Wegwijzer wederopbouw Toekomst voor wederopbouwwijken
Naoorlogs Bouwen in Overijssel
1
Wegwijzer wederopbouw Toekomst voor wederopbouwwijken
Naoorlogs Bouwen in Overijssel
2
EEN VOORBEELD VAN RENOVATIE EN TRANSFORMATIE VAN EEN PORTIEKFLAT: DE LEEUW VAN VLAANDEREN IN AMSTERDAM
3
Inhoud INLEIDING
5
1. HET ONTSTAAN VAN DE WEDEROPBOUWWIJKEN
9
2. HOE HERKEN JE EEN WEDEROPBOUWWIJK?
13
3. WENKEN VOOR WEDEROPBOUW
19
4. WAT KUN JE ERMEE? renovatie/transformatie renovatie/transformatie sloop/nieuwbouw
laagbouw gestapelde bouw
23 25 45 87
OVERZICHT VAN BETROKKEN ORGANISATIES
98
BRONNEN
99
COLOFON
100
4
DE ZWOLSE WIJK DIEZERPOORT IN DE JAREN ‘60
5
Inleiding Grenzeloos optimisme De jaren na de Tweede Wereldoorlog kenmerkten zich door een sterk geloof in de vooruitgang en een naar hedendaagse maatstaven bijna grenzeloos optimisme over de toekomst. Na de donkere oorlogsjaren kon het immers alleen maar beter worden. Niet voor niets wordt deze periode, waarvoor doorgaans een tijdsgrens van 1945 tot circa 1965 wordt gehanteerd, vaak “de wederopbouw” genoemd. Een wederopbouw die niet alleen herstel van oorlogsschade betekende, maar zich ook richtte op de bouw van een nieuwe samenleving. Stedenbouw en architectuur werden gebruikt om een betere mens en daarmee een betere maatschappij gestalte te geven. Het ontwerpen van een nieuwe woonwijk waarin aan dit alles vorm moest worden gegeven, werd door veel stedenbouwkundigen, architecten en sociologen dan ook als een van de mooiste opdrachten beschouwd die men kon krijgen. Veranderende beeldvorming Veel van de wijken die met zoveel enthousiasme en idealisme zijn ontworpen, staan tegenwoordig in een heel wat minder gunstig daglicht. Wijken uit de Wederopbouw worden maar al te vaak geassocieerd met sociale problematiek, criminaliteit en achterstallig onderhoud. Ook de architectuur en stedenbouwkundige opzet staan in veel gevallen als verouderd en in verschillende opzichten als “versleten” te boek. Dat negatieve beeld is aan bijstelling toe. Niet alleen woont men in veel wijken van de wederopbouw nog
altijd met plezier, ook de denkbeelden die aan de stedenbouwkundige en architectonische concepten uit de naoorlogse periode ten grondslag liggen blijken opvallend actueel en fris. Als voorbeeld kan hier de hoge waardering voor de brede straten, de ruime pleinen en de royale groenvoorzieningen worden genoemd die veel van de wijken uit de wederopbouw kenmerken. Maar ook de lichte architectuur, waarin de menselijke maat nog richtinggevend was, waarderen veel bewoners van wederopbouwwijken nog altijd. Wie er oog voor heeft, ontdekt trouwens nog veel meer. Een wandeling door een wederopbouwwijk is voor de oplettende beschouwer letterlijk een feest voor het oog: wederopbouwarchitectuur wemelt van de interessante bouwkundige en artistieke details en decoraties. Het programma Naoorlogs Bouwen in Overijssel Na een periode van intensieve herstructurering, waarbij veel wijken van de wederopbouw letterlijk op de schop gingen, lijkt er nu sprake van een herbezinning. Zonder de realiteit van de sociale en bouwkundige problemen in veel wederopbouwwijken te ontkennen, groeit het besef dat met sloop en nieuwbouw ook veel waardevols verdwijnt. En dat terwijl veel wederopbouwwijken kwaliteiten bezitten die een goed vertrekpunt zijn voor revitalisering. Het ontbreekt eigenaars, ontwikkelaars en beleidsmakers tot nu toe echter aan houvast. Wat is een wederopbouwwijk precies? Waaraan kun je zo’n wijk herkennen? Wat maakt een wederopbouwwijk nu zo bijzonder? En hoe kun je waardevolle elementen dan een plaats geven in
6
herstructureringsopgaven? Om op deze vragen een antwoord te geven, heeft de provincie Overijssel in 2006 het programma Naoorlogs Bouwen in Overijssel in het leven geroepen. Deze wegwijzer is een onderdeel van dit programma. Opzet Deze wegwijzer bestaat uit vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk gaat kort in op het ontstaan van wederopbouwwijken en de actuele problematiek. Hoofdstuk 2 vermeldt hoe u een wederopbouwwijk herkent. Het derde hoofdstuk geeft drie wenken voor wederopbouw. Welke uitgangspunten zijn belangrijk als u aan het werk gaat in een wederopbouwwijk? Hoofdstuk 4 laat voorbeelden zien van hergebruik van wederopbouwwijken. Voorbeelden die inspireren en interesseren. De bijlage biedt verwijzingen. Waar kan men terecht voor vragen, advies en verdere ondersteuning?
7
SLOOP IS NOG STEEDS HET MEEST INGEZETTE MIDDEL OM DE PROBLEMATIEK AAN TE PAKKEN
8
DE ZWOLSE WIJK HOLTENBROEK IN DE JAREN ‘60
9
1. Het ontstaan van de wederopbouwwijken Woningnood Na de Tweede Wereldoorlog was de materiële schade in Nederland enorm. In totaal waren door de oorlog 87.000 woningen verwoest, 43.000 zwaar beschadigd en 300.000 licht beschadigd. 1 op de 5 woningen was niet ongeschonden uit de oorlog gekomen. De wederopbouwopgave was dus zeer omvangrijk. De wederopbouw richtte zich naast het herstellen van de oorlogsschade ook op het realiseren van nieuwe woningen in nieuwe wijken. Nieuwe woningen waren broodnodig door de explosieve toename van de bevolking: deze groeide van 8,8 miljoen in 1940 tot 12,9 miljoen in 1970, van 2,3 miljoen huishoudens in 1947 tot 3,6 miljoen in 1971. Zowel de grote steden als de kleine plattelandsgemeenten stonden tijdens de wederopbouwperiode (1945-1965) voor de opgave om snel en veel woningen te realiseren tegen beheersbare kosten. In de periode 1945-1965 werden bijna twee miljoen woningen aan de vooroorlogse voorraad van ongeveer anderhalf miljoen woningen toegevoegd. De rijksoverheid als regisseur Al tijdens de oorlog nam de rijksoverheid de taak op zich om centraal vanuit Den Haag leiding te geven aan de wederopbouw van ons land. Een nieuw ministerie, Openbare Werken en Wederopbouw, had de totale controle over de woningbouw. Jaarlijks werd er een Bouwplan vastgesteld. Hierin kregen lagere overheden een maximaal aantal te bouwen woningen aangewezen. Gemeenten waren in eerste instantie geïnteresseerd in een zo groot
mogelijk woningcontingent, om daarmee in de grootste nood te voorzien. De verstrekking van subsidies aan woningbouw was gekoppeld aan bindende kwaliteitsnormen en richtlijnen, de zogenaamde “Voorschriften en Wenken”. Hieraan lag de wens ten grondslag om te komen tot een beperkt aantal efficiënte woningontwerpen. De Stichting Efficiënte Woningbouw ontwikkelde een reeks standaardplattegronden voor eengezinsen etagewoningen. Het tijdschrift “Bouw” en het Bouwcentrum in Rotterdam hadden een belangrijke rol in de landelijke verspreiding ervan. De rijksoverheid probeerde de ontwikkeling van arbeids-, materiaal- en kostenbesparende bouwmethoden te bevorderen. Zo konden gemeenten het toegewezen woningcontingent vergroten door te bouwen in het Airey-systeem of een van de vele andere bouwsystemen. De wijkgedachte als uitgangspunt Het basisidee achter de naoorlogse uitbreidingswijken was de wijkgedachte, ontwikkeld door een Rotterdamse studiegroep. De wijkgedachte was een belangrijk hulpmiddel om de stad in te delen. Daarnaast waren de bedenkers van de wijkgedachte ervan overtuigd dat de indeling van een stad een grote invloed had op ontplooiing van de stadsbewoners. De wijkgedachte was hiermee ook een soort van beschavingsoffensief om de anonieme massamens om te vormen tot een verantwoordelijk burger. Volgens de wijkgedachte was het gezin de hoeksteen
10
van de samenleving. Het leven van de mens was opgebouwd uit verschillende levenssferen, beginnend bij de woning en oplopend via een buurt en wijk naar de stad als geheel. Een ideale woonbuurt was samengesteld uit diverse woning- en gebouwtypen voor alle groepen van bewoners, verschillend in sociale klasse en leeftijd. Dit bood de wijkbewoner zijn leven lang een overzichtelijke en vertrouwde levenskring, zo was de gedachte. Elke wijk of buurt kreeg eigen voorzieningen. Winkels, kerken en het gemeenschapsgebouw kregen een plek in het centrum van de wijk. Scholen en terreinen voor spel en ontspanning kwamen in de groenstroken, die verspreid over de wijk lagen.
11
50-plussers, oud en gebrekkig? Sloop meest ingezette middel om problematiek aan te pakken De eerste na de oorlog gebouwde wijken zijn inmiddels 50-plussers. Vaak wordt er niet meer positief over gesproken. Zo heten de meeste woningen uit de wederopbouwperiode niet meer aan de huidige woonwensen te voldoen omdat ze te klein zijn, slecht geïsoleerd zijn en technische gebreken vertonen. Ook in esthetisch opzicht worden ze als verouderd ervaren: de architectuur van de wederopbouw krijgt vaak het stempel “sober” en “eentonig” mee. Meer waardering lijkt er te zijn voor het groene karakter dat veel naoorlogse wijken kenmerkt. Ook de groenvoorzieningen zijn echter aan verloedering onderhevig. Ook dit is mede te wijten aan de eenzijdige sociale samenstelling van de wijken en het steeds beperkter voorzieningenpakket dat daarvan het resultaat is. Het antwoord op bovenstaande problematiek wordt vaak gezocht in grootschalige sloop en nieuwbouw. Er wordt veel vaker voor sloop en vervangende nieuwbouw gekozen dan voor renovatie. Zeker wanneer het sociale woningbouw betreft; sociale huurwoningen hebben een twaalfmaal grotere kans gesloopt te worden dan koopwoningen. Toch lijkt de tendens tegenwoordig te verschuiven. Her en der in het land zijn steeds meer aansprekende voorbeelden te zien van renovatie van wederopbouwwijken, al dan niet in combinatie met sloop/ nieuwbouw. Verderop in deze wegwijzer vindt u hiervan een aantal voorbeelden.
12
^
WONIINGTOEDELING WAS HEEL NORMAAL TIJDENS DE WEDEROPBOUWPERIODE
13
2. Hoe herken je een wederopbouwwijk? Wie in een willekeurige plaats in Overijssel op zoek gaat naar wijken uit de wederopbouw, zal in de eerste plaats goed moeten kijken naar de ligging. Een goede plattegrond kan daarbij helpen. Tot aan de Tweede Wereldoorlog hadden de meeste Overijsselse steden en dorpen slechts bescheiden uitbreidingen buiten de oude stads- of dorpskern. De uitbreidingswijken die er waren, lagen bovendien dicht tegen het centrum aan. Veel wederopbouwwijken liggen dus ook vaak nog in de buurt van het centrum en sluiten nauw aan op eventuele vooroorlogse uitbreidingen. Wederopbouwwijken hebben een aantal specifieke kenmerken: een hiërarchische opzet; heldere begrenzingen; functionele en overzichtelijke wegen; veel groen; stempel- en strokenbouw en een mix van “traditionele” en “moderne” architectuur. 1. Hiërarchische opzet Wederopbouwwijken zijn zeer hiërarchisch opgebouwd. Alles is ingedeeld in een volgorde van belangrijkheid. Hierin is duidelijk de wijkgedachte terug te zien, het basisidee achter de naoorlogse uitbreidingswijken. Deze hiërarchie zie je op het gebied van voorzieningen, scholen, groen en kerken. Een voorbeeld als het gaat over het groen in de wijk: buurtgroen is alleen bedoeld voor de omwonende kinderen om te spelen, terwijl de wijk meestal ook een plantsoen heeft dat is bedoeld voor alle wijkbewoners. Ook bij de voorzieningen vind je deze zelfde hiërarchie terug: het buurtwinkelcentrumpje heeft een paar kleine
winkeltjes voor de dagelijkse boodschappen. Voor de grote boodschappen of niet-dagelijkse inkopen ga je naar het wijkwinkelcentrum, dat ook een stuk groter is. In de loop der tijd is deze hiërarchische opbouw minder goed zichtbaar geworden, omdat vaak buurtwinkelcentra leeg zijn komen te staan of stukjes groen zijn bebouwd. 2. Heldere begrenzingen
- de wijk is vanaf de buitenkant herkenbaar - in de wijk zelf zijn afzonderlijke buurten (vaak in de vorm van stempels) duidelijk herken- en beleefbaar
Een wederopbouwwijk is in zijn geheel ontworpen, de begrenzingen zijn vaak heel duidelijk. Je ziet duidelijk waar de wijk begint en eindigt. De plattegrond van de wijk is vaak rechthoekig. Ook de grenzen tussen de verschillende buurten zijn goed zichtbaar. Wijken of buurten worden van elkaar gescheiden door brede wegen of door groen. 3. Stempels en stroken
- het midden van de wijk werd gevuld met stempels - aan de randen van de wijk bouwde men de bouwblokken in zogenoemde stroken om deze rand te benadrukken
Een belangrijk kenmerk van de meeste wederopbouwwijken is het voorkomen van zogenoemde stempels. Vooral op de plattegrond van de wijk zijn deze vaak goed te herkennen. Een stempel bestaat uit een groepje van verschillende en in hoogte variërende woningtypen. Zo’n stempel wordt vaak
14
meerdere malen herhaald. De bedoeling was om door middel van deze stempels een ritmisch straatbeeld te creëren. Waar stempels vaak in het midden van de wijk liggen, koos men voor de randen van de wijk vaak voor het bouwen in stroken. Strokenbouw dient vaak als begrenzing van de wijk.
meeste wederopbouwwijken besteedde men in het ontwerp veel aandacht aan het groen. Het was een belangrijk onderdeel van het plan. De wijken werden zo ingedeeld dat het gemeenschappelijk groen in gelijke mate over alle woningen werd verdeeld, zodat iedereen van het groen kon genieten en dat men elkaar hier ook tegenkwam.
4. Functionele en overzichtelijke wegenstructuur
6. Mix van “traditionele” en “moderne” architectuur
- rechte wegen en lange zichtlijnen voor automobilisten - in de rijwegen geïntegreerde fietsroutes - evenwijdig aan de rijwegen liggende voetpaden in de stempels diagonaal lopende voetpaden om ontmoetingen te bevorderen - door breedte en straatprofiel neemt een weg een specifieke plaats in binnen de “logistieke hiërarchie”: - een weg is onmiddellijk herkenbaar als meer of minder belangrijke rijweg of voetpad (ontsluitingsweg, buurtstraat of woonstraat)
De jaren van de wederopbouw waren ook de jaren van de opkomst van een nieuw vervoermiddel, de auto. In de ontwerpen van de wederopbouwwijken is nadrukkelijk rekening gehouden met deze nieuwkomer. De ontsluitingswegen zijn meestal brede, rechte wegen bedoeld voor een snelle verkeersafwikkeling. Daarnaast kent de wijk een maximum aan parkeerruimte (voor die tijd). De structuur van de wegen in de wijk met het onderscheid tussen ontsluitingswegen en buurtstraten is een duidelijk kenmerk van naoorlogse woonwijken. Er zit een herkenbare hiërarchie in. 5. Veel groen
- zowel gras en lage beplanting als bomen en struiken - het groen heeft voor een groot deel een openbaar karakter en vormde de “ontmoetingsplaats” voor de bewoners van de wijk
Groen ligt vooral om de verschillende buurten van een wijk en dient als scheiding tussen de buurten. Ook aan de randen van de wijk bevindt zich groen. Belangrijke voorzieningen voor de wijk, zoals scholen, liggen in het groen. Bij de plannenmakerij voor de
- combinatie van twee architectuurstromingen (vooral bij de wijken tot 1955) - grote uniformiteit: veel gebouwen zijn gelijkwaardig in vormgeving - de architectuur is dikwijls sober: details worden ingezet om gebouwen of gebouwdelen te onderscheiden - geleding van de straatgevels, door in- en uitspringende geveldelen en de groepering en indeling van de vensters
In de wederopbouwwijken zijn vaak twee architectuurstromingen te onderscheiden, het Nieuwe Bouwen (Modernisme) en de Delftse School (Traditionalisme). Vaak is de architectuur in de wijk een mix van beide stromingen. Deze architectuur wordt “shake hands” genoemd. Opmerkelijk voor wederopbouwwijken is dat het ontwerp niet meer een losse woning betreft, maar een verzameling van woningen. De architectonische uitwerking van de gebouwen staat ten dienste van het totaal. Ondanks het strakke regime en de standaardplattegronden die de architecten van bovenaf opgelegd kregen, ontstond er wat betreft architectuur in de wijken geen eenheidsworst. Met een minimum aan geld en materiaal werd door de architecten toch een “handtekening” gezet. 7. Straatnamen Een ander, minder voor de hand liggend aanknopingspunt zijn de straatnamen in de wijken. Ze vallen vooral in de volgende categorieën: - vogels - bomen - bloemen - componisten
15
- namen die te maken hebben met de bevrijding van Nederland, bijvoorbeeld Churchill, Canada en namen van verzetsstrijders - namen van leden van het Koninklijk Huis, met name van de jonge prinsessen Beatrix, Irene, Margriet en Marijke Niet altijd sprake van wijken In met name de kleinere kernen van Overijssel zijn geen “echte” wederopbouwwijken aanwezig. De bebouwing uit de wederopbouwperiode beperkt zich hier vaak tot maximaal drie straten. Vaak zijn deze straten “organisch” opgenomen in oudere en jongere bebouwing. Niet alle bovengenoemde kernmerken komt men in de kleinere kernen tegen. Toch kan er in de kleinere kernen degelijk sprake zijn van waardevolle architectuur. Deze wegwijzer is ook toepasbaar op de kleinere kernen.
^
MENIGE STRAAT IS VERNOEMD NAAR EEN VAN DE JONGE PRINSESSEN
16
Niet alleen maar negatief... Wat zijn de pluspunten van de wijken? Het idee van de wijk als een sociale en ruimtelijke eenheid wordt als stedenbouwkundig concept onder de hedendaagse gewijzigde maatschappelijke omstandigheden steeds vaker als achterhaald beschouwd. De moderne mens is steeds minder fysiek gebonden aan een plaats of wijk en zoekt een woonplek in overeenstemming met zijn specifieke behoefte en de inhoud van zijn portemonnee. Marketingconcepten als leefstijlen en woonstijlen worden ingezet om nieuwe woongebieden te benoemen en promoten. Bestaande, naoorlogse wijken zouden zich niet kunnen aanpassen aan het sociaalmaatschappelijke leven van vandaag de dag. Bij de herstructurering van de naoorlogse wijken in het kader van de stedelijke vernieuwing is daarom hoog ingezet op sloop/nieuwbouw en toename van koop- en duurdere huurwoningen ter verbetering van de sociaal-economische positie van deze stedelijke gebieden. Het geschetste beeld van de naoorlogse wijken is in de Nota Stedelijke Vernieuwing (1997) en in de media overwegend negatief. Monofunctionele, verpauperde gebieden met slechte portiekwoningen of galerijflats, waar een normaal mens ’s avonds niet meer over straat gaat. Klopt dit beeld of is er ook een andere manier om naar deze wijken te kijken? Wanneer de sociaal-maatschappelijke problemen even buiten beschouwing worden gelaten, kunnen – in algemene zin – de volgende positieve karakteristieken van de vroeg-naoorlogse wijken (1945 - 1965) onderscheiden worden: - De wederopbouwwijken zijn een overblijfsel van een zeer belangrijke periode in Nederland. - De diversiteit van de woningen is goed, al zijn ze relatief klein. - In vergelijking met andere wijken is er veel meer groen. - De ligging van de wijken is gunstig: de wijken liggen gunstig ten opzichte van het stadscentrum en het hoofdwegennet en zijn (meestal) voorzien van goed openbaar vervoer. - 60% van de woningen is eengezinswoning. - De huurwoningen hebben een goede prijs-kwaliteitsverhouding. - De menselijke maat gold als uitgangspunt. Deze wegwijzer wil aangeven dat deze wijken vaak meer kwaliteiten hebben dan menigeen denkt en dat deze wijken meer mogelijkheden voor hergebruik en aanknopingspunten bieden dan menigeen weet. Dit kan soms alleen al in de achterliggende gedachtegang zitten. Deze wegwijzer pleit ervoor om in het begin van de planvorming ook te kijken naar het bestaande. Welke mogelijkheden biedt dit eigenlijk?
17
18
HET GERENOVEERDE INTERIEUR VAN DE LEEUW VAN VLAANDEREN IN AMSTERDAM
19
3. Wenken voor wederopbouw 1. Wees je bewust van het maatschappelijk belang
2. Ga uit van de kracht van het bestaande
Wederopbouwwijken zijn het resultaat van een belangrijke periode uit de Nederlandse geschiedenis, de periode van na de Tweede Wereldoorlog. Een op de vijf woningen was niet ongeschonden uit de strijd gekomen. Naast de enorme herstelopgave, lag er een nog grotere uitbreidingsopgave vanwege de explosieve bevolkingstoename.
Sluit bij herstructureringsplannen een goed huwelijk tussen de bestaande kwaliteiten en het gewenste programma. Dat bereik je niet door eenzijdig het bestaande voorop te stellen, maar ook niet door het programma heilig te verklaren. Dat laatste is iets wat opdrachtgevers nogal eens lastig vinden. Het huwelijk tussen het bestaande en het gewenste komt niet vanzelf tot stand en je moet er aan blijven werken. Het vergt een andere basishouding en aanpak dan tot nu toe gebruikelijk is. Aan de opdrachtgever vraag je zich minder hard op te stellen bij het formuleren van het programma. Hij moet beter kijken wat in een wijk speelt en hoe dat voorzichtig kan worden verbeterd. Omdat je van dit proces het eindpunt nooit goed kan definiëren, is een zekere openheid vereist. Architecten moeten omgekeerd het ontwerpen niet meer zien als het realiseren van een eindbeeld, maar inzetten op een onderzoek naar de mogelijkheden die verscholen liggen in de bestaande structuur. Zij moeten zich afvragen wat goed functioneert en daarvan afblijven en de voorstellen tot verbetering daar op afstemmen.
In de periode 1945-1965 zijn bijna twee miljoen woningen aan de vooroorlogse voorraad van anderhalf miljoen woningen toegevoegd. Via een centraal gestuurde aanpak zijn toonaangevende architecten, stedenbouwkundigen en sociologen betrokken geweest bij de uitvoering. Er was ruimte voor nieuwe geluiden, bouwmethoden en ideologieën. Stedenbouw en architectuur werden ingezet om een betere samenleving te creëren. Dat, decennia later, sommige wijken niet meer aan de huidige woonwensen en bouwkundige eisen voldoen, staat buiten kijf. En dat niet alle ideologieën waarheid zijn geworden, klopt ook. Feit is wel dat de wederopbouwwijken in Nederland een belangrijke uiting zijn van de opvattingen over stedenbouw en architectuur van vlak na de oorlog. Ze maken onderdeel uit van onze geschiedenis en ons geheugen en zijn daarmee cultureel erfgoed. Wederopbouwwijken vormen een onderdeel van ons collectief geheugen, ze zijn van ons allemaal.
Over de aanpak van wijken wordt hoog boven in de organisatie besloten door personen die weinig kennis hebben van de casco’s. Dat betekent, dat corporaties volledig afgaan op mutatie- en exploitatiecijfers en op basis daarvan sloopbeslissingen nemen. Maar
20
die getallen zeggen niets over de rol die bestaande gebouwen spelen in een vernieuwde wijk. De grote vraag is dan ook hoe we die fysieke kennis zo kunnen organiseren dat ze op dat hogere beslissingsniveau een rol kan spelen. Daarnaast wordt in de stedenbouw een soort abstractie wordt bedreven die onvoldoende aansluit bij wat je concreet in een wijk aantreft. “Ik heb een stedenbouwkundige voor een zaal met bewoners wel eens de sloop van een woonblok horen verdedigen op grond van het feit dat dit een zichtas blokkeerde. Waarop een bewoner riposteerde dat je juist in een zichtas prachtig woont. De argumentaties van stedenbouwkundigen om iets al dan niet te slopen zijn over het algemeen vrij mager.” (Tilman, 2009, p. 15) “Je zult de stad moeten aanpassen naar aanleiding van het gebruik dat ervan wordt gemaakt. Het is in de geschiedenis van de stad echter vrij uitzonderlijk dat dit gebeurt door hele wijken weg te vagen en dan opnieuw te beginnen. Het probleem is dat de corporaties bij dit soort operaties mikken op de middengroepen. Natuurlijk passen die niet in de portiekflats en zijn rigoureuze ingrepen nodig. De vraag is echter of je dat moet willen en of je niet op zoek moet naar die vormen van stedelijk wonen die wel in deze structuren passen.” (Tilman, 2009, p. 16) “Je moet de bestaande kwaliteiten koesteren en de eventuele fouten eruit halen. De fysieke structuur zal moeten worden ingericht op de gewenste diversiteit van het woningaanbod. In veel projecten halen wij de grotere woningen uit het portiek en geven we ze een eigen voordeur aan de straat. Dat is heel simpel, maar zo heb je wel diversificatie en verminder je de eventuele overlast. ” (Tilman, 2009, p. 16) Het gaat erom dat we onze wederopbouwwijken gebruiken en niet verbruiken. Verdiep je in de wijk, ken de kwaliteiten en gebruik ze.
3. Weet dat de wederopbouwwijk een hiërarchisch opgebouwd geheel is Kenmerkend voor wederopbouwwijken is dat ze als geheel zijn ontworpen. Ook de woningen zelf zijn als een geheel ontworpen en niet als individuele woningen. Daarin ligt ook de kracht van de wijk, in het geheel. Het geheel vormt, door een bepaalde herhaling en een bepaalde rangschikking van de gebouwen ten opzichte van elkaar, een eenheid. De wijk is opgebouwd volgens het gelede stadsprincipe en de wijkgedachte. De wijk is hierbij een belangrijk onderdeel van de stad. De volgens de wijkgedachte ideale wijk, die op haar buurt weer uit buurten bestaat, is samengesteld uit diverse woning- en gebouwtypen voor alle groepen van bewoners, verschillend in sociale klasse en leeftijd. Het is belangrijk om toekomstplannen te richten op de gehele wijk en niet op afzonderlijke woongebouwen. Hiermee voorkom je dat je het overzicht verliest en de wijk laat versnipperen door ad hoc ingrepen. Gemeente en corporatie zouden eigenlijk een gemeenschappelijke visie moeten opstellen. Elke wijk of buurt kreeg eigen voorzieningen. Winkels, kerken en het gemeenschapsgebouw kregen een bijzondere plek in het centrum van de wijk. Scholen en terreinen voor spel en ontspanning kwamen in de groenstroken, die verspreid over de wijk lagen. Wees je bij herbestemmingsonderzoeken of sloop-/ nieuwbouwplannen bewust, dat de voorzieningen in de wijk vaak een bijzondere stedenbouwkundige ligging hebben. Doe bij het uiteindelijke ontwerp recht aan de bijzondere plek en de bijzondere betekenis die deze plek binnen de wijk heeft. Maak plannen voor de toekomst van de gehele wijk en doe niet aan “postzegelplannen”.
21
22
^
FOLDER WAARIN DE INTRODUCTIE VAN EEN NIEUW WONINGTYPE, DE DUPLEXWONING, WERD UITGELEGD
23
4. Wat kun je ermee? Er zijn in Nederland al verschillende voorbeelden van wederopbouwwijken die een herstructureringsopgave achter de rug hebben. Deze wijken verschillen in schaalniveau, aard van de opgave en de aanleiding tot ingrijpen. Ook de gekozen oplossingen variëren van renovatie tot sloop/nieuwbouw of een combinatie van beide. Hierna volgt een overzicht van aansprekende voorbeelden. De voorbeelden zijn gerubriceerd. Als eerste worden voorbeelden van renovatie en transformatie getoond, zowel wat betreft laagbouw als gestapelde bouw. Daarna komen voorbeelden van sloop/nieuwbouw aan de orde. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen laagbouw en gestapelde bouw. In de voorbeelden noemen we zowel het begrip renovatie als transformatie. Hieronder verstaan we het volgende: Renovatie: het door ingrijpende verbouwing weer bewoonbaar maken van een woning of een stadswijk. Transformatie: het renoveren van een woning of een stadswijk, waarbij door middel van slopen en/of aanbouwen een aanzienlijke gedaanteverandering optreedt.
24
NIEUWE DAKSTUDIO’S OP EENGEZINSWONINGEN IN DE ROTTERDAMSE WIJK HORDIJKERVELD
25
RENOVATIE/TRANSFORMATIE laagbouw
26
Met een rugzak naar Arnhem Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Gelderland Arnhem Arnhem Malburgen/Malburgen West Speenkruidpad, Meldestraat
Schaalniveau Verandering
Buurt Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Volkshuisvesting Arnhem Marco Henssen Architecten bv, Rotterdam
Waarom is er ingegrepen? Vanwege gebrek aan bouwlocaties in de overige delen van de stad, zocht Arnhem de ruimte aan de zuidzijde van de Rijn. De wijk Malburgen is voor de Tweede Wereldoorlog als tuindorp ontworpen door architect Grandpré Molière. Malburgen zou de eerste en enige uitbreidingswijk van Arnhem worden aan de zuidzijde van de Rijn. Een tuindorp met veel groen, eengezinshuizen en beneden- en bovenwoningen. De oorspronkelijke plannen zijn niet uitgevoerd als gevolg van de Tweede Wereldoorlog en de grote woningnood daarna. Omdat alle vooroorlogse bebouwing tijdens de oorlog was verwoest, moesten in hoog tempo veel goedkope woningen worden gebouwd. Ook werd het woningaantal groter dan gepland en kwamen er veel flats. Uiteindelijk verrezen zevenduizend woningen in Malburgen, waarvan zo’n 80% in de sociale huursector. De extra bedrijven en voorzieningen die voor deze groei nodig waren, kwamen vaak op locaties aan de rand van de wijk terecht. Het gevolg was dat de oorspronkelijke opzet
www.volkshuisvesting.nl www.marcohenssen.nl
ingrijpend werd gewijzigd. Van de eens bedoelde samenhang en openheid naar het omringende landschap bleef weinig over. Maar er veranderde meer. Malburgen bleef niet de enige wijk aan de overkant van de Rijn. Vanaf de jaren ’70 verrezen nieuwe uitbreidingswijken. Het woningbestand in Malburgen is eenzijdig. De wijk bestaat voornamelijk uit gestapelde en uit kleine en goedkope huurwoningen. Dat maakt Malburgen aantrekkelijk voor starters op de woningmarkt en voor mensen met een laag inkomen. Degenen die een ruimere woning of een koopwoning willen, hebben echter binnen de wijk nauwelijks mogelijkheden om door te stromen. Het gevolg is dat de huishoudens met hogere inkomens naar andere wijken verhuizen en zelfs buiten de stad een nieuwe woning vinden. Dit heeft in de loop der jaren geleid tot een sociaal-economisch eenzijdige bevolkingssamenstelling: de “blijvers” van het eerste
27
Algemene projectgegevens Wanneer afgerond? 2001 Aantal woningen voor de renovatie 200 Aantal woningen na de renovatie 200 Doelgroep voor de renovatie gezinnen Doelgroep na de renovatie gezinnen Typologie en beheervorm voor de renovatie eengezinswoning/sociale huur Typologie en beheervorm na de renovatie eengezinswoning/sociale huur Cijfers en centen Bruto vloeroppervlak voor de renovatie 18.300 m2 Bruto vloeroppervlak na de renovatie 18.800 m2 De totale bouwkosten € 11.026.859,De gemiddelde bouwkosten per woning € 55.134,De gemiddelde maandelijkse huurprijs na de ingreep € 490,- (2009, inclusief servicekosten) De gemiddelde koopprijs na de ingreep n.v.t.
<<< << <
OORSPRONKELIJKE SITUATIE TIJDENS DE RENOVATIE HET RESULTAAT
28
^
RUGZAKWONINGEN
29
uur en de recente bewoners die vaak slechts tijdelijk in Malburgen wonen. Een wijk als Malburgen dreigt daardoor af te zakken naar de onderkant van de woningmarkt als niet wordt ingegrepen. Wat was het doel van de verandering? - creëren van een leefbare wijk, waar het prettig wonen en werken is voor allerlei mensen - oriëntatie op de omliggende groene omgeving - meer variatie in de woningvoorraad - daling van 80% naar 50% sociale woningbouw - grotere sociale samenhang Wat is er veranderd? De herstructurering van Malburgen gebeurt volgens het Ontwikkelingsplan Malburgen. Tot 2015 worden er gefaseerd verschillende deelprojecten uitgevoerd. Bij de herstructurering zal er deels sloop en nieuwbouw plaatsvinden. Daarnaast wordt een deel van de bestaande voorraad gerenoveerd. Een voorbeeld hiervan is de renovatie van 200 eengezinswoningen in Malburgen West. Hierdoor kunnen de woningen weer voor 30 jaar worden geëxploiteerd. In de woningen, met drie slaapkamers, zijn de badkamers van 2 m2 tot 4,5 m2 vergroot. Dit was noodzakelijk om ruimte te bieden aan huishoudelijke apparatuur als wasmachines en –drogers. De uitbreiding van de badkamers is niet ten koste gegaan van de slaapkamers. De uitbreiding van de badkamer kon plaatsvinden door een geprefabriceerde “rugzak” aan de gevel te hangen. Daarnaast leverde het ontbreken van spouw en spouwmuurisolatie de nodige vochtproblemen op. Een nieuw buitenspouwblad optrekken zou de fundering te zwaar belasten. Het verwijderen van de bestaande bakstenen muur zou te riskant zijn, omdat het achterliggende betonnen casco wellicht niet op zichzelf
zou kunnen staan. Een oplossing werd gevonden in het plaatsen van een dunnere, lichte beplating van keramische tegels op een houten frame op enkele centimeters voor de oude gevel. In de ruimte tussen tegels en oorspronkelijke gevel is een isolatielaag aangebracht. De keuze had als bijkomend voordeel dat de bewoners tijdens het bouwproces van hun woning gebruik konden blijven maken. De rode daken zijn gebleven en vormen de verbinding tussen de huizen. De bestaande ritmiek van de woningen, van open (puien) en gesloten (metselwerk) is versterkt: dichte gevelvlakken zijn bekleed met keramische elementen en puien zijn ingevuld met glas. Bij dit plan is rekening gehouden met de klussende bewoner. Voor een eventuele aanbouw aan de achterzijde is een bouwpakket ontworpen. Met behulp van een boodschappenlijstje en een tekening van de architect in samenwerking met Gamma kan de bewoner eventueel zelf een achteraanbouw plaatsen. Zo wordt geprobeerd te bereiken eventuele aanbouwen op elkaar te laten aansluiten. Op van de openbare weg goed zichtbare plekken, die om duidelijke afscheiding en representatie vragen, staan geperforeerde stalen schuttingen. Wat is er bijzonder? Doordat de bewoners tijdens de renovatie in de woningen bleven wonen, moest de bouw strak worden georganiseerd. De totale bouwtijd in de woning mocht maar 10 werkbare dagen zijn. Gevels en badkameruitbouwen moesten in één dag geplaatst worden en weer- en winddicht zijn. De uitbreiding van de woning ter hoogte van de eerste verdieping door middel van het toevoegen van een “rugzak”. Doordat elke “rugzak” identiek is en door de toepassing van keramiek en glas is de ritmiek in het straatbeeld behouden gebleven. Door de ontwikkeling van een doe-het-zelfpakket voor de huurders wordt de uniformiteit in de buurt bij eventuele uitbreidingen gewaarborgd.
30
Tuindorp Kethel Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Schiedam Schiedam Tuindorp Kethel n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Buurt Renovatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Woonplus Schiedam BIQ Stadsontwerp bv, Rotterdam
Waarom is er ingegrepen? Tuindorp Kethel is een naoorlogse buurt uit de jaren vijftig, ontworpen volgens het destijds populaire concept van het tuindorp. In de loop der jaren is de buurt door stadsuitbreiding en aanleg van de snelweg A20 omringd door bebouwing en ligt nu als een groene oase in een stedelijk gebied. De buurt is opgezet met open bouwblokken met achterpaden. De woningen zijn van twee verschillende architecten, die wel de afstemming bij elkaar hebben gezocht. In het bestemmingsplan was vastgelegd dat de binnenterreinen tussen de huizen niet bebouwd mochten worden; de woningen hadden dan ook inpandige bergingen. De binnentuinen hadden een open en collectief karakter en het openbare gebied begon met groenperken direct aan de voor- en zijzijdes van de woningen. Door het ontbreken van trottoirs waren openbare ruimte, privé-buitenruimte en woningen nauw met elkaar verweven. Dit gaf de buurt een bepaald uniform beeld van kunstmatige stedenbouwkundige schoonheid: op elkaar afgestemde woningarchitectuur, open stroken tussen de woningen en straten met groenstroken.
www.woonplus.nl www.biqstad.nl
De binnenterreinen werden na een jaar of tien na de bouw “gekraakt”. Er verschenen kolenkisten en lage schuurtjes en de tuinen werden geïndividualiseerd met pergola’s en erfafscheidingen. De openbare groenstroken werden eveneens “gekraakt”. Er ontstond een semi-publieke ruimte die een zekere beeldvariëteit aan de buurt gaf en het uniforme beeld van de oorspronkelijke opzet veranderde. Toch was het beeld niet rommelig door een bepaalde eenheid in het gebruik van materialen en vormen van de zelf aangebrachte bouwsels. Het kraken van de binnentuinen bracht een proces van verbouwingen in de woning op gang door de vrijgekomen ruimte van de binnenberging. Deze kreeg diverse functies zoals (bij)keuken of uitbreiding van de woonkamer door de binnenmuren te slopen. Door dit proces heeft de kunstmatige schoonheid van de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet plaatsgemaakt voor een vertrouwd beeld van straat, voortuintje, huis en achtertuin met schuur en schutting. De technische staat van de schil van beide typen woningen was slecht door onder meer lekkage en vochtproblemen, en de architectuur van de woningen
31
Algemene projectgegevens Wanneer afgerond? 2002 Aantal woningen voor de renovatie 241 Aantal woningen na de renovatie 241 Doelgroep voor de renovatie gezinnen Doelgroep na de renovatie gezinnen Typologie en beheervorm voor de renovatie eengezinswoning/sociale huur Typologie en beheervorm na de renovatie eengezinswoning/sociale huur en koop Cijfers en centen Bruto vloeroppervlak voor de renovatie 22.955 m2 Bruto vloeroppervlak na de renovatie 22.955 m2 De totale bouwkosten € 8.500.000,De gemiddelde bouwkosten per woning € 35.000,De gemiddelde maandelijkse huurprijs na de ingreep onbekend De gemiddelde koopprijs na de ingreep onbekend
OORSPRONKELIJKE SITUATIE > >> >>>
32
33
was door eerdere renovaties grondig aangetast. Reden tot ingrijpen. Wat was het doel van de verandering? Belangrijkste tekortkomingen van Tuindorp Kethel waren de technische staat van de woningschil en de ontstane architectonische disbalans tussen de Aireyen Welchenwoningen. De renovatie richtte zich op de aanpak van deze tekortkomingen. De renovatie van beide woningtypen concentreerde zich op de schil, waarbij een snelle renovatiesystematiek wenselijk was. De woningen werden immers in bewoonde staat gerenoveerd. Wat is er veranderd? Het complex had de beste verhuurbaarheidsscore van de voorraad van Woonplus en een lage huurprijs in verhouding tot de kwaliteit van de woningen. Het was een complex met een lage boekwaarde en een hoge marktwaarde ofwel een hoge verdiencapaciteit, respectievelijk € 36.000,- en € 147.000,- ten tijde van de renovatie. Door het verschil in bouwsysteem zijn de buitenschil van beide woningsoorten ieder op een eigen manier gerenoveerd. De Airey-woningen van Zwiers werden voorzien een nieuwe gevelbekleding met speciaal hiervoor ontwikkelde polyesterbetontegels, zodat weer een hecht verband ontstond met het skelet, de ornamenten en de bekleding. De panelen zijn gepotdekseld gemonteerd, waardoor het stramien van de oorspronkelijke architectuur wordt benadrukt. Achter de gevelplaten is isolatie aangebracht waarmee de warmte-isolatie op het niveau is gebracht conform de op dat moment gebruikelijke waarde. De kozijnkaders vormden hinderlijke koudebruggen en werden vervangen door een kozijnsysteem dat dit euvel oploste. De Welchen-woningen werden voorzien van gelijksoortige architectonische elementen zoals Groosman had bedoeld. De langsgevels kregen weer hun kwaliteit door ze te pleisteren in een beige
<
NIEUWE SITUATIE (ALLE 6 FOTO’S)
kleur. De kopgevels zijn bekleed met gepotdekselde polyesterbetonplaten. Ook deze woningen werden thermisch geïsoleerd conform de actuele waarde. Door gelijke materialen in beide woningtypen te gebruiken en kleuren overeen te laten komen, werd het architectonische beeld van de buurt weer hersteld. Technisch betekent de renovatie van de woningen een investering in onderhouds- en energiebesparende maatregelen. Direct na de renovatie namen de bewoners de buitenschil direct weer “in bezit”: nummerplaten van eigen smaak werden bevestigd, bloembakken werden op de voordeurluifels geplaatst, klompen op de deurlijsten gehangen en er verschenen nieuwe erfafscheidingen in de voortuinen. Wat is er bijzonder? Op buurtniveau is door de renovatie veel behouden van Tuindorp Kethel zoals de stedenbouwkundige opzet met veel groen en ruimte, de sociale structuur en het volwassen groen. Ook is door de renovatie-ingreep de essentie van het architectonisch beeld van de buurt behouden gebleven. Het belangrijkste kenmerk van deze renovatie is het behoud van het unieke karakter van de buurt (het proces van jarenlang eigen maken door de bewoners van zowel de buitenruimte als de binnenzijde van de woningen). Het zoveel mogelijk sparen van zelf aangebrachte voorzieningen in de buitenruimte was een uitgangspunt. Bewonersparticipatie is een ander aspect dat bij de renovatie van deze buurt een belangrijke rol heeft gespeeld om te zorgen voor een maximaal draagvlak. De woningen hebben in de loop van hun bestaan getoond dat ze over een groot adaptief vermogen beschikken. Door de bergingen naar buiten te plaatsen is ruimte in de woning vrijgekomen voor uitbreiding van de woonkamer of de bouw van een (bij)keuken. Het casco van de woningen heeft het vermogen om veranderingen in de indeling van de woning mogelijk te maken.
34
Hardenberg, Arbewoningen Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Overijssel Hardenberg Bergentheim, Kloosterhaar n.v.t. n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Beter Wonen Vechtdal, Hardenberg KAW architecten en adviseurs
Renovatie en groot onderhoud van 66 grondgebonden eengezinswoningen in de dorpen Kloosterhaar en Bergentheim in de gemeente Hardenberg. De woningen zijn zowel van binnen als van buiten grondig gerenoveerd. De buitengevels zijn vervangen en de bewoners hadden de keuze hun woonkamer te vergroten met een erker.
www.beterwonenvechtdal.nl www.kaw.nl
35
FOTO: STIJNTJE DE OLDE
FOTO: STIJNTJE DE OLDE
> >> >>> GERENOVEERDE ARBEWONINGEN
FOTO: STIJNTJE DE OLDE
36
Hardenberg, Kruserbrink Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Overijssel Hardenberg Hardenberg Kruserbrink n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Beter Wonen Vechtdal, Hardenberg Van Schagen architekten
www.beterwonenvechtdal.nl www.vanschagenarchitekten.com
De vernieuwing van de Kruserbrink is onderdeel van het centrumplan voor Hardenberg. Sloop-nieuwbouw van de naastgelegen buurt zette de toekomst van de Kruserbrink onder druk. Ingrijpende renovatie heeft de woningen weer geschikt gemaakt voor een tweede leven als betaalbare gezinswoning in een ruime, groene omgeving. De woningen worden voorzien van nieuwe installaties en sanitair; de gevels en daken worden vernieuwd en geïsoleerd; de begane grond krijgt een ruime uitbouw. Deze renovatie wordt uitgevoerd in bewoonde staat. Het inbouwpakket is per woning toegesneden op voorkeuren van de bewoners.
^
SCHETS VAN DE GEPLANDE VERANDERINGEN
37
OORSPRONKELIJKE SITUATIE NIEUWE SITUATIE (VOORZIJDE) NIEUWE SITUATIE (ACHTERZIJDE)
>>> >> >
38
Rotterdam, Hordijkerveld Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Rotterdam Rotterdam, IJsselmonde Hordijkerveld n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Wijk Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Vestia Cardo Architecten, Rotterdam
Woningcorporatie Vestia kondigde in 1999 grootschalige sloopplannen aan in de Rotterdamse deelgemeente IJsselmonde. Na protesten van bewoners in de wijk Hordijkerveld hebben deze sloopplannen plaatsgemaakt voor renovatieplannen. De renovatie is door Cardo uitgewerkt, waarbij de bestaande architectuur en stedenbouw als uitgangspunt is genomen. In totaal zijn er 365 eengezinswoningen gerenoveerd en een tiental entreeportieken van flatgebouwen vernieuwd. Voor de bewoners van de eengezinswoningen is een keuzepakket van verbetermogelijkheden ontwikkeld, dat varieert van een nieuwe keuken tot een aanbouw of een complete dakstudio.
www.vestia.nl www.cardo-bv.nl
39
OORSPRONKELIJKE SITUATIE > >>
<< <
NIEUWE SITUATIE
40
Rotterdam, Oud-Mathenesse Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Rotterdam Rotterdam, Delfshaven Oud-Mathenesse Hoekersingel
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Woningbedrijf Rotterdam (nu: Woonstad Rotterdam) Cardo Architecten, Rotterdam
In de Rotterdamse wijk Oud-Mathenesse bouwde de gemeente Rotterdam in de jaren vijftig vier woningblokjes om “onvolledige gezinnen” (een gezin zonder vader of moeder) te huisvesten. Elk woningblokje bestaat uit zes hele kleine woningen, in gestapelde vorm. Woningbedrijf Rotterdam wilde de woningen eigenlijk slopen, maar deze plannen zijn niet doorgegaan. Door de boven elkaar gelegen woningen samen te voegen zijn mooie eengezinswoningen ontstaan. Daarnaast hebben de blokjes nieuwe gevels en een dakstudio gekregen.
^
OORSPRONKELIJKE SITUATIE
www.woonstadrotterdam.nl www.cardo-bv.nl
41
DAKSTUDIO
42
Wolvega, Martinibuurt Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Friesland Weststellingwerf Wolvega Martinibuurt n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Buurt Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Woningstichting Weststellingwerf, Wolvega KAW architecten en adviseurs
www.wstweststellingwerf.nl www.kaw.nl
Herstructurering van een gebied met ruim 200 rijtjeswoningen, waarbij zowel de woonomgeving als het ex- en interieur van de woningen worden aangepakt. Belangrijkste ingrepen zijn: een betere oriëntatie in de wijk, het doorbreken van het eenvormige aanbod en het vergroten van de keuzemogelijkheden voor bewoners.
De vraag naar verschillende woningtypes wordt in de eerste plaats beantwoord door de bouw van nieuwe woningen langs de zichtas. Verder is een aantal rijtjeswoningen verbouwd tot twee-onder-eenkap-woningen. Tenslotte zijn de kopwoningen aan de zichtas opgetopt, zodat een nieuwe typologie is ontstaan.
De Martinibuurt bestaat uit vier stempels, herhaalde eengezinswoningen op een rij naar ontwerp van Martini met dezelfde bouwblokken. Het merendeel van de woningen is uniform van karakter, alle woningen liggen in de sector van de sociale huur. Eind jaren ‘90 waren de woningen toe aan een onderhoudsbeurt. Bovendien dreigde een toenemende leegstand, en had de buurt te leiden onder een slecht imago. Dit alles vormde de aanleiding tot een herstructureringsplan.
Alle woningen ondergaan een metamorfose, waarbij per stempel de woningen worden bekleed met een andere gevelafwerking: leisteen, hout, aluminium en keramische tegels. Verder worden alle puien vervangen door kunststof kozijnen. Binnen een vastgesteld stramien kregen de bewoners een aantal keuzemogelijkheden in de indeling van de kozijnen en deuren van hun woning. Hierdoor krijgt elke woning een individueel karakter.
Een nieuwe zichtas doorsnijdt de vier stempels. Zo ontstaan doorkijkjes van stempel naar stempel, bedoeld voor een betere oriëntatie. De as wordt ondersteund door de inrichting van de openbare ruimte en de vormgeving van de nieuwe kopgevels. > V.L.N.R.: OORSPRONKELIJKE PLATTEGROND; NIEUWE PLATTEGROND; SCHETS NIEUWBOUW; OORSPRONKELIJKE SITUATIE; GERENOVEERDE WONINGEN; DETAILOPNAME RENOVATIE
43
FOTO: JOHN STOEL
FOTO: JOHN STOEL
44
^
DOORSNEDEN EN ZIJAANZICHTEN VAN EEN PORTIEKFLAT IN VOORBURG
45
RENOVATIE/TRANSFORMATIE gestapelde bouw
46
Een siersteen in Groningen Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Groningen Groningen Groningen Vinkhuizen Siersteenlaan
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Nijestee Vastgoed, Groningen De Zwarte Hond, Groningen
Waarom is er ingegrepen? De Groningse wijk Vinkhuizen werd in de jaren zestig ontwikkeld volgens het stempelprincipe: groepen van verschillende gebouwtypen die in een bepaald patroon in de wijk worden herhaald. De realisatie van de wijk vond plaats in hoog tempo en was vooral een antwoord op de kwantitatieve vraag naar woningen. Met de bouw van nieuwe woonwijken rond de stad in jaren tachtig en negentig vond er een leegloop plaats in deze wijk. De eenzijdige woningvoorraad, een sterke dominantie van de huursector en weinig variatie in kwaliteitsniveau deed kapitaalkrachtigen naar andere wijken vertrekken. In 1998 leidde de dreigende verpaupering tot het “Wijkvernieuwingsplan Vinkhuizen 2003” met als doel Vinkhuizen weer aantrekkelijk te maken voor bewoners. Vinkhuizen is een van de eerste wijken in Groningen waarin de wijkvernieuwing op een grote schaal is uitgevoerd. Wat was het doel van de verandering? Een van de opgaven was de herinrichting van de bebouwing langs een van de hoofdontsluitingswegen,
www.nijestee.nl www.dezwartehond.nl
de Siersteenlaan. Er werd onder andere gestreefd naar: - een betere uitstraling van de bestaande woningen - meer licht en openheid in de buurt - een heldere scheiding tussen openbaar terrein en privé-gebied - een grotere verscheidenheid in woningen Wat is er veranderd? De drie portieketageflats langs de Siersteenlaan vormden een barrière tussen de achterliggende buurt en het winkelcentrum van de wijk. Door deze flats in tweeën te delen zijn er zes kleinere woongebouwen ontstaan. Deze perforaties zorgen voor meer openheid tussen de gebouwen en een betere ruimtelijke aansluiting tussen de achterliggende buurt en het winkelcentrum. Verder worden de bergingen op de begane grond vervangen door patiowoningen, die een dubbele oriëntatie hebben, en worden er woningen samengevoegd: tuinwoningen, ruimtelijke woningen > V.L.N.R.: TIJDENS DE RENOVATIE (ACHTERZIJDE); TIJDENS DE RENOVATIE (VOORZIJDE); NIEUWE SITUATIE (2X)
47
Algemene projectgegevens Wanneer afgerond? 2002 Aantal woningen voor de renovatie 108 Aantal woningen na de renovatie 105 (81 huur, 24 koop) Doelgroep voor de renovatie gemengd Doelgroep na de renovatie 55-plussers Typologie en beheervorm voor de renovatie gestapeld/sociale huur Typologie en beheervorm na de renovatie gestapeld/sociale huur en koop Cijfers en centen Bruto vloeroppervlak voor de renovatie niet bekend Bruto vloeroppervlak na de renovatie 13.000 m2 Netto vloeroppervlak per woning voor de renovatie 101 m2 Netto vloeroppervlak per woning na de renovatie 123 m2 De totale bouwkosten € 7.200.000,De gemiddelde bouwkosten per woning € 66.000,De gemiddelde maandelijkse huurprijs na de ingreep variërend van € 300,- tot € 400,- (2009) De gemiddelde koopprijs na de ingreep € 260.000,- (2008) Winnaar Nationale Renovatieprijs 2003
48
BOVEN: ONDER:
OORSPRONKELIJKE PLATTEGROND NIEUWE PLATTEGROND
49
over meer lagen (woningdifferentiatie). Koop en huur zijn in dit project gemixt. Wat is er bijzonder? - Er is aansluiting gezocht bij de stempels: waar mogelijk wordt een straatje (af)gemaakt door patiowoningen met een dubbelzijdige oriëntatie. Op andere plekken wordt bij stempels aangesloten door woningen met een tuin te maken. - In materialisatie zijn oud, nieuw en vernieuwd zo in kleur behandeld, dat het totaal zich als een nieuw blok manifesteert. - De beperkte hoogte van de begane grond (oorspronkelijk bergingen) heeft in de koopwoningen geleid tot onder meer het toevoegen van vides waardoor er zeer ruimtelijke woningen ontstaan (tuinwoningen) en het gedeeltelijk verlagen van de vloeren (patiowoningen). - Bij de transformatie is behoud van zoveel mogelijk van het bestaande casco uitgangspunt geweest. Er is zeer selectief gesloopt. Voor de koopwoningen is het casco verbeterd met voorzetwanden.
50
Rotterdamse vissenkommen Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Rotterdam Rotterdam, Charlois Pendrecht/Herkingenbuurt Stellendamstraat, Dirkslandstraat
Schaalniveau Verandering
Buurt Renovatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Nieuwe Unie, Rotterdam (nu: Woonstad Rotterdam) Van Schagen architekten, Rotterdam
Waarom is er ingegrepen? Pendrecht vormt samen met de wijken Zuidwijk, Lombardijen en Groot-IJsselmonde de Zuidelijke Tuinsteden van Rotterdam. Kenmerkend voor deze wijken die in de stadsdelen Charlois en IJsselmonde liggen, is dat ze opgezet zijn volgens de tuinstadgedachte met veel ruimte en groen. Pendrecht is de oudste van de vier wijken en moest na de oorlog de eerste woningnood ledigen. De door Lotte Stam-Beese ontworpen wijk werd in de jaren vijftig volgens de “wijkgedachte” opgezet met woningen gegroepeerd rond gemeenschappelijke tuinen (stempels). De wijk is opgebouwd uit vier buurten rondom een centraal plein (Plein 1953) met winkels en sociaal-culturele voorzieningen. De oost-west lopende wijkverkeersader de Slinge deelt de wijk op in een noordelijke (Herkingen- en Zierikzeebuurt) en zuidelijke helft (Tiengemeten- en Ossenissebuurt) en fungeert tegelijkertijd als verbinding met Zuidwijk en Lombardijen. (plattegrond)
www.woonstadrotterdam.nl www.vanschagenarchitekten.com
Het merendeel van de woningvoorraad van circa 6.400 woningen bestaat uit portiek- en galerijflats, waarvan de meeste drie of vier hoog zonder lift. Verder staan er duplex-, eengezins- en bejaardenwoningen in de wijk. Woningcorporatie Woonstad Rotterdam heeft ongeveer 4.000 woningen in haar bezit en is daarmee de grootste verhuurder in de wijk. Een beperkt deel is in bezit van Vestia (500) en Woonbron (250). Tot in de jaren tachtig was Pendrecht een populaire wijk. Vooral vanwege huurdersselectie van de woningbouwvereniging waren bewoners trots dat ze in Pendrecht woonden. Vanaf de jaren tachtig veranderde de bevolkingssamenstelling. De jongere bevolking trok weg en de wijk vergrijsde. De woningen, ondertussen in bouw- en woontechnisch verouderde staat, werden vanwege de lage huren steeds populairder bij mensen uit de lagere-inkomensgroepen, waaronder een relatief groot aandeel allochtonen. Vandaag de dag is van de circa 12.000 inwoners de meerderheid van allochtone afkomst. Samenhangend met de verandering van de
51
Algemene projectgegevens Wanneer afgerond? 2003 Aantal woningen voor de renovatie 120 Aantal woningen na de renovatie 120 Doelgroep voor de renovatie gezinnen Doelgroep na de renovatie kleine huishoudens/starters Typologie en beheervorm voor de renovatie gestapeld/sociale huur Typologie en beheervorm na de renovatie gestapeld/sociale huur en goedkope koop Cijfers en centen Bruto vloeroppervlak voor de renovatie niet bekend Bruto vloeroppervlak na de renovatie niet bekend Netto vloeroppervlak per woning voor de renovatie 48 m2 en 59 m2 Netto vloeroppervlak per woning na de renovatie 48 m2 en 59 m2 De totale bouwkosten € 5.400.000,De gemiddelde bouwkosten per woning € 45.000,De gemiddelde maandelijkse huurprijs na de ingreep € 430,- (2008) De gemiddelde koopprijs na de ingreep € 99.000,- (2008)
OORSPRONKELIJKE SITUATIE NIEUWE SITUATIE NIEUWE ENTREE
>>> >> >
52
bevolkingssamenstelling zijn in Pendrecht sociale en leefbaarheidsproblemen ontstaan. Wat was het doel van de verandering? In 1992 is begonnen met de stedelijke vernieuwing in Pendrecht als onderdeel van het project Zuidelijke Tuinsteden, dat in het teken stond van het behoud van het groene en rustige karakter van de drie tuinsteden. In 1995 is begonnen met de fysieke aanpak van de noordelijke buurten in Pendrecht: de Herkingen- en Zierikzeebuurt. Doelen waren: behoud van het groene beeld en de open structuur; instandhouding van de karakteristieke verkavelingspatronen van de wijkgedachte; daling van 95% naar 54% sociale woningbouw; meer sociaal-economische diversiteit binnen de bevolking; imagoverbetering. Wat is er veranderd? Tussen 1995 en 2004 heeft Woonstad Rotterdam in Pendrecht-Noord circa 750 woningen gerenoveerd. Bij galerijflats zijn liften geplaatst en de meeste woningen zijn geïsoleerd. Daarnaast zijn in het plan “Nieuw Herkingen” 177 nieuwe eengezinswoningen gebouwd ter vervanging van 294 woningen en kleine winkelstroken. Woningcorporatie Woonstad Rotterdam werkt hierbij samen met Dura Vermeer Stedelijke Ontwikkeling. Om jonge gezinnen te trekken is voornamelijk gekozen voor eengezinswoningen met tuinen. Er wordt teruggebouwd op basis van de karakteristieke stempelstructuur. Daardoor blijven ook de doorzichten tussen de straat en de gemeenschappelijke tuin bewaard. In het middengebied worden gesloten bouwblokken, een voor Pendrecht nieuw element, met individuele buitenruimte gerealiseerd. (plaatjes nieuwe woningen) Deze bouwblokken worden afgewisseld met twee groene pleinen, die het verlies aan openbaar groen moeten compenseren. Belangrijke stedenbouwkundige randvoorwaarde is sobere
materialen, omdat het groen de boventoon voert en niet de bebouwing. In totaal blijven 800 van de 1.200 woningen in de Herkingenbuurt staan. Dit zijn allemaal galerijwoningen, verdeeld over veertien gebouwen. Deze zijn in de eerste fase van de herstructurering gerenoveerd. Ook in de Zierikzeebuurt vindt een sloop- en nieuwbouwprogramma plaats. Hier worden 144 woningen vervangen voor 136 nieuwbouwwoningen. Het plan is door Van Schagen architekten in samenwerking met dienst Stedebouw en Volkshuisvesting ontwikkeld. Ook hier bouwt men terug in de zogenaamde footprint van de oorspronkelijke bebouwing. In het zuidelijk deel van de buurt worden appartementen voor ouderen ondergebracht. In het noordelijk deel worden eengezinswoningen gerealiseerd. In de jaren ’90 is een belangrijk deel van de woningvoorraad gerenoveerd.
53
Vissenkommen Los van de sloop- en nieuwbouwprojecten kent Pendrecht een aantal zorgvuldig gerenoveerde woningbouwcomplexen. Bij het oorspronkelijke ontwerp van de woongebouwen was veel aandacht voor architectonische details (dakranden, schoorstenen, entrees en balkons), die dankzij hun repetitie hebben bijgedragen aan het kenmerkende beeld van Pendrecht. Vier portiekblokjes uit de jaren ’50 aan de Stellendamstraat/Dirkslandstraat in Pendrecht zijn een schoolvoorbeeld van de naoorlogse stedenbouw en architectuur. Het complex dankt zijn naam “Vissenkommen” aan de vorm van de karakteristieke ramen aan de kopse kant van de flats aan de Slinge. (foto) De zogenaamde portiekflats zijn weer in hun oude glorie hersteld met veel respect voor hun specifieke kenmerken. Doel van deze aanpak was meer differentiatie in het woningbezit aan te brengen door sloop-nieuwbouw en het behoud van kleine goedkope woningen. Alle woningen in de “Vissenkommen” waren tot de renovatie huurwoningen, terwijl steeds meer mensen liever een woning zouden willen kopen. Met de ontwikkeling van de “Vissenkommen” maakte Woonstad Rotterdam het mogelijk voor mensen met verschillende inkomens een wooncarrière te starten in Pendrecht. Aanpak De overgang van openbaar naar privé op de begane grond was een kwetsbaar onderdeel. De begane grond werd gekenmerkt door een grote mate van transparantie met een beperkt aantal dichte gedeeltes waar zich bergingen in bevonden. De transparantie is gehandhaafd door de entrees van glazen puien te voorzien en ze op die manier af te sluiten. De natuurstenen vloerafwerking loopt van buiten naar binnen door. Daarnaast is er in goede verlichting voorzien die ook van buiten naar binnen doorloopt. Hierbij is gekozen voor een innovatieve oplossing waarbij glasfiberkabels zijn aangebracht met een roestvrijstalen omkasting. Deze verlichting transformeert de onderdoorgangen ‘s avonds in een aangename ruimte als toegang tot de woningen. De gevel is gerestaureerd waarbij de oorspronkelijke indeling en kleurstelling volledig gehandhaafd zijn. Er zijn nieuwe houten kozijnen geplaatst, het metselwerk is gereinigd en de woningen zijn aan de binnenzijde geïsoleerd. In de woningen is centrale verwarming aangelegd, zijn de badkamer en de keuken vernieuwd en is mechanische ventilatie aangebracht. Na de renovatie zijn de woningen verkocht en er is een mix van oude en nieuwe bewoners ontstaan. De huidige bewoners van de Vissenkommen zijn als eerste in de gelegenheid gesteld hun woning te kopen. Financiering Subsidie vanuit de gemeentelijke Dienst Monumenten voor de renovatie van de flats. Wat is er bijzonder? Bijzonder is dat het beeld van de betonnen kozijnen (oorspronkelijk met enkel glas in de betonsponning) is gehandhaafd, maar wel bouwfysisch verbeterd is. Het betonnen kozijn is aan de binnenzijde geïsoleerd. Het houten kozijn is afgedekt met een geëmailleerde rand op de buitenste plaat van het dubbel glas (afgekeken van de auto-industrie). Innovatief is de diffuse lijnverlichting die in de onderdoorgangen is aangebracht. De verlichting bestaat uit glasfiberkabels (die normaliter toegepast worden in interieurs) met een roestvrijstalen omkasting (vandalismebestendig). De verlichting zorgt ervoor dat de onderdoorgangen ’s avonds aangename ruimtes zijn als toegang tot de woning.
54
DE VISSENKOMMEN IN NIEUWE LUISTER
55
56
Complex 1018 Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Leidschendam-Voorburg Voorburg ‘t Loo Prinses Beatrixlaan e.o.
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
WoonInvest, Voorburg Overeem Architecten BV, Rijswijk
Waarom is er ingegrepen? Wie niet beter weet, denkt dat er aan de Beatrixlaan in Voorburg is gesloopt en nieuw gebouwd. Dat zou ook de makkelijkste oplossing zijn geweest, maar het was de corporatie en de gemeente wat waard om de bebouwing te handhaven en daarmee ook de sociale structuur in de wijk te bewaren. Manager Vastgoed John van der Hulst van WoonInvest: “Om te beginnen kan je voor deze doelgroep (55+) geen woningen in dezelfde prijsklasse terugbouwen. Nieuwbouw betekent altijd eerst slopen en behalve de gebouwen breek je dan ook de sociale structuur af. Iedere bewoner heeft weliswaar recht van terugkeer, maar in werkelijkheid komt altijd maar 5 tot 10 procent van de oorspronkelijke bewoners terug. Wij vonden het onwenselijk om de sociale structuur zo uit elkaar te trekken.” Maar hoe dan handhaven? Alle opties passeerden de revue en ze waren eigenlijk allemaal te kostbaar. “Vast stond dat er liften moesten komen, want door de vergrijzing is er bijna geen toekomst voor gebouwen met vier verdiepingen zonder lift”, zegt Van
www.wooninvest.nl www.ov-a.nl
der Hulst. Architect Jan Overeem bedacht om van de portiekwoningen galerijwoningen te maken. Dit kon door de woningen “om te klappen”. Wat was het doel van de verandering? - Het geschikt maken van de woningen voor ouderen zodat deze langer in de woonomgeving kunnen blijven. - Het verminderen van energielasten door toepassing van duurzame energie en hoogwaardige isolatie. - Het voorzien van de woningen van liften waarbij de exploitatie en servicelasten zo laag mogelijk bleven. - Het instandhouden van de woninggrootte. - Het gebouw duurzaamheid en nieuwbouw laten uitstralen. Wat is er veranderd? De oorspronkelijke portiekwoningen zijn getransformeerd tot galerijwoningen. De complete
57
Algemene projectgegevens Wanneer afgerond? 2008 Aantal woningen voor de renovatie 120 Aantal woningen na de renovatie 119 (een woning wordt gebruikt als stookruimte) Doelgroep voor de renovatie gezinnen en kleine huishoudens Doelgroep na de renovatie ouderen Typologie en beheervorm voor de renovatie vnl. gestapeld (portiek)/sociale huur Typologie en beheervorm na de renovatie vnl. gestapeld (galerij)/sociale huur (104 galerijwoningen, 5 eenkamerwoningen en 10 eengezinswoningen) Cijfers en centen Bruto vloeroppervlak voor de renovatie niet bekend Bruto vloeroppervlak na de renovatie niet bekend Netto vloeroppervlak per woning voor de renovatie 74 m2 Netto vloeroppervlak per woning na de renovatie 79 m2 De totale bouwkosten € 9.800.000,De gemiddelde bouwkosten per woning € 82.353,De gemiddelde maandelijkse huurprijs voor de ingreep € 302,De gemiddelde maandelijkse huurprijs na de ingreep € 352,Winnaar Nationale Renovatieprijs 2009
OORSPRONKELIJKE SITUATIE NIEUWE SITUATIE (GALERIJEN) NIEUWE SITUATIE (BALKONS)
>>> >> >
58
BOVEN: ONDER:
OORSPRONKELIJKE DOORSNEDE NIEUWE DOORSNEDE
59
metamorfose – in bewoonde toestand - van portiekwoningen vergde uiterste inspanning, vooral van de bewoners. “Dit was geen renovatie, maar een transformatie”, aldus John van der Hulst. Aan de voorkant werden de portieken eruit gesloopt en vervangen door een slaapkamer en van de slaapkamer aan de achterkant is de woningentree gemaakt. En dat in bewoonde toestand. Van der Hulst: “Op papier was het simpel, maar wat hebben we de mensen aangedaan? Ik sta nog steeds honderd procent achter de technische ingreep, maar een volgende keer moeten we het wat betreft de voorzieningen voor de bewoners nog beter regelen.” Wat is er bijzonder? Op het gebied van duurzaam bouwen en duurzaam energiegebruik bood de transformatie WoonInvest kansen om zich te onderscheiden. “Als je meer dan honderd woningen sloopt, heb je een enorme berg afval. Dat is geen beeld wat wij als sociaalmaatschappelijke organisatie willen neerzetten. Een groot deel van het casco was bovendien goed te gebruiken”, zegt Van der Hulst. Deze duurzaamheidcomponent werd nog versterkt door de inbreng van Eneco, dat het beproefde 2MW-project hier in praktijk bracht. Een element hieruit is dat warm tapwater met zonne-energie wordt voorverwarmd. Ook andere maatregelen dragen voor de bewoners bij aan een fikse besparing op de stookkosten, zoals de isolatie van vloeren, daken en gevels en het hoogrendement isolatieglas in de buitenkozijnen. Voor de financiering is onder andere gebruik gemaakt van de groenfinanciering en ISV-gelden. Verdere bijzonderheden: - Door het aanbrengen van een compleet pakket met isolatieglas, vloer-, gevel- en dakisolatie is het energielabel van F naar A gegaan. - Door middel van zonnepanelen wordt de warmwatervoorziening voorverwarmd. - De bewoners hadden een beslissende stem, tot aan
de aannemersselectie aan toe. De bewoners hadden een ruime keuze in de afwerking van hun woning (de keuken en het tegelwerk). - De bewonerscommissie is bij elke bouwvergadering aanwezig geweest om mee te denken bij het bouwproces.
60
De Leeuw van Vlaanderen Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Noord-Holland Amsterdam Amsterdam, Bos en Lommer Kolenkitbuurt De Leeuw van Vlaanderenstraat
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgevers
Far West, Amsterdam Delta Forte, Amsterdam (gedelegeerd) Heren 5, Amsterdam
Architectenbureau
Waarom is er ingegrepen? Het woongebouw de Leeuw van Vlaanderen is gebouwd rond 1960 naar een ontwerp van architect J.P. Kloos uit 1958. Het complex heeft een bijzondere ligging op nog geen vier meter van de Amsterdamse ringweg A10. Het gebouw met vijf bouwlagen en 72 identieke driekamerwoningen, lag oorspronkelijk aan een brede laan. Met de opening van de Coentunnel in 1966 werd Amsterdam-West met de Zaanstreek verbonden en nam de autodrukte snel toe. “Vandaag de dag passeren circa 180.000 auto’s het woongebouw”, aldus Dirk van Gestel, architect bij Heren 5. De drukke verkeersader zorgt niet alleen voor een tweedeling van het stadsdeel Bos en Lommer, maar ook voor problemen als verkeerslawaai en stank. Ingrijpen was noodzakelijk. Wat was het doel van de verandering? Het stadsdeel Bos en Lommer wil de problematiek rondom de A10 oplossen door middel van een
www.farwest.nl www.deltaforte.nl www.heren5.nl
integrale aanpak van het gehele gebied rondom deze verkeersader. Sloop van de flat werd overwogen, maar als gevolg van Europese milieueisen was herbouw niet mogelijk. Bovendien fungeert het gebouw als geluidswal voor de rest van de buurt, waardoor een vervangende voorziening nodig zou zijn. Tegelijkertijd zag eigenaar Far West, een consortium van corporaties met bezit in de Westelijke Tuinsteden, het blok als dé etalage van de stedelijke vernieuwing in de Westelijke Tuinsteden. De herpositionering van het gebouw dient zo als aanjager van dit vernieuwingsproces. Dit, in combinatie met de mogelijkheden die moderne bouwtechnieken bieden, zorgde ervoor dat uiteindelijk is gekozen voor hoogwaardige renovatie. Wat is er veranderd? De renovatie zorgde ervoor dat de indeling van het woongebouw volledig is omgedraaid. De woningen openen zich nu met balkons naar de straatzijde in
61
Algemene projectgegevens Wanneer afgerond? 2005 Aantal woningen voor de renovatie 72 Aantal woningen na de renovatie 96 Doelgroep voor de renovatie gezinnen/kleine huishoudens/ouderen Doelgroep na de renovatie gezinnen/kleine huishoudens/ouderen/minder validen Typologie en beheervorm voor de renovatie gestapeld/sociale huur Typologie en beheervorm na de renovatie gestapeld/sociale huur en markthuur Cijfers en centen Bruto vloeroppervlak voor de renovatie niet bekend Bruto vloeroppervlak na de renovatie niet bekend Netto vloeroppervlak per woning voor de renovatie 72 m2 Netto vloeroppervlak per woning na de renovatie 102 m2-163 m2 De totale bouwkosten € 12.436.115,De gemiddelde bouwkosten per woning € 129.543,De gemiddelde maandelijkse huurprijs na de ingreep sociale huur: < € 650,- (2008) markthuur: € 735,- tot 1.185,- (2008) Winnaar Nationale Renovatieprijs 2007
OORSPRONKELIJKE SITUATIE NIEUWE SITUATIE (GEVEL AAN DE A10) NIEUWE SITUATIE (GEVEL AAN DE LEEUW VAN VLAANDERENSTRAAT)
>>> >> >
62
DE VERNIEUWDE ENTREE
63
plaats van naar de snelwegzijde. Daarnaast maakte het zware, ruim bemeten betonskelet het mogelijk twee woonlagen aan het gebouw toe te voegen (optoppen). Hierdoor was het mogelijk een ruimer aanbod aan woningtypen te creëren. Hierdoor is het woningaantal gestegen van 72 naar 96 woningen, waaronder 54 sociale huurwoningen. Het architectenbureau heeft de indeling van de woningen hetzelfde gelaten, evenals de trappenhuizen (zij het deels vervangen door een lift). De twee toplagen bieden riantere woningen met dakterras. Langs de snelweg zorgt de optopping voor een nieuwe hoogtemaat die beter bij de omgeving past, terwijl deze aan de straatkant zo gedetailleerd is, dat zij maat brengt in het lange blok, en de suggestie wekt van overmaatse herenhuizen. Binnen het woongebouw zijn drie “buurten” gecreëerd door middel van een opdeling van de voorheen lange, anonieme galerij. De drie korte galerijen, met 32 woningen verdeeld over zes verdiepingen, moeten zorgen voor het gevoel van een kleinschalige woonomgeving. Een ander groot onderdeel van de renovatie was de plaatsing van een tweede, glazen gevel van 6.000 m2 aan de snelwegzijde. Aangezien hierdoor het uiterlijk van het complex sterk is veranderd, heeft het architectenbureau de horizontale banden in de gevel (betonvloeren die aan de buitenkant zichtbaar zijn) als typerend kenmerk uit de jaren zestig behouden. De glazen vliesgevel dempt het geluid en weert de stank van het verkeer. De nieuwe gevel is daarnaast zo glad dat roetaanslag nauwelijks een kans krijgt. Daarbovenop is er een speciaal reinigingssysteem aangebracht. De ruimte achter de vliesgevel wordt constant geventileerd. Schone lucht stroom vanaf de straatzijde onder het gebouw door naar de ruimte achter de vliesgevel. De geluidsisolerende gevel stelde het architectenbureau voor een extra probleem. Door de enorme daling van het aantal decibels in de woningen, moesten ook de woningscheidende wanden en vloeren extra worden geïsoleerd. Zo niet, dan zouden de
bewoners door de stilte worden geconfronteerd met burengerucht. Iets waar ze door het verkeersgeluid eerder geen noemenswaardige last van hadden. Overige onderdelen van de metamorfose zijn de bekleding van het bruine baksteen door een laag grijsgroen natuursteen en de vervanging van de gesloten, anonieme plint op de begane grond van de straatzijde door woonruimte. Dit ter bevordering van de sociale controle en verlevendiging van het straatbeeld. Het grote aantal schotelantennes (in bezit van ruim 70% van de bewoners), dat voorheen aan de gevel hing, is vervangen door een centraal antennesysteem. Hierdoor hoeven de schotels niet terug te keren. Wel is na de oplevering in december 2005 ruim een derde van de bewoners teruggekeerd in de Leeuw van Vlaanderen. Wat is er bijzonder? De bij de renovatie gekozen aanpak heeft bewezen dat het op locaties met een hoge geluid- en fijnstofbelasting, met tegelijkertijd een stedelijke verdichtings- en vernieuwingsopgave, goed mogelijk is om op een verantwoorde manier te bouwen. In 2007 won de Leeuw van Vlaanderen de Nationale Renovatieprijs. “De renovatie vormt een mooi en zeer zichtbaar voorbeeld van een succesvolle transformatie. De jury prijst het feit dat het bedreigende probleem, in dit geval een gewoonlijk als fataal ervaren milieubelasting, is omgebogen tot oplossing op een zowel technisch als architectonische voorbeeldige wijze”, aldus de jury.
64
Huize Patrimonium Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Noord-Holland Amsterdam Amsterdam, Slotervaart Overtoomse Veld Jan Tooropstraat
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever
Woningstichting Patrimonium, Amsterdam (nu: Woningstichting Rochdale, Amsterdam) Van Schagen architekten, Rotterdam
Architectenbureau
Waarom is er ingegrepen? Het bejaardentehuis Huize Patrimonium stond in 1996 op de nominatie voor sloop. Na vooronderzoek is besloten de aanleunwoningen te slopen en Huize Patrimonium te benutten voor hergebruik. Wat was het doel van de verandering? - Het versterken van de woonfunctie van Overtoomse Veld-Zuid - Het realiseren van een gevarieerd woningaanbod, geschikt voor de bewoners van de aanleunwoningen - Het benutten van de grote ruimten in het gebouw voor buurtvoorzieningen - Het door hergebruik van het casco realiseren van een duurzaam gebouw met hoge woonkwaliteit - Aanpassingen realiseren met respect voor de architectuur van het huidige gebouw
www.rochdale.nl www.vanschagenarchitekten.com
Wat is er veranderd? Het bejaardentehuis is een modern woon- en werkgebouw geworden en heeft twee extra verdiepingen gekregen (optoppen). Het gebouw heeft een gemengd aanbod van woningen voor ouderen, andere huishoudens en werken aan huis. Op de begane grond is een ruimte gerealiseerd voor onder andere het wijkopbouworgaan en de buurtconciërges. Ook is er een grote zaal die specifiek bedoeld is voor welzijnsactiviteiten. Bij de ingrijpende verandering is de oorspronkelijke shake-handsarchitectuur gerespecteerd. Daarnaast zijn hoge milieukwaliteiten gerealiseerd, zoals 250 m2 zonnepanelen en een hoge geluids- en warmteisolatie. Wat is er bijzonder? - Het respect voor (de architectuur van) het bestaande gebouw en het huisvesten van buurtfuncties in het gebouw versterken de symboolfunctie voor de buurt
65
Algemene projectgegevens Wanneer afgerond? 2002 Aantal woningen voor de renovatie niet bekend Aantal woningen na de renovatie 76 Doelgroep voor de renovatie ouderen Doelgroep na de renovatie ouderen/werken aan huis/anders Typologie en beheervorm voor de renovatie gestapeld/sociale huur Typologie en beheervorm na de renovatie gestapeld/huur Cijfers en centen Bruto vloeroppervlak voor de renovatie niet bekend Bruto vloeroppervlak na de renovatie niet bekend Netto vloeroppervlak per woning voor de renovatie niet bekend Netto vloeroppervlak per woning na de renovatie 80 m2-160 m2 De totale bouwkosten € 6.002.742,De gemiddelde bouwkosten per woning € 79.983,De gemiddelde maandelijkse huurprijs na de ingreep niet bekend Winnaar Nationale Renovatieprijs 2003 (innovatieprijs)
DE OORSPRONKELIJKE SITUATIE HUIZE PATRIMONIUM NA DE RENOVATIE
>
>>> >>
66
HUIZE PATRIMONIUM
67
- De ontwikkeling van een specifieke pui gericht op meerdere functies: woonkamer, serre, slaapkamer - De veel verschillende woningtypen die zijn gerealiseerd - Het optoppen (houtskeletbouw) passend bij de stedenbouw en vormgeving - Nieuw ontsluitingssysteem met veranda’s en galerijen, inclusief nieuwe veiligheidstrappenhuizen - Hergebruik van de bestaande hoofdtrappenhuizen met liftschacht - De duurzame kwaliteit: ruime woningen, zware warmte- (Rc>3,5) en geluidsisolatie (I>5-10) - Energiebesparende maatregelen en alternatieve energiebronnen verlagen de woonlasten
68
Amsterdam, Buitenveldert Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Noord-Holland Amsterdam Amsterdam, Zuideramstel Buitenveldert De Boelelaan
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever
Woningstichting Patrimonium, Amsterdam (nu: Woningstichting Rochdale, Amsterdam) Hans van Heeswijk architecten, Amsterdam
Architectenbureau
Het land staat er vol mee. Lange woonblokken, in hoog tempo gebouwd in de jaren zestig om de woningnood, twintig jaar na de oorlog eindelijk eens op te lossen. Zo ook aan de De Boelelaan in Amsterdam Buitenveldert. Na 40 jaar voldoen woningen van gemiddeld 55 m² niet meer. Renovatie is technisch noodzakelijk en wordt aangegrepen om woningen samen te voegen. Nieuwe woningen op het dak helpen het verlies aan woningen te compenseren. Tussen beide blokken is nog ruimte voor een invulling die in 1965 achterwege bleef. Verplaatsen van garages naar de achterkant en het uitbreiden van kantoren naar de zo vrijkomende ruimte op de begane grond verlevendigen het straatbeeld. Nieuwe entrees en moderne liften zorgen ervoor dat het goed wonen blijft in Buitenveldert. Daarmee sluit dit project aan op de ambities van de ontwikkelingen aan de Zuidas.
www.rochdale.nl www.heeswijk.nl
69
VISUALISATIE: HANS VAN HEESWIJK ARCHITECTEN
VISUALISATIE: HANS VAN HEESWIJK ARCHITECTEN
> >> >>> VISUALISATIES VAN HET GERENOVEERDE FLATGEBOUW
VISUALISATIE: HANS VAN HEESWIJK ARCHITECTEN
70
Amsterdam, Slotermeer Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Noord-Holland Amsterdam Amsterdam, Geuzenveld-Slotermeer Slotermeer Slotermeerlaan
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Kristal Projectontwikkeling, Amsterdam Van Schagen architekten, Rotterdam
De Verfdoos, een complex van twee kleurrijke woonblokken uit 1954 aan de Slotermeerlaan in Amsterdam-Slotermeer, wordt momenteel ingrijpend gerenoveerd. Het ontwerp gaat uit van de transformatie van portiekwoningen tot galerijflats en samenvoeging tot grote woningen. Na oplevering biedt de Grote Verfdoos ruimte aan grote gezinnen, starters en een klein aantal rolstoelwoningen. De Kleine Verfdoos richt zich op ouderen. Omdat de kwaliteit vergelijkbaar is met nieuwbouw wordt de exploitatieperiode met vijftig jaar verlengd. De woningen blijven in de categorie sociale huur. De redenen voor behoud zijn vooral de architectuur en woningkwaliteit. Opvallend aan het complex zijn de overstekende betonjukken waarop het complex rust en de vrije gevelcomposities met gekleurd glas. Verder valt ook de toepassing van de doorzonwoning op, iets wat tamelijk uitzonderlijk is bij portiekflats. In de architectonische waarderingskaart van de Welstandsnota wordt het complex gewaardeerd als van architectonisch topwaarde en van stedenbouwkundig hoge waarde. De architect
www.kristal.org www.vanschagenarchitekten.com
van de Verfdoos, Allert Warners, had in zijn eerste ontwerp bedacht het overstek aan alle kanten toe te passen maar om economische redenen zijn de portiekzijdes oorspronkelijk vlak uitgevoerd met losstaande bergingen voor de gevels waardoor deze een “achterkantsfeer” uitademen. In het ontwerp van de transformatie wordt gekozen voor een restauratieve aanpak van de balkonzijde en kopgevels terwijl de portiekzijde wordt benut voor de programmatische ingrepen. De volledig vernieuwde woningen behouden het oorspronkelijke doorzonkarakter. Doel is om de portiekzijdes tot tweede voorkant te maken, de oorspronkelijke kwaliteiten overeind te houden en de transformatie op een heldere manier te verbeelden.
> V.L.N.R.: DE VERFDOOS IN 1957; “DOORZONKWALITEIT”; DE VERFDOOS NA DE RENOVATIE; OORSPRONKELIJKE DOORSNEDE; NIEUWE DOORSNEDE
71
72
Amsterdam, Waterlandplein Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Noord-Holland Amsterdam Amsterdam, Amsterdam-Noord Waterlandplein
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Ymere, Amsterdam Hans van Heeswijk architecten, Amsterdam
Vertimmeren begint met een gereedschapskist. Het Waterlandplein in Amsterdam-Noord wordt als winkelcentrum compleet vernieuwd, de omringende woningen gerenoveerd. Nu een grondige opwaardering aan de orde is, komt een uitgekiende timmerkist goed van pas. Voor het opknappen van de buitenkant kan daar naar keuze uitgehaald worden: het verlevendigen van de dichte kopgevels, het windluw maken van de galerijen en het aanbrengen van uniforme zonwering. Thuiskomen begint bij de entree. Daar valt veel van te maken door de overzichtelijkheid te verbeteren. De galerijgevels krijgen een eigentijdse uitstraling en vormen zo de overgang naar binnenshuis waar nieuwe installaties en isolatieglas het comfort verbeteren. Aan een plein van stad, water en land.
^
DE GERENOVEERDE TOREN
www.ymere.nl www.heeswijk.nl
73
FOTO: HANS VAN HEESWIJK ARCHITECTEN
VISUALISATIE: HANS VAN HEESWIJK ARCHITECTEN
BOVEN: ONDER:
DE OORSPRONKELIJKE SITUATIE VISUALISATIE VAN DE NIEUWE SITUATIE
74
Amsterdam, IJdoornlaan Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Noord-Holland Amsterdam Amsterdam, Amsterdam-Noord IJdoornlaan
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever
Algemene Woningbouw Vereniging, Amsterdam (nu: Stadgenoot, Amsterdam) Hans van Heeswijk architecten, Amsterdam
Architectenbureau
Onder het motto ”een compacte stad”, streeft Amsterdam naar een verdichting van de bestaande bebouwing. Een studie van de dienst Ruimtelijke Ordening wees dit complex in Noord aan als potentiële locatie. Van de vijf identieke blokken met portieketagewoningen werden de twee uiterste blokken aangepakt. De bestaande bouw bleek stevig genoeg om twee lichtgewicht lagen op het dak te kunnen dragen. Dit zijn appartementen geworden met een galerijontsluiting. Ze zijn bereikbaar met de lift van de nieuwe slanke woontorens van elf verdiepingen die tegen de blinde kopgevels zijn geplaatst. De bestaande woningen zijn gerenoveerd. De ophoging bestaat uit houtskelet units met een vlakke aluminium bekleding. Deze bouwwijze garandeerde een snelle assemblage met minimale overlast voor de zittende bewoners. Aan iedere galerij liggen 10 huurwoningen, de torens op de koppen bevatten elk 19 koopwoningen, waarvan één woon/ werkwoning op de begane grond. Een toevoeging van 78 woningen vergde slechts 500 m² openbare ruimte.
www.stadgenoot.nl www.heeswijk.nl
FOTO: LUUK KRAMER
^
TWEE EXTRA LAGEN EN EEN NIEUWE WOONTOREN
75
IJDOORNLAAN
FOTO: LUUK KRAMER
76
Delft, Heilige Land Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Delft Delft Heilige Land Van Lodesteynstraat/Hendrick de Keyserweg/Oostblok
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgevers
Woonbron Delft Kristal Projectontwikkeling, Rijswijk Gemeente Delft Van Schagen architekten, Rotterdam
Architectenbureau
De portiekwoningen in het Heilige Land aan de A13 stonden op de nominatie gesloopt te worden en te worden vervangen voor een grootschalig nieuwbouwblok omwille van de noodzakelijk geachte uitbreiding van het verzorgingscomplex Die Delfgaauwse Weije en de daarbij horende geluidseisen. Door interventie van bewoners is dit plan omgebogen tot een aanpak waar alle partijen optimaal bediend werden. Dit plan met als motto “verdichten en verparken” heeft uiteindelijk geleid tot een duurzaam ontwikkelde buurt met een goede mix van bestaande en nieuwe woningen, huur en koop in een op innovatieve wijze getransformeerde woonomgeving. Zowel het groot onderhoud als de toegevoegde nieuwbouw op de koppen van de portiekblokken maken onderdeel uit van dit vernieuwingsplan. Aan de noordzijde van het bouwblok in open verkaveling zijn tweemaal drie gezinswoningen gerealiseerd en aan de zuidzijde 15 ruime liftontsloten driekamerappartementen. De portiekflats aan de Van Lodesteijnstraat, Hendrick de Keyserweg en het Oostblok zelf zijn gerenoveerd. Intern zijn de woningen voorzien van nieuwe installaties. Het aanzien van
www.woonbron.nl www.kristal.org www.gemeentedelft.info www.vanschagenarchitekten.com
de blokken is opgeknapt door een totale make-over door de toepassing van sterk uitkragende nieuwe dakvlakken, buitengevelisolatie in combinatie met gemetselde penanten gedragen op een betonnen plint met houten kozijnen, nieuwe balkonhekken en open gewerkte trappenhuizen. Deze ingreep laat het vernieuwde en het nieuwe samensmelten in een nieuw complex in een vernieuwde woonomgeving.
> V.L.N.R.: DE OORSPRONKELIJKE SITUATIE; DE NIEUWE SITUATIE; DE PASSAGE AAN DE NOORDZIJDE; DE NIEUWE ENTREEHAL (2X); DIE DELFGAAUWSE WEIJE OVERDAG
77
78
Den Haag, Loevesteinlaan/Steenwijklaan Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Den Haag Den Haag Den Haag Zuid-West Loevesteinlaan/Steenwijklaan
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever Architectenbureau
Vestia Den Haag Zuid-West Van Schagen architekten, Rotterdam
“Met de woning sloop je een deel van iemands leven”, staat boven de entree van één van de twee gerenoveerde flatgebouwen van het complex Enschedelaan. Daarom zijn goede en betaalbare woningen voor gezinnen en ouderen door middel van renovatie in plaats van sloop en nieuwbouw gerealiseerd. De twee flats aan de Loevesteinlaan en de Steenwijklaan maken onderdeel uit van een groter vernieuwingsplan voor dit deel van de wijk Den Haag Zuid-West. Achter de twee blokken en op de hoek tussen de blokken is nieuwbouw toegevoegd. De flats zelf zijn gerenoveerd. Intern zijn de woningen vergroot en opnieuw ingedeeld. De onderste twee lagen zijn verticaal samengevoegd tot grote woningen (120 m2). De oorspronkelijke balkons en galerijen aan de straatzijde zijn de privé-entreeterassen geworden. Op de bovenste twee lagen zijn de woningen horizontaal samengevoegd tot driekamerwoningen voor ouderen (90 m2). Het aanzien van de blokken is opgeknapt door het reinigen van het metselwerk, vernieuwen van de kozijnen en het vervangen van balkons en galerijen. Deze aanpak laat het bestaande en het nieuwe samensmelten in een nieuw gebouw.
www.vestia.nl www.vanschagenarchitekten.com
^
PRIVÉ-ENTREETERRASSEN
> LINKSBOVEN TOT LINKSONDER: DE OORSPRONKELIJKE SITUATIE RECHTSBOVEN TOT RECHTSONDER; DE NIEUWE SITUATIE
79
80
Rotterdam, Pendrecht-Zuid Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Rotterdam Rotterdam, Charlois Pendrecht Middelharnisstraat/Melissantstraat
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie
Opdrachtgever
Nieuwe Unie, Rotterdam (nu: Woonstad Rotterdam) Van Schagen architekten, Rotterdam
Architectenbureau
In Pendecht-Zuid is een schaarste aan goede en betaalbare vierkamerwoningen die voldoen aan de huidige eisen. Van Schagen architekten transformeerde in twee straten acht portiekblokken tot gebouwen met ruime vierkamer koop- en huurmaisonettes. Deze transformatie leverde een belangrijke bijdrage aan de ingrijpende vernieuwing van Pendrecht-Zuid en vormde tevens het begin van de aanpak van de buurt. De afgelopen jaren onderging Pendrecht-Zuid een ingrijpende vernieuwing met veel sloop en nieuwbouw. Het woningaanbod moet daarmee beter aansluiten op de huidige en toekomstige vraag. De eigenaar van de woningen, de Nieuwe Unie (dNU, nu Woonstad Rotterdam), vroeg zich af of het gewenste woningaanbod ook in de bestaande voorraad te accommoderen was. De voordelen van renovatie boven sloop en nieuwbouw zijn immers groot: sneller, goedkoper, beter voor het milieu en cultuurhistorisch interessanter. In opdracht van dNU onderzocht Van Schagen architekten de renovatiemogelijkheden van alle casco’s in het
www.woonstadrotterdam.nl www.vanschagenarchitekten.com
gebied. De conclusie van het onderzoek was dat goede, betaalbare vierkamerwoningen (circa 110 m2) voor zowel koop als huur, prima te realiseren zijn in de vier lagen hoge portiekblokken aan de Middellharnis- en Melissantstraat. Dit programma was nodig voor herhuisvesting van bewoners van de overige (wel te slopen) blokken. Deze conclusie was verrassend omdat architectuur en afmetingen van de portiekblokken niet veel meer dan middelmatig waren.
81
GERENOVEERD PORTIEKBLOK IN PENDRECHT-ZUID
82
Weesp, Meidoorn Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Noord-Holland Weesp Weesp n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie
Opdrachtgever Architectenbureau
de Woningbouw, Weesp Hans van Heeswijk architecten, Amsterdam
www.dewoningbouw.nl www.heeswijk.nl
“De Bijlmer van Weesp” noemde Cobouw dit complex van drie flats die in het centrum van Weesp hoog boven de laagbouw uitsteken. De overwogen sloop was lastig door het ontbreken van vervangende woningbouw. Onderzoek wees uit dat gevelisolatie mogelijk was door het plaatsen van een serregevel. Dat leverde extra woonruimte op en voorkwam tijdelijke herhuisvesting van bewoners. Daarmee was sloop van de baan. Verdiepinghoge schuifpuien met ranke aluminium stijlen nemen nu de plaats in van betonnen balkonhekken die wegens betonrot verwijderd zijn. De licht naar voren hellende glasgevel is voorzien van zonwering en ventilatie om de nieuwe serre in de zomer echt bij het huis te kunnen trekken.
FOTO: LUUK KRAMER
^
DE VERNIEUWDE ENTREE VAN DE MEIDOORN
> LINKSBOVEN TOT LINKSONDER: DE OORSPRONKELIJKE SITUATIE RECHTSBOVEN TOT RECHTSONDER; DE NIEUWE SITUATIE
83
FOTO: HANS VAN HEESWIJK ARCHITECTEN
FOTO: LUUK KRAMER
FOTO: HANS VAN HEESWIJK ARCHITECTEN
FOTO: LUUK KRAMER
FOTO: LUUK KRAMER
84
Zaandam, ERA-flat Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Noord-Holland Zaanstad Zaandam langs de A8 n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Renovatie/transformatie
Opdrachtgever
Woningstichting Patrimonium, Zaandam (nu: Rochdale) Hans van Heeswijk architecten, Amsterdam
Architectenbureau
De Verenigde Bedrijven J.P. van Eesteren nv introduceerden in 1964 de ERA-woningbouwmethode. Industrialisatie was het uitgangspunt van deze bouwmethode. Het bouwproces bestond uit een ruwbouw- en een afbouwgedeelte. De fundering en de draagstructuur werden op de bouwplaats in beton gestort. Met een gemechaniseerd productieproces werden tunnelmallen ter grootte van de woning gemaakt. Hiermee werd het voor het eerst mogelijk een overspanning van 7,2 meter te realiseren. Door de toepassing van deze bouwmethode werden woningplattegronden vrij indeelbaar, omdat dragende muren binnen de woning niet meer noodzakelijk waren. In totaal zijn er ongeveer 10.000 ERA-flatgebouwen in Nederland gebouwd, met name in West-Nederland. Drie ERA-flats in Zaandam, goed zichtbaar vanaf de A8, zijn door het architectenbureau Hans van Heeswijk onder handen genomen. Aanleiding was de aanleg van een nieuw viaduct door Rijkswaterstaat. Dit zou betekenen dat er een geluidsscherm langs de weg
www.rochdale.nl www.heeswijk.nl
zou moeten worden geplaatst. Rijkswaterstaat bleek bereid het voor het geluidsscherm gereserveerde geld te besteden aan de isolatie van de gevels van de drie nabijgelegen flats. Met name de flat de Noordwachter heeft een grote metamorfose ondergaan. Het gebouw is in zijn geheel voorzien van een opvallende geluidsisolerende gevel die alle balkons afsluit. De bewoners kunnen zelf de glazen pui openen. Daarnaast heeft de kopgevel isolerende beplating gekregen. Het interieur van de woningen is ook gerenoveerd. De renovatie van de flat de Brandaris is een Europees voorbeeldproject voor duurzaam bouwen. Op het dak van de flat staat een verzameling zonnecollectoren, die binnen Europa de grootste is op een bestaand woongebouw.
> RECHTSBOVEN: DE OORSPRONKELIJKE SITUATIE OVERIGE FOTO’S: HET RESULTAAT VAN DE RENOVATIE
85
FOTO: HANS VAN HEESWIJK ARCHITECTEN
FOTO: LUUK KRAMER
FOTO: LUUK KRAMER
FOTO: LUUK KRAMER
FOTO: LUUK KRAMER
86
87
SLOOP/NIEUWBOUW
88
Dokkum, Watertorenbuurt Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Friesland Dongeradeel Dokkum Watertorenbuurt n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Buurt Sloop/nieuwbouw
Opdrachtgever Architectenbureau
Woningcorporatie Dongeradeel, Dokkum KAW architecten en adviseurs
www.wcd.nl www.kaw.nl
In de Watertorenbuurt in Dokkum hebben 100 vroegnaoorlogse huurwoningen plaatsgemaakt voor nieuwe woonbebouwing. De oorspronkelijke woningen waren te klein, voldeden niet aan de woonwensen en verkeerden in slechte bouwtechnische staat. Echter, de stedenbouwkundige opzet en de architectonische karakter ervan – de vorm en de sfeer – waren zeer waardevol. In het ontwerp voor de nieuwbouw is de kleinschaligheid van het buurtje gerespecteerd. KAW heeft ervoor gekozen om de stedenbouwkundige en architectonische karakteristieken van de oorspronkelijke bebouwing in een modern jasje terug te laten komen in het nieuwe ontwerp. Traditionele materialen, zoals baksteen en hout zijn op een niettraditionele manier toegepast. Andere materialen, zoals zink en beton zijn toegepast in bijzondere details, zoals de dakkapel, de goot en de plint. De variatie aan woningtypologieën zijn vrijstaande woningen, rijtjeswoningen en seniorenwoningen. Elk type is aan te passen aan de wens en behoefte van de gebruiker. Binnen de bouwblokken zijn zowel huur- als koopwoningen gerealiseerd.
FOTO: STIJNTJE DE OLDE
^
DE VERNIEUWDE WATERTORENBUURT
>
89
FOTO: STIJNTJE DE OLDE
90
Enschede, Deppenbroek-Noord Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Overijssel Enschede Enschede Deppenbroek n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Wijk Sloop/nieuwbouw
Opdrachtgever Architectenbureau
Woongroep Twente, Hengelo KAW architecten en adviseurs
www.woongroeptwente.nl www.kaw.nl
De naoorlogse stempelwijk Deppenbroek in Enschede is geherstructureerd. Van de circa 280 woningen is 45% gesloopt en 55% gerenoveerd. Samenhang in de architectuur van zowel de nieuwbouw als de gerenoveerde woningen zorgen voor een eigentijdse stempelwijk. De stempelstructuur is gebruikt om het groen en het parkeren te organiseren en nieuwbouw in te voegen: tussen de stroken met rijenhuizen wordt geparkeerd. Hoogbouw sluit de stroken af. Dwars op de rijenhuizen worden de hoven om en om met groen en voor spel ingericht. De nieuwbouw bestaat uit seniorenwoningen, rijenhuizen, twee-onder-een-kappers en appartementen. Een buurt met voorheen alleen sociale huurwoningen heeft nu aanbod voor diverse doelgroepen. De buurt blijft in haar eenheid behouden door terughoudendheid in de architectuur. Er is gekozen voor twee kleuren metselwerk die qua tint familie van elkaar zijn. Betonelementen en panelen in een diepblauwe kleur geven het een eigentijds karakter.
^
DE OORSPRONKELIJKE EN NIEUWE PLATTEGROND
> LINKSBOVEN TOT LINKSONDER: DE OORSPRONKELIJKE SITUATIE RECHTSBOVEN TOT RECHTSONDER; DE NIEUWE SITUATIE
91
92
Rotterdam, Zuidwijk Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Rotterdam Rotterdam, Charlois Zuidwijk/De Steinen n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Sloop/nieuwbouw
Opdrachtgever Architectenbureau Ontwerp
Vestia Architectenbureau-K2, Amsterdam Jan-Richard Kikkert en Judith Korpershoek met Thorsten Lang
www.vestia.nl www.architectenbureau-k2.nl
Zuidwijk is onderdeel van deelgemeente Charlois en is gelegen op de linker Maasoever in Rotterdam. Zuidwijk is gebouwd tussen 1951 en 1959. Het maakte onderdeel uit van het Uitbreidingsplan Linker Maasoever van 1949, waarin drie gebieden werden aangewezen voor de bouw van nieuwe woonwijken: Zuidwijk, Pendrecht en Lombardijen. Gezamenlijk de Zuidelijke Tuinsteden genoemd. Zuidwijk bevindt zich in een herstructureringsoperatie. In De Steinen, een van de acht buurten van Zuidwijk, werden 54 huurwoningen voor bejaarden (in grootte variërend van 16 m2 tot 35 m2) gesloopt om plaats te maken voor 31 koopwoningen. Na een meervoudige opdracht werd ArchitectenbureauK2 gevraagd een voorstel te maken. Vanwege de schoonheid van de stedenbouwkundige compositie en het bestaande groen besloot dit bureau om nagenoeg dezelfde footprint terug te bouwen. De woningen zijn door de positie van de blokken noord-zuid georiënteerd met voordeur en tuin aan de
^
NIEUWBOUW IN DE STEINEN
>
93
zuidzijde en een achterom met berging aan een smal terras. In de geest van Zuidwijk zijn de bouwblokken sober van vorm en zorgvuldig gematerialiseerd. De gevel bestaat uit metselwerkstroken en verdiepinghoge kozijnen met doorlopende rollagen op vloerhoogte. De kozijnen van Sapupira zijn speciaal voor dit project ontwikkeld en gecertificeerd. Om voor toekomstige bewoners een zekere mate van keuzevrijheid te introduceren zijn alle kozijnen onderling uitwisselbaar. De positie van ramen, deuren en type beglazing kan zo afgestemd worden op het achterliggende gebruik. Doordat alle kozijnen even breed zijn, maar op de verdieping verschoven liggen ten opzichte van de begane grond is er een bijzondere ritmiek ontstaan in het gevelbeeld. Een dergelijk gevelbeeld is kwetsbaar voor verstoringen. Ervaring in eerdere projecten leert dat bewoners de zuidgevel vrijwel altijd voorzien van zonwering. Dit gegeven is benut en de zonwering is
van meet af aan opgenomen in het ontwerp waardoor de zonneschermen juist een belangrijke bijdrage leveren aan de gevelcompositie. In een zeer laat stadium van het ontwerpproces kwam aan de orde dat een dakopbouw mogelijk moest zijn. Doordat er maar heel beperkt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt is, werd een opbouw ontworpen die afwijkt van het hoofdvolume en in materialisering aansluiting zoekt bij de schuivende zonneschermen. Er is een compleet bouwaanvraagpakket voor de dakopbouw gemaakt. Als toekomstige bewoners willen uitbreiden, liggen de tekeningen en de vergunning bij wijze van spreken klaar.
94
Schiedam, Groenoord Zuid Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Schiedam Schiedam Groenoord Obrechtstraat
Schaalniveau Verandering
Bouwblok Nieuwbouw (invulling van een lege plek)
Opdrachtgever Architectenbureau Ontwerp
Wijkontwikkelingsmaatschappij Groenoord, Schiedam Architectenbureau-K2, Amsterdam Jan-Richard Kikkert en Judith Korpershoek met Thorsten Lang
Groenoord is een wederopbouwwijk waarin de woonblokken met elkaar afgewogen ensembles vormen. Het nieuwbouwplan voor de woningen aan de Obrechtstraat is erop gericht om binnen deze blokstructuur meer diversiteit in het wonen mogelijk te maken. De grondgebondenheid van woningen is een belangrijk nieuw element in de meerlagige woonblokken. Binnen het bouwblok worden 14 grondgebonden woningen gerealiseerd. Het is de bedoeling dat de nieuwbouw een positieve impuls geeft aan de herstructurering, zonder het bestaande tekort te doen. Er is een ontwerp gemaakt dat uitgaat van een grote flexibiliteit in de inrichting van de woningen. Uit de smalle diepe beukmaat en de centrale positie van de trap ontstaat een woningtype met kamers zonder vooropgelegd gebruik. De oriëntatie van het bouwblok is dubbelzijdig; het gebouw heeft twee voorgevels: een op het noorden en de toegang tot de wijk gericht, de ander op het zuiden aan een woonerf.
www.wogroenoord.nl www.architectenbureau-k2.nl
Op de begane grond aan de noordgevel liggen werkruimten, met een aparte toegang. Aan de zuidzijde ligt de woonruimte met serre op de eerste verdieping waardoor de woningentree daaronder een afgebakende, beschutte plek wordt. Op de hogere lagen is de positie van de vloeren en dus de verdiepinghoogte bij de bouw nader te bepalen, maar ook daarna veranderbaar. Naast deze flexibiliteit in de individuele woning kan er door wapeningsvrije zones in de woningscheidende wanden op lange termijn per verdieping gesplitst en samengevoegd worden. Hierdoor kan het gebouw aan de Obrechtstraat ook over 30 jaar nog reageren op ontwikkelingen in de woningbehoefte, waarmee het project een bijdrage levert aan de duurzaamheid van Groenoord als woonomgeving. In de gevels komen op verschillende plaatsen gekleurde vlakken voor. Zoekend naar een onderliggend systeem voor de verdeling van de kleuren en een verband met de muziek van Jacob
95
Obrecht, ontdekte K2 het fenomeen synesthesie (samen waarnemen). Synesthesie is een “afwijking”, een doorfunctioneren in de hersenen. De mensen bij wie dit verschijnsel plaatsvindt, hebben een teveel aan verbindingen tussen verschillende hersendelen. Deze verbindingen zijn bij de geboorte al aanwezig, maar worden gedurende de ontwikkeling (van mensen die deze afwijking niet hebben) deels verbroken. Bij een synestheet blijven sommige verbindingen intact. Hierdoor leiden waarnemingen van een zintuig tot een idee van waarneming van andere zintuigen. Zo iemand proeft dan bijvoorbeeld iets wanneer hij een muziekstuk hoort, of hij hoort luide kleuren. Men schat dat het voorkomt bij 1 op de 2000, of zelfs 1 op de 500 mensen, in een of andere vorm. Voor dit project is een kleurenschema gemaakt op basis van de persoonlijke ervaring van de Nederlandse pianiste Dorien Diemer, synestheet in het gebied van muziek en kleur. Met behulp van Rob Wegman
^
NIEUWBOUW IN GROENOORD
zijn uit het sleutelwerk van Jacob Obrecht, de Missa Maria zart (1503), een aantal frasen van de melodie overgezet naar kleur met behulp van Dorien Diemers vertaalschema.
96
Vlaardingen, Westwijk Provincie Gemeente Plaats Wijk/buurt Straat
Zuid-Holland Vlaardingen Vlaardingen Westwijk/Zuidbuurt n.v.t.
Schaalniveau Verandering
Buurt Sloop/nieuwbouw
Opdrachtgever Architectenbureau
Waterweg Wonen, Vlaardingen Van Schagen architekten, Rotterdam
De nieuwbouw van eengezinswoningen in de vroeg-naoorlogse Zuidbuurt van VlaardingenWestwijk is zorgvuldig ingepast in de bestaande stedenbouwkundige structuur. Hierdoor bleven bestaande kwaliteiten van de wijk overeind en ontstond er een eenvoudig ensemble van nieuwbouwblokjes met eengezinswoningen tussen de bestaande galerijflats. Een bestaande groenstrook is verkleind, maar wel gehandhaafd. Hiermee werd het mogelijk om 168 woningen in twee en drie lagen terug te bouwen op de plaats van de oorspronkelijke 180 flatwoningen. In de gevelcompositie van de woningen is met een denkbeeldige gridstructuur van metselwerk en gaten aansluiting gezocht bij het betonraster van de gehandhaafde galerijbokken. Om het uitzicht vanuit de gehandhaafde galerijblokken op de laagbouw interessant te maken is sedem op de daken aangebracht en zijn daklichten toegepast, waarop ook zonneboilers zijn bevestigd. In 2005 zijn de eerste bewoners van de nieuwbouw
www.waterwegwonen.nl www.vanschagenarchitekten.com
toe aan een nieuwe stap in hun wooncarrière en benaderen zij de gemeente met een verzoek voor een dakopbouw. Om de stedenbouwkundige opzet en architectuur van de nieuwbouw te waarbogen vraagt de gemeente Vlaardingen aan de architect een ontwerp te maken voor de dakopbouwen om de bewoners tegemoet te komen en ‘wildgroei’ te voorkomen. De dakopbouwen zelf zijn ontworpen als tuinhuisjes in het daklandschap. De keuze uit verschillende modellen speelt in op het speelse karakter. Er is gekozen voor prijsbewuste en traditionele details en materialen waardoor de kwaliteit van de uitvoering beter te garanderen is.
> LINKSBOVEN: DE NIEUWE INVULLING VANUIT DE LUCHT OVERIGE FOTO’S: DE NIEUWE INVULLING VANUIT VERSCHILLENDE AANZICHTEN
97
98
Overzicht van betrokken organisaties FONDSEN Stimuleringsfonds voor Architectuur Bij dit fonds staat het werken aan concrete ontwerpopgaven met relatie tot sociaalmaatschappelijke vraagstukken centraal. Het fonds subsidieert geen bouwproductie, maar culturele projecten die een bijdrage leveren aan de kennisontwikkeling van de ontwerpende disciplines. www.architectuurfonds.nl KENNISCENTRA KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing richt zich op de transformatie van de bestaande stad en van de naoorlogse wijken in het bijzonder. KEI manifesteert zich op twee manieren: als netwerkorganisatie en als zoekmachine. www.kei-centrum.nl Het Oversticht Het Oversticht is een kennis- en adviescentrum actief op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijk erfgoed. Het Oversticht heeft veel ervaring op het gebied van wederopbouw, waardestellingen en hergebruik. www.oversticht.nl
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is een kennisinstituut voor archeologie, monumenten en cultuurlandschap. Deze kennis zet de Rijksdienst in om met wetten en regels het erfgoed te beschermen en te ontwikkelen. De dienst is onderdeel van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De wederopbouw is een actueel thema binnen de dagelijkse werkzaamheden. www.cultureelerfgoed.nl Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) De SEV ontwikkelt innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen. De SEV zoekt naar grensverleggende, praktisch toepasbare oplossingen. Deze oplossingen zijn ontwikkeld en getoetst in de praktijk. www.sev.nl
99
Bronnen BIQ Stadsontwerp bv. Tuindorp Kethel: Schiedam 1998-2001. Rotterdam: BIQ Stadsontwerp bv. Blom, A., Jansen, B. & Heide, M. van der. De typologie van de vroeg-naoorlogse woonwijken. Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Haan, J.B.H. de, Clarijs, J.M.A.C. & Friso, F. Quickscan: Wijken van Wederopbouw in Overijssel. Zwolle: Het Oversticht/Provincie Overijssel. KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing (2009). Schiedam, Renovatie Tuindorp Kethel. Geraadpleegd op 27 augustus 2009, http://www.kei-centrum.nl/view. cfm?page_id=1897&item_type=project&item_id=293 Tellinga, J. (2004). De Grote Verbouwing: Verandering van naoorlogse woonwijken. Rotterdam: Uitgeverij 010. Tilman, H. (juni 2009). Interview: Gert Jan te Velde, partner Van Schagen Architekten. de Architect, p. 1417
100
Colofon Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Het Oversticht Postbus 531 8000 AM Zwolle Tekst ing. N.S.A. Tienstra Redactie mr. H.A.J. Meelissen Beeldmateriaal Alphaplan, BIQ Stadsontwerp bv, Cardo Architecten, Hans van Heeswijk architecten, Marco Henssen Architecten bv, Heren 5, Kees Hummel, Architectenbureau-K2, KAW architecten en adviseurs, Luuk Kramer, Stijntje de Olde, Overeem Architecten BV, Het Oversticht, Van Schagen architekten, John Stoel, De Zwarte Hond Vormgeving ing. N.S.A. Tienstra Drukwerk Molenberg Repro B.V. © Het Oversticht, 2009