Jaarverslag 2013 Anticiperen op de toekomst
BE-GAAP
werken aan zuiver water
9 Voorwoord
4
11
Aquafin kort
Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2013
57
75
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Jaarrekening
4
Jaarverslag 2013
Aquafin kort ↘
EEN STERKE PARTNER VOOR HET VLAAMSE GEWEST
Schoon water in beken en rivieren en een optimaal transport van afvalwater, daar maakt Aquafin elke dag werk van. Het bedrijf is in 1990 opgericht door het Vlaamse Gewest om de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur van het gewest verder uit te bouwen, te beheren en te financieren.
De kosten voor de uitgevoerde infrastructuurwerken en de werkingskosten van Aquafin worden via de drinkwatermaatschappijen gedeeltelijk doorgerekend aan de drinkwaterverbruiker. Het saldo wordt aan de drinkwatermaatschappijen betaald via een werkingstoelage uit het Minafonds. We willen een werkelijke waarde toevoegen aan de samenleving en aan de natuurlijke omgeving. Een integrale kijk op waterbeheer is daaraan inherent. Intelligent omspringen met energie, recuperatie van grondstoffen uit het afvalwater en het beperken van emissies bij het waterzuiveringsproces staan centraal in al onze activiteiten. Door onze opgebouwde knowhow en jarenlange ervaring zijn we een gegeerde partner in binnen- en buitenlandse onderzoeksprojecten, gericht op de implementatie van de Europese kaderrichtlijn Water.
↘
PRODUCTEN EN DIENSTEN BUITEN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST
VOOR DE INDUSTRIE IN VLAANDEREN EN BUITENLANDSE PARTNERS Aquaplus NV, het dochterbedrijf van Aquafin, richt zich in het binnenland vooral op de exploitatie van industriële zuiveringen. In het buitenland gaat Aquaplus naar de markt met technologische assistentie en studies. We werken er vooral via partners en joint ventures. INFRASTRUCTUUR IN BEHEER VOOR HET VLAAMSE GEWEST
rioolwaterzuiveringsinstallaties
281
5.335 km leidingen in beheer
VOOR DE VLAAMSE GEMEENTEN Aquafin biedt zijn diensten ook aan voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijke stelsel. Een stad of gemeente kan kiezen voor een samenwerking op lange termijn via een concessie, of ad hoc opdrachten toewijzen aan Aquafin. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om in te stappen in samenwerkingsverbanden die Aquafin heeft met drinkwatermaatschappijen water-link (rio-link), VMW (RioAct en RioP) en Vivaqua.
1.394
bovengemeentelijke pompstations en bergbezinkingsbekkens
97,7%
van de RWZI’s voldeden aan alle normen
KERNCIJFERS Bedragen in 000 euro ↘
Bedrijfsopbrengsten Te bestemmen winst Balanstotaal Eigen vermogen Financiering korte termijn Financiering lange termijn Medewerkers Aquafin Medewerkers VMM Medewerkers totaal (aantal)
2009
2010
2011
2012
2013
352.047 6.531 2.429.354 167.236 30.500 1.303.608 854 92 946
362.540 7.084 2.671.015 216.561 140.600 1.355.393 882 89 971
426.391 9.585 3.021.359 230.545 82.006 1.724.036 892 87 979
483.441 9.705 3.163.989 231.022 127.000 1.755.663 921 81 1002
467.495 8.897 3.332.735 231.474 175.120 1.790.069 929 77 1006
PROJECTEN IN PORTEFEUILLE VOOR HET VLAAMSE GEWEST ↘ 31 december 2013
Opgeleverd Gegund en aanbesteed In ontwerp Totaal
Aantal projecten
Waarde (mio euro)
2.559 360 784 3.703
3.278,11 432,83 797,92 4.508,86
Aquafin kort
5
6
Jaarverslag 2013
2013, dit sprong eruit: Januari ↘ Vlaamse Regering draagt optimalisatieprogramma 2014 op voor 250 miljoen euro. ↘ Directiecomité vergadert voor het eerst in nieuwe samenstelling.
Augustus
Februari ↘ Een onderzoek van Vacature plaatst Aquafin op de tweede plaats in de top tien van “Beste werkgever in de sector industrie en engineering”.
Juli
↘ Minister van Leefmilieu Joke Schauvliege drukt tijdens een evaluatie van de aanpak van de treinramp in Wetteren haar waardering uit voor de inbreng van Aquafin.
September ↘ Aquafin organiseert in Antwerpen het Klimaatevent, een inspirerende namiddag met boeiende sprekers over de gevolgen van de klimaatverandering en hoe we ons daaraan kunnen aanpassen.
↘ Aquafin is hoofdsponsor van de Big Jump, een evenement dat aandacht vraagt voor schone waterlopen
Oktober ↘ De Europese Unie veroordeelt België voor het niet halen van de richtlijn stedelijk afvalwater. ↘ Aquafin reikt de jaarlijkse Minder Hinder award uit voor aannemers en de kwaliteitsaward voor studiebureaus. ↘ Statuten uitgebreid naar scheiden, opvangen, verzamelen en behandelen van afval- en hemelwater. ↘ Aanpak asset management voorgesteld op studiedag AquaFlanders.
Maart ↘ Ondertekening van een tweede schijf van de EIB-lening van 200 miljoen euro maakt een kredietlijn van 150 miljoen euro vrij. ↘ In een nieuw protocol met de Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat worden onder meer de vergoedingen voor teeltschade ten gevolge van Aquafinwerken vastgelegd. ↘ Voorstelling aanpak hemelwaterplan op de Vlariodag.
Juni ↘ De Vlaamse Regering keurt een nieuw begrotingsmodel goed voor de toekenning van het werkingsbudget van Aquafin.
November ↘ Aquafin stelt het hemelwaterplan voor aan de klant-gemeenten. ↘ Europese Investeringsbank en Aquafin vieren de twintigste verjaardag van hun partnership. ↘ In een enquête van ORI ziet 93 % van de studiebureaus de multilaterale overeenkomsten als een eerste stap naar volwaardig partnership.
April ↘ De Vlaamse Liga van Bedrijfssport lauwert Aquafin als “sportiefste bedrijf van 2012”. ↘ De e-learning cursussen van Aquafin rond veiligheid worden op Europees niveau als referentie vermeld.
Mei ↘ Na een treinongeluk met acrylonitril in Wetteren adviseert Aquafin 10 dagen lang mee het operationele crisiscentrum.
December ↘ De verlenging van het Lokaal Pact wordt goedgekeurd door de Vlaamse Regering. ↘ Kaap van 10 mio kWh geproduceerde groene stroom voor het eerst gehaald. ↘ De Vlaamse Regering keurt het optimalisatieprogramma 2015 goed voor 250 miljoen euro.
Aquafin kort
7
8
Jaarverslag 2013
Anticiperen op de toekomst De resultaten van een onderzoek door de Vlaamse Milieumaatschappij naar de kwaliteit van het oppervlaktewater en van de waterbodems, tonen aan dat de toestand van onze beken en rivieren jaar na jaar verbetert. Als sommige waterlopen vandaag het etiket “goede toestand” mogen dragen, zoals de Kaderrichtlijn Water voorschrijft tegen 2015, dan is dat zeker mede dankzij de zuivering van het huishoudelijk afvalwater. De afgelopen twee decennia heeft Vlaanderen dan ook enorm geïnvesteerd in de uitbouw van de infrastructuur die hiervoor nodig is. Dat het Vlaamse Gewest Aquafin nog steeds als een betrouwbare partner beschouwt, blijkt uit de ruimte die het creëerde voor weer heel wat nieuwe projecten. Begin 2013 droeg het gewest het Optimalisatieprogramma 2014 op met voor 250 miljoen euro projecten en op het einde van het jaar keurde het voor eenzelfde bedrag het Optimalisatieprogramma 2015 goed. Naast de “reguliere” projecten bevatten deze programma’s telkens voor 100 miljoen euro projecten in het kader van het Lokaal pact. Door projecten die aan welbepaalde voorwaarden voldoen over te nemen van de gemeenten, wil het gewest de investeringen in waterzuivering op niveau houden met het oog op het halen van de Kaderrichtlijn Water. In 2013 verlengde de Vlaamse Regering het Lokaal Pact met nog eens vijf jaar, waardoor tot en met het Optimalisatieprogramma 2021 jaarlijks voor 100 miljoen euro projecten extra worden opgedragen. De toewijzing van nieuwe opdrachten aan Aquafin mag dan wel een jaarlijks terugkerende evidentie lijken, maar dat is het allerminst. Door een nauwgezette procesopvolging en mechanismen van continue verbetering, willen we onze toegevoegde waarde blijven onderstrepen. Goede zuiveringsresultaten, zoals we die ook weer hadden in 2013, en het tijdig en correct opleveren van projecten zijn ons “olympisch minimum”. Het moet meer zijn. Bij een aantal noodsituaties kwamen de kwaliteit van onze dienstverlening en de efficiëntie waarmee we multidisciplinair kunnen samenwerken zichtbaar bovendrijven.
In de toekomst zal het onderhoud van onze infrastructuur een steeds grotere rol spelen. Met een goed asset management willen we de kost over de totale levensduur van onze bedrijfsmiddelen zo laag mogelijk houden zonder in te boeten op kwaliteit. Ondertussen hebben we al onze bedrijfsmiddelen gestroomlijnd in onze werkprocessen en bereiden we ons voor op het behalen van het kwaliteitslabel ISO55000. Asset management heeft een centrale plaats gekregen in het bedrijf en zal steeds meer gaan doorwegen op het beschikbare budget en op de werklast. Daarnaast houden we onze ogen open voor de uitdagingen die onze veranderende omgeving voortbrengt. Dat doen we niet alleen voor het zuiveren van afvalwater, we menen ook op het vlak van waterbeheersing een belangrijke rol te kunnen spelen. Daarom hebben we de factor “klimaat” mee opgenomen in onze parameters en ontwikkelden we in 2013 de methodiek voor de opmaak van een goed onderbouwd hemelwaterplan, aan de hand van een reële testcase voor een Vlaamse gemeente. Kwaliteit wordt nog steeds gemaakt door mensen. Onze medewerkers maken het verschil, met welke achtergrond of specialisatie dan ook. Met veel enthousiasme werken we elke dag samen aan zuiver water. Met evenveel enthousiasme loodsen enkele van hen u door dit jaarverslag.
Luc Bossyns gedelegeerd bestuurder
Marc van den Abeelen voorzitter
Voorwoord
9
10
Jaarverslag 2013
“Als vooruitstrevend bedrijf moet je jezelf voortdurend in vraag durven stellen. Perfectie bestaat misschien niet, maar door te innoveren kan je ze wel benaderen. Bij Aquafin is ‘continu verbeteren’ een begrip, terwijl we wel in de gaten blijven houden of wat we doen wel degelijk bijdraagt tot onze doelstellingen.” An Van De Walle, business unit manager
Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2013 overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het wetboek van vennootschappen
Corporate governance verklaring Verslag van de raad van bestuur Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest Bouwactiviteit per bekken in 2013 Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest Onderzoek en productontwikkeling Belangrijkste risicofactoren Belangrijkste evoluties na het boekjaar Commentaar bij de balans Commentaar bij de resultatenrekening Voorstel aan de algemene vergadering
12 21 22 29 32 36 43 46 48 50 51 53 54
12
Jaarverslag 2013
Corporate Governance Verklaring ↘ ALGEMEEN Overeenkomstig de toenmalige bepalingen van de Belgische corporate governance code van 9 december 2004 werd het eerste charter door de raad van bestuur goedgekeurd op 26 januari 2006. Gelet op de algemene evoluties1 in het kader van het deugdelijk bestuur werd het corporate governance charter herbekeken. De raad van bestuur heeft op 6 februari 2014 dit nieuwe charter goedgekeurd. De meest recente versie kan worden geraadpleegd via www.aquafin.be
1 De bepalingen vervat in het decreet betreffende deugdelijk bestuur in de Vlaamse publieke sector van 22 november 2013 zijn niet rechtstreeks van toepassing op de vennootschap en werden niet in deze nieuwe tekst verwerkt.
↘
RAAD VAN BESTUUR
SAMENSTELLING Sinds 3 augustus 2010 is de raad van bestuur samengesteld zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Naam ↘
Aard mandaat/onafhankelijk/(niet-)uitvoerend
Einde mandaat
VOF Thedes, vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen
Voorzitter, niet-uitvoerend
2014
Luc Bossyns
Gedelegeerd bestuurder, uitvoerend
2014
Alain Bernard
Niet-uitvoerend
2014
Pol Cools
Niet-uitvoerend
2014
Marijke Mahieu
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Francine Swiggers
Niet-uitvoerend
2014
Jhony Van Steen
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Ivo Van Vaerenbergh
Niet-uitvoerend
2014
Vlaamse Milieuholding NV, vertegenwoordigd door Matrix NV, vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck
Niet-uitvoerend
2014
De raad van bestuur van Aquafin telt drie niet-uitvoerende bestuurders die beantwoorden aan de criteria van artikel 526bis van het wetboek van vennootschappen: VOF Materie vertegenwoordigd door Erik Matthijs, Jhony Van Steen en Marijke Mahieu. Deze bestuurders beantwoorden tevens aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in Bijlage A bij de Belgische Corporate Governance Code. Hierdoor voldoet de raad van bestuur aan de bepaling 2.3 van de Corporate Governance Code die stelt dat minstens drie leden van de raad van bestuur onafhankelijk moeten zijn. De raad van bestuur wordt bijgestaan door de secretaris, Alain Vanden Bon.
Verslag van de raad van bestuur
13
14
Jaarverslag 2013
VOORSTELLING VAN DE BESTUURDERS Marc van den Abeelen Marc van den Abeelen is doctor in de rechten van de Vrije Universiteit Brussel. Hij werd hoogleraar fiscaal recht en was directeur-generaal van de Hoge Raad voor Diamant. Hij was tussen 1995 en 1999 federaal en tussen 1999 en 2009 Vlaams volksvertegenwoordiger. Van 1999 tot 2004 was hij voorzitter van de commissie Financiën en vanaf 2004 tot 2009 voorzitter van de commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van het Vlaams Parlement. Sinds 2004 is hij bestuurder bij het Pensioenfonds van het Vlaams Parlement en sinds 2008 is hij bestuurder bij CEGEKA NV. In 2009 werd hij voorzitter van Aquafin. Luc Bossyns Luc Bossyns is burgerlijk ingenieur scheepsbouwkunde van de Rijksuniversiteit Gent. Hij behaalde een extra postuniversitair diploma Bedrijfsbeheer aan de UFSIA (Antwerpen). Hij begon zijn professionele loopbaan bij Cockerill Yards Hoboken in 1977. Daarna werkte hij voor CMB (hoofd Nieuwbouwafdeling) en Boelwerf (technisch directeur). Van 1993 tot 1995 was hij directeur-generaal en bestuurder van Boelwerf Vlaanderen. Daarna maakte hij de overstap naar Stork MEC, waar hij afgevaardigd bestuurder was. Van 1995 tot 2011 was hij ook vereffenaar van alle middelgrote scheepswerven in Vlaanderen. Daarnaast is hij sinds 1995 zaakvoerder van Bamboss BVBA en vanaf 2003 bestuurder bij de firma Etap NV. Hij zetelt eveneens in de raad van bestuur van het Vlaams Kenniscentrum Water VZW, rio-link NV en ASEWater Technologies Pvt. Ltd. In mei 2000 is hij aangesteld als gedelegeerd bestuurder bij Aquafin NV. Alain Bernard Alain Bernard is burgerlijk ingenieur bouwkunde en burgerlijk ingenieur industrieel beleid, afgestudeerd aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij T.V. Zeezand voor de uitbouw van de buitenhaven van Zeebrugge. Tussen 1982 en 1985 werkte hij als projectmanager bij NV Dredging International. Daarna werd hij directeur-generaal bij NV Hydro Soil Services. Vanaf 1990 werkte hij opnieuw voor de NV Dredging International, eerst als directeur van de Benelux-divisie en van 1995 tot 2006 als directeur-generaal. Van 1997 tot 2006 was hij eveneens actief als Chief Operating Officer van de D.E.M.E.-Group (Dredging Environmental & Marine Engineering). Sinds 2006 is hij Chief Executive Officer van de D.E.M.E.-Group en bestuurder bij CFE NV en verschillende dochterbedrijven uit de D.E.M.E.Group: DEC, C-POWER, Scaldis, GEOSEA… Sinds 2004 is hij ook voorzitter van de Belgische Baggerfederatie. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van Aquafin NV.
Pol Cools Pol Cools studeerde aan de Rijksuniversiteit Gent af als burgerlijk ingenieur-architect en ingenieur in de milieusanering. Hij startte zijn loopbaan in 1972 bij het Wegenfonds en was in 1976 attaché bij het kabinet van minister van Openbare Werken Defraigne. In 1977 vestigde hij zich als zelfstandig architect, eerst met het bureau ir Pol Cools, vanaf 1990 met de studievennootschap Arch & Teco NV, waarvan hij bestuurder was. Hij bouwde het oorspronkelijke architectuuratelier uit tot Arch & Teco Group. Deze multidisciplinaire studie- en consultinggroep bestaat uit acht autonome business units, opgericht door Pol Cools tussen 1977 en 2005. Tot de activiteiten behoren: architectuur, restauratie en ruimtelijke planning; stabiliteit, burgerlijke bouwkunde en waterbouwkunde; infrastructuur; wegenis- en rioleringsontwerp; uitrustingstechnieken; EPB en EPC; veiligheidscoördinatie, expertise; milieutechnieken; telecomnetwerken en GISprojecten; change management; facility management; consulting; projectmanagement en - coördinatie. In 2005 breidde Pol Cools zijn activiteiten op internationaal vlak uit met de oprichting van de joint venture Ase Structure Design Pvt Ltd in Chennai (India), waarvan hij bestuurder is. Sinds 2006 is hij eveneens lid van het College van Vereffenaars bij Berlaymont NV 2000. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van Aquafin NV. Marijke Mahieu Marijke Mahieu is licentiate in de rechten, afgestudeerd aan de Universiteit Gent. Van 1975 tot 1981 werkte ze als advocaat in Gent. Sinds 1981 is ze ambtenaar bij de stad Gent. Tot 1995 werkte ze op de Juridische dienst in verschillende functies. Daarna promoveerde ze tot directeurmanager van de dienst Administratie Technische Diensten. In 1999 werd ze directeur-manager van de dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling en in 2001 waarnemend directeurgeneraal van het departement Economie, Milieu en Volksgezondheid. Sinds 2003 is ze departementshoofd Werk en Economie en lid van het managementteam van de stad Gent. Vanuit haar functie is ze ook lid van het directiecomité van het Innovatie- en incubatiecentrum NV van de Universiteit Gent, lid van het directiecomité en bestuurder van de NV De Punt Gent, voorzitter van de raad van bestuur van VZW Labeur Gent en lid van de raad van bestuur van Max Mobiel Gent. Sinds 2013 is ze bestuurder van de CVBA Vooruit-COOP groep. In 2007 werd ze benoemd tot bestuurder van Aquafin NV.
Erik Matthijs Erik Matthijs is doctor in de veeartsenijkunde, afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij was praktiserend dierenarts tot oktober 1992. In 1986 werd hij schepen van Financiën van de stad Eeklo. In oktober 1992 werd hij aangeduid als nationaal gecoöpteerd senator. Hij zetelde in de Belgische Senaat tot juni 1995. Op 1 januari 1995 werd hij burgemeester van de Stad Eeklo, een ambt dat hij bekleedde tot eind december 2006. Hij was in die periode ook lid van de raad van beheer van de Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg te Gent. In 1995 en 1999 werd hij rechtstreeks verkozen als lid van het Vlaams Parlement voor het arrondissement Gent - Eeklo. In juni 2004 werd hij opnieuw verkozen tot Vlaams Volksvertegenwoordiger, maar dan voor de provincie Oost-Vlaanderen. In de Senaat was hij lid van de commissie Onderwijs en Wetenschap en het Adviescomité voor Europese Aangelegenheden. In het Vlaams Parlement was hij meer dan tien jaar vast lid van de commissie Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening. Van 2004 tot 2009 was hij eveneens ondervoorzitter van de commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting van het Vlaams Parlement. Hij is medeauteur van het vernieuwde bodemsaneringsdecreet en werkte eind 2004 ook mee aan de reorganisatie van de watersector in Vlaanderen. In mei 2009 werd hij aangeduid als bestuurder van Aquafin NV en voorzitter van het auditcomité. Francine Swiggers Francine Swiggers is licentiate toegepaste economische wetenschappen en master in business administration van de Katholieke Universiteit Leuven. Ze begon haar professionele loopbaan bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. In 1977 maakte ze de overstap naar Bacob Bank. In 1997 werd ze benoemd als lid van het directiecomité van Groep Arco waar ze voorzitter werd van het directiecomité in november 2007. Ze is nu lid van het college van vereffenaars van Arcopar/Arcofin/Arcoplus. Naast bestuursmandaten in Auxipar NV en Interfinance is ze Censor bij de Nationale Bank van België. In 1998 werd ze bij Aquafin NV benoemd tot bestuurder.
Roland Van Dierdonck Prof. Dr. Roland Van Dierdonck is burgerlijk werktuigkundig-elektrotechnisch ingenieur van de Universiteit Gent en doctor of business administration van de Harvard University. Van 1978 tot 1980 doceerde hij aan IMD in Lausanne. In 1980 keerde hij naar België terug om les te geven aan de Universiteit Gent. Van 1987 tot 1990 en vanaf 1996 tot 1998 was hij voorzitter van de School voor Management van de Universiteit Gent. In de periode 1985 tot 1992 was hij gastprofessor bij Insead, École National des Ponts et Chaussées in Parijs en de University of North Carolina in Chapel Hill. Van 1995 tot 2001 was hij gastdocent aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit. Van 1998 tot 2007 was hij decaan van de onafhankelijke Vlerick Leuven Gent Management School. Op 1 oktober 2007 werd hij professor emeritus van de Universiteit Gent. Hij was lid van de raad van bestuur van diverse profit en non-profit organisaties. Sinds september 2010 is hij associate director van de European Foundation for Management Development. Op dit ogenblik is hij voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse Milieuholding NV en lid van de raad van bestuur van Indaver NV en Aquafin NV. Jhony Van Steen Na het beëindigen van zijn studies economische wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel in 1970, was Jhony Van Steen tot 1978 aan deze universiteit verbonden als wetenschappelijk medewerker. In 1978 stapte hij over naar de ASLK, waar hij verantwoordelijk was voor de jongerenpolitiek en als eerste in België homebanking introduceerde in 1985. Van 1989 tot 1992 was hij achtereenvolgens adviseur, kabinetschef en adjunct-kabinetschef op het kabinet PTT en het kabinet Overheidsbedrijven. Tussen 1992 en 1993 vervulde hij de functie van bestuurder-directeur bij ASLK Verzekeringen. Vanaf januari 1994 was hij actief als directeur Publieke en Social Profit Sector voor Fortis-bank. Hij bekleedde verschillende bestuursmandaten in verzekeringsmaatschappijen in België en Luxemburg, bij ES-finance, Belgacom, GIMV, PMV/ VPM, VIOM en de scholengroep Dender. Ook vandaag is hij nog actief in een aantal raden van bestuur in de publieke en de social profit sector. Sinds 2001 is hij bestuurder bij Aquafin NV en heden is hij ook voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité.
Verslag van de raad van bestuur
15
16
Jaarverslag 2013
Ivo Van Vaerenbergh Ivo Van Vaerenbergh is burgerlijk werktuigkundig ingenieur en ingenieur in de milieusanering van de Vrije Universiteit Gent. Hij behaalde een postgraduaat bedrijfskunde en een master in business administration aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij de diensten Eerste Minister - Programmatie van het Wetenschapsbeleid. Als operationeel directeur stond hij in voor de nationale R&D programma’s Energie, Leefmilieu en Secundaire Grondstoffen. Vanaf 1979 tot in 1994 was hij afgevaardigd bestuurder van Metallo Chimique NV. Hij was voorzitter van de raad van bestuur van het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol (1986-1989) en van de Vlaamse Milieuholding (1994-2002). Als ondernemer is hij sinds 1986 voorzitterafgevaardigd bestuurder van de REM.B Hydraulics Group (Beerse, Roosdaal) en bestuurder bij Renewable Ventures Fund cvba, ENERGIUS NV, Thenergo NV en W-Kracht NV. Verder is hij bestuurder bij UZ Gent, Ziekenhuis Netwerk Antwerpen vzw, Lanbokas en Edan Business Systems NV. Gedurende twintig jaar was hij in de Kempen voorzitter van Voka - Kamer van Koophandel Kempen en tot op vandaag zit hij de Regionale Nucleaire Coördinatiecel (RNC) voor. Sinds 1995 is hij bestuurder bij Aquafin NV. Tussen 1999 en mei 2009 was hij voorzitter. ACTIVITEITENVERSLAG EN AANWEZIGHEDEN Naast de uitoefening van de bevoegdheden zoals omschreven in het charter, heeft de raad van bestuur in het afgelopen boekjaar ook van gedachten gewisseld en beslissingen genomen omtrent het prestatiebudget, de relatie met de toezichthouder, de lange termijnfinanciering en de wijziging van de statuten. In 2013 vergaderde de raad van bestuur zes keer. Tijdens drie bijeenkomsten waren alle bestuurders aanwezig, op twee bijeenkomsten was één bestuurder afwezig. Op één vergadering waren twee bestuurders afwezig. Zeven bestuurders waren aanwezig op alle vergaderingen. Twee bestuurders waren op één vergadering verontschuldigd, één bestuurder was op twee bijeenkomsten verontschuldigd.
↘
AUDITCOMITÉ
SAMENSTELLING Voorzitter
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs Pol Cools Marijke Mahieu Francine Swiggers Vlaamse Milieuholding, vertegenwoordigd door Matrix NV, vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck
ACTIVITEITENVERSLAG EN AANWEZIGHEDEN Het auditcomité hield conform de haar toevertrouwde taken toezicht op de integriteit van de financiële informatie. Binnen het kader van de interne controle en het risicomanagement besprak het comité het auditplan en het rentemanagement, met bijzondere aandacht voor de resultaten van de hedging, de opmaak van de nieuwe Balanced Scorecards, de toepassing van het decreet betreffende deugdelijk bestuur in de Vlaamse publieke sector, Business Continuity Management, de evaluatie van het mandaat van de commissaris en de eigen werking van het comité. Ook het (half)jaarverslag en de “management letter” van EY werden grondig geanalyseerd en geadviseerd. In 2013 kwam het Auditcomité viermaal samen. Op twee bijeenkomsten was het comité voltallig, bij twee vergaderingen was één bestuurder afwezig.
↘
BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITÉ
SAMENSTELLING Voorzitter
Jhony Van Steen Alain Bernard Ivo Van Vaerenbergh
ACTIVITEITENVERSLAG EN AANWEZIGHEDEN Naast de gebruikelijke domeinen inzake loonpolitiek, extra legale voordelen, CAO- onderhandelingen, de opstelling van de doelstellingen voor het directiecomité en evaluatie van de realisatie van deze doelstellingen, gaf het comité advies over de structuur van de HRM afdeling. De procedure voor de vervanging van de directeur Asset Management binnen het directiecomité werd opgestart. Het comité volgde eveneens het decreet betreffende het deugdelijk bestuur in de Vlaamse publieke sector en het project ‘mensgericht ondernemen’ van het Europees Sociaal Fonds. Het benoemings- en remuneratiecomité kwam tijdens het voorbije boekjaar vier keer samen. Op één bijeenkomst waren alle bestuurders aanwezig, de overige vergaderingen was telkens één bestuurder niet aanwezig.
↘
DIRECTIECOMITÉ
SAMENSTELLING In 2013 zag de samenstelling van het directiecomité er als volgt uit: Gedelegeerd bestuurder Operaties Infrastructuur Asset Management Marketing en ICT Financieren Organisatie Ontwikkeling
Luc Bossyns Hans Bruynooghe Dirk De Waele Erik Poppe Danny Baeten Johan Maes Sabine Schellens
Aquafin maakte de voorbije twee jaren werk van het kantelen van de organisatie en ging procesgericht werken. Omdat elk bedrijf ook hiërarchisch moet aangestuurd worden, volgde een herschikking van de kernprocessen, ondersteunende en sturende processen in zes directies. Het nieuwe directiecomité ging officieel van start op 1 januari 2013.
Financiering Kostenefficiënt financieren ↘ Johan Maes
Infrastructuur Visie - Versnelde uitvoering ↘ Dirk De Waele
Operaties Transporteren en zuiveren van afvalwater ↘ Hans Bruynooghe
Gedelegeerd bestuurder ↘ Luc Bossyns
Asset management Betrouwbare en performante installaties ↘ Erik Poppe
Marketing en ICT Sturende processen ↘ Danny Baeten
Organisatie Ontwikkeling Sturende processen ↘ Sabine Schellens
Verslag van de raad van bestuur
17
18
Jaarverslag 2013
Op 30 april 2014 neemt Erik Poppe afscheid van Aquafin. Aquafin heeft gedurende meer dan twintig jaar de kennis, werkkracht, de realiteitszin en het menselijk inzicht van de heer Poppe mogen ervaren. De raad van bestuur heeft in haar bijeenkomst van 6 februari 2014 op basis van het advies geformuleerd door het benoemings- en remuneratiecomité Bart Van Eygen aangesteld als opvolger van Erik Poppe. Bart Van Eygen werd met onmiddellijke ingang lid van het directiecomité, verantwoordelijk voor de directie Asset Management.
↘
VOORNAAMSTE ELEMENTEN VAN HET EVALUATIEPROCES VAN DE RAAD VAN BESTUUR, DE COMITÉS EN DE INDIVIDUELE BESTUURDERS
De leden van de raad van bestuur evalueren op regelmatige basis de omvang, samenstelling en de werking van dit orgaan. De actuele samenstelling wordt getoetst aan de gewenste samenstelling. Ook wordt de relatie en interactie met het directiecomité bekeken. De bestuurders ontvangen hierover een analyse van het benoemings- en remuneratiecomité. Om deze interactie te beoordelen, komen de nietuitvoerende bestuurders ten minste éénmaal per jaar samen, in afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder. Binnen het evaluatieproces van het auditcomité worden de volgende elementen behandeld: het interne reglement, de samenstelling en benoeming, de vergaderingen, de opleiding van de leden en de middelen hiervoor, de klokkenluidersprocedure en de relatie met de raad van bestuur.
Er wordt ook een evaluatie gemaakt van de verantwoordelijkheden inzake de financiële rapportering van de vennootschap, de interne controle en risicobeheerssystemen en tenslotte zowel de interne als externe audit. Verder wordt een analyse gemaakt van de interactie tussen het directiecomité en de raad van bestuur. Het comité geeft ook advies over de prestaties van de individuele bestuurders met het oog op hun eventuele herbenoeming, met bijzondere aandacht voor de evaluaties van de diverse voorzitters.
↘
REMUNERATIEVERSLAG
NIET-UITVOERENDE BESTUURDERS De algemene vergadering besliste in 2005 om een vaste vergoeding per jaar uit te betalen, aangevuld met een vergoeding per bijgewoonde vergadering van de raad van bestuur of één van haar comités. Deze bedragen worden verhoogd met 20 % voor de voorzitter van de raad van bestuur en de voorzitters van de comités. Als de bestuurders een taak uitoefenen die los staat van hun normale taken als bestuurder, krijgen ze overeenkomstig de beslissing van 2009 een onkostenvergoeding. Het gaat hierbij alleen om opdrachten die door de raad van bestuur of het directiecomité af en toe aan individuele bestuurders worden toevertrouwd. Deze vergoedingen worden ten laste genomen van de algemene kosten.
Naam ↘ VOF Thedes, vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen
Ontvangen bedrag totaal
(V)
€ 29.291,75
Alain Bernard
€ 11.148,21
Pol Cools
€ 12.469,09
Marijke Mahieu VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs
€ 12.099,24 (V)
Francine Swiggers Jhony Van Steen
€ 15.892,80 € 12.786,10
(V)
€ 16.526,82
Ivo Van Vaerenbergh
€ 12.786,10
Vlaamse Milieuholding NV, vertegenwoordigd door Matrix NV, vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck
€ 11.782,23
((V) = voorzitter)
UITVOEREND BESTUURDER De totale bruto-vergoeding die over 2013 door de vennootschap BVBA Bamboss, waarvan de zaakvoerder de uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder is, aan Aquafin werd gefactureerd, is als volgt samengesteld: basisvergoeding: variabel deel: pensioenrechten: andere vergoedingsbestanddelen:
€ 407.536,2 € 132.775,29 nvt € 1.341,57
Hij ontvangt geen vergoeding als bestuurder (binnen de raad van bestuur). DIRECTIECOMITÉ De totale bruto-verloning die over 2013 aan de leden van het directiecomité werd toegekend, met uitzondering van de uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder, bedraagt: basissalaris: variabel deel2: pensioenrechten: andere vergoedingsbestanddelen:
€ 825.339,50 € 77.724,15 € 149.071,99 € 155.012,05
ALGEMEEN Na advies van het benoemings- en remuneratiecomité legt de raad van bestuur het loonbeleid vast, zowel voor het uitvoerend management als voor de gedelegeerd bestuurder maar ook het algemeen loonbeleid. Doel van dit beleid is het aantrekken, behouden en motiveren van deskundige personen. De omvang van de vergoeding houdt rekening met de individuele taken en verantwoordelijkheden van de leden van het directiecomité. De prestaties van het directiecomité worden eenmaal per jaar in aanwezigheid van de gedelegeerd bestuurder beoordeeld. Uiteraard gebeurt de beoordeling van de gedelegeerd bestuurder in zijn afwezigheid. Het benoemingsen remuneratiecomité volgt de gehele procedure nauwgezet, die ook door de raad van bestuur wordt goedgekeurd. Elk jaar worden op basis van het reglement bedrijfs-, persoonlijke en commerciële doelstellingen geformuleerd. Aan elk van deze doelstellingen wordt vooraf een bepaald gewicht in de evaluatie toegekend. Voor 2013 hadden de elementen van evaluatie betrekking op onder meer organisatorische, budgettaire, economische en ecologische aspecten en/of resultaten. Ook het totale functioneren van elk directielid wordt beoordeeld, naast de evaluatie op basis van de geformuleerde doelstellingen. De periode waarbinnen deze prestaties beoordeeld werden, loopt van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.
Er werden geen aandelen(opties) en/of rechten om aandelen te verwerven toegekend aan de leden van het uitvoerend management (inclusief de gedelegeerd bestuurder). Er werden ook geen arbeidsovereenkomsten gesloten met de gedelegeerd bestuurder of een ander lid van het directiecomité op of na 1 juli 2009.
↘
VOORNAAMSTE KENMERKEN VAN DE INTERNE CONTROLE- EN RISICOBEHEERSSYSTEMEN VAN DE VENNOOTSCHAP
De raad van bestuur is zich bewust van haar verantwoordelijkheden en houdt rekening met de risico’s bij het bepalen van de strategische richting die het bedrijf uitgaat. Op haar vergaderingen komen de risicogerelateerde onderwerpen aan bod. Ook het directiecomité is zich bewust van het belang van een goede interne controle en een goed risicobeheer. Risicogerelateerde onderwerpen worden daarom besproken op de wekelijkse vergaderingen. Binnen alle afdelingen wordt een risicobeheerbeleid gevoerd, waarbij de beleidslijnen zijn bepaald, procedures werden uitgeschreven, handtekeningbevoegdheden bepaald werden, knipperlichten werden ingebouwd en gebruikgemaakt wordt van checklists. Tevens worden de wijzigingen in de wetgeving opgevolgd. Er werden ook de nodige maatregelen getroffen voor de beveiliging van informatie. Een aantal specifieke afdelingen focussen zich sterk op risico’s: Preventie en Bescherming, Milieu, Process Office, Compliance Management, de verantwoordelijke Minder Hinder, de ombudsman en de interne auditor. Daarnaast maakt de vennootschap werk van de opvolging en rapportering van risico’s. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een betrouwbaar informatiesysteem en de geactualiseerde Balanced Scorecard, zowel als meetinstrument als rapporteringsysteem. In 2013 werd ook beslist om te starten met de implementatie van de ISO 55000 norm voor asset management, die de asset eigenaars helpt bij het verlagen van de risico’s en het verhogen van de betrouwbaarheid van de infrastructuur. Op de geïnstalleerde procedures worden intern kwaliteitsaudits uitgevoerd. Zowel de interne auditor, externe auditor als de economisch toezichthouder van het Vlaamse Gewest houden toezicht op de vennootschap.
2 Het totale bedrag van dit inkomstenbestanddeel wordt verdeeld in een bedrag dat als brutopremie wordt uitgekeerd en ook onder deze rubriek is opgenomen en een bedrag dat deel uitmaakt van de pensioenrechten en opgenomen werd in de rubriek met die naam.
Verslag van de raad van bestuur
19
20
Jaarverslag 2013
↘
CONTROLE VAN DE VENNOOTSCHAP
Bepaling 5.2/4: meerderheid van onafhankelijke bestuurders in het auditcomité.
Het mandaat van de commissaris eindigt bij het sluiten van de algemene vergadering. De raad van bestuur zal aan de aandeelhouder voorstellen om opnieuw Ernst & Young Bedrijfsrevisoren te benoemen. De vergoeding van de commissaris voor de statutaire controle over de jaarrekening van de vennootschap betaald tijdens het boekjaar bedraagt 47.640 euro (exclusief BTW). Tijdens het afgelopen boekjaar werd als bijzondere opdracht aan de commissaris en aan personen met wie hij beroepshalve in samenwerkingsverband staat een bedrag van 16.000 euro betaald. Deze opdracht werd door het auditcomité besproken.
↘
• Bepaling 5.4/1: meerderheid van onafhankelijke bestuurders in het benoemings- en remuneratiecomité. Het benoemings- en remuneratiecomité is samengesteld uit drie niet-uitvoerend bestuurders waarvan één bestuurder als onafhankelijk kan worden beschouwd volgens de criteria van de Belgische Corporate Governance Code.
AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR EN KRUISPARTICIPATIES
De Vlaamse Milieuholding bezit alle aandelen van Aquafin NV. Er bestaan geen kruisparticipaties.
↘
Het auditcomité telt vijf leden die allen niet-uitvoerend bestuurders zijn. Twee leden zijn volgens de Belgische Corporate Governance Code onafhankelijk. Het auditcomité is daardoor niet in meerderheid samengesteld uit onafhankelijke bestuurders. De raad van bestuur is van oordeel dat met het huidige aantal onafhankelijke bestuurders het auditcomité evenwichtig is samengesteld uit betrokkenen die belang hebben bij een goede en onafhankelijke werking van het auditcomité en dat dit voldoende garantie biedt voor een deugdelijk en efficiënt functioneren van het comité.
TOELICHTING BIJ DE AFWIJKING TEN OPZICHTE VAN DE CODE
Aquafin past de bepalingen zoals vastgesteld in de “Belgische corporate governance code” voor genoteerde bedrijven toe. In bepaalde gevallen wordt afgeweken van de code wegens het eigen karakter van het aandeelhouderschap van de onderneming. De bepalingen van deze code die niet nageleefd worden, worden hierna verder toegelicht.
• Bepaling 8.8: samenroepen van /voorstellen indienen voor algemene vergaderingen In de statuten van de vennootschap is de wettelijke drempel van 20 % voor de bijeenroeping van een algemene vergadering opgenomen. Gelet op de eigenheid van het aandeelhouderschap van de vennootschap heeft een verlaging van de drempel voor de indiening van voorstellen voor de algemene vergadering tot op vandaag geen nut.
↘
TRANSACTIES MET VOORWETENSCHAP EN MARKTMISBRUIK
Vermits de Richtlijn 2003/6/EC betreffende de handel met voorwetenschap en marktmanipulatie sinds de uitgifte van de obligatielening van toepassing is op de vennootschap, werden in het charter maatregelen opgenomen om te voldoen aan de bepalingen van deze richtlijn. De rol van de compliance officer inzake de naleving van de toepasselijke bepalingen en de nodige informatieverstrekking is omschreven. Een verhandelingsregelement zal indien nodig worden opgesteld door de raad van bestuur. De heer A. Vanden Bon, secretaris van de raad van bestuur, is aangesteld als compliance officer. In 2013 werden er geen meldingen gedaan waarop deze bepalingen van toepassing zijn.
•
Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2013 Proper water in alle beken en rivieren, dat is wat de Kaderrichtlijn Water beoogt en dat blijft ook de belangrijkste doelstelling van Aquafin. Daarnaast willen we vanuit onze kennis van de waterzuiveringsinfrastructuur en de interactie met de waterlopen, ook op het gebied van waterbeheersing een toegevoegde waarde leveren voor onze klanten. 2013 was een uitdagend jaar door de moeilijke financiële omstandigheden bij de gemeenten en de bijzondere weersomstandigheden. Toch bereikten we voor het Vlaamse Gewest onze vooropgestelde doelstellingen voor de optimalisatie van de infrastructuur en de kwaliteit van het gezuiverde water. Dat deden we door intern de juiste focus te bepalen en in alle processen de klant voor ogen te houden.
Op de gemeentelijke markt is Aquafin nog steeds de grootste speler in Vlaanderen. We zijn er in 2013 geslaagd om als eerste operator een volledig afgewerkt en meteen bruikbaar hemelwaterplan af te leveren voor een klantgemeente. De volgende jaren leggen we voor onze klant-gemeenten de nadruk op producten die gericht zijn op een adaptatie aan de klimaatverandering en een goed beheer van de infrastructuur. Hoe schaarser de financiële middelen, hoe belangrijker het immers is dat elke euro juist wordt besteed.
Verslag van de raad van bestuur
21
22
Jaarverslag 2013
Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar ↘
STATUTEN AANGEPAST
Het Vlaamse Gewest draagt Aquafin via het Optimalisatieprogramma geregeld projecten op om regen- en oppervlaktewater af te koppelen van het rioleringsstelsel. Daarom werd tijdens de Algemene Vergadering van 15 oktober 2013 het statutaire doel van Aquafin uitgebreid met betrekking tot het scheiden, opvangen, verzamelen en behandelen van afval- en hemelwater. Tegelijk biedt dit Aquafin de mogelijkheid om ook andere activiteiten rond waterbeheersing uit te oefenen zoals de opmaak van hemelwaterplannen.
↘
BELANG VAN ONDERHOUD EN VERVANGING INFRASTRUCTUUR WORDT STEEDS GROTER
De laatste jaren verschuift het accent meer en meer van de uitbouw naar het beheer van de bovengemeentelijke zuiverinsinfrastructuur. Niet enkel de infrastructuur die Aquafin van zijn voorgangers overnam veroudert stilaan, ook de oudste eigen gebouwde installaties hebben de leeftijd van 20 jaar bereikt. Uiteraard heeft Aquafin vanaf het begin aan risicobeheer gedaan voor zijn infrastructuur. Tot voor 2013 zaten de verschillende deeldomeinen hiervan echter verspreid binnen het bedrijf. Vorig jaar zijn alle diensten en afdelingen die zorgen voor betrouwbare installaties samengebracht in een nieuwe directie Asset Management, nadat een jaar eerder “Performante en betrouwbare installaties” als een van de vijf kernprocessen werd gedefinieerd. De synergie die hierdoor ontstaat, moet leiden tot een goed zicht op de totale levenscyclus van onze infrastructuur, vanaf de ontwerpfase tot en met de uitdienstneming. Asset Management vormt dan ook een brug tussen de overige kernprocessen Visie, Versnelde Uitvoering, Financieren en Transporteren en zuiveren van afvalwater.
↘ ISO55000, een kwaliteitslabel voor het hele bedrijf In 2013 startte Aquafin met de voorbereidingen voor het behalen van het ISO55000-certificaat, de internationale norm voor Asset Management. Omdat de garantie voor kwaliteitsvolle installaties begint vanaf het ontwerp en over de hele levenscyclus loopt, zal Aquafin de ISO55000-standaard invoeren als kwaliteitslabel voor het hele bedrijf. De nieuwe norm voor Asset Management geeft eigenaren van kapitaalgoederen een instrument in handen om hun “assets” gedurende de hele levenscyclus op een doelmatige, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren, afgestemd op de behoeften van de stakeholders.
↘
EEN TWEEDE LOKAAL PACT
Begin december 2013 keurde de Vlaamse Regering de verlenging goed van het Lokaal Pact. Het eerste Lokaal Pact dateert van 2008 en had een looptijd van zeven jaar, waarin het Vlaamse Gewest jaarlijks voor 100 miljoen euro rioleringsprojecten overneemt van de gemeenten en voor uitvoering opdraagt aan Aquafin. Hiermee tracht het gewest de financiële druk bij de gemeenten voor een stuk te verlagen terwijl de noodzakelijke investeringen voor het milieu toch gebeuren. De laatste schijf van het eerste Lokaal Pact zal opgedragen worden via het Optimalisatieprogramma 2016. De verlenging van het Lokaal Pact houdt opnieuw de toewijzing in van extra projecten voor een jaarlijks bedrag van 100 miljoen euro, dit keer voor een periode van vijf jaar. De opdrachten zullen opgenomen worden in de Optimalisatieprogramma’s 2017-2021.
↘
GOEDKEURING OPTIMALISATIEPROGRAMMA 2015
Het totaal beschikbare budget werd vastgelegd op 230 miljoen euro, vermeerderd met 20 miljoen euro voor de afbouw van de gecumuleerde overschrijding van het investerings- en renovatieprogramma van vroegere programmajaren. Van het budget van 230 miljoen euro is 69,6 miljoen euro voorzien om toekomstige prijsstijgingen voor de nieuw opgedragen projecten op te vangen. Rest er nog het bedrag van 160,4 miljoen euro voor nieuwe projecten, waarvan 78,4 miljoen euro is toegewezen voor investeringen in het kader van het Lokaal Pact met de gemeenten. Het Optimalisatieprogramma 2015 draagt 142 nieuwe projecten op en 21 projecten werden doorgeschoven. Verder wordt er voor 10 projecten alleen het studiewerk (opmaak technisch plan) opgedragen. De optimalisatieprogramma’s worden opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij, in overleg met Aquafin, de provincies en de bekkenbesturen. Ze omvatten projecten gericht op de bijkomende sanering van lozingspunten, de bouw van kleinschalige zuiveringsinstallaties en de aanleg van strategische regenwaterleidingen om de bestaande infrastructuur te verbeteren. Bij de keuze van de projecten wordt gelet op hun ecologisch en economisch rendement.
Op 20 december 2013 heeft de Vlaamse Regering het budget voor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur voor het programmajaar 2015 goedgekeurd.
Verslag van de raad van bestuur
23
24
Jaarverslag 2013
OPGEDRAGEN PROJECTEN
● Waarde projecten
mio euro ↘
● Lokaal pact ● Toegezegd budget
300 250 200 150 100 50 0 IP2004 2002
↘
2003
IP2005 OP2006 OP2007 OP2008 2004 2005 2005 2006
2007
WERKINGSBUDGET IN EIGEN BEHEER
Vanaf 2014 kent het Vlaamse Gewest het werkingsbudget van Aquafin toe op basis van de kostprijs van de geleverde eindproducten. De basis voor een nieuw berekeningsmodel legde Aquafin zelf. In overleg met de leden van het Budgetoverleg (Vlaamse Gewest Kabinetten Leefmilieu en Begroting, VMM, Rekenhof en Inspectie van Financiën) werd het model verder verfijnd en op 7 juni 2013 werd het goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het nieuwe begrotingsmodel wordt toegepast op de werkingskosten die gerelateerd zijn aan de activiteiten binnen de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. De budgetten voor het uitvoeren van opgedragen projecten op het optimalisatieprogramma en van projecten voor verbetering, aanpassing en vervanging van de infrastructuur, vallen hier buiten net als de rentelasten en vergoeding eigen middelen die hiermee gepaard gaan. Volgens het nieuwe begrotingsmodel worden de werkingskosten voortaan vergoed op basis van de geleverde eindproducten. Dit zijn enerzijds het volume gezuiverd afvalwater en anderzijds het goed beheer van het patrimonium. Deze nieuwe werkwijze houdt in dat de Economisch Toezichthouder bij de Vlaamse Milieumaatschappij de controle op een aangepaste manier zal moeten uitvoeren. Na het eerste implementatiejaar 2014, zal het model geëvalueerd en indien nodig bijgesteld worden. Het nieuwe begrotingsmodel wordt ook prestatiebudget genoemd, omdat het de toegekende budgetten rechtstreeks koppelt aan het eindproduct. Hiermee zetten het Vlaamse Gewest en Aquafin een nieuwe stap in de richting van een volledige resultaatsverbintenis.
OP2009 OP2010 OP2011 OP2012 OP2013 OP2014 OP2015 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
↘
FOCUS EN DOEL METEN MET BALANCED SCORECARD
Sinds meer dan tien jaar werkt Aquafin met de Balanced Scorecard (BSC), een meetinstrument dat de organisatie helpt om de focus op de vastgelegde strategie te houden. Omdat Aquafin zijn organisatie gekanteld heeft in de richting van de klant en procesgericht is gaan werken, is in 2013 werk gemaakt van een volledige revisie van de BSC. Per kernproces werden een business model en een strategy map opgemaakt. Bovenop werd een nieuwe corporate strategy map uitgetekend. Vanaf het voorjaar van 2014 zullen de eerste metingen gebeuren met de vernieuwde BSC en kunnen we heel gericht de prioriteiten en doelstellingen opvolgen voor de vernieuwde organisatie.
↘
FINANCIERING VAN AQUAFIN IN EEN VERANDERENDE MARKT
BELANG VAN INSTITUTIONELE INVESTEERDERS BEVESTIGD Als gevolg van de start van het Basel III akkoord van het “Basel Committee on Banking Supervision” begin 2013, werd duidelijk dat de lange termijn kredietverstrekking door banken zowel duurder als schaarser werd. Aquafin had zich hierop voorbereid en heeft meer en meer financiering gezocht bij institutionele investeerders zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Ook in 2013 vormden zij samen met de Europese Investeringsbank het zwaartepunt van de lange termijn kredietverleners. Aquafin heeft voor het eerst sinds de opstart van het “commercial paper”-programma gebruik gemaakt van tranche B, die voorziet in opnames op lange termijn. Daarnaast werd de “private placement” van 100 miljoen euro, die in 2013 op vervaldag kwam, gedeeltelijk geherfinancierd via obligaties en kredieten verstrekt door verzekeringsmaatschappijen.
HERONDERHANDELING VAN KREDIETLIJNEN OP KORTE TERMIJN Aquafin heeft een grote portefeuille aan korte termijnlijnen om tijdelijke kastekorten op te vangen en het “commercial paper”-programma te ondersteunen. Omwille van de strengere financiële regelgeving in de bankwereld werden deze lijnen opnieuw onderhandeld. Hierdoor blijven de reserveringscommissies en de opnamemarges ook in de toekomst betaalbaar. Deze operatie is gestart in 2012 en werd in 2013 volledig afgerond. VERNIEUWING VAN DE AGENT VAN DE AFFECTATIEOVEREENKOMST Op vraag van de Vlaamse Regering werd de toekenning van het agentschap aan Belfius herbekeken. Na marktconsultatie wees Aquafin de rol van agent opnieuw toe aan deze bank. Sinds de start van de affectatieovereenkomst heeft Belfius deze functie ononderbroken uitgeoefend. Belfius heeft Aquafin altijd ondersteund bij de diverse aanpassingen van de beheersovereenkomst en acteerde daardoor als woordvoerder voor alle lange termijn investeerders. ACTIEF RENTEMANAGEMENT OPTIMALISEERT DE FINANCIERINGSKOST Door het actief rentemanagement kan Aquafin de financieringskosten voor de leningen op lange termijn optimaliseren. In 2006 heeft de raad van bestuur de krijtlijnen van het renterisicobeheer goedgekeurd. Deze zijn voor het laatst aangepast in 2009. Het rentebeleid bepaalt dat het actief rentemanagement mag toegepast worden op 35 % van de uitstaande schuld op lange termijn, waarvan maximum 10 % volledig variabel mag zijn. Naast de indekking van de bestaande schuld mogen ook de toekomstige rentelasten ingedekt worden en dit tot maximum 50 % van de toekomstige gebudgetteerde leningen op lange termijn met een horizon van 5 jaar. Dit alles is mogelijk op voorwaarde dat er steeds een onderliggende lening gebudgetteerd is tegenover elke indekkingstructuur. Het financieel resultaat van het rentemanagement wordt berekend door de actuele rentelast te vergelijken met de benchmark (de geldende vaste rente op het ogenblik van het opzetten van de structuur). De besparing die gerealiseerd werd is conform de afspraken met het Vlaamse Gewest verrekend met de drinkwatermaatschappijen. Ook bij de onderhandeling van deze financiële transacties ondervindt Aquafin de impact van het Basel III akkoord. De tegenpartijen waarmee Aquafin indekkingen afsluit moeten meer en meer rekening houden met het uitstaand risico ten opzichte van hun eigen vermogen. Dit zorgt ervoor dat het ook voor deze structuren moeilijker wordt om tegenpartijen te vinden voor transacties met een zeer lange looptijd.
↘
AFREKENINGEN VAN DE FINANCIËLE JAREN 2011 & 2012 GOEDGEKEURD
Op 19 juli 2013 heeft de Vlaamse Regering beslist om het financieel verslag voor het boekjaar 2011 goed te keuren. Een bedrag van 2.665 EUR werd verworpen. Nog net voor het jaareinde, op 21 december 2013, werd ook het financieel verslag voor het boekjaar 2012 goedgekeurd. Hierin werd 0 EUR verworpen. Beide verslagen werden opgemaakt conform art.5 bis-1 van de beheersovereenkomst. Ze gaan op een gedetailleerde wijze in op de financiële inkomsten en uitgaven. Ze schetsen hoe de middelen die aan Aquafin toegewezen zijn op een redelijke wijze benut worden.
↘
EUROPESE BOETE VOOR BELGIË
In 2004 veroordeelde het Europees Hof de lidstaat België een eerste keer voor het niet naleven van de bepalingen van de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater voor de agglomeraties boven 10.000 inwoners. Op dat moment ging de redelijke termijn in waarbinnen België zich nog in regel kon stellen. In juni 2009 volgde een laatste waarschuwing van de Europese Commissie omdat ze meende dat op dat moment nog steeds 1 Vlaamse, 21 Waalse agglomeraties en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel niet voldeden aan de richtlijn. Op 19 oktober 2011 heeft de Europese Commissie België opnieuw gedagvaard voor het Europees Hof. Deze laatste dagvaarding heeft geleid tot een tweede veroordeling in oktober 2013, waarna het Europees Hof boetes mag opleggen.
Verslag van de raad van bestuur
25
26
Jaarverslag 2013
De lidstaat België kreeg een boete opgelegd van 10 miljoen euro, beduidend lager dan de ruim 15 miljoen euro die de Europese Commissie in haar dagvaarding van 2011 had geëist. Het Europees Hof stelt dat België met de 9 jaar tussen de eerste en de tweede veroordeling een redelijke termijn heeft gekregen om de richtlijn correct uit te voeren en daar niet in geslaagd is. Anderzijds erkent het Europees Hof dat België in deze periode evenwel zware inspanningen heeft geleverd waardoor bijna alle agglomeraties, uitgezonderd 5 agglomeraties in het Waalse Gewest, intussen beantwoorden aan de richtlijn. Precies om ervoor te zorgen dat ook in deze laatste 5 agglomeraties snel orde op zaken wordt gesteld, legt het Europees Hof een dagelijkse dwangsom op van 4.722 euro. Of het Waalse Gewest ook werkelijk deze som zal moeten betalen, is nog niet zeker omdat het Hof pas over een half jaar nazicht doet van de nieuwste stand van zaken. De kans is groot dat ook dat Gewest tegen dan volledig in orde is.
Europa erkent enkel de lidstaten en kan dus alleen België veroordelen, terwijl milieu en dus ook waterzuivering in België al lange tijd een gewestelijke bevoegdheid is. In de bijzondere wet die de staatshervorming regelt, wordt wel de mogelijkheid geboden dat de federale overheid deze boete kan doorrekenen naar de gewesten. Dat gebeurde tot vandaag niet. Het Vlaamse Gewest en de twee andere gewesten kijken op een verschillende manier naar de boete. Vlaanderen meent dat het niet moet mee betalen omdat het voor de dagvaarding van oktober 2011 al voldeed aan de richtlijn. Volgens Wallonië en Brussel echter werd de rechtszaak aangespannen op basis van gegevens uit 2009, toen ook Vlaanderen nog niet in orde was zij het voor slechts één enkele agglomeratie. De boete zal in elk geval geen rechtstreekse gevolgen hebben voor Aquafin.
Verslag van de raad van bestuur
27
28
Jaarverslag 2013
“Leveranciers die partners worden, het is een beetje wennen. Maar we werken wel samen aan projecten, dus kan moeilijk ieder zijn eigen contract afhandelen van op zijn eiland. Daarom zijn een goede communicatie en duidelijke verwachtingen essentieel.” Micha Caerts, technisch aankoper
Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest In 2013 heeft Aquafin de gestelde targets gehaald voor hydronautstudies en aanbestedingen, en werden alle ingediende projecten voor oplevering in gebruik genomen. Multilaterale overeenkomsten met studiebureaus en goede afspraken met partners en medeopdrachtgevers hebben gezorgd voor een verbetering van de kwaliteit en de efficiëntie van de uitgevoerde werken. De actieve opdrachtenportefeuille met investeringsprojecten voor het Vlaamse Gewest bedroeg op 31 december 2013 ruim 1,2 miljard euro voor 1.144 projecten. Aquafin leverde tot die datum 2.559 investerings- en renovatieprojecten op voor 3,2 miljard euro. Per 31 december 2013 was Aquafin verantwoordelijk voor de exploitatie van 281 rioolwaterzuiveringsinstallaties. Om het afvalwater naar de zuiveringsinstallaties te transporteren, heeft Aquafin 5.335 km leidingen in beheer. Aquafin beheert 1.394 bovengemeentelijke pompstations en bergbezinkingsbekkens.
VISIE-ONTWIKKELING OVER DE UITBOUW EN HET BEHEER VAN DE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR In hydraulische studies worden de fysische parameters van het stelsel geregistreerd en vastgelegd. In 2013 heeft Aquafin 86 hydronautstudies opgeleverd, voor een totaal van 3,4 miljoen euro. Hiervan waren 80 studies nodig voor de uitbouw van het rioolstelsel, de overige 6 studies hadden tot doel de kennis over de zuiveringsgebieden te vergroten. De target voor 2014 ligt opnieuw op 3,4 miljoen euro. In 2013 besteedde Aquafin extra aandacht aan een intensere wisselwerking tussen zijn kernprocessen Transporteren en zuiveren van afvalwater enerzijds en Visie op het netwerk anderzijds. Een nog actiever gebruik van de gebiedskennis vormt immers een belangrijke meerwaarde om te komen tot een goed werkend zuiveringsgebied. Vorig jaar werden in dat kader voor 153 miljoen euro projectvoorstellen ingediend. Uiteraard moeten we daarvoor ook nauw samenwerken met overheden, administraties en andere instanties.
WAARDE PROJECTENPORTEFEUILLE
OPLEVERINGEN HYDRONAUTS
op 31 december 2013 ↘
mio euro ↘ Opgeleverd
4,0
3.278,11
mio euro
3,5 3,0
Gegund en aanbesteed
2,5
432,83
2,0
mio euro
In ontwerp
797,92
1,5 1,0
mio euro
0,5 0 2009
2010
2011
2012
2013
Verslag van de raad van bestuur
29
30
Jaarverslag 2013
EERSTE JAAR MET MULTILATERALE OVEREENKOMSTEN Eind 2012 startte Aquafin met multilaterale overeenkomsten waarbij we jaarlijks een percentage van onze portefeuille voor transportprojecten toekennen aan een selectie van studiebureaus die voldoen aan onze kwaliteitseisen. Een jaar later stellen we vast dat het kwaliteitsniveau van de studies binnen deze overeenkomsten sterk gestegen is.
Vervolgens werd een actieplan opgesteld om de resterende knelpunten op te lossen. Met de medeopdrachtgevers werden zeer strikte tijdsafspraken gemaakt, wat betekent dat voor sommige projecten bepaalde partners om budgettaire redenen uit het project stapten.
Volgens een bevraging door ORI, een sectororganisatie van advies- en ingenieursbureaus, eind 2013 bij haar leden blijkt dat bijna 93 % van de deelnemende bureaus de multilaterale overeenkomsten ervaart als een eerste stap naar een volwaardig partnership. Dat is alleszins ook de richting die Aquafin uit wil in zijn relatie met de studiebureaus. Een betere samenwerking met een open en transparante communicatie leidt immers tot betere projecten. Over het systeem van de kwaliteitsbeoordeling is 71 % van de studiebureaus die deelnamen aan het onderzoek tevreden. AANBESTEDINGEN PIEKTEN IN HET NAJAAR Aquafin bracht in 2013 projecten op de markt voor een totaal bedrag van 190 miljoen euro, ruim boven de target van 160 miljoen euro. In de projecten waarvan Aquafin bouwheer is, werden gelijktijdig nog aandelen van medeopdrachtgevers aanbesteed voor een totaal bedrag van 42 miljoen euro. Het is duidelijk dat Aquafin voor de aannemerssector een zeer belangrijke opdrachtgever blijft. De realisatie van projecten moet wel in een steeds complexere omgeving gebeuren. In 2013 lagen de budgetten van medeopdrachtgevers in de projecten van Aquafin, de gemeenten en de rioolbeheerders, veel lager dan vroeger. Onder meer hierdoor was tegen het bouwverlof nog maar een vierde van de target van 160 miljoen euro projecten aanbesteed. Projectteams binnen Aquafin inventariseerden vanaf de zomer de risico’s op blokkering van alle projecten.
AANBESTEDINGSRITME mio euro ↘ 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
↘ De meerwaarde van een kernproces ‘Visie’ Sinds enkele jaren is ‘Visie’ een kernproces in het bedrijf. De doelstelling is om een visie te ontwikkelen enerzijds over hoe het rioleringsstelsel er in de toekomst moet uitzien en anderzijds over hoe die gewenste toestand moet bereikt worden, uitgaande van de bestaande toestand. Zowel waterkwaliteit als waterkwantiteit spelen daarin een belangrijke rol. Het bundelen van de activiteiten in dit proces heeft geleid tot een synergie van knowhow en ervaring. Een mooi voorbeeld hiervan is het ecologisch modelleren, waarvoor Visie in 2013 de eerste stappen heeft gezet. Het team Onderzoek binnen Asset Management ontwierp een model om de vuiluitworp te berekenen uit het rioleringsstelsel via overstorten, lozingen en de restlozing van de RWZI. Visie heeft voor een tiental zuiveringsgebieden het rioolstelsel op een vereenvoudigde manier voorgesteld in wat een riooldeelbekkenschema genoemd wordt. Vervolgens is de vuiluitworp berekend, zodat kan worden bepaald wat de beste optie is om de vuiluitworp uit het rioolstelsel te beperken: meer transporteren afwaarts, of net minder doorvoeren en/of bijkomend bergen. Dit model zal in 2014 verder ontwikkeld en toegepast worden.
FOCUS OP ASSET MANAGEMENT Door de formulering van het kernproces “Betrouwbare en performante installaties” en de focus op Asset Management die daaruit voortvloeide, kon het budget voor verbeteringen en aanpassingen aan de infrastructuur in 2013 voor het eerst volledig ingevuld worden. Aquafin voerde voor 8 miljoen euro projecten uit in het kader van efficiëntieverbetering, aanpassingen in de wetgeving, veiligheidsaspecten of kleine aanpassingen die renderen. Ook het budget van 3 miljoen euro voor vervangingsinvesteringen werd volledig besteed.
OPLEVERINGSRITME mio euro ↘ 200 180 160 140 120 100 80
Waar vroeger de nadruk lag op de investeringskost van de infrastructuur zal in de toekomst meer de totale kost over de volledige levensduur in rekening genomen worden.
60 40 20 0
ALLE INGEDIENDE PROJECTEN DOEN HUN WERK VOOR HET MILIEU De strenge winter van 2012-2013 was een vertragende factor voor de uitvoering van projecten. Toch had Aquafin tegen het einde van het jaar voor 167 miljoen euro projecten voor oplevering ingediend bij het Vlaamse Gewest, terwijl de target op 160 miljoen euro lag. Voor 135 miljoen euro aan projecten werd ook daadwerkelijk opgeleverd. Het overige deel vereiste nog enkele administratieve aanvullingen maar alle ingediende projecten waren eind 2013 wel in gebruik en vervullen dus hun ecologische functie. Uiteraard zal Aquafin blijven focussen op de vormelijke aspecten van de dossiers die we indienen. De doelstelling voor 2014 voor de opleveringen bedraagt 140 miljoen euro.
2008
2009
2010
2011
2012
2013
In 2013 werden vijftien nieuwe zuiveringsinstallaties opgeleverd: in Avekapelle, Sint-Margriete, Hoogstade, Mesen, Wannegem-Lede, Wijer, Sint-Maria-Aalter, Gooik-Oetingen, Galmaarden-Waarbeke, LokerenDoorslaer, Bornem-Oude Schelde, Lokeren-Daknam, Zottegem-Plankebeek, Steenkerke en Langemark. Drie zuiveringsinstallaties werden gerenoveerd of uitgebreid. Het gaat om de installaties in Heusden, Hamont en Liedekerke.
NIEUWE AFSPRAKEN VOOR EEN VLOTTERE SAMENWERKING Aquafin ondervond de laatste jaren dat meer dan vroeger de redelijkheid van kosten werd betwist bij het opleveren van nieuwe installaties. Ook wat betreft de administratieve volledigheid van opleveringsdossiers stelt de economisch toezichthouder (AENT) zich veel strenger op dan voorheen. In de tweede jaarhelft van 2013 heeft Aquafin onderhandelingen aangeknoopt met AENT om inzake de oplevering van investeringsprojecten tot bindende afspraken te komen waar beide partners zich in kunnen vinden. Zowel de opleveringsprocedure op zich als de regeling omtrent de op dat ogenblik nog niet definitief gekende kosten (nagekomen kosten) werden verwerkt in aparte protocols. Beide protocols zouden het risico op niet-oplevering en dus niet-terugbetaling van de investeringskosten, zoals vermeld in het jaarverslag van 2012, aanzienlijk moeten doen dalen. Daarnaast maakte Aquafin eind 2013, begin 2014 nieuwe afspraken met AENT over de tijdige verwerving van gronden die nodig zijn voor de investeringsprojecten. In het bijzonder gaat het over de behandeling van aanvragen voor het opstellen van “Verklaringen van Openbaar Nut” en van onteigeningsbesluiten. Deze afspraken moeten de versnelde uitvoering van projecten een duw in de rug geven.
Verslag van de raad van bestuur
31
32
Jaarverslag 2013
Bouwactiviteit per bekken in 2013 ↘
IJZER - BRUGSE POLDERS - GENTSE KANALEN - LEIE
KNOKKE ● ● HEIST
SINT-LAUREINSSINT-MARGRIETE WATERLAND - OUDEMAN ●
VLISSEGEM OOSTENDE
●
BRUGGE ●
● ADINKERKE
STEENKERKE
●
●
HOOGSTADE
● RUDDERVOORDE KOEKELARE BALIEBRUGGE ●
AVEKAPELLE
BEAUVOORDE ●
● WINGENE
STADEN ●
LO ●
STAVELE ● VLETEREN ● LANGEMARK ROESBRUGGE ● ● LOVIE IEPER ● ZONNEBEKE ● POPERINGE WATOU ● ● ● ● VLAMERTINGE
TIELT ●
● DEINZE
PITTEM ROESELARE ●
● ● LOKEREN - DOORSLAAR LOKEREN - DOORSLAAR ● EVERGEM
MOORSLEDE
●
● LATEM DEURLE
● WAREGEM
LEIE
●
● BEVEREN-LEIE
● HEULE
● HARELBEKE
● in exploitatie genomen in 2013
↘ GENTSE KANALEN
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 26 RWZI’s ● 111 pompstations ● 405 km leidingen
75,53%
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
19
31.729.834 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
15
12.862.505 €
↘ BRUGSE POLDERS
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 21 RWZI’s ● 95 pompstations ● 390 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
73,43 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
6
13.120.002 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
6
4.999.591 €
↘ LEIE
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 14 RWZI’s ● 108 pompstations ● 354 km leidingen
Opgeleverde projecten
SINT-NIKLAAS ● HEIMOLEN
● OLSENE
↘ IJZER
Projecten in uitvoering
● SINT-NIKLAAS
● SINAAI
DAKNAMDORP
MESEN
Opgeleverde projecten
● STEKENE
● INGELMUNSTER
● HEUVELLAND LEDEGEM WESTOUTER-CENTRUM IEPER - HOLLEBEKE ● ● ● KRUISEKE ● ● ● KEMMEL MENEN LOKER ●
Projecten in uitvoering
MOERBEKE ●
● GENT
NEVELE ●
●
●
GENTSE KANALEN
SINT-MARIA● AALTER
KORTEMARK ●
WOUMEN ● ●
BEERNEM ZOMERGEM ● AALTER ● ● ● ● SINT-PIETERSVELD
●
● PERVIJZE
ZELZATE ● ERTVELDE
GISTEL - MOERE
WULPEN ●
MOERBEKE KRUISSTRAAT ● ● OVERSLAG
● EEKLO
BRUGSE POLDERS
● JABBEKE
IJZER
MALDEGEM ●
●
WATERVLIET BOEKHOUTE ● ● ● SINT-JAN-IN-EREMO
●
82,12 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
10
8.783.294 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
3
1.495.800 €
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 18 RWZI’s ● 83 pompstations ● 390 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
78,24 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
21
31.110.158 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
10
4.744.182 €
↘
BENEDEN-SCHELDE - BOVEN-SCHELDE - DENDER BERENDRECHT ●
BENEDEN-SCHELDE ●
ANTWERPEN - NOORD KIELDRECHT DE KLINGE
● BRASSCHAAT
●
KALLO ●
SCHOTEN MERKSEM ● ● ● SCHILDE ● DEURNE BURCHT ● ● WOMMELGEM
● BEVEREN ●
ANTWERPEN - ZUID
DESTELBERGEN ● MERELBEKE
●
DE PINTE - ZEVERGEM ● EKE ● GAVERE ●
OVERSCHELDE ● ● MELLE ● WETTEREN
●
OUDENAARDE ●
●
LEDE
OOSTERZELE ● BAMBRUGGE ● ● BAVEGEM
● DIKKELVENNE
KRUISHOUTEM ●
WANNEGEM - LEDE
● ● HAMME BORNEM
ZELE ● BERLARE ● ● WICHELEN
HELDERGEM
●
● ZWALM
● AALST
● BOECHOUT
● AARTSELAAR
BORNEM - TEMSE OUDE SCHELDE ●● ● LOKEREN
●
● EDEGEM
● BOOM
● ● BLAASVELD SINT-AMANDS RUISBROEK ● ● DENDERMONDE ● LONDERZEEL ● LEBBEKE - ROOIEN MERCHTEM ●
LIEDEKERKE ●
●
OPPEM
● ASSE - BOLLEBEEK
●
ASSE - BEKKERZEEL
SINT-ANTELINKS DENDER ZOTTEGEM - PLANKEBEEK ● ● NINOVE BRAKEL-MICHELBEKE ● SINT-MARIA-LIERDE ● ZANDBERGEN BOVEN-SCHELDE ● ELSEGEM BRAKEL ● ● AALBEKE ● ● NINOVE - RENDESTEDE SCHORISSE ● TOLPENHOEK GALMAARDEN - WAARBEKE ● ● PARIKE ● KLUISBERGEN ● GOOIK - OETINGEN ● ● GERAARDSBERGEN ● AVELGEM ROLLEGEM ● GALMAARDEN RONSE ● ● HELKIJN
●
● in exploitatie genomen in 2013
↘ BENEDEN-SCHELDE
↘ DENDER
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 42 RWZI’s ● 205 pompstations ● 880 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
88,73 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
25
41.780.173 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
15
24.799.514 €
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 16 RWZI’s ● 117 pompstations ● 471 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
81,49 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
14
23.046.889 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
12
17.527.617 €
↘ BOVEN-SCHELDE Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 19 RWZI’s ● 47 pompstations ● 204 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
60,47 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
9
10.537.390 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
6
5.274.558 €
Verslag van de raad van bestuur
33
34
Jaarverslag 2013
↘
DIJLE - NETE
RAVELS ●
BEERSE MALLE ●
●
OUD-TURNHOUT ● ● TURNHOUT
● VOSSELAAR
● MOL-POSTEL ● RETIE
● ZOERSEL ● LICHTAART
PULDERBOS ● VIERSEL HOVE ●
●
● NIJLEN
● BERLAAR
●
GROBBENDONK ● HERENTALS
MORKHOVEN ● ● ITEGEM
LIER ● DUFFEL - MIJLSTRAAT ● DUFFEL ● HEIST-OP-DEN-BERG ● MECHELEN - NOORD ZEMST - KESTERBEEK
● HULSHOUT
●
BONHEIDEN ● ZEMST - HOFSTADE ● ● ● BOORTMEERBEEK
● ARENDONK
● DESSEL
● GEEL - MOSSELGOREN ● MOL
NETE
● GEEL ● WESTERLO
● WOLFSDONK
● ● HUMBEEK MELSBROEK ● KAMPENHOUT ● ● GRIMBERGEN ● ● STEENOKKERZEEL - NOORD KORTENBERG ● LEUVEN
ZEMST - LAREBEEK
DIJLE TERVUREN ●
LENNIK - VARENBERGBEEK
●
NEGENMANNEKE ● SINT-PIETERS-LEEUW
● BIERBEEK ● OUD-HEVERLEE
● HULDENBERG
● BEERSEL
● in exploitatie genomen in 2013
↘ DIJLE
↘ NETE
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 20 RWZI’s ● 197 pompstations ● 537 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
76,86 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
20
56.471.268 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
12
21.991.543 €
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 31 RWZI’s ● 150 pompstations ● 564 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
77,53 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
16
16.804.500 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
6
10.066.114 €
↘
DEMER - MAAS
MEER ● ESSEN ●
KALMTHOUT ●
● POPPEL
HOOGSTRATEN ● ● LOENHOUT
MAAS
● ZONDEREIGEN
● MERKSPLAS
● BRECHT
ACHEL ● ● HAMONT LOMMEL ●
● OVERPELT
EKSEL ●
● LOZEN ● BOCHOLT
● PEER
● BREE
KINROOI ● KESSENICH ●
● NEEROETEREN MAAS BEVERLO ● TESSENDERLO ● DILSEN ● KOERSEL ● HEUSDEN ENGSBERGEN HOUTHALEN - CENTRUM ● ● ZICHEM ● ● ● HOUTHALEN - OOST MESSELBROEK LUMMEN - GENEIKEN ZONHOVEN ● ● ● ● ● EISDEN ZOLDER ● AARSCHOT ● ● DIEST HASSELT - KIEWIT ● ● RILLAAR KERMT ● ● ● HALEN BOORSEM ● ● BOKRIJK ● GENK HASSELT ● LANAKEN ROTSELAAR ● GEETBETS DEMER SINT-JORIS-WINGE ● ● BILZEN WIJER ● ALKEN ● ● SINT-TRUIDEN WIMMERTINGEN VISSENAKEN ● ROOSBEEK ● HOESELT ● RIEMST ● ● ZOUTLEEUW ● BORGLOON - TIVOLI NEERVELP HOEPERTINGEN ● ● BIERBEEK - KLEINBEEK ● ● ● RIKSINGEN ● ● TIENEN ● OPLINTER BORGLOON - NEREM ● ZICHEN ● ● ● ● GELMEN TONGEREN HOEGAARDEN ● LANDEN ● VOEREN - VEURS RUMSDORP MOELINGEN
● in exploitatie genomen in 2013
↘ DEMER
↘ MAAS
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 44 RWZI’s ● 168 pompstations ● 644 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
72,05 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
34
66.348.424 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
19
17.179.092 €
Zuiveringsgraad: Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 30 RWZI’s ● 111 pompstations ● 497 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
86,68 %
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
5
5.407.328 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
9
13.982.841 €
Voor de zuiveringsgraad baseren we ons vanaf het jaarverslag 2013 op de gegevens van AWIS.
Verslag van de raad van bestuur
35
36
Jaarverslag 2013
Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest Na een slechte start door de lange winter, heeft Aquafin op het einde van het jaar toch zeer goede zuiveringsresultaten voor het aangevoerde huishoudelijke afvalwater voorgelegd. Een goede procesopvolging en de positieve invloed van een zacht najaar brachten het eindresultaat op 97,7 % van de zuiveringsinstallaties die aan alle normen voldeden. De effluentresultaten van 2013 werden geëvalueerd voor 265 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Dat zijn de zuiveringsinstallaties waarvan het Vlaamse Gewest in 1994 de exploitatie aan Aquafin toevertrouwde en de installaties die Aquafin zelf bouwde en opleverde aan de aannemer vóór juli 2013 én waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij een controleprogramma lopende heeft.
↘
97,7 % VAN DE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES VOLDEDEN AAN ALLE OPGELEGDE NORMEN
In 2013 voldeden 259 installaties of 97,7 % aan alle opgelegde emissiegrenswaarden (witte balken in de figuur). De grafiek geeft de evolutie weer over tien jaar. Twee geëvalueerde RWZI’s voldeden niet aan de normen van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater, die tot april 2004 ook de sectorale normen waren van het Vlaamse Gewest. Daarnaast voldeden vier installaties niet aan de huidige strengere Vlaamse normen. Ze worden in de figuur aangegeven met een blauw balkje. De RWZI’s Hamme, Heule en Bambrugge kwamen 1 à 2 % te kort voor het verplichte verwijderingspercentage voor stikstof, RWZI Duffel kwam 2 % te kort voor het verplichte verwijderingspercentage voor BZV.
EVALUATIE VAN DE RWZI'S % ↘ 100
90
80
70
60
50 2004
2005
2006
2007
2008
● Voldaan t.o.v. alle normen ● Niet voldaan (t.o.v. de strengere normen Vlarem Kleine Trein) ● Niet voldaan (t.o.v. de normen van 2003)
2009
2010
2011
2012
2013
“Wij staan erg dicht bij wat de missie van Aquafin is. Met eigen ogen vaststellen dat er door ons werk opnieuw leven komt in de beek, veel beter kan het niet. En toch trachten we elk jaar nog te groeien, nog efficiënter te zijn. Voor het milieu en voor onze klant.” Dirk Schoolmeesters, technisch medewerker
Verslag van de raad van bestuur
37
Jaarverslag 2013
VERWIJDERDE VUILVRACHT EN ZUIVERINGSRENDEMENT VAN ALLE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES ↘
Biologisch zuurstofverbruik
Zwevende stoffen 120
90 65 85 60
80 75
55
95
110
90 100 85 90
80 75
80 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘13
‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘13
Chemisch zuurstofverbruik
Stikstof 20
85
190
95
18
80
180
90
16
75
170
85
14
70
160
80
12
65
75
150
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar) ↘
100
60
10
‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘13
↘ Verwijderingspercentage
200
↘ Verwijderingspercentage
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar) ↘
100 ↘ Verwijderingspercentage
95
70
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar) ↘
100 ↘ Verwijderingspercentage
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar) ↘
75
‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘13
Fosfor 3,2
90
2,8 80 75 2,4 70 2,0
65 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12 ‘12
↘ Verwijderingspercentage
85 Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar) ↘
38
In de grafieken wordt de verwijderde vuilvracht van de totaliteit van de rioolwaterzuiveringsinstallaties voorgesteld, samen met het verwijderingspercentage. Per gemeten parameter (BZV, CZV, zwevende stoffen, stikstof en fosfor) wordt het verschil bepaald tussen de biologisch behandelde vuilvracht en de restvuilvracht die geloosd wordt na biologische zuivering. Het verschil is de verwijderde vuilvracht, aangegeven in 1.000 ton/jaar. Het verwijderingspercentage is gelijk aan de tijdens de biologische behandeling verwijderde vuilvracht, gedeeld door de totale biologisch behandelde vuilvracht. ■ Verwijderde vuilvracht ● Verwijderingspercentage
Geen enkele van deze RWZI’s had een overschrijding, zelfs geen lichte, van de concentratienormen. KWZI Dikkelvenne kende tijdens een regendag een uitspoeling van organisch materiaal vanuit het rietveld en hierdoor was er een eenmalige zware overschrijding van de concentratienorm voor BZV. Op de RWZI Vlamertinge was er een slibuitspoeling die leidde tot een zware overschrijding van de concentratienorm voor zwevende stoffen. Hierdoor werd ook het verplichte verwijderingspercentage voor zwevende stoffen op deze installatie dit jaar niet gehaald.
↘
VERWIJDERINGSRENDEMENTEN STATUS QUO
De gemiddelde verwijderingspercentages bleven voor alle parameters quasi ongewijzigd ten opzichte van 2012: BZV (98 %), CZV (90 %), zwevende stoffen (95 %), stikstof (80 %) en fosfor (84 %). De winst of het verlies van rendement bedraagt afhankelijk van de parameter maximaal 0,3 %. De verwijderingspercentages voor de nutriënten blijven met 5 % (stikstof) en 9 % (fosfor) ruim boven de target van 75 % die de Vlaamse Regering in 1995 vastlegde voor de totaliteit van de openbare waterzuiveringsinstallaties.
↘
In 2013 noteerden we voor alle parameters nieuwe records voor het aantal ton verwijderde vuilvracht. Omdat de verwijderingspercentages constant bleven, is dit een gevolg van de verhoogde aangevoerde vuilvrachten. Alleen voor BZV is de stijging van de verwijderde vuilvracht te danken aan het licht verbeterde verwijderingsrendement.
↘ ↘ Grote impact van het weer op de zuiveringsresultaten Het jaar 2013 was voor het KMI globaal genomen een normaal jaar wat betreft de gemiddelde temperatuur en het neerslagtotaal. Toch was het voorbije jaar klimatologisch gezien allerminst doorsnee. Het eerste semester was te koud met abnormaal veel winterdagen en maar liefst 35 sneeuwdagen die aanhielden tot ver in maart. Een ernstig probleem vormde de snelle dooi eind januari, die gepaard ging met felle regen. Bijgevolg werd het dooiwater samen met de strooizouten versneld afgevoerd, deels via de riolering naar de RWZI’s. De micro-organismen van het actief slib werden geparalyseerd door de koude en door de aangevoerde strooizouten. Ook de nabezinking kreeg het moeilijk door de zouten en door de grote debieten die moesten verwerkt worden. Met ook nog eens een zeer natte meimaand waren de verwijderingspercentages midden 2013 nog erg laag. Dat we de rest van het jaar nog veel konden goedmaken, was enkel mogelijk door een intensieve procesopvolging en een erg mild tweede semester. Hierdoor voldeden veel RWZI’s pas laat in het najaar aan de verplichte verwijderingspercentages en was er op veel plaatsen weinig marge.
MEESTE VUILVRACHT OOIT VERWIJDERD
AANGEVOERDE VUILVRACHT BEANTWOORDT AAN THEORETISCHE VERWACHTINGEN
De gemeten vuilvrachten die op de RWZI’s aangevoerd worden, kunnen vertaald worden naar het aantal inwoners die al op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten zijn. Het Vlaamse Gewest telt ruim 6,38 miljoen inwoners. Gezien de zuiveringsgraad in 2013 meer dan 80 % bedroeg, zouden in theorie 5,1 miljoen inwoners moeten aangesloten zijn op een RWZI. Wanneer we dit aantal verminderen met de Vlaamse huishoudens waarvan het afvalwater in een Brusselse RWZI gezuiverd wordt, dan komen we op maximum 5,0 miljoen inwoners waarvan de vuilvracht zou aangesloten zijn op een RWZI van Aquafin. Dit getal houdt echter geen rekening met bedrijven die aangesloten zijn op de collectieve zuivering, maar ook niet met de gezinnen die hun afvalwater zelf zuiveren met een IBA. Voor het ontwerp van RWZI’s wordt rekening gehouden met de theoretische dagelijkse vuilvracht van elke Vlaming: 54 g BZV, 135 g CZV, 90 g zwevende stoffen, 10 g stikstof en 2 g fosfor. Als we de vuilvrachten die in 2013 aangevoerd werden herrekenen naar deze hoeveelheden, zou er momenteel een vuilvracht van 4,9 miljoen inwoners aangevoerd worden (gemiddelde van de schattingen op basis van de 5 parameters). De gegevens over nutriënten geven een overschatting, de gegevens over BZV en zwevende stoffen geven een onderschatting. Hieruit kan afgeleid worden dat de vuilvracht die theoretisch zou moeten aangevoerd worden op de rioolwaterzuiveringsinstallaties, in de praktijk ook werkelijk wordt aangevoerd.
Verslag van de raad van bestuur
39
40
Jaarverslag 2013
Voor de opgemerkte onderschatting op basis van BZVgegevens zijn er twee verklaringen. Metingen uitgevoerd op het rioolstelsel van Tielt hebben een daling van de BZV-concentratie van 18 % aangetoond ten gevolge van biodegradatie. Dat betekent dat micro-organismen het BZV in de riool afbreken. Bovendien blijkt de theoretische dagelijkse vuilvracht van BZV niet te kloppen. Volgens een EPAS-studie in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij zou een inwoner geen 54 g BZV per dag lozen, maar slechts 44 g. Latere studies van EPAS gaven een gemiddelde BZV-vuilvracht van maar 38 g per inwoner aan. Als het aantal aangesloten inwonerequivalenten bepaald wordt op basis van 44 g/IE/dag, dan is het resultaat voor BZV ook 4,8 miljoen IE. De overschatting voor nutriënten kan verklaard worden door nutriëntenrijk insijpelend of geloosd grondwater en water van aangesloten grachten. Tijdens het afvalwatertransport worden geen nutriënten verwijderd. Organische stikstof wordt weliswaar bacterieel omgezet in ammonium, maar dit vermindert de totale stikstofvracht niet.
↘ Eerste waterlopen voldoen aan Kaderrichtlijn Water met “goede toestand” Uit de meest recente metingen door de Vlaamse Milieumaatschappij in 2012, waarvan de resultaten eind december 2013 werden gepubliceerd, blijkt dat de waterkwaliteit in het algemeen opnieuw is verbeterd ten opzichte van 2011. De verschillen zijn misschien niet spectaculair op jaarbasis maar bekeken over de afgelopen decennia is er wel een enorme vooruitgang geboekt. Hoewel de waterkwaliteit er in alle rivierbekkens stelselmatig op vooruit gaat, zijn er nog steeds grote verschillen tussen de bekkens onderling. Waar bepaalde meetplaatsen nu de score ‘aanvaardbaar’ halen, hebben andere beken al bijna de doelstelling van de Kaderrichtlijn Water bereikt. Zo voldoet het waterlichaam Kleine Nete I in het Netebekken al voor de tweede keer aan de felbegeerde “goede toestand” die werd beoogd tegen 2015. Voor de Wamp, ook in het Netebekken, was dat in 2012 voor de eerste keer het geval.
↘ Normen voor gezuiverd huishoudelijk afvalwater Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet aan bepaalde normen voldoen, die afhankelijk zijn van de agglomeratiegrootte waarvoor de installatie gebouwd is. Tot 2004 waren deze normen een kopie van de Europese normen, opgelegd via de richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveau werden ze door een Vlaremwijziging tussen 2004 en 2006 verstrengd. Aquafin volgt vijf parameters op: biologisch zuurstofverbruik (BZV), chemisch zuurstofverbruik (CZV), totaal stikstof, totaal fosfor en zwevende stoffen. Het biologische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken. Bij hoge BZV-waarden ontwikkelen de bacteriën zich zo snel dat het risico bestaat dat ze door hun ademhaling alle zuurstof uit het water opnemen. Het chemische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om de aanwezige vuilvracht volledig te oxideren. De parameter zwevende stoffen geeft een maat voor de zwevende (niet oplosbare) stoffen die in het gezuiverde afvalwater mogen achterblijven. Te veel stikstof en fosfor in het water, brengt een explosieve algenbloei op gang. ’s Nachts onttrekken deze algen zuurstof aan het water, waardoor vissen, waterplanten en andere organismen het moeilijk krijgen.
Verslag van de raad van bestuur
41
42
Jaarverslag 2013
“Of het nu voor het Vlaamse Gewest is of voor een gemeente, onze klant krijgt van ons altijd een kwaliteitsvol product op maat. Vanaf de ontwerpfase denken we met hem mee en ook na de oplevering kan hij op ons rekenen, op elk moment. Dat is onze sterkte.” Koen De Winne, accountmanager
Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse gewest De minister van Leefmilieu blijft Aquafin stimuleren om zijn knowhow te valoriseren bij de gemeenten en de industrie in Vlaanderen, maar ook in het buitenland. Gemeenten die ervoor kiezen om voor de uitbouw en het beheer van hun rioleringsstelsel een samenwerking op te zetten met Aquafin, kunnen erop rekenen dat de middelen die hiervoor geïnd worden via de drinkwaterfactuur, daadwerkelijk worden aangewend voor de saneringsinfrastructuur. Dochtermaatschappij Aquaplus maakte voor de binnenlandse, industriële markt nooit eerder zo veel offertes op en haalde nooit eerder zo veel opdrachten binnen als het voorbije jaar. In het buitenland werden in het belang van ASEWater Technologies de contacten verscherpt met lokale beslissingnemers.
↘
BETROUWBARE PARTNER VOOR DE UITBOUW EN BEHEER VAN DE GEMEENTELIJKE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR
Waar RioAct de gemeenten bijstaat in de uitbouw, het beheer en onderhoud van hun rioleringsstelsel, is RioP een constructie die het rioleringsstelsel van de gemeenten volledig overneemt. Beide samenwerkingsvormen vallen onder RioPACT, de business unit voor rioleringsactiviteiten van De Watergroep en Aquafin. In 2013 werden 69 commerciële projecten beëindigd. In opdracht van de gemeenten werden nog 49 commerciële projecten aanbesteed met een bijkomend aandeel van 10 miljoen euro van medeopdrachtgevers.
Spreiding inwoners per contractvorm ↘ ● Concessie ● Rio-link
De grootste uitdaging voor Vlaanderen om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water, ligt nog op lokaal niveau. Met de verlenging van het Lokaal Pact en het optrekken van de jaarlijkse subsidiëring van gemeentelijke rioleringsprojecten, vangt het gewest een deel van de investeringen op. Toch resten er voor de gemeenten nog heel wat projecten die moeten uitgevoerd worden, waarvoor veel gemeenten zelf niet de nodige technische kennis in huis hebben. Sinds 2004 mag Aquafin mee concurreren met de andere riooloperatoren op de gemeentelijke markt. Gemeenten kunnen kiezen voor een rechtstreekse concessieovereenkomst met Aquafin, of aansluiten bij één van de samenwerkingsverbanden die Aquafin is aangegaan met Vivaqua, TMVW en AWW (rio-link) en De Watergroep (RioAct en RioP).
● RioAct ● RioP ● RTD
Spreiding gemeenten per contractvorm ↘ ● Concessie ● Rio-link
Rio-link is een samenwerking tussen Aquafin en het drinkwaterbedrijf water-link waarin beide bedrijven hun sterktes bundelen en met een compleet aanbod naar de gemeenten in het Antwerpse trekken. Aquafin neemt in rio-link vooral het projectmanagement en de exploitatieopdrachten voor zijn rekening. Water-link staat o.a. in voor het onderhoud en het contact met de burger.
12 % 28 % 39 % 9% 12 %
● RioAct ● RioP ● RTD
16 % 12 % 46 % 15 % 12 %
Verslag van de raad van bestuur
43
44
Jaarverslag 2013
Aquafin kon vorig jaar vijf nieuwe klanten verwelkomen. Kappelle-op-den-bos, Kortijk, Lennik en Leuven traden toe tot RioAct, Hamme koos voor een langlopende Rio-Totaal dienstverleningsovereenkomst. Aartselaar en Brasschaat, voorheen klant van rio-link, kozen in 2013 voor een andere rioolbeheerder. Het aantal concessies bleef stabiel. Eind 2013 had Aquafin 95 commerciële klanten. Daarmee blijven we de grootste speler op de markt, zowel wat betreft het aantal klant-gemeenten als wat betreft het totaal aantal inwoners.
↘ Anticiperen op de behoeften van de klant Door onze uitgebreide gebiedskennis en onze brede kijk op de interactie tussen riolen, waterlopen en buffersystemen, kan Aquafin voor de gemeenten een belangrijke bijdrage leveren op het vlak van beheersing van de waterkwantiteit. Meer neerslag in de winter en zware piekbuien in de zomer verhogen de kans op wateroverlast. Ruimte geven aan water zal de uitdaging van de toekomst zijn. In 2013 is Aquafin er als eerste speler op de markt in geslaagd om een concreet hemelwaterplan uit te werken voor een Vlaamse gemeente. Dat omvat een duidelijke visie en voorstellen voor ruimtelijke ingrepen op middellange en lange termijn. Door de goede oplossingen voor hemelwater te combineren met architecturale stadslandschappelijke elementen, kan het hemelwaterplan ook een toegevoegde waarde bieden op het vlak van stadsontwikkeling.
↘
ONDERSTEUNING GEMEENTEN MET FINANCIËLE KENNIS
Aquafin heeft sinds 2009 gemeentelijke transportprojecten lopen waarbij de investering gedurende 15 jaar op de balans van Aquafin blijven, samen met de financiering ervan. Over deze periode factureert Aquafin de gespreide kosten door aan de gemeente of intercommunale. Na de periode van 15 jaar worden de activa om niet overgedragen aan de tegenpartijen. In 2013 heeft Aquafin de financiering van zes nieuwe transportprojecten opgestart, met name in Brasschaat, Geel, Vilvoorde, Boechout, Kortenberg en Hove. Samen vertegenwoordigen ze 44 % van de lopende contracten met betrekking tot transportprojecten.
↘ Klimaatevent kaart gevolgen klimaatwijziging aan Hoewel de gevolgen van de klimaatverandering zich nu al enige tijd manifesteren, bestaat er nationaal en internationaal nog veel verwarring rond. Op 26 september 2013 organiseerde Aquafin een informatieve en inspirerende namiddag rond het onderwerp met gerenommeerde gastsprekers.
↘
ADVIEZEN VOOR ACTUALISATIE ZONERINGSPLANNEN EN GEBIEDSDEKKENDE UITVOERINGSPLANNEN
In maart 2013 kregen de Vlaamse steden en gemeenten van de Vlaamse Milieumaatschappij de vraag om de gemeentelijke zoneringsplannen te herzien tegen uiterlijk 15 juni 2013. Aquafin heeft haar klant-gemeenten die dat wensten, een tachtigtal in totaal, begeleid in dit proces en hen bijgestaan met advies. De specifieke kennis van onze gebiedsingenieurs kon deze gemeenten een grote meerwaarde bieden binnen de zeer strikte deadline.
↘
FOCUS OP ASSET MANAGEMENT
De watersector beheert voorzieningen met een geschatte vervangingswaarde van miljarden euro’s. Dat terwijl de gemeentelijke rioleringen nog niet volledig uitgebouwd zijn. Volgens een rekenmodel van de VMM, moet er tussen 2013 en 2027 nog 10.000 km gemeentelijke riolering bijkomen om te voldoen aan de kaderrichtlijn Water. De aanleg van die 10.000 km vraagt nog grote budgettaire inspanningen van de gemeenten. Een goed asset management zorgt ervoor dat de gemeenten hun budget precies aanwenden daar waar het nodig is, zowel voor de aanleg als het onderhoud van hun rioolstelsel. De volgende jaren wil Aquafin zich daarom meer gaan richten op asset management voor de gemeenten.
↘
↘ Preventief rioolonderzoek bespaart Denderleeuw miljoenen euro’s Preventief investeren, is altijd stukken goedkoper dan reactief moeten herstellen. Het rioleringsonderzoek dat Aquafin in 2013 voor Denderleeuw uitvoerde, is daarvan een mooi voorbeeld. De structurele toestand van 67 km kritische leidingen werd in kaart gebracht, wat neerkomt op ongeveer 40 % van de riolering. De studie kostte Denderleeuw 50.000 euro en bracht 25 prioritaire acties en projecten in beeld. 2 % van de onderzochte riolen was structureel beschadigd en 12 % had nood aan onderhoudsacties. De acties waren het ruimen van rioleringen om de afvoercapaciteit te behouden zodat wateroverlast vermeden wordt. Projecten zijn de lokale herstellingen die Denderleeuw moest uitvoeren. Deze acties en projecten kostten samen 250.000 euro, een aanzienlijk bedrag voor een gemeente. Maar als Denderleeuw wacht tot de rioleren daadwerkelijk instorten, spreken we al gauw over ettelijke miljoenen euro’s.
ONDERSTEUNING VAN DE INDUSTRIE EN BUITENLANDSE PROJECTEN VIA AQUAPLUS
In 2013 heeft Aquaplus NV, het commerciële dochterbedrijf van Aquafin, verder gebouwd op het business plan dat een jaar eerder werd opgesteld. In het binnenland richt Aquaplus zich op de industrie en biedt het de knowhow van Aquafin aan op het vlak van exploitatie en onderhoud van zuiveringsinstallaties, de uitvoering van studies en audits en de uitvoering van nieuwbouw of projectmanagement. Het aantal offertes dat Aquaplus in 2013 opmaakte, lag opmerkelijk hoger dan de voorgaande jaren. Meer dan de helft daarvan kon ook daadwerkelijk omgezet worden in nieuwe opdrachten. Sinds eind 2011 is Aquaplus partner in ASEwater Technologies, een joint venture met het Indo-belgische ASE Structure Design en gevestigd in Indië. Ter plaatse werden de contacten versterkt met de lokale beslissingnemers inzake drink- en afvalwaterprojecten. Verder heeft Aquaplus in 2013 in het buitenland zijn knowhow kunnen vermarkten in China en Oman, respectievelijk met projecten rond adviesverlening en opleidingen.
Verslag van de raad van bestuur
45
46
Jaarverslag 2013
Onderzoek en productontwikkeling Aquafin blijft inzetten op optimalisatie en innovatie om de zuiveringsinfrastructuur die ons toevertrouwd is optimaal uit te bouwen en te beheren, met zo min mogelijk impact op het milieu. We trachten met duurzame technologische oplossingen op maat een antwoord te bieden op de vragen van onze klanten. Ondertussen hebben we uiteraard ook aandacht voor nieuwe uitdagingen en toekomstige topics. Met ons direct toepasbaar onderzoek richten we ons op kostenbeheersing, de garantie van de effluentkwaliteit en de toepassing van de best beschikbare technologie. Het strategisch langere termijn onderzoek is gegroepeerd rond drie pijlers: het duurzamer maken van de (afval)waterketen, integraal waterbeheer en asset management van de (riool)infrastructuur. Uiteraard stemmen wij ons onderzoek binnen de hierboven vermelde thema’s ook af op de actuele klemtonen die zowel nationaal als internationaal gelegd worden. Energiebesparing en terugwinning van grondstoffen, micropolluenten en maatregelen tegen een teveel of tekort aan hemelwater zijn vandaag wereldwijd belangrijke onderzoeksdomeinen.
↘
DUURZAME WATERZUIVERING
Lachgas of N2O is een broeikasgas dat vrij komt bij het waterzuiveringsproces. Aquafin voerde in het kader van een Europees onderzoeksproject metingen uit op de RWZI Leuven en deed modelleringswerk om de emissies van lachgas terug te dringen. Fosfor is een essentiële bouwsteen van het menselijk lichaam en het is ook een belangrijke voedingsstof voor planten en dieren. Omdat de natuurlijke reserves van fosfor stilaan uitgeput geraken, worden nieuwe manieren gezocht om deze grondstof te recupereren. Op de zuiveringsinstallatie in Leuven werd in 2013 een proefproject geïnstalleerd rond het terugwinnen van struviet uit het zuiveringsslib. Struviet is een mineraal dat ontstaat uit het neerslaan van fosfor, een van de nutriënten die in het waterzuiveringsproces uit het afvalwater worden gehaald. Het project loopt nog door begin 2014. Om de biogasproductie in zijn bestaande slibgistingsinstallaties verder op te drijven, onderzocht Aquafin op pilootschaal de haalbaarheid van electroporatie als nieuwe techniek. Hierbij wordt het slib door een elektrisch veld gestuurd waardoor de celwand afbreekt en ook het organisch materiaal verder kan afbreken. Op deze manier ontstaat meer biogas.
↘
MEEWERKEN AAN EEN INTEGRAAL WATERBEHEER
De nieuwe dochterrichtlijn van de Kaderrichtlijn Water (richtlijn prioritaire stoffen 2013/39/EU) voert een waarnemingslijst in om betere meetgegevens te verzamelen over een aantal nieuwe zorgwekkende stoffen in het afvalwater. Voor de eerste drie stoffen op de lijst en voor nog een reeks andere farmaceutische stoffen onderzoekt Aquafin het voorkomen ervan in influent en effluent en zoekt het mee naar mogelijke technologieën voor de verwijdering van deze medicijnresten uit het afvalwater. Op onze RWZI Schilde loopt in het kader van het EU-project Minotaurus een onderzoeksproject met een membraanbioreactor op pilootschaal. De eerste resultaten zijn veelbelovend.
↘
EUROPESE EN VLAAMSE PROJECTEN
In 2013 was Aquafin betrokken in 11 onderzoeksprojecten met externe partners. Vijf projecten worden gefinancierd door Europa, één ervan werd pas vorig jaar goedgekeurd en is gestart begin 2014.
↘ Real time control op eerste rioolstelsels in gebruik Real time control (RTC) is een intelligente sturing van het rioolstelsel. Metingen van het waterpeil wijzen uit welke delen van stelsel het meest belast zijn. Vervolgens worden acties genomen om de belasting zo gelijkmatig mogelijk te verdelen over het stelsel. Dit zal het globaal overstortvolume reduceren, met een gunstig effect op het milieu. Aquafin heeft de voorbije jaren de haalbaarheid onderzocht van real time control op zijn rioolstelsels. Vorig jaar werd het systeem in Vlaanderen voor het eerst geïmplementeerd en dit op twee locaties. In Olsene bestaat de toepassing uit pompen met als voorwaarde dat de capaciteit van de RWZI niet mag overschreden worden. De opstelling in Kessel-Lo is ingrijpender. Naast een pompstation werden op zes locaties regelafsluiters (schuiven) geplaatst. Om de stromen door het rioolstelsel te regelen kunnen met behulp van het RTC-algoritme pompen af en aan worden gezet en schuiven open of dicht gaan.
R3Water staat voor reuse (hergebruik van afvalwater), recovery (recuperatie van grondstoffen) en resource efficiency (duurzaam omgaan met energie en grondstoffen) in het zuiveringsproces van huishoudelijk afvalwater. Aquafin is een van de werkpakketleiders in dit nieuwe project, dat de bedoeling heeft om binnen deze drie thema’s een aantal technologieën die bijna marktklaar zijn op volle schaal te demonstreren in Zweden, België en Spanje. De overige vier onderzoeksprojecten waarin we betrokken zijn, startten al eerder en liepen in 2013 gewoon door. Aquafin onderzoekt binnen het project INNERS de voordelen van recuperatie van warmte uit de riolen voor het milieu op grote schaal. Minotaurus test nieuwe technologieën uit om organische vervuilende stoffen uit afvalwater, grondwater en de bodem te verwijderen. Sanitas wil de impact van het stedelijk watersysteem op klimaatverandering minimaliseren en omgaan met toekomstige variaties in waterkwantiteit en -kwaliteit. Binnen Raingain wordt gewerkt aan de beschikbaarheid van gedetailleerde neerslag- en wateroverlastgegevens. Die moeten operationele waterbeheerders in de stad in staat stellen adequaat te reageren op hevige neerslag en de schade door wateroverlast te voorkomen. ` Verder zette Aquafin zijn deelname voort aan drie Vlaamse projecten die in 2012 werden opgestart. Van restwarmte naar proceswarmte is een Vlaams gesubsidieerd onderzoeksproject van de hogeschool West-Vlaanderen, dat tot doel heeft restwarmte in de industrie op te waarderen voor verschillende toepassingen.
De blauwe cirkel is een Vlaams collectief innovatietraject van een ruime groep van grote bedrijven en KMO’s rond het duurzaam hergebruik van water en valorisatie van reststromen met hoge concentratie aan zouten. Innovatieve stikstofverwijdering in actief-slib is een Vlaams gesubsidieerd onderzoeksproject gericht op de optimalisatie van het Anammoxproces. Bij dit proces verloopt de biologische stikstofverwijdering via een verkorte stikstofcyclus, wat leidt tot een hogere energie-efficiëntie.
↘
STRATEGISCHE INNOVATIE EN KLIMAAT
Eind 2012 introduceerde Aquafin de staffunctie “manager strategische innovatie en klimaat” om zowel nationaal als internationaal de evoluties op te volgen in de watersector, met specifieke aandacht voor de link met het klimaat. Deze input is belangrijk voor onze interne strategie rond onderzoek en innovatie. Deelname aan allerlei relevante fora geeft bovendien toegang tot netwerken die interessant kunnen zijn voor toekomstige opportuniteiten in het kader van onderzoek en/of het vermarkten van onze knowhow.
↘ Ook innovatiemanagement scoort hoog in benchmark In 2013 heeft Aquafin opnieuw aan de onderzoeken van EBC en Aquabench deelgenomen. De resultaten liggen zoals verwacht in de lijn van de vorige jaren, maar het proces biedt interessante mogelijkheden tot netwerking en kennisuitwisseling met andere deelnemers. De European Benchmarking Cooperation is een non-profit organisatie die de prestaties van (afval)waterbedrijven onderling vergelijkt. Aan de vorige workshop namen veertig bedrijven deel, voornamelijk Europese afvalwateroperatoren. Onze personeelskost, uitgedrukt in aantal VTE per gezuiverde kubieke meter afvalwater, ligt nog steeds bij de laagste bedragen. Gezien de hoge loonkosten in België is dat een bewijs dat we efficiënt werken. Aquabench is als organisatie vergelijkbaar met EBC, maar dan specifiek gericht op Duitse (afval)waterbedrijven. Negen operatoren in afvalwaterzuivering van verschillende grootte deden mee. Ook in 2013 was Aquafin de enige buitenlandse deelnemer. Onze kost per gezuiverd inwonersequivalent ligt ongeveer 20 % lager dan bij de andere deelnemers, de kost per VTE ligt op het gemiddelde. De specifieke energieconsumptie (kWu/IE) ligt ± 15 % lager dan de referentiegroep. Voor het eerst nam Aquafin ook deel aan de Global Innovation Excellence Survey. Uit het algemeen besluit van het rapport blijkt dat Aquafin in vergelijking met onze collega’s uit de referentiegroep nutsbedrijven in de hoogst scorende groep zit qua innovatiemanagement.
Verslag van de raad van bestuur
47
48
Jaarverslag 2013
Belangrijkste risicofactoren ↘
VERMINDERDE FINANCIËLE DRAAGKRACHT GEMEENTEN
De realisatie van projecten moet in een steeds complexere omgeving gebeuren. In 2013 waren in nagenoeg alle projecten van Aquafin ook andere betalende partijen betrokken. Zowel de gemeenten als de rioolbeheerders kampen echter met verminderde financiële draagkracht. De gemeenten moeten bovendien rekening houden met de bepalingen uit de Beheers- en Beleidscyclus (BBC) waarvan de toepassing vanaf 2014 verplicht is. Ze moeten hun geplande uitgaven opnemen in een meerjarenplanning, gekoppeld aan een budget.
↘
OPLEVERINGEN DOOR HET VLAAMSE GEWEST
De economisch toezichthouder binnen de Vlaamse Milieumaatschappij betwiste in 2013 voor 3,55 miljoen euro aan nagekomen projectkosten. De redenen waren divers en zijn samengevat de volgende: indiening later dan 1 jaar na oplevering en andere formele overwegingen, onvoldoende of niet-provisionering bij oplevering (in 2012) en onvoldoende verantwoording. Het betreft hier in hoofdzaak discussies omtrent de voorrang van de formele vereisten opgesomd in art. 15 en het begrip “redelijkheid van kosten” zoals voorzien in art. 43 van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. Zoals elders in dit jaarverslag vermeld wordt, werken de Vlaamse Milieumaatschappij en Aquafin aan een protocol dat de principes zal vastleggen die voor de aanrekening van dergelijke kosten gehanteerd worden. Op basis hiervan moet het mogelijk zijn om bovenvermeld bedrag nog aanzienlijk terug te dringen. Afhankelijk van het bereikte resultaat, dat vandaag nog een aantal onzekerheden inhoudt, zal het eindbedrag zich situeren tussen 400.000 en 700.000 euro. Voor dit bedrag werd provisie aangelegd.
Gemeenten en rioolbeheerders zijn dan ook niet altijd vragende partij voor een snelle uitvoering van een project. Mede hierdoor kon Aquafin tegen het zomerbouwverlof van 2013 nog maar een vierde van het target van 160 miljoen euro aanbesteden. Vanaf dan verhoogde Aquafin zijn focus op de aanbestedingen. De risico’s van alle projecten werden geïnventariseerd en vervolgens werd een actieplan opgemaakt om de knelpunten op te lossen. Intensere contacten met vergunningverlenende instanties en het opdrijven van de onderhandelingen voor de verwerving van de meest kritische terreinen, was een eerste stap. Daarnaast werden strikte timings afgesproken met de medeopdrachtgevers. In bepaalde gevallen leidde dit tot het uitstappen van sommige partners om budgettaire redenen. Maar de extra inspanningen hadden ook als resultaat dat tegen het einde van 2013 nog een groot aantal projecten kon worden aanbesteed. De oorspronkelijke doelstelling was om voor 160 miljoen euro projecten op de markt te brengen. Die target is ruim gehaald.
↘
JURIDISCHE GESCHILLEN
WATEROVERLAST IN EEN WOONWIJK Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998. Eind 2010 deed de rechter in eerste aanleg een voor Aquafin gunstige uitspraak, waarbij het overgrote deel van de eisen als verjaard, niet toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld. Tegen deze uitspraak is door de tegenpartijen in april 2011 beroep ingesteld. In deze beroepsprocedure werden in 2013 voornamelijk conclusies uitgewisseld. In het voorjaar van 2014 wordt een uitspraak verwacht. Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding om de vroegere beslissing geen provisie aan te leggen te wijzigen.
RWZI DEURNE - INSTORTING TUSSENMUUR Op RWZI Deurne stortte in september 2012 de muur tussen het anaërobe bekken en een beluchtingsbekken in. De instorting bracht een aanzienlijke materiële gevolgschade met zich mee. Aquafin heeft na verder onderzoek uit veiligheidsoverwegingen bijkomende maatregelen genomen, zoals het leegpompen van een extra bekken. Deze maatregelen hadden dan weer impact op de waterzuivering en de slibverwerking in de droger. Naast de materiële schade, lijdt Aquafin dus ook aanzienlijke operationele schade. Aquafin liet een gerechtsdeskundige aanstellen om deze gevolgschade te beperken, zonder de kans om de schade te recupereren bij eventuele derde aansprakelijke partijen in het gedrang te brengen. De opdracht van de gerechtsdeskundige is om het zo snel mogelijk opnieuw in gebruik nemen en herstellen van de installatie te combineren met het onderzoek naar mogelijke oorzaken.
↘
VERZEKERINGSDOSSIERS
ONVOLDOENDE BETONWAPENING OP RWZI DEURNE In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren, als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels gedekt door onze Alle Bouwplaatsrisico-verzekering (ABR) en deels door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau. Beide verzekeraars kwamen effectief tussen. Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag werd in 2011 deels teruggevorderd van het studiebureau dat de ontwerpfout maakte en deels van het op de werf actieve controleorganisme. In 2013 kon een aanzienlijk deel van het resterend bedrag bij het studiebureau en haar verzekeraar gerecupereerd worden. Vandaag loopt nog enkel de terugvordering ten aanzien van het controle-organisme. Dit laatste deel van de kosten werd geprovisioneerd.
In januari 2013 en oktober 2013 gaf de gerechtsdeskundige de toestemming om één bekken weer in gebruik te nemen zodat de droger weer kon opstarten en de installatie werd vrijgegeven. In de loop van 2013 werd verder onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken, er werd een ontwerp voor herstel gemaakt en de markt werd geraadpleegd met het oog op het aanvatten van het herstel. Aangezien er duidelijke indicaties zijn dat derde partijen technische aansprakelijkheid dragen, is er op dit ogenblik nog geen reden om een provisie aan te leggen.
Verslag van de raad van bestuur
49
50
Jaarverslag 2013
Belangrijkste evoluties na het boekjaar ↘
RATING KRIJGT “STABLE OUTLOOK”
De doorlichting van de kredietwaardigheid van Aquafin wordt jaarlijks opgevolgd door kredietbeoordelaar Moody’s. De rating is ten opzichte van vorig jaar gewijzigd van een Aa2 rating met “negative outlook” naar een Aa2 rating met “stable outlook”. In de analyse komt duidelijk de nauwe band met het Vlaamse Gewest naar voren. Met haar Aa2 rating voor leningen op lange termijn heeft de organisatie dan ook dezelfde beoordeling als het Vlaamse Gewest, die hoger blijft dan de rating van België. Voor leningen op korte termijn heeft Moody’s de hoge P-1 rating van Aquafin bevestigd. Daarmee behoort het bedrijf tot de top van kredietwaardige bedrijven, wat ook blijkt uit het vertrouwen dat de organisatie blijft genieten bij de verschillende kredietverstrekkers.
↘
VERVANGING DIRECTEUR ASSET MANAGEMENT
De Raad van Bestuur stelde tijdens de vergadering van 6 februari 2014 Bart Van Eygen aan als opvolger van Erik Poppe in de directie Asset Management. Hij werd met onmiddellijke ingang lid van het directiecomité en nam vanaf het pensioen van Erik Poppe de verantwoordelijkheid voor Asset Management over. Bart Van Eygen was tot dan hoofd Process Office en vanuit deze functie nauw betrokken bij procesmanagement en continue verbetering binnen de organisatie.
Commentaar bij de balans Op het einde van het boekjaar bedraagt het balanstotaal 3.333 miljoen euro, 169 miljoen euro hoger dan vorig boekjaar. Deze toename is een gevolg van de netto-aangroei van de investeringen in de waterzuiveringsinfrastructuur, uitgevoerd in opdracht van het Vlaamse Gewest. Zo werden in 2013 investerings- en optimalisatieprojecten opgeleverd voor een totale aannemingswaarde van 135 miljoen euro. In 2013 was er een toename van de activa in aanbouw met 7 % tot 272 miljoen euro. Onder de activa in aanbouw worden alle bovengemeentelijke projecten in uitvoering opgenomen. Omwille van de doorschuiving van de oplevering van een aantal projecten van 2013 naar 2014 is er een aangroei van de werken in uitvoering. Onder de financiële vaste activa is onder andere de meerderheidsparticipatie opgenomen van Aquafin in Aquaplus, ten bedrage van 0,855 miljoen euro. Per 31 december 2013 werd deze participatie bij Aquafin gewaardeerd op basis van de meest recente financiële informatie. Einde 2013 werd er bij Aquaplus een kapitaalsverhoging doorgevoerd van 0,5 mio EUR waarvan de helft volstort. De prestaties buiten het kader van de beheersovereenkomst die nog niet voltooid zijn, worden opgenomen onder de rubriek ‘bestellingen in uitvoering’. Door de toegenomen bouwactiviteit buiten het kader van de Beheersovereenkomst groeiden de voorraden en bestellingen in uitvoering verder met 5 % tot 143 miljoen euro. De toename van de handelsvorderingen is een gevolg van de vervroegde facturatie van de werkingskosten m.b.t. het 1e kwartaal 2014. Deze vorderingen zijn – in principe – nog niet vervallen per einde 2013. Doordat een gedeelte van deze vorderingen voor vervaldatum werd betaald is er een toename van de tijdelijke kasoverschotten (geldbeleggingen) welke per einde 2013 32,4 miljoen euro bedragen.
In uitvoering van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest werden de investeringen initieel terugbetaald over 15 jaar. Doordat dit terugbetalingsritme sneller verliep dan de afschrijvingen, ontstond een positief saldo voor de verdere financiering van de afschrijvingen na de terugbetalingsperiode. Dit positief saldo werd met goedkeuring van de Commissie Boekhoudkundige Normen – op een speciale passiefrekening geregistreerd, namelijk ‘vergoeding Vlaamse Gewest’. Eind 2008 werd de termijn van de jaarlijkse vergoeding voor aannemingen bouwkunde van 15 jaar op 30 jaar gebracht voor de opleveringen vanaf 1 januari 2009. Dat gebeurde via een addendum aan de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en Aquafin. Deze nieuwe termijn sluit beter aan bij de economische levensduur van de infrastructuur. In 2009 werd ook de resterende terugbetalingstermijn van bouwkundige projecten opgeleverd vóór 1 januari 2009 verdubbeld. Deze aanpassing ging in op 1 januari 2010.
Indien de Algemene Vergadering de voorgestelde winstverdeling aanvaardt, wordt de wettelijke reserve met 0,445 miljoen euro verhoogd.
Verslag van de raad van bestuur
51
52
Jaarverslag 2013
Per einde 2013 bedraagt de post ‘vergoeding Vlaamse Gewest’ 812 miljoen euro, een status quo ten opzichte van 2012. Een belangrijk deel van deze post heeft betrekking op de door Aquafin verworven terreinen, welke niet worden afgeschreven doch onmiddellijk terugbetaald worden door de drinkwatermaatschappijen en het Vlaamse Gewest.
Rekening houdend met alle leningen op lange termijn – onder affectatie, met een algemeen of commercieel doel – en de terugbetalingen van al eerder opgenomen leningen, bedraagt het saldo van de bankleningen op lange termijn 1.790 miljoen euro, inclusief het gedeelte dat binnen het jaar moet worden terugbetaald.
De voorziening voor risico’s en lasten neemt toe ten opzichte van 2012. Op basis van de meest recente gegevens werden de nodige aanpassingen gedaan. De voorziening voor risico’s en lasten heeft betrekking op juridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst, verwerking van het slib gebufferd in de installaties en brugpensioenen.
In 2013 heeft Aquafin voor 281 miljoen euro nieuwe kredieten op lange termijn opgenomen, inclusief de herfinanciering van de einde mei 2013 vervallen “private placement”-obligatielening ter waarde van 100 miljoen euro.
De financiering in het kader van de beheersovereenkomst op lange termijn is gebaseerd op de affectatieovereenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de aanspraken die Aquafin heeft op de drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde gedeelte van de al opgeleverde investeringsprojecten.
De leningen op korte termijn kenden een toename van 127,0 miljoen euro per einde 2012 tot 175 miljoen euro per einde 2013. Binnen het “commercial paper”-programma ter waarde van 400 miljoen euro werd voor 138 mio euro opgenomen op korte termijn. Binnen de bestaande kredietlijnen ten bedrage van 395 miljoen euro, inclusief de gesyndiceerde lening en de kredietlijnen van de gemeenten, werd slechts 36,9 miljoen euro opgenomen.
Commentaar bij de resultatenrekening Na verrekening van de provisies, de waardeverminderingen en de niet aan het Vlaamse Gewest doorgerekende kosten en opbrengsten, inclusief het resultaat van de commerciële activiteiten, wordt de winst voor belastingen 11,25 miljoen euro. Vanaf aanslagjaar 2007 werd de notionele interestaftrek ingevoerd in de vennootschapsbelasting, waardoor de kost van de waterzuivering voor de burger beperkt blijft. Ook de toepassing van de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen en milieuvriendelijke investeringen voor Onderzoek en Ontwikkeling heeft een gunstige invloed op de vennootschapsbelasting.
In de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest is bepaald dat de vergoeding van Aquafin gebeurt op basis van de doorrekening van alle redelijke kosten, verhoogd met een vergoeding voor de aandeelhouders die gebaseerd is op hun inbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten en opbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar. De verhoging van de kosten en in het bijzonder die van de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, ligt in de lijn van de groei van de infrastructuur die door Aquafin geëxploiteerd en uitgebouwd wordt, zowel binnen als buiten het kader van de beheersovereenkomst. Het steeds groeiend patrimonium verklaart ook de continue groei van de afschrijvingen. De beweging op de waardeverminderingen en provisies heeft betrekking op waardeverminderingen en provisies voor bedragen die het Vlaamse Gewest tijdens het afgesloten boekjaar heeft betwist. Voor nieuwe juridische geschillen werd beslist een provisie aan te leggen ter waarde van de redelijke inschatting van de claim, rekening houdend met de slaagkans. De relatief gunstige marktrentevoeten op korte en lange termijn hebben een belangrijke impact op de kosten van schulden. Door een actief beheer van het renterisico wil Aquafin de financieringskost optimaliseren. Door de omzetting van een gedeelte van de schuld van vaste naar variabele rentevoeten, kan worden geprofiteerd van het huidige niveau van de rentevoeten, terwijl een mechanisme ingesteld is als bescherming tegen het risico op stijgende rentevoeten.
Verslag van de raad van bestuur
53
54
Jaarverslag 2013
Voorstel aan de Algemene Vergadering Rekening houdend met de winst na belastingen van het boekjaar van 8.896.257,64 euro en een overgedragen winst van 336,89 euro, bedraagt de te bestemmen winst 8.896.594,53 euro. • toevoeging aan de wettelijke reserve: • vergoeding van het kapitaal: • overgedragen winst:
445.000,00 euro 8.444.000,24 euro 7.594,29 euro
Indien de Algemene Vergadering de voorgestelde winstverdeling goedkeurt, zal op 22 april een bruto dividend uitbetaald worden van: • 9,93 euro voor de aandelen die volledig volstort zijn • 2,48 euro voor de aandelen die niet volledig volstort zijn.
Verslag van de raad van bestuur
55
56
Jaarverslag 2013
“Vertrouwen en verantwoordelijkheid zijn twee sleutelbegrippen in de manier waarop we met onze medewerkers omgaan. Wie zich gesteund voelt in wat hij onderneemt, zal beter presteren. En ja, soms valt het eens tegen. Maar ook daar leren we uit.” Sofie Bevernage, adviseur HRM
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Engagementen als ijkpunten Proactief financieel beleid voor onze aandeelhouder Meedenken met onze klanten Respect voor het milieu Oog voor onze omgeving Zorg voor medewerkers
58 58 59 60 64 70
58
Jaarverslag 2013
Engagementen als ijkpunten Onze bedrijfsengagementen zijn de vertaling van waar we als Aquafin voor willen staan. Voor elk van onze stakeholders gaan we duidelijke engagementen aan: voor onze aandeelhouder, onze klanten, onze omgeving, het milieu en onze medewerkers. In de beslissingen die we nemen, houden we deze engagementen voor ogen. Ze fungeren als ijkpunten voor onze medewerkers en geven hen de mogelijkheid zelf snel de juiste beslissngen te nemen binnen het referentiekader.
Proactief financieel beleid voor onze aandeelhouder Aquafin engageert zich om steeds de belangen van de aandeelhouder voor ogen te houden, in evenwicht met die van de andere stakeholders.
Voor een deel van onze leningen op lange termijn doen we aan rentemanagement, ook al heeft het bedrijf zelf daar geen directe baten bij.
Aquafin gaat zeer omzichtig om met de financiële middelen die worden geïnvesteerd in de zuiveringsinfrastructuur van het gewest. We zorgen voor deze infrastructuur als een goede huisvader. Voor de financiering van de uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur trekken we zo goedkoop mogelijk middelen aan. Ook voor de exploitatie van de zuiveringsinstallaties springen we zuinig om met de beperkte middelen, maar we zorgen er uiteraard wel voor dat de normen voor gezuiverd afvalwater altijd gerespecteerd worden.
In 2014 werkt Aquafin voor het eerst met een budget voor werkingskosten dat gebaseerd is op de kostprijs van ons eindproduct. Om deze tarieven te bepalen, heeft het bedrijf in 2013 alle activiteiten geformuleerd die binnen een proces tot het eindproduct leiden, en er een kostprijs aan verbonden.
Meedenken met onze klanten Voor Aquafin zijn het Vlaamse Gewest en de Vlaamse steden en gemeenten zowel klanten als partners. Zij zijn immers de opdrachtgevers van de projecten die nodig zijn om ons gemeenschappelijk doel na te streven: proper water in alle beken en rivieren. Tegelijk kan Aquafin door zijn brede kijk op de interactie tussen riolen en waterlopen ook op het vlak van waterbeheersing een belangrijke rol spelen. In 2013 ontwikkelden we een eerste hemelwaterplan voor een klant-gemeente. Deze gemeente beschikt nu over een onderbouwd plan voor de infiltratie, buffering en afvoer van overtollig regenwater en is hiermee voorbereid op meer hemelwater in de toekomst.
Zowel voor de gemeenten als voor het gewest is het van groot belang dat elke euro goed besteed wordt. Omdat de gevolgschade bij het instorten van een riool veel groter is dan de kost van preventief onderhoud, ontwikkelde Aquafin bijkomende asset management tools. Zo kunnen we de frequentie berekenen waarmee riolen moeten geïnspecteerd worden, afhankelijk van hun ligging en kriticiteit. Als we daaraan een onderhoudsplan koppelen, komt onze klant niet snel voor verrassingen te staan.
Uiteraard blijven onze producten en diensten voor de gemeenten altijd in lijn met onze missie en onze kernactiviteiten voor het Vlaamse Gewest. Een gemeente die samenwerkt met Aquafin kiest er voor om de saneringsbijdrage die de burgers via hun drinkwaterfactuur betalen, aan te wenden voor rioleringsprojecten en dus voor het milieu.
Aquafin ontwikkelde een eerste hemelwaterplan voor Wetteren “Bij nieuwe projecten in onze gemeente kunnen we nu de kosten en baten van verschillende maatregelen tegen elkaar afwegen binnen een duidelijk kader.” Alain Pardaen, burgemeester Wetteren.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
59
60
Jaarverslag 2013
Respect voor het milieu Bij al onze beslissingen wegen we af wat de beste keuze is voor het milieu. We streven naar een duurzaam gebruik van materialen, grondstoffen, energie en ruimte, om de ecologische voetafdruk van het waterzuiveringsproces zo laag mogelijk te houden.
↘
DE ENERGIEBELEIDSVERKLARING IN PRAKTIJK
↘ Aquafin wil tegen 2020:
20 % besparen op primaire energie 20 % besparen op transport 13 % groene stroom opwekken
De zuivering van afvalwater is een erg energie-intensief proces, zelfs met installaties die qua energieverbruik efficiënt ontworpen zijn. Het energiemanagement binnen Aquafin brengt het verbruik in kaart en onderneemt acties om het te reduceren. Die verhoogde aandacht leidt tot een grotere bewustwording bij het personeel, dat zelf verbeteracties voorstelt. Daarnaast lichten multidisciplinaire teams jaarlijks vijf RWZI’s door op hun energieverbruik. Ze vergroten en verspreiden de kennis rond energie in het bedrijf. Jaarlijks wordt 500.000 euro uit het budget voor vervangingen en aanpassingen gereserveerd voor projecten om het energieverbruik van de zuiveringsinfrastructuur terug te dringen. In 2013 zijn er zo opnieuw een reeks projecten in uitvoering gegaan, die vanaf nu elk jaar opnieuw zo’n 2.034.000 kWh stroom zullen besparen. Het specifieke energieverbruik (in kWh/IENkj) van de RWZI’s is intussen al 9,01 % gedaald tegenover de toestand in het referentiejaar 2010. Naast gezuiverd afvalwater brengt het zuiveringsproces nog een tweede product voort. Actief slib speelt de hoofdrol in de biologische zuivering. De mirco-organismen die zich voeden met de opgeloste vuildeeltjes uit het afvalwater, groeien steeds aan zodat ook de totale slibmassa continu vermeerdert. Het slib dat niet opnieuw gebruikt wordt in het zuiveringsproces, wordt meestal elders gedroogd of verbrand. Om het aantal transporten met vloeibaar slib over de weg te verminderen, wordt het slib zo veel mogelijk ter plaatse ontwaterd. Aquafin heeft zich als doel gesteld om tegen 2020 het percentage drogestof in het slib te verhogen met 1 %. Eind 2013 was bijna 30 % van die doelstelling gerealiseerd.
In de derde component van zijn energiebeleidsverklaring ambieert Aquafin een productie van 13 % groene stroom tegen 2020. In 2013 produceerden we 10.259.102 kWh door de vergisting van zuiveringsslib tot biogas. Aquafin kon zijn productie van groene stroom verdubbelen op vijf jaar tijd en deed in 2013 7,4 % beter dan het jaar voordien. Maar de doelstelling van 13 % ligt nog niet binnen handbereik. Om meer biogas te produceren met dezelfde installaties zijn nieuwe technieken nodig die het organisch materiaal in het slib nog verder kunnen afbreken. Rond elektroporatie, de nieuwste techniek op de markt, voert Aquafin momenteel zelf onderzoek uit op pilootschaal. Een andere mogelijkheid om de productie van groene stroom op te drijven, is uiteraard om meer slib te vergisten door gistingsinstallaties bij te bouwen. Voor deze piste onderzoekt Aquafin alternatieve bouwtechnieken om kleine gistingsinstallaties rendabel te kunnen bouwen.
↘
VAN WATERZUIVERING NAAR RECYCLAGEFABRIEK
De bescherming van de waterkwaliteit blijft uiteraard het hoofddoel van de zuivering van afvalwater. Maar de laatste jaren ontdekken we steeds meer mogelijkheden met een maatschappelijke meerwaarde. BIOGAS LEVERT STROOM Vandaag vergist het bedrijf ongeveer de helft van de totale slibproductie van al zijn rioolwaterzuiveringsinstallaties tot biogas in zeventien slibgistingsinstallaties, waarvan er vijftien zijn uitgerust met een gasmotor. De voorbije jaren heeft Aquafin de warmtewisseling van zijn zes grootste gistingsinstallaties geoptimaliseerd. Daardoor werd in 2013 zoals hierboven vermeld, voor de eerste keer de kaap van 10 miljoen kWh groene stroom gehaald. De elektriciteit die we met behulp van gasmotoren opwekken uit het biogas vervangt op de RWZI zelf een deel van de elektriciteit die we anders van het net moeten halen. In ruil ontvangt Aquafin groenestroomcertificaten als bewijs dat energie werd opgewekt uit een hernieuwbare bron. Hoewel de wetgeving rond de toekenning van groenestroomcertificaten in 2013 wijzigde, waardoor er minder worden toegekend, blijft Aquafin volop inzetten op de productie van groene stroom.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
61
62
Jaarverslag 2013
1.394
Slibpellets
pompstations en bergbezinkingsbekkens Afvalwater
Verbrandingsinstallatie Pompstation
P Slib
Slibdroger Fosfor Slib
RWZI Slib
281
RWZI’s
Slibvergisting
Biogas
Elektriciteit
Gezuiverd water
97,74 %
5.335
van alle RWZI’s voldoen aan alle normen
km leidingen
BIOGASPRODUCTIE mio kWh ↘
SLIBDROGING EN -VERBRANDING ↘
10 9 8
Verbranding
7
65 %
6 5
Droging
4
35 %
3 2 1
31.154 ton gedroogde slibpellets als brandstof voor cementovens
0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
SLIB ALS ENERGIEBRON Van het niet-vergiste slib en het slib dat overblijft na de gisting werd in 2013 35 % gedroogd in een van onze eigen slibdrooginstallaties in Deurne, Houthalen of Leuven. Dat komt neer op 33.654 ton droge stof. Het aandeel van deze toepassing stijgt jaar na jaar. Het slib dat in Brugge gedroogd wordt, zit niet in dit aandeel, omdat het na droging ter plaatse verbrand wordt en mee wordt gerekend in de categorie ‘verbranding’. Door het drogen van ontwaterd slib ontstaan slibkorrels of pellets met een drogestofgehalte van ongeveer 90 %. In 2013 werd zo 31.154 ton pellets geleverd aan de cementindustrie. Daar worden ze gebruikt als element voor co-verbranding in cementovens en vervangen ze fossiele brandstoffen. De overige 65 % van het sliboverschot van de RWZI’s, ofwel 61.179 ton droge stof, werd verbrand. Voor 43 % gebeurde dat in de slibverbrandingsinstallatie die Aquafin in Brugge beheert. De rest van de verbranding vond plaats in externe verbrandingsinstallaties. De as die overblijft na de verbranding wordt ook nog eens verwerkt als bouwmateriaal in cementklinkers. AFVALWATER NUTTIG HERGEBRUIKEN Hoewel de aarde voor het grootste gedeelte uit water bestaat, is slechts een klein deel ervan geschikt voor drinkwater. Ook wij in Vlaanderen springen best erg zorgvuldig om met ons waterverbruik. Gezuiverd afvalwater kan echter een waardevolle aanvulling zijn op de natuurlijke waterbronnen. Na een proces van mechanische en biologische zuivering op een rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin, is het afvalwater proper genoeg om in een waterloop geloosd te worden zonder er schade aan te richten. Maar het kan ook perfect gebruikt worden om met een kleine voorbehandeling in industriële toepassingen kostbaar drinkwater te vervangen, bijvoorbeeld als koelwater of proceswater. Aquafin heeft met een aantal Vlaamse bedrijven en intercommunales overeenkomsten lopen voor de aanlevering van gezuiverd rioolwater. En ook ruimfirma’s maken gebruik van dit waardevol alternatief als reinigingswater. Mits een doorgedreven zuivering kan het afvalwater verder opgewaardeerd worden tot elke gewenste kwaliteit, zelfs tot drinkbaar water. In Koksijde neemt drinkwaterbedrijf IWVA jaarlijks 2,5 miljoen m³ behandeld rioolwater af van de zuiveringsinstallatie van Aquafin. Na een bijkomende behandeling met ultrafiltratie en omgekeerde osmose wordt het water gedesinfecteerd met UV en volgt er een periode van infiltratie in de duinen. Daarna wordt het weer onttrokken voor de productie van drinkwater en is de recyclagecirkel helemaal gesloten.
↘ Recuperatie van fosfor Fosfor is een essentieel element in de voedselproductie, we kunnen niet zonder leven. Op wereldschaal dreigt in de toekomst een groot tekort aan fosfor om de alsmaar groeiende bevolking te blijven voeden. De natuurlijke voorraden raken immers stilaan opgebruikt en fosfor groeit niet opnieuw aan, op is op. Via de menselijke uitscheiding komt fosfor terecht in de rioolwaterzuiveringsinstallaties, waar Aquafin het verwijdert. In 2013 werkte Aquafin op de RWZI Leuven samen met andere partners aan een proefproject rond het terugwinnen van struviet uit zuiveringsslib. Struviet is een mineraal dat ontstaat uit het neerslaan van fosfor. Het project loopt nog door begin 2014. De eindconclusies na afloop van het proefproject zijn afhankelijk van de kosten-baten analyse en de technische resultaten.
↘ Meewerken aan een stabieler elektriciteitsnet In 2013 stond de stabiliteit van het elektriciteitsnet meermaals ter discussie. De noodgedwongen tijdelijke stilstand van twee kerncentrales deed de vrees voor een “black out” stijgen als er een plotse grote stroomvraag zou zijn. Anderzijds waren er ook momenten met een stroomoverschot wanneer alternatieve energiebronnen zoals windmolens en zonnepanelen volop konden produceren en er te weinig stroomverbruik was. Aquafin heeft het afgelopen jaar onderzocht hoe het kan bijdragen tot een stabieler elektriciteitsnet. Dat kan door gebruik te maken van “Demand/response”, waarbij we op vraag van de netbeheerder motoren kunnen aan- of uitschakelen indien dat mogelijk is voor onze procesvoering. In de loop van 2014 zal Aquafin deze sturing testen op een aantal gasmotoren.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
63
64
Jaarverslag 2013
Oog voor onze omgeving De activiteiten van Aquafin hebben een grote maatschappelijke relevantie. Afvalwater dat wordt verzameld en gezuiverd leidt tot gezondere waterlopen en een aangenamer leefmilieu. De werken die nodig zijn om de zuiveringsinfrastructuur aan te leggen en te beheren zorgen wel voor hinder voor buurtbewoners en handelaars. Met een open communicatie en een toegankelijke houding willen we in dialoog gaan met onze omgeving en een constructieve relatie opbouwen.
↘
OMGEVINGSVRIENDELIJK WERKEN
Aquafin zette jaren geleden al de krijtlijnen uit voor een beleid dat vanaf de planning van projecten rekening houdt met mogelijke hinder en er de gepaste maatregelen aan koppelt. Zowel voor de aanleg van rioleringen als voor de bouw of renovatie van zuiveringsinstallaties hanteren we een Minder Hinderdraaiboek. In 2013 is ook de basis gelegd voor afspraken rond hinderbeperking bij onderhoudswerken op de openbare weg. Deze afspraken zullen in de loop van 2014 worden opgenomen in de bestekken voor de aannemers. De voorbije jaren heeft Aquafin samen met de sectorvertegenwoordigers van studiebureaus en aannemers belangrijke inspanningen geleverd om de klant-leverancier relatie om te buigen naar een echt partnerschap. Iedere partij moet haar eigen rol kunnen spelen op de werf, maar we werken wel allemaal aan hetzelfde resultaat. Daarom is het belangrijk om duidelijke verwachtingen naar elkaar te formuleren en achteraf te meten of deze verwachtingen zijn ingelost. PARTNERSCHAP Met een aantal studiebureaus heeft Aquafin ondertussen zo’n partnerschap. In 2013 hebben we voor het eerst ervaringen opgedaan met multilaterale overeenkomsten. Ze stellen Aquafin in staat om snel een beroep te doen op een studiebureau dat voldoet aan onze kwaliteitsnormen. De geselecteerde studiebureaus krijgen op hun beurt een vast percentage van onze projectenportefeuille toegewezen. Na een jaar werken met multilaterale overeenkomsten stellen we vast dat de kwaliteit van de projecten effectief gestegen is.
↘ Awards voor aannemer en studiebureau Al zeven jaar reikt Aquafin een award uit aan de aannemer die het voorbije jaar het meest kwaliteitsvol, veilig en omgevingsvriendelijk heeft gewerkt. In 2013 viel die eer aannemer DSV NV uit Aarschot te beurt. De vierde kwaliteitsaward voor studiebureaus ging naar ingenieursbureau ASTRO-plan uit Aalst.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
65
66
Jaarverslag 2013
Minder Hinder is geen afgewerkte formule op papier, maar een instrument dat continu wordt bijgewerkt en dat straks zelfs mee doorweegt bij de toewijzing van projecten aan een uitvoerder. Om de kwaliteit van de uitvoering van werken in de openbare sector te verhogen, werd in 2012 de toekenning van het getuigschrift van goede uitvoering gekoppeld aan een objectief evaluatiesysteem dat verschillende opdrachtgevers uit de sector nu toepassen. Het getuigschrift wordt echter pas na de werken toegekend. Daarom heeft Aquafin in 2013 gewerkt aan een eigen intern kwaliteitsmetingsysteem. Dat is gebaseerd op een vragenlijst die al deels wordt gebruikt voor de toekenning van de Minder Hinder award. Aquafin beoordeelt de aannemer op vier domeinen: kwaliteit, veiligheid, omgeving en publiek en milieu. De beoordeling gebeurt op vijf momenten: bij de start van de werken, twee keer tijdens de uitvoering, bij de voorlopige oplevering en een laatste keer bij de definitieve oplevering. Nadien krijgt de aannemer een totaalscore. Het meetsysteem geeft de aannemers de kans om te verbeteren zonder meteen te worden afgestraft. Aquafin wil deze kwaliteitsmeting op termijn gebruiken als criterium in de aanbestedingsprocedure, naast het al bestaande externe evaluatiesysteem. In 2013 is de vragenlijst uitvoerig getest in verschillende projecten. Uiteraard werden ook de aannemers zelf betrokken. Begin mei 2013 werd GIPOD, een nieuw informatieplatform om nuts- en wegenwerken beter op elkaar af te stemmen, officieel gelanceerd. Deze webtoepassing moet er voor zorgen dat de hinder in tijd en ruimte voor de weggebruiker zo veel mogelijk beperkt blijft door middel van synergie- en conflictmanagement tussen de verschillende partijen op de werf. Ook Aquafin voedt deze nieuwe database actief met gegevens van werken die gepland of in uitvoering zijn.
↘
↘
CONTACTCENTER EN OMBUDSMAN ALS AANSPREEKPUNT
Met vragen en klachten kunnen burgers in de eerste plaats terecht bij ons contactcenter, dat bereikbaar is op weekdagen van 8 uur tot 19 uur. Soms vraagt een probleem de bemiddeling van de ombudsman. In 2013 registreerde de ombudsman 291 ontvankelijke klachten, wat in de lijn ligt van het jaar voordien. Het grootste deel van de klachten had te maken met werken in uitvoering, waarbij lawaai- en trillingshinder, onvoldoende herstel van het terrein en de toegankelijkheid en netheid van de omgeving het meest naar voor springen. Klachten over operationele infrastructuur gingen meestal over geurhinder en wateroverlast. Van de (deels) gegronde klachten werd 83 % opgelost en nog eens 9 % gedeeltelijk opgelost.
COMMUNICATIE MET DE BURGER
Aquafin voorziet in zijn Minder Hinder beleid dat wie te maken krijgt met werken in zijn buurt goed en tijdig geïnformeerd wordt. Tijdens de ontwerpfase van een project wordt al een eerste infoavond georganiseerd, in 2013 waren dat er 61. Minstens een week voor de werken starten, vindt een tweede infoavond plaats met concrete informatie rond fasering en praktische zaken. Zo waren er vorig jaar 99. Ook tijdens de werken worden de bewoners op de hoogte gehouden van het verloop en de verdere planning via onze website en via tussentijdse infobrieven. Daarnaast ging Aquafin meermaals rechtstreeks met burgers in dialoog via de sociale media Twitter en Facebook, directe kanalen om vragen te beantwoorden. Voor 44 projecten werd een tevredenheidsenquête uitgestuurd, met een gemiddelde respons van 16 %. De antwoorden leren ons op welke punten we nog kunnen verbeteren.
160
infoavonden georganiseerd ↗
96
voor projecten infobrieven verstuurd ↖
Enquêtes uitgevoerd in
2013
44
tevredenheidsonderzoeken
45
technische enquêtes
6.618
formulieren verstuurd
280
formulieren verstuurd
Responsgraad
87 %
Responsgraad
16 %
291
ontvankelijke klachten in 2013 wateroverlast
lawaai- en trillingshinder
informatie/ communicatie
geurhinder
17 %
86,5 %
13 % 6%
11 %
13,5 % infrastructuur
8,5 % 5%
werken moeilijke toegang/ netheid
onvoldoende herstel
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
67
68
Jaarverslag 2013
Op 12 nieuwe of gerenoveerde RWZI’s organiseerde Aquafin vorig jaar een burenbezoek om geïnteresseerde buurtbewoners via een rondleiding kennis te laten maken met het waterzuiveringsproces. Een burenbezoek is altijd kleinschalig maar het persoonlijke contact maakt het telkens tot een groot succes. Het is de ideale gelegenheid om onze maatschappelijke meerwaarde toe te lichten en het bevordert de contacten met de lokale overheden. In 2013 was Aquafin opnieuw hoofdsponsor van de Big Jump, een initiatief van Natuurpunt dat aandacht vraagt voor schone waterlopen. Op 14 juli sprongen bijna 4.000 mensen verspreid over 23 verschillende locaties in Vlaamse beken en rivieren. Aquafin was op alle locaties aanwezig met een stand die bemand werd door eigen medewerkers.
↘
CONTACT MET HET BREDE PUBLIEK
Wie Aquafin enkel kent van de werken in de straat, zal de link met zuiver water niet altijd leggen. Door het brede publiek kennis te laten maken met onze belangrijkste opdracht, namelijk het zuiveren van afvalwater, willen we een zo breed mogelijk draagvlak creëren voor onze infrastructuurwerken. In 2013 werden in totaal 663 groepsbezoeken georganiseerd op een van onze installaties die daarvoor speciaal zijn uitgerust. Een groepsbezoek met gids is gratis en kan aangevraagd worden via onze website.
We verspreidden in 2013 maar liefst 80 persberichten, meestal in het kader van lopende of aangekondigde infrastructuurprojecten. Zowel de lokale als de nationale pers vinden duidelijk meer en meer hun weg naar Aquafin voor vragen over respectievelijk concrete projecten en rioolbeheer en waterzuivering in het algemeen. Om ons nog verder te profileren als kenniscentrum hebben we in 2013 veel meer dan voordien gepubliceerd in vakbladen.
↘ Multidisciplinair teamwerk helpt gevolgen van crisissen indijken In 2013 deden zich drie uitzonderlijke noodsituaties voor die niet alleen een impact hadden op de waterzuiveringsinfrastructuur en het milieu, maar die ook maatschappelijke gevolgen hadden. In ieder van deze situaties kon Aquafin zijn operationele, technische en gebiedskennis inzetten om de crisis onder controle te krijgen. Op 4 mei 2013 vatte een ontspoorde goederentrein met acrylonitril aan boord vuur nabij het centrum van Wetteren. Een deel van de giftige stof kwam in de riolering terecht en verspreidde zich richting centrum. Aquafin greep snel in door het nabijgelegen pompstation stil te leggen en adviseerde tien dagen lang mee het operationele crisiscentrum. Onze grondige kennis van het Wetterse rioleringsstelsel bleek hier een belangrijke meerwaarde. Verschillende diensten in het bedrijf werkten efficiënt samen om de RWZI zo snel mogelijk weer op gang te krijgen zodat de directe en indirecte impact op het milieu beperkt bleef. In de evaluaties achteraf werden samen met andere betrokken partijen zoals brandweer en provincie, lessen getrokken voor de toekomst. Zo wil Aquafin werk maken van een betere bekendmaking van onze expertise en beschikbaarheid bij de hulpdiensten. In Wetteren konden we hen met onze kennis over het rioleringsstelsel immers belangrijke input geven om de crisis in te dijken. Vandaag kunnen we ook alle informatie mobiel delen via een aangepast webplatform.
Op 3 augustus 2013 kwam via de riolering op de RWZI Poperinge een lozing toe van het desinfecteermiddel Basilit HBx, een bijzonder toxische stof voor waterleven maar niet direct gevaarlijk voor de mens. Het product doodde de volledige biologie van de installatie waardoor ze moest worden stilgelegd. Ondertussen belandde zowel het gif als het ongezuiverde afvalwater in de Poperingevaart, met honderden dode vissen tot gevolg. Met een niet aflatende inzet vanuit verschillende disciplines heeft Aquafin er alles aan gedaan om het gif volledig te verwijderen en de biologie terug op te starten. Op 9 augustus voldeed de RWZI opnieuw aan alle effluentnormen, wat snel is gezien de omvang van het probleem en het veroorzakend product aanvankelijk onbekend was. Van een heel ander soort was het incident op 21 november in Duffel, waar een persleiding het begaf en het afvalwater onder grote druk een gat sloeg in de buitenmuur van de nabijgelegen bibliotheek. Ook hier kon Aquafin dank zij een sterk crisisteam op zeer korte tijd een oplossing uitwerken. In allerijl werd een noodleiding aangelegd die het afvalwater via een tijdelijke brug over de gewestweg naar de andere kant van de Nete kon leiden, van waaruit het verder naar de RWZI werd getransporteerd. Dit lukte na ongeveer 24 uur, wat gezien de lengte van de leiding en de omvang van de werken een opmerkelijke prestatie is. Hierdoor was de tijd waarin het afvalwater ongezuiverd in de Nete liep al bij al beperkt. Bij al deze incidenten viel op hoe sterk Aquafin als team staat op crisismomenten. Telkens ontvingen we van de respectievelijke stakeholders waardering voor onze efficiënte aanpak.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
69
70
Jaarverslag 2013
Zorg voor medewerkers De grote kracht van Aquafin ligt in zijn opgebouwde kennis en ervaring. Het aantrekken, strategisch inzetten en laten groeien van getalenteerde medewerkers is dan ook een spilproces in de organisatie. Om jobs te creëren waarin elke medewerker zich goed voelt, heeft het bedrijf een HRM-beleid opgezet dat werken bij Aquafin vanuit verschillende invalshoeken benadert. Veiligheid en verantwoordelijkheidszin vormen de basis van het bedrijfsbeleid. Vorig jaar werd verder gewerkt op de vier pijlers van het HRM-beleid waarvoor de krijtlijnen in 2012 werden uitgetekend: tijd en plaats van werken, leiderschap en cultuur, job en carrière en structuur en organisatie.
Met de ontwikkelingscyclus heeft Aquafin een mooi coaching-instrument in handen om de medewerkers te helpen groeien en hen te begeleiden in de realisatie van hun doelstellingen. De drie interactieve gesprekken tussen medewerker en leidinggevende zijn formele overlegmomenten waarin feedback wordt gegeven over het functioneren (evaluatiegesprek en functioneringsgesprek) of waarin vooruit geblikt wordt (planningsgesprek). In 2013 werd een nieuwe tool geïmplementeerd om de voorbereiding van de gesprekken en de doelstellingen digitaal te registreren en op te volgen, wat een maximale bedrijfsopvolging toelaat.
↘
PLAATSONAFHANKELIJK WERKEN
Een medewerker voelt zich gelukkiger en is tot meer in staat als de balans tussen zijn werk en privéleven in evenwicht is. Daarom hecht Aquafin veel belang aan een flexibele indeling van tijd en plaats van werken. Met satellietkantoren in Drongen, Herentals en Leuven, flexplekken en hotspots op 47 locaties en videoconferencing, was het begin 2013 al mogelijk om op een alternatieve locatie dan de standplaats te werken voor de functies waarin dit mogelijk is. Vanaf december 2013 is bijvoorbeeld ook occasioneel thuiswerk toegestaan, binnen duidelijk omschreven voorwaarden.
↘
De federale overheid wil de activiteitsgraad van oudere werknemers verhogen. In het kader van die doelstelling moeten alle ondernemingen met meer dan 20 werknemers een werkgelegenheidsplan opstellen om het aantal werknemers van 45 jaar en ouder te behouden of te verhogen. Aquafin heeft in 2013 zo’n werkgelegenheidsplan opgemaakt, in overleg met de sociale partners. Omdat de inhoud van dit plan ‘leeft’, zal het jaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd worden.
LEIDERSCHAP EN CULTUUR
In een organisatie die haar medewerkers aanmoedigt om verantwoordelijkheid te nemen en initiatief te tonen, is de coachende rol van de leidinggevende van cruciaal belang. In 2013 werd het leiderschapstraject verder gezet om alle leidinggevenden vertrouwd te maken met deze leiderschapsstijl. De focus lag vooral op het evaluatie- en het planningsgesprek. Nieuwe leidinggevenden werden opgeleid rond de verwachtingen die het bedrijf van hen heeft in hun leidinggevende functie.
↘
JOB EN CARRIÈRE
Door het regelbereik van werknemers te vergroten en hun ondernemerschap aan te moedigen, groeit niet alleen de werknemer maar ook de organisatie. Aquafin stimuleert zijn personeel om zich te blijven ontplooien, zowel via klassieke opleidingen als via alternatieve leervormen zoals zelfstudie, e-learning, on-the-job training en collegabezoeken. In 2013 organiseerde het bedrijf in totaal 3241,35 opleidingsdagen, wat neerkomt op een gemiddelde van 3,17 dagen per medewerker. Het team “Vorming, training en ontwikkeling” stelde per doelgroep en volgens graad van ervaring lijsten samen van opleidingen die verplicht zijn of die voor de doelgroep een aanrader zijn.
↘ Met de fiets naar het werk Niets boven een gezond lichaam in een gezonde geest. En als het milieu er mee van profiteert is dat een dubbel voordeel. In 2013 organiseerde het bedrijf tweemaal een “Bike to work”. Medewerkers fietsten vanuit alle windrichtingen in een onderweg aangroeiende karavaan naar het hoofdkantoor. Onder meer dankzij dit initiatief is het aantal gefietste woon-werk kilometers in 2013 gestegen met 7 % ten opzichte van het jaar voordien.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
71
72
Jaarverslag 2013
↘
STRUCTUUR EN ORGANISATIE
In 2013 is binnen het bedrijf het concept ‘slimmer samenwerken’ verder uitgebouwd. De directie Asset Management heeft definitief vorm gekregen voor een maximale interactie met de vijf kernprocessen. Voor elk kernproces is een vernieuwde balanced scorecard (BSC) uitgewerkt, met input van medewerkers uit het hele bedrijf. De BSC geeft richting aan ons handelen en geeft ons de mogelijkheid om onze prioriteiten en doelstelling gericht op te volgen. Daarna werd ook de BSC op bedrijfsniveau hertekend.
↘
DIALOOG TUSSEN MEDEWERKERS EN MANAGEMENT
In het najaar van 2013 namen veertig medewerkers deel aan een onderzoek rond de informatiedoorstroming binnen Aquafin. Een externe consultant peilde bij de vertegenwoordigers van verschillende diensten en processen in het bedrijf naar de sterktes en zwaktes wat betreft het doorstromen van informatie binnen Aquafin. De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt om een actieplan op te stellen zodat de knelpunten kunnen weggewerkt worden. Omdat we medewerkers willen verbinden en betrekken, vinden we het belangrijk om niet alleen de top-down communicatie, maar ook de bottom-up communicatie te stimuleren.
↘
VEILIG WERKEN
De veiligheid van de medewerkers staat bij Aquafin steeds bovenaan de agenda. Elke nieuwkomer maakt via vaktechnische en meer algemene opleidingen kennis met de activiteiten van het bedrijf en met de specifieke aspecten van zijn job. Daarnaast worden er voor de functies die met veiligheidsrisico’s in aanraking komen ook een aantal veiligheidsopleidingen georganiseerd. Voor een aantal opleidingen is een elektronisch leerplatform opgezet. Veiligheidsinstructies en -regels worden niet alleen via de hiërarchische lijn doorgegeven, maar ook persoonlijk door de preventieadviseurs van de afdeling Preventie en Bescherming. Tijdens een honderdtal infosessies verstrekte de preventiedienst veiligheidsinformatie op maat van de medewerkers. Het globale ongevallencijfer van 2013 lag met 22 geregistreerde ongevallen hoger dan het jaar voordien, toen we 16 ongevallen registreerden. Vooral de eerste jaarhelft was beduidend minder goed, terwijl in de laatste zes maanden van het jaar zelfs een nieuw record werd gevestigd wat betreft het aantal dagen zonder ongeval, namelijk 167 ongevalvrije dagen. Naast enkele ongevallen die te wijten waren aan de slechte weersomstandigheden in het begin van het jaar, betrof het voornamelijk letsels door inspanningen en struikelen.
Ook bij onze technische partners willen we het veiligheidsbewustzijn blijvend stimuleren. Dat doen we bijvoorbeeld door onze veiligheidsinformatie voor hen ter beschikking te stellen via onze website. De veiligheidsprestaties van de aannemers maken overigens deel uit van hun beoordeling in het kader van de Minder Hinder award, een duidelijk signaal dat we het menen. In 2013 werden indienststellingsonderzoeken uitgevoerd voor 11 nieuwe RWZI’s, 6 gerenoveerde RWZI’s, 4 KWZI’s, 2 gerenoveerde pompstations, 73 nieuwe pompstations, 4 bergbezinkingsbekkens, 3 2DWA-projecten en naar aanleiding van 17 installatieaanpassingen. Bijkomend werden 17 veiligheidsaudits uitgevoerd op bestaande installaties en 30 nazichten van uitgevoerde verbeterings- of aanpassingswerken. Daarnaast is gestart met de veiligheidscoördinatie bij ontwerp voor 145 transportprojecten en 2 RWZI-projecten. De veiligheidscoördinatoren volgden de voorbereidende verplaatsingswerken door de nutsmaatschappijen op.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
73
74
Jaarverslag 2013
“Op onze werven moet aandacht voor de omgeving vanzelfsprekend zijn. Naast een goede uitvoering is dat aspect zeker een voorwaarde om aan onze kwaliteitsnormen te voldoen.” Min Huet, projectmanager
Jaarrekening Verslag van de commissaris Balans en resultatenrekening Waarderingsregels Bijkomende info Belangrijkste risicofactoren Affectatie-overeenkomst
76 78 91 94 95 96
76
Jaarverslag 2013
Verslag van de commissaris ↘
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN AQUAFIN NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2013
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de statutaire jaarrekening (de “Jaarrekening”), ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen zoals hieronder gedefinieerd evenals de vereiste bijkomende verklaringen. De Jaarrekening omvat de balans op 31 december 2013, de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op 31 december 2013 en de toelichting.
↘
VERSLAG OVER DE JAARREKENING OORDEEL ZONDER VOORBEHOUD
Wij hebben de controle uitgevoerd van de Jaarrekening van Aquafin NV (“de Vennootschap”) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013, opgesteld in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Het balanstotaal bedraagt € 3.332.734.566,23 en de resultatenrekening sluit af met een winst van het boekjaar van € 8.896.257,64. VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE RAAD VAN BESTUUR VOOR HET OPSTELLEN VAN DE JAARREKENING De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentie stelsel. De raad van bestuur is ook verantwoordelijk voor het implementeren van de interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten. VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze Jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale auditstandaarden (“International Standards on Auditing” – “ISA”) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de Jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de Vennootschap in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, ten einde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Vennootschap. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, de redelijkheid van de door de raad van bestuur gemaakte schattingen, alsmede de presentatie van de jaarrekening als geheel. Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren. OORDEEL ZONDER VOORBEHOUD Naar ons oordeel geeft de Jaarrekening van de Vennootschap per 31 december 2013 een getrouw beeld van de financiële toestand van de Vennootschap alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.
↘
VERSLAG BETREFFENDE OVERIGE DOOR WET- EN REGELGEVING GESTELDE EISEN
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Jaarrekening, inclusief de verklaring inzake deugdelijk bestuur, in overeenstemming met artikel 96 van het Wetboek van vennootschappen, evenals het naleven van de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding, alsook voor het naleven van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten van de vennootschap.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig met de van toepassing zijnde bijkomende norm uitgegeven door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatblad op 28 augustus 2013 (de “Bijkomende Norm”), is het onze verantwoordelijkheid om bepaalde procedures uit te voeren aangaande de naleving, in alle van materieel belang zijnde opzichten, van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals gedefinieerd in de Bijkomende Norm. Als gevolg van deze procedures, doen wij de volgende bijkomende verklaringen die niet van aard zijn om de draagwijdte van ons oordeel over de Jaarrekening te wijzigen: • Het jaarverslag over de Jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt overeen met de Jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht. • Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. • De resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. • Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen zijn gedaan of genomen. Antwerpen, 14 maart 2014 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris vertegenwoordigd door
Ronald Van den Ecker Vennoot Ref.: 14RVE0143
Jaarrekening
77
78
Jaarverslag 2013
Balans en resultatenrekening BALANS NA WINSTVERDELING ↘
ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
20/28
3.041.608.270
2.970.031.341 2.969.215.140
22/27
3.040.640.292
Terreinen en gebouwen
22
194.564.975
191.113.857
Installaties, machines en uitrusting
23
2.570.239.338
2.518.781.765
Meubilair en rollend materieel
24
1.963.982
2.396.941
Leasing en soortgelijke rechten
25
494.681
713.369
Overige materiële vaste activa
26
1.322.654
1.272.225
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen Deelnemingen Andere financiële vaste activa Aandelen Vorderingen en borgtochten in contanten VLOTTENDE ACTIVA Voorraden en bestellingen in uitvoering
27
272.054.663
254.936.983
28
967.978
816.202
280/1
854.585
704.049
280
854.585
704.049
284/8
113.392
112.152
284
100.062
100.062
285/8
13.330
12.090
29/58
291.126.296
193.957.365
3
143.084.381
136.179.372
37
143.084.381
136.179.372
40/41
73.090.351
42.950.415
Handelsvorderingen
40
72.990.600
42.864.723
Overige vorderingen
41
99.751
85.693
50/53
32.400.000
1.478.000
51/53
32.400.000
1.478.000
Liquide middelen
54/58
6.939.278
2.329.848
Overlopende rekeningen
490/1
35.612.286
11.019.730
20/58
3.332.734.566
3.163.988.706
Bestellingen in uitvoering Vorderingen op ten hoogste één jaar
Geldbeleggingen Overige beleggingen
TOTAAL DER ACTIVA
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Kapitaal
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
10/15
1.043.786.203
1.042.158.275
10
210.900.006
210.900.006
Geplaatst kapitaal
100
248.400.024
248.400.024
Niet opgevraagd kapitaal
101
37.500.018
37.500.018
13
20.566.855
20.121.855
Wettelijke reserve
130
11.967.336
11.522.336
Beschikbare reserve
133
8.599.519
8.599.519
Overgedragen winst
14
7.594
337
Kapitaalsubsidies
15
812.311.748
811.136.077
Reserves
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN Voorzieningen voor risico's en kosten Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Overige risico's en kosten SCHULDEN Schulden op meer dan één jaar
16
3.415.227
2.519.166
160/5
3.415.227
2.519.166
160
889.202
828.335
163/5
2.526.025
1.690.831
17/49
2.285.533.136
2.119.311.265
17
1.647.505.704
1.510.772.530
170/4
1.647.315.921
1.510.593.762
Leasingschulden en soortgelijke schulden
172
901.394
1.351.937
Kredietinstellingen
173
1.646.414.526
1.509.241.826
Financiële schulden
Overige schulden
178/9
189.783
178.768
Schulden op ten hoogste één jaar
42/48
623.375.804
593.120.687
Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
42
144.104.629
246.826.960
Financiële schulden
43
181.208.978
131.552.186
430/8
181.208.978
131.552.186
44
142.839.527
73.758.042
440/4
142.839.527
73.758.042
46
123.383.888
109.092.834
Kredietinstellingen Handelsschulden Leveranciers Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
45
23.394.782
22.672.293
Belastingen
450/3
15.993.101
15.265.833
Bezoldigingen en sociale lasten
454/9
7.401.680
7.406.460
Overige schulden
47/48
8.444.000
9.218.371
Overlopende rekeningen
492/3
14.651.629
15.418.048
TOTAAL DER PASSIVA
10/49
3.332.734.566
3.163.988.706
Jaarrekening
79
80
Jaarverslag 2013
RESULTATENREKENING ↘ Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
70/74
467.495.312
483.440.568
70
456.936.874
428.877.734
en in de bestellingen in uitvoering
71
6.905.010
53.111.990
Andere bedrijfsopbrengsten
74
3.653.429
1.450.844
60/64
381.114.186
393.281.730
60
95.673.766
95.362.893
600/8
95.673.766
95.362.893
Diensten en diverse goederen
61
71.929.242
89.809.134
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
62
64.577.651
61.694.266
630
142.457.995
140.890.259
631/4
-160.194
-342.174
Bedrijfsopbrengsten Omzet Toename in de voorraad goederen in bewerking en gereed product
Bedrijfskosten Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Aankopen
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)
635/7
896.061
261.800
Andere bedrijfskosten
640/8
5.739.665
5.605.551
9901
86.381.126
90.158.839
75
7.516.682
6.174.264
751
7.505.103
6.160.468
752/9
11.579
13.796
Bedrijfswinst Financiële opbrengsten Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Financiële kosten Kosten van schulden Andere financiële kosten Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, voor belasting Uitzonderlijke opbrengsten
65
82.550.690
84.260.413
650
76.955.419
76.581.865
652/9
5.595.271
7.678.547
9902
11.347.117
12.072.689
76
6.800
10.297
Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
761
Meerwaarde bij de realisatie van vaste activa
763
6.800
66
99.469
Uitzonderlijke kosten Waardeverminderingen op financiële vaste activa
10.297
661
99.469
9903
11.254.448
12.082.986
Belastingen op het resultaat
67/77
2.358.191
2.387.581
Belastingen
670/3
2.358.191
2.503.736
9904
8.896.258
9.695.405
9905
8.896.258
9.695.405
Winst van het boekjaar voor belasting
Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen Winst van het boekjaar TE BESTEMMEN WINST VAN HET BOEKJAAR
77
116.155
RESULTATENVERWERKING ↘
Te bestemmen winstsaldo Te bestemmen winst van het boekjaar Overgedragen winst van het vorige boekjaar Toevoeging aan het eigen vermogen Aan de wettelijke reserves Over te dragen winst Uit te keren winst Vergoeding van het kapitaal
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
9906
8.896.595
9.704.708
9905
8.896.258
9.695.405
14P
337
9.303
691/2
445.000
486.000
6920
445.000
486.000
14
7.594
337
694/6
8.444.000
9.218.371
694
8.444.000
9.218.371
Jaarrekening
81
82
Jaarverslag 2013
TOELICHTING ↘
STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
TERREINEN EN GEBOUWEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8191P
225.053.442
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8161
4.585.503
8191
229.638.944
8321P
33.939.585
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8271
1.134.385
8321
35.073.970
22
194.564.975
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8192P
4.018.664.054
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa
8162
3.812.720
Overboeking van een post naar een andere
8182
187.239.581
8192
4.209.716.355
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8322P
1.499.882.289
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8272
139.594.728
8322
1.639.477.017
23
2.570.239.338
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8193P
16.232.948
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8163
764.091
8193
16.997.039
8323P
13.836.007
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8273
1.197.050
8323
15.033.057
24
1.963.982
LEASING EN SOORTGELIJKE RECHTEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8194P 8194
4.373.770 4.373.770
8324P
3.660.401
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR Waarvan terreinen en gebouwen
8274
218.689
8324
3.879.090
25
494.681
250
494.681
TOELICHTING ↘
STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
OVERIGE MATERIELE VASTE ACTIVA Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8195P
5.627.851
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8165
363.573
8195
5.991.424
8325P
4.355.626
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8275
313.144
8325
4.668.770
26
1.322.654
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8196P
254.936.983
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa
8166
204.357.261
Overboeking van een post naar een andere
8186
-187.239.581
8196
272.054.663
27
272.054.663
Codes
Boekjaar
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
STAAT VAN DE FINANCIELE VASTE ACTIVA
Vorig boekjaar
VERBONDEN ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8391P
1.938.284
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8361
250.005
8391
2.188.289
8521P
1.234.234
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8471
99.469
8521
1.333.703
280
854.585
ANDERE ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8393P
100.062
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8393
100.062
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
284
100.062
ANDERE ONDERNEMINGEN - VORDERINGEN NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
285/8P
12.090
Mutaties tijdens het boekjaar Toevoegingen NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8583
1.240
285/8
13.330
Jaarrekening
83
84
Jaarverslag 2013
TOELICHTING ↘
INLICHTINGEN OMTRENT DE DEELNEMINGEN DEELNEMINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RECHTEN AANGEHOUDEN IN ANDERE ONDERNEMINGEN Aquaplus NV Ingberthoeveweg 21 B-2630 Aartselaar 0462.755.821 Aangehouden maatschappelijke rechten rechtstreeks aantal: rechtstreeks %:
73.333 99,99
Gegevens geput uit de laatste beschikbare jaarrekening per 31 december 2013 eigen vermogen: 854.219 euro Nettoresultaat: -99.835 euro
OVERIGE GELDBELEGGINGEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
53
32.400.000
1.478.000
8686
32.400.000
1.478.000
OVERIGE GELDBELEGGINGEN Termijnrekeningen bij kredietinstellingen Met een resterende looptijd of opzegtermijn van hoogstens één maand OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa Voorafbetaalde kosten
334.170
Projecten buiten overeenkomst
465.287
Over te dragen herfinancieringskosten
18.156.417
Kosten uitgifte onder pari
288.263
Aankoop VMM deel eigen vermogen
8.751.813
Overlopende rente
7.616.336
STAAT VAN HET KAPITAAL EN DE AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
STAAT VAN HET KAPITAAL Maatschappelijk kapitaal Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
100P
Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
100
Wijzigingen tijdens het boekjaar
Codes
Gewone aandelen Op naam
Niet-gestort kapitaal
248.400.024 248.400.024 Bedragen Aantal aandelen
248.400.024
1.001.613
Codes
Nietopgevraagd bedrag
Opgevraagd, niet gestort bedrag
101
37.500.018
8702
1.001.613
Niet-opgevraagd kapitaal Aandeelhouders die nog moeten volstorten: Vlaamse Milieuholding NV
37.500.018
TOELICHTING ↘ Boekjaar
VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO’S EN KOSTEN Uitsplitsing van de post 163/5 van de passiva Voorziene kosten voor laattijdigheid
6.697
Voorziene kosten voor juridische geschillen
1.145.151
Voorziene kosten voor geschillen mbt de beheersovereenkomst
30.000
Voorziene kosten geschillen diverse projecten
1.171.973
Voorziene kosten afvoer slib
STAAT VAN DE SCHULDEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN
172.204
Codes
Boekjaar
UITSPLITSING VAN DE SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAARGELANG HUN RESTERENDE LOOPTIJD Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen Financiële schulden
8801
Leasingschulden en soortgelijke schulden
8831
450.543
Kredietinstellingen
8841
143.654.087
42
144.104.629
Financiële schulden
8802
655.527.710
Leasingschulden en soortgelijke schulden
8832
901.394
Kredietinstellingen
8842
654.626.316
Overige schulden
8902
189.783
8912
655.717.493
Financiële schulden
8803
991.788.210
Kredietinstellingen
8843
991.788.210
8913
991.788.210
9073
15.993.101
9077
7.401.680
TOTAAL DER SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR DIE BINNEN HET JAAR VERVALLEN
144.104.629
Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar maar hoogstens 5 jaar
TOTAAL DER SCHULDEN MET EEN RESTERENDE LOOPTIJD VAN MEER DAN 1 MAAR HOOGSTENS 5 JAAR Schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar
TOTAAL DER SCHULDEN MET EEN RESTERENDE LOOPTIJD VAN MEER DAN 5 JAAR SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN Belastingen Niet-vervallen belastingschulden Bezoldigingen en sociale lasten Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva Te betalen interesten Overlopende interest rentemanagement Overige overlopende posten
11.520.841 2.781.058 349.730
Jaarrekening
85
86
Jaarverslag 2013
TOELICHTING ↘
BEDRIJFSRESULTATEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
Totaal aantal op de afsluitingsdatum
9086
929
921
Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten
9087
878
863
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
9088
1.429.578
1.415.619
BEDRIJFSKOSTEN Werknemers waarvoor de onderneming een DIMONA-verklaring heeft ingediend of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister
Personeelskosten Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen
620
46.610.483
44.055.164
Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen
621
12.901.153
12.306.709
Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen
622
2.963.273
3.125.747
Andere personeelskosten
623
1.959.179
2.093.721
Pensioenen
624
143.563
112.924
635
60.867
314.355
Geboekt
9112
660.923
209.457
Teruggenomen
9113
821.117
551.631
Toevoegingen
9115
1.846.364
759.533
Bestedingen en terugnemingen
9116
950.303
497.733
640
5.394.476
4.919.025
641/8
345.188
686.526
Voorzieningen voor pensioenen Toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) Waardeverminderingen Op handelsvorderingen
Voorzieningen voor risico's en kosten
Andere bedrijfskosten Bedrijfsbelastingen en -taksen Andere Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen Totaal aantal op de afsluitingsdatum
9096
3
5
Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten
9097
7
8
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
9098
14.662
14.868
617
396.457
393.287
Kosten voor de onderneming
FINANCIELE EN UITZONDERLIJKE RESULTATEN
Boekjaar
Vorig boekjaar
FINANCIELE RESULTATEN Uitsplitsing van de overige financiële opbrengsten Overige financiële opbrengsten
11.579
13.796
1.790.806
2.073.793
Uitsplitsing van de overige financiële kosten Bankkosten Overige financiële kosten Kosten rentemanagement
11.934
16.903
3.792.531
5.587.851
TOELICHTING ↘
BELASTINGEN EN TAXEN
Codes
Boekjaar
BELASTINGEN OP HET RESULTAAT Belastingen op het resultaat van het boekjaar
9134
2.344.304
Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen
9135
2.344.304
Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren
9138
13.887
Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen
9139
13.887
Belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de winst voor belastingen, zoals die blijkt uit de jaarrekening, en de geraamde belastbare winst Notionele intrestaftrek
6.313.830
Verworpen uitgaven
1.730.027 Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
BELASTINGEN OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN In rekening gebrachte belasting op de toegevoegde waarde Aan de onderneming (aftrekbaar)
9145
140.007.767
153.804.435
Door de onderneming
9146
81.378.541
80.861.474
9147
13.454.513
12.762.683
Ingehouden bedragen ten laste van derden als Bedrijfsvoorheffing
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Boekjaar
BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN TOT AANKOOP VAN VASTE ACTIVA Gegunde nog niet geactiveerde projecten
298.067.061
Aankoopverplichtingen
3.774.074
AARD EN ZAKELIJK DOEL VAN BUITENLANDSE REGELINGEN Tegoeden contracten drinkwatermaatschappijen
BETREKKINGEN MET VERBONDEN ONDERNEMINGEN
1.821.395.846
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
Financiële vaste activa
280/1
854.585
704.049
Deelnemingen
280
854.585
704.049
9291
210.171
169.906
9311
210.171
169.906
VERBONDEN ONDERNEMINGEN
Vorderingen Op hoogstens één jaar
FINANCIELE BETREKKINGEN MET DE COMMISSARIS EN DE PERSONEN MET WIE HIJ VERBONDEN IS Bezoldiging van de commissaris
9505
47.640
95061
16.000
Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Andere controleopdrachten
AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN DIE NIET GEWAARDEERD ZIJN OP BASIS VAN DE REELE WAARDE Schatting van de reële waarde Hedging Strategies
-122.881.540
Jaarrekening
87
88
Jaarverslag 2013
TOELICHTING ↘
VERKLARING BETREFFENDE DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING De onderneming heeft geen geconsolideerde jaarrekening en geconsolideerd jaarverslag opgesteld, omdat zij daarvan vrijgesteld is om de volgende reden: de onderneming is zelf dochteronderneming van een moederonderneming die een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt en openbaar maakt. Moederonderneming Vlaamse Milieuholding NV Oude Graanmarkt 63 1000 Brussel 1 0440.019.813
SOCIALE BALANS ↘
STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN
Codes
Totaal
Mannen
Vrouwen
WERKNEMERS WAARVOOR DE ONDERNEMING EEN DIMONA-VERKLARING HEEFT INGEDIEND OF DIE ZIJN INGESCHREVEN IN HET ALGEMEEN PERSONEELSREGISTER Tijdens het boekjaar Gemiddeld aantal werknemers Voltijds
1001
738,9
607,7
131,2
Deeltijds
1002
184,3
72,8
111,5
Totaal in voltijdse equivalenten (VTE)
1003
877,8
662,8
215,0
Voltijds
1011
1.209.399
1.000.558
208.841
Deeltijds
1012
220.179
87.575
132.604
Totaal
1013
1.429.578
1.088.133
341.445
Voltijds
1021
54.534.074,56
45.057.924,32
9.476.150,24
Deeltijds
1022
9.900.013,53
4.073.490,83
5.826.522,70
Totaal
1023
64.434.088,09
49.131.415,15
15.302.672,94
1033
1.039.007,55
788.807,70
250.199,85
Codes
P. Totaal
1P. Mannen
2P. Vrouwen
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
Personeelskosten
Bedrag van de voordelen bovenop het loon
Tijdens het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers in VTE
1003
862,9
651,9
211
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
1013
1.415.619
1.075.155
340.464
Personeelskosten
1023
61.581.341,63
47.532.541,63
14.048.800,00
Bedrag van de voordelen bovenop het loon
1033
1.029.953,43
780.155,46
249.797,97
SOCIALE BALANS ↘
STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN Codes
Voltijds
Deeltijds
Totaal in voltijdse equivalenten
105
743
168
883,1
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
110
735
186
875,1
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
111
8
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister Volgens de aard van de overeenkomst 8,0
Volgens het geslacht en opleidingsniveau Mannen
120
613
71
666,7
1201
371
47
407
Hoger niet-universitair onderwijs
1202
157
19
171
Universitair onderwijs
1203
85
5
88,7
121
130
115
216,4
1211
35
33
59,7
Secundair onderwijs
Vrouwen Secundair onderwijs Hoger niet-universitair onderwijs
1212
41
63
88,1
Universitair onderwijs
1213
54
19
68,6
Bedienden
134
742
186
882,1
Andere
133
1
Volgens beroepscategorie
UITZENDKRACHTEN
Codes
1,0
Uitzendkrachten
TIJDENS HET BOEKJAAR Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen
150
7,30
Aantal daadwerkelijke gepresteerde uren
151
14.662
Kosten voor de onderneming
152
396.456,89
Jaarrekening
89
90
Jaarverslag 2013
SOCIALE BALANS ↘
TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR Codes
Voltijds
Deeltijds
Totaal in voltijdse equivalenten
205
46
1
46,5
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
210
42
1
42,5
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
211
4
305
35
4
38,1
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
310
31
3
33,4
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
311
4
1
4,7
INGETREDEN Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven Volgens de aard van de overeenkomst 4,0
UITGETREDEN Aantal werknemers met een DIMONA-verklaring aangegeven of een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Pensioen
340
1
Werkloosheid met bedrijfstoeslag
341
4
Afdanking
342
9
1
9,8
Andere reden
343
21
1
21,7
Codes
Mannen
Codes
Vrouwen
Aantal betrokken werknemers
5801
727
5811
230
Aantal gevolgde opleidingsuren
5802
18.287
5812
5.118
Nettokosten voor de onderneming
5803
1.609.600
5813
454.424
58031
1.558.372
58131
436.143
waarvan betaalde bijdragen en stortingen aan collectieve fondsen 58032
124.825
58032
38.878
73.596
58133
20.598
INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDING VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR
1,0 2
5,6
Totaal van de opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever
waarvan brutokosten rechtstreeks verbonden met de opleiding waarvan ontvangen tegemoetkomingen (in mindering)
58033
Totaal van de minder formele en informele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers
5821
128
5831
68
Aantal gevolgde opleidingsuren
5822
1.404
5832
580
Nettokosten voor de onderneming
5823
318.001
5833
131.368
Waarderingsregels 1. OPRICHTINGSKOSTEN - KOSTEN KAPITAALVERHOGING Oprichtingskosten worden geboekt tegen aanschaffingswaarde en worden ten laste gelegd van het boekjaar waarin de kosten gemaakt of waarvoor verbintenissen aangegaan worden. Kosten van kapitaalverhogingen zijn ten laste van het boekjaar waarin de kapitaalverhoging gebeurt.
2. MATERIËLE VAST ACTIVA
↘
VOOR VASTE ACTIVA EIGEN AAN DE PROJECTEN
Deze activa worden overgeboekt van werken in uitvoering naar materiële vaste activa op het ogenblik van de oplevering van een project. Vier klassen worden onderscheiden in functie van hun economische levensduur. Hiervoor worden volgende afschrijvingspercentages toegepast: -
klasse 1: klasse 2: klasse 3: klasse 4:
lineair 25,00 % lineair 14,25 % lineair 6,66 % lineair 3,03 %
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffingswaarde, d.i. de aankoopprijs en de bijkomende kosten.
VOLGENDE INVESTERINGEN BEHOREN TOT KLASSE 1:
Vanaf boekjaar 2003 werd krachtens artikel 196, $ 2 WIB 92 opgelegd dat de eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebrachte vaste activa slechts als beroepskosten aangemerkt wordt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht.
Computers, kantoormachines, software, telemetrische apparatuur, draagbaar gereedschap en uitrusting, radiouitrusting, telecommunicatie-apparatuur, monsternameapparatuur, meetapparatuur, grasmaaiers, laboratoriumuitrusting, personenwagens, lichte bedrijfsvoertuigen. Eveneens tot klasse 1 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen en aanpassingen, gedeelte lichte uitrusting. Deze lijst is niet limitatief.
Voor het boekjaar 2003, 2004 en 2005 werd hiervoor aan Aquafin NV een afwijking toegestaan. Vanaf boekjaar 2006 wordt dit artikel integraal toegepast op basis van een proratering op maandbasis. Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast: ↘
VOOR VASTE ACTIVA EIGEN AAN HET HOOFDKANTOOR -
kantoormateriaal: meubilair: rollend materieel: telefooninstallatie: computer hard- en software: installatie- en inrichtingskosten van gehuurde gebouwen: machines en uitrusting: inrichting labo: geleasde kantoorgebouwen: installatie- en inrichtingskosten van geleasde gebouwen: hydronautprojecten na oplevering:
lineair 20,00 % lineair 15,00 % lineair 25,00 % lineair 20,00 % lineair 33,00 % lineair 33,00 % lineair 20,00 % lineair 20,00 % lineair 5,00 % lineair 33,00 % lineair 6,67 %
VOLGENDE INVESTERINGEN MAKEN DEEL UIT VAN KLASSE 2: Draagbare pompen, beluchters, mixers en generatoren van < 25 KW, landbouwuitrusting, renovatie van de gebouwen, meubels, zwaar rollend materieel zoals wagens voor slib, vrachtauto's, tractoren en frontladers. Eveneens tot klasse 2 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen en aanpassingen, gedeelte zware uitrusting. Deze lijst is niet limitatief. VOLGENDE INVESTERINGEN MAKEN DEEL UIT VAN KLASSE 3: Omheiningen, monster- en meetstations, werkplaatsmachines, verplaatsbare kranen, of pompen en generatoren > 25 KW, stalen opslagtanks, vaste elektrische en mechanische uitrusting van nieuwgebouwde installaties. Eveneens tot klasse drie behoren de tot 1 januari 2005 genaamde éénmalige kosten, met uitzondering van verzekeringskosten, schadeclaimkosten, kosten controlebureau en kosten bouwplaatsbeschrijving. Eveneens tot klasse 3 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. vervangingsinvesteringen en verbeteringen & aanpassingen (gedeelte EM). Deze lijst is niet limitatief.
Jaarrekening
91
92
Jaarverslag 2013
VOLGENDE INVESTERINGEN MAKEN DEEL UIT VAN KLASSE 4: Wegen, constructies voor rioolwaterzuiveringsinstallaties en pompstations, gebouwen, lozingsconstructies, riolen: collectoren, prioritaire riolen, persleidingen, inspectieputten, rolbruggen, beplantingen. Eveneens tot klasse 4 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen & aanpassingen (gedeelte bouwkunde). Deze lijst is niet limitatief. Aanverwante kosten worden, gronden uitgezonderd, bij de oplevering van een project in het resultaat van het boekjaar opgenomen. ↘
VOOR VASTE ACTIVA EIGEN AAN DE DIRECTIE OPERATIES Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast: - voor de investeringen m.b.t. de renovatie aan ter beschikking gestelde gebouwen: lineair 14,25 % - voor de investeringen m.b.t. de oprichting van dienst- of kantoorgebouwen: lineair 3,03 %
Verder worden er twee klassen onderscheiden in functie van de economische levensduur, waarvoor volgende afschrijvingspercentages worden gebruikt: - klasse 1: - klasse 2:
lineair 25,00 % lineair 14,25 %
Niet-limitatieve opsomming van de inhoud van klassen 1 en 2 is terug te vinden onder het vorige punt. ↘
VOOR RENOVATIE VAN VMM-INSTALLATIES
De herstellingswerken waarvoor een technisch plan wordt opgemaakt, worden geactiveerd. Volgens de overeenkomst met het Vlaamse Gewest zijn dit de herstellingswerken met een geschatte minimale levensduur van meer dan 7 jaar. Deze activa worden overgeboekt van ‘Werken in uitvoering’ naar ‘Overige materiële vaste activa’ op het ogenblik van de oplevering van een project. De opdeling in klassen en de daarmee samenhangende afschrijvingspercentages zijn analoog aan die voor de vaste activa eigen aan de projecten. ↘
VOOR AANKOOP VAN VMM-ACTIVA
In het kader van addendum 7 aan de Beheersovereenkomst worden een aantal VMM-activa aangekocht, gespreid over 2010, 2011 en 2012. Voor de aangekochte VMMactiva is een aanpassing van de bestaande waarderingsregels noodzakelijk. Vermits het gaat om reeds bestaande, operationele installaties, wordt de economische levensduur geschat op 20 jaar.
In overeenstemming met het verslag van de Raad van Bestuur 2010/101 zijn de waarderingsregels voor deze activa als volgt vastgelegd: de activa, gronden uitgezonderd, aangekocht van VMM, inclusief gerelateerde kosten, worden lineair afgeschreven over een periode van 20 jaar. Op materiële vaste activa in aanbouw worden geen afschrijvingen geboekt. Op materiële vaste activa kunnen aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen genomen worden, wanneer door verandering of wijziging van de economische en technologische omstandigheden, de gebruikswaarde voor de onderneming lager is dan de boekwaarde. Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn of niet meer duurzaam bijdragen tot de activiteit, zullen bijkomend worden afgeschreven zodat de waarde overeenstemt met de geraamde realisatiewaarde. Facturen van activa met een bedrag van minder dan 2.500 euro worden onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen met uitzondering van: - activa opgericht in het kader van een goedgekeurd technisch plan - voorschotfacturen - facturen die betrekking hebben op gedeelten of uitbreidingen van activa. Activa aangekocht in het kader van specifieke projecten worden lineair afgeschreven over de looptijd van deze projecten.
3. FINANCIËLE VASTE ACTIVA De deelnemingen, aandelen en vastrentende effecten worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Waardeverminderingen op deelnemingen en aandelen kunnen worden geboekt in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding, verantwoord door de toestand, de rendabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelnemingen of aandelen worden aangehouden.
4. VORDERINGEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde met uitzondering van de vorderingen onder de vorm van vastrentende effecten, die tegen de laagste van volgende waarden worden geboekt, de aanschaffingsprijs of de terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Een waardevermindering wordt toegepast indien de betaling op de vervaldag onzeker is.
5. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR Vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde. Vastrentende effecten worden gewaardeerd aan het laagste van volgende bedragen, aanschaffingswaarde of terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Waardeverminderingen worden toegepast indien voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling ervan op de vervaldag.
11. BESTELLINGEN IN UITVOERING WAARDERING VAN PROJECTEN BUITEN DE UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST Kosten opgelopen in het kader van projecten buiten de Overeenkomst met het Vlaamse Gewest worden in de jaarrekening verwerkt als bestellingen in uitvoering. Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs. WAARDERINGSMETHODE T.E.M. BOEKJAAR 2010:
6. GELDBELEGGINGEN Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd aan nominale waarde. Effecten worden gewaardeerd aan de laagste van volgende bedragen, aanschaffingsprijs of terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Waardeverminderingen worden geboekt wanneer de realisatiewaarde bij het afsluiten van het boekjaar lager ligt dan de boekwaarde.
Het positief verschil tussen de verkoopprijs en de vervaardigingsprijs (winst) wordt pas in de resultatenrekening tot uitdrukking gebracht na volledige uitvoering van de bestelling. Ten aanzien van bestellingen in uitvoering worden op afsluitdatum waardeverminderingen toegepast indien hun vervaardigingsprijs, vermeerderd met het geraamd bedrag van de nog te maken kosten, hoger is dan de netto verkoopprijs of de contractueel bedongen prijs. WAARDERINGSMETHODE VANAF BOEKJAAR 2011:
7. LIQUIDE MIDDELEN Liquide middelen worden geboekt tegen nominale waarde. Waardeverminderingen worden geboekt wanneer de realisatiewaarde bij het afsluiten van het boekjaar lager ligt dan de boekwaarde.
8. SCHULDEN Worden geboekt tegen nominale waarde.
Op balansdatum wordt een inschatting gemaakt van het resultaat van het project – verschil tussen de geraamde verkoopprijs en de vervaardigingsprijs – evenals het stadium van afwerking van de projectactiviteiten. Deze afwerkingsgraad wordt toegepast op de geraamde vervaardigingsprijs en de verkoopprijs om het bedrag van kosten en opbrengsten te bepalen dat in de resultatenrekening van de periode komt. Indien op afsluitdatum een verlies verwacht wordt op het commercieel project, wordt dit onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen.
9. VREEMDE VALUTA Schulden en vorderingen uitgedrukt in vreemde valuta worden bij het afsluiten van het boekjaar gewaardeerd aan de wisselkoers van de laatste werkdag van het boekjaar.
10. OVERLOPENDE REKENINGEN De overlopende rekeningen worden geboekt en gewaardeerd aan aanschaffingswaarde en in de balans opgenomen voor het gedeelte dat betrekking heeft op huidig of volgend(e) boekja(a)r(en).
Jaarrekening
93
94
Jaarverslag 2013
Bijkomende info ↘
EIGEN VERMOGEN: KAPITAALSUBSIDIES VERVANGEN DOOR ONTVANGEN VERGOEDINGEN DRINKWATERMAATSCHAPPIJEN/VLAAMSE GEWEST
De ontvangen vergoedingen van de drinkwatermaatschappijen/Vlaamse Gewest zijn de vergoedingen toegekend door het Vlaamse Gewest aan de vennootschap uit hoofde van tijdens het afgelopen boekjaar door de vennootschap aan het Vlaamse Gewest opgeleverde installaties. Deze vergoeding wordt ten gunste van het resultaat gebracht ten belope van hetzelfde bedrag van de afschrijvingskost waarop de vergoeding betrekking heeft. NIET IN BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Tegoeden op de drinkwatermaatschappijen/Vlaamse Gewest: 1.821.395.846 euro. Deze tegoeden betreffen de nog niet door het Vlaamse Gewest terugbetaalde investeringskosten van projecten die reeds aan het Vlaamse Gewest werden opgeleverd.
↘
OVERDRACHT ACTIVA BIJ AFLOOP VAN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST
Aquafin NV houdt de volle eigendom van de installaties die worden opgericht op terreinen die deel uitmaken van het openbaar domein omdat het Vlaamse Gewest gedurende de hele duur van de overeenkomst afziet van het recht tot natrekking. Vanaf het ogenblik dat de overeenkomst afloopt, wordt het eigendomsrecht op deze installaties en andere bouwwerken aan het Vlaamse Gewest overgedragen zonder dat deze tot betaling van enige vergoeding verplicht is. Indien Aquafin NV op eigen terreinen allerlei installaties of andere bouwwerken opricht die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van een technisch plan, dan worden deze na afloop van de overeenkomst overgedragen aan het Vlaamse Gewest zonder dat dit tot betaling van de vergoeding verplicht is.
Belangrijkste risicofactoren ↘
OPLEVERINGEN DOOR HET VLAAMSE GEWEST
De economisch toezichthouder binnen de Vlaamse Milieumaatschappij betwiste in 2013 voor 3,55 miljoen euro aan nagekomen projectkosten. De redenen waren divers en zijn samengevat de volgende: indiening later dan 1 jaar na oplevering en andere formele overwegingen, onvoldoende of niet-provisionering bij oplevering (in 2012) en onvoldoende verantwoording. Het betreft hier in hoofdzaak discussies omtrent de voorrang van de formele vereisten opgesomd in art. 15 en het begrip “redelijkheid van kosten” zoals voorzien in art. 43 van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. Zoals elders in dit jaarverslag vermeld wordt, werken de Vlaamse Milieumaatschappij en Aquafin aan een protocol dat de principes zal vastleggen die voor de aanrekening van dergelijke kosten gehanteerd worden. Op basis hiervan moet het mogelijk zijn om bovenvermeld bedrag nog aanzienlijk terug te dringen. Afhankelijk van het bereikte resultaat, dat vandaag nog een aantal onzekerheden inhoudt, zal het eindbedrag zich situeren tussen 400.000 en 700.000 euro. Voor dit bedrag werd provisie aangelegd.
↘
VERMINDERDE FINANCIËLE DRAAGKRACHT GEMEENTEN
De realisatie van projecten moet in een steeds complexere omgeving gebeuren. In 2013 waren in nagenoeg alle projecten van Aquafin ook andere betalende partijen betrokken. Zowel de gemeenten als de rioolbeheerders kampen echter met verminderde financiële draagkracht. De gemeenten moeten bovendien rekening houden met de bepalingen uit de Beheers- en Beleidscyclus (BBC) waarvan de toepassing vanaf 2014 verplicht is. Ze moeten hun geplande uitgaven opnemen in een meerjarenplanning, gekoppeld aan een budget. Gemeenten en rioolbeheerders zijn dan ook niet altijd vragende partij voor een snelle uitvoering van een project. Mede hierdoor kon Aquafin tegen het zomerbouwverlof van 2013 nog maar een vierde van het target van 160 miljoen euro aanbesteden. Vanaf dan verhoogde Aquafin zijn focus op de aanbestedingen. De risico’s van alle projecten werden geïnventariseerd en vervolgens werd een actieplan opgemaakt om de knelpunten op te lossen. Intensere contacten met vergunningverlenende instanties en het opdrijven van de onderhandelingen voor de verwerving van de meest kritische terreinen, was een eerste stap. Daarnaast werden strikte timings afgesproken met de medeopdrachtgevers.
In bepaalde gevallen leidde dit tot het uitstappen van sommige partners om budgettaire redenen. Maar de extra inspanningen hadden ook als resultaat dat tegen het einde van 2013 nog een groot aantal projecten kon worden aanbesteed. De oorspronkelijke doelstelling was om voor 160 miljoen euro projecten op de markt te brengen. Die target is ruim gehaald.
↘
JURIDISCHE GESCHILLEN
WATEROVERLAST IN EEN WOONWIJK Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998. Eind 2010 deed de rechter in eerste aanleg een voor Aquafin gunstige uitspraak, waarbij het overgrote deel van de eisen als verjaard, niet toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld. Tegen deze uitspraak is door de tegenpartijen in april 2011 beroep ingesteld. In deze beroepsprocedure werden in 2013 voornamelijk conclusies uitgewisseld. In het voorjaar van 2014 wordt een uitspraak verwacht. Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding om de vroegere beslissing geen provisie aan te leggen te wijzigen. RWZI DEURNE - INSTORTING TUSSENMUUR Op RWZI Deurne stortte in september 2012 de muur tussen het anaërobe bekken en een beluchtingsbekken in. De instorting bracht een aanzienlijke materiële gevolgschade met zich mee. Aquafin heeft na verder onderzoek uit veiligheidsoverwegingen bijkomende maatregelen genomen, zoals het leegpompen van een extra bekken. Deze maatregelen hadden dan weer impact op de waterzuivering en de slibverwerking in de droger. Naast de materiële schade, lijdt Aquafin dus ook aanzienlijke operationele schade. Aquafin liet een gerechtsdeskundige aanstellen om deze gevolgschade te beperken, zonder de kans om de schade te recupereren bij eventuele derde aansprakelijke partijen in het gedrang te brengen. De opdracht van de gerechtsdeskundige is om het zo snel mogelijk opnieuw in gebruik nemen en herstellen van de installatie te combineren met het onderzoek naar mogelijke oorzaken. In januari 2013 en oktober 2013 gaf de gerechtsdeskundige de toestemming om één bekken weer in gebruik te nemen zodat de droger weer kon opstarten en de installatie werd vrijgegeven. In de loop van 2013 werd verder onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken, er werd een ontwerp voor herstel gemaakt en de markt werd geraadpleegd met het oog op het aanvatten van het herstel.
Jaarrekening
95
96
Jaarverslag 2013
Aangezien er duidelijke indicaties zijn dat derde partijen technische aansprakelijkheid dragen, is er op dit ogenblik nog geen reden om een provisie aan te leggen.
↘
VERZEKERINGSDOSSIERS
ONVOLDOENDE BETONWAPENING OP RWZI DEURNE
Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag werd in 2011 deels teruggevorderd van het studiebureau dat de ontwerpfout maakte en deels van het op de werf actieve controleorganisme. In 2013 kon een aanzienlijk deel van het resterend bedrag bij het studiebureau en haar verzekeraar gerecupereerd worden. Vandaag loopt nog enkel de terugvordering ten aanzien van het controle-organisme. Dit laatste deel van de kosten werd geprovisioneerd
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren, als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels gedekt door onze Alle Bouwplaatsrisico-verzekering (ABR) en deels door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau. Beide verzekeraars kwamen effectief tussen.
Affectatie-overeenkomst Aquafin NV heeft tijdens het boekjaar 1994 een affectatie-overeenkomst ondertekend. Deze overeenkomst tussen Aquafin NV, het Vlaamse Gewest, de Europese Investeringsbank en Belfius bepaalt dat, in geval Aquafin NV in gebreke blijft, de verplichtingen te opzichte van zijn lange termijn-financiers na te komen, de aanspraken op het Vlaamse Gewest voor de investeringen en de interesten op de leningen niet langer door het Vlaamse Gewest aan Aquafin zullen betaald worden.
Deze vergoedingen zullen door het Vlaamse Gewest als solvens van Aquafin aan Belfius, dat als agent van de lange termijn-kredietverleners van Aquafin optreedt, betaald worden. Lange termijn-kredieten met een originele looptijd langer dan of gelijk aan 5 jaar vallen onder deze overeenkomst.
AQUAFIN NV Colofon Verantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder Aquafin NV Grafische vormgeving: Altera Fotografie: fotovdb.com, Jan Locus, Misjel Decleer, Vildaphoto en Aquafin NV Het jaarverslag 2013 is ook beschikbaar in het Engels. U kan de twee taalversies downloaden op www.aquafin.be, of extra exemplaren aanvragen via
[email protected]
Jaarrekening
97
Aquafin ontwikkelt en implementeert doeltreffende oplossingen die zorgen voor zuivere waterlopen en duurzaam water(her)gebruik. We spelen proactief in op te verwachten evoluties in de watersector. Hierdoor brengen wij op maat en in nauwe relatie met onze klanten de realisatie van de Europese doelstellingen elke dag opnieuw dichterbij.
Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar Tel. 03 450 45 11 ● fax 03 458 30 20 e-mail: info@aquafin.be ● www.aquafin.be V.U.: Luc Bossyns Also available in English