werken aan zuiver water
Rioolwater zuiveren voor schone waterlopen
2
Aquafin
Hulp voor de natuur Elke Vlaming gebruikt dagelijks gemiddeld 120 liter water. Daar sta je meestal niet bij stil als je de kraan open draait voor een verkwikkende douche, de vaat of de was. Na gebruik is het water bovendien niet meer zo proper als voordien. Het is in grote of minder grote mate vervuild en moet gezuiverd worden vooraleer het in de natuur terecht komt. Voor Europa moet het grond- en oppervlaktewater in de lidstaten tegen 2015 een goede kwaliteit hebben. Om zo snel mogelijk veel afvalwater te zuiveren, werden eerst de grote, dichtbevolkte agglomeraties gesaneerd. Nadien volgden de kleinere woonkernen en het buitengebied. Aquafin exploiteert bijna 250 installaties voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater, verspreid over heel Vlaanderen. De keuze voor de inplanting van deze installaties is gebaseerd op scenarioanalyses waarbij rekening gehouden werd met hydrografische, technische en financiële gegevens en met de impact op de omgeving, zowel maatschappelijk als ecologisch.
De rioolwaterzuiveringsinstallaties van Aquafin bootsen het zuiveringsproces in de natuur na, maar dan veel sneller en op veel grotere schaal. Elke waterloop heeft eigenlijk van nature een zelfreinigend vermogen. Miljoenen microscopisch kleine bacteriën en waterplanten nemen de zuurstofbindende stoffen als voedsel op. Met behulp van zuurstof verbranden ze deze stoffen tot water (H2O), stikstofgas (N2) en koolzuurgas (koolstofdioxide of CO2). Waterplanten nemen het aanwezige nitraat en fosfaat op als voedsel.
Dit zelfreinigend vermogen kan echter slechts het hoofd bieden aan enerzijds een beperkte hoeveelheid en anderzijds bepaalde soorten van verontreiniging. Moeilijk afbreekbare stoffen zoals zware metalen en organische microverontreiniging (bv. dioxines) horen daar niet bij. Onze totale huishoudelijke vuilvracht overschrijdt ruimschoots het zelfreinigend vermogen van de waterlopen, zowel wat hoeveelheid als samenstelling betreft. Daarom is een behandeling in rioolwaterzuiveringsinstallaties noodzakelijk.
WAT ZIT ER IN ONS AFVALWATER? De vervuiling in het afvalwater is niet altijd zichtbaar en bestaat vooral uit: n
Zuurstofbindende stoffen: organische verbindingen zoals eiwitten, koolhydraten en vetten. Ze komen in het afvalwater terecht via onder andere uitwerpselen, schoonmaakproducten en etensresten.
n
Nutriënten: anorganische verbindingen zoals nitraat en fosfaat. Sommige organische verbindingen zoals eiwitten en ureum bevatten stikstof. Tijdens de afbraak van deze organische verbindingen komt nitraat vrij. Daarnaast neemt de mens dagelijks een portie fosfaat op, die hij gedeeltelijk via de urine en ontlasting opnieuw uitscheidt.
n
Zware metalen en organische microverontreiniging: schadelijke producten, zoals het spoelwater van synthetische verf, bezoedelen het afvalwater met zware metalen en organische microverontreiniging. Gelukkig komt deze vervuiling slechts in beperkte mate voor in het huishoudelijk afvalwater.
Rioolwater zuiveren voor schone waterlopen
3
4
Aquafin
Afvalwater verzamelen
Overstortmeting
In de meeste gevallen sluiten woningen aan op een gemeentelijke riool. Deze gemeentelijke riolen monden uit in een collector van Aquafin, die het afvalwater verder transporteert naar de waterzuiveringsinstallatie. Dat ondergronds buizennetwerk kan zich uitstrekken over tientallen kilometers. Het afvalwater volgt zo veel mogelijk de gemakkelijkste weg van hoog naar laag (gravitair). Onderweg kunnen pompstations en persleidingen nodig zijn voor een vlot transport van het rioolwater.
REGEN- EN AFVALWATER APART? Historisch zitten er onder Vlaamse bodem nog heel wat gemengde rioleringsstelsels. Eén buis verzamelt dan zowel het afvalwater als regenwater van de daken en verharde oppervlaktes. Vaak werden vroeger bij wegenwerken ook nog eens vervuilde beken in een buis gelegd en aangesloten op de riool. Regenwater is echter relatief proper en hoeft niet gezuiverd te worden. Bij hevige regenval neemt het in de riolen te veel plaats in. Om de druk op de riolen in dat geval te verlagen, zijn in een gemengd stelsel overstorten aangebracht, waarlangs het teveel aan water rechtstreeks in de beek loost. Onvermijdelijk komt hierdoor ook, weliswaar sterk verdund, afvalwater in de natuur terecht. Bergbezinkbekkens kunnen dit probleem gedeeltelijk oplossen. Tussen de riolering en de overstort naar het oppervlaktewater, worden grote betonnen bassins gebouwd die enerzijds het rioolwater tijdelijk kunnen opslaan en anderzijds een zuiverende werking hebben doordat het water nagenoeg stil staat in het bassin. De afvalstoffen zinken naar de bodem en het water loopt geleidelijk aan naar de overstort. Het regenwater dat na zo’n zware bui meespoelt naar de zuiveringsinstallaties, zorgt ook hier voor overbelasting. Bovendien is het afvalwater voor een optimaal zuiveringsrendement best geconcentreerd en niet verdund door regenwater.
en transporteren
MASTERPLANNEN, ZONERINGSPLANNEN EN GEBIEDSDEKKENDE UITVOERINGSPLANNEN Aquafin ontwikkelde voor Vlaanderen de methodologie voor opmaak van de masterplannen. Een masterplan bepaalt voor een zuiveringsgebied welke infrastructuur nog ontbreekt om de vereiste zuiveringsgraad te bereiken tegen de laagst mogelijke kostprijs. De zoneringsplannen zijn dan weer opgemaakt per gemeente. Ze geven met kleurcodes aan waar best collectief dan wel individueel gezuiverd wordt.
Aanleg collector
Aanleg gescheiden rioolstelsel
Vandaag worden overal waar mogelijk gescheiden rioleringsstelsels aangelegd. In plaats van één grote buis worden twee kleinere buizen voorzien zodat regen- en afvalwater door twee aparte stelsels worden afgevoerd. Het stelsel voor het regenwater wordt regenwaterafvoer (RWA) genoemd en dat voor afvalwater wordt droogweerafvoer (DWA) genoemd. De droogweerafvoer leidt naar de waterzuiveringsinstallatie. Omdat er geen sprake is van extreme pieken en dalen in het debiet zijn overstorten hier niet nodig. n
het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd);
n
het geoptimaliseerde buitengebied met recente aansluiting op een zuiveringsstation (groen gearceerd);
n
het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen);
n
het individueel te optimaliseren buitengebied, waar het afvalwater individueel zal moeten gezuiverd worden door middel van een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (rood).
AFKOPPELEN Het ombouwen van een gemengde riolering naar een gescheiden rioolstelsel noemt men ook wel afkoppelen, een verwijzing naar het afkoppelen van het regenwater van het afvalwater. Om het afvalwater en het regenwater vanaf de bron te scheiden, moeten bewoners bij deze werken ook op hun eigen perceel de scheiding maken. Aangezien de diameter van een afvalwaterriool in een gescheiden stelsel veel kleiner is, kan die de capaciteit van aangesloten regen- of oppervlaktewater absoluut niet aan. Daarom is het van cruciaal belang dat alle woningen maximaal worden afgekoppeld van de vuilwaterbuis. Regenwater is bovendien uitermate geschikt als bijvoorbeeld spoelwater voor het toilet, om de wagen te wassen en om in droge periodes de tuin te sproeien. Daarom wordt het regenwater bij voorkeur ter plaatse gehouden om opnieuw te gebruiken. Andere mogelijkheden zijn de installatie van een infiltratiesysteem of de aanleg van een groendak.
De zoneringsplannen vormden de basis voor de opmaak van gebiedsdekkende uitvoeringsplannen of GUP’s van het Vlaamse Gewest. Hierin worden de projecten aangeduid die prioritair moeten uitgevoerd worden om zo vlug mogelijk maximaal vuilvracht aan te sluiten en op die manier de beoogde zuiveringsgraad te realiseren.
Rioolwater zuiveren voor schone waterlopen
5
Aquafin
6
Waterzuivering, een boeiend proces Waterzuivering is een biologisch proces, dat in de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) versneld en op grote schaal wordt nagebootst. Het ganse proces duurt hier ongeveer 24 uur. Het instromende water (influent) komt via de collector toe op een aanzienlijke diepte in de influentput. Wanneer het water in deze put een bepaald niveau bereikt, slaan automatisch de vijzels aan. Het rioolwater wordt eenmalig opgepompt, zodat het nadien gravitair het zuiveringsproces kan doorlopen.
De waterzuivering gebeurt meestal in twee stappen: n
de primaire zuivering is een mechanisch proces waarbij grof vuil en andere onoplosbare stoffen uit het water worden gehaald.
n
de belangrijkste stap van de waterzuivering is de biologische zuivering. Hier worden biologisch afbreekbare stoffen verwijderd.
MECHANISCHE ZUIVERING n
In eerste instantie halen roosters allerlei grof en fijner vuil uit het water: blikjes, papiertjes, … Het afval wordt trapsgewijs, zoals bij een roltrap, verwijderd en belandt in een container.
n
Een vetvanger doet de vetten en oliën bovendrijven en schraapt ze van het wateroppervlak. Vaak wordt een vetvanger gebruikt in combinatie met een zandvanger, die door de trage stroming grind en zand doet bezinken. De keuze om deze toestellen als tussenstap te voorzien, hangt af van de samenstelling van het aangesloten afvalwater. Nabezinktank n Fijnrooster
In sommige RWZI’s haalt een voorbezinktank nog de laatste fractie bezinkbaar materiaal uit het rioolwater. Dat zakt immers naar de bodem en enkel het bovenliggend rioolwater zet zijn weg verder door de installatie. Een voorbezinktank kan ook dienst doen als buffer bij piekaanvoer.
BIOLOGISCHE ZUIVERING De vervuiling die na de mechanische zuivering nog overblijft, bestaat uit heel fijne of opgeloste deeltjes die vragen om een aerobe (in een zuurstofrijke omgeving) afbraak. n
Het rioolwater wordt in een selectortank gemengd met miljoenen bacteriën en andere micro-organismen, die wemelen in een actieve slibmassa.
n
In het beluchtingsbekken brengen systemen als ronddraaiende borstels of schroeven grote hoeveelheden zuurstof in het mengsel. De bacteriën in het slib hebben die zuurstof immers nodig om het organisch materiaal in het rioolwater af te breken tot koolstofdioxide (CO2), stikstofgas (N2) en water (H2O). De activiteit in een beluchtingsbekken is een nabootsing van het natuurlijk zuiveringsvermogen van een waterloop. Alleen verloopt het proces in een RWZI sneller door een hogere concentratie bacteriën en de continue en gestuurde inbreng van zuurstof in het water.
n
De laatste stap in het zuiveringsproces is de nabezinking in grote ronde nabezinktanks. Door een voldoende lange verblijftijd en een rustige stroming zakt het slib naar de bodem van de tank, waar het met een bodemschraper naar een centrale put wordt geleid. Bovenaan bevindt zich het gezuiverde water (effluent), dat zachtjes over de getande rand van de tank loopt. Vooraleer het naar een nabije waterloop stroomt, passeert het eerst nog een meetinstallatie voor een laatste kwaliteitscontrole.
n
Het slib dat in de centrale put van de nabezinktank wordt verzameld, keert grotendeels terug naar het begin van de biologische zuivering, naar de selectortank dus. Dit gebeurt meestal met slibretourvijzels. Maar niet alle slib kan opnieuw gebruikt worden in het zuiveringsproces. De actieve slibmassa groeit immers steeds aan doordat de bacteriën zich voeden met de verontreiniging in het water. Hierdoor ontstaat een overschot aan slib (spuislib), waarvoor diverse andere bestemmingen zijn. Beluchtingsbekken
EFFLUENT = DRINKWATER? Het effluent van Aquafin wordt nauwgezet opgevolgd en gecontroleerd. Het voldoet bijna overal aan de strenge Vlaamse normen. Toch is rioolwater dat een zuiveringsproces heeft doorlopen in een RWZI niét drinkbaar. Daarvoor moet het nog een aantal bijkomende zuiveringsbehandelingen ondergaan. Maar de technieken bestaan wel en ze worden ook in Vlaanderen al toegepast. Zo gebruikt IWVA, een drinkwatermaatschappij aan de kust, het effluent van de RWZI Wulpen voor de productie van drinkwater via membraantechnologie.
Micro-organismen
Rioolwater zuiveren voor schone waterlopen
7
8
Aquafin
Welke zuiveringstechniek? De proceskeuze van een zuiveringsinstallatie is afhankelijk van de hoeveelheid te zuiveren afvalwater en van de lozingsnormen. Bovendien worden investerings- en exploitatiekosten, de benodigde oppervlakte, de inpasbaarheid in het landschap en de omgevingsimpact mee in overweging genomen. Volgende types zuivering worden onderscheiden:
KLASSIEKE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIE Deze installatie behandelt vuilvrachten groter dan 2.000 inwonersequivalenten (IE). Ze is geschikt om het huishoudelijk afvalwater in verstedelijkte gebieden te zuiveren. Klassieke RWZI’s kunnen qua grootte en opstelling verschillen afhankelijk van de samenstelling en de hoeveelheid vuilvracht en de beschikbare ruimte. Indien de inplantingsplaats beperkt is, kan gekozen worden voor compactere systemen, waarbij alle zuiveringsstappen dichter bij mekaar liggen. Een membraanbioreactor (MBR) bijvoorbeeld, koppelt een biologisch actief slib systeem aan een membraanfiltratie. De membranen vervangen hierbij het bezinkingsbekken bij klassieke biologische zuivering en zorgen voor een scheiding van slib en effluent. De werking van een klassieke RWZI is beschreven op p. 6.
KLEINSCHALIGE WATERZUIVERINGSINSTALLATIE
Rietveld
KWZI’s behandelen doorgaans vuilvrachten kleiner dan 2.000 IE. Ze worden vooral ingeplant in landelijke, kleine woonkernen. Een KWZI heeft hetzelfde processchema als een RWZI. Enkel de technische uitvoering verschilt. Afhankelijk van de te verwerken vuilvracht bestaat de biologische zuivering in een KWZI uit een rietveld of plantenzuivering of uit tanksystemen zoals een biorotor. Aquafin concentreert zich op de KWZI’s tussen 500 en 2.000 IE.
n
Rietveld
Een voorbezinking verwijdert in eerste instantie het grof afval. Daarna stroomt het afvalwater horizontaal door een filterbed van grind, onder het oppervlak, langs de ondergrondse plantendelen. Tal van bacteriën en schimmels hechten zich op het uitgebreid wortelstelsel van de planten. Het riet voert via zijn holle stengels zuurstof naar de ondergrondse wortels. Zo wordt de bodem rondom de wortels met zuurstof verrijkt. De bacteriën breken met behulp van de zuurstof de organische stoffen af en zetten ammonium om tot nitraat (nitrificatie). De bacteriën in de bodem helpen bij beide processen een handje mee. Ook fosfaten worden afgebroken in een rietveld.
Duurzaam zuiveren Continu onderzoek heeft er door de jaren heen toe geleid dat afvalwater zuiveren vandaag niet alleen meer het biologisch waterleven herstelt. Zowel effluent als slib bieden meerwaarden in het kader van duurzame ontwikkeling.
Biorotor n
Tanksysteem
Bij tanksystemen kunnen alle stappen in het zuiveringsproces worden geconcentreerd in één tank: voorbezinking, zuivering en nabezinking. De onderdelen worden zo veel mogelijk ondergronds geplaatst of in grasbermen ingeplant. Voor de biologische zuivering komen zowel een biorotor als een ondergedompelde beluchte filter in aanmerking. Beide zijn systemen met dragermateriaal: de micro-organismen die instaan voor het zuiveringsproces zijn vastgehecht op schijven (biorotor) of op kunststofringen (filter). Bij de keuze voor een tanksysteem en wanneer de ligging er zich toe leent, kan men het gezuiverde water extra nazuiveren in een nageschakeld rietveld. n
Individuele waterzuiveringssystemen
Wie te ver afgelegen woont om aan te sluiten op de openbare riolering, moet een systeem (laten) installeren om het afvalwater van het gezin te zuiveren. Bewoners hebben de keuze tussen een compact systeem (IBA = Individuele Behandeling van Afvalwater) of een rietveld. Het zuiveringsproces komt overeen met dat van een collectieve zuivering, alleen zijn deze systemen voorzien op de vuilvracht van slechts enkele IE’s.
WAT IS EEN INWONERSEQUIVALENT? Een inwonersequivalent is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert: 150 liter. Deze waarde ligt hoger dan de hoeveelheid water die de Vlaming dagelijks gebruikt (120 liter), omdat ook rekening wordt gehouden met het sanitaire afvalwater van scholen, ziekenhuizen, KMO's… Bij de proceskeuze van een zuiveringsinstallatie wordt onder meer rekening gehouden met het aantal aan te sluiten inwonersequivalenten.
Slibdroger
SLIB ALS ENERGIEBRON Door een sterke aangroei van het slib in het zuiveringsproces, ontstaat al snel een teveel. In eerste instantie tracht Aquafin de slibproductie in te perken en voor de verwerking van het onvermijdelijke overschot hanteren we een doordachte slibstrategie. Het slibvolume dat over de weg moet vervoerd worden voor verwerking, is best zo klein mogelijk. Daarom krijgt het spuislib op de RWZI zelf een eerste mechanische behandeling over een indiktafel. Daarna kan het via de slibbuffertank door de verwarmde gisting worden geleid, waar een deel van de organische fractie wordt afgebroken en er biogas ontstaat. Een gasmotor zet het methaan in het biogas om in groene elektriciteit en warmte. Centrifuges ontwateren het slib nog verder vooraleer het gestockeerd wordt voor droging of voor afvoer naar een eindverwerker. Aquafin beschikt zelf over slibdrooginstallaties in Leuven, Deurne, Houthalen en Brugge. Hier wordt het ontwaterd slib verder thermisch gedroogd tot een drogestofgehalte van 95%. Gedroogd slib, onder de vorm van pellets, heeft een calorische waarde gelijk aan die van bruinkool. Elektriciteitsproducenten gebruiken de pellets als co-brandstof ter vervanging van andere, fossiele brandstoffen. Ook in de cementindustrie bewijst gedroogd slib zijn nut. Het wordt er gebruikt als grondstof en als brandstof voor de productie van cement.
Rioolwater zuiveren voor schone waterlopen
9
10
Aquafin
Slib dat niet bestemd is voor droging, wordt volgens een gepatenteerd procédé (Hydrostab®) opgewerkt tot een soort kunstklei. Hiermee mogen stortplaatsen worden afgedekt ter vervanging van de normale klei-bentonietlaag.
Integraal waterbeheer
HERGEBRUIK GEZUIVERD AFVALWATER Onze blauwe planeet kampt met een steeds groter wordend watertekort. Van de 70% water waaruit de aarde bestaat, is immers slechts 2,5% zoet water. Voor bedrijven worden de gebruikelijke watervoorraden dan ook alsmaar minder aantrekkelijk door stijgende kosten, strengere vergunningsvoorwaarden en variaties in debiet en temperatuur afhankelijk van het seizoen. Veel toepassingen vereisen niet eens het gebruik van kostbaar drinkwater en kunnen perfect werken met gezuiverd afvalwater. Aquafin biedt bedrijven die in de buurt liggen van een RWZI de mogelijkheid om het effluent te gebruiken voor bijvoorbeeld tankcleaning en besproeiing.
Drinkwater, rioolwater, oppervlaktewater, grondwater, …. Hun onderlinge samenhang spreekt voor zich en wordt zelfs hoe langer hoe belangrijker. Waterzuivering maakt dan ook integraal deel uit van de waterketen. Een keten die begint met de gescheiden opvang en afvoer van afvalwater en regenwater, met het zorgvuldig ontwerpen en exploiteren van de waterzuiveringsinfrastructuur, met het hergebruik van zuiveringsslib en gezuiverd afvalwater.
Een andere mogelijkheid is de recyclage van industrieel afvalwater, waardoor in één klap twee problemen worden aangepakt: het bedrijf moet minder afvalwater lozen en ook minder beroep doen op de gebruikelijke watervoorraden. Proceswater geschikt maken voor waterrecyclage, vereist wel een specifieke aanpak waarvoor bedrijven bij Aquafin terecht kunnen. Het afvalwater kan na zuivering opgewaardeerd worden tot elke noodzakelijke kwaliteitsnorm. Voor sommige toepassingen is zelfs ultrapuur water nodig, dat kan bekomen worden door middel van membraanfiltratie, zandfiltratie of omgekeerde osmose.
ENERGIEBEPERKING Naast een maximale recuperatie van gezuiverd afvalwater en slib, wil Aquafin zijn ecologische voetafdruk in het zuiveringsproces zo klein mogelijk houden. Zo zorgt on-line sturing van het proces ervoor dat niet meer energie verbruikt wordt dan nodig om de gewenste waterkwaliteit te bereiken. Verscheidene dienstgebouwen worden al verwarmd door recuperatiewarmte uit slib, omgezet via een warmtewisselaar of warmtepomp. Aquafin blijft intussen onderzoek verrichten naar nieuwe mogelijkheden voor energiebesparing, op kleine en grotere schaal. Er is ook een energiemanagementsysteem opgezet, dat het energieverbruik binnen de onderneming minutieus opvolgt. Slibpellets
Binnen de Vlaamse watersector dragen de drinkwatermaatschappijen de verantwoordelijkheid voor de sanering van het drinkwater dat zij leveren. Om te voldoen aan de bovengemeentelijke saneringsplicht, sloten de drinkwaterbedrijven een overeenkomst af met Aquafin, dat de saneringskost aan hen factureert. De drinkwatermaatschappijen rekenen op hun beurt dit bedrag door aan de eindverbruiker via de waterfactuur, in verhouding tot de verbruikte hoeveelheid drinkwater. Wat de gemeentelijke saneringsplicht betreft ligt de bal in het kamp van de steden en gemeenten. Zij kiezen zelf of ze voor hun rioolbeheer een verbintenis aangaan met een gemeentebedrijf, een intercommunale, een intergemeentelijke samenwerking of een na marktconsultatie derde aangestelde entiteit zoals Aquafin.
EEN SCHAKEL IN DE KETTING … Een goede toestand van ons water vereist in de eerste plaats een goed waterbeheer. Het gaat dan zowel over waterkwaliteit als -kwantiteit, grondwater, oppervlaktewater, biodiversiteit, … Op Europees niveau worden de watersystemen geografisch ingedeeld in stroomgebieden, waarvan er vier gedeeltelijk op Vlaamse bodem liggen: de stroomgebieden van de IJzer, de Brugse Polders, de Schelde en de Maas. De stroomgebieden bestaan uit verschillende oppervlaktewater- en grondwaterlichamen. In Vlaanderen worden de stroomgebieden verder opgedeeld in elf bekkens. Van west naar oost zijn dat het bekken van de IJzer, de Leie, de Brugse Polders, de Bovenschelde, de Gentse Kanalen, de Dender, de Benedenschelde, de Dijle en de Zenne, de Nete, de Demer en de Maas. De bekkens worden op hun beurt opgedeeld in een honderdtal deelbekkens. Op elk niveau zijn er overlegstructuren en worden waterbeheerplannen opgemaakt (voor meer info: ciwvlaanderen).
Uiteraard speelt Aquafin een belangrijke rol in de organisatie van het waterbeheer, maar lang niet de enige. Waterverontreiniging moet in de eerste plaats zoveel mogelijk voorkomen en beperkt worden bij de bron. Milieuvergunningen vormen hierin een noodzakelijk instrument en dus rust ook een stuk verantwoordelijkheid bij de vergunningverlenende instanties. De controle van de kwaliteit van het oppervlaktewater gebeurt door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Die draagt eveneens het optimalisatieprogramma op aan Aquafin en is daarmee verantwoordelijk voor de planning van de uit te voeren werken aan het bovengemeentelijk rioleringsstelsel. Het optimalisatieprogramma is een lijst met projecten die in een bepaald investeringsjaar moeten worden uitgevoerd om de Vlaamse waterzuiveringsinfrastructuur optimaal uit te bouwen en te beheren. De VMM controleert ook de budgetten en de ecologische resultaten van Aquafin. De gedefinieerde ecologische indicatoren meten de werking van de volledige zuiveringsinfrastructuur waardoor eventuele knelpunten kunnen aangepakt worden. Verder hebben ook de Vlaamse steden en gemeenten een niet te onderschatten taak in de uitbouw en het onderhoud van hun rioleringsstelsel. Het is immers vooral op lokaal vlak dat de infrastructuur nog verder moet uitgebreid worden. Daarnaast zijn de gemeentebesturen samen met de provincie- en polderbesturen en ook het Vlaamse Gewest verantwoordelijk voor het beheer van de waterlopen in hun respectievelijk verantwoordelijkheidsdomein.
ZICHTBARE RESULTATEN Vlaanderen realiseerde de laatste decennia een inhaaloperatie op het vlak van waterzuivering. Vandaag is de noodzakelijke infrastructuur nagenoeg volledig uitgebouwd. En dat heeft een meetbare impact op fauna en flora. Onderzoek naar het visbestand in onze waterlopen toont aan dat zowel de kwantiteit als de diversiteit de afgelopen jaren sterk gestegen zijn. Soorten die gevoelig zijn aan verontreiniging duiken opnieuw op, zoals bijvoorbeeld de beekprik, rivierdonderpad, … Proper water en het herleven van planten en diertjes doen ook de recreatie langs en op onze beken en rivieren opbloeien. Vissers slaan met plezier weer hun hengel uit, fietsers en wandelaars maken tochtjes langs onze vele dijken en natuurpaden.
En tot slot kan ook ieder van ons een steentje bijdragen om onze waterlopen weer leefbaar te maken en te houden: n
Wees spaarzaam met drinkwater. Voor het doorspoelen van het toilet, het besproeien van de tuin en zelfs de wasmachine is regenwater heel geschikt én het is bovendien gratis.
n
Vermijd het gebruik van bestrijdingsmiddelen en strooizout en zorg ervoor dat er geen verfresten, terpentine of andere bijtende producten in de riool terecht komen. Ze schaden het biologisch zuiveringsproces en horen thuis in het containerpark. Vervallen geneesmiddelen worden zonder verpakking ingezameld bij de apotheker.
n
Olie en vetten, etensresten, vochtige doekjes, maandverband en alle stoffen die in de vuilnisbak kunnen, zijn een gevaar voor de waterafvoer. Ze veroorzaken aanslibbing of erger nog, verstopping.
Rioolwater zuiveren voor schone waterlopen
11
Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar e-mail: info@aquafin.be n www.aquafin.be V.U.: Luc Bossyns Fotografie: foto VDB, Decleer, Aquafin n Vormgeving: Altera