Wegenzout
Magazine Magazine van AkzoNobel Wegenzout Jaargang 1 • September 2012 • Nummer 2
Nieuwe contracten bieden flexibiliteit Optioneel: uw strategische zoutvoorraad
4
Duurzaamheid op diepte Strategische energieopslag in zoutcavernes
10
‘Dertig procent minder zout gebruiken’ Dynamisch strooien heeft de toekomst
12
Wegenzout Magazine
2
3
Inhoudsopgave
Meer doen met minder zout
Nieuwe contracten Meer zekerheid, meer flexibiliteit 4
Met innovatieve producten brengt AkzoNobel haar duurzaamheidambities in praktijk.
Afdeling Logistiek Uw wegenzout altijd op tijd 6
4
Vragen over zout En de antwoorden daarop 8
Innovatie is geen doel op zich. Het ontwikkelen van nieuwe producten kost veel tijd, inzet en geld. Uiteraard heeft AkzoNobel bedrijfseconomische motieven om voortdurend te innoveren: stilstand is achteruitgang. Toch is dat maar één kant van de medaille. Efficiënter werken AkzoNobel wil maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daar hoort onze zoektocht bij naar producten die beter zijn voor mens, milieu en maatschappij. Ons onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma heeft deels kostenbeheer-
Stappenplan Voor de opslag van wegenzout 9 Duurzaamheid op diepte Zoutcavernes hergebruikt 10
sing en efficiencyvergroting tot doel. Maar nog belangrijker vinden wij het om te reageren op impulsen die ú ons geeft. Want het uiteindelijke doel van AkzoNobel is klanten helpen efficiënter te werken. Voor gladheidbestrijding betekent dit: méér te doen met minder zout. Antiklontermiddel Ecosel®mTA Deze ambitie realiseren wij niet alleen met ons vacuümzout, maar vooral ook met de ontwikkeling van het antiklontermiddel Ecosel®mTA. Jarenlang intensief onderzoek naar de mogelijkheden van het volledig biologisch afbreekbare wijnsteenzout - want dat ís mTA - heeft geresulteerd in de introductie van Ecosel®mTA binnen de professionele gladheidbestrijding. Het is onze ambitie dat het milieuvriendelijke mTA de plaats inneemt van het huidige
antiklontermiddel ijzercyanide. Niet alleen in óns wegenzout, maar in al het wegenzout. Olivier Hayard, Global Director Marketing & Sales Salt
8 Dynamisch strooien Dertig procent minder zout 12
Introductie Ecosel®mTA antiklontermiddel
Kort en goed Kunststof strooier & zout voor chloor 15 Ecosel®mTA wegenzout Groningen kiest bewust 16 Strooi-efficiency Méér doen met minder zout
18
18
Sinds vorig winterseizoen levert AkzoNobel wegenzout dat voorzien is van een milieuvriendelijk antiklontermiddel. Dit product heet voortaan Ecosel®mTA wegenzout. Ecosel®mTA wegenzout is cyanidevrij, volledig biologisch afbreekbaar en daarom bij uitstek geschikt voor de moderne gladheidbestrijding. De naam mTA wegenzout was al wat langer in gebruik; nieuw is de toevoeging Ecosel®. Dit is de familienaam voor innovatieve en duurzame producten die AkzoNobel op de markt brengt
en nog gaat brengen. Het antiklontermiddel mTA werd al enige tijd voor industriële processen gebruikt, de toepassing binnen gladheidbestrijding is van recente datum. De afgelopen drie winters heeft AkzoNobel in samenwerking met afnemers onderzoek gedaan naar de praktische toepasbaarheid van Ecosel®mTA. In deze testfase is uitgebreid aandacht besteed aan het transport, het verladen en de opslag van dit wegenzout. Inmiddels is
het tijd voor de volgende stap. AkzoNobel gaat vanaf nu, in samenwerking met Brenntag als agent, Ecosel®mTA antiklontermiddel aan de man brengen op de hele Europese, NoordAmerikaanse en Noord-Afrikaanse wegenzoutmarkt en is ervan overtuigd dat dit product een belangrijke stap vooruit is op weg naar duurzamere gladheidbestrijding. > Voor meer informatie kunt mailen naar
[email protected].
Colofon
Pekelopslagtanks: prima oplossing
Dit magazine is een uitgave van AkzoNobel Wegenzout. Abonnementen kunnen per e-mail worden aangevraagd via:
[email protected]. Overname uit dit magazine van beeld en/of tekst, in welke vorm dan ook, is alleen toegestaan na uitdrukkelijke toestemming vooraf door AkzoNobel Wegenzout.
Pekel sproeien is in opmars. Wat is er nodig om ervoor te zorgen dat er voldoende pekel op voorraad is?
AkzoNobel Wegenzout Postbus 247, 3800 AE Amersfoort www.wegenzout.nl Redactie & productie TTF Marketing & Communicatie, Amersfoort Fotografie Rob Melchior Druk Twigt Grafisch Facilitair, Waddinxveen
Dat kan op twee manieren. De eerste: zelf pekel maken door zout in water op te lossen met een zoutoplosser. De tweede: kant-en-klare pekel laten leveren door AkzoNobel Wegenzout. In beide gevallen is opslagcapaciteit nodig. Een zoutoplosser maakt namelijk maar een beperkte hoeveelheid pekel aan per uur (tot circa 6 m³) en een tankwagen van AkzoNobel staat weliswaar snel voor de poort, maar niet binnen vijf minuten na bestelling. Om een idee te geven: de gemeente Heerhugowaard heeft 130 kuub pekel op voorraad in tanks.
Polyester tanks Waaraan moeten zulke opslagtanks voldoen? Wim Wolters, Area Sales Manager van het bedrijf Plasticon Composites in Oldenzaal beantwoordt de vraag. ‘Voor zover ik weet zijn er geen wettelijke voorschriften voor het toe te passen materiaal. Men heeft keuze uit staal, kunststof en roestvrij staal. Ons bedrijf levert polyester opslagtanks, op maat gemaakt naar de specificaties van de klant. Prijstechnisch iets duurder dan staal, maar prijsgunstiger dan roestvrij staal.’ Mangat onder in de cilinder AkzoNobel levert pekel in bulktransporten van circa 30 ton. Het is handig om te kiezen voor opslagtanks met voldoende capaciteit. Ten minste 30 m³, maar liefst nog meer. ‘De klant ontwerpt de vaten zelf’, vertelt Wim Wolters. ‘Wij bouwen ze inclusief alle benodigde aansluitingen, zoals de ontluchting, aftap, vulaansluiting en een mangat. Om Arbo-technische redenen adviseren wij het mangat in de cilinder
(instaphoogte) aan te brengen. Dat is makkelijker bij schoonmaak, onderhoud of inspectie. Ook kunnen wij de tanks voorzien van relingen, bordessen en toegangladders.’ Onderhoudsvrij ‘Belangrijk is de vraag of de vloeistof al dan niet onder druk moet staan. Onder druk kan de pekel sneller wordt afgetapt. De meeste pekeltanks zijn echter drukloos. Dan loopt de pekel er door zwaartekracht uit, maar moet de tank wel op een bepaalde hoogte staan. Of je hebt een pomp nodig. Dan kan ook worden volstaan met een vlakke bodem onder de tank zonder extra voorzieningen. Dat zijn de belangrijkste zaken waarmee men rekening moet houden. Wat tot slot nog goed is om te noemen: kunststof opslagtanks zijn licht in uitvoering, corrosiebestendig en ze zijn volledig onderhoudsvrij.’ > Voor meer informatie: www.plasticoncomposites.com
5
Verkoopmanager Sander Bouman:
Nieuwe contracten bieden klanten meer zekerheid
De strenge winters van 2009/10 en 2010/11 hebben iedereen duidelijk gemaakt hoe cruciaal de leverbetrouwbaarheid van wegenzout is. De verkeersveiligheid en de mobiliteit zijn immers in het geding. Als het aan AkzoNobel ligt, kan het woord zouttekort weer uit Van Dale worden geschrapt. Die beruchte winters liggen al weer een tijdje achter ons, maar de ervaring van zouttekorten of het instellen van het zoutloket ligt de professionals nog vers in het geheugen. AkzoNobel Wegenzout heeft de lessen van deze winters ter harte genomen en er hard aan gewerkt om haar dienstverlening nog beter op de markt af te stemmen. Het resultaat: verbeterde leverbetrouwbaarheid én voldoende flexibiliteit om uw contract met AkzoNobel Wegenzout in te richten naar uw eigen wensen. Eén en ander heeft vorm gekregen in de nieuwe contracten die AkzoNobel sinds twee jaar aanbiedt. Verkoopmanager Sander Bouman vertelt over deze nieuwe contracten en de achtergronden ervan. ‘Eén van de dingen die we hebben geleerd is dat het feitelijk ontbrak aan een adequate methode om de zoutbehoefte van klanten te bepalen. Voorheen was het criterium daarvoor vaak de loodscapaciteit. Men ging voor een normale winter dan veelal uit van tweemaal de loodscapaciteit. In het westen van het land werd met een factor anderhalf gerekend. De relatie tussen dit volume en het areaal van de betreffende klant was echter lang niet altijd duidelijk. Om die reden hebben wij een betere en betrouwbaarder methodiek ontwikkeld.’ Zoutbehoefte berekenen De basis daarvoor zijn de historische gegevens over het zoutverbruik van de klant in kwestie in de winters van de voorbije tien jaar. ‘Onze formule om de zoutbehoefte vast te stellen is dan: neem het rekenkundig gemiddelde van de verbruikte zoutvolumes in deze winters en tel daar 50 procent bij op. Ik zal uitleggen hoe we daar aan komen. Uit analyse van de archieven van AkzoNobel Wegenzout, die tot wel 30 jaar terug gaan, blijkt dat de standaarddeviatie van de Nederlandse
1
eze standaarddeviatie biedt een zekerheid van 90 à 95 D procent over de betreffende bandbreedte. In het gehanteerde voorbeeld is er dus een zekerheid van 90 à 95 procent dat het werkelijk zoutverbruik uitkomt op een volume tussen 60 en 140.
winter circa 40 procent is. Dat betekent het volgende: als het gemiddelde zoutverbruik in deze periode bijvoorbeeld 100 is, dan fluctueert het werkelijke zoutgebruik tussen 60 en 1401. Wij tellen daar veiligheidshalve nog een marge van 10 procent bij op en komen zo aan een op statistieken gebaseerde berekening van de zoutbehoefte. Voor de klant betekent dit een contract op 150 procent van zijn zoutbehoefte. Met andere woorden: een contract waarmee je bovengemiddelde winters aankunt! Waar er vroeger werd gewerkt met onduidelijke afspraken over leverhoeveelheden, is de basis van onze nieuwe contracten dat AkzoNobel Wegenzout de garantie geeft dat de aldus gezamenlijk berekende contracthoeveelheid ook daadwerkelijk kan worden geleverd. Daar committeren wij ons aan.’ Flexibiliteit gegarandeerd AkzoNobel Wegenzout wil met deze nieuwe contracten een partnerschap aangaan met haar klanten. Dat betekent onder meer een faire verdeling van kansen en risico’s. ‘Om op een economisch verantwoorde manier leveringszekerheid te bieden, stellen wij daar een afnameverplichting van 50 procent tegenover’, vertelt Sander Bouman. ‘Ik geef een voorbeeld: stel dat een gemeente met AkzoNobel voor komende winter een contract afsluit voor 500 ton wegenzout, dan moet daar ten minste 250 ton van worden afgenomen. Maar stel dat winter 2012/13 weer zo’n kwakkelwinter wordt? Geen enkel probleem, in dat geval hoeft deze gemeente het meerdere, het volume boven de 250 ton, niet af te nemen. Dit is al sinds 2010 de basis voor onze standaardcontracten. Uit de ervaringen van de eerste twee jaar met deze formule blijkt dat dit een prima combinatie is van leverbetrouwbaarheid én flexibiliteit.’ Strategische zoutvoorraad Maar dat is nog niet het hele verhaal. Er is immers geen 100 procent garantie dat de contractueel afgesproken hoeveelheid zout inderdaad genoeg zal zijn om elke winter aan te kunnen. AkzoNobel biedt haar afnemers daarom ook de mogelijkheid om een strategische zoutvoorraad aan te leggen. Sander Bouman legt uit wat dit inhoudt: ‘U bestelt en betaalt dit zout vooraf. Wij slaan het zout op, zorgen voor het beheer ervan en leveren het uit zodra u het nodig hebt.’ Voor z’n strategische zoutvoorraad zijn er verschillende contractmogelijkheden. Afnemers kunnen met AkzoNobel overeenkomen om naast het standaardcontract ook nog een strategische voorraad aan te leggen, maar het is ook mogelijk om de strategische voorraad deel uit laten maken van het standaardcontract. Dat werkt dan als volgt. ‘Stel dat een klant een zoutbehoefte heeft van 500 ton en kiest voor een strategische voorraad van 100 ton. Wij bepalen het contract dan op 400 ton met een afnameverplichting van 200 ton. Haalt de betreffende klant die 200 ton niet in een milde winter, dan tellen wij het resterende deel van
Sander Bouman: ‘Uw zoutbehoefte berekenen? Neem uw gemiddelde zoutverbruik van de afgelopen tien winters en tel daar 50 procent bij op. Met die marge vangt u uitschieters naar boven goed op.’
het verplicht af te nemen volume op bij de strategische voorraad. Stel dat deze klant 50 ton overhoudt op zijn verplichte budget, dan is de strategische voorraad voor de volgende winter dus 150 ton. Voor die winter bedraagt het verplicht af te nemen volume vervolgens de helft van 500-150 ton, oftewel 175 ton. Sander Bouman vertelt verder: ‘Een strategische voorraad wordt in eerste instantie als prijzig gezien, maar de aanschaf op een gunstig moment en de opslag van enkele jaren is altijd kosteneffectiever dan genoodzaakt te zijn tegen hoge kosten in te kopen tijdens een zware winter. En bovendien is uw eigen strategische voorraad is van de bekende kwaliteit en ook altijd meteen beschikbaar. En tot slot, om het onze klanten helemaal gemakkelijk te maken, bieden wij hen ook nog een terugkoopoptie voor de strategische voorraad. Indien een klant dat wenst, kopen wij dit zout na twee jaar van hem terug.’ Voorraadbeheersysteem De afgelopen twee jaar heeft AkzoNobel benut om deze nieuwe systematiek voor zoutcontracten te testen. ‘De resultaten zijn positief. Zowel onze klanten als wijzelf zijn content met deze nieuwe contractvormen en we gaan deze nu weer standaard aanbieden met een looptijd van één of drie jaar. Zo zijn wij voortdurend, samen met onze klanten, op zoek naar mogelijkheden om onze klanten nóg beter van dienst te zijn. De volgende stap die wij willen maken is het ontwikkelen van een voorraadbeheersysteem dat óns automatisch waarschuwt als de klant beleverd dient te worden. Dat is dan weer een zorg minder voor onze klant!’
Wegenzout Magazine
6
7
Afdeling logistiek zorgt ervoor dat uw wegenzout op tijd is U bestelt wegenzout. AkzoNobel levert de afgesproken hoeveelheid op de afgesproken tijd en plaats. Zo bent u het altijd gewend en u verwacht niet anders. De afdeling Logistiek van AkzoNobel zorgt ervoor dat deze verwachtingen worden waargemaakt en afspraken worden nagekomen. Brian Steensma heeft daar als Depot Manager Salt een belangrijke rol in. In het Amersfoortse kantoor van AkzoNobel Wegenzout vertelt hij hoe het aanbod van en de vraag naar zout in balans wordt gehouden. ´Wij produceren jaarlijks 6 miljoen ton zout in onze drie fabrieken. Ongeveer 5 procent daarvan, 300.000 ton, is wegenzout.’ Het zou mooi zijn als er precies evenveel zout wordt geproduceerd als geleverd moet worden. Dan zijn er nooit overschotten of tekorten. Maar zo werkt het niet. ‘Onze fabrieken kunnen niet altijd op vollast staan. Ook moeten fabrieken van tijd tot tijd stoppen. Daardoor ontstaan fluctuaties in de productie. Anderzijds moeten wij bepaalde klanten, in Noord Scandinavië bijvoorbeeld, in een korte periode hun hele jaarbehoefte leveren, want ’s winters zijn ze onbereikbaar.’ En dan zijn er nog de plotselinge verschillen in de vraag naar wegenzout, zoals in een strenge winter als drie jaar geleden in extreme mate het geval was. ‘In die situaties kunnen we niet even gauw de fabrieken een tandje hoger laten draaien, daar is het proces nu eenmaal niet op ingericht.’ En zo wordt in tijden van overvloed het te veel geproduceerde zout opgeslagen in depots, zodat in tijden van schaarste voldoende zout op voorraad is. Voor Brian Steensma en zijn collega’s is het de opgave om dit op een zo efficiënt mogelijke manier te doen tegen, uiteraard, de laagste kosten.
Zomerzout ‘Ik beperk mijn verhaal nu verder tot wegenzout’, zegt Brian Steensma. ‘Wij produceren het hele jaar door wegenzout. In de periode tussen twee winters - van april tot oktober - slaan wij het op in onze depots in Utrecht, Oss en eventueel ook in Kampen en Delfzijl. Maar het liefste leveren wij het uit in die periode. Als onze depots vol zijn, maar de loodsen van onze afnemers niet, dan wordt de totale opslagcapaciteit onvoldoende benut. Dat kan problemen opleveren als ’s winters ineens de vraag piekt. Daarom maakt AkzoNobel het prijstechnisch aantrekkelijk om zomerzout te kopen. Als de loodsen bij klanten vol liggen, kunnen wij onze depots weer vullen en er zo voor zorgen dat er een flinke buffervoorraad is. Op die manier kunnen we er gezamenlijk voor zorgen dat de kans op zouttekorten tot het minimum wordt beperkt.’ De depots worden van wegenzout voorzien vanuit de fabrieken in Hengelo en Delfzijl. Dat gebeurt met binnenvaartschepen. Bulkvervoer over water is goedkoper dan vervoer over de weg (uiteraard maken transportkosten deel uit van de zoutprijs) en bovendien is het beter voor het milieu. In Delfzijl is Arend Niemeijer als Logistics Coordinator verantwoordelijk voor alle zouttransporten, samen met zijn collega’s Gerard Strikker en Jan Vegter. In Hengelo is die taak toebedeeld aan Logistics Coordina-
tor Jos Goossen. Vanaf beide locaties wordt het wegenzout ook per vrachtwagen vervoerd als de eindbestemming dichterbij is dan vanaf een van de depots. Amersfoort, Delfzijl en Hengelo overleggen dagelijks over de planning en de vraag hoe depots en afnemers het beste - dat wil zeggen: het snelst en tegen de laagste kosten - bevoorraad kunnen worden. Mensenwerk Maar dat niet alleen. Logistiek onderzoekt ook voortdurend of het gehele proces nóg efficiënter kan worden gemaakt. Brian Steensma: ‘Een voorbeeld. Onze wegenzoutklanten worden beleverd vanuit depots in Delfzijl, Kampen, Utrecht en Oss. We zijn nu aan het nadenken of er niet een depot in bijvoorbeeld Noord-Holland bij moet komen. De vraag is of de kosten die dat met zich meebrengt opwegen tegen de winst die je boekt op het wegtransport. Een andere vraag is hoe we moeten omgaan met de totale opslagcapaciteit voor wegenzout. Dus niet alleen bij ons in de depots, maar ook bij de klanten zelf. We zien een tendens dat gemeenten en provincies gaan samenwerken en bijvoorbeeld kiezen voor een gezamenlijke opslagfaciliteit. Volkomen begrijpelijk vanuit hun standpunt - het is efficiënter en het scheelt kosten - maar het betekent in veel gevallen dat de totale opslagcapaciteit minder wordt en dat zou in strenge winters wel eens tot problemen kunnen leiden.’ Overigens heeft AkzoNobel voor dit probleem ook al een oplossing in huis. En dat laatste mag letterlijk worden genomen. Sinds kort bestaat de mogelijkheid voor klanten om een strategische zoutvoorraad aan te leggen. Het zout wordt gekocht en betaald, maar nog niet geleverd. ‘Wij houden het voor de klant op voorraad en zodra het nodig is leveren wij het uit. Het grote voordeel is natuurlijk dat de klant voor die hoeveelheid zout zelf geen opslag hoeft te hebben, terwijl hij er honderd procent zeker van is dat er vrijwel onmiddellijk over beschikt kan worden.’ Een andere verbetering van de dienstverlening aan afnemers is het kort geleden geïntroduceerde systeem van e-ordering. Zout bestellen via internet, 24 uur per dag en 7 dagen per week. Onmiddellijk teruggemeld krijgen wanneer en door wie het zout wordt geleverd en daarbij een flinke vereenvoudiging van het administratieve proces. Is dit één van de stappen op weg naar volledige automatisering van het logistieke proces? ‘Ja en nee’, zegt Brian Steensma. ‘We zullen zeker nog slagen maken en nóg efficiënter kunnen gaan werken, maar het samenspel tussen AkzoNobel, de transporteurs en de klant is en blijft toch altijd mensenwerk.’
Wegenzout laden Transporteurs rijden af en aan bij AkzoNobel in Hengelo.
AkzoNobel Delfzijl De belading van een zeeschip staat op punt van beginnen.
Brian Steensma: ‘...zout bestellen via e-ordering...’
Wegenzout Magazine
8
Zout, zouter, zoutst
Vragen over zout En antwoorden daarop Waarom gebruiken we eigenlijk zout om ’s winters onze wegen veilig berijdbaar te houden? Wegenzout Magazine legt deze en andere vragen over zout voor aan Rolf Breslau, Segment Manager Road Salt bij AkzoNobel. Dus: waarom zout? ‘Om de puntjes op de ‘i’ te zetten: we hebben het dan over natriumchloride. Dat is de scheikundige naam voor het zout dat we in de keuken gebruiken en op de weg strooien. Naast natriumchloride (NaCl) zijn er ook andere zouten, zoals calciumchloride of magnesiumchloride. NaCl heeft het voordeel dat het vrijwel onbeperkt beschikbaar en relatief goedkoop is. Het zorgt voor een goede vriespuntverlaging, is veilig in gebruik en minder corrosief dan andere chloride houdende dooimiddelen. Daarnaast wordt bijvoorbeeld ook kaliumacetaat of natriumformiaat toegepast als dooimiddel op vliegvelden; deze zouten zijn minder corrosief, maar een stuk duurder.’ Zijn er ook nog andere middelen? ‘Zeker. We onderscheiden stroefmakende middelen en dooimiddelen. Stroefmakende middelen zijn bijvoorbeeld zand, grind, (kolen)as en split. Ze doen wat hun overkoepelende naam belooft en dat is meteen ook hun beperking. Tot 1960 werden er uitsluitend stroefmakende middelen gebruikt. Sindsdien werd en wordt
Wat zijn die onderlinge verschillen dan? ‘Steenzout wordt in ondergrondse zoutlagen afgegraven en gezeefd, maar niet gezuiverd. Het bevat dan ook verontreinigingen als zand, zware metalen en andere oplosbare zouten zoals sulfaten. Het gehalte NaCl is lager en de korrelgrootte grover en onregelmatiger in vergelijking met vacuümzout. Zeezout wordt in warme landen gewonnen door verdamping
van zeewater onder invloed van de zon en de wind. Het achterblijvende zout valt qua verontreinigingen en korrelgrootteverdeling te vergelijken met steenzout.’ Vacuümzout is dus beter? ‘Afhankelijk van wat je onder beter verstaat: ja! Vacuümzout wordt geproduceerd uit ondergronds gewonnen pekel. Die wordt gezuiverd waarna de pekel deels onder vacuüm wordt ingedampt, zodat het zout uitkristalliseert. Deze productiemethode zorgt voor heel zuiver zout met een kleine korrel en gelijkmatige korrelgrootteverdeling. Daarnaast bevat ongedroogd vacuümzout 2,8% vocht wat een goede hechting aan het wegdek bevordert.’
Wat komt er zoal kijken bij het bouwen van een nieuwe zoutopslag. We vragen het Henk Verschuuren, Senior Adviseur bij ingenieursbureau Oranjewoud. ‘Je krijgt dan te maken met de wet- en regelgeving op het gebied van de op- en overslag van zout. Er is een vergunning nodig en afhankelijk van het type inrichting - dat is de vakterm - wordt deze verleend door de provincie of door het rijk. Voor gemeentelijke inrichtingen is de provincie meestal het bevoegd gezag, voor de provincie het rijk. In deze vergunning wordt vermeld dat de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) van toepassing is.’
Vindt de verlading van het zout buiten de loods plaats, dan moet ook de vloer van het buitenterrein zodanig zijn dat zoutemissies naar de bodem worden voorkomen. Adviesbureaus als Oranjewoud kunnen het gehele traject voor hun rekening nemen: van ontwerp tot en met eindinspectie inclusief de vergunningaanvraag. ‘Denk ook aan bodemonderzoek’, zegt Henk Verschuuren. ‘Voor nieuwbouw is dit verplicht op grond van het Bouwbesluit, maar bij renovatie of verbouwingen niet. Maar het is wel zeer aan te raden voor het vastleggen van de nulsituatie en het bepalen van eventuele veiligheidsmaatregelen tijdens de uitvoering. Uiteindelijk is de beheerder of eigenaar aan het eind van de rit wel verantwoordelijk.’ Tot slot wijst hij nog op het belang van kwaliteitsborging tijdens het bouwproces. ‘Een goed ontwerp leidt niet automatisch tot een zoutloods die aan alle vereisten voldoet. Een aannemer bijvoorbeeld kan fouten maken. Hou daarom van begin tot eind de vinger aan de pols.’
Is vacuümzout ook beter voor het milieu? ‘Opnieuw is het antwoord ja en nee. Ik zei al dat de werkzame stof in alle drie zouttypen identiek is: NaCl. Wat dat betreft is er dus geen verschil. Echter, dankzij de unieke eigenschappen is er voor een gelijk effect minder vacuümzout nodig dan zout van een ander type. En als er minder zout hoeft te worden gebruikt, komt er ook minder zout terecht in het milieu. In dat opzicht is vacuümzout dus beslist beter.
Boorkern Een dwarsdoorsnede van een boorkern. Dit zout is gewonnen nabij Delfzijl.
Waarom er in vergelijking minder vacuümzout nodig is dan zout van een ander type, kunt u lezen in het artikel op pagina 18 van dit magazine: ‘Méér doen met minder zout’.
Column
Stappenplan voor zoutopslag
Stappenplan Met de NRB kun je vaststellen bij welke bodembedreigende activiteit welke voorzieningen nodig zijn en waaruit die moeten bestaan, vertelt Henk Verschuuren. ‘Het is een soort stappenplan, ook wel Bodemrisico Checklist genoemd. Die doorloop je om te bepalen wat moet gebeuren om tot een verwaarloosbaar bodemrisico te komen. In het ene geval kan worden volstaan met een traditionele vloer, in een ander geval is bijvoorbeeld een volledig gecertificeerde vloeistofdichte vloer verplicht. Voor de riolering waarop deze vloer is aangesloten gelden soortgelijke eisen. Vloer en riolering moeten bovendien door een onafhankelijk inspectiebureau worden gekeurd. Daarmee toon je aan dat de vloeistofdichte vloer en het riool voldoen aan de gestelde eisen.’
in West Europa steeds meer gebruik gemaakt van dooimiddelen om gladheid te bestrijden. De moderne gladheidbestrijding gebruikt zout ook vooral om gladheid te voorkomen.’ Zijn er verschillen tussen zout? ‘Als we het alleen over natriumchloride hebben - want dat is met afstand het meest gebruikte dooimiddel - is het antwoord ja en nee. De verschillen hebben te maken met de manier waarop het zout wordt gewonnen. Afhankelijk van de toegepaste methode spreken we over zeezout, vacuümzout of steenzout. In alle drie komt echter exact dezelfde werkzame stof voor: natriumchloride!’
9
Gladheidpreventie Soms moet je de knuppel gewoon eens in het hoenderhok gooien en wie weet zet het u tot nadenken… Sinds mensenheugenis spreken we in ons vak over gladheidbestrijding. Na het lezen van het artikel over dynamisch strooien - het interview met MeteoConsultdirecteur Maarten Noort op pagina 12-14 van dit magazine - zult u het met me eens zijn dat dit woord eigenlijk niet meer van deze tijd is. In voor ons land normale winterse omstandigheden is het doorgaans kwakkelweer. De temperatuur schommelt rond het vriespunt, duikt er een keer onder en schiet dan weer naar even boven nul. Omstandigheden die geknipt zijn om preventief te strooien of te sproeien. Niks gladheidbestrijding dus, we houden ons bezig met gladheidpreventie! Gevoelswaarde Wat maakt dat nou uit, zult u misschien zeggen. We zijn nou eenmaal gewend om ons werk zo te noemen en als het beestje maar een naam heeft, weet iedereen wat we bedoelen. Ja, dat klopt. Maar het gaat om meer dan dat. Voorkomen is beter dan genezen en het woord bestrijden heeft een zekere gevoelswaarde. Zoiets als: afwachten tot het fout begint te gaan en dan pas in actie komen. En dat terwijl onze gehele branche precies het tegenovergestelde wil en doet. We gaan niet zitten wachten tot het glad is, wij willen juist voorkomen dat het glad wordt. Dat is goed voor de verkeersveiligheid, het bevordert de doorstroming, het scheelt geld en zout en dat alles bij elkaar is beter voor mens en milieu. Kortom, voortaan doen wij aan gladheidpreventie! U ook?
Rolf Breslau Segment Manager Road Salt
Milieudienst Groningen Afgelopen zomer is het wegenzoutdepot volledig vernieuwd.
Wegenzout Magazine
Een nieuw leven voor zoutcavernes
Duurzaamheid op diepte
10
11
Duurzaamheid staat hoog in het vaandel bij AkzoNobel. Het verband tussen zoutproductie en duurzame energie zal niet in één oogopslag duidelijk zijn. ´Maar het is er wél!´ Rob Selles vertelt over de ondergrondse opslag van gas, olie en… lucht. In de vorige editie van Wegenzout Magazine heeft u kunnen lezen hoe AkzoNobel in Nederland (bij Hengelo en Delfzijl) en Denemarken (in Mariager) zout wint en produceert. Ondergrondse zoutlagen worden aangeboord, het zout wordt opgelost in water en door dit proces ontstaan er holtes: cavernes. Naarmate de productie vordert worden ze steeds groter. Als een caverne zijn maximale grootte heeft bereikt - met het oog op bodemverzakking is de omvang begrensd - stopt AkzoNobel met de productie. En dan?
cavernes gereed gemaakt voor de vulling met aardolie. Deze voorraad dient als strategische reserve. Zo wordt voorkomen dat Nederland in tijden van schaarste al te snel zonder olie komt te zitten. In één caverne kan gemiddeld 150.000 m³ olie of olieproducten worden opgeslagen en het is de bedoeling om in de Twentse ondergrond een deel van de voorraad aan te leggen waarmee Nederland negentig dagen toe kan. De cavernes zijn hier uitermate geschikt voor. Ze zijn naast groot en stabiel ook heel veilig vergeleken met opslag in bovengrondse tanks. Deze cavernes moeten nog gevuld gaan worden, momenteel is AkzoNobel bezig om daar de nodige vergunningen voor te verkrijgen. Olie- en gasopslag is dus het toekomstperspectief voor al die cavernes? ‘Nee,’ zegt Rob Selles, ‘de zaak ligt wat genuanceerder.’ Perslucht opslaan ‘De Groningse gasvoorraad is bestemd om pieken in de elektriciteitsproductie van gasgestookte centrales op te vangen, dat zei ik al. Maar eigenlijk willen we - en met we bedoel in niet alleen AkzoNobel, maar de maatschappij als geheel - toe naar een schonere manier van energie produceren. Zonne- en windenergie zijn natuurlijk schoon en als de installaties
eenmaal staan is het ook nog eens zo goed als gratis. Het probleem is alleen dat je de productie niet kunt plannen: je weet niet wanneer en hoe hard het waait en wanneer de zon schijnt. Het zou natuurlijk ideaal zijn als we de met zon of wind opgewekte energie konden opslaan. Maar in de vorm van elektriciteit kan dat nu nog niet op een rendabele manier. Er worden echter alternatieven gezocht. We kunnen bijvoorbeeld het surplus aan zonne- en windenergie gebruiken om lucht - gewoon de lucht die we inademen - samen te persen en die ondergronds op te slaan in onze cavernes. Later kan die perslucht naar elektriciteitscentrales worden gevoerd om daar bijvoorbeeld windturbines aan te drijven. Op die manier wordt onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en kernenergie stukken kleiner.’ AkzoNobel levert zo een actieve bijdrage aan de verduurzaming van onze energieopwekking. ‘Wij participeren in het onderzoek en uiteindelijk is het de bedoeling dat we een gezond rendement gaan behalen met deze vorm van energieopslag.’ Het is een prikkelende gedachte: met het zout dat we ’s winters gebruiken om de wegen veilig berijdbaar te houden, creëren we tegelijk ruimte voor schone energie. Laat die strenge winters maar komen!
Eiffeltoren en voetbalveld ‘Dan gaan wij kijken of AkzoNobel die cavernes een nieuwe bestemming kan geven’, vertelt Rob Selles. Hij is Manager Mining Technology and Business Development. Rob weet dus alles van de ondergrondse zoutwinning en hij bedenkt met zijn team hoe de cavernes op een nuttige manier kunnen worden ingezet. ‘Om te beginnen zal ik een beeld van de omvang geven. In de omgeving van Hengelo hebben ze een andere vorm dan in de buurt van Delfzijl. Bij Hengelo zijn cavernes breder dan hoog en hebben ze de grootte van een voetbalveld. In het gebied rond Delfzijl zijn ze hoger dan breed en er past met gemak een Eiffeltoren in.’ In Groningen, in de omgeving van het plaatsje Zuidwending, is AkzoNobel enkele jaren geleden samen met de Gasunie en de Nuon begonnen aan een project voor de ondergrondse opslag van aardgas. ‘Inmiddels zijn er vier cavernes gevuld en alles bij elkaar is daar 200 miljoen kubieke meter gas in gepompt. Dat gebeurt met zware compressoren, zodat het gas onder hoge druk wordt opgeslagen. Als dat nodig is kan het gas nadat het ontvochtigd is zo weer beschikbaar worden gemaakt. In 2013 worden er nog eens drie cavernes in gebruik genomen. In totaal is er dan een reservevoorraad van 300 miljoen kubieke meter gas. Dat klinkt als veel, maar dat valt nogal mee. Voor huishoudelijk gebruik kunnen we met deze voorraad hooguit een paar dagen toe. Maar daar is het ook niet voor bedoeld. Dit gas dient om pieken bij elektriciteitsbedrijven op te vangen.’ Negentig dagen De ondergrondse holtes in buurt van Hengelo krijgen een andere bestemming. Daar worden
Rob Selles: ‘Zoeken naar manieren om schonere energie te produceren. AkzoNobel helpt daarbij.’
Wegenzout Magazine
12
13
Meteo Consult legt de basis voor dynamisch strooien -0,2 0C
Maarten Noort: ‘Dertig procent minder zout gebruiken’ Meteo Consult biedt dienstverlening op het gebied van weersverwachtingen. Een compacte omschrijving voor een breed dienstenpakket. Gladheidbestrijding hoort daar ook bij. Naast dagelijkse informatievoorziening aan wegbeheerders doet Meteo Consult onderzoek en initieert ook innovatieve technieken en systemen. Dynamisch strooien is daar een voorbeeld van. Dit staat nog in de kinderschoenen, maar zal binnen enkele jaren zorgen voor een enorme sprong voorwaarts. De wat oudere rotten in het vak herinneren het zich maar al te goed en kunnen er smakelijk over vertellen. Het is ten slotte ook nog maar een jaar of twintig geleden dat de belangrijkste meetmethode in professionele gladheidbestrijding die van het washandje was. Dat hing je buiten aan een waslijn en wanneer het begon op te stijven werd het tijd om te gaan strooien. ‘De crux van het verhaal is dat je dan te laat bent’, zegt Maarten Noort, directeur van weerbureau Meteo Consult1. ‘Je wilt gladheid niet bestrijden, je wilt zien te voorkomen dat het glad wordt.’ In vaktermen gezegd: liever preventief strooien of sproeien dan curatieve acties uitvoeren. De essentie van gladheidbestrijding is weten waar, wanneer, waardoor en in welke mate gladheid kan ontstaan. En daar komt wel iets meer bij kijken dan een nat stukje textiel. Om het oneerbiedig te zeggen: weerbureaus als Meteo Consult hebben de rol van het washandje overgenomen. En met overdonderend succes. Het is niet overdreven om te stellen dat effectieve gladheidbestrijding afhankelijk is van de informatie die weerbureaus leveren in de vorm van weersverwachtingen. Allround weerbedrijf Meteo Consult maakt deel uit van de MeteoGroup. Dat is Europa’s grootste weerbedrijf met veertien kantoren binnen Europa en twee daarbuiten. Het bedrijf is van Nederlandse origine. Het werd opgericht in 1986 en het hoofdkantoor staat in Wageningen. In deze plaats vindt ook het onderzoek plaats. Als allround weerbedrijf levert Meteo Consult maatwerk producten voor consumenten, media en zakelijke markten. De meteorologen verstrekken verwachtingen, werken consultancy
1 2
Voor uitgebreide info: kijk op www.meteoconsult.nl Binnen randvoorwaarden is pekel sproeien minstens even effectief als zout strooien.
opdrachten uit en ze verzorgen het monitoren van het weer bij kritieke situaties. Waar nodig geven ze waarschuwingen uit en verrichten zij ondersteunende werkzaamheden. Dit gebeurt 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. Diensten aan professionele gladheidbestrijding in Nederland en Denemarken zijn een belangrijk onderdeel van de activiteiten van Meteo Consult. Directeur Maarten Noort, één van de early directors, vertelt hoe ver Meteo Consult is met de informatieverstrekking aan en de tools voor professionele gladheidbestrijding en welke ontwikkelingen we de komende vijf à tien jaar mogen verwachten. Op naar dynamisch strooien ‘Uiteindelijk gaan we naar dynamisch strooien toe’, zegt Maarten Noort. ‘Dat wil zeggen: preventief strooien2 waar dat nodig is in exact de juiste dosering. Dynamisch strooien is alleen mogelijk bij voor ons land normale winterse condities. Situaties waarbij temperaturen net boven of onder nul zijn en waarbij locale verschillen, vaak op relatief korte afstand, enkele graden kunnen bedragen. Het gaat dus niet op voor meer extreme situaties met heel veel sneeuw (zoals in de winters 2009/10 en 2010/11) of met strenge vorst zoals we begin van dit jaar hadden. Nee, het gaat om het net wél of net niet glad kunnen worden van wegen. Dat zijn ook de meest verraderlijke gevallen. Als het duidelijk is dat het spekglad is, past iedereen zijn rijgedrag echt wel aan. Juist in die onduidelijke situaties is de kans dat het mis gaat het grootst.’ Om adequaat preventief te kunnen strooien, en helemaal om effectief dynamisch te strooien, moet je weten waar en wanneer het glad gaat worden. Om daarvoor betrouwbare verwachtingen te kunnen maken, is een aantal zaken nodig: informatie over de actuele situatie, een betrouwbare locale weersverwachting én kennis van de thermische eigenschappen van de weg.
Gladheidmeldsysteem ‘Voor het eerste - de actuele situatie dus - beschikken we over een gladheidmeldsysteem. Dat bestaat uit een groot aantal meetpunten die informatie geven over de temperatuur van het wegdek en de hoeveelheid vocht en zout op de weg. Dit wordt gemeten door sensoren in het wegdek. Begin jaren negentig is Rijkswaterstaat begonnen om zulke meetpunten aan te brengen in rijkswegen. Dat gebeurde op plekken waarvan de ervaring had geleerd dat die het meest kritisch waren, het koudst dus. Door de hoeveelheid strooizout daaraan aan te passen, was er nooit enig risico voor onderdosering op de rest van de weg. Inmiddels zijn alle rijkswegen voorzien van meetpunten. Later volgden de provincies en werd het gladheidmeldsysteem voor provinciale wegen gecompleteerd. En inmiddels zijn ook gemeenten er volop mee bezig. Er zijn nu al zo’n 160 gemeentelijke meetpunten (op een landelijk totaal van 400). Alle informatie wordt centraal verzameld en daar kunnen wij als Meteo Consult, maar andere weerbureaus natuurlijk ook, gebruik van maken.’ Investeren De redenen waarom rijk, provincies en gemeenten investeren in het gladheidmeldsysteem zijn duidelijk. Het verhoogt de verkeersveiligheid: betrouwbare informatie waarop actie volgt, voorkomt ongelukken. Daarnaast draagt het bij aan verdere professionalisering: met een adequaat systeem kan hetzelfde werk met minder mensen worden gedaan. Maar er is nóg een reden om te investeren: aansprakelijkheid. Maarten Noort: ‘Wat in Amerika op grote schaal gebeurt, zie je hier ook komen: mensen die overheden aansprakelijk stellen voor opgelopen schade. Kun je als overheid aantonen dat je al het nodige hebt gedaan, dan voorkomt dat heel veel kosten. Ik was laatst op een Amerikaans gladheidcongres waar juristen vertelden dat een gladheidmeldsysteem juist geld oplévert. Je verdient de investering twee à tien maal terug en daarnaast voorkomt het aansprakelijkheidskosten.’ Netwerkverwachting Weten wat de actuele wegdektemperatuur bij een meetpunt is, of het wegdek vochtig is en hoeveel zout er eventueel nog ligt, is een eerste belangrijke stap om tot de juiste (strooi) actie te komen. Maar we willen méér. Niet alleen weten hoe de weg er nu bij ligt, bijvoorbeeld om drie uur ’s nachts, maar vooral ook wat de situatie bij zonsopgang zal zijn. Om
-0,9 0C
-1,5 0C
+2,6 0C
+1,5 0C
Illustratie boven Een voorbeeld van thermal mapping. Een weg in noord-west Noord-Holland is thermisch in beeld gebracht. De rechter foto toont grote bomen aan de noordkant van de weg en deze hangen ook gedeeltelijk over de weg. De verminderde uitstraling zorgt hier voor aanmerkelijk hogere wegdektemperaturen (+2,6° C) dan in het westelijk weggedeelte. De locatie van de middelste foto is vlak na de kruising en de foto toont de weg in westelijke richting . Bomen en struiken staan op het zuiden en geven schaduw, waardoor dit de koudste plaats wordt (punt bij -1,6° C). De linker foto is in de andere richting genomen, op het open stuk. De zon zorgt ervoor dat dit punt net wat warmer is dan het schaduw. Middelste afbeelding De figuur toont een neerslagbeeld. Door waarnemingen en korte termijn weersverwachtingen in het beeld te verwerken is MeteoGroup erin geslaagd de neerslagsoort te bepalen. In het rode gedeelte valt sneeuw, het witte toont natte sneeuw, de blauwe kleur geeft het regengebied aan. Boven Denemarken geeft de gele kleur aan dat in dat gebied hagel valt. Voor de gladheidbestrijding is deze aanduiding in neerslagsoort een grote vooruitgang om het juiste moment van de strooiactie te kunnen bepalen. Meteo Consult / MeteoGroup heeft ook een kantoor in Scandinavië en voorziet haar klanten, zoals de stad Kopenhagen en de Oresundbrug, vanuit dit kantoor van informatie voor de gladheidbestrijding. Onderste foto De ondergrond is mede een bepalende factor voor het ontstaan van gladheid. Op deze foto is de grens tussen ZOAB en andersoortig asfalt messcherp. Afbeelding pagina 14: locale verschillen Een thermische kaart van Maastricht. Duidelijk zijn de temperatuurverschillen tussen binnenstad en buitenwijken. Het verschil kan wel 4 graden Celcius bedragen.
Wegenzout Magazine
daar betrouwbare uitspraken over te doen, moet je een adequate weersverwachting hebben voor de betreffende locatie en bekend zijn met de thermische eigenschappen van de weg. Door deze gegevens te combineren met de informatie die het gladheidmeldsysteem levert, kan Meteo Consult een zogenoemde netwerkverwachting opstellen, oftewel een gladheidverwachting voor een compleet traject, gedifferentieerd naar delen van dat traject. Micro weersverwachtingen maken behoort tot de core business van Meteo Consult; de meteorologen stellen 24-uurs verwachtingen op voor een grid van 10 bij 10 kilometer (indien nodig kan dit grid tot 1 bij 1 kilometer gereduceerd worden). De thermische eigenschappen van een weg in kaart brengen - in vaktaal: eigenlijk continue een thermal map van de weg produceren - is een relatief nieuwe tak van sport. Normaal gesproken wordt een thermal map alleen gemaakt als het onbewolkt is met weinig wind. Nu gebeurt het onder álle weersomstandigheden. Maarten Noort legt uit waarom dit zo belangrijk is. ‘Om te bepalen of een bepaald stuk weg glad kan worden, is het niet genoeg om te weten wat de luchttemperatuur zal zijn op een zeker moment. Je moet ook weten wat de weg doet. De soort ondergrond en de samenstelling van het wegdek bepalen hoe lang de weg warmte of kou vasthoudt. Maar óók moet je weten wat de balans is tussen de instraling van zonlicht op het wegdek en de uitstraling van warmte door het wegdek. Staan er bijvoorbeeld bomen langs de weg, zodat maar weinig (schuin invallend) zonlicht het wegdek bereikt, terwijl dat ’s nachts gemakkelijk zijn warmte verliest door uitstraling, dan is het op die plek kouder dan op een stuk weg waarop de zon de hele dag heeft geschenen. Op die schaduwplek kan het bij gelijke luchttemperatuur dus ook eerder glad worden.’ Het in beeld brengen van al deze zaken heet een netwerkverwachting opstellen. Meteo Consult heeft samen met een aantal andere partijen enkele wegen in Gelderland bij wijze van experiment in kaart gebracht en daarmee in 2009 de RGI Award, een innovatieprijs, gewonnen3. Veilige doseringen Maarten Noort: ´Ik maak even een tussenstop en vat het voorgaande samen. Het gladheidmeldsysteem geeft informatie over de koudste punten van de weg. Op basis daarvan stelt de wegbeheerder vast of een strooiactie moet worden ingezet en met welke dosering gestrooid gaat worden. Tussen twee meet-
3
M eteoConsult was een van de partners in een onderzoek naar de mogelijkheden van dynamische gladheidbestrijding. Andere partners waren: Aebi Schmidt Nederland, Rijkswaterstaat, Provincie Gelderland, Nieuwland, de Afvalcombinatie en NMPO. Bij het onderzoek werd de gedetailleerde weersverwachting voor een heel klein gebied (10 km²) gekoppeld aan informatie over beschutting van de weg (skyview), over de positie van de weg ten opzichte van de zon (sunview) én de thermische eigenschappen van de weg. Ingevoerd in een rekenmodel levert deze informatie een exacte gladheidvoorspelling op.
14
15
Grote locale temperatuurverschillen
Kunststof strooier
Binnen steden kunnen er grote temperatuurverschillen zijn tussen centrum en buitenwijken. Soms zit daar wel 4 graden tussen en dan kan het in het centrum +2 zijn, terwijl het in een buitenwijk bij -2 graden glad wordt. De thermische kaart van Maastricht laat deze verschillen goed zien. Zo’n grote variatie in temperatuur maakt dynamisch strooien aantrekkelijk. Maar om dat veilig te kunnen doen, is het noodzakelijk dat de thermische kaart van het gebied én de actuele gladheidverwachting gekoppeld en getoetst kunnen worden aan de actuele situatie. Het gladheidmeldsysteem of met thermische sensoren uitgeruste strooimachines kan die informatie leveren.
Duurzaamheid is een belangrijk onderwerp in de wereld van gladheidbestrijding. Op het gebied van materieel zetten producenten veelbelovende stappen. Aebi Schmidt Nederland levert een breed scala aan gladheid bestrijdingsmaterieel. Onlangs introduceerde het bedrijf uit het Overijsselse Holten de Syntos: de eerste volledig uit kunststof vervaardigde natzoutstrooimachine. Commercieel directeur Arjan Ester: ‘De Syntos is ontworpen op basis van een technologisch project van onze ontwikkelingsafdeling. We wilden een duurzame strooier maken met andere materialen dan staal. Met de Syntos is dat gelukt.’ Strak design De trechter van de Syntos is volledig uitgevoerd in kunststof. Dat past goed in de trend om te werken met lichtere bedrijfswagens en het maakte het ‘strakke en eigentijdse design van de Syntos mogelijk.’ Naast aantrekkelijk uitgevoerd is de Syntos ook zeer functioneel. ‘Dankzij het gebruik van kunststof is deze strooier natuurlijk corrosievrij
en dat zorgt voor een lange levensduur. Daarnaast is het dagelijks schoonmaken heel eenvoudig.’ De Syntos is leverbaar in diverse uitvoeringen, in volume oplopend van 0,8 via 1,1 en 1,5 tot 1,7 kubieke meter. Afgelopen juni, tijdens de Nido Winter Experience in Enschede, werd de Syntos groots gepresenteerd aan het publiek!
Nieuw: wegenzout bestellen via internet
punten in is het wegdek bijna altijd warmer en als je daar met dezelfde dosering strooit als bij het meetpunt, wordt er dus méér zout op de weg gebracht dan nodig is. Daarom willen we weten wat de situatie is tussen de meetpunten in. Daarvoor maken we een thermische kaart van de weg. De informatie van het gladheidmeldsysteem, de thermische kaarten én de locale weersverwachting brengt Meteo Consult bij elkaar in één model. Daarmee kunnen wij een netwerkverwachting opstellen. De wegbeheerder kan op basis daarvan bepalen hoeveel zout er op welk deel van de weg gestrooid moet worden. Die informatie wordt doorgegeven aan het strooimanagementsysteem op de strooimachine en de strooiactie kan vervolgens precies volgens dit recept wordt uitgevoerd. Dit hele proces noemen we dynamisch strooien.’ De hamvraag is natuurlijk alleen: klopt die netwerkverwachting wel? Met andere woorden: als Meteo Consult zegt dat punt x van weg y op een bepaald tijdstip een temperatuur heeft van -z graden, moet het niet zo zijn dat het in werkelijkheid kouder is en dat er dan te weinig zout wordt gestrooid. Maarten Noort: ‘Dat voorkom je met een systeem als Thermologic. Tijdens de (preventieve) strooiactie, die uitgevoerd wordt bij een hogere temperatuur, meet dit systeem voortdurend de wegdektemperatuur. Is die lager dan wat onze netwerkverwachting aangeeft, dan wordt het dynamisch strooien automatisch uitgeschakeld en schakelt het systeem vanzelf over op vaste doseringen. Veiligheid blijft natuurlijk het allerbelangrijkst.’
Er moet nog heel wat werk worden verzet voordat er voor alle relevante wegen in Nederland thermische kaarten beschikbaar zijn. Maarten Noort verwacht dat het binnen vijf à tien jaar zo ver is. ‘Maar dat hangt af van het antwoord op de vraag in welke mate men dynamisch wil gaan strooien. En die vraag is weer afhankelijk van de besparingen die met dynamisch strooien gerealiseerd kunnen worden. Voor normale winters gaan we uit van een besparing op strooizout van circa 30 procent. Onder normale winters moet je dan verstaan: een seizoen waarin het vijf à zeven keer sneeuwt en waarin 25 à 30 keer gladheid kan ontstaan door bevriezing en condensatie. De besparing wordt gerealiseerd in de laatste situaties. Dynamisch strooien kan dus leiden tot een belangrijke kostenreductie en ervoor zorgen - minstens net zo belangrijk - dat er ongeveer éénderde minder zout in het milieu terecht komt. Een belangrijke ontwikkeling dus, waaraan wij als Meteo Consult graag een bijdrage leveren.’ En de innovatie gaat door. Onlangs is er een onderzoek gestart naar fietspaden. Hiervoor neemt Meteo Consult deel aan een werkgroep van CROW. En ook dit levert weer instrumenten op voor de professionele gladheidbestrijding. Maarten Noort kan zijn verhaal dan ook afsluiten met een primeur: ‘Komende winter start Meteo Consult in Nederland met een gladheidverwachting voor fietspaden. Omdat fietspaden vaak kritischer zijn dan normale wegen zou dat wel eens behoorlijk kunnen schelen in het aantal valpartijen met alle mogelijk nare gevolgen van dien.’
AkzoNobel Wegenzout is met e-ordering gestart: zout bestellen via internet. Inmiddels heeft circa 30 procent van onze klanten hiervoor een inlogcode. Komende winter breiden wij deze service verder uit. Onder meer door aan het begin van het nieuwe seizoen een praktische gebruikershandleiding te verspreiden. Maak het uzelf gemakkelijker en vraag ook een inlogcode aan. Voor een inlogcode kunt u terecht bij onze Sales Assistent Adrienne d’Aulnis. Zij maakt sinds afgelopen winter deel uit van het AkzoNobel Wegenzoutteam in Amersfoort. Met haar komst wordt invulling gegeven aan de nieuwe commerciële desk van AkzoNobel Wegenzout. U kunt bij Adrienne altijd terecht met vragen over klantgegevens, e-ordering, facturen en administratieve zaken. Daarnaast zorgt Adrienne ervoor dat de afhandeling van uw orders perfect verloopt, want zij vormt de verbindende schakel tussen ons commerciële en logistieke team. U kunt de commerciële desk rechtstreeks bellen of mailen: 033-4676812 of
[email protected].
Geen leven zonder zout
chloor te maken. En op zijn beurt is chloor weer een belangrijke grondstof voor…
Zout is van vitaal belang. Voor ons lichaam én voor de maatschappij als geheel. Zonder zout zou alles stil komen te staan.
Toepassingen Voor wat niet eigenlijk? Het is niet overdreven om te zeggen dat chloor onmisbaar is voor allerhande nuttige producten in ons dagelijks leven. Chloor wordt onder meer gebruikt voor de productie van bouwmaterialen, auto-onderdelen, geneesmiddelen en PVC, bijvoorbeeld voor kozijnen en buizen, en waterzuivering. AkzoNobel is binnen Europa de grootste toeleverancier van zout voor chloorproducenten en AkzoNobel is zelf ook een grote producent van chloor. In Europa heeft AkzoNobel vijf productielocaties van chloor, waaronder de twee Membraan Elektrolyse Bedrijven in Delfzijl en Rotterdam-Botlek. Membraan elektrolyse is de meest moderne en duurzame manier om door middel van elektrolyse uit de grondstoffen zout, water en elektriciteit onder andere chloor te maken. Het chloor die in deze fabrieken wordt geproduceerd, gaat via pijpleidingen direct naar afnemers op het terrein en daarbuiten. Deze bedrijven verwerken het verder tot allerlei tussen- en eindproducten. Dat zijn er veel te veel om op te noemen, maar ze hebben één ding gemeen: zonder zout zouden ze niet bestaan.
Van al het zout dat AkzoNobel in Denemarken en Nederland produceert is maar een betrekkelijk klein gedeelte bestemd voor gladheidbestrijding. Hoewel het woord ‘klein’ wel met de spreekwoordelijke korrel zout genomen mag worden. Want alleen al in Nederland wordt in een gemiddelde winter zo’n 300.000 ton zout gebruikt. Op een jaarproductie van ruim 6 miljoen ton zout heeft het wegenzout echter een bescheiden aandeel. Chloorproductie Die 6 miljoen ton zout is bestemd voor drie productgroepen. Naast het al genoemde wegenzout zijn dat Chemical Transformation en Specialties. Zout binnen de laatstgenoemde productgroep is onder meer bestemd voor voedselproductie en diervoeders. Het moet dan ook aan de allerstrengste eisen voldoen. Het leeuwendeel van het zout binnen de productgroep Chemical Transformation wordt gebruikt om
Wegenzout Magazine
16 8
Er gaat niets boven duurzaamheid
17
‘Er gaat niets boven Groningen’, luidt de slogan. En voor Groningen gaat er niets boven duurzaamheid. Gemeente én provincie Groningen werkten samen bij aanbestedingen voor wegenzout. Gemeenschappelijk streven: een milieuvriendelijk alternatief voor het antiklontermiddel ijzercyanide. Johan Meijer, gladheidcoördinator bij gemeente Groningen en Ron Paardekooper (zie foto), inkoper voor provincie Groningen, vertellen over de contracten voor Ecosel®mTA wegenzout (zie kader) die onlangs werden gesloten met AkzoNobel. Johan Meijer: ‘In ons geval was de aanleiding een probleem met de zoutopslag. Via scheuren in de vloer bleek de ondergrond verontreinigd te zijn met ijzercyanide. Dat wezen grondmonsters uit. De zaak moest worden gesaneerd voordat wij onze nieuwe loods konden bouwen. Dat gebeurde afgelopen zomer. Na de aanbesteding kwamen we in gesprek over dit nieuwe, milieuvriendelijke antiklontermiddel: Ecosel®mTA. Daar waren wij als gemeente direct enthousiast over.’ De aanvliegroute voor de provincie Groningen was iets anders. Duurzaam inkopen heeft prioriteit en daarom
besloot de provincie het nieuwe zoutcontract aan te besteden op basis van EMVI . Ron Paardekooper: ‘De verdeling was: 70 procent prijs en 30 procent kwaliteit. Waarbij kwaliteit weer onderverdeeld was in 20 procent voor korrelgrootte en 10 procent voor een 100% biologisch afbreekbaar antiklontermiddel. Voor de laagste prijs kon men maximaal 70 punten scoren. Werd ook voldaan aan de criteria wat betreft korrelgrootte, dan wel het biologisch afbreekbare antiklontermiddel, dan kreeg men er respectievelijk 20 en 10 punten bij. Zo niet, dan was de score voor dat onderdeel 0. Springen Korrelgrootte was ook een belangrijk issue voor de stad Groningen. Johan Meijer: ‘In Groningen werken we liever niet met grof zout. Dit zout springt meer en we willen het graag op de plek hebben waarvoor het is bedoeld. Bovendien ervaren we dat het minder goed wordt ingereden. Praat je over zout met een fijne korrelgrootte, dan heb je het feitelijk over vacuümzout en daar gaat onze voorkeur naar uit.’ Ook Ron Paardekooper had gegronde redenen om het fijnkorrelige vacuümzout te prefereren. ‘De provincie en de gemeenten waarmee wij samenwerken kiezen daar voor omdat het een betere dooiwerking heeft, minder van de weg af stuift en dus ook minder verontreiniging in bermen veroorzaakt, én omdat het beter wordt ingereden dan steenzout.’ De argumenten zijn duidelijk. De vraag is alleen: hoe realiseer je als aanbesteder dat de doelen die je nastreeft - de gewenste korrelgrootte en een milieuvriendelijk antiklontermiddel - worden bereikt én dat
Milieuvriendelijk wegenzout uit Delfzijl Ecosel®mTA wegenzout wordt gemaakt in Delfzijl. Dit antiklontermiddel kent een lange voorgeschiedenis. ‘De afkorting mTA verwijst naar de chemische naam voor wijnsteenzuur’, vertelt Plant Manager Salt Egbert Brinks. ‘Wij hebben jarenlang onderzoek gedaan naar een goede vervanger voor het traditionele antiklontermiddel ijzercyanide. Dat bleek mTA te zijn. Bij de productie van chloor uit zout (zie ook pagina 15) levert de toepassing van mTA een forse energiebesparing op en bovendien zorgt het voor een belangrijke procesverbetering. De laatste jaren heeft AkzoNobel de toepasbaarheid van mTA voor wegenzout onderzocht. Met succes. Sinds vorige winter leveren wij mTA wegenzout aan onze klanten.’
AkzoNobel Delfzijl Links op de foto Ronny Pals, rechts Egbert Brinks.
Overstortband Van nóg recentere datum is de nu officiële benaming voor dit milieuvriendelijke product: Ecosel®mTA wegenzout. Ecosel® is daarbij de groepsnaam voor milieuvriendelijke additieven aan zout, waarvan Ecosel®mTA de eerste is die op de markt verkrijgbaar is. De uitspraak
dat Ecosel®mTA wegenzout in Delfzijl wordt ‘gemaakt’, behoeft overigens enige nuance. Ronny Pals, in Delfzijl verantwoordelijk voor productie en logistiek: ‘Het antiklontermiddel zelf wordt door een toeleverancier geproduceerd. Wij krijgen het in geconcentreerde vorm aangeleverd. In onze fabriek verdunnen wij dit concentraat en brengen het vervolgens op het zout aan. Op een overstortpunt valt het zout op een volgende band en zo vindt de vermenging van het Ecosel®mTA en het vacuümzout plaats.’ Specificatie Dit wordt getransporteerd naar de diverse depots van AkzoNobel en daar vindt nog een tweede toevoeging van Ecosel®mTA plaats. ‘Daarmee wordt het product op de wegenzoutspecificatie gebracht en kunnen we het Ecosel®mTA wegenzout noemen,’ besluit Egbert Brinks.
diverse leveranciers kunnen inschrijven op de aanbesteding? Gezamenlijk aanbesteden Johan Meijer: ‘Die intentie hebben we en we zijn daar samen met de Provincie al een heel eind mee gekomen. Bij de laatste aanbesteding hebben we ons geconformeerd aan de richtlijnen van CROW omtrent de specificatie van zout.’ En voor het biologisch afbreekbaar antiklontermiddel? Ron Paardekooper: ‘De provincie heeft natuurlijk ook vooraf onderzoek gedaan. AkzoNobel heeft net Ecosel®mTA antiklontermiddel op de markt gebracht en is weliswaar de enige producent, maar men gaf aan dat dit antiklontermiddel ook aan andere leveranciers ter beschikking staat. Zij kunnen het bij AkzoNobel inkopen en konden daardoor volwaardig meedoen aan onze aanbesteding. Dat hebben wij naar aanleiding van vragen ook aangegeven in onze Nota van Inlichtingen.’ Gemeente en provincie Groningen hebben dus nauw samengewerkt bij hun aanbestedingen voor wegenzout. Als uitgangspunten en ambities zó dicht bij elkaar liggen, was het dan niet denkbaar geweest om één gezamenlijke aanbesteding te doen? Ron Paardekooper: ‘Natuurlijk! En we waren ook al heel ver met onze plannen. Echter, de provincie wilde ook een aantal omliggende gemeenten laten aansluiten. Daar was aan die kant ook zeker animo voor, maar het zou nog veel tijd kosten om de gezamenlijke aanbesteding op te tuigen.’ ‘En die tijd hadden wij niet toen meer’, vult Johan Meijer aan. ‘Om juridische redenen moesten wij dóór. De intentie is er echter om de volgende keer sámen aan te besteden.’ Winst voor iedereen De pluspunten van zo’n combinatie, naast het te bedingen inkoopvoordeel door schaalvergroting, zijn duidelijk. Ron Paardekooper: ‘Als alle gemeenten in dit gebied én de provincie hetzelfde zout gebruiken, wordt samenwerken eenvoudiger. Denk bijvoorbeeld aan een gezamenlijke zoutopslag, waar wij dan zelf een strategische voorraad kunnen aanleggen. Voorlopig is dat nog niet aan de orde, maar het is wel de ambitie van de provincie om tot één grote aanbesteding voor het hele noorden te komen.’
Wegenzout Magazine
18
19
Strooi-efficiency
Méér doen met minder zout ‘Strooien met wegenzout van AkzoNobel betekent méér bereiken met minder’, zegt Verkoopmanager Sander Bouman. ‘Met ons vacuümzout werkt het efficiënter. Wij noemen dat: verdienen per vierkante meter.’ Dat het efficiënter werken is met wegenzout van AkzoNobel heeft alles te maken met de eigenschappen van vacuümzout, vertelt Sander Bouman. ‘Het heeft een fijne korrelverdeling en is relatief vochtig. Dat is een gevolg van de wijze waarop dit zout wordt geproduceerd, waarbij pekelwater onder een gedeeltelijk vacuüm wordt verdampt. Daarom heet het zout ook vacuümzout.’ Strooien met vacuümzout heeft een betere verdeling van het zout op het wegdek tot gevolg dan bijvoorbeeld strooien met grof zout. Dit laatste zout heeft bij het uitbrengen veel meer de neiging van de weg af te springen, waardoor er per vierkante meter een hogere dosering nodig is dan de omstandigheden strikt vereisen. ‘Door de vochtigheid van hecht vacuümzout beter aan het wegdek en levert al met al een ge-
lijkmatiger strooibeeld dan grof zout, zodat met de optimale dosering kan worden gestrooid. Het voordeel is tweeledig: het zout komt daar terecht waar het terecht móet komen én bovendien werkt het ook sneller dan grof zout. Alweer vanwege de optimale spreiding én doordat het sneller door het verkeer wordt ingereden. Dat betekent dat er 10 tot 15 procent minder vacuümzout nodig is dan grovere soorten zout om hetzelfde effect te bereiken. Dit fenomeen is ook door onafhankelijk onderzoek bevestigd.’ Grotere actieradius ‘Maar dat is nog niet alles. Dankzij de fijnere korrelgrootte gaat er in één kubieke meter méér vacuümzout dan grof zout. Dat is ook logisch. De ruimtes tussen zoutkorrels zijn
veel kleiner dan de tussenruimtes in grof zout. Anders gezegd: een volle strooiwagen vacuümzout kan zo’n 10 procent méér gewicht aan zout bevatten dan een strooiwagen gevuld met grof zout. Dat is om verschillende redenen efficiënter. Om te beginnen hoeft de strooiwagen minder vaak op en neer te rijden naar het depot. Dat houdt in dat de actieradius 10 procent groter wordt, dat er meer tijd aan strooien kan worden besteed, terwijl er minder ‘leeg’ teruggereden hoeft te worden. Minder vaak op en neer rijden betekent uiteraard ook dat er op brandstof wordt bespaard, dat het materieel minder kilometers maakt, minder manuren en dus dat de totale exploitatiekosten lager worden. En ten slotte maakt dit alles ook een efficiëntere inzet van mensen mogelijk.’ Beter voor milieu ‘Strooien met wegenzout van AkzoNobel levert dus zowel directe als indirecte besparingen op’, vat Sander Bouman samen. ‘De directe besparing op wegenzout kan oplopen op tot circa tien procent en afhankelijk van het volume betekent dat een forse kostenreductie. Maar de impact op de gehele bedrijfskolom - brandstof, materieel, mensen - is nog vele malen groter, omdat daarin het grootste deel van de kosten van gladheidbestrijding zitten. Het allergrootste voordeel van strooien met vacuümzout is echter dat er vergeleken met welk ander type zout dan ook uiteindelijk minder zout in het milieu terecht komt. Zo leveren u en AkzoNobel een positieve bijdrage aan de wereld om ons heen.’ De voordelen van AkzoNobel wegenzout • Efficiency: 10-15% minder zout nodig per m² dan met grof zout • Gelijkmatig strooipatroon door smalle korrelgrootteverdeling • Snelle werking door kleine korrels • Uitstekende hechting aan het wegdek bij nat strooien • Minimale verwaaiing door verkeersinvloeden • Hoog NaCl-gehalte (werkzame stof) • Geen zware metalen • Laag sulfaatgehalte • 100% oplosbaar, dus geen fijnstof (PM10) • Door de hoge oplossnelheid het meest geschikt voor het maken van pekel • Door betere efficiency en hoger soortelijk gewicht is een forse besparing op operationele kosten mogelijk
Verbondenheid in beeld Deze figuur is de helft van een tweeling. De tweelingfiguren hebben elk het begin van een boogvormig object in handen. Trek een denkbeeldige lijn tussen beide en er ontstaat een halve cirkel. Samen symboliseren zij verbondenheid. Dit kunstwerk is in 1990 geplaatst op de zoutfabriek van AkzoNobel in Delfzijl. Het is gemaakt door de kunstenaar Fred Mennens. Fred kreeg mee als opdrachtformulering: ‘In zowel de meetkamer als in het dienstengebouw zijn mensen gehuisvest die allemaal hard werken om een kwalitatief hoogwaardig product te maken. Het kunstwerk symboliseert de overbrugging van de noodgedwongen geografische scheiding tussen meetkamer en dienstengebouw en geeft duidelijk de verbondenheid aan.’ Hij is er op uitstekende wijze in geslaagd om de drie aspecten - de mens, het product en het gezamenlijk werken aan het product uit te beelden in twee kunstwerken. Het kunstwerk is uitgevoerd in eigentijds materiaal en in felle kleuren die sterk contrasteren tegen de fabrieksomgeving.
AkzoNobel is ‘s werelds grootste verf- en coatingsonderneming en een vooraanstaand producent van specialistische chemicaliën. Wij voorzien industrie en consumenten wereldwijd van innovatieve producten en werken met passie aan de ontwikkeling van duurzame oplossingen voor onze klanten. Tot onze merken behoren bekende namen als Dulux, Sikkens, International en Eka. Ons hoofdkantoor staat in Amsterdam en we hebben een leiderschapspositie op het gebied van duurzaamheid. Met activiteiten in meer dan 80 landen zetten onze circa 55.000 medewerkers zich in voor topkwaliteit en het realiseren van “Tomorrow’s Answers Today™”.
06161_300812
www.akzonobel.com/wegenzout