Wegenzout
Magazine Magazine van AkzoNobel Wegenzout Jaargang 1 • Juni 2012 • Nummer 1
Hans Schouten, gemeente Heerhugowaard: ‘Pekel sproeien halveert ons zoutverbruik’
4
Van ondergrondse caverne tot winters wegdek Ontdek de wereld van zout Pekelopslagtanks of zoutoplossers? Deense Rijkswaterstaat weegt alternatieven
8
18
Wegenzout Magazine
2
3
Inhoudsopgave
De wereld van zout
Introductie Wegenzout Magazine stelt zich voor
Welkom in de wereld van zout. Dat is onze wereld: die van u en van AkzoNobel.
3
Extreme winter Droog, nat, koud, zacht 3
4
Kennis delen Voordelen van pekel sproeien 4 Even voorstellen Uw AkzoNobel Wegenzout team 6 Kort & goed Vriespuntverlaging & defecte sluis
Onze werelden raken elkaar. Een groot deel van het zout dat ’s winters voor de veiligheid van de weggebruiker op de weg wordt uitgebracht is afkomstig van AkzoNobel. Wij winnen het zout in Oost- en NoordNederland, bewerken het in onze fabrieken, slaan het op in onze depots en zorgen ervoor, als u dat wilt, dat u er altijd tijdig over kunt beschikken. Wij doen dit met respect voor mens en milieu en zijn altijd op zoek naar manieren om het nog beter te doen.
7
Onze wereld Maar het is niet de enige reden waarom wij starten met dit magazine. De gladheidbestrijding in Nederland is divers en volop in beweging. Er zijn vele partijen met elk hun eigen belangen en de ontwikkelingen gaan snel. Zeker de afgelopen jaren. AkzoNobel wil bijdragen om die bewegingen in beeld te brengen. Daarom laten we in dit magazine ú ook graag aan het woord, zodat kennis kan worden gedeeld en ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Daarvoor zullen wij ook graag een beroep doen op onafhanke-
lijke experts, zoals MVO Nederland. Namens AkzoNobel bied ik u dit magazine aan en heet ik u hartelijk welkom in onze wereld van zout. Peter Kuijpers, Executive Vice President General Manager Salt
AkzoNobel Wegenzout Magazine
8
Dit magazine verschijnt in een oplage van 1.750 exemplaren en wordt verstuurd naar relaties en afnemers van AkzoNobel, naar iedereen die professioneel betrokken is bij gladheidbestrijding. AkzoNobel produceert en verkoopt wegenzout in Nederland, België en Denemarken. Dit magazine verschijnt dan ook in het Nederlands én het Deens. De eerstvolgende editie is gepland voor september 2012. Het abonnement is gratis. Belangstellenden kunnen een (extra) abonnement aanvragen door te mailen naar:
[email protected].
Reportage De wereld van zout 8 Duurzaamheid in ontwikkeling MVO Nederland 14
Sinds april van dit jaar geeft AkzoNobel Wegenzout ook een e-mail nieuwsbrief uit: AkzoNobel Wegenzout Update. Ook weer in het Nederlands en Deens. Recente edities kunt u inzien op: www.akzonobel.com/wegenzout/ onder de knop ‘Wegenzout Update’. Op dezelfde webpagina kunt u zich abonneren op de e-mail nieuwsbrief. Voor vragen en opmerkingen over beide uitgaven kunt u mailen naar:
[email protected].
MVO in praktijk Schiphol & AkzoNobel Wegenzout 16 Opslag Deense Rijkswaterstaat weegt alternatieven 18
Dat willen wij u graag laten zien in dit nieuwe magazine.
18
Colofon
Winter van uitersten
Dit magazine is een uitgave van AkzoNobel Wegenzout. Abonnementen kunnen per e-mail worden aangevraagd via:
[email protected]. Overname uit dit magazine van beeld en/of tekst, in welke vorm dan ook, is alleen toegestaan na uitdrukkelijke toestemming vooraf door AkzoNobel Wegenzout.
Winter 2011/2012 was er weer een van extremen. Extreem nat, extreem koud en extreem zacht.
AkzoNobel Wegenzout Postbus 247, 3800 AE Amersfoort www.wegenzout.nl
Het begon al met de aanloop. November was bijzonder droog met maar 9 mm neerslag* tegen een langjarig gemiddelde van 82 mm. In december was het precies omgekeerd. In die maand viel er 150 mm, terwijl 80 mm dan normaal is.
Redactie & productie TTF Marketing & Communicatie, Amersfoort Fotografie Rob Melchior Druk Twigt Grafisch Facilitair, Waddinxveen
De eerste wintermaand van 2012 was zacht. In De Bilt was de gemiddelde maand temperatuur 4,9 °C tegen 3,1 °C normaal en er werden 9 vorstdagen genoteerd tegen een langjarig gemiddelde van 13. Eind januari werd het plotseling erg koud en in de periode van 30 januari t/m 8 februari hadden we een officiële koudegolf. Daarvan is sprake als er een opeenvolging is van minimaal 5 ijsdagen in De Bilt, waarvan ten minste 3 dagen met
strenge vorst. Op een aantal plaatsen kwam het in februari op 5 dagen zelfs tot zeer strenge vorst (temperatuur beneden -15 °C). Het zeer koude weer duurde tot 12 februari. De rest van de maand was zacht. In maart schoot de temperatuur weer flink omhoog en met een gemiddelde van 8,3 °C tegen 6,2 °C normaal schaarde maart 2012 zich bij de warmste maartmaanden in ruim een eeuw. Zwarte vrijdag Dé recorddag van deze winter was vrijdag 3 februari. Het sneeuwfront dat over het land trok veroorzaakte nog net geen verkeersinfarct, maar met 831 km file op het hoogtepunt veroverde deze zwarte vrijdag de vierde plaats in de file top tien aller tijden. Op 2 en 3 februari verrichtte Rijkswaterstaat circa 1.200 strooiacties waarbij in totaal ruim 11.000 ton zout werd uitgebracht. Dat was tweederde van al het wegenzout dat deze winter tot dan toe was gestrooid. Kortom, een winter van uitersten, maar wel een met meer dan voldoende zout. * Bron: www.knmi.nl
5
Hans Schouten, gemeente Heerhugowaard:
‘Pekel sproeien heeft onze zoutbehoefte gehalveerd’
Ten minste 50 procent minder wegenzout nodig hebben, gehalveerde kosten en een spectaculaire verbetering wat betreft gladheidbestrijding op fietspaden. Bovendien, niet op de laatste plaats, er komt ook 50 procent minder zout in het milieu terecht. Tel uit je winst. De voordelen die pekelsproeien biedt ten opzichte van het strooien van wegenzout liggen voor het oprapen. Gemeente Heerhugowaard heeft ze inmiddels volledig benut. En dat allemaal dankzij de tip van Sander Bouman, Verkoopmanager bij AkzoNobel Wegenzout, aan Hans Schouten om het gevreesde zouttekort in winter 2009/10 op te vangen met pekel sproeien. We zijn inmiddels twee jaar verder en het uit nood geboren experiment heeft in Heerhugowaard tot een complete omslag in de gemeentelijke gladheidbestrijding geleid. Hans Schouten: ‘Wij waren zo enthousiast over de resultaten in die eerste winter dat wij besloten om in winter 2010/11 door te gaan met sproeien. Naast de sproeiers die de gemeente van fruittelers had gekocht, zetten we toen ook een gehuurde professionele sproeier in. Met die fruitsproeiers kun je namelijk niet gedoseerd werken en ik wilde wel precies weten wat wij aan zout uitbrengen in grammen per vierkante meter wegdek.’ Dat is maximaal de helft van wat in gelijke omstandigheden aan wegenzout wordt gestrooid. De gemiddelde jaarlijkse zoutbehoefte van 400 ton is daarmee gereduceerd tot 170 ton. Met een gemiddelde zoutprijs van 70 euro per ton laat de winst zich snel berekenen: ruim 16.000 euro per jaar. Logistiek aanpassen ‘Daar staan wel de nodige investeringen tegenover’, verduidelijkt Hans Schouten. ‘De logistiek moet namelijk ingrijpend worden aangepast. Wij hadden een pekeltank met een capaciteit van 10 m³, nu hebben we een opslagfaciliteit voor 130 kuub. Naast onze bestaande zoutoplosser die 2.000 liter pekel per uur kan aanmaken, staat nu een nieuwe menginstallatie met een capaciteit van 6.000 liter per uur. En wat betreft het materieel ten slotte, we hebben zes nieuwe sproeiers gekocht: twee grote sproeiwagens en vier kleinere aanhangsproeiers. Met een zevende, nog aan te schaffen sproeier, zijn we straks helemaal compleet.’ Tot zover het financiële plaatje, waar het gemeente Heerhugowaard overigens in eerste instantie niet om te doen was. De zekerheid om altijd over voldoende dooimiddel te kunnen beschikken stond
voorop. En één ding is zeker: AkzoNobel kan te allen tijde pekel leveren vanuit haar fabrieken in Hengelo en Delfzijl. ‘Dat klopt’, zegt Hans Schouten, ‘maar wij hebben er toch voor gekozen om de pekel hier op de gemeentewerf zelf aan te maken. Ons zout komt uit het AkzoNobel-depot in Utrecht. Met één vrachtwagen krijgen wij 30 ton zout geleverd, terwijl diezelfde vrachtwagen met 30 ton pekel slechts 7,5 ton zout brengt. Er zijn dus vier vrachtwagens pekel nodig tegenover één vrachtwagen zout en bovendien moeten die vier een veel langere afstand afleggen. Uit duurzaamheidoverwegingen kiezen wij er dus voor om zelf pekel aan te maken met zout uit Utrecht. Overigens gebruiken wij uitsluitend vacuümzout. Zeezout en steenzout bevatten toch altijd verontreinigingen en met zulke fijne apparatuur als wij nu hebben wil ik geen enkel risico lopen op verstoppingen en uitval.’
Fietspaden veiliger De milieuwinst is belangrijk voor de duurzame gemeente die Heerhugowaard is en wenst te zijn, maar de veiligheid van weggebruikers staat natuurlijk op de allereerste plaats bij alle overwegingen om het pekel sproeien enthousiast te omarmen. Hans Schouten: ‘Wij sproeien rijkelijk, zodat wij altijd aan de veilige kant van de marge zitten. Met sproeien bereiken we op de wegen minimaal hetzelfde resultaat als met strooien, terwijl op de fietspaden de situatie zelfs spectaculair verbetert. Binnen tien minuten na een sproeiactie is het fietspad weer helemaal stroef. Met name bij fietspaden langs de provinciale wegen is dat enorm belangrijk. Want als die nog glad zijn en de rijweg er begaanbaar uitziet, gaat zeker de jeugd doodgemoedereerd op de weg fietsen. Levensgevaarlijk is dat!’
Sproeien is vooruitzien Achteraf bezien was het zouttekort in de winter van 2009/10 een ‘blessing in disguise’ voor Heerhugowaard. AkzoNobel adviseerde de gemeente destijds om pekel te gaan sproeien. Inmiddels behoort zout strooien tot het verleden. Hans Schouten, Coördinator Facilitair bij de Noord-Hollandse gemeente, vertelt: ‘Net als iedereen in gladheidbestrijdend Nederland moesten wij die winter ook noodgedwongen rekening houden met zouttekorten. AkzoNobel adviseerde toen om pekel te gaan sproeien, want in tegenstelling tot wegenzout kon men ons wel de onbeperkte levering van pekel garanderen. Met wat oude spuitmachines van lokale telers en een provisorisch ingerichte opslagtank voor de pekel gingen wij aan de slag. En het resultaat was verbluffend. Met name op de fietspaden in onze gemeente bereikten wij veel betere resultaten dan we ooit met strooien hadden gerealiseerd. We waren meteen om.’ Heerhugowaard is volledig overgestapt op pekel sproeien. De logistieke faciliteiten zijn aangepast en het benodigde materieel is aangekocht. ‘Wij lopen voorop, maar ik ben ervan overtuigd dat pekel sproeien een grote toekomst heeft in Nederland.’
Wegenzout Magazine
6
AkzoNobel Wegenzout team Als relatie van AkzoNobel Wegenzout wilt u graag weten met wie u contact heeft. Ons wegenzout team stelt zich voor.
De afdeling Marketing & Sales van AkzoNobel Wegenzout heeft naast Nederland en Denemarken ook België en Duitsland als werkgebied. Als Segment Manager Road Salt is Rolf Breslau verantwoordelijk voor alle commerciële activiteiten. Hij leidt het verkoopteam en geeft sturing aan het commerciële beleid. Chemisch Analyticus René Demmer heeft binnen AkzoNobel diverse researchfuncties vervuld. De laatste jaren maakt hij deel uit van de marketinggroep en is hij nauw betrokken bij innovaties op het gebied van wegenzout. Recentelijk is René Demmer actief bij het
onderzoek naar de mogelijkheden en effecten van pekel sproeien. Verkoopmanager Sander Bouman adviseert klanten over bestaande producten en nieuwe mogelijkheden. Een voorbeeld van het laatste is het aanleggen van een strategische voorraad wegenzout. Een goed voorbeeld van advisering is samen met de afnemer het juiste tonnage wegenzout berekenen voor het leveringscontract. Kim Holleufer is Sales Manager voor noordelijk Europa. Vanuit Denemarken onderhoudt hij de relatie met klanten in Denemarken, de Scandinavische landen en de Baltische staten.
7
Defecte sluisdeur Begin januari viel in het sluizencomplex nabij Eefde een sluisdeur naar beneden. Dit stremde de beroepsvaart op het Twentekanaal. Het Twentekanaal is belangrijk voor het transport van AkzoNobel zout vanuit de fabriek in Hengelo naar eindgebruikers en de eigen depots. ‘Zó belangrijk dat wij al een noodplan hadden voor situaties waarin het kanaal niet bevaarbaar is, bijvoorbeeld vanwege een te lage waterstand of bij ijsgang,’ vertelt Lex van Hulst, Manager Logistics Salt bij AkzoNobel. In de periode dat het kanaal gestremd was, liet AkzoNobel al het zout met vrachtauto’s over de weg vervoeren naar het externe depot in Utrecht. In Utrecht werden vervolgens de binnenvaartschepen geladen. Kraan Tot eind februari werden circa 3.800 ritten gereden en werd ruim 132.000 ton zout vervoerd. Als tijdelijke oplossing tilde vanaf begin februari een enorme kraan de kapotte sluisdeur steeds op, zodat schepen erdoor konden. ‘Tussen 17 en 25 maart repareerde Rijkswaterstaat de sluisdeur. Toen kon er opnieuw niet worden gevaren. Daarom hebben wij er voor gezorgd dat er voldoende voorraad opgebouwd was in ons Utrechtse depot. Want één ding stond voorop: onze klanten mochten hier absoluut geen hinder van ondervinden.’
Vragen over vriespuntverlaging René Demmer: ‘Als Chemisch Analyticus vorm ik de verbinding tussen marketing en research. Ik vertaal wensen uit de praktijk naar onderzoeksvragen en zorg dat de gladheidbestrijding profiteert van onze innovaties.’
De strenge vorst van afgelopen winter maakte de tongen los over de effectiviteit van natriumchloride in vergelijking met calciumchloride. De discussie toonde aan dat er nog veel te leren valt. Zo was er bijvoorbeeld het verhaal dat sproeien met calciumchloride beter werkt dan sproeien met een NaCl-oplossing. ‘Dat is te kort door de bocht’, zegt René Demmer, zoutexpert bij AkzoNobel. ´Natriumchloride zou effectief zijn tot circa -7 graden en dus concludeerde men dat je bij strenge vorst beter calciumchloride kunt gebruiken. Dat heeft bij een concentratie van 30% namelijk een vriespunt van -54 graden. Die redenering rammelt. Het klopt dat de dooiende werking van NaCl afneemt bij -8 à -10 graden, maar dat geldt ook voor calciumchloride. De curven van de ijslijnen van natrium- en calciumchloride zijn identiek bij een concentratie van 0% tot 13,7%, overeenkomend met een temperatuurgebied van 0 tot -10 °C. Beide middelen werken in dit temperatuurgebied even goed. Er is dus geen enkele reden om dan het (duurdere) calciumchloride te gebruiken. Voor alle dooimiddelen geldt wel dat je bij lagere temperaturen hoger moet doseren. Overigens komen concentraties van 10% of meer in de praktijk niet voor op het wegdek: de smeltende sneeuw of ijs zorgt snel voor verdunning.’
Sander Bouman: ’Als Verkoopmanager voorzie ik onze klanten van passende producten en oplossingen die waarde toevoegen. Goed en objectief informeren is een belangrijk aspect van mijn werk.’
Kim Holleufer: ‘Als Sales Manager voor Denemarken en Noord-Europa werk ik nauw samen met mijn Nederlandse collega’s. Gezamenlijk zien we erop toe dat klanten AkzoNobel Wegenzout ervaren als de meest betrouwbare leverancier.’
Gipsvorming ‘Bij lagere temperaturen is het meestal droog - er is geen neerslag, geen condensvorming en daardoor geen gladheid.’ En opnieuw is er dus geen reden om over te stappen op calciumchloride. Wanneer dan wel? ‘Bijvoorbeeld als het verkeer de sneeuw heeft vast gereden. Dan
40 30 20 10
Temperatuur (˚C)
Rolf Breslau: ‘Het is onze ambitie om een betrouwbare en duurzame partner te zijn in gladheidbestrijding. Daarvoor treden wij onze relaties open en met respect tegemoet.’
IJslijnen van NaCl
0 -10 -20 -30 -40 -50 -60
0
10
20
30
Zout concentratie (W% NaCl)
40
50
ontstaan ijsplakkaten, die nauwelijks te verwijderen zijn. Zelfs niet met een sneeuwploeg. Dan is strooien met droog calciumchloride wel effectief. Dat geeft behalve een sterk dooiend effect ook een exotherme reactie: er komt warmte vrij bij het oplossen en dat helpt nog eens extra bij het dooien van de ijsplaat. Met calciumchloridepekel is dit warmte effect er echter niet.’ Het is overigens niet aan te bevelen om natriumen calciumchloride naast elkaar te gebruiken. ‘Als er in een sproeiwagen NaCl-pekel heeft gezeten waarin ook maar een klein beetje sulfaat zat, dan krijg je gipsvorming wanneer je dezelfde sproeier vult met calciumchloride. Hierdoor raken onder meer de nozzles in het sproeisysteem verstopt, en dat wil niemand meemaken.’
Wegenzout Magazine
Zoutproductie in Nederland
AkzoNobel wint jaarlijks bijna 6 miljoen ton zout
8
9
Alleen al in Nederland produceert AkzoNobel ruim 5 miljoen ton zout per jaar en in Denemarken nog eens 600.000 ton. Het leeuwendeel is bestemd voor de chemische industrie, circa vijf procent wordt gebruikt voor gladheidbestrijding. Het zout wordt gewonnen nabij Hengelo en Delfzijl en bij Mariager (DK). In die plaatsen beschikt AkzoNobel ook over zoutfabrieken. Als je er eenmaal op bent gewezen, zie je ze opeens: zouthuisjes. ‘Kijk, daar staan er weer drie op een rij, met een onderlinge tussenruimte van circa veertig meter’, vertelt Hans Groothuismink, Team Leader Maintenance Drilling Department bij AkzoNobel. En inderdaad, op een rondrit door het vlakke land rond Hengelo zie je ze overal. De ene keer drie op een rij, keurig in het gelid, dan weer één enkel zouthuisje in het grote niets van een kale akker. Qua vorm lijken ze op een Saksische boerderij, door de neutrale kleur groen waarin het houtwerk is geschilderd vallen ze nauwelijks op in het landschap. En dat is ook precies de bedoeling. Ondergrondse zoutlagen Je beseft het niet als je over de smalle wegen rijdt in het gebied tussen het Twentekanaal en Boekelo. Je beseft niet dat diep onder de grond een gigantische hoeveelheid zout ligt te wachten om gewonnen te worden. En niet alleen hier, in Twente, ook in de omgeving van Delfzijl bevat de ondergrond kolossale zoutreserves. Dat zout ligt er al heel lang. Circa 250 miljoen jaar geleden bevond zich in een gebied dat zich uitstrekte van het huidige Noord-Engeland, via de Noordzee, oostelijk en noordelijk Nederland tot aan Denemarken, Duitsland en Polen, een grote ondiepe zee. Het toenmalige klimaat was heet en door voortdurende verdamping ontstonden er zoutmeren zoals die vandaag de dag bijvoorbeeld voorkomen in Nevada (USA). Uiteindelijk verdampte al het zeewater en bleef een dik zoutpakket achter. In de loop van miljoenen jaren verdween het zout onder de grond die zich erboven opstapelde. Op sommige plekken bleef het zoutpakket intact, in andere gebieden veroorzaakten aardkrachten barsten in de ondergrond waardoor het zout naar boven werd geduwd. In dat laatste geval ontstonden zo de uiteindelijke zoutkoepels zoals die in Noord-Nederland en in Denemarken
aanwezig zijn. Zo’n zoutkoepel kan wel twee kilometer dik zijn en de bovenkant ervan ligt op een diepte van een paar honderd meter. In het gebied onder Twente is het zoutpakket stabiel gebleven. Met een variërende dikte van 100 tot 400 meter bevindt de zoutlaag zich op 600 à 1.000 meter onder de grond.
aan de omvang. Vanwege de stabiliteit van de grond en het risico van bodemdaling mag een caverne niet té groot worden. Mede daarom doet AkzoNobel regelmatig nieuwe boringen. Inmiddels beschikken wij bij Hengelo over circa 250 cavernes, waarvan er zeventig in productie zijn.’
Cavernes In het gebied rond Hengelo wint AkzoNobel al zout sinds 1918. De techniek heeft in die tijd natuurlijk enorme ontwikkelingen doorgemaakt, maar aan de methode van zoutwinning op zich is in essentie niets veranderd, vertelt Rob Selles, Manager Mining Technology and Business Development. ‘Wij boren een gat, met een diameter van 20 à 30 centimeter, tot in de zoutlaag of zoutkoepel. De diepte van de boring varieert van 400 tot 1600 meter. Na het boren brengen wij een stalen buis aan in het boorgat die met cement wordt gefixeerd. Daar bovenop plaatsen wij een pomp die op pijpleidingen is aangesloten. Via de ene leiding wordt water aangevoerd en onder de grond gebracht tot in het zout. Het zout dat met het water in contact komt, lost daar in op en de aldus ontstane pekel pompen wij via de andere pijpleiding omhoog en voeren we af naar de zoutfabriek.’ Doordat het zout oplost ontstaan er holtes in de ondergrond. Zo’n holte, die wel 450 meter diep kan worden, noemt men caverne. ‘In de grootste cavernes past uiteindelijk een voetbalveld, maar er zit wel een bovengrens
Sonarmetingen Hans Groothuismink wijst op een grote bestelbus die op de hoek van een akker staat. ‘Onze meettechnicus Lucas Wubs is daar bezig. We gaan even naar hem toe.’ Bij de blauwe bus aangekomen blijkt nu ook waar die zouthuisjes voor dienen. ‘Als we de pomp en alle pijpleidingen op het boorgat hebben aangesloten en ingegraven, zetten wij zo’n zouthuisje over de installatie. Er zit een deur in, zodat we altijd makkelijk bij de afsluiters kunnen komen. Een mooie oplossing die goed in het landschap past.’ Als het nodig is kan ook het hele zouthuisje tijdelijk van z’n plek worden getild. Dat is hier gebeurd. Lucas Wubs is druk bezig om met sonarapparatuur de vorm en omvang van de caverne in beeld te brengen. Alle cavernes worden in de loop van hun productieve bestaan periodiek gemonitored zodat de groei van de holte op beheerste wijze plaatsvindt. ‘Een caverne mag maximaal 125 meter breed worden en heeft een zoutdak van 70 meter’, zegt Hans Groothuismink. ‘Dan weten we zeker dat we geen problemen krijgen met een te sterke bodemdaling of inzakking. Tot een jaar of tien geleden
Stappen zetten in logistiek De afdeling Logistiek is gevestigd in het hoofdkantoor van AkzoNobel Industrial Chemicals in Amersfoort. Logistiek stemt de zoutproductie in Hengelo, Delfzijl en het Deense Mariager af op de vraag van klanten en vice versa. Lex van Hulst is Manager Logistics Salt. Hij vertelt: ‘Wij verzorgen de productieplanning op hoog niveau en hanteren daarbij een driejaars-, 52-weken- en 8-weken planning. Daarnaast zijn wij onder meer verantwoordelijk voor depotplanning, logistieke projecten en logistieke optimalisatie. Het wegenzout wordt vanuit Hengelo en Delfzijl getransporteerd naar onze depots in Utrecht en Oss en van daaruit gedistribueerd naar onze klanten. Wat betreft logistieke optimalisatie: speciaal met betrekking tot wegenzout nemen wij momenteel onze depotstructuur onder de loep.’ ‘Om een voorbeeld te geven: onze klanten in de provincie Zuid-Holland worden beleverd vanuit Utrecht en Oss. Misschien is het dan handiger om depotruimte in Zuid-Holland te creëren, want dat kan een verkorting van levertijd betekenen. Ook doen wij onderzoek naar faciliteiten voor de opslag en distributie van pekel, nu het gebruik van pekel zo’n opmars maakt binnen de gladheidbestrijding. Wij hopen voor de komende winter op basis van beide onderzoeken stappen te zetten om onze klanten op de juiste manier te kunnen beleveren. Onze locale logistieke collega’s in Denemarken werken eveneens aan projecten om de logistiek daar te optimaliseren. Een geslaagd project van het afgelopen winterseizoen is het opslaan van pekel op verschillende locaties in combinatie met afspraken met de locale vervoerder voor het bijhouden van de voorraadstand, zodat de klant altijd genoeg pekel in voorraad heeft.’
Wegenzout Magazine
10
ingenieurs, boor- en uitloogspecialisten en een mijnbouwspecialist - heeft de zaken volledig onder controle. Zoutfabriek Hengelo De Hengelose zoutfabriek ligt aan het Twentekanaal. Een bijzonder handige locatie. Enerzijds om water uit het kanaal op te pompen en dat - na samenvoeging met het condensaat afkomstig uit de zoutfabriek (zie hieronder) - via een vele kilometers tellend netwerk van pijpleidingen naar de cavernes te voeren en van daar als pekel weer terug naar de zoutfabriek. Dat gebeurt onder een druk van 17 bar in een hoeveelheid van 25 miljoen liter per etmaal. Anderzijds - in dit geval letterlijk aan de andere kant van de fabriek - wordt het in de fabriek geproduceerde zout per schip afgevoerd. Ofwel naar eindgebruikers, zoals grootafnemer Bayer in het Ruhrgebied, of naar de zoutdepots van AkzoNobel verspreid in het land. Zwaar werk Nabij de zoutfabriek in Hengelo bereidt het boorteam een nieuwe boring voor.
Controle Het geproduceerde zout wordt in het laboratorium voortdurend op kwaliteit getest.
creëerden wij cavernes met een diameter van veertig meter. Daarom zie je overal in het landschap steeds drie zouthuisjes op een rij. Met een straal van ruim twintig meter rond het boorgat en boorgaten op veertig meter afstand van elkaar krijg je die caverne van 125 meter. Maar dat is verleden tijd. Met de moderne techniek hebben wij aan één boorgat voldoende om een caverne van 125 meter in het rond te maken.’ Dankzij de zeer precieze metingen van Lucas Wubs en diens collega’s wordt het ondergrondse uitloogwerk - zout laten oplossen in water - beheerst uitgevoerd. Het team van Rob Selles - bestaande uit geologen, mijnbouwkundig
Patrijspoorten ‘Het productieproces laat zich gemakkelijk uitleggen’, zegt Jan-Henk Scharphof, Manager Production Salt in Hengelo. ‘Aan de ene kant komt het pekelwater vanaf het boorterrein de zoutfabriek binnen. De bewerking in drie fasen levert uiteindelijk zout op met een zuiverheid van 99,9 procent. In de eerste fase zuiveren wij de ruwe pekel. Het pekelwater bevat namelijk altijd verontreinigingen zoals calcium- en magnesiumzouten. Door toevoeging van chemicaliën wordt de pekel ingedikt en de onoplosbare stoffen worden daarbij van de pekel gescheiden.’ Dit proces vindt plaats in een aantal enorme, ronde opslagtanks waarin het witgrijze pekelwater wordt verzameld. ‘Nadat de pekel is gezuiverd wordt de voedingspekel, zoals we het product in deze fase noemen, naar de verdampinstallatie geleid.’ Deze installatie bestaat uit vier gigantische verdampers met een hoogte van vier verdiepingen en een diameter per vat van circa zes meter. Op de bovenste verdieping van de fabriekshal zijn kijkglazen in de verdamper aangebracht. Ze zien eruit als de patrijs poorten van een schip. Als in het ene kijkglas een lamp wordt aangestoken is de bezoeker door een ander kijkglas een blik gegund op het binnenste van de verdamper. De tot koken gebrachte pekel ziedt en schuimt, metershoge golven spatten tegen de wanden aan. ‘In de eerste verdamper wordt de voedingspekel verhit tot 120 graden,’ vertelt Jan-Henk Scharphof. ‘Dat gebeurt met behulp van stoom. Door de verhitting verdampt het water en het zout kristalliseert dan uit, de ontstane damp wordt in de tweede verdamper gebruikt die onder gedeeltelijk vacuüm is gebracht. Zo ontstaat in de opeenvolgende fasen van verdamping een zoutbrij. In het vierde vat is de kooktemperatuur nog maar 50 graden, doordat er onder vacuüm wordt ingedampt. De waterdamp uit de verdampinstallaties gebruiken wij na condensatie in de koelinstallatie voor een deel als proces-
11
water - het is natuurlijk volkomen schoon - en de rest wordt na samenvoeging met water uit het Twentekanaal weer gebruikt voor een nieuwe ronde pekelwinning in de cavernes.’ De zoutbrij die de verdamper verlaat wordt in de laatste fase van het productieproces gecentrifugeerd. Dit proces vindt ook plaats onder een gedeeltelijk vacuüm en daarom wordt het zout van AkzoNobel vacuümzout genoemd. ‘Het deel van de zoutbrij dat bestemd is voor de chemische industrie en de gladheidbestrijding wordt in de centrifuges ontdaan van het resterende vocht’, legt Jan-Henk Scharphof uit. Daarna wordt het afgevoerd naar de enorme houten opslagsilo op het fabrieksterrein. Het andere deel van de zoutbrij is bestemd voor zogenoemde specialties: voor toepassingen in de voedings-, veevoer- en farmaceutische industrie. Dit deel van de zoutbrij wordt in de afdeling Droogzout na het centrifugeren gedroogd en gezeefd van grof tot heel fijn zout.’ Gezonde competitie De cirkel is daarmee rond. Het water gaat terug de cavernes in, het schone zout wordt gereed gemaakt voor transport naar de eindgebruikers of naar één van de zes zoutdepots van AkzoNobel. De zoutfabrieken in Hengelo en Delfzijl zijn 24 uur per dag, 365 dagen per jaar in bedrijf. Per uur wordt ruim 1.000 m³ pekel verwerkt hetgeen circa 300 ton zout oplevert. Zo wordt per etmaal 7.500 ton zout geproduceerd op elk van de Nederlandse locaties. Op jaarbasis is dat 2,5 miljoen ton zout in Hengelo, 2,6 miljoen ton in Delfzijl en 600.000 ton in Mariager. ‘Beide Nederlandse fabrieken zijn al sinds jaar en dag in een gezonde competitie verwikkeld om de grootste jaarproductie te leveren,’ vertelt Egbert Schasfoort, Site Manager/ Plant Manager Salt in Hengelo. ‘AkzoNobel wil het zout zo duurzaam mogelijk winnen en produceren. Daarom zoeken wij voor alle fases van het proces voortdurend naar optimaliseringen en verbeteringen. Dat leidt er onder meer toe dat voor de zuivering van pekel steeds minder chemicaliën nodig zijn. Voor de warmte die wij in het productieproces nodig hebben, maakt AkzoNobel gebruik van onze eigen, zeer efficiënte energiecentrales. In Mariager wordt de ketel met houtsnippers gestookt. Onze fabriek in Hengelo gebruikt de stoom die als restproduct afkomstig is van het afvalverwerkingsbedrijf Twence, hier vlak in de buurt.’
Boorstangen Het boormateriaal ligt klaar voor onmiddellijk gebruik.
Van de diepten waar het wordt gewonnen door AkzoNobel legt het zout een lange weg af voordat het via strooimachines wordt uitgebracht ter voorkoming of bestrijding van gladheid. AkzoNobel spant zich voortdurend in om dit gehele proces veilig en duurzaam uit te voeren.
Voorbereiden De boortoren wordt in stelling gebracht.
Veldwerk Meettechnicus Lucas Wubs stelt een pomp bij.
Wegenzout Magazine
12
Eerste bewerking In deze tanks wordt de binnenkomende pekel gezuiverd.
13
Opslag Circa 80 procent van het zout komt in deze houten silo terecht.
Verdampen In het achterste vat vindt bij 120 °C de eerste verdamping plaats.
Meet- en regelkamer Het gehele proces wordt hier gecontroleerd en (bij)gestuurd.
Afvalverwerking Restproducten worden op duurzame wijze afgevoerd.
Wegenzout Het wegenzout wordt per vrachtwagen getransporteerd.
Twentekanaal Schepen worden direct vanuit de opslagsilo beladen.
Veiligheid De scheepsbelading wordt nauwkeurig gemonitored.
Wegenzout Magazine
14
MVO in de praktijk Het valt lang niet mee om duurzaamheid in gladheidbestrijding handen en voeten te geven. Hoe definieer je duurzaamheid in aanbestedingen? Hoe weeg je duurzaamheid af tegen prijs, zeker in tijden waarin overheden ieder dubbeltje moeten omkeren? En ten slotte, waar haal je kennis over duurzaamheid vandaan? Toch niet bij marktpartijen zeker? Met dat laatste zijn Shirley Justice en Pieter van der Ploeg, beiden werkend bij MVO Nederland, het hartgrondig oneens: ‘De markt heeft juist heel veel aan kennis te bieden.’ De dame in het gezelschap is projectmanager Duurzaam leveren aan de overheid, de heer is manager Branche- en regioprogramma. Pieter van der Ploeg over de organisatie: ‘MVO Nederland is hét kennis- en netwerkcentrum voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in Nederland. Als overheid vind je bij MVO Nederland de partijen en kennis bij elkaar om meters te maken op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.’ Marktdagen Dat meters maken kan op strategisch niveau bijvoorbeeld worden ingevuld door je als gemeente of provincie als partner aan te sluiten bij MVO Nederland om vervolgens van de voordelen van dat partnerschap gebruik te maken. Een van die voordelen is het ondersteunen van netwerken van bedrijven en overheden op allerlei MVO-thema’s. Of, heel concreet, door gebruik te maken van de mogelijkheden die de MVO Nederland Academie biedt. Pieter van der Ploeg: ‘Vanuit de MVO Nederland Academie organiseren wij zogenoemde MVO Expedities. Op dit moment zijn er bijvoorbeeld expedities die brancheorganisaties begeleiden bij het formuleren van hun MVO-beleid en bij de expeditie van een groep bedrijven uit de agri/foodsector staat implementatie van ISO 26000 in de bedrijfsvoering centraal. Het is heel goed denkbaar dat MVO Nederland de gladheidbestrijdingbranche op deze manier in verbinding brengt met de inkopende overheden. Onze insteek daarbij zou zijn: maak
een branchebreed front. Dus aanbieders van dooimiddelen en van winterdienstmaterieel bij elkaar zetten, maar ook de aannemers die voor gemeenten en provincies de gladheidbestrijding uitvoeren. Met een aantal partijen zoals VNO-NCW, MKB Nederland, KvK’s, Aedes, gemeenten en provincies werken we momenteel aan de organisatie van marktdagen in een aantal regio’s. Hier is het onderwerp ondernemend aanbesteden, met als doel het aanbod van MKB in de regio beter te laten aansluiten op aanbestedingen van overheden en corporaties door kennis te delen en te ontwikkelen. Een dergelijke marktdag zou rond gladheidbestrijding ook zinvol kunnen zijn.’ MVO Maps Hoort concrete hulp bij aanbestedingen, bijvoorbeeld bij het formuleren van EMVI-criteria ook tot de mogelijkheden? ‘Nee’, zegt Shirley Justice. ‘Wij informeren en faciliteren en doen dat vanuit een strikt onafhankelijke positie. Zo heeft MVO Nederland vorig jaar in samenwerking met VNO-NCW, MKB Nederland, De Groene Zaak en NEVI aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu advies uitgebracht over hogere ambities voor duurzaam inkopen in dialoog met de markt. MVO Nederland werkt nu met de overige adviespartners en de overheid samen om verdere professionalisering van overheids-inkopers te realiseren. Onze visie is overigens dat het om veel méér gaat dan de inkoopfunctie alleen. Volgens ons gaat het om professioneel opdrachtge-
15
Column
Duwtje in de rug verschap: duurzaamheid en MVO als basis nemen voor beleid en van daaruit prioriteiten stellen.’ MVO Nederland heeft instrumenten ontwikkeld die ook overheden verder brengen. Pieter van der Ploeg: ‘Sinds 1 april van dit jaar kunnen onze partners gebruik maken van MVO MAPS. Daarmee breng je binnen een half uur in beeld waar je organisatie staat op MVO-gebied. MVO MAPS is gebaseerd op de richtlijn ISO 26000 en geeft voor elke parameter een nulmeting, verbeterpunten en adviezen. Een interessant instrument, vinden wij, dat tussen een quick scan en een intensieve ISO 26000-analyse in staat.’ Shirley Justice wijst tot slot op de implementatiecoach van PIANOo (Expertisecentrum Aanbesteden). ‘Deze tool helpt overheden concreet om in beeld te krijgen waar de organisatie staat met haar beleid en haar processen op het gebied van duurzaam inkopen en geeft ook adviezen om zaken te verbeteren. PIANOo is op inkopen gericht. De ondersteuning en adviezen van deze organisatie kunnen wezenlijk bijdragen om van minimumeisen formuleren te komen tot functioneel specificeren. Om één voorbeeld te geven: Je gaat geen specifiek antiklontermiddel voorschrijven, maar vraagt om een antiklontermiddel met minimale milieubelasting. Het is dan aan de aanbieders om met innovatieve en duurzame oplossingen te komen!’ > Meer informatie: www.mvonederland.nl en www.pianoo.nl
AkzoNobel is betrokken bij de regio waarin de organisatie werkt. Daarom geven wij maatschappelijke initiatieven graag een duwtje in de rug. De Groningse uitgeverij Landes benaderde AkzoNobel Wegenzout met de vraag of financiële ondersteuning van een verkeersproject bespreekbaar was. Het ging om de uitgave van het boekje Ken de verkeersregels. Bedoeld om de jeugd veilig aan het verkeer te laten deelnemen. Veilig onderweg zijn heeft ook te maken met veiligheid op winterse wegen en fietspaden en dan is de link met AkzoNobel Wegenzout snel gelegd. En terecht. Daarom waren wij graag bereid om een advertentie te plaatsen in het boekje. Andere op de jeugd gerichte activiteiten van AkzoNobel zijn het organiseren van wetenschapsdagen voor scholen. Leerlingen maken daarbij op een leuke en spannende manier kennis met wetenschap en technologie.
Met een korrel zout Hoe zou u het vinden om aan het eind van de maand voor uw werkzaamheden te worden uitbetaald in zout?
Gladheidsmelder wérkt Duizenden mensen bekeken begin februari de ANWB gladheidsmelder en honderden hebben via deze interactieve website meldingen gedaan over gladheid in hun omgeving. De ANWB had daartoe opgeroepen: ‘Laat via Twitter weten of het glad is als je de deur uitstapt.´ De ANWB lanceerde haar gladheidmelder in november 2011 en oogstte daarmee veel aandacht in de media. Maar als gevolg van het aanhoudende zachte weer bleven de meldingen aanvankelijk natuurlijk uit. Tot de kou toesloeg in februari. ANWB persvoorlichter Markus van Tol: ‘Men kon gladde wegen, fietspaden en stoepen melden en die locaties werden vervolgens zichtbaar gemaakt op de kaart van de gladheidmelder. We hebben gemerkt dat het publiek dit initiatief zeer heeft gewaardeerd. Volgende winter gaan we er dan ook zeker mee door.’ > www.gladheidsmelder.nl
Uw werkgever stort dan niet langer een prettig aantal euro’s op uw bankrekening, maar laat een vrachtwagen voorrijden om een flinke hoeveelheid AkzoNobel Wegenzout bij u aan huis te komen storten. Als professional binnen de gladheidbestrijding weet u ongetwijfeld wat de gemiddelde prijs van een ton zout is en dan kunt u zelf wel berekenen hoe hoog de zoutberg in uw voortuin zal zijn. Salarium Inderdaad, het is een bizar idee. Maar toch ook weer niet helemaal, want er is wel degelijk een link tussen het salaris dat u ontvangt en zout. Het woord salaris is namelijk afkomstig van het Latijnse woord salarium. En salarium betekende niets meer of minder dan zoutrantsoen. In de oorspronkelijke betekenis werd met salarium bedoeld de hoeveelheid zout die aan soldaten werd toebedeeld. Later, vanaf 150 jaar na het begin van onze jaartelling krijgt het woord de betekenis van jaarsalaris. Deze veranderde betekenis - van zout naar geldelijke beloning - had alles te maken met het feit dat soldaten, maar ook andere mensen, vaak met zout werden betaald. Eitje Het maakt duidelijk hoe belangrijk zout altijd voor ons was en ís. AkzoNobel zorgt dat het zout der aarde nog steeds gebruikt kan worden. Voor gladheidbestrijding, in de chemische industrie, voor de productie van voedsel en medicijnen en op het eitje dat u ’s ochtends eet. Vergeet één keer zout bij de aardappelen te doen en dan weet u meteen waarom die Romeinen zich maar wat graag lieten betalen in het toen schaars voorhanden zout. Agnes Exalto Marketing & Sales Support Salt
Wegenzout Magazine
Duurzaam inkopen
Voor Schiphol staat leverbetrouwbaarheid voorop
16
17
Amsterdam Airport Schiphol is een wereld op zich. Een hectische wereld die het zich niet kan permitteren om tot stilstand te komen vanwege sneeuw of gladheid. Schiphol moet dus kunnen vertrouwen op haar leveranciers van dooimiddelen.
waardoor eventuele ijsafzetting verdwijnt en het vliegtuig veilig aan de startprocedure kan beginnen. Ten tweede dienen de start- en landingsbanen veilig te zijn en dus ontdaan van sneeuw en ijs. De afdeling Airport Services is daarvoor verantwoordelijk. Met de inzet van veel materieel en een groot aantal medewerkers worden de start- en landingsbanen behandeld met kaliumformiaat. Normaal strooizout komt als dooimiddel niet in aanmerking vanwege de corroderende werking op metalen onderdelen van vliegtuigen. Tot slot wordt voor het luchthaventerrein van Schiphol - de aan- en afvoerwegen, parkeerterreinen, et cetera - wegenzout toegepast.
Dat het druk is op Schiphol is een understatement. Met 49,8 miljoen passagiers in 2011 en 1,5 miljoen ton vracht behoort Schiphol tot de drukste airports van Europa. Schiphols missie is het verbinden van Nederland met belangrijke steden en regio’s in de wereld. Schiphol wil Europa’s preferred airport zijn en blijven, de luchthaven die waardering oogst met zijn kwaliteit, capaciteit en zijn uitgebreide netwerk van bestemmingen. Daarvoor is het essentieel dat vliegtuigen het hele jaar door op tijd en veilig kunnen vertrekken en arriveren en in het winterseizoen vraagt dat om een effectieve en efficiënte sneeuw- en gladheidbestrijding.
Kernwaarden Ulco Wiersma is Senior Inkoper binnen de afdeling Corporate Procurement van Schiphol. Hij houdt zich onder meer bezig met de inkoop van dooimiddelen. Duurzaamheidaspecten zijn daarbij belangrijk. Ulco Wiersma: ‘Schiphol heeft grote aandacht voor milieu. Wij gaan heel zorgvuldig om met alles wat daarmee te mee te maken heeft en zoeken ook voortdurend naar mogelijkheden om onze milieuprestaties te verbeteren. Dat gebeurt mede vanuit ons corporate responsibility-programma. Schiphol heeft kernwaarden gedefinieerd, te weten: gastvrij zijn voor onze klanten en betrouwbaar, duurzaam, efficiënt en inspirerend zijn. Alle besluiten die Schiphol neemt, toetst zij dan ook aan deze kernwaarden.’
De-icing Sneeuw- en gladheidbestrijding vinden op Schiphol plaats op drie niveaus en met specifieke middelen. In de eerste plaats de vliegtuigen zelf. Wanneer risico voor ijsvorming bestaat gaan deze vlak voor het opstijgen langs de zogenoemde de-icing. De vleugels worden behandeld met glycol,
Track record Dat geldt uiteraard ook voor gladheidbestrijding. Ulco Wiersma: ‘De glycol die wij voor de-icing gebruiken mag niet in het oppervlaktewater terecht komen. Glycol onttrekt namelijk zuurstof aan het water.
Samenwerken voor duurzaamheid Maatschappelijk verantwoord ondernemen is per definitie gericht op samenwerking. Binnen de keten, maar ook op een breed front met een gemeenschappelijk doel voor ogen: in dit geval een duurzame luchthaven. Daarom heeft Schiphol het initiatief genomen om theGROUNDS op te richten. Dat is een proeftuin waarin gerenommeerde bedrijven en kennisinstellingen samen innovatieve toepassingen ontwikkelen voor een duurzame luchthaven. Ulco Wiersma: ‘Binnen theGROUNDS zoeken wij naar oplossingen voor allerlei milieutechnische zaken. Een voorbeeld: een deel van het luchthaventransport wordt uitgevoerd met elektrische bussen. Dat is momenteel een goede manier om tot CO2-reductie te komen, maar misschien zijn er op termijn betere oplossingen. Dit soort vraagstukken bestudeert theGROUNDS.’ ‘Met AkzoNobel samen doen wij ook onderzoek. Bijvoorbeeld naar de vraag hoezeer het strooizout inwerkt op onze voertuigen. Want het is natuurlijk van groot belang dat we na twee strenge winters niet meteen allerlei kwetsbare onderdelen hoeven te vervangen. Ook in dit opzicht is AkzoNobel voor Schiphol altijd een betrouwbare partner gebleken.’
Daarom hebben wij maatregelen genomen, zoals vloeistofdichte bestrating om de glycol op te vangen en veilig af te voeren en te laten verwerken.’ Wat betreft de start- en landingsbanen: Voorheen werd kaliumacetaat als dooimiddel gebruikt. Dat is vervangen door kaliumformiaat. Dat laatste middel levert in gelijke dosering dezelfde prestatie per vierkante meter, terwijl de zuurstofonttrekking aan het oppervlaktewater tot éénderde is gereduceerd. Ranking AkzoNobel is sinds jaar en dag leverancier van het wegenzout dat Schiphol gebruikt op het luchthaventerrein. Deze bestendige relatie is geen vanzelfsprekendheid. Ulco Wiersma: ‘Elk jaar opnieuw nodigen wij marktpartijen uit om een aanbieding te doen. Niet in de vorm van een aanbesteding, want dat heeft nauwelijks zin bij zo’n beperkt aantal leveranciers. We gaan met elk van hen een gesprek aan op basis van een vragenlijst en uit de beantwoording daarvan volgt een ranking. Leverbetrouwbaarheid is daarbij een prioriteit en wat dat betreft heeft AkzoNobel een voorbeeldig track record. Werken aan duurzaamheid van onze leverancier is, gegeven onze kernwaarden, uiteraard ook heel belangrijk en wij weten dat dit aspect ook voor AkzoNobel van het grootste belang is. Om daadwerkelijk tot betere milieu- en duurzaamheidprestaties te komen, onderhoudt onze dienst Airport Services nauwe contacten met AkzoNobel Wegenzout. Het moet ten slotte gebeuren in de praktijk.’
Wegenzout Magazine
18
19
Pekelopslagtanks
Beter voor het milieu Het Deense Vejdirektoratet (Rijkswaterstaat) heeft vorig jaar acht pekelopslagtanks laten bouwen met een capaciteit die varieert van 90 tot 330 m³. De tanks worden bevoorraad door AkzoNobel en het Vejdirektoratet wordt daarbij volledig ontzorgd. De aanwezige hoeveelheid pekel wordt via een gprs-verbinding namelijk voortdurend gemonitored door AkzoNobel en zodra een kritische grens is bereikt automatisch aangevuld. Het Vejdirektoratet is tevreden over deze oplossing, maar ging voor de aanschaf van de pekelopslagtanks niet over één nacht ijs. In Denemarken is de afgelopen jaren, net als in Nederland, het sproeien van pekel als alternatief voor het strooien van wegenzout sterk in opmars geraakt. Op snelwegen en het onderliggende wegennet werd de combinatie van strooien en sproeien al langer met succes toegepast. Het Deense Vejdirektoratet - het equivalent van het Nederlandse Rijkswaterstaat - beschikt daarvoor over een vloot van zogenoemde combisproeiers: voertuigen waarmee gelijktijdig zout uitgebracht kan worden en kan worden gesproeid. Het zout wordt op de weg gebracht via de strooiplaat, de pekel wordt met een separate sproei-installatie achter op de combistrooier uitgebracht. In
de winter 2009/2010 werd Denemarken, net als alle andere Europese landen, geteisterd door zouttekorten. Om de snel slinkende landelijke voorraad strooizout optimaal te benutten, werd het pekel sproeien waar mogelijk opgeschaald. En met zoveel succes dat sproeien sindsdien een hoge vlucht heeft genomen in Denemarken. Beste oplossing Een gevolg daarvan was dat het Vejdirektoratet met capaciteitsproblemen te maken kreeg. Een aantal van de bestaande zoutoplossers met een capaciteit van 5 m³/ uur moest worden vervangen door zoutoplossers die minimaal 10 m³ pekel per uur
kunnen produceren. Althans, als aangetoond kon worden dat deze investering de meest kostenefficiënte oplossing zou zijn. Claus Anker Hansen, Hoofd Inkoop van het Vejdirektoratet, vergeleek in het voorjaar van 2011 het gebruik van deze zoutoplossers met een alternatieve toepassing: opslagtanks voor kant-en-klaar aangeleverde pekel. Claus Anker Hansen: ‘Wanneer alle kosten in ogenschouw worden genomen, dan blijkt de aanschaf van pekelopslagtanks de meest voordelige oplossing. Maar wij hebben niet uitsluitend naar kosten gekeken. Beide alternatieven werden ook vergeleken op het gebied van bedrijfszekerheid, de tijdige beschikbaarheid van pekel en milieueffecten. En alles bij elkaar is het Vejdirektoratet ervan overtuigd dat de pekelopslagtanks de beste oplossing zijn.’ Milieuwinst Dat is ook logisch. Aan wegenzout moet altijd een antiklontermiddel worden toegevoegd om te voorkomen dat het zout in de opslagloods samenklontert en onhandelbare, keiharde brokken vormt. Om die klontvorming te voorkomen wordt ijzercyanide gebruikt, zij het in zeer lage dosering. Door zout te gebruiken om pekel aan te maken komt die ijzercyanide uiteindelijk in het milieu terecht; sproeien met pekel die rechtstreeks afkomstig is van de AkzoNobel zoutfabriek in Mariager voorkomt dit. En dat is pure milieuwinst.
Het zout der aarde Tegenwoordig staat dit kunstwerk in de hal van het AkzoNobel kantoor in Amersfoort en het is een echte blikvanger. Het bestaat uit een massief blok zout. Dit blok zout van 2,1 x 1,3 x 1,3 meter werd op 1 augustus 1991 gedolven in een zoutmijn van AkzoNobel in de plaats Avery (Louisiana, Verenigde Staten) op een diepte van maar liefst 354 meter. Beeldend kunstenaar Bert Nijenhuis uit Boekelo werd gevraagd er een beeld uit te scheppen. Het zoutbeeld weerspiegelt Nijenhuis’ visie op beheren en beheersen, begrippen die AkzoNobel als maatschappelijk verantwoord ondernemende organisatie na aan het hart liggen. Ter gelegenheid van de opening van het toenmalige hoofdkantoor in Arnhem is het beeld onthuld op 14 november 1991.
AkzoNobel is ’s werelds grootste verf- en coatingsonderneming en een vooraanstaand producent van specialistische chemicaliën. Wij voorzien industrie en consumenten wereldwijd van innovatieve producten en werken met passie aan de ontwikkeling van duurzame oplossingen voor onze klanten. Tot onze merken behoren bekende namen als Dulux, Sikkens, International en Eka. Ons hoofdkantoor staat in Amsterdam, we behoren tot de Global Fortune 500 en hebben een leiderschapspositie op het gebied van duurzaamheid. Met activiteiten in meer dan 80 landen zetten onze circa 55.000 medewerkers zich in voor topkwaliteit en het realiseren van “Tomorrow’s Answers Today”™.
05886_010612
www.akzonobel.com/wegenzout