Werkboek van: ______________________________
Den Haneker Educatie Streekonderwijs
Inhoud
Inhoud .................................................................................................... 2 1. De Melkveehouderij in onze streek ......................................................... 3 1.1 Onze streek ..................................................................................... 3 1.2 Wat is veen? .................................................................................... 3 1.3 Boeren vanaf het begin ...................................................................... 3 1.4 Koeien melken .................................................................................. 4 1.5 Voer voor de koeien .......................................................................... 5 1.6 Werken in het land ............................................................................ 5 1.7 Vragen ............................................................................................ 5 2. De boer en de natuur ........................................................................... 7 2.2 Bemesten: ....................................................................................... 7 2.2 Sloten schoonmaken: ........................................................................ 8 2.3 Agrarisch Natuurbeheer: .................................................................... 8 2.4 Vragen: ........................................................................................... 9 3. Excursie "Planten zoeken in het weiland" ................................................13
Meer weten? http://www.denhaneker.nl Den Haneker, de landschapsvereniging in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Ga naar Educatie, website voor kinderen. http://www.hetkleineloo.nl Alles over de boerderij http://www.zuivelonline.nl Informatie, spreekbeurten, werkstukken, knutsel-ideeën, quizzen en spelletjes over de koe en zuivel. http://natuur.ariena.com/ Natuur voor kinderen, allerlei foto’s en proefjes over de natuur. Vragen: email:
[email protected] Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
2
1. De Melkveehouderij in onze streek 1.1 Onze streek De prachtige streek waar je op school gaat heet de Alblasserwaard of de Vijfheerenlanden. Het is een heel groene streek. Je ziet er vooral weilanden vol gras, soms wat boomgaarden (vooral bij de rivieren) en knotwilgen en populierenbosjes. De boerenbedrijven zijn vooral veeteeltbedrijven. Dat heeft te maken met de ondergrond of de grondsoort. In deze streek zit heel veel veen in de ondergrond. De laag veen is wel 8 meter dik. Bovenop het veen ligt een dun laagje klei, soms niet meer dan 40 cm. Vlakbij de rivieren ligt meer klei op het veen.
1.2 Wat is veen? Veen bestaat uit resten van planten, die hier 8000 tot 6000 jaar geleden in moerassen groeiden. Toen de planten stierven kwamen ze onderwater terecht. Ze verteerden daar niet. Om de plantenresten nu ook niet te laten verteren, moeten ze onder water blijven. Dus de waterstand in de streek moet hoog worden gehouden. Voor de wortels van de planten blijft dan maar weinig ruimte om de diepte in te gaan. Daarom zie je hier veel gras, gras wortelt maar ondiep. De fruitbomen staan daarom dichtbij de rivieren of op de hogere delen van het land.
1.3 Boeren vanaf het begin Vanaf ongeveer het jaar 1100 wonen er flink wat mensen in deze streek. De meeste mensen waren toen boer. Later kwamen er ook steden met burgers. De boerenbedrijven zijn eeuwenlang hetzelfde gebleven. De boeren hadden koeien, maar ook paarden voor het werk (tractoren bestonden nog niet) en een grote groentetuin, een paar varkens en kippen. Dat is wel veranderd in de vorige eeuw! Op de meeste bedrijven is nu alleen nog veeteelt te vinden en teelt van gras en maïs, maar dat is ook voor het vee. De veehouderij waar het hier over gaat is de melkveehouderij. Er bestaat ook nog een ander soort veehouderij: de intensieve veehouderij. Hierbij gaat het om het vlees of de eieren van de dieren. Bij de melkveehouderij gaat het natuurlijk om de melk die de koeien produceren. Voor de mensen is dit heel belangrijk. Waar zouden wij anders onze melk, boter, kaas en yoghurt vandaan halen? Zelf lusten we tenslotte geen gras, waar we melk van kunnen maken!
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
3
1.4 Koeien melken Tegenwoordig worden in Nederland de koeien met de machine gemolken. Dit gaat veel sneller dan het melken met de hand, en melklokaal het is nog schoner ook. De koeien worden meestal twee keer per dag gemolken. Een keer 's morgens vroeg en een keer aan het einde van de middag. In een ligboxenstal is een speciaal ingerichte plaats waar gemolken wordt. De koeien komen daar naar toe. Op die plaats staat de melkrobot of er is een put waar de boer in staat, terwijl de koeien op werkhoogte staan om gemolken te worden. Met volle uiers komen de koeien de melkstal binnen. De uiers worden eerst goed schoongemaakt. Daarna worden de tepelhouders aan de spenen gehangen. Tijdens het melken krijgt de koe vaak krachtvoer. Via slangen en leidingen gaat de melk van de tepelhouders naar de koeltank. Daar wordt de melk bewaard. Drie keer per week wordt de melk opgehaald door een tankauto van de zuivelfabriek.
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
4
1.5 Voer voor de koeien In de zomer lopen de koeien dag en nacht in de wei. Ze eten dan voornamelijk gras. In de winter blijven de koeien in de stal. Ze lopen dan wel los en kunnen de hele dag kuilgras eten. Koeien krijgen ook vaak snijmaïs en krachtvoer.
snijmais
kuilgras
gras
1.6 Werken in het land In de zomer groeit er genoeg gras voor de koeien die buiten lopen, maar ook om te bewaren voor de winterperiode. Het gras wat bewaard moet worden, wordt eerst gemaaid, om te drogen wordt het gras regelmatig geschud. Kuilgras wordt kort gedroogd en moet onder een zeil bewaard worden. Hooi wordt langer gedroogd en kan dan zonder verpakking bewaard worden.
1.7 Vragen: 1) Hoe verdient de boer zijn geld? ......................................................................................... 2) Hoe vaak wordt de melk opgehaald? ......................................................................................... 3) Is de melk die wij thuis drinken precies hetzelfde als de melk "vers van de koe"? Laten we eens vergelijken. De melk van de koe bestaat voor ongeveer 4,5% uit vet. Hoe is dat bij melk uit een pak? ......................................................................................... 4) Waarom zou dat verschil er zijn?
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
5
......................................................................................... 5) Wat staat er allemaal op het menu van de koe? ......................................................................................... 6) De boer kan het menu zo samenstellen dat de koe zoveel mogelijk melk geeft. Van welk modern hulpmiddel kan hij daarbij gebruik maken? ......................................................................................... 7) Als de koeien buiten lopen, zoeken ze zelf uit wat ze eten: gras dus. Maar naast gras staat er ook nog iets anders in het weiland. Weet je wat dat is? ......................................................................................... 8) Een paardebloem heeft een groot rozet Wat gebeurt er met het weiland als er veel paardebloemen in het weiland staan? ......................................................................................... 9) Probeer de volgende woorden: melkproductie - kruiden - koeien – gras
op de juiste
plek in te vullen: Veel........................ Minder ...................voor de ……............... lagere.................. 10) Zou je een plek in het weiland weten waar toch veel kruiden (bloemen) kunnen groeien? .....................................
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
6
2. De boer en de natuur Boeren leven nauw samen met de natuur. Ze onderhouden hun land en werken rondom de boerderij. Daarbij hebben ze veel te maken met het weer en met de natuur. Bij bepaald weer kun je zaaien, bij ander weer kun je oogsten. Daar moet een boer rekening mee houden. Op het land verbouwt de boer gras (soms ook maïs) voor de koeien. Maar er staat niet alleen maar gras op het land, er komen ook boterbloemen of paardebloemen en nog veel meer planten. Ze komen uit de zaadjes die op het land waaien. Ook bodemdieren en vogels komen uit zichzelf naar het land toe. De natuur komt vanzelf op die plaatsen waar ze kunnen overleven. Je kunt zeggen dat er op het land een soort ‘boerennatuur’ ontstaat. Veenweidegebieden zijn de meest slootrijke gebieden. De Alblasserwaard en Vijfheerenlanden heeft vele kilometers slootkant. In het cultuurlandschap zijn sloten en slootranden de plaatsen waar de meeste natuur voor komt.
2.2 Bemesten: Gras groeit erg goed als het veel mest krijgt. En een boer wil natuurlijk veel gras voor de koeien. De grasplanten verdringen dan alle andere plantensoorten. Dat zijn juist soorten die goed groeien met weinig mest in de grond. Bij weinig mest hebben ze ook nog eens geen last van het gras. Wat gebeurt er nu als de boer zijn land gaat bemesten? Inderdaad, er kan ook mest in de slootkant komen en dan verdwijnen deze planten. Wat kan de boer nu doen om te voorkómen dat deze planten verdwijnen? Wanneer hij mest of kunstmest op zijn land brengt moet hij zorgen dat de mest niet in de slootkant komt. Dit kan door de machines goed af te stellen. De slootkant wordt dus minder voedselrijk. Planten die van voedselarme grond houden krijgen daar dan weer kansen om te groeien.
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
7
2.2 Sloten schoonmaken: De planten verdwijnen ook doordat de boer iedere herfst moet 'sloten'. Hij haalt dan alle plantenresten uit de sloot en maakt de slootkant weer recht. 's Zomers groeien er immers veel planten in het water, waardoor de sloot verstopt raakt. Als deze plantenresten op de slootkant worden gelegd, verstikken ze de planten daar. Om dat te voorkomen kan de boer het slootvuil dat hij uit de sloot haalt, wat verder weg in het land gooien. De planten in de slootkant verstikken dan niet.
2.3 Agrarisch Natuurbeheer: Deze manier van rekening houden met de natuur heet ook wel: 'agrarisch natuurbeheer'. Je begrijpt dat het belangrijk is dat dit gebeurt. De overheid wil dit ook graag en heeft daarom een afspraak gemaakt met de boeren. Want voor boeren is het best wel lastig om hier rekening mee te houden. Bovendien kost het ook nog geld, want de rand langs de slootkant kan hij nu niet meer gebruiken voor de koeien. Daarom heeft de overheid aan de boeren iets beloofd: ze krijgen geld als er bij hen in de slootkant weer bijzondere planten groeien. Er is een lijst gemaakt met bijzondere planten, zodat een boer weet voor welke planten hij geld krijgt. Dus als de boer het goed doet, verdient hij er wat mee, èn hij zorgt meteen voor de natuur!
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
8
2.4 Vragen: 1 ) Wat is voedselarme grond? A. grond waarin weinig voedsel voor de planten zit B. grond die erg droog is C. grond waar de koeien heel veel gras hebben platgetrapt 2) Wat groeit er op voedselarme grond? A. niets B. meer grassen dan kruiden C. meer kruiden dan grassen 3) Waarom is het beter dat de boer de slootkant niet bemest? A. omdat er anders mest in de sloot terecht komt B. omdat er anders teveel voedsel in de grond komt, waardoor plantensoorten verdwijnen C. omdat het niet nodig is, er lopen toch geen koeien zo dicht bij de sloot
4) Wat is 'sloten'? A. het graven van een sloot B. kanten van de sloot recht maken en verwijderen van planten uit de sloot C. het strooien van mest in de slootkant 5) Wat is agrarisch natuurbeheer? A. als de boer in zijn werk rekening houdt met de natuur B. als de boer geen koeien meer melkt en alleen nog voor de planten zorgt C. als de boer in zijn werk geen rekening houdt met de natuur 6) Wat doet de overheid als er weer mooie planten groeien in de slootkant? A. ze nemen de planten mee naar een laboratorium B. ze geven de boer een boete C. ze geven geld aan de boer
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
9
7) Vragen aan de boer. Binnenkort ga je op bezoek bij een boer. Hieronder is ruimte om de vragen op te schrijven die je aan de boer wilt stellen. Tijdens het bezoek kun je de antwoorden opschrijven die de boer op je vragen geeft.
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
10
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
11
Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
12
3. Excursie "Planten zoeken in het weiland" Straks is het de bedoeling dat jullie zoveel mogelijk verschillende soorten planten ontdekken in het weiland. Niet plukken of beschadigen! Blijf bij je groep. 1. De boer heeft 4 vakken (ABCD) uitgezet met stokjes en draad. De vakken zijn 1 m. bij 1 m. groot. Tel nauwkeurig het aantal soorten planten, ook grassen. Noteer het in de tabel. Kijk ook naar de blaadjes: veel soorten hebben geen bloemen. slootkant A
slootkant B
weiland C
weiland D
2 Valt je iets op in de tabel? Heb je hier een verklaring voor? ......................................................................................... Egelboterbloem (gele bloem) 3. Nu gaan jullie namen geven aan de planten langs de slootkant. Gebruik de zoekkaarten. Ze staan er allemaal op. De boer heeft bij 5 planten een stokje met een nummer geplaatst. Vul hieronder de namen in. Schrijf erachter wat jou het meest opvalt aan die plant.
1 2 3 4 5
4. Welke planten ontdekken jullie zelf nog meer? De boer wil dit graag weten! ....................................................................................................................... Den Hâneker Educatie – Onderdeel van lespakket “Planten in de slootkant”
13