groep 4 lesmateriaal 2014 - 2015 concertgebouw.nl/educatie
lesmateriaal
Machtige muziek
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Inhoud
Voorwoord .................................................................................................................................... 2 Geluidsfragmenten en filmpjes ....................................................................................................... 3 Inleiding ........................................................................................................................................ 4 Zingen met kinderen ...................................................................................................................... 5 Les 1: De Grote Generaal ............................................................................................................... 8 Les 2: Jarig .................................................................................................................................... 10 Les 3: Protocollied ........................................................................................................................ 13 Les 4: De Vrije Vogels ................................................................................................................... 16 Les 5: Spotlied .............................................................................................................................. 18 Les 6: Muziekinstrumentenquiz! ................................................................................................... 20 Les 6a: Toetsinstrumenten en strijkinstrumenten ................................................................ 20 Les 6b: Houtblaasinstrumenten ........................................................................................... 24 Les 6c: Koperblaasinstrumenten en de quiz ......................................................................... 26 Generale repetitie ........................................................................................................................ 29 Verwerkingsles ............................................................................................................................. 30 Bijlage 1: Uitnodiging ................................................................................................................... 33 Bijlage 2: Jarig .............................................................................................................................. 34 Bijlage 3: Protocollied ................................................................................................................... 35 Bijlage 4: Brief van de Vrije Vogels ................................................................................................ 37 Bijlage 5: Muziekinstrumenten .................................................................................................... 40 Bijlage 6: Het Koninklijk Concertgebouw ..................................................................................... 42 Bijlage 7: Het Nederlands Philharmonisch Orkest ......................................................................... 45 Bijlage 8: Componist Leonard Evers .............................................................................................. 47 Liedteksten ................................................................................................................................. 48 Bladmuziek .................................................................................................................................. 55
1
Voorwoord
Machtige muziek is een project voor groep 4 van het primair onderwijs. De musici van het Nederlands Philharmonisch Orkest begeleiden de leerlingen op een spannende muzikale ontdekkingstocht op zoek naar mooie muziek in Het Koninklijk Concertgebouw. Een generaal heeft de macht gegrepen en Het Koninklijk Concertgebouw is vanaf vandaag zijn machtig groot paleis; vanuit de Grote Zaal bestuurt hij het land. Iedereen is een beetje bang voor de generaal, hij is namelijk heel erg streng. Er mag alleen nog maar muziek klinken die hij zelf mooi vindt; harde, houterige muziek. Alle andere muziek is vanaf nu verboden! Maar er zijn muzikanten die toch stiekem muziek maken waar andere mensen liever naar luisteren. Muziek waar je dromerig van wordt, of blij, of verliefd, of waardoor je wilt gaan dansen, of zingen… Misschien kunnen de leerlingen de muzikanten helpen om muziek te laten klinken die zo mooi is dat zelfs de Generaal erdoor wordt ontroerd en er een beetje van moet huilen. In dit lespakket staan zes voorbereidende lessen waarin de leerlingen de liedjes, bewegingen en ritmes leren die ze tijdens de voorstelling uitvoeren. De leerlingen zingen de dikgedrukte delen mee. Tijdens de generale repetitie oefent u al het materiaal achter elkaar. Voor na afloop van de voorstelling is er een verwerkingsles. Het verhaal en de voorstelling zijn ontwikkeld door de regisseur Pepijn Cladder, de muziek is geschreven door Leonard Evers. Het lesmateriaal is samengesteld door Sanne Mans, Marloes van Ede, Hester Groenleer en Claudia Lotti.
2
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Geluidsfragmenten en filmpjes
U vindt de geluidsfragmenten en filmpjes op: www.concertgebouw.nl/machtigemuziek Geluidsfragmenten 1. De Grote Generaal 2. De Grote Generaal – instrumentaal 3. Jarig 4. Jarig – instrumentaal 5. Protocollied 6. Protocollied – instrumentaal 7. De Vrije Vogels 8. De Vrije Vogels – instrumentaal 9. Spotlied 10. Spotlied – instrumentaal 11. Fragment signaal kort 12. Fragment signaal lang 13. Orgel 14. Piano / Vleugel 15. Viool 16. Altviool 17. Cello 18. Contrabas 19. Dwarsfluit 20. Hobo 21. Klarinet 22. Fagot 23. Trompet 24. Trombone 25. Hoorn 26. Tuba Filmpjes 1. Het Koninklijk Concertgebouw 2. Jarig 3. Protocollied – oefenversie 4. Protocollied
3
Inleiding Over het lesmateriaal Om de voorstelling straks een nog mooiere belevenis te laten zijn, is dit lesmateriaal ontwikkeld. In de lessen maken de leerlingen kennis met het verhaal en de muziek uit de voorstelling. Daarnaast leren ze de liedjes en activiteiten die ze tijdens het concert uitvoeren. Bij dit lesmateriaal hoort de website www.concertgebouw.nl/machtigemuziek. De voorbereidende lessen Tijdens de lessen worden de leerlingen inhoudelijk voorbereid op het project door het uitvoeren van verschillende actieve luisteropdrachten en het aanleren van liedjes die ze tijdens het concert zingen. De voorbereiding is zodoende essentieel voor een mooie belevenis tijdens het concert. In Les 6 maken de kinderen kennis met verschillende instrumenten en doen ze na afloop een quiz. Omdat deze les veel informatie bevat is deze opgesplitst in 3 kortere lessen. Tijdens de generale repetitie oefent u nog een laatste keer alle aangeleerde liedjes en bewegingen. Verwerkingsles De verwerkingsopdrachten die beschreven staan in deze les kunt u na het bezoek aan Het Koninklijk Concertgebouw met de leerlingen uitvoeren. Geluidsfragmenten Op bovengenoemde website staan alle geluidsfragmenten die u nodig heeft bij het geven van de lessen. Van elk liedje zijn er twee versies. In de eerste versie wordt het lied voorgezongen. Deze versie kunt u gebruiken om zelf het lied te leren. De tweede versie is een instrumentale versie. Met deze versie kunnen de leerlingen meezingen. De gedeeltes die de leerlingen niet hoeven mee te zingen, worden op de instrumentale versie ook gezongen. Een overzicht van de geluidsfragmenten staat op pagina 3. Filmpjes Op bovengenoemde website staan ook filmpjes van de bewegingen die de leerlingen meedoen tijdens de voorstelling. Studeer de bewegingen bij voorkeur vooraf in, zodat u deze zelf aan de leerlingen kunt aanleren. Zingen met kinderen Op de volgende pagina’s worden tips gegeven voor het zingen met leerlingen. Wij raden u aan deze pagina’s goed door te lezen. Op www.concertgebouw.nl/warmingup kunt u van een aantal van de beschreven oefeningen een filmpje bekijken. Wij wensen u en de leerlingen veel plezier tijdens de voorbereidende lessen en het concert in Het Koninklijk Concertgebouw.
4
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Zingen met kinderen Zingen met kinderen zorgt voor plezier en een prettige sfeer in de klas. Onderstaande simpele tips kunnen u helpen om elke muziekles, hoe kort ook, weer voort te bouwen op de vorige en zo een positief resultaat bereiken. Waarom is h et g oed o m m et e en g roep k inderen t e z ingen? – Zingen zorgt voor het ontwikkelen van goede gewoontes. – Met zingen werk je naar een eindresultaat toe en worden de kinderen uitgedaagd om steeds een stapje verder te zetten. – Zingen zorgt voor plezier! Welke g oede g ewoontes k un je h anteren in d e l es? – Begin elke les met een warming-‐up (kijk voor tips bij het kopje warming-‐up). – Maak van zingen een regelmatig terugkerende activiteit en ga niet alleen zingen als extraatje als al het andere werk is gedaan. – Stimuleer de leerlingen om goed naar elkaar en naar het zingen te luisteren. Was het zuiver en zong iedereen tegelijk? – Stimuleer stilte van de leerlingen voor en na het zingen van elk lied. – Probeer eens verschillende vormen van stemgebruik uit, denk hierbij bijvoorbeeld aan typetjes: een boze heks, een verdrietige jongen, etc. Hiermee kan het komende verhaal ook mooi geïntroduceerd worden. – Zing (delen van) het lied op verschillende manieren: harder, zachter, met een ander ritme, fluisterend, het ritme klappend, enzovoort. – Zet sterke zangers bij elkaar, vanuit dit sterke groepje zangers krijgt de rest van de groep meer zelfvertrouwen. – Voeg bewegingen toe, bijvoorbeeld een klap of stap. – Articuleer duidelijk, streef naar goed verstaanbare klinkers en medeklinkers. – Werk met de leerlingen aan een houding waarbij ze steeds beter willen worden en beter willen leren zingen. – Werk toe naar een uitvoering, laat de groep meedenken over de uitvoering en de presentatie. Warming-‐up Een goede warming-‐up is erg belangrijk. Een warming-‐up is de start van de les en niet alleen om het lichaam en de stem op te warmen, maar ook om de aandacht en concentratie van de leerlingen te krijgen. Plezier is één van de belangrijkste dingen van een warming-‐up! Tijdens een warming-‐up komen de volgende aspecten voorbij: – Losmaken van stem en lichaam – Focus en concentratie – Versterken van het groepsgevoel – Ademhaling – Verhogen van de energie Enkele a andachtpunten t ijdens e en w arming-‐up: – Variatie: z org v oor v ariatie in d e w arming-‐up z odat iedereen b ij d e les blijft. – Staan en zitten: wanneer leerlingen zingen moeten ze vrij kunnen bewegen om rustig en ontspannen te kunnen ademhalen. Staan tijdens het zingen heeft daarom de voorkeur boven zitten. – Oude bekende en nieuwe dingen: door terug te grijpen naar opdrachten en spelletjes die leerlingen al kennen versterkt u het groepsgevoel en kunnen de leerlingen ontspannen. Wissel deze oude bekende opdrachten en spelletjes af met nieuwe opdrachten en spelletjes zodat de leerlingen geïnteresseerd en enthousiast blijven.
5
Oefeningen voor de warming-‐up Op www.concertgebouw.nl/warmingup kunt u van een aantal van onderstaande oefeningen een filmpje bekijken. Houding e n losmaken v an h et l ichaam – Schud eerst alle lichaamsdelen met de leerlingen los, denk aan armen en benen maar ook aan handen, vingers, tenen, neus, ogen, etc. Hoe kun je deze lichaamsdelen afzonderlijk van de rest bewegen? Bedenk hier met de leerlingen oplossingen voor. – Laat de leerlingen in de juiste zanghouding staan; rechtop met de voeten op heupbreedte en het gewicht over beide voeten verdeeld, zodat je goed in evenwicht staat. Vraag de leerlingen in te ademen terwijl ze op hun tenen gaan staan en proberen het plafond aan te raken. Bij de uitademing laten zij hun hele lichaam naar beneden vallen en hun hoofd naar voren. – De leerlingen gaan nu weer rechtop staan en zorgen ervoor dat hun schouders los zijn, hun armen losjes langs hun lichaam hangen, hun knieën niet op slot staan en hun handen en kaak ontspannen zijn. – Wanneer de leerlingen zittend zingen, stimuleer dan dat zij rechtop zitten en alle lichaamsdelen ontspannen zijn. Ademhaling – De leerlingen ademen diep in en uit terwijl hun schouders ontspannen zijn. – Laat de leerlingen dan vier tellen inademen, hun adem twee tellen vasthouden en dan weer vier tellen uitademen. Herhaal dit een aantal keer. – Probeer eens om de leerlingen zonder geluid te laten inademen en veel geluid te laten maken bij het uitademen. Probeer het dan eens andersom, met veel geluid inademen en zonder geluid uitademen. – Herhaal de oefening nog eens, maar ‘sis’ nu op de uitademing. Door deze oefening worden leerlingen zich bewust van hoe je controle kunt hebben op de uitademing als je aan het zingen bent. – Als laatste oefening, in plaats van ‘sissen’, neuriën de leerlingen op de uitademing. Dan maken de leerlingen langzaam een ‘o’ van hun mond en zingen ‘o’. Hoe klinkt het met iedereen samen? Stemoefeningen – Iedereen schudt zijn armen, benen, voeten en alle andere lichaamsdelen en maakt bij elke beweging een geluid. Probeer eens lage en hoge geluiden, heeft dat effecten op de bewegingen? – De leerlingen gapen heel luidruchtig en rekken zich helemaal uit. Voelen ze zich nu ontspannen? – Zing met de kinderen een lange noot op bijvoorbeeld de klinker ‘oe’. Vraag hun te zingen als een operazanger. Laat de leerlingen dit uitproberen door de ruimte op te zoeken in de klas en met hun houding en gezichtsuitdrukking net te doen alsof ze operazangers zijn. Verander de klinker, naar ‘aa’ en ‘oo’. Welke klinker zingt het makkelijkst? – De leerlingen beelden in dat ze een heks zijn of een zoemende mug en maken daarbij een hoog nasaal geluid. Het geluid wordt langzaam een ‘a’. Houd deze ‘a’ even vast. Focus en versterken van het groepsgevoel – Geef een klap in de handen in de richting van de leerling aan uw rechterkant. Deze leerling geeft de klap door aan de volgende, net zo lang tot de klap de hele kring is rond geweest. Samen moeten de leerlingen ervoor zorgen dat de klap in hetzelfde ritme blijft, of versnelt, of juist vertraagt. Je kunt de oefening moeilijker maken door een klap beide richtingen uit te geven. – Tel tot drie en laat alle kinderen hun naam zeggen met een zelf bedachte beweging erbij. Ga daarna de kring rond, ieder kind mag zijn naam met
6
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
beweging voordoen, waarna de rest van de klas het zo goed mogelijk na probeert te doen. Algemene tips In de lessen wordt het aanleren van de liedjes aangeboden door middel van voor-‐ en nazingen. U zingt dan een regel voor en de leerlingen herhalen deze. Probeer de leerlingen steeds te laten luisteren naar de melodie en de tekst. Dit stimuleert u door middel van voor-‐ en nazingen en door de leerlingen vooraf een luisteropdracht mee te geven, bijvoorbeeld; ‘wat heeft het kind in het lied allemaal al gedaan?’. Leerlingen leren veel door herhaling. Daarom raden wij u aan om de liedjes regelmatig in de klas te laten horen en de geleerde liedjes veel te herhalen. Dit is wenselijk voor het goed kennen van de liedjes. Jonge kinderen Ook met jonge leerlingen is het belangrijk om goed in te zingen. Om de stemmen van de leerlingen op te warmen kunt u bijvoorbeeld korte melodieën voorzingen, de leerlingen herhalen deze. Een andere oefening is dat de leerlingen uw vinger volgen. Vertel de leerlingen dat het een vlieg is en dat ze met de beweging mee mogen zingen. Omhoog betekent hoger zingen, omlaag betekent lager zingen. Bodypercussie Voor het aanleren van de bodypercussie kunnen dezelfde stappen gehanteerd worden als bij het aanleren van een lied. Over het algemeen wordt de papegaaitechniek het meest gebruikt voor het aanleren van bodypercussie. Hierbij speelt de leerkracht een gedeelte voor, waarna de leerlingen dit herhalen. Deel de bodypercussie in kleinere stukken op. Speel eerst de aangeleerde delen achter elkaar door, alvorens een volgend deel aan te leren. Let altijd op de kwaliteit en speelwijze van de verschillende klanken: Borst: diepe klank Bovenbeen: feller, hoger geluid Klap: stevige aanslag Stamp: diepe klank en ‘in de grond’ gespeeld Verder is het, net als bij zingen, van belang dat de leerlingen gelijk en energiek spelen. Hoe strakker u het ritme met uw klas instudeert, hoe mooier het straks in Het Concertgebouw klinkt. Wij wensen u en de leerlingen veel plezier tijdens de voorbereidende lessen en de voorstelling.
7
Les 1: De Grote Generaal Nodig: – Geluidsfragment 1 + 2 (zie www.concertgebouw.nl/machtigemuziek) – Liedtekst 1 – Digibord – Virtual tour: www.concertgebouw.nl/uwbezoek – Film 1 – Bijlage 1: Uitnodiging – Bijlage 6: Het Koninklijk Concertgebouw Tijd: – Ongeveer 45 minuten In deze les: – Krijgen de leerlingen een uitnodiging voor de verjaardag van de Grote Generaal in Het Koninklijk Concertgebouw en leren ze het lied De Grote Generaal. Voorbereiding: – Zorg dat u het lied De Grote Generaal kent. (dikgedrukte delen, zie liedtekst) – Bekijk alvast de Virtual tour op www.concertgebouw.nl/uwbezoek. – Lees de informatie uit bijlage 6 over Het Koninklijk Concertgebouw. – Kopieer de uitnodiging uit bijlage 1 op gekleurd papier, vul hem in en knip hem uit. Inleiding • Laat de leerlingen de uitnodiging zien die u heeft ontvangen. Wat staat er op? Van wie zou deze zijn? (de Grote Generaal) Wat is een generaal? (een heel belangrijke man bij het leger) • Vertel de leerlingen het volgende: De Grote Generaal is jarig! Om dat te vieren nodigt hij een aantal klassen uit bij hem in zijn grote paleis. En jullie klas is uitgenodigd om naar het paleis te komen. Dat de klas is uitgenodigd is heel erg speciaal en bijzonder, want maar weinig kinderen krijgen de Grote Generaal in levende lijve te zien. Hij heeft het namelijk altijd veel te druk met van alles en nog wat. Maar voor zijn verjaardag maakt hij dus een uitzondering. Jullie krijgen een rondleiding door zijn paleis, Het Koninklijk Concertgebouw. Zijn medewerkers zullen jullie prachtige verhalen vertellen over de Grote Generaal en zingen over wat voor bijzondere en dappere dingen de Grote Generaal allemaal gedaan heeft. • Maar dat is nog niet alles! Jullie mogen speciaal voor de Grote Generaal een lied zingen. Een heel bijzonder lied, want de Grote Generaal heeft het zelf geschreven. Want de Grote Generaal is ook nog eens heel muzikaal! Dit lied zullen jullie straks gaan leren. • Dat de leerlingen zijn uitgenodigd is dus erg bijzonder. Weten de leerlingen waar Het Koninklijk Concertgebouw staat, het paleis van de Grote Generaal? (in Amsterdam) Vertel dat er normaal gesproken concerten in Het Koninklijk Concertgebouw plaatsvinden, waar mensen naar komen luisteren. Gebruik voor meer informatie over Het Concertgebouw bijlage 6. • Bekijk met de leerlingen film 1. Sarah en Daan laten in dit filmpje Het Concertgebouw zien. • Bekijk met de leerlingen de Virtual Tour door Het Concertgebouw via het digibord. • In dit gebouw viert de Grote Generaal dus zijn verjaardag en mogen de leerlingen voor hem zingen.
8
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Kern Luisteropdracht • Laat het lied De Grote Generaal een keer horen aan de leerlingen, gebruik hiervoor geluidsfragment 1. • Welk stukje komt meerdere keren voor in het lied? (Het dikgedrukte deel, zie liedtekst. Ook de zin Krachtig als een zonnestraal, de Grote Generaal komt meerdere keren voor.) • Laat de leerlingen ontdekken dat de melodie van Krachtig als een zonnestraal steeds hetzelfde is. Wat wordt er met deze zin bedoeld? • Wat valt de leerlingen op aan de tekst? (elke zin eindigt op –aal) • De Grote Generaal heeft het lied zelf geschreven en dat is ook wel te horen. Hij vindt zichzelf wel heel erg goed, hij schept erg over zichzelf op. Waar is de Grote Generaal allemaal erg goed in? (Als baby had hij al veel haar en was hij goed in taal, hij kan heel goed sporten en hij is ook nog eens heel erg muzikaal) • Wat vinden de leerlingen ervan dat de Grote Generaal zo’n lied over zichzelf heeft geschreven? U kunt naar aanleiding van deze vraag met de leerlingen een kort gesprek voeren over opscheppen. Je mag best zeggen dat je ergens heel goed in bent, maar wanneer wordt het opscheppen? • In het lied zitten een aantal woorden en uitdrukkingen die misschien niet bekend zijn bij de leerlingen. Bespreek deze woorden en zinnen met de leerlingen: generaal, signaal, ideaal, kabaal, bokaal, kolossaal, maximaal, oprecht, krachtig als een zonnestraal, een man van staal. Lied aanleren • Leer vervolgens de dikgedrukte delen van het lied stuk voor stuk aan door middel van voor-‐ en nazingen. Begin bij het deel Krachtig als een zonnestraal, de Grote Generaal. Herinner de leerlingen eraan dat de melodie van Krachtig als een zonnestraal steeds hetzelfde is. De melodie van de tekst de Grote Generaal is de eerste keer anders dan de tweede keer. • Spreek daarna de tekst Het is een ongelooflijk …t/m .. maximaal voor in het juiste ritme en herhaal dit een aantal keer. Voeg daarna de melodie toe en leer het stuk aan door middel van voor-‐ en nazingen. • Zing daarna het hele stuk met de leerlingen achter elkaar en herhaal dit een aantal keer. Doe dit in verschillende stijlen: als een militair, alsof je het voor een baby zingt, als een superster en wat de leerlingen verder zelf voor stijl kunnen bedenken. • De Grote Generaal wil graag dat het lied in normale stijl wordt gezongen. Zing het lied in normale stijl met geluidsfragment 1 en laat de leerlingen goed luisteren naar wanneer ze moeten inzetten. Het is belangrijk dat de leerlingen dat tijdens het concert goed weten. Afsluiting • Herhaal het lied nog een keer met de instrumentale versie van geluidsfragment 2. Extra • De leerlingen maken een tekening van de Grote Generaal. Hoe ziet hij er uit? Is hij groot of klein en wat voor kleren heeft hij aan? • De leerlingen maken een tekening van het paleis van de Grote Generaal. Laat de afbeeldingen zien van Het Koninklijk Concertgebouw in bijlage 6. • De Grote Generaal is in veel dingen erg goed, waar zijn de leerlingen zelf goed in? Laat de leerlingen van elkaar benoemen waar ze goed in zijn.
9
Les 2: Jarig Nodig: – Geluidsfragment 3 + 4 – Liedtekst 2 – Film 2 – Bijlage 2: Jarig (optioneel) Tijd: – Ongeveer 45 minuten In deze les: – Praten de leerlingen over jarig zijn en leren ze het lied Jarig. Voorbereiding: – Zorg dat u het lied Jarig in zijn geheel kent. – Zorg dat u de bewegingen bij het lied kent. (zie film 2). Inleiding • De leerlingen zijn uitgenodigd om naar het verjaardagsfeest van de Grote Generaal te komen. Wat weten de leerlingen nog uit de vorige les? • Bespreek met de leerlingen hoe het gaat als zij jarig zijn. Wordt er thuis en in de klas gezongen? Als ze een verjaardagsfeestje hebben, laten ze dan muziek horen? Wat is typische verjaardagsmuziek? Welke verjaardagsliedjes kennen de leerlingen? Kern • Als je jarig bent hoort daar natuurlijk een verjaardagslied bij. Dit lied zullen de leerlingen in deze les leren en zullen ze als verrassing voor de Grote Generaal gaan zingen. Luisteropdrachten • Laat het lied Jarig een keer horen, gebruik hiervoor geluidsfragment 3. Laat de leerlingen tijdens het luisteren hun vinger opsteken op het moment dat de stijl van de muziek verandert. Dit gebeurt tussen de eerste twee coupletten (minuut 0:56). • Vinden de leerlingen het verjaardagsmuziek? Waarom wel of niet? Hoe verandert de muziek? (het laatste stuk van het lied is ‘swing’, en er komen meer instrumenten bij, waaronder percussie) • Luister alleen naar de coupletten 3 en 4 (vanaf hee, hoo, stop, minuut 1:26). Wat is er hetzelfde en wat is er anders bij deze twee coupletten? (De tekst is hetzelfde, maar de melodie is anders aan het eind. Bij couplet 3 gaat de melodie van de zin Die eten we dus mooi wel samen op omhoog, bij couplet 4 gaat de melodie naar beneden.) Lied aanleren • Leer couplet 3 en 4 aan door middel van voor-‐ en nazingen. Wijs de leerlingen nog eens extra op de melodie van de laatste zin die bij couplet 3 anders is dan bij couplet 4. • Leer vervolgens de eerste twee coupletten aan door middel van voor-‐ en nazingen. U kunt ervoor kiezen om hierbij de ‘wegveegmethode’ te gebruiken. Laat de tekst zien op het digibord. Telkens ‘veegt’ u een gedeelte van het lied dat de leerlingen al kennen, weg, totdat het hele lied bekend is. • Zing het lied vervolgens met geluidsfragment 3. Tussen het eerste en het tweede couplet zit een muzikaal tussenstuk. Laat de leerlingen vanaf het
10
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
moment dat de stijl verandert (minuut 0:56) meetellen: 2x tot 4, 1x tot 3. Daarna zetten ze couplet 2 in (minuut 1:01). Bewegingen aanleren • Tijdens de voorstellling worden er bij het lied Jarig bewegingen uitgevoerd. Deze worden voorgedaan op film 2. Leer de bewegingen bij voorkeur zelf aan de leerlingen aan: Wij zijn blij Rechter arm omhoog Dat jij Ooit geboren bent Dat je hier vandaag te zien En ook te horen bent Wie jarig is Wordt flink verwend Maar morgen niet meer Morgen niet meer Omdat je dan nog lang niet jarig bent Het is fijn Hier te zijn Op jouw verjaardagsfeest Zonder jou waren wij Hier niet geweest Ga zo door en word maar meer dan honderd jaar De cadeautjes en de taart Cadeautjes en de taart Die liggen hier al dagen voor je klaar Heee hooo stop! De cadeautjes mag je houden Heee hooo stop! Maar de taart Ja de taart Die eten we dus mooi wel samen op!
Linker arm omhoog Met twee armen naar voren Met twee armen boven het hoofd zwaaien Rondje stappen op de muziek Met rechterwijsvinger ‘niet’ gebaar maken Met linkerwijsvinger ‘niet’ gebaar maken Twee armen naar voren wijzen Rechterarm omhoog Linkerarm omhoog Met twee armen naar voren Met twee armen boven het hoofd zwaaien Rondje stappen op de muziek Op ‘cadeautjes’ rechterhand opzij Op de ‘taart’ linkerhand opzij Twee vingers naar voren wijzen In de rust komt een klap en een stamp: Hee (klap) hoo (klap) stop! (stamp stamp) 2 handen naar voren met de handpalmen omhoog In de rust komt een klap en een stamp: Hee (klap) hoo (klap) stop! (stamp stamp) Na taart rechts een borstklap en links een borstklap, na elkaar Na taart rechts een borstklap en links een borstklap, na elkaar Met twee handen langzaam een cirkel omhoog maken en boven zwaaien met de handen Zie couplet 3 (heee hooo stop!)
Couplet 4 Afsluiting • Herhaal het lied De Grote Generaal uit Les 1. • Maak als afsluiting van de les met de leerlingen verjaardagshoeden. In de informatiebrief staat vermeld welke kleur de hoeden van uw klas moeten hebben. Elke leerling maakt zijn of haar eigen hoed en kan deze versieren met bijvoorbeeld muzieknoten, instrumenten of iets wat met de voorstelling te maken heeft. Alle leerlingen mogen tijdens het bezoek aan de Grote Generaal hun verjaardagshoed meenemen en opzetten.
11
Extra • Eén van de leerlingen mag de Grote Generaal zijn. Hij wordt toegezongen door de rest van de klas. De Grote Generaal mag op de stoel van de juf of meester zitten, trots en deftig als een echte generaal. Als er door de leerlingen niet gezongen wordt, tijdens de instrumentale tussenstukken, maakt de Generaal deftige buigingen en dankgebaren. Wissel een aantal keer van Grote Generaal. De Generaal kan de leerlingen dirigeren als ze zingen. • De leerlingen maken slingers voor de verjaardag van de Grote Generaal. De leerlingen mogen zelf verzinnen waar ze de slingers van gaan maken, eventueel kunnen de leerlingen de sjablonen uit bijlage 2 gebruiken. U kunt de slingers ophangen in de klas. • De leerlingen maken met elkaar een grote verjaardagstaart voor de Grote Generaal. Verdeel de klas in groepjes, elke groep maakt een laag van de taart en gebruikt daar verschillende materialen voor, bijvoorbeeld verf, kraaltjes, papiersnippers, enzovoorts. Als alle lagen klaar zijn wordt de taart in elkaar gezet. U kunt de taart gedurende het project in de klas zetten.
12
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Les 3: Protocollied Nodig: – Geluidsfragment 5 + 6 – Liedtekst 3 – Bijlage 3: Protocollied – Film 3 + 4 Tijd: – Ongeveer 45 minuten In deze les: – Leren de leerlingen de regels van de Grote Generaal door het Protocollied te zingen. Voorbereiding: – Zorg dat u het Protocollied kent. (dikgedrukte delen, zie liedtekst) – Zorg dat u de bewegingen bij het lied kent. (zie film 3 en 4) – Bekijk bijlage 3 terwijl u het lied luistert. Het refrein staat hier deels in plaatjes, deels in geschreven woorden beschreven van boven naar beneden. Inleiding • Herhaal met de leerlingen wat er in de eerste twee lessen is verteld en geleerd. • De Grote Generaal houdt erg van netjes en keurig. Daarom heeft de Generaal een heleboel regels bedacht, dit heet een protocol. Van dit protocol heeft hij een lied gemaakt. Maar de Generaal draaft een beetje door, hij heeft wel overdreven veel regels bedacht. Hij raakt zelfs een beetje in paniek als het anders gaat dan hij bedacht heeft. • Voer met de leerlingen een gesprekje over regels. Welke regels zijn er in de klas? Zijn er thuis andere regels? Welke regels zou de Generaal in zijn paleis kunnen hebben? Kern Luisteropdracht • In het Protocollied zijn alle regels van de Grote Generaal te horen. Laat bijlage 3 zien op het digibord. Dit is een beschrijving van wat er allemaal niet mag in het paleis van de Grote Generaal, deels in plaatjes en deels in geschreven woorden. Lees de geschreven woorden een keer door met de leerlingen. Leg de betekenis van de woorden uit die ze niet kennen. • Laat het Protocollied horen, geluidsfragment 5. Laat de leerlingen luisteren naar welke woorden er bij de afbeeldingen horen. De eerste afbeelding is het eerste woord van het refrein (nadat er Dus… is gezongen). Wijs tijdens het luisteren mee van boven naar beneden. De woorden bij de plaatjes staan hieronder in cursief. De dikgedrukte woorden staan geschreven in de bijlage. Bespreek de woorden die bij de afbeeldingen horen met de kinderen en laat geluidsfragment daarna nog eens horen terwijl u aanwijst. niet rennen niet kauwen niet geeuwen niet roepen niet spelen niet schreeuwen niet drinken niet gapen niet dringen niet dauwen niet stelen niet springen niet jennen niet slapen niet zingen niet snoepen niet duwen ten minste niet vals niet stinken niet spuwen
13
Lied aanleren • U kunt nu het refrein van het lied (dikgedrukte deel uit de liedtekst) aanleren met behulp van bijlage 3. Bij dit lied kunt u om en om een zin zingen: de leerlingen zingen de woorden van de plaatjes, u zingt de geschreven woorden. Daarna leert u de rest van het lied aan door middel van voor-‐ en nazingen. • Herhaal het refrein totdat het er goed in zit bij de leerlingen. Veeg steeds de woorden weg die de leerlingen al kennen. Zing het refrein vervolgens zonder bijlage 3. • Zing het lied met geluidsfragment 5 en laat de leerlingen goed luisteren wanneer zij moeten inzetten. (Na Dus…) Bewegingen aanleren • Tijdens het Protocollied worden bewegingen uitgevoerd. Er is steeds een beweging op de geschreven woorden uit bijlage 3. Gebruik de oefenversie van film 3 om de bewegingen met de leerlingen in een langzaam tempo te oefenen. • Voer de bewegingen daarna met film 4 op de muziek uit, zonder te zingen. • Laat de leerlingen vervolgens de bewegingen doen, terwijl u zelf zingt. • Als dit goed gaat kunnen de leerlingen meezingen en meebewegen bij het lied. In het schema hieronder worden de bewegingen beschreven. Aan de dikgedrukte woorden is steeds een beweging gekoppeld. Dus… Opgestoken wijsvinger voor je houden (leerlingen zingen Dus… niet mee) Niet rennen Niet roepen Handen naast de mond houden Niet drinken Niet dauwen Twee handen naar voren duwen Niet jennen Niet snoepen Beide handen naar je mond alsof je snoept Niet stinken Lucht voor je neus wegwaaien Niet kauwen Niet spelen Niet gapen Niet stelen Niet slapen Niet duwen Niet spuwen
Armen over elkaar Iets in je binnenzak steken Twee handen naar voren duwen 1 hand vanaf je mond naar voren bewegen
Niet geeuwen Niet schreeuwen Niet dringen Niet springen Niet zingen Ten minste niet vals Want breek je de regels Dan is je straf niet mals
Handen naast je mond houden Maak een klein sprongetje Rechterarm gestrekt, linkerhand op borst Beide oren dicht met 2 vingers Geen beweging
14
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Afsluiting • Alle leerlingen schrijven op kleine briefjes wat ze graag zouden willen doen maar wat niet mag. Verzamel alle briefjes en laat een leerling een briefje pakken. De leerling beeldt zonder erbij te praten uit wat er op het briefje staat. Kunnen de andere leerlingen raden wat er wordt uitgebeeld? • Herhaal de liedjes De Grote Generaal en Jarig uit de vorige lessen. Gebruik zoveel mogelijk de instrumentale versies. Extra • De leerlingen kunnen een ‘pamflet’ schrijven of tekenen met alle regels van de Grote Generaal in zijn paleis. • De leerlingen maken een overzicht, ‘pamflet’, met alle regels van de klas of school om in de klas op te hangen. • De leerlingen kunnen het spel overlopertje spelen. Een leerling is de Grote Generaal en vertelt de andere leerlingen hoe het protocol gaat en hoe ze mogen overlopen. Bijvoorbeeld huppelend, springend, hinkelend, enzovoorts. De Generaal probeert de leerlingen te tikken die overlopen. Hij beweegt zelf op dezelfde manier. • Alle briefjes uit de afsluiting van de les worden op een groot vel geplakt en met de hele klas besproken. Hoeveel verschillende activiteiten willen de leerlingen graag doen die niet mogen? Welke activiteit is het meest favoriet?
15
Les 4: De Vrije Vogels Nodig: – Geluidsfragment 7 + 8 + 11 – Liedtekst 4 – Bijlage 4: brief van de Vrije Vogels Tijd: – Ongeveer 45 minuten In deze les: – Krijgen de leerlingen een brief van de Vrije Vogels en leren ze het lied De Vrije Vogels. Voorbereiding: – Zorg dat u het lied De Vrije Vogels kent. (dikgedrukte delen, zie liedtekst) Inleiding • Kopiëer of print de brief uit bijlage 4. U kunt ook een eigen soortgelijke brief maken in een eigen geheimschrift. Bezorg of laat de brief bezorgen in de klas (u kunt deze opdracht zo uitgebreid maken als u zelf wilt). • Bespreek de brief met de klas. – Van wie komt de brief? (van de Vrije Vogels, een geheim orkest) – Wat staat er precies in de brief? (dat de Grote Generaal niet altijd aardig is en bepaalde muziek verbiedt) – Wat wil de schrijver van de brief? (dat zij weer hun eigen muziek mogen spelen) – Waarom ziet de brief er zo apart uit? (omdat de schrijvers niet willen dat iemand hun handschrift herkent) • Vertel de leerlingen het volgende: De Grote Generaal blijkt niet zo aardig te zijn als hij zich voordoet. Hij is zelfs soms gemeen, vervelend en hij houdt alleen maar van zijn eigen muziek. Hij houdt vooral veel van orgelmuziek. Hij houdt niet van de andere instrumenten en die wil hij dan ook niet meer horen. Een aantal van de muzikanten is het daar niet mee eens en zij hebben een geheim orkest opgericht: de Vrije Vogels. In het geheim spelen zij muziek die ze mooi vinden en op instrumenten die ze mooi vinden. De Vrije Vogels zouden graag willen dat de leerlingen hen helpen om de Grote Generaal duidelijk te maken dat het niet altijd leuk is wat hij doet. Ze hebben daarom een lied geschreven over vrijheid en over dat je de muziek mag maken die je wilt. Dat lied gaan de leerlingen in deze les leren. • Leg de leerlingen uit dat het orkest niet uit vogels bestaat, maar dat de naam komt van het spreekwoord ‘zo vrij als een vogel’. Dit betekent dat je alles kunt doen en laten wat je wilt. Kern Luisteropdracht • De Vrije Vogels hebben een lied geschreven over hun geheime orkest. In het lied komt een muzikaal signaal voor dat bij de Vrije Vogels hoort. Laat dit signaal horen (geluidsfragment 11), het wordt gespeeld door blaasinstrumenten. Stel de volgende vragen: – Uit hoeveel tonen bestaat dit signaal? (4 tonen) – Wie van de leerlingen kan dit signaal nazingen?
16
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
•
Laat het lied van de Vrije Vogels een keer horen: geluidsfragment 7. Laat de leerlingen hun vinger opsteken elke keer als ze het signaal horen. Stel daarna de volgende vragen en luister het lied indien nodig nog eens: – Hoe vaak komt het signaal voor voordat de zang begint? (drie keer gewoon, 1 keer in een langzame versie) – Hoe vaak komt het signaal in totaal voor? (totaal zes keer: 3x gewoon voordat de zang begint, 1x langszaam voordat de zang begint, 1x na de eerste keer ‘weggepest’, 1 keer na ‘verzet’)
Lied aanleren • Van dit lied zingen de leerlingen alleen het refrein en de eindregels mee (zie dikgedrukte tekst in liedtekst). De twee coupletten worden door de rebellenleider (solist) gezongen. Leer het lied in stukjes aan door middel van voor-‐ en nazingen. • Oefen als dit goed gaat het lied met de instrumentale versie van geluidsfragment 8. Afsluiting • Laat de leerlingen een brief terugschrijven aan de Vrije Vogels in geheimschrift of door letters en woorden uit tijdschriften te knippen. U kunt ook samen met de klas een brief aan de Vrije Vogels schrijven. • Herhaal de liedjes uit de vorige lessen, inclusief bewegingen indien van toepassing. Gebruik zoveel mogelijk de instrumentale versies. Extra • U kunt met de leerlingen een gesprek voeren over wat vrijheid voor de leerlingen betekent. Wat mogen ze zelf doen of wat willen ze graag doen in hun vrije tijd? Kan en mag dat en waarom mogen sommige dingen wel of niet? • U kunt met de leerlingen signalen bedenken voor bewegingen tijdens de gymles. Als een bepaald signaal klinkt dan gaat iedereen springen, op de grond zitten, de grond aantikken, enzovoorts. In de klas kunt u signalen inzetten, bijvoorbeeld: als u twee keer in uw handen klapt wordt iedereen stil; als u een toonladder zingt mogen de leerlingen naar buiten etc.
17
Les 5: Spotlied Nodig: – Geluidsfragment 9 + 10 + 12 – Liedtekst 5 – Optioneel: muziekinstrumenten Tijd: – Ongeveer 30 minuten In deze les: – Leren de leerlingen het Spotlied en praat u met de leerlingen verder over signalen. Voorbereiding: – Zorg dat u het Spotlied kent. (dikgedrukte delen, zie liedtekst) Inleiding • Laat een leerling herhalen wat er in de vorige lessen is geleerd. • Doe vervolgens een warming up met de leerlingen: Klap een ritme voor en laat de leerlingen het naklappen. U kunt verschillende ‘bodysounds’ gebruiken, een stamp of een klap op de borst, enzovoorts. Doe een aantal ritmes voor en laat daarna de leerlingen één voor één een ritme bedenken. De rest van de klas klapt het ritme steeds na. • De Vrije Vogels hebben een lied geschreven voor de Grote Generaal om hem te laten weten dat er meer muziek is dan de muziek waar de Grote Generaal van houdt. De Grote Generaal moet iedereen zelf laten kiezen. Het lied heet het Spotlied en dat gaan de leerlingen in deze les leren. • Het Spotlied begint ook met een signaal. Een signaal kan een teken zijn dat iets gaat beginnen, bijvoorbeeld het lied. Of een signaal kan een waarschuwing zijn, zoals een toeter. – Welke signalen kennen de leerlingen nog meer? Bijvoorbeeld de schoolbel, of het fluitsignaal van de conducteur van de trein of de bel van de tram, enzovoorts. – Zijn er in de klas signalen? Kern Luisteropdracht • Voordat het Spotlied begint is er weer een signaal te horen, dit is het signaal van de Vrije Vogels, maar dan in een iets andere, langere versie (geluidsfragment 12). Beluister geluidsfragment 12 en stel de volgende vragen: – Wat is er hetzelfde als het signaal uit de vorige les? (de melodie is hetzelfde) – Wat is er anders? (de melodie klinkt nu vaak achter elkaar in een sneller tempo, het wordt door andere instrumenten gespeeld) • Beluister nu het Spotlied en laat de leerlingen hun vinger opsteken als ze dit lange signaal horen. Hoe vaak komt het voor? (5 x) • Beluister het Spotlied nogmaals en laat de leerlingen tellen hoe vaak de zin Gekke generaal, laat de rest met rust voorkomt aan het eind van het lied. (3x, e na de 4 keer Gekke generaal gaat de tekst namelijk anders verder)
18
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Lied aanleren • Leer het lied aan door middel van voor-‐ en nazingen. De leerlingen zingen alleen de dikgedrukte delen (zie liedtekst). Leer eerst de gedeeltes met Hé, jij aan en wijs de leerlingen erop dat deze soms gesproken en soms gezongen zijn. • Leer vervolgens het eind van het lied aan door middel van voor-‐ en nazingen. Gekke generaal, laat de rest met rust komt 3x voor. Daarna volgt de zin Gekke generaal, doe gewoon normaal. De melodie is van deze laatste zin begint als de vorige drie, maar eindigt anders. Afsluiting • Herhaal nog een keer het gehele lied en laat eerst de meisjes het lied zingen voor de jongens (zij zijn dan de generaals) en wissel dit nog een keer om en laat de jongens nu voor de meisjes zingen. • Herhaal de liedjes uit de vorige lessen, inclusief bewegingen indien van toepassing. Gebruik zoveel mogelijk de instrumentale versies. Kennen de leerlingen de tekst goed uit het hoofd? Gaat het zingen mooi gelijk? Hoe gaat het met de bewegingen? Oefen als dat nodig is bepaalde onderdelen apart. Extra • De leerlingen mogen met instrumenten hun eigen muziek maken totdat er een signaal klinkt, dan is iedereen stil. Oefen dit een aantal keer. Als dit goed gaat kunnen er andere signalen toegevoegd worden. Bijvoorbeeld als twee keer een fluitsignaal klinkt speelt iedereen hetzelfde ritme (van het Spotlied) of als het fluitsignaal lang klinkt spelen alleen de trommels, enzovoorts. • Het Spotlied is een vraag en antwoord lied. De leerlingen zingen een zin en de Generaal geeft antwoord. Kennen de leerlingen nog een ander vraag en antwoord lied? Kunnen ze misschien een lied op deze manier maken? Laat de leerlingen in groepjes een tekst maken over de Generaal of over een onderwerp dat u in de klas heeft behandeld. Het kan ook over de school gaan. Daarna oefenen ze het lied dat ze gemaakt hebben kort en tenslotte laat elk groepje het aan de klas horen.
19
Les 6a: Muziekinstrumentenquiz! Toetsinstrumenten en strijkinstrumenten Nodig: – Geluidsfragment 13 t/m 18 – Bijlage 5: Muziekinstrumenten (op het digibord) Tijd: – Ongeveer 20 minuten Omdat deze les veel informatie bevat is deze opgesplitst in Les 6 a,b en c. U kunt de lessen los van elkaar geven. In deze les: – Leren de leerlingen over de instrumenten die ze tijdens de voorstelling zullen zien en beantwoorden ze oefenvragen voor de quiz. Voorbereiding: – Lees de informatie uit deze les, zodat u de leerlingen goed kunt vertellen over de verschillende muziekinstrumenten. Inleiding • U bent in deze les de quizmaster: Hartelijk welkom jongens en meisjes bij deze muziekinstrumentenquiz! Tijdens de quiz komen de verschillende instrumenten van de Vrije Vogels voorbij, en hoe beter je oplet, hoe meer punten je kunt behalen! • Voordat we kunnen beginnen moeten jullie eerst een beginvraag goed beantwoorden: – Wat is het lievelingsinstrument van de Grote Generaal? (orgel) • Vertel de leerlingen over het orgel, laat de afbeelding uit de bijlage zien en laat het geluidsfragment horen: Wist je dat… Orgel Een orgel is een soort neef van de piano en de geluidsfragment 13 vleugel. Hij heeft ook toetsen, maar het geluid is anders doordat een orgel buizen heeft waar het geluid uit komt. Als je op een fluit blaast, hoor je een toon. Bij de buizen van een orgel gaat het eigenlijk net zo. Alleen blaas jij er niet zelf in, maar wordt de lucht er automatisch doorheen geperst. Je hoeft alleen maar op de toetsen te duwen, of op de pedalen. Dan fluit het orgel prachtige muziek. • Dan kunnen we nu beginnen. Eerst krijgen jullie informatie over de muziekinstrumenten die jullie in Het Concertgebouw zullen zien. Daarna volgen er oefenvragen voor de quiz over de instrumenten. Dus let goed op! Zijn jullie er klaar voor? Kern Informatie v oor d e q uiz • Net zoals wij familie hebben (opa’s, oma’s, ouders, broers, zussen) hebben de instrumenten dat ook. Soms kun je dat goed zien omdat de instrumenten op elkaar lijken, of soms klinken ze een beetje hetzelfde.
20
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Lees onderstaande stukjes tekst aan de leerlingen voor en laat per instrument de afbeeldingen uit bijlage 5 zien en het betreffende geluidsfragment horen. • De eerste familie waarmee we kennismaken is de familie van de toetsinstrumenten. Toetsinstrumenten geluids-‐ fragment Zoals de naam al zegt hebben alle toetsinstrumenten -‐ toetsen die je kunt indrukken. Deze familie is niet heel groot en bestaan uit de piano/vleugel en het orgel. Piano/ De piano heeft maar liefst 88 tonen! Elke toon kun je 14 Vleugel maken door op een toets te drukken. Je hebt witte en zwarte toetsen. Als je op zo’n toets drukt, tikt er een zacht hamertje tegen een snaar. Dat geeft dat prachtige geluid. Je kunt met twee handen tegelijk spelen op een piano en je voeten kunnen ook nog meedoen. Weten jullie hoe die dingen heten waarop je met je voet kunt duwen, zodat de toon langer of zachter klinkt? (pedalen) De piano heeft een grotere zus, de vleugel. Een vleugel heeft een golvende zijkant en een grote klep die je open kunt zetten. In Het Concertgebouw zie je meestal mensen op vleugels spelen, niet op piano’s. Orgel Dit is het lievelingsinstrument van de Grote Generaal 13 en jullie hebben hier bij de beginvraag al over geleerd. Hier nog een extra weetje over het verschil tussen de pedalen van het orgel en die van de piano: Als je op de pedalen van het orgel duwt, hoor je een toon. Als je op de pedalen van de piano duwt, wordt de toon die je maakt door met je vinger een toets in te drukken, langer of zachter. •
21
De tweede familie waarmee we kennismaken is de familie van de strijkinstrumenten. Strijkinstrumenten geluids-‐ fragment Alle strijkinstrumenten hebben snaren waar je -‐ overheen gaat (‘strijkt’) met een strijkstok om het geluid te maken. Vandaar de naam strijkinstrumenten. Het stuk van de strijkstok dat langs de snaren strijkt, is van haren gemaakt. Dit zijn de haren van de staart van een paard. Maar je hebt niet altijd een strijkstok nodig, want je kunt ook met je vinger tokkelen op de snaren. Dat heet ‘pizzicato’ (spreek uit: pietsikaatò). Je kunt verschillende tonen maken op een strijkinstrument door de snaren met je vingers in te drukken. Daardoor worden de snaren korter of weer langer en verandert de toon. Je kunt strijkinstrumenten goed herkennen aan de vorm (zie bijlage 5). Alle strijkinstrumenten zijn gemaakt van hout. Viool De viool is de kleinste van de familie. Het kleine 15 broertje of zusje, zou je kunnen zeggen. De viool maakt een mooi hoog en helder geluid en speelt vaak de melodie. Altviool De altviool wordt ook wel ‘viola’ genoemd. De 16 altviool is een soort grote zus of broer van de viool. Een altviool is ook iets groter dan de viool. Het geluid dat de altviool maakt, is daarom anders. Het geluid is lager en minder helder dan dat van een viool. Ze zeggen wel dat het geluid van de altviool ‘warmer’ klinkt. Cello De cello is als de moeder van de viool en de altviool. 17 De cello is een stuk groter en ligt niet op iemands schouder maar staat met een grote pin op de vloer. Degene die op de cello speelt, zit op een stoel. Wat denken jullie: klinkt de cello hoger of lager dan de altviool? (lager, want hoe groter het instrument, hoe lager deze klinkt) Contrabas De contrabas, ook wel bas genoemd, is eigenlijk de 18 vader van de familie. De contrabas is het grootst en hij kan de laagste tonen spelen. De contrabas is zo groot, dat je moet staan of op een hoge kruk moet zitten om op hem te spelen, anders kun je er niet bij. De snaren van de contrabas zijn dikker dan die van een cello, viool en altviool. Ook is de strijkstok van de contrabas het grootst en het zwaarst van alle strijkstokken in de familie. • Dat was al best veel informatie. Kan iemand herhalen wat we tot nu toe hebben geleerd? Onthoud het goed voor de quiz! Deze volgt in een volgende les. • Laat één of meerdere van bovenstaande geluidsfragmenten nogmaals horen en laat de leerlingen benoemen welk instrument het is (en waarom). •
22
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
•
Laat een leerling het spelen op een instrument uitbeelden waarover ze net hebben geleerd. De andere leerlingen doen de beweging na. Welk instrument werd er uitgebeeld? Bij welke groep hoort die?
Afsluiting • Stel de volgende oefenvragen aan de leerlingen. Laat ze de antwoorden goed onthouden voor de quiz! – Wat gebeurt er met de klank als een strijkinstrument groter wordt? (hoe groter het instrument, hoe lager de toon) – Welk instrument zit er qua grootte en toonhoogte tussen de viool en de cello in? (de altviool) – Welk instrument klinkt lager: de viool of de altviool? (de altviool, want die is iets groter) – Wat voor soort haar zit er op een strijkstok? (het haar van de staart van een paard) – Wat is het grootste strijkinstrument? (de contrabas) – Bij welk instrument ontstaat de klank door het slaan van een zacht hamertje op een snaar? (de piano) • Herhaal de liedjes uit de vorige lessen. Gebruik zoveel mogelijk de instrumentale versies.
23
Les 6b: Muziekinstrumentenquiz! Houtblaasinstrumenten Nodig: – Geluidsfragment 19 t/m 22 – Bijlage 5: Muziekinstrumenten (op het digibord) Tijd: – Ongeveer 20 minuten In deze les: – Leren de leerlingen over de instrumenten die ze tijdens de voorstelling zullen zien en beantwoorden ze oefenvragen voor de quiz. Voorbereiding: – Lees de informatie uit deze les, zodat u de leerlingen goed kunt vertellen over de verschillende muziekinstrumenten. Inleiding • In de vorige les hebben de leerlingen geleerd over toets-‐ en strijkinstrumenten. Laat één of meerdere leerlingen herhalen wat ze hebben geleerd. • In deze les gaan we kennismaken met een nieuwe familie: de blaasinstrumenten. Daarvan zijn er twee groepen: de houtblaasinstrumenten en de koperblaasinstrumenten. Over de houtblaasinstrumenten gaat deze les. • Lees onderstaande stukjes tekst aan de leerlingen voor en laat per instrument de afbeeldingen uit bijlage 5 zien en het betreffende geluidsfragment horen. Blaasinstrumenten -‐ houtblaasinstrumenten geluids-‐ fragment Bij blaasinstrumenten ontstaat het geluid doordat je -‐ lucht in het instrument blaast. Door knoppen op het instrument in te drukken ontstaan de verschillende tonen. Er zijn twee soorten blaasinstrumenten in het orkest: houtblaasinstrumenten en koperblaasinstrumenten. Houtblazers blazen op een mondstuk dat gemaakt is van hout/riet, koperblazers blazen op een koperen mondstuk. De dwarsfluit was vroeger van hout en hoort daarom bij de houtblaasinstrumenten. Dwarsfluit De dwarsfluit is de op één na jongste van het 19 houtblazers gezin. De dwarsfluit heeft nog een kleiner broertje dat erg op de dwarsfluit lijkt: de piccolo. Je houdt ze allebei hetzelfde vast, namelijk overdwars. De dwarsfluit geeft een hoog geluid, maar een piccolo is kleiner en klinkt daarom nog een stuk hoger! De dwarsfluit is meestal van zilver gemaakt. Vroeger werd deze van hout gemaakt. Hobo De hobo heeft bovenop twee rietjes die aan elkaar 20 zijn gemaakt. Door daar met je mond lucht doorheen te blazen ontstaat er een geluid. Een hobo
24
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Klarinet
Fagot
•
•
is zwart met zilveren kleppen waarmee je gaten open en dicht maakt en daardoor de verschillende tonen maakt. Een hobo heeft een heldere klank. De klarinet lijkt om te zien op de hobo, maar de bovenkant is anders. Een klarinet heeft maar één riet. Je blaast lucht tussen dat riet en het houten mondstuk en daardoor klinkt de klarinet heel anders dan de hobo. De klarinet heeft een wat warmere klank. De fagot is de grote papa of opa van de houtblazers. De fagot is vaak rood-‐bruin van kleur en heeft ook twee rietjes, net als de hobo. Dit riet zit aan een S-‐ vormige buisje, waaraan je de fagot goed kunt herkennen. Een fagot is veel groter dan de andere houtblaasinstrumenten en klinkt daarom veel lager.
21
22
Dat was al best veel informatie. Kan iemand herhalen wat we tot nu toe hebben geleerd? Onthoud het goed voor de quiz! Deze volgt in de volgende les. Laat één of meerdere van bovenstaande geluidsfragmenten nogmaals horen en laat de leerlingen benoemen welk instrument het is (en waarom).
Afsluiting • Stel de volgende oefenvragen aan de leerlingen. Laat ze de antwoorden goed onthouden voor de quiz! – Hoe heet het kleine broertje van de dwarsfluit? (piccolo) – Welke houtblaasinstrumenten lijken qua uiterlijk op elkaar? (de hobo en de klarinet) – Hoe heet het laagste houtblaasinstrument? (fagot) – Welk houtblaasinstrument heeft maar één riet? (klarinet) – Welk houtblaasinstrument heeft een heldere klank? (hobo) – Herhaal de liedjes uit de vorige lessen. Gebruik zoveel mogelijk de instrumentale versies.
25
Les 6c: Muziekinstrumentenquiz! Koperblaasinstrumenten en de quiz Nodig: – Geluidsfragment 11, 23 t/m 26 – Bijlage 5: Muziekinstrumenten (op het digibord) Tijd: – Ongeveer 45 minuten In deze les: – Leren de leerlingen over de instrumenten die ze tijdens de voorstelling zullen zien en doen ze de quiz. Voorbereiding: – Lees de informatie uit deze les, zodat u de leerlingen goed kunt vertellen over de verschillende muziekinstrumenten. – Zorg voor een prijs voor de winnaar van de quiz. Inleiding • Laat de leerlingen hun lippen sterk op elkaar houden en er langzaam lucht doorheen persen: ppppppp. Dat klinkt gek hè? Maar als je dit doet op een mondstuk, dan ontstaat er een mooie toon. Dat is hoe je geluid maakt op koperblaasinstrumenten. Dat is de familie van de blaasinstrumenten waarmee we in deze les gaan kennismaken. • Lees onderstaande stukjes tekst aan de leerlingen voor en laat per instrument de afbeeldingen uit bijlage 5 zien en het betreffende geluidsfragment horen. Blaasinstrumenten -‐ koperblaasinstrumenten geluids-‐ fragment Koperblaasinstrumenten zijn koperkleurig en 11 hebben allemaal een rond koperen mondstuk waarop je blaast. Door de spanning in je lippen te veranderen kun je verschillende tonen maken. Daarom hebben koperblaasinstrumenten veel minder knoppen dan de houtblaasinstrumenten, want je verandert de noten dus vooral met je mond! Het korte signaal van de Vrije Vogels wordt gespeeld door de verschillende leden van de koperblaasfamilie. Trompet De trompet is de kleinste maar ook de brutaalste in 23 de familie. Hij toetert zo schel dat hij soms wel boven het hele orkest uitkomt. Trombone De trombone is de grote broer van de trompet en 24 klinkt ook lager. De trombone heeft geen knoppen, maar een buis die je van lengte kunt veranderen. Zo ontstaan er verschillende tonen. Soms verander je de tonen niet met de buis, maar met je mond, zoals bij alle koperblazers. Hoorn De hoorn is het neefje van de familie en heeft een 25 hele lange buis. Gelukkig is die opgerold, want als je die zou uitrollen is deze bijna 4 meter lang! (dat zijn vier hele grote stappen, illustreer dat of laat een leerling dat doen). Aan het eind van de buis zit een
26
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Tuba
hele grote beker waar het geluid uit komt. De hoornist houdt zijn hand in deze beker om het geluid nog mooier te maken. Het geluid van de hoorn past bij de vorm: de hoorn heeft een ronde klank. De tuba is de ‘grote papa’ van de familie. Een gezellige, dikke toeter. De tuba kan de laagste tonen spelen van het gezin. Een beetje zoals de contrabas in de familie van de strijkinstrumenten. De tuba is net als de hoorn een heel stuk opgerold. Anders zou het te onhandig zijn om de tuba mee te nemen. Mensen die op een tuba spelen, krijgen vaak rode, bolle wangen. Dat komt omdat ze zoveel lucht in de tuba moeten blazen om dat mooie, lage geluid te krijgen. Dat is hard werken!
26
•
Dat was al best veel informatie. Kan iemand herhalen wat we tot nu toe hebben geleerd? Onthoud het goed voor de quiz! • Laat één of meerdere van bovenstaande geluidsfragmenten nogmaals horen en laat de leerlingen benoemen welk instrument het is (en waarom). • Vertel de leerlingen onderstaande informatie over Percussie-‐instrumenten: Percussie-‐instrumenten Percussie-‐instrumenten zijn alle instrumenten waar je op slaat om geluid te maken. Percussie-‐instrumenten zijn vooral geschikt om ritmes te spelen, maar op sommige instrumenten kun je ook tonen of melodieën spelen (zoals op een xylofoon). De familie van de percussie-‐instrumenten is heel erg groot. Elk instrument heeft zijn eigen klank, speelwijze en karakter. Omdat jullie al zoveel instrumenten hebben leren kennen laten we de percussie-‐instrumenten even buiten de quiz. Maar je zult er zeker een aantal zien tijdens het concert in Het Concertgebouw!
27
En dan nu…de quiz! • U kunt de organisatie van de quiz naar eigen inzicht vormgeven, de vragen staan hieronder vermeld. Een voorstel over hoe u de quiz zou kunnen uitvoeren: • Stel de vragen en geef de leerlingen steeds even bedenktijd voor het goede antwoord. Geef vervolgens een leerling de beurt om het antwoord te geven. Bespreek het antwoord en waarom het wel of niet goed is. • Laat alle leerlingen op een kladblaadje een streepje zetten als ze een antwoord goed hebben. Na afloop tellen ze de streepjes en weten ze hoeveel punten ze hebben behaald (1 punt per goed antwoord). Vraag 1 Laat geluidsfragment 17 horen. Welk instrument hoor je? (cello) Vraag 2 Welk instrument klinkt lager: de viool of de altviool? (de altviool) Vraag 3 Tot welke instrumentenfamilie behoort de fagot? (blaasinstrumenten – houtblaasinstrumenten) Vraag 4 Laat geluidsfragment 21 horen. Welk instrument hoor je? (klarinet) Vraag 5 Hoe heet het laagste instrument van de koperblazers? (tuba) Vraag 6 Welk instrument kan er in zijn eentje boven een heel orkest uit komen? (trompet) Vraag 7 Wat voor soort haar zit er op een strijkstok? (het haar van de staart van een paard) Vraag 8 Bij welk instrument ontstaat de klank doordat er een zacht hamertje op de snaar slaat? (piano/vleugel) Vraag 9 Bij welke instrumentenfamilie hoort de hoorn? (blaasinstrumenten – koperblaasinstrumenten) Vraag 10 Laat geluidsfragment 20 horen. Welk instrument hoor je? (hobo) • Wie heeft er de meeste antwoorden goed? De winnaar wint ….! (prijs naar eigen invulling) Afsluiting • Herhaal de liedjes uit de vorige lessen, inclusief bewegingen indien van toepassing. Gebruik zoveel mogelijk de instrumentale versies. Kennen de leerlingen de tekst goed uit het hoofd? Gaat het zingen mooi gelijk? Hoe gaat het met de bewegingen? Oefen als dat nodig is bepaalde onderdelen apart. Extra •
•
Maak met de leerlingen een kwartetspel over muziekinstrumenten. De kinderen delen de instrumenten in de juiste categorie in en tekenen afbeeldingen van de instrumenten op kleine kaartjes (of zoeken de afbeeldingen op internet). Daarna kunnen ze het spel spelen. Bekijk met de leerlingen het schoolinstrumentarium en verdeel de instrumenten in families. Zijn er veel instrumenten die op elkaar lijken? Welke families kunnen er gemaakt worden? Waarschijnlijk zijn er veel percussie-‐instrumenten, kunnen deze ook weer in groepen verdeeld worden? Instrumenten waar je op slaat, instrumenten waar je mee schudt, enzovoorts.
28
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Generale repetitie Nodig: – Geluidsfragmenten 2 +4 + 6 + 8 + 10 (instrumentale nummers) – Bijlage 7: Het Nederlands Philharmonisch Orkest – Bijlage 8: Componist Leonard Evers Tijd: – Ongeveer 30 minuten In deze les: – Houden de leerlingen een generale repetitie en zingen ze alle liedjes met bewegingen, ter voorbereiding op het concert. Voorbereiding: – Lees de informatie uit bijlage 7 en 8. – Optioneel: andere klassen of ouders uitnodigen als publiek. Inleiding – Laat de leerlingen kort samenvatten wie de Grote Generaal is en wie de Vrije Vogels zijn. – Binnenkort gaan de leerlingen naar het concert in Het Concertgebouw. Daar zullen ze voor de jarige Grote Generaal gaan zingen. – De muziek zal worden gespeeld door het Nederlands Philharmonisch Orkest. De componist (degene die de muziek heeft geschreven) is Leonard Evers. Vertel de kinderen over het orkest en de componist. Gebruik daarvoor de informatie uit bijlage 7 en 8. Kern • Omdat de leerlingen zelf meedoen bij het concert, is het belangrijk alles nog eens goed te repeteren. Daarom gaan de leerlingen een generale repetitie houden, net als echte artiesten en musici altijd doen. • Zing alle liedjes en doe de bewegingen: Geluids-‐ Titel Activiteit fragment 2 De Grote Generaal Zang 4 Jarig Zang + bewegingen 6 Protocollied Zang + bewegingen 8 De Vrije Vogels Zang 10 Spotlied Zang • Het is belangrijk dat de leerlingen bij het intro van de muziek meteen weten welk lied er gaat komen. • Als er publiek is kunt u een leerling tussen de liedjes door aan het publiek laten vertellen waar het lied over gaat. Afsluiting • Hoe vonden de leerlingen de generale repetitie gaan? Wat ging er goed en wat kan er beter? • Blijf tot de dag van het concert de liedjes en bewegingen herhalen. Hoe beter de leerlingen deze kennen, hoe mooier het resultaat in Het Concertgebouw wordt.
29
Verwerkingsles Nodig: – Optioneel: glazen flesjes (bijvoorbeeld bierflesjes), water en een stokje/potlood – Optioneel: groot vel papier met verf of stiften – Optioneel: papier en pen voor het schrijven van een brief Tijd: – Ongeveer 30 minuten In deze les: – Doen de leerlingen één of meerdere verwerkingsopdrachten naar aanleiding van het bezoek aan Het Koninklijk Concertgebouw. Voorbereiding: – Geen Inleiding • Bespreek na het concertbezoek de ervaringen van de leerlingen. Wat vonden ze van het gebouw? Wat vonden ze van de instrumenten? Wat vonden ze van de muziek? En natuurlijk: wat vonden ze van de Grote Generaal? En van de Vrije Vogels? Kern • Doe ter verwerking van het concertbezoek één of meerdere van onderstaande opdrachten met de leerlingen. Opdracht 1 Muzikale opdracht De Grote Generaal houdt erg van orgelmuziek en speelt zelf vaak op het orgel. Zelf kun je ook een orgel maken, een flessenorgel. Een flessenorgel maak je zo: – Verzamel een aantal lege, omgespoelde glazen flessen (bierflesjes bijvoorbeeld). – Vul ze met water maar allemaal met een andere hoeveelheid. – Rangschik ze van leeg naar vol. – Tik met een stokje (of potlood) tegen de flesjes, laat de leerlingen een melodie verzinnen. – Blaas nu in de hals van de fles. Wat is het verschil tussen tikken en blazen? Als je met een stokje tegen de flessen tikt, geeft de volste fles de laagste toon. Als je in de flessen blaast, dan geeft de volste fles de hoogste toon. Dat kun je als volgt uitleggen: Als je tegen de fles tikt, dan gaat het glas trillen. Hoe sneller het glas kan trillen, hoe hoger de toon. Het water in de fles houdt dat trillen tegen. Dus hoe meer water in de fles, hoe minder het glas trilt en hoe lager de toon. Als je in de fles blaast, dan gaat niet het glas trillen, maar de lucht in de fles. Hoe harder de lucht trilt, hoe hoger de toon. Dus hoe meer water in de fles, hoe harder dat beetje lucht trilt, hoe hoger de toon.
30
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Variatie – Probeer het orgel te stemmen met de leerlingen door meer of minder water in elk flesje te doen, zodat je echt een toonladder hoort. – Verdeel de flesjes over een paar leerlingen, zet ze op een rijtje en laat een leerling het orgel ‘bespelen’ door aan te wijzen wie tikt of blaast. Opdracht 2 Favoriet De Grote Generaal heeft als favoriete instrument het orgel en hij houdt alleen maar van orgelmuziek. Van wat voor muziek of instrumenten houden de leerlingen? Iedere leerling schrijft een kort stukje over zijn of haar favoriete artiest of lievelingsmuziek. Het mag ook een lied of instrument uit de voorstelling zijn. Daarna vertelt elke leerling aan zijn buurman of buurvrouw waarom ze deze muziek of instrumenten zo mooi vinden. Luisteren ze ook wel eens naar elkaars muziek? Kennen ze de artiest of muziek die de ander heeft opgeschreven? Eventueel kunt u een aantal fragmenten van de muziek die de leerlingen noemen laten horen. Deze opdracht kan uitgebreid worden met andere onderwerpen als favoriete sport of hobby. Opdracht 3 Protesteren De Vrije Vogels waren het niet eens met de Grote Generaal dat er alleen maar orgelmuziek mocht klinken. Waar zijn de leerlingen het niet mee eens? Bijvoorbeeld thuis of op school. Waar zouden ze tegen willen protesteren? Wat zouden ze dan anders willen? De leerlingen maken zelf een protestlied of yell om te demonstreren of om iets aan te geven wat ze graag zouden willen. Ze maken van verschillende materialen kleine slagwerkinstrumenten om ritmes op te spelen tijdens de demonstratie. Er kan klassikaal een onderwerp gekozen worden of de leerkracht kan het onderwerp verzinnen. Onderwerpen kunnen zijn: langer vakantie, niet meer pesten in de klas, meer muziek in de klas, enzovoorts. Materialen die gebruikt kunnen worden: melkpakken, blikjes en ander verpakkingsmateriaal. Variatie De leerlingen worden in groepjes verdeeld. Ze krijgen allemaal een groot vel papier waarop ze een protest gaan weergeven. Ze kunnen met verf of stiften een poster of een collage maken. Het onderwerp kan klassikaal beslist worden of per groepje. Als het klaar is presenteren de groepjes aan elkaar hun poster of collage en vertellen waar ze tegen protesteren, waarom en wat ze anders willen. Opdracht 4 Brief aan de componist Laat de leerlingen een brief schrijven aan de componist, degene die de muziek van de voorstelling heeft geschreven. Wat vonden de kinderen van de muziek? En van de verschillende instrumenten? Welk lied vonden ze het mooiste en waarom? U kunt de brieven opsturen naar
[email protected] of per post naar: Het Koninklijk Concertgebouw Afdeling Educatie Concertgebouwplein 10 1071 LN Amsterdam Afsluiting • Zing ter afsluiting nog eenmaal een aantal of alle liedjes.
31
32
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Bijlage 1: Uitnodiging
•
Kopieer deze bijlage op gekleurd papier, vul hem in en knip hem uit.
33
Bijlage 2: Jarig
Voorbeeld 1. Kopieer het werkblad (vergroot of verklein eventueel) en knip het figuur voor de helft uit. Vouw nu een strook papier als een harmonica en teken het figuurtje over. Knip dan het figuur uit en klaar is de slinger! Er zijn natuurlijk meerdere variaties mogelijk.
Voorbeeld 2. Kopieer het werkblad (vergroot of verklein eventueel) en maak een voorbeeld van karton. Kinderen kunnen dit voorbeeld overtrekken op gekleurd papier, inkleuren en uitknippen. Als alle delen van de kinderen aan elkaar vastgemaakt worden ontstaat er een mooie slinger.
34
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Bijlage 3: Protocollied
Niet roepen
Niet spelen
Niet dauwen
Niet stelen
Niet snoepen Niet stinken
Niet schreeuwen
Niet springen Niet zingen
Niet duwen
Niet spuwen
Tenminste niet vals
35
36
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Bijlage 4: Brief van de Vrije Vogels
37
38
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
39
Bijlage 5: Muziekinstrumenten Familie van de Strijkinstrumenten Viool Altviool
Cello
Contrabas
Familie van de Blaasinstrumenten – houtblazers Dwarsfluit Hobo
Klarinet
Fagot
Familie van de Blaasinstrumenten – koperblazers Trompet Trombone
Hoorn
Tuba
40
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Familie van de Toetsinstrumenten Piano Vleugel
Orgel
41
Bijlage 6: Het Koninklijk Concertgebouw Hier vindt u informatie over de geschiedenis van Het Koninklijk Concertgebouw. Laat onderstaande afbeelding aan de leerlingen zien:
Herkennen ze het gebouw? Het is Het Koninklijk Concertgebouw! Vertel dat Het Koninklijk Concertgebouw heel vroeger, toen het net gebouwd was, nog middenin de weilanden lag. Dat is nu wel anders. Er zijn huizen, winkels en musea omheen gebouwd. Er rijdt nu een tram naar het gebouw toe, terwijl je vroeger in je koets naar een concert werd gereden.
42
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Akoestiek Het Koninklijk Concertgebouw is een wereldberoemd gebouw. Dat komt omdat de Grote Zaal een heel goede akoestiek heeft. Dat betekent dat de muziek die er gespeeld wordt heel erg mooi klinkt. Niet alleen omdat de muzikanten zo mooi spelen, maar ook omdat de zaal ervoor zorgt dat de muziek op haar allermooist in de oren van het publiek terechtkomt. Het geluid uit de instrumenten botst tegen de muren en het plafond van de zaal en komt daarna in je oren. De muren en het plafond van Het Koninklijk Concertgebouw zitten precies op de goede plek. En ze zijn van het juiste materiaal gemaakt. Daarom klinkt de muziek er zo mooi. En daarom is Het Koninklijk Concertgebouw zo ontzettend beroemd. Zalen Het Koninklijk Concertgebouw heeft verschillende zalen. Er zijn twee ‘concertzalen’ (zalen die bedoeld zijn om concerten in te geven): -‐ De Grote Zaal -‐ De Kleine Zaal Er zijn twee zalen die even groot zijn als de Kleine Zaal, waarin ook muziek wordt gemaakt, maar niet zo vaak voor publiek: -‐ De Spiegelzaal -‐ De Koorzaal Verder zijn er verschillende ‘foyers’ (een deftig woord voor koffieruimtes), waarin bijvoorbeeld tijdens sommige projecten voor kinderen kleine concertjes worden gegeven. En dan zijn er nog een heleboel ruimtes die je normaal gesproken niet ziet als je naar Het Koninklijk Concertgebouw gaat: -‐ De zolder, die net zo groot is als de Grote Zaal. -‐ De artiestenfoyer, een ruimte waarin de musici kunnen eten en drinken als ze pauze hebben. -‐ De kleedkamers, waar de musici zich kunnen omkleden voor en na het concert. -‐ Een muziekbibliotheek, waar alle muziek wordt bewaard die tijdens de concerten wordt gespeeld. De lier Aan één ding kun je Het Koninklijk Concertgebouw altijd gemakkelijk herkennen. Dat is de gouden lier (een soort harp) die op het dak van het gebouw staat. Je zou niet zeggen dat die lier veel groter is dan jij, maar hij is zelfs veel groter dan jij bent over twintig jaar! Kijk maar:
43
Zo ziet Het Koninklijk Concertgebouw er nu uit:
44
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Bijlage 7: Het Nederlands Philharmonisch Orkest Nederlands Philharmonisch Orkest Het Nederlands Philharmonisch Orkest (NedPhO) is een symfonieorkest. Een symfonieorkest speelt meestal klassieke muziek. De instrumenten zijn voor elk symfonieorkest hetzelfde. Het aantal orkestleden dat meespeelt hangt af van wat er gespeeld wordt en kan variëren van 74 tot wel 120 musici! Het NedPhO geeft meer dan 40 concerten per jaar in de Grote Zaal van Het Koninklijk Concertgebouw. Daarnaast spelen ze bij de Nederlandse Opera in Het Muziektheater te Amsterdam. Soms gaat het orkest zelfs naar het buitenland om concerten te geven, dan gaan ze op tournee. Bijvoorbeeld naar Duitsland of Spanje. Een orkest heeft altijd een chef-‐dirigent. Dat is de vaste dirigent van het orkest. Bij het NedphO is Marc Albrecht sinds 2011 chef-‐dirigent. Musici van het orkest spelen niet alleen in Het Koninklijk Concertgebouw maar ook op scholen, bejaardenhuizen, buurthuizen en ziekenhuizen om iedereen te laten horen hoe mooi muziek kan zijn. Zo kunnen zoveel mogelijk kinderen en volwassenen genieten van (klassieke) muziek. Tijdens de voorstelling van Machtige Muziek zullen musici van het Nederlands Philharmonisch orkest in ensembles, groepjes, de muziek verzorgen. Als de musici in kleine groepjes spelen is er geen dirigent. Op www.concertgebouw.nl/machtigemuziek kunt u een filmpje bekijken over het Nederlands Philharmonisch Orkest.
45
Het Nederlands Philharmonisch Orkest
46
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Bijlage 8: Componist Leonard Evers
Leonard Evers Leonard Evers (1985) is componist en dirigent. Als componist schrijf hij muziek voor verschillende klassieke orkesten, jazzmusici, muziektheater, documentaires en ook voor musea. Hij vindt het het leukst wanneer hij behoorlijk kan uitpakken en veel verschillende soorten muziek kan laten horen. Zelf luistert hij ook naar heel veel verschillende muziek en dat hoor je terug in de muziek die hij zelf componeert. Momenteel werkt hij onder andere aan een koorstuk voor het Nederlands Kamerkoor, een muziektheatervoorstelling voor kinderen die Krabat (Meester van de Zwarte Molen) heet en schrijft hij een nieuw muziekstuk voor draaiorgel en orkest De Ereprijs. Leonard over de muziek van Machtige Muziek De muziek in Machtige Muziek gaat alle kanten op. Er worden kleine duo's gespeeld, grappige walsjes, groteske orgelmuziek, strijkkwartetten en heuse aria's. De muziek lijkt soms een beetje op filmmuziek en dan weer op een stukje Beethoven, maar er zijn ook liedjes bij die je mee mag zingen! Misschien zijn die liedjes eigenlijk wel mooier dan het Grote Ingewikkelde Orgelstuk, waar de Generaal zo van houdt.
47
Liedtekst 1: De Grote Generaal Bij zijn geboorte was hij jarig, dat was een signaal Hij was vanaf zijn eerste dag zo goed als ideaal Normaal zijn baby’s kaal en maken reuze veel kabaal Maar hij had mooie haren en meteen een tien voor taal! Wat hij ook doet, hij is op slag het best van allemaal Sportend gaat hij aan de haal met iedere bokaal Met medailles en de beker komt hij in ’t journaal Da’s voor hem niet eens speciaal, dat is gewoon normaal Het is een ongelooflijk, maar totaal oprecht verhaal Hij is een man van staal En zijn macht is maximaal Krachtig als een zonnestraal De Grote Generaal! Krachtig als een zonnestraal De Grote, Grote Generaal! Hij maakt het liefst muziek in de allergrootste zaal Daar klinkt het kolossaal, hij is reuze muzikaal Hij speelt daar dan de hele dag, soms meer dan honderd maal Zijn orgelspel is prachtig, en zijn liedjes helemaal Het is een ongelooflijk, maar totaal oprecht verhaal Hij is een man van staal En zijn macht is maximaal Krachtig als een zonnestraal De Grote Generaal Krachtig als een zonnestraal De Grote, Grote Generaal!
48
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Liedtekst 2: Jarig Wij zijn blij Dat jij Ooit geboren bent Dat je hier vandaag te zien En ook te horen bent Wie jarig is Wordt flink verwend Maar morgen niet meer Morgen niet meer Omdat je dan nog lang niet jarig bent Het is fijn Hier te zijn Op jouw verjaardagsfeest Zonder jou waren wij Hier niet geweest Ga zo door en word maar meer dan honderd jaar De cadeautjes en de taart Cadeautjes en de taart Die liggen hier al dagen voor je klaar Heee hooo stop! De cadeautjes mag je houden Heee hooo stop! Maar de taart Ja de taart Die eten we dus mooi wel samen op! Heee hooo stop! De cadeautjes mag je houden Heee hooo stop! Maar de taart Ja de taart Die eten we dus mooi wel samen op!
49
Liedtekst 3: Protocollied U bent vast wel een keertje op een feest geweest Waar u zich heerlijk kon gedragen als een wildebeest U had uw voeten niet geveegd voordat u binnenkwam En aan uw kin kleefde zelfs een stukje boterham U had uw haren niet gekamd, uw nagels waren vies U brak een kopje van het kostbare servies Maar bij De Grote Generaal Is de maat wat sneller vol Hier moet het goed Zoals het moet Hier volgen wij het protocol Dus… Niet rennen Niet roepen Niet drinken Niet dauwen Niet jennen Niet snoepen Niet stinken Niet kauwen Niet spelen Niet gapen Niet stelen Niet slapen Niet duwen Niet spuwen Niet geeuwen Niet schreeuwen Niet dringen Niet springen Niet zingen Ten minste niet vals Want breek je de regels Dan is je straf niet mals (2x) U heeft vast een verjaardag van een oom gevierd En met uw neefjes en uw nichtjes heel wat afgeklierd Cadeautje zomaar ergens in een hoek gekwakt En stiekem veel te grote stukken taart gepakt Die propte u maar in uw mond Tot uw buik op barsten stond En limonade knoeien op de grond Maar bij De Grote Generaal Is de maat wat sneller vol Hier moet het goed Zoals het moet Hier volgen wij het protocol
50
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Dus… Niet rennen Niet roepen Niet drinken Niet dauwen Niet jennen Niet snoepen Niet stinken Niet kauwen Niet spelen Niet gapen Niet stelen Niet slapen Niet duwen Niet spuwen Niet geeuwen Niet schreeuwen Niet dringen Niet springen Niet zingen Ten minste niet vals Want breek je de regels Dan is je straf niet mals (2x)
51
Liedtekst 4: De Vrije Vogels De Vrije Vogels, dat zijn wij Een heel geheim orkest Maar jij mag er wel bij Hier wordt niemand weggepest Wij houden van muziek In alle soorten en alle maten Wij buigen alleen voor het publiek We moeten worden vrijgelaten Door rebellenleider: Stop ons niet in een kooi Laat ons de vleugels spreiden Dan hoor je muziek zo mooi Daar willen we voor strijden Dus opgepast en opgelet Als iemand ons het spel belet Dan komen we in verzet De Vrije Vogels, dat zijn wij Een heel geheim orkest Maar jij mag er wel bij Hier wordt niemand weggepest Wij houden van muziek In alle soorten en alle maten Wij buigen alleen voor het publiek We moeten worden vrijgelaten Vrije Vogels, Vrije Vogels, Vrije vogels, Dat zijn wij!
52
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Liedtekst 5: Spotlied K(inderen) G(eneraal) K G S(olist) G S K G K G S G S K K S K K S K G K G S K G K G K G K K G K G
Hé! Huh? Jij! Ik?! Waarom schreeuw je nou? ... Wij zijn heus niet doof Worden dat van jou! Hé! Waat?! Jij! Ja-‐haa! Trap eens op de rem Hè? Er is meer muziek Dan je eigen stem
Hé! Jij! Laat de mensen vrij Niemand hier wordt blij van zo’n baas als jij
Hé! Jij! Luister naar dit lied Jij doet veel verdriet Zie je dat dan niet?
Hé! Huh? Jij! Ik? Kijk ’s naar de rest Niemand vindt je leuk als je iemand pest
Hé! Wat? Jij! Jahaa Gekke generaal Nou ja! Laat de rest met rust Gekke generaal Ik? Laat de rest met rust Hoe durf je?
53
K G K G K G K
Gekke generaal Wat? Laat de rest met rust Jahaa Gekke generaal Nou ja!
Doe gewoon normaal!
54
Liedtekst 1: De Grote Generaal Bij zijn geboorte was hij jarig, dat was een signaal Hij was vanaf zijn eerste dag zo goed als ideaal Normaal zijn baby’s kaal en maken reuze veel kabaal Maar hij had mooie haren en meteen een tien voor taal! Wat hij ook doet, hij is op slag het best van allemaal Sportend gaat hij aan de haal met iedere bokaal Met medailles en de beker komt hij in ’t journaal Da’s voor hem niet eens speciaal, dat is gewoon normaal Het is een ongelooflijk, maar totaal oprecht verhaal Hij is een man van staal En zijn macht is maximaal Krachtig als een zonnestraal De Grote Generaal! Krachtig als een zonnestraal De Grote, Grote Generaal! Hij maakt het liefst muziek in de allergrootste zaal Daar klinkt het kolossaal, hij is reuze muzikaal Hij speelt daar dan de hele dag, soms meer dan honderd maal Zijn orgelspel is prachtig, en zijn liedjes helemaal Het is een ongelooflijk, maar totaal oprecht verhaal Hij is een man van staal En zijn macht is maximaal Krachtig als een zonnestraal De Grote Generaal Krachtig als een zonnestraal De Grote, Grote Generaal!
48
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Liedtekst 2: Jarig Wij zijn blij Dat jij Ooit geboren bent Dat je hier vandaag te zien En ook te horen bent Wie jarig is Wordt flink verwend Maar morgen niet meer Morgen niet meer Omdat je dan nog lang niet jarig bent Het is fijn Hier te zijn Op jouw verjaardagsfeest Zonder jou waren wij Hier niet geweest Ga zo door en word maar meer dan honderd jaar De cadeautjes en de taart Cadeautjes en de taart Die liggen hier al dagen voor je klaar Heee hooo stop! De cadeautjes mag je houden Heee hooo stop! Maar de taart Ja de taart Die eten we dus mooi wel samen op! Heee hooo stop! De cadeautjes mag je houden Heee hooo stop! Maar de taart Ja de taart Die eten we dus mooi wel samen op!
49
Liedtekst 3: Protocollied U bent vast wel een keertje op een feest geweest Waar u zich heerlijk kon gedragen als een wildebeest U had uw voeten niet geveegd voordat u binnenkwam En aan uw kin kleefde zelfs een stukje boterham U had uw haren niet gekamd, uw nagels waren vies U brak een kopje van het kostbare servies Maar bij De Grote Generaal Is de maat wat sneller vol Hier moet het goed Zoals het moet Hier volgen wij het protocol Dus… Niet rennen Niet roepen Niet drinken Niet dauwen Niet jennen Niet snoepen Niet stinken Niet kauwen Niet spelen Niet gapen Niet stelen Niet slapen Niet duwen Niet spuwen Niet geeuwen Niet schreeuwen Niet dringen Niet springen Niet zingen Ten minste niet vals Want breek je de regels Dan is je straf niet mals (2x) U heeft vast een verjaardag van een oom gevierd En met uw neefjes en uw nichtjes heel wat afgeklierd Cadeautje zomaar ergens in een hoek gekwakt En stiekem veel te grote stukken taart gepakt Die propte u maar in uw mond Tot uw buik op barsten stond En limonade knoeien op de grond Maar bij De Grote Generaal Is de maat wat sneller vol Hier moet het goed Zoals het moet Hier volgen wij het protocol
50
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Dus… Niet rennen Niet roepen Niet drinken Niet dauwen Niet jennen Niet snoepen Niet stinken Niet kauwen Niet spelen Niet gapen Niet stelen Niet slapen Niet duwen Niet spuwen Niet geeuwen Niet schreeuwen Niet dringen Niet springen Niet zingen Ten minste niet vals Want breek je de regels Dan is je straf niet mals (2x)
51
Liedtekst 4: De Vrije Vogels De Vrije Vogels, dat zijn wij Een heel geheim orkest Maar jij mag er wel bij Hier wordt niemand weggepest Wij houden van muziek In alle soorten en alle maten Wij buigen alleen voor het publiek We moeten worden vrijgelaten Door rebellenleider: Stop ons niet in een kooi Laat ons de vleugels spreiden Dan hoor je muziek zo mooi Daar willen we voor strijden Dus opgepast en opgelet Als iemand ons het spel belet Dan komen we in verzet De Vrije Vogels, dat zijn wij Een heel geheim orkest Maar jij mag er wel bij Hier wordt niemand weggepest Wij houden van muziek In alle soorten en alle maten Wij buigen alleen voor het publiek We moeten worden vrijgelaten Vrije Vogels, Vrije Vogels, Vrije vogels, Dat zijn wij!
52
Machtige muziek Op zoek naar mooie muziek
Liedtekst 5: Spotlied K(inderen) G(eneraal) K G S(olist) G S K G K G S G S K K S K K S K G K G S K G K G K G K K G K G
Hé! Huh? Jij! Ik?! Waarom schreeuw je nou? ... Wij zijn heus niet doof Worden dat van jou! Hé! Waat?! Jij! Ja-‐haa! Trap eens op de rem Hè? Er is meer muziek Dan je eigen stem
Hé! Jij! Laat de mensen vrij Niemand hier wordt blij van zo’n baas als jij
Hé! Jij! Luister naar dit lied Jij doet veel verdriet Zie je dat dan niet?
Hé! Huh? Jij! Ik? Kijk ’s naar de rest Niemand vindt je leuk als je iemand pest
Hé! Wat? Jij! Jahaa Gekke generaal Nou ja! Laat de rest met rust Gekke generaal Ik? Laat de rest met rust Hoe durf je?
53
K G K G K G K
Gekke generaal Wat? Laat de rest met rust Jahaa Gekke generaal Nou ja!
Doe gewoon normaal!
54
De educatieprojecten van Het Koninklijk Concertgebouw worden mede mogelijk gemaakt door VSBfonds, Stichting Thurkowfonds, Vandenbroek Foundation, Prins Bernhard Cultuurfonds, SNS Reaal Fonds, Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds