het resultaat van de commerciële activiteiten, wordt de winst voor belastingen 6,79 miljoen euro. Vanaf aanslagjaar 2007 werd het begrip notionele interestaftrek ingevoerd in de vennootschapsbelasting, waardoor de kost van de waterzuivering voor de burger beperkt blijft. Ook de toepassing van de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen heeft een gunstige invloed op de vennootschapsbelasting.
Rekening houdend met de winst na belastingen van het boekjaar van 6.526.287,40 euro en een overgedragen winst van 4.615,43 euro, bedraagt de te bestemmen winst: 6.530.902,83 euro. Rekening houdend met de vrijgave van de beschikbare reserves ter waarde van 3 miljoen euro, wordt de volgende winstverdeling voorgesteld: • toevoeging aan de wettelijke reserve: • vergoeding van het kapitaal: • overgedragen winst:
327.000,00 euro 9.197.564,52 euro 6.338,31 euro
Indien de Algemene Vergadering de voorgestelde winstverdeling goedkeurt, zal op 3 mei 2010 volgend bruto dividend uitbetaald worden: • 15,26 euro voor de aandelen volstort op 25 april 1990. • 11,49 euro voor de aandelen die niet volledig volstort zijn.
VOORSTEL AAN DE ALGEMENE VERGADERING
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
39
40
JAARVERSLAG 2009
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
42
UITBOUW VAN DE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR
47
BOUWACTIVITEIT PER BEKKEN IN 2009
52
BEHEER VAN DE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR
41
42
JAARVERSLAG 2009
UITBOUW VAN DE ZUIVERING INFRASTRUCTUUR
Dankzij de inzet van het Vlaamse Gewest, Aquafin en alle betrokken instanties, is de waterzuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen zo goed als uitgebouwd. Vlaanderen voldoet dus bijna aan de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater. Om de kwaliteit van het oppervlaktewater te beschermen, zoals voorgeschreven door de kaderrichtlijn Water, wordt evenzeer werk gemaakt van de optimalisatie van het transport van het huishoudelijke afvalwater. Tegelijkertijd moet het rioolnetwerk van de gemeenten zo snel mogelijk volledig worden uitgebouwd en optimaal beheerd om aan de Europese richtlijnen te voldoen. Buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest, heeft Aquafin, op basis van het aantal op de collectieve zuivering aangesloten inwoners, een stijgend aantal gemeentelijke klanten.
S-
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
43
44
JAARVERSLAG 2009
PROJECTENPORTEFEUILLE OP 31 DECEMBER 2009 Aantal projecten
Waarde (mio EUR)
2.044
2.658,32
Gegund en aanbesteed
244
386,09
In ontwerp
765
829,23
3.053
3.873,64
Opgeleverd
Totaal
AANBESTEDINGSRITME (IN MILJOEN EURO) 300 250
OPDRACHTEN VOOR HET VLAAMSE GEWEST Eind 2009 had Aquafin 2.044 projecten opgeleverd, voor een waarde van 2.658 miljard euro. 244 projecten waren gegund en aanbesteed voor 386,09 miljoen euro. 765 projecten waren in ontwerp, voor een bedrag van 829,23 miljoen euro. n Aanbestedingsniveau hoger dan gepland
Het aanbestedingsvolume steeg terug in 2009 ten opzichte van het jaar 2008. Aquafin bracht in 2009 voor 146,34 miljoen euro aan projecten op de markt. Dat is een stuk hoger dan de gestelde target van 131 miljoen euro. Door samenwerking met gemeenten en intercommunales steeg dit cijfer verder tot 231,5 miljoen euro. Voor het aandeel Aquafin werden de verwachtingen voor 2010 afgerond op 150 miljoen euro. De stijging in het aantal aanbestedingen ten opzichte van 2008 is extern te danken aan het feit dat de nodige vergunningen sneller verkregen werden. Intern werden de bestaande procedures verder verfijnd, zodat de nodige acties na het verkrijgen van de vergunningen elkaar snel konden opvolgen.
200 150 100 50
n Stabiel opleveringsniveau
0 2003 2004
2005 2006
2007
2008 2009
n Aquafin n Aandeel andere instanties
In 2009 werden er 107 projecten opgeleverd voor een totaal bedrag van 158,55 miljoen euro, waarvan 22,35 miljoen euro voor zuiveringsprojecten en de overige 136,20 miljoen euro voor de uitbouw van het rioolstelsel. De gestelde target bedroeg 151 miljoen euro. Daarmee evenaart Aquafin niet de piek van 2008, maar wel de resultaten van het jaar 2007.
OPLEVERINGSRITME (IN MILJOEN EURO) n Dringende projecten voor de richtlijn Stedelijk Afvalwater
300
Eind januari 2010 waren er van de 82 agglomeraties die over een rioolwaterzuiveringsinstallatie moeten beschikken, nog drie agglomeraties die geen operationele installatie hadden. Op dat moment waren 90% van de verplichte aansluitingen op de zuiveringsinstallaties uitgevoerd. Het Vlaamse Gewest streeft volledige conformiteit met de richtlijn Stedelijk Afvalwater na tegen midden 2012.
250 200 150 100 50 0 2004
2005
2006
2007
n Budget n Totaal opgeleverd
2008
2009
In agglomeraties groter dan 10.000 inwonersequivalent zijn sinds begin 2009, met de opstart van RWZI Tervuren, alle zuiveringsinstallaties operationeel. De laatste collector die meer dan 10.000 inwonersequivalent moet aansluiten op een zuiveringsinstallatie, werd in januari 2010 gegund aan een aannemer.
In agglomeraties tussen 2.000 en 10.000 inwonersequivalent werden in 2009 de prioritaire zuiveringsinstallaties in Vlamertinge, Melle, Ledegem, Sint-Laureins en AsseBollebeek opgeleverd. Op een klein aantal uitzonderingen na, zijn alle verdere werken in uitvoering. n Visie-ontwikkeling op de uitbouw en het beheer van de
zuiveringsinfrastructuur Hydronautstudies voor het bovengemeentelijke netwerk Hydraulische studies – waarin de fysische parameters van het stelsel worden geregistreerd en vastgelegd – vormen de basis voor het netwerkbeheer. In 2009 werden 76 hydronautstudies opgeleverd. Hiervan waren 61 studies nodig voor de uitbouw van het rioolstelsel. De overige 15 studies hadden tot doel de kennis over de bestaande infrastructuur in de zuiveringsgebieden te vergroten. In 21 van de afgewerkte studies was er een participatie van de gemeenten. In totaal werd voor 3,83 miljoen euro aan hydraulische studies opgeleverd. Gebiedsdekkende uitvoeringsplannen Om de doelstellingen van de richtlijn Stedelijk Afvalwater te halen, speelt Aquafin een actieve rol voor het Vlaamse Gewest. De Vlaamse Milieumaatschappij heeft voor elke gemeente een gebiedsdekkend uitvoeringsplan opgemaakt of afgewerkt, dat aangeeft wie de ontbrekende zuiveringsinfrastructuur tegen wanneer uitbouwt. Aan de basis van dit planningsinstrument ligt een zoneringsmethodologie ontwikkeld door Aquafin. Die maakt duidelijk welke woningen in Vlaanderen kunnen worden aangesloten op de collectieve zuiveringsinfrastructuur en welke niet. De masterplanmethodologie van Aquafin maakte dan weer een prioritering mogelijk van alle nog uit te voeren projecten.
n Laatste grote zuiveringsinstallatie officieel in werking
gesteld In maart 2009 stelde toenmalig minister van Leefmilieu Hilde Crevits RWZI Tervuren officieel in werking. Op drie meetpunten op de Voer, stroomafwaarts van de nieuwe zuiveringsinstallatie, was enkele maanden na de opstart het percentage zuurstof aanzienlijk gestegen en het ammoniumgehalte gedaald. In alle grote Vlaamse agglomeraties is ondertussen een zuiveringsinstallatie voor huishoudelijk afvalwater operationeel.
n Ontbrekende collector met grote impact op de
waterkwaliteit in uitvoering Sint-Genesius-Rode was de laatste grote agglomeratie die haar afvalwater nog rechtstreeks in een beek loosde. Binnenkort wordt het afvalwater van de 25.000 inwoners naar RWZI Beersel getransporteerd om er gezuiverd te worden. De collector die daarvoor moet zorgen, is het laatste prioritaire project voor de richtlijn Stedelijk Afvalwater in een agglomeratie van meer dan 10.000 inwonersequivalent. In januari 2010 werden de werken voor het laatste deel van deze collector gegund aan een aannemer.
Meer afvalwater gezuiverd In 2009 werden de nieuw gebouwde installaties in Vlamertinge, Ledegem, Tervuren, Asse, Sint-Laureins (RWZI Watervliet) en Melle opgeleverd. Ook de renovatiewerken aan de zuiveringsinstallaties in Rillaar, Hulshout en Lo werden opgeleverd. In Adinkerke werd de bestaande zuiveringsinstallatie volledig vervangen door een nieuwe installatie.
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
45
46
JAARVERSLAG 2009
OPDRACHTEN BUITEN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST n Uitbouw en beheer gemeentelijk net
Aquafin blijft de gemeenten steunen in hun opdracht door zijn kennis en ervaring in te zetten bij gemeentelijke projecten. Vorig jaar beslisten 12 nieuwe gemeenten om in te gaan op dat aanbod, hetzij rechtstreeks met Aquafin, hetzij via een samenwerkingsovereenkomst tussen Aquafin en een drinkwatermaatschappij. De klemtoon lag vooral op de uitvoering van het beleid in het nog niet gerioleerde gebied, met projecten voor de aanleg van drukrioleringen en de aankoop en het onderhoud van individuele installaties voor de behandeling van afvalwater. Met AWW heeft Aquafin in de regio Antwerpen ondertussen de langst lopende samenwerking onder de naam Ri-Ant. Ook met de VMW loopt al enkele jaren een gelijkaardige samenwerking die de naam RioAct draagt. Toch kwam vanuit een aantal gemeenten de vraag om het rioleringsstelsel, of het gebruiksrecht ervan, te verkopen. Als gevolg hierop werd in december 2009 Rio-P opgericht, een verdieping van RioAct dat echter wel blijft bestaan. Gemeenten die voor Rio-P kiezen, dragen hun rioleringsstelsel en daarbij ook hun saneringsplicht over in ruil voor een financiële vergoeding en aandelen in Rio-P. Via vertegenwoordiging in het provinciaal comité van VMW en in het technisch comité van Rio-P, blijven de gemeenten echter nauw betrokken. Ook nieuw is de samenwerkingsovereenkomst die Aquafin en het drinkwaterbedrijf Vivaqua in mei 2009 ondertekenden met betrekking tot de opmeting en herstelling van de riolen in de Brusselse Rand.
Klant- gemeenten doen een beroep op Aquafin voor de opmaak van hun gebiedsdekkend uitvoeringsplan 65 gemeenten sloten met Aquafin een contract af voor de opstelling van hun gebiedsdekkend uitvoeringsplan. Aangezien het bedrijf aan de basis lag van de zonerings- en masterplantechnologie, waarop de uitvoeringsplannen terug te voeren zijn, is dat een weldoordachte keuze. Gebiedsdekkende uitvoeringsplannen bepalen de uitvoering en timing van de resterende nog uit te voeren gemeentelijke en bovengemeentelijke projecten, en leggen de onderlinge afstemming vast.
BOUWACTIVITEIT PER BEKKEN IN 2009
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
47
48
JAARVERSLAG 2009
IJZER - BRUGSE POLDERS - GENTSE KANALEN - LEIE KNOKKE ● ● HEIST ● BOEKHOUTE ●
BRUGGE ● OOSTENDE
● ● JABBEKE
WATERVLIET
MALDEGEM ● ● EEKLO
BRUGSE POLDERS
ZELZATE ● ERTVELDE
IJZER ●
WULPEN ●
WOUMEN ● LO ●
ROESBRUGGE
WATOU ●
BALIEBRUGGE ●
● WINGENE
KORTEMARK ●
TIELT ●
● DEINZE
ROESELARE ●
MOERBEKE
●
● SINAAI
GENTSE KANALEN ● EVERGEM
● STEKENE ● SINT-NIKLAAS ●
SINT-NIKLAAS HEIMOLEN
● LOKEREN
● GENT
NEVELE ●
STADEN ●
● VLETEREN
●
●
RUDDERVOORDE ● PERVIJZE
ADINKERKE
BEERNEM ZOMERGEM ● AALTER ● ● ● SINT-PIETERSVELD
●
MOERBEKE KRUISSTRAAT ●
●
● LATEM DEURLE
● OLSENE ● INGELMUNSTER
● POPERINGE
IEPER ● ●
VLAMERTINGE
IEPER - HOLLEBEKE ●
WESTOUTER_OUD ●
LEIE
● ZONNEBEKE
● LOKER
●
LEDEGEM
● HEULE
● WAREGEM ● BEVEREN-LEIE ● HARELBEKE
● MENEN
l in exploitatie genomen in 2009
IJZER
GENTSE KANALEN
Zuiveringsgraad: 75,36% (72,76% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 16 RWZI’s • 84 pompstations • 369 km leidingen
Zuiveringsgraad: 79,96% (79,14% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 16 RWZI’s • 87 pompstations • 354 km leidingen
Projecten in uitvoering
Aantal 10
Gunningsbedrag 9.511.891,79 €
Projecten in uitvoering
Aantal 8
Gunningsbedrag 13.523.593,84 €
Opgeleverde projecten
Aantal 6
Opleveringsbedrag 8.559.187,68 €
Opgeleverde projecten
Aantal 5
Opleveringsbedrag 4.523.099,29 €
BRUGSE POLDERS
LEIE
Zuiveringsgraad: 80,96% (80,73% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 12 RWZI’s • 98 pompstations • 328 km leidingen
Zuiveringsgraad: 66,55% (63,40% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 14 RWZI’s • 62 pompstations • 339 km leidingen
Projecten in uitvoering
Aantal 8
Gunningsbedrag 10.193.143,13 €
Projecten in uitvoering
Aantal 18
Gunningsbedrag 18.609.105,98 €
Opgeleverde projecten
Aantal 2
Opleveringsbedrag 1.375.008,32 €
Opgeleverde projecten
Aantal 9
Opleveringsbedrag 10.470.712,38 €
BENEDEN-SCHELDE - BOVEN-SCHELDE - DENDER
BENEDEN-SCHELDE ●
ANTWERPEN - NOORD KIELDRECHT DE KLINGE
● BRASSCHAAT
●
SCHOTEN MERKSEM ● ● ● SCHILDE ● DEURNE BURCHT ● ● WOMMELGEM
● BEVEREN ●
ANTWERPEN - ZUID
TEMSE ● ● ● HAMME BORNEM DESTELBERGEN ● MERELBEKE
OVERSCHELDE
DE PINTE - ZEVERGEM ●
MELLE
EKE ●
OOSTERZELE ●
GAVERE ●
● DIKKELVENNE
KRUISHOUTEM ●
BOVEN-SCHELDE
ROLLEGEM
● HELKIJN
PARIKE
● BOOM
● LEBBEKE - ROOIEN
LEDE
● AALST
● MERCHTEM ●
ASSE - BOLLEBEEK
● LIEDEKERKE
DENDER
SINT-MARIA-LIERDE ● BRAKEL ● ●
● KLUISBERGEN ● AVELGEM ● RONSE
●
● BOECHOUT
● EDEGEM ● AARTSELAAR
● ● BLAASVELD SINT-AMANDS RUISBROEK ● ● DENDERMONDE ● LONDERZEEL
ZELE ● BERLARE ● ● WICHELEN
● BAMBRUGGE
● ZWALM
● OUDENAARDE
● ELSEGEM
AALBEKE TOLPENHOEK ● ●
● ● ● WETTEREN
●
●
● NINOVE ● ZANDBERGEN
● GERAARDSBERGEN ● GALMAARDEN
l in exploitatie genomen in 2009
BENEDEN-SCHELDE
DENDER
Zuiveringsgraad: 84,70% (82,75% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 37 RWZI’s • 137 pompstations • 673 km leidingen
Zuiveringsgraad: 78,13% (73,50% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 9 RWZI’s • 98 pompstations • 423 km leidingen
Projecten in uitvoering
Aantal 40
Gunningsbedrag 78.950.100,77 €
Projecten in uitvoering
Aantal 10
Gunningsbedrag 9.140.001 €
Opgeleverde projecten
Aantal 18
Opleveringsbedrag 37.867.884,83 €
Opgeleverde projecten
Aantal 8
Opleveringsbedrag 14.668.464,03 €
BOVEN-SCHELDE Zuiveringsgraad: 63,93% (60,96% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 15 RWZI’s • 32 pompstations • 172 km leidingen Projecten in uitvoering
Aantal 7
Gunningsbedrag 6.401.325,59 €
Opgeleverde projecten
Aantal 5
Opleveringsbedrag 6.948.235,33 €
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
49
50
JAARVERSLAG 2009
DIJLE - NETE RAVELS ●
BEERSE MALLE ●
●
OUD-TURNHOUT ● ● TURNHOUT
● VOSSELAAR
● MOL-POSTEL ● RETIE
● ZOERSEL ● LICHTAART
PULDERBOS ● VIERSEL HOVE ● LIER ● DUFFEL ● WALEM ● MECHELEN - NOORD
●
ZEMST - KESTERBEEK ●
● ● HUMBEEK ● GRIMBERGEN
ZEMST - LAREBEEK
●
HEIST-OP-DEN-BERG
● ● HULSHOUT
NEGENMANNEKE ●● SINT-PIETERS-LEEUW
● DESSEL
● GEEL - MOSSELGOREN ● MOL
MORKHOVEN ● ● ITEGEM
● BERLAAR
NETE
● GEEL ● WESTERLO
● WOLFSDONK
● KAMPENHOUT ●
● KORTENBERG
● LEUVEN
DIJLE TERVUREN ●
GROBBENDONK ● HERENTALS
BONHEIDEN ● ZEMST - HOFSTADE ● ● BOORTMEERBEEK
STEENOKKERZEEL - NOORD
VLEZENBEEK
●
● NIJLEN
● ARENDONK
● BIERBEEK
●
● OUD-HEVERLEE
● HULDENBERG
● BEERSEL HALLE ●
l in exploitatie genomen in 2009
DIJLE
NETE
Zuiveringsgraad: 68,12% (65,10% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 21 RWZI’s • 138 pompstations • 422 km leidingen
Zuiveringsgraad: 74,51% (73,99% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 31 RWZI’s • 126 pompstations • 528 km leidingen
Projecten in uitvoering
Aantal 27
Gunningsbedrag 56.888.645,72 €
Projecten in uitvoering
Aantal 9
Gunningsbedrag 18.478.097,24 €
Opgeleverde projecten
Aantal 22
Opleveringsbedrag 51.569.016,4 €
Opgeleverde projecten
Aantal 5
Opleveringsbedrag 3.806.634,64 €
DEMER - MAAS MEER ● ESSEN ●
KALMTHOUT ●
● POPPEL
HOOGSTRATEN ● ● LOENHOUT
● ZONDEREIGEN
MAAS
● BRECHT
● MERKSPLAS ACHEL ● ● HAMONT LOMMEL ●
● OVERPELT
● LOZEN ● BOCHOLT
EKSEL ●
● BREE
● PEER
MESSELBROEK ● ●
● ROTSELAAR
ZICHEM ●
RILLAAR
HEUSDEN ●
● ZOLDER ●
● DIEST
SINT-TRUIDEN ● ZOUTLEEUW ● TIENEN ●
● HOEGAARDEN
HOUTHALEN - CENTRUM
● ● HOUTHALEN - OOST ZONHOVEN ● HASSELT - KIEWIT
● HALEN ● KERMT ● HASSELT
DEMER
NEERVELP BIERBEEK - KLEINBEEK ● ●
● DILSEN
● KOERSEL
TESSENDERLO ●
LUMMEN - GENEIKEN
AARSCHOT ●
● NEEROETEREN
MAAS
BEVERLO ●
KINROOI ● KESSENICH ●
● ● BOKRIJK ● GENK
ALKEN ● ● WIMMERTINGEN
BORGLOON - TIVOLI ● BORGLOON - NEREM ● ● LANDEN RUMSDORP
● GELMEN
● EISDEN
BOORSEM ● ● LANAKEN
● BILZEN ● HOESELT ● RIKSINGEN ● TONGEREN
RIEMST ● RIEMST
● ZICHEN ● VOEREN - VEURS
l in exploitatie genomen in 2009
DEMER
MAAS
Zuiveringsgraad: 69,11% (68,68% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 36 RWZI’s • 133 pompstations • 574 km leidingen
Zuiveringsgraad: 83,93% (83,93% in 2008) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: • 29 RWZI’s • 95 pompstations • 436 km leidingen
Projecten in uitvoering
Aantal 27
Gunningsbedrag 37.647.906,02 €
Projecten in uitvoering
Aantal 6
Gunningsbedrag 19.880.606,17 €
Opgeleverde projecten
Aantal 12
Opleveringsbedrag 15.307.173,75 €
Opgeleverde projecten
Aantal 4
Opleveringsbedrag 3.304.981,56 €
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
51
52
JAARVERSLAG 2009
BEHEER VAN DE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR In 2009 werd een recordhoeveelheid vuilvracht naar de zuiveringsinstallaties van Aquafin gevoerd én er verwijderd. Het huishoudelijk afvalwater dat het bedrijf zuiverde, behaalde een uitstekende kwaliteit, alleen voorafgegaan door topjaar 2008. 95,7% van de installaties voldeden aan alle normen.
MEESTE VUILVRACHT OOIT VERWIJDERD De effluentresultaten van 2009 werden geëvalueerd voor 233 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Dat zijn alle zuiveringsinstallaties die opgeleverd zijn aan het Vlaamse Gewest en waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij een controleprogramma lopende heeft. In 2009 voldeden 223 zuiveringsinstallaties of 95,7% aan alle opgelegde normen. Het gaat om de installaties waarvan het Vlaamse Gewest in 1994 de exploitatie aan Aquafin toevertrouwde en de installaties die Aquafin zelf bouwde en opleverde aan het Vlaamse Gewest.
Vijf zuiveringsinstallaties voldeden niet aan de normen voor gezuiverd afvalwater van de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater. De installaties in SintTruiden, Zemst en Vosselaar voldeden niet wegens een éénmalige slibuitspoeling, met als gevolg een ernstige overschrijding van de emissiegrenswaarde voor zwevende stoffen. In Sint-Truiden ging die ook gepaard met een zware overschrijding voor de parameter BZV. De kleinschalige installatie in Voeren-Veurs voldeed niet wegens te veel lichte overschrijdingen van de concentratienormen voor de parameters BZV en CZV. De kleinschalige installatie in Vlezenbeek kende twee slibuitspoelingen, met als gevolg ernstige overschrijdingen van de parameters BZV, CZV en zwevende stoffen. Vijf andere zuiveringsinstallaties voldeden alleen niet aan de strengere Vlaamse normen voor de verwijderingspercentages van de gemeten parameters. De installaties in Wichelen en Schilde voldeden nipt niet voor het verplichte verwijderingspercentage voor stikstof. De kleinschalige installatie in Sint-NiklaasHeimolen faalde voor haar verwijderingspercentage voor zwevende stoffen, hoewel op geen enkele dag de concentratienorm werd overschreden. De installatie in Ledegem voldeed niet voor de jaarnormen voor fosfor. De kleinschalige installatie in Halle kende te veel overschrijdingen van de norm voor zwevende stoffen. Deze positieve jaarresultaten zijn te danken aan een combinatie van verschillende factoren. De bijkomende investeringen in de uitbouw van riool- en collectorenstelsels en de optimalisatie of nieuwbouw van zuiveringsinstallaties hebben uiteraard een gunstig effect. Aquafin bleef ook verder investeren in de plaatsing van meetapparatuur om het zuiveringsproces optimaal te sturen. De afkoppeling van de riolering van neerslag-, grond- en oppervlaktewater heeft uiteraard resultaat, maar de weersomstandigheden in 2009 speelden net zozeer een rol. Het is echter niet mogelijk om het relatieve belang van elk van deze factoren te kwantificeren.
AQUAFIN IS INTERNATIONAAL TREKKER IN ONDERZOEK Het onderzoek dat de afdeling O&PO uitvoert, is deels direct toepasbaar voor de uitbouw en het beheer van de waterzuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen, en deels gericht op uitdagingen op lange termijn. Voor direct toepasbaar onderzoek liggen de prioriteiten bij besparen op operationele kosten, garanderen van de effluentkwaliteit en toepassen van de best beschikbare technologie op gebied van uitbouw en beheer van de zuiveringsinfrastructuur. Voor onderzoek op lange termijn ligt voor de volgende vijf jaren de nadruk op een beperking van de impact van de klimaatverandering, asset management van het rioolstelsel en integraal waterbeheer, noodzakelijk voor de realisatie van de kaderrichtlijn Water. In 2009 liepen de vijf Europees gesubsidieerde onderzoeksprojecten af, waaraan Aquafin de voorbije jaren meewerkte. Het bedrijf heeft zich opnieuw geëngageerd als partner in maar liefst acht nieuwe projectvoorstellen. Thema’s zijn modellering, duurzame technologieën voor slibverwerking, beheer van geur en corrosie in rioolstelsels, verregaande waterzuivering en duurzaam management van de waterzuiveringsinfrastructuur. De Europese commissie zal deze voorstellen in de loop van 2010 evalueren.
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
53
JAARVERSLAG 2009
VERWIJDERDE VUILVRACHT EN ZUIVERINGSRENDEMENT VAN ALLE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES
65
90
60
85
80
100
110
95
100
90
90
85
80
80
‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09
‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09
n Chemisch zuurstofverbruik
n Stikstof
200
190
95
180 90 170 85
160
80
150
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
100
20
80
18
75
16
70
14
65
12
60
10
55
‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 50
8 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 n Fosfor
3,0
85
80 2,4 75
2,1
70 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09
Verwijderingspercentage
90
2,7
Verwijderingspercentage
95
120
n Verwijderde vuilvracht l Zuiveringsrendement
Verwijderingspercentage
70
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
100 Verwijderingspercentage
75
55
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
n Zwevende stoffen
Verwijderingspercentage
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
n Biologisch zuurstofverbruik
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
54
HOOGSTE VERWIJDERINGSRENDEMENTEN VOOR ALLE PARAMETERS OOIT
MEER VUILVRACHT AANGEVOERD EN BIOLOGISCH VERWERKT
Per gemeten parameter (BZV, CZV, zwevende stoffen, stikstof en fosfor) wordt het verschil bepaald tussen de biologisch behandelde vuilvracht en de restvuilvracht die nog geloosd wordt na biologische zuivering. Het verschil is de verwijderde vuilvracht, aangegeven in 1.000 ton/jaar. Ten opzichte van 2008 stegen de verwijderde vuilvrachten in 2009 aanzienlijk. Koplopers waren de parameters CZV (+ 11%), stikstof (+ 10%) en BZV (+ 9%), maar ook fosfor en zwevende stoffen stegen dit jaar met ruim 5%.
In 2009 werd het collectorennetwerk voor afvalwater verder uitgebouwd met 235 km. Elke kilometer nieuwe buizen resulteert in een verhoogde aanvoer van vuilvracht op de zuiveringsinstallaties.
MEER KILOMETERS RIOOL AANGELEGD, MEER STIKSTOF AANGEVOERD
Het verwijderingspercentage is gelijk aan de tijdens de biologische behandeling verwijderde vuilvracht, gedeeld door de totale biologisch behandelde vuilvracht. De verwijderingspercentages bereikten in 2009 voor alle parameters een nieuw jaarrecord. Stikstof ging met 2% vooruit naar 79%, CZV met meer dan 1% naar 90%. De andere parameters stegen lichtjes naar 97% voor BZV, 95% voor zwevende stoffen en 85% voor fosfor.
MINDER VERDUNNING VAN HET AFVALWATER Schoon water dat op de riolering zit, verdunt het afvalwater dat op de zuiveringsinstallaties toekomt. Door het bijkomende debiet gaan bovendien de overstorten op het rioleringsstelsel vaker werken. Zo komt er sneller ongezuiverd water in onze waterlopen terecht. Het extra water zorgt ook nog eens voor extra pompkosten op de zuiveringsinstallaties en de tussenliggende pompstations. Het rioolwater dat naar de zuiveringsinstallaties gevoerd werd, was in 2009 minder verdund met oppervlakte-, grondof hemelwater dan in 2008. De gemiddelde BZV-concentratie nam toe met bijna 15%, na een eerdere stijging met 18% in 2008.
5.000 4.500
22
4.000 20 3.500 18
km collector
Aangevoerde stikstof in 1.000 ton/jaar
24
Deze stijging was vooral te danken aan de vuilvrachten in het aangevoerde rioolwater, die ten opzichte van 2008 sterk toegenomen waren: BZV met 8%, CZV met 10%, zwevende stoffen met 5%, stikstof met 7% en fosfor met 6%. Toch verminderden ook de restvrachten die door alle zuiveringsinstallaties samen in het Vlaamse oppervlaktewater geloosd werden voor alle parameters, behalve fosfor.
3.000 2.500
16 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 n Aanvoer stikstof
l km collector
De gemeten vuilvrachten die op de rioolwaterzuiveringsinstallaties aangevoerd worden, kunnen omgezet worden in het aantal inwoners die al op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten zijn. Het Vlaamse Gewest telt ruim 6,1 miljoen inwoners. Begin 2009 bedroeg de zuiveringsgraad 73%. Volgens voorlopige cijfers steeg dat percentage in de loop van het jaar verder tot 75%. Zonder de Vlaamse huishoudens waarvan het afvalwater in de twee Brusselse zuiveringsinstallaties gezuiverd wordt, en zonder de vuilvracht van de aangesloten bedrijven, zou de vuilvracht van zo’n 4,5 miljoen inwoners op de zuiveringsinfrastructuur van Aquafin moeten toekomen. Als de vuilvrachten die in 2009 aangevoerd zijn herrekend worden naar de theoretische dagelijkse vuilvracht van elke Vlaming3, blijkt dat die vuilvracht er ruim toekomt. Schattingen op basis van de vijf gemeten parameters, geven een vuilvracht van 4,6 miljoen inwoners aan. 3 Voor het ontwerp van rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt rekening gehouden met de theoretische dagelijkse vuilvracht van elke Vlaming: 54 g BZV, 135 g CZV, 90 g zwevende stoffen, 10 g stikstof en 2 g fosfor.
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
55
JAARVERSLAG 2009
GEZUIVERD AFVALWATER KWALITATIEF BETER OP 13 JAAR TIJD
Sensoren voor zuurstof-, nitraat-, ammonium-, fosfaaten turbiditeitsmetingen helpen om het zuiveringsproces op de installaties te sturen. Op een aantal locaties worden er al alarmen gegenereerd op basis van de meetresultaten van die sensoren. In 2009 zette Aquafin een nieuw systeem op, waarbij de operatoren van de zuiveringsinstallaties zelf via een webinterface kunnen bepalen welke sensoren onder welke omstandigheden tot een alarm kunnen leiden. Elke nacht worden ook debietsproportionele gemiddelden berekend voor de metingen van stikstof, fosfor en zwevende stoffen de voorbije dag. Indien de normen in gevaar komen, kan een email of SMS naar de operator van wacht worden gestuurd. Het programma waarschuwt bovendien bij gevaar voor slibuitspoeling. Ook bij een te grote afwijking tussen de metingen van de sensoren en de meetresultaten van het gezuiverde water wordt ingegrepen. Momenteel wordt het systeem uitgetest bij de teams in het Leiebekken en het team te Deurne.
DE EVOLUTIE VAN DE GEMIDDELDE EFFLUENTCONCENTRATIES 90
25
80 20
70 60
15
50 40
10
30 20
5
10 0
0 ‘97 ‘98 ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 l BZV l Zwevende stoffen l CZV
CZV (mg/l)
BEWAKING VAN HET WATERZUIVERINGSPROCES VOOR SNELLE INTERVENTIE
De gemiddelde effluentconcentraties zijn sinds 1997 sterk verbeterd. Vooral voor de parameter BZV is er op tien jaar tijd een aanzienlijke verbetering merkbaar. Het biologische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof per liter er nodig is voor de biologische afbraak van de door de zuiveringsinstallaties geloosde restvuilvracht. De emissiegrenswaarde voor BZV bedraagt 25 mg/l voor alle zuiveringsinstallaties, ongeacht hun ontwerpcapaciteit of agglomeratiegrootte. In 2009 lag voor 89,3% van de zuiveringsinstallaties het gemiddelde biochemische zuurstofverbruik van het gezuiverde water beneden de 5 mg/l, voor 96% beneden de 10 mg/l en voor 99,1% beneden de 15 mg/l. Er waren slechts twee installaties met effluentconcentratie tussen de 15 en de 20 mg/l. Alle installaties met een BZV groter dan 10 mg/l betreffen kleinschalige waterzuiveringsinstallaties. Voor de andere parameters is de reductie minder groot, maar voor alle parameters toch aanzienlijk.
BZV en zwevende stoffen (mg/l)
56
ECOLOGISCHE PRESTATIES OBJECTIEF GEMETEN VIA INDICATORENKADER Om toe zien op de werking van de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen, werkte de Vlaamse Milieumaatschappij samen met Aquafin een indicatorenkader uit, dat de kwaliteit van het beheer van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur in cijfers uitdrukt. De opdracht van Aquafin werd vertaald naar vijf indicatoren: functioneren de belangrijke pompstations op het rioolstelsel zoals het moet; werken de overstorten op het rioolstelsel niet meer dan verwacht; wordt de capaciteit van de pompen en vijzels van de rioolwaterzuiveringsinstallaties voldoende benut; wordt het water daar voldoende gezuiverd; en speelt Aquafin goed in op incidenten die zich voordoen in de waterzuiveringsinfrastructuur. Op dit ogenblik worden deze indicatoren al berekend voor 56 zuiveringsgebieden. Samen omvatten ze ongeveer 60 % van de Vlaamse inwoners die op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten zijn.
Elk jaar wordt het kader verder toegepast op een aantal nieuwe zuiveringsgebieden, die samen 10% van de huidige en geplande aansluitingen vertegenwoordigen. Het ontwikkelde indicatorenkader zal op termijn toegepast worden op 129 zuiveringsgebieden, wat overeenkomt met 90% van de Vlaamse inwoners die op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten zullen zijn. Uit de resultaten voor meetjaar 2008, blijkt dat Aquafin de goede score van eerste meetjaar 2007 nog licht verbeterd heeft. Dat is voornamelijk het resultaat van een iets betere zuivering en een betere score voor continue bedrijfsvoering. Aandachtspunt blijft de werking van de overstorten op de rioolstelsels. Die werken te vaak door de verdunning van het rioolwater met grond- oppervlakte- en regenwater. Aangezien die verdunning zich vaak in de gemeentelijke stelsels voordoet, wordt deze indicator buiten beschouwing gelaten bij de beoordeling van de prestaties van Aquafin.
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
57
58
JAARVERSLAG 2009
INTELLIGENTE STURING VAN DE WERKING VAN HET RIOOLSTELSEL IS EEN DENKPISTE VOOR DE TOEKOMST
MINDER ENERGIEVERBRUIK, ZELFDE RESULTAAT Aquafin voerde in 2009 een energiemodellering uit op de zuiveringsinstallaties in Oostende, Brugge, Deurne, Aalst en Mechelen. Met het model werd nagegaan hoe een aangepaste sturing van het zuiveringsproces op deze installaties kan leiden tot een minimaal energieverbruik, zonder achteruitgang van de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater.
SLIMMER ZUIVEREN IS ‘MEER DOEN MET MINDER’ Kosten besparen en tegelijk de milieu-impact van het waterzuiveringsproces verminderen, hoeft niet tegenstrijdig te zijn. Dat bewees een analyse ter verbetering van de bedrijfsvoering van de verouderde en soms overbelaste zuiveringsinstallatie in Bree. In een levenscyclusanalyse vergeleek Aquafin verschillende scenario’s, met als uitgangspunt dat de kwaliteit van het gezuiverde water niet mocht verminderen. Een aantal procesaanpassingen zorgden voor een verminderde milieuimpact én een kostenbesparing. Daarnaast kijkt Aquafin ook naar de impact van de bouw van collectoren en waterzuiveringsinstallaties. Met een softwaretoepassing kunnen we voor een bepaalde configuratie snel nagegaan wat de impact op het milieu is van de gebruikte materialen, zoals beton en staal. We zoeken dan een optimum tussen een verlaging van de kosten en de milieu-impact voor verschillende toepassingen.
Met de Europese kaderrichtlijn Water voor ogen, voerde Aquafin onderzoek uit naar de vermindering van de impact van overstortwater uit de riolen op het watersysteem. Uit testen in een pilootgebied bleek dat intelligente sturingen van het rioolstelsel ook in Vlaanderen een valabele optie zijn om de impact van zulke lozingen te beperken. De technologische vooruitgang van de voorbije jaren maakt het echter ook mogelijk om in de riool te meten, de data te verzenden naar een centrale computer en daaraan onmiddellijk de nodige acties in de riool te koppelen. In het buitenland zijn er al een aantal voorbeelden van complexe beheersystemen. Met intelligente sturingen kan de doorvoercapaciteit van een rioolstelsel geoptimaliseerd worden. Pompen of schuiven die van op afstand bediend worden als een bepaald meetniveau overschreden wordt, zorgen er dan voor dat het water sneller kan doorstromen of juist een tijdje opgehouden wordt, als de riolen verderop in het stelsel te vol zijn. Door de bergingscapaciteit in het stelsel beter te benutten, zal het rioolstelsel niet plots overvol raken op één plaats. Met de toepassing van intelligente sturingssystemen kunnen bovendien heel wat andere investeringen worden vermeden. Er moeten dan bijvoorbeeld geen dure bergbezinkingsbekkens worden gebouwd om bij hevig regenweer het teveel aan rioolwater op te vangen. Voor een rioolstelsel dat intelligent wordt aangestuurd, volstaan in principe een aantal bestuurbare schuiven of kleppen om het watervolume beter te verdelen.
NORMEN VOOR GEZUIVERD HUISHOUDELIJK AFVALWATER Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet aan bepaalde normen voldoen, die afhankelijk zijn van de agglomeratiegrootte waarvoor de installatie gebouwd is. Tot 2004 waren deze normen een kopie van de Europese normen, opgelegd via de richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveau werden ze door een Vlarem-wijziging tussen 2004 en 2006 verstrengd. Aquafin volgt vijf parameters op: biologisch zuurstofverbruik (BZV), chemisch zuurstofverbruik (CZV), totaal stikstof, totaal fosfor en zwevende stoffen. Het biologische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.
Bij hoge BZV-waarden ontwikkelen de bacteriën zich zo snel dat het risico bestaat dat ze door hun ademhaling alle zuurstof uit het water opnemen. Het chemische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om de aanwezige vuilvracht volledig te oxideren. De parameter zwevende stoffen geeft een maat voor de zwevende (niet oplosbare) stoffen die in het gezuiverde afvalwater mogen achterblijven. Te veel stikstof en fosfor in het water, brengt een explosieve algenbloei op gang. ’s Nachts onttrekken deze algen zuurstof aan het water, waardoor vissen, waterplanten en andere organismen het moeilijk krijgen.
TOELICHTING BIJ DE KERNACTIVITEITEN
59
60
JAARVERSLAG 2009
DUURZAAM ONDERNEMEN
63
RESPECT VOOR HET MILIEU
67
OOG VOOR DE BURGER
69
SENSIBILISERINGSACTIES
71
ZORG VOOR MEDEWERKERS
61
62
JAARVERSLAG 2009
In een zuiveringsinstallatie wordt gebruik gemaakt van actief slib om het afvalwater te behandelen. Het deel van de slibmassa dat niet kan worden hergebruikt in het zuiveringsproces, wordt elk jaar méér verwerkt tot nuttig product of tot alternatieve bron van energie. Sinds enkele jaren doet Aquafin ook op ondernemingsniveau inspanningen om energiezuinig te werken.
In een zuiveringsinstallatie wordt de vervuiling in het water afgebroken door een actief-slibmassa, waarin miljoenen bacteriën en andere micro-organismen leven. Ze gebruiken de vervuiling in het rioolwater als voedsel. Door de gunstige levensomstandigheden in het afvalwater, groeit de actiefslibmassa snel aan. Om de hoeveelheid slib op een optimaal peil te houden, wordt het teveel aan slib regelmatig verwijderd.
RESPECT VOOR HET MILIEU
DUURZAAM ONDERNEMEN
63
64
JAARVERSLAG 2009
Tijdens het waterzuiveringsproces worden grote hoeveelheden zuiveringsslib geproduceerd. Het slib dat overtollig is, wordt in aanzienlijke mate beperkt door indikking, vergisting, ontwatering en droging. Zo wordt het aantal slibtransporten over de weg zoveel mogelijk verminderd. In 2009 werd 92.329 ton slib, omgerekend naar droge stof, verder verwerkt. Daarvan werd 53% verbrand, 37% co-verbrand en 10% gebruikt in de afdeklagen van een stortplaats.
ELEKTRICITEIT EN WARMTE DOOR BIOGASPRODUCTIE Bij het vergisten van waterzuiveringsslib wordt organisch materiaal bacterieel afgebroken en omgezet in biogas. Hierdoor vermindert het volume slib dat nog verder moet behandeld worden. Dit biogas is bovendien een energiedrager.
EVOLUTIE IN DE AFZET VAN HET ONTWATERDE ZUIVERINGSSLIB 100% n Bodemverbeteraar/landbouw n Storten (eventueel na solidificatie) n Afdichting stortplaats n Verbranding n Co-verbranding na droging
80%
60%
40%
20%
0% ‘97
‘98
‘99
‘00
‘01
‘02
‘03
‘04
‘05
‘06
‘07
‘08
‘09
Op 13 jaar tijd hebben zich grote afzetwijzigingen voorgedaan. De afvoer van hoofdzakelijk vloeibaar zuiveringsslib naar de landbouw is eind 1999 volledig stopgezet, na een verbod in het Vlaamse Gewest. In het buitenland is dat vaak nog de belangrijkste en uiteraard de goedkoopste afzetroute. Ook het storten van slib werd in Vlaanderen verboden, zodat anno 1997 naar alternatieve afzetroutes moest worden gezocht voor ongeveer 70 % van het geproduceerde zuiveringsslib. Sinds 2007 wordt ook geen zuiveringsslib meer verwerkt tot meststof of bodemverbeteraar. Het ontwaterde zuiveringsslib wordt nu alleen nog verbrand, co-verbrand na droging of gebruikt in de afdeklaag van stortplaatsen.
Het bevat ongeveer 65% methaan, dat zowel in warmte als in elektriciteit kan omgezet worden. De opwekking van elektriciteit gebeurt met gasmotoren, die een elektrisch vermogen hebben van 200 tot 500 kW elektrisch. De koelingswarmte van de gasmotoren wordt bovendien gebruikt voor de verwarming van de slibgisting en in een aantal gevallen ook voor de verwarming van de dienstgebouwen. De geproduceerde groene elektriciteit wordt steeds op de zuiveringsinstallatie zelf gebruikt. Daardoor moet Aquafin minder elektriciteit aankopen en krijgt het bedrijf al sinds 2002 groenestroomcertificaten. Een groenestroomcertificaat toont aan dat 1.000 kWh elektriciteit werd opgewekt uit een hernieuwbare energiebron. In 2009 werd ongeveer 43% van al het geproduceerde slib vergist. Alle gasmotoren samen produceerden 5 miljoen kWhelektrisch; dit is 300.000 kWh of 7 % meer dan in 2008, terwijl er geen bijkomende slibgistingen in gebruik genomen werden. Op de site van RWZI Deurne wordt het biogas niet omgezet in elektriciteit, maar verbrand in een stookketel om zuiveringsslib te drogen. Het geproduceerde biogas vervangt dus aardgas in verbrandingsprocessen (in 2009 ongeveer 17,7 miljoen kWhthermisch).
SLIBPELLETS ALS BRON VAN THERMISCHE ENERGIE Om het niet-vergiste slib en het overblijvende slib na de slibgisting te drogen, heeft Aquafin vier drooginstallaties in gebruik. Ze vormen een milieutechnische eenheid met de rioolwaterzuiveringsinstallaties in Deurne, Houthalen, Leuven en Brugge. Terwijl 10 jaar geleden het slib nog gedroogd werd in installaties van derden, gebeurt dat nu in eigen installaties van Aquafin.
SLIB ALS MATERIAAL VOOR AFDICHTLAGEN OP STORTPLAATSEN Ontwaterd slib kan nuttig gebruikt worden in de afdichtlagen van stortplaatsen. Zo’n laag moet voorkomen dat water het stort zou binnendringen. Hydrostab® is een alternatief voor klassiek gebruikte afdichtingsmaterialen als zand-bentonietmengsels. In het Hydrostabprocedé worden afvalstoffen gebruikt in plaats van natuurlijke bodemmaterialen. In 2009 werd 9.001 ton slib omgerekend naar droge stof afgezet voor gebruik als afdichtlaag op de gesaneerde stortplaats Hooge Maey in Antwerpen. Ook de vliegassen van de slibverbrandingsoven van Brugge krijgen hierbij een nuttige toepassing.
VERBRANDEN VAN SLIB In 2009 werd in totaal 48.885 ton slib omgerekend naar droge stof verbrand. 49,2% daarvan werd verbrand in de SLECO verbrandingsoven te Beveren. 49,5% ging naar de slibverbrandingsinstallatie van Brugge die Aquafin in dienst heeft. Slechts 1,3% werd in Duitsland verbrand. 24,0 miljoen kWhthermisch van de slibverbrandingsoven van RWZI Brugge werd gevaloriseerd in de slibdrooginstallatie. Het resultaat is een slib dat voldoende droog is om te kunnen verbranden zonder bijstoken met een primaire brandstof zoals steenkool. 64% van de totale verbrandingswarmte van het verwerkte slib kon hierdoor hergebruikt worden in 2009.
Door ontwaterd slib verder te drogen, krijgt het een drogestofgehalte van ca. 90%. Het zuiveringsslib wordt gedroogd tot korrels, met een calorische waarde gelijk aan die van bruinkool. Hierdoor kan het gedroogde slib gebruikt worden om andere brandstoffen te vervangen in steenkool- of bruinkoolgestookte elektriciteitscentrales en in cementovens. In 2009 werd 34.259 ton gedroogd slib omgerekend naar droge stof co-verbrand. De pellets afkomstig van de slibdrogers van Aquafin, zijn een wettelijk erkende bron van hernieuwbare energie, op voorwaarde dat de pellets gedroogd werden met biogas of andere hernieuwbare energiebronnen.
DUURZAAM ONDERNEMEN
65
66
JAARVERSLAG 2009
HERGEBRUIK VAN AFVALWARMTE VAN DERDEN
PRODUCTIE VAN WINDENERGIE
In de slibdrogingsinstallatie van Houthalen wordt geen biogas of aardgas ingezet. Aquafin gebruikt er de afvalwarmte van de naastliggende huisvuilverbrandingsinstallatie van Bionerga. De warmte die ontstaat bij de verbranding van het restafval wordt in stoom omgezet, die aan Aquafin wordt verkocht. Bionerga leverde in 2009 25,9 miljoen kWhthermisch.
Aquafin stelt ruimte ter beschikking van partijen die willen investeren in windenergie. De windturbines op onze terreinen in Middelkerke en op de site van RWZI Brugge hebben een jaarproductie van ongeveer 6,5 miljoen kWhelektrisch.
ENERGIEMANAGEMENT VOOR EEN LAGERE MILIEU-IMPACT Aquafin verbruikt ongeveer 250 GWh/jaar. Het bedrijf voert al jaren een beleid om bij de afzet van overtollig zuiveringsslib zoveel mogelijk transportkosten en energiekosten te sparen. Hoewel uit externe audits gebleken is dat onze installaties qua energieverbruik efficiënt ontworpen zijn, wil het bedrijf werk maken van een nog meer doorgedreven energiebeheer. De energiekost voor de zuivering van afvalwater, bedraagt namelijk zo’n 25 miljoen euro per jaar, een vijfde van de totale operationele kosten van Aquafin. Aquafin kreeg in 2009 een tweede Energy Health Check van Siemens, waarbij een positieve evolutie ten opzichte van de scan van twee jaar geleden werd vastgesteld.
Slibkosten verlagen door centraal beheer De verwerking en afzet van resterend zuiveringsslib is niet alleen een zware kost voor Aquafin, maar ook een belasting voor het milieu door de vele duizenden transporten aan vloeibaar slib en gedroogd slib per jaar. Een nieuw ingenieus berekeningsmodel moet de logistieke keten van de slibverwerking optimaliseren. Het model vereenvoudigt het nemen van strategische beslissingen, maar biedt ook de mogelijkheid om wekelijkse fluctuaties van de slibtransporten te minimaliseren.
Infrastructuurwerken in woongebieden of langs drukke verkeersaders brengen altijd hinder met zich mee. Door een goede planning van de werken en voldoende communicatie met de handelaars en buurtbewoners, kan die hinder wel aanzienlijk beperkt worden. Als een handelaar of buurtbewoner geen aanspreekpunt vindt op de werf, staat ook de ombudsman van Aquafin klaar. Omdat Aquafin omgevingsvriendelijk werken aanmoedigt, reikt het bedrijf sinds 2007 jaarlijks een award uit aan de aannemer van rioleringswerken die het meeste oog heeft voor de buurt. Daarvoor rangschikt Aquafin de aannemers die meer dan één project voor het bedrijf hebben uitgevoerd volgens vijf criteria: de Minder Hinder-inspanningen van de aannemer, gecombineerd met de veiligheidsstatistieken, schadegevallen, noodoproepen en het aantal klachten. De bouwsector en Aquafin hebben de voorbije jaren flinke stappen vooruit gezet. De Minder Hinder-acties die nu worden uitgevoerd, zijn van een heel andere orde dan vijf jaar geleden. Toch blijven er nog duidelijke actiepunten. Het herstel van het privaat domein in de oorspronkelijke staat blijft jaar na jaar het grootste pijnpunt in de tevredenheidsenquêtes. Aquafin blijft het belang hiervan benadrukken bij de aannemers.
OOG VOOR DE BURGER
DUURZAAM ONDERNEMEN
67
68
JAARVERSLAG 2009
NIEUWE AWARD VOOR STUDIEBUREAUS
VAN EXTRA NAAR EVIDENTIE
Ook de studiebureaus kunnen zich nog meer op hinderbeperking richten bij het uittekenen van een ontwerp. Aquafin zal dus nog strenger worden op de toepassing van de Minder Hinder-posten in de bestekken. Om die actie positief te kaderen, zal het bedrijf in 2011 voor het eerst ook een award uitreiken aan het studiebureau dat in zijn ontwerpen het meeste rekening houdt met omgevingsfactoren.
Uit de meting van de Minder Hinder-acties van de voorbije jaren, valt op dat een groeiende groep aannemers de vertaalslag heeft gemaakt van Minder Hinder-maatregelen als iets extra’s naar een evidentie. De aannemers die de voorbije jaren regelmatig terugkeerden in de top-10 van award-kandidaten, hebben aandacht voor hinderbeperking ondertussen opgenomen in hun bedrijfsfilosofie.
Aannemer VBG won de derde Minder Hinder-award die Aquafin in 2009 uitreikte.
OMBUDSMAN ALS BEMIDDELAAR TUSSEN BURGER EN BEDRIJF De ombudsman van Aquafin zorgt voor correcte informatie, bemiddeling of verzoening en draagt concrete oplossingen aan bij klachten. In 2009 werd de ombudsman 337 keer rechtstreeks aangesproken. Van de klachten die hij registreerde ging 67% over de uitvoering van rioleringswerken. De meeste betroffen de herstelling van privaat en openbaar domein, de toegankelijkheid van straten en woningen, onvoldoende informatie en betwistingen over vergoedingen of uitbetalingen van geleden schade tijdens de werken. 30% van de klachten betrof de werking van de zuiveringsinstallaties met vooral geurhinder, lawaaihinder en wateroverlast. De target voor een tijdige klachtenbehandeling werd dit jaar opnieuw ruimschoots gehaald.
SENSIBILISERINGSACTIES
Om zijn activiteiten beter bekend te maken bij een breed publiek, stelt Aquafin regelmatig zijn infrastructuur open en licht het bedrijf zijn activiteiten toe aan verschillende doelgroepen. In 2009 organiseerde Aquafin zes opendeurdagen op zuiveringsinstallaties die nieuw gebouwd of pas gerenoveerd waren. Scholen en verenigingen kunnen op weekdagen op een 20-tal installaties terecht voor een geleid bezoek. Van die mogelijkheid maken jaarlijks honderden groepen gebruik.
DUURZAAM ONDERNEMEN
69
70
JAARVERSLAG 2009
Daarnaast stelt Aquafin educatief materiaal ter beschikking van scholen, verenigingen en gemeenten. RWZI Adinkerke werd uitgerust om jonge bezoekers te ontvangen, naar aanleiding van een akkoord tussen Aquafin en Plopsaland voor de bouw van de nieuwe zuiveringsinstallatie op een grond die overgekocht werd van het pretpark. Dankzij een proactieve communicatie naar de pers over de werken en activiteiten van Aquafin, neemt het aantal positieve mediaberichten nog elk jaar toe.
AQUAFIN STEUNT BIG JUMP Aquafin sponsorde in 2009 voor het eerst de Big Jump, een ludieke Europese actie, die pleit om snel werk te maken van schone waterlopen. De lokale acties in Vlaanderen worden gecoördineerd door de Bond Beter Leefmilieu. Elk jaar springen duizenden mensen op hetzelfde tijdstip in alle bekkens rivieren en beken in, om zo uitdrukking te geven aan hun hoop dat het straks weer echt mogelijk wordt om er veilig te zwemmen.
ZORG VOOR MEDEWERKERS Competente medewerkers aanwerven en behouden, is een permanent aandachtspunt in elk succesvol bedrijf. In 2009 werkte Aquafin een ontwikkelingscyclus uit, die elke medewerker de kans geeft om zijn carrière in eigen handen te nemen. Het veiligheidsbewustzijn wordt steeds meer gedragen door de basis van het bedrijf, wat te merken valt aan de veiligheidsresultaten.
OPSTART CARRIÈREMANAGEMENT Aquafin zette in 2009 nieuwe stappen in de uitwerking van zijn systeem voor competentiemanagement. Om alle medewerkers zicht te geven op hun toekomstmogelijkheden binnen het bedrijf, werd elke functie de voorbije jaren op één van de vertikale loopbaanladders geplaatst. Daarnaast werd elke individuele medewerker ingeschaald in zijn horizontale loopbaanpad. Gedragscompetenties, technische expertise en de invulling van de bedrijfswaarden bepalen of een medewerker nog starter is, of al doorgroeide naar bevestigd, ervaren, specialist of rolmodel.
DUURZAAM ONDERNEMEN
71
72
JAARVERSLAG 2009
Om alle medewerkers de kans te geven zich te ontplooien, werkte Aquafin een doorlopende ontwikkelingscyclus uit, met jaarlijks drie officiële gesprekken tussen medewerker en leidinggevende. Aan die coachingscyclus is een persoonlijk ontwikkelingsplan gekoppeld, waarin actiepunten worden opgenomen om elke medewerker zijn doelstellingen te helpen realiseren. Alle leidinggevenden doorlopen een leiderschapstraject dat hun vaardigheden op het gebied van competentiemanagement moet vergroten. Een sterke groep leidinggevenden is een noodzaak voor de uitwerking van de bedrijfsstrategie en een voorwaarde voor de motivatie van de medewerkers.
VERBETERDE AANWERVING EN SELECTIE In 2009 ging Aquafin zich sterker op de arbeidsmarkt profileren, met een nieuwe campagne rond het imago van Aquafin als werkgever. Ook de werving- en selectieprocedure is herbekeken vanuit het beoogde competentiemanagement. De snelheid en klantgerichtheid van het wervings- en selectieproces gingen er voelbaar op vooruit in 2009.
VEILIGE WERKOMSTANDIGHEDEN Veilig werken wordt steeds meer vanzelfsprekend in het bedrijf. In 2009 lagen de arbeidsongevallen voor het derde jaar op rij beneden de gestelde target. Aquafin verwacht qua ernstgraad van de ongevallen om net zoals in 2008 onder de gemiddelden van elektriciteitsproducenten en chemische bedrijven te blijven, twee vergelijkbare sectoren.
Actieve controles tijdens de uitvoering van werken en onderhoud van installaties moeten de veiligheidscultuur verder verankeren. Daarnaast worden bijna-ongevallen telkens in een open sfeer besproken, zodat alle medewerkers er lessen uit kunnen trekken en echte ongevallen kunnen worden voorkomen. Twee nieuwe ‘e-learning’ pakketten rond werfveiligheid en de inspectie van rioolputten, moeten de veiligheid van zowel eigen medewerkers als van externen verhogen. Voor aannemers en studiebureaus organiseerde Aquafin infosessies rond werken met biologische agentia, valbeveiliging en het gevaar van de vorming van zwavelsulfide in de riolering.
UITWERKING VAN EEN WELZIJNSBELEID In 2009 heeft het bedrijf een aantal ergonomische hulpmiddelen ontwikkeld, die wegens grote interesse ook werden gecommercialiseerd voor gemeenten en andere klanten.
In 2010 verruimt Aquafin zijn gezondheidspromotie op het werk. Het voorbije jaar werd het ziekteverzuim in kaart gebracht, om op basis van referentiegegevens vooruitgang te kunnen meten. In 2010 start Aquafin ook met het wettelijk verplichte alcohol-en drugsbeleid.
Aquafin is populaire werkgever In deze economisch moeilijke tijden is Aquafin voor heel veel sollicitanten een aantrekkelijk werkgever. Naast een marktconforme verloning en het imago van een stabiele werkgever, voelen sollicitanten zich vooral tot Aquafin aangetrokken door de goede balans tussen werk en vrije tijd, de kans om zich voor het milieu in te zetten, en voor de ingenieursprofielen de mogelijkheid om niet alleen in de diepte maar ook in de breedte te werken.
DUURZAAM ONDERNEMEN
73
74
JAARVERSLAG 2009
JAARREKENING
76
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS
78
BALANS EN RESULTATENREKENING
90
WAARDERINGSREGELS
75
76
JAARVERSLAG 2009
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN AQUAFIN NV OVER DE JAARREKENING OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2009 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen en inlichtingen en vervangt het eerder aan u gerichte verslag van 2 april 2010 over de jaarrekening en het jaarverslag gezien deze werden gewijzigd.
VERKLARING ZONDER VOORBEHOUD OVER DE JAARREKENING Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2009, opgesteld overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 2.429.353.756 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 6.526.287. n Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor het
opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
n Verantwoordelijkheid van de commissaris
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controleinformatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de vennootschap met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van de vennootschap. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel.
n Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2009 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap, overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.
BIJKOMENDE VERMELDINGEN EN INLICHTINGEN Het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, alsook het naleven door de vennootschap van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten, vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen en inlichtingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen:
• In het jaarverslag heeft de raad U, overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen ingelicht over het belangenconflict betreffende de goedkeuring van aanvullende onkostenvergoedingen aan individuële bestuurders voor activiteiten buiten het normale werkterrein van het bestuursmandaat. De vermogensrechtelijke gevolgen van de vennootschap bestaan uit de vergoeding per opdracht van € 317,01 en waarvan de totale impact wordt geraamd op circa € 6.500.
Antwerpen, 15 april 2010 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris vertegenwoordigd door
Ronald Van den Ecker Vennoot Ref: 10RVDE0039
• Het jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat. • Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. • Behoudens dat de jaarrekening, het jaarverslag en onderhavig verslag u niet binnen de termijnen zoals bepaald in artikel 553 van het Wetboek van Vennootschappen ter beschikking konden worden gesteld tengevolge van een belangrijke gebeurtenis na balansdatum, dienen wij u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen zijn gedaan of genomen. De verwerking van het resultaat die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.
JAARREKENING
77
78
JAARVERSLAG 2009
BALANS EN RESULTATENREKENING BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
VASTE ACTIVA
20/28
2.353.821.718
2.253.879.505
Materiële vaste activa
22/27
2.353.129.826
2.253.237.762
22
94.805.646
83.661.412
Installaties, machines en uitrusting
23
2.013.115.512
1.913.496.436
Meubilair en rollend materieel
24
2.876.748
2.335.506
Leasing en soortgelijke rechten
25
1.369.435
1.588.123
Overige materiële vaste activa
26
174.902
115.651
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
27
240.787.583
252.040.634
Terreinen en gebouwen
Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen Deelnemingen
28
691.892
641.743
280/1
689.557
639.407
280
689.557
639.407
Andere financiële vaste activa
284/8
2.335
2.336
Vorderingen en borgtochten in contanten
285/8
2.335
2.336
29/58
75.532.038
26.479.232
3
24.024.393
17.219.973
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden en bestellingen in uitvoering Bestellingen in uitvoering
37
24.024.393
17.219.973
40/41
13.417.594
7.441.824
Handelsvorderingen
40
10.925.589
3.382.425
Overige vorderingen
41
2.492.005
4.059.399
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Geldbeleggingen Overige beleggingen
50/53
456.187
51/53
456.187
Liquide middelen
54/58
37.638.505
421.381
Overlopende rekeningen
490/1
451.546
939.867
TOTAAL DER ACTIVA
20/58
2.429.353.756
2.280.358.737
PASSIVA
Codes
EIGEN VERMOGEN
10/15
975.484.771
888.235.533
10
149.429.288
149.429.288
Geplaatst kapitaal
100
198.400.000
198.400.000
Niet opgevraagd kapitaal
101
48.970.712
48.970.712
13
17.800.856
20.473.855
Wettelijke reserve
130
10.201.336
9.874.336
Beschikbare reserve
133
7.599.520
10.599.519
Kapitaal
Reserves
Boekjaar
Vorig boekjaar
Overgedragen winst
14
6.338
4.616
Kapitaalsubsidies
15
808.248.289
718.327.774
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN Voorzieningen voor risico's en kosten Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Overige risico's en kosten SCHULDEN Schulden op meer dan één jaar Financiële schulden Leasingschulden en soortgelijke schulden Kredietinstellingen
16
2.477.600
1.564.981
160/5
2.477.600
1.564.981
160
305.066
345.108
163/5
2.172.534
1.219.873
17/49
1.451.391.385
1.390.558.223
17
1.173.465.080
1.066.656.440
170/4
1.173.361.541
1.066.549.414
172
2.448.395
2.739.808 1.063.809.606
173
1.170.913.146
178/9
103.539
107.026
42/48
264.398.413
309.374.432
42
132.986.551
129.416.839
Financiële schulden
43
30.549.865
82.994.000
Kredietinstellingen
430/8
30.549.865
82.994.000
44
62.647.243
70.223.605
Overige schulden Schulden op ten hoogste één jaar Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vallen
Handelsschulden Leveranciers
440/4
62.647.243
70.223.605
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
46
22.316.046
17.605.297
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
45
6.687.824
6.162.790
Belastingen
450/3
119.324
200.453
Bezoldigingen en sociale lasten
454/9
6.568.500
5.962.337
47/48
9.210.884
2.971.901
Overlopende rekeningen
Overige schulden
492/3
13.527.892
14.527.351
TOTAAL DER PASSIVA
10/49
2.429.353.756
2.280.358.737
JAARREKENING
79
80
JAARVERSLAG 2009
RESULTATENREKENING Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
70/74
352.046.829
326.340.391
70
340.929.240
326.755.268
en in de bestellingen in uitvoering
71
6.804.420
-3.252.236
Geproduceerde vaste activa
72
28.288
122.272
Bedrijfsopbrengsten Omzet Toename in de voorraad goederen in bewerking en gereed product
Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
74
4.284.881
2.715.087
60/64
288.606.003
260.946.518
60
88.577.243
86.695.034
600/8
88.577.243
86.695.034
Diensten en diverse goederen
61
33.753.143
23.021.184
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
62
53.985.708
48.101.803
630
108.221.997
97.376.372
631/4
540.765
224.967
Aankopen
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)
635/7
912.619
-87.701
Andere bedrijfskosten
640/8
2.614.528
5.614.859
9901
63.440.826
65.393.873 1.362.790
Bedrijfswinst Financiële opbrengsten Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Financiële kosten Kosten van schulden Andere financiële kosten Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, voor belasting Uitzonderlijke opbrengsten
75
699.856
751
390.022
720.312
752/9
309.834
642.478
65
57.401.000
60.401.180
650
55.945.144
59.469.997
652/9
1.455.856
931.183
9902
6.739.682
6.355.483
76
50.150
104.165
761
50.150
104.165
Winst van het boekjaar voor belasting
9903
6.789.832
6.459.648
Belastingen op het resultaat
67/77
263.545
173.828
670/3
377.216
253.990
voor belastingen
77
113.671
80.162
Winst van het boekjaar
9904
6.526.287
6.285.820
TE BESTEMMEN WINST VAN HET BOEKJAAR
9905
6.526.287
6.285.820
Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
Belastingen Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen
RESULTATENVERWERKING
Te bestemmen winstsaldo Te bestemmen winst van het boekjaar Overgedragen winst van het vorige boekjaar Onttrekking aan het eigen vermogen Aan de reserves
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
9906
6.530.903
6.289.416
9905
6.526.287
6.285.820
14P
4.616
3.596
791/2
3.000.000
792
3.000.000
691/2
327.000
Aan de wettelijke reserves
6920
327.000
Aan de overige reserves
6921
Toevoeging aan het eigen vermogen
Over te dragen winst Uit te keren winst Vergoeding van het kapitaal
3.315.000 315.000 3.000.000
14
6.338
4.616
694/6
9.197.565
2.969.800
694
9.197.565
2.969.800
JAARREKENING
81
82
JAARVERSLAG 2009
TOELICHTING STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
TERREINEN EN GEBOUWEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8191P
109.890.145
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8161
13.820.094
8191
123.710.239
8321P
26.228.733
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8271
2.675.860
8321
28.904.593
22
94.805.646
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8192P
2.942.779.416
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa
8162
6.801.043
Overboeking van een post naar een andere
8182
197.010.133
8192
3.146.590.592
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8322P
1.029.282.980
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8272
104.192.100
8322
1.133.475.080
23
2.013.115.512
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8193P
11.743.200
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8163
1.588.492
8193
13.331.692
8323P
9.407.694
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8273
1.047.250
8323
10.454.944
24
2.876.748
LEASING EN SOORTGELIJKE RECHTEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8194P 8194
4.373.770 4.373.770
8324P
2.785.647
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt
8274
218.688
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8324
3.004.335
25
1.369.435
250
1.369.435
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR Waarvan terreinen en gebouwen
TOELICHTING STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
OVERIGE MATERIELE VASTE ACTIVA Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8195P
3.793.828
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8165
147.350
8195
3.941.178
8325P
3.678.177
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8275
88.099
8325
3.766.276
26
174.902
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8196P
252.040.634
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa
8166
185.757.082
Overboeking van een post naar een andere
8186
-197.010.133
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8196
240.787.583
27
240.787.583
Codes
Boekjaar
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
STAAT VAN DE FINANCIELE VASTE ACTIVA
Vorig boekjaar
VERBONDEN ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8391P
1.938.283
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8361
1
8391
1.938.284
8521P
1.298.877
Mutaties tijdens het boekjaar Teruggenomen want overtollig
8481
50.150
Waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8521
1.248.727
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
280
689.557
ANDERE ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
285/8P
2.336
Mutaties tijdens het boekjaar Terugbetalingen NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8593
1
285/8
2.335
JAARREKENING
83
84
JAARVERSLAG 2009
TOELICHTING INLICHTINGEN OMTRENT DE DEELNEMINGEN DEELNEMINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RECHTEN AANGEHOUDEN IN ANDERE ONDERNEMINGEN Aquaplus NV Ingberthoeveweg 21 B-2630 Aartselaar 0462.755.821 Aangehouden maatschappelijke rechten - aandelen op naam rechtstreeks aantal: 39.999 rechtstreeks %: 99,99 Gegevens geput uit de laatste beschikbare jaarrekening per 31 december 2009 eigen vermogen: 689.557 euro Nettoresultaat: 50.149 euro
OVERIGE GELDBELEGGINGEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
OVERIGE GELDBELEGGINGEN Termijnrekeningen bij kredietinstellingen Met een resterende looptijd of opzegtermijn van hoogstens één maand
53
456.187
8686
456.187
OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa Voorafbetaalde kosten
402.116
Rente
49.429
STAAT VAN HET KAPITAAL EN DE AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
STAAT VAN HET KAPITAAL Maatschappelijk kapitaal Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
100P
Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
100 Codes
Gewone aandelen Op naam
198.400.000 198.400.000 Bedragen
Aantal aandelen
198.400.000
800.000
8702
Codes
800.000 Niet-opgevraagd bedrag
Niet gestort kapitaal Niet opgevraagd kapitaal Aandeelhouders die nog moeten volstorten
101
48.970.712 48.970.712
VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO’S EN KOSTEN Uitsplitsing van de post 163/5 van de passiva Voorziene kosten voor laattijdigheid
Boekjaar
31.634
Voorziene kosten voor juridische geschillen
958.124
Voorziene kosten voor geschillen mbt OVK
106.633
Voorziene kosten geschillen diverse
122.000
Voorziene kosten afvoer slib
484.142
Overige te voorziene kosten
470.000
TOELICHTING STAAT VAN DE SCHULDEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN
Codes
Boekjaar
Financiële schulden
8801
132.986.551
Leasingschulden en soortgelijke schulden
8831
291.353
Kredietinstellingen
8841
132.695.198
42
132.986.551
Financiële schulden
8802
553.534.413
Leasingschulden en soortgelijke schulden
8832
1.547.060
Kredietinstellingen
8842
551.987.353
Overige schulden
8902
103.539
8912
553.637.952
Financiële schulden
8803
619.827.128
Leasingschulden en soortgelijke schulden
8833
901.335
Kredietinstellingen
8843
618.925.793
8913
619.827.128
9073
119.324
9077
6.568.500
UITSPLITSING VAN DE SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAARGELANG HUN RESTERENDE LOOPTIJD Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
TOTAAL DER SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR DIE BINNEN HET JAAR VERVALLEN Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar maar hoogstens 5 jaar
TOTAAL DER SCHULDEN MET EEN RESTERENDE LOOPTIJD VAN MEER DAN ÉÉN MAAR HOOGSTENS 5 JAAR Schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar
TOTAAL DER SCHULDEN MET EEN RESTERENDE LOOPTIJD VAN MEER DAN 5 JAAR SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN Belastingen Niet-vervallen belastingschulden Bezoldigingen en sociale lasten Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva Rente Overige overlopende posten
13.005.889 522.002
JAARREKENING
85
86
JAARVERSLAG 2009
TOELICHTING BEDRIJFSRESULTATEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
BEDRIJFSKOSTEN Werknemers ingeschreven in het personeelsregister Totaal aantal op de afsluitingsdatum
9086
854
820
Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten
9087
808,8
763,9
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
9088
1.336.174
1.261.474
620
38.733.211
34.329.803
Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen
621
10.749.054
9.635.154
Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen
622
2.298.688
1.915.641
Andere personeelskosten
623
2.115.631
2.132.914
Pensioenen
624
89.124
88.291
635
-40.042
13.574
Geboekt
9112
764.983
355.085
Teruggenomen
9113
224.218
130.118
Toevoegingen
9115
1.461.727
710.056
Bestedingen en terugnemingen
9116
549.108
797.757
640
2.513.749
2.663.806
641/8
100.779
2.951.053
Personeelskosten Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen
Voorzieningen voor pensioenen Toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) Waardeverminderingen Op handelsvorderingen
Voorzieningen voor risico's en kosten
Andere bedrijfskosten Bedrijfsbelastingen en -taksen Andere Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen Totaal aantal op de afsluitingsdatum
9096
3
7
Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten
9097
5,4
13,6
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
9098
9.387
28.804
617
266.071
523.757
Kosten voor de onderneming FINANCIELE EN UITZONDERLIJKE RESULTATEN Uitsplitsing van de overige financiële kosten Bankkosten Overige financiële kosten
1.319.276
714.500
136.580
216.683
TOELICHTING BELASTINGEN EN TAXEN
Codes
Boekjaar
9134
377.216
9135
377.216
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
BELASTINGEN OP HET RESULTAAT Belastingen op het resultaat van het boekjaar Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen
BELASTINGEN OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN In rekening gebrachte belasting op de toegevoegde waarde Aan de onderneming (aftrekbaar)
9145
128.977.121
129.374.720
Door de onderneming
9146
68.004.483
63.832.448
9147
10.694.444
9.604.893
Ingehouden bedragen ten laste van derden als Bedrijfsvoorheffing
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Boekjaar
BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN TOT AANKOOP VAN VASTE ACTIVA Gegunde nog niet geactiveerde projecten
52.589.210
Aankoopverplichtingen
BETREKKINGEN MET VERBONDEN ONDERNEMINGEN
3.403.338
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
280/1
689.557
639.407
280
689.557
639.407
9291
188.019
125.638
9311
188.019
125.638
9351
605
9371
605
Codes
Boekjaar
VERBONDEN ONDERNEMINGEN Financiële vaste activa Deelnemingen Vorderingen Op hoogstens één jaar Schulden Op hoogstens één jaar
FINANCIELE BETREKKINGEN MET DE COMMISSARIS EN DE PERSONEN MET WIE HIJ VERBONDEN IS Bezoldiging van de commissaris
9505
49.350
95063
11.402
Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
Boekjaar
AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN DIE NIET GEWAARDEERD ZIJN OP BASIS VAN DE REELE WAARDE Afgeleide financiële instrumenten
19.992.332
JAARREKENING
87
88
JAARVERSLAG 2009
SOCIALE BALANS STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN
Codes
Voltijds
Deeltijds
Boekjaar
Boekjaar
Totaal of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) Boekjaar
Vorig boekjaar
WERKNEMERS INGESCHREVEN IN HET PERSONEELSREGISTER Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers
100
695,3
150,2
808,8 (VTE)
763,9 (VTE)
Aantal gepresteerde uren
101
1.154.732
181.442
1.336.174 (T)
1.261.474 (T)
Personeelskosten
102
47.875.747
6.020.837
Voordelen bovenop het loon
103
53.896.584 (T) 48.013.512 (T) 454.132(T)
503.489 (T)
Totaal in voltijdse equivalenten
Codes
Voltijds
Deeltijds
105
702
152
817,3
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
110
691
150
805,0
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
111
11
2
12,3
120
577
55
620,4
Secundair onderwijs
1201
340
36
368,2
Hoger niet-universitair onderwijs
1202
166
14
177,1
Universitair onderwijs
1203
71
5
75,1
121
125
97
196,9
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister Volgens de aard van de overeenkomst
Volgens het geslacht en opleidingsniveau Mannen
Vrouwen Secundair onderwijs
1211
31
30
53,8
Hoger niet-universitair onderwijs
1212
45
46
78,8
Universitair onderwijs
1213
49
21
64,3
Bedienden
134
700
152
815,3
Andere
133
2
Volgens beroepscategorie
UITZENDKRACHTEN
2,0
Codes
Uitzendkrachten
150
5,4
TIJDENS HET BOEKJAAR Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen Aantal daadwerkelijke gepresteerde uren
151
9.387
Kosten voor de onderneming
152
266.071
SOCIALE BALANS TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR
Codes
Voltijds
Deeltijds
Totaal in voltijdse equivalenten
INGETREDEN Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven
205
63
9
69,8
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
210
53
4
56,3
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
211
10
5
13,5
305
28
10
35,2
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
310
24
6
29,5
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
311
4
4
5,7
340
1
Volgens de aard van de overeenkomst
UITGETREDEN Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Pensioen
1,0
Afdanking
342
6
1
6,8
Andere reden
343
21
9
27,4
INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDING VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR
Codes
Mannen
Codes
Vrouwen
Totaal van de opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers
5801
649
5811
243
Aantal gevolgde opleidingsuren
5802
17.892
5812
5.226
Nettokosten voor de onderneming
5803
822.311
5813
240.186
waarvan betaalde bijdragen en stortingen aan collectieve fondsen
58032
869.314
58132
253.914
waarvan ontvangen tegemoetkomingen (in mindering)
58033
47.003
58133
13.728
JAARREKENING
89
90
JAARVERSLAG 2009
WAARDERINGSREGELS
1. OPRICHTINGSKOSTEN - KOSTEN KAPITAALVERHOGING Oprichtingskosten worden geboekt tegen aanschaffingswaarde en worden ten laste gelegd van het boekjaar waarin de kosten gemaakt of waarvoor verbintenissen aangegaan worden. Kosten van kapitaalverhogingen zijn ten laste van het boekjaar waarin de kapitaalverhoging gebeurt.
• voor vaste activa eigen aan de projecten Deze activa worden overgeboekt van werken in uitvoering naar materiële vaste activa op het ogenblik van de oplevering van een project. Vier klassen worden onderscheiden in functie van hun economische levensduur. Hiervoor worden volgende afschrijvingspercentages toegepast: -
2. MATERIËLE VASTE ACTIVA Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffingswaarde, d.i. de aankoopprijs en de bijkomende kosten. Vanaf boekjaar 2003 werd krachtens artikel 196, $ 2 WIB 92 opgelegd dat de eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebrachte vaste activa slechts als beroepskosten aangemerkt wordt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht. Voor het boekjaar 2003, 2004 en 2005 werd hiervoor aan Aquafin NV een afwijking toegestaan. Vanaf boekjaar 2006 wordt dit artikel integraal toegepast op basis van een proratering op maandbasis.
klasse 1: klasse 2: klasse 3: klasse 4:
lineair 25% lineair 14,25% lineair 6,66% lineair 3,03%.
Volgende investeringen behoren tot klasse 1: Computers, kantoormachines, software, telemetrische apparatuur, draagbaar gereedschap en uitrusting, radio-uitrusting, telecommunicatie-apparatuur, monstername-apparatuur, meetapparatuur, grasmaaiers, laboratoriumuitrusting, personenwagens, lichte bedrijfsvoertuigen. Deze lijst is niet limitatief. Volgende investeringen maken deel uit van klasse 2: Draagbare pompen, beluchters, mixers en generatoren van < 25 KW, landbouwuitrusting, renovatie van de gebouwen, meubels, zwaar rollend materieel zoals wagens voor slib, vrachtauto’s, tractoren en frontladers. Deze lijst is niet limitatief.
Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast: Volgende investeringen maken deel uit van klasse 3: • voor vaste activa eigen aan het hoofdkantoor -
kantoormateriaal: meubilair: rollend materieel: telefooninstallatie: computer hard- en software: installatie- en inrichtingskosten van gehuurde gebouwen: machines en uitrusting: inrichting labo: geleasde kantoorgebouwen: installatie- en inrichtingskosten van geleasde gebouwen: hydronautprojecten na oplevering:
lineair 20% lineair 15% lineair 25% lineair 20% lineair 33% lineair 33% lineair 20% lineair 20% lineair 5% lineair 33% lineair 6,667%.
Omheiningen, monster- en meetstations, werkplaatsmachines, verplaatsbare kranen, of pompen en generatoren > 25 KW, stalen opslagtanks, vaste elektrische en mechanische uitrusting van nieuwgebouwde installaties. Deze lijst is niet limitatief. Eveneens tot klasse drie behoren de tot 1 januari 2005 genaamde éénmalige kosten, met uitzondering van verzekeringskosten, schadeclaimkosten, kosten controlebureau en kosten bouwplaatsbeschrijving.
Volgende investeringen maken deel uit van klasse 4: Wegen, constructies voor rioolwaterzuiveringsinstallaties en pompstations, gebouwen, lozingsconstructies, riolen, collectoren, prioritaire riolen, persleidingen, inspectieputten, rolbruggen, beplantingen. Deze lijst is niet limitatief. Aanverwante kosten worden, gronden uitgezonderd, bij de oplevering van een project in het resultaat van het boekjaar opgenomen. • Voor vaste activa eigen aan de directie Operaties
Facturen van activa met een bedrag van minder dan 2.500 euro worden onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen met uitzondering van: - activa opgericht in het kader van een goedgekeurd technisch plan - voorschotfacturen - facturen die betrekking hebben op gedeelten of uitbreidingen van activa. Activa aangekocht in het kader van specifieke projecten worden lineair afgeschreven over de looptijd van deze projecten.
Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast: - voor de investeringen m.b.t. de renovatie aan ter beschikking gestelde gebouwen: lineair 14,25% - voor de investeringen m.b.t. de oprichting van dienst- of kantoorgebouwen: lineair 3,03%. Verder worden er twee klassen onderscheiden in functie van de economische levensduur, waarvoor volgende afschrijvingspercentages worden gebruikt: - klasse 1: - klasse 2:
lineair 25% lineair 14,25%.
Niet limitatieve opsomming van de inhoud van klassen 1 en 2 is terug te vinden onder het vorige punt.
3. FINANCIËLE VASTE ACTIVA De deelnemingen, aandelen en vastrentende effecten worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Waardeverminderingen op deelnemingen en aandelen kunnen worden geboekt in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding, verantwoord door de toestand, de rendabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelnemingen of aandelen worden aangehouden.
4. VORDERINGEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR
• Voor renovatie van VMM-installaties De herstellingswerken waarvoor een technisch plan wordt opgemaakt, worden geactiveerd. Volgens de overeenkomst met het Vlaamse Gewest zijn dit de herstellingswerken met een geschatte minimale levensduur van meer dan 7 jaar. Deze activa worden overgeboekt van ‘Werken in uitvoering’ naar ‘Overige materiële vaste activa’ op het ogenblik van de oplevering van een project. De opdeling in klassen en de daarmee samenhangende afschrijvingspercentages zijn analoog aan die voor de vaste activa eigen aan de projecten. Op materiële vaste activa in aanbouw worden geen afschrijvingen geboekt. Op materiële vaste activa kunnen aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen genomen worden, wanneer door verandering of wijziging van de economische en technologische omstandigheden, de gebruikswaarde voor de onderneming lager is dan de boekwaarde.
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde met uitzondering van de vorderingen onder de vorm van vastrentende effecten, die tegen de laagste van volgende waarden worden geboekt, de aanschaffingsprijs of de terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Een waardevermindering wordt toegepast indien de betaling op de vervaldag onzeker is.
5. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR Vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde. Vastrentende effecten worden gewaardeerd aan het laagste van volgende bedragen, aanschaffingswaarde of terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Waardeverminderingen worden toegepast indien voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling ervan op de vervaldag.
Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn of niet meer duurzaam bijdragen tot de activiteit, zullen bijkomend worden afgeschreven zodat de waarde overeenstemt met de geraamde realisatiewaarde.
JAARREKENING
91
92
JAARVERSLAG 2009
6. GELDBELEGGINGEN Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd aan nominale waarde. Effecten worden gewaardeerd aan de laagste van volgende bedragen, aanschaffingsprijs of terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Waardeverminderingen worden geboekt wanneer de realisatiewaarde bij het afsluiten van het boekjaar lager ligt dan de boekwaarde.
7. LIQUIDE MIDDELEN Liquide middelen worden geboekt tegen nominale waarde. Waardeverminderingen worden geboekt wanneer de realisatiewaarde bij het afsluiten van het boekjaar lager ligt dan de boekwaarde.
8. SCHULDEN Worden geboekt tegen nominale waarde.
9. VREEMDE VALUTA Schulden en vorderingen uitgedrukt in vreemde valuta worden bij het afsluiten van het boekjaar gewaardeerd aan de wisselkoers van de laatste werkdag van het boekjaar.
10. OVERLOPENDE REKENINGEN De overlopende rekeningen worden geboekt en gewaardeerd aan aanschaffingswaarde en in de balans opgenomen van het gedeelte dat betrekking heeft op volgend boekja(a)r(en).
11. BESTELLINGEN IN UITVOERING WAARDERING VAN PROJECTEN BUITEN DE UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST Kosten opgelopen in het kader van projecten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest worden in de jaarrekening verwerkt als ‘Bestellingen in uitvoering’. Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs. Het positief verschil tussen de verkoopprijs en de vervaardigingsprijs (winst) wordt pas in de resultatenrekening tot uitdrukking gebracht na volledige uitvoering van de bestelling. Ten aanzien van bestellingen in uitvoering worden op afsluitdatum waardeverminderingen toegepast indien hun vervaardigingsprijs, vermeerderd met het geraamd bedrag van de nog te maken kosten, hoger is dan de netto verkoopprijs of de contractueel bedongen prijs.
BIJKOMENDE INFO
EIGEN VERMOGEN: KAPITAALSUBSIDIES VERVANGEN DOOR ONTVANGEN VERGOEDINGEN DRINKWATERMAATSCHAPPIJEN/VLAAMSE GEWEST De ontvangen vergoedingen van de drinkwatermaatschappijen/Vlaamse Gewest zijn de vergoedingen toegekend door het Vlaamse Gewest aan de vennootschap uit hoofde van tijdens het afgelopen boekjaar door de vennootschap aan het Vlaamse Gewest opgeleverde installaties. Deze vergoeding wordt ten gunste van het resultaat gebracht ten belope van hetzelfde bedrag van de afschrijvingskost waarop de vergoeding betrekking heeft.
n Niet in balans opgenomen rechten en verplichtingen
Tegoeden op de drinkwatermaatschappijen/Vlaamse Gewest: 1.251.837.963,82 euro Deze tegoeden betreffen de nog niet door het Vlaamse Gewest terugbetaalde investeringskosten van projecten die reeds aan het Vlaamse Gewest werden opgeleverd.
OVERDRACHT ACTIVA BIJ AFLOOP VAN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST Aquafin NV houdt de volle eigendom van de installaties die worden opgericht op terreinen die deel uitmaken van het openbaar domein omdat het Vlaamse Gewest gedurende de hele duur van de overeenkomst afziet van het recht tot natrekking. Vanaf het ogenblik dat de overeenkomst afloopt, wordt het eigendomsrecht op deze installaties en andere bouwwerken aan het Vlaamse Gewest overgedragen zonder dat deze tot betaling van enige vergoeding verplicht is. Indien Aquafin NV op eigen terreinen allerlei installaties of andere bouwwerken opricht die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van een technisch plan, dan worden deze na afloop van de overeenkomst overgedragen aan het Vlaamse Gewest zonder dat dit tot betaling van de vergoeding verplicht is.
STAAT VAN HET KAPITAAL Aandeelhouder Vlaamse Milieuholding NV
Niet gestort kapitaal 48.970.711,61 euro
JAARREKENING
93
94
JAARVERSLAG 2009
JURIDISCHE GESCHILLEN n Wateroverlast in een woonwijk
Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij meer dan driehonderd bewoners van een woonwijk in 1998. In het in 2006 neergelegde definitieve verslag van de gerechtsexperten werden de technische oorzaken enerzijds gelegd bij een onvoldoende afvoercapaciteit van het Grote Schijn, eigendom van het Vlaamse Gewest, en anderzijds in het niet kunnen functioneren van de overstorten van de Ringcollector, beheerd door Aquafin, op het Schijn. De oorspronkelijk voorziene pleitdatum - 8 september 2009 - werd tweemaal uitgesteld. Een nieuwe pleitdatum dient nog door de rechtbank te worden vastgelegd. n Wateroverlast in een bedrijf
Met een bedrijf liep een geding naar aanleiding van wateroverlast in 1998. In 2008 oordeelde het Hof van Beroep dat het afwateringssysteem zoals het in 1998 bestond niet voldeed. De verzekeringsmaatschappij en het Vlaamse Gewest droegen uiteindelijk de volledige schadevergoeding, voor respectievelijk ongeveer 3 miljoen euro en 2,5 miljoen euro. De argumentatie van Aquafin dat het bedrijf geen fout beging en dat de vergoeding een redelijke kost is, werd door het Vlaamse Gewest aanvaard. Er werd wel, samen met het Gewest, Cassatieberoep ingesteld tegen de eerder vermelde uitspraak van het Antwerpse Hof van Beroep. De uitspraak in Cassatie wordt in de loop van 2010 verwacht. Bij verbreking wordt het dossier door een ander Hof van Beroep opnieuw behandeld.
VERZEKERINGSDOSSIERS n Onvoldoende betonwapening op RWZI Deurne
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels door zijn Alle Bouwplaatsrisicoverzekering (ABR) en grotendeels door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau gedekt. In 2008 werd gezocht naar een geschikte herstelmethode, de meest voor de hand liggende periode en een geschikte aannemer. In 2009 werd effectief gestart met het herstel. Ondertussen zijn de werkzaamheden grotendeels beëindigd. De tot nu toe ingediende vragen tot terugbetaling voor de herstelwerken werden door de ABR-verzekeraar effectief vergoed. n Betonproblematiek op RWZI Brugge
Bij de voorlopige oplevering van de renovatie van de zuiveringsinstallatie van Brugge werd in een beluchtingsbekken een aftekening van de wapening in het beton vastgesteld. Later kwam vast te staan dat de schade zich voortzet, en niet alleen in dit bekken. Op basis van een door Aquafin bestelde analyse van de oorzaken - een onvoldoende betondekking en verhoogde chloridewaarden - werd in samenspraak met de aannemer een herstelmethode uitgewerkt. Die bestaat uit de aanvulling en herstelling van de beton, en uit het aanbrengen van een zogenaamde kathodische bescherming. De eigenlijke herstelling zal in de loop van 2009, 2010 en 2011 uitgevoerd worden. De kosten van het eerste deel van het herstel worden door de aannemer gedragen, de kosten van het laatste gedeelte door Aquafin. Mocht er definitieve duidelijkheid komen over aansprakelijkheden, worden de kosten in functie van die vaststellingen herverdeeld. Er is nog geen definitieve uitspraak van de ABR-verzekeraar over het al dan niet verzekerd zijn in dit dossier.
AFFECTATIE-OVEREENKOMST Aquafin NV heeft tijdens het boekjaar 1994 een affectatie-overeenkomst ondertekend. Deze overeenkomst tussen Aquafin NV, het Vlaamse Gewest, de Europese Investeringsbank en Dexia bepaalt dat, in geval Aquafin NV in gebreke blijft, de verplichtingen ten opzichte van zijn financiers op lange termijn na te komen, de aanspraken op het Vlaamse Gewest voor de investeringen en de interesten op de leningen niet langer door het Vlaamse Gewest aan Aquafin zullen betaald worden. Deze vergoedingen zullen door het Vlaamse Gewest als solvens van Aquafin aan Dexia, dat als agent van de lange termijnkredietverleners van Aquafin optreedt, betaald worden. Lange termijn-kredieten met een originele looptijd langer dan of gelijk aan 5 jaar vallen onder deze overeenkomst.
JAARREKENING
95
RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES IN VLAANDEREN
AQUAFIN NV Colofon Verantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder Aquafin NV Grafische vormgeving: Altera Druk: Drukkerij Schaubroeck Fotografie: Misjel Decleer, Jan Locus, fotovdb.com en medewerkers van Aquafin NV Het jaarverslag 2009 is ook beschikbaar in het Engels en het Frans Extra exemplaren kan u aanvragen bij Aquafin Afdeling Communicatie Dijkstraat 8 2630 Aartselaar Tel. 03 450 46 23
[email protected]
werken aan zuiver water
RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES IN VLAANDEREN
AQUAFIN NV Colofon Verantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder Aquafin NV Grafische vormgeving: Altera Druk: Drukkerij Schaubroeck Fotografie: Misjel Decleer, Jan Locus, fotovdb.com en medewerkers van Aquafin NV Het jaarverslag 2009 is ook beschikbaar in het Engels en het Frans Extra exemplaren kan u aanvragen bij Aquafin Afdeling Communicatie Dijkstraat 8 2630 Aartselaar Tel. 03 450 46 23
[email protected]
werken aan zuiver water
werken aan zuiver water
Afkoppelen Regenwater en oppervlaktewater moeten ‘afgekoppeld’ worden van de riool en naar de natuur geleid.
Influent Het afvalwater dat de rioolwaterzuiveringsinstallatie binnenstroomt om er behandeld te worden.
BZV Het biologisch zuurstofgebruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.
KWZI of kleinschalige waterzuiveringsinstallatie KWZI’s behandelen een vuilvracht van minder dan 2000 IE.
Collector Collectoren zijn verzamelriolen die het ongezuiverde afvalwater van gemeentelijke rioleringen opvangen en naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie voeren. CZV Het chemisch zuurstofverbruik geeft aan hoeveel chemisch oxideerbaar organisch materiaal in het afvalwater aanwezig is. DWA of droogweerafvoer DWA is de inhoud van een riolering bij droog weer: vooral afvalwater en weinig hemelwater. Effluent Het gezuiverde water dat een rioolwaterzuiveringsinstallatie verlaat. IBA Individuele behandeling van afvalwater voor woningen die niet op de openbare riolering kunnen worden aangesloten. IE of inwonersequivalent Eén IE is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert. Hiervoor wordt een waarde van 150 liter aangenomen. Die waarde ligt hoger dan het gemiddelde van 120 liter water die elke inwoner in Vlaanderen dagelijks verbruikt, omdat er ook rekening wordt gehouden met het sanitaire afvalwater van scholen, ziekenhuizen, KMO’s, … De zuiveringscapaciteit van een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt uitgedrukt in IE.
Ntot: totaal stikstof Overstort Een overstort is een soort nooduitlaat, die het teveel aan sterk verdund afvalwater in de leiding bij een fikse regenbui rechtstreeks in het oppervlaktewater loost.
Aquafin ontwikkelt en implementeert doeltreffende oplossingen die zorgen voor zuivere waterlopen en duurzaam water(her)gebruik. We spelen proactief in op te verwachten evoluties in de watersector. Hierdoor brengen wij op maat en in nauwe relatie met onze klanten de realisatie van de Europese doelstellingen elke dag opnieuw dichterbij.
Aquafin JAARVERSLAG 2009
TERMINOLOGIE
Pompstation Een pompstation pompt het water van een lager naar een hoger gelegen punt. Ptot: totaal fosfor RWA of regenweerafvoer Bij regenweerafvoer wordt het regenwater afzonderlijk van afvalwater in aparte leidingen afgevoerd. Het regenwater wordt dan niet naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie gevoerd, maar naar een waterloop geleid. RWZI of rioolwaterzuiveringsinstallatie RWZI’s behandelen een vuilvracht van meer dan 2000 IE. Slib In een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt het afvalwater vermengd met een slibmassa waarin miljarden microscopisch kleine organismen wemelen (actief slib). Door extra lucht in het water te brengen, worden de micro-organismen actief en gebruiken ze de vervuiling in het afvalwater als voedingsbron. De slibmassa groeit continu aan. Een deel wordt hergebruikt in het zuiveringsproces, de rest wordt afgevoerd voor verwerking. VMM: Vlaamse Milieumaatschappij ZS: zwevende stoffen
JAARVERSLAG 2009